handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is...

26
1 Praktische handleiding voor de uitvoering van het toezicht en de eerstelijnsredding bij het werken in besloten ruimten (versie 0.1) PRAKTISCHE HANDLEIDING Provinciaal Veiligheidsinstituut Departement Welzijn, Onderwijs en Veiligheid Provinciaal Veiligheidsinstituut Jezusstraat 28 | 2000 Antwerpen | T 03 203 42 00 | F 03 203 42 50 | www.provant.be/pvi V.U.: Danny Toelen | Provinciegriffier | Koningin Elisabethlei 22 | 2018 Antwerpen

Transcript of handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is...

Page 1: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

1

Praktische handleiding voor de

uitvoering van het toezicht en de

eerstelijnsredding bij het werken in

besloten ruimten(versie 0.1)

PRA

KTIS

CHE

HA

ND

LEID

ING

Prov

incia

al V

eilig

heid

sinst

ituut

Departement Welzijn, Onderwijs en VeiligheidProvinciaal Veiligheidsinstituut

Jezusstraat 28 | 2000 Antwerpen | T 03 203 42 00 | F 03 203 42 50 | www.provant.be/pvi

V.U.: Danny Toelen | Provinciegriffier | Koningin Elisabethlei 22 | 2018 Antwerpen

Page 2: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

2

DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN ANTWERPENvoorzitter: C. Paulus, Gouverneurleden: L. Helsen

J. GeuensF. GeudensM. De GraefM. WellensC. Masson

Page 3: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

3

Praktische handleiding voor de

uitvoering van het toezicht en de

eerstelijnsredding bij het werken in

besloten ruimten (1)

(versie 0.1)

1 Deze praktische handleiding is het resultaat van de werkgroep 'Toezicht en Redding in Besloten Ruimten'binnen het PVI, met vertegenwoordigers van de industrie (opdrachtgevers en contractors), opleidingscen-tra en de overheid (FOD WASO, DCR).De redactie van versie 0.0 van deze handleiding werd afgesloten op 30 juni 2004. In overleg met debetrokken partners werden enkel wijzigingen/verduidelijkingen aangebracht (aangeduid met blauwe lijn inde marge). Dit resulteerde in versie 0.1 van deze handleiding (redactionele afsluitdatum: 1 januari 2006).

Page 4: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

II

Inleiding

Deze tekst is een aanvulling op de brochure"Toezicht en redding bij het betreden van beslotenruimten"(2) - FOD Werkgelegenheid, arbeid en soci-aal overleg. Hij heeft als doel een handleiding te zijnvoor de uitvoering van het permanente toezicht ende eventueel noodzakelijke eerstelijnsredding vanslachtoffers bij betredingen van en werken inbesloten ruimten waar een gevaarlijke atmosfeeraanwezig is of kan zijn.

De voorgestelde werkmethoden en te gebruikenhulpmiddelen zijn verzameld vanuit de kennis enervaring van de werkgroep en worden door dezevoorgesteld als voorbeelden van goede praktijk.Deze handleiding heeft echter niet de bedoeling omeen volledig overzicht te geven van alle mogelijkemanieren om toezicht en redding in te vullen.Afhankelijk van de situatie zijn het verzekeren vanhet toezicht en het uitvoeren van de eerstelijnsred-ding op andere manieren mogelijk.

Het is belangrijk om hierbij op te merken dat demaatregelen ter voorbereiding van een eventueleredding van slachtoffers te beschouwen zijn alsbeheersmaatregelen voor het restrisico dat over-blijft nadat alle andere nodige maatregelen getrof-fen zijn om ongevallen te voorkomen. Deze anderemaatregelen, te treffen ter voorbereiding van eenbetreding van een besloten ruimte, worden hier nietbesproken, maar zijn noodzakelijk om het restrisicote minimaliseren.

Definities

Om begripsverwarring te voorkomen formuleren weenkele definities van begrippen die in deze tekstregelmatig voorkomen.

BESLOTEN RUIMTE

In de brochure "Toezicht en redding bij het betredenvan besloten ruimten"(2), die aan de basis ligt vandeze handleiding, luidt de definitie van eenbesloten ruimte als volgt:

2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel

Een besloten ruimte is een ruimte:! die niet bestemd is voor een continu verblijf

van werknemers èn! met een besloten karakter èn! waar een gevaarlijke atmosfeer aanwezig is

of kan zijn

Beperkte of moeilijke toegangsmogelijkhedenen een beperkte natuurlijke ventilatie wijzenop een besloten karakter van de ruimte.

Een gevaarlijke atmosfeer is een atmosfeer diekan aanleiding geven tot:! intoxicatie! brand of explosie! verstikking.

Door het voorafgaandelijk uitvoeren van een risico-analyse of een "beslissingsboom", bij voorkeur metaanwezigheid van alle betrokken partijen, bepaaltde eigenaar van de installatie of de te betredenruimte als een "besloten ruimte", m.a.w. conformbovenstaande definitie, moet beschouwd worden.

Page 5: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

III

We merken hierbij op dat de term "beslotenruimten" als dusdanig niet rechtstreeks in deBelgische arbeidswetgeving voorkomt. De hiervoorvermelde definitie spitst zich enkel toe op de risi-co's, die het gevolg zijn van een gevaarlijke atmos-feer en de daarbij horende nood aan het voorzienvan een adequate eerstelijnsinterventie.

Andere definities van besloten ruimten omvattenook andere mogelijke risicodomeinen. Als voorbeeldgeven we hier de definitie weer die doorgaans inDuitsland gebruikt wordt.(3)

"Reservoirs en enge ruimten worden van alle zijden,of toch overwegend, omgeven door vaste wanden,zoals omgevingen met beperkte luchtverversingwaarin uitgesproken gevaren bestaan of kunnenontstaan op grond van de ruimtelijke beperktheidof ten gevolge van de aanwezige of ingebrachtestoffen, bereidingen, verontreinigingen of inrichtin-gen, waardoor zij het gevarenpotentieel dat eigenis aan arbeidsplaatsen duidelijk overstijgen.

