HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN - · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket...

18
GEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen cursus met chronologisch geordende oefeningen. De bedoeling is dat je, op maat van je groep, zelf je lessen samenstelt. Per item vind je een aantal uitgewerkte oefeningen met verschillende moeilijkheidsgraden. De oefeningen zijn allemaal uitgeprobeerd in woordlessen. In de map is plaats voorzien om aan te vullen met eigen materiaal en oefeningen, zodat je het pakket kunt vervolledigen en naar je hand zetten. Het theorieboekje voor de leerlingen (voorlaatste hoofdstuk) biedt inspiratie om zelf een theorieboekje samen te stellen. De theorie is zo eenvoudig mogelijk en heel summier uitgelegd. Het is een basis die je naar eigen inzichten kan uitbreiden. In het laatste hoofdstuk vind je voorbeelden van evaluatiekaarten en tips om de leerlingen kritisch te leren kijken naar hun eigen werk en dat van anderen. Tekstmateriaal zoals jeugdboekfragmenten, kinderpoëzie, dialogen, rollenspelen enzovoort zal je hierin niet terugvinden. Het grote en voortdurend wisselende aanbod vind je makkelijk terug in de boekhandel. Bij de dienst pedagogische begeleiding voor het deeltijds kunstonderwijs van OVSG (Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap vzw) is een recente repertoirelijst voor deze lessen te verkrijgen. SPELPLEZIER Spelplezier is de belangrijkste doelstelling van deze cursus. Wij werken met ons lichaam en onze stem. Dat maakt ons kwetsbaar. Die kwetsbaarheid kan leiden tot zelfcensuur en ondermijnt de durf. En laat ‘durf’ nu net een essentiële voorwaarde zijn voor verbetering en vordering. Durf wordt gestimuleerd door spelplezier op te wekken, waardoor remmingen wegvallen en het mogelijk wordt om grenzen te verleggen. Het is soms moeilijk om een evenwicht te vinden tussen techniek en spelplezier. Maar het ene sluit het andere niet uit. Integendeel! Een goede techniek verhoogt en stimuleert het spelplezier. CONCENTRISCH WERKEN OP MAAT VAN DE GROEP In een woordcursus zijn er verschillende leerprocessen: Vooreerst zijn er een aantal artistiek-technische attitudes en vaardigheden die bij elke mens latent aanwezig zijn. Tijdens de woordlessen worden leerlingen zich bewust van deze vermogens. Attitudes en vaardigheden worden getraind tijdens opwarmoefeningen. Leerlingen leren ze gebruiken en toepassen in communicatieve en theatrale situaties (dramaoefeningen, tekstvertolking, vertel- en leesoefeningen). HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN

Transcript of HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN - · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket...

Page 1: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

GEBRUIK VAN DE MAP

Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen cursus met chronologisch geordende oefeningen. De bedoeling is dat je, op maat van je groep, zelf je lessen samenstelt. Per item vind je een aantal uitgewerkte oefeningen met verschillende moeilijkheidsgraden. De oefeningen zijn allemaal uitgeprobeerd in woordlessen.In de map is plaats voorzien om aan te vullen met eigen materiaal en oefeningen, zodat je het pakket kunt vervolledigen en naar je hand zetten.Het theorieboekje voor de leerlingen (voorlaatste hoofdstuk) biedt inspiratie om zelf een theorieboekje samen te stellen. De theorie is zo eenvoudig mogelijk en heel summier uitgelegd. Het is een basis die je naar eigen inzichten kan uitbreiden. In het laatste hoofdstuk vind je voorbeelden van evaluatiekaarten en tips om de leerlingen kritisch te leren kijken naar hun eigen werk en dat van anderen.Tekstmateriaal zoals jeugdboekfragmenten, kinderpoëzie, dialogen, rollenspelen enzovoort zal je hierin niet terugvinden. Het grote en voortdurend wisselende aanbod vind je makkelijk terug in de boekhandel. Bij de dienst pedagogische begeleiding voor het deeltijds kunstonderwijs van OVSG (Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap vzw) is een recente repertoirelijst voor deze lessen te verkrijgen.

