Handhavingsnotitie camping De Kreek · 2020. 11. 23. · Handhavingsnotitie camping De Kreek 2...
Transcript of Handhavingsnotitie camping De Kreek · 2020. 11. 23. · Handhavingsnotitie camping De Kreek 2...
0
januari 2017
Handhavingsnotitie camping De Kreek
Handhavingsnotitie camping De Kreek 1
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1 ............................................................................................................................................ 1
Inleiding .............................................................................................................................................. 1
Hoofdstuk 2 ............................................................................................................................................ 2
2.1 Huidige situatie ........................................................................................................................... 2
2.2 Begrip permanente bewoning .................................................................................................. 2
2.3 Gevolgen permanente bewoning ............................................................................................. 3
2.3.1 Bedreiging recreatieve ontwikkeling ................................................................................... 3
2.3.2 Aantasting recreatieve karakter camping .......................................................................... 4
2.3.3 Brandveiligheid . ................................................................................................................... 4
Hoofdstuk 3 ............................................................................................................................................ 5
3.1 Vigerend plan .............................................................................................................................. 5
3.2 Toekomstig plan ......................................................................................................................... 5
3.3 Wettelijke mogelijkheden ......................................................................................................... 6
3.4 Artikel 4 van bijlage II Bor ......................................................................................................... 7
3.5 Wel of niet gedogen ................................................................................................................... 8
Hoofdstuk 4 ............................................................................................................................................ 9
4.1 Handhaving op camping De Kreek.......................................................................................... 9
4.2 Wat te doen ................................................................................................................................. 9
4.3 Bestaande situaties ................................................................................................................. 10
4.4 Nieuwe situaties ....................................................................................................................... 11
4.5 Handhavingsprocedure ........................................................................................................... 11
4.5.1 Bewijsmiddelen .................................................................................................................... 12
4.5.2 Vooraankondiging ................................................................................................................ 12
4.5.3 Last onder dwangsom ......................................................................................................... 13
4.5.4 Invorderingsbeschikking ..................................................................................................... 13
Hoofdstuk 5 .......................................................................................................................................... 14
5.1 Voorkomen van permanente bewoning ................................................................................ 14
5.2 Inschrijving Basisregistratie personen (Brp) ........................................................................ 14
5.3 Voorlichting en communicatie ................................................................................................ 14
5.4 Samenwerking met campingeigenaren ................................................................................ 15
5.5 Tot slot ....................................................................................................................................... 15
Handhavingsnotitie camping De Kreek 1
HOOFDSTUK 1
Inleiding
Aan de Zinkweg 182A is camping De Kreek gelegen. Deze camping is al lange tijd in bedrijf
zonder dat dit in het ter plaatse geldende bestemmingsplan is vastgelegd. Daarvoor zijn
meerdere redenen aan te geven, zoals gemeentelijke herinrichting, goedkeuring onthouden
bestemmingsplan en de Dow Propyleen transportleiding. Gevolg is dat de gronden bestemd
zijn voor de uitoefening van de akkerbouw, veeteelt, tuinbouw- en ooftbouwbedrijf. Inmiddels
is een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding waarbij aan het perceel Zinkweg 182A een
recreatieve bestemming zal worden gegeven. Daarmee wordt de camping positief bestemd.
Op de camping wordt, naast recreatief gebruik, ook permanent gewoond. Dat gebruik past
niet binnen de toekomstige (en huidige) bestemming. Maar wat is nu eigenlijk permanente
bewoning en hoe kan de recreatieve bestemming worden gehandhaafd? Vandaar deze
handhavingsnotitie.
Allereerst beschrijft hoofdstuk 2 de huidige situatie en het begrip permanente bewoning
Daarmee wordt meteen de discussie afgebakend. Hoofdstuk 3 zoomt vervolgens in op het
bestemmingsplan en het wettelijke kader. Hoofdstuk 4 gaat over de handhaving op camping
De Kreek. Hoe kan de strijdige situatie worden beëindigd? Hoofdstuk 5 gaat vervolgens over
de vraag hoe permanente bewoning zoveel mogelijk kan worden voorkomen.
Met deze notitie geeft het college aan hoe met de problematiek van permanente bewoning
wordt omgegaan. Gelet op de complexheid van de materie, is deze notitie opgesteld. Op
deze manier is het voor iedereen duidelijk hoe de gemeente Oud-Beijerland omgaat met
permanente bewoning.
Voor de goede orde wordt nog opgemerkt dat de termen recreatieverblijf, (sta)caravans,
recreatie object, chalets en recreatiewoningen in deze notitie wisselend worden gebruikt. Het
is niet de bedoeling geweest om daar bewust onderscheid in te maken. Uitsluitend daar waar
verwezen wordt naar het Besluit Omgevingsrecht, kunnen de termen voor deze notitie
wisselend gebruikt worden en hebben zij dezelfde betekenis, namelijk een object om in te
recreëren.
