Godsdienst samenvatting ‘evangelisch of gereformeerd?’BIJBEL MEE!Citeren is bij vd Lek overschrijvenHoofdstuk 1Doel 1 Je kunt de volgende begrippen goed omschrijven: evangelische beweging, pinksterbeweging, charismatische beweging, Evangelische Alliantie, Evangelische Werkverband en EvangelicalenEvangelische beweging = christenen die de noodzaak van persoonlijke bekering en levensheiliging centraal stellenPinksterbeweging = beleven de doop met de Heilige Geest en het spreken in tongen als een diepe, persoonlijke ervaring van de Heilige Geest en als een ‘keurmerk’ van echt geloof.Charismatische beweging = aandacht en openheid voor de genadegaven van de Heilige Geest, deze mensen blijven in de protestantse kerken en willen dat daar de evangelische invloed groeitEvangelische Alliantie = streeft naar onderlinge samenwerking om het christelijk geloof onder de aandacht te brengen onder de NederlandersEvangelische Werkverband = willen zorgen voor meer missionair elan en wekken de kerke op om het geestelijk leven weer vorm te gevenEvangelicalen = een orthodox christelijke stroming die voortgekomen is uit het protestantisme. De evangelicalen stellen de persoonlijke ervaring van de verlossing door Jezus Christus centraal. Evangelisatie is hun voornaamste activiteit.

Doel 2 Je kunt uitleggen waarom ‘evangelisch’ een container- of paraplubegrip genoemd kan worden.Omdat er in de evangelische beweging veel verschillen zijn. Evangelisch is heel breed en ruim genomen.

Doel 3 Je kunt vier hoofdkenmerken van de evangelische beweging noemen. Elk kenmerk kun je met voorbeelden illustreren.

1. Ervaring en gevoel (bijv spontane erediensten)2. Heilige Geest centraal (spreken in tongen, gebedsgenezing, dopen met de Geest)3. Persoonlijker (bekeringsverhalen, ‘mijn’ actie, beweging;geen kerk)4. Kijk op de mens (positiever, zondeloosheid, geen kinderdoop,vrije wil)

AantekeningenIn buitenland is evangelisch niet hetzelfde!

Hoofdstuk 2Doel 1 Je kunt de belangrijkste historische wortels van de evangelische beweging benoemen en duidelijk uitleggen; montanisme, wederdoperij en methodismeMontanisme (2e eeuw) = God, de Heilige Geest spreekt buiten de bijbel om tegen de mensenWederdoperij (16e eeuw) = je kunt pas gedoopt worden als je zelf echt persoonlijk gelooftRemonstratisme (17e eeuw) = nadruk op je persoonlijke keuzeMethodisme (18e eeuw) = nadruk op innerlijke zekerheid/beleving/gevoel

Doel 2 Je kunt de begrippen heiligingsbeweging en pinksterbeweging benoemen en uitleggenHeiligingsbeweging (19e eeuw) = je leven heiligen;radicaal bekeren (stappenplan); je leven nieuw makenPinksterbeweging (20e eeuw) = nadruk op de gaven van de Geest

Doel 4 Je kunt in grote lijnen aangeven hoe die historische wortels zich verhouden tot de gereformeerde traditie

Sola scriptura, sola gratia (genade), sola fide (geloof), sola christus, soli deo Gloria (alle eer is alleen aan God)

AantekeningenEvangelische mensen nemen teksten uit de Bijbel (meestal) letterlijk, gereformeerde veel symbolischer

Hoofdstuk 3Doel 1 Je kunt weergeven hoe in de pinksterbeweging over de wedergeboorte wordt gesproken.Je hebt een ontmoeting, ervaring met God nodig. Dat is een plotseling moment. Op dat moment komt Jezus door de Heilige Geest in je hart wonen.

Doel 2 Je kunt beschrijven wat de Bijbel, met name in Johannes 3, over de wedergeboorte leert.Johannes 3:9,14 en 15; Door Jezus kun je wedergeboren worden, doordat Hij naar de aarde is gekomen om voor ons te sterven.

Doel 4 Je stelt jezelf de vraag of je wedergeboren bent.

Doel 6 Je kunt de verschillen benoemen tussen de evangelische en de gereformeerde manier van denken en spreken over het wedergeboren zijn en dagelijkse bekering.Evangelisch:-radicaal-de mens kiest-veel ervaring en gevoel-één moment-je ontvangt de Geest na de keuze

Gereformeerden:-dagelijkse bekering, een proces-je geloof is een gave van God, eerste stap is van God-je bekering is een lastige periode-mogelijk door de Geest

Hoofdstuk 4Doel 1 Je kunt weergeven welke argumenten de evangelische kring heeft tegen de kinderdoop en voor de geloofsdoop.-geloof en doop horen bij elkaar. Eerst geloven, dan dopen (Marcus 16:16) (Handelingen 8:35)-Nergens in de bijbel worden kinderen gedoopt/wel gezegend (Marcus 10:16)-Doop is een teken van het nieuwe leven. Water = de dood ; onderdompeling = sterven ; uit het water = opstaan in een nieuw leven ; kinderen hebben nog geen oud leven (Mattheüs 3:11)(Kolossenzen 2 :12)-doop is (ook) een teken van de mens aan God, een teken van overgave, een symbool van jouw nieuwe begin, kinderen kunnen geen teken geven. (Mattheüs 3:11)

Doel 3 Je kunt onder woorden brengen wat de rijkdom van de kinderdoop isZie doel 4

Doel 4 Je kunt met verschillende argumenten aantonen dat de kinderdoop door de Bijbel nadrukkelijk geleerd wordt.-God sluit een verbond met de gelovigen én hun kinderen. De kinderen horen er meteen bij. (Genesis 17:7)(Handelingen 2:39)

