28HANDEN WASSEN

Was (en desinfecteer) de handen voordat u naar een werkruimte gaat.

Was (en desinfecteer) de handen na niezen, hoesten of na contact met gezicht, oren of andere lichaamsdelen.

Was (en desinfecteer) de handen telkens: als u (opnieuw) aan het werk gaat, na een toilet-bezoek of na een pauze.

Was (en desinfecteer) de handen na reinigingswerkzaamheden en na contact met afval.

Was (en desinfecteer) de handen nacontact met rauw voedsel.

- Schadelijke bacteriën kunnen via de handen gemakkelijk worden overgedragen op voedsel, werkoppervlakken, apparatuur, ed.

- Of er voldoende geschikte handenwas- gelegenheden zijn.- Of iedereen goed is geïnstrueerd.- Dagelijks, steekproefsgewijs, of iedereen de voorschriften naleeft.

- Was de handen meteen opnieuw.

Was (en desinfecteer) de handen telkens nadat ze vuil zijn geworden.

1

4

2

5

3

6

Wat kan er fout gaan?

Controleer:

Als er iets fout gaat: