HANDLEIDING Mondri Ouvertureorgelcentrum.nl/wp-content/uploads/2019/09/mondri... · 2019-11-19 ·...

HANDLEIDING

Mondri Ouverture

CONTENT

Mondri Ouverture 1

ALGEMEEN

Inleiding

Het is ons een genoegen dat u uw keuze hebt laten vallen op dit fraaie instrument. Onze instrumenten staan wereldwijd in hoog aanzien en worden in toenemende mate gewaardeerd door amateurs en professionals. Met traditioneel vakmanschap wordt, de in eigen huis ontworpen digitale technologie toegepast, die alleen in CONTENT instrumenten worden gebruikt. In de techniek staat de tijd nooit stil. Een moderne fabrikant is daarom voortdurend bezig met de verbetering van zijn instrumenten. Onze technici zijn erin geslaagd om de klankkwaliteit van de instrumenten uit de huidige serie op een nog hoger niveau te brengen. De toegepaste techniek maakt gebruik van ASIC's, (Application Specific Integrated Circuits). Met deze techniek heeft CONTENT een zeer complexe digitale signaalprocessor ontwikkeld met uitgebreide mogelijkheden specifiek voor het klassieke instrument. De in de geheugenbanken opgeslagen klanken worden door meerdere signaalprocessors tegelijkertijd (real time) bewerkt, waardoor de klanken de eigenschappen meekrijgen van het originele pijporgel. Het klankkarakter van de stemmen wordt verkregen door middel van "Sampling" (bemonstering) Van mooie registers van verschillende pijporgels in Europa worden, van iedere pijp afzonderlijk, digitale opnamen gemaakt. Deze klank "voorbeelden" worden daarna geanalyseerd met speciale computer programma‘s en eventueel gecorrigeerd op mogelijke verschillen in intonatie of stemming. De verkregen informatie wordt opgeslagen in de geheugenbanken van het orgel. Hierdoor krijgen we een zo realistisch mogelijke weergave van het originele pijporgelgeluid. Iedere stem behoudt zijn karakteristieke eigenschappen en ook het volle werk blijft stralend klinken. Het weergave systeem van uw instrument bestaat uit diverse versterkers en luidsprekers van hoge kwaliteit en geeft in combinatie met de digitale nagalm een rijke en brede klank. Wij adviseren u deze handleiding zorgvuldig door te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw orgel leert kennen. Als geheugensteun is een verkort overzicht bijgevoegd van de door u te wijzigen eigenschappen. Mocht u nog verdere vragen hebben, dan verzoeken wij u contact opnemen met uw dealer. Bekijkt u ook eens onze webpagina : www.content-organs.com LEES EERST DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP PAGINA 2

CONTENT

Mondri Ouverture 2

Belangrijke veiligheidsvoorschriften

Wij adviseren u daarom deze instructies en deze handleiding goed te lezen. De volgende informatie wordt gegeven voor een veilig gebruik van uw orgel. WAARSCHUWING: Voorkom kortsluiting, brand en/of elektrocutie. Sluit het orgel nooit op een dimmer aan. Gebruik het orgel niet bij water of in een vochtige omgeving. Let op dat niets op, of in het orgel kan vallen en dat er geen vloeistoffen in het orgel komen. Wanneer er toch vloeistof in het orgel komt moet u het instrument onmiddellijk uitschakelen en de stekker uit de wandcontactdoos halen. Installeer het orgel uitsluitend op een stabiele ondergrond en let er op dat goede ventilatie mogelijk is. Plaats het orgel niet in de directe zon of bij een verwarmingsradiator. Dit orgel kan een zeer sterk volume opwekken. Pas het volume aan om schade aan uw gehoor te voorkomen. Uw orgel mag uitsluitend worden aangesloten op een netspanning zoals aangegeven op het serienummer plaatje onder de speeltafel. Haal de steker uit de wandcontactdoos als het orgel langere tijd niet wordt gebruikt. Ook bij onweer is het beter de steker uit de wandcontactdoos te halen. Bij blikseminslag kan, ondanks dat de stekker uit de wandcontactdoos is gehaald, toch schade ontstaan aan het binnenwerk van het orgel.

CONTENT

Mondri Ouverture 3

Inhoudsopgave

ALGEMEEN ............................................................................................................................................... 1 Inleiding .............................................................................................................................................. 1 Belangrijke veiligheidsvoorschriften ................................................................................................... 2 Inhoudsopgave ................................................................................................................................... 3 Het ontstaan van de klankkleuren ...................................................................................................... 5 Labiaalpijpen ...................................................................................................................................... 5 Linguaalpijpen .................................................................................................................................... 6 Plaatsingsvoorschriften ...................................................................................................................... 6 Netschakelaar .................................................................................................................................... 7 Spaarstand ......................................................................................................................................... 7 Totaal volume regeling ....................................................................................................................... 7 Zwelpedalen ....................................................................................................................................... 7 Overzichttekening van uw orgel (Waar zit wat?) ................................................................................ 8

REGISTERPANEEL ................................................................................................................................... 8 Het registreren .................................................................................................................................... 8 Hoofdwerk registers ........................................................................................................................... 9 Pedaal registers ................................................................................................................................. 9 Monobas ............................................................................................................................................. 9 Koppels............................................................................................................................................... 9 Tremulanten ....................................................................................................................................... 9

DRUKKNOPPEN VOORLIJST .................................................................................................................. 10 Presets ............................................................................................................................................... 10 Set ...................................................................................................................................................... 10 Programmeren van Presets ............................................................................................................... 10 +/- Drukknoppen ................................................................................................................................. 10 TA (Tongwerken Af) ........................................................................................................................... 11 Cancel (O) .......................................................................................................................................... 11

STRUCTUUR VAN DE PCC ...................................................................................................................... 11 Het begrip Orgel 1, 2, 3 ...................................................................................................................... 11 Hoofdmenu 1, Menu 2 en 3. Functie onderverdeling ......................................................................... 11 De PCC (Personal Control Centre ) ................................................................................................... 12

HOOFDMENU 1 – Algemene instellingen (1.1 – 1.4) ............................................................................. 13 Hoofdmenu 1.1 - Transponeren ......................................................................................................... 13 Hoofdmenu 1.1 - Chorus .................................................................................................................... 13 Hoofdmenu 1.1 - Mem Bank 1-86 ...................................................................................................... 13 Hoofdmenu 1.1 - Voice Control .......................................................................................................... 14 Hoofdmenu 1.1 - Pedaal Volume ....................................................................................................... 14 Hoofdmenu 1.1 - Reverb (Nagalm Volume Regeling) ....................................................................... 14 Hoofdmenu 1.2 - Lower Reverb Upper .............................................................................................. 15 Hoofdmenu 1.2 - Lower Organ Upper ................................................................................................ 15 Hoofdmenu 1.3 – Volume balans regeling van de werken PD-VOL, HW-VOL, ZW-VOL ................. 15 Hoofdmenu 1.3 - Totaal Volume Regeling TOT-VOL ........................................................................ 15 Hoofdmenu 1.4 - Keuze tussen Orgel 1, 2, 3 (mogelijk in Menu 1, Menu 2 en Menu 3) ................... 16 Hoofdmenu 1.4 – SAVE. Opslaan van wijzigingen onder Orgel 1, 2, 3 ............................................. 17 Pincode Invoeren ............................................................................................................................... 17 Quick Save ......................................................................................................................................... 17 Hoofdmenu 1.4 - RESET, herstel van wijzigingen in Orgel 1, 2, 3 .................................................... 18 Van Menu 1 naar Menu 2 naar Menu 3 ............................................................................................. 18 Selecteren van vensters in Menu 2 of Menu 3 ................................................................................... 19

MENU 2 - Speelhulpen ............................................................................................................................. 19 Menu 2.1 - Manuaalomkering ............................................................................................................ 19 Menu 2.1 - Nagalm Programma's ...................................................................................................... 20 Menu 2.3, Menu 2.4 – Snelheid en Diepte Instellingen voor Tremulanten Hoofdwerk en Zwelwerk 20 Menu 2.6 - Historische Stemmingen .................................................................................................. 20 Menu 2.6 - Winddruk .......................................................................................................................... 21

MENU 3 - Registereigenschappen .......................................................................................................... 22 Menu 3 - Registereigenschappen ...................................................................................................... 22 Menu 3.1 - Volume, Ruis en Chorus Instellingen per register ........................................................... 23 Menu 3.2 - Dynamic Contour ............................................................................................................. 23 Menu 3.2 - Fluctuatie .......................................................................................................................... 23 Menu 3.3 - Volume per Toets per Register ........................................................................................ 24

HOOFDMENU 1 – Algemene instellingen (1.5 – 1.8) ............................................................................. 25

CONTENT

Mondri Ouverture 4

Hoofdmenu 1.6 - Demosong ............................................................................................................. 25 Hoofdmenu 1.7 - Extravoice .............................................................................................................. 26 Hoofdmenu 1.8 – Zwelpedaal configuratie ........................................................................................ 26 Hoofdmenu 1.8 - Toonhoogte A = 440 (fijnstemming) ...................................................................... 27 Hoofdmenu 1.8 - Crescendo Pedaal aan / uit ................................................................................... 27 Programmeren van het Crescendo Pedaal ....................................................................................... 27

MIDI ........................................................................................................................................................... 27 Wat is Midi ......................................................................................................................................... 27 Wat is een Midi Kanaal ...................................................................................................................... 27 Extra Voice drukknoppen Aan/Uit (E.V.) ........................................................................................... 28 Opnemen van MIDIdata .................................................................................................................... 28 Midi All Notes Off ............................................................................................................................... 29

AUDIO ....................................................................................................................................................... 29 Audio aansluitingen LINE OUT IN ..................................................................................................... 29 Hoofdtelefoon .................................................................................................................................... 29

TECHNISCHE INFORMATIE .................................................................................................................... 30 Achterzijde ......................................................................................................................................... 30 Versterking......................................................................................................................................... 30 Luidsprekers ...................................................................................................................................... 30 Afmetingen......................................................................................................................................... 30

ZORG EN ONDERHOUD .......................................................................................................................... 30 Pedaalverlichting ............................................................................................................................... 30 Meubel ............................................................................................................................................... 30 Toetsen en Schakelaars .................................................................................................................... 30 Vervoer van uw Orgel ........................................................................................................................ 30 Storingen ........................................................................................................................................... 31

BIJLAGEN ................................................................................................................................................. 31 Hoofdmenu 1.7 - Content ExtraVoice Bibliotheek ............................................................................. 32 PCC venster overzicht ....................................................................................................................... 33

Mei 2009 AvdB/DJ

CONTENT

Mondri Ouverture 5

Het ontstaan van de klankkleuren

Om goed te kunnen registreren is het belangrijk dat u op de hoogte bent van de verschillende klankkleuren van de registers. Daarom in het kort iets over de orgelregisters van een pijporgel. Door de diverse soorten registers kan een organist beschikken over vele klankkleurcombinaties en een zeer grote dynamiek: van een zacht fluitje tot het overdonderend tutti. Het pijporgel staat daarom ook bekend als de koning der instrumenten! Wanneer we naar het pijporgel kijken, dan valt op dat de lengte van de orgelpijpen varieert. Een orgelpijp wordt gemaakt van het zogenoemde ‘orgelmetaal’ (een lood-tin legering), maar ook worden diverse houtsoorten gebruikt. Daarnaast kan een orgelpijp aan de bovenkant open of gedekt zijn en kan ook de vorm variëren. Al deze verschillen bepalen o.a. het klankkarakter/klankkleur van een orgelpijp. Deze verschillende orgelpijpen zijn in twee hoofdgroepen te verdelen: 1. Labiaalpijpen (prestanten, fluiten en strijkers) 2. Linguaalpijpen (tongwerken)

Labiaalpijpen

Dit soort orgelpijpen bestaat uit een voet, een labium (= lippen) en een corpus (= lichaam). De werking is te vergelijken met een blokfluit:

• Onder in de voet zit een opening waardoor de lucht naar binnen stroomt.

