Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief...

144
Handboek Manual Leri for Life Method This manual is funded by the OAS

Transcript of Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief...

Page 1: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Handboek

Manual Leri for Life Method

This manual is funded by the OAS

Page 2: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Voorwoord

Een ketting is zo sterk als de zwakste schakel. Het versterken van de zwakste schakel betekent tegelijkertijd het versterken van de

gehele ketting. De ketting als geheel krijgt hierdoor een meerwaarde.

Zo ook met de samenleving. Het versterken van de individuen en groepen van de onderste laag van de samenleving door hen

perspectief te geven in het leven, betekent tegelijkertijd meer ontwikkeling en voorspoed voor die samenleving als geheel. Het is

daarom belangrijk om individuen en groepen met weinig zicht op verdere ontwikkeling en kansen in een samenleving te versterken.

Leri for Life, methode die ontwikkeld is door C.A. Ringeling, wil met haar programma‟s bereiken dat individuen en groepen in

Suriname in kansarme sociaal economische omstandigheden weten dat er mogelijkheden zijn voor meer perspectief in hun leven. Zij

nemen daarom het initiatief om zich zelf en hun gemeenschap te ontwikkelen voor meer uitzicht op een beter leven. Het versterken

van maatschappelijk kansarme individuen en groepen die weinig zicht hebben op verdere ontwikkeling en kansen in de Surinaamse

samenleving. Zij worden geleerd hun talenten en kwaliteiten te (her) ontdekken en stimuleert zich (verder) te ontwikkelen uitgaande

van hun talenten en kwaliteiten. Leri for Life maakt bij deze mensen krachten los en geeft hen energie om in beweging te komen en

verantwoordelijkheid te nemen om hun eigen lot te verbeteren. Op deze manier kunnen zij bijdragen aan een beter leven voor hen zelf

en aan meer vooruitgang in de samenleving als geheel

Dit handboek is in de eerste plaats geschreven voor de stichting Leri for Life. Leri for Life voorschoolse educatie is een programma

voor kansarme en achtergestelde leefgemeenschappen waarbij uitgegaan wordt van de talenten en mogelijkheden van de volwassen om

de kinderen tussen 3 en 6 jaar kennis en vaardigheden bij te brengen ter stimulering van hun persoonlijke ontwikkeling.

1

Page 3: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Het programma wordt momenteel in zeven dorpsgemeenschappen in het binnenland van Suriname uitgevoerd. Te weten: Santigron,

Pikin Poika (district Wanica), Brownsweg (district Brokopondo), Jaw Jaw, Lespansi en Kajapati (district Boven Suriname), en

Akalekondre (district Marowijne) en er zijn verzoeken voor andere gebieden in Suriname die nu in voorbereiding zijn.

Deze kansarme en achtergestelde leefgemeenschappen hebben in de afgelopen decennia het meest moeten ontberen in Suriname wat

betreft kansen op sociaaleconomische vooruitgang.

Zij willen nu de kansen van hun jonge kinderen in het basisonderwijs vergroten. Deelname aan het Leri for Life programma biedt hen

daartoe meer toekomstperspectief. De bewoners moeten zelf aangeven of zij aan het programma willen deelnemen (“ demand

driven”).

In het programma leren de volwassenen:

• activiteiten die zij samen met kinderen kunnen ondernemen om zich optimaal te ontwikkelen;

• de betrokkenheid van de ouders van de kinderen te vergroten bij zojuist genoemde activiteiten;

• de duurzaamheid van de activiteiten binnen de dorpsgemeenschap te vergroten;

Dit handboek is gebaseerd op ervaringen die zijn opgedaan in de verschillende leefgemeenschappen die werken met de methode

verder worden voor de kwaliteit samenwerkingsverbanden aangegaan met andere individuen, instellingen en organisaties in en buiten

Suriname. In de vorm van “geven en nemen” wordt er een bijdrage geleverd aan dit proces van zelfredzaamheid voor meer

perspectief. De samenwerking bestaat uit het inzetten van elkanders talenten en kwaliteiten door uitwisseling van kennis en

vaardigheden vanuit ieders cultureel kader. De uitwisseling is tot wederzijds nut en voor de omgeving waar de uitwisseling plaats

vindt.

2

Page 4: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Inhoudsopgave

Blz

Voorwoord

1

Inleiding

3

Leergang Leri for Live voorschoolse educatie BASIS

6

Project 1 Welkom

12

Thema 1.1 Welkom in de peutergroep

13

Thema 1.2 Welkom op school

19

Project 2 Ruimte

34

Thema 2.1 Hoe zie ik eruit?

35

Thema 2.2 Mijn lichaam

41

Thema 2.3 In de ruimte

44

Project 3 Kleur en vorm

48

Thema 3 Naar de speelgoedwinkel 50

Page 5: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 3.1 In de supermarkt 56

Thema 3.1

Op de markt

62

Project 4

Regen en wind

66

Project 5

Huis

70

Thema 5.1

Hier woon ik

71

Thema 5.2

Kamers in huis

76

Thema 5.3

Wij gaan verhuizen

80

Project 6

Kerstmis

85

Thema 6.1

Kerstfeest

86

Project 7

Tellen

92

Thema 7.1

Beer is jarig

94

Thema 7.2

Mijn verjaardag

101

Thema 7.3

Het is feest

108

Project 8

Kleding

114

Page 6: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 8.1 Wat doe ik aan? 115

Thema 8.2

Kijk mij eens

118

Thema 8.3

Wie ben ik?

122

Project 9

Verkeer

127

Thema 9.1

Dichtbij huis

128

Project 10

Water

133

Thema 10.1

Water in huis

134

Referenties

139

Page 7: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Inleiding

Het programma Leri for life voorschoolse educatie is gebaseerd op het succesvolle programma Piramide van Jef van Kuyk/ citogroep

Arnhem (Nederland) en het succesvolle programma Community Based Schoolprogram (CBS) van Cinthia Ringeling/ inPeC.

Nederland. Piramide heeft in totaal 36 thema‟s verdeeld over de drie leeftijdsgroepen (peuter 2,5- 3 jaar, kleutergroep 1, 3, 4,5- 5 en

kleutergroep 2, 4 5- 6).

Tabel

Peuters Peuters Groep 1 Groep 1 Groep 2 Groep 2

1e halfjaar 2e halfjaar 1e halfjaar 2e halfjaar 1e halfjaar 2e halfjaar

Ontwikkelingsgebied Project Thema Thema Thema Thema Thema Thema

Persoonlijkheidsonwikkeling Welkom Welkom in de peutergroep Welkom op school

Ruimtelijke orientatie Ruimte Hoe zie ik eruit? Mijn lichaam In de ruimte

Denkontwikkeling Kleur en vorm Naar de

speelgoedwinkel In de supermarkt Op de markt

Orientatie op tijd Regentijd Regen en wind

Taalontwikkeling Huis Hier woon ik! Kamers in het huis Wij gaan verhuizen!

Sociaal-emotionele

ontwikkeling Kerstmis Kerstfeest

Denkontwikkeling Tellen Beer is jarig Mijn verjaardag Het is feest!

Taalontwikkeling Kleding Wat doe ik aan? Kijk mij eens! Wie ben ik?

Taalontwikkeling Verkeer Dichtbij huis

Wereldverkenning Water Water buiten

3

Page 8: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

De Piramidemethode richt zich op acht ontwikkelingsgebieden. Deze ontwikkelingsgebieden vormen de inhoud van het spel (de

speelleeromgeving) en van de projectthema‟s. Alle ontwikkelingsgebieden komen evenwichtig en in samenhang aan bod. Kinderen

breiden bijvoorbeeld hun woordenschat uit en ze leren tellen, maar ze leren ook om prettig om te gaan met elkaar en plezier te hebben

in het spel. De acht ontwikkelingsgebieden zijn: persoonlijkheidsontwikkeling, Sociaal-emotionele ontwikkeling, ontwikkeling van de

waarneming, taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven, denkontwikkeling en ontwikkeling van rekenen, oriëntatie op

ruimte en tijd en wereldverkenning, motorische ontwikkeling en kunstzinnige ontwikkeling.

Piramide is opgebouwd rond projecten. Een Piramideproject is een geheel van activiteiten waarin één ontwikkelingsgebied centraal

staat en de andere ontwikkelingsgebieden ondersteunend werken. Elk project duurt twee tot drie weken. De activiteiten worden

uitgevoerd in vier fasen: oriënteren, demonstreren, verbreden en verdiepen. In ieder groep komen dezelfde onderwerpen aan bod, maar

steeds op een hoger niveau. De onderwerpen van de projecten zijn heel verschillend, maar ze hebben één ding gemeen: ze zijn

afkomstig uit de wereld van kinderen. In de projecten worden allerlei activiteiten, toepassingen, ideeën, spelletjes, liedjes en natuurlijk

een veelheid aan verwerkingsmogelijkheden aangeboden. De basis van ieder project is een netwerk van begrippen. Deze begrippen

worden gebruikt bij het Spelprogramma. Bij het Groepsprogramma en bij het Tutorprogramma kunt u de basisbegrippen behorende bij

de thema‟s gebruiken in de activiteiten en in de woordenschatuitbreiding. Deze basisbegrippen worden aan het eind getoetst. De

leerkrachten dienen gedurende een jaar de projecten van een groep uit te voeren waardoor een leerlijn gevold is en alle belangrijke

ontwikkelingsgebieden aanbod zijn.

Binnen het basisonderwijs wordt veel gebruik gemaakt van het werken in hoeken. De basis voor een effectief speel- en leerproces is

een uitdagende speelleeromgeving. Aantrekkelijke materialen maken kinderen enthousiast om te spelen of leren. Het werken in

hoeken biedt kinderen vele mogelijkheden, zoals leren samenspelen, initiatief leren nemen, in contact komen met situaties uit de

omringende wereld en daar ervaring mee op doen. Ook voor leerkrachten heeft het werken met hoeken voordelen. Een leerkracht kan

4

Page 9: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

kinderen uit zijn groep stimuleren, motiveren, structuur bieden, vragen stellen en goed observeren en kan door middel van het

inrichten van een nieuwe hoek, inspelen op de interesses van de kinderen. Kortom: hoeken hebben een grote ontwikkelingswaarde

voor kinderen!

De versurinamisering van de piramide methode aan de hand van de resultaten van het CBS programma heeft geleid tot het ontstaan

van de methode Leri for life.

Dit boek is onderverdeeld in 10 projecten en 20 thema‟s. Binnen elk project staat één ontwikkelingsgebied centraal. De overige

ontwikkelingsgebieden hebben een ondersteunende taak.

5

Page 10: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Leergang Leri for Life voorschoolse educatie BASIS

Achtergrond informatie

Leri for Life voorschoolse educatie BASIS is een leergang ter voorbereiding van de uitvoering van de activiteiten van het programma

Leri for Live voorschoolse educatie. Leri for Life voorschoolse educatie in Suriname is een Surinaamse vertaalslag van Piramide, een

succesvol programma in Nederland, en de methodiek van het Community Based Schoolprogram (CBS). Het sluit aan bij het

curriculum van het basis onderwijs in Suriname.

Doelstelling

De leergang heeft als doel een basis van kennis, vaardigheden, methoden en technieken over te dragen voor de uitvoering van

voorschoolse activiteiten die gericht zijn op een optimale ontplooiing van de talenten van kinderen in de leeftijd van 3 tot 6 jaar ter

bevordering van hun succes in het (basis) onderwijs en hun leven.

De leergang is gericht op de uitvoering van drie soorten activiteiten:

• Kind en ouderactiviteiten: wetenschappelijke gefundeerde en internationaal succesvolle activiteiten gericht op de stimulering

van een brede (cognitieve, sociaal- emotionele, motorische, creatieve) ontwikkeling van het kind, inclusief de ontwikkeling

van de schooltaal als tweede taal en het nodige ontwikkelingsmateriaal. Activiteiten voor het betrekken van ouders en de

gemeenschap bij voorschoolse educatie en het aanpassen van de omgeving van het kind ten behoeve van de stimulering van de

ontwikkeling.

6

Page 11: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

• Communicatieactiviteiten: activiteiten gericht op de communicatie met de leefgemeenschap en personen, de overheid,

bedrijven, particuliere organisaties buiten de leefgemeenschap voor informatie over de uitvoering van de activiteiten en de

mogelijkheden voor duurzame samenwerking.

• Fondsenactiviteiten: activiteiten gericht op zoeken en creëren van fondsen in de leefgemeenschap (community fonds) en

daarbuiten voor (extra middelen) om een duurzame uitvoering van de activiteiten mogelijk te maken.

Kenmerkend voor Leri for Life is dat:

• de ouders en leefgemeenschap betrokken worden bij de uitvoering

• de activiteiten structureel en duurzaam in de leefgemeenschap uitgevoerd worden

• de leefgemeenschap als medeverantwoordelijke zich verbindt aan de uitvoering en een eigen bijdrage levert aan het succes van

de resultaten

7

Page 12: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Voorbereiding & methodische aanpak

Leri for Life tip: Start ruim van te voren met het voorbereiden van een thema.

Het is belangrijk om samen met je collega(„s) goed te bedenken:

• Wat willen we in dit thema de kinderen leren?

• Wat gaan we doen om dat te bereiken?

• Hoe zorgen we er samen voor dat het ook gebeurt!

• Goed weten welke woordbegrippen de kinderen gaan leren.

• Hoe wordt de speelleeromgeving (de peuterschool) ingericht zo dat de kinderen binnen dit thema vrij kunnen spelen en

ontdekken.

• Hoe ziet het dagschema eruit?

• Over welke materialen beschikken we en waarvoor moet er nog gezorgd worden?

• Hoe betrekken we de ouders en de buurt bij het thema en de activiteiten van de peuterschool.

De verschillende onderdelen betrekkinghebbend op het uitwerken van de Leri for Life thema‟s worden hieronder kort beschreven.

De woordbegrippen

De leerkracht begint eerst met de basisbegrippen van het thema. Om de peuters de begrippen goed te laten onthouden is het van belang

de woorden zoveel en zo vaak mogelijk als maar kan te gebruiken. Dit kan tijdens de kring, spelletjes en activiteiten, noem maar op.

De leerkracht dient de activiteiten, liedjes, versjes, boekjes zodanig te kiezen dat die er zeker weet van is dat de woorden gebruikt

worden.

8

Page 13: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

De speelleeromgeving

De speelleeromgeving is de hele omgeving waarin het kind zich beweegt. De leerkracht kijkt of er naast het lokaal ook buitenruimtes

zijn die bij de speelleeromgeving betrokken kunnen worden. De activiteiten kunnen dan zowel binnen als buiten plaatsvinden. De

methode kent vrij spel en gericht spel. Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de

kinderen met een project bezig, dan spelen ze gericht spel. De leerkracht verandert hoeken en plaatsen in het kader van het

projectthema en geeft de kinderen zo iedere keer nieuwe impulsen om te gaan spelen.

Inrichting van het lokaal

• Richt het lokaal zodanig in dat de kinderen vrij kunnen spelen en ontdekken.

• Creëer hoeken waarin de kinderen zelfstandig kunnen spelen.

• Zorg voor een plek waar de kinderen hun tas en drinkbeker neer kunnen zetten

• Hang de dagritmekaarten duidelijk zichtbaar op ooghoogte voor de kinderen op

Dagschema en dagritmekaarten

De dagdelen op de Leri for life peuterschool verloopt min of meer altijd op dezelfde manier. Veel activiteiten komen elke dag meestal

in een vaste volgorde terug. Dit is de basis van waaruit gewerkt wordt en regels opstelt. Maak voor het plan een dagschema en maakt

voor de kinderen de dagritmekaarten. Dagritmekaarten bestaan uit een aantal gekleurde kaarten waarop duidelijk de activiteit van de

9

Page 14: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

dag te zien en te herkennen is voor de kinderen. Het is belangrijk dat de kinderen de platen goed en duidelijk kunnen zien! Hang deze

kaarten op ooghoogte in de volgorde van het dagschema op van links naar rechts. Met een (was)knijper of pijl kan duidelijk worden

gemaakt waar de kinderen moeten beginnen met kijken en welke kaart daarna komt. Het is leuk om de kinderen de pijl te laten

verschuiven en dat ze kunnen aanwijzen wat het volgende is wat ze gaan doen.

Groepsactiviteiten

Het Groepsprogramma is de kern van ieder project. Vanuit het initiatief van de leerkracht onderzoeken de kinderen een bepaald

thema. De Groepsexploratie bestaat uit vier stappen: Oriënteren, Demonstreren, Verbreden en Verdiepen. Met behulp van deze

stappen onderzoekt de leerkracht samen met de kinderen „stapsgewijs‟ een onderwerp.

Ouderactiviteiten

De Leri for Life methode richt zich niet alleen op vaardigheden die op school geleerd worden, maar op de totale ontwikkeling van een

kind. De betrokkenheid van ouders is daarom heel belangrijk. Elke dag begint met de spelinloop: het moment waarop de ouders hun

kinderen brengen. De leerkracht laat de ouders met hun kind in de groep werken en geeft ze bij ieder project werkjes mee om thuis

met hun kinderen te doen.

• De leerkracht krijgt informatie van de ouders over hun kind en over de opvoeding thuis

• De leerkracht geeft informatie aan de ouders over ouderbijeenkomsten en thema's

• De leerkracht organiseert een spelinloop: de ouders spelen met hun kind in de groep aan het begin van de dag

10

Page 15: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

• De leerkracht organiseert een ouderweek: de ouders werken een week lang met hun kind mee in de groep

• De leerkracht geeft bij ieder project informatie of instructie mee over het thema in de vorm van een folder of boekje, indien

nodig in de eigen taal van de ouders. U kunt ook spelletjes en werkjes mee naar huis geven, passend bij het thema. Daarmee

verlengt u de leertijd van de kinderen.

Spelsuggesties

Bij het Spelprogramma van de methode, draait het om het initiatief van het kind. Toch heeft ook de leerkracht of leidster een

belangrijke taak door de kinderen te observeren en waar nodig een nieuwe impuls aan het spel te geven. In het Spelprogramma,

beschreven in de themaboeken, staan leuke suggesties om het spel van de kinderen in de hoeken op gang te brengen. De methode kent

vijf soorten spel, die uitgewerkt worden per leeftijdsgroep:

• Spel met materiaal

• Motorisch- of bewegingsspel

• Doen alsof spel

• Belevings- en verwerkingsspel

• Regelspel.

Versjes, liedjes en boeken

De leerkracht leert de kinderen liedjes en versjes en lees verhaaltjes voor die betrekking hebben op het thema dat behandeld wordt.

11

Page 16: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Project 1 Welkom

Het welkom programma is het startpunt van de methode. Dit programma maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied

persoonlijkheidsontwikkeling en bestaat uit twee delen, te weten: welkom in de peutergroep en welkom op school. In het welkom

programma voor de peutergroep ligt het accent op de steeds terugkerende vaste dagindeling en rituelen en regels die bij de onderdelen

van de dag horen. De structuur van de dag wordt gesymboliseerd met behulp van het dagritmepakket. In de eerste twee weken worden

de onderdelen van de dag onder de aandacht van de kinderen gebracht. In het welkom programma worden de rituelen en regels uit de

peutergroep herhaald voor zover ze ook voor deze groep van toepassing zijn. Het speelwerkbord, waarmee wordt gesymboliseerd hoe

kinderen hun speel- en werkactiviteiten kunnen leren plannen, wordt in dit deel geïntroduceerd. Halverwege het schooljaar wordt het

zelfstandig werken geïntroduceerd. Het welkom programma heeft tot doel kinderen in een veilige en prettige sfeer wegwijs te maken

in de rituelen en regels van de groep, zodat ze van meet af aan leren zelfredzaam worden en zelfstandig activiteiten uit te voeren,

individueel en in de groep. De meeste kinderen hebben tijd nodig om te wennen aan een nieuwe situatie. Om te durven spelen en te

ontdekken, zullen ze zich veilig moeten voelen. Het al vanaf de eerste dag aanleren van duidelijke rituelen en regels werkt

sfeerbevorderend en biedt de kinderen structuur en houvast. Welkom in de peutergroep wordt in thema 1.1 uitgewerkt. Welkom op

school wordt in thema 1.2 beschreven.

12

Page 17: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 1.1 Welkom in de peutergroep

(foto:Peuters van Brownsweg)

Alle peuters worden op de Leri for Life peuterscholen welkom geheten op de eerste schooldag. De

kinderen leren te groeten, leren de regels van de peuterschool en leren naar het toilet te gaan.

De hieronder staande basiswoorden moeten de kinderen voor het thema welkom kennen. Ook kan er aandacht worden gegeven aan

extra woorden en contextbegrippen zodat de kinderen ook deze themawoorden leren kennen en kunnen toepassen. Wanneer er een

Nederlands woord tussen zit, waarvoor men in het binnenland een ander woord gebruikt mag dit veranderd worden.

De thema woorden kunnen op verschillende manieren aan de kinderen geleerd worden. Voorbeelden hiervan zijn door de woorden op

te schrijven en op te hangen in de klas. Zo zien de kinderen de woorden de hele dag en kunnen de woorden en betekenissen ervan

worden besproken.

Basisbegrippen:

We leren de kinderen de volgende basisbegrippen:

13

Page 18: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Welkom en afscheid

• Basisbegrippen:

Juf /juffrouw- hallo, goedemorgen- dag- spelen- hier- mantel (jas) - tas- stoel- kring- mama, papa- weg- groeten (zwaaien)-

naar huis- tot straks, tot morgen- beertje- zitten- naam- heten- foto.

• Extra begrippen:

Goedemiddag- meenemen- zeggen- verdrietig- kind- doen- maken- plaatje- aanwijzen- vandaag.

• Contextbegrippen:

Huilen, wat scheelt je- leuk- speelgoed- halen- aan uit.

Plassen en wassen

• Basisbegrippen:

Toilet (w.c.)- plassen- poepen, drukken- toiletpapier (w.c. papier)- helpen- handen- wassen- doorspoelen/ doortrekken.

• Extra begrippen:

Deur- billen- afvegen- vies- kraan- opendoen- dichtdoen- zeep- afdrogen- jongen- meisje.

• Contextbegrippen: Plaatje- knoop- bril- zitten- water- handdoek- klaar.

14

Page 19: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Tussendoortje/ pauze

• Basisbegrippen:

Tussendoortje/ pauze- eten- drinken- kan- beker- open maken- dicht maken- lekker- klaar- schoonmaken.

• Extra begrippen:

Opeten- opdrinken- tas- brood- melk- sap- soft- appel- koek- fruit- tanden poetsen.

• Contextbegrippen:

Pakken- op- vies maken (knoeien)- spons- doek- stoffer en blik.

De speelleeromgeving

Behalve de peuterschool hoort ook het dorp en haar omgeving bij de ruimte om te spelen en te leren. De geplande activiteiten kunnen

binnen als buiten plaatsvinden.

Inrichting van het klaslokaal:

• Grote letters Welkom voor de deur, of aan de buitenkant van het schoolgebouw (gemaakt op een grote doos en ophangen, of

op stof schilderen, liever een stuk hout verven en ophangen zodat het er altijd blijft hangen)

• Bordtekening maken met een kind op weg naar school

15

Page 20: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

• Op het schoolbord staat geschreven: thema welkom.

• Voor ieder kind een naamsticker (gemaakt van A4blad geknipt). De hele week komen de kinderen met hun naamsticker naar

school.

• Elk kind heeft zijn eigen stoel met de naam erop.

• In het lokaal staat de tafel met vrolijk tafelkleed waarop de kinderen hun tassen met

eten en drinken kunnen zetten. Boven de tafel hangt duidelijk zichtbaar een tekening

van eten en drinken (idem als kaart van de dagindeling)

• De dagindeling hangt duidelijk zichtbaar voor de kinderen en ouders in het lokaal.

Kaart 1: welkom, kaart 2: liedjes en versjes, kaart 3: boekjes voorlezen, kaart 4: vrij

spelen, kaart 5: eten en drinken, kaart 6: opruimen, kaart 7: buiten spelen, kaart 8:

afsluiten naar huis.

• Een fotogalerie met foto‟s van de kinderen en de juffrouw

• Voor jongens en meisjes is er een toiletketting. (een ketting van vrolijk gekleurde grote kralen geregen)

Spelsituatie:

De kinderen willen graag spelen in een hoek. De leerkracht heeft verteld wat de kinderen allemaal in die hoek kunnen gaan doen.

Deze maakt er een spelletje van door bijvoorbeeld aan de kinderen aan te geven dat als zij het woord welkom (of een ander

basiswoord) kunt uitspreken, mag zin in een van de speelhoeken mag spelen. Een ander manier is om het woord te gebruiken, door

bijvoorbeeld te zeggen: “Jullie zijn welkom om in de hoek te komen spelen”.

16

Page 21: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Groepsactiviteiten

Welkom en afscheid

Het is belangrijk om de peuter en de ouder op een persoonlijke manier te begroeten. Met het geven van een begroeting maakt de

leerkracht duidelijk dat deze aandacht heeft voor het kind wat een veilig en welkom gevoel geeft. Bijvoorbeeld:

Goedemorgen Shauno, ik ben juffrouw Grace, wat fijn dat je er bent!

Je tas mag je hier neerzetten. Zullen we je beker hier neerzetten? Kijk eens, ik heb een mooie stoel waarop je mag gaan zitten…

Een peuter is nog heel erg jong en kan er veel moeite mee hebben om te begrijpen waarom papa en mama weg zijn zeker op

momenten waar ze verdrietig zijn. Het is van belang dan positieve aandacht en troost te geven. Aan het einde van de ochtend is het

belangrijk om de ochtend gezamenlijk af te sluiten en duidelijk op een persoonlijke manier afscheid te nemen.

Voorbeelden van Brownsweg

Foto Bronsweg thema welkom

• Juffrouw staat bij de deur en heet iedereen welkom. Het woord welkom plus naam van het kind

wordt nadrukkelijk genoemd.

• De juffrouw heeft een naamketting waarop haar naam duidelijk zichtbaar is.

• Alle kinderen krijgen bij binnenkomst een naamketting om. (zie foto)

17

Page 22: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Bij aanvang van het thema worden:

• De ouders worden geïnformeerd over de regels en de dagindeling van de peuterspeelzaal.

• Liedjes en versjes mee gestuurd naar huis zodat ze thuis kunnen oefenen

• De ouders gevraagd of ze spullen hebben die passen bij het thema of misschien wel voor materialen kunnen zorgen.

Liedjes en versjes:

Goedemorgen juffrouw, Goede morgen juffrouw,

Goede morgen, goede morgen, goede morgen, juffrouw

18

Page 23: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 1.2 Welkom op school

In het welkom programma worden de rituelen en regels uit de peutergroep herhaald voor zover ze ook voor deze groep van toepassing

zijn. Het speelwerkbord, waarmee wordt gesymboliseerd hoe kinderen hun speel- en werkactiviteiten kunnen leren plannen, wordt in

dit deel geïntroduceerd. Het deel „Welkom op school‟ voor groep die de peutergroep reeds doorlopen heeft bestaat uit zes

onderwerpen te weten: welkom en afscheid, plassen en wassen, tussendoortje, groepsexploratie, spelen en werken (onderverdeeld in

spelinloop, spelen, werken en zelfstandig werken), spel en beweging (onderverdeelt in spel en beweging buiten en spel beweging

binnen).

Elk dagdeel op school verloopt min of meer volgens een vast patroon. Allerlei activiteiten komen dagelijks terug, meestal in een vaste

volgorde. Hieronder volgt een schematische weergave van de activiteiten die in groep 1 en 2 ontplooid worden.

Met behulp van het dagritmepakket

worden de onderdelen van de dag voor

de kinderen gevisualiseerd. Het

dagritmepakket bestaat uit een aantal

kaarten met gekleurde platen die

fungeren als representatie van de

onderdelen van de dag. Hang de kaarten

op een rij van links naar rechts.

Met behulp van een handje of pijl kan duidelijk worden aangegeven waar de kinderen moeten (beginnen met) kijken en welke kaart

daarna komt.

19

Page 24: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Groepsactiviteiten

Welkom en afscheid

• De leerkracht zorgt voor een plek voor ( de spullen van) elk kind zoals een eigen stoel en eventueel een kapstok door deze te

voorzien van een sticker, plaatje, tekening of foto (met naam). Hij creeert een vaste plaats (bijvoorbeeld kist of tafel met

plaatje) voor tas of beker (kan), meegenomen speelgoed en gemaakte werkjes.

• De leerkracht vraagt de ouders een pasfoto van hun kind mee te geven en hangt deze samen met foto‟s van leerkrachten en

tutor op een presentiebord. Leerkracht, tutor en kind kunnen controleren wie wel en wie niet aanwezig is.

• Maak een week, maand en/ of seizoen kalender op grote vellen papier. Noteer daarop belangrijke gebeurtenissen zoals

verjaardagen, feesten en vrije dagen.

Basis- en extra begrippen ‘Welkom en afscheid’

Juf /juffrouw- hallo, spelen- hier- mantel - tas- stoel- tafel- kring- plaatje- sticker- mama, papa- dag- weg- groeten (zwaaien)- naar

huis- tot straks, tot morgen- wanneer- halen- zitten- naam- heten- foto- goedemorgen- goedemiddag- kaartje- kijken- meenemen-

spullen- zeggen- verdrietig- kind- doen- maken- aanwijzen- vandaag- morgen- kalender- leuk- huilen- speelgoed- aan- uit.

20

Page 25: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Plassen en wassen

• Ondersteun de kinderen bij het onthouden van de volgorde van de toiletgang door deze bijvoorbeeld op een rij (bij de toiletten)

op te hangen.

• De leerkracht geeft de plaats van de toiletten aan door plaatjes op de toiletdeuren te plakken. Indien hij gebruik wilt maken van

gescheiden jongens- en meisjestoiletten, kan op de ene deur een plaatje van een meisje en op de andere een plaatje van een

jongen geplakt worden.

• Zorg voor een vaste plaats waar schone broeken (en eventueel toiletpapier) zijn opgeborgen.

Basis- en extra begrippen ‘Plassen en wassen’

Toilet (w.c.)- plassen- poepen/ drukken- meisje- jongen- knoop- helpen- toiletpapier- handen- wassen- doorspoelen/ doortrekken-

deur- billen- afvegen- vies- kraan- water- emmer- opendoen- dichtdoen- zeep- afdrogen- handdoek- plaatje- bril- zitten- klaar.

Tussendoortje/ pauze

• De leerkracht zorgt voor een vaste, voor de kinderen bereikbare plaats waar de „broodbakjes/ trommels‟ van de kinderen

bewaard kunnen worden.

• Leg schoonmaakmateriaal voor de kinderen op een bereikbare plaats. De kinderen kunnen na de pauze hun plek schoonmaken.

21

Page 26: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Basis- en extra begrippen ‘Tussendoortje/ pauze’

Tussendoortje (pauze)- kaartje- eten- drinken- beker (kan)- tas- openmaken- dichtmaken- zelf- lekker- klaar- op- schoonmaken-

opeten, opdrinken- brood- melk- sap- limonade- koek- fruit- appel- gezond- pakje- honger- dorst- netjes- pakken- knoeien (morsen)

opruimen- spons- doek.

Groepsexploratie

• Creëer een vaste plaats waar een kring kan worden gemaakt.

• Zorg ervoor dat alle kinderen de leerkracht zien zodat ze niet hoeven op te staan om alles te kunnen volgen.

• Hang plaatmateriaal op ooghoogte. Zorg ervoor dat de kinderen de platen vanuit de kring kunnen aanwijzen, om kunnen

draaien of op kunnen hangen.

• Om kinderen om de beurt extra aandacht te geven kan een roulatiesysteem worden gehanteerd met kaartjes van de kinderen

(met naam/ groepskleur/sticker). Door de kaartjes in twee bakjes te doen of op te hangen en elke dag de voorste kaartjes

achteraan te plaatsen, ontstaat automatisch een eerlijk systeem voor extra aandacht. De kinderen zien direct wie die dag aan de

beurt is om bijvoorbeeld naast de juffrouw te zitten.

• Gebruik eventueel een teken om het krijgen en doorgeven van beurten visueel te maken, zoals een pop of stokje. Het kind dat

aan de beurt is krijgt de pop of het stokje in handen en geeft het weer door aan het kind dat daarna aan de beurt is om iets te

vertellen.

22

Page 27: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Basis- en extra begrippen ‘Groepsexploratie’

Kring- zitten- stoel- stil- luisteren- liedje- zingen- boek- neerzetten- kaartje- kijken- praten- lezen- doen- pakken- aanwijzen- beurt-

plaatje- vandaag- gisteren- morgen- hier- meedoen- spelletje- praatstok/ praatpop.

Spelen en werken

Het maken van keuzes en het uitvoeren van opdrachten door de kinderen moet ondersteund worden door bijvoorbeeld:

• Materialen die gebruikt mogen worden uit te stallen of op tafel te zetten.

• Hoeken waaruit gekozen kan worden open te doen (het gordijn opendoen).

• Materialen waaruit gekozen kan worden op een bereikbare plaats overzichtelijk neer te zetten (zoals lage planken)

• Bij spelen en werken gebruik te maken van het speelwerkbord; kleurcodering naar niveau op materiaal aan te brengen (zoals

gekleurde tape op de rand van een puzzel). Op deze manier kunnen de oudere kinderen zelf een ontwikkelingsmateriaal

uitkiezen dat voor hun niveau geschikt is. De kleurcodering voor groep 1 en 2 is als volgt: Blauw: eenvoudig (peutergroep 1).

Geel: moeilijk (groep 1 en 2). Groen: zeer moeilijk (groep 2).

23

Page 28: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

• Met behulp van kaarten van de groepen of individuele kinderen de volgorde van keuze aan te geven.

• Speel- en werkgedragkaarten te maken om het (zelfstandig) opdrachten uitvoeren te ondersteunen.

Speelwerkbord

Het speelwerkbord bestaat uit een magnetisch bord waarop een verdeling is gemaakt in vakken:

• Hang in grote vakken activiteitenkaarten op met afbeeldingen van hoeken en materiaal waarmee gespeeld mag worden of

waarmee een opdracht wordt gegeven.

• Hang in kleine vakken rechts op het bord naamkaartjes van de kinderen. Wanneer de kinderen een keuze maken of een

opdracht uitvoeren kunnen de naamkaartjes van de kinderen in de kleine vakjes onder de activiteitenkaartjes worden

opgehangen.

24

Page 29: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Het zelfstandig netjes opruimen moet na het spel/ les door de leerkracht ondersteund worden.

Basis- en extra begrippen ‘Spelen en werken’

Spelinloop- spelen- kiezen- hoek- pop- tafel- dicht- open- puzzel- blok- kast- wekker/ klok/ zandloper- opruimen- speelwerkbord-

kaartjes- kleur- hier- doos- kist- werken- werkje/ opdracht- waar- pakken- tekenen- knippen- plakken- puzzelen- zelfstandig- zelf-

klaar- stoplicht/ beer/ pop- vol- iets anders- samen- helpen- speelgoed- doen- maken- goed- spullen- netjes- plaats- neerzetten- plaatje-

hetzelfde- anders- mogen- moeten- vragen- lang- duren- oplossen- stukje- bouwen- mat.

Spel en bewegen

Ondersteun het zelfstandig maken van keuzes door bijvoorbeeld:

• Buitenspel- of gymmateriaal waaruit gekozen kan worden overzichtelijk uit te stallen en de kinderen om de beurt te laten

kiezen

25

Page 30: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Basis- en extra begrippen ‘Spel en beweging’

Spelen- buiten- binnen- aandoen- uitdoen- zandbak- auto- emmer- schop- opruimen- gymmen- kous (sok)- schoen- gymspullen-

uittrekken- aantrekken- lopen- stop- staan- zitten- wachten- kiezen- doen- helpen- vallen- pijn- beurt- samen- ruzie- netjes- spullen-

stilstaan- springen- pakken- kant- midden- hoek-klimrek- zand- afkloppen.

De speelleeromgeving

welkom en afscheid

Mareriaal:

Tas- stoel/ doek- speelgoed.

Speel in het huishoek het welkom en afscheid nemen met de kinderen. Draai de rollen om door bijvoorbeeld te spelen dat u kind bent

en te suggereren dat de kinderen in de huishoek leerkracht of ouder zijn. Zeg bijvoorbeeld:

26

Page 31: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Dag juffrouw, ik kom vandaag voor het eerst naar school

Waar moet ik mijn tas zetten? Mag ik hier op deze stoel zitten?

Ik vind het wel spannend hoor. Juffrouw waarmee mag ik spelen

Mama ga je al weg? Je komt me straks weer halen toch? Daag………….

Stimuleer de kinderen daarna zelf de rollen van leerkracht, ouder en kind te verdelen en van rol te verwisselen.

Pop moet plassen

Materiaal:

Pop- zelfgemaakte poppentoilet- kraan- handdoek- zeep- broeken uit schone broeken voorraad.

Speel in de huishoek het plassen en wassen met de kinderen, bijvoorbeeld met een pop en zelfgemaakte poppentoilet. Zeg

bijvoorbeeld:

Pop jij moet nu gaan plassen, want anders doe je het in je broek.

Kom maar mee pop, dan zal ik je het toilet laten zien.

27

Page 32: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Dat is niet eng hoor, we laten de deur open. Zal ik je knoop openmaken?

Ga maar zitten op de bril. Ben je al klaar pop?

Doe alsof pop een schone broek aan krijgt omdat hij in zijn broek heeft geplast. U verteld dat het helemaal niet erg is en dat u een

schone broek voor hem heeft. Pak de broek uit de broekenvoorraad en vertel dat u nog veel meer broeken heeft voor ongelukjes.

Mmmmmm lekker

Materiaal:

Pop- popenserviesgoed- spons/ vaatdoek (materialen die gebruikt worden na het tussendoortje (pauze)).

Speel met de kinderen in de huishoek dat de pop eten en drinken krijgt. Vertel wat u aan het doen bent en stimuleer al doende andere

kinderen met u mee te doen. Zeg bijvoorbeeld:

Pop heb je honger? Chantal wil jij lekker eten maken voor pop? Geef pop maar een hapje. Is alles al op Chantal?

Pop hoeft niet alles op te eten hoor. Wil je nog wat drinken? Mariska wil jij even een kan met melk pakken? Oh, kijk eens wat heeft

pop geknoeid. Dat geeft niet hoor pop. Dat zullen wij wel even schoonmaken.

28

Page 33: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Boek lezen

Bekijk met een of enkele kinderen een bekend boekje in de taalhoek. U kunt hiervoor bijvoorbeeld een boek gebruiken dat u in het

kader van welkom heeft voorgelezen of nog zal voorlezen.

Samira, zullen we samen een boekje lezen? Kies jij maar één uit.

Kom maar bij me zitten op de stoel. Luister maar, dan ga ik vertellen wat erin staat

Dit meisje gaat ook naar school net als jij. Kijk maar, hier op het plaatje.

Wij spelen

Materiaal:

Blokken- zand- of watermateriaal- communicatie uitlokkende materiaal (telefoon)- dozen- speelgoedhamer- radio- televisietoestel.

Leg de materialen op tafel waardoor de spelsituatie wordt uitgelokt. U kunt het spel verrijken door het inbreng van het spelthema af te

wisselen met het zelf spelen van een rol, bijvoorbeeld de rol van bouwvakker. Op deze manier kunt u het spel in een bepaalde richting

sturen, bijvoorbeeld:

Zullen we samen een huis bouwen? Ik ben nog niet klaar met de muur. Wil je me helpen metselen?

Stimuleer het spelen en de manier waarop met materialen gespeeld kan worden. Door spelsituaties te creëren die een bepaald spel of

een bepaalde manier van spelen uitlokken.

29

Page 34: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Hoe moet het?

Ontwikkelingsmateriaal zoals puzzels.

Observeer op welke manier de kinderen aan het spelen zijn. Doe zonodig voor hoe met het materiaal gespeeld kan worden,

bijvoorbeeld door samen een puzzel te maken en te vertellen hoe een puzzel gemaakt kan worden, bijvoorbeeld:

Daniel zal ik jou even helpen met de puzzel. Kijk we moeten eerst de stukjes eruit halen.

Dan leggen we de stukjes goed. (leg ze naast elkaar en draai ze om zodat het plaatje te zien is)

Nu gaan we de puzzel maken. Welk stukje past hier? Pak het maar.

Zo doe ik het!

Materiaal:

Ontwikkelingsmateriaal zoals een comparant, werkblad speel- en werkgedrag.

Leg het ontwikkelingsmateriaal, bijvoorbeeld comparant op tafel en de kaarten van werkblad “speel- en werkgedrag” voor het kind

op tafel van links naar rechts. Wijs op de eerste kaart (wat moet ik doen) en laat het kind vertellen wat dat plaatje betekent. Geef

vervolgens de opdracht die u het kind met het materiaal wilt laten uitvoeren en laat het bijbehorend materiaal uit de kist halen. Laat

het kind de opdracht nog eens herhalen, zeg bijvoorbeeld:

Jason weet je nog wat je moet doen?

Structureer eventueel datgene wat het kind zegt door nog eens te herhalen wat in volgorde gedaan moet worden, bijvoorbeeld:

30

Page 35: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Ja, Jason dat is goed, eerst moet je….

En dan moet je….

Stimuleer de kinderen (wanneer ze de betekenis van de kaarten goed kennen) zichzelf te sturen door in zichzelf pratend de opdracht te

herhalen, uit te voeren en tenslotte te controleren.

Buiten spelen

Materiaal:

Zandbank- scheppen- emmers- kleden- stoepkrijt.

Speel mee met de kinderen of stimuleer de kinderen met u mee te gaan spelen, bijvoorbeeld met zand in de zandbak. Laat zien en

verwoord wat de kinderen met de materialen die daarin liggen kunnen doen, bijvoorbeeld taartjes maken, kuilen (gaten) maken. zeg

bijvoorbeeld:

31

Page 36: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Abby, wat een lekkere soep maak jij in die emmer.

Zal ik een taart maken in deze zandvorm? Dan hebben we nog meer lekker eten.

Eerst even graven, even kijken hier een schep. Kijk hier is hard zand, daar kan ik een taart mee maken.

Rayen doe je ook mee? Zand op je kleren is niet erg hoor, dat kloppen we straks weer af. Pak de zeef

maar, kijk zo doen we er een beetje zacht zand erbij. (laat het zeven van zand zien).

Stimuleer het spel door verschillende spelsituaties te creeren, zoals het maken van een weg met soepkrijt, water toevoegen aan het

zand in een zandbak.

32

Page 37: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Bij aanvang van elke thema worden:

• De ouders geïnformeerd dat u deze twee weken extra aandacht besteedt aan de rituelen en regels in de groep met behulp van

het Welkomprogramma.

• Voor de ouders overzichten van de begrippen uit het programma gemaakt.

• De liedjes en versjes naar huis mee gegeven (zoveel mogelijk in de taal van de kinderen), zodat de ouders deze ook thuis

kunnen herhalen.

• De verwachtingen van de leerkracht bespreekt met betrekking tot de participatie van de ouders bij de spelinloop en bij het

ophalen van hun kind doorgegeven.

• De ouders vertelt welke afspraken er op school zijn met betrekking de pauze (tussendoortje). Zo kan ook gezond eten en

drinken aan de orde worden gesteld.

• De ouders vertelt op welke manier het gaan naar het toilet is geregeld. Leg zonodig uit op welke manier u de kinderen aanleert

zelfstandig naar het toilet te gaan.

Geef elk kind een „Welkomboekje‟ mee naar huis. Het Welkomboekje is een schrift of mapje waarin de begrippen met bijbehorende

plaatjes, versjes en liedjes een plaats krijgt. Ook werkjes die het kind in deze periode maakt kunnen worden toegevoegd.

33

Page 38: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Project 2 Ruimte

Ruimtelijke oriëntatie kan in het echt uitgevoerd worden, maar ook in je fantasie. Er kan bijvoorbeeld gefantaseerd worden hoe een

kamer opnieuw ingericht kan worden; kinderen kunnen spelen hoe ze hun poppenhuis gaan inrichten. Langzamerhand wordt geleerd

vanuit concrete situaties beelden van de ruimte in het hoofd te krijgen. Deze beelden noemen we ruimtelijke begrippen.

In de peutergroep en de eerste klas van de basisschool in ruimtelijke oriëntatie een belangrijk ontwikkelingsgebied. Het kind leert zijn

eigen lichaam kennen; dat is het uitgangspunt van waaruit het zich op de omgeving gaat oriënteren. Het kind leert zich bewegen in de

ruimte en op die manier leert het ruimtelijke begrippen kennen. Deze begrippen zijn nodig om vaardigheden thuis en op school te

leren. Het kind maakt kennis met de begrippen tijdens het spel, maar ook bij vaardigheden als tekenen, lezen, schrijven en creatieve

activiteiten.

Het project ruimte maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied ruimtelijke oriëntatie. Deze is onderverdeeld in drie thema‟s te weten:

„hoe zie ik eruit‟, „mijn lichaam‟ en „in de ruimte‟. Bij alle drie staat het eigen lichaam van het kind centraal. Er worden handelingen

verricht met het totale lichaam. Van daaruit komen de functies en benoemingen van de verschillende lichaamsdelen aan bod. Er is veel

aandacht voor het imiteren en uitvoeren van houdingen en bewegingen van het lichaam met dat van andere kinderen worden onder de

aandacht gebracht onder meer met behulp van foto‟s. Daarna komt de oriëntatie in de ruimte met het eigen lichaam als uitgangspunt,

uitgaande van het handelen en benoemen. Tenslotte word een overschakeling gemaakt naar andere objecten (of andere kinderen) als

uitgangspunt va de ruimtelijke oriëntatie. Hoe zie ik eruit? Wordt in thema 2.1 uitgewerkt. „Mijn lichaam en „In de ruimte” worden in

thema 2.2 en 2.3 nader uitgewerkt.

34

Page 39: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 2.1 Hoe zie ik eruit?

De begrippen oriënteren, demonstreren, verbreden en verdiepen staan bij deze thema centraal. Bij oriënteren maakt het kind kennis

met het gehele lichaam door te spelen, te dansen en te zingen. Bij demonstreren worden de afzonderlijke delen van het gehele lichaam

spelenderwijs herkend en benoemd door middel van bijvoorbeeld doen- als- of en bewegingsspelletjes. Bij verbreden wordt het

bewust maken van het eigen uiterlijk en het handelen en benoemen van de lichaamsdelen gestimuleerd. Bij verdiepen worden

representaties van de kinderen gebruikt in de vorm van foto‟s. Opvallende uiterlijke verschillen tussen de kinderen komen aan de orde.

Er worden verschillende problemen voorgelegd, zoals het samenstellen van de omtrek van het lichaam als puzzel en spelletjes met de

zintuigen, waarbij een overschakeling gemaakt wordt van het ene zintuig naar het ander.

Kijk ik heb een lichaam en ik heb een oor, oog, wang en neus!

Bij dit thema staat het eigen lichaam van het kind centraal. Er worden handelingen verricht met het totale lichaam.

35

Page 40: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Basisbegrippen:

Hoofd- buik- rug- arm- hand- been- voet- lopen- zitten- staan- stilstaan- doen- vies- vuil- baden- water- zeep- klaar, kom maar!

De speelleeromgeving

De leerkracht richt de peuterschool zodanig in dat de kinderen kunnen spelen in de hoeken. Het lokaal wordt versiert het lokaal met

poppetjes aan de muur bijpassende bordtekeningen.

De Huishoek

Materialen:

Een pop die gewassen kan worden- Badje of een teiltje- Shampoo en zeep- Washandje en baddoek- Een passpiegel- Verkleedkleren

die gemakkelijk aan te trekken zijn- Sieraden, petten, tasjes.

De kinderen spelen dat ze vader en moeder zijn die hun poppenkind gaan wassen. Ik hoor dat die

pop huilt en loop naar het poppenbad. Wat ruik ik toch? Ik haal mijn neus op en de leerkracht vraagt

aan de kinderen: Ruiken jullie dat ook? Wat is er met de baby? Heeft de baby misschien een vieze

broek? Wat gaan we dan nu doen met de baby?

36

Page 41: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

De taalhoek

Materialen:

Verschillende boeken. Bijvoorbeeld:

Billen Buikje Benen Tekeningen van de basiswoorden

Ik ben Bas Foto‟s van de kinderen

Let eens op…handen. Let eens op…voeten Een voorleesstoel

Plaats op een tafeltje boeken of platen die gaan over het lichaam. Zet er een voorleesstoel bij vanwaar je kunt voorlezen.

.

De Ontdekhoek

De leerkracht plaats in de hoek een passpiegel en laat de kinderen in de spiegel kijken en geef verschillende opdrachtjes. Hierna geeft

de leerkracht verschillende opdrachtjes aan de groep. De leerkracht heeft ook de mogelijkheid om kleine spiegeltjes erbij te doen

waarin de kinderen hun hoofden kunnen zien.

37

Page 42: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Groepsactiviteiten

Zeepbellen vangen

Bijvoorbeeld: Felicia, wijs je neus aan. Waar is je voet? Ga voor de spiegel staan en verstop je hand

achter je rug. Goed zo!

De leerkracht laat de bellenblazer zien en blaas de bellen hoog in de lucht. De kinderen moeten de bellen vangen en strekken hun

handen uit. De leerkracht loopt van de ene hoek naar de andere zodat de hele ruimte wordt benut. Hierbij zegt de leerkracht wat de

kinderen doen. (Hé, n u komt de bel op je hand, pak ze maar met je handen! Wie heeft een bel op zijn hoofd)

Spelsuggesties

Een kind maakt kennis met het hele lichaam. Hierna worden de verschillende onderdelen van het lichaam spelenderwijs benoemd. De

kinderen moeten ze herkennen. Om het thema goed aan de orde te laten komen worden de kinderen gestimuleerd om te tellen op eigen

uiterlijk en lichaam. Hierbij moeten ze ook de lichamelijke verschillen kunnen zien.

38

Page 43: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Het lichaam van een jongen en een meisje wordt op een blaadje getekend. De kinderen houden dit blaadje voor zich en bekijken het

heel goed. Ze krijgen de verschillende lichaamsdelen los op kleine stukjes blaadjes. Ze krijgen de opdracht om zelf het lichaam van de

jongen of het meisje weer op te bouwen aan de hand van de tekening.

Spelletjes:

Er komt een muisje aangelopen zo uit Jaydens..handje…gekropen! Wissel af met verschillende lichaamsdelen. Doe alsof de vingers

het muisje zijn.

De Tori-Tas van Jamila. Hieruit kun je veel spelletjes doen!

Bij aanvang van het thema worden:

• De ouders geïnformeerd over dit onderwerp!

• Krijgen de ouders de basiswoorden, liedjes en versjes mee

• De ouders gevraagd naar verkleedkeren voor hun kind

• De ouders gevraagd een foto van hun kind mee te sturen

• De ouders gevraagd thuis spelenderwijs te oefenen.

39

Page 44: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Boeken

Billen Buikje Benen

Ik ben Bas (Dagmar Stam)

Let eens op…handen. Let eens op…voeten (Ruth Thomson)

Liedjes Versjes

Ik heb een brilletje voor mijn ogen Vijf vingertjes heb ik aan één hand.

Om te zien wie dansen mogen 2x Die vijf vingers heb ik aan één handje…

Om te zien en dans met jou Één, twee, drie, vier, vijf!

Tra la la la la la la laa

Hoofd schouder knie en teen, knie en teen 2x Handje klap, klap, klap

Oren ogen puntje van je neus Voetjess, stap, stap, stap

Hoofd schouder knie en teen, knie en teen. Oogjes allebei dicht

Dat is toch een mooi gezicht!

40

Page 45: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 2.2 Mijn lichaam

Thema mijn lichaam: In het begin moet je die kinderen eerst zeggen dat we gaan beginnen met een nieuw thema, mijn lichaam. Je gaat

iets leren over jou eigen lichaam. In de peuterspeelzaal worden met alle kinderen liedjes over mijn lichaam gezongen. Het kind krijg

een beeld van zichzelf: Zo ben ik, dat kan ik en dat kan ik niet, wat betekent dat een kind leert wie hij is.

Basisbegrippen:

Lijf of lichaam- bil- nek- schouder- knie- teen- elleboog- vinger- gezicht- haren- wang- kin

Speelleeromgeving

Inrichting klaslokaal

Dat gezicht wat ze gaat knutselen en plakken ga we op een hoek zetten dat gaat over jouw gezicht.

Hoeken: Inrichten van de hoeken

Taalhoek: Voorwerpen met het woord erbij en boekjes en kaarten over het lichaam, (symbolen).

41

Page 46: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Activiteiten

• Handafdruk met waterverf

• Voetafdruk met waterverf

• Een hand tekenen op papier

Bij aanvang van het thema:

De ouders krijgen een overzicht van de basisbegrippen mee naar huis.

De ouder krijgen liedjes en versje mee naar huis.

Boekjes:

Billen, buikje en benen

Voorbeelden activiteit mijn lichaam

• Liedjes zingen over mijn lichaam

• Knutselen over gezicht. Je knipt een cirkel van blaadjes en dan de neus, oren ogen, mond knippen en laten plakken.

42

Page 47: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Liedjes en versjes:

Lied Versjes

Hoofd, schouder, knie en teen Dit zijn mijn wangetje

hoofd, schouder, knie en teen en dit is mijn kin

knie en teen met tandjes erin

hoofd, schouder, knie en teen dit zijn mijn oren, mijn ogen, mijn haar

oren, ogen, puntje van je neus nu nog mijn neusje en dan ben ik klaar

hoofd, schouder, knie en teen

43

Page 48: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 2.3 In de ruimte

De begrippen met betrekking tot het eigen lichaam worden bij het onderdeel oriënteren herhaald. Bij demonstreren worden ruimtelijke

begrippen aangeboden die te maken hebben met de positie van het lichaam in de ruimte. Het kind zelf is hierbij het uitgangspunt. Bij

verbreden worden afstand- en richtingbegrippen aan de orde gesteld door ermee te handelen. Hiernaast worden in deze stap

moeilijkere opdrachten uitgevoerd met positiebegrippen onder andere door het gebruik van representaties. Bij verdiepen leren de

kinderen probleempjes op lossen, waarin de gekende ruimtelijke begrippen in verschillende combinaties en in nieuwe situaties moeten

worden toegepast.

Bekende begrippen:

Lopen- zitten- staan- zwaaien- klappen- springen- doen- hoofd- buik- rug- arm- hand- been- voet- lijf- bil- nek- teen- elleboog- vinger-

gezicht- oog- oor- neus- mond- haren- wang- lip- tong- kin.

Basisbegrippen:

In- uit- op- onder- voor- achter- tussen- naast- vooraan- achteraan- in het midden- rij- bus- boot.

Extra begrippen:

Dichtbij- veraf- vooruit- achteruit- onderdoor- overheen- tussendoor- omhoog- omlaag- van- naar- langs- pijl- kant- omdraaien.

44

Page 49: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Speelleeromgeving

Ontdekhoek

Leg een verrekijker neer en hang eventueel foto‟s op van voorwerpen die van veraf en van dichtbij gefotografeerd zijn. De kinderen

kunnen ervaren dat alles groot wordt als ze de verrekijker normaal vasthouden en klein als ze de verrekijker omdraaien. Leg

vergrootglazen neer en glazen potjes met deksel. Laat enkele kinderen met een potje en een vergrootglas naar buiten gaan tijdens het

buitenspel. Ze kunnen opzoek gaan naar kleine diertjes of voorwerpen zoals schelpen in zand. De voorwerpen of diertjes kunnen in

een potje met een deksel (met gaatjes erin) worden gedaan en uitgestald in de ontdekhoek om met een vergrootglas goed bekeken te

worden.

Huishoek

Maak een foto winkel in een van de hoeken. Zet stoeltjes neer waarop de mensen kunnen zitten als er een foto van hen gemaakt moet

worden. Leg er een (imitatie) fototoestel bij en allerlei attributen die in de winkel verkocht worden, zoals fotolijsten, fotorolletjes,

foto‟s in mapjes en fotoboeken (album). U kunt eventueel een (imitatie) lamp en een spiegel toevoegen. Leg een boodschappentas en

een portemonnee met geld neer, zodat de mensen voor de gekochte spullen kunnen betalen.

Taalhoek

Leg boeken of aanschouwelijk materiaal neer over het onderwerp. U kunt een fotokijkboek maken door foto‟s van de kinderen in

allerlei situaties in plastic insteekhoezen te steken en te bewaren in een fotoalbum. Zet in de hoek een voorleesstoel.

45

Page 50: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Bouwhoek/ constructiehoek

Zet allerlei spel materiaal neer waarmee een verkeerssituatie nagebootst kan worden, bijvoorbeeld verkeersborden, kartonnen stroken,

waarvan wegen gemaakt kunnen worden. Met auto‟s, poppetjes, boten, en ander spelmateriaal kan de verkeerssituatie nagebootst

worden.

Speelplaats/speellokaal

Maak een baan van allerlei klim objecten op de speelplaats of in het lokaal. De weg kan met stoepkrijt worden aangegeven. Maak op

sommige plaatsen een kruispunt zodat er meerdere routes mogelijk zijn.

Spelsuggesties

Op de foto

Materialen:

Passpiegel- verkleedkast met verschillende soorten kleding- accessoires zoals, hoofddoeken, petten, sieraden, brillen- kammen, een

borstel en allerlei gespen en bando‟s voor het haarattributen voor de fotowinkel zoals, fotoboeken, rolletjes, fotolijsten- fototoestel.

In de fotowinkel (die u in de huishoek gecreëerd heeft), speelt u met de kinderen dat er foto‟s gemaakt gaan worden. U speelt de

fotograaf en introduceert het spel door bijvoorbeeld te vragen:

46

Page 51: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Wat doe je als er een foto van je gemaakt wordt?

Je gaat mooie kleren aantrekken en je gaat je mooi maken.

Zullen wij ons nu ook mooi maken? (wijs op de verkleedkast)

Bedenk daarna samen met de kinderen hoe ze op de foto willen. Er kunnen meerdere foto‟s gemaakt worden, waarbij iedere keer voor

een andere opstelling wordt gekozen. De kinderen kunnen later terugkomen met geld om de gemaakte foto op te halen.

Bij aanvang van elke thema:

• Worden de ouders geinformeerd over het onderwerp

• De leerkracht maakt voor de ouders een overzicht van de te behandelen begrippen

• Geeft de leerkracht de liedjes en versjes kunnen meegegeven worden naar huis ( in de taal van de kinderen), zodat de ouders

deze ook thuis kunnen herhalen.

47

Page 52: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Project 3 Kleur en vorm

De beste manier om greep te krijgen op de wereld om ons heen, is die wereld te ordenen. Dat ordenen doen we dagelijks en we doen

het ons hele leven lang. Daarom is het zo belangrijk er ook expliciet aandacht aan te besteden. Want hoe beter we kunnen ordenen, des

te beter we onze omgeving kunnen begrijpen. In dit project wordt aandacht besteed aan drie basale facetten van dat ordenen: kleur,

vorm en classificeren. Het project „kleur en vorm‟ maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied denkontwikkeling.

Kleur

Kennis van de kleuren is een basaal element in de denkontwikkeling. Het is één van de belangrijkste kenmerken die we gebruiken om

de wereld om ons heen te doen ordenen. In dit project worden de primaire kleuren en daarna de secundaire kleuren eerst geïsoleerd en

daarna in combinatie aangeboden. Daarna worden de kleurnuances aangeboden. Het gaat hier om kleurnuances van een bepaalde

kleur, om seriaties van licht naar donker en van donker aar licht.

Vorm

Bij heel jonge kinderen is het begrip van de vormen nog erg ongedifferentieerd. Kleine kinderen leren de vormen kennen door ermee

te handelen. Ze leren deze vormen kennen door te handelen met driedimensionale vormen die rond zijn (bol en cilinder) of hoekig

(kubus en bak). Daarna leren de kinderen onderscheid maken tussen vier driedimensionale vormen (bol, kubus, cilinder, balk).

Vervolgens worden de tweedimensionale vormen (cirkel, vierkant, driehoek, rechthoek) aangeboden.

48

Page 53: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Classificeren

Sorteren van materialen op grond van allerlei kenmerken is een belangrijke ordenactiviteit. Kleine kinderen sorteren al op jonge

leeftijd allerlei materialen en gaan als ze wat groten zijn ook verzameling aanleggen. De eigenschappen van de materialen zijn hierbij

een vaak onbewust kenmerk. Het is belangrijk om kenmerken waarop geordend wordt bewust te maken. Juist het brengen van

overzicht en structuur en het zichtbaar en bewust maken van kenmerken en van het handig groeperen, helpt kinderen toenemend te

mathematiseren. Eerst wordt geclassificeerd op één kenmerk, op soort en daarna op kleur of vorm. Daarna wordt aandacht besteed aan

het classificeren op moeilijker kenmerken zoals op kleur en op vorm. Er wordt een begin gemaakt met het switchen van het ene

kenmerk naar het andere ( bijvoorbeeld eerst classificeren op soort en dan op kleur of vorm) om de flexibiliteit in het denken te

ontwikkelen.

In dit project worden de drie bovengenoemde facetten in combinatie aangeboden in de context „winkel‟ zodat een samenhangend

geheel ontstaat waarin veel gespeeld en ontdek kan worden. Naar de speelgoedwinkel wordt in thema 3.1 uitgewerkt. De thema‟s „In

de supermarkt en „Op de markt” worden in thema 3.2 en 3.3 nader uitgewerkt.

49

Page 54: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 3.1 Naar de speelgoedwinkel

Leuk, we gaan winkeltje spelen!

De kinderen van de Leri for Life peuterschool houden van spelen!

Zeker met speelgoed dat mooi van kleur en vorm is.

In dit thema leren de kinderen de kleuren, de vormen en leren ze te ordenen.

(foto Brownsweg)

Basisbegrippen:

Kleur- rood- blauw- geel- rond- hoek- bal- blok- rollen- stapelen- speelgoed

De speelleeromgeving

De speelgoedwinkel

In de klas maakt de leerkracht een speelgoedwinkel. In de speelgoedwinkel zet je ronde en hoekige materialen in de kleuren rood,

blauw en geel. Met de kinderen richt je tijdens het thema de speelgoedwinkel verder in.

50

Page 55: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Materialen:

Boodschappentas- beursje- geld- kassa- Speelgoed van thuis- tafeltje als toonbank- planken om iets op te zetten- speelgoed (pop, beer,

auto‟s, kleurpotloden, balletje, blokken)

De ontdekhoek

Materialen:

Rond: grote kralen, bollen, ballen, grote knikkers- materialen in de kleur rood en blauw.

Hoekig: blokken, dobbelstenen.

De taalhoek

Materialen:

Taalhoek maken met boekjes over kleur en vorm

51

Page 56: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Groepsactiviteiten

Kleurenkijkers maken

Materiaal: toiletpapier rolletjes, vliegerpapier (rood, blauw, geel), lijm.

De leerkracht plakt het papier aan het eind van de toiletpapier rol. Dat is gek, nu is de wereld ineens blauw!

Toveren met kleuren

Materiaal: klein teiltje water, verf, kwast.

De leerkracht zet een beetje verf in water. Met een beetje verf verandert het water van kleur. Wauw, ik kan toveren!

Buiten op het speelveld

Spelen met bellenblaas.

Spelen met een teil met zeepsop en een slangetje

Met ballen spelen, rollen.

52

Page 57: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Spelsuggesties

In de speelgoedwinkel

De leerkracht praat met de kinderen over het speelgoed en de speelgoedwinkel.

Zij legt het begrip speelgoed uit aan de kinderen. Hierna leert zij de kinderen de kleuren en vormen. Daarna zing je een liedje.

De juffrouw laat de winkel zien en nodigt de kinderen uit in de winkel. Je bent zelf de winkelier of een kind wordt winkelier.

Vraag: wat vind je mooi? Hoeveel kost het? Betalen en in je tas zetten.

In de winkel het kopen en verkopen spelen. Er is iemand jarig en er moet een cadeautje gekocht worden.

Vraag: Voor wie ga je kopen? Wat zal hij mooi vinden? Het cadeautje inpakken?

Samen met de kinderen cadeautjes inpakken.

Zelf speelgoed maken:

De leerkracht kan samen met de kinderen een auto met flessen en vruchten van een boom maken. De vruchten kunnen als banden

gebruikt worden.

Bijvoorbeeld: de leerkracht maakt een boot van een maripatak of een ketting van kralen.

53

Page 58: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Kleurdobbelsteen

De leerkracht maakt een dobbelsteen met verschillende kleuren. Zij gooit de dobbelsteen en laat de kinderen zeggen welke kleur het

is. Nu met bewegingen: Bij rood hoort….springen, bij blauw ….. gaan we zitten, bij geel…gaan we staan.

Kleurenmemory

De leerkracht stelt de volgende vragen aan de kinderen: welke kleur is weg? Er liggen een aantal kleuren, 1 kind moet zijn ogen

sluiten terwijl jij een kleur weghaalt. Welke kleur is nu weg?

Boeken

Het is leuk een verhaaltje voor te lezen. Je kunt ook zelf verhaaltje verzinnen.

De kleine prinses speelt met figuren

Ik leer het woordje

Tom speelt voor papa

Tobi speelt met vormen

54

Page 59: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Liedjes en versjes

Zorg steeds voor bijbehorende bewegingen. De jonge kinderen hebben een nood aan beweging en zo onthouden ze ook beter wat ze

leren.

Rollen, rollen, rollen, heen en weer

Rollen, rollen met de ronde bal 3x

Lopen, lopen, lopen naar het winkeltje

En als je niet lopen wil, draag ik je

55

Page 60: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 3.2 In de supermarkt

De context „supermarkt‟ loopt als een rode draad door de stappen van het project. Deze context is gekozen omdat dit thema aanleiding

geeft op speelse wijze om te gaan met verzamelingen van kleurige voorwerpen waarin veelal driedimensionale geometrische vormen

voorkomen, zoals bolvormig fruit en snoepgoed en allerlei formaten doosjes en blikken.

Netwerk van basisbegrippen en extra begrippen:

Kleur

Kleur- rood- blauw- geel- groen- oranje- paars- bruin- supermarkt- kopen- spullen- boodschappentas- groente- vruchten- boek helpen-

watermeloen- bacove- tomaat- appel- prei- boodschappenkar- brood- betalen- kassa.

Vorm

Rond- hoek- blok- bal- rollen- stapelen- winkel- vorm- bol- kubus- cilinder- balk- schuiven- vlak- groot- klein- even groot- spullen-

doos- blik- spelletjes- dobbelsteen- gooien- plaatje- boven- beurt- sinaasappel- tomaat.

56

Page 61: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Soep maken

Kleur- rood- winkel- vorm- bol- supermarkt- erbij horen- kopen- spullen- boodschappen- groente- blik- eten- soep- maken- koken-

water- wassen- blok- tomaat- aardappel- snijden- pan- klaar- lekker.

Ra, ra, wat is dat?

Kleur- rood- blauw- geel- vorm- bol- supermarkt- spullen- doos- blik- eten- drinken- spelletjes- dichtdoen- raden- raadsel- achter.

Speelleeromgeving

Ontdekhoek

De leerkracht legt tijdens het demonstreren kleur materialen in de kleuren groen, oranje paars en bruin neer zoals kralen, gekleurd

papier, kleurpotloden, viltstiften en voorwerpen die te maken hebben met de supermarkt, bijvoorbeeld:

Groen: komkommer, paprika, groene appels

Oranje: papaja, mandarijn, papaja sap

Paars: djamoe, druifen, snoepjes

Bruin: aardappel, chocolade melk, thee, brood

57

Page 62: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Eerst worden alleen de groene materialen in de ontdekhoek gelegd, deze worden vervangen door oranje materialen nadat de kleur

groen is aangeboden. Daarna (of in een volgende groepsexploratie) wordt hetzelfde gedaan met de kleuren paars en bruin. Leg

tenslotte materialen in alle aangeboden kleuren neer.

Leg tijdens demonstreren materialen in de vormen bol, kubus, cilinder en balk neer zoals kralen, constructie materiaal, blokken,

gymmaterialen en voorwerpen die te maken hebben met de supermarkt, bijvoorbeeld:

Bol: sinaasappel, grapefruit, snoepjes

Kubus: make-up verpakking, blokjes

Cilinder: toilet papier, keukenrol, garenklosje

Balk: diverse maten doosjes (met vier duidelijke grote en twee kleine vakken)

Eerst worden alleen bolvormige materialen in de ontdekhoek gelegd, deze worden vervangen door kubusvormige materialen nadat de

bolvorm is aangeboden. Daarna (of in een volgende groepsexploratie) wordt hetzelfde gedaan met de cilinder- en balkvorm. Leg

tenslotte materialen in alle aangeboden vormen neer.

58

Page 63: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Supermarkt

De leerkracht richt een van de hoeken in als een supermarkt. Zij maakt gebruik van een bestaande winkel

of maak een toonbank en stellingen van tafeltjes met planken en kisten. Leg er een boodschappentas een

portemonnee met geld bij en eventueel een winkelkarretje en een kassa. De leerkracht kan er eventueel

reclamemateriaal bij neerleggen of ophangen en er een weegschaal, rekenmachine bij neerzetten. Zij legt

plastic zakjes, eventueel een pen, papier en stickers of gekleurd karton neer, zodat de kinderen de artikelen

van prijzen kunnen voorzien of een boodschappenlijstje kunnen maken.

Tijdens de groepsexploratie wordt samen met de kinderen een begin gemaakt met het inrichten van de supermarkt. Bij demonstreren

wordt de winkel verder ingericht met supermarktartikelen, waaronder (imitatie) groenten en fruit, blikken en doosjes in de kleuren

groen, oranje, paars en bruin en met bol-, kubus-, cilinder en balkvormige voorwerpen.

Kunsthoek

De leerkracht zet plakkaatverf in de aangeboden kleuren neer en leg bol-, kubus-, cilinder of balkvormige kosteloos materiaal neer

zoals piepschuimballen, toiletrollen en diverse formaten doosjes. Laat de kinderen de materialen met kwasten beschilderen. Wanneer

de leerkracht bij het verbreden en verdiepen rode, blauwe en gele vingerverf klaarzet, zullen de kinderen al experimenterend de

aangeboden kleuren ontdekken door de verf te mengen.

59

Page 64: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Taalhoek

De leerkracht legt boeken of plaatmateriaal over het onderwerp. Zij kan ook illustraties van supermarktartikelen in de kleuren groen,

oranje, paars en bruin neerleggen of ophangen of een supermarktfolder of –bladen geordend per kleur of soort in plastic hoesjes te

verzamelen of in een plakboek te plakken. De leerkracht kan zwart- wit afbeeldingen eventueel inkleuren met viltstift of kopiëren op

groen, oranje, paars of bruin papier en uitknippen.

Spelsuggesties

Eten koken

Materiaal:

Ingerichte supermarkt- winkelaccessoires zoals papier, pen, boodschappentas met portemonnee- etenswaren uit de supermarkt-

speelgoedservies en bestek, pannenset,snijplank uit de huishoek.

In de huishoek spelen de kinderen dat ze eten gaan koken. De leerkracht laat de kinderen bedenken wat ze willen koken. Ze kunnen

bijvoorbeeld een boodschappenlijstje maken en deze artikelen in de supermarkt gaan kopen. Daarna kan het eten worden klaargemaakt

en opgegeten in de huishoek. Zij maakt opmerkingen en geef suggesties zoals:

Wat gaan jullie eten vandaag? Wie gaat boodschappen doen?

Hebben jullie al een boodschappenlijstje gemaakt? Enz.

60

Page 65: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Themaliedje

Groen, wit en rood

zijn de kleuren van de vlag.

Geel is de ster

die mee wapperen mag.

61

Page 66: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 3.3 Op de markt

De context „markt‟ loopt als een rode draad door de stappen van het project. Deze context is gekozen omdat dit thema aanleiding geeft

op speelse wijze om te gaan met verzamelingen van materialen in diverse nuancekleuren waarin tweedimensionale geometrische

vormen voor kunnen komen.

Netwerk van basisbegrippen en extra begrippen:

Donker en licht

Kleur- rood- blauw- geel- groen- oranje- paars- bruin- donker- licht- markt- stent- bloem- erbij horen- dezelfde- anders- spelletje-

luisteren- vertellen- uitkiezen- beurt- vaas- bloempot- emmer.

Vorm

Vorm- rond- hoek- cirkel- vierkant- driehoek- rechthoek- kant- lang- kort- even lang- markt- stent- lap- stof- spullen- spelletjes-

dobbelsteen- gooien- plaatje- boven- beurt- knoop- rits- band- klos.

62

Page 67: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Kijk eens naar mij

Kleur- rood- blauw- geel- groen- oranje- paars- bruin- vorm- rond- hoek- winkel- donker- licht- cirkel- vierkant- driehoek- rechthoek-

markt- stent- donkerder- lichter- erbij horen- dezelfde- anders- stof- kopen- kleren- aanhebben- broek- rok- T-shirt- sok- schoen- zak

knoop- rits- figuur- mooi.

Kleuren en vormen maken

Kleur- rood- blauw- geel- vorm- rond- hoek- bol- kubus- cilinder- balk- donker- licht- cirkel- vierkant- driehoek- rechthoek- kant-

lang- kort- even lang- donkerder- donkerst- even donker- lichter- lichtst- even licht- op een rij- papier- spullen- wit- roze- maken-

tekenen- mengen- knippen- vouwen- doos- blik- potlood- schaar- verf.

Speelleeromgeving

Ontdekhoek

De leerkracht legt tijdens het demonstreren kleur en licht en een donker exemplaar van identieke materialen neer zoals vouwbladen,

kleurpotloden, viltstiften- katoen bolletjes, klosjes garen, lapjes stof. Zij legt tijdens het verbreden en verdiepen seriaties neer van

kleurnuances van enkele kleuren. Tijdens het demonstreren van vorm materialen legt zij in de vormen cirkel, vierkant, driehoek, en

rechthoek neer, zoals vouwbladen.

63

Page 68: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Marktstent

De leerkracht richt enkele hoeken is als marktstentjes, bijvoorbeeld een bloemstent. Zij maakt gebruik van een bestaande winkel of

maakt een toonbank. Versier de markt. Tijdens de groepsexploratie wordt samen met de kinderen een begin gemaakt met het inrichten

van de beide marktstentjes met allerlei accessoires.

Kunsthoek

De leerkracht zet plakkaatverf in de kleuren rood, blauw, geel, en wit neer en leg witte vellen papier, scharen en potloden neer. De

kinderen kunnen cirkels, vierkanten, driehoeken, en rechthoeken tekenen en uitknippen door bijvoorbeeld schoteltjes en doosjes om te

trekken en uit te knippen. De leerkracht zet verf en kwasten neer en laat de kinderen de papieren vormen beschilderen. Ze kunnen al

experimenterend de meng en nuancekleuren ontdekken.

Taalhoek

Leg boek- en plaatmateriaal neer over het onderwerp.

64

Page 69: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Spelsuggesties: ‘Een marktdag’

Materiaal:

Ingerichte marktstentjes- dozen- kartonnen kaartjes met stift- geld- prijskaartjes (zelfgemaakte)- plastic tasjes- schaar- plakband-

boodschappentas met portemonnee.

De leerkracht laat de kinderen een spel spelen waarbij van alles wat er op de markt gebeurt nagespeeld wordt. Zij laat de

marktventers (kinderen) met hun koopwaar naar de markt rijden in hun „busjes‟ en hun koopwaar op hun eigen wijze uitstallen en

sorteren in hun stent. Zij stimuleer de kinderen door bijvoorbeeld de materialen netjes per kleur of op een rij in kleur nuances neer te

leggen. Met behulp van kaartjes kunnen ze de prijze opschrijven. Daarna kunnen de bezoekers om de beurt iets kopen en hiervoor

betalen. Het gekochte kan daarna in een tas worden gedaan. Als de marktdag om is wordt de koopwaar weer netjes (per kleur of

vorm) in dozen gedaan en ingeladen. Er kan berekend worden hoeveel er verdiend is vandaag. Tot slot rijden de marktventers in hun

„busjes‟ weer naar huis.

Bij aanvang van elke thema:

• Informeert de leerkracht de ouders over dit onderwerp!

• Geeft de leerkracht de basiswoorden.

• Geeft de leerkracht liedjes en versjes mee

• Vraagt de leerkracht de ouders om hun kind een stuk speelgoed mee te geven

• Laat de leerkracht zien hoe ouders samen met hun kind met speelgoed kunnen spelen

• Organiseert de leerkracht een ochtend waarbij de ouders met hun kind in de peuterschool kunnen komen spelen met speelgoed

• Knapt de leerkracht samen met ouders speelgoed op of maak samen nieuw speelgoed.

65

Page 70: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Project 4 Regen en wind

Dit thema is bestemd voor de peuters. Het accent ligt bij regen en wind en de gevolgen hiervan: de blaadjes vallen van de boom en we

kleden ons voor regen en de kou. Bij oriënteren worden de kinderen in de sfeer van de regentijd gebracht. De kinderen ervaren enkele

karakteristieken van het regenweer, zoals kou, vallende blaadjes, bliksem slagen, regen en wind. Bij demonstreren komen de in

bijzonder aspecten als regen, wind en vallende blaadjes, takken aan de orde. Dit gebeurt bij een wandeling naar buiten. Terug van de

wandeling worden de genoemde aspecten concreet gemaakt en nagespeeld bij de boom. Bij verbreden is aandacht voor het tijdsaspect

door in te gaan op overgangen in de grote regentijd. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen regenweer en droog weer, tussen veel

wind en geen wind. Bij verdiepen worden eenvoudige problemen voorgelegd. De opeenvolgende veranderingen in de tijd worden met

behulp van illustraties of foto‟s met elkaar vergeleken.

Netwerk van basis en extra begrippen:

Natuur :

Vallen- mantel- boom- blaadje/ takken- lopen- spelen- bewegen- mooi- gooien- grond- oprapen.

Regen en zon:

Het regent- koud- druppel- vallen- nat- droog- plas- paraplu- laars- mantel- de zon schijnt- wolk- zacht- hard- regen- regenjas- warm-

binnen- buiten- spelen- leuk.

66

Page 71: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Wind:

Het waait- koud- mantel- blaadje- wolk- zacht- hard- wind- lopen- spelen- bewegen- horen-blazen.

Speelleeromgeving

Ontdekhoek

De leerkracht plaatst in deze hoek een tafel met heel wat illustratie materiaal van de regentijd en de overige jaargetijden.

Huishoek

In deze hoek hangt de leerkracht een touw met afwisselend grote papieren afbeeldingen van wolken met regendruppels, wind

(blazende mond) en zon aan het plafond. Voor regenweer legt u op de grond plassen van blauw karton of van plastic folie.

Watertafel

De leerkracht kan hier benodigheden neerleggen om zelf „regen‟ en „wind‟ te maken: een vergiet of tuingieter, een plantenspuit,

poppetjes, plastic spelmateriaal en een handdoek. In de watertafel is bijvoorbeeld een landschap gemaakt met poppetjes en auto‟s.

67

Page 72: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Taalhoek

In deze hoek kan de leerkracht een boek met illustraties over regen en wind neerleggen. Bij een boek, dat de leerkracht samen met de

kinderen bekeken en gelezen heeft, kan zij figuren en voorwerpen van het spelmateriaal neerleggen, waarmee zij samen het varhaal

naspelen.

Speelplaats

Buiten op de speelplaats kan in regen en wind gespeeld worden. Wanneer het regent kunnen de kinderen met regenkleding en

attributen in de regen en plassen spelen. Ze kunnen kijken wat er buiten allemaal nat wordt. Of ze nemen droge spullen van binnen,

die ze buiten in de regen nat laten worden. Bij veel wind kunnen de kinderen buiten spelen met vlaggetjes, windmolentjes, linten of

ballonnen aan een touwtje. Laat de kinderen uitproberen of een steentje of stokje hout op de hand ook wegwaait door de wind. Als het

sterk waait, is het een leuk spel om tegen de wind in en met de wind mee te lopen.

Oei, oei….. waarom regent het nu ineens de hele dag? En is de straat ineens vol waterplassen? Oh,

de regentijd is begonnen!

Peuters hebben nog niet veel begrip van tijd. Door het verschil van de drogetijd naar de regentijd te

laten ervaren, werk je aan het begrip van tijd.

68

Page 73: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Bij aanvang van elke thema:

• De leerkracht informeerd de ouders over het onderwerp van het project.

• De leerkracht maakt voor de ouders een overzicht van de begrippen uit het project.

• De leerkracht geeft de liedjes van versjes mee naar huis geven, zodat de ouders deze ook thuis kunnen herhalen.

• De leerkracht vraagt de ouders de kinderen op een bepaalde dag, regenkleding en laarzen mee te geven.

69

Page 74: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Project 5 Huis

Het project huis maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied taal. Voor ons allemaal maakt het huis deel uit van de directe, meest

vertrouwde leefomgeving. Voor jonge kinderen is het van belang dat zij deze nabije leefomgeving nader kunnen verkennen en leren

benoemen. Uitgaande van de buitenkant van het huis wordt in de drie projecten vervolgens gekeken naar de binnenkant van het huis;

naar de diverse kamers en wat je daar zoal ziet en doet. Het soort huis dat als uitgangspunt genomen wordt hangt af van de

woonomgeving van de kinderen. De thema „hier woon ik‟ wordt in thema 5.1 uitgewerkt. Vervolgens worden de thema‟s „ kamers in

huis‟ en „wij gaan verhuizen‟ in de thema‟s 5.2 en 5.3 beschreven.

70

Page 75: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 5.1 Hier woon ik

Het soort huis dat u als uitgangspunt neemt, kunt u laten afhangen van de woonomgeving van de kinderen.

Netwerk van basisbegrippen en extra begrippen:

Huis aan de buitenkant

Huis- dak- raam- muur- duur- schel- wonen- opendoen- dichtdoen- binnen- buiten- flat- tuin- mooi- gezellig- sleutel- brievenbus.

Allemaal huizen

Huis- dak- raam- deur- bel- wonen- binnen- buiten- flat- kamer- tuin- anders- hetzelfde- hoog- laag- puntdak- lift- trap- boven-

beneden.

Wat doe je in huis?

Binnen- buiten- kamer- tuin- tafel- stoel- bed- toilet- spelen- slapen- eten- wassen- douchen- aankleden- televisie kijken- boekje lezen-

pyjama aan- knuffel- pop- auto- blok- drinken- bord- beker.

71

Page 76: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Speelleeromgeving

Ontdekhoek

In deze hoek kan de leerkracht „huizen‟ van karton of ander materiaal neerzetten. Zij legt ook echte voorwerpen neer zoals een

baksteen, sleutel en eventueel een (zelfgemaakte) brievenbus. Voorwerpen die te maken hebben met wonen in huis, zoals een deken,

een kussen, speelgoed, borden, kannen en baddoeken kunnen ook bij gelegd worden.

De leerkracht helpt de kinderen bij het maken van een huis met behulp van dekens, touw en knijpers. Zij laat het huis gemaakt van

eerder genoemde materialen met een deur of raam als een huis uitzien. De kinderen kunnen in het speelhuis of zelfgemaakte huis gaan

zitten en verschillende vormen van het doen- alsof- spel spelen.

Bouwhoek

Hier kunnen de kinderen van groot constructiemateriaal of van blokken „huizen‟ bouwen. Eventueel helpen de kinderen de leerkracht

met het bouwen van een huis, bijvoorbeeld door kartonnen dozen op elkaar te stapelen en ramen en deuren erop te tekenen of op te

plakken.

72

Page 77: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Huishoek

Deze hoek kan als een kamer worden ingericht, met name als een voorzaal (woonkamer). Met voorwerpen als een tafeltje, een

speelgoed telefoon, een speelgoed televisie enzovoort kan het idee van een voorzaal gewekt worden. In de loop van het project kunt u

deze hoek ook aanpassen door bijvoorbeeld de nadruk te leggen op het slapen in huis.

Poppenhuis

De leerkracht richt het poppenhuis zo in dat verschillende kamers met hun functies kunnen worden onderscheiden. Wanneer zij

hiervoor onvoldoende poppen huismateriaal heeft kan zij kleine zelfgemaakte voorwerpen toevoegen, zoals: gordijnen van stof, kleine

boekjes, kartonnen bedje met beddengoed enzovoort.

73

Page 78: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Taalhoek

De leerkracht legt boeken of plaatmateriaal neer over het onderwerp. Zij kan de meegebrachte foto‟s van de eigen huis van de

kinderen in plastic hoezen steken en als „boek‟ hier neerleggen. Om de taal te stimuleren en de mogelijkheid tot interactie te vergroten

zijn sommige boeken, aangevuld met kleine attributen en poppetjes zeer geschikt.

Spelsugesties

Een huis bouwen

Materiaal:

Grote blokken- kisten of constructiemateriaal- eventueel karton- wasknijpers- touw- eventueel grote auto‟s of trucks.

De leerkracht speetl in de bouwhoek of op de speelplaats met de kinderen dat er één of meer huizen moeten worden gebouwd.

Stimuleer het bouwen door met de kinderen te praten.

We gaan huizen bouwen, doen jullie mee? Wat voor soort huis zullen jullie bouwen?

De kinderen kunnen bijvoorbeeld „vrachtauto‟s met stenen vullen en deze naar de „bouwplek‟ rijden. De leerkracht stimuleert het

bouwen of geeft aanwijzingen.

Wat een mooi huis wordt dat. Heeft jouw huis ook ramen?

Als de huizen klaar zijn kunnen de kinderen erin wonen. De leerkracht laat ze bedenken wat ze allemaal nodig hebben in huis.

Hiervoor kunnen spullen uit de huishoek worden gebruikt.

74

Page 79: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Gaan slapen

Materiaal

Slaapkamer in de huishoek- matras- deken- tandenborstel- baddoek- pyjama- voorleesboekje.

De leerkracht creeerdt in de huishoek een slaapkamer. Zij speelt dat het tijd is om naar bed te gaan en meemtt bijvoorbeeld de rol van

moeder of vader aan.

O, wat is het laat. Het is tijd om te gaan slapen. Wat zullen we eerst doen?

Laat de kinderen zelf de volgorde van handelingen bedenken. Stimuleer het spel door bijvoorbeeld te vragen:

Zij je tanden al gepoetst en ben je al gebaad?

Kruip maar gauw onder de dekens.

Vader of moeder leest nog een boekje voor of zingt een liedje. Het spel eindigt met een nachtzoen. Het licht wordt uitgedaan.

Slaap lekker en tot morgen!

U kunt daarna van rollen verwisselen door een kind de rol van vader of moeder te geven. U speelt dan zelf de rol van kind.

Bedenk zelf de activiteiten en de rollen die de kinderen in ‘ het poppenhuis’ kunnen aannemen.

75

Page 80: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 5.2 Kamers in huis

Het onderwerp kamers in huis wordt bij de kinderen geïntroduceerd aan de hand van een zelfgemaakt huis van karton. Bij

demonstreren gaat de leerkracht gaat kort in op de buitenkant van een huis, waarna de binnenkant met de verschillende kamers wordt

bekeken. Bij verbreden gaat de leerkracht dieper in op de verschillende kamers van het huis en hun functie. Tot slot wordt bij

verdiepen de verschillende raadsels, opdrachten en vragen over de functie van de verschillende kamers in huis voorgelegd.

Netwerk van basisbegrippen en extra begrippen:

Huis aan de buitenkant

Huis- dak- raam- muur- deur- bel- wonen- opendoen- dichtdoen- binnen- buiten- sleutel- stenen- metselen- hoog- tuin- mooi- gezellig-

tekenen- buren- stoep.

Allemaal kamers

Huis- wonen- opendoen- dichtdoen- binnen- kamer- woonkamer- slaapkamer- keuken- badkamer- toilet (wc)- douche- lamp- televisie-

telefoon- bank- tafel- stoel- kast- bed- gang- boven- beneden- plant- radio- fornuis- aanrecht- bad.

76

Page 81: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

In welke kamer hoort het?

Binnen- buiten- kamer- woonkamer- slaapkamer- keuken- badkamer- toilet (wc)-spelen- slapen- eten- koken- wassen- lamp- televisie-

telefoon- bank- tafel- stoel- kast- bed- bewaren- speelgoed- pyjama- kleren- tandenborstel- pan- bord- lepel- handdoek- zeep.

Wat doe je in huis?

Binnen- buiten- kamer- woonkamer- slaapkamer- keuken- badkamer- toilet (wc)-spelen- douche- spelen- eten- slapen- eten- koken-

wassen- lamp- televisie- telefoon- bank- tafel- stoel- kast- bed- trap- gang- boven- beneden- bellen- televisie kijken- drinken- lezen..

Spelsuggesties

In welke kamer hoort het? De leerkracht laat de kinderen verschillende voorwerpen zien ( tandenborstel, lepel enz.) en vraag hoort

dit in de keuken of in de badkamer?

Wat doe je in huis? Waar? Lezen ( waar?), baden (waar?), eten ( waar?), slapen ( waar?).

Wat doe je als je ‘s morgens opstaat? Opstaan uit bed, en dan, en dan en dan? ( baden, eten, drinken, spelen, naar school).

Voorlezen ( aangepaste versie van de wolf en de zeven geitjes)

77

Page 82: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Themalied

Opa bakkebaard heeft een huisje en in dat huisje daar is het goed.

Opa bakkebaard is aan het werken en weet jij wel wat hij doet?

Hij veegt de vloer met een bezem, met een bezem.

Hij veegt de vloer. Zo veegt hij de vloer!

Speelleeromgeving

Ontdekhoek

De leerkracht legt hier diverse voorwerpen neer, die met het huis te maken hebben, zoals sleutels, pannen, brievenbus. Ook

miniatuurhuizen en een huis van lego kunnen hier een plaats krijgen.

Huishoek

Huisje spelen ( eten koken, huis opruimen, tv kijken, slapen). De leerkracht kan hier een speciale kamer maken met een herkenbare

inrichting en voorwerpen. Na een week kan er van inrichting gewisseld worden en wordt de hoek een andere kamer. Als de ruimte het

toelaat kunt u de ruimte ook in twee kamers verdelen, bijvoorbeeld een keuken en een slaapkamer, gescheiden door een scherm of

78

Page 83: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

poppenkast. Een kamer met duidelijke voorwerpen zal de kinderen uitnodigen tot spel en handelingen die bij deze speciale kamer

horen.

Bouwhoek

Hier kan met dozen, hout, karpet, stokjes gewerkt worden aan het bouwen van een huis, misschien zelfs met meerdere kamers. Het is

goed als de leerkracht ook klein speelgoed neerlegd waarmee vervolgens in het huis gespeeld kan worden.

Taalhoek

De leerkracht legt boeken of plaatmateriaal neer over het onderwerp, bijvoorbeeld naar oma‟s huis en voorwerpen voorzien van

woordkaarten benoemen: de deur, het raam, de muur, het dak en dan naar binnen en vragen welke kamer is dit? Wat doe je in de

keuken?

Poppenhuis

Indien aanwezig kan de leerkracht een ingericht poppenhuis neerzetten met kamers met een herkenbare inrichting. Zij klan ook een

leeg poppenhuis plaatsen en de kamers door de kinderen laten inrichten met meubels en poppetjes.

79

Page 84: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 5.3 Wij gaan verhuizen

Het onderwerp „wij gaan verhuizen‟ wordt middels het inpakken van spullen, uit de verschillende kamers in huis in dozen, bij de

kinderen geïntroduceerd.

Netwerk van basisbegrippen en extra begrippen:

In welke kamer hoort het

Huis- wonen- kamer- woonkamer- slaapkamer- keuken- badkamer- douche- toilet- verhuizen- nieuw- oud- doos- inpakken- uitpakken-

spullen- speelgoed- bed- pyjama- kleren- pan- koken- bord- lepel- vork- mes- douchen- baddoek- zeep- tandenborstel- kast.

Verhuizen

Huis- wonen- kamer- woonkamer- slaapkamer- keuken- badkamer- douche- toilet- verhuizen- nieuw- oud- doos- inpakken- uitpakken-

optillen- verhuiswagen- spullen- leeg- vol- zwaar- verven- schoonmaken- trap- boven- beneden- sleutel- helpen- buurt- ophangen-

neerzetten- inrichten- gezellig- mooi.

Allemaal huizen

Huis- wonen- kamer- nieuw- oud- flat- tuin- anders- hetzelfde- dak- stoep- hoog- laag- naast- mensen- schel- brievenbus- voordeur.

80

Page 85: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Verdriet en blij

Huis- wonen- kamer- verhuizen- nieuw- oud- flat- spullen- leeg- vol- verdrietig- blij- buren- vriendje- school- alleen- wennen- ver-

weg- leuk- niet leuk- voelen.

Speelleeromgeving

Ontdekhoek

In deze hoek legt de leerkracht concrete materialen in verband met verhuizen neer: plaatjes en materialen van een verhuisbedrijf,

dozen enzovoort. Ook legt zij hier te verhuizen spullen uit het lokaal klaar, zoals boeken, blokken en materialen uit de huishoek.

Huishoek

De leerkracht laat een deel van het huis leeg maken, zodat deze goed schoongemaakt kan worden. Zij zet hiervoor wat grote dozen

klaar en schoonmaak middelen. Nadat de hoek schoongemaakt is kunnen de spullen weer verhuisd worden.

81

Page 86: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Bouwhoek

Als er een grote speelgoedvrachtwagen aanwezig is, kunnen de kinderen deze gebruiken om diverse formaten blokken van de ene naar

de andere plaats te verhuizen. Met de blokken kan daarna een huis worden gebouwd, waar kleinere spullen uit het lokaal naartoe

kunnen worden gebracht.

Taalhoek

De leerkracht legt boeken of plaatmateriaal neer over het onderwerp. Maak een overzichtelijk kijkboek met plaatjes van

verhuissituaties, het schoonmaken en het inrichten van de kamers. Laat aan de hand van de meubels en voorwerpen in de kamers zien

wat de functie van de verschillende kamers is.

82

Page 87: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Spelsugesties

Inpakken

Materiaal:

Verschillende dozen zodat de spullen verpakt kunnen worden- spullen om in te pakken, bijvoorbeeld boeken, keukenmateriaal,

speelgoed, kleren.

In de huishoek heeft de leerkracht de dozen klaarstaan en er liggen verschillende materialen door elkaar om in te pakken. Zij vertelt

de kinderen bijvoorbeeld dat het huis te klein is geworden. Zij wilt verhuizen naar een groter huis, waar iedereen een eigen kamer

krijgt. Voordat de verhuiswagen komt moeten alle spullen uit het oude huis ingepakt worden:

We gaan aan het werk, want we moeten veel spullen inpakken.

Maar hoe kunnen we dat het best doen?

Laat de kinderen bedenken hoe ze dat het beste kunnen doen, bijvoorbeeld spullen per soort inpakken of per kamer waar ze thuis

horen of per persoon van wie ze zijn. De dozen worden ingepakt zoals de kinderen hebben voorgesteld. Als alle dozen ingepakt zijn,

worden ze keurig klaargezet voor de verhuizing:

Zullen we alle dozen bij elkaar zetten?

Want straks komt de verhuiswagen.

Deze doos is wel zwaar zeg. Zullen we die samen optillen?

83

Page 88: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

De leerkracht bedenkt zelf de activiteiten die de kinderen als verhuizer kunnen uitvoeren. Verder kunnen de kinderen

verschillende rollen aannemen bij het schoonmaken van het nieuwe huis en het uitpakken.

Bij aanvang van elke thema:

• Informeer de ouders over het onderwerp van het project.

• Maak voor de ouders een overzicht van begrippen- uit het project.

• U kunt de liedjes en versjes mee naar huis geven (zo mogelijk in de taal van de kinderen), zodat de ouders deze ook thuis

kunnen herhalen.

• Vraag de ouders, indien mogelijk, foto‟s van een eventuele verhuizing mee te geven.

• Als een kind uit de groep kortgeleden verhuisde of op kort termijn gaat verhuizen, kan zijn of haar ouder daarover mischien

vertellen in de groep/ klas.

84

Page 89: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Project 6 Kerstmis

Het project Kermis maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit project bestaat uit het thema

kerstfeest.

In de projecten worden verschillende facetten van de kerstviering belicht. Zowel het wereldse aspect van de versierde kerstboom en de

brandende kaarsjes als het christelijke aspect van de geboorte van jesus komen aan de orde . hiernaast is de aandacht voor feestvieren

in andere culturen, met name de verschillen bij de kerst- of nieuwjaarsviering. Zo zullen kerstboompjes met versiering uit

verschillende culturen een plaats kunnen krijgen.de keuze van de activiteiten uit de projecten zal afhangen van de signatuur of

populatie van uw peuterspeelzaal of school. Voor de groepen die veel nadruk op het christelijke kerstverhaal willen leggen, zijn bij de

afzonderlijke stappen in het project activiteiten opgenomen rond het kerstverhaal.

85

Page 90: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 6.1 Kerstfeest

Dit thema is bestemd voor de peuters en wordt middels de stappen orienteren, demonstreren, verbreden en verdiepen uitgewerkt. Bij

Oriënteren worden de kinderen in de sfeer gebracht van het naderende kerstfeest. Dit gebeurd door het versieren van het lokaal, het

spelen van een doen-alsof-spel over kerstbomen verkopen en het binnen brengen van de kerstboom. Er wordt een boek over het

versieren van de kerstboom bekeken en de lampjes worden in de boom gehangen. Met het aansteken van één kaarsje wordt het

naderende kerstfeest geconcretiseerd. Bij Demonstreren wordt de sfeer van het kerstfeest beleefd door het versieren van de kerstboom

en het verlichten van het lokaal met lampjes, kaarsen, verlichte sterren en door het gezamenlijk bekijken van een boek. Om de

kinderen de tijdsduur tot het kerstfeest te laten ervaren wordt dieper ingegaan op het aansteken van het juiste aantal kaarsjes of het

aanstrepen van de dagen op de kalender. Bij verbreden komen verschillende aspecten van het kerstfeest aan bod door het spelen van

een doen-alsof-spel. De tijdsduur tot het kerstfeest komt aan bod door het tellen van de brandende kaarsjes en door het bespreken wat

er nog moet gebeuren voordat het kerstfeest is. De eigen ervaringen van de kinderen rond het kerstfeest of andere cultuurgebonden

feesten komen aan de orde. Bij verdiepen wordt de geboorte van jesus als verhaal verteld, waarbij de kinderen zich inleven in de

verschillende kerstfiguren. De kinderen oriënteren zich in de tijd door verschillende feesten in de maand december te visualiseren op

een kalender. Het versturen en ontvangen van kerstkaarten wordt onder de aandacht gebracht en er worden kerstraadsels opgelost. Tot

slot wordt het kerstfeest op school voorbereid en gevierd.

86

Page 91: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Netwerk van Basis en extra begrippen:

Kerstsfeer maken:

Kerstfeest- kerstboom- versieren- mooi- kerstbal- lampje- kaarsje- aansteken- lichtje- ster- kerstmis- feest- vieren- versiering-

gezellig- wachten- dichterbij komen- licht- lokaal- binnen- waar- bekijken- ophangen- neerzetten.

Kerstboom:

Kerstboom- tak- versieren- mooi- kerstbal- lampje- lichtje- versiering- slinger- kerstklok- hangen- gezellig- voorzichtig- groen-

uitkiezen- ruiken- voelen- hoog- laag- bovenin- onderaan- middenin- naast- glimmen- breekbaar- goud- zilver- vogeltje- engeltje-

kerstman.

Kerstfeest:

Kerstfeest- kerstboom- versieren- lampje- kaarsje- aansteken- lichtje- ster- kerstmis- feest- vieren- versiering- gezellig- bijna-

wachten- dichterbij komen- kerstkaart- adventskrans- kerstverhaal- kerststal- kalender- zin hebben in- erbij horen-

schrijven- sturen- kerstliedje- zingen- zich verkleden- eten maken.

87

Page 92: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Kerstverhaal:

Kerstmis- feest- vieren- bijna- wachten- dichterbij komen- donker- adventskrans- kerstverhaal- kerstbal- kalender- schijnen- Maria-

Jozef- engel- kindje- schaap- herder- koning- zingen- blij- vrolijk- stal- geboren worden- kribbe- ezel- koud.

Spelsituatie

Ontdekhoek:

Op een aparte tafel of in de huishoek kunnen de kinderen een imitatiekerstboompje versieren met ontbreekbare kerstballen of

zelfgemaakte kerstversieringen. Ook echte dennentakken en andere kerstversieringen zoals kerstmannetjes, sterren, attributen voor de

kersttafel kunnen hier een plaats krijgen. De leerkracht kan versieringen een plaats geven en zet ook allerlei soorten kaarsen neer.

Kersttafel:

Op een grote tafel kan de leerkracht met onbreekbare figuren het kerstverhaal nagespeeld worden. Een kerststal kan van houten

blokken worden gebouwd. In de loop van het verhaal kunnen de figuren van Maria en Jozef uitgebreid worden met het kindje Jezus,

herders en koningen.

Huishoek:

De leerkracht maakt ongeveer vier imitatiekerstbomen van verschillende grootte, geknipt van karton met stukjes klittenband. Daarbij

maakt zij kerstversieringen van karton. De kinderen kunnen de kerstversieringen in de boom „hangen‟. De leerkracht kan bovendien

88

Page 93: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

een imitatiekerstboomp met kerstspulletjes neerzetten, zodat de kinderen de boom kunnen versieren. Leg allerlei attributen in deze

hoek die te maken hebben met het kerstverhaal, zoals verkleedkleren, doos als kribbe, pop in doeken gewikkeld, (stok met staart) ster,

glanzende voorwerpen die als cadeautjes kunnen dienen voor het kindje.

Taalhoek:

De leerkracht legt boeken of plaatmaretiaal neer over het onderwerp. Zij kan een kijkboek maken door plaatjes van kerstattributen en

nieuwjaarskaarten in plastic hoesjes te verzamelen of in een plakboek te plakken.

Kunsthoek:

De leerkracht legt allerlei materialen neer waarmee de kinderen kerstversieringen kunnen maken, zoals doppen, zilver- of goudkleurig

papier, stroken, kwasten, scharen, lijm of vingerverf.

89

Page 94: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Spelsuggesties

Het is bijna Kerstmis

Materiaal:

Imitatiekerstbomen van karton- kerstboomversieringen van karton.

Voor de huishoek kunnen de kinderen het kopen en het verkopen van kerstbomen zelfstandig met elkaar spelen nadat activiteiten van

Oriënteren aan de orde is geweest. De leerkracht laat de kinderen zowel de rol van koper als van verkoper spelen. Zij stimuleert het

spel en zegt bijvoorbeeld:

kerstboomverkoper, wat voor kerstbomen heb je allemaal te koop? Oh, wat een mooie boom, ik zie daar grote en kleine bomen. Dikke

en dunne. Wat moet je vragen aan de kerstboomverkoper als je een boom wilt kopen? Hoe moeten we die grote boom nu mee naar

huis nemen? De kinderen „slepen‟ daarna de kerstboom naar huis. Daar kan de kerstboom worden versierd met kerstballen, slingers en

een piek.

Kerstfeest vieren

Materiaal:

Imitatiekerstboompje en versieringen- verkleedkleren- keukengerei

In de huishoek speelt de leerkracht met de kinderen. Zij kunnen samen het kerstfeest vieren. Er staat een versierd kerstboompje in de

huishoek. De leerkracht zegt bijvoorbeeld: het is kerstmis. We vieren feest. Wat gaan we doen als het feest is? Zij laat de kinderen

90

Page 95: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

bedenken wat er bij het vieren van het kerstfeest hoort en speelt dit na, bijvoorbeeld mooie kleren aantrekken , liedjes zingen, visite

ontvangen, lekker eten maken, tafels dekken. Als de kinderen niet op ideeën komen stimuleert de leerkracht de kinderen door vragen

te stellen zoals: krijgen we vandaag nog visite? Zullen we dan maar mooie kleren aandoen en de woonkamer een beetje opruimen?

Heb je al eten klaargemaakt in de keuken? Wat voor lekkers ga je maken? Als iedereen mooie kleren aanheeft en het eten is gekookt

speelt zij dat de visite aanklopt. Zij laat de kinderen op eigen wijze de tafel dekken en aan tafel gaan en kunnen met z‟n allen een

kerstliedje zingen.

Bij aanvang van elke thema:

• Informeerd de leerkracht de ouders over het thema van het kerstproject, de wijze waarop dit wordt uitgevoerd en hoe het

kerstfeest op school gevierd wordt. Wanneer het kerstfeest thuis niet wordt gevierd, kunnen de ouders ingaan op de

aspecten en gevoelens die horen bij een feest uit de eigen cultuur: samen zijn, blijheid, vrolijkheid en versieringen.

• De leerkracht maakt een overzicht van de begrippen uit het project voor de ouders.

• De leerkracht geeft de liedjes en versjes mee naar huis (zo mogelijk in de taal van de kinderen), zodat de ouders deze ook

thuis kunnen herhalen.

• Als de leerkracht een gezamenlijke oefening en –afsluiting houdt, kunnen ouders gevraagd worden bij de voorbereiding en

uitvoering te assisteren.

91

Page 96: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Project 7 Tellen

Tellen is een belangrijke vaardigheid voor allerlei activiteiten in het dagelijks leven en het is een goede voorbereiding op het leren

rekenen. Bij het leren tellen kunnen we de volgende belangrijke stappen onderscheiden:

• Opzeggen van de tel rij: in het begin met allerlei onvolkomenheden (bijvoorbeeld een, twee, drie, vijf, acht, twaalf, twintig)

later steeds nauwkeuriger.

• Tellen met aanwijzen, het kind moet twee dingen tegelijk kunnen doen; tellen en bij ieder getal en ding aanwijzen of pakken.

De snelheid van tellen en aanwijzen moet gelijk lopen en het kind moet de telrij kunnen opzeggen. In het begin zitten ook hier

allerlei onvolkomenheden; iets twee keer aanwijzen, een voorwerp overslaan, wat je geteld heb nog een keer aanwijzen,

enzovoort. De snelheid is aanvankelijk laag, maar snelheid en nauwkeurigheid nemen toe.

• Tellen zonder aanwijzen (perspectief), bijvoorbeeld innerlijk tellen.

• Tellen op het gehoor (auditief): luisteren en tegelijkertijd tellen (zonder visuele ondersteuning).

• Tellen en zeggen hoeveel er geteld is (resultatief), bijvoorbeeld een, twee, drie, vier: „vier‟. Wanneer gevraagd wordt: hoeveel

heb je geteld? En het kind begint opnieuw te tellen: een, twee, drie, vier‟, dan weet het nog niet te zeggen hoeveel het geteld

heeft.

• Doortellen (verkort): het kind heeft bijvoorbeeld vier objecten geteld. Er worden twee bijgelegd en het telt „ vijf, zes‟.

92

Page 97: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

• Handig tellen: dat wil zeggen een manier of strategie vinden waardoor geen fouten gemaakt worden en/ of de snelheid van

tellen toeneemt. Bijvoorbeeld: wat geteld is wegleggen, aangeven waar begonnen is, op een rij leggen of structuur aanbrengen

in het geheel. Hieronder verstaan we ook tellen in tweetallen.

Bij dit project wordt er niet allen aandacht besteed aan het tellen, maar ook het vergelijken van de hoeveelheden als aparte

vaardigheid. Veel vergelijkingen worden al spontaan gemaakt in de vorm van één- één relaties: is er voor elk kind een stoel? De

opbouw van het vergelijken is als volgt:

• Één- één relaties leggen tussen voorwerpen die bij elkaar horen.

• Één- één relaties leggen tussen voorwerpen die niet bij elkaar horen.

• Handig vergelijken: naast of in elkaar zetten van te vergelijken voorwerpen (direct vergelijken).

• Begrijpen en toepassen van begrippen als: meer- minder- evenveel- meeste en minste.

• Indirect vergelijken van voorwerpen die niet direct te vergelijken zijn op bovenstaande manier, zoals het met elkaar vergelijken

van grote voorwerpen of afbeeldingen.

Het project tellen maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied denkontwikkeling. Beer is jarig wordt in thema 4.1 uitgewerkt. „ Mijn

verjaardag en het is feest‟ worden in de thema‟s 4.2 en 4.3 nader uitgewerkt.

93

Page 98: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 7.1 Beer is jarig

Dit thema is gekozen als aanleiding om het tellen functioneel te maken. Bij oriënteren wordt het thema „Beer is jarig‟ geïntroduceerd

door de kennismaking met beer. Binnen deze context gaat het in deze stap om het plezier hebben in tellen. Het vergelijken komt

spelenderwijs aan bod door het leggen van één- één relaties. Bij demonstreren staan de activiteiten in het teken van de

voorbereidingen van de verjaardag van beer. In deze stap wordt aandacht besteed aan het correct opzeggen van de telrij tot en met vijf.

De kinderen worden op speelse wijze gericht op de functie van tellen. Door bij de telwoorden bewegingen in het ritme van het tellen te

maken wordt het synchroon tellen geoefend. Bij verbreden staan de activiteiten in het kader van beer die jarig is en vandaag zijn

verjaardag viert. In deze stap wordt het aanwijzend tellen tot en met vijf aangeboden. Dit gebeurt door tijdens het tellen materiaal op te

plakken of nadrukkelijk aan te wijzen. Bij verdiepen is er gedacht voor de cadeautjes die beer gekregen heeft en kijkt hij terug op rijn

verjaardagfeest. In deze stap komen handig tellen en vergelijken aan bod door het gestructureerd tellen van de verschillende

cadeautjes en het leggen van één- één relaties. Moeilijkere vormen van tellen, zoals aanwijzend tellen zonder manipuleren met de te

tellen hoeveelheid (aanwijzen op een plaatje) en resultatief tellen (weten hoeveel er geteld is) komen aan de orde.

Basisbegrippen:

Eén, twee, drie, vier, vijf, tellen, genoeg, beer, jarig, feest, vriendje, iedereen, pakken, verjaardag, feesthoed, aanwijzen, hoeveel,

vingers, over, verjaardag, cadeautje, cake, uitdelen.

94

Page 99: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Verjaardagsfeest in Suriname

Suriname

In Suriname is een verjaardag de aanleiding om een groot feest te houden, zeker voor mensen die al een jaartje ouder zijn. In principe

worden gasten van tevoren uitgenodigd, maar omdat zo'n feest altijd buiten wordt gevierd en er meestal veel lawaai wordt gemaakt,

feest binnen de kortste keren de halve buurt mee. De aanwezigheid van (live) muziek en de versterker op tien zorgt er dan ook voor dat

een verjaardagsfeest in Suriname niet makkelijk over het hoofd wordt gezien. Natuurlijk ontbreekt ook de familie niet, van piepjong tot

hoogbejaard. Bedrijven die stoelen en zeilen (in het regenseizoen) verhuren doen in Suriname goede zaken. Kenmerkend van een

Surinaams verjaardagsfeest is niet alleen de enorme hoeveelheid gasten, maar ook de gigantische berg eten (pom bij de Creolen,

saoto bij de Javanen en roti bij de Hindoestanen) en drinken (rum-cola en parbobier voor de volwassenen, Fernandez fris voor de

kinderen). Alles wordt door de jarige betaald. Het hoogtepunt van een verjaardagsfeest is het arriveren van de partybus of -bussen.

Deze zijn speciaal ingericht om het feest al rondtoerend voort te zetten. Eten, drinken en muziek is ook nu weer in ruime mate

aanwezig. De bus(sen) vol familie en genodigden rijden urenlang luid toeterend rond. Soms wordt gestopt om mensen op te pikken.

Pas in de kleine uurtjes keert met weer terug op de plaats waar het feest was begonnen.

Surinaamse indianenstammen spreiden de viering van verjaardagen vaak over meerdere dagen. Sommige feesten duren wel een week!

Hierbij vloeit de casiri (cassavebier met speekselenzymen) rijkelijk en worden er pannen vol 'heet water' (een soort vissoep)

geserveerd.

95

Page 100: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Brownsweg

Binnen Suriname heb je verschillende culturen met verschillende geloofsovertuigingen die allemaal anders met het vieren van

verjaardagen omgaan. Op Brownsweg wordt de verjaardag van een kind niet heel uitgebreid gevierd. Wanneer een kind jarig is wordt

er een klein feest georganiseerd. De kinderen zingen voor de jarige en ze maken kleine lekkers voor de kinderen als: popcorn, stroop

(siroop) koekjes, bami of nasi. De kinderen krijgen geen speciale cadeautjes en de kinderen die op het feest komen nemen geen

cadeautje voor de jarige mee.

In de peuterspeelzaal worden met alle kinderen liedjes voor de jarige peuter gezongen. De peuter krijgt een speciale verjaardagsmuts

met de leeftijd erop. De ouders brengen popcorn en stroop mee voor de hele groep peuters.

Voorbeelden activiteiten die de leerkracht bij het aspect tellen kan uitvoeren:

• Liedjes zingen over tellen

• Aanwijzen en benoemen: 2 oren, 2 handen, 2 voeten, 2 ogen, 2 benen. Hoeveel vingers heb je? Hoeveel tenen heb je? Hoeveel

neuzen heb je?

• Tekening maken van de omtrek van de handen. Ik heb 5 vingertje! 1, 2, 3, 4, 5!

• In kleine kring maken met 5 kinderen. Het kind telt eerst hoeveel kinderen er zijn. Dan gaan de ogen dicht en de juffrouw wijst

een kind aan dat moet gaan zitten. Het kind moet tellen hoeveel kinderen er nog zijn.

• Begrip: genoeg. Spelletje: een kind moet 3 vruchten pakken. De juffrouw neemt 1 en vraagt of dit genoeg is. En zo leert het

kind tellen tot 3. De Juf vraagt steeds of het genoeg is.

• Werkblad maken met 5 feestdraken

96

Page 101: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Speelleeromgeving

Inrichting klaslokaal

• Het lokaal wordt versierd met ballonnen en slingertjes.

• Thematafel met nepcadeautjes en bloemetjes.

• Er worden een aantal feestmutsen gemaakt die gebruikt worden bij de activiteiten

Hoeken

De leerkracht heeft voor de inrichten van de hoeken de volgende materialen nodig:

Ontdekhoek: 5 knuffels, 5 borden, 5 bekers, 5 verjaardagsmutsen, 5 nepcadeautjes, 5 verjaardagsbordjes.

Taalhoek: voorwerpen met het woord erbij plus boekjes.

Bouwhoek: met grote blokken.

Buiten in het dorp

Samen de huizen tellen.

97

Page 102: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Groepsactiviteiten

De leerkracht viert samen een (nep) verjaardag met de kinderen. In de peuterschool wordt met alle kinderen liedjes voor de jarige

peuter gezongen. De peuter krijgt een speciale verjaardagsmuts met de leeftijd erop. De ouders brengen popcorn en stroop mee voor

de hele groep peuters.

Maak een verjaardagsmuts

2 A4 blaadjes in verschillende kleuren. Deze knip de leerkracht in 2 linten. De eerste 2 „niet‟ zij met een nietmachine aan elkaar zodat

het past om het hoofd van de peuter. Het andere papier wordt niet geknipt en aan het andere papier „geniet‟. „Nietjes‟, waterverf of

mooie stiftpennen om de leeftijd erop te schrijven met Hiep, hiep, hoera! Op de rand Hiep, Hiep Hoera en op het blad het getal van de

leeftijd. (zie tekening)

De draak is jarig

Op Brownsweg is niet beer jarig maar de draak is jarig. Dit is een knuffelbeer die de kinderen erg aanspreekt. De leerkracht vertelt dat

draak jarig is en dat we de verjaardag samen gaan vieren.

98

Page 103: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Spelsuggesties

• Liedjes zingen over tellen

• Aanwijzen en benoemen: 2 oren, 2 handen, 2 voeten, 2 ogen, 2 benen. Hoeveel vingers heb je? Hoeveel tenen heb je? Hoeveel

neuzen heb je?

• Tekening maken van de omtrek van de handen. Ik heb 5 vingertjes 1, 2, 3, 4, 5.

• Op behangpapier omtrek maken van het hele lichaam van een kind.

• Maak een kleine kring met 5 kinderen. Het kind telt eerst hoeveel kinderen er zijn. Dan gaan de ogen dicht en de juffrouw

wijst een kind aan dat moet gaan zitten. Het kind moet tellen hoeveel kinderen er nog zijn.

Begrip: genoeg. Spelletje: een kind moet 3 vruchten pakken. De leerkracht neemt 1 en vraagt of dit genoeg is. En zo leert het kind

tellen tot 3. De leerkracht vraagt steeds of het genoeg is. Maak een werkblad met 5 feestdraken.

99

Page 104: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Bij aanvang van elke thema:

• Wordt het lokaal samen met de ouders versierd voor verjaardag

• Krijgen de ouders een overzicht van de basisbegrippen mee naar huis

• Geeft de leerkracht de liedjes en versjes mee naar huis

• Vraagt de leerkracht aan de ouders als zij over 5 identieke voorwerpen beschikken die zijn willen uitlenen. Bijvoorbeeld 5 van

dezelfde bekertjes, 5 dezelfde kralen, 5 dezelfde vruchten, 5 stenen, enzovoort.

• Vraagt de leerkracht aan ouders of ze knuffelbeertjes mee willen geven.

Liedjes & versjes

Ik kan tellen (wijs vader Jakob) Verjaardagsliedjes

Ik kan tellen, ik kan tellen, Wan frejari ti de

Wil je zien, wil je zien A die mi jere joe ferjari 3x

Een, twee, drie, vier, vijf (spreken) Ne me kong fristeri joe

Happy birthday to you

Boek:

Bruintje beer is jarig (Deltas)

100

Page 105: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 7.2 Mijn verjaardag

„Mijn verjaardag‟ is de verjaardag van een kind of van de leerkracht. Een verjaardag is maar een dag en tijdens het project is niet altijd

een kind of leerkracht jarig. Daarom wordt er met een pop gewerkt. Als er geen kind jarig is, is een pop de hoofdpersoon. U kunt zelf

kiezen als u de pop een naam geeft.

Telpop

Om de pop heel functioneel te laten zijn, kunt u ook kiezen voor een teltop. Een teltop is een pop die er plezier in heeft om te tellen en

die de kinderen zal aanmoedigen om te gaan tellen. Een teltop heeft ook als eigenschap dat ze goed wil tellen, zonder fouten, dat ze

handig wil tellen en dat ze structuur aanbrengt in de te tellen voorwerpen. De teltop is een modelpop voor een kind dat goed wil leren

tellen. Het voordeel van de teltop kan ook zijn dat er snel en met plezier iets herhaald kan worden. Het thema is gekozen om het tellen

functioneel te maken. Naast deze thematische activiteiten zijn er telactiviteiten opgenomen in de Extra-activiteiten, spelen met

muziek, spel en beweging en verwerking waarbij het thema losgelaten wordt. Vooral telactiviteiten rond de ontwikkelingsmaterialen

hebben geen extra context nodig doordat er gebruik wordt gemaakt van het betreffende materiaal. Dit vormt dan de context.

Bij oriënteren worden de telrij en het aanwijzend tellen tot en met vijf op speelse wijze herhaald door in te gaan op de leeftijden van

de kinderen. Bij demonstreren wordt het aanwijzend en resultatief tellen tot en met vijf op verschillende manieren aan de orde gesteld,

gericht op het verkrijgen van getalbegrip. Het vergelijken van aantallen komt aan bod door het leggen van één- één relaties. Bij

verbreden worden representaties geïntroduceerd van de aantallen in de volgorde van de telrij: de getallenlijn met bijbehorende

geordende en ongeordende stippenkaartjes. Ook de dobbelsteen wordt hierbij geïntroduceerd als model van de aantallen één tot en met

vijf. Het vergelijken van hoeveelheden wordt verder uitgebouwd met behulp van de vergelijkstroken, waarbij ook begrippen als

evenveel, meer en minder worden gebruikt. Bij verdiepen komen moeilijker vormen van tellen aan bod, zoals verkort en auditief

tellen. Er wordt aandacht besteed aan handig vergelijken en tellen door het gestructureerd tellen en het leggen van één- één relaties op

101

Page 106: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

vergelijkingstroken. Hierbij worden ook de stippen – en de getalkaartjes gebruikt. Het snel overzien en onthouden van hoeveelheden

(en getallen) wordt geoefend door flits- en bedekspelletjes. In dit project komt de telrij tot en met tien niet in de stappen aan bod. Het

synchroon tellen is bij uitstek geschikt om aan te bieden in combinatie met muziek en beweging. Daarom zijn activiteiten met het

opzeggen van de talrij tot en met tien in spelen met muziek opgenomen.

Netwerk van basisbegrippen en extra begrippen:

Bijna jarig

Één- twee- drie- vier- vijf (telrij)- tellen- jarig- feest- één- twee- drie- vier- vijf (getalbegrip)- aanwijzen- hoeveel- jaar- verjaardag-

cadeautje- taart- verjaardagsfeest- vieren- kaarsje- versieren- slinger- vlaggetje- ballon- zingen- pop.

Verjaardagstaart

Één- twee- drie- vier- vijf (telrij)- tellen- genoeg- jarig- feest- vriendje- iedereen- één- twee- drie- vier- vijf (getalbegrip)- pakken-

hoeveel- jaar- verjaardag- taart- nodig hebben- kaarsjes- uitdelen- kopen- winkel- bakken- versieren- proeven- stukje- lekker.

Visite (bezoek)

Tellen- genoeg- jarig- feest- vriendje- iedereen- één- twee- drie- vier- vijf- pakken- hoeveel- teveel- te weinig- taart- nodig hebben-

meer- minder- evenveel- verjaardagsfeest- vieren- visite- vriendin- kan- rietje- bordje- vorkje- tafel- gezellig- rommel- opruimen.

102

Page 107: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Wat heb je gekregen?

Tellen- één- twee- drie- vier- vijf (getalbegrip)- pakken- aanwijzen- hoeveel- verjaardag- cadeautje- stip- getal- meer- minder-

evenveel- dobbelsteen- springtouw- touwtje- springen- bal- gooien- kraal- ketting rijgen- kleur- knikker- knikkeren- mooi- spelletje-

heleboel.

Speelleeromgeving

Ontdekhoek

De leerkracht legt verjaardagsartikelen in groepjes van vijf neer, bijvoorbeeld:

Feesthoedjes- ballonnen- toeters- slingers- (ingepakte) cadeautjes- kannen met een rietje erin.

De leerkracht kan ook enkele dobbelstenen bij aanleggen en een aantal stippenkaartjes en getalkaartjes. Zet er evenveel een telraam of

rekenrekje bij. Leg ook de vergelijkstroken alvast neer met hierop een aantal voorwerpen. De kinderen kunnen spelenderwijs allerlei

dingen tellen. Wellicht combineren ze aantallen voorwerpen met het gooien met de dobbelsteen of met de stippenkaartjes of

getalkaartjes. Misschien leggen ze de voorwerpen op de vergelijkstroken om structuur te geven aan hun tellen. U kunt de dozen met

een bepaald aantal voorwerpen neerzetten. De kinderen kunnen spelen met de voorwerpen en deze na afloop in de goede doos

opbrengen.

103

Page 108: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Winkeltje

In een winkeltje is tellen een voor de hand liggende bezigheid. De leerkracht maakt een feestartikelenwinkel van of een

speelgoedwinkel, zodat de kinderen er cadeautjes kunnen kopen voor de verjaardag van de pop of artikelen voor het verjaardagsfeest.,

zoals hoedjes, kaarsjes, slingers. De leerkracht legt stippen- en getalkaarten neer of lege stukken karton, zodat de kinderen

prijskaartjes bij hun artikelen kunnen zetten. Verder legt de leerkracht geld in de winkel en zorgt voor boodschappentassen en een

portemonnee. Tot slot kan de leerkracht bijvoorbeeld reclamemateriaal, een rekenmachine, telmachine, papier en potlood neerleggen

zodat de kinderen een boodschappenlijstje kunnen maken.

Groepstafel

De leerkracht legt ontwikkelingsmaterialen neer waarin vergelijken en tellen een belangrijke rol spelen. Ook inlegplanken waarin de

vijfstructuur aanwezig is (bijvoorbeeld vijf figuren op een rij van klein naar groot) kunnen hierbij worden gelegd.

Huishoek

De leerkracht sorteert de materialen in de huishoek zodanig dat er één- één relaties gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld voor het

verjaardagsfeest

bij elk glas een rietje, bij elk bordje een vorkje, bij elk kind, pop of knuffel in de huishoek een cadeautje om aan de jarige pop te

geven, voor iedereen een hoedje. Maak de kinderen er tijdens het spelen op attent dat er steeds één …bij één…hoort.

104

Page 109: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Taalhoek

De leerkracht legt boeken of plaatmateriaal neer over het onderwerp ( zie bijlage 1). Zij kan ook een kijktelboek maken door plaatjes

van speelgoed en verjaardagsartikelen (bijvoorbeeld uit folders van een speelgoedwinkel) in plastic hoedjes te verzamelen of in een

plakboek te plakken. De leerkracht maakt op deze manier bladen met één, twee, drie, vier en vijf (identieke ) materialen. Zij zet er

evenveel getallen bij. De kinderen kunnen dit boek aanvullen door zelf figuren en getallen uit folders te knippen en op te plakken.

Spelsuggesties

De pop is bijna jarig

Zet de pop in de huishoek en speel dat ze gauw jarig is. De leerkracht leidt het spel en zegt bijvoorbeeld:

De pop is bijna jarig. Er moet nog veel gedaan worden. Zo kunnen we nog geen feest vieren.

Laat de kinderen bedenken wat er nog gedaan moet worden en speel dit na, zoals het huis versieren, boodschappen doen, taart

bakken. Als het spel stagneert, kunt u het spel op gang brengen door vragen en opmerkingen zoals:

Zullen we het huis versieren voor pop? O kijk wat er allemaal in de doos zit. Enzovoort.

105

Page 110: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Het verjaardagsfeest

In de hoek wordt de verjaardag van de pop/ kind gevierd. Er komt bezoek. U zit met de pop en met een kind in de kamer en andere

kinderen komen op bezoek. U zegt bijvoorbeeld:

Ik hoor een geroep/ geklop. Zou dat jouw bezoek kunnen zijn?

Ga je even kijken. Hallo, leuk dat jullie op feest zijn gekomen.

Stimuleer de kinderen op de pop/ het kind te feliciteren en om cadeautjes aan haar te geven. De kinderen kunnen de tafel dekken met

borden, lepels, kannen en soft en servetten voor de taart.

Wat gaat de pop nu doen? (kaarsjes uitblazen)

Laat de kinderen bedenken wat ze daarna willen doen, bijvoorbeeld een verjaardagslied zingen.

Naar de winkel

In de winkel wordt het kopen en verkopen van cadeautjes nagespeelsd. De kinderen richten de winkel in en bepalen samen de prijs

van het speelgoed. Ze kunnen het prijskaartje bij de cadeautjes neerleggen. De kinderen kunnen om de beurt de rol van kland en

verkoper spelen. De leerkracht kan de verkoper stimuleren door vragen en opmerkingen zoals:

Vertel mij maar wat je in de winkel te verkoop aanbiedt en wat kost speelgoed?

106

Page 111: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

De leerkracht kan de klant stimuleren door vragen en opmerkingen zoals:

Wat denk je dat de pop (of het kind) graag wil hebben?

Zal ze kralen mooi vinden en hoeveel geld heb je bij je?

Kun je daarvoor betalen?

De klant en de verkoper tellen samen hoeveel geld de klant moet betalen.

107

Page 112: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 7.3 Het is feest

In dit project wordt toegewerkt naar een groeps- of schoolfeest. Wanneer een bepaald feest in deze periode plaatsvindt, kunt u dit feest

ook gebruiken als aanleiding voor de activiteiten.

Netwerk van basisbegrippen en extra begrippen:

Verrassingsfeest

Tellen- één- twee- drie- vier- vijf (getal begrip)- hoeveel- feest- cadeautje- feestvieren- versieren- dansen- op bezoek komen- gezellig-

lekkers- verrassing- voorbereiden- muziek maken- gast- uitnodigen- meenemen- vrolijk- spannend.

Wat hoort bij feest?

Pakken- hoeveel- feest- kopen- zes- zeven- acht- negen- tien (tellen en getalbegrip)- meer- minder- evenveel- feestvieren- versieren-

boodschappen doen- winkel- lekkers- spelletje- slinger- ballon- eten- drinken- kleding- dansje- sieraad- uitnodiging- betalen- geld.

Hoe vier jij feest?

Hoeveel- feest- verjaardag- cadeautje- zes- zeven- acht- negen- tien (tellen en getalbegrip)- feestvieren- gezellig- spelletje- sinterklaas-

kerstmis- Nieuwjaar- divali- bodo- verkleden- uitnodiging- mensen- anders- verschillend- plezier.

108

Page 113: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Feestvieren

Aanwijzen- hoeveel- genoeg- teveel- te weinig- feest- uitdelen- zes- zeven- acht- negen- tien (tellen en getalbegrip)- feestvieren- getal-

dobbelsteen- meeste- minste- op bezoek komen- lekkers- spelletje- uitnodigen- mensen- eten- drinken- lachen- leuk- vrolijk- verdelen.

Speelleeromgeving

Ontdekhoek

Hier kunt u allerlei voorwerpen neerleggen waarmee de kinderen kunnen telen, waaronder voorwerpen die met feest te maken hebben,

bijvoorbeeld:

Feestmutsjes- slingers (van crepepapier)- ballonnen in allerlei kleuren- kleding behorende bij een bepaald feest- verpakte cadeautjes-

etenswaren behorende bij een bepaald feest- uitnodigingskaarten- muziekinstrumentjes.

De leerkracht plaats enkele dobbelstenen en getalkaartjes op tafel. Zij legt ook de vergelijkstrookjes en de kaartjes met de tekens (<, >

en =) alvast neer met hierop een aantal voorwerpen. De kinderen kunnen spelenderwijs allerlei dingen tellen. Na afloop kunnen de

kinderen de voorwerpen opruimen en in een doos zetten.

109

Page 114: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Winkeltje

In de winkel is tellen een voor de hand liggende bezigheid. De leerkracht kan er een supermarkt, speelgoed of feestartikelenwinkel van

maken. Zij plaats in de winkel bijvoorbeeld een aantal pakken van etenswaren, imitatielevensmiddelen, speelgoed en feestartikelen uit

de ontdekhoek.

De leerkracht laat de kinderen prijskaartjes bij de artikelen leggen. Zij legt geld in de winkel en zorg voor boodschappen tassen en een

portemonnee, maak samen met de kinderen een reclamefolder voor hun winkel en legt er papier en potloot bij zodat de kinderen een

boodschappenlijstje kunnen maken.

Taalhoek

De leerkracht legt boeken of plaatmateriaal neer over het onderwerp. Zij kan ook een kijktelboek maken door plaatjes van

feestartikelen en etenswaren in een plastic hoesje te verzamelen of in een plakboekje te plakken en maakt op deze manier bladen met

één tot en met tien (identieke) materialen. Eventueel kunnen er ook getallen bijgelegd worden.

Spelsuggesties

Het verrassingsfeest

De leerkracht laat de kinderen het voorbereiden van een feest en het vieren ervan naspelen in de huishoek of het poppenhuis. zij leidt

het spel bijvoorbeeld in door in te gaan op een verrassingfeestje. Er moet nog van alles gedaan worden om het feest voor te bereiden.

110

Page 115: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Laat de kinderen bedenken wat er allemaal gedaan moet worden, bijvoorbeeld het huis versieren of iets lekker bereiden in de keuken.

De kinderen kunnen de huishoek en poppen huis versieren. Als het spel stagneert, kunt u het spel op gang brengen door vragen en

opmerkingen zoals:

Zullen we het huis versieren voor het feest?

Waar zullen we de slingers ophangen? Is het huis al opgeruimd?

Wat voor lekkers hebben jullie klaargemaakt voor het feest? En wie komen er allemaal?

Boodschappen doen

In de winkel wordt het kopen en verkopen van boodschappen nagespeeld. De leerkracht zorgt ook voor losse artikelen die in een leeg

zakje of een lege doos gestopt kunnen worden, bijvoorbeeld imitatie- eieren. De kinderen richten de winkel in en bepalen samen de

prijs van de artikelen. Ze kunnen om de beurt klant en verkoper spelen. De klant heeft een boodschappentas en een portemonnee. U

kunt de verkoper stimuleren door vragen en opmerkingen zoals:

Vertel mij wat je allemaal in de winkel ter verkoop aanbiedt.

Wat kost melk?

De klant kunt u stimuleren door vragen en opmerkingen zoals:

Wat heb je nodig voor het feest? Wat staat er op je boodschappenlijst?

111

Page 116: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Hoeveel geld heb je bij je? Kun je daarvoor betalen?

Sommige boodschappen worden geteld en in een zak of doos gezet. De klant en de verkoper tellen samen hoeveel geld de klant moet

betalen.

Kom je op bezoek?

In de huishoek kunnen de kinderen het op bezoek komen en het vieren van een feest met elkaar spelen. Ze kunnen om de beurt voor

gast en gastvrouw of man spelen. De kinderen kunnen zich mooi maken en versieren met allerlei sieraden. De leerkracht laat de

kinderen bedenken wat voor feest het is en wat ze op het feest kunnen doen, bijvoorbeeld zingen, dansen, muziek maken en een

spelletje spelen. Zij leidt het spel in door aan te kondigen dat er een feest gevierd wordt, dat er gasten op bezoek komen en laat de

kinderen de rollen verdelen en stel voor om jezelf mooi te maken voor feest. De leerkracht stimuleert het spel door vragen en

opmerkingen zoals:

Kunnen de gasten binnenkomen? Misschien willen ze wel iets eten en drinken.

Wat gebeurt er nog meer op het feestje? Gaan jullie dansen of muziek maken?

112

Page 117: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Bij aanvang van elke thema:

• Informeert de leerkracht de ouders over het onderwerp van het project.

• Maakt de leerkracht een overzicht van de begrippen uit het project voor de ouders.

• De leerkracht stuurt de liedjes en versjes mee naar huis geven (in de taal van de kinderen ), zodat de ouders deze ook thuis

kunnen herhalen.

• De leerkrach organiseerd een spelletjesmiddag, waarbij gebruik gemaakt wordt van diverse gezelschapsspelen waarbij tellen

en getallen een rol spelen. Sommige kinderen hebben thuis ook diverse gezelschapsspelletjes die ze mee naar school kunnen

nemen.

113

Page 118: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Project 8 Kleding

Kleding is een onderwerp dat tot de verbeelding spreekt. Het is een onderwerp dat heel nauw verband houdt met het dagelijks leven

van kinderen en hun belevingswereld. Iedere dag kleed jij je aan en uit. Aangekleed zie je er anders uit dan uitgekleed. Kleren lokken

de kinderen uit tot spel. Je kunt experimenteren met allerlei rollen, van president tot bedelaar, van oma tot peuter. kleding is een

onderwerp dat elke dag terug komt in hun leven. Bij het opstaan, het uittrekken van de pyjama (slaapkleren) en het kiezen van kleren

om gedurende de dag heen aan te trekken. Het is bij uitstek een project waarin verschillende ontwikkelingsgebieden in samenhang tot

hun recht kunnen komen.

Bij dit project moet er zoveel als mogelijk met concreet materiaal gewerkt worden. Het aanbod van kleding moet goed geselecteerd en

op overzichtelijke wijze aan geboden worden aan de kinderen. Het project kleding maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied

taalontwikkeling. „Wat doe ik aan wordt in thema 6.1 uitgewerkt. De overige sub thema‟s „ kijk mij eens! en wie ben in worden in

thema 6.2 en 6.3 nader uitgewerkt.

114

Page 119: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 8.1 Wat doe ik aan?

Dit projectthema wordt door een spel te spelen geïntroduceerd, waarbij u een opvallende kledingsstuk aanheeft of zich op ongewone

wijze aankleed.

Netwerk van basisbegrippen en extra begrippen:

Kleren- broek- jurk- trui- T- shirt- tas- schoen- sokken- aanhebben- vies- schoon- wassen- nat- droog- ophangen- lekker- ruiken.

Zelf doen

Kleren- broek- jurk- trui- hemd- T-shirt- jas- schoen- sokken- aandoen- (zich) aankleden- (zich) uitkleden- rits- knoop- veter- helpen-

opendoen- dichtdoen- zelf- moeilijk- arm- been- hoofd- voet- in- over- mouw- broekpijp- vastmaken- (regen) laars- das- pet.

Allemaal kleren

Kleren- broek- jurk- trui- hemd- T-shirt- schoen- sokken- passen- te groot- te klein- warm- koud- jongen- meisje- onderbroek- boes-

zwembroek- zwempak- slipper- das- pet.

115

Page 120: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Speelleersituatie

Ontdekhoek

In deze hoek kunnen enkele typische kledingstukken en accessoires neergelegd worden, zoals baby, peuter- en kinderkleren en

schoenen. De leerkracht zet in de huishoek een spiegel neer. Voor de overzichtelijkheid kan zij de kleren gesorteerd in dozen of aan

hangers plaatsen. Zij zorgt voor een gevarieerd aantal aan kinderkleding.

Huishoek

De leerkracht zorgt voor poppen en beertjes en bijpassende poppen- of babykleren. Zij zet een teiltje (met zeep water) neer en een

wasmandje, hang een waslijn op met knijpers eraan, zodat de kleren gewassen en opgehangen kunnen worden. De leerkracht kan ook

een kledingwinkel maken door de kleren geordend in een kledingrek of aan hangers op te hangen en er een spiegel neer te zetten of op

te hangen. Zij zorgt voor een kassa en een portemonnee. De leerkracht kan eventueel ook een wasmachine maken van een grote doos.

Zij maakt een gat aan de voorkant/ bovenkant en tekend allerlei knopjes op de „wasmachine‟

Taalhoek

De leerkracht legt boeken of plaatmateriaal neer over het onderwerp.

116

Page 121: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Spelsuggesties

De was

Materiaal:

Wasmand met „vieze‟ kleren- wasmand met droge kleren- wasmachine van een kartonnen doos met een „deurtje‟ erin- waslijn en

wasknijpers eventueel een strijkplank en strijkijzer.

De kinderen kunnen in de huishoek de vuile kleren wassen en aan de waslijn hangen om te drogen. De leerkracht zorgt ook voor een

mand met droge kleren, deze kunnen gestreken, gevouwen en gesorteerd worden. Zij Introduceerd het spel door een wasmand met

„vuile‟ kleren te brengen:

Kijk hier, een volle mand met vuile kleren. Wat moeten we ermee doen?

U houdt het spel opgang door vragen en opmerkingen zoals:

Wat zullen we eerst gaan wassen. Kan dat wel samen gewassen worden?

Er zijn wel veel vuile kleren hoor! Past dat alles wel in de wasmachine? He, waarom hebben we hier een waslijn?

Kijk er zijn ook al kleren droog. Kunnen we ze zo in de klerenkast zetten? Voorzichtig strijken hoor!

Bedenk zelf de activiteiten en rollen die de kinderen bij het inpakken van hun tassen/ koffers en het uitgaan kunnen aannemen

en vertolken.

117

Page 122: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 8.2 Kijk mij eens!

Bij dit thema wordt het assortiment kleding uitgebreid en krijgen accessoires en sluitingen van kledingsstukken en schoenen aandacht.

Netwerk van basisbegrippen en extra begrippen:

Wat heb je aan?

Kleren- broek- jurk- trui- hemd- T-shirt- schoen- sokken- aanhebben- rok- bloes- aantrekken- riem- spiegel- mooi- stof- aanraken-

voelen- zacht- glad- ruw- het jeukt.

Dat doe je zo!

Kleren- broek jurk- trui- hemd- T-shirt- schoen- sokken- (zich) aankleden- rok- bloes- broekpijp- zak- mouw- rits- knoop- veter-

opendoen- dichtdoen- vastmaken- aantrekken- kledingstuk- klederdracht- moeilijk- gemakkelijk- eerst- daarna- riem- pet- opzetten-

das- regen laarzen- sluiting- los- vast.

Wat past bij elkaar?

Broek jurk- trui- T-shirt- schoen- sokken- aandoen- rok- bloes- passen- kledingstuk (klederdracht)- moeilijk- gemakkelijk- te groot- te

klein- maat- pet- kinderkleding- bij elkaar horen- kiezen- grote mensen- meisje- jongen- papa- mama.

118

Page 123: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Ik verkleed me als

Broek- jurk- schoen- aandoen- rok- passen- aantrekken- uittrekken- (zich) uitkleden- te groot- te klein- wijd- strak- (zich) verkleden-

spiegel- verkleedkleren- doen alsof- iemand anders- clown- politieagent- politiehoed- dokter- doktersjas.

Speelleersituaties

Ontdekhoek

In deze hoek kunnen enkele typische kledingstukken en accessoires gelegd worden, zoals baby- en kinderkleding en schoenen. De

leerkracht zorgt ook voor poppen met bijpassende poppen- of babykleding, voorzien van een goede rits. Voor de overzichtelijkheid

kunt u de kleding sorteren in dozen doen of aan hangers ophangen. Zij hangt eventueel grote zelfgemaakte posters of reclameposters

uit de klerenwinkel.

Huishoek

De leerkracht maakt van deze of een andere hoek een kledingswinkel. Zij zet alvast een leeg kledingrek met hangers of een lege kast

voor de kleding en manden of dozen voor accessoires klaar, een grote passpiegel, tasjes (van de kledingzaak), een portemonnee en

eventueel een kassa. Tijdens groepsexploratie wordt de winkel samen met de kinderen ingericht.

119

Page 124: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Winkeltje

Wanneer de leerkracht de beschikking heeft over een „winkel‟ kan zij deze eventueel inrichten als een schoenenwinkel. Zij zet in deze

hoek allerlei soorten maten schoenen neer en zorgt voor schoenendozen en/of tasjes, zo mogelijk een portemonnee en een kassa.

Taalhoek

De leerkracht legt boeken of plaatmateriaal neer over het onderwerp. Zij kan ook damesbladen en modetijdschriften met illustraties

van allerlei soorten kleding neerleggen of een kijkboek maken door plaatjes van kleding uit bovengenoemde tijdschriften of folders

van kledingwinkels geordend per soort kleding in plastic hoesjes te verzamelen of in een plakboek te plakken.

Spelsuggesties

Mijn zelf aankleden!

Materiaal:

Allerlei kledingstukken- diverse schoenen- allerlei accessoires zoals een hoed, pet, ketting, oorbellen, haarband, tas, kam, borstel-

spelden- passpiegel.

In de huis- of ontdekhoek kunnen de kinderen zich verkleden en uitdossen voor een bepaalde situatie met behulp van allerlei soorten

kleding en accessoires. De kleren worden gepast en de kinderen bekijken het resultaat in de spiegel. De leerkracht introduceerd het

120

Page 125: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

spel door te vertellen dat de kinderen zich mogelijk verkleden omdat ze ergens naar toe gaan. Zij stimuleer het verkleden door vragen

en opmerkingen zoals:

Kijk zoveel kleren/ pakjes. Wat ga jij aantrekken?

Dat is een mooie pak, waar ga jij naar toe? Heb je alles bij je?

Of u zegt bijvoorbeeld:

Wat wil jij aantrekken? Pak maar.

Kan jij deze jurk wel zelf aantrekken? Laat mij zien.

Als iedereen klaar is kunnen de kinderen spelen waar ze naar toe gaan. Stimuleer de kinderen met opmerkingen zoals:

Ga jij naar een feestje? Wat ben jij netjes gekleed. Kijk maar in de spiegel.

121

Page 126: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 8.3 Wie ben ik?

Het begrip verkleden komt aan de hand van enkele figuren die in deze stap centraal staan, namelijk clown, indiaan, dokter, prinses.

Netwerk van basisbegrippen en extra begrippen:

Iets anders aantrekken

Kleren- broek- jurk- schoen- aanhebben- rok- blouse- broekpijp- zak- mouw- rits- knoop- veter- opendoen- dichtdoen- vastmaken-

passen- aantrekken- uittrekken- spiegel- eruit zien als- pet/ hoed- opzetten- sjaal- ketting- uitkiezen- anders- mooi- te groot- te klein-

maat- goed- leuk.

Doen als of

(zich) verkleden- verkleedkleren- clown- indiaan- dokter- prinses- doen alsof- iemand anders- schminken- grappig- knap- aardig-

stoer- dapper- deftig- politieagent- politiehoed- brandweerman- postbode- brief- spelen- dansen- onderzoeken- zwaaien- bekeuren-

spuiten- echt.

122

Page 127: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Ra, ra, wat is dat?

Verkleedkleren- pruik- clown- clownspak- indiaan- indianen tooi- dokter- doktersjas- helm- prinses- kroon- stof- pak- sjaal-

clownsneus- indianenpak- veer- bijl- thermometer- doktersjas- voelen- zacht- hard.

Steeds iemand anders

(zich) verkleden- pruik- clown- clownspak- indiaan- indianen tooi- dokter- doktersjas- prinses- kroon- kleding- iemand anders- stof-

pak- hoed/ pet- sjaal- ketting- figuur- dier- oor- voelen- hard- zacht- koud- warm- hoofd- gezicht- lijf- been- hand- voet- regenlaars-

handschoen- masker.

Speelleeromgeving

Ontdek/ huishoek

De leerkracht maakt van de ontdekhoek of huishoek een verkleedhoek. Zij zet alvast een wasmand of doos voor de kleding,

accessoires en schminkmateriaal klaar. Zet ook een grote spiegel neer of hang deze op. Tijdens de groepsexploratie wordt de

verkleedhoek samen met de kinderen ingericht.

123

Page 128: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Verkleedkist/ mand

De leerkracht doet de kleren en accessoires van de figuren die worden genoemd in een grote mand of hangt deze verkleedkleren op

aan hangers, bijvoorbeeld:

Clown: clownspak of ruime broek en hes, grote schoenen, pruik, hoedje, clownsneus, verschillende felgekleurde sokken en bretels

Indiaan: indianenpak of broek, indianentooi, pijl en boog en eventueel een plastic bijl

Dokter: witte lange jas, dokterstas met inhoud (speelgoed flesjes, papier, potlood, thermometer en stethoscoop)

Prinses: lange jurk of rok en bloes, schoenen met hoge hakken, damestasje, handschoenen en een kartonnen of plastic kroontje

Extra ideeën kunt u ook vinden in boeken.

Kunsthoek

De leerkracht legt allerlei materialen neer waarvan de kinderen verkleedkleren of accessoires kunnen maken, bijvoorbeeld:

Masker: de kinderen tekenen gaten voor neus en ogen en eventueel mond op een stuk karton, knippen of prikken deze uit en

versieren het masker. Aan het masker kan baby elastiek worden bevestigd.

Kroontje: de kinderen tekenen een kroontje op een kartonnen strook en knippen deze uit. De strook kan worden versierd door deze te

beplakken met glanzend (goud- of zilver) papier.

124

Page 129: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Poppenkast

De leerkracht legt allerlei verschillende soorten poppenkastpoppen en/ of handpoppen neer. Maak eventueel een decor, bijvoorbeeld

een eenvoudig kasteel voor de prins en prinses.

Taalhoek

Allerlei boeken of plaatmateriaal over het onderwerp legt de leerkracht neer. Zij kan ook boeken over schminken, gezichten en

maskers neerleggen of maak een kijkboek door plaatjes van verkleedkleren uit folders van speelgoed- of feestwinkels geordend per

figuur in plastic hoezen te verzamelen of in een plakboek te plakken.

Spelsuggesties

De dokter

Materiaal:

Dokterstas met inhoud- verkleedkleren voor de dokter- deken- eventueel een pop.

In de ontdekhoe of huishoek spelen de kinderen dat er een zieke is en dat de dokter op bezoek komt. De leerkracht laat een kind zich

verkleden als dokter, en een ander kind als zieke die onder de deken ligt. Sppee eerst zelf mee om de kinderen op weg te helpen. zij

zegt bijvoorbeeld:

125

Page 130: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Mijn keel doet pijn en ik moet vaak hoesten. Kunt u kijken wat er met mij aan de hand is?

En mijn oren, zijn die misschien verstopt?

Misschien kunt u ook even naar mijn ogen kijken. Ik zie soms niet zo goed met dit oog.

Laat de kinderen daarna op eigen wijze zowel de rol van zieke als van dokter spelen. De kinderen kunnen eventueel ook doktertje

spelen met een pop.

Bij aanvang van elke thema:

• Informeerd de leerkracht de ouders over het onderwerp van het project.

• Maakt de leerkracht voor de ouders een overzicht van begrippen uit het project.

• Geeft de leerkracht de liedjes en versjes mee naar huis (zo mogelijk in de taal van de kinderen), zodat de ouders deze ook thuis

kunnen herhalen.

• Vraagt de leerkracht de ouders om aanvullende verkleedkleren, waaronder specifiek cultureel gebonden kleding mee te geven.

• Vraagt de leerkracht aan de ouders hun kind te verkleden voor de afsluiting van het project. Om ideeën op te doen, kan de

leerkracht een lijst met mogelijke rollen ophangen, waaruit de ouders kunnen kiezen. Misschien zijn er enkele ouders die

willen helpen bij het afsluitende verkleedspel.

• Vraagt de leerkracht de ouders een foto mee te geven waar hun kind verkleedt staat.

126

Page 131: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Project 9 Verkeer

Het project verkeer maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied; taalontwikkeling. Verkeer is een belangrijk projectthema waar alle

kinderen ervaring mee hebben. Met verkeer hebben kinderen dagelijks te maken. Aanvangkelijk komt een jong kind vooral op de

stoep, waar het speelt. Soms rijdt het mee op de fiets of in de auto en wordt zo de wereld groter. Hoe jong ook, toch krijgt een kind

meteen al regels mee over hoe het zich op straat moet gedragen.

Het project verkeer beperkt zich bij peuters tot de eenvoudigste verkeerssituatie die veiligheid geven: meerijden op de fiets, in de auto

of bus. In dit project wordt het thema „Dichtbij huis” in thema 7.1 uitgewerkt.

127

Page 132: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 9.1 Dichtbij huis

Dit thema is bestemd voor de peuters en wordt middels de stappen orienteren, demonstreren, verbreden en verdiepen uitgewerkt. Bij

orienteren wordt het thema geintroduceerd door naar buiten te kijken naar alles wat „dichtbij huis‟, in dit geval dicht bij de

peuterschool te zken is. Bij demonstreren wordt aandacht besteed aan het onderscheid tussen straat en trotoir door het maken van een

wandeling in de buurt. In het doen- alsof- spel worden verschillende verkeerssituatie nagespeeld. Bij verbreden komt het veilig

oversteken aan de hand van een volwassene aanbod. In deze stap worden verschillende voertuigen waarin of waarop peuters in hun

eigen omgeving rijden op verschillende manieren aan de orde gesteld. Het onderscheid tussen straat en trottior wordt verder uitgebreid

door voorwerpen te sorteren die op de straat of op de stoep thuishoren. De kinderen hun eigen ervaringen met de straat in de buurt

komen aan de orde. Bij verdiepen wordt aandacht besteed aan het lopen van een bepaalde route en het verwoorden van de volgorde

van handelingen.aan de hand van een foto wodt ingegaan op allerlei verkeerssituaties. Met behulp van spelmateriaal worden

verschillende verkeerssituaties nagespeeld.

Basisbegrippen:

Straat- trottior- speelplaats- buiten- hoek- pas op- lopen- rijden- spelen- voorzichtig- auto- fiets- uitkijken- wachten- stop- oversteken-

sturen- bus- capp car-langzaam- snel- instappen- uitstappen

Toegevoegde woordjes:

Boot- korjaal- brug- pagaai- diep- zwemmen- gevaarlijk- baden- vaat wassen- kleren wassen- oever- vis- hengelen- water- vliegtuig

128

Page 133: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Speelleeromgeving

Ontdekhoek

De leerkracht maakt maakt een huizenrij door bijvoorbeeld een rij gevouwen huizen op een strook papier te plakken of te schilderen of

zet huizen van karton of blokken tegen de wand. Zij maakt voor de huizen een trottior en een straat van twee kleuren karton

vergelijkbaar met de verkeersituatie in de buurt. Vul het trottior aan met attributen die ook in de buurt van de peuterschool of dichtbij

het huis van de kinderen voorkomen, zoals een zebrapad van zwart witte stroken, parkeervakken voor de auto‟s, verkeerslichten en

een bushalte.de leerkracht plaats vervolgens allerlei weggebruikers op straat en op het trottior zoals een (vracht) auto, bus, fiets,

poppetjes en zoveel mogelijk speel materiaal van de kinderen.

Huishoek

De leerkracht maakt in een hoek een auto of bus door de stoelen op neer te zetten. Zij zet een doos of kist acher de stoelen als laadbak

en zet een speelgoedstuur voor de stoelen. De leerkracht kan eventueel een dashboard maken van een doos waarop allerlei knopjes

getekend worden en waarop een groot plastic deksel of cirkelvormig stuk karton bevestigdt wordt als stuur. In deze hoek kan de

leerkracht echte voorwerpen neerleggen zoals een fietsbel, fietshelm, kinderzitje, fiets of auto stuur.

Bouwhoek

De leerkracht legt blokken, planken en stevige matten in deze hoek. De kinderen kunnen van deze materialen een straat maken en

verschillende verkeerssituaties uitbeelden. De leerkracht legt diverse spelmaterialen bij, zoals vrachtwagens, bussen, fietsen,

129

Page 134: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

boten en poppetjes. Indien mogelijk kan er ook een garage in de hoek geplaatst worden.

Taalhoek

De leerkracht legt boeken of plaatmateriaal over het onderwerp op tafel neer. Zij kan ook illustraties van meegebrachte foto‟s van

weggebruikers neerleggen of een kijkboek maken door de plaatjes geordend per soort weggebruiker in plastic hoesjes te verzamelen of

in een plakboek te plakken.

Spelsuggesties

Goed uitkijken

Materiaal:

Rijdend materiaal zoals fietsen, loopauto‟s, bussen, vrachtwagens enzovoort.

de leerkracht laat de kinderen de uitgezette straat en trottior in het lokaal of op de speelplaats met fietsen, auto‟s en stootwagens rijden.

Op het trottior kunnen de kinderen wandelen of rijden als een chaffeur met een hesje van een taxie of bus. Eenvoudige

verkeerssituaties kunnen worden nagespeeld zoals het langzaam en sneller rijden, het stoppen als een voetganger moet oversteken of

het achter elkaar aan rijden. De leerkracht begeleidt het spel door vragen en opmerkingen zoals: waar mogen we rijden met de auto‟s

en de stootwagens? Achter elkaar aanrijden hoor, gebeurt er straks een aanrijding. Kijk iemand wil oversteken, wat moet hij doen?

130

Page 135: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Themaliedjes

Lied 1 Lied 2

Wij gaan rijden met de bus. Op straat is het gevaarlijk.

Lekker ver naar buiten. Weten jullie ook waarom?

Met hele hoge vaart. Want er rijden zoveel auto‟s.

We kijken door de ruiten. Kijk vooruit en achterom.

Lied 3 (bedacht door Cornelie) Lied 4 (bedacht door Cornelie)

Varen, varen in de rivier. Let goed op, let goed op.

Zeg kinderen komen jullie mee 2x? Want buiten op straat is het gevaarlijk.

En als jullie niet mee willen komen. Het verkeer is altijd druk.

Dan moeten jullie uit mijn bootje stappen. Netjes opzij lopen.

131

Page 136: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Bij aanvang van dit thema:

• Informeerd de leerkracht de ouders over het onderwerp van het project.

• Maakt de leerkracht een overzicht van de begrippen uit het project.

• De leerkracht geeft de liedjes en versjes mee naar huis, zodat de ouders deze ook thuis kunnen herhalen.

• De leerkracht vraagt de ouders foto‟s van de eigen straat en van situaties op het trottior voor het huis mee te geven,

bijvoorbeeld van het kind fietsend op het trottior of zittend in een kinderstoeltje van de fiets of auto.

• De leerkracht vraagt de ouders speelgoedvervoersmiddelen mee te geven.

• De leerkracht vraagt enkele ouders om bij het maken van een uitstapje te assisteren.

• De leerkracht vraagt een ouder zijn of haar fiets met kinderstoeltje te laten zien aan de kinderen.

132

Page 137: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Project 10 Water

Het project water maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied: ontwikkeling van de waarneming. Water is een eerste levensbehoefte.

Het is een bron van genot als iemand dorst heeft en een glas koud water drinkt. Er zijn ook momenten dat water mensen

onaangenaamd kan verrassen, als het plotseling begint te regenen en kletsnat ergens naartoe moet. Water lijkt zo alledaags en

vanzelfsprekendomdat we het elke dag en zonder nadenken gebruiken. Water staat in veel varianten dichtbij kinderen. Die

verscheidenheid maakt water tot een prachtig onderwerp om de wereld te verkennen en te ontdekken. De leerkracht hoeft zich bij het

onderwerp water geen zorgen te maken over de betrokkenheid van de kinderen. Ze hebben van jongs af aan veel ervaring mee: in bad

of onder de douch gaan, drinken, in de regen lopen/ spelen, oppassen dat je niet in plasjes water stapt en zwemmen. Water is voelbaat,

proefbaar, zichtbaar en hoorbaar. Het komt is in verschillende verscheiningsvormen waar te nemen, bijvoorbeeld: regen, water om

mee te baden, water om kleren mee te wassen, water om mee te koken, water om mee te spelen en water in de rivier waar je op kunt

varen of in kunt zwemmen. Dit leidt tot allerlei handelingen en gevoelens die de ervaring verrijken. Deze ervaring en de concreetheid

van water bieden goede mogelijkheden om het onderwerp te onderzoeken en te overdenken. Dit project wordt in thema 8.1 nader

uitgewerkt.

133

Page 138: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Thema 10.1 Water buiten

Dit thema wordt middels de stappen orienteren, demonstreren, verbreden en verdiepen uitgewerkt. Bij orienteren wordt het

projectthema geintroduceerd door middel van een raadsel/ versje en het inrichten van de ontdekhoek. Bij demonstreren wordt een

voorbeeld gegeven van water buiten door het maken van een uitstapje naar de waterkant of een goot of kreek in de buurt. Het water in

de goot/ kreek of rivier wordt nader onderzocht met verschillende zintuigen. Hiernaast wordt in deze stap aandacht besteed aan

planten en dieren die in, op en onder het water van de goot/ kreek of rivier kunnen voorkomen doomiddel van het sorteren van

illustratiemateriaal. Bij verbreden wordt de aandacht met behulp van plaatmateriaal gericht op andere voorbeelden van water buiten

namelijk, de zee, en het zwembad. In deze stap wordt ingegaan op de verschillende gebruiksfuncties van water buiten, waaronder

varen, zwemmen en hengelen. Overeenkomsten tussen goot en kraanwater worden in deze stap besproken. Daarnaast komen de

ervaringen van de kinderen met mater aan de orde. Bij verdiepen komen andere vormen van water buiten aan de orde, zoals regen en

grondwater. In deze stap wordt eer relatie gelegd tussen water buiten en water binnen door na te gaan hoe schoonwater binnenkomt en

vies water naar buiten wordt afgevoerd. Met behulp van een tafel met een bak water erop en diverse materialen wordt

profondervindelijk vastgesteld en geconcludeerd welke materialen materialen op water blijven drijven en welke zinken. In deze stap

worden kleine probleempjes voorgelegd, waarbij oplossingen bedacht moeten worden om het water over te steken en waarbij

vraagstukken over water buiten moeten worden opgelost.

134

Page 139: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Netwerk van basisbegrippen en extra begrippen:

Water ervaren

Water- kraan- voelen- ruiken- zien- kijken- horen- luisteren- warm- koud- lauw- zoutwater- brakwater- zoetwater- druppel- kleur-

bewegen- spletteren- golf- schuim- vullen- legen- emmer- op- in- stromen- spelen- heet- blazen- kring- lekker- tuinslang.

Vis in het water

Water- nat- droog- emmer- buiten- goot- plant- dier- vis- kikker- eend- zwemmen- leven- in- onder- waterkant- aquarium- zee-

zwemmen- binnen- kraanwater- hengelen- bad- ziek- ongelukkig- gelukkig- terugbrengen.

Naar de waterkant/ rivier

Water- voelen- ruiken- proeven- zien- horen- nat- droog- warm- koud- spletteren- golf- schuim- buiten- zwemmen- op- in- onder- zee-

rivier- kanaal- kreek- boot- varen- drijven- zinken- zand- spelen- graven- weer- vandaag- zon- zwembroek- zwempak- baddoek.

Waar gaat het water naartoe?

Water- kraan- druppel- vies- schoon- buiten- stromen- binnen- afvoer- waterleiding- buis- regenwater- grondwater- helder- troebel-

kraanwater- bocht- regenpijp- dakgoot- hydrofoor- huis- emmer.

135

Page 140: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Speelleeromgeving

Ontdekhoek

De leerkracht maakt van de ontdekhoek een vijver of goot.

Taalhoek

De leerkracht legt boeken of plaatmateriaal neer over het onderwerp. Zij kan ook illustraties uit tijdschriften over de zee, een sloot, een

kreek/ zwamp of rivier, waterdieren, waterplanten, boten, een haven/ aanmeer stijger, zwemmen en dergelijke neerleggen of een

kijkboek maken door de plaatjes geordend per soort in plastic hoesjes te verzamelen of in een plakboek te plakken.

Speelplaats

Zet emmers of teiltjes met water op de spleelplaats buiten. De kinderen kunnen met plastic flessen, kannen en dergelijke met het water

en zand spelen.

136

Page 141: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Spelsuggesties

De loodgieter

Materiaal:

Koffer met gereedschappen voor de loodgieter- pvc- buizen zoals pijpen en bochten- emmers- speelgoedtelefoon.

Dit spel past het best bij de stap verdiepen, omdat dan de waterleiding besproken en gemaakt kan wordt. De leerkracht laat de

kinderen samen een eenvoudige waterleiding bouwen van pvc- buizen. Als de waterleidingbuis klaar is kunnen de kinderen eventueel

water door de buizen laten lopen, bijvoorbeeld vanaf een kraan naar een emmer, waar het water kan worden opgevangen. De

leerkracht doet alsof er iets mis is met de waterleiding, bijvoorbeeld een verstopping of lekkage en dat de lootgieter moet komen om

deze te repareren. Zij laat de kinderen de rollen verdelen en de loodgieter zich uitdossen met een overall en de gereedschapskoffer.

De leerkracht stimuleert de de kinderen bij het spelen van de rollen en zegt bijvoorbeeld:

Is er iets aan de hand? Loopt het water niet goed weg door de afvoer?

Wat kunnen we nu doen? (ontstopper gebruiken of de loodgieter bellen). Bel de loodgieter en vraag of hij wil komen.

De loodgieter komt „binnen‟ en „onderzoekt‟ het probleem met zijn gereedschappen.

Hij kan bijvoorbeeld onderdelen vervangen of er een onderdeel tussen zetten.

De leerkracht stimuleert de loodgieter te verwoorden wat hij doet:

Wat zit allemaal in de koffer loodgieter? Weet u wat er aan de hand is? Wat gaan we nu doen?

137

Page 142: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Themaliedje & versje

Versje 1 Lied 1

Zwemmen, zwemmen. De krokodil ligt in het water.

Spetter de spat. De krokodil ligt helemaal stil.

Vind jij het ook zo fijn in het bad? De krokodil komt steeds nader.

Druppeltjes hier. En hapt in je been .........( neus, teen, oor, etc.)

En druppeltjes daar.

Op mijn neus en op mijn haar.

Bij aanvang van dit thema:

• Informeerd de leerkracht de ouders over het onderwerp van dit project.

• Maakt de leerkracht een overzicht van begrippen uit het project voor de ouders.

• Geeft de leerkracht de liedjes en versjes mee naar huis, zodat de ouders deze ook thuis kunnen herhalen.

• Vraagt de leerkracht de ouders goedgelijkende speelgoedwaterdieren en boten mee te geven, of eventueel plaatmateriaal van

het leven op, in of onder water.

138

Page 143: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Referenties

Kuyk, J. van (2000). Welkom in de peutergroep. citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2001). Welkom op school. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2001). Hoe zie ik eruit. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2001). Mijn lichaam. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2001). In de ruimte. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2000). Naar de speelgoed winkel. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2000). In de supermarkt. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2000). Op de markt. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2000). Regen en wind. Cito Arnhem.

Kuyk, J. van (2001). Hier woon ik. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2001). Kamers in huis. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2000). Wij gaan verhuizen. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2000). Kerstmis. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2000). Beer is jarig. Citogroep Arnhem.

139

Page 144: Handboek Manual Leri for Life Method - OAS for Life manual...Bij het vrije spel ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. Zijn de Zijn de kinderen met

Kuyk, J. van (2000). Mijn verjaardag. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2001). Het is feest. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2000). Wat doe ik aan? Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2000). Kijk mij eens. Cito Arnhem.

Kuyk, J. van (2001). Wie ben ik? Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2000). Dicht bij ons huis. Citogroep Arnhem.

Kuyk, J. van (2000). Water buiten. Citogroep Arnhem.

140