Handhavingsnotitie camping De Kreek 2
HOOFDSTUK 2
2.1 Huidige situatie
Aan de Zinkweg is sinds ca 1965 camping De Kreek gelegen. De camping is begonnen als
‘kamperen bij de boer’ en is in de loop der jaren uitgegroeid tot een grotere camping en tot
wat het nu is. In 1965 is door de gemeente een bouwvergunning verleend voor het omzetten
van een fruitschuur naar een toiletgebouw. Er is tevens een exploitatievergunning ten
behoeve van de camping afgegeven. Later is door de provincie een tentenvergunning
afgegeven voor 65 caravans voor de periode 1978 tot 1982.
Ondanks dat de vergunningen zijn verleend is het nooit tot legalisatie gekomen van de
camping. Hoewel het gemeentebestuur wel geprobeerd heeft de camping als zodanig te
legaliseren, is dat in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Nieuw-Beijerland’ niet gelukt omdat
aan het onderdeel ‘De Kreek’ goedkeuring is onthouden. Reden van die onthouding was dat
er buisleidingen aanwezig waren en de mogelijke aanleg van de A4.
Op dit moment is het gemeentebestuur van Oud-Beijerland bezig om de aanwezige camping
planologisch in te passen in een nieuw bestemmingsplan. De camping zal dan een
recreatieve bestemming krijgen. Een positieve bestemming ligt in de rede vanwege de
volgende argumenten1:
het gebruik is al sinds 1965 aanwezig en deels vergund;
er zijn geen klachten bekend met betrekking tot de camping;
de camping (in potentie) een positieve bijdrage kan leveren aan het toeristisch
klimaat;
de camping wordt nagenoeg aan het zicht onttrokken door een omringende
groensingel en is derhalve ruimtelijk en landschappelijk ingepast.
Inmiddels is een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding. In het ‘bestemmingsplan camping
De Kreek’ zal de camping worden gelegaliseerd. Op de camping is het mogelijk dat
maximaal 61 standplaatsen worden gerealiseerd. Dat komt overeen met de huidige camping.
Van een uitbreiding is dan ook geen sprake.
2.2 Begrip permanente bewoning
Een aantal maal is het begrip permanente bewoning gevallen. Maar wat betekent dat begrip
nu eigenlijk? Het bestemmingsplan geeft in de begripsbepalingen aan wat er onder
permanente bewoning wordt verstaan: ”bewoning door een persoon of door groepen van
personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste
woon- of verblijfplaats”.
Hoewel in eerste instantie deze definitiebepaling duidelijk en helder lijkt te zijn kan het in de
praktijk nogal de nodige bewijsproblemen opleveren. Daarom wordt in deze beleidsnotitie
een nadere invulling gegeven aan het begrip ‘permanente bewoning’ om op die manier de
definitie scherper te krijgen. De definitie in het bestemmingsplan is bepalend.
1 Ontwerp bestemmingsplan camping De Kreek
Handhavingsnotitie camping De Kreek 3
Van permanente bewoning (of 'onrechtmatige bewoning') van een recreatieverblijf is sprake
wanneer een recreatieverblijf in strijd met de recreatieve bestemming wordt gebruikt voor
bewoning. Hierbij gaat het niet om de duur van het strijdig gebruik (permanent of tijdelijk),
maar om de strijdigheid van de activiteit met het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan
camping De Kreek is opgenomen dat een recreatieverblijf niet permanent mag worden
bewoond.
Permanente bewoning van een recreatieverblijf is zodoende een verzamelbegrip waar veel
verschillende vormen van bewoning onder vallen, zoals:
het gebruik van een recreatieverblijf als woonverblijf voor onbepaalde tijd;
de huisvesting van arbeidsmigranten in een recreatieverblijf;
het tijdelijk bewonen van een recreatieverblijf in afwachting van een nieuwe woning;
Het tijdelijk bewonen van een recreatieverblijf vanwege schade of
verbouwingswerkzaamheden aan de eigen woning;
het tijdelijk bewonen van een recreatieverblijf vanwege relationele problemen.
Het hoeft dus niet te gaan om langdurig gebruik. Ook het tijdelijk gebruiken van een
recreatieverblijf als woning is in strijd met de recreatieve bestemming en daarmee verboden.
Het gaat er dus om dat de recreatiewoning gebruikt wordt als hoofdverblijf. Hoewel
hoofdverblijf niet is gedefinieerd in het bestemmingsplan, blijkt uit de jurisprudentie dat hier
van belang is waar betrokkene zijn centrum van zijn sociale en maatschappelijke activiteiten
heeft. Het is feitelijk de plaats waar hij/zij naar toe terugkeert, bezoek ontvangt, zijn ‘thuis’
heeft.
