HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie...

41
HANDLEIDING NT2 AANBOD KAZERNE DOSSIN

Transcript of HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie...

Page 1: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

w

HANDLEIDING NT2

AANBOD KAZERNE DOSSIN

Page 2: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

2

INHOUDSTAFEL

1. Inleiding p. 3 Kazerne Dossin p. 3 Aanknoping bij het leerplan p. 4

2. Museumbezoek p. 6 Inleiding p. 6 Rondleiding p. 7

3. Bijlagen p. 33

Colofon

Concept: Kazerne DossinTeksten: Sara LanoyeLeescomité: Kim Parys en An WoutersLay-out: Sven SmetsCopyright foto’s: Sven Smets, Stijn Bollaerten Christophe KetelsFeedbackgroep: Babette Cooijmans (KMSKA), Leentje Eeckhout (CVO Crescendo), Greet Kestemont (CVO Cres-cendo), Katrien Vleugels (Stad Mechelen) en twee stagiai-res Stad Mechelen

Onze uitzonderlijke dank gaat uit naar Ann Wouters. Haar medewerking en feedback, die berust op jarenlange erva-ring in het NT2-onderwijs, was van onschatbare waarde.

Page 3: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Inleiding 3

1. INLEIDING

Praktische informatie over de workshop

WANNEER | maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag om 9u, 10u, 11u, 11u45, 13u, 14u en 15u en nocturnes WAAR | Kazerne Dossin, Goswin de Stassartstraat 153, Me-chelenDUUR | 2u30minAANTAL | maximum 15 bezoekers per groepPRIJS | €4 per bezoeker, gratis voor de begeleidende leer-kracht (eventueel + €60 per gids) €1 UIT-pas MechelenBEGELEIDING | Begeleiding door een gids van Kazerne Dossin (€60) of begeleid zelf je groep aan de hand van dit stappenplan.DOELGROEP | anderstalige nieuwkomers vanaf richtgraad 2 (Threshold 1)

Wat vertellen de mensenrechten ons over het verleden? Wat kunnen mensenrechten betekenen voor onze samen-leving vandaag? Met het museumbezoek ‘Mensenrechten in klare taal!’ maken je leerlingen of cursisten kennis met de holocaust en mensenrechten. Dit programma is speci-aal ontwikkeld voor anderstalige nieuwkomers vanaf richt-graad 2 (Treshold 1).

Het museumbezoek bestaat uit drie delen. Tijdens de in-leiding staan we stil bij algemene begrippen zoals de Tweede Wereldoorlog, de holocaust en mensenrechten. Daarop volgt een aangepaste rondleiding in het museum. Deze rondleiding is opgebouwd rond een aantal voorwer-pen en verwijst naar verschillende mensenrechten. Het bezoek eindigt met een debriefing. Welke boodschap heb-ben de bezoekers voor elkaar en voor onze toekomst?

In deze handleiding vind je de nodige achtergrondinforma-tie over het museum dat jullie straks gaan bezoeken, de aanknoping bij het leerplan en een stappenplan om je groep zelf te begeleiden in het museum. Maar je kan ook op stap met een gids.

Achtergrondinformatie over Kazerne Dossin

Kazerne Dossin - Memoriaal, Museum en Documentatie-centrum over holocaust en mensenrechten is een unieke plaats van herinnering aan de holocaust in België. Op deze plaats werden meer dan 25.000 Joden en ‘zigeuners’ ver-zameld en gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Amper 5% van hen keerde terug. Hoe was dit mogelijk? Waarom die vervolging? Wat betekende ze voor de slachtoffers, da-ders en omstaanders? Vanuit de holocaust gaan we op zoek naar actuele mechanismen. Dit betekent dat we via de analyse van de Jodenvervolging de leerlingen of cursis-ten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het museum nodigt iedereen uit om een bewuste en kritische houding aan te nemen in alledaagse situaties van uitsluiting en groeps-druk. Een bezoek kadert zo in een traject rond actief res-pect en burgerzin.

Meer info?

Bezoek onze website www.kazernedossin.eu voor meer infor-matie. Verder biedt de nieuwsbrief voor leraren je informatie en tips over holocausteducatie. Schrijf je in via [email protected] onze catalogus biedt heel wat achtergrondinformatie over deze unieke plek. Deze is te koop in onze museumshop.

Page 4: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Inleiding 4

Aanknoping bij het leerplan

Leerplandoelstellingen volwassenenonderwijs

De voorbereidende les en het bezoek aan Kazerne Dossin sluit aan bij verschillende basiscompetenties en leer-plandoelstellingen. De taalactiviteiten vinden plaats op het publieke, persoonlijke en educatieve domein. De leer-lingen of cursisten nemen verschillende rollen op waarin ze Nederlands kunnen oefenen: cursist/student, vrijetijdsbe-steder, … Hieronder vind je de leerplandoelstellingen die bij dit museumbezoek van toepassing zijn voor Studiegebied NT2 richtgraad 2 (Threshold) secundair volwassenenon-derwijs. Naast deze talige basiscompetenties moeten de leerlingen of cursisten ook enkele communicatiestrategieën en at-titudes in praktijk brengen.

Spreken/gesprekken voeren:• NT 017 BC 001 | informatie vragen en geven in infor-

matieve teksten (structurerend) • NT 017 BC 004 | zijn beleving, d.i. wensen, noden en

gevoelens, verwoorden en vragen naar de beleving van zijn gesprekspartner in informatieve teksten (structu-reren)

• NT 017 BC 006 | een samenvatting geven van informa-tieve teksten (structurerend)

• NT 017 BC 007 | een samenvatting geven van narratie-ve teksten (structurerend)

• NT 017 BC 008 | verslag uitbrengen over een gebeur-tenis of een situatie in informatieve teksten (structu-rerend)

• NT 017 BC 009 | verslag uitbrengen over een gebeur-tenis of een situatie in narratieve teksten (structure-rend)

• NT 017 BC 011 | een werkelijke of verbeelde gebeurte-nis beschrijven (structurerend)

Luisteren: • NT 017 BC 013 | de hoofdgedachte achterhalen in in-

formatieve teksten (structurerend) • NT 017 BC 014 | specifieke informatie zoeken in infor-

matieve teksten (structurerend) • NT 017 BC 017 | zich een mening vormen over infor-

matieve teksten (beoordelend) • • Schrijven:• NT 017 BC 019 | informatie vragen en geven in infor-

matieve teksten (structurerend) • NT 017 BC 024 | zijn beleving, d.i. wensen, noden en

gevoelens, formuleren en een bekende taalgebruiker naar diens beleving vragen bij een klacht, in een per-soonlijke en in een zakelijke brief (structurerend)

• NT 017 BC 025 | een werkelijke of verbeelde gebeurte-nis beschrijven (structurerend)

Lezen:• NT 017 BC 027 | de hoofdgedachte achterhalen in in-

formatieve teksten (beschrijvend)• NT 017 BC 029 | specifieke informatie zoeken in infor-

matieve teksten (structurerend) • NT 017 BC 031 | alle gegevens begrijpen in informatie-

ve teksten (structurerend) • NT 017 BC 033 | zich een mening vormen over infor-

matieve teksten (beoordelend)

Ondersteunende elementen:• NT 017 BC 035 | de cursist beschikt over vol-

doende woorden om zich, met enige omhaal van woor-den, te uiten (woordenschat); de cursist heeft een praktische kennis van de belangrijkste beleefdheids-conventies (sociolinguistische trefzekerheid); de cur-sist heeft inzicht in het verbinden van kortere, op zich-zelf staande eenvoudige elementen tot een samenhangende lineaire opeenvolging van punten.

• NT 017 BC 037 | de cursist kan, i.f.v. de voorbe-reiding, de uitvoering en de controle van de taaltaak, zijn spreek- en luisterdoel bepalen en zijn spreek- en luistergedrag daarop afstemmen.

• NT 017 BC 039 | de cursist kan, i.f.v. de voorbereiding, de uitvoering en de controle van de taaltaak, receptie- en interactiestrategieën toepassen.

• NT 017 BC 041 | de cursist is bereid zich te concentre-ren op de taaltaak; de cursist is bereid zich in te leven in socioculturele diversiteit.

Ontwikkelingsdoelen ‘Nederlands voor nieuw-komers’ in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers van het secundair onderwijs

Taaldoelen:• 1 | De leerlingen kunnen gericht informatie opzoeken

en informatiebronnen en –kanalen adequaat gebrui-ken.

• 2 | De leerlingen kunnen op beschrijvend niveau rele-vante informatie uit mondelinge en schriftelijke tek-sten verwerken

• 3 | De leerlingen kunnen op beschrijvend niveau rele-vante informatie mondeling en schriftelijk formuleren en uitwisselen:

• 6 | De leerlingen kunnen op beoordelend niveau rele-vante informatie uit mondelinge en schriftelijke tek-

Page 5: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Inleiding 5

sten kritisch verwerken.• 7 | De leerlingen kunnen op beoordelend niveau mon-

deling en schriftelijk een persoonlijke analyse van re-levante informatie formuleren en uitwisselen.

• 8 | De leerlingen kunnen op beschrijvend niveau een mondelinge en schriftelijke vraag en instructie verwer-ken zodat ze gepast kunnen reageren.

• 9 | De leerlingen kunnen op beschrijvend niveau vra-gen en instructies mondeling en schriftelijk formule-ren.

• 10 | De leerlingen kunnen op beschrijvend niveau mondeling en schriftelijk om uitleg vragen, problemen signaleren of aangeven dat ze iets niet begrijpen.

• 14 | De leerlingen kunnen op beoordelend niveau mondelinge en schriftelijke feedback verwerken zodat ze gepast kunnen reageren.

• 15 | De leerlingen kunnen op beoordelend niveau hun meningen en gevoelens mondeling en schriftelijk for-muleren.

Algemene doelen:• 19 | De leerlingen kunnen op vlak van leren leren: 19.5

verworven kennis, inzichten en vaardigheden in nieu-we situaties toepassen; 19.8 als lid van een groep functioneren door specifieke taken op te nemen.

• 20 | De leerlingen kunnen op vlak van: 20.4 tijd en ruimte: zich in ruimte en tijd oriënteren en voor hen re-levante aspecten van hun ruimere omgeving explore-ren zoals het historische, het geografische en het cul-turele.

