Handreiking Ontwikkelingsperspectief Samenwerkingsverband ... · Handleiding...

25
Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 1 Handreiking Ontwikkelingsperspectief Samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek versie oktober 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Handleiding bij het invullen 3. Wettelijke bepalingen m.b.t. het Ontwikkelingsperspectief 4. Vragenlijst leerling VO 5. Vragenlijst ouders VO 6. Observatieformulier 7. Formulier toestemming opvragen gegevens 8. Formulier ondertekening deskundigenadvies 9. Voorbeeld ‘Steunkaart’ voor docenten

Transcript of Handreiking Ontwikkelingsperspectief Samenwerkingsverband ... · Handleiding...

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 1

Handreiking Ontwikkelingsperspectief

Samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek

versie oktober 2014

Inhoud 1. Inleiding

2. Handleiding bij het invullen

3. Wettelijke bepalingen m.b.t. het Ontwikkelingsperspectief

4. Vragenlijst leerling VO

5. Vragenlijst ouders VO

6. Observatieformulier

7. Formulier toestemming opvragen gegevens

8. Formulier ondertekening deskundigenadvies

9. Voorbeeld ‘Steunkaart’ voor docenten

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 2

1. Inleiding Dit ontwikkelingsperspectief en de werkwijze die hierbij wordt gehanteerd is tot stand gekomen door samenwerking in een werkgroep bestaande uit: Marjo Neven intern begeleider Prisma Alphen aan den Rijn Tim Rombouts zorgcoördinator Ashram College Alphen aan den Rijn Katinka van Netten coördinator Limes Praktijkonderwijs Jeroen van ’t Wout coördinator onderwijsondersteuning Wellantcollege Rijnsburg/Oegstgeest Sanne Rommertz orthopedagoog Leo Kannercollege

Elsbeth Foudraine psycholoog De Delta

Ondersteund door Lia van Meegen, KPC Groep. De opdracht voor de werkgroep was een voorstel te maken met de aanpak en de formulieren voor het werken met een ontwikkelingsperspectief in de regio van de samenwerkingsverbanden VO Leiden e.o., Duin- en Bollenstreek, Midden-Holland&Rijnstreek. De werkgroep heeft vanuit bestaande voorbeelden en met behulp van de handreiking van de VO-Raad een werkwijze met formulieren ontwikkeld die past bij de manier waarop in deze regio de ondersteuning is ingericht. Daarbij is dankbaar gebruik gemaakt van goede voorbeelden en ervaringen van scholen, ABdiensten (AED) in de regio. Ook zijn de voorbeeld Ontwikkelingsperpsectieven van VO-Raad, PO-Raad, LECSO en landelijk Werkverband Praktijkonderwijs benut. Voor de werkgroep waren bij de uitwerking belangrijke criteria:

- Uitgaan van handelingsgericht werken - Betrekken van leerling en ouders - Gebruiksvriendelijkheid w.o. gebruikmaken van gegevens uit het lvs - Zo effectief mogelijk (beperkte tijdsinvestering) - Aansluitend bij de huidige werkwijze van de scholen.

We hebben gekozen voor een opzet in ‘blokken’. Een soort modulaire werkwijze, waarbij blok 3 de kern is (het eigenlijke Ontwikkelingsperspeciief – OPP). Dit blok moet in ieder geval ingevuld worden, zodat wordt voldaan aan de eisen van de wet en de inspectie. Voor blok 1 kan gebruik gemaakt worden van de gegevens uit het eigen adminstratiesysteem. Blok 2 kan op basis van het VPI worden ingevuld. Blok 4 en 5 zijn ‘vrije’ keuzes: datgenen wat wij aanbieden is een voorbeeld, maar scholen kunnen hier voor hun eigen formulier kiezen. Met deze werkwijze hopen wij een ‘passend’ kader voor iedere school en samenwerkingsverband te bieden en bovenal een goede aanpak om leerlingen passende perspectieven te bieden! We danken alle betrokkenen voor hun inzet en alle collega’s waarvan we materiaal mochten inzien en

gebruiken!

Namens de werkgroep

Lia van Meegen

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 3

2. Toelichting bij het invullen van het OPP voor het schooljaar 2014-2015

2.1. Algemeen Het opstellen van een Ontwikkelingsperspectief is de verantwoordelijkheid van de school waar de

leerling onderwijs volgt. scholen zijn immers verantwoordelijk voor het organiseren van de

onderwijsondersteuning. Ook het bijhouden van de dossiers van de leerlingen valt onder de

verantwoordelijkheid voor de school. Bij het invullen worden de richtlijnen gevolgd, zoals in deze

handreiking aangegeven. Als een leerling nieuw is op school (bv. in de brugklas), kan gebruik

worden gemaakt van de gegevens van de ‘toeleverende’ school. Als deze school gebruik maakt

van andere instrumenten dan het VPI om tot invulling van een OPP te komen, kan van deze

andere instrumenten/ informatie (bv. Groeidocument) gebruik worden gemaakt. Dit geldt met

name voor de invulling van blok 2.