• Vanwege het labium wordt deze luchtstroom gesplitst: één deel gaat ‘verloren’, terwijl het andere deel via de ‘mond’ de corpus binnenstroomt.

• De corpus functioneert als een resonantiebuis, wat de toonhoogte bepaalt. Bij een blokfluit is de lengte van deze resonantiebuis te variëren door de gaatjes wel of niet af te dichten. Bij een traditioneel pijporgel is dit niet mogelijk, vandaar dat elke toets zijn eigen orgelpijp met bijgehorende toonhoogte heeft.

Sommige registers hebben niet één pijp per toets, maar bijvoorbeeld 4 pijpjes per toets. In de dispositie (het overzicht van alle orgelregisters) wordt dit aangeduid als IV st(erk). De labiaalpijpen zijn onder te verdelen in drie groepen: 1. Prestanten

Het register Prestant staat doorgaans vooraan in het orgelfront. De naam is dan ook afgeleid van het latijnse praestare, wat vooraanstaand betekent. Tot de prestanten behoren o.a. de volgende registers: Prestant, Octaaf, Quint, Sesquialter, Mixtuur, Scherp en Cymbel.

2. Fluiten

Qua klank zijn de fluiten meestal ronder van klank dan de prestanten. De fluitfamilie bestaat o.a. uit: Fluit, Roerfluit, Nachthoorn, Blokfluit, Woudfluit, Quintfluit, Spitsfluit, Holpijp, Gedekt, Subbas en Bourdon.

3. Strijkers

De klank van de strijkers wordt bepaald door de relatief smalle orgelpijp. Hierdoor ontstaat een klank die kenmerkend is voor dit type register: niet veel grondtoon, maar wel meer boventonen, waardoor een ‘strijkende’ klank wordt verkregen. Voorbeelden van strijkers zijn: Viola di Gamba, Violon, Salicionaal.

Corpus

Voet

Labium

CONTENT

Mondri Ouverture 6

Linguaalpijpen

Bij dit soort orgelpijpen zit in de voet (stevel) een ‘lepel’ waarop een tong is bevestigd. Vandaar de naam tongwerken. De werking hiervan is te vergelijken met een klarinet of saxofoon. Bij een linguaalpijp gaat de tong namelijk trillen doordat de lucht tussen de opening van de lepel en de tong wordt geblazen. De toonhoogte wordt in dit geval bepaalt door de lengte van de tong dat trilt. De trillingen worden vervolgens versterkt door de klankbeker die boven op de stevel is gemonteerd. De klankbeker heeft effect op de klankkleur, maar ook nog op de toonhoogte. Er zijn 3 verschillende vormen klankbekers te onderscheiden: 1. Trechter

Tot de groep met lange trechtervormige bekers behoren o.a.: Bazuin, Trompet, en Schalmei.

2. Cilinder

De volgende registers behoren o.a. tot de familie met cilindrische beker: Fagot, Dulciaan, en Kromhoorn

3. Kort

Vox Humana, Regaal enzovoort behoren tot de groep met de korte bekers. Toonhoogte Bij de registernaam wordt meestal een getal gezet. Dit is een indicatie van de lengte en dus toonhoogte van de laagste toets van het betreffende register. Traditioneel word de toonhoogte uitgedrukt in de engelse maatvoering voet (1 voet = 324,83 mm). Kijken we naar een prestant 8’, dan wil dat zeggen dat de grootste pijp van dit register een corpuslengte heeft van 8 voet (= plm 260 cm). Door de lengte te halveren klinkt de toon een octaaf hoger, terwijl bij een dubbele lengte de toon een octaaf wordt verlaagd.

Plaatsingsvoorschriften

Sluit uw orgel nooit aan op een spanningsregelaar of een dimmer. De elektronische schakelingen in uw orgel kunnen hierdoor ernstig beschadigen. Sluit uw orgel uitsluitend aan op een netspanning zoals aangegeven op het serienummerplaatje. Voor een juiste installatie van uw orgel gaat u als volgt te werk: 1. Plaats het orgel en steek de stekker in de wandcontactdoos. Zet het orgel nog niet aan. 2. Leg het pedaal op ongeveer 10 cm voor het orgel, zodat u met uw handen tussen het pedaal

en de onderkant van het orgel kunt komen, om de verbinding tussen pedaal en orgel te realiseren. 3. Sluit de flatcable (platte kabel) van het orgel aan op het pedaal. Gebruik geen geweld om de verbinding

tot stand te brengen. De connector moet gemakkelijk passen en kan maar op één manier aangesloten worden.

4. Wanneer de vloer ongelijk is kan het zijn dat het pedaal niet vlot onder het meubel van het orgel schuift. Het is daarom van groot belang, dat uw orgel stevig en waterpas staat. Dit is vooral belangrijk bij instrumenten met een inschuifbaar pedaal.

5. Schuif het pedaal onder het orgel tot het pedaal in de daarvoor bestemde uitsparingen rust. 6. Plaats de orgelbank over het pedaal.

Alleen het vlakke parallelle pedaal is inschuifbaar (m.u.v. Mondri Modellen) zodat u extra ruimte heeft als u niet speelt.

De pedalen zijn uitgevoerd met reed contacten, die via een magneet worden aangetrokken. Deze magnetische schakelaars zijn in een glazen buisje ondergebracht, vocht en stofdicht in het pedaal zelf ingebouwd. Verschuiven van het pedaal heeft dus geen invloed op de werking van het pedaal contact, maar hard stoten van het pedaal kunt u beter voorkomen om breuk van de glazen reed contacten te voorkomen.

Klankbeker

Stevel

1. 3. 2.

CONTENT

Mondri Ouverture 7

Netschakelaar

Na het inschakelen van de netschakelaar, zal het lampje in de netschakelaar gaan branden. Het orgel laadt eerst gegevens in het werkgeheugen. Gedurende deze tijd brandt de SET drukknop. Hierna gaat de drukknop HR branden en verschijnt Hoofdmenu 1.1 in de PCC (zie bijlage display manual) Uw orgel is nu klaar voor gebruik.

Spaarstand

Wanneer u het ingeschakelde orgel meer dan 15 minuten niet gebruikt, dan schakelt het orgel automatisch over op beperkt energieverbruik. De lampjes van de registers en drukknoppen gaan uit en het lampje in de SET drukknop gaat aan, zodat u weet dat het orgel is overgegaan naar de spaarstand. De levensduur van de lampjes wordt hiermee verlengd. Het orgel blijft echter direct beschikbaar. Door het indrukken van de SET drukknop, een niet actief register, een toets, of een andere schakelaar is het orgel onmiddellijk weer speelklaar.

Totaal volume regeling

Het Totaal Volume van uw instrument kunt u afregelen in Hoofdmenu 1.3 (TOT-VOL 1-16) Standaard staat het volume ingesteld op 12 maar het kan eenvoudig door uzelf worden aangepast en met Quick Save (zie aldaar) worden opgeslagen voor de volgende opstart van uw orgel.

Zwelpedalen

De zwelpedalen regelen het volume van het “werk” tot een maximum zoals ingesteld met het totaalvolume (Hoofdmenu 1.3) Het grootste eindvermogen is alleen beschikbaar als totaalvolume en de volumes van de werken op maximum zijn ingesteld en de zwelpedalen geheel zijn ingedrukt. Uw orgel heeft twee zwelpedalen. Het rechter zwelpedaal regelt het volume van de Zwelwerk registers. Het linker zwelpedaal regelt het volume van de Hoofdwerk registers. Door uw voet midden op beide zwelpedalen te plaatsen, kunt u beide zwellen gelijktijdig bedienen. Het pedaal heeft een eigen volumeregeling en is instelbaar in Hoofdmenu 1.1 en 1.3 Lees ook Zwelpedaal configuratie voor het koppelen van de ”werken” aan een bepaald zwelpedaal (Hoofdmenu 1.8) Bij Manuaalomkering (zie Menu 2.1 ) blijven de zwelpedalen gerelateerd aan de bijbehorende registers van Hoofdwerk en Zwelwerk.

CONTENT

Mondri Ouverture 8

Overzichttekening van uw orgel (Waar zit wat?)

1. Power on / off 2. Pedaal registers 3. Hoofdwerk registers 4. Zwelwerk registers 5. Manuaal Zwelwerk 6. Manuaal Hoofdwerk 7. Voorlijst met klein setzer drukknoppen 8. Hoofdtelefoon aansluiting 9. Zwelpedaal Hoofdwerk 10. Zwelpedaal Zwelwerk

11. Pedaalverlichting (12 volt 5 Watt) 12. Personal Control Centre (PCC) 13. Lessenaar 14. Pedaal 30 tonig vlak 15. Luidsprekerfront Lower 16. Tussenlijst met Extra Voice drukknoppen 17. 18. 19. 20.

REGISTERPANEEL

Het registreren

De stemmen op uw orgel kiest u met behulp van de registerschakelaars op het registerpaneel. Drukt u op de onderkant van de schakelaar dan activeert u de stem ( naamvenster verlicht ), drukt u op de bovenkant dan schakelt u de stem uit ( naamvenster uit) De schakelaar komt bij het loslaten terug in de neutrale positie (ruststand) Het combineren van stemmen noemt men registreren. Bij gebruik van de programmeerbare setzerknoppen 1 t/m 6 in de voorlijst kunt u aan de verlichte naamvensters zien welke registers actief zijn. Registers in- of uitschakelen bij gebruik van de Presets cq. setzerknoppen is altijd mogelijk.

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

COUPLER

COUPLER

MONOBAS

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

TREM

COUPLER

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

COUPLER

COUPLER

MONOBAS

REGISTER

X’

REGISTER

X’

PEDAAL HOOFDWERK ZWELWERK

I

0

14

1

12

1

15

1

5

1

8

1

11 1 9

1

1

1

11 1 10 1

16

1

PEDAAL ZWELWERK HOOFDWERK

Mondri Ouverture

13 1

Personal Control Centre

6 1

SET

0

TA

HR

6

1

2

3

4

5

-

+

E.V. ped

E.V. Hw

E.V. Zw

Choir

PanFl

Ch.Bell

Harpsi.

Str.Ens

.

Orc&Fl..

REG

X ’

REG

X ’

MONO BAS

REG

II-PED

REG

I-PED

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

TREM REG

II-I

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

TREM REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

REG

X ’

2 1

3

1

4

1

7

1

16

1

CONTENT

Mondri Ouverture 9

ZWELWERK

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

COUPLER

COUPLER

MONOBAS

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

TREM

COUPLER

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

COUPLER

COUPLER

MONOBAS

REGISTER

X’

REGISTER

X’

PEDAAL HOOFDWERK

Zwelwerk registers Manuaal II (bovenklavier) behoort bij het ZWELWERK, de Zwelwerkregisters vindt u rechts in het registerpaneel. Het Zwelwerk heeft 8 sprekende stemmen waarvan 1 tongwerk (rode tekst) Met de Tremulant kunt u het tremulanteffect aan deze stemmen toevoegen.

Hoofdwerk registers

Manuaal I (onderklavier) behoort bij het HOOFDWERK, de Hoofdwerkregisters vindt u in het midden van het registerpaneel. Het Hoofdwerk heeft 9 sprekende stemmen waarvan 1 tongwerk (rode tekst) Met de Tremulant kunt u het tremulanteffect aan deze stemmen toevoegen.

Pedaal registers

Het Pedaal (voetklavier) behoort bij de registers PEDAAL, die u links in het registerpaneel vindt. Het pedaal heeft 5 sprekende stemmen, waarvan 2 tongwerken (rode tekst) Om het pedaal te bespelen kiest u ten minste één van de pedaalregisters en schakelt u het Monobas-register uit. Maak een keuze uit de registers voor het pedaal, die passend is bij de registratie van het hoofdwerk en/of zwelwerk.

Monobas

Met de speelhulp Monobas kunt u de pedaalstemmen aan het Hoofdwerk koppelen. Het gaat hier dus eigenlijk om een koppel Pedaal naar Hoofdwerk. De Monobas laat de laagst ingedrukte toets als pedaaltoon meeklinken en is monotoon.

Wanneer u het C-E-G akkoord speelt, dan klinkt de C als pedaaltoon mee. Speelt u vervolgens het B-E-G akkoord, dan klinkt de B als pedaaltoon mee. Wanneer u het B-E-G akkoord ingedrukt houdt en de lage B vervolgens loslaat, dan valt de pedaaltoon weg, totdat u opnieuw een lagere toets indrukt. De prioriteit van de Monobas is dus steeds de laagst gespeelde toets. Om het Pedaal als Monobas op het Hoofdwerk te bespelen, schakelt u minimaal één pedaalregister in en het Monobasregister.

Bij Manuaalomkering blijft de Monobas op het Hoofdwerk.

Koppels

Met Koppels kunt u de “ Werken ” aan het pedaal of aan elkaar koppelen. Hiermee vergroot u de mogelijkheden van het registreren. Manuaalkoppel Koppelt de registers van het Zwelwerk aan het Hoofdwerk (ZW-HW) Pedaalkoppels Koppelt de registers van het Hoofdwerk aan het Pedaal (HW–PED) Koppelt de registers van het Zwelwerk aan het Pedaal ( ZW–PED)

Tremulanten

Met uitzondering van het pedaal is er bij ieder werk een Tremulantregister geplaatst. Een Tremulant geeft een frequentievariatie aan de gekozen registratie. De snelheid en de diepte van de Tremulanten kunt u in de PCC in Menu 2.3 en Menu 2.4 instellen. Vooral bij een uitkomende stem kan het Tremulanteffect goed tot zijn recht komen. Om het Tremulanteffect te horen dient u op het klavier waarop u speelt, ten minste één register in te schakelen en de bijbehorende Tremulant.

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

COUPLER

COUPLER

MONOBAS

PEDAAL

ZWELWERK

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

COUPLER

COUPLER

MONOBAS

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

TREM

COUPLER

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

COUPLER

COUPLER

MONOBAS

REGISTER

X’

REGISTER

X’

PEDAAL HOOFDWERK

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

COUPLER

COUPLER

MONOBAS

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

TREM

COUPLER

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

REGISTER

X’

COUPLER

COUPLER

MONOBAS

REGISTER

X’

REGISTER

X’

PEDAAL HOOFDWERK ZWELWERK

CONTENT

Mondri Ouverture 10

DRUKKNOPPEN VOORLIJST

Presets

In de voorlijst vindt u een aantal ronde genummerde drukknoppen (1 – 6) Deze setzerknoppen bieden u in combinatie met de Set drukknop, de mogelijkheid om eigen registraties op te slaan. U kunt hiermee tijdens uw spel snel van registratie veranderen. Memory Bank 1 is door onze organisten alvast met registercombinaties voorgeprogrammeerd en is niet door uzelf te programmeren. In Memory Bank 85 en 86 zijn de 12 registraties opgeslagen voor het General Crescendo. Zie hiervoor Programmeren van het Crescendo. In de Memory Banken 2 t/m 84 kunt u eigen registraties opslaan. Zodra u de HR ( Hand Registratie ) drukknop indrukt, kunt u zelf registreren. De laatste registercombinatie van de HR wordt bewaard zolang het orgel aanstaat en kunt u gebruiken als zevende preset. Als het orgel uitgezet wordt, is de HR leeg. Als u gebruik maakt van Memory Bank 1 of door uzelf geprogrammeerde Presets/Vrije Combinaties kunt u altijd registers in - of uitschakelen. Geprogrammeerde registraties zijn weer oproepbaar door de betreffende setzerknop in te drukken en worden bewaard in het geheugen, ook als het orgel uitgeschakeld is geweest.

Set

De SET drukknop links in de voorlijst wordt gebruikt om met de setzerknoppen 1-6 eigen registraties in het geheugen vast te leggen. Wanneer u de SET - en de Cancelknop (0) gelijktijdig indrukt (Quick Save genoemd), kunt u op een snelle manier wijzigingen in Hoofdmenu 1 en Menu 2 opslaan.

De SET knop gaat ter indicatie branden wanneer de spaarstand actief wordt.

De SET knop gaat ter indicatie branden wanneer het orgel gegevens laadt tijdens het opstarten, of tijdens het overschakelen naar ORGEL 1, 2 of 3.

Programmeren van Presets

U kunt met de setzerknoppen 1 - 6 zes voorkeurregistraties opslaan in één Memory Bank. U hebt de beschikking over bank 2 t/m 84, hieruit volgt dat u 6 x 82 registraties kunt opslaan. Voor het vastleggen van uw eigen registraties gaan we als volgt te werk: 1. Kies met de PCC in Hoofdmenu 1.1 de gewenste Memory Bank (2-84) 2. Schakel de gewenste registercombinatie in die u wilt opslaan. 3. Druk de ”SET” knop in en houd deze ingedrukt. 4. Druk op de gewenste setzerknop (1-6) waaronder u wilt opslaan. 5. Beide knoppen loslaten. De Registratie is nu opgeslagen. U kunt de registraties op elk moment weer wijzigen. Om nieuwe registraties op te slaan, hoeft er niet eerst "gewist" te worden, de nieuwe registratie ”overschrijft” de vorige. Maak eventueel notities in welke Memory Bank en onder welke setzerknoppen u bepaalde registraties opslaat. Het is steeds mogelijk om handmatig aan uw geprogrammeerde registratie, registers toe te voegen of te verwijderen tijdens uw spel. Deze handmatige wijzigingen worden ongedaan gemaakt door opnieuw op de setzerknop van die geprogrammeerde registratie te drukken. Memory Bank 85 en 86 wordt uitsluitend gebruikt voor het General Crescendo. Zie verderop in deze handleiding.

+/- Drukknoppen

Met de drukknop plus (+) kunt u de setzerknoppen 1 - 6 vooruit schakelen waarbij automatisch de Memory Bank opgehoogd wordt wanneer u bij knop 6 vooruit schakelt. Met de drukknop min (-) kunt u de setzerknoppen 1 - 6 terug schakelen waarbij automatisch de Memory Bank een verlaagd wordt wanneer u bij knop 1 terug schakelt. De actuele registratie wordt aangegeven door het nummer van de Memory Bank in Hoofdmenu 1.1 en de verlichte setzerknop.

-

+

6 4 5 2 3 Set 1

Set

+

-

TA E.V. Ped

E.V. Hw

0 HR 6 4 5 2 3 Set 1

CONTENT

Mondri Ouverture 11

TA (Tongwerken Af)

De labiaalstemmen en speelhulpen worden met zwarte tekst aangegeven. Tongwerken worden in het algemeen in rood aangegeven. Door het indrukken van de TA drukknop (Tongwerken Af), worden de (rode) tongwerken in elke registratie uitgeschakeld, zodat uitsluitend de in zwart aangegeven registers actief blijven. Geactiveerde tongwerken worden niet weergegeven, zolang het TA lampje aan is.

Zolang het lampje van de TA drukknop aan is, blijven de tongwerken uitgeschakeld en zijn ze niet beschikbaar in de presets. De TA drukknop werkt dus permanent. Wilt u de tongwerken in een gekozen registratie terug, dan dient u de TA drukknop uit te schakelen (lampje uit), waarna ingeschakelde tongwerken direct weer actief worden

Cancel (O)

De Cancel knop of nulinstelling vindt u rechts in de voorlijst. Na het indrukken van deze drukknop worden alle registers uitgezet en gaan alle lampjes achter de naamvensters uit. De HR knop gaat aan zodat u een nieuwe registratie kunt opbouwen. Na het indrukken van de Cancel knop gaat het venster van de PCC eveneens naar Hoofdmenu 1.1.

Indien een Crescendo registratie actief is, gaat ter indicatie het lampje in de Cancelknop aan.

Zie Hoofdmenu 1.8.

Activeren van Cancel geeft ook een MIDI ALL NOTES OFF commando. (Zie MIDI ALL NOTES OFF)

STRUCTUUR VAN DE PCC

Het begrip Orgel 1, 2, 3

Met de functies in Hoofdmenu 1, Menu 2 en Menu 3 is het mogelijk het karakter van het orgel te veranderen. Zo ‘n orgelkarakter kunt u opslaan onder Orgel 1, Orgel 2 of Orgel 3. Het kiezen van een Orgel 1, 2 of 3 kan in Hoofdmenu 1.4, Menu 2 en Menu 3 worden hierna nog uitgebreid besproken.

Hoofdmenu 1, Menu 2 en 3. Functie onderverdeling

De functies zijn in 3 groepen vensters verdeeld namelijk:

Hoofdmenu 1 - Algemene instellingen.

Menu 2 - Speelhulpen.

Menu 3 – Register of te wel Stemeigenschappen.

Het is handig om bij de uitleg het los meegeleverde Display Manual er bij te houden. Hoofdmenu 1- Algemene instellingen. De vensters van Hoofdmenu 1 zijn snel toegankelijk met de menuknoppen rechts van het venster. Hierin vindt u instellingen die u kunt aanpassen aan uw persoonlijke voorkeur. Deze instellingen gelden voor Orgel 1,2 en 3. Wijzigingen kunt u opslaan met Quick Save of met SAVE (Hoofdmenu 1.4). Oorspronkelijke waarden van Hoofdmenu 1 worden met een RESET (Hoofdmenu 1.4) niet terug gezet, zodat u niet steeds opnieuw uw persoonlijke voorkeur hoeft in te stellen. Menu 2 – Speelhulpen. In dit menu kunt u Manuaal omkering, Nagalm programma’s, Tremulant instellingen, Stemming en Winddruk etc. wijzigen. Wijzigingen kunt u voor Orgel 1, 2 of 3 afzonderlijk opslaan. Wijzigingen kunt u opslaan met Quick Save of met Save in Hoofdmenu 1.4. Oorspronkelijke waardes van Menu 2 en Menu 3 worden met een RESET (Hoofdmenu 1.4) terug gezet. Menu 3 - Registereigenschappen. In dit menu kunt u een aantal eigenschappen van een sprekend register aanpassen, zoals Volume van het register, Windruis, Chorus, Contour, Fluctuatie en Volume per toets en per register. Gewijzigde instellingen kunt u alleen opslaan met Save in Hoofdmenu 1.4. Oorspronkelijke waarden van Menu 2 en Menu 3 worden met een RESET (Hoofdmenu 1.4) terug gezet.

TA

0

+

-

TA E.V. Ped

E.V. Hw

0 HR 6 4 5 2 3 Set 1

CONTENT

Mondri Ouverture 12

De PCC (Personal Control Centre )

Het grote voordeel van de toepassing van de PCC is dat u veel verschillende functies van het orgel kunt regelen met een beperkt aantal schakelaars. De waarden hiervan kunt u opslaan in het geheugen. Zo kunt u het orgel aanpassen aan de ruimte waar het is opgesteld en aan uw persoonlijke voorkeur. De PCC is opgebouwd uit een aantal Menu’s, die telkens hierna afzonderlijk worden besproken.

Het verdient aanbeveling om bij de uitleg van de PCC het los meegeleverde Display Manual bij de hand te houden.