SPELPLEZIER

Spelplezier is de belangrijkste doelstelling van deze cursus.Wij werken met ons lichaam en onze stem. Dat maakt ons kwetsbaar. Die kwetsbaarheid kan leiden tot zelfcensuur en ondermijnt de durf. En laat ‘durf’ nu net een essentiële voorwaarde zijn voor verbetering en vordering. Durf wordt gestimuleerd door spelplezier op te wekken, waardoor remmingen wegvallen en het mogelijk wordt om grenzen te verleggen.Het is soms moeilijk om een evenwicht te vinden tussen techniek en spelplezier. Maar het ene sluit het andere niet uit. Integendeel! Een goede techniek verhoogt en stimuleert het spelplezier.

CONCENTRISCH WERKEN OP MAAT VAN DE GROEP

In een woordcursus zijn er verschillende leerprocessen:

Vooreerst zijn er een aantal artistiek-technische attitudes en vaardigheden die bij elke mens latent aanwezig zijn. Tijdens de woordlessen worden leerlingen zich bewust van deze vermogens. Attitudes en vaardigheden worden getraind tijdens opwarmoefeningen.Leerlingen leren ze gebruiken en toepassen in communicatieve en theatrale situaties (dramaoefeningen, tekstvertolking, vertel- en leesoefeningen).

HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN

Page 2: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

Woord- en dramalessen © PoliteiaWoord- en dramalessen © Politeia4 Woord- en dramalessen © PoliteiaI Woord- en dramalessen © Politeia

Vervolgens zijn er vaardigheden die een verinnerlijking vragen (bv. een juiste ademhaling, stemhygiëne, …). Omdat het hier dikwijls gaat over het veranderen van gewoontes is het een lang leerproces. Voortdurende herhaling en toepassing in diverse situaties is een belangrijke voorwaarde tot verankering.Tot slot zijn er nog een aantal speltechnieken die coherentie en natuurlijkheid beogen. De speltechnieken die worden aangeleerd aan deze leeftijdsgroep zijn beperkt en eenvoudig.

En ook hier geldt: oefening baart kunst.

Techniek is geen doel op zich. Het gaat hier immers om een artistieke opleiding. Maar een degelijk verworven techniek is een sine qua non om op een krachtige manier vorm te kunnen geven aan een artistiek concept. Al deze technieken moeten dan ook ingeoefend worden aan de hand van dramaoefeningen en degelijk tekstmateriaal.

PEDAGOGISCHE TIPS

• De meeste oefeningen in deze map zijn vrij kort. Voorzie voor je woordlessen, zeker bij de jongste kinderen, ten minste vijf items. Stel een timing op. Afwisseling houdt de aandacht gaande.

• Voor het verwerven van de artistiek-technische attitudes, vaardigheden en spel kan er het best concentrisch worden gewerkt. Regelmatig herhalen en uitdiepen kan de automatisering immers vergemakkelijken.

• Zorg dat alle kinderen altijd aan bod kunnen komen. Ben je niet klaar met een oefening, noteer dan in je agenda wie de oefening nog niet heeft gedaan.

• Sommige kinderen voelen zich wat onwennig in het begin. Je kunt ze een gevoel van veiligheid geven door te werken met een klassikale opwarming. Voor het dramagedeelte werk je voor deze kinderen aanvankelijk het best met afspraakspelen. Ook het naar voren brengen van teksten in groep kan onzekerheid wegnemen. Geef positieve feedback. Vergelijk de huidige prestatie van de leerling met zijn/haar vorige prestatie en niet met die van andere leerlingen.

• Zorg voor voldoende afwisseling bij het aanbrengen van oefeningen. Elk item kan op veel verschillende manieren worden aangeboden.

• Formuleer je opdrachten zo duidelijk en zo eenvoudig mogelijk. Zeg de leerlingen ook hoeveel voorbereidingstijd ze krijgen en hoe lang de oefening mag duren, en houd je daar strikt aan.

• Kritiek leren geven en ontvangen is een doelstelling die van primordiaal belang is, ook in deze cursus. Bij het evalueren van de oefeningen kun je de hele klas betrekken. Handig is het geven van specifieke observatieopdrachten. Bv. “Jullie letten op de uitspraak van het …- klankje”, “Jullie letten erop of iedereen een inbreng heeft.”, “Jullie proberen een duidelijk antwoord te geven op de vragen wie – wat – waar”, enzovoort. Hiervoor kun je gebruikmaken van de evaluatiekaarten die je in deze handleiding terugvindt.