• 21 | De leerlingen kunnen op vlak van sociale vaardig-heden, burgerzin en interculturaliteit: 21.1 zich op een sociaal aanvaardbare wijze gedragen in de openbare ruimte; 21.2 op een verdraagzame manier omgaan met geschillen; 21.8 zich bekwaam tonen in het om-gaan met verscheidenheid tussen mensen zoals ver-schillen in sekse, huidskleur, etniciteit, geaardheid, overtuiging en levensbeschouwing en ook ziekte en handicap.

Attitudes:• 22 | De leerlingen ontwikkelen een positieve houding

om zich het Nederlands eigen te maken zodat zij zich op school en buiten de school kunnen ontplooien en deelnemen aan het maatschappelijke leven.

• 23 | De leerlingen ontwikkelen een positieve houding om deel te nemen aan hun nieuwe maatschappelijke context in al zijn diversiteit.

Page 6: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

2. MUSEUMBEZOEK

Het museumbezoek bestaat uit drie delen. Tijdens de inlei-ding staan we stil bij algemene begrippen zoals de Tweede Wereldoorlog, de holocaust en mensenrechten. Daarop volgt een aangepaste rondleiding in het museum. Deze rondleiding is opgebouwd rond een aantal voorwerpen en verwijst naar verschillende mensenrechten. Het bezoek eindigt met een debriefing waarbij de leerlingen of cursis-ten kunnen reflecteren over thema’s als (on)verdraagzaam-heid, racisme, hoop, etc. Welke boodschap hebben zij voor elkaar en voor onze toekomst?

Doelen

Kennis:• De bezoekers raken vertrouwd met de gebeurtenissen

van de Tweede Wereldoorlog, de holocaust (in België) en de rol van de Dossinkazerne hierin.

• De bezoekers krijgen inzichten in de verschillende me-chanismen die leiden tot massageweld.

• De bezoekers krijgen inzichten in de rol en het belang van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM).

Vaardigheden:• De bezoekers kunnen parallellen, maar ook verschillen

benoemen tussen het verleden, het heden ewn hun ei-gen leefwereld.

• De bezoekers kunnen hun eigen mening formuleren over historische en hedendaagse vormen van discrimi-natie en racisme.

• De bezoekers kunnen hun eigen mening formuleren over mensenrechten.

Attitudes:• De bezoekers tonen zich geïnteresseerd in de Belgi-

sche geschiedenis.• De bezoekers tonen zich geïnteresseerd in de actuele

samenleving.

Duur2u30

BenodigdhedenVoorwerpenkoffer

Haal, bij aankomst, jouw voorwerpen koffer af aan het ont-haal van het museum.

WerkwijzeDeel 1: Inleiding in het museumcafé (verdieping -1)Deel 2: Bezoek memoriaal en museum: binnenkoer Dossin-kazerne, gelijkvloers, verdieping 1: Massa, verdieping 2: Angst en verdieping 3: DoodDeel 3: Debriefingsmoment in het museumcafé (verdieping -1)

TIP

Het museumbezoek kan bepaalde gevoeligheden raken of pijnlijke herinneringen naar boven halen. Het is van belang je als begeleider hiervan bewust te zijn.

Daarnaast worden op bepaalde plaatsen in het museum zeer gruwelijke beelden getoond. Deze plaatsen werden bewust niet opgenomen in het museumbezoek. Het betreft voorna-melijk de introductiefilm op de gelijkvloers en de middengang op de derde verdieping. Op de plattegronden (zie bijlage 3 op pagina X) zijn deze aangeduid met een uitroepteken. Afhan-kelijk van de groep waarmee je het museum bezoekt, kan je zelf het beste inschatten of het aangewezen is om deze plaat-sen eventueel toch op te nemen in de rondleiding.

INLEIDING

De inleiding bestaat uit drie delen. Eerst geven de leerlin-gen of cursisten hun mening over bepaalde stellingen die het thema ‘mensenrechten’ introduceren. Nadien worden enkele mensenrechten geïllustreerd aan de hand van he-dendaagse voorbeelden. De cursisten en leerlingen kop-pelen de foto’s aan het juiste mensenrecht. Tot slot maken we de brug met het ontstaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, namelijk de Tweede Wereld-oorlog en de holocaust aan de hand van een kort gesprek-je en filmpje.

Page 7: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

7Halte 1

INLEIDINGMuseum - verdieping -1: museumcafé

Materiaal Introductiefilm NT2Voorwerpenkoffer:• een handleiding voor de begeleider• kaartjes mensenrechten (9) en afbeeldingen (18) – behorende bij de inleiding (deel 1)• afbeeldingen – behorende bij de inleiding (deel 3)• voorwerpen en opdrachtenkaartjes (9) – behorende bij het museumbezoek• 15 potloden – behorende bij de debriefing

Haal, bij aankomst, jouw voorwerpenkoffer af aan het onthaal van het museum.

Thema De holocaust en mensenrechten (algemeen)

Duur 30 minuten

Deel 1: stellingen

De begeleider…- Neemt met de leerlingen of cursisten plaats aan een tafel in het museumcafé.- Geeft een korte inleiding: Wie ben je? Wat is het thema en de opbouw van het museumbe-zoek? - Legt de opdracht uit: Er zijn twee stellingen. Iemand leest de stelling voor. Wie akkoord gaat met de stelling, steekt zijn of haar hand op (of gaat links van de begeleider staat). Wie niet ak-koord gaat, steekt zijn of haar hand niet op (of gaat rechts van de begeleider staan). - leest een stelling voor:• Stelling 1: Je mag altijd en overal dragen wat je wil? (Bijvoorbeeld: Mag een school een leer-

ling verbieden een hoofddoek te dragen op school?) • Stelling 2: Mag je altijd en overal zeggen weten anti-islam betogingen worden verboden?)- bespreekt met de groep de stellingen door verschillende leerlingen of cursisten aan het woord te laten. - Maakt een inhoudelijke overgang naar het tweede deel: Er zijn verschillende mensenrechten, zoals recht op vrije meningsuiting. Deze mensenrechten staan opgelijst in de Universele Verkla-ring van de Rechten van de Mens en vormen de basis van ons samenleven. Maar wat zijn die mensenrechten? En worden ze wel door iedereen en overal nageleefd?

Inhoud

HALTE 1

Page 8: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Deel 2: De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens

De begeleider…- legt in het midden van de kring verschillende afbeeldingen en mensenrechten.- legt de opdracht uit: Bekijk de verschillende mensenrechten en afbeeldingen. Kies bij elk mensenrecht de bijhorende afbeeldingen. Elk mensenrecht wordt dus geïllustreerd aan de hand van twee afbeeldingen.

Hieronder vind je de mensenrechten met bijhorende afbeeldingen. Er zijn ook andere mogelijke combinaties.

Mensenrecht

Heb je het recht om personen en gebeurtenis-sen te herinneren en te herdenken?

Slavernij en martelen zijn verboden.

Recht op vrijheid van meningsuiting.

Heb je het recht te dragen wat je wil?

Iedereen moet op dezelfde manier behandeld worden.

Je hebt het recht op asiel.

Je hebt het recht om te geloven in wat je wil.

Niemand heeft het recht je zonder goede re-den het land uit te sturen.

Niemand heeft het recht je zonder goede re-den gevangen te zetten.

Afbeelding

- herdenking aanslag in Maalbeek en Zaventem- Islamitische begraafplaats

- Indiase kledingfabriek- tekening kampleven

- Charlie Hebdo- Man met verzegelde lippen

- verbod op boerkini- politieman met tulband

- verboden voor Joden- tekening iedereen is gelijk

- vluchtelingenkamp - vluchtelingen welkom

- anti-islambetoging- tekening verschillende religies

- foto deportatie Joden- afbeelding uitzetting (eviction)

- foto gesloten asielcentrum- foto man voor tralies

Twee mensenrechten uit het lijstje zijn in vraag gesteld en be-horen niet tot de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, met name: Heb je het recht om personen en gebeur-tenissen te herinne-ren en te herdenken? Heb je het recht te dragen wat je wil?

Page 9: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 1 9

- vraagt aan de cursisten of leerlingen om hun keuze te motiveren. Waarom hoort deze afbeel-ding bij dit mensenrecht?- maakt een inhoudelijke overgang naar het laatste deel van de inleiding: De mensenrechten zijn er niet altijd geweest. Na de Tweede Wereldoorlog waren vele wereldleiders zo geschokt over het geweld dat in 1948 deze mensenrechten werden opgelijst in een officieel document. De basis van de mensenrechten ligt dus bij wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog en de holo-caust is gebeurd.

Deel 3: Holocaust en mensenrechten (film)

De begeleider…- stelt vragen als: • We zijn hier in een museum over de holocaust en mensenrechten. Wat is een museum?• Wat weet je over de holocaust?• Wat weet je over de Tweede Wereldoorlog? Wanneer was dit? Welke landen waren betrok-

ken?• Wat weet je over Joden?• Wat zijn mensenrechten? Kan je voorbeelden geven? Wat beteken zij voor jou? • …

- Illustreert de thema’s als de Tweede Wereldoorlog, de holocaust en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan de hand van enkele foto’s.

- Toont de film over de Dossinkazerne (aan de witte trappen naast het museumcafé). Laat de leerlingen of cursisten een audiogids nemen en op de witte trappen plaats nemen.

Instructies gebruik audiogids:Stap 1: Instellen van de taal NL: 951 + ‘play’Stap 2: starten introductiefilm 30 + ‘play’

Druk op het computerscherm (rechts onder het beeldscherm) op ‘start de film (NT2)’.

Transcriptie film (NT2):

Hier in Mechelen vind je de Dossinkazerne. In deze kazerne zaten van 1942 tot 1944 meer dan 25.800 joden en zigeuners opgesloten. Niet alleen mannen, maar ook vrouwen en kinderen. Ze werden opgepakt tijdens razzia’s of na verklikking. Ze moesten alles wat ze hadden afgeven en ze kregen een bordje om hun hals. Op dat bordje stond een nummer... En dan begon het wach-ten… dagen, weken of zelfs maanden.