Sla het bestand op met de naam : ‘Ontwikkelingsperspectief..naam leerling’.

Dit ontwikkelingsperspectief is opgebouwd uit diverse onderdelen/blokken: Blok 1 Algemene gegevens van de leerling Blok 2 Onderbouwing OPP

Blok 3 Ontwikkelingsperspectief

Blok 4 Handelingsdeel: beschrijving uitvoering

Blok 5 Bijlagen

Let op: indien er onderdelen zijn die niet worden ingevuld (omdat ze niet van toepassing zijn), dan wel

worden vervangen door bv. uitkomsten VPI, verwijder deze onderdelen dan. Dus niet leeglaten, maar

weghalen!.

Blok 1 bevat de algemene leerlinggegevens. Dit blok bestaat (als het goed is) geheel uit gegevens die

zijn opgenomen in het administratiesysteem van de school. Een uitdraai van deze gegevens (alleen

controleren op volledigheid) vormt digitaal of fysiek dit eerste blok.

Blok 2

Dit blok vormt de onderbouwing van het OPP. Hiertoe worden de beschikbare gegevens verzameld uit

het lvs/leerlingdossier. Een ingevuld VPI maakt onderdeel uit van dit blok. Bij het invullen van het blok

kan er (aanvullend op VPI) voor gekozen worden om gebruik te maken van vragenlijsten die door de

leerling en ouders/verzorgers worden ingevuld. Alle ‘losse’ informatie, zoals deze ingevulde

vragenlijsten, worden als blok 5 bijlagen opgenomen. Nadere richtlijnen voor de invulling van het blok

zijn hieronder toegevoegd.

Blok 3

Dit blok is het uiteindelijke OPP. De wettelijke gegevens zijn hierin opgenomen. Conform afspraak

binnen het samenwerkingsverband gebruiken alle scholen dit OPP.

Blok 4

Bevat het handelingsdeel van het OPP. Dit is het praktische deel met de uitwerking en concretisering

van het arrangement. Iedere school kan hier naar eigen keuze invulling aangeven d.m.v. het gebruik

van groepsplan of handelingsplan. De invulling die hier gegeven wordt, is een voorbeeld.

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 4

Blok 5

Zoals bij de toelichting bij Blok 2 al is aangegeven, bevat blok 6 een voorblad waarop staat aangegeven

welke bijlagen zijn toegevoegd en de bijlagen zelf.

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 5

2.2. Invullen van de blokken:

Blok 1

Blok 1 bestaat uit een aantal algemene gegevens die in het administratiesysteem van de school staan. Deze gegevens (stamkaart) kunnen worden uitgedraaid en fysiek of als pdf worden toegevoegd aan dit OPP. De gegevens hoeven dus niet in het formulier te worden ingevuld. Let erop: Je mag in het kader van de privacy wetgeving (Besluit van mei 2012) niet sec vermelden dat de ouders van een leerling gescheiden zijn. Dit mag alleen als de scheiding daadwerkelijk belemmerende factor is voor kind (en leren belemmert, sociaal emotionele ontwikkeling belemmert enz. ).Deze informatie dus niet opnemen in blok 1, maar (indien van toepassing) bij blok 2.

Blok 2

Blok 2B Psychologische gegevens: Als er 15 of meer punten verschil zit tussen het VIQ en PIQ (of SIQ), dan noteer je bij de evt. toelichting op IQ-gegevens het volgende: Er is sprake van een groot verschil tussen de verbale en performale intelligentie. Het totale IQ moet voorzichtig worden geïnterpreteerd. Bij de NIO test noteer je de volgende zin: Er is sprake van een groot verschil tussen de verbale en symbolische intelligentie. Het totale IQ moet voorzichtig worden geïnterpreteerd. Als er meerdere intelligentietests zijn wordt er uit gegaan van het IQ dat het meeste aansluit bij het advies van de basisschool. Als dit betekent dat dit niet de meest recente testgegevens zijn, wordt dit onderbouwd in de toelichting op de IQ-gegevens. Bij verouderde IQ- gegevens(ouder dan 2 jaar) noteer je de volgende zin bij evt. toelichting op IQ- gegevens: De IQ-gegevens zijn ouder dan 2 jaar, maar de huidige ontwikkeling geeft geen aanleiding tot nieuw onderzoek. Geef ook aan of het IQ gemiddeld, bovengemiddeld, enz. is. Gebruik hiervoor onderstaande tabel:

Hoger dan 130 Ver bovengemiddeld

121 tot 130 Ruim bovengemiddeld

111 tot 120 Bovengemiddeld

90 tot 110 Gemiddeld

80 tot 89 Beneden gemiddeld

70 tot 79 Ruim benedengemiddeld

60 tot 69 Ver benedengemiddeld

Vul ook de datum van afname in! Theoretische leerrendementsverwachting op basis van IQ : het gaat hier om de verwachting m.b.t. het uitstroomperspectief op basis van IQ

Blok 2C Didactische gegevens:

Hier de gegevens van Citotoetsen, gegevens van methodegebonden toetsen e.d. opnemen. Indien

het programma van de AED wordt benut om de didactische gegevens grafisch weer te geven, kan dit

worden toegevoegd bij de bijlagen in Blok 5 en kan hiernaar verwezen worden.

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 6

Blok 2D Sociaal-emotionele informatie:

Gegevens van toetsen, maar ook gegevens van observaties, gegevens uit leerlingvolgsysteem. Indien

verwezen wordt naar bijlagen: opnemen bij Blok 5.

Blok 2E Bevorderende en belemmerende factoren

Hier kunnen de uitkomsten van het VPI worden overgenomen en/of (naar keuze) een uitdraai van de

uitkomsten van een ingevuld VPI. Bij het invullen van dit gedeelte is de afspraak dat ouders en leerling

worden betrokken. Hiervoor kunnen ook de vragenlijsten gebruikt worden die als bijlage aan de

handreiking zijn opgenomen. Bij de overstap van een leerling vanuit het PO, wordt gebruik gemaakt van

de gegevens uit het Groeidocument van de PO School.

Bevorderende factoren

Het gaat hier om factoren die een positieve invloed hebben op de ontwikkelsnelheid van de leerling. Vul alleen factoren in die van belang zijn! Je hoeft niet overal iets in te vullen. Als er geen bevorderende factoren zijn, vul dan in ‘Op dit moment niet van toepassing’. Benoem de factoren kort en dus kernachtig in trefwoorden ! Deze factoren zijn dezelfde factoren als in het OKR staan. De gegevens kunnen uit het OKR worden overgenomen en als bijlage worden toegevoegd aan het ontwikkelingsperspectief. Leren/didactische ontwikkeling: Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Rekenen/Wiskunde Anders, nl Cognitieve ontwikkeling: Informatieverwerking Redeneervermogen Inzicht Geheugen Anders, namelijk Werkhouding: Motivatie Doorzettingsvermogen Werktempo Concentratie Taakgerichtheid Structuur Planning en organisatie Nauwkeurigheid Huiswerkattitude Zelfstandigheid Anders, nl.

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 7

Sociaal- emotioneel gedrag (Faal)angst Beïnvloedbaar Impulsief Initiatief nemen Interactie met de leerkracht Interactie met medeleerlingen Zelfvertrouwen Omgaan met frustraties Omgaan met boosheid Zelfinzicht Samenwerken Anders, nl.: Lichamelijke aspecten Grove motoriek Fijne motoriek Spraak en taal Auditieve waarneming Visuele waarneming Gezondheid (ziekte en/of medicatie) Anders, nl.: Omgevingskenmerken: Vul hier alleen in specifieke situaties iets in. Denk daarbij aan: thuissituatie, familieomstandigheden, ondersteuning buiten de school. Overig: Deze informatie verkrijg je uit het dagelijks werk met de leerling, journaal, handelingsplannen, evt. uit het dossier of navraag bij de orthopedagoge/onderwijskundig begeleider, overige betrokkenen bij de leerling. Hier ook bv. de beroepsinteresse van de leerling invullen en de daarbij horende factoren (interesses, talenten, houding t.o.v. werk) Denk ook aan specifieke talenten van de leerling.

Belemmerende factoren

Het gaat hier om factoren die een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van de leerling. Vul alleen factoren in die van belang zijn! Je hoeft niet overal iets in te vullen. Als er geen belemmerende factoren zijn, vul dan in ‘Op dit moment niet van toepassing’. Benoem de factoren kort en dus kernachtig in trefwoorden ! Zie voorbeelden tussen de haakjes! Leren/didactische ontwikkeling: Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Rekenen/Wiskunde Anders, nl Cognitieve ontwikkeling: Informatieverwerking Redeneervermogen Inzicht Geheugen