Ook omgevingen, die slechts gedeeltelijk door vastewanden omgeven worden, maar waar ten gevolgevan plaatselijke condities of door de eigen con-structie gevaarlijke stoffen of zuurstofgebrek kun-nen ontstaan, zijn besloten ruimten in de zin vandeze regel."

BETREDER

Een persoon die de besloten ruimte betreedt. Wemerken hierbij op dat het hoofd in het mangatsteken gelijk staat met betreden.

EERSTELIJNSINTERVENTIE

Het onmiddellijk nemen van maatregelen om hetslachtoffer te onttrekken aan de levensbedreigendeomstandigheden waaraan het is blootgesteld.

EERSTELIJNSREDDER

De persoon die instaat voor de eerstelijnsinterventiebij een ongeval in besloten ruimten.

EVACUATIE

Acties die tot doel hebben om een slachtoffer uit debesloten ruimte te halen. Ze maken deel uit van deredding.

REDDING

Het geheel van acties die tot doel hebben om eenslachtoffer, dat zich in een besloten ruimte bevindt,te helpen.

TOEZICHTER

De persoon die het toezicht uitvoert tijdens eenbetreding van besloten ruimten.

TWEEDELIJNSINTERVENTIE

Het evacueren van het slachtoffer uit de ruimte(indien dit nog geen onderdeel was van deeerstelijnsinterventie), het toedienen van eerstehulp en het afvoeren van het slachtoffer voorverdere verzorging.

VEILIGHEIDSWACHT

Als de functie van toezicht en eerstelijnsinterventiebij dezelfde persoon ligt, noemen we deze persoonveiligheidswacht.

3 Bron: Hauptverband der gewerblichen Berufsgenos-senschaften, BGR 117: Arbeiten in Behältern undengen Räumen, versie mei 2003

Page 6: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

IVIV

Aangaande toezicht en redding bij betredingen van besloten ruimten zijn er verschillende stappen te onder-scheiden , zowel voorafgaand aan de betreding, tijdens de normale uitvoering van de betreding als tijdens eeneerstelijnsinterventie. We onderscheiden de volgende stappen:

01 Voorbereiding

02 Contact tussen toezichter en betreder(s)

03 Alarmering, oproep van de tweedelijnsinterventie

04 Eerstelijnsinterventie zonder betreding

04.1 Evacuatie van het slachtoffer

04.2 Toediening van eerste zorgen door de eerstelijnsredder aan het slachtoffer

05 Eerstelijnsinterventie met betreding

05.1 Betreding door de eerstelijnsredder

05.2 Toediening van eerste zorgen door de eerstelijnsredder aan het slachtoffer in de besloten ruimte

05.3 Evacuatie van het slachtoffer

05.4 Toediening van eerste zorgen na de evacuatie

Hierna worden de verschillende stappen uitgewerkt en voor elk van deze stappen worden werkmethodes en tegebruiken hulpmiddelen toegelicht.

Bij de voorgestelde werkmethodes voor eerstelijnsinterventie gaan we in dit werk uit van een basissituatie metéén te redden slachtoffer. Indien er een situatie te verwachten is met meerdere slachtoffers, moet je hiermeerekening houden tijdens de voorbereiding en moet je de te gebruiken hulpmiddelen en werkmethodes aan-passen om een adequate eerstelijnsinterventie te kunnen uitvoeren.

Page 7: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

01 | Stap 01: Voorbereiding

De interventiestrategie die zal gevolgd worden, leg je op voorhand vast. Dit wordt schriftelijk gedocumenteerd,bv. bij of op het vergunningsformulier en wordt besproken met de betrokkenen. Tevens wordt geverifieerd ofde betrokkenen over de nodige competenties beschikken om de vastgelegde werkmethodes met de gekozenuitrusting vakkundig toe te passen.

In deze fase leg je vast:! hoe het contact tussen toezichter en

betreder(s) gewaarborgd wordt;! op welke wijze de tweedelijnsinterventie

opgeroepen wordt in geval van nood;! of er een mogelijkheid is tot eerstelijnsin-

terventie zonder betreding;! hoe, indien mogelijk, een eerstelijnsinter-

ventie zonder betreding wordt uitgevoerd;op welke wijze het slachtoffer geëvacueerdwordt en hoe de eerste zorgen toegediendworden.

! hoe, indien noodzakelijk, een eerstelijnsin-terventie met betreding wordt uitgevoerd;op welke wijze de betreding door deeerstelijnsredder gebeurt, hoe de eerste zor-gen aan het slachtoffer verstrekt worden enhoe het slachtoffer geëvacueerd wordt.

De werkzone aan de ingang van de besloten ruimtemoet voldoende ruim zijn voor:

! de opstelling van de interventiemiddelen; ! het klaar houden en aantrekken van de persoon-

lijke uitrusting van de eerstelijnsredder; ! de evacuatie van slachtoffers.

Het kan bv. nodig zijn om hiervoor een extra stellingte plaatsen. De werkzone moet ook voldoende ver-licht zijn.

Werkzone en evacuatieweg moeten vrij blijvengedurende de ganse duur van de werkzaamheden.Afspanning met markeerlint kan gebruikt wordenom de werkzone vrij te houden.

VOORBEREIDING01

Page 8: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

Stap 02: Contact tussen toezichter en betreder |02

De toezichter moet permanent de toestand van debetreder(s) opvolgen.

Indien technisch mogelijk is direct visueel contacttussen betreder en toezichter de te verkiezen meth-ode.

Indien de toezichter vanuit het mangat de betred-er(s) niet kan waarnemen, moet het permanentetoezicht op een andere, adequate manier gewaar-borgd worden.

Technische oplossingen genieten hierbij de voorkeurboven het werken met één of meerdere extratoezichthouders in de besloten ruimte. In toepas-sing van de algemene preventieprincipes moetimmers het aantal betredingen en het aantalbetreders tot een minimum beperkt blijven.

Voorbeelden van technische hulpmiddelen zijn:! Telefonische communicatie (via draad)! Camerabewaking

Telefonische communicatie via draadverbinding isbetrouwbaarder dan draadloze communicatie diedoor de vorm en de constructiematerialen van debesloten ruimte gestoord kan worden. Men dient erwel op te letten dat de draden niet vast komen tezitten achter obstakels of in de war raken metdraden gebruikt door eventuele andere betreders.

