HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord...

21
HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER - AMBULANCIER HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER - AMBULANCIER

Transcript of HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord...

Page 1: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

HANDBOEK VOOR DE

HULPVERLENER-AMBULANCIER

HANDBOEK VOOR DE

HULPVERLENER-AMBULANCIER

Page 2: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

Handboek voor deHULPVERLENER-AMBULANCIER

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en LeefmilieuDG2 – Basisgezondheiszorg en Crisisbeheer

Page 3: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

Colofon

Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Bestuur van de Gezondheidszorgen,Dienst Geneeskundige Hulp aan de Burgerbevolking

Prof. Dr. Walter Buylaert (UZ Gent)Prof. Dr. Jean Micheels (CHU Liège)

Dr. Stephan Suykens (UZ Gent)

Geerdt Magiels

Frank Croes

952814

90-802914-1-2

Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,Bestuur van de Gezondheidszorgen,Dienst Geneeskundige Hulp aan de Burgerbevolking

Niets uit deze uitgave mag door middel van elektronische of anderemiddelen, met inbegrip van automatische informatiesystemen, wordengereproduceerd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schrifte-lijke toestemming van de uitgever.

©

ISBN

Wettelijk depot

Fotografie

Redactie

Coördinator

Redactiesecretarissen

Verantwoordelijke uitgever

Page 4: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

Colofon voor de eerste revisie

Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Bestuur van de Gezondheidszorgen,Dienst Geneeskundige Hulp aan de Burgerbevolking

Prof. Dr. Walter Buylaert (UZ Gent)Prof. Dr. Jean Micheels (CHU Liège)Marc Jonckers en Didier Stuckens, verpleegkundigen met beroepstitel IZSO

Dr. Stephan Suykens (UZ Gent)

Marc Deganck

952814

90-802914-1-2

Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,Bestuur van de Gezondheidszorgen,Dienst Geneeskundige Hulp aan de Burgerbevolking

Niets uit deze uitgave mag door middel van elektronische of anderemiddelen, met inbegrip van automatische informatiesystemen, wordengereproduceerd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schrifte-lijke toestemming van de uitgever.

©

ISBN

Wettelijk depot

Fotografie

Coördinator

Redactiesecretarissen

Verantwoordelijke uitgever

Page 5: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

Colofon voor de tweede aanvulling

Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Bestuur van de Gezondheidszorgen,Dienst Geneeskundige Hulp aan de Burgerbevolking

Dr. Koen Monsieurs (UZ Gent)Prof. Dr. Jean Micheels (CHU Liège)Lieve Smeesters en Didier Stuckens, verpleegkundigen met beroepstitel IZSO

Marc Deganck en CHU de LiÀge; Afdeling: Ansthesie en Reanimatie

952814

90-802914-1-2

Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,Bestuur van de Gezondheidszorgen,Dienst Geneeskundige Hulp aan de Burgerbevolking

Niets uit deze uitgave mag door middel van elektronische of anderemiddelen, met inbegrip van automatische informatiesystemen, wordengereproduceerd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schrifte-lijke toestemming van de uitgever.

©

ISBN

Wettelijk depot

Fotografie

Redactiesecretarissen

Verantwoordelijke uitgever

Page 6: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

Voorwoord

De rol van de hulpverlener-ambulancier in de “Dringende GeneeskundigeHulpverlening” is uitermate belangrijk.

De snelle evolutie die de Dringende Geneeskundige Hulpverlening en deurgentiegeneeskunde kenmerken enerzijds en vooral de terechte ver-wachting die de bevolking heeft bij noodgevallen met het oog op eenoptimale gezondheidszorg anderzijds eisen alsmaar meer een adequateorganisatie van de Dringende Geneeskundige Hulpverlening en een aan-gepaste kennis van u als ambulancier.

Een wetenschappelijke redactie, bestaande uit vertegenwoordigers vanalle organisaties die betrokken zijn bij de Dringende GeneeskundigeHulpverlening, heeft een gebruiksvriendelijk handboek voor u samenge-steld. Het handboek beoogt meer eenvormigheid in procedures en behan-delingen. Evenzeer is het van belang dat uw optreden en dat van anderehulpverleners waar u mee samenwerkt maximaal op elkaar zijn afge-stemd.