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 8

Anders, namelijk Werkhouding: Motivatie Doorzettingsvermogen Werktempo Concentratie Taakgerichtheid Structuur Planning en organisatie Nauwkeurigheid Huiswerkattitude Zelfstandigheid Anders, nl. Sociaal- emotioneel gedrag (Faal)angst Beïnvloedbaar Impulsief Initiatief nemen Interactie met de leerkracht Interactie met medeleerlingen Zelfvertrouwen Omgaan met frustraties Omgaan met boosheid Zelfinzicht Samenwerken Anders, nl.: Lichamelijke aspecten Grove motoriek Fijne motoriek Spraak en taal Auditieve waarneming Visuele waarneming Gezondheid (ziekte en/of medicatie) Anders, nl.: Omgevingskenmerken: Vul hier alleen in specifieke situaties iets in. Denk daarbij aan: gezinssituatie, verblijf buiten huis, familieomstandigheden, ondersteuning buiten de school. Overig: Deze informatie verkrijg je uit het dagelijks werk met de leerling, journaal, handelingsplannen, evt. uit het dossier of navraag bij de orthopedagoge/onderwijskundig begeleider, overige betrokkenen bij de leerling. Denk hierbij ook aan specifieke beperkingen van de leerling.

Blok 2F Didactische gegevens:

Reeds geboden ondersteuning: naast de beschrijving van de reeds geboden ondersteuning ook ‘bewijzen’ toevoegen: plan van aanpak/ handelingsplan etc. Geïndiceerde ondersteuning, maar (nog) niet uitgevoerd:

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 9

Indien van toepassing dit blok ook invullen. De leerling heeft bv. al eerder ambulante begeleiding of ondersteuning bij dyslexie toegewezen gekregen, maar door omstandigheden is deze ondersteuning nog niet gerealiseerd/uitgevoerd. Dit kan bv. ook ondersteuning door Jeugdhulp zijn of een training sociale vaardigheden etc.

Blok 2G Inbreng leerling en ouders:

Het gaat hier om de visie van leerling en ouders. Zoveel mogelijk een letterlijke weergave van hetgeen zij hierover willen zeggen en wat voor hen belangrijk is. Waar moet in ieder geval rekening mee worden gehouden? Wat is hun zienswijze?

Blok 3 Ontwikkelingsperspectief

Realistisch perspectief

Hier staat realistisch perspectief en dat betekent vanuit het gezichtspunt van de mentor/school en

niet alleen vanuit het IQ. De mentor weegt ook andere aspecten mee. Het perspectief betreft het

verwachte uitstroomperspectief voor deze leerling.

Maak gebruik van de informatie uit blok 2 en verwijs daar zo nodig naar. Als je verwijst naar andere

documenten (bv. IQtest), voeg deze documenten dan als bijlage toe (in Blok 5 opnemen in de lijst van

bijlagen).

De beschrijving van een arrangement

De onderwijsbehoeften van de leerlingen laten zich beschrijven op vijf velden die samen aangeven welk arrangement gewenst is: 1. Hoeveelheid aandacht/handen in de klas Veel reguliere scholen geven hun onderwijs vooral in groepen. Zij kunnen het groepsonderwijs op adaptieve wijze vormgeven, zodat leerlingen met individuele handelingsplannen hierin goed tot hun recht komen. Er zijn wat dit betreft echter verschillen tussen scholen. Sommige scholen slagen erin om ‘extra handen in de klas’ te realiseren door bijvoorbeeld de inzet van de rugzak, stagiaires of vrijwilligers. In het s(v)o, leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs is het evident dat er meer handen in de klas zijn. 2. Aangepast lesmateriaal Reguliere scholen werken meestal met lesmethoden die uitgaan van de gemiddelde leerling (in het vo: van die schoolsoort) en gebruiken differentiatiemateriaal voor leerlingen die extra uitleg of extra uitdaging nodig hebben. Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften hebben soms aangepast materiaal nodig, bijvoorbeeld een ringleiding voor slechthorende kinderen of duidelijke schema's voor kinderen die veel structuur nodig hebben. Scholen verschillen in de mate waarin zij beschikken over dergelijke materialen. 3. Aanpassingen in de ruimtelijke omgeving Passend onderwijs vereist voor nogal wat leerlingen aanpassingen in de ruimtelijke omgeving. Zo zijn er leerlingen die af en toe of regelmatig een 'time out' nodig hebben, leerlingen die veel behoefte hebben aan fysieke bezigheden en leerlingen voor wie ruimte nodig is voor verzorging of paramedische behandeling. Ook zijn er leerlingen die behoefte hebben aan een pedagogische omgeving die rust, overzicht en duidelijkheid biedt. Zij hebben behoefte aan veel structuur, duidelijke regels en strikte begeleiding. In lang niet alle schoolgebouwen is het mogelijk om aan dergelijke behoeften tegemoet te komen. 4. Hierbij gaat het om de kennis en ervaring van leraren op het gebied van het omgaan met stoornissen en beperkingen. We maken onderscheid tussen teamexpertise en individuele expertise.