Een bijkomend voordeel van communicatie metdraadverbinding is dat constant tweewegcommuni-catie mogelijk is en dat de communicatielijn con-tinu open kan zijn.

Opmerking in verband met draagbare radio's:Bij het gebruik van draagbare radio's wordt meestalgebruik gemaakt van eenwegs- of simplex syste-men. Je kan dus in tegenstelling tot een telefoon-verbinding niet tegelijk zenden en ontvangen.Wanneer toch radio's gebruikt worden voor het per-manente contact met de betreders moet bijgevolgmet de volgende zaken rekening gehouden worden:

! er is een goede communicatiediscipline vereistom het kanaal niet te overbelasten;

! opgelet bij "voice activated" systemen. Teveelmensen op hetzelfde kanaal gaan dit vluggeroverbelasten;

! één zendkanaal moet voorbehouden zijn voor dewerken in besloten ruimten;

! simplex radiocommunicatie op zich is niet vol-doende om een permanent toezicht te garan-deren. Aanvullende maatregelen (bijvoorbeeldcamerabewaking) zijn nodig om het permanentkarakter van het toezicht te verzekeren.

Let op: ALTIJD moet de betreder met een eenvoudigsignaal (fluit-, klopsignaal,…) kunnen aangeven dater een probleem is. Als er geen visueel contact is ende betreder is om de één of andere reden niet meerin staat om zijn radio of telefoon te gebruiken, kandergelijk signaal zijn leven redden. Het is daaromnoodzakelijk duidelijke afspraken te makenhieromtrent.

CONTACT TUSSEN TOEZICHTER EN BETREDER(S)02

Page 9: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

03 | Stap 02: Contact tussen toezichter en betreder

Alhoewel het beperken van het aantal betreders hetalgemene principe moet zijn, kunnen er toch fac-toren zijn die de aanwezigheid van een internetoezichter noodzakelijk maken, zoals bv.:

! De grootte of complexiteit van de beslotenruimte die een tijdige interventie door eeneerstelijnsredder van buitenaf onmogelijk maakt.Denk hierbij bv. aan de betreding van eenbesloten ruimte in een besloten ruimte.

! De risico's eigen aan de uit te voeren werk-zaamheden in de ruimte. Sommige werk-zaamheden vragen, ook wanneer ze buiten eenbesloten ruimte worden uitgevoerd, de onmid-dellijke nabijheid van een tweede persoon. Denkhierbij bv. aan het werken met hogedruklansenof bij koudsnijwerk waar de toezichter onmiddel-lijk de noodstop moet kunnen bedienen. Hierbijmoet bepaald worden of deze toezichthouder deeerstelijnsinterventie moet kunnen uitvoeren.

De interne toezichters dragen uiteraard minstensdezelfde bescherming als de andere betreders enhebben de beschikking in de ruimte over dezelfdebeschermingsmiddelen en - ingeval zij ook moetenoptreden als eerstelijnsredders - interventiemidde-len als de externe toezichters.

Page 10: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

Stap 03: Alarmering, oproep van de tweedelijnsinterventie |04

De alarmering zal meestal gebeuren door middelvan radio of telefoon.

Er is duidelijk vastgelegd, bv. op de werkvergunning,wie gewaarschuwd moet worden. Bij voorkeurwordt hetzelfde meldpunt gebruikt als voor anderenoodoproepen. Een ongeval in een besloten ruimtemoet immers één van de representatieve ongeval-lenscenario's zijn waarop het interne noodplangebaseerd is.

Het verwittigen van de tweedelijnsinterventiegebeurt op de plaats waar toezicht gehouden wordt(nabij de toegangsopening tot de besloten ruimte).De communicatiemiddelen moeten bij aanvang vande werken (en eventueel met regelmatige inter-vallen tijdens de werken) getest worden. Interferentie vanwege allerlei civiele structuren metdraadloze communicatie is immers niet ondenk-beeldig. Deze test wordt geregistreerd, bv. op hetwerkvergunningsformulier.

De toezichter beschikt over duidelijke instructiesaangaande de inhoud van de melding. De meldingomvat minstens:

! de plaats van het ongeval;! het aantal personen dat betrokken is;! de acties die hij zelf zal ondernemen.

De toezichter vraagt steeds om de gemelde bood-schap te herhalen zodat hij zich verzekert dat zijnboodschap goed werd begrepen.

Een mogelijk alternatief voor een mondelingemelding is de melding via een alarmknop. Dezeknop moet net als de mondelinge communi-catiemiddelen ter plaatse aanwezig zijn en deel uit-maken van een meldingssysteem waar men ook deplaats van het alarm kan aflezen.

Een voordeel van een melding met een alarmknop isdat men eventuele problemen met mondelingecommunicatie in situaties met grote stress omzeilt.Men verliest echter ook de voordelen van mon-delinge communicatie, met name:

! het tweedelijnsinterventieteam kent onmiddel-lijk de ernst van de situatie en kan indien nodigreeds externe hulp inroepen (bv. een MUG-dienst) waardoor tijd gewonnen wordt;

! de tweedelijnsinterventie weet op voorhandwaaraan ze zich kan verwachten en moet nietzelf ter plaatse starten met een diagnose van desituatie;

! de eerstelijnsredder die zijn betreding start, heeftpersoonlijk een bevestiging gekregen datbijkomende hulp op komst is, en heeft de zeker-heid dat hij zelf binnen afzienbare tijd back-upkrijgt.

ALARMERING, OPROEP VAN DE TWEEDELIJNSINTERVENTIE03

Page 11: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

05 | Stap 04: Eerstelijnsinterventie zonder betreding

04.1 EVACUATIE VAN HET SLACHTOFFER

Voorwaarden voor een evacuatie zonder betreding:we gaan ervan uit dat de betreder, het slachtoffer,een harnas draagt en tevens verankerd is aan eenreddingslijn.

Het is belangrijk in te schatten of de evacuatie opzich geen extra risico voor het slachtoffer vormt.Vormt de evacuatie een extra risico, dan zal moetenovergegaan worden tot betreding door deeerstelijnsredder.

