Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als...

43
1 Agressie in de klas Verslag Groepsdynamica

Transcript of Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als...

Page 1: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

1

Agressie in de klas

Verslag Groepsdynamica

Page 2: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Agressie in de klas Verslag groepsdynamica ( Groep 4 t/m 6 )

Student: Shannen Jansen, Jozien den Boer, Danique Funk & Gloria BetoInstelling: HZ University of Applied SciencesKlas: Pedagogiek 2A Datum: 28-3-2015

Page 3: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Cursus: GroepsdynamicaDocent: Mevr. T.S.M. Schilder

Inhoudsopgave

1. Inleiding.....................................................................................................1

2. Plan van uitvoering..................................................................................2

3. Theoretisch kader.....................................................................................43.1Agressie ......................................................................................................43.2Kinderen met agressief gedrag....................................................................43.3Vormen van agressie...................................................................................43.4 Ontstaan van agressie ...............................................................................53.5 Effecten van agressie..................................................................................53.6 Oorzaken van agressie................................................................................63.7 Groepsfasen basisschoolperiode.................................................................63.8 Groepsdynamische kenmerken 7-10 jarige.................................................73.9 Begeleidingsstijlen......................................................................................83.10 Communiceren met agressieve kinderen..................................................9

4. Dataverzameling praktijk......................................................................104.1 Interview docent groep 4..........................................................................104.2 Interview docent groep 5 & 6....................................................................114.3 Observatie.................................................................................................11

5. Aanbevelingen........................................................................................12

Referenties..............................................................................................15

Bijlage I) leeg observatieformulier

Bijlage II) ingevuld observatieformulier

Bijlage III) takenverdeling/urenverantwoording

Bijlage IV) leerdoelen per student

Bijlage V) algemene beoordeling verslag

Page 4: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Bijlage VI) activiteiten

Page 5: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

1. Inleiding Het groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een probleem wat ons aansprak. Wij kwamen zo uit op agressie in de groep. We hebben hier over gesproken met elkaar en naar ons idee is agressie een probleem dat op steeds meer scholen voorkomt. Om te kijken in hoeverre dit klopt zijn we opzoek gegaan naar artikelen en informatie die onze vermoedens doen bevestigen.

Volgens Balans Digitaal (2012) zal de agressie op basisscholen toenemen, doordat er grote bezuinigingen zijn binnen het passend onderwijs. De leerlingen die normaal naar het speciaal onderwijs werden verwezen, komen nu terecht bij een docent met een groep leerlingen die weinig ervaring hebben met het gedrag van deze kinderen. Op dit gebied zou hulp van extra begeleiders heel erg welkom zijn, maar dit is juist waarop bezuinigd wordt. Dit zorgt ervoor dat er meer spanningen zijn in de klassen die leiden tot ruzies, pesterijen en vormen van geweld (Balans Digitaal, 2012).

Het hierboven beschreven probleem, is een probleem dat ons aansprak om ons in te verdiepen voor het groepsdynamisch plan. Omdat een deel van de studenten een stageplaats heeft in het onderwijs en anderen een eerdere stageplaats gehad hebben in het onderwijs, hebben wij zelf verschillende vormen van agressie gezien in de klassen. Agressie is een veelvoorkomend probleem en daarom vinden wij het interessant om ons hier verder in te verdiepen en hier een groepsdynamisch plan over te schrijven.

Wij zien agressie in de klas als een probleem waar wij later als pedagoog mee te maken kunnen krijgen. Juist omdat we hier mee te maken kunnen krijgen, vinden wij het belangrijk om ons te verdiepen in agressie. Het is namelijk mogelijk om hier ook buiten het onderwijs mee te maken te krijgen. In het groepsdynamisch plan werken wij de onderstaande vragen uit, om antwoord te geven op de concrete vraag uit de praktijk: ‘Hoe kunnen wij, als leerkracht of pedagoog, agressief gedrag verminderen bij kinderen van 7 t/m 10 jaar, in een klas op een reguliere basisschool?’.

Onze deelvragen hierbij zijn:

- Wat is agressie?- Hoe kan je het best omgaan met agressie?- Wat kan jij als pedagoog/leerkracht betekenen in een groep waar agressie

voorkomt?- Wat is het effect van agressie op andere kinderen in de klas/groep?- Welke begeleidingsstijlen kan je hanteren?

Deze vragen willen wij beantwoorden door het schrijven van een theoretisch kader, observaties uit te voeren en het interviewen van leerkrachten die te maken hebben met agressie binnen de klas/school.

1

Page 6: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Hiernaast worden er ook behandelmethodieken en activiteiten uitgeschreven die begeleiders/leerkrachten kunnen gebruiken om agressief gedrag te verminderen, of te voorkomen binnen de klas.

2

Page 7: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

2. Plan van uitvoeringIn dit hoofdstuk staat het plan van uitvoering. Hierin staat beschreven hoe wij het probleem willen gaan onderzoeken en wat ervoor nodig is.

Wat is het probleem, wat willen wij gaan uitzoeken en op welke manier?