Als er genoeg mensen waren kwam er een trein. Iedereen moest instappen en het transport vertrok naar een onbekende bestemming. Vanuit Mechelen werden bijna 26 000 mensen naar Auschwitz-Birkenau weggevoerd. Maar 5% van al deze mensen zou blijven leven.Tijdens de oorlog werden zes miljoen Joden vermoord. Dat was alleen mogelijk omdat heel veel mensen meewerkten aan de deportaties. Niet alleen Duitsers, maar ook Belgen. Hoe is het zo ver kunnen komen? Waarom de Joden? En was er dan geen verzet? Dat zijn vragen waarop dit museum een antwoord probeert te vinden.

- Polst of er vragen zijn over de introductiefilm. Is alles duidelijk? Zijn er vragen?

- Deel de acht verschillende voorwerpen en het bijhorende opdrachtenkaartje uit. Elk groep-je krijgt dus een voorwerp en een opdrachtenkaartje.

- Legt de volgende opdracht (behorende bij het museumbezoek) uit: Elk groepje bekijkt het voorwerp en de bijhorende vragen (Wat is dit voorwerp? Bij welk mensenrecht hoort dit voor-werp? Wat betekent dit mensenrecht voor jou?) Tijdens het museumbezoek zullen de leerlingen of cursisten het voorwerp en de bijhorende vragen moeten voorstellen aan de volledige groep.

- Geeft de leerlingen of cursisten enkele minuten tijd om het voorwerp en de vragen te bekijken.

Page 10: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Naverwerking 10

- maakt een inhoudelijke overgang: Er zijn verschillende mensenrechten. Deze zijn dus ontstaan na de Tweede Wereldoorlog en de holocaust. We gaan nu het museum bezoeken en bekijken wat de holocaust ons over mensenrechten kan leren.

Auschwitz-Birkenau, het concentratiekamp, de deportatie (< deporteren), de Dossinkazerne, de holocaust, de kazerne, het museum, de Tweede Wereldoorlog, het verzamelkamp, de ‘zigeuners’

Woordenschat

Museumbezoek

Doorheen het museumbezoek vormen de voorwerpen met telkens een mensenrecht de rode draad. Elke halte wordt op-gebouwd aan de hand van een voorwerp en de bijhorende vragen. Op die manier worden alle leerlingen of cursisten be-trokken.

Page 11: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 2 11

- Welke verschillende zaken zie je op de foto? (een binnenplaats van een kazerne, mensen op die binnenplaats, twee vrachtwagens, koffers, een hond, etc.) - Bij welk mensenrecht hoort dit voorwerp? Wat is de link tussen het voorwerp en het men-senrecht? (Artikel 3: Niemand heeft het recht je zonder goede reden gevangen te zetten. Joden en ‘zigeuners’ werden opgesloten in de Dossinkazerne, niet omdat ze iets fout gedaan hadden, maar alleen om wie ze waren.)- Wat betekent dit mensenrecht voor jou?

onvrijheid, opsluiting

10 minuten

De begeleider…- geeft een korte introductie over de Dossinkazerne.Deze kazerne was tijdens de Tweede Wereldoorlog een verzamelkamp (geen concentratie-kamp). Hier zaten bijna 26.000 Joden en ‘zigeuners’ uit België en Noord-Frankrijk gevangen voordat ze werden gedeporteerd naar Auschwitz in Polen.

- vraagt aan de groep wie het voorwerp heeft dat bij dit thema past. Het groepje bespreekt hun

Voorwerp

Thema

Duur

Inhoud

MEMORIAAL BINNENKOERHALTE 2

Page 12: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Naverwerking 12

voorwerp en de bijhorende vragen.

- vult de informatie van de groep aan.Deze foto is genomen in de zomer van 1942. Je ziet een vrachtwagen waarmee de Joden en ‘zi-geuners’ naar de Dossinkazerne werden gebracht. De nazi’s controleren hun koffers op waar-devolle voorwerpen, zoals geld en juwelen. Hier wachten de gevangenen voordat ze gedepor-teerd werden.Joden en ‘zigeuners’ werden gearresteerd, opgesloten en weggevoerd. Niet omdat ze iets fout gedaan hadden, maar alleen om wie ze waren. Omdat ze een beetje anders waren en omdat anderen dachten dat ze beter waren dan zij. Die dingen gebeuren nog steeds. Toch is het meest fundamentele mensenrecht: Alle mensen zijn gelijkwaardig.

- stelt vragen als: • Wat betekent vrijheid voor jou? • Wanneer voel je je onvrij?• - maak een inhoudelijke overgang: Vroeger was er een spoorlijn naast dit gebouw. Zo konden de personen die zaten opgesloten in de Dossinkazerne eenvoudig worden gedeporteerd met treinen naar Auschwitz in Polen, meer dan 1000km van Mechelen.

Auschwitz-Birkenau, het concentratiekamp, de deportatie (< deporteren), de Dossinkazerne, de Joden, de kazerne, het verzamelkamp, de ‘zigeuners’

Woordenschat

TIP

Je kan ook de zaal ‘Sporen’ in het memoriaal bezoeken. De begeleider…- geeft een korte introductie over de zaal Sporen.In deze zaal liggen nog enkele voorwerpen die ons herinneren aan de oorlog 1942-1944. Sporen die ons herinneren aan de periode van de Dossinkazerne als verzamelkamp voor Jo-den en ‘zigeuners’. Er zijn bijna geen voorwerpen. Alles wat de gevangenen bij zich hadden, werd afgenomen in de Dossinkazerne of in Auschwitz.

- geeft de groep de tijd om de objecten te bekijken.- geeft eventuele korte toelichting bij bepaalde voorwerpen. (Aan het onthaal van het me-moriaal liggen beschrijvende fiches bij de voorwerpen.)- maakt een inhoudelijke overgang: Vroeger was er een spoorlijn naast dit gebouw. Zo kon-den de personen die zaten opgesloten in de Dossinkazerne eenvoudig worden gedepor-teerd met treinen naar Auschwitz in Polen, meer dan 1000 km van Mechelen.

Page 13: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 3 13

WAGON

Voorwerp transportlijst Natan Ramet

- Wat staat er op deze lijst geschreven? Wat is het doel van dit voorwerp? (trans-portnummer, (nl. Transport VI), de datum (nl. 21.08.1942), identificatienummer, naam voornaam, geboortedatum, geboor-teplaats, beroep, nationaliteit. Op die ma-nier wisten de nazi’s wie reeds gedepor-teerd was en wie niet.)- Bij welk mensenrecht hoort dit voor-werp? Wat is de link tussen het voor-werp en dit mensenrecht? (Artikel 9: Niemand heeft het recht je zonder goe-de reden het land uit te sturen. Joden en ‘zigeuners’ werden gevangen genomen en gedeporteerd zonder reden en zon-der te weten waarheen.)- Wat betekent dit mensenrecht voor jou?

deportatie

10 minuten

De begeleider…- geeft een korte inleiding.

De mensen die zaten opgesloten in de Dossinkazerne werden gevangen genomen en gedepor-teerd zonder reden en zonder te weten waarheen. Ze werden op een trein gezet richting Polen. De mensen zaten opeengepakt, dicht bij elkaar, zonder eten, zonder toilet. Ze waren drie dagen en twee nachten onderweg naar Auschwitz. Onderweg stierven veel mensen. Vanuit de Dossin-kazerne vertrokken bijna 26.000 mensen met 28 transporten.

- vraagt aan de groep wie het voorwerp heeft dat bij dit thema past. Het groepje bespreekt hun voorwerp en de bijhorende vragen.

Thema

Inhoud

Duur

HALTE 3

Page 14: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 3 14

- vult de informatie van de groep aan.

Wie vanuit de Dossinkazerne vertrok werd op een lijst geschreven. Natan Ramet, die mee het museum heeft gesticht, is met Transport VI vertrokken richting Auschwitz. Zijn vader, Judka Ra-met overleefde de holocaust niet. Beiden staan geregistreerd op deze lijst.

- Stelt vragen als:

• Welke informatie vind je op de lijsten? (datum van deportatie, transport, transportnummer, naam, geboortedatum, beroep, nationaliteit)

• Kies één persoon op de lijst. Hoe oud is hij of zij op het moment van deportatie?• Hoe kwamen de nazi’s aan al deze informatie? (Joden en zigeuners moesten zich registe-

ren: hun naam, geboortedatum, woonplaats, etc. werd genoteerd.)• Waarom lieten ze zich registeren? (uit angst, ze gehoorzamen uit schrik om gestraft te wor-

den)• In welke mate mag een overheid de vrijheid of de rechten van haar burgers inperken?

- maakt een inhoudelijke overgang: Er werden vanuit België bijna 26.000 Joden en ‘zigeuners’ gedeporteerd naar Auschwitz. Hoe is het zover kunnen komen? Meer dan 90% van hen heeft een migratieachtergrond. Dat wil zeggen dat zij of hun familie op een bepaald moment in hun leven naar België zijn komen wonen. Wie zijn deze Joodse vluchtelingen? Waarom vluchten zij in de jaren 20 en 30 uit Oost-Europa en Duitsland weg?

Auschwitz-Birkenau, de deportatie, het transportWoordenschat

TIP

Het geluid van het verkeer kan storen. Ga met je groep in gesprek voor het museum aan de zitbankjes vooraleer of nadat je de wagon kort hebt bezocht.

Page 15: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 4 15

JOODSE CULTUUR EN RELIGIE Museum – verdieping 1 – paneel 113: November 1938 – de losgeslagen massa

Duur

Thema

Inhoud

Voorwerp Kippa (foto 13: voorwerp halte 4 toevoe-gen. Foto nog te nemen)- Wat is de betekenis van dit voorwerp? (Gelovige of religieuze Joodse mannen dragen meestal de hele dag een kippa of keppeltje. Andere mannen dragen een keppeltje enkel tijdens het bidden. Ze bedekken hun hoofd uit eerbied of respect voor god of Jahweh.)- Bij welk mensenrecht hoort dit voor-werp? Wat is de link tussen het voorwerp en dit mensenrecht? (Artikel 2: Iedereen heeft recht om te geloven in wat je wil. Tij-dens de holocaust werden Joden gediscri-mineerd omwille van hun geloof.)- Wat betekent dit mensenrecht voor jou?

cultuur en religie, identiteit en diversiteit

10 minuten

De begeleider…- geeft een korte inleiding.In 1933 komt Adolf Hitler aan de macht in Duitsland. Hij maakt racistische wetten (Joden mogen bepaalde beroepen niet meer uitoefenen, verliezen hun burgerrechten, …) en het geweld tegen neemt Joden toe. Dit kan je zien op de foto’s 13.1 tot 13.5. Wat zie je op de foto’s? (synagogen zijn vernield, staan in brand, winkelruiten zijn kapot, …) Wat doen mensen als ze zich bedreigd voelen? Ze vluchten, dat is ook wat vele Joden uit Duitsland en Oost-Eu-ropa zullen doen. Maar wie zijn Joden? Wat kenmerkt het Joodse geloof?- vraagt aan de groep wie het voorwerp heeft dat bij deze stopplaats past. Het groepje bespreekt hun voorwerp en de bijhorende vragen. - vult de informatie van de groep aan.Gelovige of religieuze Joodse mannen dragen meestal de hele dag een kippa of keppeltje. Andere mannen dragen een keppeltje enkel tijdens het bidden. Ze bedekken hun hoofd uit eerbied of respect voor god of Jahweh. Joodse getrouwde vrouwen dragen een pruik of hoofddoek. Niet alle Joden zijn gelovig. Binnen de Joodse gemeenschap bestaat er een enorme diversiteit op vlak van religie, rijkdom, opleiding, politieke overtuiging, …

HALTE 4

Page 16: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 4 16

- Stelt vragen als: • Wat weet je over de Joodse religie? Wanneer ben je Joods? • Welk beeld heb jij van Joden? Is dit beeld correct? Klopt dit beeld met de foto’s die je

ziet? • Welke elementen bepalen jouw identiteit? Is één element genoeg?• We verdelen mensen graag onder in groepen op basis van één kenmerk of criterium.

Welke? (herkomst, beroep, godsdienst, huidskleur, politieke voorkeur, …)• Kan je voorbeelden geven van verschillende groepen? (Bijvoorbeeld: ‘de Belgen’, ‘de bui-

tenlanders’, ‘de moslims’, ‘de Joden’, ‘de leerkrachten’, ‘de jeugd van tegenwoordig’, …)• Vaak ontstaan stereotypen en vooroordelen wanneer we mensen in groepen onderver-

delen. Kan je voorbeelden geven? (Joden zijn rijk, homo’s zijn vrouwelijk, vrouwen kun-nen goed het huishouden doen, …).

• Soms zijn zo’n beelden praktisch en kan dat geen kwaad. Maar vaak gaan we de groep als één geheel zien, terwijl dat niet zo is. En als we er een positief of negatief gevoel aan koppelen, spreken we van vooroordelen. Kan je voorbeelden geven? (Bijvoorbeeld: Alle leerkrachten zijn lui, alle moslims zijn terroristen, Belgen zijn racistisch, …)

- vult de informatie van de groep aan.

Onze identiteit bestaat uit veel onderdelen, die ook kunnen veranderen in de tijd. We vinden het zelf meestal niet leuk dat maar één kenmerk of aspect belicht wordt zodat het alle andere overschaduwt. Wanneer anderen etiketten op ons plakken waar we het helemaal niet mee eens zijn, is dat heel storend en kan het ook gevaarlijk zijn.

- maakt een inhoudelijke overgang: In de jaren 20 en 30 ontvluchtten veel Joden Oost-Eu-ropa en Duitsland omwille van armoede, discriminatie en racisme. Hoe worden zij in België en de buurlanden van België ontvangen? Zijn zij welkom?

de diversiteit, de identiteit, de Joden, de stereotype, de uitsluiting, het vooroordeelWoordenschat

Page 17: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 5 17

VLUCHTEN EN MIGRATIE Museum – verdieping 1 – paneel 118: Een falende internationale gemeenschap

Voorwerp schilderij ‘De vluchteling’ van Felix Nussbaum

- Wat zie je op het schilderij? Hoe voelt de man zich? Wat kan dit betekenen? (Op de voorgrond staat een wereldbol, gericht op Europa, een in het zwart geklede man met zijn handen voor zijn gezicht, op de grond een rugzakje en wandelstok. Hij zit in een ruimte en op de achtergrond zie je vogels en een berglandschap. De man voelt zich onbegrepen, ten einde raad, in de verte is er vrijheid, maar het lijkt niet of hij dat is.) - Bij welk mensenrecht hoort dit voorwerp? Wat is de link tussen het voorwerp en dit mensenrecht? (Artikel 14: Je hebt het recht op asiel - Als je slachtoffer wordt van mensen-rechtenschendingen, heb je het recht om naar een ander land te gaan en dat land te vragen om jou te beschermen. Vele Joden vluchten naar België, Frankrijk, Nederland, … maar deze landen willen niet meer vluchtelingen opvangen.) - Wat betekent dit mensenrecht voor jou?

HALTE 5

Page 18: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 5 18

Woordenschat

Dit onderwerp kan bepaalde gevoeligheden, (pijnlijke) herinneringen bovenhalen. Maak, indien gewenst en aangegeven door de groep tijd en ruimte hiervoor. Zo kunnen de leer-lingen of cursisten bepaalde ervaringen, gedachten, … delen.

TIP

Duur

Thema

Inhoud

vluchten en migratie

10 minuten

De begeleider…- geeft een korte inleiding.

In de jaren 30 neemt het aantal Duitse vluchtelingen toe. De Belgische overheid is heel voor-zichtig en terughoudend om vluchtelingen in België binnen te laten. Ook andere landen wil-len niet. Op foto 17.2 zie je Joodse Duitse vluchtelingen in Antwerpen aankomen. - vraagt aan de groep wie het voorwerp heeft dat bij deze stopplaats past. Het groepje bespreekt hun voorwerp en de bijhorende vragen. - vult de informatie van de groep aan.Verschillende landen weten niet hoe ze de vluchtelingen uit nazi-Duitsland moeten opvan-gen. Zo voelen de Joodse vluchtelingen zich nergens welkom. Wat het schilderij toont: de man zit in een hoekje met gebogen hoofd. Weet niet wat te doen en waar naartoe. Zijn toe-komst is uitzichtloos. De wereld kijkt toe. Dit is ook hoe de schilder Felix Nussbaum zich voelt. Hij is een Joodse kunstenaar uit Duitsland. Hij is op de vlucht voor de nazi’s. Hij wordt uitein-delijk gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne met Transport XXVI en sterft in Auschwitz-Bir-kenau. Zijn vlucht, de deportatie, het kampleven en de eenzaamheid zijn thema’s die terug-komen in zijn schilderijen.

- Stelt vragen als: • Om welke redenen verlaten mensen hun land van herkomst? (economisch, liefde, oorlog

en geweld, ecologische redenen, …)• Welke moeilijkheden ontstaan er mogelijks in het ‘ontvangende land’? (angst, toene-

mend racisme, opvangproblemen, …)• Die moeilijkheden herhalen zich (Conferentie van Evian waar de internationale gemeen-

schap geen pasklaar antwoord heeft op de vluchtelingen uit nazi-Duitsland, EU-landen die vandaag hun grenzen sluiten). Wat zijn volgens jullie mogelijke oplossingen?

- maakt een inhoudelijke overgang: De Joodse vluchtelingen bouwen hun leven weer op in België, maar wanneer het Duitse leger in mei 1940 België binnenvalt zijn deze mensen opnieuw in gevaar.

het antisemitisme, de mensenrechten, de migratie (< migreren), de vluchteling (< vluchten)

Page 19: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 6 19

HALTE 6 DE TWEEDE JODENREGISTRATIE Museum – verdieping 1 – paneel 141: De Jodenregistratie: begin van het einde

paspoort

- Beschrijf dit voorwerp. Wat zie je? Wat is het gevaar van de stempel Jood/Juif? (Dit is een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregis-ter, een identiteitskaart uit Koninkrijk België. Naam, voornaam, geboorte-plaats, geboortedatum, nationaliteit, foto, beroep, burgerlijke staat, … staan vermeld. Ook de stempel Jood/Juif staat op het paspoort. Zo staan mensen in hokjes geplaatst (Joden tegenover niet-Joden). Het classificeren van bur-gers kan een eerste stap zijn richting discriminatie en uitroeiing of genocide, zoals bij de Hutu’s en Tutsi’s in Rwanda.)

- Bij welk mensenrecht hoort dit voor-werp? Wat is de link tussen het voor-werp en dit mensenrecht? (Artikel 7: Iedereen moet op dezelfde manier behandeld worden. Deze registratie van Joden is een vorm van discriminatie. Joden en niet-Joden worden niet gelijk behandeld.)

- Wat betekent dit mensenrecht voor jou?

ongelijkheid en discriminatie

10 minuten

Voorwerp

Thema

Duur

Page 20: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 6 20

Inhoud De begeleider…

- geeft een korte introductie over bezet België:

In mei 1940 valt het Duitse leger België binnen. België is militair te zwak. Alles gaat heel snel en België wordt bezet door het Duitse leger. Het Duitse bestuur neemt de macht. Vanaf nu gaat de Duitse bezetter, in samenwerking met de Belgische overheid de Joden discrimineren door anti-Joodse wetten in te voeren. Joden worden anders behandeld dan niet-Joden. Op die manier is België niet langer een democratie en behandelt zijn inwoners verschillend.

- vraagt aan de groep wie het voorwerp heeft dat bij deze stopplaats past. Het groepje bespreekt hun voorwerp en de bijhorende vragen.

- vult de informatie van de groep aan.

In oktober 1940 moeten Joden zich aanmelden in het stadhuis. Hun naam, adres, geboorte-datum, woonplaats, beroep, … wordt geregistreerd. De meeste Joden schrijven zich in uit schrik om gestraft te worden. Ze hopen te mogen blijven in België als ze gehoorzamen. Naast Belgen en vreemdelingen is er nu een derde categorie in België, namelijk Joden. Hier-mee is de apartheid een feit. Het doel is duidelijk: officiële uitsluiting en discriminatie van Joden. Het einde van gelijkheid en vrijheid. Het classificeren van burgers kan een eerste stap zijn richting discriminatie en uitroeiing of genocide.

- Stelt vragen als: • Wat is gelijkheid voor jou? Wat betekent ongelijkheid voor jou? • Wordt jouw geloof op jouw identiteitskaart vermeld?• Kan je voorbeelden geven van ongelijkheid die werd/wordt opgelegd en in stand wordt/

werd gehouden door de overheid? Elders in de wereld/geschiedenis? (Bijvoorbeeld de apartheid in Zuid-Afrika, de rassensegregatie in de VS, …)

- maakt een inhoudelijke overgang: Later volgen nog andere anti-Joodse wetten: uitslui-ting in bepaalde beroepen, het verbod om naar een stadspark te gaan, het verbod op radio, het verbod om tussen 20uur ’s avonds en 7uur ’s ochtends naar buiten te gaan. Op die manier wordt de vrijheid van de Joden enorm beperkt. Ze worden uitgesloten om deel te nemen aan de maatschappij. Het contact met niet-Joden wordt beperkt om te voorkomen dat niet-Joden Joden zullen helpen. Want als je elkaar niet kent, zal je elkaar ook minder snel helpen. Een andere anti-Joodse wet is de Jodenster.

de anti-Joodse wetten, de bezetting, de discriminatie, de Tweede Wereldoorlog, de uitsluitingWoordenschat

Page 21: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 7 21

JODENSTER Museum – verdieping 2 – paneel 216-219: Jodenster en verzet (foto 18: paneel 216-219)

Voorwerp Jodenster

- Wat is het gevolg van het dragen van dit voorwerp? (Door een gele ster te dra-gen, zijn Joden meteen herkenbaar of zichtbaar. Iedereen kan zien of iemand Joods is of niet door de ster.)- Bij welk mensenrecht hoort dit voor-werp? Wat is de link tussen het voor-werp en dit mensenrecht? (Heb je het recht te dragen wat je wil? Joden werden vanaf mei 1942 verplicht om een Joden-ster te dragen. Ze hadden niet de keuze, maar werden gedwongen dit te doen.)- Wat betekent dit mensenrecht voor jou?

HALTE 7

stigmatisatie en discriminatie

10 minuten

De begeleider…

- geeft een korte inleiding.Er zijn verschillende anti-Joodse wetten: Joden mogen geen radio’s houden, niet buitenko-men tussen 20uur ’s avonds en 7u ’s ochtends, België niet meer verlaten, … Ze worden open-lijk gediscrimineerd. Bekijk foto 16.4. Je ziet vijf meisjes in een park. Kan je zien of ze Joods zijn of niet? Eén van hen draagt een Jodenster. Zo is meteen zichtbaar dat dit meisje Joods is. - vraagt aan de groep wie het voorwerp heeft dat bij deze stopplaats past. Het groepje bespreekt hun voorwerp en de bijhorende vragen.

- vult de informatie van de groep aan.

Thema

Duur

Inhoud

Page 22: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 7 22

Woordenschat

Vanaf eind mei 1942 worden Joden verplicht de ster te dragen, wat iets helemaal anders is dan uit vrije wil een (religieus) symbool dragen. Plots wordt heel duidelijk wie Joods is en wie niet. De zichtbaarheid van de Joden en het zo openlijk stigmatiseren van een groep mensen, doet bij de Belgische bevolking gevoelens van medeleven ontstaan. Aanvankelijk reageren de Belgen eerder gelaten op de anti-Joodse wetten, maar nu de mensen een gezicht krijgen, groeit het verzet en de hulp aan Joden. Zo weigeren de Brusselse burgemeesters de Joden-sterren te verkopen. De Duitse bezetter doet het dan maar zelf. De houding van de burge-meesters is een voorbeeld. Joden én niet-Joden realiseren zich dat ‘nee’ zeggen ook een optie is.

Verwijs naar foto 16.3 en 16.4. Personen dragen in groep de Jodenster. Op deze manier is meteen duidelijk wie Joods is en wie niet.

- Stelt vragen als: • Tot waar gaat onze vrijheid om (symbolen) te dragen wat we willen? • Mag je bepaalde symbolische kledij dragen om het even waar en wanneer? (Vb. Mag een

ambtenaar een hoofddoek dragen tijdens haar werkuren? Mag een regering het verbran-den van een vlag verbieden?)

• Draag je zelf een symbool (religieus, politiek, …)? Wanneer? Waarom? Draag je het graag? • Stel je voor dat je een bepaald symbool zou moeten dragen (bijvoorbeeld een etiket met

‘student Nederlands’). Zou je dat oké vinden, of vind je het vervelend als men je in een vakje duwt?

- maakt een inhoudelijke overgang: Ondanks de discriminatie waren er zowel Joden als niet-Joden die zich verzetten tegen deze anti-Joodse wetten, het racisme en het geweld. De clandestiene pers is hier één voorbeeld van. In het geheim publiceerde het verzet kranten. Artikels die kritisch waren over Hitler en het nazisme waren namelijk verboden.

het antisemitisme, de discriminatie, de Jodenster, het racisme, het symbool

Tip

In de vitrine van paneel 219 liggen enkele Jodensterren. Deze kan je ook gebruiken om het verhaal van discriminatie te illustreren.

Page 23: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 8 23

Voorwerp Pamflet “Het vrije woord”

- Waarvoor werd dit voorwerp gebruikt? (Dit is een clandestiene krant.)- Bij welk mensenrecht hoort dit voorwerp? Wat is de link tussen het voorwerp en dit mensenrecht? (Artikel 19: Je hebt het recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er geen vrijheid van meningsuiting. Wie anders dacht of kritisch was tegenover de bezetter werd gestraft. Dat was verboden. Mensen hebben altijd recht op informatie en toegang tot communicatie.)- Wat betekent dit mensenrecht voor jou?

VERZET Museum – verdieping 2 – paneel 230-232: Belgisch verzet, Joods verzet

HALTE 8

Page 24: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 8 24

‘La libre Belgique’. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er verschillende drukkerijen die op een clandestiene of geheime en verboden wijze kranten en pamfletten drukten.

Je kan ook foto 28.5 bespreken: Welke symbolen zie je? (hakenkruis en Jodenster) Wat is de betekenis van deze tekening? (Een Joodse vrouw is vastgebonden/geketend aan het haken-kruis. Het nazi-regime heeft Joden in hun macht.)

Er was ook gewapend verzet, zoals aanslagen op treinen die door de bezetter gebruikt wer-den. (zie foto 28.7)

- stelt vragen als:

• Wat wijst erop dat Het Vrije Woord een clandestiene krant is? (titel, nl. Het vrije woord; het onderschrift ‘Verschijnt tegen wil en dank van den bezetter’; bepaalde zinnen zoals ‘De Joden waren de eerste slachtoffers der Nazi-barbaren!’, ‘Millioenen weerloze men-schen te verdelgen.’)

• Wat betekent verzet voor jou?• Wat betekent recht op informatie en communicatie voor jou?• Wat betekent persvrijheid voor jou?• Waar ligt de grens van vrijheid van meningsuiting voor jou? Kan iedereen zomaar zijn of

haar mening zeggen? (Vb.: Moet holocaustontkenning op internet worden verwijderd? Moeten racistische uitspraken op internet worden verwijderd? Moeten anti-islam of neo-nazistische betogingen/demonstraties worden verboden?)

• Mag een regering bepaalde uitspraken op het internet of bepaalde betogingen of demonstraties verbieden? (vb. Moet holocaustontkenning op internet worden verwij-derd? Moeten racistische uitspraken op internet worden verwijderd?)

• Durf jij je mening te zeggen, ook al verschilt die van wat de meesten denken?

- maakt een inhoudelijke overgang: De discriminatie tegenover Joden nam steeds meer en meer toe. Joden werden verplicht te gaan werken. In werkelijkheid werden ze naar de Ausch-witz gedeporteerd. Ook arresteerden Duitse én Belgische politie Joden op straat en hielden razzia’s, gerichte zoektochten naar Joden. De angst was zeer groot onder de Joden. Sommi-gen konden onderduiken of vluchten. Anderen pleegden zelfmoord om te ontkomen aan de deportaties. Er leefden ongeveer 70.000 Joden in België. Bijna 26.000 werden gedeporteerd.

het verzet, de vrijheid van meningsuitingWoordenschat

verzet, persvrijheid

10 minuten

De begeleider…

- geeft een korte inleiding.

Wanneer Hitler aan de macht komt in 1933 worden reeds boeken (bijvoorbeeld van Einstein, Freud, Voltaire, …) verbrand. Er is geen vrijheid van meningsuiting. Wat het nazisme zegt, is het enige juiste, is de enige waarheid. Toch zijn er mensen die zich hiertegen verzetten en clandestiene kranten uitgeven. Ze schrijven artikels die kritisch zijn over Hitler en het nazisme.

- vraagt aan de groep wie het voorwerp heeft dat bij deze stopplaats past. Het groepje bespreekt hun voorwerp en de bijhorende vragen.

- vult de informatie van de groep aan.

Verwijs op paneel 232 naar foto 28.1. Op deze foto zie je de drukkerij van de clandestiene

Thema

Duur

Inhoud

Page 25: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 9 25

- Wat is het doel van dit voorwerp? Waarvoor wordt het gebruikt? (Dit is een zweep. Deze wordt gebruikt om macht af te dwingen en mensen pijn te doen.)

- Bij welk mensenrecht hoort dit voorwerp? Wat is de link tussen het voorwerp en dit mensen-recht? (Artikel 4: Slavernij is verboden en artikel 5: Martelen is verboden. In Auschwitz-Birkenau moes-ten de gevangenen hard en onder dwang werken. Gevangenen werden ook zeer vaak gestraft en gemarteld. Ook als zij gehoorzaamden aan orders.

- Wat betekent dit mensenrecht voor jou?

het kampleven

10 minuten

De begeleider…

- geeft een korte inleiding. Toon de wandfoto met de toegangspoort van Birkenau.

Dit is de eindbestemming van de bijna 26.000 Joden en ‘zigeuners’ die vanuit deze plek, de Dossinkazerne werden gedeporteerd. Het gruwelijke eindpunt in een lange weg van geweld, waarbij uitroeiing van zoveel mensen ‘aanvaardbaar’ wordt.

