Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

download Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

of 70

Transcript of Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    1/70

    JAARBOEK

    VOOR

    MUNT EN

    P E N N I N G K U N D E

    73

    1986

    KONINKLIJK NEDERLANDS GENOOTSCHAP

    VOOR MUNT EN PENN INGKUN DE

    AMSTERDAM

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    2/70

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    3/70

    GRONINGSE STEDELIJKE MUNTEN

    door Drs. A.

     T

    Puister f

    In mijn verhandeling over de Friese Stedelijke Munten

    1

      stelde ik reeds een

    publicatie over de Groningse in het vooruitzicht. De wenselijkheid hiervan

    deed zich reeds gevoelen tijdens het schrijven van dat artikel. Doordat

    Groningen de oudste der muntende steden is, gaf

     zij

     vele m alen de voorb eelden

    uit die later in Friesland en elders werden nagevolgd.

    Een overzicht van het verloop van de verkrijgingen van het muntrecht en de

    achtergronden die er toe leidden dat Groningen zo uitzonderlijk vroeg dit

    recht uitoefende gaf ik reeds bij Friesland.

    Er is een grote parallel tussen de ontwikkelingen in de beide gewesten:

    aanvankelijk reeds een vrij uitgebreide grafelijke muntslag in de 11e eeuw,

    gevolgd door een bloeiende stedelijke muntslag in de latere middeleeuwen,

    conflicten met Habsburg, en invloed van Duitse vorsten; Saksische in

    Friesland en een Oostfriese in Groningen. Toch zijn er ook verschillen: terwijl

    met de komst van de Saksische hertogen de stedelijke Friese muntactiviteit

    eindigde, wist Groningen in dezen het heft in handen te houden totdat in 1694

    zij zich door de Generaliteit liet afkopen.

    Anders dan in Friesland is voor de provincie Groningen slechts één stad aan te

    wijzen die bewijsbaar eigen munt sloeg, nl. de hoofdstad. Hoewel Appingedam

    de gehele middeleeuwen door Groningen's enige en eeuwige rivaal is geweest,

    zijn er toch geen munten bekend die met zekerheid als stedelijk Appingedams

    kunnen worden aangewezen. Het is evenwel niet uitgesloten dat de tourse

    groten met Fivelgoie

    2

    , die ca. 1380/1390 moeten zijn geslagen, dienen te

    worden toebedeeld aan de stad Appingedam, die omstreeks die tijd op een

    hoog punt van bloei en macht stond

    3

      terwijl juist dan Groningen poogt zich

    van de laatste overblijfselen van Utrecht's bisschoppelijke invloed te ontdoen

    en dus haar handen wel volhad

    4

    . Ik heb dan ook gemeend de bewuste munt in

    dit opstel te moeten opvoeren, mede als logisch uitvloeisel van een eerdere

    publicat ie

    5

    .

    1 A.T. Puister, JMP 68 (1981) blz. 30.

    2 vdCh. pi. XVIII en pi. XXII, 9.

    3 vgl. R.P. Cleveringa,

      O ntwikkelingslijnen van het rechtsbestel der stad Apping edam ,

      1927 blz. 16

    e.v. en J. Dik,  Uit de geschiedenis van Appingedam, de oude hoofdplaats van Fivelingo,  1956

    blz. 61 e.v.

    4 A.T. Schuitema Meijer en W.K. van der Veen,  Zegel, wapen en vlag van de stad Groningen,

    1965,  blz. 39.

    5 A.T. Puister,  Florijn 2  (1972) blz. 15.

    5

    Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 72, 1986, pp. 5-72

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    4/70

    Wellicht ten overvloede zij vermeld dat, zoals in Friesland, ook hier de 11e

    eeuwse grafelijke munten geen stedelijke munten zijn en de te Garre(ls)weer,

    Westeremden en Winsum geslagen zilveren denarii buiten het bestek van dit

    opstel vallen

    6

    .

    De munten zijn gerangschikt per periode en daarbinnen naar afdalende

    nominale waarde. Van de stukken die niet in de standaardliteratuur zijn

    beschreven, is vermeld waar en in hoeveel exemplaren zij zich bevinden. Ook is

    dit gedaan voor die munten waarvan, hetzij slechts één exemplaar bekend is,

    of die slechts in één collectie voorkomen. De collecties zijn aangeduid als volgt:

    K PK = Koninklijk Penningkabinet, Leiden

    M G = Groninger Museum, Groningen

    NB = De Nederlandsche Bank, Am sterdam

    RM = 's Rijks M unt, Utrech t

    SCH = kaartsysteem Schulman, Am sterdam

    PV = particuliere verzameling

    JL = jaartallenlijst K PK

    Het kaartsysteem Schulman geeft de door hen verhandelde munten. Voor

    zover deze waren geleverd aan openbare collecties, dekte dit de opgaven van

    elders. Munten geleverd aan particulieren, waarvan bekend is dat zij deze nog

    bezitten, zijn onde r PV gerubriceerd. De jaartallenlijst K PK om vat, naas t de

    jaartallen van de munten in de eigen collectie, die welke aan het Kabinet zijn

    gesignaleerd.

    In de catalogus zijn als typen opgenomen munten die zich van andere

    onderscheiden door denominatie, formaat, afbeelding, opschrift of het al dan

    niet gedateerd zijn. Verschillen in interpunctie, lettervorm of wijze van spelling

    of afbreking zijn niet vermeld, laat staan als afzonderlijk type opgevoerd.

    Spellingvarianten zijn aangegeven door in de vermelde omschriften die letters

    tussen haakjes te plaatsen waarvan er één of meer kunnen ontbreken.

    Met "lang kruis" wordt bedoeld een kruis waarvan de armen alle omschriften

    doorsnijden, met "kort kruis" een kruis waarvan de armen geen enkel om-

    schrift doorsnijden, terwijl de armen van een "middellang kruis" één of meer

    binnenomschriften doorsnijden.

    De verschillende jaartallen die per type voorkomen zijn met letters geïdenti

    ficeerd; bij de vermelde randschriften is in dgl. gevallen steeds het oudst

    bekende jaartal genoemd.

    Tenzij anders vermeld is elke munt van zilver. Van ieder munttype is een

    afbeelding gegeven op ware grootte. Voor zover de stukken gemakkelijk

    6 A.T. Puister,  Florijn  20 (1975) blz.  505-511.

    6

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    5/70

    toegankelijk waren is een foto gegeven, in de overige gevallen is een afbeelding

    uit de literatuur overgenomen.

    Als literatuur verwijzing is in de catalogus gebruikt:

    vdCh. : P.O. van der Chijs, De munten van Friesland, Groningen en

    Drenthe etc., Haarlem 1855

    D : A. Delm onte, De Go uden Benelux, Am sterdam 1964

    vG : H . Enn o van Gelder, De Nede rlandse noo dm unte n van de Tachtig

    jarige Oorlog, Den Haag 1955

    V : P. Verkade, M untboek e tc , Schiedam 1848

    WV : H.J. van der Wiel en P.Ch . de Vries, M un tbo ek van de m unte n van

    Groningen en Friesland, Rotterdam/Gouda 1964.

    BSFN : Bulletin de la Société francaise de numismatique

    JM P : Jaarboek voor Mu nt- en Penningkunde

    RB N : Revue beige de num ismatique

    T M P : Tijdschrift voor M unt- en Penningk unde

    De fotografische afbeeldingen zijn naar originelen aanwezig in het KPK, MG,

    NB of RM. De beheerders van deze collecties zeg ik hierbij dan ook hartelijk

    dank voor de medewerking bij het tot stand komen van deze publicatie en hun

    toestemming enkele tot dusver ongepubliceerde munten mede in deze verhan

    deling op te nemen. Voorts dank ik Jacques Schulman B.V. voor de verleende

    inzage in hun kaartsysteem en een tweetal bevriende particuliere verzamelaars,

    bezitters van een op Groningen gespecialiseerde collectie, voor hun mede

    werking. Dank ben ik ook verschuldigd aan Dr. H. Enno van Gelder voor het

    bestuderen van het manuscript en zijn opbouwend critische commentaren.

    Enkele gebruikte afkortingen zijn:

    vz. = voorzijde

    kz. = keerzijde

    z.j.  = zonder jaartal

    mmt. = muntmeesterteken

    Tenslotte moge worden vermeld dat aan de ca. 100 typen gegeven in vdCh. er

    ruim 30 konden worden toegevoegd, alsmede zo'n 20 nieuwe jaartallen van

    bekende typen. Ook werden 5 typen uit de Gro nings e reeks verwijderd.

    7

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    6/70

    0. APPINGEDAM

    0.001

    Tourse groot (ca. 1380)

    Vz. binnen een rand van twaalf lelie-ornamenten

    een kasteeltje bekroond met  een +

    T VR ONVS . . .C I VI S

    Kz. kort glad kruis

    +  B ND lC T V:S I T :NOM ( I N) E DNI ( NR I ) : ( DE I ): I HV

    + M O NE T A F I VL GO( I E )

    Bekend: z . j . vdCh. XV III , XX II, 9

    Zo als reeds gezegd,

      s

      toeschrijving van deze groot aan Appingedam niet geheel

    zeker. Daar hij ergens geslagen moet zijn en een heerlijkheid of voldoende

    sterke juridische eenheid genaa m d Fiv elg o ontbr eekt, ma g men aan een

    stedelijke emissie als mogelijkheid niet zonder meer voorbijgaan

    7

    . Van de twee

    steden die zich in de omgeving van Fivelgo aandienen, heeft m.i. Appingedam

    voor alsnog de beste papieren. Immers, zij was de voornaamste stad in, om

    niet te zeggen de hoofdstad van, Fivelgo, terwijl de stad Groningen in dezelfde

    periode reeds groten van dit type op eigen naam   sloeg  (zie hierna).

    Mocht ooit worden bewezen dat deze groot elders is geslagen, dan vervalt

    hiermee Appingedam als stedelijke munt (de munt onder Philips II te Appinge

    dam blijft uiteraard onverlet

    8

    , doch dit was een landsheerlijke munt).

    1. GRONINGEN

    De muntslag door de stad Groningen die omstreeks 1350/60 aanving

    9

      duurde

    tot 1692 doch gedurende dit meer dan 300-jarige bestaan werden perioden van

    intensieve aanmunting afgewisseld met perioden van geringe activiteit of zelfs

    volledige stilstand. Gelijk elders hebben we ook hier de problemen bij de

    daterin g van stukken zon der jaa rtal en het toekenn en van de juiste bena min g

    of waarden, daar waar deze niet op de munten staan vermeld, of uit het type

    blijken.

    Een hulpmidd el bij de datering van de jaartal loze m unte n van de stad

    Groningen kan worden gevonden in de heraldiek. Zoals bekend komt in het

    7 A T .  Puister,  Florijn  2 (1972) blz. 15.

    8 H .  Enno  van Gelder en M. Hoc,  Les monnaies des Pays-Bas bourguignons et espagnols

    Am sterd am 1960, no s.: 255-18, 258-18 en 260-18.

    9 H. En no van G elder, JM P 69 (1982) blz. 21.

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    7/70

    huidige stadswapen een dubbelkoppige adelaar voor met het dwarsbalkschild

    op de borst. Dat dwarsbalkschild is het oudste element en vormde aanvanke

    lijk het enige. Later, ca. 1405, werd daaraan de keizerlijke adelaar toegevoegd.

    Keizer Sigismund voerde deze na 1430 dubbelkoppig doch van 1410-1430

    (hoofdzakelijk) enkelkoppig

    1 0

    .

    Deze chronologie op de munten toegepast leidt dan tot het volgende: munten

    met alleen dwarsbalkschild: vroeg; die met dwarsbalkschild plus enkelkoppige

    adelaar ca. 1405-1430, en stukken met dubbelkoppige adelaar plus schild niet

    veel vroeger dan c a. 1430. A anva nkelijk hield de ad elaa r het schild aa n de

    voeten, doch later verhuisde dit naar de borst, een plaats die, hoewel pas in

    1589 formeel voorgeschreven

    1 1

    , sinds het midden der 16e eeuw al gebruikelijk

    was.  Naast dit heraldische hulpmiddel kan ook de spelling van de stadsnaam

    bij de datering helpen. Wij vonden nl. dat naarmate de spelling dichter bij de

    huidige staat, de munt jonger is. Een ontwikkeling van Gronien(sis) via

    Gronigen(sis) naar Groningen(sis) tekent zich globaal af.