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 10

Teamexpertise is de expertise die is geïntegreerd in de teamaanpak en geïnternaliseerd is in het handelen van alle medewerkers. Onder individuele expertise verstaan we de expertise die bij één of meer collega’s of externe partners aanwezig is. 5. De samenwerking met externe organisaties Voor sommige leerlingen is het van doorslaggevend belang dat de school intensief samenwerkt met externe instanties, zoals jeugdzorg, revalidatie of geestelijke gezondheidszorg. Scholen verschillen hierin sterk, zowel wat betreft de onderwijsbehoeften van de leerlingen in het voedingsgebied van de school, als het onderwijszorgaanbod van de school. Voorbeelden van mogelijke gewenste arrangementen

Deze leerling heeft een arrangement nodig met:

Individuele aandacht voor meer dan de helft van de lestijd

Structureel aangepast lesmateriaal, deze aanpassingen vragen meer dan één uur werktijd per week

Incidenteel de mogelijkheid voor extra fysieke ruimte of eigen tijd onder toezicht en/of prikkelarme omgeving

Specialistische kennis van de stoornis bij de docent/het team en/of competenties m.b.t. preventie van gedragsproblemen

Ondersteuning via Jeugdzorg.

Het gewenste arrangement is de beschrijving van datgene wat op de vijf velden (indien van

toepassing) gewenst zou zijn. Uiteindelijk leidt het nadenken/beschrijven van het gewenste

arrangement tot de keuze en beschrijving van het arrangement zoals dat aangeboden en uitgevoerd

gaat worden.

M.b.t. de ondertekening geldt, dat er alleen ondertekening nodig is m.b.t. het arrangement dat van

toepassing is. Dus òf het arrangement op schoolniveau òf het arrangement op bovenschools niveau.

Blok 4 Handelingsdeel

Dit blok kan op schooleigenwijze worden ingevuld. Het kan bv. vervangen worden door een

groepsplan of individueel plan van aanpak. Hier kan ook een ‘coachingskaart’/steunkaart voor de

docenten als uitwerking bij horen. De school kan hier kiezen voor een eigen wijze van beschrijving en

vastlegging.

De onderdelen: Ontwikkelingsgebied – Doelen – Methodiek- Organisatie en planning

moeten wel altijd beschreven zijn.

In het OPP is een voorbeeld opgenomen. Dit kan dus vervangen worden door een eigen

handelingsdeel van de school.

Onderstaand een ander voorbeeld, aansluitend bij de ontwikkelingsgebieden die ook in het OKR

worden gebruikt.

Beginsituatie per

ontwikkelingsgebied

Doelen Methodiek Organisatie en planning

Leren/didactische

ontwikkeling

Tussenevaluatie d.d.:

Eindevaluatie d.d.:

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 11

Cognitieve ontwikkeling

Tussenevaluatie d.d.:

Eindevaluatie d.d.:

Werkhouding

Tussenevaluatie d.d.:

Eindevaluatie d.d.:

Sociaal-emotioneel gedrag

Tussenevaluatie d.d.:

Eindevaluatie d.d.:

Lichamelijke aspecten

Tussenevaluatie d.d.:

Eindevaluatie d.d.:

Communicatieve

vaardigheden

Tussenevaluatie d.d.:

Eindevaluatie d.d.:

Specifiek vakgebied

Tussenevaluatie d.d.:

Eindevaluatie d.d.:

Specifiek vakgebied

Tussenevaluatie d.d.:

Eindevaluatie d.d.:

Specifiek vakgebied

Tussenevaluatie d.d.:

Eindevaluatie d.d.:

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 12

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 13

Blok 5 Bijlagen

Bijlagen toevoegen en nummeren.

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 14

3.Wettelijke bepalingen

(Bron: www.passendonderwijs.nl)

a. Voor welke leerlingen moeten scholen een OPP opstellen? Voor de volgende leerlingen moeten scholen verplicht een OPP opstellen: leerlingen die extra ondersteuning krijgen in het voortgezet onderwijs

leerlingen in het praktijkonderwijs

leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs Reguliere VO scholen hoeven geen OPP op te stellen voor leerlingen die ondersteuning krijgen die in het reguliere (basis)ondersteuningsaanbod zit bijvoorbeeld begeleiding bij dyslexie of kortdurende remedial teaching. b. Wanneer moeten leerlingen een OPP hebben? Voor elke leerling in het regulier voortgezet onderwijs die extra ondersteuning nodig heeft, stelt het bevoegd gezag met ingang van 1 augustus 2014 een OPP op.

Scholen moeten vanaf 1 augustus 2013 een OPP vaststellen voor elke leerling in het voortgezet speciaal onderwijs. Voor nieuwe leerlingen moeten ze dit binnen 6 weken na inschrijving doen. Voor zittende leerlingen moet dit voor 1 augustus 2013.

Voor elke leerling in het praktijkonderwijs moet het bevoegd gezag met ingang van 1 augustus 2014 een OPP vaststellen binnen 6 weken na inschrijving van de leerling.

