8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
1/70
JAARBOEK
VOOR
MUNT EN
P E N N I N G K U N D E
73
1986
KONINKLIJK NEDERLANDS GENOOTSCHAP
VOOR MUNT EN PENN INGKUN DE
AMSTERDAM
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
2/70
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
3/70
GRONINGSE STEDELIJKE MUNTEN
door Drs. A.
T
Puister f
In mijn verhandeling over de Friese Stedelijke Munten
1
stelde ik reeds een
publicatie over de Groningse in het vooruitzicht. De wenselijkheid hiervan
deed zich reeds gevoelen tijdens het schrijven van dat artikel. Doordat
Groningen de oudste der muntende steden is, gaf
zij
vele m alen de voorb eelden
uit die later in Friesland en elders werden nagevolgd.
Een overzicht van het verloop van de verkrijgingen van het muntrecht en de
achtergronden die er toe leidden dat Groningen zo uitzonderlijk vroeg dit
recht uitoefende gaf ik reeds bij Friesland.
Er is een grote parallel tussen de ontwikkelingen in de beide gewesten:
aanvankelijk reeds een vrij uitgebreide grafelijke muntslag in de 11e eeuw,
gevolgd door een bloeiende stedelijke muntslag in de latere middeleeuwen,
conflicten met Habsburg, en invloed van Duitse vorsten; Saksische in
Friesland en een Oostfriese in Groningen. Toch zijn er ook verschillen: terwijl
met de komst van de Saksische hertogen de stedelijke Friese muntactiviteit
eindigde, wist Groningen in dezen het heft in handen te houden totdat in 1694
zij zich door de Generaliteit liet afkopen.
Anders dan in Friesland is voor de provincie Groningen slechts één stad aan te
wijzen die bewijsbaar eigen munt sloeg, nl. de hoofdstad. Hoewel Appingedam
de gehele middeleeuwen door Groningen's enige en eeuwige rivaal is geweest,
zijn er toch geen munten bekend die met zekerheid als stedelijk Appingedams
kunnen worden aangewezen. Het is evenwel niet uitgesloten dat de tourse
groten met Fivelgoie
2
, die ca. 1380/1390 moeten zijn geslagen, dienen te
worden toebedeeld aan de stad Appingedam, die omstreeks die tijd op een
hoog punt van bloei en macht stond
3
terwijl juist dan Groningen poogt zich
van de laatste overblijfselen van Utrecht's bisschoppelijke invloed te ontdoen
en dus haar handen wel volhad
4
. Ik heb dan ook gemeend de bewuste munt in
dit opstel te moeten opvoeren, mede als logisch uitvloeisel van een eerdere
publicat ie
5
.
1 A.T. Puister, JMP 68 (1981) blz. 30.
2 vdCh. pi. XVIII en pi. XXII, 9.
3 vgl. R.P. Cleveringa,
O ntwikkelingslijnen van het rechtsbestel der stad Apping edam ,
1927 blz. 16
e.v. en J. Dik, Uit de geschiedenis van Appingedam, de oude hoofdplaats van Fivelingo, 1956
blz. 61 e.v.
4 A.T. Schuitema Meijer en W.K. van der Veen, Zegel, wapen en vlag van de stad Groningen,
1965, blz. 39.
5 A.T. Puister, Florijn 2 (1972) blz. 15.
5
Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 72, 1986, pp. 5-72
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
4/70
Wellicht ten overvloede zij vermeld dat, zoals in Friesland, ook hier de 11e
eeuwse grafelijke munten geen stedelijke munten zijn en de te Garre(ls)weer,
Westeremden en Winsum geslagen zilveren denarii buiten het bestek van dit
opstel vallen
6
.
De munten zijn gerangschikt per periode en daarbinnen naar afdalende
nominale waarde. Van de stukken die niet in de standaardliteratuur zijn
beschreven, is vermeld waar en in hoeveel exemplaren zij zich bevinden. Ook is
dit gedaan voor die munten waarvan, hetzij slechts één exemplaar bekend is,
of die slechts in één collectie voorkomen. De collecties zijn aangeduid als volgt:
K PK = Koninklijk Penningkabinet, Leiden
M G = Groninger Museum, Groningen
NB = De Nederlandsche Bank, Am sterdam
RM = 's Rijks M unt, Utrech t
SCH = kaartsysteem Schulman, Am sterdam
PV = particuliere verzameling
JL = jaartallenlijst K PK
Het kaartsysteem Schulman geeft de door hen verhandelde munten. Voor
zover deze waren geleverd aan openbare collecties, dekte dit de opgaven van
elders. Munten geleverd aan particulieren, waarvan bekend is dat zij deze nog
bezitten, zijn onde r PV gerubriceerd. De jaartallenlijst K PK om vat, naas t de
jaartallen van de munten in de eigen collectie, die welke aan het Kabinet zijn
gesignaleerd.
In de catalogus zijn als typen opgenomen munten die zich van andere
onderscheiden door denominatie, formaat, afbeelding, opschrift of het al dan
niet gedateerd zijn. Verschillen in interpunctie, lettervorm of wijze van spelling
of afbreking zijn niet vermeld, laat staan als afzonderlijk type opgevoerd.
Spellingvarianten zijn aangegeven door in de vermelde omschriften die letters
tussen haakjes te plaatsen waarvan er één of meer kunnen ontbreken.
Met "lang kruis" wordt bedoeld een kruis waarvan de armen alle omschriften
doorsnijden, met "kort kruis" een kruis waarvan de armen geen enkel om-
schrift doorsnijden, terwijl de armen van een "middellang kruis" één of meer
binnenomschriften doorsnijden.
De verschillende jaartallen die per type voorkomen zijn met letters geïdenti
ficeerd; bij de vermelde randschriften is in dgl. gevallen steeds het oudst
bekende jaartal genoemd.
Tenzij anders vermeld is elke munt van zilver. Van ieder munttype is een
afbeelding gegeven op ware grootte. Voor zover de stukken gemakkelijk
6 A.T. Puister, Florijn 20 (1975) blz. 505-511.
6
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
5/70
toegankelijk waren is een foto gegeven, in de overige gevallen is een afbeelding
uit de literatuur overgenomen.
Als literatuur verwijzing is in de catalogus gebruikt:
vdCh. : P.O. van der Chijs, De munten van Friesland, Groningen en
Drenthe etc., Haarlem 1855
D : A. Delm onte, De Go uden Benelux, Am sterdam 1964
vG : H . Enn o van Gelder, De Nede rlandse noo dm unte n van de Tachtig
jarige Oorlog, Den Haag 1955
V : P. Verkade, M untboek e tc , Schiedam 1848
WV : H.J. van der Wiel en P.Ch . de Vries, M un tbo ek van de m unte n van
Groningen en Friesland, Rotterdam/Gouda 1964.
BSFN : Bulletin de la Société francaise de numismatique
JM P : Jaarboek voor Mu nt- en Penningkunde
RB N : Revue beige de num ismatique
T M P : Tijdschrift voor M unt- en Penningk unde
De fotografische afbeeldingen zijn naar originelen aanwezig in het KPK, MG,
NB of RM. De beheerders van deze collecties zeg ik hierbij dan ook hartelijk
dank voor de medewerking bij het tot stand komen van deze publicatie en hun
toestemming enkele tot dusver ongepubliceerde munten mede in deze verhan
deling op te nemen. Voorts dank ik Jacques Schulman B.V. voor de verleende
inzage in hun kaartsysteem en een tweetal bevriende particuliere verzamelaars,
bezitters van een op Groningen gespecialiseerde collectie, voor hun mede
werking. Dank ben ik ook verschuldigd aan Dr. H. Enno van Gelder voor het
bestuderen van het manuscript en zijn opbouwend critische commentaren.
Enkele gebruikte afkortingen zijn:
vz. = voorzijde
kz. = keerzijde
z.j. = zonder jaartal
mmt. = muntmeesterteken
Tenslotte moge worden vermeld dat aan de ca. 100 typen gegeven in vdCh. er
ruim 30 konden worden toegevoegd, alsmede zo'n 20 nieuwe jaartallen van
bekende typen. Ook werden 5 typen uit de Gro nings e reeks verwijderd.
7
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
6/70
0. APPINGEDAM
0.001
Tourse groot (ca. 1380)
Vz. binnen een rand van twaalf lelie-ornamenten
een kasteeltje bekroond met een +
T VR ONVS . . .C I VI S
Kz. kort glad kruis
+ B ND lC T V:S I T :NOM ( I N) E DNI ( NR I ) : ( DE I ): I HV
+ M O NE T A F I VL GO( I E )
Bekend: z . j . vdCh. XV III , XX II, 9
Zo als reeds gezegd,
s
toeschrijving van deze groot aan Appingedam niet geheel
zeker. Daar hij ergens geslagen moet zijn en een heerlijkheid of voldoende
sterke juridische eenheid genaa m d Fiv elg o ontbr eekt, ma g men aan een
stedelijke emissie als mogelijkheid niet zonder meer voorbijgaan
7
. Van de twee
steden die zich in de omgeving van Fivelgo aandienen, heeft m.i. Appingedam
voor alsnog de beste papieren. Immers, zij was de voornaamste stad in, om
niet te zeggen de hoofdstad van, Fivelgo, terwijl de stad Groningen in dezelfde
periode reeds groten van dit type op eigen naam sloeg (zie hierna).
Mocht ooit worden bewezen dat deze groot elders is geslagen, dan vervalt
hiermee Appingedam als stedelijke munt (de munt onder Philips II te Appinge
dam blijft uiteraard onverlet
8
, doch dit was een landsheerlijke munt).
1. GRONINGEN
De muntslag door de stad Groningen die omstreeks 1350/60 aanving
9
duurde
tot 1692 doch gedurende dit meer dan 300-jarige bestaan werden perioden van
intensieve aanmunting afgewisseld met perioden van geringe activiteit of zelfs
volledige stilstand. Gelijk elders hebben we ook hier de problemen bij de
daterin g van stukken zon der jaa rtal en het toekenn en van de juiste bena min g
of waarden, daar waar deze niet op de munten staan vermeld, of uit het type
blijken.
Een hulpmidd el bij de datering van de jaartal loze m unte n van de stad
Groningen kan worden gevonden in de heraldiek. Zoals bekend komt in het
7 A T . Puister, Florijn 2 (1972) blz. 15.
8 H . Enno van Gelder en M. Hoc, Les monnaies des Pays-Bas bourguignons et espagnols
Am sterd am 1960, no s.: 255-18, 258-18 en 260-18.
9 H. En no van G elder, JM P 69 (1982) blz. 21.
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
7/70
huidige stadswapen een dubbelkoppige adelaar voor met het dwarsbalkschild
op de borst. Dat dwarsbalkschild is het oudste element en vormde aanvanke
lijk het enige. Later, ca. 1405, werd daaraan de keizerlijke adelaar toegevoegd.
Keizer Sigismund voerde deze na 1430 dubbelkoppig doch van 1410-1430
(hoofdzakelijk) enkelkoppig
1 0
.
Deze chronologie op de munten toegepast leidt dan tot het volgende: munten
met alleen dwarsbalkschild: vroeg; die met dwarsbalkschild plus enkelkoppige
adelaar ca. 1405-1430, en stukken met dubbelkoppige adelaar plus schild niet
veel vroeger dan c a. 1430. A anva nkelijk hield de ad elaa r het schild aa n de
voeten, doch later verhuisde dit naar de borst, een plaats die, hoewel pas in
1589 formeel voorgeschreven
1 1
, sinds het midden der 16e eeuw al gebruikelijk
was. Naast dit heraldische hulpmiddel kan ook de spelling van de stadsnaam
bij de datering helpen. Wij vonden nl. dat naarmate de spelling dichter bij de
huidige staat, de munt jonger is. Een ontwikkeling van Gronien(sis) via
Gronigen(sis) naar Groningen(sis) tekent zich globaal af.
In een recent aan de Groningse munten gewijd artikel vestigde dr. Van Gelder
er de aandacht op dat het 16e eeuwse muntstelsel der stad, dat bij eerste
aanblik zo sam enha ngen d lijkt, in wezen sporen van een jon ger en oud er
vermengd in zich herbergt. Met name ook de combinatie van drie- en
viertallige (of beter twee-tallige?) indeling wezen hierop
1 2
. Splitst men deze,
dan resulteren de volgende reeksen:
1
krom staart = (2 halve krom staarten ) =
4 plakken = 8 groo tken s = 32 penningen , naa st: 1 jag er = 2 vliegers =
(4 halve ditos). D e onderlinge sam enha ng w ordt bep aald do or het gegeven:
I jager = 3 kro m staa rten . Vo orts zij nog vermeld dat jage r en vlieger de
Groningse benamingen zijn voor munten die elders dubbele en enkele stuiver
worden genoemd.
Gezwegen is dan nog over de braspenning die de stad sloeg van 1437-1440 en
verondersteld wordt, bedoeld te zijn geweest als het dubbele van de krom
s t a a r t
1 3
. Als zodanig passen deze dan in de eerste reeks. Daar zij echter alle
geda teerd zijn, evenals de jag ers en vliegers, en bov endie n q ua uiterlijk en
form aat sterk lijken op deze 15 ja ar jongere jagers, heb ik gem eend ze bij de
tweede reeks te moeten behandelen.
Ook kennen we een tiental typen goudguldens van Groningen die echter niet
zijn in te passen in de series zilverstukken. Slechts gedurende de korte periode,
waarin de stad zich onder graaf Edzard van Oost-Friesland had gesteld,
vinden we een duidelijk herkenbare samenhang tussen zilver en goud.
10 Schu itema M eijer en Van der Veen, a.w. blz. 61 .
II id. blz. 63 .
12 H. E nno van G elder, J M P 69 (1982) blz. 21 e.v. (i.h.b. 25).
13 H. Enno van Gelder, JMP 69 (1982) blz. 34.
9
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
8/70
Na deze algemene inleiding geef ik hieronder in catalogusvorm de diverse
munten die ik, terwille van de overzichtelijkheid en op grond van het hierbo
ven aangevoerde, in negen paragrafen indeel:
1. Het eerste bedrijf 1350-1425
2. De munt-rijke vijftiende eeuw 1425-1506
a. Van kromstaarten, plakken en grootkens
b. Van braspenningen, jagers en vliegers
c. Goudguldens
3. Onder graaf Edzard, 1506-1514
4. De munt-arme periode 1515-1560
5. De holle muntjes
6. De "eeuw" van het Groningse muntstelsel 1560-1649
7. Het laatste bedrijf 1690-1692
8. De noodmunten
9. De raadstekens
Ten aanzie n van pa ragr aaf 5 zij opg em erkt d at de hier bedoelde mun tjes zijn
geslagen gedurende meerdere der in deze paragrafen behandelde perioden. Zij
zijn echter als groep bijeen gehouden op grond van hun samenhang door
uiterlijk en methode van fabricage. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor
paragraaf 9.
§ 1. HET EERSTE BEDRIJF 1350-1425
De oudste aan Groningen toe te schrijven munt is ongetwijfeld de tourse
groot, een munttype ingevoerd door koning Lodewijk IX (de heilige) van
Frankri jk- in 1266
14
en reeds voor 1300 veelvuldig nagebootst in de Neder
landen waarna, met name in de oostelijke streken van ons land, een tweede
bloeiperiode volgde in de tweede helft van de 14e eeuw. De muntvondst
W in sc h o te n
1 5
getuigt hiervan, ook al ontbraken hierin de tourse groten van
Groningen en Appingedam (zie nr. 0.001 hiervoor). Van deze Groningse
tourse groot kennen we twee typen, waarvan die met GRONIENSCIVIS qua
spelling prachtig aansluit op de volgende jongere stukken. Naast de grotere
coupures ter waa rde van 1 of
2
groot, behoren tot deze eerste groep een aantal
kleinere denominaties die, hetzij door de spelling Gronien(s), of door de vrome
spreuk (signum crucis), of door beide, alsmede door hun "makelij" verband
met de eerdere stukken verraden, althans suggereren. De gegeven globale
14 J. Lafaurie, Les monnaies des rois de France, Parijs/Bazel 1951, no . 198.
15 H. Enno van Gelder, JMP 44 (1957) blz. 66-70.
10
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
9/70
dateringen zijn mede op deze punten gebaseerd. Voor de plak en de groot (nrs.
1.103 en
1.104)
hebben we meer houvast. De eerste werd als type in 1365
in Vlaanderen ingevoerd en alras geïmiteerd, ook in de noord-oostelijke
Nederlanden
16
. Deze Groningse plak kwam voor in de muntvondst "Arnhem
1945"
die gedateerd is tussen 1369 en 1381 en hoogstwaarschijnlijk ca. 1375
17
.
Op grond van het klaverblad als interpunctieteken op de keerzijde dient het
stuk in elk geval na medio 1371 te worden gesteld
18
.
De groot komt qua type sterk overeen met groten van graaf Willem V en
Albrecht van Holland •
9
of met een groot van de Utrechtse bisschop Floris van
Wevelinkhoven (1379-1393)
20
, zodat een datering op ca. 1390 verantwoord
lijkt.
1 101
Tourse groot (ca. 1350/60)
Vz. binnen een rand van twaalf lelie-ornamenten
een kasteeltje bekroond met een +
TVRONVS...CIVIS
Kz. kort glad kruis
+ BNDICTV:SIT:NOM E:DNI:NRI:DEI:IHV:XPI
MONETA GRONI(GE)
Bekend: z.j.
vdCh. VIII, 5,6; X XII, 1
1 102
Tourse groot (ca. 1360/70)
Als 1.101, doch
Kz. + GRONIENS'CIVIS
Bekend: z.j. (KPK 1, RM 1)
vdCh. ontbreekt
16 A.T. Puister, lorijn 2 en 3 (1972).
17 H. Enno van Gelder, IMP 35 (1948) blz. 63.
18 J. Duplessy, BSFN 1981, blz. 107.
19 P.O. van der Chijs (Holland en Zeeland) pi. VI, 23 (emissie 1388) en pi. VII, 5 (emissie 1390).
20 id. (Utrecht) pi. XIII, 16.
11
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
10/70
1.103
Plak (ca. 1375)
Vz. zittende leeuw met pothelm,
binnen veelpas van boogjes
CIVITATlS:DEl:GRAClA:GRONIENSIS
Kz. kort gebloemd kruis
+ BNEDICTVS:QVI:VENIT:IN:NOMINE:IX)MI.
+ MONETA klaverblad GRONIENSIS
Bekend: z.j. (PV 1)
vdCh. ontbreekt;
JMP 40 (1953) blz. 141
1.104
Groot (ca. 1390)
Vz. dwarsbalkschild in vierpas
+ MONETA NOVA GRONIENSIS
Kz. lang glad kruis
+ BNDICTV-SIT:NOM-E:DNI N-RI:IHV:XP
SIG - NVM - CRV - CIS'
Bekend: z.j.
vdCh. VIII, 8
1.105
Kwart groot (?) (ca. 1380/90)
Vz. dwarsbalkschild
+ MONETA GRONIEN
Kz. lang glad kruis met vier maal drie bolletjes
SIG-NVM-CRV-CIS
Bekend: z.j. (MG 3, PV 1)
vdCh. XVIII, 2
1.106
Achtste groot (?) (ca. 1380/90)
Als 1.105, doch
Kz. geen bolletjes
Bekend: z.j. (MG 1) vdCh. ontbreekt
12
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
11/70
1.107
Kw art gro ot ?) ca. 1400/10)
Vz. dwarsbalkschild
+ M O N E T A . . . G R O N I N G
Kz. kort glad kruis
+ S I G N V M . . . CRV CI S
Niet teruggevonden
vdCh. XVIII . 1
1.108
Halve groo t ?) ca. 1410/25)
Vz. wapenschild met linksgewende enkele adelaar
+ M O N E T A G R O N I N G E
Kz. kort glad kruis
+ S I G N V M CRV CI S
Beke nd: z.j. RM 1)
vdCh. VIII , 7
1.109
Ac htste gro ot ?) ca . 1420/25)
Vz. dwarsbalkschild
+ CI V I TA S: G RO N I EN
Kz. lang glad kruis met viermaal drie bolletjes
C R X - D N I - D E I - N R I
Bekend : z. j . M G 2)
vdCh. XVIII , 3
1.110
Halve groo t ?) ca. 1420/30)
Vz. dwarsbalkschild in vierpas
+ M O N E T A : N O V A : D E : G R O N I G E S
Kz. lang glad kruis met een dubbele adelaar in elk kwadrant
CRV X - D O M I - N I : D E- I : N RI
Bek end: z.j. NB 1)
vdCh. ontbreekt
3
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
12/70
L U I
Kwart groot (?) (ca. 1420/30)
Als 1.110, doch
Vz. MO NETA.
DE.
GRONENS
Kz. dubbele adelaar slechts in Ie en 3e of in 2e en 4e kwadrant
SIG-NVM-CRV-CIS
Bekend: z.j. (KPK 2, MG 1) vdCh. ontbreekt
§2. DE MUNT-RIJKE VIJFTIENDE EEUW 1425-1506
Zoals hierboven in de inleiding uiteen gezet, heb ik de muntslag in deze
periode terwille van de overzichtelijkheid behandeld in drie gescheiden secties,
die elkaar chronologisch overlappen.
a. Van kromstaaten, plakken en grootkens
Voor de ontwikkeling van bovengenoemde muntsoorten en de vaste verhou
ding 1 kromstaart = 4 plakken = 8 grootkens, zij verwezen naar het artikel
van dr. Van Gelder
21
.
De kromstaart en onderdelen die in Leeuwarden de oudste stedelijke munten
vormden
22
vinden we ook in Groningen terug. Ook hier gelijken deze stukken,
zeker qua voorzijde, niet meer op het oorspronkelijke Vlaamse voorbeeld van
1418:
leeuw met gekromde staart
23
. Slechts de keerzijde toont nog enige
gelijkenis.
De Groningse kromstaarten zijn grotendeels ongedateerd, evenals de ermee
samenhangende plakken en grootkens. Beeldenaar, spelling van de stadsnaam
etc.
dienen hier bij een relatieve datering uitkomst te bieden. De oudste in deze
reeks is m.i. no. 1.201 met de daar bij behorende halve (no. 1.202). De
keerzijden met de 4 dubbele arenden in de hoeken van het kruis doen sterk
denken aan de munten van hertog Arnold van Gelre
24
, die op ca. 1423 resp.
ca. 1425 worden gedateerd
25
. Het lijkt derhalve verantwoord deze Groningse
stukken op ca. 1425/30 te stellen. De nrs. 1.203, 1.204 en 1.206 sluiten met de
spelling Groniens hierop aan, zodat voor deze stukken een globale datering op
1430/40 aannemelijk lijkt, te meer, omdat zoals we aanstonds bij de nrs. 1.251
21 H. Enno van Gelder,
JMP
67 (1980) blz. 54 vlg.
22 A.T. Puister, JMP 68 (1981) blz. 36.
23 L. Deschamps de Pas, RBN 1861, XI , 31 .
24 P.O. van der Chijs (Gelderland), Haarlem 1852, pi. X, 8, 9, 10 en 11.
25 H. Enno van Gelder, JMP 39 (1952) blz. 96-98.
14
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
13/70
en 1.252 zullen zien, deze spellingswijze in 1437 reeds is verlaten. De krom
staarten 1.207 t/m 1.213 zijn gerangschikt in volgorde van relatieve ouderdom
en dienen tussen 1440 en 1490 te worden gedateerd, evenals de plakken nrs.
1.218 t/m 1.222 en de grootkens 1.226 t/m 1.230. De gedateerde stukken nrs.
1.223 en 1.231 t/m 1.235 bieden uiteraard geen problemen.
Het is opvallend dat deze tot de oudste typen behorende munten pas zo laat
van een jaartal worden voorzien (kromstaart 1492, plak 1489 en grootken
1488) terwijl, zoals we hierna zullen zien, jongere typen als braspenning, jager,
vlieger en onderdelen van meet af aan zijn gedateerd (1437, resp. 1454).
Tenslotte plaats ik hier nog een aantal kleine zeldzame muntjes (nrs. 1233 t/m
1235) van zeer laag zilvergehalte, alle, voor zover leesbaar, gedateerd 1505.
Het is niet geheel duidelijk om welke denominaties het hier gaat. Ik houd het
op plakken, doch grootkens acht ik voor bepaalde typen niet uitgesloten. Op
grond van de aanduiding "moneta" meen ik dat we aan deze stukjes het
karakter van munt niet kunnen ontzeggen. Zonder dit opschrift zou men nog
aan raadstekens kunnen denken die, zoals we in een volgende paragraaf zullen
zien, reeds in 1543 bestonden.
1.201
Kromstaart (ca. 1425/30)
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild
op de borst , binnen twaalf boogjes
S I T : N O M E N : D O M I N I : B E N E D I C T V M
Kz. kort glad kruis met dubbele adelaar in elk kwadrant
M O N E T A : N O V : D E : G R O N I E N S I S
Bekend: z. j . (KPK 1)
vdCh. ontbreekt
1.202
Halve kromstaart (ca. 1425/30)
Als 1.201
Bekend: z. j . (MG 1) vdCh. ontbreekt ;
Veil. Schulman 4.4.1978, no. 495
15
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
14/70
1.203
Kromstaart (ca. 1430/40)
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild
op de staart
+ S I T + N O M E N + D- N I + BE N E DI CT
Kz. kort glad kruis
+ MONETA+NOVA+GRON(IE)ENSIS
Bekend: z. j .
vdCh. IX, 27-29
1.204
Kromstaart (ca. 1430/40)
Als 1.203 doch
V z . + M O N ETA
NOV(A)-
GRON(I )ENSI (S)
K z.
+
S I T + N O M E N D O M I N ( I )
B E N E D I C T
Bekend: z.j.
vdCh. XIX, 15;
XXII,
6
1.205
Kromstaart (ca. 1430/40)
Als 1.204 doch
Vz. en kz . + SIT NO M EN D-NI BEN EDIC T
Bekend: z . j .
2 6
vdCh. ontbreekt
1.206
Halve kromstaart (ca. 1430/40)
Als 1.203
Bekend : z. j . (KP K 1) vdC h. IX, 30
26 C atalogus S chulman 11.6.1923, no . 1396.
16
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
15/70
1 207
Kromstaar t
Vz. dubbele adelaar zonder dwarsbalkschild
+ M O N E T A : N O V A : G R O N I N G E N S I S C
Kz. lang glad kruis waarop dwarsbalkschild
BENEDI-CTV:QV-I :VENIT- I :NO:DNl
Bekend: z . j . (M G 1)
vdCh. ontbreekt
1.208
Kromstaar t
Als 1.207 doch
V z . M O N E T A : N O V A : D E : G R O N I G E N
K z. CRV X - D O M I N - l : D EI - N O STRI
Niet teruggevonden
vdCh. IX, 26
1,209
Kromstaar t
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild
op de borst
+ M O N E T A : N O V A : D E : G R O N I ( N ) G E N
Kz. lang glad kruis waarop dwarsbalkschild
: CRV X - D O M I N - I : D El : N - O STRl
Bekend: z. j .
vdCh. XIX, 20
1 210
Kromstaar t
Als 1.209 doch
V z . M O N ETA : N O V A : G RO N I ( N ) G EN CI S
Beken d: z. j . (KP K I, RM I)
vdCh. ontbreekt
17
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
16/70
1.211
Halve kromstaart
Als 1.210
Niet gezien
27
vdCh. ontbreekt
1.212
Kromstaart
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild
op de staart
+ SIT:NOME(N)-DNI:BENE(DIC):
Kz. kort glad kruis waarop dwarsbalkschild
+ MONETA:NOVA:GRONI(N)G(ENSI):
>
Bekend: z.j.
vdCh. IX, 31-33
1 213
Kromstaart
Als 1.212 doch
Vz. MONETA:NO-VA-:GRONING
Kz. MONETA.NOVA.GRONIGENSI
Niet teruggevonden
vdCh. IX, 34
1.214
Kromstaart
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild
op de staart
+ MONETA:NO - VA:GRONIN(G)
Kz. kort glad kruis waarop dwarsbalkschild
+ ANNO:DOMINI:M:CCCCXCII
Bekend: a. 1492 (MG 2)
b. 1497 (MG 1)
c. 1498
d.
1499
(MG 1)
vdCh. XIII, 85
vdCh. ontbreekt
vdCh. XIII, 91
vdCh. XIV, 104
27 Moet blijkens aantekening KPK in Museum Emden aanwezig zijn.
18
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
17/70
1.215
Kromstaar t
Als 1.214 doch
Vz. SIT NO ME N - DNI BEN EDIC
Bekend: a. 1498
b. 1499 (M G 1)
vdCh. XIII , 90
vdCh. XIV, 105
1.216
Halve kromstaart
Als 1.214
Bekend: 1504 a. jaartal in Romeinse cijfers
b.
met Arabische 4
vdCh. XV, 112
vdCh. XX, 28
1.217
Plak (ca. 1430)
Vz. dubbele adelaar met vertikaal dwarsbalkschild
aan de voeten
+ M O N ETA : G R - O N I EN SI S :
Kz. schild met dubbele adelaar op lang glad kruis
:SIT:
- N O M E- : D N I :- BEN E
Bekend: z.j. vdCh. IX, 39; XIX, 18
1.218
Plak
Als 1.217 doch
Vz. + MO NE TA:G R - ONI(N)GE NS(IS) :
Bekend: z.j.
vdCh. IX, 36, 38, 40; XIX, 16, 17
19
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
18/70
1.219
Plak
Als 1.217 doch
Vz. + MONETA:NO(VA)-GRONIGENSIS
Bekend: z.j.
vdCh. IX, 37
1 220
Plak
Als 1.217 doch
Vz. kruisje onder elke kop van de adelaar
x M O N E T A x N - O V A x G R O N "
Kz. SIT -NOM(E) - DNI ' -BENE
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
19/70
223
Plak
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild schuin rechts
aan de voeten
+ M O N ( E) - N O V ( A ) - G RO N I N G E
Kz. als vorigen
A N ( 0 : D ) - ( N I ) M CC- CCLX - X X I X
Bekend:
a. 1489 (KPK 1)
b.
1491
c. 1498
d. 1506 (KP K 1)
vdCh.
ontbreekt
vdCh. XIII, 83; X X 27
vdCh.
XIII,
92
vdCh.
XXII, 7
1 224
Grootken (ca. 1425/30)
Vz. dubbele adelaar (met dwarsbalkschild op de borst?)
+ M O N E T A : G R O N I N
Kz. kort glad kruis
+ S I G N V M : CRV CI S : D
Bekend: z.j. (PV 1)
vdCh. ontbreekt
1.225
Grootken (ca. 1430/40)
Als 1.224 doch
Vz. dwarsbalkschild aan de voeten dat randschrift doorsnijdt
+ M O N ETA : G R- O N 1EN SI S
K z . + S I T . N O M . D N I . B E N E D I C T V
Niet teruggevonden vdCh. XXII , 8
1.226
Grootken
Als 1.225 doch
V z. + M O N ETA : G R- O N I G EN SI S
K z . + S I T . N O M . D N I . B E N E D I C T ( V S )
Bek end: z. j . vdC h. IX, 42
21
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
20/70
1.227
Grootken
Als 1.226 doch
Vz. + MONETA NOA-GRONIGENS
Kz. + SIT. NOM 'DNI. BENEDICTV
Bekend:
z.j.
vdCh. IX, 43
1 228
Grootken
Als 1.227 doch
Vz. dwarsbalkschild doorsnijdt randschrift niet
+ MONETA NOVA +
GRONI
Kz. +SIT'NOME'DNI
BENE
fc r
Bekend: z.j. (KPK 1, MG 1)
vdCh. ontbreekt
1.229
Grootken
Als 1.227 doch
Vz. +MONLNOVA-GRONINGEN
Kz. het korte kruis is in het stempel duidelijk verlengd
SIT-NOM-DNI-BNET
Bekend: z.j. (MG 1)
vdCh. IX , 41
1.230
Grootken
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild schuin naar rechts
M ON E . . . . - G R O N . . . .
Kz. kort glad kruis met in eerste kwadrant een klaverblad (of drie bolletjes?)
. . . . N O D . . . .
Bekend: z.j. (PV 1) vdCh. ontbreekt
Het is niet uitgesloten dat dit vdCh. XIX, 19 is, dat als zodanig niet is teruggevonden.
22
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
21/70
1 231
Grootken
Als 1.229 doch op
Vz. dwarsbalkschild schuin naar rechts onder
Kz. lang glad kruis waarop dwarsbalkschild
A N N O - D . . . - M C C - C C 8 8
Niet teruggevonden
vdCh. XIII , 79
1.232
Grootken
Als 1.231 doch
V z . + M O N ' N O V A - G R O N I N G E
Kz. kort glad kruis waarop dwarsbalkschild
A N N ( 0 ) D ( O M I N ) I : M CCCC: X CI
Bek end: a. 1491 (M G 1)
b.
1498 (K PK 1)
vdCh. XIII , 84
vdCh. XIII , 93
1 233
Plak (?)
Vz. dwarsbalkschild
• M O N E T A N O G R O N I ( N G )
Kz. lang kruis
AN-NO-15-05
Bekend: in drie varianten:
i. geen teken boven het schild: (PV 1)
ii. ster boven het schild: (KPK 2)
iii.
rozet boven het schild
vdCh. XV, 119
vdCh. XV, 118
vdCh. XV, 122
1 234
Plak of grootken (?)
Vz. dwarsbalk door het veld
M O N . G R O N I G E N S I S
Kz. kort kruis
A N N O D O M I N . . .
Niet teruggevonden
vdCh. XV, 114
23
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
22/70
1.235
Plak of grootken (?)
Als 1.233 doch
Kz. kort kruis
omschrift onleesbaar
Bekend: (RM 1) vdC h. ontbree kt
d.
Van braspenningen, jagers en vliegers
Anders dan in de vorige paragrafen, biedt de datering hier geen stof tot
discussie; alle stukken zijn van een jaartal voorzien. De reeks vangt aan met
een viertal braspen ningen en twee halve met jaarta llen 1437-1440. Hiermee
heeft de stad Groningen een absolute primeur in de Noordelijke Nederlanden
waar de oudste gedateerde landsheerlijke munten de Gelderse dubbele, hele en
halve vuurijzers van 1474 van hertog Karel de Stoute zijn
2 8
. Enkele andere
steden die er reeds voor 1474 toe over waren gegaan hun munten van een
jaa rtal te voorzien zijn: Bolsward 1455, De venter 1466 en Le euw arden
1471
2 9
.
De reden waarom juist de steden er zo vroeg toe overgingen hun munten
te dateren zal wel geweest zijn om bij eventueel geconstateerde minder
waardigheid van de speciën te kunnen vaststellen welke — jaarlijks nieuw
benoemde — stedelijke bestuurders hiervoor verantwoordelijk waren.
De braspenningen en onderdelen, die door hun korte kruis op de keerzijde van
de jagers en vliegers zijn te ondersche iden, vorm en een hom ogen e reeks.
An ders ligt dit met de in 1455 aanv ang ende reeks jage rs. Niet alleen he bben we
hier een aantal onderling door beeldenaar duidelijk verschillende typen op
verschillende m un tvo et
3 0
, doch bin nen elk type nog kleinere afwijkingen do o r
incidentele tekens. Zo onderscheidt de hierna te vermelden serie onder nr.
1.254 zich slechts van die onder nr. 1.253 (van hetzelfde hoofdtype) door de
aanwezigheid van een klaverblad in een der kwadranten op de keerzijde
waarbij in 1459 en 1463 deze beide varianten voorkomen (vgl. 1.253c en d met
1.254b en f). Het voo rkom en van h et klaverblad in 1458 sluit echter de
mogelijkheid van een muntmeestersteken welhaast uit.
Voor de vliegers (nrs. 1.259 t/m 1.263) en de halve vliegers (nrs. 1.265 en
1.266) geldt hetzelfde m et betrek king tot het teken in het har t van het kru is o p
de keerzijde. O m trent de betekenis of ach tergron d van deze details tasten we in
28 H. Enno van Gelder en Marcel Hoc, a.w. nrs. 34-2, 35-2 en 36-2.
29 A.T. P uister, JM P 68 (1981) nrs. 2.002a en 4.006a en H . En no van Gelder, JM P 69 (1982)
blz. 23.
30 Uitvoerig toegelicht door H. Enno van Gelder, JMP 69 (1982) blz. 21-46.
24
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
23/70
het duister. Vermeld zij nog dat, w anneer in 1455 de stad Bolsward ha ar eerste
munt, een stuiver, uitbrengt, deze een slaafse nabootsing is van de Groningse
van 1454 (nr. 1.259a). Een B in het hart v an h et kruis op de keerzijde vervan gt
de G van het voorbeeld
3 1
, evenals in 1472
3 2
.
Op de jagers van 1498 en 1499, gem aakt ond er de muntm eesters Co rnelius van
Leijden en Hendrik van Linner, vangt het buitenomschrift op de keerzijde
norm aal aa n met SIT .. De jage r 1499 heeft steeds Gron ingensis en kom t
voor met dwarsbalkschild gekanteld naar links. De verdeling van de jaartallet
ters over de kwadranten kan variëren. Bij 1463 en 1465 staan de laatste twee
zelfs aan het begin, voor ANO, dat hier tot A is afgekort (nr.
1.253).
1.251
Braspenning
Vz. binnen een vierpas een dubbele adelaar met
dwarsbalkschild op de staart
+ M O N E T A N O V A G R O N I G E N S I S
Kz. kort glad kruis met ster in elk kwadrant
+ SIT N O M E N D O M I N I B E N E D I C T V M
+ A N O D N I M CCCC X X X V I I
Bekend: a. 1437
b.
1438 (K PK 1, M G I, SC H 1)
c. 1439
d. 1440 (M G 2, SCH 1)
vdCh. X, 44
vdCh. ontbreekt
vdCh. X, 45
vdCh. ontbreekt
1.252
Halve braspenning
Als 1.251 doch kleiner
Beken d: a. 1437 (KP K 1)
b.
1439
vdCh. ontbreekt
vdCh. X, 46
31 A.T. Puister, JMP 68 (1981) blz. 31 e.v., nr. 2.002a.
32 id„ nr. 2.007a.
25
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
24/70
1.253
Jager
Vz. binnen een vierpas, dubbele adelaar met
schuin naar rechts staand dwarsbalkschild op
de staart
+ MONETA NOVA GRONIGENSIS
Kz. lang glad kruis met ster in ieder kwadrant
CTV SIT-NOMEN-DOMINI-BENEDI
A N O - D N I - M C C - C CLV
Bekend:
a. 1455 (M G I)
b. 1456
c. 1459 (RM 1)
d. 1463
e. 1465
f. 1498
g. 1499
vdCh. X, 49
vdCh. X, 53
vdCh. XIX, 22
vdCh. XI, 57
vdCh. XI, 59
vdCh. XIII, 86
vdCh. XIV, 98, 99
1.254
Jager.
Als 1.253 doch
Kz. een klaverblad in een kwadrant en ster
in de overige
Bekend:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
1458 (KPK 2,
1459 (KPK 1,
1460
1461 (KPK 1,
1462
1463
MG 1, PV 1)
SCH
1)
SCH 1)
vdCh. ontbreekt
vdCh. ontbreekt
vdCh. X, 54
vdCh. X, 55
vdCh. XI, 56
vdCh. XI, 58
1.255
Jager
Vz. dubbele a delaar met a an de voeten : l inks schild
met dubbele adelaar en rechts dwarsbalkschild
MONETA:NOVA:GRONINGENSIS
Kz.
lang glad kruis met in de kwadranten
G - R - O - N
SIT:NO-ME:DO-MINI. BE-NEDICT
A N N O - D N I ' M - C C C C - L X X V I
Bekend: a. 1476
(KPK
1)
b.
1477 (PV 1, SC H 1)
vdCh. ontbreekt
vdCh .
XIX,
26
26
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
25/70
1.256
Als 1.255 doch
Kz. vier sterren in de kwadranten
Bekend: 1477
vdCh. XII , 68
1.257
Jager
Vz. binnen vierpas, dubbele adelaar met aan de
voeten l inks adelaarschild en rechts dwarsbalk-
schild, die het randschrift d oorb reken .waa rtussen
een G
M O N E T N O V - - G R O N I N G E N S
Kz. middellang glad kruis waarop schild met dubbele adelaar
+ S I T . N O M E N . D N I . B E N E D IC T V
+ A M - C C C - C L X - X X V
Beken d: 1485 (M G 1)
1.258
Jager
Als 1.257 doch
Kz. lang glad kruis
S I T . N O - M E D N - I . B E N - E D IC T '
A M - C C C - C L X - X X V
vdCh. XII, 72
Bekend: a. 1485
b.
1486
c. 1487 (M G 2)
vdCh. XII, 73
vdCh. XII, 75, 76
vdCh. XIII , 78
1.259
Vlieger
Vz. dubbele adelaar met schuin naar rechts
staand dwarsbalkschild aan de voeten
M O N E T A . N O V A - . G R O N I (N G ) E ( N S I S )
Kz. lang glad kruis met G in het hart
A N N O . - D O M I N ( I ) M : C C C C . - . L I I I I .
Bekend: a. 1454
b.
1455 (K PK 1)
c 1472
vdCh. X, 47
vdCh. X, 50
vdCh. XI , 63; XIX, 24
27
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
26/70
d. 1473
e. 1474
f. 1475
g. 1476
h. 1477 (KPK 1)
i. 1482 (N B 1, MG 2 , SCH 3)
vdCh. XI, 64; XIX, 25
vdCh. XI, 65
vdCh. XI, 66
vdCh. XII, 67
vdCh. XII, 69
vdCh. ontbreekt
1.260
Vlieger
Als 1.259 doch
Kz. ster in het hart van het kruis
Bekend:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g-
h.
1455
1467 (PV 1)
1469 ( M G I PV 1)
1470 ( M G
1,
SC H 2)
1491 (KPK 1)
1492 (M G 1)
1498
1499
vdCh. X, 51
vdCh. ontbreekt
vdCh. ontbreekt
vdCh. XI, 61
vdCh. XIII, 81
vdCh. ontbreekt
vdCh. XIII, 87, 88, 89
vdCh .
XIV,
100-103
1.261
Vlieger
Als 1.259 doch
Kz. geen teken in het hart van het kruis
Bekend: 1469 (KP K 1, SC H. 1)
vdCh. XIX, 23
1.262
Vlieger
Als 1.259 doch
Kz. roosje in het hart van het kruis
Bekend: 1471
28
vdCh. XI , 62
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
27/70
1.263
Vlieger
Als
1.259 doch
Kz. klaverblad in het hart van het kruis
Bekend: 1505
vdCh. XV,
121
1.264
Vlieger
Vz. dubbele adelaar met vertikaal dwarsbalkschild
aan de voeten
M O N E T A . N O V - G R O N I G E S I S
Kz. kort kruis met G in het hart
A N N O . D O M I N I . M C C C C L X XX V
Bekend:
a. 1485
b.
1486
vdCh.
XII,
74
vdCh.
XIII,
77
1.265
Halve vlieger
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild schuin
links aan de voeten
M O N E T A G R - O N I G E N S I S
Kz. lang glad kruis met punt in het hart
A N N O - D O M I - M C C C C - L I I I I
^nr-4
Bekend: 1454
vdCh. X, 48;
XIX,
21
1.266
Halve vlieger
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild schuin
rechts aan de voeten
+ M O N ETA N O V ( A ) -G RO N I (G ) E( N I SI)
Kz. lang kruis met ster in het hart
A N N O - D O M I - N I M C - C C C L V
Bekend: a. 1455
b.
1457 (M G 1)
c. 1458
(KPK
2, NB
1,
SCH I)
d. 1459 (KPK 1)
vdCh. X, 52
vdCh. ontbreekt
vdCh. ontbreekt
vdCh. ontbreekt
29
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
28/70
e. 1465 (M G 2) vdC h. X I, 60
f. 1467 (K PK 1, M G 1) vdC h. ontbre ekt
g. 1491 vdC h. X III, 82
c.
Goudguldens
Op 15.2.1487 werd door keizer Frederik III aan de stad Groningen het recht
verleend gouden mu nten te s laan
3 3
. Hierbij werd tevens bevestigd het recht om
als van ouds zilvergeld te munten. Ten aanzien van de gouden munten werd
bepaald dat hierop de rijksappel, symbool van de keizerlijke waardigheid,
diende te worden gesteld.
Reeds in 1488 zien we de stad een St. Jans goudgulden slaan die aan dit
vereiste voldoet (nr. 1.282). Een hieraan vrijwel identieke doch ongedateerde,
gulden is mogelijk reeds in 1487 geslagen (nr.
1.281).
Twee onderling slechts op
de keerzijde verschillende, op naam van keizer Frederik geslagen, goudguldens
zijn verm oedelijk ko rt voo r het einde van diens regering, 1493, geslagen (nr s.
1.283 en
1.284).
Ten name van Frederik's opvolger, keizer Maximiliaan (1493-1519), kennen
we vier typen guldens en een "halve". De onderling slechts in detail verschil
lende guldens zijn onge date erd behalve nr. 1.288 v an 1503. H iern a schijnt de
stad er toe overgegaan te zijn de rijksappel op de go udg ulden s weg te laten; de
goud guldens met St. M aa rten zijn nl. in 1506 reeds be ke nd
3 4
. De "halve"
guldens die reeds in 1502 in een instructie worden genoemd
3 5
vertonen
daarentegen de rijksappel nog wel (zie nr. 1.291). De ongedateerde goud
gulden zonder rijksappel (nr. 1.299) is vo orsha nd s moeilijk p laa tsba ar. Ik h eb
gemeend deze op grond van de fabriek en het opschrift FC A ( = facta), dat
ook reeds op munten onder Frederik III voorkomt, op ca. 1503 te moeten
stellen, doch een vroegere zowel als een latere datering is niet bij voorbaat uit
te sluiten. Het is zelfs denkbaar dat het stuk dateert van voor de verlening van
het formele privilege van 1487.
De guldens ten name van Maximiliaan die alle de Rex titel vermelden zijn op
grond daarvan wel in de periode voor 1493 gesteld
3 6
. Deze theorie volg ik
niet, daar ook na 1506 op de goudgulden geslagen onder graaf Edzard, zoals
we verderop zullen zien, deze titel nog voorkomt.
Ten slotte nog een enkel woord over een soms aan Groningen toegeschreven
St. Jans goudgulden ten name van keizer Frederik (dus voor 1493)
37
met op
33 vdC h., blz. 431 .
34 H.O. Feith, Groninger Volksalmanak 1844, blz. 92.
35 vdCh., blz. 489.
36 Delmonte en vdCh. blz. 495.
37 Veiling, Münzen und Medaillen A G . Bazel, dec. 1959, nr. 22.
30
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
29/70
de voorzijde MON.NOV-AVR.ING. Deze is, op grond van het opschrift
ING wel aan Ingolstadt toegeschreven, evenals, bij opschrift IN.G, aan
Graz
3 8
. Dit laatste IN.G kan ook tot Groningen verleiden. Daar echter op
alle bekende notoir Groningse goudguldens de stadsnaam (min of meer)
volledig is vermeld en veelal ook het dwarsbalkschild nog daarop voorkomt,
meen ik, bij het ontbreken van deze kenmerken, deze gulden niet tot de
Groningse te moeten rekenen, waarbij ik de juiste toeschrijving in het midden
laat.
Ondanks de grote onderlinge gelijkenis van de St. Jan 's goudguldens zullen zij
sinds 1487 verschillende waarden hebben gehad. Een nadere precisering lijkt
voorshands evenwel onmogelijk. Het vrij grote aantal typen doet een omvang
rijke aanmunting vermoeden, doch van 6 ervan kennen we slechts één enkel
exemplaar, terwijl de overige ook niet dik gezaaid zijn.
De gulden met St. Maarten — postulaatgulden genaamd — was van alle
guldens de geringste
39
.
1.281
Goudgulden (ca. 1487)
Vz. staande St. Jan met lam, en G tussen de voeten
M O N E ' A V R E - G R O N I G E N S '
Kz. rijksappel in driepas
F R E D R 1 C R O M A N O R V I M P E '
Bek end: z.j. (K.PK. 1, M G 1, SCH 1) vdC h. on tbre ekt
1.282
Goudgulden
Als 1.281 doch
V z - G RO N I G ES ' 88
Bekend: 1488
38 Proces Verbaux et Mém. du Congr. Int. de Num. Bruxelles, 1910, blz. 31 3.
39 Vgl. H. Enno van Gelder, JMP 69 (1982) blz. 42 en 43.
vdCh. XIII , 80
31
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
30/70
1.283
Goudgulden (ca. 1490)
Vz. staande St. Jan met lam en dwarsbalkschild
tussen de voeten
MONET FCA-wapen- I.GRONIGES
Kz. rijksappel in driepas
+
FRIDRICVS RONORVM IM PAT
Bekend: z.j. (KPK 1)
1.284
Goudgulden
Als 1.283 doch
Kz. rijksappel in vierpas
Bekend: z.j. (MG 1)
1.285
Goudgulden (ca. 1495)
Vz. staande St. Jan met lam en dwarsbalkschild
tussen de voeten
MONE'AVRE'-wapen-GRONIGENS'
Kz. rijksap pel in zespas
MAXIMILIANROMANOR'REX
Bekend: z.j.
1.286
Goudgulden
Als 1.285 doch
Vz. dubbele adelaar tussen de voeten
en ... - GROIGEN
Kz. rijksappel in driepas
Bekend: z.j. (KPK 1)
vdCh. ontbreekt
D
1141
vdCh. ontbreekt
vdCh. XIV, 94
vdCh.
XIV,
95
32
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
31/70
1.287
Goudgulden
Als 1.286 doch
Vz. G tussen de voeten en GRONIGENS
Bekend: z. j . (KPK 1)
vdCh. ontbreekt
D 1143
1 288
Goudgulden
Vz. staande St. Jan met lam en tussen de voeten
"W einsbe rg" schild
M O : N O : G RO - - N I G EN : 1503
Kz. rijksappel in driepas
M A X 1 M I L IA N V S . R O M A ' R E X
Bekend: 1503 (PV 1)
vdCh. ontbreekt
1.289
Goudgulden (vóór 1487 of ca. 1503)
Vz. staande St. Jan met lam, met G tussen de voeten
I O H A N N ES- - BA BTI STA
Kz. lang glad kruis waarop wapenschild met dubbele
adelaar met dwarsbalkschild op de borst
L A V S . D - E O . F C A I ' G R O - N l ' G E '
Beken d: z. j . (M G 1)
vdCh. ontbreekt
1.290
Postulaatgulden (ca. 1503-1506)
Vz. staande St. Maarten met kromstaf
t eken -S MARTIN' - PRO GRONI(N)
Kz. binnen driepas wapenschild met dubbele
adelaar met dwarsbalkschild op de borst
M O N E T ( A ) N O V A A V R E A . G R O N I ( N ) '
Bekend: z. j . met als teken op vz.:
i G ( R M 1, PV 1)
ii O
i i ig (K PK 1, M G 1)
<
r
tf
vdCh. XV, 107, 108
vdCh. XV, 109-111
vdCh. ontbreekt
33
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
32/70
1.291
Arendsgulden (zgn. halve gulden) (ca. 1502)
Vz. dubbele
adelaar met dwarsbalkschild op de borst
+
MONETA NO AVRE(A)*GRONIN(G)
Kz. rijksappel in driepas
+ MAXIMILIAN ROMANO(R)'REX
Bekend: z.j. vdCh. XIV, 96, 97
Vermoedelijk is dit een zgn. arendsgulden die slechts een waarde van 10
stuivers had en op grond daarvan wel halve gulden werd genoemd.
§3.
ONDER GRAAF EDZARD 1506-1514
In het begin van de 16e eeuw zag Groningen zich genoodzaakt hulp en
beschermheerschap van buiten aan te trekken om de groeiende druk van
Habsburg te weerstaan, te meer daar sinds het einde der vorige eeuw de
Saksische hertogen in het naburige Friesland reeds een dreigende macht van
betekenis vormden. Zo huldigden zij in 1506 graaf Edzard van Oost Friesland
als hun heer, met wie zij gezamelijk het muntrecht uitoefenden. W apen en titel
van de graaf verschenen op de munten, naast die van de stad. Zoals Dr. H.
Enno van Gelder aantoonde
39
", werd tijdens dit bewind de muntslag aan die
van de Bourgondische Nederlanden aangepast, zowel qua intrinsieke waarde
als uiterlijk. De voorzijden van deze munten sluiten nog goed aan op de
oudere stedelijke, doch de keerzijde van met name de stuiver toon t duidelijk de
Bourgondische invloed. Het beschermheerschap duurde niet lang, slechts acht
jaa r, terwijl de muntslag u itsluitend van de jaren 1507 en 1508 bekend is.
In 1514 stelde de stad zich onder bescherming van hertog Karel van G elre, een
notoir tegenstander van Habsburg. Dit beschermheerschap heeft geen sporen
in de muntslag achtergelaten. Ook bood het de stad op de lange duur
onvoldoende steun. In 1528 erkende de stad keizer Karel V als haar heer. Zij
behield evenwel haar interne stedelijke souvereiniteit inclusief het aloude door
Karels overgrootvader verleende en bevestigde muntrecht.
39a JM P 69 (1982) blz. 39.
34
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
33/70
1.301
Goudgulden
Vz. St. Johannes met lam en aan zijn voeten
links het Oostfriese harpijschild en rechts het
dwarsbalkschild van de stad
M O N ' C O M r Z - - S E N A ' G R O r
Kz. rijksappel in driepas
M A X I M I L I A N R O M A N O R E X
Bekend : z. j . (K PK 1)
1 302
Dubbele stuiver (of 3 stuiver?)
Vz. dubbele adelaar met aan de voeten, links
harpijschild en rechts dw arsbalk schild, waa r
tussen G
M O .
N O . C O M I T . Z . S E N A T . G R O N I ( N )G
Kz. lang in bloemranken uit lopend kruis met
dwarsbalkschild in het hart
N D I C- SI T , . N - O M EN - D N I B
ANO-MCC-CCC-VII
vdCh. XVI, 127
Bekend: a. 1507
b. 1508
vdCh. XVI, 128
vdCh. XVI, 135
Op de stukk en v an 1508 begint op de keerzijde het buitenrand schrift met SIT . Van beide jaren zijn
nog 3 varianten te onderscheiden nl. op vz.:
i initiaalteken herkruist kruis
ii initiaalteken lelie
iii initiaalteke n lelie + aure olen om de kopp en
van de adelaar
1507
(KPK 1)
(RM 1)
(MG 2)
1508
(KPK 1)
( PV 1)
(M G 1, RM 1)
1.303
Stuiver
Vz. dubbele adelaar met aureolen om de koppen
en aan de voet wapenschilden die het randschrift
doorbreken
l e l i e M O . N O . C O M I - Z - S E N A T . G R O ( N I )
Kz. lang kruis binnen vierpas en dwarsbalkschild
in het hart
A N N O - D ( O M I ) N ( I ) - M CCCC- CV I I
Bekend: a.
b.
1507
1508
vdCh. XVI, 129-132; XX, 36
vdCh. XVI, 136
35
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
34/70
1.304
Halve stuiver
Als 1.303 doch
Kz. ster in het hart van het kruis
ANNO-DOMI-MCCC-CCVII
Bekend:
1507
vdCh. XVI, 133
1.305
Du bbele plak ( = 1/3 stuiver)
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst
+ M O N . C O M I T . Z . S E N A T . G R O N
Kz. kort glad kruis waarop harpijschild
s te r A N N O . D O M I N I M C C C C C . V H
Beke nd: 1507 (KPK I) vdC h. ontb reekt
1 306
Plak ( = 1 / 6 s tu iver)
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst
M O N C O M I T . Z . S E N A T . G R O I
Kz. lang kruis waarop schild met dubbele adelaar in vierpas
A N N - D O M I - M C C - C C C 7
Bekend: 1507
vdCh. XX, 35
1.307
G r oo t ken ( = 1 / 2 p lak )
Vz. harpij
M O . . . C O . . . N A T G R O
Kz. lang glad kruis waarop dwarsbalkschild
. . . . . . - M C - C C C C 7
Bek end: 1507 (M G 1)
vdCh. XVI, 134
36
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
35/70
§4. DE MUNT-ARME PERIODE 1515-1560
Gedurende bovengenoemde periode werd te Groningen vrijwel niet gemunt.
Slechts enkele munten van geringe waarde zijn met zekerheid aan dit tijdvak
toe te schrijven. Deze vallen nog uiteen in twee groepen, te weten die geslagen
in de twintiger jaren en die uit de veertiger jaren.
Naast de gedateerde stukken kennen we nog een aantal ongedateerde die
onderling door stijl en fabricage en hun uitvoering in koper kennelijk tot
dezelfde periode behoren en aansluiten op de eveneens in koper uitgevoerde
stukken van 1525 en 1527. Sommige hiervan dragen duidelijk de aanduiding
MONETA en dienen m.i. dan ook als munt te worden gezien en niet als
raadsteken.
Hoewel munten op koperbasis zo vroeg in de Noordelijke Nederlanden
nauwelijks voorkomen, zijn zij tussen 1520 en 1540 ook niet geheel onbekend.
Zo kennen we b.v. koperen duiten van de stad Utrecht van 1523, waarna men
in 1527 aldaar weer op zilverbasis overging
40
. Van bisschop-elect Hendrik van
Beieren zijn muntjes uit 1525 bekend van hetzelfde type en metaal
41
.
Daar de stad Groningen op muntgebied toonaangevender was dan Utrecht,
lijkt een aanmaak van Groningse koperen munten in de periode 1523-1530
dan ook beslist niet uitgesloten. Ongetwijfeld zal het hierbij hebben gegaan om
muntjes van lage denominatie, waarschijnlijk onderdelen van plak of zelfs
grootken.
1.401 j
Pl ak ( = 1/6 stuiver) S M
Vz. dubbele adelaar met schuin slaand dwarsbalkschild aan m
de voeten ^ i
M O N E N O V A - G R O N I N G
Kz. lang kruis waarop schild met dubbele adelaar, binnen een vierpas
A N .
D - N I
. M-CCCC-CXXI
Bekend: 1521 (KPK l )
4 2
vdCh. ontbreekt
40 F. Pietersen, M unten van de stad U trecht, U trecht z.j., nrs . 22 en 23.
41 P.O. van der Chijs (Utrecht) pi .
XXII,
2.
42 Kwam voor in de vondst Zuidlaren, zie JMP 67 (1980) blz. 186.
37
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
36/70
1.402
Grootken (= 1/2 plak)
Vz. dubbele adelaar zonder dwarsbalkschild
MON.
NOVA.
GRONINGE
Kz. lang kruis waarop dwarsbalkschild
A N . D-NIM-CCCC-CXXI
Bekend: 1521 (KPK 1)
1 403
Kwart plak (?) van koper
Vz. dwarsbalkschild
MONETA.
NOVA.
GRONIG(EN)
Kz. lang kruis
AN-DNI-jaartal in Romeinse cijfers
Bekend: a. 1525 (PV 1)
b.
1527 (PV 1)
1 404
Kwart plak (?)
Als 1.403 doch
Vz. GRO NINGE
Kz. geen schriftresten gevonden
Bekend: z.j. (PV 3)
1.405
Kwart plak (?)
Als 1.404 doch
Vz. GRONIEM
Bekend: z.j. (PV 2)
43 Als noot 42.
vdCh. ontbreekt
vdCh. XV, 115
vdCh. XX, 30
38
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
37/70
1 406
Kwart plak (?)
Als 1.404 doch
V z. M O N E T A G R O N I ( N G E )
Bekend: z. j . (KPK 3)
vdCh. XV, 116, 120
1 407
Kwart
plak (?)
Als 1.404 doch
V z. M O . . . G R O N I N G E N S
Kz. kort kruis
Bekend: z.j. (PV 1)
vdCh. XV, 117; XX, 29
1.408
Dub bele plak (= 1/3 stuiver)
Vz. dubbele adelaar met schuin staand dwarsbalkschild
aan de voeten
M O N E . N O V A . G R O N I N G E ( N )
Kz. dwarsbalkschild op kortkruis
A N N O . D O M I N I . M . D . X LI I I I
Bekend: 1544
vdCh. XVI, 137
.409
G r oo t ken ( = 1 / 2 p lak )
Vz. dubbele adelaar met verticaal dwarsbalkschild aan de voeten
M O N E . . . - . . . G R O N I N
Kz. dwarsbalkschild op kort glad kruis
A N N O . D N I . M . D . X X X X . II II
Bekend: 1544 (RM 1)
vdCh. XX, 37
39
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
38/70
§ 5.
D E H O L L E M U N T J E S
Onder holle muntjes worden hier verstaan eenzijdig geslagen vlakke kleine
muntjes zonder opschriften doch met een opstaande gladde buitenrand. In het
Duits genaamd Hohlheller ter onderscheiding van de — eveneens eenzijdige
schriftloze — niet vlakke schotelachtige muntjes (Schüsselpfennige). Deze holle
muntjes doen qua uiterlijk sterk denken aan de bekende bracteaten die hun
grote bloeiperiode kenden in het Duitsland van de 12e en 13e eeuw
4 4
. Zij zijn
echter — in tegenstelling tot wat menige verzamelaar en handelaar denkt —
beduidend jonger.
Deze on-Nederlandse techniek van munten is uit Duitsland (Rijnland) naar
ons land overgewaaid
4 5
en bereikte steden als Nijmegen, Deventer en
Groningen, alwaar deze muntjes bekend stonden als respectievelijk grootgens,
braemsen en penningen
4 6
. In G ron ing en golden zij vo or 1/8 plak = 1/48
stuiver (elders wel mijt genaamd).
Op deze muntjes komen geen jaartallen voor. De oudste vermelding voor
Groningen is van "W oensd ag in de Paschen " 1499 wanneer do or het s tadsbe
stuur het profijt uit de aanmaak dezer muntjes aan de kerk van St. Maarten
wordt gegund
4 7
.
Gezien de Zuidelijke origine van deze muntjes zullen zij in Deventer wel eerder
zijn vervaardigd dan in Groningen. En inderdaad is voor Deventer bekend dat
in 1492 alle oude braemsen van onwaarde worden verklaard en nieuwe bij de
kerkmeesters kunnen worden verkregen. In Deventer moeten ze dus reeds voor
1492 hebben bestaan
4 8
.
Voor de Friese steden, die veelvuldig Groninger typen nabootsten en na 1493
met de muntslag ophielden
4 9
, kennen we deze typen niet. Zou dit er op
kunnen wijzen dat toen de Groningse holle penningen nog niet bestonden,
althans nog onvoldoende bekend waren? In ieder geval is er voorshands geen
reden de aanmaak van deze penningen te Groningen op veel eerder dan ca.
1490 te stellen.
Behalve penningen zijn er te Groningen volgens dezelfde techniek ook muntjes
geslagen die op grond van afmeting en gewicht wel dubbele penningen moeten
zijn geweest. Hiervan kennen we vijf typen: nrs. 1.501 en 1.502 (zonder teken
tussen de koppen van de adelaar), nrs. 1.503 en 1.504 (met een teken
daartussen) en ten slotte nr. 1.505 (met een G op die plaats).
44 Vgl. b.v.
Niedersachsische Brakteaten,
Kestner Museum, Hannover 1967.
45 H. Enno van Gelder, JMP 45 (1958) blz. 86.
46 id. JM P 69 (1982) blz. 41 .
47 vdCh., blz. 497.
48 J. Fortuijn Droogleever, De Beeldenaar, 1978, nr. 4, blz. 5.
49 A.T . Puister, JM P 68 (1981) blz. 28.
40
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
39/70
Vergelijken we dit met wat er bekend is over het Groninger stadssignet dan
zien we eenzelfde ontwikkeling
5 0
. Tot 1512 geen teken, in 1515 voor het eerst
een kruisje in gebru ik to t tenm inste 1528, w aar na de G verschijnt (ou dst
bekende voorkomen in 1555). Mijn datering van deze holle muntjes is dan ook
hiero p gebaseerd. O ok bij de enkele penningen zien we dezelfde v arianten (nrs.
1.509 t/m
1.511).
H et m untje afgebeeld bij vd Ch . V III 25, dat zich van de hierna te beschrijven
penning nr. 1.509 onderscheidt door het ontbreken van het dwarsbalkschild,
meen ik op grond daarvan niet aan Groningen te moeten toeschrijven, doch
aan Arnhem dat alleen de dubbele adelaar in het stadswapen heeft. Muntjes
van dit type vormden met 1248 stuks op een totaal van 3129 het hoofdbe
standdeel van de vondst Zuidlaren
5 1
. Mede op grond van de geringe afstand
van de vindplaats tot de stad Groningen, werd aan die stad als atelier van
aanmaak gedacht. Desondanks li jkt mij toeschrijving aan Arnhem verant
woord, daar de vondst ook andere kleine muntjes van die stad bevatte
(vondstinventaris nrs. 45(2), 46(3), 47(10), 48(1), terwijl ook Nijmegen
(69 stuks) en de drie steden van Overijssel (587 stuks) vertegenwoordigd zijn.
Het jaartal van verberging van deze vondst (1572/77) toont dat in het eind van
de 16e eeuw muntjes van dit bracte atenty pe nog ruimsc hoo ts v oo rha nd en
waren en circuleerden en dus bepaald niet 12e of 13e eeuws zijn.
Na de toewijzing van deze holle muntjes aan Arnhem
513
zien we de opmars
route uit Rijnland duidelijk voor ons: via Nijmegen en Arnhem, de IJssel af
naar Deventer. Daarbij passeren we Zutphen waarvan we dergelijke muntjes
niet kennen. Wel weten we dat aldaar kortstondig in 1480 is gemunt
5 2
waarna
een periode van stilstand gedurende ongeveer een eeuw volgt. Het ontbreken
van deze holle m untjes vo or Zu tph en is — zij het als negatief argum ent — een
ondersteuning van een datering laat in de 15e eeuw voor de eerste aanmaak
van dit type in de Nederlanden. Ook de Nijmeegse muntjes van deze soort zijn
op ca. 1500 gesteld
5 3
.
D e bij vdCh . op plaat XI X o nder nr. 4 t/m 7 afgebeelde eenzijdige muntjes met
een gedeeld wa pen, (1) uit de deellijn kom ende halve ade laar, (2) dw arsbalk -
schild, houd ik niet voor Gronings. Deze uitvoeringsvorm van het wapen is mij
voor Groningen nooit voorgekomen
5 4
. Kunnen zij van Deventer zijn?
50 A.T. Schuitema Meijer en W.K. van der Veen, a.w. blz. 53.
51 H. En no van Gelder, J M P 67 (1980) blz. 183-199, vonds tinventaris nr. 75.
51a Da t alda ar in of vo or 1571 groetge ns, waarva n 100 een stuiver maa kte n, zijn geslagen, weten
we do or J .S. van V een, TM P 15 (1907) blz. 246.
52 P .O. van der Chijs (Gelde rland, H eren en Steden ), Ha arlem 1853, pi. VI, 1.
53 T. Passon, De stedelijke munt van Nijmegen, Nijmegen 1980, blz. 34, nrs. 16 A-D .
54 Neubecker /Rentzmann, Wappenbilderlexikon, M ünch en 1974 geeft dit wap en voor Beichlingen,
Werdenfels, Garmisch-Partenkirchen en Horschowitz, plaatsen die ik geen van alle als produ
cent van deze stukjes zie.
41
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
40/70
1.501
Dubbele penning (= 1/4 plak) (ca. 1500-1520)
Eenzijdig
dubbele adelaar met dwarsbalkschild vertikaal aan de voeten tussen G-R
Bekend: z.j. (KPK 1)
vdCh. ontbreekt
1.502
Dubbele penning (ca. 1500-1520)
Eenzijdig
dubbele adelaar met dwarsbalkschild schuin naar rechts aan de voeten
Niet teruggevonden
vdCh. VIII, 10
1.503
Dubbele penning (ca. 1520-1540)
Als 1.502 doch een teken tussen de koppen van de adelaar
Bekend: z.j. (KPK 1)
vdCh. ontbreekt
1.504
Dubbele penning (ca. 1520-1540)
Als 1.503 doch wapen schuin naar links
Niet teruggevonden
vdCh. XX II, 2, 3
1.505
Dubbele penning (ca. 1540-1580)
Als 1.502 doch G tussen de koppen
Bekend: z.j. (KPK 2)
vdCh. VIII, 9, 11
42
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
41/70
1.506
Pen ning (= 1/8 plak) (ca. 1490)
Eenzijdig
dwarsbalkschild in driepas
Niet teruggevonden
vdCh. XIX, 10
1.507
Penning (ca. 1500)
Als 1.506 doch dwarsbalkschild in ovaal
Niet teruggevonden
vdCh. XIX, 9
1.508
Penning (ca. 1500)
Eenzijdig
dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst
Bekend: z.j. (K.PK. 1)
vdC h. XI X, 11, 12
1.509
Penning (ca. 1500-1520)
Als 1.502 doch kleiner
n
Bekend : z. j .
vdCh. VIII , 12, 16-21,23,24;
XIX, 13, 14 en XXII, 4, 5
1.510
Penning (ca. 1520-1540)
Als 1.503 doch kleiner
Beken d: z. j .
vdCh. VIII , 22
43
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
42/70
1.511
Penning (ca. 1540-1580)
Als 1.505 doch kleiner
Bekend: z.j. vdCh. VIII, 13-15
§ 6. D E "E EU W " VAN HE T GR ON I NG SE MU NTS TEL SEL 1560-1649
Na de periode van uiterst spaarzame aanmunting tussen ca. 1510 en 1560
vangt in laatst genoemd jaar een periode van intensieve muntslag aan die bijna
een eeuw zou duren. Hierin bezigt de stad een geheel eigen muntstelsel met
denominaties , typen en muntnamen die elders in de Nederlanden niet voor
komen.
Geslagen werden, zeer incidenteel en spaarzaam, goudguldens, daalders en
rijksdaalders naast veelvuldig en in grote aantallen stukken van 8, 4, 2, 1, 1/2,
1/3, 1/4, 1/6 en 1/12 stuiver. Althans zo was het tot en met 1594, toen de stad
vasthield aan de Groningse stuiver van 6 plakken. Nadat Groningen in 1594
door prins Maurits was veroverd en de stad tot de Republiek terugkeerde —
waaruit het in 1580 door het verraad van Rennenberg was verloren gegaan —
veranderde dit en paste de stad haar muntstelsel aan. De basis van het nieuwe
stelsel werd een stuiver van 8 plakken, in waarde gelijk aan de stuivers die
elders in de Republiek gebruikelijk waren en in Groningen Brabantse stuivers
werden gen oem d. Als gevolg hiervan werd de dub bele plak ( = 1/3 stuiver van
voor de Reductie) de kwart stuiver van na 1594. Voor de oude kwart stuiver
van 1 1/2 plak, ma germ ann eke g ena am d, was na 1595 uiteraa rd geen p laats
me er, terwijl de plak , 1/6 stuiver vo or 1594, da ar n a 1/8 stuiver wa s en du s de
rol vervulde van wat elders in de Republiek duit heette. De halve plak,
grootken genaamd (1/12 stuiver Gronings) deelde na 1594 het lot van het
magermanneke en verdween van het toneel .
Nadat deze wijziging in 1598 zijn beslag had gekregen, bestond de reeks
derhalve uit coupures van 8, 4, 2, 1, 1/2, 1/4 en 1/8 stuiver, respectievelijk
genaamd: dubbele flabbe oflangrok, flabbe, jager, stuiver, 1/2 stuiver, oord en
plak (= duit). Deze behielden hun oude benamingen, doch hun intrinsieke
waarden waren op de nieuwe muntvoet gebaseerd
5 5
.
Essentieel in de overgang van het oude systeem naar het nieuwe is de invoering
van de stuiver-Brabants. De oude Groninger stuiver gold in het verkeer reeds
altijd 3/4 stuiver Brabants zodat de begrip niet onbekend was, doch een
55 H. Enno van Gelder, JMP 42 (1955) blz. 95-98.
44
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
43/70
geldstuk van die waarde (= 11/3 Groninger stuiver) bestond niet. -Geen
wonder dat toen die munt werd ingevoerd (vgl. nr.
1.618)
deze op de keerzijde
duidelijk als zodanig werd gemerkt met in de kwadranten ISBR (= 1 Stuiver
BRabants).
Tabel I
Naam
Goudgulden
Daalder
Rijksdaalder
\
daalder
Langrok
Flabbe
Jager
Stuiver
4-
stuiver
Dubbele plak
Magermanneke
Plak
Grootken
Instructie
1591
1561
1598
—
1589
1596
1625
1626
1568/80/86
1593/6
1598/1604/25
1626/35/48
1585/6
1593/6
1598/1604
1627/35/49
1568
1593
1598/1604
1627/35/48
1568/83
1604/28
1635/48
1568
1593
1596/1600
1625/35/48
1578
1579
1568
1583
1596
1600
1625/33/48
1565
Gehalte
0,770
—
0,942
—
0,500
0,500
0,750
0,493
0,500
0,500
0,493
0,493
0,500
0,500
0,493
0,493
0,242
0,500
0,250
0,243
0,187
0,177
0,173
0,125
0,069
0,083
0,073
0,062
0,062
0,062
0,054
0,062
0,054
0,045
—
Gewicht
in g
3,25
—
25,50
—
9,40
8,72
5,42
7,67
4,70
4,36
4,08
3,84
2,31
2,18
2,04
1,92
2,43
1,09
1,96
1,92
1,44
1,17
1,13
1,17
1,17
1,17
1,17
1,14
1,10
0,77
0,77
0,77
0,77
0,77
—
45
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
44/70
Over de muntslag gedurende deze periode is reeds gepubliceerd door Minke
A. de Visser
56
. Aan de hand hiervan is tabel I opgesteld met voor elk type
munt gehalte en gewicht volgens de opvolgende instructies.
De hier te behandelen serie kenmerkt zich door een bijzonder groot aantal
afslagen van te hoog of te laag gewicht, hetzij rond of op vierkante of
octagonale plaatjes, hetzij in het juiste, hetzij in een afwijkend — doorgaans
edeler — metaal. De tot deze categorie behorende stukken zijn als regel zeer
goed geconserveerd. Zij stellen ons in staat details van de beeldenaars te leren
kennen, hetgeen zeer nuttig bleek bij de bestudering van de zeer kleine en
dunne laagste denominaties. Deze kennelijk niet voor de normale circulatie
bedoelde stukken zijn niet in de catalogus vermeld, tenzij het gaat om in
normale uitvoering onbekende typen of jaartal len.
Volkomen geïsoleerd in deze omvangrijke reeks staat nr. 1.601, een St.
Jansg oud gu lden die we alleen kennen van 1591, het jaa r volgende op da t
waarin door de stedelijke overheid krachtens ordonnantie van 5.3.1590 allerlei
vreemde gouden munten werden ingestempeld met de klop: dubbele adelaar
met dwarsbalkschild op de staart
S 7
. Deze klop kennen we op een Engelse
rozenobel van Edward IV, op te Gorcum geslagen imitaties daarvan, op
nobels van Overijssel (1583) en Zeeland (1583 en 1584) en op die van Hedel en
G e n t
5 8
. Ik acht het niet uitgesloten dat de emissie van de goudgulden 1591 een
uitvloeisel is van de stedelijke ingree p van 5 m aa rt 1590.
Tabel II
naam
langrok
flabbe
jager
stuiver
halve stuiver
oord
duit
st
8
4
2
1
1/2
1/4
1/8
t
7,67
3,84
1,92
1,92
1,17
1,17
0,765
f
0,493
0,493
0,493
0,243
0,177
0,083
0,054
Ag
3,781
1,893
0,947
0,467
0,207
0,097
0,041
Ag/st
0,473
0,473
0,473
0,467
0,414
0,388
0,330
A
0
0
0
- 0 , 0 1 3
- 0,053
- 0 , 0 1 3
- 0 , 0 1 5
In tabel II zijn van zeven stukken naam, waarde in stuivers (st), gewicht (g),
zilvergehalte (0, totale inhoud van fijn zilver (Ag) en gram fijn zilver per
56 JMP 26 (1939) blz. 124-141.
57 Zie voor ac htergrond en G. van der Me er, JM P 48 (1961) blz. 71-77.
58 J.C. van der Wis, De Beeldenaar 1982, blz. 182 en 183.
46
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
45/70
stuiver nominale waarde (Ag/st) weergegeven
58 a
, alsmede een nader te bespre
ken additioneel gegeven, A. Uit deze tabel blijkt dat de hoogste 3 coupures
van gelijk gehalte zijn, doch van proportioneel lager gewicht, terwijl dubbele
stuiver en stuiver van gelijk gewicht zijn evenals de halve stuiver en het oordje.
Daar deze stukken ook ongeveer even dik zijn, betekent dit dat de grootte ook
nagenoeg gelijk is. Bij de grote gelijkenis van voorzijden en keerzijden per stel
bestaat dan uiteraard de kans op stempelverwisseling en verkeerde combinatie
van voorzijde en keerzijde. Dat deze vergissing ten minste één maal heeft
plaatsgevonden, weten we sinds Veiling Schulman 1938
58 b
.
Voorts bevestigt de tabel nog eens dat het beleggen in de kleinste coupures
intrinsiek een slechte zaak is. In 64 duiten zit slechts 2,643 g fijn zilver
tegenover 3,781 in een langrok, een verschil van ca. 30%. Aangezien dit
verschil moet zitten in de fabricagekosten, eerder dan in de seigneuriage, kan
men aan de hand van deze gegevens pogen de kosten van het slaan der
muntstukken bij benadering te berekenen.
Daartoe is in de laatste kolom van de tabel een grootheid A vermeld, die voor
elke munt het aantal grammen zilver geeft dat men per twee stuks te kort
komt in vergelijking met het erboven staande stuk. Dit verschil wordt dan
veroorzaakt doordat men in het ene geval twee en in het andere slechts één
munt behoeft te slaan, m.a.w. de slagkosten per munt. De tabel leert dan dat
tot en met de dubbele stuiver men kennelijk geen extra slagkosten op de
intrinsieke waarde wilde laten drukken. Voor de overige gevallen zijn die
kosten er wel en heel aardig constant, behalve voor de halve stuiver. Het is mij
niet duidelijk waarom deze zo "duur" moet zijn. M.i. moet hier een andere
factor hebben meegespeeld.
Vo or de 3 vrijwel con stante verschillen ko men de slagkosten neer op gemid
deld 137:4730, is ca 1/34 stuiver, en voor de halve stuiver op 1/9 stuiver.
Houden'we de laagste waarde aan, dan komen we met 1/34 stuiver slagkosten
voor een duit op ca 24% en voor het oordje en de stuiver op 12 resp. 3 % van
de nominale waarde. Voor de halve stuiver, waarop 1/9 stuiver slagkosten, is
het 2 2 % , vrijwel even hoo g als bij de duit. Zou m en om bep aalde redenen het
laten aanmaken van halve stuivers hebben willen ontmoedigen, of bestond er
juist zoveel vraag naar dat de markt deze prijs kon dragen?
58c
58a Zie de gegevens voor 1626 in tabel I.
58b Onder nr. 314: vz. van de dubbele stuiver (nr. 1614) met kz. van de stuiver (nr. 1618).
58c Ana loge berekeningen toegepa st op de Bourgondisch-Oos tenrijkse zilverstukken van de
emissie 1434, 1506 en 1521 gaven een soortgelijk beeld. Op he t op één na gro otste stuk dru kte n
geen extra slagkosten, doch wel op de volgende. Ook hier relatief dure coupures naast
goedkope, b.v. (in afgeronde cijfers):
1434: 1/40 stuiver op 1/4 stuiver; 1/104 stuiver op 1/8 stuiver
1506: 1/24 stuiver op 1/2 stuiver; 1/80 stuiver op 1/4 stuiver
1521: 1/48 stuiver o p 1 stuiv er; 1/120 stuiver op 1/8 stu iver.
47
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
46/70
1.601
Goudgulden
Vz.
staande St. Johannes met lam met vaan tussen 15-9
MONE:NO:AVR(E):-GRONINGENSIS
K z.
onder rijksappel dubbele adelaar met dwarsbalkschild
op de borst
RVDOLPrll. ROMA:IMP:SEMP:AVGV(ST)
Bekend: 1591
1.602
V
184.1
Daalder
Vz. staande St. Johannes met lam met dwarsbalkschild tussen de voeten
SANCTVS IOANNES - - BABTISTA A' 1561
Kz. gekroonde dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst
M O N E T A N OV A A R G E N T E A G R O N I N G E N S I S
Bekend: 1561 (KP K 1, SCH I)
1.603
vdCh.
XVII, 141
Kwart (?) daalder
5 0
Als 1.602
Vz. SANCTVS IOANNES - - BABTISTA AN 1561
K z. M O N E T A N O V A A R G E N G R O N I N G E N S I S
Bek end: 1561 (K PK 1)
vdCh.
XVII,
142; XX, 44
59 Dit stuk o p een voor een halve daald er p assend gewicht (ca. 14 a 15 g) is niet te rugg evo nde n.
Wel bekend zijn twee piedforts (SCH 2) en twee piedfaibles
(KPK
1, RM 1). De gegeven
afbeelding is naar het
KPK
exemplaar van 7.19 g. Het is zeer goed mogelijk dat er naast de hele
daalder geen halve, doch alleen kwart daalders zijn geslagen.
48
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
47/70
1 604
Rijksdaalder
Vz. staande St. Johannes met lam naast dwarsbalkschild
M O N E N O V A : A R G : - G R O N I N G E N S I S 1 5 9 8
Kz. onder gekroonde rijksappel dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst
R V D O L . I I R O M A N O : I M P E . S E M P E R . A V G V
Type V 184,2
Bekend:
a.
1598
(Veil.
Coi n Inv. nov.
1984, no. 447)
b. 1601 V 184.1
c 1602
60
1 605
Dub bele flabbe of langrok ( = 8 stuivers)
Vz. staande St. Maarten met kromstaf
S A N T V S . M - A R T I N V S . E P . 1 5 8 9
Kz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst
M O N E T A . N O V A . A R G E N . G R O N I N G E N S I ( S )
Bekend: 1589
V 185 1
1 606
Dubbele flabbe of langrok
Als 1.605 doch
Vz. ja art al ter weerszijden van de heilige
S A N C T V S - M A R T I N V S E P
Type V 185.2
Bek end: a. 1590 (K PK 1)
b.
1591
c. 1593
d. 1597
e. 1599 (Sc hulm an, prijslijst 59, nr. 1154)
V 185.2
60 Op de munten van 1602 wordt het vz. omschrift doorbroken na de A van ARG.
49
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
48/70
1.607
Dubbele flabbe of langrok
Als 1.605 doch
Vz. waardeaanduiding VIII-ST ter
weerszijden van de heilige
SANTVS MA-RTINVS EP 1626
K z . M O N E T A . N O V A . A R G E N . G R O N I N G ( G )
Type V 185.3
Bekend: a. 1626
b. 1627
1.608
V 185.3
Flabbe ( = 4 s tuivers)
Vz. wapenschild met dubbele adelaar
met dwarsbalkschild op de borst, binnen boogomamenten op lang kruis
d u b b e l e a d e l a a r : M O N E T A - N O V A A R - G E N G R O - N I N G E N
Kz. dwarsbalkschild op versierd kort kruis
DA PACEM DNE IN DIEB NOSTRIS 1561
diverse interpunctietekens
Bekend:
a. 1561 (M G 1)
b. 1562
c. 1580
vdCh. XVII, 143
vdCh. XVII, 144
V 186.2
61
1 609
Flabbe
Als 1.608 doch
K z . + S I T N O M E N D N I B E N E D I C T V M
1568
T y p e V 186 3
Bekend:
a 1568
b 1580
c 1581
d 1582
e
1583
f 1584
vdCh.
XVII, 147
V 186.3
61 '
Alle bekende exemplaren hebben het jaartal 1580 over 1562.
50
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
49/70
1.610
Flabbe
Als 1.609 doch
Vz. twee zespuntige sterren boven het wapenschild
M O N E T A - N O V A A R - G R O N I N - G E N S I S
Type V ontbreekt
W V
Bekend: a. 1587
b. 1588
c. 1589 (KPK 1)
d. 1590 (KPK 1)
e. 1591 (KPK 1)
f. 1593
g. 1594
h. 1597
i. 1598
j.
1599
k. 1604 niet teruggevonden)
1.611
Flabbe
Als 1.608 doch
V z . M O N E T - A N O V A - G R O N I - N G ( E N S )
K z . S I T . N O M E N . D O M I N I . B E N E ( D I C T V M ) 1600
op vz., vele varianten in verdeling van de letters over de kwadranten
Type V ontbreekt, WV blz. 26, nr. 13
Bekend:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g-
h.
i.
.1
1600
1604
(KPK 1)
1620
(M G 1)
1622
1623
1625 (KP K 1)
1626
1627
(KP K 1)
1635
1641 (SCH 1)
k. 1649
62 Slechts bekend als vierkante afslag.
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
50/70
1.612
Jager ( = 2 stuivers)
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild
op de borst
M O N E T A . N O V A . G R O N I N G E N S I S 1585
Kz. dwarsbalkschild op lang gebloemd kruis
S I T . N O M ( E ) - N . D O M I ( N I ) - B E N E D - I C T V M
op kz. vele varianten in verdeling van de letters
Type V 221.3
Bekend: a. 1585 V 221.3
b. 1587
(JL 1)
c. 1588 ( M G 2, PV I)
d. 1589 (M G 1)
e. 1599 (JL 1)
f. 1601 (M G 1)
Bekend: 1589 (KPK 1, M G I)
1.614
Jager
Vz. schild met dubbele adelaar met dwarsbalkschild
op de borst , binnen boogornament
M O N E TA . N O V A . G RO N I N G ( EN SI S) 1604
Kz. dwarsbalkschild op kort gebloemd kruis
S I T . N O M E N . D O M I N I . B E N E ( D I C T V M )
Type V 186.4
Bek end : a. 1600 (niet terugg evo nde n) V 186.4
b. 1604
c. 1605
d. 1606
e. 1622 (niet terugg evo nde n) WV blz. 26
f. 1627 (R M 1)
52
over de kwadranten
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
51/70
1.615
Jager
Als 1.614 doch
Vz. waarde aanduiding 2-S ter weerszijden
van het schild
Kz. jaa rtal na omschrift
Type V 186.5
Bek end: a. 1622 (M G 1)
b.
1635
V 186.5
1.616
Vlieger ( = 1 stuiver)
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild
aan de voeten
l e l i e M O N E T A . N O V A . G R O N I N G E N S I S
Kz. lang gevoet kruis in vierpas
S I T . N - O M . D - O . BEN -A " 1560
Bekend: a. 1560 vdCh. XV I, 1 3 8 "
b.
1563 (M G 1) vdC h. ontb reekt
c. 1568 (Coin Inv. Veil. 2 april 1984, no . 254) vdC h. X V II, 148
1.617
Halve jager (= 1 stuiver)
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst
en aureolen om de koppen
M O N E T A . N O V A . A R : G R O N I N G E N S I S
Kz. dwarsbalkschild op kort kruis waar onder 1593
S I T . N O M E N . D O M I N ( I ) . B E N E D I C T V M
Type V 187.3
•. ^,
V \
.. .„ *S«f ,t -
v
••: '
m
v
Bekend: a. 1593
b.
1597 (K PK 1)
c. 1609 (niet terugg evon den )
6
V 187.3
63 v dC h. beschrijft het stuk correct als 1560, doch op de afbeelding lijkt het jaa rta l: 1566.
64 Als vierkante piedfort; Veil. Fr. Muller, dec. 1904, no. 3528 (Stephanik).
53
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
52/70
.618
.*a£3&
Stuiver (Brabants)
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst
M O N E T A . N O VA. GRO N I N GE N S IS
Kz . lang kruis met dwarsba lkschild in het hart en in de kwadranten I.S.B.R .
SIT.N-OMD-OBE-A 1598
TypeV 187.1
Bekend: a. 1598
b.
1599
c. 1600
d. 1601
e 1602
f. 1604
g. 1605
h. 1609 (JL 1)
i. 1613
1615 (KPK I)
k. 1622
1.
1627 (JL 1)
m. 1628 (niet teruggevonden)
n. 1630 (JL 1)
o. 1635
V 187.1
WV blz. 27
In het omschrift op de kz. komen zeer vele variaties voor, zowel door meer of minder letters als
door de verdeling daarvan over de kwadranten.
1.619
Halve vlieger ( = halve stuiver)
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild aan de voeten
s t e r M O N E T A. N O VA. GRO N I N GE N S I S
Kz. lang kruis binnen vierpas met ster in het hart
SIT.N-OM.D-O.BEN-A 1560
Bekend: 1560 (KPK 1, RM 1) vdCh. ontbreekt
54
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
53/70
1.620
Halve vlieger
Als 1.619
doch
Kz. lang kruis met G in het hart en in de hoeken
afwisselend dubbele adelaar en dwarsbalkschild
TypeV 187.5
Bekend
:
a.
1582 JL 1)
b. 1583
(M G 1)
c. 1584
d. 1585
e. 1586
f. 1587 (M G 1)
g. 1588
h. 1589 (M G I)
i. 1590 JL 1)
V 187.5
1.621
Halve stuiver (Brabants)
Vz. gekroond wapenschild met dubbele adelaar met dwarsbalk-
schild op de borst, tussen -J-s
M O N E T A . N O V A . G R O N I N G ( E N )
Kz. lang kruis met dwarsbalkschild in het hart en in de hoeken
S-P-Q-G
SIT-N O. D O-BENE-1604
TypeV 187.4
Bekend:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g-
h.
i.
. •
k.
1.
m
n.
0.
1604
1609 (KPK 1)
1613 (KPK 1)
1614 (KPK 1)
1615
1616 (KPK 1)
1620 niet teruggevonden)
1621 (JL 1)
1622
65
1623 JL 1)
1626
1628
.1629 (KPK 1)
1635
1649
V 187.4
WV blz. 28
Evenals bij de Brabantse stuiver, nr. 1.618, komen ook bij nr. 1.621 vele varianten voor op de kz.
in omschriften en verdeling over de kwadranten.
65 Jaartal 1622 alleen bekend als piedfort; Veil. Th. Bom, aug. 1890, no. 2109 (Rijnbende).
66 Jaartal 1626 alleen bekend op vierkant muntplaatje (SCH 2).
55
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
54/70
1.622
Dubbe le plak ( = 1/3 stuiver Gronings)
Vz. dubbele adelaar met dwarsbalkschild op de borst
M O N E ( T A ) : N O V A : G R O N I N ( G E N S I S )
Kz. dwarsbalkschild op lang kruis
SI T .N -O . DO-BENE-A" 1560
Type V ontbreekt
Bekend : a. 1560 (K PK 1)
b. 1593
1.623
Dubbele plak
Als 1.622 doch
Vz. dwarsbalkschild aan de voeten van de adelaar
Type V ontbreekt
Bekend: a. 1560
b. 1566
c. 1593 (M G 1)
d. 1594
1.624
Dubbele plak
Als 1.623 doch
Vz. dwarsb alkschild doo rbre ekt randschrift
Kz . ANO-DNI-MD-LXII I I
Bekend: 1564
67
vdCh. ontbreekt
1.625
Dubbele plak
Als 1.622 doch
Vz. geen dwarsbalkschild
Bekend: 1569 (niet teruggevonden)
67 JM P 37 (1950) blz. 154. Typ e van sterk afwijkende tekening , alleen bekend als piedfort in zilver
in Cab. des Médailles te Parijs.
vdCh. ontbreekt
vdCh. XVI, 139
vdCh. XVII, 146
vdCh. XX, 39
56
8/8/2019 Groningse stedelijke munten / door A.T. Puister
55/70
1.626
Dub bele plak ( = 1/4 stuiver Brab ants)
6
Als 1.622
Type V 188.5
: a.
b.
c.
d.
e.
Top Related