    In een recent aan de Groningse munten gewijd artikel vestigde dr. Van Gelder

    er de aandacht op dat het 16e eeuwse muntstelsel der stad, dat bij eerste

    aanblik zo sam enha ngen d lijkt, in wezen sporen van een jon ger en oud er

    vermengd in zich herbergt. Met name ook de combinatie van drie- en

    viertallige (of beter twee-tallige?) indeling wezen hierop

    1 2

    . Splitst men deze,

    dan resulteren de volgende reeksen:

      1

      krom staart = (2 halve krom staarten ) =

    4 plakken = 8 groo tken s = 32 penningen , naa st: 1 jag er = 2 vliegers =

    (4 halve ditos). D e onderlinge sam enha ng w ordt bep aald do or het gegeven:

    I jager = 3 kro m staa rten . Vo orts zij nog vermeld dat jage r en vlieger de

    Groningse benamingen zijn voor munten die elders dubbele en enkele stuiver

    worden genoemd.

    Gezwegen is dan nog over de braspenning die de stad sloeg van 1437-1440 en

    verondersteld wordt, bedoeld te zijn geweest als het dubbele van de krom

    s t a a r t

    1 3

    . Als zodanig passen deze dan in de eerste reeks. Daar zij echter alle

    geda teerd zijn, evenals de jag ers en vliegers, en bov endie n q ua uiterlijk en

    form aat sterk lijken op deze 15 ja ar jongere jagers, heb ik gem eend ze bij de

    tweede reeks te moeten behandelen.

    Ook kennen we een tiental typen goudguldens van Groningen die echter niet

    zijn in te passen in de series zilverstukken. Slechts gedurende de korte periode,

    waarin de stad zich onder graaf Edzard van Oost-Friesland had gesteld,

    vinden we een duidelijk herkenbare samenhang tussen zilver en goud.

    10 Schu itema M eijer en Van der Veen, a.w. blz. 61 .

    II id. blz. 63 .

    12 H. E nno van G elder, J M P 69 (1982) blz. 21 e.v. (i.h.b. 25).

    13 H. Enno van Gelder, JMP 69 (1982) blz. 34.

    9

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    8/70

    Na deze algemene inleiding geef ik hieronder in catalogusvorm de diverse

    munten die ik, terwille van de overzichtelijkheid en op grond van het hierbo

    ven aangevoerde, in negen paragrafen indeel:

    1. Het eerste bedrijf 1350-1425

    2.  De munt-rijke vijftiende eeuw 1425-1506

    a. Van kromstaarten, plakken en grootkens

    b.  Van braspenningen, jagers en vliegers

    c. Goudguldens

    3.  Onder graaf Edzard, 1506-1514

    4.  De munt-arme periode 1515-1560

    5.  De holle muntjes

    6. De "eeuw" van het Groningse muntstelsel 1560-1649

    7.  Het laatste bedrijf 1690-1692

    8. De noodmunten

    9. De raadstekens

    Ten aanzie n van pa ragr aaf 5 zij opg em erkt d at de hier bedoelde mun tjes zijn

    geslagen gedurende meerdere der in deze paragrafen behandelde perioden. Zij

    zijn echter als groep bijeen gehouden op grond van hun samenhang door

    uiterlijk en methode van fabricage. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor

    paragraaf 9.

    § 1.  HET EERSTE BEDRIJF 1350-1425

    De oudste aan Groningen toe te schrijven munt is ongetwijfeld de tourse

    groot, een munttype ingevoerd door koning Lodewijk IX (de heilige) van

    Frankri jk- in 1266

    14

      en reeds voor 1300 veelvuldig nagebootst in de Neder

    landen waarna, met name in de oostelijke streken van ons land, een tweede

    bloeiperiode volgde in de tweede helft van de 14e eeuw. De muntvondst

    W in sc h o te n

    1 5

      getuigt hiervan, ook al ontbraken hierin de tourse groten van

    Groningen en Appingedam (zie nr. 0.001 hiervoor). Van deze Groningse

    tourse groot kennen we twee typen, waarvan die met GRONIENSCIVIS qua

    spelling prachtig aansluit op de volgende jongere stukken. Naast de grotere

    coupures ter waa rde van 1 of

     2

      groot, behoren tot deze eerste groep een aantal

    kleinere denominaties die, hetzij door de spelling Gronien(s), of door de vrome

    spreuk (signum crucis), of door beide, alsmede door hun "makelij" verband

    met de eerdere stukken verraden, althans suggereren. De gegeven globale

    14 J. Lafaurie,  Les monnaies des rois de France,  Parijs/Bazel 1951, no . 198.

    15 H. Enno van Gelder, JMP 44 (1957) blz. 66-70.

    10

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    9/70

    dateringen zijn mede op deze punten gebaseerd. Voor de plak en de groot (nrs.

    1.103 en

      1.104)

      hebben we meer houvast. De eerste werd als type in 1365

    in Vlaanderen ingevoerd en alras geïmiteerd, ook in de noord-oostelijke

    Nederlanden

    16

    . Deze Groningse plak kwam voor in de muntvondst "Arnhem

    1945"

     die gedateerd is tussen 1369 en 1381 en hoogstwaarschijnlijk ca. 1375

    17

    .

    Op grond van het klaverblad als interpunctieteken op de keerzijde dient het

    stuk in elk geval na medio 1371 te worden gesteld

    18

    .

    De groot komt qua type sterk overeen met groten van graaf Willem V en

    Albrecht van Holland •

    9

     of met een groot van de Utrechtse bisschop Floris van

    Wevelinkhoven (1379-1393)

    20

    , zodat een datering op ca. 1390 verantwoord

    lijkt.

    1 101

    Tourse groot (ca. 1350/60)

    Vz. binnen een rand van twaalf lelie-ornamenten

    een kasteeltje bekroond met een +

    TVRONVS...CIVIS

    Kz. kort glad kruis

    + BNDICTV:SIT:NOM E:DNI:NRI:DEI:IHV:XPI

    MONETA GRONI(GE)

    Bekend: z.j.

    vdCh. VIII, 5,6; X XII, 1

    1 102

    Tourse groot (ca. 1360/70)

    Als 1.101, doch

    Kz. + GRONIENS'CIVIS

    Bekend: z.j. (KPK 1, RM 1)

    vdCh. ontbreekt

    16 A.T. Puister,  lorijn 2 en 3 (1972).

    17 H. Enno van Gelder, IMP 35 (1948) blz. 63.

    18 J. Duplessy, BSFN 1981, blz. 107.

    19 P.O. van der Chijs (Holland en Zeeland) pi. VI, 23 (emissie 1388) en pi. VII, 5 (emissie 1390).

    20 id. (Utrecht) pi. XIII, 16.

    11

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    10/70

    1.103

    Plak (ca. 1375)

    Vz. zittende leeuw met pothelm,

    binnen veelpas van boogjes

    CIVITATlS:DEl:GRAClA:GRONIENSIS

    Kz. kort gebloemd kruis

    + BNEDICTVS:QVI:VENIT:IN:NOMINE:IX)MI.

    + MONETA klaverblad GRONIENSIS

    Bekend: z.j. (PV 1)

    vdCh. ontbreekt;

    JMP 40 (1953) blz. 141

    1.104

    Groot (ca. 1390)

    Vz. dwarsbalkschild in vierpas

    + MONETA NOVA GRONIENSIS

    Kz. lang glad kruis

    + BNDICTV-SIT:NOM-E:DNI N-RI:IHV:XP

    SIG - NVM - CRV - CIS'

    Bekend: z.j.

    vdCh. VIII, 8

    1.105

    Kwart groot (?) (ca. 1380/90)

    Vz. dwarsbalkschild

    + MONETA GRONIEN

    Kz. lang glad kruis met vier maal drie bolletjes

    SIG-NVM-CRV-CIS

    Bekend: z.j. (MG 3, PV 1)

    vdCh. XVIII, 2

    1.106

    Achtste groot (?) (ca. 1380/90)

    Als 1.105, doch

    Kz. geen bolletjes

    Bekend: z.j. (MG 1) vdCh. ontbreekt

    12

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    11/70

    1.107

    Kw art gro ot ?) ca. 1400/10)

    Vz. dwarsbalkschild

    + M O N E T A . . . G R O N I N G

    Kz. kort glad kruis

    + S I G N V M . . . CRV CI S

    Niet teruggevonden

    vdCh. XVIII . 1

    1.108

    Halve groo t ?) ca. 1410/25)

    Vz. wapenschild met linksgewende enkele adelaar

    + M O N E T A G R O N I N G E

    Kz. kort glad kruis

    + S I G N V M CRV CI S

    Beke nd: z.j. RM 1)

    vdCh. VIII , 7

    1.109

    Ac htste gro ot ?) ca . 1420/25)

    Vz. dwarsbalkschild

    + CI V I TA S: G RO N I EN

    Kz. lang glad kruis met viermaal drie bolletjes

    C R X - D N I - D E I - N R I

    Bekend : z. j . M G 2)

    vdCh. XVIII , 3

    1.110

    Halve groo t ?) ca. 1420/30)

    Vz. dwarsbalkschild in vierpas

    + M O N E T A : N O V A : D E : G R O N I G E S

    Kz. lang glad kruis met een dubbele adelaar in elk kwadrant

    CRV X - D O M I - N I : D E- I : N RI

    Bek end: z.j. NB 1)

    vdCh. ontbreekt

    3

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    12/70

    L U I

    Kwart groot (?) (ca. 1420/30)

    Als 1.110, doch

    Vz. MO NETA.

     DE.

     GRONENS

    Kz. dubbele adelaar slechts in Ie en 3e of in 2e en 4e kwadrant

    SIG-NVM-CRV-CIS

    Bekend: z.j. (KPK 2, MG 1) vdCh. ontbreekt

    §2.  DE MUNT-RIJKE VIJFTIENDE EEUW 1425-1506

    Zoals hierboven in de inleiding uiteen gezet, heb ik de muntslag in deze

    periode terwille van de overzichtelijkheid behandeld in drie gescheiden secties,

    die elkaar chronologisch overlappen.

    a.  Van  kromstaaten, plakken en grootkens

    Voor de ontwikkeling van bovengenoemde muntsoorten en de vaste verhou

    ding 1 kromstaart = 4 plakken = 8 grootkens, zij verwezen naar het artikel

    van dr. Van Gelder

    21

    .

    De kromstaart en onderdelen die in Leeuwarden de oudste stedelijke munten

    vormden

    22

      vinden we ook in Groningen terug. Ook hier gelijken deze stukken,

    zeker qua voorzijde, niet meer op het oorspronkelijke Vlaamse voorbeeld van

    1418:

      leeuw met gekromde staart

    23

    . Slechts de keerzijde toont nog enige

    gelijkenis.

    De Groningse kromstaarten zijn grotendeels ongedateerd, evenals de ermee

    samenhangende plakken en grootkens. Beeldenaar, spelling van de stadsnaam

    etc.

     dienen hier bij een relatieve datering uitkomst te bieden. De oudste in deze

    reeks is m.i. no. 1.201 met de daar bij behorende halve (no.  1.202).  De

    keerzijden met de 4 dubbele arenden in de hoeken van het kruis doen sterk

    denken aan de munten van hertog Arnold van Gelre

    24

    , die op ca. 1423 resp.

    ca. 1425 worden gedateerd

    25

    . Het lijkt derhalve verantwoord deze Groningse

    stukken op ca. 1425/30 te stellen. De nrs. 1.203, 1.204 en 1.206 sluiten met de

    spelling Groniens hierop aan, zodat voor deze stukken een globale datering op

    1430/40 aannemelijk lijkt, te meer, omdat zoals we aanstonds bij de nrs. 1.251

    21 H. Enno van Gelder,

     JMP

     67 (1980) blz. 54 vlg.

    22 A.T. Puister, JMP 68 (1981) blz. 36.

    23 L. Deschamps de Pas, RBN 1861, XI , 31 .

    24 P.O. van der Chijs (Gelderland), Haarlem 1852, pi. X, 8, 9, 10 en 11.

    25 H. Enno van Gelder, JMP 39 (1952) blz. 96-98.

    14

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    13/70

    en 1.252 zullen zien, deze spellingswijze in 1437 reeds is verlaten. De krom

    staarten 1.207 t/m 1.213 zijn gerangschikt in volgorde van relatieve ouderdom

    en dienen tussen 1440 en 1490 te worden gedateerd, evenals de plakken nrs.