Er is dus sprake van permanente bewoning als een bewoner zijn hoofdverblijf houdt
op het recreatieadres. Dat is het geval als het adres het centrum vormt van de sociale
en maatschappelijke activiteiten van de bewoner.
2.3 Gevolgen permanente bewoning
Camping De Kreek wordt al geruime tijd gebruikt als camping. Het is ook een uitvalshaven
geworden voor mensen die (tijdelijk) onderdak nodig hadden en waar uiteindelijk een situatie
is ontstaan waarbij er ook permanent gewoond wordt.
2.3.1 Bedreiging recreatieve ontwikkeling
Door het in procedure brengen van het bestemmingsplan camping De Kreek is het belangrijk
dat de nieuwe bestemming ook daadwerkelijk wordt nageleefd. Daarmee kan invulling
worden gegeven om de Hoeksche Waard de mogelijkheden tot groei in de verblijfsrecreatie
te geven. Hoewel vanuit recreatief oogpunt de ontwikkeling nog in de kinderschoenen staat,
draagt de camping bij aan deze ontwikkeling. Het mag dan ook duidelijk zijn dat de
recreatieve ontwikkeling van de camping van belang is voor een positieve bijdrage aan die
ontwikkeling. Binnen de gemeente Oud-Beijerland is een beperkt aantal recreatieplaatsen
beschikbaar aangezien er twee campings zijn. Elke recreatieve plek die in beslag wordt
genomen door permanente bewoning beperkt het aantal recreatieve plekken en is daarmee
een bedreiging voor de recreatieve ontwikkeling.
Handhavingsnotitie camping De Kreek 4
2.3.2 Aantasting recreatieve karakter camping
Ook op de camping zelf heeft permanente bewoning nadelige effecten. Er is een groot
verschil in het leefpatroon tussen recreanten en permanente bewoners. Zo is het gebruik van
een caravan door een recreant heel anders dan door iemand die woonachtig is in de
caravan. In Nederland is het probleem van huisvesting van arbeidsmigranten in
recreatiewoningen bekend. Daar worden regelmatig veel mensen in een (te) kleine
woning/recreatieverblijf gehuisvest. Afgezien dat hier sprake zou kunnen zijn van
onmenselijke omstandigheden, is de overlast op de omgeving vaak groot. Dat wil de
gemeente Oud-Beijerland voorkomen. Ook het permanent bewonen van een recreatieverblijf
geeft een aantasting van het recreatieve karakter en is een ongewenste ontwikkeling.
2.3.3 Brandveiligheid
Bovendien voldoen stacaravans niet aan de eisen die aan een gewone woning worden
gesteld, bijvoorbeeld ten aanzien van (brand)veiligheid. Stacaravans zijn immers niet
gebouwd om er permanent in te wonen. Door in het bestemmingsplan juist de gronden aan
te wijzen voor recreatieve doeleinden, zal het college er op toezien dat die bestemming
wordt gehandhaafd.
Handhavingsnotitie camping De Kreek 5
HOOFDSTUK 3
3.1 Vigerend plan
Zoals al aangegeven valt de camping onder bestemming akkerbouw-, veeteelt-, tuinbouw-
en ooftbouwbedrijven en is de grond bestemd voor de uitoefening van het akkerbouw-,
veeteelt-, tuinbouw- en ooftbouwbedrijf. Het is duidelijk dat die bestemming thans niet
gerealiseerd is, waardoor het nieuwe bestemmingsplan een oplossing biedt voor de
planologisch ontstane situatie.
Hieronder een uitsnede uit de plankaart van de vigerende bestemming uit 1949.
3.2 Toekomstig plan
In het ontwerp bestemmingsplan camping De Kreek is de camping bestemd voor Recreatie-
Verblijfsrecreatie.
De voor Recreatie-Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. recreatieve voorzieningen in de vorm van een kampeerterrein;
b. maximaal één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding ‘Bedrijfswoning’.
c. maximaal 61 standplaatsen voor stacaravans en gekoppelde stacaravans, uitsluitend
ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie-maximum aantal
stacaravans’.
Daarnaast is een specifieke gebruiksbepaling opgenomen. Onder een strijdig gebruik van de
gronden wordt in ieder geval verstaan: “het (laten) gebruik(en) van gronden ten behoeve van
permanente bewoning”.
Het bestemmingsplan geeft dus nadrukkelijk aan dat permanente bewoning niet is
toegestaan. Daarmee benadrukt het gemeentebestuur dat de camping uitsluitend een
recreatief karakter heeft.