Ongetwijfeld komen deze fraai geïllustreerde boekdelen u van pas bij uwopleiding tot hulpverlener-ambulancier. Ook bij uw noodzakelijke verdere permanente navorming zullen zij hunnut bewijzen.

Ik ben ervan overtuigd dat dit handboek u in staat zal stellen de Drin-gende Geneeskundige Hulpverlening nog beter te organiseren. Wees er tenslotte van overtuigd dat uw onvermoeibare inzet bij hetverlenen van hulp aan medeburgers in nood mijn grootste waarderingwegdraagt.

MARCEL COLLAMinister van Volksgezondheid en Pensioenen

Page 7: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

Voorwoord bij de eerste revisie

De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige Hulp-verlening vragen dat de beoefenaars zich op een gerichte wijze aanpassenvoor wat betreft hun bekwaamheid in de dagdagelijkse praktijk en detechnieken van de hulpverlening.

Het Handboek voor de Hulpverlener-Ambulancier, uitgegeven in 1995,moet aan deze evolutie beantwoorden en deze vernieuwingen bijbrengenaan de hulpverleners-ambulanciers, die dit handboek gebruiken als naslag-werk en geheugensteun voor hun dagelijkse activiteiten.

Vandaar deze eerste aanvullingen van het handboek. Deze bestaan uitnieuwe teksten in verband met het verkeersreglement betreffende priori-taire voertuigen, de oxymetrie van de puls en de bevrijding van een gekneldslachtoffer. Verder werd ook een vergelijkende woordenlijst toegevoegd in4 talen: Nederlands, Frans, Duits en Engels. Dit zal immers in de eersteplaats het contact met een anderstalige patiënt, waarvoor een hulpverlener-ambulancier soms moet zorgen, ten goede komen. Uiteraard zal dit ooknuttig zijn om enerzijds de communicatie tussen de Belgische hulpdienstente bevorderen en anderzijds om de relaties met buitenlandse diensten,tijdens eventuele internationale interventies, te vergemakkelijken.

Wij durven dan ook te hopen dat deze eerste aanvullingen met hetzelfdeenthousiasme onthaald zullen worden als het oorspronkelijke handboek.Uiteraard blijven alle opmerkingen en suggesties voor verdere aanvullingenen aanpassingen welkom!

De Uitvoerings- en Coördinatiecel oktober 1999

Page 8: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

Voorwoord bij de tweede aanvulling

De opleiding van de hulpverlener-ambulancier is hoe langer hoe meerafgestemd op de praktijk en op de noden van een der beroepen in de drin-gende medische hulpverlening in volle evolutie. Personen die beroepdoen op de dienst 100 verwachten een deskundig en bekwaam optredenvan de hulpverlener.

Deze tweede aanvulling benadert vier onderwerpen.

Een kort hoofdstuk beschrijft de reglementering in verband met de basis-opleiding en de permanente vorming van de hulpverlener-ambulancier.

Het onderwerp wondverzorging en verbanden behandelt de observatie ende aanpak van de verwondingen die voorkomen in de dagdagelijksedringende medische hulpverlening.

De stresserende situaties waar de hulpverlener-ambulancier en de hulp-diensten met geconfronteerd worden, zijn veelvuldig en gevarieerd. Opkorte of lange termijn kunnen zij belangrijke sporen nalaten. Enige voor-zorgsmaatregelen en duidelijke informatie zullen bijdragen tot een beterbegrijpen en omgaan met de psychologische stress.

Tenslotte werd het hoofdstuk rampengeneeskunde herwerkt en geactu-aliseerd om de hulpverlener-ambulancier toe te laten zich in te passen inde algemene organisatie van een gebeuren met meerdere slachtoffers.

Met de deskundige hulp van de opleiding- en vervolmakingscentra hopenwij dat deze aanvullingen aan de syllabus ten goede zullen komen aanpersonen in nood.

De toekomst van het handboek voor de hulpverlener-ambulancier ligt ineen aanvullende en verrijkte electronische versie, aangepast aan de evolutievan het leerproces en de communicatietechnieken.