Als u het orgel aanzet, ziet u in de PCC enkele seconden het typenummer van uw orgel verschijnen. Zolang dit venster zichtbaar is, wordt het werkgeheugen van uw orgel geladen met Menudata (opgeslagen gegevens) van Orgel 1, 2 of 3. Automatisch verschijnt na het laden Hoofdmenu 1.1

Wanneer u op de MENU schakelaar drukt, verschijnen opeenvolgend de verschillende Hoofdmenu’s in het venster (Zie het schematische overzicht achter in deze handleiding of het los meegeleverde overzicht).

Het totale aantal hoofdmenu’s is afhankelijk van optionele menu’s, bijvoorbeeld ExtraVoice.

De vensters van Hoofdmenu 1 zijn a.h.w. in een cirkel opgesteld. Bij het doorlopen van de vensters komt u vanzelf weer op

hetzelfde punt uit, of u nu naar boven of naar beneden scrollt. In Hoofdmenu 1.4 (Save en Reset) treft u nog een extra onderverdeling van Menu 2 en 3 aan.

De nummervolgorde van de menu’s wordt in alle orgeltypes aangehouden. Ontbreekt op uw instrument een bepaald menu dan beschikt uw orgeltype niet over die functie. Hebt u bijvoorbeeld geen ExtraVoice (optie), dan ontbreekt Hoofdmenu 1.7 en gaat de nummervolgorde van 1.6 naar 1.8

Hierna volgt een uitgebreide uitleg van Hoofdmenu 1.


MENU

TRANSP

VOICTL

7

MEMBNK

REVERB

31 3

CHORUS

C 84

16

PEDVOL


MENU ORGAN CONTENT

*

*************************

Mondri Ouverture

*************************

* * *

CONTENT

Mondri Ouverture 13


MENU

TRANSP

VOICTL

7

MEMBNK

REVERB

31 3

CHORUS

C 84

16

PEDVOL


MENU

TRANSP

VOICTL

7

MEMBNK

REVERB

31 3

CHORUS

C 84

16

PEDVOL

HOOFDMENU 1 – Algemene instellingen (1.1 – 1.4) Functies die aangepast kunnen worden in de Hoofdmenu’s, gelden voor Orgel 1, 2 en 3. De schakelaars voor een bepaalde functie vindt u boven of onder de functie in het venster.

Hoofdmenu 1.1 - Transponeren

De Transpose functie vindt u links boven in het venster. Met de schakelaars direct boven de tekst TRANSP kunt u het orgel vijf halve tonen omhoog en vier halve tonen omlaag verstemmen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn, als u met instrumentalisten wilt samenspelen, die in een andere toonsoort spelen. Als de Transposer maximaal omhoog getransponeerd is (F) klinken de hoogste C toetsen op de klavieren niet, omdat deze buiten het bereik van het orgel vallen.

De Transpose functie werkt uitsluitend in de gelijkzwevende stemming.

Wanneer u een historische stemming hebt ingesteld (Menu 2.6) wordt de Transposer automatisch terug gezet op C.

Hoofdmenu 1.1 - Chorus

Chorus biedt de mogelijkheid om de zweving van de registers onderling op hetzelfde klavier en tussen de klavieren zelf te beïnvloeden. Het Chorus effect is in 8 standen regelbaar. Het Choruseffect ontstaat bij een pijporgel door temperatuursverschil, waardoor pijpen, afhankelijk van de grootte en het materiaal waarvan ze gemaakt zijn, verschillend krimpen of uitzetten. Chorus brengt "beweging" in het orgelgeluid. Door een hogere getalswaarde in te stellen, wordt het Choruseffect vergroot.

Hoofdmenu 1.1 - Mem Bank 1-86

De Memory Bank heeft 86 standen. In elke Memory Bank kunt u 6 verschillende registraties vast leggen, die u programmeert en oproept met de setzerknoppen 1 - 6 in de voorlijst. In Memory Bank 1 en 2 zijn de registraties opgeslagen, die gebruikt worden voor de Demosongs 1 – 12. In Memory Bank 3 zijn de fabrieksregistraties opgeslagen. De registraties in Memory Bank 1,2 en 3 kunnen niet gewijzigd worden. Memory Bank 85 en 86 zijn gereserveerd voor het Generaal Crescendo en kunt u zelf programmeren (zie hiervoor Programmeren van Crescendo) Zie ook Programmeren van Presets.


MENU

TRANSP

VOICTL

7

MEMBNK

REVERB

31 3

CHORUS

C 84

16

PEDVOL

CONTENT

Mondri Ouverture 14

Hoofdmenu 1.1 - Voice Control

Met de Voice Control kunt u de helderheid van de klankkleur van uw orgel naar eigen voorkeur instellen. De Voice Control biedt drie verschillende instellingen: 1. Warme klankkleur. 2. Briljante klankkleur. 3. Heldere klankkleur.

Hoofdmenu 1.1 - Pedaal Volume

U regelt het Volume van de Pedaalstemmen met de middelste twee schakelaars onder het venster. Hiermee kunt u het volume van het pedaal naar wens instellen. Het pedaalvolume is afhankelijk van de ingestelde waarde van het totaalvolume (zie Menu 1.3 TOT-VOL) en het volume per werk (zie Menu 1.3. PED-VOL)

Hoofdmenu 1.1 - Reverb (Nagalm Volume Regeling)

Er zijn twee instellingen van de nagalm mogelijk, namelijk VOLUME en PROGRAM. Afhankelijk van de ruimte en persoonlijke smaak kunt u nagalm toevoegen. Met de schakelaars rechts onder het venster regelt u de hoeveelheid Nagalm (REVERB) Een hogere waarde van de REVERB zal de hoeveelheid nagalm vergroten. Onder PROGRAM (zie hiervoor Menu 2.1) vindt u 10 programma’s met verschillende akoestische omgevingen, oplopend van een kleine ruimte tot een grote kathedraal. Een balansregeling tussen orgelvolume en nagalmvolume treft u aan in Hoofdmenu 1.2


MENU

TRANSP

VOICTL

7

MEMBNK

REVERB

31 3

CHORUS

C 84

16

PEDVOL


MENU

TRANSP

VOICTL

7

MEMBNK

REVERB

31 3

CHORUS

C 84

16

PEDVOL


MENU

TRANSP

VOICTL

7

MEMBNK

REVERB

31 3

CHORUS

C 84

16

PEDVOL

CONTENT

Mondri Ouverture 15

Hoofdmenu 1.2 - Lower Reverb Upper

Nagalm is een belangrijk element bij het klassieke orgel. Het geeft ruimte aan het geluid. Normaal gesproken komt nagalm niet uit het orgel zelf maar is het de reflectie van de ruimte waarin het orgel staat opgesteld. U kunt met het Mini Akoestiek Systeem een soortgelijk akoestische omgeving creëren. De Lower Reverb Upper regeling is een balansregeling tussen de nagalm op de luidsprekers in het orgel, en de nagalm die door de luidsprekers achter de lessenaar wordt weergegeven. De Lower nagalm van het orgel wordt geregeld met de linker twee schakelaars boven het venster, terwijl de nagalm op de luidsprekers achter de lessenaar wordt geregeld met de twee rechter schakelaars boven het venster.

Hoofdmenu 1.2 - Lower Organ Upper

Om een nog rijkere en bredere klank te realiseren is het optionele MLS (Mini Luidspreker Systeem) ontwikkeld. Hiermee wordt het geluid van het orgel aan de luidsprekers achter de lessenaar toegevoegd, waardoor nog meer definitie en breedte van het geluid wordt verkregen. Het Lower volume wordt geregeld met de linker twee schakelaars onder het venster, terwijl het Upper volume kan worden ingesteld met de twee rechter schakelaars onder het venster. Worden de volumes van LOWER-REVERB-UPPER verminderd ten opzichte van de volumes van LOWER-ORGAN-UPPER, dan zal het orgel gaan overheersen en lijkt het orgel dichtbij u te staan.

Indien de volumes van LOWER-ORGAN-UPPER verminderd worden ten opzichte van de volumes van LOWER-REVERB-UPPER, dan zal de galm gaan overheersen en lijkt het orgel verder van u af te staan. Door onze technici is een realistische voorinstelling gemaakt, maar u kunt deze naar eigen voorkeur wijzigen en opslaan.

Hoofdmenu 1.3 – Volume balans regeling van de werken PD-VOL, HW-VOL, ZW-VOL

De volumes van de werken kunt u regelen met de schakelaars boven het venster. Hiermee kunt u de werken onderling in balans brengen. De zwelpedalen zijn afhankelijk van de ingestelde waarde van het bijbehorende werk. Wanneer de Crescendo functie is ingeschakeld (Hoofdmenu 1.8), is de Hoofdwerkzwel niet meer beschikbaar. U kunt het Hoofdwerkvolume dan in dit venster afregelen (Zie hiervoor ook Afregelen van Crescendo Menu 1.8)

Hoofdmenu 1.3 - Totaal Volume Regeling TOT-VOL

Het Totaal Volume van het orgel kunt u regelen met de twee middelste schakelaars onder het venster. Hiermee kunt u het maximum volume aanpassen aan de ruimte waarin u speelt. PD-VOL, HW-VOL, ZW-VOL zijn afhankelijk van de bij TOT-VOL ingestelde waarde.

LOWER

LOWER

UPPER

UPPER

32 32

REVERB

32 32

ORGAN


MENU

LOWER

LOWERR

UPPER

UPPER

32 32

REVERB

32 32

ORGAN


MENU


MENU

PD-VOL

16

ZW-VOL HW-VOL

16 16

16

TOT-VOL

CONTENT

Mondri Ouverture 16

Hoofdmenu 1.4 - Keuze tussen Orgel 1, 2, 3 (mogelijk in Menu 1, Menu 2 en Menu 3)

Door de fabriek zijn er onder Orgel 1, 2 en 3, verschillende orgelkarakters opgeslagen. Orgel 1 heeft een warm karakter, Orgel 2 heeft een briljant karakter en Orgel 3 is helder geïntoneerd. U hebt echter de vrijheid om een eigen voorkeur in Orgel 1, 2 en 3 te programmeren. De selectie tussen Orgel 1, 2 en 3 kan in Hoofdmenu 1.4, Menu 2 en 3 plaatsvinden met de schakelaars links boven het venster. Wijzigingen in Menu 2 en 3 worden per Orgel 1, 2 of 3 opgeslagen en kunnen dus voor ieder Orgel anders zijn. In Menu 1.4 SAVE en RESET, kunt u met de schakelaars links boven het venster naar Orgel 1, 2 of 3. Het duurt enkele seconden om alle Menudata van het gekozen Orgel in het geheugen te laden. Gedurende deze tijd verschijnt de tekst ”Please Wait Data Transmission” in het venster. Als alle Menudata geladen is verschijnt het gekozen Orgel nummer links boven in het venster en is het orgel weer te bespelen.


MENU PLEASE WAIT

*

*************************

DATA TRANSMISSION

*************************

* * *


MENU

ORGEL 1

SAVE

MENU 1

RESET


MENU

ORGEL 2

SAVE

MENU 1

RESET

CONTENT

Mondri Ouverture 17

Hoofdmenu 1.4 – SAVE. Opslaan van wijzigingen onder Orgel 1, 2, 3

Met de functies in Hoofdmenu 1, Menu 2 en Menu 3, is het mogelijk het karakter van het orgel te wijzigen. Wilt u deze wijzigingen opslaan, dan gaat u als volgt te werk. 1. Kies met de menu schakelaars Hoofdmenu 1.4 2. Druk gelijktijdig beide schakelaars links onder het venster tot

het invoerscherm voor de pincode verschijnt.