Het bestemmingsplan kent overgangsbepalingen ten aanzien van bouwen en gebruik. Ten
aanzien van het gebruik is opgenomen dat het gebruik van grond en bouwwerken dat
bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is,
mag worden voortgezet. Dit mag echter niet wanneer het gebruik dat reeds in strijd was met
Handhavingsnotitie camping De Kreek 6
het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van
dat plan.
Met andere woorden, het gebruik van de camping voor permanente bewoning mag niet
worden voortgezet.
3.3 Wettelijke mogelijkheden
Permanent bewonen van een recreatieverblijf is in strijd met het bestemmingsplan.
Artikel 2.1. Wabo bepaalt:
“Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. het bouwen van een bouwwerk,
b. het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald,
c. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet,
Handhavingsnotitie camping De Kreek 7
d. het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk in met het oog op de brandveiligheid bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën gevallen,
(…)”
Het permanent bewonen van een recreatieverblijf is in strijd met artikel 2.1 onder c van de
Wabo. Op grond van artikel 125 Gemeentewet is het college bevoegd om handhavend op te
treden.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State stelt dat bestuursorganen een
beginselplicht tot handhaving hebben. De standaardoverweging van de afdeling is:
“Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding
van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder
bestuursdwang of dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik
moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan
weigeren, dit te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat.
Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te
dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.”
Met andere woorden, is er sprake van een strijdige situatie, dan zal het bestuursorgaan dat
bevoegd is handhavend op te treden, dat ook moeten doen tenzij er bijzondere
omstandigheden aan de orde zijn. Dit wordt overigens niet snel aangenomen.
3.4 Artikel 4 van bijlage II Bor
Ondanks het strijdige gebruik, biedt de Wabo de mogelijkheid om een omgevingsvergunning
te verlenen. Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen moet aan een aantal voorwaarden
worden voldaan. Deze voorwaarden zijn opgenomen in artikel 4 van bijlage II van het Besluit
omgevingsrecht (Bor). Daarnaast moet ook medewerking worden verleend door het
gemeentebestuur. Er is sprake van een zogenaamde discretionaire bevoegdheid.
De voorwaarden voor een ontheffing zijn:
De recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande
woning gestelde eisen;
Bewoning is in elk geval niet in strijd met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de
Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij gestelde regels of de
Reconstructiewet concentratiegebieden;
De bewoner had vóór, maar in ieder geval op 31 oktober 2003, de recreatiewoning
als woning in gebruik en deze sindsdien onafgebroken bewoont;
De bewoner was op 1 november 2003 meerderjarig.
De Wabo geeft een bevoegdheid tot het verlenen van een ontheffing en betreft geen
verplichting. Het is aan de aanvrager om aan te tonen dat hij aan alle voorwaarden voldoet.
Voor de gevallen op de camping biedt dit artikel echter geen uitkomst. De
omgevingsvergunning kan namelijk alleen maar worden vertrekt voor bewoners van een
recreatiewoning, niet voor een caravan of een chalet. Daar is hier sprake van.
Daarnaast zijn er ook andere redenen waarom geen medewerking wordt verleend aan dit
artikel. Zo draagt de camping bij aan de ontwikkeling van de recreatieve sector. Permanente
bewoning tast die ontwikkeling aan.
Handhavingsnotitie camping De Kreek 8
3.5 Wel of niet gedogen
Naast de omgevingsvergunning is er het buitenwettelijke systeem van de
gedoogbeschikking. Met een dergelijke beschikking zou het college verklaren dat zij niet
handhavend optreden tegen de strijdige situatie. Het college acht het gebruik van een
gedoogbeschikking in deze situatie niet opportuun. Ten eerste kan de recreatieve
bestemming gerealiseerd worden. Daarbij is de huidige situatie ongewenst en is het
bewonen van stacaravans waarbij geen toezicht is of deze voldoen aan de strenge eisen van
het bouwbesluit niet wenselijk. Als tweede kan een gedoogbeschikking slechts een tijdelijke
oplossing bieden. Daarnaast schept het onvoldoende waarborgen ten opzichte van derden.
Vandaar dat er geen gebruik wordt gemaakt van de constructie om gedoogbeschikkingen af
te geven.
Handhavingsnotitie camping De Kreek 9
HOOFDSTUK 4
4.1 Handhaving op camping De Kreek
Op camping De Kreek is een aantal stacaravans aanwezig. In het nieuwe bestemmingsplan
worden er 61 stacaravans/chalets toegestaan. Daarbij bestaat de mogelijkheid om caravans
te koppelen. De caravans worden daardoor groter en bieden meer leefruimte en comfort voor
de recreant. Een gekoppelde caravan telt voor twee stuks zodat in het totaal niet meer dan
61 stacaravans mogelijk zijn. De caravans mogen uitsluitend recreatief worden gebruikt.
