Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als...

13
Handleiding percelen, landbouwgrond of niet volgens het GLB Heeft u een perceel dat u wilt intekenen of wijzigen? U moet dan bepalen of u het perceel in zijn geheel gebruikt of beschikbaar heeft voor de uitvoering van landbouw. Deze handleiding geeft inzicht in welke percelen en oppervlakten wel en niet onder landbouwgrond vallen volgens het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Ook leest u waarmee u rekening moet houden bij het intekenen van uw perceel. Inhoudsopgave 1. Perceel landbouwgrond 2. Oppervlakten die geen deel uit maken van een perceel landbouwgrond 3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond

Transcript of Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als...

Page 1: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

Handleiding percelen, landbouwgrond of niet volgens het GLB Heeft u een perceel dat u wilt intekenen of wijzigen? U moet dan bepalen of u het perceel in zijn geheel gebruikt of beschikbaar heeft voor de uitvoering van landbouw. Deze handleiding geeft inzicht in welke percelen en oppervlakten wel en niet onder landbouwgrond vallen volgens het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Ook leest u waarmee u rekening moet houden bij het intekenen van uw perceel.

Inhoudsopgave

1. Perceel landbouwgrond 2. Oppervlakten die geen deel uit maken van een perceel landbouwgrond 3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond

Page 2: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

2

Page 3: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

3

1. Perceel landbouwgrond

Vanuit de GLB regelgeving bestaat een perceel landbouwgrond uit de oppervlakte die u gebruikt voor landbouwkundige doelen. Deze grond is te gebruiken voor het uitbetalen van subsidies vanuit de GLB regeling.

In deze handleiding staat een uitgebreide omschrijving van wat volgens de GLB regeling valt onder landbouwgrond.

2. Oppervlakten die geen deel uitmaken van een perceel landbouwgrond

a. Wegen en paden Dit zijn paden en toegangswegen die speciaal zijn bedoeld om bij een erf of een weg te komen. Ze kunnen zowel verhard als onverhard zijn. Dit zijn bijvoorbeeld zandpaden, betonpaden in grasland en paden die bestaan uit puin en stenen. Vaak liggen deze paden en wegen aan de zijkanten van percelen om verderop gelegen percelen te bereiken. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de grens tussen de beteelbare oppervlakte en de kant van de weg of het pad. Als een berm aanwezig is langs de weg, dan laat u deze buiten het perceel. Verderop in deze handleiding leest u hoe omgegaan moet worden met bermen. Tractorsporen midden in percelen die worden gebruikt voor zaaien, oogsten en sproeien tellen wel mee bij de oppervlakte landbouwgrond, deze worden niet gezien als paden.

b. Sloten Dit zijn gegraven geulen voor de waterbeheersing. Het grootste deel van het jaar staat er water in. De breedte van een sloot is van insteek tot insteek groter dan 1 meter. De grens van landbouwgrond met een sloot ligt bij de insteek van de sloot. De functie van het talud van een sloot is aan- en afvoer van water. Het talud is daarom geen onderdeel van het perceel landbouwgrond. Als er een afrastering aanwezig is, ligt de grens van de landbouwgrond op de afrastering. Bij een zeer geleidelijk aflopend talud of als er geen talud aanwezig is, mag u de grens van land en water als perceelgrens aanhouden. Dit geldt vooral voor gebieden met een hoge waterstand, zoals het Veenweidegebied. Niet als landbouwgrond aan te merken sloot en talud

Page 4: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

4

Niet voor landbouwgrond in aanmerking komend talud Sloot zonder talud, grens landbouwperceel op waterlijn leggen

Flauw talud, grens landbouwperceel op waterlijn Afgerasterd talud buiten landbouwperceel

c. Greppels Dit zijn gegraven geulen. Het grootste deel van het jaar staat er geen water in. Greppels staan door hun minimale diepte en breedte de uitoefening van landbouwactiviteiten niet in de weg en tellen mee bij de oppervlakte landbouwgrond. Dieren kunnen er bijvoorbeeld makkelijk doorheen of overheen lopen. Greppels die daar te diep en/of te breed voor zijn, horen niet bij het perceel landbouwgrond. Voor deze greppels gelden dezelfde regels als voor de sloten. Greppels die bij het perceel landbouwgrond horen

Page 5: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

5

d. Dammen Er zijn twee soorten dammen. Toegangsdam

Dit is een verharde of onverharde dam vanaf de openbare weg of eigen weg naar een perceel. Ook een dam tussen een perceel landbouwgrond en een perceel met een andere functie dan landbouwgrond is een toegangsdam. Een toegangsdam maakt geen onderdeel uit van het perceel landbouwgrond. De grens van de sloot trekt u door als perceelgrens. Als de toegang naar een perceel over een berm loopt, zien we de berm als onderdeel van de dam en dus ook geen onderdeel van het perceel landbouwgrond.