Pincode Invoeren

3. Selecteer met de 6 schakelaars onder het venster de pincode van uw orgel. De pincode is het typenummer van uw orgel, in dit geval dus M 02 22

4. Zodra u de juiste pincode hebt ingegeven, verschijnt in het display PINCODE OK en worden u wijzigingen opgeslagen.

De linker twee schakelaars onder het venster bepalen de letter, de middelste twee de honderdtallen en de rechter twee de tientallen. Door middel van de EXIT schakelaar midden boven het venster kunt u het Save en Reset menu verlaten. Wijzigingen in Menu 3 Stemeigenschappen, kunt u alleen met de functie SAVE met PINCODE opslaan. Met de functie SAVE, worden wijzigingen in Hoofdmenu 1, Menu 2 en Menu 3 opgeslagen. Met de functie Quick Save, worden alleen wijzigingen in Hoofdmenu 1 en Menu 2 opgeslagen. Het orgel zal steeds opstarten met de laatste opgeslagen instellingen. Alle wijzigingen gaan verloren wanneer u geen SAVE hebt uitgevoerd en het orgel uit zet.

Quick Save

Met de functie Quick Save, worden alleen wijzigingen van Hoofdmenu 1 en Menu 2 opgeslagen. Druk hiervoor de SET knop en de “O” knop gelijktijdig in. Alle waarden in de vensters van Hoofdmenu 1 en Menu 2 worden nu opgeslagen.


MENU

ORGEL 2

SAVE

MENU 1

RESET


MENU

A

( EXIT )

*

***

ENTER PINCODE

***

*

***

0 0 0 0 ***

M 02 22

+

-

TA E.V. Ped

E.V. Hw

0 HR 6 4 5 2 3 Set 1

CONTENT

Mondri Ouverture 18


MENU

ORGEL 2

SAVE

MENU 1

RESET

Hoofdmenu 1.4 - RESET, herstel van wijzigingen in Orgel 1, 2, 3

Met de functie RESET kunt u per Orgel (1, 2, 3), wijzigingen in Menu 2 en Menu 3 weer ongedaan maken. Door u eerder opgeslagen gegevens worden vervangen door de fabrieksgegevens. Om een RESET door te voeren gaat u als volgt te werk: 1. Kies met de Menuschakelaars Hoofdmenu 1.4 2. Druk gelijktijdig beide schakelaars rechts onder het venster

tot het invoerscherm voor de pincode verschijnt. 3. Selecteer met de 6 schakelaars onder het venster de

pincode van uw orgel, dit is het typenummer van uw orgel, voor dit orgel dus M 02 22

4. Zodra u de juiste pincode hebt ingegeven, verschijnt in het display PINCODE OK en worden de oorspronkelijke instellingen weer opgeroepen.

Door u eerder opgeslagen gegevens in Menu 2 en Menu 3 gaan verloren bij een RESET. Gegevens van Hoofdmenu 1 worden niet GERESET. U kunt deze steeds wijzigen en met SAVE of Quick Save opslaan.

De linker twee schakelaars onder het venster bepalen de letter, de middelste twee de honderdtallen en de rechter twee de tientallen. Door middel van de EXIT schakelaar midden boven het venster kunt u het Save en Reset menu verlaten.

Van Menu 1 naar Menu 2 naar Menu 3

Hoofdmenu 1.4 is een bijzonder venster. U kunt dit venster vervangen voor een venster uit Menu 2 of 3. Hiervoor gebruikt u de schakelaars rechtsboven het venster. Door de cirkel opstelling van Menu 1, 2 en 3 komt u vanzelf weer in Menu 1.


MENU

ORGEL 2

VOLUME

SUBBAS 16’

MENU 3

CHORUS

63 63

→

PD

63

RUIS


MENU

ORGEL 2

MAN INV

MENU 2

REV PROG

10 1=ZW 2=HW

→


MENU

ORGEL 2

SAVE

MENU 1

RESET


MENU

A

( EXIT )

*

***

ENTER PINCODE

***

*

***

0 0 0 0 ***

02

22 M

CONTENT

Mondri Ouverture 19

Selecteren van vensters in Menu 2 of Menu 3

In Menu 2 en Menu 3 gebruikt u de schakelaars midden boven het venster → om de vensters van het betreffende Menu zichtbaar te maken . Door de cirkel opstelling van de vensters van Menu 2 en Menu 3 komt u vanzelf weer in het venster van waaruit u vertrokken bent.

Doorlopen van de opeenvolgende vensters geschiedt door herhaald indrukken van één van de twee schakelaars midden boven het venster.

MENU 2 - Speelhulpen In Menu 2 kunt u voor de Orgel 1, 2 of 3 de volgende instellingen wijzigen: 1. Manuaal Omkering 2. Reverb Program 3. Tremulant Hoofdwerk en Zwelwerk: snelheid en diepte instellingen 4. Andere historische Stemmingen zoals Gelijkzwevend, Kirnberger, Middentoon, Pythagorean, Sauveur,

Valotti & Young, Werckmeister, d‘ Alembert, Bach, Extern. 5. Winddruk (windziekte regeling)

Wijzigingen kunt u onafhankelijk per Orgel 1, 2 of 3 opslaan met Quick Save of met SAVE (Zie Hoofdmenu 1.4).

Oorspronkelijke waarden van Menu 2 en Menu 3 worden met een RESET (Hoofdmenu 1.4) terug gezet.

Menu 2.1 - Manuaalomkering

Normaal gesproken is het Hoofdwerk op Manuaal I (ondermanuaal) en het Zwelwerk op Manuaal II (bovenmanuaal) Soms kan het wenselijk zijn om het Hoofdwerk via Manuaal II te bespelen: het Zwelwerk bespeelt u dan via Manuaal I. Met de schakelaars links onder het venster kunt u de gewenste instelling kiezen. Wijzigingen kunt u voor Orgel 1, 2 of 3 apart opslaan met Quick Save of met SAVE (Hoofdmenu 1.4) Oorspronkelijke waarden van Menu 2 en Menu 3 worden met een RESET (Hoofdmenu 1.4) terug gezet. Door het indrukken van de rechter schakelaar midden boven het venster komt u in het volgende menu.


MENU

ORGEL 2

VOLUME

SUBBAS 16’

MENU 3

CHORUS

63 63

→

PD

63

RUIS


MENU

ORGEL 2

MAN INV

MENU 2

REV PROG

10 1=ZW 2=HW

→


MENU

ORGEL 2

MAN INV

MENU 2

REV PROG

10 1=ZW 2=HW

→

CONTENT

Mondri Ouverture 20

Menu 2.1 - Nagalm Programma's

Reverberation is het Engelse woord voor nagalm of echo. Deze speelhulp biedt u de mogelijkheid om uit 10 verschillende akoestische omgevingen te kiezen, zoals een kleine ruimte vergelijkbaar met een woonkamer tot een zeer grote ruimte als een indrukwekkende kathedraal. Met de schakelaars rechtsonder het venster kiest u het gewenste nagalmprogramma (REV PROG) Het volume van de nagalm is regelbaar in Hoofdmenu 1.1 rechtsonder bij REVERB en een balans tussen Orgel en Reverb kunt u regelen in Hoofdmenu 1.2 Wijzigingen kunt u voor Orgel 1, 2 of 3 apart opslaan met Quick Save of met SAVE (Hoofdmenu 1.4) Oorspronkelijke waarden van Menu 2 en Menu 3 worden met een RESET (Hoofdmenu 1.4) terug gezet. Door het indrukken van de rechter schakelaar midden boven het venster komt u in het opvolgende menu.

Menu 2.3, Menu 2.4 – Snelheid en Diepte Instellingen voor Tremulanten Hoofdwerk en Zwelwerk

Snelheid De snelheid van de Tremulant van het Hoofdwerk en het Zwelwerk kunt u naar eigen voorkeur instellen met de schakelaars linksonder het venster. Het bereik loopt van 1 (langzaam) naar 64 (snel). Kies die instelling die met uw persoonlijke smaak overeenkomt. Diepte De diepte van de Tremulant van het Hoofdwerk en het Zwelwerk kunt u naar eigen voorkeur instellen met de schakelaars rechtsonder het venster. Het bereik loopt van 0 (geen diepte) naar 63 (maximale diepte). Kies die instelling die met uw persoonlijke smaak overeenkomt. Wijzigingen kunt u voor Orgel 1, 2 of 3 apart opslaan met Quick Save of met SAVE in Hoofdmenu 1.4 Oorspronkelijke waarden van Menu 2 en Menu 3 worden met een RESET (Hoofdmenu 1.4) terug gezet. Door het indrukken van de rechter schakelaar midden boven het venster komt u in het opvolgende menu.

Menu 2.6 - Historische Stemmingen

Om oude muziekstukken te beluisteren zoals het oorspronkelijk gespeeld is, kunt u uit een aantal historische stemmingen kiezen. Momenteel wordt Gelijkzwevende stemming het meest gebruikt. Met de schakelaars linksonder het venster kunt u uit de volgende stemmingen een keuze maken. 1. d’ Alembert 2. Bach 3. Gelijkzwevend 4. Kirnberger 5. Middentoon 6. Pythagorean 7. Sauveur 8. Valotti & Young 9. Werckmeister 10. Externe Stemming (gereserveerd voor toekomstige ontwikkelingen

Wijzigingen kunt u voor Orgel 1, 2 of 3 apart opslaan met Quick Save of met SAVE in Hoofdmenu 1.4

Oorspronkelijke waarden van Menu 2 en Menu 3 worden met een RESET (Hoofdmenu 1.4) terug gezet. Door het indrukken van de rechter schakelaar midden boven het venster komt u in het opvolgende menu


MENU

ORGEL 2

STEMMING

MENU 2

WINDDRUK

63 WERCKMEISTER

→


MENU

ORGEL 2

MAN INV

MENU 2

REV PROG

10 1=ZW 2=HW

→


MENU

ORGEL 2

SNELHEID

MENU 2

DIEPTE

63 64

→

TREMULANT HOOFDWERK

CONTENT

Mondri Ouverture 21

Menu 2.6 - Winddruk

Wanneer u bij een pijporgel, afhankelijk van het aantal gebruikte registers, toetsen en koppels, een aantal toetsen tegelijk ingedrukt, ontstaat er een tijdelijk tekort aan winddruk in de windladen. Dit heeft tot gevolg dat de toonhoogte even iets zakt totdat de winddruk zich herstelt. Bij elk pijporgel is dit effect, afhankelijk van de gebruikte windvoorziening, in meer of mindere mate aanwezig. Dit verschijnsel wordt ook wel windziekte genoemd. Met de schakelaars rechts onder het venster kunt u de winddruk instellen van 0 (geen windziekte) naar 63 (maximale windziekte) Het winddruk effect is afhankelijk van het aantal registers, koppels en toetsen die u op een bepaald moment gebruikt.

Wijzigingen kunt u voor Orgel 1, 2 of 3 apart opslaan met Quick Save of met SAVE in Hoofdmenu 1.4


Door het indrukken van de rechter schakelaar midden boven het venster komt u in weer in het Menu 2.1. De vensters van Menu 2 zijn hiermede besproken en uitgelegd. Vanuit Menu 2.1 kunt u door het indrukken van de schakelaar rechts boven de functie MENU 2 naar Menu 3.


MENU

ORGEL 2

STEMMING

MENU 2

WINDDRUK

63 WERCKMEISTER

→


MENU

ORGEL 2

MAN INV

MENU 2

REV PROG

10 1=ZW 2=HW

→

CONTENT

Mondri Ouverture 22

ORGEL 2

CONTOUR

SUBBAS 16’

MENU 3

FLUCTUATI

63 63

→

PD

ORGEL 2

VOLUME

SUBBAS 16’

MENU 3

CHORUS

63 63

→

PD

63

RUIS

ORGEL 2

TOETS NR.