In functie van de constructie van de beslotenruimte worden vooraf de evacuatiestrategie en dedaarbij te gebruiken evacuatiehulpmiddelen be-paald.

We maken volgend onderscheid:

! Horizontale evacuatieEen horizontale evacuatie zonder betreding zalin de praktijk zelden voorkomen. Indien er zichgeen hindernissen op de evacuatieweg bevindenen indien de evacuatie tot enkele meters beperktis, kan een evacuatie d.m.v. een reddingslijn over-wogen worden. Dit moet vooraf in de evacu-atiestrategie worden vastgelegd!

Opgelet: Bij het uit het mangat helpen van het slachtofferzal de eerstelijnsredder in de praktijk bijna altijd een(gedeeltelijke) betreding van de besloten ruimteuitvoeren. Het hoofd in het mangat steken is hierbijal te beschouwen als een betreding. Bijgevolg dienthij hier gebruik te maken van omgevingson-afhankelijke ademhalingsbescherming.

! Verticale evacuatieWanneer voor deze evacuatiemethode gekozenwordt, is dit bij de voorbereiding van de betre-ding zo voorzien; er dient bijgevolg maximaalrekening gehouden te worden met de regel-geving betreffende persoonlijke valbescher-mingssystemen (EN 363), bijlage 4 van demachinerichtlijn, en de richtlijn arbeidsmiddelen.

Het ontwerp van de besloten ruimte en de aard vande werkzaamheden moeten toelaten dat de betred-er (= het mogelijke slachtoffer) constant bevestigdblijft aan zijn persoonlijk valbeschermingssysteemwaarbij rekening gehouden wordt met de red-dingsmogelijkheid zonder dat hij het risico loopt omgekneld te raken tussen de aanwezige obstakels.

Eigen aan een ongevalssituatie is dat er een aantalonverwachte aspecten in voorkomen. Het kangebeuren dat de evacuatie van het slachtoffer zon-der betreding door de eerstelijnsredder werd ge-pland tijdens de voorbereidingsfase, maar dat dezeom onverwachte redenen tijdens de ongevalssitu-atie niet lukt. Daarom verdient het de aanbevelingom bij elke betreding voorbereid te zijn voor eeneerstelijnsinterventie met betreding door deeerstelijnsredder.

HULPMIDDELEN:

De volgende tabel geeft een aantal mogelijke red-dingshulpmiddelen weer die gebruikt kunnen wor-den voor een verticale evacuatie van een slachtof-fer zonder betreding door de redder.

EERSTELIJNSINTERVENTIE ZONDER BETREDING04

Page 12: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

Stap 04: Eerstelijnsinterventie zonder betreding |06

te voorzien Mogelijke middelen

verankering ! EN 795 type A: structurele verankering in muren,zuilen, daken (NB dit is geen pbm)

! EN 795 type B: verplaatsbaar verankeringspunt, bv.een driepoot, een davit

! EN 795 type C: horizontale flexibele ankerlijn! EN 795 type D: starre horizontale ankerlijn

verbindingsmiddel/transport v/h slachtoffer ! personenlier (conform machinerichtlijn bijlage 4)manueel of machinaal (4)

! touwladder! vaste of losse ladder

verbindingsmiddel/valbeveiliging v/h slachtoffer ! valstopblok/reddingslier conform EN 360/1496

verbindingsmiddel/evacuatie v/h slachtoffer ! valstopblok/reddingslier conform EN 360/1496! reddingstakel! reddingslier

lichaamsbevestiging v/h slachtoffer ! harnasgordel conform EN 361

EN 795 type A

01

EN 795 type B

02

Driepoot

03

Davit type “Goliath”

04

01

020304

05

0706

08

4 Deze personenlieren zijn bij voorkeur voorzien van een overlastbeveiliging door slipkoppeling. Deze zorgt ervoor datde machinaal aangedreven lier niet blijft doortrekken als het slachtoffer ergens blijft achterhaken.

Toelichting bij de tabel: In de linker kolom zijn de te voorziene onderdelenvan het reddingssysteem opgesomd, nl: ! verankering: hieraan worden de verbindingsmid-

delen opgehangen! verbindingsmiddel/transport: de hulpmiddelen

die gebruikt worden om de verticale afstand teoverbruggen

! verbindingsmiddel/valbeveiliging: de valbeveili-gingsmiddelen, die samen met de verbind-ingsmiddelen/transport moeten gebruikt worden

! verbindingsmiddel/evacuatie: het hulpmiddel datgebruikt wordt om het slachtoffer verticaal teevacueren

Page 13: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

07 | Stap 04: Eerstelijnsinterventie zonder betreding

van het uit te voeren werk en de organisatie vanhet bedrijf. Voorbeelden:" Bij een ongewenst voorval tijdens de betre-

ding van een stookolietank van een tuinder,kan men geen beroep doen op een hulpdienstvan de opdrachtgever. Levensbelangrijke tijdzou verloren gaan door het wachten op deexterne hulpdiensten! In dergelijke situatie ishet aangewezen dat de eerstelijnsredder ofeen aanwezige extra helper levensreddendehandelingen kan toepassen. Als het onge-wenst voorval verschillende vormen kan aan-nemen (zuurstoftekort, intoxicatie, hevigebloedingen, …) dan zal het uiteraard aange-wezen zijn dat de eerstelijnsredder of de extrahelper opgeleid is in de levensreddende han-delingen voor ieder van die voorvallen.

" In bedrijven met een eigen interventieploeg(bv. professionele brandweerploeg), steltbovenstaand probleem zich niet. Immers, deinterventieploeg kan snel ter plaatse zijn enzelf de nodige tweedelijnsinterventie uitvoe-ren. In deze situatie kan de interventie van deeerstelijnsredder beperkt blijven tot hetvoorzien van ademlucht aan het slachtoffer,en kunnen eventuele andere handelingen(stelpen van bloedingen, CPR, e.d.) uitgevoerdworden door de bijgeroepen interventieploeg.

! lichaamsbevestiging: uitrusting waarmee deverbindingsmiddelen met het lichaam wordenverbonden

Per onderdeel zijn in de rechterkolom één of meermogelijke hulpmiddelen opgenomen die voor ditonderdeel kunnen gebruikt worden.