-In de bijbel staat dat de gelovigen en hun huisgenoten gedoopt werden. Zouden dat dan nooit kinderen zijn;) (Handelingen 16:33) (1 korinthiërs 1:16) (Handelingen 10:47-48) (Handelingen 16:15)-doop symboliseert de afwassing van de zonden, kinderen zijn evengoed schoon gewassen en geheiligd (Handelingen 22:16) (1 korinthiërs 7:14)-doop is een sacrement, een teken van God aan mensen, niet een teken van mijn geloof, maar van Gods genade, daar delen de kinderen in. (Romeinen 4:11)

Doel 5 Je kunt duidelijk maken wat het belang is van 1 Korintiërs 7:14 in de discussie over kinder- en volwassendoop.Als God zo werkt heeft hij ook de kinderen uit het huis op het oog. Zij zijn geheiligd en horen door een gelovende ouder bij God.

Hoofdstuk 5Doel 1 Je kunt vertellen hoe aanhangers van de pinksterbeweging aankijken tegen het spreken in tongen.Spreken in tongen is een gave van de Geest. Het is ‘een bewijs’ van je geloof en het versterkt je geestelijke leven. Je kunt erdoor ‘in contact zijn’ met God en daardoor kun je profeteren.

Doel 3 Je bent in staat beargumenteerde beoordeling te geven van het spreken in tongen, waarbij je diverse Bijbelse gegevens gebruikt.Handelingen 2:1-13; 1 Korinthiërs 14:4-verstaanbaar-bestaande taal-profetie (spreken OVER God)

Hoofdstuk 6Doel 1 Je kunt voorbeelden beschrijven van de gebedsgenezing zoals die in speciale genezingscampagnes voorkomt.- Mensen lijken genezen, maar hebben later toch dezelfde klachten weer.- De klachten zijn vaak psychisch.- De mensen moeten beter geloven om wel genezen te worden.- Er wordt emotioneel gesproken, en in de naam van Jezus genezen.- het krijgt ontzettend veel aandacht: Jan Zijlstra met zijn dienst. Veel reclame enz.

Doel 2 Je kunt duidelijk maken hoe de bijbel spreekt over God, het lijden, gebed en genezing.- God bepaalt of mensen worden genezen, niet mensen of hun geloof.- God moet de eer krijgen, niet alle aandacht moet uitgaan naar de gebedsgenezer.- Mensen moeten niet onderdruk worden gezet wanneer zij niet genezen. Dat zij niet goed zouden geloven.

Doel 3 Je kunt medische verklaringen geven voor gebedsgenezing.Gebedsgenezing straalt veel positieve energie uit, daardoor denken mensen dat ze iets kunnen en gaan ze erin geloven en dat lukt het ze ook, wat je kunt wordt bepaalt door wat je denkt en je geloof daarin. Ook zijn veel ziektes die tijdens gebedsgenezing geheeld worden cyclisch, die ziektes hebben een spontaan verloop dat op en neer gaat, als je dus in een goede periode bij de genezer komt lijkt het alsof het goed met je gaat. Ook kan een vurig geloof de gebedsgenezing positief beïnvloeden.

Doel 4 Je ontwikkelt –een Bijbelse– mening over gebedsgenezing en onderbouwt haar met argumenten.- We moeten bidden voor de zieken in de hoop dat God geneest (Mattheus 25:36-44)Het ligt niet aan iemands geloof. God heeft met ieder een plan, en dat plan kennen wij niet.

- Wanneer er nu nog geen genezing is, mogen we wel al uitkijken naar de nieuwe hemel en aarde, waar al het lijden voorbij zal zijn.- We moeten zorg dragen voor de zieken. God zal daarbij helpen, door zijn Geest geeft Hij kracht. We krijgen vertrouwen en rust in Hem. En kunnen blijven bidden. Want wie bidt zal gegeven worden.

Hoofdstuk 7Doel 1 Je kunt drie voorbeelden geven van de evangelische belevingscultuur- Opwekkingsliederen: op emotie gericht, met handen in de lucht/klappen erbij- Getuigenissen: menselijke emotie en ervaring laten zien.- Sfeer: iedereen mag roepen wat hij/zij ervaart, handen in de lucht, klappen, roepen.

Doel 2 Je kunt de bezwaren van Bakker tegen de belevingscultuur verwoorden en je bent in staat een eigen mening te geven over deze cultuur.- Het is teveel op de mens gericht, niet op God.- Het Woord, de bijbel raakt uit zicht. De beleving van de mensen gaat voor.- Gevoelsmarkt: iedereen kan zijn/haar zingevingpakketje samenstellen. Iedereen mag elke emotie uiten die hij/zij wil, in elke mate.

Doel 3 Je kunt voorbeelden geven waaruit blijkt dat in de pinkstergemeenten heel veel aandacht uitgaat naar ervaringen.- Dienst is minder van te voren ‘bedacht’ en gelovigen worden overgelaten aan eigen ideeën.

Doel 5 Je kunt een vergelijking maken –met goede argumenten- tussen gereformeerde erediensten en pinkstergemeentesamenkomsten.- De liederen in gereformeerde kerken zijn vaak psalmen. In de evangelische samenkomst opwekkingsliederen. De begeleiding vaak door een band i.p.v. een orgel.- De preek is in de gereformeerde dienst het grootste deel van de dienst. De dominee legt teksten uit en wijst mensen hoe ze God kunnen volgen en hoe God hen helpt. In de evangelische dienst is er veel meer plaats voor de beleving: hoe ben ik bij God gekomen (getuigenissen)- Er wordt een gezamenlijke geloofsbelijdenis uitgesproken. Niet allemaal losse en persoonlijke getuigenissen van mensen.- De emotie wordt in evangelische samenkomsten meer geuit.