Uit een eerste inventarisatie is gebleken dat 43 personen ingeschreven staan in de
Basisregistratie persoonsgegevens (verder Brp). Daarmee lijkt het dat deze personen ter
plekke permanent woonachtig zijn.
Door de inschrijving in het Brp verklaren deze personen feitelijk dat zij op deze locatie hun
hoofdverblijf hebben. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een
bestendige lijn geoordeeld dat wanneer iemand op een bepaalde locatie staat ingeschreven
in de Brp dit een aanwijzing is dat diegene daar zijn/haar hoofdverblijf heeft.
In goed overleg met de eigenaar van het perceel zijn de afgelopen periode geen
inschrijvingen meer geweest in het Brp op het adres van de camping. Dat maakt dat het
aantal personen dat permanent woonachtig is op de huidige camping nog niet voldoende in
beeld is gebracht. Van diegene die staan ingeschreven in het Brp wordt vanuit gegaan dat
deze permanent wonen in een stacaravan. Daarmee handelen zij in strijd met het vigerende
en nieuwe bestemmingsplan.
4.2 Wat te doen
Zoals aangegeven wil het gemeentebestuur dat de recreatieve bestemming optimaal wordt
benut om zodoende de recreatieve ontwikkeling te kunnen stimuleren. Permanente
bewoning past niet in die ontwikkeling.
Afgelopen jaren is niet actief gehandhaafd op de permanente bewoning van de camping.
Reden was dat de juridische status van de camping nog onduidelijk was. Inmiddels is daar
duidelijkheid over. De vraag is echter hoe nu om te gaan met de personen die permanent in
een stacaravan wonen.
Vaak is er een oorzaak waarom iemand permanent gaat wonen in het recreatieobject. Dat
kan zijn gelegen in een verbroken relatie, financiële problemen of anderszins een oorzaak op
het persoonlijke vlak. Vaak is de insteek om tijdelijk ergens onderdak te vinden. In sommige
situaties blijft het daarbij, maar soms is de tijdelijkheid inmiddels veranderd naar permanent.
Ondanks de verschillende oorzaken en redenen voor permanente bewoning, is het een
ongewenste ontwikkeling die niet langer kan blijven voortbestaan.
Het college ziet zich dan ook voor de vraag gesteld hoe te bewerkstelligen dat de
permanente bewoning wordt beëindigd, met inachtneming van alle belangen die er spelen.
Zoals in het vorige hoofdstuk is aangegeven, is vanuit de rechtspraak een beginselplicht tot
handhaven gegeven. Slechts als er sprake is van een bijzondere omstandigheid is het
mogelijk om van handhavend optreden af te zien.
Handhavingsnotitie camping De Kreek 10
Aan de andere kant heeft ook het college een zekere verantwoordelijkheid voor de eigen
inwoners en goede huisvesting daarvan. Het permanent bewonen in een stacaravan is
echter geen goede huisvesting.
Zoals in het nieuwe bestemmingsplan is aangegeven zal de huidige camping recreatief
worden bestemd. Deze bestemming moet ook worden gehandhaafd. Hoewel daarmee de
formele benadering wordt aangegeven, kan het college niet wegkijken voor de bestaande
situatie. Deze situatie houdt in dat afgelopen jaren vanuit de gemeente niet gehandhaafd is,
waardoor de permanente bewoning wellicht groter is geworden dan strikt noodzakelijk.
Daarom wil het college bij de beëindiging van de strijdige situatie zoveel mogelijk flexibiliteit
inzetten. Het einddoel is dat de permanente bewoning wordt beëindigd, maar daar zal een
royale termijn voor gegund worden. Op die manier is het mogelijk dat iedereen die op dit
moment permanent in een recreatieobject woonachtig is, in de gelegenheid wordt gesteld om
tijdig vervangende woonruimte te vinden.
Bij de toepassing van het beleid worden twee categorieën onderscheiden: de personen die
nu, 1 januari 2017, woonachtig zijn in een recreatieobject en de tweede categorie betreft de
toekomstige permanente bewoners. Hieronder wordt het onderscheid uitgewerkt.
4.3 Bestaande situaties
Zoals aangegeven staan er 43 personen ingeschreven in de Brp op het adres van de
camping. Van deze personen wordt uitgegaan dat zij permanent in een caravan wonen. Door
de inschrijving in het Brp verklaren zij immers dat zij hun hoofdverblijf daar hebben.