Vanuit België kwamen bijna 26.000 Joden en ‘zigeuners’ aan in Auschwitz. 62% van hen werden onmiddellijk bij aankomst vermoord. 5000 mannen en 3000 vrouwen werden gese-lecteerd voor slavenarbeid. Zij moesten werken in concentratiekampen als gratis werkkrach-ten. Van deze 8000 personen stierven de meesten door uitputting, honger, slechte omstan-digheden, … Slechts 1200 mensen overleefde de holocaust.

Bekijk de tekeningen op paneel 352. Ella Liebermann maakte deze over haar verblijf in Aus-chwitz. Wat zie je?

Voorwerp

Thema

Duur

Inhoud

AUSCHWITZ-BIRKENAUMuseum – Verdieping 3 – paneel 352-354: Auschwitz-Birkenau: het kampleven

HALTE 9

Page 26: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 9 26

Dit verhaal van dwangarbeid is geen Joods verhaal. Ook mensen die verzet pleegden, anders-denkenden, homoseksuelen, getuigen van Jehova, … kwamen in concentratiekampen terecht. - vraagt aan de groep wie het voorwerp heeft dat bij deze stopplaats past. Het groepje bespreekt hun voorwerp en de bijhorende vragen. - vult de informatie van de groep aan.

- Stelt vragen als: • Auschwitz is het symbool geworden van de holocaust, maar is slechts één van de hon-

derden concentratiekampen. Ken je de naam van andere plaatsen? • Bezocht je zelf al een concentratiekamp? Hoe was dit? Welke indruk liet dit op je na?• Heb je zelf ooit getuigenissen van het kampleven gelezen of bekeken? (Bijvoorbeeld het

dagboek van Anne Frank of films als La vita è bella, Schindlers List, Elle s’appelait Sarah, The Boy in the Striped Pyjamas, Son of Saul, …) Hoe was dit? Welke indruk liet dit op je na?

• Ken je nog voorbeelden van genocides? De holocaust is niet de eerste en laatste geno-cide, maar ook zijn er altijd mensen of groepen die anderen helpen en verzet plegen.

- maakt een inhoudelijke overgang: In de vitrine (paneel 353) zie je kampuniformen han-gen. Het middelste hemd is van Natan Ramet, hij is de oprichter van het museum. Hij over-leefde de holocaust en vertelt ons meer over zijn naoorlogs leven. (Toon de foto van Natan Ramet op het paneel 353. Hij staat ook de transportlijst besproken bij halte 3 aan de wagon.)

Auschwitz-Birkenau, het concentratiekamp, de dood, de holocaust, de Shoah, het vernieti-gingscentrum

Woordenschat

TIP

Op paneel 354 kan je gebruik maken van de surfacetable. Die toont een plattegrond van Auschwitz en Birkenau. Zo kun je de immensiteit tonen. Op de plattegrond staan ook nummers waarbij je een beschrijving krijgt van de plek, maar ook enkele foto’s kunt bekijken.

Open de plattegrond van Birkenau: - Nummer 26 (rechts op de plattegrond) toont de iconische toegangspoort van Birkenau.- Nummer 23 toont het Jodenperron waarbij Joden hun bagage moesten achterlaten.. Daarna begon de selectie voor de dwangarbeid en de gaskamers. Nazi’s selecteerden jongens en mannen voor de dwangarbeid. Vrouwen, kinderen en ouderen werden naar de gaskamers gestuurd. Op deze plaats was de laatste keer dat ze familie en vrienden zagen. Ze werden van elkaar gescheiden nog voor ze afscheid konden nemen.

TIP

Op deze verdieping hangt in de vitrine 359 een portret van Felix Nussbaum, de kunste-naar van het schilderij ‘De vluchteling’ (bij halte 5).

Massageweld in andere contexten: Israël en de Palestijnse GebiedenTijdens het museumbezoek herken je mechanismen die leiden tot racisme, uitsluiting, massageweld en zelfs genocide. Het conflict in het Midden-Oosten is een aanslepende oorlog met frequente schendingen van verschillende mensenrechten en ook hier zijn ver-schillende geweldsmechanismen (polarisatie, wij-zij denken, propaganda, groepsconfor-misme, ontmenselijking, …) aan het werk. Het is een oorlog waar reeds tienduizenden slachtoffers zijn gemaakt en duidelijk meer langs Palestijnse dan aan Israëlische kant. Elke dode, elke discriminerende maatregel is er één te veel. Gelukkig zijn er ook veel Isra-elische én Palestijnse initiatieven die verzoenen, verbinden, overleggen, helen en ijveren voor een duurzame samenlevingsopbouw.

Page 27: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 10 27

Voorwerp fotoalbum

- Wie zijn deze mensen? Waarom is het belangrijk deze mensen te tonen? (De foto’s in het fotoboek tonen de kinderen, vrouwen en mannen die vanuit de Dossinkazerne zijn gedeporteerd naar Auschwitz-Bir-kenau. Je ziet foto’s van gezinnen, personen die hun beroep uitvoeren, religieuze en niet-religieuze Joden, rijke en arme, jong en oud, …)

- Bij welk mensenrecht hoort dit voorwerp? Wat is de link tussen het voorwerp en dit mensenrecht? (Heb je het recht om personen en gebeurtenissen te herinneren? De foto’s in een fotoalbum herinneren ons aan bepaalde personen en gebeurtenissen uit het verleden.) - Wat betekent dit mensenrecht voor jou?

de herinnering

10 minuten

Locatie 1: Museum – verdieping 3 – portrettenmuur

De begeleider…

- Toont de foto van Natan Ramet op de portret-tenmuur. Links van hem hangt zijn vader, Judka Ramet.

- Stelt de vraag: Wat valt je op als je naar de portrettenmuur kijkt? (foto’s vs. silhouetten, zwart-wit vs. kleur, immensiteit, … De foto’s tonen alle mensen die vanuit de Dossinkazerne werden gedeporteerd. De personen op de zwart-witfoto’s keerden niet terug uit Auschwitz. De foto’s in kleur tonen de personen die de holocaust hebben overleefd. De silhouetten, foto’s met enkel een figuur of omtrek, tonen mannen, vrouwen en kinderen van wie er (nog) geen foto is geschonken aan het museum.)

- vraagt aan de groep wie het voorwerp heeft dat bij deze stopplaats past. Het groepje

Thema

Duur

Inhoud

HERINNEREN EN HET NAOORLOGS LEVEN Museum – verdieping 3 – portrettenmuur en paneel 372

HALTE 10

Page 28: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 10 28

bespreekt hun voorwerp en de bijhorende vragen.

- vult de informatie van de groep aan.

Deze muur toont de omvang van de deportatie en ook de enorme verscheidenheid binnen deze groep (jong, oud, gelovig, ongelovig, arm, rijk, …). De nazi’s wilden de Joden en ‘zigeu-ners’ uitroeien, onzichtbaar maken. Deze muur geeft alle mensen weer een gezicht.

- Stelt vragen als:• Hoe herinner jij overleden gebeurtenissen, familieleden en vrienden? (bezoek aan een

graf, foto bij zich hebben, …)• Naar welke plaats ga jij om te rouwen of om geliefden te herinneren?• Wat vind jij belangrijk om te onthouden? Hoe worden geliefden en gebeurtenissen in

jouw land van herkomst herdacht?• - maakt een inhoudelijke overgang naar de volgende locatie: Toon de foto van Natan Ramet op de portrettenmuur. Natan Ramet is de oprichter van het museum en overleefde de holo-caust. Ook hij vindt herinneren belangrijk. Het is een manier om om te gaan met het verle-den, het te verwerken. Hoe je leven weer op te bouwen nadat je vrienden en familie hebt verloren? Hij vertelt ons meer over zijn naoorlogs leven.

Locatie 2: Museum – verdieping 3 – paneel 372

De begeleider…- toont de getuigenis van Natan Ramet.

Ik kom aan in Antwerpen rond 11 uur ’s avonds. Er staat een man op het perron, en die ziet dat ik die vest draag, die gestreepte vest, en hij zegt ‘hoe heet gij?’ Ik zeg ‘Ramet’. En hij zegt: ‘Wat doet gij hier? Je moeder en je zuster leven.’ Ik loop, ik loop langs de Isabellalei . Voor een coiffeur staat een vrouw op straat en ze zegt in het plat Vlaams ‘zijn er veel van jullie terug?’ Dat was een klap! Ik ga niet zeggen wat ik geantwoord heb. Heel lelijk… Dan ben ik naar het huis gelopen. Daar waren de huisbewaar-ders, de conciërge Albert en Madeleine Moras, magnifieke mensen, en zij heeft gehuild, gehuild, die Madeleine, ongelofelijk. Goed, dan is ze mijn moeder gaan voorbereiden. Dat heeft een tijdje geduurd, want mijn moeder stond iedere dag en nacht aan het venster te wachten op mijn vader en op mij. En het ergste, wat mij altijd heel veel emotioneert, iets wat eigenlijk een vreugde zou moeten zijn, dat is… dat ze, mijn moeder – daar was zo’n lange corridor, de deuren waren met glas, en er was een kleine fauteuil in velours. Mijn moeder stond er voor, ze was een kleine vrouw van gestalte, en mijn zuster zegt tegen haar in het Pools: ‘Nanek is terug.’ Dan heeft mijn moeder gezegd ‘dat is Nanek niet.’ Maar ik had nog die wonde van mijn oog, dat was nog van in Warschau, en ik was heel, heel mager.

Page 29: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 10 29

Woordenschat

Ze heeft me niet herkend en ze heeft gezegd‘dat is Nanek niet’. En dat was voor mij ver-schrikkelijk, en dan is ze flauwgevallen. Het heeft urenlang geduurd tot ze me toch aan mijn stem en mijn Pools herkend heeft. Ze hebben nooit gevraagd wat ik meegemaakt had, hoe vader gestorven is. Mijn zuster en mijn moeder hebben veel verteld over het feit dat ze twee jaar lang niet bui-ten mochten. En daarna zijn vrienden gekomen, niemand heeft gevraagd wat ik meege-maakt heb. Ik heb er eigenlijk niet meer over gesproken, behalve met mijn vrouw. Maar ik ben pas er over beginnen te spreken… in 1994 of 1995. Maar ik heb één grote gave. Als ik in een school ga, en ik spreek erover, niet zo lang, een anderhalf uur, een uur en een kwart en een half uur voor de vragen… ik ga terug in mijn wagen, ik zet Radio Klara op en het is gedaan. Ik ben… eindelijk ben ik… een heel gelukkige man.

- Stelt vragen als:

• Wat geeft Natan Ramet kracht?• Wat geeft jou kracht?• Wanneer ben jij gelukkig? Wat maakt jou gelukkig? Wat maakt anderen gelukkig?

- maakt een inhoudelijke overgang: Het is een recht om je goed te voelen, gezond, veilig, gesteund, … Verschillende rechten van de mens bespraken we tijdens het bezoek. Waarom zijn deze belangrijk?

Auschwitz-Birkenau, de bevrijding, de deportatie, de Dossinkazerne, herinneren

TIP

• In het fotoboekje zitten de foto’s van Felix Nussbaum (bij halte 5) op pagina 1 en Natan Ramet (bij halte 3 en halte 10) op pagina 2.

Page 30: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 11 30

Voorwerp /

Mensenrechten

10 minuten

De begeleider…

- Geeft een korte inleiding over de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

We bespraken verschillende rechten van de mens. Deze zijn pas ontstaan in 1948, drie jaar na de Tweede Wereldoorlog. Omdat wereldwijd mensen geschokt waren door de gruwel van de holocaust ontstond dit verdrag met verschillende mensenrechten.

- Leest enkele artikels voor op het paneel.

- Stel vragen als:• Waarom is het belangrijk verschillende rechten vast te leggen in een verdrag? (De men-

senrechten hebbeneen grote betekenis als algemene morele en juridische standaard en is de basis van het werk van mensenrechtenorganisaties.)

• Welk recht vind jij het belangrijkste? Waarom? • Zijn er rechten die ontbreken? Zo ja, welke? (Vb.: recht om (religieuze, politieke, …) sym-

bolen te dragen waar en wanneer je wil, recht op herinnering en herdenking, recht op psychologische gezondheid, vrijheid van wetenschappelijk onderzoek, bescherming van vrouwen tegen geweld, bescherming van kinderen tegen kinderarbeid, recht op ontwik-keling (bescherming tegen kolonisatie), recht op een adequate levensstandaard, …)

- Maakt een inhoudelijke overgang: Er ontbreken rechten en ze zijn niet in alle culturen even universeel. Toch is dit verdrag een zeer belangrijke intentieverklaring. Landen tonen zich bereid deze rechten na te leven. Ondanks het belang van deze mensenrechten, zijn er landen die deze mensenrechten niet naleven of respecteren. We merken dat in het verleden, maar ook in het heden deze niet altijd worden gerespecteerd. Hoe komt dit? Wat kunnen we daaraan doen? Welke boodschap hebben we naar anderen toe?

de mensenrechten

Thema

Duur

Inhoud

Woordenschat

MENSENRECHTENMuseum – verdieping 3 – paneel 376: Recht en verdraagzaamheid

HALTE 11

Page 31: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 12 31

Materiaal

Thema

Inhoud

Debriefing

Voorzie een korte pauze tussen het museumbezoek en het debriefingsmoment. Zo kunnen de leerlingen of cursisten alle indrukken die ze opdeden tijdens het museumbezoek even laten bezinken en stoom afblazen.

In het debriefingsmoment staat de reflectie over het museumbezoek en de verschillende thema’s als (on)verdraagzaamheid, hoop, racisme, migratie, mensenrechten, … centraal. Het is een moment dat de bezoekers hun indrukken, reacties, gedachtes, … kunnen uiten.

In het museumcafé liggen verschillende postkaarten waarop de groepsleden iets kunnen opschrijven.

In de voorwerpenkoffer vind je potloden om de postkaarten in te vullen.

Wat is jouw boodschap aan de toekomst?

De begeleider…

- gaat met de groep in het museumcafé aan een tafel zitten. Bespreekt eventuele vragen die de leerlingen of cursisten nog hebben. - stelt vragen als:

• Wat is jou het meest bijgebleven van het museumbezoek? Wat onthoud je? Welke foto of welk verhaal? Wat is de boodschap van het museum?

• Eventueel: Mag je dragen wat je wil om het even waar en wanneer? Bijvoorbeeld: Mag een school een leerling verbieden een hoofddoek te dragen op school? Kan je zeggen wat je wil? Bijvoorbeeld: Moeten racistische uitspraken op het internet worden verwij-derd? Moeten anti-islam betogingen worden verboden? Mag men mensenrechten met geweld doen naleven? Mag ontwikkelingshulp (hulp aan andere landen) alleen gaan naar landen die de mensenrechten respecteren? Mag de informatie die jij op internet (vb. Facebook) plaatst, bewaard en bekeken worden?

- legt de opdracht uit: Er zijn verschillende postkaarten. Elke leerlingen of cursist kiest één postkaart die hen aanspreekt. Op deze postkaart schrijven ze hun boodschap aan de toe-komst, hun gedachten over het museumbezoek.

DEBRIEFINGMuseum – kelderverdieping – museumcafé

HALTE 12

Page 32: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Halte 12 32

Duur

Woordenschat

- bespreekt enkele boodschappen van groepsleden. Welke boodschap heb je opgeschreven? Wat vind jij belangrijk om door te vertellen over dit museumbezoek? - Laat de groepsleden de eigen postkaart ophangen in het museum. Ze kiezen nu een post-kaart van een andere bezoeker uit die ze mogen meenemen naar huis.

- legt de opdracht uit: Er zijn verschillende postkaarten. Elke leerlingen of cursist kiest één postkaart die hen aanspreekt. Op deze postkaart schrijven ze hun boodschap aan de toe-komst, hun gedachten over het museumbezoek.

- bespreekt enkele boodschappen van groepsleden. Welke boodschap heb je opgeschre-ven? Wat vind jij belangrijk om door te vertellen over dit museumbezoek?

- Laat de groepsleden de eigen postkaart ophangen in het museum. Ze kiezen nu een post-kaart van een andere bezoeker uit die ze mogen meenemen naar huis.

20 minuten

de herinnering

Page 33: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Verklarende woordenlijst 33

de angst

anti-Joodse wetten

het antisemitisme

Auschwitz-Birkenau

het bestuur

de bevrijding(< bevrijden)

de bezetting(< bezetten, de bezetter)

de collaboratie (< collaboreren, de collaborateur)

het concentratiekamp

de dader

de davidster

de deportatie(< deporteren)

de dictatuur(< de dictator)

de discriminatie(<discrimineren)

de diversiteit

de dood

het bang zijn, schrik hebben, de vreesDit is het thema van de tweede verdieping van het museum Kazerne Dossin.

Tijdens de bezetting voeren de nazi’s een heleboel anti-Joodse wetten in. Die wetten beper-ken de vrijheid van de Joodse mensen en maken het onderscheid tussen Joden en andere mensen heel duidelijk. Enkele voorbeelden van anti-Joodse wetten zijn: Joden mogen geen radio’s hebben, Joden mogen niet buitenkomen tussen 20uur en 7uur, Joden mogen niet naar niet-Joodse scholen, …

de haat tegen Joden

Auschwitz is een concentratiekamp. In dit kamp moesten miljoenen mensen (Joden, maar ook politieke gevangenen, homoseksuelen, …) heel zwaar werk doen. Birkenau is een vernietigingskamp. Hier werden tussen de 1,2 en 1,8 miljoen mensen ver-moord door vergassing. Dat waren voornamelijk Joden, vanuit heel Europa.

de leiding van een landTijdens de Tweede Wereldoorlog viel België onder Duits bestuur.

het vrij maken van mensen, bv. uit een gevangenis of uit onderdrukkinghet vrij maken van een land in een oorlogssituatie

het bezit nemen van iets. Duitsland bezet België op 10 mei 1940 : het Duitse leger komt naar België en het Duitse bestuur neemt de macht.

het meewerken, in dit geval: het meewerken met de bezetter.Collaborateurs waren mensen die samenwerkten met de nazi’s.

een kamp waar de nazi’s tegenstanders en ‘minderwaardige’ mensen gevangen hielden. De gevangenen moesten heel zwaar werk doen.

Iemand die een misdaad pleegt

de JodensterDeze ster met zes punten is het symbool van het Joodse volk en de Joodse cultuur.In de door de nazi’s bezette gebieden moesten Joden deze ster duidelijk zichtbaar op hun kleding dragen. Deze verplichting was één van de anti-Joodse wetten die de nazi’s invoerden.

het onder dwang wegvoeren van mensen naar concentratiekampen

In een dictatuur heeft het land één leider: de dictator. Die dictator heeft alle macht om in het land beslissingen te nemen.

de uitsluitingeen onderscheid maken tussen mensen of groepen, bv. op basis van godsdienst of religieiemand anders of een andere groep anders en ongelijk behandelen

het anders zijn, de verscheidenheid, de verschillen

gestorven, overleden>< het levenDit is het thema van de derde verdieping van het museum Kazerne Dossin.

3. BIJLAGENBijlage 1: Verklarende Woordenlijst

Page 34: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Verklarende woordenlijst 34

Een plaats in Mechelen (stad in België). Tijdens de Tweede Wereldoorlog deporteerden de nazi’s bijna 26.000 Joden en ‘zigeuners’ vanuit deze plaats naar Auschwitz-Birkenau.

de plaats in een vernietigingskamp waar mensen vermoord werden door gas

de moord op een volk en/of een specifieke groep mensen

de fysieke kracht waarmee je mensen pijn doet. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Joden vaak met geweld gearresteerd.

de swastikaHet symbool van de nazi’s en hun partij. Dit symbool kon je zien op vlaggen, uniformen, gebouwen, brieven, … 

Denken aan, herdenken, memoreren, denken aan iets dat zich in het verleden heeft afge-speeld.

Adolf Hitler (1889-1945) is geboren in Oostenrijk. Hij wordt de leider van de nazi-partij in Duitsland. Vanaf 1933 staat hij aan het hoofd van de Duitse regering en krijgt hij de titel ‘Führer’ (leider).

de Shoahde moord op ongeveer zes miljoen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. 

Wie je bent, jouw persoonlijkheid, jouw interesses, karakter. Wat jou kenmerkt.