De Uitvoerings- en Coördinatiecel februari 2002

Page 9: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

o k t o b e r 1 9 9 9

Errata

Tijdens de revisie en de herwerking van het handboek voor de hulpver-lener-ambulancier werden nog een aantal errata ontdekt. Hieronder volgteen lijst gerangschikt volgens paginanummer zodat u ze eenvoudig kanverbeteren in het handboek.

Op de afbeelding wordt de borstkasstoot foutief uitgevoerd; zoals correctvermeld in de tekst moet de borstkasstoot loodrecht naar benedengericht zijn.

De positie van de hand tijdens het uitvoeren van rugklopjes is niet correct; de hand dient zoals correct vermeld in de tekst hoger geplaatst teworden meer bepaald tussen de schouderbladen.

Deze afbeeldingen laten ten onrechte uitschijnen dat bij een ademweg-belemmering door een vreemd voorwerp onmiddellijk wordt overge-gaan tot de buikstoot; dit geldt uiteraard alleen bij de volledige adem-wegbelemmering zoals juist vermeld in de tekst.

De 5 klopjes op de rug worden enkel toegediend indien bij het beademende borstkas niet omhoog gaat.

De grootte van afzuigsondes kan ook weergegeven worden in ‘Charrière’.

In de legende wordt vermeld dat de druk van de zuurstofcilinder wordtgecontroleerd op de ontspanner; dit is niet correct, de druk wordt immersgecontroleerd op de manometer.

De zin ‘Laat de zuurstof die zich nog in de debietmeter bevindt weglopendoor de debietmeter helemaal open te zetten.’ moet vervangen wordendoor ‘Laat de zuurstof die zich nog in de debietmeter en de ontspannerbevindt, weglopen door de debietmeter helemaal open te zetten.’.

Bij de bepaling van de plaats voor de hartmassage staat in de tekst fou-tief vermeld dat de wijsvinger op het borstbeen wordt geplaatst waar deribben samenkomen; het is echter niet de wijsvinger maar de midden-vinger.

De verhouding massage/beademing bij een volwassene en kind (> 8 jaar) is foutief weergegeven. In geval van 1 redder is de verhouding15 / 2, in geval van 2 redders is dit 5 / 1.

Het aanbrengen van een knevel ter hoogte van de onderarm is weinig zin-vol omdat de botstructuren compressie van de bloedvaten verhinderen; deknevel dient dus aangebracht te worden ter hoogte van de bovenarm.

p. 3.85 fig. 3.61

p. 3.69 tabel 3.2

p. 3.62

p. 3.54

p. 3.53 fig. 3.39 (2)

p. 3.37

p. 3.31 diagram 3.5

p. 3.27 fig. 3.17

p. 3.23 fig. 3.15 (1)p. 3.33 fig. 3.18 (4)

p. 3.22 fig. 3.14

Page 10: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

De legende van de eerste afbeelding moet als volgt aangepast worden:2. Leiding en driewegkraantje3. Kompres met ontsmettingsalcohol

In de tekst staat foutief vermeld dat bij een gesloten pneumothorax hetlongvlies onbeschadigd is; dit slaat uiteraard enkel op het buitenste long-vlies.

In geval van ophoesten van bloed, gezwollen halsaders en steek- ofschotwonden moet uiteraard ook de MUG verwittigd worden.

De zin ‘Gebruik hierbij de kaak-duw-techniek’ moet vervangen wordendoor ‘Gebruik hierbij de kaak-duw-techniek terwijl je de patiënt draait inblok. Aspireer indien nodig.’.

Voorwerp n°5 is een overlevingsdeken en geen ontsmettingsvloeistofzoals aangegeven in de legende.

De zin ‘Te sterk opblazen kan huidbeschadigingen en bloedtoevoerpro-blemen veroorzaken.’ hoort niet bij de paragraaf over vacuümspalk ofkorrelmatras, maar bij de vorige paragraaf over opblaasbare spalken.In de paragraaf over opblaasbare spalken moet de zin ‘Bovendien werktdit soort spalk als drukverband bij open breuken.’ vervangen wordendoor ‘Bovendien werkt dit soort spalk als drukverband bij bloedendewonden.’.