De personen die op dit moment inschreven staan, wonen vaak al langere tijd in het
recreatieverblijf. Het beëindigen van de (permanente) bewoning van het recreatieverblijf
heeft een grote invloed op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. Ondanks dat zal de
strijdige situatie beëindigd moeten worden. Om zoveel mogelijk rekening te houden met de
belangen van de bewoners, is er voor gekozen om een lange(re) begunstigingstermijn te
hanteren dan strikt noodzakelijk is. Op die manier moet het mogelijk zijn dat de betrokkenen
vervangende huisvesting kunnen vinden. Ook wil het college haar medewerking verlenen om
naar oplossingen te kijken. Daarbij is het uiteraard wel de eigen verantwoordelijkheid van de
bewoners om naar vervangende huisvesting te zoeken. Bij onvoldoende inspanning van
betrokkene zelf, zal ook het college geen inspanning kunnen verrichten.
Gelet op alle belangen die er spelen, acht het college het acceptabel dat de strijdige
permanente bewoning op 1 januari 2019 is beëindigd.
Omdat er een lange termijn wordt gegund om de strijdige permanente bewoning te
beëindigen, zal de genoemde datum, ook een ‘harde’ datum zijn. Dat wil zeggen dat op 1
januari 2019 de strijdige situatie moet zijn beëindigd.
Om deze datum ook daadwerkelijk te kunnen handhaven zal een handhavingsbesluit worden
genomen met als begunstigingstermijn tot 1 januari 2019. Hierdoor is de prikkel aanwezig
dat de bewoners zelf actief vervangende huisvesting zoeken en wordt ook met de belangen
van de bewoners rekening gehouden.
Handhavingsnotitie camping De Kreek 11
Het is niet ondenkbaar dat er naast de groep die ingeschreven staan in het Brp, nog anderen
permanent op de camping wonen. Ook dit zijn bestaande situaties. Het is dan aan deze
personen om zich voor 1 maart 2017 te melden bij het college. Het is aan hen om aan te
tonen dat zij op 1 januari 2017 al permanent in de recreatiewoning woonachtig waren.
Slagen zij daar niet in dan vallen zij niet onder de groep bestaande situaties.
Er is bewust niet voor gekozen om met gedoogbeschikkingen te werken. Enerzijds omdat
deze feitelijk onvoldoende rechtsbescherming bieden voor de bewoners, anderzijds omdat
ze te weinig waarborgen bieden dat de strijdige situatie dan ook daadwerkelijk wordt
beëindigd.
4.4 Nieuwe situaties
De tweede categorie betreft de nieuwe gevallen. Dat zijn al die gevallen die niet als een
bestaand geval zijn aangemerkt. Ervaringscijfers laten zien dat er altijd het risico bestaat dat
er permanent wordt gewoond op een recreatiepark. Zeker als de recreatieobjecten groter en
comfortabeler worden. Dan hebben die meer aantrekkingskracht.
Tegen nieuwe gevallen zal direct opgetreden worden. Dat betekent dat wanneer wordt
vastgesteld dat in een recreatieobject permanent wordt gewoond, een last onder dwangsom
volgt. Op die manier wordt de strijdige situatie beëindigd. Een begunstigingstermijn bedraagt
in de regel 3 tot 6 maanden, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Langer is niet
nodig omdat de strijdige situatie relatief eenvoudig beëindigd kan worden. Ook zal het
college niet actief meedenken naar alternatieve oplossingen.
4.5 Handhavingsprocedure
Nu de verschillende te onderscheiden groepen zijn gedefinieerd, wordt toegekomen aan het
formele traject. Dat is het definitief beëindigen van de strijdige situatie. Het college kan
daarvoor (onder andere) de last onder dwangsom of de last onder bestuursdwang inzetten.
De last onder bestuursdwang is voor onderhavige kwestie lastig omdat verzegelen van de
caravan feitelijk niet tot de mogelijkheden behoort. Immers de caravan mag recreatief
gebruikt worden. De last onder dwangsom is een effectief middel om in te zetten. Daar zal
dan ook gebruik van worden gemaakt.
Voordat de last onder dwangsom wordt verzonden, moet worden vastgesteld dat er sprake is
van een overtreding. Het bewijs moet aanwezig zijn. Die eerste stap ligt bij het college. De
Afdeling overweegt daarover
“dienaangaande dat het op de weg van het college lag om de voor het vermoeden, dat
sprake is van overtreding van de planvoorschriften, vereiste feiten vast te stellen. Het was
vervolgens aan wederpartij om dit vermoeden, indien daartoe aanleiding bestond, te
ontkrachten. Bij het ontbreken daarvan dient de rechter in beginsel van de juistheid van de
feiten, zoals het college die heeft vastgesteld, uit te gaan2”.
2 ABRvS 06-10-2004, ECLI:NL:RVS:2004:AR3356
Handhavingsnotitie camping De Kreek 12
Het is in eerste instantie aan het college om het vermoeden dat er sprake is van een
overtreding van de planvoorschriften met de vereiste feiten vast te stellen. Het is daarna aan
de wederpartij om dit vermoeden te ontkrachten. Daarmee wordt aan de wederpartij een
opdracht voor gemotiveerde weerlegging gegeven. Het louter ontkennen van de situatie is
onvoldoende.
