Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

14
ZOEK DE ZWAM Handleiding paddenstoelentocht 2 e leerjaar

description

http://www.werkgroepisis.be/web/images/uploads/Handleiding%20ZOEK%20DE%20ZWAM%202elj.pdf

Transcript of Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

Page 1: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

ZOEK DE ZWAM Handleiding paddenstoelentocht 2e leerjaar

Page 2: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

Doelgroep: 7 tot 9 jaar Tijdsduur: 2.5 uur Plaats: in een bos of park Wat heb je nodig: - de geplastificeerde bladen (1 per paddenstoel) met verzen (= handleiding) - tien grote paddenstoelen - puzzel van vliegenzwam en naamkaartjes (2x hoed, steel, ring, beurs) - spiegeltjes (1 per kind) - werkblaadjes met verschillende vormen en potlood (1 per kind) - kleurenplaatjes in verschillende tinten (24, 1 per kind of per 2 kinderen) - kleine doosjes met gesneden champignons - doos met ganse champignons - 1 praatpaddenstoel

Werkwijze: De grote paddenstoelen worden op voorhand uitgezet om de stopplaatsen aan te duiden. Bij elke paddenstoel wordt een vers voorgelezen waarin informatie staat en de opdracht omschreven staat. De kinderen krijgen eventueel materiaal (spiegel of werkblad of …) en voeren de opdracht in groep, individueel of per 2 uit. Afhankelijk van de opdracht licht de gids individueel toe of klassikaal. Opbouw van de tocht: De tocht start met vers 1 & de vliegenzwam (zodat je de puzzels na het puzzelen terug in je auto kan leggen). Ideaal volgt vers 2 & 3 erna (of omgekeerd: 3 & 2. Vers 5 komt sowieso na vers 2. Voor de rest is de volgorde vrij te kiezen. Tip: - Baken bij iedere opdracht het gebied af tot hoever de kinderen mogen gaan om

te exploreren. bvb tot aan die boom, van het paadje tot aan de rand van het bos; …. Spreek dit af met de kinderen voordat ze beginnen aan de opdracht.

- Spreek een signaal af waarop de kinderen dienen te verzamelen, bvb een deuntje fluiten op een blokfluit. Tracht roepen te vermijden. De klas zal rustiger reageren.

Page 3: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

1. Puzzel van de vliegenzwam maken

Lieve juf/meester, deel je alsjeblieft de klas in twee? Want, ik heb een kapotte paddenstoel mee. Als de ploegen de puzzel om ter snelst maken, en wij deze wedstrijd goed bewaken, zien we iets rood met witte stippen. Maar kinderen, alleen puzzelen is niet genoeg. De winnaar is die ploeg die ook de naampjes ring, beurs, steel en hoed op de plaats legt zoals het moet. Weten jullie ook de paddenstoel zijn naam? Dan hebben jullie dat super gedaan.

Opdracht: De kinderen worden verdeeld in twee groepen. Elk groepje maakt met twaalf puzzelstukken een vliegenzwam (eventueel in estafette), en legt de naamkaartjes op de juiste plaats. De groep die klaar is, maakt dit duidelijk aan de hand van een van te voren afgesproken signaal, bvb allemaal de handen hoog in de lucht of allemaal staan op een bepaalde plaats. Daarna worden de delen van een paddenstoel nog even klassikaal besproken. Doel: Observatie van de verschillende delen van een paddenstoel. De vliegenzwam wordt genomen als prototype. Verder in de tocht leren de kinderen dat er verschillende vormen van paddenstoelen zijn.

Page 4: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

2. Plaatjes en buisjes

Deze paddenstoelen hebben een mooie hoed. Kijk eens heel goed. Zie je de plaatjes, héél dicht bij elkaar? Tussen de plaatjes zitten miljoenen kleine sporen, echt waar. Ze worden meegenomen door de regen of de wind Zo komt het dat je ook op andere plaatsen paddenstoelen vindt. Nu ga je zelf op zoek naar plaatjes of gaatjes Zonder breken, zonder plukken! Met een spiegeltje zal het wel lukken.

