Handleiding MLA-stijlconventie Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein:...

9
1 Handleiding MLA-stijlconventie Dr. Madeleine J.A. Kasten, Universiteit Leiden, opleiding Literatuurwetenschap 1. Inleiding Gedurende je studie Literatuurwetenschap krijg je veelvuldig te maken met schrijfopdrachten, zowel tijdens de colleges (de zgn. ‘werkopdrachten’) als bij de afronding daarvan. Zo kennen wij meeneemtentamens, waarbij je een aantal vragen thuis in essayvorm beantwoordt. Daarnaast word je vanaf het begin van je studie getraind in het schrijven van werkstukken, ook genoemd ‘nota’s’ of ‘papers’. Deze toetsvorm, de meest gangbare bij Literatuurwetenschap, heeft een aantal voordelen. Ten eerste word je zo in staat gesteld (lees: gedwongen) je buiten de door anderen gebaande paden te begeven: je wordt geacht zelfstandig en aan de hand van zelfgekozen materiaal een zelfbedachte probleemstelling uit te werken. Ten tweede leer je al doende hoe je je vragen, veronderstellingen en bevindingen op een tegelijkertijd verantwoorde en aantrekkelijke manier kunt presenteren. Het commentaar van je docent, die je bij deze opdrachten begeleidt, kan daarbij waardevol zijn. Zo biedt het werkstuk een optimale voorbereiding op de scriptie, die het sluitstuk vormt van zowel de Bachelor- als de Masteropleiding. Maar ook daarna zul je in veel gevallen profiteren van de opgedane schrijfervaring, bijvoorbeeld wanneer je een loopbaan in de wetenschap, de journalistiek of een culturele instelling ambieert. Het schrijven van wetenschappelijke teksten is gebonden aan bepaalde codes. Zulke regels hebben tot doel, de door de auteur verstrekte informatie toegankelijk en gemakkelijk verifieerbaar te maken; een eis die haaks staat op onze verwachtingen ten aanzien van bijvoorbeeld literaire teksten. In deze handleiding tref je een beschrijving aan van bibliografische conventies zoals die gelden binnen de opleiding Literatuurwetenschap en de meeste andere letterendisciplines. Het gaat daarbij om specifieke regels waaraan je je te houden hebt bij het verwijzen naar bronnen in je tekst, en de uiteindelijke, volledige vermelding daarvan in je literatuurlijst. Voor dergelijke verantwoordingen bestaan verschillende systemen. Uitgevers verplichten hun auteurs doorgaans om zich aan één bepaald systeem te houden. Een overzicht van ‘citation styles’ met speciale aandacht voor elektronische bronvermeldingen is te vinden op de website van ONLINE! Citation Styles, <http://www.bedfordstmartins.com/online/citex.html >. Wees echter kritisch bij gebruik, want helaas is de site niet vrij van slordigheden. Het meest gehanteerde en internationaal geaccepteerde systeem is dat van de Modern Language Association (MLA). Paragraaf 2 omvat een overzicht van de belangrijkste regels. Voor dit overzicht heb ik behalve van de website ONLINE! Citations Styles gebruik gemaakt van de digitale MLA style sheet door Bernard J. Quinn, Opleiding Cultural Studies aan de University of Central Lancashire, <http://www.uclan.ac.uk/facs/class/cultstud/american/amerhome/mla1.html >. Wie behoefte heeft aan meer informatie of voorbeelden kan te rade gaan bij de ‘harde’ bron, te weten Joseph Gibaldi’s MLA Handbook for Writers of Research Papers. (1977). Zesde editie. New York: The Modern Language Association of America, 2003. Deze meest recente

Transcript of Handleiding MLA-stijlconventie Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein:...

Page 1: Handleiding MLA-stijlconventie Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein: Kraus Reprint, 1979. 4. Boek, samengesteld door …

1

Handleiding MLA-stijlconventie Dr. Madeleine J.A. Kasten, Universiteit Leiden, opleiding Literatuurwetenschap 1. Inleiding Gedurende je studie Literatuurwetenschap krijg je veelvuldig te maken met schrijfopdrachten, zowel tijdens de colleges (de zgn. ‘werkopdrachten’) als bij de afronding daarvan. Zo kennen wij meeneemtentamens, waarbij je een aantal vragen thuis in essayvorm beantwoordt. Daarnaast word je vanaf het begin van je studie getraind in het schrijven van werkstukken, ook genoemd ‘nota’s’ of ‘papers’. Deze toetsvorm, de meest gangbare bij Literatuurwetenschap, heeft een aantal voordelen. Ten eerste word je zo in staat gesteld (lees: gedwongen) je buiten de door anderen gebaande paden te begeven: je wordt geacht zelfstandig en aan de hand van zelfgekozen materiaal een zelfbedachte probleemstelling uit te werken. Ten tweede leer je al doende hoe je je vragen, veronderstellingen en bevindingen op een tegelijkertijd verantwoorde en aantrekkelijke manier kunt presenteren. Het commentaar van je docent, die je bij deze opdrachten begeleidt, kan daarbij waardevol zijn. Zo biedt het werkstuk een optimale voorbereiding op de scriptie, die het sluitstuk vormt van zowel de Bachelor- als de Masteropleiding. Maar ook daarna zul je in veel gevallen profiteren van de opgedane schrijfervaring, bijvoorbeeld wanneer je een loopbaan in de wetenschap, de journalistiek of een culturele instelling ambieert. Het schrijven van wetenschappelijke teksten is gebonden aan bepaalde codes. Zulke regels hebben tot doel, de door de auteur verstrekte informatie toegankelijk en gemakkelijk verifieerbaar te maken; een eis die haaks staat op onze verwachtingen ten aanzien van bijvoorbeeld literaire teksten. In deze handleiding tref je een beschrijving aan van bibliografische conventies zoals die gelden binnen de opleiding Literatuurwetenschap en de meeste andere letterendisciplines. Het gaat daarbij om specifieke regels waaraan je je te houden hebt bij het verwijzen naar bronnen in je tekst, en de uiteindelijke, volledige vermelding daarvan in je literatuurlijst. Voor dergelijke verantwoordingen bestaan verschillende systemen. Uitgevers verplichten hun auteurs doorgaans om zich aan één bepaald systeem te houden. Een overzicht van ‘citation styles’ met speciale aandacht voor elektronische bronvermeldingen is te vinden op de website van ONLINE! Citation Styles, <http://www.bedfordstmartins.com/online/citex.html>. Wees echter kritisch bij gebruik, want helaas is de site niet vrij van slordigheden. Het meest gehanteerde en internationaal geaccepteerde systeem is dat van de Modern Language Association (MLA). Paragraaf 2 omvat een overzicht van de belangrijkste regels. Voor dit overzicht heb ik behalve van de website ONLINE! Citations Styles gebruik gemaakt van de digitale MLA style sheet door Bernard J. Quinn, Opleiding Cultural Studies aan de University of Central Lancashire, <http://www.uclan.ac.uk/facs/class/cultstud/american/amerhome/mla1.html>. Wie behoefte heeft aan meer informatie of voorbeelden kan te rade gaan bij de ‘harde’ bron, te weten Joseph Gibaldi’s MLA Handbook for Writers of Research Papers. (1977). Zesde editie. New York: The Modern Language Association of America, 2003. Deze meest recente

Page 2: Handleiding MLA-stijlconventie Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein: Kraus Reprint, 1979. 4. Boek, samengesteld door …

2

uitgave bevindt zich in de Leidse Universiteitsbibliotheek, onder andere op de studiezaal Algemene Literatuurwetenschap. 2. MLA-stijl Het MLA-systeem is erop gericht, de leesbaarheid van een tekst te bevorderen door onderbrekingen tot een minimum te beperken. Verwerk literatuurverwijzingen – tussen haakjes geplaatst – liever in je hoofdtekst dan in voet- of eindnoten, en neem daarnaast een volledige lijst van geciteerde en/of geraadpleegde titels op. Deze literatuurlijst dient alle informatie te bevatten die nodig is om je verwijzing te traceren; in de tekst zelf kun je dan volstaan met het noemen van de auteursnaam en het betreffende paginanummer. Voor online publicaties geldt in de regel dat je dezelfde informatie dient te verschaffen als bij traditionele bronnen. Vermeld waar mogelijk auteursnaam, titel, bron, datum of jaartal en paginanummer(s). Vergeet niet de website te noemen. Wees bij dit laatste zorgvuldig, omdat zelfs de geringste afwijking het adres onvindbaar maakt. Plaats het adres tussen punthaken ( < >), zoals ik heb gedaan bij de twee in de inleiding genoemde sites. Gebruik je een internetbron van niet al te grote omvang, dan kun je overwegen een ‘harde’ kopie als bijlage aan je tekst toe te voegen. MLA-literatuurverwijzingen in de tekst Een literatuurverwijzing in je tekst is vereist waar je een bron parafraseert of direct citeert. Plaats de verwijzing direct NA het citaat of de parafrasering, maar VÓÓR de punt die het zinseinde markeert. Voorbeelden