04.2 TOEDIENING VAN EERSTE ZORGEN DOOR DEEERSTELIJNSREDDER AAN HET SLACHTOFFER

De eerstelijnsredder (of zijn hulp):! brengt het slachtoffer in een veilige, goed ver-

luchte omgeving;! legt het slachtoffer in een veilige houding;! toedienen van zuurstof is een optie die het

slachtoffer in vele gevallen kan helpen (bijademnood/misselijkheid bij betreding van inerteatmosfeer). De toediener moet hiervoor welopgeleid zijn;

! past andere levensreddende handelingen (CPR,shockpreventie, stelpen zware bloedingen) toe,indien nodig. De voorafgaande risicoanalyse zaluitwijzen hoever men daarin moet gaan. Wattelt, is dat de redding van de betreder gewaar-borgd is, door een combinatie van eerste- entweedelijnsinterventie. De praktische uitvoeringzal afhangen van omstandigheden zoals de aard

Touwladder

05

Valstopblok/reddingslier

06

Valstopblok

07

Harnasgordel

08

Page 14: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

Stap 05: Eerstelijnsinterventie met betreding |08

05.1 BETREDING DOOR DE EERSTELIJNSREDDER

VOORWAARDEN VOOR BETREDING

! In het geval de eerstelijnsredder alleen de ruimtebetreedt, moet hij dit op een veilige manier kun-nen doen. Wanneer het risico bestaat op een valvan meer dan twee meter moet hij valbescherm-ing gebruiken.

! Wanneer hij de ruimte alleen betreedt (d.w.z.zonder aanwezigheid van een persoon buiten deruimte), moet hij ook in staat zijn alleen deruimte terug te verlaten. De eerstelijnsreddermag zich niet "in de val" zetten door de ruimtete betreden.

! Indien hij de ruimte niet op eigen krachten kanbetreden of verlaten, moet een extra persoonaanwezig zijn die hem bij het betreden of hetverlaten van de ruimte kan assisteren.Een bedrijf kan ook oordelen dat een extratoezichter voorzien dient te worden bij elke kri-tieke situatie, of, meer nog, dat een eerstelijns-redder nooit zonder toezichter een redding metbetreding mag uitvoeren. Die extra toezichterwordt vooraf reeds gepland en aldus ookvoorzien.

! Bij situaties waarbij er bij de voorbereidingbeslist wordt dat een eerstelijnsinterventiesowieso een betreding door de redder impliceerten waarbij deze niet op eigen kracht de ruimteopnieuw kan verlaten, moet een tweede vei-ligheidswacht stand-by zijn.

! De eerstelijnsredder mag geen tweede slachtof-fer worden! Daarom moet de eerstelijnsreddermaximaal opgeleid en uitgerust zijn om zich tebeschermen tegen die risico's waartegen hij zichkan beschermen (bv: toxische atmosfeer, valrisico).

! Om op een voor zijn eigen veiligheid aanvaard-bare manier de ruimte te betreden, moet hijdaarenboven voortdurend vanuit zijn vak-kundigheid alert zijn voor onveilige situaties diezich eventueel kunnen voordoen. Hij kan daaruitbesluiten dat een betreding in een bepaalde si-tuatie vanuit het oogpunt van zijn eigen vei-ligheid onverantwoord is.

BESCHERMINGSKLEDIJ

! De eerstelijnsredder draagt minimaal dezelfdebasisbescherming als de betreder. Hij heeft dezeook effectief aan gedurende de ganse tijd van debetreding, ook als het gaat om chemicaliën-pakken of gaspakken.

! In functie van in de reddingsstrategie vast-gelegde noodscenario's kan andere aangepastebeschermingskledij worden opgelegd voor deeerstelijnsredder.

ADEMHALINGSBESCHERMING

De ademhalingbescherming van de eerstelijnsreddermoet omgevingsonafhankelijk zijn en onafhankelijkvan de ademhalingsbescherming die door debetreders gebruikt wordt voor het ongeval.

EERSTELIJNSINTERVENTIE MET BETREDING05

Page 15: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

09 | Stap 05: Eerstelijnsinterventie met betreding

Verschillende ademluchtvoedingssystemen wordenhier besproken:! Ademluchtflessen op de rug;! Batterij ademluchtflessen met ademluchtslan-

gen;! Ademluchtcompressor met ademluchtslangen.

De autonomie van ademluchtflessen die op de ruggedragen worden, is erg beperkt. Bij een luchtver-bruik van 60 à 80 liter per minuut (stress-situatie)heeft men met een fles van 6 liter volume en eenwerkdruk van 300 bar ongeveer twintig minuten. Erwordt dan verondersteld dat deze lucht niet moetdienen om het slachtoffer te helpen. Binnen deze tijdspanne moet de eerstelijnsredderzich toegang verschaffen tot de besloten ruimte,zich naar het slachtoffer begeven, hulp verstrekkenen in staat zijn terug te keren voordat zijnluchtvoorraad uitgeput is. Het is duidelijk dat ditalleen mogelijk is in kleine besloten ruimten, metrelatief eenvoudige toegangsmogelijkheden enwanneer de tweedelijnsinterventie voldoende snelter plaatse kan zijn. Het is immers aangewezen datde eerstelijnsredder bij het slachtoffer blijft tot detweedelijnsinterventie aankomt.

Naast het probleem van beperkte autonomiebestaat ook het risico op beschadiging van de kop-pen van de flessen bij contact met interne delen vande besloten ruimte.

De batterij met ademluchtflessen (of flessenkar)staat buiten de besloten ruimte opgesteld en is viaademluchtslangen verbonden met de eerstelijnsred-der. De autonomie van dit systeem is veel groter. Iemand moet toezicht houden op de goede werkingvan deze ademluchtvoorziening.

De autonomie van een ademluchtgroep is inprincipe onbeperkt. Er is echter ook iemand aan-wezig die deze groep bedient. In het geval debetreders reeds gebruik maken van een ademlucht-groep, dient men voor de redding een tweede voe-dingssyteem, onafhankelijk van de betreder, tevoorzien.