Met dank aan alle leerkrachten die hebben bijgedragen aan deze map, in het bijzonder aan de leden van ‘De Spreekkamer’, vereniging van afgestudeerden Woord en Drama die professioneel met woordkunst bezig zijn.

Veel werk- en spelplezier!

Katrien CornelisPedagogisch adviseur woordkunst OVSG

Page 3: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

Woord- en dramalessen © PoliteiaWoord- en dramalessen © Politeia 5

INHOUD

ADEM EN STEM 9

A. ONTSPANNING 9

A.1 Het belang van ontspanning 9A.2 Gezichtsspieren 9A.3 Hoofd, nek en schouders 10A.4 Het hele lichaam 11

B. HOUDING 14

C. ADEMHALING 17

C.1 Lage adem 17C.2 Reflexieve ademhaling 20C.3 Adembeheersing 24C.4 Oefenen met tekst 26

D. STEM 27

D.1 Zacht zijn voor de stem: zachte steminzet 27D.2 Een open keel 28D.3 Resonantie 29D.4 Spelen met de parameters van de stem 32

D.4.a Volume 32D.4.b Tempo 34D.4.c Ritme 35D.4.d Articulatiespanning 37D.4.e Toonhoogte 39D.4.f Intonatie en accenten 40D.4.g Stemvariatie via jabbertalk 42D.4.h Stemvariatie via situaties 43D.4.i Stemvariatie via gevoel 44D.4.j Stemvariatie via personages 44D.4.k Stemvariatie via de vijf w’s (wie, wat, waar, wanneer, waarom) 45D.4.l Stemvariatie geïnspireerd door de schrijfwijze 45

BIJLAGEN ADEM EN STEM 46

ARTICULATIE 69

A. OPWARMOEFENINGEN 69

A.1 Lipoefeningen 69A.2 Tongoefeningen 69A.3 Kaken 70A.4 Gehemelte 70

B. KLEIN MECHANISME (PITTIGHEID) 71

B.1 Wat en hoe? 71

Page 4: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

Woord- en dramalessen © PoliteiaWoord- en dramalessen © Politeia6

B.2 Oefeningen 71B.2.a. Ritmische oefeningen zonder betekenis 71B.2.b. Woordenreeksen 72B.2.c. Woordcombinaties om tien keer te herhalen 72B.2.d. Oefening op de doffe e 72B.2.e. Tongbrekers 72

C. GROOT MECHANISME 73

BIJLAGEN ARTICULATIE 74

UITSPRAAK 111

A. SPRAAKKLANKEN AANBRENGEN 111

A.1 Spraakklanken aanbrengen met een versje 111A.2 Spraakklanken aanbrengen met een woordenspel 113A.3 Spraakklanken aanbrengen door het zoeken van woorden en zinnen 116

B. SPRAAKKLANKEN INOEFENEN 117

B.1 Uitspraakoefeningen aan de hand van gezelschapsspelen 117B.1.a Memospel 117B.1.b Jacht op spookjes 118B.1.c Oxo-uitspraakspel 118B.1.d Bingo 118B.1.e Speelpleinspel 119B.1.f Zeeslag 119B.1.g Vier rondjes op een rij 120B.1.h Dominospel 120

B.2 Uitspraakoefeningen in combinatie met dramaoefeningenB.2.a Radiospel (ui en ei) 121B.2.b Boodschappenspel 121B.2.c De juiste uitspraak van de getallen 121B.2.d Klassikaal een verhaaltje maken met zintuiglijke begrippen 122B.2.e Vergeten in het hotel 122

B.3. Remediëren en/of uitdiepen 122

C. DE UITSPRAAKREGELS INOEFENEN 124

BIJLAGEN UITSPRAAK 125

SPREEKOEFENINGEN 191

A. DOELSTELLINGEN EN EVALUATIE 191

B. IDEEËN VOOR SPREEKOEFENINGEN 192

B.1 Toen ik nog een … ben ik eens … (dieren) 192B.2 Toen ik nog een … ben ik eens … (voorwerpen) 192B.3 Filosoferen met kinderen 192B.4 Ja, dat klopt… 192B.5 Het hart tegen hart-rubriekje 192