4.5.1 Bewijsmiddelen
De eerste stap is dat het college het vermoeden dat er sprake is van een overtreding van de
planvoorschriften met de vereiste feiten vaststelt.
Voor de bestaande gevallen is dat relatief eenvoudig omdat er een inschrijving Brp
beschikbaar is. Dat levert in principe al voldoende bewijsvermoeden op dat iemand daar zijn
hoofdverblijf heeft. Desondanks is het beter om meer bewijsmiddelen te hebben. Voor de
bestaande gevallen wordt echter uitgegaan van een inschrijving Brp.
Voor die gevallen waar geen Brp inschrijving voor handen is, zal op basis van de
beschikbare informatie de permanente bewoning moeten worden vastgesteld. Dat kan zijn
door verklaringen van derden, maar ook andere informatie kan bijdragen om het vermoeden
van strijdigheid met de planvoorschriften aan te tonen.
Voorbeelden van bewijsmiddelen, zonder daarbij uitputtend te willen zijn, kunnen zijn:
hypotheekrente aftrek (belastingdienst);
Brp adres elders, maar geen eigen zelfstandige woonruimte daar;
energiegegevens;
feitelijke controles en waarnemingen;
gegevens telefoongids/internet/facebook;
bankgegevens;
zorgverzekeraar, opgegeven adres;
inschrijving KvK.
Door slim om te gaan met de beschikbare informatie, kan op de arbeidsintensieve controles
worden beperkt. Echter deze controles zullen altijd moeten plaatsvinden om een duidelijk
beeld te krijgen van de feitelijke situatie.
4.5.2 Vooraankondiging
Nadat het vermoeden is geleverd, wordt in een vooraankondiging aan betrokkenen kenbaar
gemaakt dat het college voornemens is handhavend op te treden. Dat is het moment waarop
betrokkene het vermoeden moet ontkrachten indien daarvoor aanleiding bestaat. In een
zienswijzegesprek kan betrokkene zijn standpunt kenbaar maken.
Het zienswijzegesprek is ook een uitgelezen mogelijkheid om het standpunt van het college
nogmaals uit te leggen en aan te geven welke mogelijkheden het college in onderhavige
situatie voor ogen heeft. Uiteraard zal de bewoning beëindigd moeten worden, maar wellicht
dat hulp of verwijzing mogelijk is.
Handhavingsnotitie camping De Kreek 13
4.5.3 Last onder dwangsom
Als na het zienswijzegesprek nog steeds sprake is van een vermoeden van strijdigheid,
wordt een last onder dwangsom opgelegd. Deze dwangsom moet dusdanig zijn dat er ook
een financiële prikkel vanuit gaat. In het onderhavige geval wordt voor permanente bewoning
een last opgelegd van € 5.000.00 per maand of een gedeelte van een maand. Uiteindelijk is
het niet de bedoeling dat de dwangsom ook daadwerkelijk wordt verbeurd, maar dat de
strijdige situatie wordt beëindigd.
4.5.4 Invorderingsbeschikking
Nadat de last is opgelegd, moet bij het verstrijken van de begunstigingstermijn controle
plaatsvinden of de met de wet strijdige situatie is beëindigd. Is dat het geval, dan kan het
dossier worden gesloten. Is de strijdige situatie niet beëindigd, dan wordt van rechtswege
een dwangsom verbeurd. Door middel van een invorderingsbeschikking zal de dwangsom
opgeëist (kunnen) worden.
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 15 januari 2014,
ECLI:NL:RVS:2014:32) dient, bij een besluit omtrent invordering van een verbeurde
dwangsom, aan het belang van de invordering een zwaarwegend gewicht te worden
toegekend. Een andere opvatting zou afdoen aan het gezag dat behoort uit te gaan van een
besluit tot oplegging van een last onder dwangsom. Steun voor dit uitgangspunt kan worden
gevonden in de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 5:37, eerste lid, van de Awb
(Kamerstukken II 2003/04, 29 702, nr. 3, blz. 115). Hierin is vermeld dat een adequate
handhaving vergt dat opgelegde sancties ook worden geëffectueerd en dus dat verbeurde
dwangsommen worden ingevorderd. Slechts in bijzondere omstandigheden kan geheel of
gedeeltelijk van invordering worden afgezien.3
Wanneer betrokkene niet binnen de begunstigingstermijn is vertrokken, kunnen de financiële
consequenties groot zijn. Juist gelet op de lange begunstigingstermijn en de bereidheid van
alle partijen om mee te denken aan oplossingen zou het niet nodig moeten zijn dat een
dwangsom wordt ingevorderd. Er is immers voldoende tijd om de strijdige situatie te
beëindigen. Die verantwoordelijkheid ligt bij de betrokkenen zelf.