SUBBAS 16’

MENU 3

VOLUME

63 61

→

PD

MENU 3.1

MENU 3.2

MENU 3.3

MENU 3 - Registereigenschappen

Menu 3 - Registereigenschappen

Vanuit Hoofdmenu 1.4 kunt u met de schakelaars rechtsboven het venster naar Menu 3. In Menu 3 kunt u een aantal eigenschappen van de sprekende registers aanpassen en opslaan onder Orgel 1, 2 en 3. De volgende eigenschappen kunt u veranderen: 1. Volume per register 2. Windruis instelling per register 3. Chorus instelling per register (zweving t.o.v. andere registers) 4. Contour per register (opbouw van de toon) 5. Fluctuatie per register (instabiliteit van de duurtoon) 6. Volume per toets per register. De instellingen zijn als volgt ondergebracht: Menu 3.1 volume - ruis - chorus Menu 3.2 contour - fluctuatie Menu 3.3 toets nr. - toets volume Zoeken van Registers. Doorlopen van de registers geschiedt door het herhaald indrukken van de schakelaars midden boven het venster. Met de rechter schakelaar selecteert u de registernamen van links naar rechts en met de linker schakelaar van rechts naar links. Snel zoeken van Registers. Door het activeren van een sprekend register wordt de naam van dit register direct in het venster van Menu 3 weergegeven. U kunt nu direct de eigenschappen van het betreffende register wijzigen.

Wijzigingen kunt u onafhankelijk per Orgel 1, 2 of 3 opslaan met SAVE (Hoofdmenu 1.4).



MENU

ORGEL 2

SAVE

MENU 1

RESET

CONTENT

Mondri Ouverture 23

Menu 3.1 - Volume, Ruis en Chorus Instellingen per register

Menu 3.1 geeft de mogelijkheid om per register onderstaande eigenschappen aan te passen. A. Volume van geselecteerd register met de schakelaars

linksonder het venster. B. Volume van windruis van geselecteerd register met de

schakelaars midden onder het venster. C. Chorus van geselecteerd register met de schakelaars

rechtsonder het venster. Met de Chorus kunt u het geselecteerde register heel iets verstemmen ten opzichte van de andere registers. Hierdoor ontstaat een natuurlijke beweging tussen de registers onderling. Door onze technici is een optimale afregeling gemaakt. Kies het sprekende register dat u wilt aanpassen door deze in te schakelen. De naam van het gekozen register verschijnt dan in het venster.

Wijzigingen kunt u per Orgel 1, 2 of 3 apart opslaan alleen met SAVE (Hoofdmenu 1.4)

Oorspronkelijke waarden van Menu 2 en Menu 3 worden met een RESET (Hoofdmenu 1.4) terug gezet. Door het indrukken van de rechter schakelaar midden boven het venster komt u in het opvolgende menu.

Menu 3.2 - Dynamic Contour

Als u op een pijporgel een toets indrukt, wordt het ventiel van de orgelpijp geopend, waardoor lucht de pijp instroomt en de toon opgebouwd wordt. Een klein pijpje (hoge toon) is eerder gevuld met wind dan een grote pijp (lage toon). Hierdoor duurt de op – en afbouw van de toon van een grote pijp langer dan die van een klein pijpje. Bij het indrukken klimt de toon naar zijn grondtoon en bij het loslaten zakt de toon af. Met de CONTOUR regeling kunt u de snelheid van de op - en afbouw van de toon per register regelen. Met de schakelaars linksonder het venster kunt u de CONTOUR instellen van 0 (snelle open afbouw) naar 63 ( trage op – en afbouw).

Wijzigingen kunt u individueel per Orgel 1, 2 of 3 opslaan met SAVE (Hoofdmenu 1.4)

Oorspronkelijke waarden van Menu 2 en Menu 3 worden met een RESET (Hoofdmenu 1.4) terug gezet. Door het indrukken van de rechter schakelaar midden boven het venster komt u in het opvolgende menu.

Menu 3.2 - Fluctuatie

Door de manier van opwekken en het leiden van de wind ontstaan wervelingen in de windaanvoer. Hierdoor schommelt (fluctueert) de toon onregelmatig om zijn grondtoon. Met de schakelaars rechtsonder het venster kunt u de Fluctuatie instellen van 0 (stabiele toon ) naar 63 (instabiele toon)

Wijzigingen kunt u individueel per Orgel 1, 2 of 3 opslaan met SAVE (Hoofdmenu 1.4)


Door het indrukken van de rechter schakelaar midden boven het venster komt u in het opvolgende menu.


MENU

ORGEL 2

CONTOUR

SUBBAS 16’

MENU 3

FLUCTUATI

63 63

→

PD


MENU

ORGEL 2

CONTOUR

SUBBAS 16’

MENU 3

FLUCTUATI

63 63

→

PD


MENU

ORGEL 2

VOLUME

SUBBAS 16’

MENU 3

CHORUS

63 63

→

PD

63

RUIS

A C B

CONTENT

Mondri Ouverture 24

Menu 3.3 - Volume per Toets per Register

In Menu 3.1 kunt u het volume van een sprekend register regelen voor alle toetsen tegelijk. In menu 3.3 kunt u van een sprekend register het volume per toets regelen. In dit voorbeeld worden de pijpen van een register, bij oplopende toonhoogte in volume steeds iets luider. In dit voorbeeld worden de pijpen van een register, bij oplopende toonhoogte in volume steeds iets zachter. Een toon kan soms luider klinken, omdat de afmetingen van de ruimte waarin het orgel staat, een veelvoud is van de golflengte van die toon (resonantie van de ruimte) U kunt de betreffende toon eenvoudig corrigeren door het volume van die toon aan te passen aan de ruimte. Het corrigeren gaat als volgt: 1. Activeer een sprekend register door er op te drukken

(snelzoeksysteem) De naam verschijnt in het Menu 3.3 venster.

2. Toets indrukken die u wilt regelen. Het toetsnummer verschijnt in het venster van menu 3.3

3. Regel het volume naar wens met de schakelaars rechtsonder het venster van menu 3.3

De nummeraanduiding van de toets is afhankelijk van de stand van de Transposer. Bij stand C loopt de nummering van1 t/m 61, bij stand G# loopt de nummering van - 4 t/m 57 en bij stand F loopt de nummering van +5 t/m 66.

Wijzigingen kunt u individueel per Orgel 1, 2 of 3 opslaan met SAVE (Hoofdmenu 1.4).

Oorspronkelijke waarden van Menu 2 en Menu 3 worden met een RESET (Hoofdmenu 1.4) terug gezet. Door het indrukken van de rechter schakelaar midden boven het venster komt u weer terug in Menu 3.1, maar met de naam van het volgende register. Op deze manier kunt u alle sprekende registers van de werken van links naar rechts doorlopen. Met het Snelzoeksysteem (activeren van een sprekend register) kunt u sneller wijzigen. Met de functies van hetzelfde Menu 3 venster (dit kan 3.1, 3.2 of 3.3 zijn) kunt u achter elkaar registers wijzigen.

Toenemend volume per toets

Afnemend volume per toets

Correctie volume per toets


MENU

ORGEL 2

TOETS NR.

SUBBAS 16’

MENU 3

VOLUME

63 61

→

PD

CONTENT

Mondri Ouverture 25

HOOFDMENU 1 – Algemene instellingen (1.5 – 1.8)

Hoofdmenu 1.6 - Demosong

Uw Orgel beschikt over 12 demosongs. Met de knoppen VOLUME en REVERB kunt u het volume en de hoeveelheid nagalm aanpassen. VOLUME en REVERB (nagalm) zijn dubbel uitgevoerd en komen overeen met Totaal Volume (TOT-VOL) in Hoofdmenu 1.3 en REVERB Hoofdmenu 1.1 A. Het gewenste demosong nummer kiest u met de twee

schakelaars rechts boven het venster. B. Stop of Play kiest u met de twee schakelaars links onder het

venster. C. Het Volume regelt u met de twee schakelaars midden onder

het venster. D. Hoeveelheid nagalm (REVERB) regelt u met de twee

schakelaars rechts onder het venster.

Gedurende de Demosong is het orgel niet bespeelbaar, maar u kunt wel de registratie veranderen.

Uw Orgel beschikt over 12 demosongs. Song 1 is een demosong met orgelstemmen. Song 2 tot en met 12 zijn korte demosongs met ExtraVoice stemmen.

De gebruikte registraties van de 12 demosongs zijn opgeslagen in Memory Bank 1 en 2. In de tabel hieronder ziet u welke stemmen er zijn gebruikt. Met de setzerknoppen 1-6 kunt u deze registraties in Memory Bank 1 en 2 activeren.

In Memory Bank 1 en 2 zijn de registraties opgeslagen, die gebruikt worden voor de Demosongs 1 – 12. In Memory Bank 3 zijn de fabrieksregistraties opgeslagen. De registraties in Memory Bank 1 t/m 3 kunnen niet gewijzigd worden.

Memory Bank

Setzer- knop

PEDAAL HOOFDWERK ZWELWERK Demo song nr.

1

----- Roerfluit 8’, Fluit 4’, Koppel ZW-HW Quintfluit 2 2/3’, Woudfluit 2’ 1

Subbas 16’, O.Fluit 8’ Choir AAH Pan flute 2

Subbas 16’, O.Fluit 8’ Dynamic Orchestra Chimes 3

Open Fluit 8’ Harpsichord & Strings ----- 4

----- Choir AAH & Voice ----- 5

----- Flugel Horn ----- 6

2

----- Trumpet II ----- 7

Subbas 16’, O.Fluit 8’ Orchestra & Flute ----- 8

Subbas 16’, O.Fluit 8’ Electric Piano & Voice ----- 9

----- Nylon Guitar & Strings ----- 10

----- Glockenspiel ----- 11

----- Tibia 1 ----- 12

1

2

3

4

5

4

5

6

6

1

2

3


MENU

DEMO

PLAY

NR. 12

REVERB

31

* SONG *

16

VOLUME

B D C

A

CONTENT

Mondri Ouverture 26

Hoofdmenu 1.7 - Extravoice

Uw orgel is uitgevoerd met 112 ExtraVoice stemmen. De ExtraVoice stemmen zijn gegroepeerd in 7 verschillende Soundbanken. Zie hiervoor het overzicht achter in deze handleiding of het bijgevoegde overzicht. Met De Extra Voice drukknoppen in de voorlijst en tussenlijst kunt u voor ieder werk een ExtraVoice stem activeren. Voor het Zwelwerk beschikt u over 6 drukknoppen met vast ingestelde Extra Voice stemmen en 1 vrij programmeerbare drukknop. U kunt een door u gewenste stem aan het zwelwerk toevoegen door een knop te activeren. In menu 1.7 kunt u voor Extra Voice drukknoppen een ExtraVoice stem selecteren. Activeer de E.V.drukknop en gebruik het manuaal van het bij A geselecteerde werk, om de ExtraVoice stem uit te testen. A. Bij A selecteert u het werk (Ped, HW, ZW) B. Bij B selecteert u de gewenste Soundbank (zie hiervoor het

overzicht). C. Bij C selecteert u de gewenste stem. D. Bij D selecteert u het volume van de stem.

Geactiveerde E.V.drukknoppen kunt u opslaan onder de setzerknoppen (1-6)

Door steeds opnieuw stemmen te selecteren voor de E.V.drukknoppen, kunt u allerlei verschillende combinaties van ExtraVoice stemmen onder de setzerknoppen opslaan.

De E.V. drukknoppen kunt u in combinatie met orgelregisters gebruiken en opslaan.

Hoofdmenu 1.8 – Zwelpedaal configuratie

Met de functie Zwel Combi kunt u het volume van de werken met één van de zwelpedalen regelen tot de ingestelde waarde in volumevenster Hoofdmenu 1.3. Met de schakelaars rechts boven het venster kunt u een keuze maken uit de volgende mogelijkheden: 1. Uit 2. HW + PED 3. ZW + HW 4. ZW + HW + PED

De mogelijkheden zijn hieronder ter verduidelijking in een tabel weergegeven. In Hoofdmenu 1.3 kunt u het maximum volume van de werken instellen.