Voor leerlingen die tijdelijk zijn geplaatst op een andere school of instelling stelt het bevoegd gezag het OPP vast binnen 6 weken na definitieve plaatsing van de leerling. c. Wat moet er in het OPP staan? Regulier voortgezet onderwijs , OPDC en praktijkonderwijs: De te verwachten uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan. De onderbouwing bevat in elk geval de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces. De afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te bieden begeleiding en ondersteuning. d.Voortgezet speciaal onderwijs: De te verwachten uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan. De onderbouwing bevat in elk geval de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces. e. Wie stelt het OPP vast en stelt het bij? Het bevoegd gezag stelt het OPP vast, nadat over het gehele OPP op overeenstemming gericht overleg met de ouders heeft gevoerd. In het vso krijgt het bestuur hiervoor advies van de Commissie voor Begeleiding (voor cluster 3 en 4) of de Commissie voor Onderzoek (voor cluster 1 en 2). De school evalueert het OPP jaarlijks met de ouders en stelt het zo nodig bij. f. Registratie en toezicht Scholen voor regulier onderwijs moeten vanaf 1 augustus 2014 in het Basisregister Onderwijs (BRON) aangeven wanneer een leerling een OPP heeft. Hiervoor is een wetsvoorstel in voorbereiding.

g. Welke deskundige uit het samenwerkingsverband moet meekijken bij het opstellen van een OPP

voor individuele leerlingen?

Aan de expertise van de deskundige die meekijkt met het opstellen van het OPP worden geen eisen gesteld. Wel is er in het (voortgezet) speciaal onderwijs een commissie die het schoolbestuur advies geeft over het vast te stellen OPP van een leerling: de commissie van begeleiding.

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 15

3. Vragenlijst Leerling VO

(Bron AED Leiden)

We gaan er samen met je mentor en je ouders voor zorgen dat er een goed plan voor jou komt voor op school. In

dat plan spreken we af hoe je mentor en je ouders jou het beste kunnen helpen. Wij vinden het natuurlijk

belangrijk om te weten wat jij vindt. Daarom wil ik je een paar vragen stellen. Is dat goed?

Naam

Geboortedatum

School

Klas

Mentor

Zorgcoördinator

Ambulant begeleider

Datum

Waar ben je goed in op school?

Waar krijg je begeleiding of hulp bij? (gedrag/ sociale vaardigheden/ zelfredzaamheid/planning/schoolse vaardigheden?)

Waar heb je begeleiding of hulp bij nodig? (gedrag/ sociale vaardigheden/ zelfredzaamheid/planning/schoolse vaardigheden?) Wie kan je daar het beste bij helpen?

Wat zou je veranderen als jij rector/mentor was van deze school?

Wat zou je in de klas willen veranderen?

Zijn er nog ander zaken van belang in de begeleiding van jou op school?

Welke profiel wil je kiezen? o Natuur en Techniek o Natuur en Gezondheid o Economie en Maatschappij o Cultuur en Maatschappij

Welke vervolgopleiding wil je doen?

Hulpvragen:

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 16

1. 2. 3.

+ = JA of hier ben ik goed in ± = hier ben ik soms / een beetje goed in - = NEE of hier ben ik niet goed in

JA

NEE

Gedrag + ± - Opmerkingen

Ik kan stil zitten tijdens de les Ik denk eerst even na voordat ik reageer Ik kan inschatten welke gevolgen mijn gedrag heeft voor een ander

Ik kan omgaan met kritiek van een medeleerling Ik heb vaak een goed humeur Ik kan in de klas wachten tot ik de beurt krijg

Ik kan me beheersen als ik heel boos, verdrietig of bang ben

Ik zit alleen aan mijn eigen spullen

Ik weet welk gedrag er bij welke situatie past

Ik kan mijn eigen gedrag remmen/bijsturen

Sociale vaardigheden + ± - Opmerkingen

Ik kan omgaan met verschillende docenten

Ik kan omgaan met een invaldocent

Ik durf in de les vragen te stellen

Ik vraag docenten om hulp bij problemen

Ik kan omgaan met kritiek van een docent

Ik kan omgaan met tegenvallers zoals een laag cijfer

Ik kan contacten aangaan en onderhouden met medeleerlingen

Ik kom voor mezelf op

Ik durf een medeleerling op te bellen om iets over schoolwerk te vragen

Ik kan samen werken met anderen liefst samen met:

Ik vind vrienden/vriendschap belangrijk

Ik heb één of meerdere vrienden/vrienden

Ik kan er mee omgaan als een ander mij aanspreekt op mijn gedrag

Anderen kunnen aan mij zien hoe ik me voel

Ik houd rekening met grenzen van anderen

Zelfstandigheid & zelfredzaamheid + ± - Opmerkingen

Ik bekijk ’s ochtend mijn rooster op internet

Ik kom op tijd op school

Ik weet de weg van en naar school

Ik kan zelfstandig naar school komen

Ik kan oplossingen bedenken bij problemen onderweg

Ik ken de weg in de school

Ik kan omgaan met het wisselen van lokalen en wisselende werkplekken in de klas

Ik weet wat ik kan doen in de pauze en tussenuren

Ik zorg goed voor mijn spullen en die van anderen

Ik kan omgaan met veranderingen in het lesrooster

Plannen & organisatie + ± - Opmerkingen

Ik weet wat belangrijk is en wat niet

Ik regel mijn eigen zaken (gymspullen, toestemmingbriefjes)

Ik heb de juiste spullen bij me

Ik werk zelfstandig tijdens het zelfstandig werken

Ik schrijf mijn huiswerk in mijn agenda

Ik kan mijn huiswerk plannen

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 17

Ik ben gemotiveerd om mijn huiswerk te maken

Ik maak mijn huiswerk

Ik weet waar ik het eerst aan moet beginnen

Ik lever mijn huiswerk en opdrachten op tijd in

Ik kan opeenvolgende opdrachten goed onthouden

Schoolse vaardigheden + ± - Opmerkingen

Ik let op wanneer de docent iets aan de hele klas uitlegt

Ik maak een opdracht af voordat ik met iets anders begin

Ik kan me concentreren in de les

Ik kan storende geluiden negeren

Ik heb een redelijk werktempo

Ik heb een leesbaar handschrift

Ik kan een werkstuk of boekbespreking maken

Ik kan een presentatie maken en geven

Ik maak aantekeningen tijdens de les

Ik kan een samenvatting maken van de lesstof

Ik weet hoe ik het beste woordjes kan leren

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 18

5. Vragenlijst Ouders VO

(bron AED Leiden)

Naam leerling

Geboortedatum

School

Klas

Mentor

Zorgcoördinator

Ambulant begeleider

Datum

Ingevuld door

Beeld van de leerling

Waar is de leerling goed in?

Maakt u zich ergens zorgen over?

Heeft de leerling extra begeleiding nodig op school? Zo ja: Op welk gebied? Wat zou de school kunnen doen? Wat zouden de ouders kunnen doen?

Is er externe hulpverlening betrokken? Zo ja, welke en met welk doel?

Bijzonderheden in de thuissituatie

+ = JA

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 19

± = soms / een beetje - = NEE

Gedrag + ± - Opmerkingen

Kan rustig blijven zitten Denkt na voor te reageren Herkent consequenties van eigen acties Kan op/aanmerkingen van een ander accepteren Heeft een positieve instelling Kan reacties en vragen/opmerkingen uitstellen

Uit emoties op acceptabele manier

Blijft van andermans spullen af

Kan eigen gedrag remmen/ bijsturen

Sociale vaardigheden + ± - Opmerkingen

Kan omgaan met verschillende docenten

Kan omgaan met een invaldocent

Durft in de les vragen te stellen

Vraagt om hulp bij problemen

Kan omgaan met kritiek

Kan omgaan met tegenvallers zoals een laag cijfer

Kan zelf contacten aangaan en onderhouden met medeleerlingen

Is weerbaar

Durft een medeleerling op te bellen

Kan samenwerken met anderen

Vindt vrienden/ vriendschap belangrijk

Heeft één of meerdere vrienden

Is aanspreekbaar op eigen gedrag

Heeft inzicht in sociale situaties

Houdt rekening met grenzen van anderen

Zelfstandigheid & zelfredzaamheid + ± - Opmerkingen

Kan zelf ’s ochtend zijn rooster bekijken op internet

Kan en wil op tijd komen

Kan omgaan met onverwachte situaties

Kan de weg van en naar school vinden

Kan zelfstandig naar school komen

Kan oplossingen bedenken bij problemen onderweg

Kan de weg in het schoolgebouw vinden

Kan omgaan met het wisselen van lokalen en wisselende werkplekken in klas

Kan invulling geven aan pauzes en tussenuren

Zorgt goed voor eigen spullen en spullen van anderen

Kan omgaan met veranderingen in het lesrooster

Plannen & organiseren + ± - Opmerkingen

Kan goed analyseren (hoofd/bijzaken)

Kan zelf zaken regelen

Heeft de juiste spullen bij zich

Werkt zelfstandig tijdens het zelfstandig werken

Schrijft het huiswerk in de agenda

Kan plannen/vooruitdenken

Is gemotiveerd voor huiswerk

Maakt het huiswerk

Kan prioriteiten stellen

Kan huiswerk en opdrachten op tijd inleveren

Kan opeenvolgende opdrachten goed onthouden

Schoolse vaardigheden + ± - Opmerkingen

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 20

Kan groepsinstructie volgen

Voelt zich aangesproken bij het aanspreken van de groep

Kan omgaan met verschillende werkvormen

Maakt opdrachten af voor met iets anders te beginnen

Kan zich concentreren in de les

Kan prikkels onderdrukken en/of selecteren

Heeft voldoende werktempo

Kan een werkstuk of boekbespreking maken

Kan een presentatie maken en geven

Heeft een leesbaar handschrift

Kan aantekeningen maken tijdens de les

Kan een samenvatting maken van de lesstof

Gewenst profiel

o Natuur en Techniek o Natuur en Gezondheid o Economie en Maatschappij o Cultuur en Maatschappij

Verwachting onderwijsniveau

Verwachte onderwijsbestemming na het VO

Hulpvragen: 1. 2. 3.

Ruimte voor opmerkingen/ informatie die van belang kan zijn in de begeleiding van de leerling op school

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 21

6. Observatieformulier

(bron AED Leiden)

Naam leerling:

Vak:

Docent:

Observatie Beschermende

factoren

Belemmerende

factoren

De leerling

beeld vd leerling

fysieke indruk/ welbevinden

gedrag

sociale vaardigheden

samenwerken

zelfstandigheid/ zelfredzaamheid

organisatie

schoolse vaardigheden

betrokkenheid bij instructie

werkhouding

plannen en organiseren

De docent

beeld van de leerkracht

corrigeren

complimenten

responsiviteit

kwaliteit van de instructie

individueel contact

Klassenmanagement

de klasseninrichting

plaats in de klas

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 22

bordgebruik

time timer/ klok

Regels en afspraken/ gedrag

De groep en groepssfeer

Sfeer in de groep

Stoorzenders

Contact met medeleerlingen

Aard en sfeer van het contact

Pauze

plaats/ ruimte

gezelschap

activiteit

contact met medeleerlingen

aard en sfeer van contact

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 23

7. Toestemmingsformulier ’Ontwikkelingsperspectief

(Bron: AED Leiden)

Naam ouder (s)/ verzorger (s) :…………………………………………………………………….

Naam leerling :…………………………………………………………………….

Geboortedatum :…………………………………………………………………….

Ondergetekende(n) geeft/geven toestemming aan:………………………………………….

relevante stukken uit het schooldossier van bovengenoemde leerling op te

vragen bij:

Naam school :……………………………………………………………………

Zorgcoördinator :……………………………………………………………………

Adres :……………………………………………………………………

Postcode en plaatsnaam :……………………………………………………………………

Plaats :..............................................

Datum :……………………………………………………………

Handtekening(en) :

......................................... …………………………………………....

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 24

8. Formulier Deskundigenadvies

Bij verwijzing naar VSO: deskundigenadvies van:

Deskundige 1: naam, discipline en registraties

Deskundige 2: naam, discipline en registraties

Handtekening deskundige 1

Handtekening deskundige 2

Zijn alle betrokkenen (ouders, school en 2 deskundigen) unaniem van mening dat VSO

noodzaak is?

Ja

Nee

Zo nee: toelichting

Handleiding Ontwikkelingsperspectief samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek 25

9. Voorbeeld steunkaart e.d.

Bijsluiter

W.

brugklas

Docentgedrag waarbij W. gebaat is:

Zet W. vooraan in de klas

Check of hij het huiswerk heeft opgeschreven en of hij het

huiswerk gemaakt heeft

Bij werken in de les: spreek W. persoonlijk aan en vertel wat hij

precies moet doen en wanneer het af moet zijn

Spreek heldere sancties met hem af als hij zijn werk niet op orde

heeft

Leerling D

Leerling J

Ik werk aan het volgende:

- Ik ga voorin de klas zitten, dichtbij maar niet

pal voor de docent

- Als de docent met de vingers knipt, ga ik

weer opletten en word ik rustig.

- Ik zorg ervoor dat er niets of alleen het

hoognodige op mijn tafel ligt, om daardoor

niet afgeleid te worden.

- Als ik toch de les uit moet, doe ik dit zonder

in discussie te gaan. Na de les mag ik op

een voor de docent geschikt moment om

uitleg vragen.

Ik werk aan het volgende:

- Ik ga voorin de klas zitten, dichtbij maar niet pal voor

de docent

- Als de docent met de vingers knipt, ga ik weer

opletten en word ik rustig.

- Ik zorg ervoor dat er niets of alleen het hoognodige

op mijn tafel ligt, om daardoor niet afgeleid te worden.

- Als ik toch de les uit moet, doe ik dit zonder in

discussie te gaan. Na de les mag ik op een voor de

docent geschikt moment om uitleg vragen.

Pasfoto leerling

Pasfoto

leerling Pasfoto

leerling