Page 5: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

7Woord- en dramalessen © PoliteiaWoord- en dramalessen © Politeia 7

B.6 De toekomst voorspellen 193B.7 Telefoonkaarten 193B.8 Voor of tegen 193B.9 De drie wijzen 193B.10 Smoezen verzinnen 193B.11 Niet tevreden, geld terug 194B.12 Krantenkoppen 194B.13 Op een ochtend werd ik wakker en … 194B.14 Een verhaaltje bouwen met woorden uit de vorige zin of uit de doos 194B.15 Iets opbiechten 194B.16 Jas/boekentas gestolen (een voorwerp beschrijven) 195B.17 Presentatie van een modeshow 195B.18 Ouders kwijt (een persoon beschrijven) 195B.19 Een verhaal: waar of verzonnen? 195B.20 De rondleiding/de gidsbeurt 195

B.20.a Het museum 195B.20.b In een stad 196B.20.c In een school: opendeurdag 196B.20.d In een bos/park 196

B.21 Nog nooit gezien! (een voorwerp beschrijven) 196B.22 Je huis beschrijven 196B.23 Een kalendermopje navertellen in AN 196B.24 Een cartoon beschrijven 196B.25 Een verhaal verzinnen bij een foto 196B.26 Spreekoefeningen naar aanleiding van een verhaal 197B.27 Bewegingsdictee 197B.28 Het sneeuwbaleffect: een roddeloefening 197

BIJLAGEN SPREEKOEFENINGEN 198

KORTE DRAMAOEFENINGEN ALS OPWARMING 221

A. INLEIDING 221

B. DOELSTELLINGEN 221

B.1 Algemene basisvaardigheden en attitudes 221B.2 Specifieke doelen 221

B.2.a Bewegingsmogelijkheden 223B.2.b Expressiemogelijkheden met stem en taal 223

B.3 Oefeningen 223

DRAMAOEFENINGEN 275

A. INLEIDING 275

B. SPELOEFENINGEN EN DOELSTELLINGEN 276

B.1 Tableau vivant 276B.1.a Wat? 276B.1.b Mogelijke doelstellingen naast de basisvoorwaarden 276B.1.c Opwarmoefeningen 276B.1.d Opdrachten via dramakaarten 276

Page 6: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

8

B.2 Vertelpantomime 276B.2.a Wat? 276B.2.b Mogelijke doelstellingen naast de basisvoorwaarden 277B.2.c Opwarmoefeningen 277

B.3 Pantomimespelen 277B.3.a Wat? 277B.3.b Mogelijke doelstellingen naast de basisvoorwaarden 277B.3.c Opwarmoefeningen 278B.3.d Andere opdrachten via de dramakaarten 278

B.4 Oefeningen op lichaamsexpressie 279B.4.a Wat? 279B.4.b Mogelijke doelstellingen naast de basisvoorwaarden 279B.4.c Opwarmoefeningen 279B.4.d Andere opdrachten via de dramakaarten 280

B.5 Associatieoefeningen, taalspelletjes 280B.5.a Mogelijke doelstellingen naast de basisvoorwaarden 280B.5.b Opwarmoefeningen 280

B.6 Inspringspelen 280B.6.a Wat? 280B.6.b Mogelijke doelstellingen naast de basisvoorwaarden 280B.6.c Opwarmoefeningen 281B.6.d Het freeze-spel 281

B.7 Werken met poppen 281B.7.a Wat? 281B.7.b Mogelijke doelstellingen naast de basisvoorwaarden 281

B.8 Afspreekspel/improvisatiespel 282B.8.a Wat? 282B.8.b Mogelijke doelstellingen naast de basisvoorwaarden 282B.8.c Inspiratiebronnen en opdrachten voor improvisatieoefeningen

en afspreekspelen 283

BIJLAGEN DRAMAOEFENINGEN 285

THEORIEBOEKJE VOOR DE LEERLINGEN 327

A. SPREEKTECHNIEK ALGEMEENB. SPELTECHNIEKC. DE SPRAAKKLANKEN

EVALUATIE 343

A. INLEIDING 343B. VOORBEELD VAN EEN EVALUATIEBLAD EN EVALUATIEKAARTEN 344

Page 7: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

I ADEM EN STEM14 Woord- en dramalessen © Politeia

B

HOUDING

DOELSTELLING: kinderen ervaren wat ‘rechtop’ zitten/staan betekent.