De afbeelding toont een opblaasbare spalk en geen vacuümspalk zoalsvermeld in de legende.

In de figuur en de legende wordt ten onrechte lengtetractie uitgevoerd bijeen ontwrichte heup. Uiteraard is dit niet correct en is ondersteuning enimmobilisatie de enige juiste maatregel. Dit staat trouwens correctvermeld in de tekst.

Bij de vermelding dat in geval van shock de benen in hoogstand wordengebracht, dient enig voorbehoud gemaakt te worden voor shock ver-oorzaakt door hartfalen.

In de tekst staat foutief vermeld dat bij een uitgezakte navelstreng devrouw in linker zijligging wordt gebracht met het hoofd hoger dan hetbekken. Uiteraard moet het hoofd lager gebracht worden dan het bekkenom compressie van de navelstreng te voorkomen. Bovendien zijn erweinig argumenten om de rechter zijligging te verbieden; belangrijk is datde rugligging wordt vermeden omwille van het gevaar voor compressievan de grote holle lichaamsader (Vena Cava).

De legendes van de eerste twee figuren moeten omgewisseld worden.

Bij de eerste afbeelding moet vermeld worden dat slechts een lichtelengtetractie mag gegeven worden aan het hoofd gevolgd door een goe-de immobilisatie van hoofd en wervelkolom.

p. 10.14 fig. 10.17

p. 10.9 fig. 10.10

p. 6.8

p. 5.6

p. 4.60 fig. 4.38

p. 4.56 fig. 4.36 (3)

p. 4.56

p. 4.46 fig. 4.29

p. 4.30

p. 4.20

p. 4.16

p. 3.89 fig. 3.63

o k t o b e r 1 9 9 9

Page 11: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

Een woord van dank

Het schrijven van een handboek voor de hulpverlener-ambulancier is eenhele opgave en het spreekt vanzelf dat dit niet mogelijk zou zijn geweestzonder de medewerking van velen.

Dit handboek is het resultaat van een intensieve samenwerking overtaal- en filosofische grenzen heen. Het steunt op een panoramisch, weten-schappelijk forum. Het doel was zoveel mogelijk te streven naar eenconsensus en wij wensen iedereen te danken die zich voor het tot standkomen van dit werk heeft ingezet.

Verder gaat onze dank ook naar heel het team dat dit project taalkundigondersteund heeft: Pierre Bruggeman, Geerdt Magiels, Agnes Peeters,Michel Terwagne, Eric Van Den Heuvel en Jean Jacques van Lochem.

De vormgeving en technische realisatie van dit handboek danken wij aan alle medewerkers van Gramma n.v., Jan Dries en Hanneke Lommers inhet bijzonder.

De fotografie werd verzorgd door Frank Croes.

Voor het uitgebreide secretariaatswerk konden wij steeds een beroepdoen op de diensten van Mevr. R. Vanlangendonck en Mevr. C. Sior.

Wij danken hierbij onze opdrachtgevers voor het gestelde vertrouwen,meer bepaald De Heer Directeur Generaal C. Decoster, Dr. B. Toussaint,Dr. B. Winnen en Dr. A. Verhoeven. Een speciaal woord van oprechtedank en waardering richten wij aan Dr. L. Blondeel die dit project opstartteen voortdurend steunde.

De redactie houdt eraan de huidige uitgave in de volgende jaren aan tevullen en te verbeteren. Elke opbouwende kritiek zal in dank aanvaardworden.