Doorgangsdam

Een doorgangsdam is een dam die percelen landbouwgrond met elkaar verbindt. Als deze dam onverhard en beteelbaar is en bij het perceel hoort mag u deze meetellen als landbouwgrond. Dit doet u door het gedeelte van de dam dat bij het betreffende perceel hoort in te tekenen. Bij het verdelen van de dam over twee percelen legt u de grens in het midden van de dam of op een eventueel aanwezig hek. U kunt de percelen eventueel ook samenvoegen.

e. Bomenrijen

Een bomenrij is een lijnvormig landschapselement met opgaande begroeiing van bomen en struiken. De bomen staan in één kromme of rechte lijn. Een bomenrij binnen het landbouwperceel mag u meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als deze korter is dan 50 meter. Bomenrijen die grenzen aan het perceel of op de buitengrens van het perceel staan, telt u niet mee bij de oppervlakte landbouwgrond. Het maakt niet uit hoe lang de bomenrij is.

Bij het tekenen van de perceelgrens moet u 0,5 meter vanaf het midden van de boomstam aanhouden. De bomenrij wordt hierdoor 1 meter breed. Heeft u een bomenrij die u opgeeft als Landschapselement voor de invulling van het ecologisch aandachtsgebied? Dan kunt u voor deze oppervlakte geen betalingsrechten aanvragen. Uitzondering voor grasland Voor bomen in een bomenrij binnen een landbouwperceel waarbij de onderlinge afstand van de bomen landbouwactiviteiten niet in de weg staat geldt een uitzondering. De bomen moeten dusdanig ver uit elkaar staan zodat bijvoorbeeld dieren er tussendoor kunnen lopen. In dat geval telt de oppervlakte van de bomenrij wel mee bij de oppervlakte landbouwgrond.

f. Bosjes en losse bomen Bosjes in een landbouwperceel mag u meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als de oppervlakte kleiner is dan 50 vierkante meter. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de lijn langs de buitenzijde van de stam. Losse bomen op de grens van het landbouwperceel mag u niet meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond. Losse bomen die verspreid staan over het perceel mag u wel meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als het aantal bomen minder dan 50 per hectare is. Als er 50 of meer bomen per hectare op het perceel staan mag u de bomen alleen meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als het een perceel fruitbomen betreft die geregeld een oogst opleveren.

Page 6: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

6

g. Heggen Dit zijn knip- en scheerheggen. Een heg is een lijnvormig landschapselement met een aaneengesloten begroeiing van inheemse bomen en/of struiken die worden geknipt of geschoren. Heggen binnen het perceel mag u meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als ze korter zijn dan 50 meter en de oppervlakte kleiner is dan 50 vierkante meter. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de grens van de heg met het maaiveld. Heggen die het perceel begrenzen tellen niet mee bij de oppervlakte landbouwgrond.

h. Windhagen rond fruitkwekerijen Dit zijn heggen, hagen of coniferen rondom een fruitkwekerij. Ze zijn ter voorkoming van emissie van bestrijdingsmiddelen naar de sloten en bieden bescherming van de fruitbomen tegen de wind. Windhagen met een maximale breedte van 2 meter rondom fruitkwekerijen mag u wel meetellen bij de beteelbare oppervlakte van het perceel. Beteelbare oppervlakte aansluitend buiten de windhaag mag u ook meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond.

i. Houtranden Dit zijn houtsingels, hagen en houtwallen. Deze houtranden zijn begroeid met loofhout of naaldhout. De inplant van de stammen is breder dan 1 meter. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de grens van de houtrand met het maaiveld. Op de foto hieronder ziet u hoe een houtwal te zien is op de luchtfoto. Houtwal

j. Rietzomen of kleine rietpercelen Rietzomen of kleine rietpercelen komen vaak voor langs waterkanten, deze vegetatie maakt geen onderdeel uit van de landbouwgrond, ook als de oppervlakte kleiner is dan 50 vierkante meter. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de grens tussen de beteelbare oppervlakte van het landbouwperceel en het rietgedeelte. Rietpercelen kunnen zowel bestemd zijn voor het telen van productieriet als voor natuurdoeleinden. Riet binnen in een landbouwperceel kleiner dan 50 vierkante meter zijn onderdeel van het perceel, deze hoeft u niet uit te sluiten.