Doelstelling: de juiste houding voor het hoofd vinden.

Ga recht op een stoel zitten en hou je rug recht.Produceer een hele lange oo [o] en beweeg je hoofd van voor naar achter.Vertrek op je kin en eindig in de nek.Doe dit enkele keren.Merk je hoe je stem anders klinkt?Probeer nu zelf te ontdekken wanneer je stem het mooiste klinkt.

Niet alleen de houding van het hoofd is belangrijk, maar ook de houding van je hele lijf.Je moet goed zitten en staan, anders kun je het hoofd niet op de goede manier recht houden.

Doelstelling: oprichten van het lichaam.

De ene leerling gaat zitten op een krukje of blok met de voeten stevig op de grond.De andere leerling gaat erachter staan en duwt met in elkaar gevouwen handen het hoofd van de zittende leerling naar beneden.De zittende leerling zorgt voor tegendruk.Als de handen worden losgelaten, richt het lichaam zich vanzelf op.

Doelstellingen: • de leerlingen kunnen een goede basishouding aannemen.

• de leerlingen zijn zich bewust van hun steunvlak.

Doelstelling: de leerlingen kunnen goed rechtop zitten.

Ga zitten en maak je rug helemaal recht.Je buik en bovenbenen maken een rechte hoek van 90 graden.Voel in je bips de twee zitknobbeltjes. Daar moet je op zitten.Draai je achterwerk maar eens rond op de stoel, terwijl je mooi recht zit.Als je rug recht is, hebben de longen de meeste ruimte.

Hou je de buik te veel naar voren en je schouders te veel naar achteren, dan heb je een holle rug.Komen je schouders te veel naar voren, dan maak je een bolle rug.Nu doe je net alsof je kruin met een touwtje vastzit aan het plafond.Aan het touwtje word je omhoog getrokken.

Page 8: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

29ADEM EN STEM IWoord- en dramalessen © Politeia

Slikken met open mond

Laat de kinderen slikken met open mond.Het gehemelte wordt geactiveerd.

Geeuwen

Geeuwen is een prima oefening om ruimte te creëren in de mond.

Zeg eens aa

Stel je voor dat je bij de dokter bent.Hij legt een stokje in je mond en kijkt in je keel.Maak je keelopening zo groot mogelijk zodat de dokter alles goed kan zien.

D.3 Resonantie

Doelstelling: de leerlingen kunnen resonantieoefeningen behoorlijk uitvoeren.

Wakker worden met resonantiegeluiden

1. Geeuwen is een prima manier om het strottenhoofd te ontspannen.

2. Blazend zoemen: opwarmen van de stem. Lippen niet stulpen. Tussen de los aangeblazen lippen een bilabiale w vormen. Draai intussen met het hoofd en hou de aangezichtsspieren los.

3. Maak de volgende geluiden ongearticuleerd. Kauw het geluid in je mond.

mmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm mmom mmom mmom mmom mmom mmommmoem mmoem mmoem mmoem mmoem mmuum mmuum mmuum mmuum mmuum

Het bijtje

Hulpvragen:Het geluid moet brommen door het hele hoofd. Voel je de lippen kriebelen?Voel je het geluid trillen in je neus en tussen je ogen?Let er ook op dat het geluid mooi klinkt.

Mmmmmmm. Denk aan het geluid van een zoemende bij.Laat de bij een paar keer zoemen.De bij volgt een weg van de ene bloem naar de andere.Sommige bijen zoemen ook wel eens met nnnnnnnn.

De bijen vertellen een verhaaltje: ze gaan omhoog en omlaag met hun stem.Verzin een verhaaltje dat een bij kan vertellen.

Page 9: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

I ADEM EN STEM46 Woord- en dramalessen © Politeia

1

BIJLAGE ADEM EN STEM

Adem in en ga met je vinger langs de slang terwijl je pfffff zegt.

Page 10: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

51ADEM EN STEM IWoord- en dramalessen © Politeia

5

BIJLAGE ADEM EN STEM

Reclame: ritme aangepast aan de doelgroep

Een I-pad, touchscreen, tip-cd.Neem een Zipzap en je bent oké.