De Redactieraad

Page 12: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

Redactieraad

R. ASKENASI, J. BAUDEWIJN, C. BELLANGER, P. CALLE,

P. COLSON, L. CORNE, C. DEJARDIN, J. EVEN, F. GIJSENBERGH,

P. GUERISSE, B. JADOUL, R. JAVAUX, M. JONCKERS, J. KESSEL,

J.-P. LABRUYERE, D. LAUWAERT, J. MAGOTTEAUX, A. MANIET,

P. MEERT, A. MULLIE, M. ROMMES, L. RYDANT, M. SABBE,

V. SCHWAGTEN, D. STUCKENS, S. SUYKENS, C. THYSE,

J. VAN BRANTEGEM, K. VAN DE VELDE, J.-J. VAN LOCHEM,

L. VAN ROMPAY, H. VERBRUGGEN, M. VERGNION,

G. VUNDELINCKX en L. WAMPACH

W. BUYLAERT, J. MICHEELS,

S. SUYKENS, M. JONCKERS, D. STUCKENS

De Uitvoerings- enCoördinatiecel

Hebben meegewerkt aan de samenstelling van dit

handboek

Page 13: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

I N L E I D I N G

Wegwijs in dit handboekInleiding

H o o f d s t u k 1 H E T M E N S E L I J K L I C H A A M

1.1 Waar ligt wat?1.2 Een overzicht van de lichaamsstelsels

H o o f d s t u k 2 D E E E R S T E M I N U T E N

2.1 Beoordeling van de omstandigheden2.2 De eerste beoordeling van de patiënt

2.2.1 De snelle eerste beoordeling 2.2.2 De fijnere herhaling van de eerste beoordeling

2.3 De tweede beoordeling van de patiënt2.4 Vervoer naar het ziekenhuis

H o o f d s t u k 3 L E V E N S B E D R E I G E N D E A A N D O E N I N G E N

3.1 Als de ademhaling faalt3.2 Als het hart stopt3.3 Shock3.4 Bloedverlies

H o o f d s t u k 4 D E G E W O N D E P A T I E N T

4.1 Ongevallen en verwondingen4.2 De eerste minuten bij verwondingen4.3 Borstkasletsels4.4 Buikletsels4.5 Hoofd- en wervelletsels4.6 Kneuzingen en wonden4.7 Skeletletsels van de ledematen

I n h o u d

Inhoud

Page 14: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

H o o f d s t u k 5 D E Z I E K E P A T I E N T

5.1 Ziekte5.2 Vergiftiging5.3 Alcohol en drugs

H o o f d s t u k 6 Z W A N G E R S C H A P E N S P O E D B E V A L L I N G

6.1 Algemene begrippen6.2 De spoedbevalling6.3 Problemen tijdens de zwangerschap

H o o f d s t u k 7 H U L P V E R L E N I N G A A N K I N D E R E N

7.1 Inleiding7.2 De eerste minuten bij een kind in nood7.3 Bijzondere gevallen

H o o f d s t u k 8 U R G E N T I E S D O O R O M S T A N D I G H E D E N

8.1 Brandwonden8.2 Verdrinking8.3 Koude of warmte8.4 Radioactieve straling

H o o f d s t u k 9 P S Y C H I A T R I S C H E U R G E N T I E S

9.1 Inleiding9.2 Zelfdoding en poging tot zelfdoding9.3 Plotse opwinding9.4 Bijzondere gevallen

H o o f d s t u k 1 0 V E R P L A A T S E N V A N D E P A T I E N T

10.1 Technieken10.2 Halskraag10.3 Valhelm10.4 Ziekenvervoer

I n h o u d

Page 15: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

H o o f d s t u k 1 1 R A M P E N G E N E E S K U N D E

11.1 Evolutie in de Belgische wetgeving11.2 Gezamelijk optreden bij rampsituaties11.3 Bijstand aan talrijke slachtoffers

H o o f d s t u k 1 2 O R G A N I S A T I E

12.1 Wetgeving12.2 Het hulpcentrum 10012.3 Het vervoer naar het ziekenhuis12.4 De verhouding hulpverlener-ambulancier en de MUG12.5 De hulpverlener-ambulancier en de huisarts12.6 Beroepsgeheim12.7 Het Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening12.8 De opleiding van een hulpverlener-ambulancier