Zwelpedaal Combi Pedaal ZWELWERK (rechts)

Pedaal HOOFDWERK (links)

Volumeregeling Hoofdmenu 1.1

Volumeregeling Hoofdmenu 1.3

1. UIT Registers Zwelwerk Registers Hoofdwerk Registers Pedaal Registers Pedaal

2. HW+PED Registers Zwelwerk Registers Hoofdwerk en Pedaal

3. ZW+HW Registers Zwelwerk en Hoofdwerk

Geen functie Registers Pedaal Registers Pedaal

4. ZW+HW+PED Registers Zwelwerk, Hoofdwerk en Pedaal

Geen functie


MENU

SOUNDBANK

VOLUME

63 Theatre 9

7 PD

C D

A B


MENU

ZWELPEDAAL

TOONHOOGTE

ZW+HW+PD

CRESCENDO

PEDAL UIT A=440

Mondri Ouverture CONTENT Choir E.V Zw

Str.Ens Orc&Fl. Ch.Bell Harpsi PanFl.

+

-

TA E.V. Ped

E.V. Hw

0 6 HR 4 5 2 3 Set 1

E.V. Hw

E.V. Ped

E.V Zw

E.V. Hw

E.V. Ped

E.V Zw

E.V. Hw

E.V. Ped

E.V Zw

CONTENT

Mondri Ouverture 27

Hoofdmenu 1.8 - Toonhoogte A = 440 (fijnstemming)

Met de functie Toonhoogte kunt u het orgel fijnstemmen. De standaard stemming is A=440 Hertz. Met de schakelaars linksonder het venster, kunt u de stemming variëren tussen 409 en 471 Hertz. Zodoende kunt u de stemming eenvoudig aanpassen aan instrumenten, die niet zo eenvoudig te stemmen zijn.

Hoofdmenu 1.8 - Crescendo Pedaal aan / uit

Met de functie Crescendo Pedaal aan / uit kunt u het Zwelwerkpedaal (rechts) instellen als Crescendo pedaal. Met de schakelaars rechtsonder het venster van de PCC kunt u het Crescendo in- of uit schakelen. Het volume van het Zwelwerk kunt u vervolgens regelen met het Hoofdwerkpedaal. Het Hoofdwerk heeft nu geen zwelpedaal en kunt u regelen in Hoofdmenu 1.3 Met het Crescendo pedaal kunt u de 12 registraties van Memory Bank 85 en 86 opvolgend inschakelen. De fabrieksregistraties van Memory Bank 85 en 86 nemen in volume toe bij iedere stap van het Crescendo pedaal.

Bij het gebruik van het Crescendo pedaal zal, ter indicatie, de Cancel (0) drukknop aan gaan.

Het volume van het Hoofdwerk en het Pedaal kunt u met het Hoofdwerkpedaal (links) regelen, wanneer u bij Zwelpedaal Combi ZW+HW+PD selecteert.

Programmeren van het Crescendo Pedaal

De 12 registraties van het Crescendo kunt u met de Set en de setzerknoppen 1-6 in Memory Bank 85 en 86 naar wens programmeren (zie hiervoor Programmeren van Presets). De fabrieksregistraties gaan hierbij verloren.

MIDI

Wat is Midi

De letters MIDI zijn de afkorting van Musical Instrument Digital Interface. Dit is een internationale standaard om synthesizers, sound modules en muziekinstrumenten met MIDI, over een vijf polige kabel (MIDIkabel) met elkaar of met een computer te laten communiceren. Deze communicatie bestaat uit een reeks gegevens, die als een datablok over de MIDIkabel worden verzonden. Bij iedere wijziging van de gegevens, wordt er opnieuw een datablok verzonden met daarin die wijziging. Het ontvangende apparaat kan de verzonden datablokken (MIDIdata) verwerken. De datablokken (MIDI data) bevatten informatie over de geactiveerde registers, ingedrukte toetsen, van welk klavier de ingedrukte toetsen zijn, hoe hard de toetsen zijn aangeslagen, de Zwelpedaal volumes enz. Hierdoor kunt u met uw instrument gelijktijdig andere met elkaar verbonden instrumenten bespelen. U kunt ook met een PC of MIDI recorder de datablokken (MIDI data) opnemen en bewerken. Met behulp van speciale programma’s (Cakewalk of Steinberg) kunt u de opgenomen zg. MIDI file (extensie .mdr) omzetten naar notenschrift, eventueel corrigeren en terugzenden naar het orgel.

Wat is een Midi Kanaal

De gegevens (zoals aangeslagen toetsen) van ieder klavier worden van een code (kanaalnummer) voorzien, zodat een ontvangend apparaat weet van welk klavier de ingedrukte toetsen zijn. Op het ontvangende apparaat kunt u een stem (klank of instrument) toewijzen aan hetzelfde kanaalnummer. Hierdoor zal de stem reageren op de aangeslagen toetsen van het betreffende klavier.


MENU

ZWELPEDAAL

TOONHOOGTE

ZW+HW+PD

CRESCENDO

PEDAL UIT A=440


MENU

ZWELPEDAAL

TOONHOOGTE

ZW+HW+PD

CRESCENDO

PEDAL UIT A=440

CONTENT

Mondri Ouverture 28

Volgens de internationale standaard maakt MIDI gebruik van16 kanalen om MIDIdata over te zenden of te ontvangen. MIDIaansluitingen op uw orgel. Aan de achterkant van uw orgel vindt u een MIDI IN, OUT en THRU aansluiting. Deze midi aansluitingen mag u alleen toepassen binnen MIDI. De volgende regels dient u aan te houden voor een correcte werking van het MIDI:

MIDI OUT van het orgel alleen aansluiten op MIDI IN van een ander apparaat.

MIDI IN van het orgel alleen aansluiten op MIDI OUT van een ander apparaat.

MIDI THRU van het orgel alleen aansluiten op MIDI IN van een ander apparaat

Uit MIDI IN, OUT of THRU aansluitingen komt MIDI data en GEEN AUDIO, dus NOOIT aansluiten op audio-, line- of aux-aansluitingen.

MIDI OUT Uw orgel zendt MIDI data op de Midi Out aansluiting en gebruikt hierbij de volgende kanaalnummers:

U zendt MIDI data van het ZWELWERK op KANAAL 1

U zendt MIDI data van het HOOFDWERK op KANAAL 2

U zendt MIDI data van het PEDAAL op KANAAL 3 MIDI IN Uw orgel ontvangt MIDI data op de MIDI IN aansluiting de volgende kanaalnummers:

U ontvangt MIDI data voor het ZWELWERK op KANAAL 1

U ontvangt MIDI data voor het HOOFDWERK op KANAAL 2

U ontvangt MIDI data voor het PEDAAL op KANAAL 3 MIDI THRU MIDI data die u ontvangt op de MIDI IN aansluiting van uw orgel, wordt direct doorgezonden op de MIDI THRU van uw orgel. Het betreft jier a.h.w.een doorlus van de MIDI IN. U kunt hiermee meerdere instrumenten parallel aansluiten op het zendende apparaat.

Extra Voice drukknoppen Aan/Uit (E.V.)

Wanneer uw orgel is uitgevoerd met ExtraVoice dan worden de drukknoppen gebruikt voor het in - en uitschakelen van de ExtraVoice stemmen. De MIDI OUT aansluiting kunt u gebruiken voor MIDI recording.

Wanneer u een instrument op de MIDI OUT hebt aangesloten, dan neemt dit instrument de instellingen van de ExtraVoice automatisch over (klank en volume)

Opnemen van MIDIdata

MIDI data kan worden opgenomen met MIDI-recording programma’s voor een PC, of met een MIDI-Data Recorder. Uw orgel beschikt over dynamische volumeregelingen (zwel en pedaalvolume) die in de MIDIdata zijn verwerkt. Voordat u met opnemen begint moet de MIDI recorder deze instellingen “kennen”. Aanwijzingen voor de procedure voor het opnemen: 1. Zet alle registers uit door op de drukknop cancel (0) te drukken. 2. Zet zwelpedalen en pedaal op de gewenste aanvangsvolumes. 3. Start nu de MIDI recorder. 4. Druk op de SET drukknop om de aanvangsvolumes naar de recorder te zenden. 5. Nu kunt u beginnen met registeren en daarna begint u met spelen. 6. Bij het beëindigen van uw spel drukt u de drukknop cancel (0) in. De registers worden uitgeschakeld. 7. U kunt nu de MIDI recorder stoppen.

LINE OUT IN IN OUT THRU MIDI

+

-

TA E.V. Ped

E.V. Hw

0 6 HR 4 5 2 3 Set 1



CONTENT

Mondri Ouverture 29

Midi All Notes Off

Wanneer er een storing in de Midi data optreedt, kan dit als resultaat hebben dat het orgel, of een aangesloten apparaat een doorklinkende toon(tonen) produceert (midihanger genoemd) Door op de cancel-drukknop (0) te drukken wordt er een MIDI ALL NOTES OFF commando gegeven die de doorklinkende toon (tonen) uitzet.

AUDIO

Audio aansluitingen LINE OUT IN

Aan de achterkant van uw orgel vindt u de AUDIO aansluitingen (LINE OUT IN). De Audio aansluitingen mogen alleen ondering worden toegepast. Om het geluid van een extern aangesloten instrument te horen, kunt u gebruik maken van het versterker- en luidsprekersysteem van uw orgel (LINE IN) Om Audio op te nemen of extern te versterken gebruikt u de LINE OUT. De volgende regels dient u aan te houden voor een correcte werking van de Audio aansluitingen:

LINE OUT van het orgel: alleen aansluiten op LINE IN of AUX IN van een ander apparaat.

LINE IN van het orgel: alleen aansluiten op LINE OUT of AUX OUT van een ander apparaat.

Om schade door de zg. inschakelklik te voorkomen raden wij u aan eerst het orgel aan te zetten, daarna pas het aangesloten apparaat. Bij het stoppen met spelen moet u eerst het aangesloten apparaat uitzetten en daarna het orgel.

Hoofdtelefoon

De hoofdtelefoonaansluiting vindt u links aan de onderkant van de speeltafel. Zodra u de hoofdtelefoon aansluit worden alle speakersystemen van uw orgel uitgeschakeld. Gebruik een hoofdtelefoon van goede kwaliteit. Het volume van de hoofdtelefoon wordt beïnvloed door de impedantie (ohm) van de hoofdtelefoon.

Om schade door in- en uitschakelklik te voorkomen, raden wij u aan de hoofdtelefoon in- of uit te pluggen, nadat het orgel is ingeschakeld en de Menudata is geladen (HR lampje aan)

LINE OUT IN IN OUT THRU MIDI

CONTENT

Mondri Ouverture 30

TECHNISCHE INFORMATIE

Achterzijde

MIDI IN, OUT, THRU

LINE IN L + R Stereo

LINE OUT L + R Stereo ONDER DE SPEELTAFEL LINKS

Hoofdtelefoon aansluiting 6 mm jack stereo

Versterking

Lower 4 x 50 Watt RMS Upper 2 x 50 Watt RMS Opgenomen vermogen: 500 Watt

Luidsprekers

Lower 4 Upper 4

Afmetingen

Hoogte 120 cm Hoogte incl. lessenaar 138 cm Breedte 134 cm Diepte zonder pedaal 57 cm Diepte met pedaal 88 cm Gewicht compleet 155 kg incl. bank en pedaal

ZORG EN ONDERHOUD

Pedaalverlichting

De lampjes, die gebruikt worden voor de pedaalverlichting, vindt u aan de onderkant van het luidsprekerdoek, links en rechts van de zwelpedalen. Wanneer een lampje defect raakt, moet het vervangen worden door een exemplaar van dezelfde waarde: Buislamp 12 Volt 5 Watt helder. Schade ontstaan door gebruik van afwijkende waardes vallen niet onder garantie.