1. In one postmodern text, the sense of construction is apparent when the main character Offred says, “This is a reconstruction. All of it is a reconstruction” (Atwood 144).

Een verwijzing naar een online publicatie werkt op dezelfde manier. Bevat de elektronische bron geen pagina-aanduidingen, dan kun je in de tekst volstaan met het noemen van de auteursnaam:

In response to Victor Brombert’s 1990 MLA presidential address on the “politics of critical language,” one correspondent suggests that “some literary scholars envy the scientists their wonderful jargon with its certainty and precision and thus wish to emulate it by creating formidably technical-sounding words of their own” (Mitchell).

Let op: gebruik geen komma na de auteursnaam, en geen ‘p.’ voorafgaand aan het paginanummer. Bevat je literatuurlijst meer dan één titel van dezelfde auteur (bijvoorbeeld Margaret Atwood), geef dit dan als volgt aan:

2. In one postmodern text, the sense of construction is apparent when the main character Offred says, “This is a reconstruction. All of it is a reconstruction” (Atwood, Handmaid 144).

Heb je de auteursnaam reeds genoemd in de zin voorafgaand aan het citaat, dan kun je volstaan met het paginanummer:

Page 3: Handleiding MLA-stijlconventie Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein: Kraus Reprint, 1979. 4. Boek, samengesteld door …

3

3. In her most famous postmodern text, The Handmaid’s Tale, Atwood writes, “This is a

reconstruction. All of it is a reconstruction” (144). Of je nu een boek, een tijdschrift- of kranteartikel, een gedrukte of elektronische publicatie citeert, verstrek altijd de minimale hoeveelheid informatie die nodig is om de bron in je literatuurlijst te kunnen achterhalen. Bevat deze lijst twee auteurs met dezelfde achternaam, maak dan bij je verwijzingen gebruik van hun voorletters om ze van elkaar te onderscheiden. Citeer (een deel van) de titel als er geen auteursnaam beschikbaar is. Algemeen uitgangspunt is dat de verwijzing zo bondig en efficiënt mogelijk moet zijn, dit om de aandacht niet af te leiden van de tekst. Laat citaten van vier of meer regels links inspringen, en scheid het citaat verder van de hoofdtekst door witregels (één ervoor, en één erna). Gebruik bij inspringen GEEN aanhalingstekens: de inspringing geeft aan waar het citaat begint en eindigt. Let op: alleen in deze specifieke situatie gaat het leesteken vooraf aan de verwijzing tussen haakjes, zoals in onderstaand voorbeeld:

4. In Margaret Atwood’s The Handmaid’s Tale, the main character muses about the postmodern construction of narrative:

When I get out of here, if I’m ever able to set this down, in any form, even in the form of one voice to another, it will be a reconstruction then too, at yet another remove. It’s impossible to say a thing exactly the way it was, because what you say can never be exact, you always have to leave something out, there are too many parts, sides, crosscurrents, nuances; too many gestures, which could mean this or that, too many shapes which can never be fully described, too many flavours, in the air or on the tongue, half-colours, too many. (144)

Opmerking: Soms zal je docent verlangen dat je voor je werkstuk een dubbele regelafstand hanteert. In dat geval kun je de witregels voor en na het citaat laten vervallen. Gebruik van voet- of eindnoten bij MLA Zelfs binnen het MLA-systeem zul je soms met voet- of eindnoten moeten werken. Wees hiermee spaarzaam, en beperk je tot inhoudelijke c.q. verklarende noten die essentiële informatie bevatten. Breng literatuurverwijzingen waar mogelijk onder in je hoofdtekst. Wel kun je een noot gebruiken om je keuze voor een bepaalde bron te rechtvaardigen waar een andere wellicht meer voor de hand had gelegen, of om je lezer naar relevante bronnen te verwijzen die buiten het bestek van je eigen betoog vallen. De MLA-literatuurlijst Rangschik de titels op alfabetische volgorde van de achternamen der auteurs. Vermeld eerst de achternaam, gevolgd door een komma; daarna de voornaam en/of voorletters, en pas daarachter eventuele voorvoegsels. (N.B.: In Engelse literatuurlijsten zul je ontdekken dat voorvoegsels, in tegenstelling tot wat in Nederland gebruikelijk is, geheel vooraan worden geplaatst. Deze voorvoegsels zijn in het Engels tevens bepalend voor de alfabetische volgorde. Een auteur als Paul de Man vind je dan bijvoorbeeld terug onder de D, waar hij vermeld staat als ‘De Man, Paul’.)

Page 4: Handleiding MLA-stijlconventie Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein: Kraus Reprint, 1979. 4. Boek, samengesteld door …

4

Sla na iedere vermelding een regel over, behalve:

a. bij meerdere titels van één auteur (zie onder); b. wanneer je de dubbele regelafstand hanteert.

Indien gewenst kun je ‘primaire’ teksten (romans, toneelstukken of gedichten) scheiden van ‘secundaire’, theoretische werken, maar dit is niet noodzakelijk. Plaats de eerste regel van iedere vermelding tegen de linker kantlijn en spring bij iedere volgende regel vijf spaties ofwel één tabstop in. Opmerkingen - In Engelstalige titels worden alle woorden behalve lidwoorden en voorzetsels met een

hoofdletter geschreven. - Staan er bij een uitgever meerdere plaatsnamen vermeld, noem dan alleen de eerste.

Gebruik je een latere editie, al dan niet van een andere uitgever, vermeld dan zo mogelijk ook het oorspronkelijke jaartal van verschijnen (zie voorbeeld-literatuurlijst, Berger en Luckmann).

Afkortingen

- Ontbreekt het jaartal of de plaats van publicatie, vermeld dan ‘zonder datum’ resp. ‘zonder plaats’. Het Engels gebruikt hier de afkortingen ‘n.d.’ (‘no date’) en ‘n.p.’ (‘no place’). Zie voorbeeld-literatuurlijst, vermelding Baumeister.

- De aanduiding ‘University Press’ mag worden afgekort als ‘UP’. - Bij een publicatie door meer dan twee auteurs of redacteuren noteer je alleen de eerste

naam, die je laat volgen door de afkorting ‘et al.’ (van Latijn ‘et alii’, ofwel ‘en anderen’).

- Gebruik eventueel de afkorting ‘red.’ voor ‘redactie’. In het Engels is deze afkorting verplicht: men schrijft ‘ed.’ voor ‘editor’ (meervoud ‘eds.’). Let op: ‘ed.’ kan ook staan voor ‘edition’ (‘uitgave’).

- Andere veel voorkomende Engelse afkortingen zijn ‘rpt.’ voor ‘reprint’ (‘herdruk’), ‘rev.’ voor ‘review’ (‘recensie’), en ‘trans.’ voor ‘translation’ (‘vertaling’).

Een geciteerde tekst uit een verzamelbundel dient individueel vermeld te worden, met opgave van de bladzijden die de tekst in het werk in beslag neemt. Je volstaat in zo’n geval met een afgekorte vermelding en neemt de bundel apart in je literatuurlijst op (zie in onderstaande voorbeeld-literatuurlijst de essays van Cox en Jehlen, die beide ontleend zijn aan de eveneens vermelde bundel van Graff en Phelan). N.B.: Let op de juiste interpunctie, cursiveringen en aanhalingstekens!

1. Boek door één auteur Achternaam, voornaam. Titel. Plaats van verschijnen: naam uitgever, jaartal.

Voorbeeld: Krieger, Murray. Words about Words about Words: Theory, Criticism, and the Literary Text. Baltimore: Johns Hopkins UP, 1988.

2. Boek door twee auteurs Achternaam, voornaam en voornaam achternaam. Boektitel. Plaats van

verschijnen: naam uitgever, jaartal. Voorbeeld:

Page 5: Handleiding MLA-stijlconventie Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein: Kraus Reprint, 1979. 4. Boek, samengesteld door …

5

Panofsky, Erwin and Fritz Saxl. Dürer’s ‘Melencolia I’, Eine quellen- und typengeschichtliche Untersuchung. Leipzig: Teubner (Studien der Bibliothek Warburg), 1923.

3. Boek door meer dan twee auteurs

Achternaam, voornaam, et al. Boektitel. Plaats van verschijnen: naam uitgever, jaartal. Voorbeeld:

Klibansky, Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein: Kraus Reprint, 1979.

4. Boek, samengesteld door een redacteur Achternaam, voornaam, red. Boektitel. Plaats van verschijnen: naam uitgever,

jaartal. Voorbeeld: Greenblatt, Stephen J., ed. Allegory and Representation: Selected Papers from the English Institute of Johns Hopkins University 1979-1980. Baltimore: Johns Hopkins UP, 1981.

N.B.: Volg bij meerdere redacteuren de procedure, beschreven onder 2 en 3.

5. Bij meer dan één titel door dezelfde auteur

Noem de boeken in alfabetische volgorde ZONDER na elke titel een regel over te slaan. Let op: lidwoorden aan het begin van de titel tellen voor de volgorde niet mee. Bij de tweede en volgende vermeldingen vervang je de auteursnaam door horizontale streepjes: ---. Boektitel. Plaats van verschijnen: naam uitgever, jaartal. Voorbeeld: Said, Edward. Culture and Imperialism. 1993. London: Vintage, 1994. ---. Orientalism: Western Conceptions of the Orient. 1978. Rpt. with a new

Afterword. London: Penguin, 1995.

6. Artikel in tijdschrift of krant Algemeen: Achternaam, voornaam, “titel.” Titel tijdschrift jaargang: nummer

(jaartal): nummers eerste en laatste pagina. Voorbeeld: Heinrichs, Katherine, “The Language of Love: Overstatement and Ironic Humor in Machaut’s Voir Dit.” Philological Quarterly 73:1 (1994): 1-9.

Ontbreekt het nummer van de jaargang, vermeld dan alleen het nummer van de aflevering. Vermeld bij kranten de datum, eventuele rubriek en paginanummers. Voorbeeld:

Freriks, Kester, “Een pond christenvlees voor drieduizend dukaten.” NRC Handelsblad (2 oktober 1992): 18.

Page 6: Handleiding MLA-stijlconventie Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein: Kraus Reprint, 1979. 4. Boek, samengesteld door …

6

7. Filmvermelding De vermelding begint meestal met de titel en bevat in elk geval de namen van de regisseur (Engels ‘director’, afgekort ‘dir.’), de distributeur en het jaar van verschijnen. Tussen de namen van de regisseur en distributeur kun je nog meer relevante informatie toevoegen, zoals de naam van de scriptschrijver (Eng. ‘Script by […]’) en de namen van de hoofdrolspelers (Eng. ‘performers’, afgekort ‘perf.’). Voorbeeld: It’s a Wonderful Life. Dir. Frank Capra. Perf. James Stewart, Donna Reed, Lionel

Barrymore, and Thomas Mitchell. RKO, 1946.

8. Geluidsopname Begin met het noemen van componist, dirigent (Eng. ‘conductor’, afgekort ‘cond.’) en uitvoerend artiest. (De volgorde bepaal je zelf, afhankelijk van waar je de nadruk wilt leggen.) Noem vervolgens de titel en het jaar van opname (Eng. ‘recorded’, afgekort ‘rec.’). Vermeld tenslotte het medium – tenzij je een cd gebruikt – plus de naam van de producent en het jaar van verschijnen. N.B.: is de productie verschenen in het jaar van opname, dan hoef je dit laatste gegeven niet apart te noemen.

Ellington, Duke, cond. Duke Ellington Orchestra. First Carnegie Hall Concert.

Rec. 23 Jan. 1943, LP. Prestige, 1977. Simon, Paul. The Rhythm of the Saints. Warner Bros., 1990.