Page 7: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

7

k. Poelen, vennen, drassen, waterdelen Dit zijn alle wateroppervlakten die zijn aangelegd zoals poelen, of op een natuurlijke manier zijn ontstaan zoals vennen en drassen. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de insteek van het water. Als er omliggende begroeiing of verharde delen aanwezig zijn dan tellen deze oppervlakten evenmin mee bij de oppervlakte landbouwgrond. Ondergelopen land (door een natte periode) telt wel mee bij de oppervlakte landbouwgrond, als deze grond niet langer dan 90 dagen per jaar onder water staat. Dit geldt ook voor plas/dras dat langer dan 90 dagen onder water staat op basis van de SNL of de ANLb.

Poel met begroeiing

l. Bebouwing en installaties Dit zijn gebouwen aard- en nagelvast zoals molens en windturbines, gaswinningstations en fakkeltorens. Bebouwing en installaties mag u meetellen bij de oppervlakte landbouwgrond als de oppervlakte kleiner is dan 10 vierkante meter. Bij het tekenen van de perceelgrens volgt u de grens met het maaiveld. Als er een omheining rondom de bebouwing of de installatie aanwezig is telt de oppervlakte gelegen binnen de omheining telt niet mee als landbouwgrond. U volgt dan de omheining bij het intekenen van de perceelgrens.

m. Erf

Het erf is het gebied dat direct om de bebouwing ligt. Het heeft een ondersteunende functie voor deze bebouwing. Onder bebouwing vallen onder andere een huis, stal, kas, silo, loods of schuur. Deze bebouwing zelf behoort ook tot het erf. Beelden erf

Page 8: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

8

Page 9: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

9

n. Gazon

Een gazon is een ruimte begroeid met gras en wordt niet gebruikt voor landbouwdoeleinden. Het ligt vaak op het erf bij een boerderij, woonhuis, bedrijfsgebouw of andere bebouwing. Een gazon wordt vooral onderhouden door het gras regelmatig te maaien, zodat het op een beperkte hoogte blijft en de meeste andere planten geen kans krijgen zich op het gazon te vestigen. Ook als het gras van een gazon wordt gevoerd aan vee is er nog geen sprake van landbouwgrond. Teelt van graszoden valt niet onder het begrip gazon.

o. Opslagplaats Dit zijn kuilvoeropslagen, mestopslagen zoals platen, bassins, silo’s of grond, zand, afval, losse kuilbalen en machines. Als de ondergrond van deze opslagen al langer dan een jaar niet is gebruikt als landbouwgrond telt de oppervlakte niet mee bij de oppervlakte landbouwgrond

p. Park, Plantsoen of ander openbaar groen

Een park is een groenvoorziening die op zichzelf staat en door de mens is ontworpen en aangelegd. Een park heeft een recreatieve functie. De vegetatie van een park kenmerkt zich door afwisseling van gras, bomen, struiken, planten/bloemen en (wandel)paden. Het park is (beperkt) toegankelijk voor publiek.

q. Kampeerterrein

Een kampeerterrein is een plek met voorzieningen om te kamperen. Hier kan een tent worden opgezet en een vouwwagen, caravan of camper worden neergezet. Meestal is een camping met velden omzoomd door bosschages die beschutting bieden. De kampeerveldjes hebben vaak een begroeiing die bestaat uit gras. Het kampeerterrein heeft permanente voorzieningen zoals sanitairgebouwen, paden, verlichting en afscheidingen en is meer dan drie maanden per jaar open. Ook bijbehorende permanente onderdelen zoals parkeerplaatsen, speelplaatsen zijn geen landbouwgrond. Een weiland zonder permanente voorzieningen dat tijdelijk als kampeerterrein wordt gebruikt (maximaal 90 dagen) wordt niet gezien als een kampeerterrein. Kampeerterreinen

r. Sportveld, zoals voetbalveld of golfbaan

Een sportveld is een terrein dat bestemd en ingericht is voor het uitoefenen van buitensport en spel. Voorbeelden hiervan zijn voetbalvelden, golfterreinen en crossterreinen. Sportterreinen van tijdelijke aard voor maximaal 90 dagen vallen hier niet onder. Boerengolfterreinen kunt u wel als landbouwgrond opgeven als u deze terreinen naast het boerengolf ook voor uitvoering van de landbouw gebruikt of beschikbaar houdt.

Page 10: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

10

s. Paardenbak, dressuurplaats en uitloopbak

Het gaat hierbij om niet overdekt terrein met grasland of voorzien van een bewerkte aangepaste bodem anders dan gras. Dit terrein is bestemd voor het trainen, africhten, dresseren en uitlopen van paarden of pony’s. Het terrein is meestal omgeven door een constructie zoals houten palen en planken. Deze terreinen tellen niet mee als landbouwgrond. Paardenbak

3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond

Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond valt.

a. Natuurgronden

Natuurgronden zijn heide, schorren en kwelders, slikken en platen, duinen, ruigte (o.a. struiken, bosschages, riet), moeras, riet, percelen met veel pitrus en bos.

Voor duinen geldt dat zandduinen en groene duinen die overwegend uit ruigte bestaan geen landbouwgrond zijn. Groene duinen kunnen wel in aanmerking komen als landbouwgrond, als hier een landbouwgewas op staat en er aanwijzingen zijn dat de duinen landbouwkundig gebruikt worden.

Voor percelen met ruigte en pitrus geldt dat indien de vegetatie overwegend bestaat uit ruigte en/of pitrus het geen landbouwgrond is.

Voor bos geldt dat als de ondergrond geen gras is het altijd bos is. Grasland met 50 of meer bomen per ha is ook bos. Er is dan sprake van te veel hinder voor landbouwactiviteiten. Grasland met minder dan 50 bomen per ha is grasland en daarmee landbouwgrond.

b. Moestuin

Een moestuin of groentetuin is een tuin waar groenten worden gekweekt of geteeld voor eigen gebruik. Een groentetuin kan onderdeel zijn van een tuin, waarvan de rest als siertuin is ingericht.

c. Siertuin, zoals bloemen- en kruidentuin

Een siertuin is een tuin waar (sier)planten worden aangeplant en verzorgd, met het doel de esthetische waarde van de tuin te verbeteren en eventuele bezoekers ervan te laten genieten. Siertuinen hebben vaak een gazon omringd door borders. Een siertuin kan ook uit niet-beplante delen bestaan zoals een terras of zelfs helemaal begroeid zijn. Grotere tuinen kunnen ook vijvers, vlonders, zitkuilen en watervallen hebben.

Page 11: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

11

d. Bermen tot een breedte van 3 meter van de weg of breder voor zover de

verkeersbestemming landbouwkundig gebruik hindert.

Een berm is een strook grond langs een verharde weg, toegangsweg of parkeerterrein en is meestal met gras beplant. Bermen hebben twee hoofdfuncties en een aantal nevenfuncties. De eerste hoofdfunctie is een wegenbouwkundige functie. Een berm geeft steun aan het weglichaam en dient als reserveruimte voor een eventuele verbreding van de weg. De tweede hoofdfunctie is de verkeerskundige functie. Een berm biedt plaats voor straatmeubilair, zoals reflectorpaaltjes en bewegwijzering. Een berm is verkeersgeleiding en is een uitwijkplaats in noodgevallen. Een berm heeft nog een aantal andere civieltechnische nevenfuncties als plaats voor het ingraven van kabels en leidingen en voor de buffering en het afvoeren van regenwater. Een berm kan in sommige gevallen dienst doen als waterkerende kade. Een berm ligt vaak tussen de weg en een sloot. Als een berm breder is dan 3 meter wordt de eerste 3 meter niet meegerekend als landbouwoppervlakte. De resterende berm gelegen buiten eerste 3 meter kan als subsidiabele oppervlakte worden ingetekend, als er geen sprake is van noemenswaardige hinder en deze oppervlakte ook landbouwkundig in gebruik is. Bermen en delen van bermen waar een afrastering om is aangebracht ook die smaller zijn dan 3 meter, kunnen worden aangemerkt als landbouwgrond.