De hap die bijt, de snack die scoortZap weg de zip, je blijft aan boord.

U maakt het uw gasten naar hun zinmet wijn, Campari of met gin?

Vergeet mevrouw, in dit verhaalgeen Zipzap snackjes op uw schaal.

Al wie Zipzap uit kan delenheeft veel vrienden om te spelen.

Zipzap snacks lust iedereenmet Zipzap ben je nooit alleen.

Snak je naar smaakjes uit de tijd van toen?Proef dan eens een Zipzap na de noen.

Een lekker koekje bij de koffie om vier uur,heerlijk nostalgisch en vooral niet duur.

Page 11: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

I ADEM EN STEM66 Woord- en dramalessen © Politeia

19

BIJLAGE ADEM EN STEM

Spelen met de stem

Spreken als een lettertype: probeer bij het zeggen van de onderstaande woorden iets van het lettertype te verraden.

DIK

DUNPUNTIG ROND

WIJDLOPIG

KLEIN

GROOT GLAMOUREUS

oudenvoornaam

griezelig grappig

Page 12: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

67ADEM EN STEM IWoord- en dramalessen © Politeia

20

BIJLAGE ADEM EN STEM

Spelen met klank en woorden

Ook je stem kan naar beneden glijden Even proberen? aa ee ie oe aa ee ie oe Laat de woorden zo aa ee ie oetraag mogelijk aa ee ie oenaar beneden glijden aa ee ie oe aa ee ie oe schuif slurf slang Hoor je een plofje? Zet er een h of een j voor.

vvvvoetssstapppen (bang)

voetstappen? (neutraal vraagje)

voetstappen. (neutraal antwoord)

voetstappen! (opgelucht, blij)

Op hoeveel verschillende manieren kun jij

NEEN

zeggen?

enIK WEET HET NIET

?

luid en gerektluid en kortstil (niet fluisteren) en gerektstil (niet fluisteren) en kort

Wij sluipen samen de trap open hopen dat niemand ons hoort.

Zeg dit zinnetje achtereenvolgens:

• stil en snel

• luid en snel

• luid en traag

• stil en traag

HOOR-IK-DAAR-ON-BE-KEN-DE STAP-PEN-OP-DE-TRAP (bang, staccato)

KOMENETEN TETENISKLAAR! (vrolijk, luid, gebonden)

Page 13: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

I ARTICULATIE106 Woord- en dramalessen © Politeia

32

BIJLAGE ARTICULATIE

van rikkerde tikkerde tikkerde tik van rikkerde tikkerde tik

TIKKE TAKKE DOÏNKTIKKE TAKKE DOÏNKTIK TIK TAK

TIKKENDE PENDULES TIKTAKKENDE KOEKOEKSKLOKKEN TINGELENDE BELLETJES

“‘t Is tijd”, zei Titi tegen tante Do,maar tante Do die taterde door.

Page 14: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

145UITSPRAAK IWoord- en dramalessen © Politeia

14

BIJLAGE UITSPRAAK

Speelpleinspel met ei [ɛ.i]

START

1.Wij glijden

met zijn beiden van de glijbaan.

2.Vlakbij de dijk

staat een oude eik.

3.Naar het schijntis hij heel rijk.

4.Hij plantte de preien netjesop vijf rijen.

9.Het kleine meisjezeilt op de Nijl.

8.De wijze schrijver houdt vanrijst.

7.Hij is zijn kleine

pijp kwijt.

6.Wijn is een fijne

lekkernij.

5.Mijn ijsje glijdt

opzij.

10.Mij krijg je niet

klein.

11.Thijs was dolblij

dat hij erbij mocht

zijn.

12.De trein is altijdeen beetje reizen.

13.De meid maakte

een gelei van vijgen.

14.De meid dweildehet hele paleis.

19.In de abdij waren ze heel gastvrij.

18.Hij krijgt gelijk naeen lange strijd.

17.Hij rijdt met de

auto naar Turkije.

16.Hij kreeg keelpijn

tijdens de reis.

15.Het kleine geitjestaat in de wei.

20.Zij bereidde een

lekkernij met kandij.