Autonoom ademluchttoestel

09

Ademluchttoestel met slangaansluiting

10

0910

Page 16: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

Stap 05: Eerstelijnsinterventie met betreding |10

METHODEN EN HULPMIDDELEN

Horizontale betredingBij een horizontale betreding heeft de redder door-gaans geen bijzondere hulpmiddelen nodig om zichtoegang te verschaffen tot de besloten ruimte. Weldient hij de nodige aandacht te schenken aanmogelijke risico's tot uitglijden, struikelen, stoten,in een diepte vallen, klemmen in smalle doorgan-gen,...Om in grote, complexe besloten ruimten, eventueelmet slechte zichtbaarheid, de oriëntatie niet te ver-liezen, kan gebruik gemaakt worden van specifiekeoriëntatiemiddelen of opsporingsmiddelen.

Verticale betredingDe hierna volgende tabel geeft een aantal mogelijkebetredings- en evacuatiehulpmiddelen weer diegebruikt kunnen worden bij de verticale betredingdoor de eerstelijnsredder en de evacuatie van hetslachtoffer (zie 5.3.) .

Toelichting bij de tabel:In de linker kolom zijn de te voorziene onderdelenvan het reddingssysteem opgesomd, nl: ! verankering: hieraan worden de verbindingsmid-

delen opgehangen! verbindingsmiddel/transport: de hulpmiddelen

die gebruikt worden om de verticale afstand teoverbruggen

! verbindingsmiddel/valbeveiliging: de valbeveili-gingsmiddelen, die samen met de verbind-ingsmiddelen/transport moeten gebruikt worden

! verbindingsmiddel/evacuatie: het hulpmiddel datgebruikt wordt om het slachtoffer verticaal teevacueren

! lichaamsbevestiging: uitrusting waarmee deverbindingsmiddelen met het lichaam wordenverbonden

Per onderdeel zijn in de rechterkolom één of meermogelijke hulpmiddelen opgenomen die voor ditonderdeel kunnen gebruikt worden.

Refinder

11

Immobiliteitsdetector “fire fly”

12 13

111213

Page 17: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

11 | Stap 05: Eerstelijnsinterventie met betreding

te voorzien Mogelijke middelen

verankering ! EN 795 type A: structurele verankering in muren,zuilen, daken (NB dit is geen pbm)

! EN 795 type B: verplaatsbaar verankeringspunt,bijvoorbeeld een driepoot, een davit

! EN 795 type C: horizontale flexibele ankerlijn! EN 795 type D: starre horizontale ankerlijn

verbindingsmiddel/transport eerstelijnsredder ! personenlier (conform machinerichtlijn bijlage 4)manueel of machinaal (5)

! touwladder! vaste of losse ladder! gebruik makende van industriële touwtechnieken

(bv. conform irata)

verbindingsmiddel/valbeveiliging van ! valstopblok/reddingslier conform EN 360/1496eerstelijnsredder en slachtoffer ! gebruik makende van industriële touwtechnieken

(bv. conform irata)

verbindingsmiddel/evacuatie v/h slachtoffer ! valstopblok/reddingslier conform EN 360/1496! reddingstakel! reddingslier! gebruik makende van industriële touwtechnieken

(bv. conform irata)

lichaamsbevestiging van eerstelijnsredder en slachtoffer ! harnasgordel conform EN 361

Reddingstakel

14

14

5 Deze personenlieren zijn bij voorkeur voorzien van een overlastbeveiliging door slipkoppeling. Deze zorgt ervoor datde machinaal aangedreven lier niet blijft doortrekken als het slachtoffer ergens blijft achterhaken.

Page 18: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

Stap 05: Eerstelijnsinterventie met betreding |12

De keuze van hulpmiddelen en werkmethode wordtbepaald door een aantal criteria, zoals:! diepte: kan de redder nog zelfstandig terug-

keren?! obstakels in de besloten ruimte! verankeringsmogelijkheden (bv. kan reddings-

takel gebruikt worden of niet)! verdere evacuatie vanaf het mangat naar begane

grond! type mangat! aard van het werk (extra beschermingskledij)! positie van het mangat (horizontaal, verticaal)! de onderlinge compatibiliteit van de verschil-

lende hulpmiddelen en persoonlijke bescher-mingsmiddelen.

Een bijzondere situatie kennen we in beslotenruimten waar weliswaar de betreding horizontaalvan beneden uit gebeurt, maar waar het bestmogelijk is dat een slachtoffer zich op een hogerniveau bevindt (bv. ketels van elektriciteitscen-trales). In deze ruimten zijn voor de gelegenheiddoorgaans stellingen aangebracht. Bij de bouw vande stellingen dient voorzien te worden dat ereventueel slachtoffers langs moeten geëvacueerdworden (verankeringspunten, doorgangen).

05.2 TOEDIENING VAN EERSTE ZORGEN DOOR DEEERSTELIJNSREDDER AAN HET SLACHTOFFERIN DE BESLOTEN RUIMTE.

De hulp die de eerste lijnsredder in de beslotenruimte biedt aan het slachtoffer moet gericht zijnop het beëindigen van (vermoede) levens-bedreigende situaties.

! De eerstelijnsredder voorziet het slachtoffervan ademlucht.In het geval het slachtoffer buiten bewustzijn is,kan je een probleem met de ademhaling veron-derstellen en dus is het in die gevallen steedsaangewezen het slachtoffer van ademlucht tevoorzien.

Om snel en doeltreffend een slachtoffer vanademlucht te voorzien, wordt bij voorkeur in debesloten ruimte, in de buurt van de betreder eenademluchtvluchttoestel of een masker of kapmet gekoppelde ademluchtslang stand-bygehouden. De ademluchtvoeding via de adem-luchtslang kan gebeuren door een flessenbatterij(min. 1 fles 50 liter/200 bar) of een ademlucht-compressor, die buiten de besloten ruimteopgesteld staat.

Ademluchtvluchttoestel

15

15

Aanbrengen van ademlucht

16

16

Page 19: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

13 | Stap 05: Eerstelijnsinterventie met betreding

Het masker of de kap wordt in een dunnescheurbare plastieken verpakking binnen hand-bereik van de betreder gelegd of gehangen; ditom het masker of de kap te beschermen tegenvuil, stof, enz.

Indien de werkomstandigheden het "stand-byhouden" van een masker of kap in de beslotenruimte niet toelaten, worden deze reddingsmid-delen aan de toegang van de ruimte gebruiks-klaar gehouden. In dit geval zal de eerstelijnsred-der deze met zich mee moeten dragen tot bij hetslachtoffer.

Opgelet bij het gebruik van een tweede aansluit-ing met slang en masker op het ademluchttoes-tel van de redder. Hieraan zijn belangrijkebeperkingen verbonden:

" het masker of de kap moet "gebruiksklaar"beschikbaar zijn!

" de voedingsslangen moeten voldoende langzijn om tot bij het slachtoffer te geraken!

" dit systeem is enkel te gebruiken bij een geza-menlijke evacuatie, vermits redder en slacht-offer vlak bij elkaar met elkaar verbonden zijn.

" omdat er in deze situatie door twee mensenvan dezelfde ademluchtfles geademd wordt, isdit systeem enkel te gebruiken in kleinebesloten ruimten met een eenvoudige enkortdurende evacuatie.

" niet alle onafhankelijke ademluchttoestellenzijn geschikt voor het aansluiten van eentweede masker.

! De eerstelijnsredder past andere levensreddendehandelingen (CPR, shockpreventie, stelpen zwarebloedingen) toe, indien nodig. Voor meer info:zie ook p.7, §04.2

05.3 DE EVACUATIE VAN HET SLACHTOFFER UIT DE RUIMTE

Iedere betreder moet een harnas dragen, ook indiendit niet nodig is voor een veilige betreding van deruimte. Het harnas heeft als voordeel dat men bijinterventie een betere greep ("pak") heeft op hetslachtoffer.

In de handel zijn ook gordels beschikbaar die doorde redder aan een persoon in nood kunnenaangedaan worden. Deze systemen zijn echter nietoptimaal om bewusteloze en eventueel gekwetstepersonen te verplaatsen.

In de praktijk wordt hetzelfde harnas zowelgebruikt voor de persoonlijke valbescherming alsvoor de betreding van besloten ruimten en deeventuele redding. Het is raadzaam om voor diedoeleinden geschikte harnassen te kiezen die vol-doen aan de EN 361.

In functie van de constructie van de beslotenruimte worden vooraf in de reddingsstrategie deevacuatiehulpmiddelen bepaald.

Page 20: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

Stap 05: Eerstelijnsinterventie met betreding |14

We maken volgend onderscheid:

Horizontale evacuatieBij een horizontale evacuatie zijn de inzetbare hulp-middelen beperkt tot het gebruik van een draagber-rie. De afmetingen en de vorm van de draagberriemoeten gekozen worden in functie van de toegangtot de besloten ruimte. In de meeste gevallen zal detoepassing van de "Rautekgreep" soelaas brengen.Anderzijds bieden de schouderbanden van de har-nasgordel van het slachtoffer een goede greepvast-heid voor de evacuatie.

Het verplaatsen van het slachtoffer naar het man-gat kan op verschillende manieren gebeuren:! Als het slachtoffer zelf kan lopen, dan begeleiden

naar het mangat;! Als het slachtoffer zelf niet kan lopen, niet bij

kennis is, dan met de Rautekgreep het slachtof-fer naar het mangat slepen, (is bijna onmogelijkin een kleine of niet al te grote besloten ruimte);

! Als het slachtoffer zulke verwondingen heeft dathet niet verantwoord is om alleen met hetslachtoffer in de weer te gaan, moet er gewachtworden op de tweedelijnsinterventieploeg.

Verticale evacuatieEen verticale evacuatie tijdens de redding van eenslachtoffer waarbij de eerstelijnsredder de beslotenruimte betreden heeft, behoort in wezen tot detweedelijnsinterventie. De taken inzake evacuatievan de eerstelijnsredder die zich bij het slachtofferin de besloten ruimte bevindt, omvatten in ditgeval:! het verplaatsen van het slachtoffer tot onder het

bevestigingspunt (rautekgreep); ! bevestigen van het slachtoffer aan de evacu-

atiemiddelen;! assistentie van de tweedelijnsinterventie bij het

bedienen van de evacuatiehulpmiddelen.

Wanneer de eerstelijnsredder het slachtoffer beves-tigd heeft aan de hijshulpmiddelen, kan hijzelf debesloten ruimte verlaten om mits bediening van deevacuatiehulpmiddelen het slachtoffer te evacu-eren. Dit scenario is echter eerder uitzondering danregel en zal zich enkel voordoen wanneer detweedelijnsinterventie nog niet opgedaagd is ofwanneer een extra persoon voor assistentie (cfr. p.8)ontbreekt.

Rautekgreep

17

Redder bij het slachtoffer

18

17

18

19

20

21

Page 21: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

15 | Stap 05: Eerstelijnsinterventie met betreding

Het gebruik van een draagberrie, geschikt voor eenverticale evacuatie, kan in bepaalde gevallennoodzakelijk zijn (ook hier: afmetingen in functievan doorgang.)

Een overzicht van de hulpmiddelen die gebruiktworden vinden we weergegeven in de tabel onder5.1.

Opgelet:Het snel evacueren van een slachtoffer uit eenbesloten ruimte gebeurt vanuit de motivatie om hetslachtoffer zo snel mogelijk aan de levens-bedreigende omgeving (gevaarlijke atmosfeer) teonttrekken.

Wanneer er echter geen gevaarlijke atmosfeerheerst, maar er een andere ongevalsoorzaak is(mechanische impact, val, onwel worden door ziek-te,…) mag het slachtoffer niet overhaast geëvacu-eerd worden uit de besloten ruimte. Ter plaatseworden de eerste zorgen toegediend, eerst door deeerstelijnsredder, daarna door tweedelijnsreddingen medische hulpverlening, om het slachtoffer zogoed mogelijk te stabiliseren en voor te bereiden ophet transport.

5.4. TOEDIENING EERSTE ZORGEN NA EVACUATIE

De redders: (eerstelijns- en/of tweedelijns-)! brengen het slachtoffer in een veilige, goed ver-

luchte omgeving;! leggen het slachtoffer in een veilige houding;! dienen EHBO toe ;! voeren het slachtoffer af voor verdere verzor-

ging.