    1.218 t/m 1.222 en de grootkens 1.226 t/m   1.230. De gedateerde stukken nrs.

    1.223 en 1.231 t/m 1.235 bieden uiteraard geen problemen.

    Het is opvallend dat deze tot de oudste typen behorende munten pas zo laat

    van een jaartal worden voorzien (kromstaart 1492, plak 1489 en grootken

    1488) terwijl, zoals we hierna zullen zien, jongere typen als braspenning, jager,

    vlieger en onderdelen van meet af aan zijn gedateerd (1437, resp. 1454).

    Tenslotte plaats ik hier nog een aantal kleine zeldzame muntjes (nrs. 1233 t/m

    1235) van zeer laag zilvergehalte, alle, voor zover leesbaar, gedateerd 1505.

    Het is niet geheel duidelijk om welke denominaties het hier gaat. Ik houd het

    op plakken, doch grootkens acht ik voor bepaalde typen niet uitgesloten. Op

    grond van de aanduiding "moneta" meen ik dat we aan deze stukjes het

    karakter van munt niet kunnen ontzeggen. Zonder dit opschrift zou men nog

    aan raadstekens kunnen denken die, zoals we in een volgende paragraaf zullen

    zien, reeds in 1543 bestonden.

    1.201

    Kromstaart (ca. 1425/30)

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild

    op de borst , binnen twaalf boogjes

    S I T : N O M E N : D O M I N I : B E N E D I C T V M

    Kz. kort glad kruis met dubbele adelaar in elk kwadrant

    M O N E T A : N O V : D E : G R O N I E N S I S

    Bekend: z. j . (KPK 1)

    vdCh. ontbreekt

    1.202

    Halve kromstaart (ca. 1425/30)

    Als 1.201

    Bekend: z. j . (MG 1) vdCh. ontbreekt ;

    Veil. Schulman 4.4.1978, no. 495

    15

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    14/70

    1.203

    Kromstaart (ca. 1430/40)

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild

    op de staart

    + S I T + N O M E N + D- N I + BE N E DI CT

    Kz. kort glad kruis

    + MONETA+NOVA+GRON(IE)ENSIS

    Bekend: z. j .

    vdCh. IX, 27-29

    1.204

    Kromstaart (ca. 1430/40)

    Als 1.203 doch

    V z . + M O N ETA

     

    NOV(A)-

     

    GRON(I )ENSI (S)

    K z.

      +

      S I T + N O M E N  D O M I N ( I )

     

    B E N E D I C T

    Bekend: z.j.

    vdCh. XIX, 15;

     XXII,

      6

    1.205

    Kromstaart (ca. 1430/40)

    Als 1.204 doch

    Vz. en kz . + SIT NO M EN D-NI BEN EDIC T

    Bekend:  z . j .

    2 6

    vdCh. ontbreekt

    1.206

    Halve kromstaart (ca. 1430/40)

    Als 1.203

    Bekend : z. j . (KP K 1) vdC h. IX, 30

    26 C atalogus S chulman 11.6.1923, no . 1396.

    16

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    15/70

    1 207

    Kromstaar t

    Vz. dubbele adelaar zonder dwarsbalkschild

    + M O N E T A : N O V A : G R O N I N G E N S I S C

    Kz. lang glad kruis waarop dwarsbalkschild

    BENEDI-CTV:QV-I :VENIT- I :NO:DNl

    Bekend: z . j . (M G 1)

    vdCh. ontbreekt

    1.208

    Kromstaar t

    Als 1.207 doch

    V z . M O N E T A : N O V A : D E : G R O N I G E N

    K z. CRV X - D O M I N - l : D EI - N O STRI

    Niet teruggevonden

    vdCh. IX, 26

    1,209

    Kromstaar t

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild

    op de borst

    + M O N E T A : N O V A : D E : G R O N I ( N ) G E N

    Kz. lang glad kruis waarop dwarsbalkschild

    : CRV X - D O M I N - I : D El : N - O STRl

    Bekend: z. j .

    vdCh. XIX, 20

    1 210

    Kromstaar t

    Als 1.209 doch

    V z . M O N ETA : N O V A : G RO N I ( N ) G EN CI S

    Beken d: z. j . (KP K I, RM I)

    vdCh. ontbreekt

    17

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    16/70

    1.211

    Halve kromstaart

    Als 1.210

    Niet gezien

    27

    vdCh. ontbreekt

    1.212

    Kromstaart

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild

    op de staart

    + SIT:NOME(N)-DNI:BENE(DIC):

    Kz. kort glad kruis waarop dwarsbalkschild

    + MONETA:NOVA:GRONI(N)G(ENSI):

    >

     

    Bekend: z.j.

    vdCh. IX, 31-33

    1 213

    Kromstaart

    Als 1.212 doch

    Vz. MONETA:NO-VA-:GRONING

    Kz. MONETA.NOVA.GRONIGENSI

    Niet teruggevonden

    vdCh. IX, 34

    1.214

    Kromstaart

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild

    op de staart

    + MONETA:NO - VA:GRONIN(G)

    Kz. kort glad kruis waarop dwarsbalkschild

    + ANNO:DOMINI:M:CCCCXCII

    Bekend: a. 1492 (MG 2)

    b.  1497 (MG 1)

    c. 1498

    d.

      1499

     (MG 1)

    vdCh. XIII, 85

    vdCh. ontbreekt

    vdCh. XIII, 91

    vdCh. XIV, 104

    27 Moet blijkens aantekening KPK in Museum Emden aanwezig zijn.

    18

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    17/70

    1.215

    Kromstaar t

    Als 1.214 doch

    Vz. SIT NO ME N - DNI BEN EDIC

    Bekend: a. 1498

    b.  1499 (M G 1)

    vdCh. XIII , 90

    vdCh. XIV, 105

    1.216

    Halve kromstaart

    Als 1.214

    Bekend: 1504 a. jaartal in Romeinse cijfers

    b.

      met Arabische 4

    vdCh. XV, 112

    vdCh. XX, 28

    1.217

    Plak (ca. 1430)

    Vz. dubbele adelaar met vertikaal dwarsbalkschild

    aan de voeten

    + M O N ETA : G R - O N I EN SI S :

    Kz. schild met dubbele adelaar op lang glad kruis

    :SIT:

      - N O M E- : D N I :- BEN E

    Bekend: z.j. vdCh. IX, 39; XIX, 18

    1.218

    Plak

    Als 1.217 doch

    Vz. + MO NE TA:G R - ONI(N)GE NS(IS) :

    Bekend: z.j.

    vdCh. IX, 36, 38, 40; XIX, 16, 17

    19

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    18/70

    1.219

    Plak

    Als 1.217 doch

    Vz. + MONETA:NO(VA)-GRONIGENSIS

    Bekend: z.j.

    vdCh. IX,  37

    1 220

    Plak

    Als 1.217 doch

    Vz. kruisje onder elke kop van de adelaar

    x M O N E T A x N - O V A x G R O N "

    Kz. SIT -NOM(E) - DNI ' -BENE

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    19/70

     223

    Plak

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild schuin rechts

    aan de voeten

    + M O N ( E) - N O V ( A ) - G RO N I N G E

    Kz. als vorigen

    A N ( 0 : D ) - ( N I ) M CC- CCLX - X X I X

    Bekend:

    a. 1489 (KPK  1)

    b.

      1491

    c. 1498

    d. 1506 (KP K 1)

    vdCh.

      ontbreekt

    vdCh.  XIII,  83; X X  27

    vdCh.

      XIII,

      92

    vdCh.

      XXII, 7

    1 224

    Grootken (ca. 1425/30)

    Vz. dubbele adelaar (met dwarsbalkschild op de borst?)

    + M O N E T A : G R O N I N

    Kz. kort glad kruis

    + S I G N V M : CRV CI S : D

    Bekend: z.j. (PV 1)

    vdCh. ontbreekt

    1.225

    Grootken (ca. 1430/40)

    Als 1.224 doch

    Vz. dwarsbalkschild aan de voeten dat randschrift doorsnijdt

    + M O N ETA : G R- O N 1EN SI S

    K z . + S I T . N O M . D N I . B E N E D I C T V

    Niet teruggevonden vdCh. XXII , 8

    1.226

    Grootken

    Als 1.225 doch

    V z. + M O N ETA : G R- O N I G EN SI S

    K z . + S I T . N O M . D N I . B E N E D I C T ( V S )

    Bek end: z. j . vdC h. IX, 42

    21

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    20/70

    1.227

    Grootken

    Als 1.226 doch

    Vz. + MONETA NOA-GRONIGENS

    Kz. + SIT. NOM 'DNI. BENEDICTV

    Bekend:

      z.j.

    vdCh. IX, 43

    1 228

    Grootken

    Als 1.227 doch

    Vz. dwarsbalkschild doorsnijdt randschrift niet

    + MONETA NOVA +

     GRONI

    Kz. +SIT'NOME'DNI

     

    BENE

    fc r

    Bekend: z.j. (KPK 1, MG 1)

    vdCh. ontbreekt

    1.229

    Grootken

    Als 1.227 doch

    Vz. +MONLNOVA-GRONINGEN

    Kz. het korte kruis is in het stempel duidelijk verlengd

    SIT-NOM-DNI-BNET

    Bekend: z.j. (MG 1)

    vdCh. IX , 41

    1.230

    Grootken

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild schuin naar rechts

    M ON E . . . . - G R O N . . . .

    Kz. kort glad kruis met in eerste kwadrant een klaverblad (of drie bolletjes?)

    . . . . N O D . . . .

    Bekend: z.j. (PV 1) vdCh. ontbreekt

    Het is niet uitgesloten dat dit vdCh. XIX, 19 is, dat als zodanig niet is teruggevonden.

    22

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    21/70

    1 231

    Grootken

    Als 1.229 doch op

    Vz. dwarsbalkschild schuin naar rechts onder

    Kz. lang glad kruis waarop dwarsbalkschild

    A N N O - D . . . - M C C - C C 8 8

    Niet teruggevonden

    vdCh. XIII , 79

    1.232

    Grootken

    Als 1.231 doch

    V z . + M O N ' N O V A - G R O N I N G E

    Kz. kort glad kruis waarop dwarsbalkschild

    A N N ( 0 )  D ( O M I N ) I : M CCCC: X CI

    Bek end: a. 1491 (M G 1)

    b.

      1498 (K PK 1)

    vdCh. XIII , 84

    vdCh. XIII , 93

    1 233

    Plak (?)

    Vz. dwarsbalkschild

    • M O N E T A N O G R O N I ( N G )

    Kz. lang kruis

    AN-NO-15-05

    Bekend: in drie varianten:

    i. geen teken boven het schild: (PV 1)

    ii.  ster boven het schild: (KPK 2)

    iii.

      rozet boven het schild

    vdCh. XV, 119

    vdCh. XV, 118

    vdCh. XV, 122

    1 234

    Plak of grootken (?)

    Vz. dwarsbalk door het veld

    M O N . G R O N I G E N S I S

    Kz. kort kruis

    A N N O D O M I N . . .

    Niet teruggevonden

    vdCh. XV, 114

    23

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    22/70

    1.235

    Plak of grootken (?)

    Als 1.233 doch

    Kz. kort kruis

    omschrift onleesbaar

    Bekend: (RM 1) vdC h. ontbree kt

    d.

      Van braspenningen, jagers en vliegers

    Anders dan in de vorige paragrafen, biedt de datering hier geen stof tot

    discussie; alle stukken zijn van een jaartal voorzien. De reeks vangt aan met

    een viertal braspen ningen en twee halve met jaarta llen 1437-1440. Hiermee

    heeft de stad Groningen een absolute primeur in de Noordelijke Nederlanden

    waar de oudste gedateerde landsheerlijke munten de Gelderse dubbele, hele en

    halve vuurijzers van 1474 van hertog Karel de Stoute zijn

    2 8

    . Enkele andere

    steden die er reeds voor 1474 toe over waren gegaan hun munten van een

    jaa rtal te voorzien zijn: Bolsward 1455, De venter 1466 en Le euw arden

      1471

    2 9

    .

    De reden waarom juist de steden er zo vroeg toe overgingen hun munten

    te dateren zal wel geweest zijn om bij eventueel geconstateerde minder

    waardigheid van de speciën te kunnen vaststellen welke — jaarlijks nieuw

    benoemde — stedelijke bestuurders hiervoor verantwoordelijk waren.