3 ECLI:NL:RVS:2016:2300
Handhavingsnotitie camping De Kreek 14
HOOFDSTUK 5
5.1 Voorkomen van permanente bewoning
Naast handvatten die worden geboden om de huidige problematiek rondom permanente
bewoning van recreatiewoningen op te lossen, is het wellicht nog belangrijker om aan te
geven op welke wijze de gemeente Oud-Beijerland permanente bewoning in de toekomst wil
voorkomen, om zodoende de toeristische aantrekkingskracht van de gemeente te
versterken.
Onderstaand wordt een aantal handvatten aangereikt waarmee permanente bewoning van
recreatiewoningen in de toekomst kan worden voorkomen.
5.2 Inschrijving Basisregistratie personen (Brp)
Personen die permanent in een recreatieverblijf wonen moeten, indien zij dit wensen, op
grond van wettelijke richtlijnen door de gemeente in de Brp worden ingeschreven. Een
vervelend neveneffect van deze inschrijving is dat bewoners daaruit vaak afleiden dat de
bewoning door de gemeente is gelegaliseerd. Daarom is heldere communicatie, gekoppeld
aan de inschrijving in de Brp, noodzakelijk.
In dit verband valt eraan te denken dat wanneer personen die zich op de camping laten
inschrijven in het Brp direct aan de balie al een brief meekrijgen waarin staat dat permanent
wonen in recreatieverblijven in de gemeente Oud-Beijerland verboden is.
5.3 Voorlichting en communicatie
Voorlichting is bij de uitvoering van het beleid een belangrijke preventieve maatregel. Zo kan
de gemeente actief op een gerichte wijze voorlichting geven aan de plaatselijke bevolking,
de campingeigenaren, de overige plaatselijke betrokkenen en de toeristen. Hierbij wordt
onder andere aan het volgende gedacht:
schriftelijke informatie aan personen die zich in de Brp op een recreatieterrein laten
inschrijven;
gerichte mailing naar makelaars, notarissen, financiële instellingen,
campingondernemers, et cetera;
afspraken met de campingondernemers over hun rol in het (communicatie)traject;
tijdens de controles van de daartoe bevoegde ambtenaren kunnen deze mondeling
informatie verstrekken aan de direct betrokkenen;
via de gemeentepagina de doelgroep informeren.
Handhavingsnotitie camping De Kreek 15
5.4 Samenwerking met campingeigenaren
Een belangrijke positie nemen de campingeigenaren in. Aan de ene kant zullen zij mee
willen werken aan een sterk recreatief product in de gemeente Oud-Beijerland, aan de
andere kant willen zij campinggasten niet belasten met controles en wellicht hun eigen
inkomsten op het spel zetten. Een goede afstemming met de campingeigenaren is dus
noodzakelijk. Hoewel deze notitie ziet op uitsluitend camping De Kreek, is communicatie met
alle campingeigenaren binnen de gemeente van belang.
Goede communicatie en afstemming van beleid maakt het handhaven van de recreatieve
bestemming een stuk gemakkelijker. Als de campingeigenaar zich achter het beleid van de
gemeente schaart, is gezamenlijk optreden mogelijk. Daarnaast zullen recreatieondernemers
zelf de ogen en oren open moeten houden om middels een open communicatie met
recreanten èn de gemeente een zogeheten win-winsituatie te creëren.
Het is belangrijk te beseffen dat wanneer er sprake is van permanente bewoning er niet
alleen sprake is van strijdig gebruik, maar ook van laten gebruiken. Een kleine nuance, maar
dat maakt dat ook de eigenaar die een caravan of zijn grond in strijd met de recreatieve
bestemming laat gebruiken als overtreder kan worden aangemerkt en dus een last onder
dwangsom opgelegd kan krijgen. De eigenaar van een caravan die deze verhuurt voor
permanente bewoning, is net zo goed overtreder als de bewoner zelf.
5.5 Tot slot
Dat het vraagstuk van per bewoning lastig is, blijkt wel uit deze notitie. Het permanent
bewonen van recreatieobjecten is een aantasting van de recreatiesector. Daarnaast tast het
ook het ruimtelijk beleid van de gemeente aan. Het wegnemen van deze negatieve effecten
vraagt om een consequente en adequate aanpak. In deze notitie is aangegeven hoe het
college dit vraagstuk beantwoordt. Daarnaast zijn er concrete handvatten gegeven hoe
permanente bewoning kan worden voorkomen. Hierdoor komt het ruimtelijk beleid beter tot
zijn recht.