H o o f d s t u k 1 3 T E C H N I E K E N

13.1 Radioverbindingen13.2 Kaartlezen13.3 De veiligheid op de plaats van interventie13.4 Gevaarlijke produkten

H o o f d s t u k 1 4 A A N V U L L I N G E N

14.1 Registratieformulier van het ambulancevervoer14.2 Het verkeersreglement betreffende prioritaire voertuigen14.3 De oxymetrie van de puls14.4 De bevrijding van een gekneld slachtoffer14.5 Wondverzorging en verbanden14.6 Psychologische stress in de dringende geneeskundige hulpverlening bij

slachtoffers, familieleden, kennissen en hulpverleners14.7 Hygiëne

H o o f d s t u k 1 5 W O O R D E N L I J S T

15.1 Verklarende woordenlijst15.2 Vergelijkende woordenlijst

I n h o u d

Page 16: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

1W e g w i j s i n d i t h a n d b o e k

Wegwijs in dit handboek

Dit handboek is opgezet als een losbladig systeem. Dat heeft verschil-lende redenen. Op de eerste plaats is de geneeskunde een wetenschap inbeweging. Medische technieken veranderen mee met de nieuwstegeneeskundige ontwikkelingen. Daarom weten we nu al dat de methodendie je tijdens de opleiding leert niet eeuwig geldig zullen blijven. Er wordtnog voortdurend gezocht naar betere technieken en het zal aan jou zijnom die toe te passen. In een losbladig handboek kunnen die gemakkelijkin- of toegevoegd worden. Je kan bovendien eenvoudig je eigen aan-tekeningen toevoegen.

In de geneeskunde gebruikt men een eigen woordenschat, een eigenterminologie. Men gebruikt Latijnse en Griekse woorden. Op die manierkunnen artsen en hulpverleners elkaar onder alle omstandigheden begrij-pen, ook in landen waar hun moedertaal niet gesproken wordt.Enkele van die woorden zijn zelfs in het gewone taalgebruik doorge-drongen. Denk maar aan een ‘appendicitis’ voor blindedarmontsteking.Of een ‘sinusite’, een ontsteking van de sinussen, de holten in je voor-hoofd.

In de tekst van dit handboek zullen we zoveel mogelijk de gewone Neder-landstalige benamingen gebruiken. De eerste keer dat een vakterm aanbod komt zal de medische term er tussen haakjes bij vermeld worden. Jezal snel merken dat je gaandeweg steeds meer van het medische ‘taaltje’zal oppikken, en het ook zelf zal gaan gebruiken.Achteraan in dit handboek vind je een woordenlijst met alle medische ter-men die je als ambulancier geregeld zal horen.

Aan het begin van elk hoofdstuk vind je een beknopte inhoudstafel, aanhet einde van elk hoofdstuk vind je een samenvatting van wat je uit dathoofdstuk moet geleerd hebben: zowel wat je zou moeten kennen, als watje zou moeten kunnen.

Doorheen het hele handboek zal je aan de rand van de tekst soms eensymbooltje aantreffen. Zo zijn er vijf symbooltjes en ze zijn als een soortverkeersborden om je te helpen de weg door dit handboek gemakkelijkerte vinden.

Gebruiksaanwijzing

Vaktermen

Losbladig

Page 17: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

is een doorverwijzing naar een andere plaats verderop in het handboekwaar je meer informatie over dit onderwerp kan vinden

is een doorverwijzing naar een andere plaats eerder in het handboek waarje meer informatie over dit onderwerp kan vinden

geeft aan dat de tekst een situatie beschrijft waarin de levensreddendeABC-procedure moet gevolgd worden

geeft aan dat de tekst een situatie beschrijft waarbij de technieken van decardiopulmonaire reanimatie moeten gevolgd worden

geeft een punt van bijzonder belang aan: met de beschreven techniek ofin deze situatie moet opgelet worden in het belang van je eigen veiligheidof die van de patiënt

Hier en daar vind je een kort stukje tekst in een kleiner lettertype. Dan gaathet om achtergrondinformatie, maar niet essentieel om de taak van ambu-lancier te kunnen uitvoeren.

!

cardiopulmonairereanimatieanima

cardiomonai

ademhalingbeademingcirculatie

emhaliademirculat

x.x

x.x

2W e g w i j s i n d i t h a n d b o e k

Page 18: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

3I n l e i d i n g

Inleiding

E E N K O R T E G E S C H I E D E N I S V A N D EA M B U L A N C I E R S

Honderd jaar geleden bestonden er geen ambulanciers. Zwaar gewondenof zieken werden, net als overledenen, door de begrafenisondernemervervoerd. Oorlogen liggen aan de basis van het ontstaan van de ambu-lanciers. Gewonde soldaten stierven dikwijls op het slagveld bij gebrekaan verzorging. Ten tijde van Napoleon, bij het begin van de negentien-de eeuw, werden gewonden voor het eerst van het slagveld afgevoerdzodat zij door artsen buiten het slagveld konden verzorgd worden.Geneeskundige hulp ter plaatse werd niet verstrekt. Het bleef beperkt totvervoer per draagberrie (brancard) door brancardiers.Aan het begin van de twintigste eeuw werden de eerste burgerlijke ver-voerdiensten voor zieken of gewonden in de grote steden opgericht. Ditbleef nog steeds beperkt tot louter vervoer met een ziekenwagen. Vaneen geneeskundige hulpverlening ter plaatse of tijdens het vervoer wasgeen sprake.Tijdens de eerste wereldoorlog verschenen op het slagveld voor heteerst ambulanciers in de moderne zin van het woord. Zij verzorgdengewonden ter plaatse en vervoerden hen naar geneeskundige hulpposten.De oorlogservaring van de eerste ambulanciers werd daarna ook toege-past in het burgerleven, eerst in de grote steden en later op het platteland.

S C H A K E L S V O R M E N E E N K E T E N

Dringende geneeskundige hulp is maar mogelijk indien een aantal men-sen en diensten samenwerken. Zij vormen de schakels van de keten vande dringende geneeskundige hulp. Het beginpunt van deze keten is demens in nood. Het einddoel is de geneeskundige hulp in een ziekenhuis.De hulpverlening is schematisch afgebeeld in fig. 1.

De keten van de dringende geneeskundige hulpverlening (DGH) begintbij het slachtoffer. Een slachtoffer of patiënt is iemand van wie de gezond-heid is aangetast en dus, geneeskundig gesproken, in nood. Ondergezondheidsproblemen van een patiënt verstaat men: aandoeningen vanhet lichaam, aandoeningen van de geest of beide samen. Bij een ernstig ongeval of ziekte is het slachtoffer zelf niet meer in staatom een noodoproep te doen. Dit gebeurt dan door de omstanders diemerken dat iemand in nood verkeert.

Het slachtoffer

Page 19: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

De omstanders van een noodgeval kan je beschouwen als ‘de eerstegetuigen’. Zij zenden de noodoproep uit bezorgdheid en dikwijls ook uitangst voor de eigen gezondheid of die van een medemens. Dit gevoel vanangst kan in ‘ervaren ambulanciersogen’ overdreven lijken maar ver-dient steeds te worden gerespecteerd. Om hulp in te roepen bestaat er inBelgië een éénvormig oproepstelsel.

Zodra in België een slachtoffer of omstander van een noodgeval hettelefoonnummer ‘100’ draait, spreekt men van een noodoproep naar hetdichtstbijzijnde hulpcentrum 100. Dat wordt ononderbroken bemand. Inde ambtelijke taal heet deze persoon: “de aangestelde van het eenvormigoproepstelsel”, kortweg “aangestelde” genoemd. Elke noodoproep wordtdoor de aangestelde onmiddellijk beantwoord. Zo nodig worden deambulanciers, het ziekenhuis, de brandweer of de politie verwittigd.

De aangestelde moet aan de oproeper enkele vragen stellen opdat hulp-verlening mogelijk wordt. Drie types vragen zijn van groot belang :

Waar is er een probleem?Antwoord op deze vraag is onontbeerlijk. Een juist adres is ideaal, dochsoms moet de aangestelde vrede nemen met een benaderende plaats-aanduiding. Het telefoonnummer van het toestel van de oproeper ver-schijnt automatisch op het scherm van de aangestelde, zodat snel hetovereenkomstig adres kan opgespoord worden.

Wie is bij het probleem betrokken? De aangestelde moet zeker weten hoeveel slachtoffers er zijn, en liefstook of het kinderen of volwassenen betreft. Als men weet dat het om eenkind of een volwassene gaat, kan de hulpploeg tijdens de rit naar hetnoodgebeuren reeds enige voorbereidingen treffen.