Opdracht: Ieder kind krijgt een spiegeltje waarmee ze de onderkant van de hoed van paddenstoelen bekijken. Dan gaan ze exploreren. Verzamel de klas en laat de kinderen vertellen wat ze gezien hebben. Breng informatie aan op basis van hun bevindingen. Zien ze streepjes, dan is het een plaatjeszwam. Zien ze gaatjes, is het een buisjeszwam. Bij een buikzwam zie je geen hoed op een steel. De sporen zitten in de buik van de zwam. Wanneer de sporen rijp zijn, barst de buik open en stuiven de sporen naar buiten. Doel: verschil ontdekken tussen plaatjeszwam, buisjeszwam en buikzwam. weten dat paddenstoelen sporen maken.

Page 5: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

3. schimmeldraden

Een paddenstoel met een hoed en een steel is maar een stukje van het geheel. Kijk hier bij deze stam. Zie je een paddenstoel en de witte draden? Dat is nu een volledige zwam. Paddenstoelen kunnen plots verschijnen maar ook heel snel verdwijnen. De draden vinden we het ganse jaar. Is het vochtig en niet te koud, Dan maken deze draden paddenstoelen klaar. Krabbel tussen de bladeren, Draai dode takken om, Wroet in de grond … Zoek de witte draden Kijk goed rond!

Opdracht: De kinderen gaan op zoek naar schimmeldraden. Gids en leerkracht helpen hierbij. Doel: Exploratie en ontdekken van schimmeldraden. Weten dat een zwam bestaat uit schimmeldraden en paddenstoelen.

Page 6: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

4. in alle maten en vormen

Paddenstoelen: groot en klein, met een steel, dik of fijn, met een hoed, bol of plat, ze staat allemaal op het blad. Vind je ze in het bos of in de tuin, Kleur dan het bolletjes bruin.

Opdracht: Ieder kind krijgt een vormenblad en een potlood. Gedurende de rest van de tocht kan dit blad gebruikt worden. Doel: Observatie van paddenstoelen en ontdekken dat ze verschillende maten en vormen hebben.

Page 7: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

5. geuren

Bhaa, wat stinkt het hier. “Stinken, stinken?”, bromt de vlieg, “Wij zijn dol op deze geur, al van in de wieg. De stinkende, glibberige brij is voor ons een lekkernij. In de smurrie zitten sporen, wij zorgen dat er op andere plaatsen nieuwe stinkzwammen worden geboren.” Maar, kinderen, niet alle zwammen stinken Wanneer je aan een handvol bosgrond of aan dit potje ruikt, en heel goed je neus gebruikt, kan je aan de hand van geuren, naar paddenstoelen speuren …

Opdracht: De kinderen ruiken aan de potjes met gekneusde champignons, aan de bosgrond en aan paddenstoelen. Wanneer je de kinderen aan een paddenstoel laat ruiken, snij dan de paddenstoel af met een mes. Zo trek je de zwamvlok niet kapot. Doel: Ontdekken van schimmelgeur. Ontdekken dat paddenstoelen verschillende geuren kunnen hebben.

Page 8: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

6. herfstkleuren

In de herfst vind je in het bos alle tinten Ik ben benieuwd hoeveel jij er kan vinden? Kijk door het gaatje. Zoek de kleur van het plaatje.

Opdracht: Als er genoeg kleurenplaatjes zijn, krijgt ieder kind een plaatje. Anders werken de kinderen per twee. Ze zoeken op verschillende plekken naar een kleur die overeenkomt met de kleur van het kleurenplaatje. Doel: Observatie van de kleuren in de natuur tijdens de herfst.

Page 9: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

7. Eetbaar of giftig?

Als je paddenstoelen wil eten, dan moet je dit toch weten: Veel soorten lijken heel goed op elkaar. Ze plukken in het bos is niet zonder gevaar. Sommige zijn giftig, dit kan je niet zien of ruiken. Je moet goed je verstand gebruiken! Dus: doe niet te stoer, maar proef een champignon van de groenteboer. Paddenstoelen zijn lekker, deze slak kan het weten! Andere bosdieren willen er ook wel van eten. Kijk eens goed rond … Vind je een paddenstoel die een diertje lekker vond?