21.Het sijsje fluit een vrolijk wijsje.

22.In deze wijk

liggen veel grijze kasseien.

23.Wij bereiden het konijn met wat

tijm.

24.Mijn oma

heeft veel fijn porselein

EINDE

28.Hij krijgt altijdgelijk.

27.Je hebt

snijdende en evenwijdige

lijnen.

26.Wij liepen

hijgend naar de trein.

25.Jij moet hier

blijven voor je eigen veiligheid.

Page 15: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

I SPREEKOEFENINGEN194 Woord- en dramalessen © Politeia

B.11 Niet tevreden, geld terug (Vanaf 10 jaar)

Het kind maakt reclame voor een product: het geeft een demonstratie.of: Het kind brengt het product terug naar de winkel omdat het niet voldoet.

Spreekoefeningen, bijlage 11, p. 213.

B.12 KrantenkoppenDe kinderen trekken een krantenkop.Ze verzinnen een verhaal en brengen het als reporter ter plaatse ofals nieuwslezer in de studio.

Spreekoefeningen, bijlage 12, p. 214.

B.13 Op een ochtend werd ik wakker en …De kinderen vullen het verhaal aan.

Spreekoefeningen, bijlage 13, p. 215.

B.14 Een verhaaltje bouwen met woorden uit de vorige zin of uit de doosWe beginnen met een zin.De laatste woorden uit de zin komen voor in de volgende zin.Als dat niet lukt, neem je een woordje uit de doos.

Bv. Er was eens een heks. Die heks woonde in een donker bos. Het donkere bos was heel groot. Zo groot dat je er makkelijk in kon verdwalen.

Spreekoefeningen, bijlage 14, p. 216.

B.15 Iets opbiechtenIemand biecht iets op aan twee of meer andere personen.Deze mogen reageren.Elke oefening begint met: “Ik moet jullie/je iets vertellen.”

Spreekoefeningen, bijlage 15, p. 218.

Page 16: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

199SPREEKOEFENINGEN IWoord- en dramalessen © Politeia

2

BIJLAGE SPREEKOEFENINGEN

Toen ik nog een frietketel was, ben ik eens met frietjes en al omgevallen.

Toen ik nog een voetbal was, ben ik eens door de ruit van een huiskamer gevlogen.

Toen ik nog een auto was, ben ik eens zonder bestuurder een berg afgerold.

Toen ik nog een rubberboot was, ben ik eens lek geslagen midden op zee.

Toen ik nog een deurklink was, ben ik eens afgebroken.

Toen ik nog een computer was, heb ik eens een vreselijk virus gekregen.

Toen ik nog een schoolboek was, ben ik eens in de wasmachine terechtgekomen.

Toen ik nog een pan was, ben ik eens op het vuur blijven staan.

Toen ik nog een telefoon was, heb ik eens een hele nacht gerinkeld.

Toen ik nog een kappersschaar was, heb ik eens in iemands oren geknipt.

Toen ik nog een pen was, ben ik eenshelemaal uitgelopen in een dure handtas.

Toen ik nog een portefeuille was, ben ik eens uit een broekzak gevallen.

Page 17: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

I DRAMAOEFENINGEN290 Woord- en dramalessen © Politeia

5

DRAMAKAARTEN

ACTIES UITBEELDEN DIE JE MET HET VOORWERP DOET IN SLOW MOTION

tandenborstel spons

boterham boekentas

keukenhanddoek flessenopener

mes schaar

bal krijt

ballon kwast

Page 18: HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHTEN -  · PDF fileGEBRUIK VAN DE MAP Deze map is een bouwpakket dat gebruikt kan worden in de lessen woord/drama voor kinderen. Het is geen

353 EVALUATIE IWoord- en dramalessen © Politeia

TAALGEBRUIK

Verzorgt de speler zijn taal?Gebruikt de speler dialect?

STILTES/ PAUZES

Nam de spreker/speler voldoende rust na elke gedachte/elke zin? Waren er momenten waarop er niet werdgepraat? Hoe werden die ingevuld?

HET PUBLIEK

Maken de spelers contact met het publiek?Houden de spelers rekening met de reacties van het publiek?

FANTASIE/VERBEELDING

Hebben de spelers veel fantasie gebruikt bij het uitwerken van de opdracht?