    De braspenningen en onderdelen, die door hun korte kruis op de keerzijde van

    de jagers en vliegers zijn te ondersche iden, vorm en een hom ogen e reeks.

    An ders ligt dit met de in 1455 aanv ang ende reeks jage rs. Niet alleen he bben we

    hier een aantal onderling door beeldenaar duidelijk verschillende typen op

    verschillende m un tvo et

    3 0

    , doch bin nen elk type nog kleinere afwijkingen do o r

    incidentele tekens. Zo onderscheidt de hierna te vermelden serie onder nr.

    1.254 zich slechts van die onder nr. 1.253 (van hetzelfde hoofdtype) door de

    aanwezigheid van een klaverblad in een der kwadranten op de keerzijde

    waarbij in 1459 en 1463 deze beide varianten voorkomen (vgl.  1.253c  en d met

    1.254b  en f). Het voo rkom en van h et klaverblad in 1458 sluit echter de

    mogelijkheid van een muntmeestersteken welhaast uit.

    Voor de vliegers (nrs. 1.259 t/m   1.263)  en de halve vliegers (nrs. 1.265 en

    1.266) geldt hetzelfde m et betrek king tot het teken in het har t van het kru is o p

    de keerzijde. O m trent de betekenis of ach tergron d van deze details tasten we in

    28 H. Enno van Gelder en Marcel Hoc, a.w. nrs. 34-2, 35-2 en 36-2.

    29 A.T. P uister, JM P 68 (1981) nrs. 2.002a en 4.006a en H . En no van Gelder, JM P 69 (1982)

    blz. 23.

    30 Uitvoerig toegelicht door H. Enno van Gelder, JMP 69 (1982) blz. 21-46.

    24

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    23/70

    het duister. Vermeld zij nog dat, w anneer in 1455 de stad Bolsward ha ar eerste

    munt, een stuiver, uitbrengt, deze een slaafse nabootsing is van de Groningse

    van 1454 (nr.  1.259a). Een B in het hart v an h et kruis op de keerzijde vervan gt

    de G van het voorbeeld

    3 1

    , evenals in 1472

    3 2

    .

    Op de jagers van 1498 en 1499, gem aakt ond er de muntm eesters Co rnelius van

    Leijden en Hendrik van Linner, vangt het buitenomschrift op de keerzijde

    norm aal aa n met SIT .. De jage r 1499 heeft steeds Gron ingensis en kom t

    voor met dwarsbalkschild gekanteld naar links. De verdeling van de jaartallet

    ters over de kwadranten kan variëren. Bij 1463 en 1465 staan de laatste twee

    zelfs aan het begin, voor ANO, dat hier tot A is afgekort (nr.

      1.253).

    1.251

    Braspenning

    Vz. binnen een vierpas een dubbele adelaar met

    dwarsbalkschild op de staart

    + M O N E T A N O V A G R O N I G E N S I S

    Kz. kort glad kruis met ster in elk kwadrant

    + SIT N O M E N D O M I N I B E N E D I C T V M

    + A N O D N I M CCCC X X X V I I

    Bekend: a. 1437

    b.

      1438 (K PK 1, M G I, SC H 1)

    c. 1439

    d. 1440 (M G 2, SCH 1)

    vdCh. X, 44

    vdCh. ontbreekt

    vdCh. X, 45

    vdCh. ontbreekt

    1.252

    Halve braspenning

    Als 1.251 doch kleiner

    Beken d: a. 1437 (KP K 1)

    b.

      1439

    vdCh. ontbreekt

    vdCh. X, 46

    31 A.T. Puister, JMP 68 (1981) blz. 31 e.v., nr. 2.002a.

    32 id„ nr. 2.007a.

    25

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    24/70

    1.253

    Jager

    Vz. binnen een vierpas, dubbele adelaar met

    schuin naar rechts staand dwarsbalkschild op

    de staart

    + MONETA NOVA GRONIGENSIS

    Kz. lang glad kruis met ster in ieder kwadrant

    CTV SIT-NOMEN-DOMINI-BENEDI

    A N O - D N I - M C C - C CLV

    Bekend:

      a. 1455 (M G I)

    b.  1456

    c. 1459 (RM 1)

    d. 1463

    e. 1465

    f. 1498

    g. 1499

    vdCh. X, 49

    vdCh. X, 53

    vdCh. XIX, 22

    vdCh. XI, 57

    vdCh. XI, 59

    vdCh. XIII, 86

    vdCh.  XIV, 98,  99

    1.254

    Jager.

    Als 1.253 doch

    Kz. een klaverblad in een kwadrant en ster

    in de overige

    Bekend:

    a.

    b.

    c.

    d.

    e.

    f.

    1458  (KPK  2,

    1459  (KPK 1,

    1460

    1461 (KPK 1,

    1462

    1463

    MG 1, PV 1)

    SCH

      1)

    SCH 1)

    vdCh. ontbreekt

    vdCh. ontbreekt

    vdCh. X,  54

    vdCh. X, 55

    vdCh.  XI,  56

    vdCh.  XI,  58

    1.255

    Jager

    Vz. dubbele a delaar met a an de voeten : l inks schild

    met dubbele adelaar en rechts dwarsbalkschild

    MONETA:NOVA:GRONINGENSIS

    Kz.

      lang glad kruis met in de kwadranten

    G - R - O - N

    SIT:NO-ME:DO-MINI. BE-NEDICT

    A N N O - D N I ' M - C C C C - L X X V I

    Bekend: a. 1476

     (KPK

      1)

    b.

      1477 (PV 1, SC H 1)

    vdCh. ontbreekt

    vdCh .

      XIX,

      26

    26

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    25/70

    1.256

    Als 1.255 doch

    Kz. vier sterren in de kwadranten

    Bekend: 1477

    vdCh. XII , 68

    1.257

    Jager

    Vz. binnen vierpas, dubbele adelaar met aan de

    voeten l inks adelaarschild en rechts dwarsbalk-

    schild, die het randschrift d oorb reken .waa rtussen

    een G

    M O N E T N O V - - G R O N I N G E N S

    Kz. middellang glad kruis waarop schild met dubbele adelaar

    + S I T . N O M E N . D N I . B E N E D IC T V

    + A M - C C C - C L X - X X V

    Beken d: 1485 (M G 1)

    1.258

    Jager

    Als 1.257 doch

    Kz. lang glad kruis

    S I T . N O - M E D N - I . B E N - E D IC T '

    A M - C C C - C L X - X X V

    vdCh. XII, 72

    Bekend: a. 1485

    b.

      1486

    c. 1487 (M G 2)

    vdCh. XII, 73

    vdCh. XII, 75, 76

    vdCh. XIII , 78

    1.259

    Vlieger

    Vz. dubbele adelaar met schuin naar rechts

    staand dwarsbalkschild aan de voeten

    M O N E T A . N O V A - . G R O N I (N G ) E ( N S I S )

    Kz. lang glad kruis met G in het hart

    A N N O . - D O M I N ( I ) M : C C C C . - . L I I I I .

    Bekend: a. 1454

    b.

      1455 (K PK 1)

    c 1472

    vdCh. X, 47

    vdCh. X, 50

    vdCh. XI , 63; XIX, 24

    27

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    26/70

    d. 1473

    e. 1474

    f. 1475

    g. 1476

    h. 1477 (KPK 1)

    i. 1482 (N B 1, MG 2 , SCH 3)

    vdCh. XI, 64; XIX, 25

    vdCh. XI, 65

    vdCh. XI, 66

    vdCh. XII, 67

    vdCh. XII, 69

    vdCh. ontbreekt

    1.260

    Vlieger

    Als 1.259 doch

    Kz. ster in het hart van het kruis

    Bekend:

    a.

    b.

    c.

    d.

    e.

    f.

    g-

    h.

    1455

    1467 (PV 1)

    1469 ( M G I PV 1)

    1470 ( M G

     1,

     SC H 2)

    1491 (KPK 1)

    1492 (M G 1)

    1498

    1499

    vdCh.  X, 51

    vdCh.  ontbreekt

    vdCh. ontbreekt

    vdCh.  XI,  61

    vdCh.  XIII, 81

    vdCh. ontbreekt

    vdCh.  XIII,  87, 88, 89

    vdCh .

      XIV,

      100-103

    1.261

    Vlieger

    Als 1.259 doch

    Kz. geen teken in het hart van het kruis

    Bekend: 1469 (KP K 1, SC H. 1)

    vdCh. XIX, 23

    1.262

    Vlieger

    Als 1.259 doch

    Kz. roosje in het hart van het kruis

    Bekend: 1471

    28

    vdCh. XI , 62

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    27/70

    1.263

    Vlieger

    Als

      1.259 doch

    Kz. klaverblad in het hart van het kruis

    Bekend: 1505

    vdCh. XV,

      121

    1.264

    Vlieger

    Vz. dubbele adelaar met vertikaal dwarsbalkschild

    aan de voeten

    M O N E T A . N O V - G R O N I G E S I S

    Kz. kort kruis met G in het hart

    A N N O . D O M I N I . M C C C C L X XX V

    Bekend:

      a. 1485

    b.

      1486

    vdCh.

      XII,

      74

    vdCh.

      XIII,

      77

    1.265

    Halve vlieger

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild schuin

    links aan de voeten

    M O N E T A G R - O N I G E N S I S

    Kz. lang glad kruis met punt in het hart

    A N N O - D O M I - M C C C C - L I I I I

    ^nr-4

    Bekend: 1454

    vdCh. X, 48;

      XIX,

      21

    1.266

    Halve vlieger

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild schuin

    rechts aan de voeten

    + M O N ETA N O V ( A ) -G RO N I (G ) E( N I SI)

    Kz. lang kruis met ster in het hart

    A N N O - D O M I - N I M C - C C C L V

    Bekend: a. 1455

    b.

      1457 (M G 1)

    c. 1458

      (KPK

      2, NB

      1,

      SCH I)

    d. 1459 (KPK 1)

    vdCh. X, 52

    vdCh. ontbreekt

    vdCh. ontbreekt

    vdCh. ontbreekt

    29

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    28/70

    e. 1465 (M G 2) vdC h. X I, 60

    f. 1467 (K PK 1, M G 1) vdC h. ontbre ekt

    g. 1491 vdC h. X III, 82

    c.

      Goudguldens

    Op 15.2.1487 werd door keizer Frederik III aan de stad Groningen het recht

    verleend gouden mu nten te s laan

    3 3

    . Hierbij werd tevens bevestigd het recht om

    als van ouds zilvergeld te munten. Ten aanzien van de gouden munten werd

    bepaald dat hierop de rijksappel, symbool van de keizerlijke waardigheid,

    diende te worden gesteld.

    Reeds in 1488 zien we de stad een St. Jans goudgulden slaan die aan dit

    vereiste voldoet (nr.  1.282).  Een hieraan vrijwel identieke doch ongedateerde,

    gulden is mogelijk reeds in 1487 geslagen (nr.

      1.281).

     Twee onderling slechts op

    de keerzijde verschillende, op naam van keizer Frederik geslagen, goudguldens

    zijn verm oedelijk ko rt voo r het einde van diens regering, 1493, geslagen (nr s.

    1.283 en

      1.284).

    Ten name van Frederik's opvolger, keizer Maximiliaan (1493-1519), kennen

    we vier typen guldens en een "halve". De onderling slechts in detail verschil

    lende guldens zijn onge date erd behalve nr. 1.288 v an 1503. H iern a schijnt de

    stad er toe overgegaan te zijn de rijksappel op de go udg ulden s weg te laten; de

    goud guldens met St. M aa rten zijn nl. in 1506 reeds be ke nd

    3 4

    . De "halve"

    guldens die reeds in 1502 in een instructie worden genoemd

    3 5

      vertonen

    daarentegen de rijksappel nog wel (zie nr.  1.291).  De ongedateerde goud

    gulden zonder rijksappel (nr.  1.299) is vo orsha nd s moeilijk p laa tsba ar. Ik h eb

    gemeend deze op grond van de fabriek en het opschrift FC A ( = facta), dat

    ook reeds op munten onder Frederik III voorkomt, op ca. 1503 te moeten

    stellen, doch een vroegere zowel als een latere datering is niet bij voorbaat uit

    te sluiten. Het is zelfs denkbaar dat het stuk dateert van voor de verlening van

    het formele privilege van 1487.

    De guldens ten name van Maximiliaan die alle de Rex titel vermelden zijn op

    grond daarvan wel in de periode voor 1493 gesteld

    3 6

    . Deze theorie volg ik

    niet, daar ook na 1506 op de goudgulden geslagen onder graaf Edzard, zoals

    we verderop zullen zien, deze titel nog voorkomt.

    Ten slotte nog een enkel woord over een soms aan Groningen toegeschreven

    St. Jans goudgulden ten name van keizer Frederik (dus voor 1493)

    37

      met op

    33 vdC h., blz. 431 .

    34 H.O. Feith,  Groninger Volksalmanak  1844, blz. 92.

    35 vdCh., blz. 489.

    36 Delmonte en vdCh. blz. 495.

    37 Veiling, Münzen und Medaillen A G . Bazel, dec. 1959, nr. 22.

    30

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    29/70

    de voorzijde MON.NOV-AVR.ING. Deze is, op grond van het opschrift

    ING wel aan Ingolstadt toegeschreven, evenals, bij opschrift IN.G, aan

    Graz

    3 8

    . Dit laatste IN.G kan ook tot Groningen verleiden. Daar echter op

    alle bekende notoir Groningse goudguldens de stadsnaam (min of meer)

    volledig is vermeld en veelal ook het dwarsbalkschild nog daarop voorkomt,

    meen ik, bij het ontbreken van deze kenmerken, deze gulden niet tot de

    Groningse te moeten rekenen, waarbij ik de juiste toeschrijving in het midden

    laat.

    Ondanks de grote onderlinge gelijkenis van de St. Jan 's goudguldens zullen zij

    sinds 1487 verschillende waarden hebben gehad. Een nadere precisering lijkt

    voorshands evenwel onmogelijk. Het vrij grote aantal typen doet een omvang

    rijke aanmunting vermoeden, doch van 6 ervan kennen we slechts één enkel

    exemplaar, terwijl de overige ook niet dik gezaaid zijn.

    De gulden met St. Maarten — postulaatgulden genaamd — was van alle

    guldens de geringste

    39

    .

    1.281

    Goudgulden (ca. 1487)

    Vz. staande St. Jan met lam, en G tussen de voeten

    M O N E ' A V R E - G R O N I G E N S '

    Kz. rijksappel in driepas

    F R E D R 1 C R O M A N O R V I M P E '

    Bek end: z.j. (K.PK. 1, M G 1, SCH 1) vdC h. on tbre ekt

    1.282

    Goudgulden

    Als 1.281 doch

    V z - G RO N I G ES ' 88

    Bekend: 1488

    38  Proces Verbaux et Mém. du Congr. Int. de Num. Bruxelles,  1910, blz. 31 3.

    39 Vgl. H. Enno van Gelder, JMP 69 (1982) blz. 42 en 43.

    vdCh. XIII , 80

    31

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    30/70

    1.283

    Goudgulden (ca. 1490)

    Vz. staande St. Jan met lam en dwarsbalkschild

    tussen de voeten

    MONET FCA-wapen- I.GRONIGES

    Kz. rijksappel in driepas

    +

     FRIDRICVS RONORVM IM PAT

    Bekend: z.j. (KPK 1)

    1.284

    Goudgulden

    Als 1.283 doch

    Kz. rijksappel in vierpas

    Bekend: z.j. (MG 1)

    1.285

    Goudgulden (ca. 1495)

    Vz. staande St. Jan met lam en dwarsbalkschild

    tussen de voeten

    MONE'AVRE'-wapen-GRONIGENS'

    Kz. rijksap pel in zespas

    MAXIMILIANROMANOR'REX

    Bekend: z.j.

    1.286

    Goudgulden

    Als 1.285 doch

    Vz. dubbele adelaar tussen de voeten

    en ... - GROIGEN

    Kz. rijksappel in driepas

    Bekend: z.j. (KPK 1)

    vdCh. ontbreekt

    D

      1141

    vdCh. ontbreekt

    vdCh. XIV, 94

    vdCh.

     XIV,

     95

    32

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    31/70

    1.287

    Goudgulden

    Als 1.286 doch

    Vz. G tussen de voeten en GRONIGENS

    Bekend: z. j . (KPK 1)

    vdCh. ontbreekt

    D 1143

    1 288

    Goudgulden

    Vz. staande St. Jan met lam en tussen de voeten

    "W einsbe rg" schild

    M O : N O : G RO - - N I G EN : 1503

    Kz. rijksappel in driepas

    M A X 1 M I L IA N V S . R O M A ' R E X

    Bekend: 1503 (PV 1)

    vdCh. ontbreekt

    1.289

    Goudgulden (vóór 1487 of ca. 1503)

    Vz. staande St. Jan met lam, met G tussen de voeten

    I O H A N N ES- - BA BTI STA

    Kz. lang glad kruis waarop wapenschild met dubbele

    adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    L A V S . D - E O . F C A I ' G R O - N l ' G E '

    Beken d: z. j . (M G 1)

    vdCh. ontbreekt

    1.290

    Postulaatgulden (ca. 1503-1506)

    Vz. staande St. Maarten met kromstaf

    t eken -S MARTIN' - PRO GRONI(N)

    Kz. binnen driepas wapenschild met dubbele

    adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    M O N E T ( A ) N O V A A V R E A . G R O N I ( N ) '

    Bekend: z. j . met als teken op vz.:

    i G ( R M 1, PV 1)

    ii O

    i i ig (K PK 1, M G 1)

    <

    r

    tf

    vdCh. XV, 107, 108

    vdCh. XV, 109-111

    vdCh. ontbreekt

    33

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    32/70

    1.291

    Arendsgulden (zgn. halve gulden) (ca. 1502)

    Vz. dubbele

     adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    +

     MONETA NO AVRE(A)*GRONIN(G)

    Kz. rijksappel in driepas

    + MAXIMILIAN ROMANO(R)'REX

    Bekend: z.j.  vdCh. XIV, 96, 97

    Vermoedelijk is dit een zgn. arendsgulden die slechts een waarde van 10

    stuivers had en op grond daarvan wel halve gulden werd genoemd.

    §3.

      ONDER GRAAF EDZARD 1506-1514

    In het begin van de 16e eeuw zag Groningen zich genoodzaakt hulp en

    beschermheerschap van buiten aan te trekken om de groeiende druk van

    Habsburg te weerstaan, te meer daar sinds het einde der vorige eeuw de

    Saksische hertogen in het naburige Friesland reeds een dreigende macht van

    betekenis vormden. Zo huldigden zij in 1506 graaf Edzard van Oost Friesland

    als hun heer, met wie zij gezamelijk het muntrecht uitoefenden. W apen en titel

    van de graaf verschenen op de munten, naast die van de stad. Zoals Dr. H.

    Enno van Gelder aantoonde

    39

    ", werd tijdens dit bewind de muntslag aan die

    van de Bourgondische Nederlanden aangepast, zowel qua intrinsieke waarde

    als uiterlijk. De voorzijden van deze munten sluiten nog goed aan op de

    oudere stedelijke, doch de keerzijde van met name de stuiver toon t duidelijk de

    Bourgondische invloed. Het beschermheerschap duurde niet lang, slechts acht

    jaa r, terwijl de muntslag u itsluitend van de jaren 1507 en 1508 bekend is.

    In 1514 stelde de stad zich onder bescherming van hertog Karel van G elre, een

    notoir tegenstander van Habsburg. Dit beschermheerschap heeft geen sporen

    in de muntslag achtergelaten. Ook bood het de stad op de lange duur

    onvoldoende steun. In 1528 erkende de stad keizer Karel V als haar heer. Zij

    behield evenwel haar interne stedelijke souvereiniteit inclusief het aloude door

    Karels overgrootvader verleende en bevestigde muntrecht.

    39a JM P 69 (1982) blz. 39.

    34

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    33/70

    1.301

    Goudgulden

    Vz. St. Johannes met lam en aan zijn voeten

    links het Oostfriese harpijschild en rechts het

    dwarsbalkschild van de stad

    M O N ' C O M r Z - - S E N A ' G R O r

    Kz. rijksappel in driepas

    M A X I M I L I A N R O M A N O R E X

    Bekend : z. j . (K PK 1)

    1 302

    Dubbele stuiver (of 3 stuiver?)

    Vz. dubbele adelaar met aan de voeten, links

    harpijschild en rechts dw arsbalk schild, waa r

    tussen G

    M O .

     N O . C O M I T . Z . S E N A T . G R O N I ( N )G

    Kz. lang in bloemranken uit lopend kruis met

    dwarsbalkschild in het hart

    N D I C- SI T , . N - O M EN - D N I B

    ANO-MCC-CCC-VII

    vdCh. XVI, 127

    Bekend: a. 1507

    b.  1508

    vdCh. XVI, 128

    vdCh. XVI, 135

    Op de stukk en v an 1508 begint op de keerzijde het buitenrand schrift met SIT . Van beide jaren zijn

    nog 3 varianten te onderscheiden nl. op vz.:

    i initiaalteken herkruist kruis

    ii initiaalteken lelie

    iii initiaalteke n lelie + aure olen om de kopp en

    van de adelaar

    1507

    (KPK 1)

    (RM 1)

    (MG 2)

    1508

    (KPK 1)

    ( PV 1)

    (M G 1, RM 1)

    1.303

    Stuiver

    Vz. dubbele adelaar met aureolen om de koppen

    en aan de voet wapenschilden die het randschrift

    doorbreken

    l e l i e M O . N O . C O M I - Z - S E N A T . G R O ( N I )

    Kz. lang kruis binnen vierpas en dwarsbalkschild

    in het hart

    A N N O - D ( O M I ) N ( I ) - M CCCC- CV I I

    Bekend: a.

    b.

    1507

    1508

    vdCh. XVI, 129-132; XX, 36

    vdCh. XVI, 136

    35

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    34/70

    1.304

    Halve stuiver

    Als 1.303 doch

    Kz. ster in het hart van het kruis

    ANNO-DOMI-MCCC-CCVII

    Bekend:

      1507

    vdCh. XVI, 133

    1.305

    Du bbele plak ( = 1/3 stuiver)

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    + M O N . C O M I T . Z . S E N A T . G R O N

    Kz. kort glad kruis waarop harpijschild

    s te r A N N O . D O M I N I M C C C C C . V H

    Beke nd: 1507 (KPK I) vdC h. ontb reekt

    1 306

    Plak ( = 1 / 6 s tu iver)

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    M O N C O M I T . Z . S E N A T . G R O I

    Kz. lang kruis waarop schild met dubbele adelaar in vierpas

    A N N - D O M I - M C C - C C C 7

    Bekend: 1507

    vdCh. XX, 35

    1.307

    G r oo t ken ( = 1 / 2 p lak )

    Vz. harpij

    M O . . . C O . . . N A T G R O

    Kz. lang glad kruis waarop dwarsbalkschild

    . . . . . . - M C - C C C C 7

    Bek end: 1507 (M G 1)

    vdCh. XVI, 134

    36

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    35/70

    §4.  DE MUNT-ARME PERIODE 1515-1560

    Gedurende bovengenoemde periode werd te Groningen vrijwel niet gemunt.

    Slechts enkele munten van geringe waarde zijn met zekerheid aan dit tijdvak

    toe te schrijven. Deze vallen nog uiteen in twee groepen, te weten die geslagen

    in de twintiger jaren en die uit de veertiger jaren.

    Naast de gedateerde stukken kennen we nog een aantal ongedateerde die

    onderling door stijl en fabricage en hun uitvoering in koper kennelijk tot

    dezelfde periode behoren en aansluiten op de eveneens in koper uitgevoerde

    stukken van 1525 en 1527. Sommige hiervan dragen duidelijk de aanduiding

    MONETA en dienen m.i. dan ook als munt te worden gezien en niet als

    raadsteken.

    Hoewel munten op koperbasis zo vroeg in de Noordelijke Nederlanden

    nauwelijks voorkomen, zijn zij tussen 1520 en 1540 ook niet geheel onbekend.

    Zo kennen we b.v. koperen duiten van de stad Utrecht van 1523, waarna men

    in 1527 aldaar weer op zilverbasis overging

    40

    . Van bisschop-elect Hendrik van

    Beieren zijn muntjes uit 1525 bekend van hetzelfde type en metaal

    41

    .

    Daar de stad Groningen op muntgebied toonaangevender was dan Utrecht,

    lijkt een aanmaak van Groningse koperen munten in de periode 1523-1530

    dan ook beslist niet uitgesloten. Ongetwijfeld zal het hierbij hebben gegaan om

    muntjes van lage denominatie, waarschijnlijk onderdelen van plak of zelfs

    grootken.

    1.401 j

    Pl ak ( = 1/6 stuiver) S M

    Vz. dubbele adelaar met schuin slaand dwarsbalkschild aan m

    de voeten ^ i

    M O N E N O V A - G R O N I N G

    Kz. lang kruis waarop schild met dubbele adelaar, binnen een vierpas

    A N .

     D - N I

    . M-CCCC-CXXI

    Bekend: 1521  (KPK  l )

    4 2

      vdCh.  ontbreekt

    40 F. Pietersen,  M unten van de stad U trecht,  U trecht z.j., nrs . 22 en 23.

    41 P.O. van der Chijs (Utrecht) pi .

      XXII,

      2.

    42 Kwam voor in de vondst Zuidlaren, zie JMP 67 (1980) blz. 186.

    37

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    36/70

    1.402

    Grootken (= 1/2 plak)

    Vz. dubbele adelaar zonder dwarsbalkschild

    MON.

     NOVA.

     GRONINGE

    Kz. lang kruis waarop dwarsbalkschild

    A N . D-NIM-CCCC-CXXI

    Bekend:  1521 (KPK 1)

    1 403

    Kwart plak (?) van koper

    Vz. dwarsbalkschild

    MONETA.

     NOVA.

     GRONIG(EN)

    Kz. lang kruis

    AN-DNI-jaartal in Romeinse cijfers

    Bekend: a. 1525 (PV 1)

    b.

      1527 (PV 1)

    1 404

    Kwart plak (?)

    Als 1.403 doch

    Vz. GRO NINGE

    Kz. geen schriftresten gevonden

    Bekend: z.j. (PV 3)

    1.405

    Kwart plak (?)

    Als 1.404 doch

    Vz. GRONIEM

    Bekend: z.j. (PV 2)

    43 Als noot 42.

    vdCh. ontbreekt

    vdCh. XV, 115

    vdCh. XX, 30

    38

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    37/70

    1 406

    Kwart plak (?)

    Als 1.404 doch

    V z. M O N E T A G R O N I ( N G E )

    Bekend: z. j . (KPK 3)

    vdCh. XV, 116,  120

    1 407

    Kwart

      plak (?)

    Als 1.404 doch

    V z. M O . . . G R O N I N G E N S

    Kz. kort kruis

    Bekend: z.j. (PV 1)

    vdCh. XV, 117; XX, 29

    1.408

    Dub bele plak (= 1/3 stuiver)

    Vz. dubbele adelaar met schuin staand dwarsbalkschild

    aan de voeten

    M O N E . N O V A . G R O N I N G E ( N )

    Kz. dwarsbalkschild op kortkruis

    A N N O . D O M I N I . M . D . X LI I I I

    Bekend: 1544

    vdCh.  XVI,  137

    .409

    G r oo t ken ( = 1 / 2 p lak )

    Vz. dubbele adelaar met verticaal dwarsbalkschild aan de voeten

    M O N E . . . - . . . G R O N I N

    Kz. dwarsbalkschild op kort glad kruis

    A N N O . D N I . M . D . X X X X . II II

    Bekend: 1544 (RM 1)

    vdCh. XX, 37

    39

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    38/70

    § 5.

      D E H O L L E M U N T J E S

    Onder holle muntjes worden hier verstaan eenzijdig geslagen vlakke kleine

    muntjes zonder opschriften doch met een opstaande gladde buitenrand. In het

    Duits genaamd Hohlheller ter onderscheiding van de — eveneens eenzijdige

    schriftloze — niet vlakke schotelachtige muntjes (Schüsselpfennige). Deze holle

    muntjes doen qua uiterlijk sterk denken aan de bekende bracteaten die hun

    grote bloeiperiode kenden in het Duitsland van de 12e en 13e eeuw

    4 4

    . Zij zijn

    echter — in tegenstelling tot wat menige verzamelaar en handelaar denkt —

    beduidend jonger.

    Deze on-Nederlandse techniek van munten is uit Duitsland (Rijnland) naar

    ons land overgewaaid

    4 5

      en bereikte steden als Nijmegen, Deventer en

    Groningen, alwaar deze muntjes bekend stonden als respectievelijk grootgens,

    braemsen en penningen

    4 6

    . In G ron ing en golden zij vo or 1/8 plak = 1/48

    stuiver (elders wel mijt genaamd).

    Op deze muntjes komen geen jaartallen voor. De oudste vermelding voor

    Groningen is van "W oensd ag in de Paschen " 1499 wanneer do or het s tadsbe

    stuur het profijt uit de aanmaak dezer muntjes aan de kerk van St. Maarten

    wordt gegund

    4 7

    .

    Gezien de Zuidelijke origine van deze muntjes zullen zij in Deventer wel eerder

    zijn vervaardigd dan in Groningen. En inderdaad is voor Deventer bekend dat

    in 1492 alle oude braemsen van onwaarde worden verklaard en nieuwe bij de

    kerkmeesters kunnen worden verkregen. In Deventer moeten ze dus reeds voor

    1492 hebben bestaan

    4 8

    .

    Voor de Friese steden, die veelvuldig Groninger typen nabootsten en na 1493

    met de muntslag ophielden

    4 9

    , kennen we deze typen niet. Zou dit er op

    kunnen wijzen dat toen de Groningse holle penningen nog niet bestonden,

    althans nog onvoldoende bekend waren? In ieder geval is er voorshands geen

    reden de aanmaak van deze penningen te Groningen op veel eerder dan ca.

    1490 te stellen.

    Behalve penningen zijn er te Groningen volgens dezelfde techniek ook muntjes

    geslagen die op grond van afmeting en gewicht wel dubbele penningen moeten

    zijn geweest. Hiervan kennen we vijf typen: nrs. 1.501 en 1.502 (zonder teken

    tussen de koppen van de adelaar), nrs. 1.503 en 1.504 (met een teken

    daartussen) en ten slotte nr. 1.505 (met een G op die plaats).

    44 Vgl. b.v.

      Niedersachsische Brakteaten,

      Kestner Museum, Hannover 1967.

    45 H. Enno van Gelder, JMP 45 (1958) blz. 86.

    46 id. JM P 69 (1982) blz. 41 .

    47 vdCh., blz. 497.

    48 J. Fortuijn Droogleever,  De Beeldenaar,  1978, nr. 4, blz. 5.

    49 A.T . Puister, JM P 68 (1981) blz. 28.

    40

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    39/70

    Vergelijken we dit met wat er bekend is over het Groninger stadssignet dan

    zien we eenzelfde ontwikkeling

    5 0

    . Tot 1512 geen teken, in 1515 voor het eerst

    een kruisje in gebru ik to t tenm inste 1528, w aar na de G verschijnt (ou dst

    bekende voorkomen in 1555). Mijn datering van deze holle muntjes is dan ook

    hiero p gebaseerd. O ok bij de enkele penningen zien we dezelfde v arianten (nrs.

    1.509 t/m

      1.511).

    H et m untje afgebeeld bij vd Ch . V III 25, dat zich van de hierna te beschrijven

    penning nr. 1.509 onderscheidt door het ontbreken van het dwarsbalkschild,

    meen ik op grond daarvan niet aan Groningen te moeten toeschrijven, doch

    aan Arnhem dat alleen de dubbele adelaar in het stadswapen heeft. Muntjes

    van dit type vormden met 1248 stuks op een totaal van 3129 het hoofdbe

    standdeel van de vondst Zuidlaren

    5 1

    . Mede op grond van de geringe afstand

    van de vindplaats tot de stad Groningen, werd aan die stad als atelier van

    aanmaak gedacht. Desondanks li jkt mij toeschrijving aan Arnhem verant

    woord, daar de vondst ook andere kleine muntjes van die stad bevatte

    (vondstinventaris nrs. 45(2), 46(3), 47(10), 48(1), terwijl ook Nijmegen

    (69 stuks) en de drie steden van Overijssel (587 stuks) vertegenwoordigd zijn.

    Het jaartal van verberging van deze vondst (1572/77) toont dat in het eind van

    de 16e eeuw muntjes van dit bracte atenty pe nog ruimsc hoo ts v oo rha nd en

    waren en circuleerden en dus bepaald niet 12e of 13e eeuws zijn.

    Na de toewijzing van deze holle muntjes aan Arnhem

    513

      zien we de opmars

    route uit Rijnland duidelijk voor ons: via Nijmegen en Arnhem, de IJssel af

    naar Deventer. Daarbij passeren we Zutphen waarvan we dergelijke muntjes

    niet kennen. Wel weten we dat aldaar kortstondig in 1480 is gemunt

    5 2

      waarna

    een periode van stilstand gedurende ongeveer een eeuw volgt. Het ontbreken

    van deze holle m untjes vo or Zu tph en is — zij het als negatief argum ent — een

    ondersteuning van een datering laat in de 15e eeuw voor de eerste aanmaak

    van dit type in de Nederlanden. Ook de Nijmeegse muntjes van deze soort zijn

    op ca. 1500 gesteld

    5 3

    .

    D e bij vdCh . op plaat XI X o nder nr. 4 t/m 7 afgebeelde eenzijdige muntjes met

    een gedeeld wa pen, (1) uit de deellijn kom ende halve ade laar, (2) dw arsbalk -

    schild, houd ik niet voor Gronings. Deze uitvoeringsvorm van het wapen is mij

    voor Groningen nooit voorgekomen

    5 4

    . Kunnen zij van Deventer zijn?

    50 A.T. Schuitema Meijer en W.K. van der Veen, a.w. blz. 53.

    51 H. En no van Gelder, J M P 67 (1980) blz. 183-199, vonds tinventaris nr. 75.

    51a Da t alda ar in of vo or 1571 groetge ns, waarva n 100 een stuiver maa kte n, zijn geslagen, weten

    we do or J .S. van V een, TM P 15 (1907) blz. 246.

    52 P .O. van der Chijs (Gelde rland, H eren en Steden ), Ha arlem 1853, pi. VI, 1.

    53 T. Passon,  De stedelijke munt van Nijmegen,  Nijmegen 1980, blz. 34, nrs. 16 A-D .

    54 Neubecker /Rentzmann,  Wappenbilderlexikon,  M ünch en 1974 geeft dit wap en voor Beichlingen,

    Werdenfels, Garmisch-Partenkirchen en Horschowitz, plaatsen die ik geen van alle als produ

    cent van deze stukjes zie.

    41

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    40/70

    1.501

    Dubbele penning (= 1/4 plak) (ca. 1500-1520)

    Eenzijdig

    dubbele adelaar met dwarsbalkschild vertikaal aan de voeten tussen G-R

    Bekend: z.j. (KPK 1)

    vdCh. ontbreekt

    1.502

    Dubbele penning (ca. 1500-1520)

    Eenzijdig

    dubbele adelaar met dwarsbalkschild schuin naar rechts aan de voeten

    Niet teruggevonden

    vdCh. VIII, 10

    1.503

    Dubbele penning (ca. 1520-1540)

    Als 1.502 doch een teken tussen de koppen van de adelaar

    Bekend: z.j. (KPK 1)

    vdCh. ontbreekt

    1.504

    Dubbele penning (ca. 1520-1540)

    Als 1.503 doch wapen schuin naar links

    Niet teruggevonden

    vdCh. XX II, 2, 3

    1.505

    Dubbele penning (ca. 1540-1580)

    Als 1.502 doch G tussen de koppen

    Bekend: z.j. (KPK 2)

    vdCh. VIII, 9, 11

    42

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    41/70

    1.506

    Pen ning (= 1/8 plak) (ca. 1490)

    Eenzijdig

    dwarsbalkschild in driepas

    Niet teruggevonden

    vdCh. XIX, 10

    1.507

    Penning (ca. 1500)

    Als 1.506 doch dwarsbalkschild in ovaal

    Niet teruggevonden

    vdCh. XIX, 9

    1.508

    Penning (ca. 1500)

    Eenzijdig

    dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    Bekend: z.j. (K.PK. 1)

    vdC h. XI X, 11, 12

    1.509

    Penning (ca. 1500-1520)

    Als 1.502 doch kleiner

    n

    Bekend : z. j .

    vdCh. VIII , 12, 16-21,23,24;

    XIX, 13, 14 en XXII, 4, 5

    1.510

    Penning (ca. 1520-1540)

    Als 1.503 doch kleiner

    Beken d: z. j .

    vdCh. VIII , 22

    43

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    42/70

    1.511

    Penning (ca. 1540-1580)

    Als 1.505 doch kleiner

    Bekend: z.j. vdCh. VIII, 13-15

    § 6.  D E "E EU W " VAN HE T GR ON I NG SE MU NTS TEL SEL 1560-1649

    Na de periode van uiterst spaarzame aanmunting tussen ca. 1510 en 1560

    vangt in laatst genoemd jaar een periode van intensieve muntslag aan die bijna

    een eeuw zou duren. Hierin bezigt de stad een geheel eigen muntstelsel met

    denominaties , typen en muntnamen die elders in de Nederlanden niet voor

    komen.

    Geslagen werden, zeer incidenteel en spaarzaam, goudguldens, daalders en

    rijksdaalders naast veelvuldig en in grote aantallen stukken van 8, 4, 2, 1, 1/2,

    1/3, 1/4, 1/6 en 1/12 stuiver. Althans zo was het tot en met 1594, toen de stad

    vasthield aan de Groningse stuiver van 6 plakken. Nadat Groningen in 1594

    door prins Maurits was veroverd en de stad tot de Republiek terugkeerde —

    waaruit het in 1580 door het verraad van Rennenberg was verloren gegaan —

    veranderde dit en paste de stad haar muntstelsel aan. De basis van het nieuwe

    stelsel werd een stuiver van 8 plakken, in waarde gelijk aan de stuivers die

    elders in de Republiek gebruikelijk waren en in Groningen Brabantse stuivers

    werden gen oem d. Als gevolg hiervan werd de dub bele plak ( = 1/3 stuiver van

    voor de Reductie) de kwart stuiver van na 1594. Voor de oude kwart stuiver

    van 1 1/2 plak, ma germ ann eke g ena am d, was na 1595 uiteraa rd geen p laats

    me er, terwijl de plak , 1/6 stuiver vo or 1594, da ar n a 1/8 stuiver wa s en du s de

    rol vervulde van wat elders in de Republiek duit heette. De halve plak,

    grootken genaamd (1/12 stuiver Gronings) deelde na 1594 het lot van het

    magermanneke en verdween van het toneel .

    Nadat deze wijziging in 1598 zijn beslag had gekregen, bestond de reeks

    derhalve uit coupures van 8, 4, 2, 1, 1/2, 1/4 en 1/8 stuiver, respectievelijk

    genaamd: dubbele flabbe oflangrok, flabbe, jager, stuiver, 1/2 stuiver, oord en

    plak (= duit). Deze behielden hun oude benamingen, doch hun intrinsieke

    waarden waren op de nieuwe muntvoet gebaseerd

    5 5

    .

    Essentieel in de overgang van het oude systeem naar het nieuwe is de invoering

    van de stuiver-Brabants. De oude Groninger stuiver gold in het verkeer reeds

    altijd 3/4 stuiver Brabants zodat de begrip niet onbekend was, doch een

    55 H. Enno van Gelder, JMP 42 (1955) blz. 95-98.

    44

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    43/70

    geldstuk van die waarde (= 11/3 Groninger stuiver) bestond niet. -Geen

    wonder dat toen die munt werd ingevoerd (vgl. nr.

      1.618)

     deze op de keerzijde

    duidelijk als zodanig werd gemerkt met in de kwadranten ISBR (= 1 Stuiver

    BRabants).

    Tabel I

    Naam

    Goudgulden

    Daalder

    Rijksdaalder

    \

      daalder

    Langrok

    Flabbe

    Jager

    Stuiver

    4-

     stuiver

    Dubbele plak

    Magermanneke

    Plak

    Grootken

    Instructie

    1591

    1561

    1598

    1589

    1596

    1625

    1626

    1568/80/86

    1593/6

    1598/1604/25

    1626/35/48

    1585/6

    1593/6

    1598/1604

    1627/35/49

    1568

    1593

    1598/1604

    1627/35/48

    1568/83

    1604/28

    1635/48

    1568

    1593

    1596/1600

    1625/35/48

    1578

    1579

    1568

    1583

    1596

    1600

    1625/33/48

    1565

    Gehalte

    0,770

    0,942

    0,500

    0,500

    0,750

    0,493

    0,500

    0,500

    0,493

    0,493

    0,500

    0,500

    0,493

    0,493

    0,242

    0,500

    0,250

    0,243

    0,187

    0,177

    0,173

    0,125

    0,069

    0,083

    0,073

    0,062

    0,062

    0,062

    0,054

    0,062

    0,054

    0,045

    Gewicht

      in g

    3,25

    25,50

    9,40

    8,72

    5,42

    7,67

    4,70

    4,36

    4,08

    3,84

    2,31

    2,18

    2,04

    1,92

    2,43

    1,09

    1,96

    1,92

    1,44

    1,17

    1,13

    1,17

    1,17

    1,17

    1,17

    1,14

    1,10

    0,77

    0,77

    0,77

    0,77

    0,77

    45

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    44/70

    Over de muntslag gedurende deze periode is reeds gepubliceerd door Minke

    A. de Visser

    56

    . Aan de hand hiervan is tabel I opgesteld met voor elk type

    munt gehalte en gewicht volgens de opvolgende instructies.

    De hier te behandelen serie kenmerkt zich door een bijzonder groot aantal

    afslagen van te hoog of te laag gewicht, hetzij rond of op vierkante of

    octagonale plaatjes, hetzij in het juiste, hetzij in een afwijkend — doorgaans

    edeler — metaal. De tot deze categorie behorende stukken zijn als regel zeer

    goed geconserveerd. Zij stellen ons in staat details van de beeldenaars te leren

    kennen, hetgeen zeer nuttig bleek bij de bestudering van de zeer kleine en

    dunne laagste denominaties. Deze kennelijk niet voor de normale circulatie

    bedoelde stukken zijn niet in de catalogus vermeld, tenzij het gaat om in

    normale uitvoering onbekende typen of jaartal len.

    Volkomen geïsoleerd in deze omvangrijke reeks staat nr. 1.601, een St.

    Jansg oud gu lden die we alleen kennen van 1591, het jaa r volgende op da t

    waarin door de stedelijke overheid krachtens ordonnantie van 5.3.1590 allerlei

    vreemde gouden munten werden ingestempeld met de klop: dubbele adelaar

    met dwarsbalkschild op de staart

    S 7

    . Deze klop kennen we op een Engelse

    rozenobel van Edward IV, op te Gorcum geslagen imitaties daarvan, op

    nobels van Overijssel (1583) en Zeeland (1583 en 1584) en op die van Hedel en

    G e n t

    5 8

    . Ik acht het niet uitgesloten dat de emissie van de goudgulden 1591 een

    uitvloeisel is van de stedelijke ingree p van 5 m aa rt 1590.

    Tabel II

    naam

    langrok

    flabbe

    jager

    stuiver

    halve stuiver

    oord

    duit

    st

    8

    4

    2

    1

    1/2

    1/4

    1/8

    t

     

    7,67

    3,84

    1,92

    1,92

    1,17

    1,17

    0,765

    f

    0,493

    0,493

    0,493

    0,243

    0,177

    0,083

    0,054

    Ag

    3,781

    1,893

    0,947

    0,467

    0,207

    0,097

    0,041

    Ag/st

    0,473

    0,473

    0,473

    0,467

    0,414

    0,388

    0,330

    A

    0

    0

    0

    - 0 , 0 1 3

    - 0,053

    - 0 , 0 1 3

    - 0 , 0 1 5

    In tabel II zijn van zeven stukken naam, waarde in stuivers (st), gewicht (g),

    zilvergehalte (0, totale inhoud van fijn zilver (Ag) en gram fijn zilver per

    56 JMP 26 (1939) blz.  124-141.

    57 Zie voor ac htergrond en G. van der Me er, JM P 48 (1961) blz. 71-77.

    58 J.C. van der Wis,  De Beeldenaar  1982, blz. 182 en 183.

    46

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    45/70

    stuiver nominale waarde (Ag/st) weergegeven

    58 a

    , alsmede een nader te bespre

    ken additioneel gegeven, A. Uit deze tabel blijkt dat de hoogste 3 coupures

    van gelijk gehalte zijn, doch van proportioneel lager gewicht, terwijl dubbele

    stuiver en stuiver van gelijk gewicht zijn evenals de halve stuiver en het oordje.

    Daar deze stukken ook ongeveer even dik zijn, betekent dit dat de grootte ook

    nagenoeg gelijk is. Bij de grote gelijkenis van voorzijden en keerzijden per stel

    bestaat dan uiteraard de kans op stempelverwisseling en verkeerde combinatie

    van voorzijde en keerzijde. Dat deze vergissing ten minste één maal heeft

    plaatsgevonden, weten we sinds Veiling Schulman 1938

    58 b

    .

    Voorts bevestigt de tabel nog eens dat het beleggen in de kleinste coupures

    intrinsiek een slechte zaak is. In 64 duiten zit slechts 2,643 g fijn zilver

    tegenover 3,781 in een langrok, een verschil van ca. 30%. Aangezien dit

    verschil moet zitten in de fabricagekosten, eerder dan in de seigneuriage, kan

    men aan de hand van deze gegevens pogen de kosten van het slaan der

    muntstukken bij benadering te berekenen.

    Daartoe is in de laatste kolom van de tabel een grootheid A vermeld, die voor

    elke munt het aantal grammen zilver geeft dat men per twee stuks te kort

    komt in vergelijking met het erboven staande stuk. Dit verschil wordt dan

    veroorzaakt doordat men in het ene geval twee en in het andere slechts één

    munt behoeft te slaan, m.a.w. de slagkosten per munt. De tabel leert dan dat

    tot en met de dubbele stuiver men kennelijk geen extra slagkosten op de

    intrinsieke waarde wilde laten drukken. Voor de overige gevallen zijn die

    kosten er wel en heel aardig constant, behalve voor de halve stuiver. Het is mij

    niet duidelijk waarom deze zo "duur" moet zijn. M.i. moet hier een andere

    factor hebben meegespeeld.

    Vo or de 3 vrijwel con stante verschillen ko men de slagkosten neer op gemid

    deld 137:4730, is ca 1/34 stuiver, en voor de halve stuiver op 1/9 stuiver.

    Houden'we de laagste waarde aan, dan komen we met 1/34 stuiver slagkosten

    voor een duit op ca 24% en voor het oordje en de stuiver op 12 resp. 3 % van

    de nominale waarde. Voor de halve stuiver, waarop 1/9 stuiver slagkosten, is

    het 2 2 % , vrijwel even hoo g als bij de duit. Zou m en om bep aalde redenen het

    laten aanmaken van halve stuivers hebben willen ontmoedigen, of bestond er

    juist zoveel vraag naar dat de markt deze prijs kon dragen?

    58c

    58a Zie de gegevens voor 1626 in tabel I.

    58b Onder nr. 314: vz. van de dubbele stuiver (nr. 1614) met kz. van de stuiver (nr. 1618).

    58c Ana loge berekeningen toegepa st op de Bourgondisch-Oos tenrijkse zilverstukken van de

    emissie 1434, 1506 en 1521 gaven een soortgelijk beeld. Op he t op één na gro otste stuk dru kte n

    geen extra slagkosten, doch wel op de volgende. Ook hier relatief dure coupures naast

    goedkope, b.v. (in afgeronde cijfers):

    1434: 1/40 stuiver op 1/4 stuiver; 1/104 stuiver op 1/8 stuiver

    1506: 1/24 stuiver op 1/2 stuiver; 1/80 stuiver op 1/4 stuiver

    1521:  1/48 stuiver o p 1 stuiv er; 1/120 stuiver op 1/8 stu iver.

    47

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    46/70

    1.601

    Goudgulden

    Vz.

      staande St. Johannes met lam met vaan tussen 15-9

    MONE:NO:AVR(E):-GRONINGENSIS

    K z.

      onder rijksappel dubbele adelaar met dwarsbalkschild

    op  de  borst

    RVDOLPrll. ROMA:IMP:SEMP:AVGV(ST)

    Bekend: 1591

    1.602

    V

      184.1

    Daalder

    Vz. staande St. Johannes met lam met dwarsbalkschild tussen de voeten

    SANCTVS IOANNES - - BABTISTA   A'  1561

    Kz. gekroonde dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    M O N E T A N OV A A R G E N T E A G R O N I N G E N S I S

    Bekend: 1561 (KP K 1, SCH I)

    1.603

    vdCh.

      XVII, 141

    Kwart (?) daalder

    5 0

    Als 1.602

    Vz. SANCTVS IOANNES - - BABTISTA AN 1561

    K z. M O N E T A N O V A A R G E N G R O N I N G E N S I S

    Bek end: 1561 (K PK 1)

    vdCh.

      XVII,

      142; XX, 44

    59 Dit stuk o p een voor een halve daald er p assend gewicht (ca. 14 a 15 g) is niet te rugg evo nde n.

    Wel bekend zijn twee piedforts (SCH 2) en twee piedfaibles

      (KPK

      1, RM 1). De gegeven

    afbeelding is naar het

      KPK

      exemplaar van 7.19 g. Het is zeer goed mogelijk dat er naast de hele

    daalder geen halve, doch alleen kwart daalders zijn geslagen.

    48

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    47/70

    1 604

    Rijksdaalder

    Vz. staande St. Johannes met lam naast dwarsbalkschild

    M O N E N O V A : A R G : - G R O N I N G E N S I S 1 5 9 8

    Kz. onder gekroonde rijksappel dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    R V D O L . I I R O M A N O : I M P E . S E M P E R . A V G V

    Type V 184,2

    Bekend:

     a.

     1598

     (Veil.

     Coi n Inv. nov.

     1984, no. 447)

    b.  1601 V 184.1

    c 1602

    60

    1 605

    Dub bele flabbe of langrok ( = 8 stuivers)

    Vz. staande St. Maarten met kromstaf

    S A N T V S . M - A R T I N V S . E P . 1 5 8 9

    Kz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    M O N E T A . N O V A . A R G E N . G R O N I N G E N S I ( S )

    Bekend: 1589

    V 185 1

    1 606

    Dubbele flabbe of langrok

    Als 1.605 doch

    Vz. ja art al ter weerszijden van de heilige

    S A N C T V S - M A R T I N V S E P

    Type V 185.2

    Bek end: a. 1590 (K PK 1)

    b.

      1591

    c. 1593

    d. 1597

    e. 1599 (Sc hulm an, prijslijst 59, nr. 1154)

    V 185.2

    60 Op de munten van 1602 wordt het vz. omschrift doorbroken na de A van ARG.

    49

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    48/70

    1.607

    Dubbele flabbe of langrok

    Als 1.605 doch

    Vz. waardeaanduiding VIII-ST ter

    weerszijden van de heilige

    SANTVS MA-RTINVS EP 1626

    K z . M O N E T A . N O V A . A R G E N . G R O N I N G ( G )

    Type V 185.3

    Bekend: a. 1626

    b.  1627

    1.608

    V 185.3

    Flabbe ( = 4 s tuivers)

    Vz. wapenschild met dubbele adelaar

    met dwarsbalkschild op de borst, binnen boogomamenten op lang kruis

    d u b b e l e a d e l a a r : M O N E T A - N O V A A R - G E N G R O - N I N G E N

    Kz. dwarsbalkschild op versierd kort kruis

    DA PACEM DNE IN DIEB NOSTRIS 1561

    diverse interpunctietekens

    Bekend:

    a. 1561 (M G 1)

    b.  1562

    c. 1580

    vdCh. XVII, 143

    vdCh. XVII, 144

    V 186.2

    61

    1 609

    Flabbe

    Als 1.608 doch

    K z . + S I T N O M E N D N I B E N E D I C T V M

    1568

    T y p e V 186 3

    Bekend:

    a 1568

    b 1580

    c 1581

    d 1582

    e

    1583

    f 1584

    vdCh.

      XVII, 147

    V 186.3

    61 '

      Alle bekende exemplaren hebben het jaartal 1580 over 1562.

    50

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    49/70

    1.610

    Flabbe

    Als 1.609 doch

    Vz. twee zespuntige sterren boven het wapenschild

    M O N E T A - N O V A A R - G R O N I N - G E N S I S

    Type V ontbreekt

    W V

    Bekend: a. 1587

    b. 1588

    c. 1589 (KPK 1)

    d. 1590 (KPK 1)

    e. 1591 (KPK 1)

    f. 1593

    g. 1594

    h. 1597

    i. 1598

    j.

     1599

    k. 1604 niet teruggevonden)

    1.611

    Flabbe

    Als 1.608 doch

    V z . M O N E T - A N O V A - G R O N I - N G ( E N S )

    K z . S I T . N O M E N . D O M I N I . B E N E ( D I C T V M ) 1600

    op vz., vele varianten in verdeling van de letters over de kwadranten

    Type V ontbreekt, WV blz. 26, nr. 13

    Bekend:

    a.

    b.

    c.

    d.

    e.

    f.

    g-

    h.

    i.

    .1

    1600

    1604

     (KPK 1)

    1620

     (M G 1)

    1622

    1623

    1625 (KP K 1)

    1626

    1627

     (KP K 1)

    1635

    1641 (SCH  1)

    k. 1649

    62 Slechts bekend als vierkante afslag.

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    50/70

    1.612

    Jager ( = 2 stuivers)

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild

    op de borst

    M O N E T A . N O V A . G R O N I N G E N S I S 1585

    Kz. dwarsbalkschild op lang gebloemd kruis

    S I T . N O M ( E ) - N . D O M I ( N I ) - B E N E D - I C T V M

    op kz. vele varianten in verdeling van de letters

    Type V 221.3

    Bekend: a. 1585 V 221.3

    b. 1587

     (JL 1)

    c. 1588 ( M G 2, PV I)

    d. 1589 (M G 1)

    e. 1599 (JL 1)

    f. 1601 (M G 1)

    Bekend: 1589 (KPK 1, M G I)

    1.614

    Jager

    Vz. schild met dubbele adelaar met dwarsbalkschild

    op de borst , binnen boogornament

    M O N E TA . N O V A . G RO N I N G ( EN SI S) 1604

    Kz. dwarsbalkschild op kort gebloemd kruis

    S I T . N O M E N . D O M I N I . B E N E ( D I C T V M )

    Type V 186.4

    Bek end : a. 1600 (niet terugg evo nde n) V 186.4

    b.  1604

    c. 1605

    d. 1606

    e. 1622 (niet terugg evo nde n) WV blz. 26

    f. 1627 (R M 1)

    52

    over de kwadranten

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    51/70

    1.615

    Jager

    Als 1.614 doch

    Vz. waarde aanduiding 2-S ter weerszijden

    van het schild

    Kz. jaa rtal na omschrift

    Type V 186.5

    Bek end: a. 1622 (M G 1)

    b.

      1635

    V 186.5

    1.616

    Vlieger ( = 1 stuiver)

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild

    aan de voeten

    l e l i e M O N E T A . N O V A . G R O N I N G E N S I S

    Kz. lang gevoet kruis in vierpas

    S I T . N - O M . D - O . BEN -A " 1560

    Bekend: a. 1560 vdCh. XV I, 1 3 8 "

    b.

      1563 (M G 1) vdC h. ontb reekt

    c. 1568 (Coin Inv. Veil. 2 april 1984, no . 254) vdC h. X V II, 148

    1.617

    Halve jager (= 1 stuiver)

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    en aureolen om de koppen

    M O N E T A . N O V A . A R : G R O N I N G E N S I S

    Kz. dwarsbalkschild op kort kruis waar onder 1593

    S I T . N O M E N . D O M I N ( I ) . B E N E D I C T V M

    Type V 187.3

    •. ^,

    V \

    ..  .„  *S«f  ,t  -

      v

      ••:  '

    m

      v

    Bekend: a. 1593

    b.

      1597 (K PK 1)

    c. 1609 (niet terugg evon den )

    6

    V 187.3

    63 v dC h. beschrijft het stuk correct als 1560, doch op de afbeelding lijkt het jaa rta l: 1566.

    64 Als vierkante piedfort; Veil. Fr. Muller, dec. 1904, no. 3528 (Stephanik).

    53

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    52/70

    .618

    .*a£3&

    Stuiver (Brabants)

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    M O N E T A . N O VA. GRO N I N GE N S IS

    Kz . lang kruis met dwarsba lkschild in het hart en in de kwadranten I.S.B.R .

    SIT.N-OMD-OBE-A 1598

    TypeV 187.1

    Bekend: a. 1598

    b.

      1599

    c. 1600

    d. 1601

    e 1602

    f. 1604

    g. 1605

    h. 1609 (JL 1)

    i. 1613

    1615 (KPK I)

    k. 1622

    1.

      1627 (JL 1)

    m. 1628 (niet teruggevonden)

    n. 1630 (JL 1)

    o. 1635

    V 187.1

    WV blz. 27

    In het omschrift op de kz. komen zeer vele variaties voor, zowel door meer of minder letters als

    door de verdeling daarvan over de kwadranten.

    1.619

    Halve vlieger ( = halve stuiver)

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild aan de voeten

    s t e r M O N E T A. N O VA. GRO N I N GE N S I S

    Kz. lang kruis binnen vierpas met ster in het hart

    SIT.N-OM.D-O.BEN-A 1560

    Bekend: 1560 (KPK 1, RM 1) vdCh. ontbreekt

    54

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    53/70

    1.620

    Halve vlieger

    Als 1.619

      doch

    Kz. lang kruis met G in het hart en in de hoeken

    afwisselend dubbele adelaar en dwarsbalkschild

    TypeV 187.5

    Bekend

    :

     a.

     1582 JL 1)

    b. 1583

     (M G 1)

    c. 1584

    d. 1585

    e. 1586

    f. 1587 (M G 1)

    g. 1588

    h. 1589 (M G I)

    i. 1590 JL 1)

    V 187.5

    1.621

    Halve stuiver (Brabants)

    Vz. gekroond wapenschild met dubbele adelaar met dwarsbalk-

    schild op de borst, tussen -J-s

    M O N E T A . N O V A . G R O N I N G ( E N )

    Kz. lang kruis met dwarsbalkschild in het hart en in de hoeken

    S-P-Q-G

    SIT-N O. D O-BENE-1604

    TypeV 187.4

    Bekend:

    a.

    b.

    c.

    d.

    e.

    f.

    g-

    h.

    i.

    . •

    k.

    1.

    m

    n.

    0.

    1604

    1609 (KPK 1)

    1613 (KPK 1)

    1614 (KPK 1)

    1615

    1616 (KPK 1)

    1620 niet teruggevonden)

    1621 (JL 1)

    1622

    65

    1623 JL 1)

    1626

    1628

    .1629 (KPK 1)

    1635

    1649

    V 187.4

    WV blz. 28

    Evenals bij de Brabantse stuiver, nr.  1.618,  komen ook bij nr. 1.621 vele varianten voor op de kz.

    in omschriften en verdeling over de kwadranten.

    65 Jaartal 1622 alleen bekend als piedfort; Veil. Th. Bom, aug. 1890, no. 2109 (Rijnbende).

    66 Jaartal 1626 alleen bekend op vierkant muntplaatje (SCH 2).

    55

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    54/70

    1.622

    Dubbe le plak ( = 1/3 stuiver Gronings)

    Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst

    M O N E ( T A ) : N O V A : G R O N I N ( G E N S I S )

    Kz. dwarsbalkschild op lang kruis

    SI T .N -O . DO-BENE-A" 1560

    Type V ontbreekt

    Bekend : a. 1560 (K PK 1)

    b.  1593

    1.623

    Dubbele plak

    Als 1.622 doch

    Vz. dwarsbalkschild aan de voeten van de adelaar

    Type V ontbreekt

    Bekend: a. 1560

    b.  1566

    c. 1593 (M G 1)

    d. 1594

    1.624

    Dubbele plak

    Als 1.623 doch

    Vz. dwarsb alkschild doo rbre ekt randschrift

    Kz . ANO-DNI-MD-LXII I I

    Bekend: 1564

    67

      vdCh. ontbreekt

    1.625

    Dubbele plak

    Als 1.622 doch

    Vz. geen dwarsbalkschild

    Bekend: 1569 (niet teruggevonden)

    67 JM P 37 (1950) blz. 154. Typ e van sterk afwijkende tekening , alleen bekend als piedfort in zilver

    in Cab. des Médailles te Parijs.

    vdCh. ontbreekt

    vdCh. XVI, 139

    vdCh. XVII, 146

    vdCh. XX, 39

    56

  • 8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister

    55/70

    1.626

    Dub bele plak ( = 1/4 stuiver Brab ants)

    6

    Als 1.622

    Type V 188.5

    : a.

    b.

    c.

    d.

    e.