Meubel

In principe is het voldoende uw instrument regelmatig af te stoffen. Gebruik geen spuitbussen of oplosmiddelen. Een beperkt gebruik van een goede meubelwas of meubelolie voor gelakte meubels is toegestaan. Door veel poetsen zal het instrument steeds meer glans krijgen en gaan glimmen. Om verkleuring te voorkomen adviseren wij u het orgel niet in direct zonlicht te plaatsen.

Toetsen en Schakelaars

De toetsen en schakelaars kunnen het beste schoongehouden worden met een zachte katoenen doek (eventueel de doek licht vochtig maken met warm water, maar zorg er voor dat er geen vocht in het orgel komt) Gebruik geen oplosmiddelen, zeker niet op kunststoffen. Teksten kunnen daarmee eventueel onherstelbaar beschadigd worden.

Vervoer van uw Orgel

Rol het netsnoer op. Bescherm de flatcable van het pedaal tegen schade. Uw instrument mag rechtop of liggend op de rug worden vervoerd. Let er bij het neerleggen op, dat het roldeksel al open is, als uw orgel daarmee is uitgevoerd. Anders valt deze mogelijk met een klap open. Om beschadiging van het meubel te voorkomen raden wij u aan voldoende dekens te gebruiken. Het orgel moet tijdens vervoer stevig worden vastgezet. Vervoer uw instrument zorgvuldig en probeer schokken te voorkomen.

CONTENT

Mondri Ouverture 31

Storingen

Bij een storing is het van belang het type- en serienummer van uw orgel op te geven. Het typeplaatje vindt u aan de linkerzijde onder de speeltafel. De fabriek kan met het serienummer alle soft- en hardware gegevens van uw orgel terug vinden. Een goede omschrijving van de klacht is van groot belang om een probleem op te lossen. Uw leverancier is echter in de eerste instantie de aangewezen persoon om uw klacht op te lossen. Alle garantieaanspraken vervallen, wanneer het typeplaatje is verwijderd. 1. Controleer of het lampje in de netschakelaar aan is, evenals het lampje in de HR drukknop. Controleer of

de Totaal Volume regelaar tenminste half open staat. 2. Kijk of er tenminste één register is ingeschakeld en dat u toetsen van hetzelfde werk indrukt. 3. Controleer of de hoofdtelefoon nog is aangesloten. 4. Als het pedaal niet functioneert, controleer of de Monobas geactiveerd is of de flatcable voor het pedaal

goed is aangesloten en er geen pinnetjes in de plug van het pedaal verbogen zijn. 5. Tongwerken doen het niet. Staat T.A. (Tongwerken Af) nog aan? 6. Ruis in het geluid? Nagalm uitzetten. Indien het geruis verdwijnt is de oorzaak gevonden. Als uw instrument nog steeds niet goed functioneert, is uw Dealer de meest aangewezen persoon voor verdere service. Verwijder de achterkant van uw orgel niet om het risico van elektrische schokken uit te sluiten. In het orgel zijn geen onderdelen, die door de eindgebruiker zelf kunnen worden gerepareerd. Schema's worden uitsluitend aan technici verstrekt. Als fabrikant, handhaven we een politiek om consequent en continue onze producten te verbeteren en op te waarderen. Daarom behouden we ons het recht voor om de specificaties en uitvoering van de producten te wijzigen of aan te passen, zonder voorafgaande kennisgeving. CONTENT ORGELS ELPRO b.v. Marienhoef 7 3851 ST ERMELO NEDERLAND Tel: 0341-55 48 76 Fax: 0341-55 68 87 E-mail: [email protected] ELPRO B.V. Mei 2009 DJ/AvdB ♫

BIJLAGEN

mailto:[email protected]

CONTENT

Mondri Ouverture 32

Hoofdmenu 1.7 - Content ExtraVoice Bibliotheek

Date :

14

Item :

ExtraVoice Bibliotheek Code

:

Mondri II-22

-

-

09 05

Bank 1 1. Grand Piano 2. Grand Piano & Strings 3. Bright Piano 4. Honky Tonk Piano 5. Electric Piano 6. Detuned Electric Piano 7. Soft Electric Piano 8. Electric Piano & Strings 9. Electric Piano &Voice 10. Harpsichord 11. Harpsichord & Strings 12. Celesta 13. Harp 14. Click Organ 15. Cool Organ 16. Rotor Organ

Bank 2 1. Church Bells 2. Tubular Bells 3. Chimes 4. Glockenspiel 5. Music Box 6. Harmonica 7. Blues Harmonica 8. Musette 9. Tango Accordion 10. Vibes 11. Nylon Guitar 12. Nylon Guitar & Strings 13. Steel Guitar 14. Mandolin 15. Jazz Guitar 16. Pizzicato

Bank 4 1. Choir Aah & Voice 2. Choir Aah 3. Choir & Strings 4. Strings & Voice 5. Scat Voice 6. Soprano Sax 7. Alto Sax 1 8. Alto Sax 2 9. Tenor Sax 10. French Horn 11. Flugel Horn 12. Trumpet 1 13. Trumpet 2 14. Muted Trumpet 15. Mellow Trombone 16. Tuba

Bank 3 1. Strings Ensemble 1 2. Strings Ensemble 2 3. Strings Ensemble 3 4. Accompaniment Strings 5. Dynamic Orchestra 6. Orchestra & Flute 7. Orchestra & Oboe 8. Orchestra & Horn 9. Brass 10. Acoustic Bass 11. Finger Bass 12. Slap Bass 13. Violin 14. Viola 15. Cello 16. Contra Bass

Bank 5 1. Pan Flute 2. Flute 3. Jazz Flute 4. Oboe 5. English Horn 6. Bassoon 7. Clarinet 8. Bagpipe 9. Orchestral Bell 10. Ocarina 11. Timpani 12. Fantasy 13. Soft Pad 14. Warm Pad 15. Sweep Pad 16. Atmosphere

Bank 6 1. Tibia 1 2. Tibia 2 3. Tibia 3 4. Tibia 4 5. Tibia 5 6. Tibia 6 7. Tibia Ensemble 1 8. Tibia Ensemble 2 9. Tibia Ensemble 3 10. Tibia Ensemble 4 11. Tibia Ensemble 5 12. Tibia Ensemble 6 13. Tibia Ensemble 7 14. Tibia Ensemble 8 15. Full Tibia 1 16. Full Tibia 2

Bank 7 1. Tibia Accompaniment 1 2. Tibia Accompaniment 2 3. Tibia Accompaniment 3 4. Tibia & Vox 1 5. Tibia & Vox 2 6. Tibia & Kin 1 7. Tibia & Kin 2 8. Theatre 1 9. Theatre 2 10. Theatre 3 11. Theatre 4 12. Theatre 5 13. Theatre 6 14. Theatre 7 15. Theatre 8 16. Theatre 9

In iedere Preset kunt u andere ExtraVoice stemmen eventueel gecombineerd met registers opslaan. Herhaal hiervoor punt 1 t/m 3

Opslaan van ingestelde ExtraVoice Schakelaars 1. Activeer de ExtraVoice Schakelaars 2. Kies een Memory Bank waar in u wilt opslaan (04-84) 3. Gebruik Set + Preset schakelaar 1 t/m 6 om de ExtraVoice presets op te slaan . Save ExtraVoice Startdata. Kies gewenste instellingen in ExtraVoice Display. Druk beide schakelaars midden onder het display totdat ”Save ExtraVoice Data” verschijnt.

Opslaan van registraties in Presets

ExtraVoice instellen in Display 1. Activeer de gewenste ExtraVoice Schakelaar 2. Kies overeenkomend ” Werk ” 3. Kies de gewenste Sound Bank 4. Kies de gewenste Voice 5. Kies het gewenste Volume

ExtraVoice Aan/Uit Schakelaars


MENU

SOUNDBANK

VOICE

EV

VOLUME

63 Theatre 9

7 PD

Voice Volume instellen

Save Start-Data

Kies Voice

Kies het ”Werk” PD, HW, SW

Kies Sound Bank 1 t / m 7

Zoek Hoofdmenu

1.7

+

-

TA E.V. Ped

E.V. Hw

0 6 HR 4 5 2 3 Set 1



CONTENT

Mondri Ouverture 33

PCC venster overzicht

© CONTENT DISPLAY MANUAL

CONTENT ORGAN

******************************

******************************

*

*

*

*

Mondri Ouverture

I

0

HOOFDMENU 1 DATA LADEN

MENU 2

ORGEL 2

1=HW 2=ZW

MAN INV

→ MENU 2

REV PROG

10

MENU 2.1

NAAR MENU 3

NAAR MENU 1

ORGEL 2

WERCKMEISTER

STEMMING

→ MENU 2

WINDDRUK

63

MENU 2.6

ORGEL 2

63

SNELHEID

TREMULANT

→ MENU 2

HOOFDWERK

DIEPTE

63

MENU 2.3

ORGEL 2

63

SNELHEID

TREMULANT

→ MENU 2

ZWELWERK

DIEPTE

63

MENU 2.4

VOLGEND REGISTER

OF

ACTIVEER EEN REGISTER

ORGEL 2

63

TOETS NR.

PD SUBBAS 16 ’

→ MENU 3

VOLUME

63

MENU 3.3

ORGEL 2

63

CONTOUR

PD SUBBAS 16 ’

→ MENU 3

FLUCTUATI

63 63

MENU 3.2

MENU 3

NAAR MENU 1

NAAR MENU 2

ORGEL 2

63

VOLUME

PD SUBBAS 16 ’

→ MENU 3

RUIS CHORUS

63 63

MENU 3.1

Quick Save. Druk gelijktijdig SET + ”0” (cancel) om gewijzigde instellingen in hoofdmenu en menu 2 op te slaan

SaveExtraVoice startdata. Kies gewenste instellingen in het ExtraVoice display nr.7. Druk beide knoppen midden onder het venster gelijktijdig in.

Programmeren Crescendo. Kies memory bank 85 stap 1 t/m 6 en bank 86 stap7 t/m/12. Gebruik SET + preset 1 t/m 6 om uw registraties op te slaan.

MENU

ORGEL 2

SAVE

MENU 1

RESET

1.4

NAAR MENU 2

NAAR MENU 3

DATE:

14

TYPE

Mondri Ouverture NL PCC

CODE

M II-22 NL PCC

-

-

09 05

1.1

MENU

TRANSP

3

VOICTL

C

CHORUS MEMBNK NK 7 01

PEDVOL REVERB

16 31

MENU

LOWER

32

LOWER

32

REVERB UPPER

32

ORGAN UPPER

32

1.2

MENU

PD-VOL

16

HW-VOL ZW-VOL

16 16

TOT-VOL

16

1.3

MENU

ZWELPEDAAL

A=440

TOONHOOGTE

ZW+HW+PED

CRESCENDO

PEDAL UIT

1.8

MENU

HERMODE TUNING

HMT-3-5

HMT-MODE

ON

REINHEIT

80 %

1.5 OPTION

1.6

MENU

PLAY

DEMO SONG NR 12

*

VOLUME REVERB

16 31

*

1.7

Save ExtraVoice Startdata

MENU

SOUNDBANK

Theatre 9

VOICE

E.V. PD

7

VOLUME

63

CONTENT

Mondri Ouverture 34

CONTENT

Mondri Ouverture 35

HANDLEIDING Mondri Ouvertureorgelcentrum.nl/wp-content/uploads/2019/09/mondri... · 2019-11-19 ·...

Documents

Transcript of HANDLEIDING Mondri Ouvertureorgelcentrum.nl/wp-content/uploads/2019/09/mondri... · 2019-11-19 ·...