Wat is het probleem?Gaat het om een ongeval of een ziekte? Een goed opgeleid en ervarenaangestelde zal kunnen bepalen of de omstandigheden ter plaatse levens-bedreigend zijn. De aangestelde beslist dan op basis van de vermoedelijkeernst van het noodgeval tot het inzetten van bijkomende dringende hulp.Dit kan technische hulp zijn (zoals van de brandweer) of geneeskundigehulp (bijvoorbeeld meerdere ziekenwagens of bijzondere geneeskundigehulp ter plaatse door een arts).

De aangestelde doet steeds beroep op een ploeg van twee ambulan-ciers die snel en vakkundig ter plaatse hulp kunnen bieden en het slacht-offer vervoeren naar een ziekenhuis. Een ambulancier is opgeleid ommensen te helpen. Je zal dus moeten leren om in zeer uiteenlopendeomstandigheden hulp te bieden. Dit kan bijvoorbeeld een zieke zijn met ademnood of bewusteloosheid.Soms rij je naar een ongeval om een verwond slachtoffer bij te staan. Jezal soms het hoofd moeten bieden aan de paniek van het slachtoffer of deomstanders, en je zal ook je eigen gevoelens moeten beheersen.

De ambulanciers

Als de ‘100’ gebeld wordt: de aangestelde

4I n l e i d i n g

Page 20: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

5I n l e i d i n g

In sommige gevallen zal je als ambulancier zelf onvoldoende kunnenhelpen. Van zodra je dit merkt, moet je bijkomende geneeskundige hulpvragen aan het hulpcentrum 100. De aangestelde zal een Mobiele Urgen-tie Groep (MUG) uitsturen. Deze groep vertrekt vanuit een standplaats inde spoedgevallendienst van een ziekenhuis dat aan de ‘100’ verbonden is.Een MUG bestaat minstens uit een arts en een verpleegkundige, beidenmet een bijzondere kennis van dringende geneeskundige hulpverlening.Zij helpen samen met de ambulanciers slachtoffers zowel ter plaatse alstijdens het vervoer naar het ziekenhuis.

Het eindpunt van de keten van dringende geneeskundige hulpverleningis de spoedgevallendienst van een ziekenhuis. De ambulanciers vervoe-ren de patiënt naar deze dienst waar de patiënten verder onderzocht enbehandeld worden door verpleegkundigen en artsen van een aan de‘100’ verbonden ziekenhuis. De ambulancier is dus een belangrijke schakel in de keten van dringendegeneeskundige hulpverlening. Ook ben je dikwijls de enige persoon die instaat is de omstandigheden ter plaatse en tijdens het vervoer in te schat-ten en adequaat te handelen. Je vervoert niet alleen een slachtoffer,maar je brengt ook zeer belangrijke informatie van de plaats van hetnoodgebeuren naar het ziekenhuis over.

Het ziekenhuis

De Mobiele Urgentie Groep

100HULPCENTRUM

aangestelde

noodoproep

omge

ving

ZIEKENHUIS 100

SPOEDGEVALLENDIENST MUGarts

+ verpleegkundige

AMBULANCE2 ambulanciers

VERVOER

PATIENT

getu

igen

100

FIG. 1

DE KETEN VAN DRINGENDE

GENEESKUNDIGE HULPVERLENING

Page 21: HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER- AMBULANCIER · Minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Voorwoord bij de eerste revisie De voortdurende ontwikkelingen in de Dringende Geneeskundige

1 HET MENSEL I J K L I CHAAM

2 DE EERSTE M INUTEN

3 LEVENSBEDRE I GENDE AANDOEN INGEN

4 DE GEWONDE PAT I ËNT

5 DE Z IEKE PAT I ËNT

6 ZWANGERSCHAP EN SPOEDBEVALL ING

7 HULPVERLEN ING AAN K INDEREN

8 URGENT I ES DOOR OMGEV INGSFACTOREN

9 PSYCH IATR I S CHE URGENT I E S

10 VERPLAATSEN VAN DE PAT I ËNT

11 RAMPENGENEESKUNDE

12 ORGAN I SAT I E

13 TECHN I EKEN

14 AANVULL INGEN

15 WOORDENL I J S T