9. Interview Noem eerst de geïnterviewde. Maakt het interview deel uit van een meer omvattende publicatie, plaats de titel dan tussen dubbele aanhalingstekens. Cursiveer of onderstreep de titel indien het een zelfstandige publicatie betreft. Is er geen titel voorhanden, dan kun je volstaan met de vermelding ‘Interview’. Als je het interview zelf hebt gehouden moet je de naam van de geïnterviewde vermelden, het soort interview (zoals ‘persoonlijk interview’ of ‘telefonisch interview’) en de datum. Voorbeelden: Clinton, Bill. Personal Interview. 23 June 1999. Fellini, Federico. “The Long Interview.” Juliet of the Spirits. Ed. Tullio Kezich. New York: Ballantine, 1966. 17-64. Nader, Ralph. Interview with Ray Svarez. Talk of the Nation. National Public Radio. WBUR, Boston. 16 Apr. 1998.

10. Elektronische publicatie

Een elektronische bronvermelding dient minimaal de volgende informatie te bevatten: Achternaam auteur, voornaam. Titel document. Datum van publicatie op internet

óf – indien van toepassing - datum van de meest recente update. Datum waarop je de site hebt bezocht <URL>.

Aan deze gegevens kun je naar eigen inzicht relevante informatie toevoegen,

Page 7: Handleiding MLA-stijlconventie Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein: Kraus Reprint, 1979. 4. Boek, samengesteld door …

7

zoals de naam van het bedrijf of instituut waaraan de auteur verbonden is, of de naam van een (elektronisch) tijdschrift of boek waaraan de informatie is ontleend. Betreft het een gedrukte publicatie, vergeet dan niet de bijbehorende publicatiegegevens te vermelden. Voorbeelden:

Gedrukt boek Harnack, Andrew, and Eugene Kleppinger. Preface. Online! A Reference Guide to

Using Internet Sources. Boston: Bedford/St. Martin’s, 2000. 5 Jan. 2000 <http://www.bedfordstmartins.com/online>.

Artikel in een elektronisch tijdschrift (ezine)

Adler, Jerry. “Ghost of Everest.” Newsweek 17 May 1999. 19 May 1999 <http://newsweek.com/nw-srv/issue/20 99a/printed/int/socu/so0120 1.htm>.

Artikel in een elektronisch blad (ejournal)

Joyce, Michael. “On the Birthday of the Stranger (in Memory of John Hawkes).” Evergreen Review 5 Mar. 1999. 12 May 1999 <http://www.evergreenreview.com/102/evexcite/joyce/nojoyce.html>.

Artikel in een krant Wren, Christopher. “A Body on Mt. Everest, a Mystery Half-Solved.” New York

Times on the Web 5 May 1999. 13 May 1999 <http://search.nytimes.com/search/daily/bin/fastweb?getdoc+site+site+87604+0+wAAA+%7Ebody%7Eon%7Emt.%7Eeverest%22>.

Recensie Michael Parfit, review of The Climb: Tragic Ambitions on Everest, by Anatoli Boukreev and G. Weston DeWalt. New York Times on the Web 7 Dec. 1997. 4 Oct. 1999 <http://search.nytimes.com/books/97/12/07/reviews/971207.07parfit.html>. Particuliere website

Pellegrino, Joseph. Home page. 16 Dec. 1998. 1 Oct. 1999 <http://www.english.eku.edu/pellegrino/personal.htm>.

Professionele website

Mortimer, Gail. The William Faulkner Society Home Page. 16 Sept. 1999. William Faulkner Soc. 1 Oct. 1999 <http://www.acad.swarthmore.edu/faulkner>.

Voorbeeld van een literatuurlijst Onderstaand tref je een model-lijst aan die de meeste situaties ‘dekt’. Naast eenvoudige vermeldingen omvat de lijst ook meer complexe gevallen, zoals introducties, voorwoorden, vertaalde werken en titels bestaande uit meerdere delen. Kom je er met een bepaalde bron desondanks niet uit, schroom dan niet het MLA Handbook te raadplegen. Aronstein, Susan. “‘Not Exactly a Knight’: Arthurian Narrative and Recuperative Politics in the Indiana Jones Trilogy.” Cinema Journal 34:4 (1995): 3-30.