Noemenswaardige hinder kan voortvloeien uit feitelijke of fysieke beperkingen en/of uit juridische

beperkingen. Voorbeelden hiervan zijn:

• in de berm staat zo veel straatmeubilair dat een landbouwer er redelijkerwijs niet kan maaien

met de gebruikelijke landbouwmaaimachines. Dit kan ook een deel van het bermperceel

betreffen. In dat geval moet dit deel uitgetekend worden.

• het pachtcontract legt zodanige beperkingen op dat er sprake is van noemenswaardige hinder.

Bijvoorbeeld dat het gras niet voor vervoederen gebruikt mag worden. Bermen langs fietspaden kunnen wel aangemerkt worden als landbouwgrond, voor zover niet ook gelegen langs een weg.

e. Speelweide

Een speelweide is een speelterrein voor kinderen. Een speelweide bestaat voor een groot gedeelte uit gras met daarop klim- en speeltoestellen. Speelweides

f. Stroken grasland langs verharde landingsbanen voor vliegverkeer

Stroken langs of in het verlengde van landingsbanen die richting geven aan het vliegverkeer. Een landingsbaan is een complex van start- en landingsbaan, taxibaan en parkeerplaats. De stroken kunnen met of zonder lampen zijn. De stroken zijn weliswaar begroeid met gras, maar door de activiteiten die er plaatsvinden is het uitoefenen van landbouw niet mogelijk. Deze stroken tellen niet mee als landbouwgrond. Er gelden normen vanuit de veiligheidsvoorschriften waardoor gebruik van deze grond niet mogelijk is.

Page 12: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

12

g. Onverharde landingsbaan voor luchtsport en luchtvaarthobby’s

Het gaat hier om onverharde landingsbanen, die bestemd zijn voor het uitoefenen van luchtsport en luchtvaarthobby's. Meestal zijn de banen van grasland. Het gaat hierbij om luchtvaartuigen al dan niet gemotoriseerd zoals zweefvliegtuigen, parapenten, zeilvliegtoestellen, parachutes, modelvliegtuigen, gemotoriseerd, luchtballonnen. De luchtvaartuigen stijgen op en/of landen op deze landingsbanen. Bij regelmatig gebruik voor de luchtsport en luchtvaarthobby’s worden deze terreinen niet voor uitvoering van de landbouw gebruikt of beschikbaar gehouden.

h. Smalle stroken langs gebouwen of kassen

Stroken grond langs kassen en gebouwen smaller dan 1 meter maken onderdeel uit van het erf en zijn geen landbouwgrond. Smalle strookgrond langs kas

i. Schouwpaden

Een openbaar toegankelijk pad langs een watergang waar een vertegenwoordiger van het waterschap de schouw (inspectie van sloten) kan uitvoeren en/of waarlangs het waterschap het beheer en onderhoud van de sloot uitvoert. Veelal zijn deze schouwpaden afgerasterd. Schouwpaden maken geen onderdeel uit van het naast gelegen landbouwperceel.

j. Geluidswallen

Een geluidswal is een grondlichaam of een soort dijk die naast en weg of spoorlijn ligt om de geluidshinder te beperken voor de woon- en verblijfsfunctie die hier achter ligt.

Page 13: Handleiding percelen landbouwgrond of niet - RVO...3. Grond die niet in aanmerking komt als landbouwgrond Dit is grond die voor de GLB regeling niet onder de definitie van landbouwgrond

13

k. Springweides

Een springweide is een perceel grasland dat meer dan 90 dagen per jaar is ingericht met springtoestellen voor het springen met paarden of pony's. Springweide

l. Kinderboerderij

Een kinderboerderij is een boerderij die voor iedereen toegankelijk is. Deze boerderij is speciaal ingericht voor kinderen. Zij kunnen er kennis maken met (vaak inheemse) dieren zoals kippen, geiten, schapen, paarden, koeien, ganzen, konijnen, varkens, eenden en andere (boerderij)dieren. Het terrein van de kinderboerderij is meestal ingericht met grasland, schuren, hokken en kooien voor de dieren. Daarnaast zijn meestal speeltoestellen aanwezig.