!

Verticale evacuatie

20

Verticale evacuatie

21

Verticale betreding

19

Page 22: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

Verklarende woordenlijst | i

ADEMLUCHTGROEP

! Geheel van ademluchtfles(sen) met ontspanner(s), slangen, longenautoma(a)t(en)en masker(s), doorgaans gemonteerd op een handkar of deel uitmakend van eensafety unit.

! Ademluchtcompressor met toebehoren die ook deel kan uitmaken van een safetyunit.

ADEMLUCHTVLUCHTTOESTEL

Compact omgevingsonafhankelijk ademluchttoestel met beperkte autonomie, tegebruiken als vluchttoestel.

BIJLAGE 4 VAN DE MACHINERICHTLIJN

In bijlage 4 van de machinerichtlijn (EG-richtlijn 89/392) is een lijst van "Gevaarlijkemachines" opgenomen. In het kader van deze tekst zijn van toepassing de "hijs- enhefwerktuigen voor het heffen van personen waarbij een gevaar voor een vrije val vanmeer dan 3 meter bestaat".Voor de goedkeuring van deze machines moet een beroep gedaan worden op eenaangemelde instantie.

CHEMICALIËNPAKKEN

Chemisch resistente pakken die de drager beschermen tegen spatten van chemicaliënin vaste of vloeibare vorm.

CPR

Cardio Pulmonaire Resuscitatie. In het kader van eerste hulp aan slachtoffers bedoelen we hiermee de handelingen diebeademing en de uitwendige hartmassage omvatten.

DAVIT

"

VERKLARENDE WOORDENLIJSTB

Page 23: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

DRIEPOOT

GASPAKKEN

Chemisch resistente en hermetisch gesloten pakken die de drager beschermen tegenchemicaliën in vaste, vloeibare of gas/dampvorm.

HARNASGORDEL

Persoonlijk beschermingsmiddel, conform EN 361, waarmee de valbeveiligingsmidde-len en reddingsmiddelen aan het lichaam bevestigd worden.

INDUSTRIËLE TOUWTECHNIEKEN

Verplaatsings-, positionerings- en beveiligingstechnieken voor het uitvoeren vanwerken op hoogte waarbij gebruik gemaakt wordt van touwen en specifieke hulp-middelen.

IRATA

Industrial Rope Acces Trade Association.Beroepsorganisatie met zetel in Groot-Brittannië i.v.m. industriële touwtechnieken.Irata heeft een opleidings- en kwalificatiesysteem uitgewerkt dat iemandsdeskundigheid aantoont om veilig en efficiënt industriële touwtechnieken toe tepassen.

OMGEVINGSONAFHANKELIJKE ADEMHALINGSBESCHERMING

Ademhalingsbescherming waarbij de drager lucht inademt die onafhankelijk is vande omgevingsatmosfeer.

Dit in tegenstelling tot omgevingsafhankelijke ademhalingsbescherming waarbij deomgevingslucht na filtering ingeademd wordt.

"

Verklarende woordenlijst | ii

Page 24: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

OVERLASTBEVEILIGING

Beveiliging bij lieren en takels die ervoor zorgt dat bij een overmatige belasting, bv.als de op te hijsen persoon ergens achter blijft haken, de hijsactie stopt. Doorgaans isdit een slipkoppeling.

PERSONENLIER

Arbeidsmiddel voor het hijsen van personen.

PBM

Persoonlijk beschermingsmiddel.

RAUTEKGREEP

Techniek om een (bewusteloos) slachtoffer te verplaatsen.

REDDINGSLIER

Lier om in reddingssituaties een persoon naar boven te hijsen of te laten zakken.Doorgaans ingebouwd in een valstopblok.

"

Verklarende woordenlijst | iii

Page 25: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

REDDINGSTAKEL

Takel om bij reddingswerkzaamheden een persoon naar boven te hijsen of te latenzakken.

SAFETY UNIT

Ademluchtvoorziening via een compressor en/of ademluchtgroep met daarbij denodige monitoringapparatuur. De meer uitgebreide safety units bevatten tevens com-municatie- en bewakingsapparatuur.

VALSTOPBLOK

Valbeveiliging met automatische lijnspanner waarbij de lijn (staalkabel of kunststof-band) zich op een trommel op- en afrolt i.f.v. de verplaatsingen van de gebruiker. Bijeen val blokkeert de lijn en verhindert zo het vallen.

!

Verklarende woordenlijst | iv

Page 26: handleiding Besloten ruimten - Provincie Antwerpen...besloten ruimte als volgt: 2 Deze brochure is gratis te verkrijgen bij: Directie chemische risico’s, FOD WASO, Ernest Blerotstraat

20

Dirk Beerten, ABC-Opleidingen, Stabroek

Gilbert Blockx, VOPAK, Antwerpen

Hans Buitendijck, SIR BENELUX, Antwerpen

Marc Cappaert, IREA, Antwerpen

René De Backer, Atofina, Antwerpen

Patrick De Maeyer, Siwha, Antwerpen

Nathalie De Roeck, PVI, Antwerpen

Ronny Dreesen, Safety & Rental Services NV, Dilsen-Stokkem

Robby Faes, 3M, Antwerpen

Chris Gentjens, Noord Natie Terminals, Antwerpen

Ernst Overbosch, Ridderikhoff, Rotterdam (NL)

Dirk Schelkens, ISEC, Antwerpen

Patrick Slootmans, Monsanto, Antwerpen

Luc Smets, Exxonmobil, Antwerpen

Ronny Smeulders, HCI, Antwerpen

Ivo Sontrop, Hits, Puurs

Jan Swankaert, Aquafin, Antwerpen

Patrick Truyts, Indaver, Antwerpen

Geert Van Bortel, BASF, Antwerpen

Jan Van Steenbergen, Petroplus, Antwerpen

Peter Vansina, Directie Chemische Risico's - FOD WASO, Brussel

Erwin Weststraete, Ridderikhoff, Zwijndrecht

Jean Wils, Bayer Rubber, Antwerpen

Liesbeth Fivez, voorzitter, PVI

LEDEN PVI-WERKGROEP3‘TOEZICHT EN REDDING IN BESLOTEN RUIMTEN’