Page 8: Handleiding MLA-stijlconventie Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein: Kraus Reprint, 1979. 4. Boek, samengesteld door …

8

Atwood, Margaret. Survival: A Thematic Guide to Canadian Literature. Toronto: Anansi, 1972. Baumeister, Roy F. Escaping the Self: Alcoholism, Spirituality, Masochism, and Other Flights from the Burden of Selfhood. N.p.: Basic Books, 1991. Baym, Nina. Feminism and American Literary History. New Brunswick, N.J.: Rutgers UP, 1992. Berger, Peter and Thomas Luckmann. The Social Construction of Reality: A Treatise on the Sociology of Knowledge. 1966. London: Penguin, 1991. Bland, Elizabeth, ed. Exciting Escape Stories: Action-Filled Adventures and Death-Defying Stunts. London: Octopus, 1980. Broyard, Anatole. “One Critic’s Fiction: Tyler, Tracy and Wakefield.” Rev. of Earthly Possessions, by Anne Tyler. New York Times Book Review 8 May 1977: 12. Cohen, Stanley, and Laurie Taylor. Escape Attempts: The Theory and Practice of Resistance to Everyday Life. 1976. 2nd ed. London: Routledge, 1992. Cox, James M. “Attacks on the Ending and Twain’s Attack on Conscience.” Graff and Phelan 305-312. Delbanco, Andrew. Introduction. Moby-Dick or, the Whale. By Herman Melville. 1851. New York: Penguin, 1992. xi-xxviii. Donoghue, Denis. “Reading Blood Meridian.” Sewanee Review 3 (1997): 401-18. Escarpit, Robert. The Sociology of Literature. Trans. Ernest Pick. 1958. 2nd ed. London: Frank Cass, 1971. Freud, Sigmund. “Creative Writers and Day-Dreaming.” The Standard Edition of Complete Psychological Works of Sigmund Freud. Trans. James Strachey. Vol 9. London : The Hogarth Press, 1959. 143-53. Frye, Northrop. “Conclusion.” Literary History of Canada: Canadian Literature in English. Ed. Carl F. Klinck. Toronto: U of Toronto P, 1965. 821-49. Graff, Gerald, and James Phelan, eds. Mark Twain Adventures of Huckleberry Finn: A Case Study of Critical Controversy. Boston: Bedford Books of St. Martin’s Press, 1995. Hooper, Walter, ed. Preface. Of This and Other Worlds. By C.S. Lewis. London: Collins, 1982. iii-xii. Jehlen, Myra. “Reading Gender in Adventures of Huckleberry Finn.” Graff and Phelan 505-518.

Page 9: Handleiding MLA-stijlconventie Raymond, et al. Saturn and Melancholy. 1964. Nendeln, Liechtenstein: Kraus Reprint, 1979. 4. Boek, samengesteld door …

9

Mitchell, Jason P. “PMLA Letter.” 10 May 1997. 1 Nov. 1999 <http://sunset.backbone.olemiss.edu/~jmitchel/pmla.htm>. 3. Chicago-stijl Naast de MLA-stijl is ook het zogenoemde Chicago-systeem populair. Dit systeem, dat binnen het beperkte bestek van deze handleiding buiten beschouwing moet blijven, biedt maar liefst twee verschillende documentatiewijzen. Vooral het verwijzingssysteem waarbij in de tekst tussen haakjes de auteursnaam wordt genoemd, gevolgd door het jaartal van publicatie en eventueel een dubbele punt plus de betreffende bladzijde(n), is handig; er hoeft namelijk nooit een titel te worden genoemd. In de bijbehorende literatuurlijst worden de bronnen overeenkomstig geordend, te weten op auteur en jaartal. Voor meer informatie zie de veertiende editie van The Chicago Manual of Style, red. John Grossman. 1906. Chicago: U of Chicago P, 1993. Dit handboek is onder meer te raadplegen bij het Informatiecentrum van de UB. Voor specifieke informatie over digitale bronvermeldingen in de Chicago-stijl kun je ook hier terecht op de website van ONLINE! Citation Styles. Een opmerking tot slot: welk systeem je ook gebruikt, wees altijd consequent en overleg van tevoren met je docent over eventuele speciale eisen. Succes! Madeleine Kasten, Literatuurwetenschap (N.B.: Deze tekst werd oorspronkelijk geschreven ten behoeve van een syllabus Academische Vaardigheden voor de UvA, 2002 - 2003)