Opdracht: De kinderen zoeken paddenstoelen met knabbelsporen. Muizen lusten boleten, slakken zijn dol op russula’s. Maar pas op! Dit wil niet zeggen dat deze paddenstoelen voor ons eetbaar zijn. Een lekkerij voor slakken kan voor ons dodelijk zijn. De kinderen die willen kunnen een champignon proeven. Doel: De kinderen ontdekken dat paddenstoelen voedsel zijn, voor ons en de dieren van het bos. Ze leren dat er giftige en eetbare paddenstoelen zijn. Ze ontdekken de smaak van champignons.

Page 10: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

8. Namen van paddenstoelen

Ra ra ra, hoe zal ik heten? Misschien kan jij het weten … Ik ben een zwam … : - … en heb de kleur van honing, ik ben een … - … mijn kleur doet je denken aan rodekool, ik ben

een … - …, uit mijn hoed vloeit er inkt, ik ben een … - … en zie er telkens anders uit, zo fop ik iedereen. Ik

ben een … - … en heb een grote hoed, net een parasol. Ik ben

een … - …, je ruikt me voor je me ziet, ik ben een … - … en word steeds met een biefstuk vergeleken,

maar ben mooier en lekkerder. Ik ben een … Zie je onderweg een paddenstoel staan? Verzin dan zelf een mooie naam.

Opdracht: Aan de hand van de omschrijving proberen de kinderen een naam te vinden. Doel: De kinderen leren dat veel paddenstoelen een naam hebben die wijst op de vorm, geur, kleur, … .

Page 11: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

9. opruimers of rovers?

Paddenstoelen zijn de opruimers van het bos. Je vindt ze op takken, tussen de bladeren en het mos. Met hun fijne draden maken ze alles heel erg fijn. Zonder de zwammen zou het bos een puinhoop zijn. Luister naar mijn goede raad, Zorg dat je geen paddenstoelen meer schaadt. Deze schoonmaakploeg heeft nog veel werk voor de boeg. Vertel me nu eens gauw Waar heb je vandaag al paddenstoelen gezien? In de lucht? in het water? Of op een eend zijn snater? Op een dode tak? Of op een berkenstam? Is dat ook een opruimer dan?

Opdracht: De kinderen vertellen waar ze de paddenstoelen hebben zien groeien. Weten ze het niet? Dan kijken ze nog even rond. Aan de hand van hun bevindingen breng je informatie aan: opruimers op dood materiaal (bvb inktzwam, zwavelkopje, …), rovers op levende bomen (bvb berkenzwam, tonderzwam, judasoor, …) . boomvrienden bij bepaalde soorten bomen (vliegenzwam, rode koolzwam, aardappelbovist). Sommige paddenstoelen komen altijd bij dezelfde soort boom voor, de boomvrienden. De paddenstoel helpt de boom water uit de grond zuigen. In ruil daarvoor krijgt de paddenstoel voedsel van de boom. Doel: De kinderen leren dat paddenstoelen opruimers zijn van het bos. Ook leren ze dat sommige paddenstoelen bomen ziek maken en andere samenleven met bomen.

Page 12: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj

10. Afsluiting

Eekhoorn staat helemaal paf “Wat hebben jullie hard gewerkt, ik vind dat straf.” Eén paddenstoel ken je nog niet. Dat is Gezelle, die je hier ziet Wie hem vastheeft, kan hem laten vertellen. En de rest moet het stellen met te luisteren naar Gezelle. Gezelle gaat de kring rond. Soms houdt ie zijn mond, Soms vertelt ie een ding dat is bijgebleven van deze wandeling.

Opdracht: De gids heeft een praatpaddenstoel. Het kind dat deze paddenstoel vast heeft mag een ding vertellen wat hij/zij geleerd heeft en geeft het dan door aan het volgende kind. Wie niet wil vertellen, geeft de praatpaddenstoel gewoon door. Doel: De kinderen trachten zich de verschillende opdrachten te herinneren en wat ze geleerd hebben. Ze leren luisteren en praten in groep. De gids heeft de kans om bij te sturen. Probeer dit positief te doen, geef een kind niet het gevoel dat zijn/haar antwoord fout is. Bvb ‘ja, die opdracht weet je nog goed. Hierbij leerden we dat …’

Page 13: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj
Page 14: Handleiding%20zoek%20de%20zwam%202elj