Joden vormen een volk. Ze voelen zich verbonden voelen door tradities van de Joodse reli-gie en/of cultuur. Sommige Joden zijn gelovig, anderen niet.

davidsterDeze ster met zes punten is het symbool van het Joodse volk en de Joodse cultuur. In de door de nazi’s bezette gebieden moesten Joden deze ster duidelijk zichtbaar op hun kleding dragen. Deze verplichting was één van de anti-Joodse wetten die de nazi’s invoerden.

een militair verblijf van soldaten

De invloed die iemand heeft door zijn/haar functie.Een dictator heeft enorm veel macht in een land.

heel veel mensen samenDit is het thema van de eerste verdieping van het museum Kazerne Dossin.

herdenkingsplaats 

de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM)De Rechten van de Mens (UVRM) werden in 1948 opgeschreven, kort na de Tweede Wereld-oorlog. Toen wist iedereen welke misdaden de nazi’s hadden gepleegd. Vooral de moord op zes miljoen Joden schokte de wereld. Zoiets mocht nooit meer gebeuren. De UVRM beschrij-ven hoe mensen elkaar zouden moeten behandelen. Ze gaan bv. over het recht op informa-tie, op vrijheid van mening, op vrijheid van godsdienst, … De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is nu door 191 landen ondertekend. Dat zijn bijna alle landen van de wereld. 

de verplaatsing van groepen mensen van de ene plaats naar de andereverhuizen naar een ander land

de Dossinkazerne /Kazerne Dossin

de gaskamer

de genocide

het geweld

het hakenkruis

herinneren(<de herinnering)

Hitler

de holocaus

de identiteit

de Joden

de Jodenster

de kazerne

de macht

de massa

het memoriaal

de mensenrechten

de migratie(< migreren)

Page 35: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Verklarende woordenlijst 35

Een museum is een plaats (meestal een gebouw) die mensen kunnen bezoeken. Op deze plaats worden voorwerpen, kunstwerken, … tentoongesteld en er informatie wordt verstrekt.

Iemand die in de buurt is terwijl er iets onverwachts gebeurt. De omstander moet dan een keuze maken: reageert hij of doet hij niets?

De ideeën van Hitler en de nazi’s, gebaseerd op extreem racisme en nationalisme

de voorkeur of liefde voor de eigen nationaliteit met een afkeer van het vreemde of andere

een lid van de partij van Hitler, aanhanger van het nazisme

zich verstoppen, zich verbergenTijdens de Tweede Wereldoorlog duiken veel Joden onder en verstoppen zich zo voor de nazi’s.

denken dat sommige mensen beter of slechter zijn dan anderen, een onderscheid maken tussen mensen op basis van hun huidskleur

een gerichte zoektocht in enkele straten met de bedoeling om zo veel mogelijk mensen te arresteren

We kennen Roma en Sinti als mensen die in woonwagens wonen en rondtrekken. Toch wonen velen van hen gewoon in een huis. Ze zijn zo’n 1200 jaar geleden van India naar Europa gekomen. Er is veel discriminatie tegenover deze groepen mensen. Tussen 1942 en 1944 sluiten de nazi’s hen op in de Dossinkazerne en deporteren hen naar Auschwitz-Birkenau.

de holocaustDe moord op ongeveer zes miljoen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Een persoon die iets ergs meemaakt en daar geen schuld aan heeft, bv. de Joden, Roma en Sinti die vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz werden gebracht. 95% van hen overleefde het niet.

het cliché, een beeld over een groep mensen dat zeer algemeen is.

het teken, het beeld, het logo

het vervoer, in deze context: de trein

een oorlog die plaatsvond tussen 1939 en 1945. Aan deze de Tweede Wereldoorlog namen heel veel landen deel.

de discriminatie• een onderscheid maken tussen mensen of groepen• iemand anders of een andere groep anders en ongelijk behandelen

Een plaats die speciaal was ingericht om zoveel mogelijk mensen in een korte tijd te doden. Mensen werden in grote groepen gedood in gaskamers en daarna verbrand. Een voorbeeld is Auschwitz-Birkenau.

het museum

de omstander

het nazisme

het nationalisme

de nazi

onderduiken

het racisme

de razzia

de Roma of Sinti

de Shoah

het slachtoffer

de stereotype

het symbool

het transport

de Tweede Wereld-oorlog

de uitsluiting(<uitsluiten)

het vernietigings-centrum

Page 36: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Verklarende woordenlijst 36

Een plaats waar men tijdelijk mensen gevangen houdt of verzamelt in afwachting van de deporatie. De Dossinkazerne was tussen 1942 en 1944 een verzamelkamp voor Joden en ‘zigeuners’.

het protest, actie of strijd voeren tegen Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er veel mensen die niet akkoord gingen met de nazi’s. Ze werkten de nazis op verschillende manieren tegen, bv. door Joden te helpen onderduiken, door het vervalsen van papieren, door het verspreiden van verboden kranten, …

Een persoon die weggaat uit zijn dorp, stad of land uit angst voor geweld of zijn leven. Tijdens de jaren 30 vluchten veel Duitse Joden naar België omdat het geweld tegen Joden toeneemt.

Een (vaak negatief) beeld dat niet correct is en gebaseerd is op een cliché of stereotype.

Het recht te zeggen wat je denkt.

scheldwoord, lelijk woord voor Roma en SintiWe kennen Roma en Sinti als mensen die in woonwagens wonen en rondtrekken. Toch wonen velen van hen gewoon in een huis. Ze zijn zo’n 1200 jaar geleden van India naar Europa gekomen. Er is veel discriminatie tegenover deze groepen mensen. Tussen 1942 en 1944 sluiten de nazi’s hen op in de Dossinkazerne en deporteren hen naar Auschwitz-Birkenau.

het verzamelkamp

het verzet

de vluchteling(< vluchten)

het vooroordeel

de vrijheid van meningsuiting

‘zigeuners’

Page 37: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Schematisch overzicht museumbezoek 37

Bijlage 2: Schematisch overzicht museumbezoek

HALTE 1: inleiding

HALTE 2: binnenkoer

HALTE 3: wagon

HALTE 4: Joodse cultuur

en religie

HALTE 5: vluchten en

migratie

HALTE 6: De tweede

Jodenregis- tratie

HALTE 7: Jodenster

Museumcafé (-1)

Memoriaal: binnenkoer

Wagon

Verdieping 1: 113

Verdieping 1: 118

Verdieping 1: 141

Verdieping 2: 216-219

Introductiefilmp NT2

Voorwerpenkoffer Foto binnenkoer

Artikel 3: Niemand heeft het recht je zonder

goede reden gevangen te zetten.

Transportlijst

Artikel 9: Niemand heeft het recht je zonder

goede reden het land uit te sturen.

Kippa

Artikel 2: Iedereen heeft recht om te geloven in

wat je wil.

Schilderij ‘De vluchteling’

Artikel 14: Recht op asiel

Paspoort

Artikel 7: Iedereen moet op dezelfde manier behandeld worden.

Jodenster

Je hebt het recht om te dragen wat je wil.

De holocaust en mensenrechten

(algemeen)

Onvrijheid, opsluiting

Deportatie

Cultuur en religieIdentiteit en

diversiteit

Vluchten en migratie

Ongelijkheid en discriminatie

Stigmatisatie en discriminatie

30’

10’

10’

10’

10’

10’

10’

- de Universele Verklaring van de

Rechten van de Mens - de Tweede Wereld-

oorlog- de holocaust

- functie Dossinka-zerne als verzamel-kamp (1942-1944)- functie Dossinka-

zerne vandaag- Wat is vrijheid?

Onvrijheid?

- deportatie: 3 dagen, 2 nachten in over-

volle wagons- Dossin-Auschwitz

- 28 transporten, bijna 26.000 Joden

en ‘zigeuners’

- identiteit = divers- stereotypen en

vooroordelen

- Joden vluchten uit Duitsland omwille van

discriminatie- internationale

gemeenschap geeft geen duidelijk beleid.

- mei 1940: België wordt bezet

- anti-Joodse wetten- Jodenregistratie

- Wat is (on)gelijkheid?

- mei 1942: Jodenster – stigmatisatie

- Joden worden uiter-lijk herkenbaar.- verzet groeit

- dragen van symbolen

Halte Locatie Voorwerp en mensenrecht

Thema Duur Inhoud

Page 38: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Schematisch overzicht museumbezoek 38

Schematisch overzicht museumbezoek

HALTE 8: Verzet

HALTE 9: Auschwitz-

Birkenau

HALTE 10: Herinneren en het naoorlogs

leven

HALTE 11: Mensenrechten

HALTE 12: Debriefing

Verdieping 2: 230-232

Verdieping 3: 352-354

Verdieping 3: portrettenmuur

en 372

Verdieping 3: 368

Museumcafé (-1)

Pamflet “Het vrije woord”

Artikel 19: Recht op vrij-heid van meningsuiting.

Zweep

Artikel 4: Slavernij is verboden.

Artikel 5: Martelen is verboden.

Fotoalbum

Je hebt het recht om personen en gebeurte-

nissen te herinneren.

/

postkaartjes

Verzet, persvrijheid

Het kampleven

De herinnering

Mensenrechten

Boodschap aan de toekomst

10’

10’

10’

10’

20’

- verzet: clandestiene pers, gewapend verzet- Wat betekent verzet

voor jou?- Wat is persvrijheid?

- Wat is vrijemenings-uiting?

- 5% overleefde de holocaust

- 62% door vergassing- 33% door de gevol-

gen van ziektes, dwangarbeid, honger,

- portrettenmuur: zwartwit vs. sepia, sil-

houetten, …- Wat betekent herin-

nering voor jou?- getuigenis Natan

Ramet

- Wat is het belang van de UVRM?

- Welk recht vind je het belangrijkst?

- Ontbrekende rech-ten?

- Wat is jouw bood-schap naar anderen?

Halte Locatie Voorwerp en mensenrecht

Thema Duur Inhoud

Page 39: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Bijlage 3: plattegronden museumbezoek 39

Bijlage 3: plattegronden museumbezoek

Page 40: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Bijlage 3: plattegronden museumbezoek 40

Bijlage 3: plattegronden museumbezoek

Page 41: HANDLEIDING NT2 - Kazerne Dossinten laten reflecteren over racisme, uitsluiting, en discri-minatie op basis van afkomst, geloof, overtuiging, huids-kleur, geslacht en geaardheid. Het

Bijlage 3: plattegronden museumbezoek 41

Bijlage 3: plattegronden museumbezoek