Na het lezen van het artikel ‘Agressie op scholen zal toenemen’, hebben wij ons verdiept in de toenemende agressie binnen een klas. Het lijkt ons erg interessant om hier meer te weten over te komen. Dit gaan we doen doormiddel van interviews, observaties en verdieping in de literatuur.

Er is een toename van agressie in de klas, bron: http://www.balansdigitaal.nl/data/nieuws/2012/februari/agressie-op-scholen-zal-toenemen/

Wat willen wij weten over agressie?

De vragen die wij willen beantwoorden zijn:- Wat verstaan wij onder agressie?- Hoe om te gaan met agressie?- Wat kan jij betekenen als pedagoog in een groep waar agressie voorkomt?- Wat is het effect op andere kinderen in de klas?

De vragen zullen beantwoord worden doormiddel van interviews, observaties en literatuur onderzoek.

Hoe gaan wij het probleem onderzoeken?

Dit willen wij gaan doen door literatuur te onderzoeken en hiermee een theoretisch kader te schrijven. Andere opties zijn het interviewen van een leerkracht/begeleider en het observeren van een groep/klas.

Wat is de relatie naar de literatuur van deze cursus?

In het studieboek ‘ Ontwikkeling in de groep’ dat gebruikt wordt in de lessen van Groepsdynamica, staan meerdere verwijzingen naar agressief gedrag in groepen.

Welke theoretische concepten kunnen we gebruiken bij de beantwoording van onze vragen?

Om de vragen te beantwoorden willen we de volgende theoretische concepten gebruiken:

- Het boek: ‘Ontwikkeling in de groep’- Internetbronnen- Artikelen, krantenknipsels- Observaties- Informatie op stage- Boeken uit bibliotheek

Waar halen we informatie over begeleidingsstijlen van een HB0-pedagoog en oplossingsstrategieën vandaan?

3

Page 8: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Informatie over begeleidingsstijlen van een HBO-Pedagoog willen wij verkrijgen door dit na te vragen op onze stageplekken. Dit willen wij doen a.d.h.v. interviews en observaties. Informatie over oplossingsstrategieën willen we halen uit studieboeken, tijdschriften en internetwebsites.

Hoe gaan we inventariseren wat men in de praktijk al heeft gedaan, of geprobeerd heeft om tot een oplossing te komen?

Door op stage na te vragen wat begeleiders/leerkrachten al gedaan hebben aan agressie binnen hun klas, kunnen wij concluderen wat er in de praktijk als is geprobeerd en heeft geholpen. Hierbij kunnen we, als dit mag, gebruik maken van dossiers van kinderen om terug te vinden in welke mate er agressie voorkomt, en/of er al iets gedaan is. Naast de informatie op stage zullen we ook informatie opzoeken op het internet.

Wat hebben we nodig om tot goed onderbouwde aanbevelingen te komen?

Om tot goed onderbouwde aanbevelingen te komen, hebben we als eerst een goede verdieping in de literatuur nodig. Hierbij kunnen we wat meer kennis opdoen om vervolgens gesprekken te voeren met een begeleider/leerkracht om te kijken hoe zij omgaan met agressie en ook om erachter te kijken hoe zij kijken naar methodes die goed helpen. Tenslotte kunnen we het uittesten in de praktijk.

Hoe komen we tot ons plan van uitvoering?

Een goede samenwerking helpt ons tot het plan van uitvoering. Een goede samenwerking is voor ons de taken verdelen, kijken naar ieders kwaliteiten, werken met tops en tips en iedereen gaat na wat er op stage te vinden is over agressie.

Hoe willen wij ieders individuele bijdrage waarborgen?

De individuele bijdrage gaan we waarborgen door na elk ingeleverd stuk samen te komen om feedback te geven en te ontvangen. Door de taken te verdelen gaan we uit van de sterke kanten van een persoon en die benutten we dan ook. Op het moment dat een groepslid niet verder kan, wordt er om hulp gevraagd en wordt er als groep gekeken wat de beste oplossing is.

Hoe gaan wij de samenwerking vormgeven?

Om tot een goede samenwerking te komen, hebben wij afspraken gemaakt die het werken in een groep gemakkelijker maakt:

- Veel overleggen- Zich houden aan de afspraken en alles op tijd inleveren- Taken verdelen- Open staan voor elkaars mening- Aangeven wanneer er iets niet goed gaat- Maken van een tijdsplanning

Wat verwachten wij van de feedback van de docent?

4

Page 9: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Wij vinden het belangrijk om duidelijkheid te krijgen van de docent. We verwachten dat we antwoord krijgen op vragen, als we die hebben en dat de docent tussentijds kijkt hoe het verloopt, tips geeft en verbeterpunten.

3. Theoretisch kaderIn dit hoofdstuk worden de theoretische begrippen uitgelegd. De volgende begrippen komen aan bod; agressie, agressie bij kinderen, vormen van agressie, gedragskenmerken van agressie, de oorzaken van agressie, groepsfasen, groepsdynamische kenmerken en begeleidingsstijlen.

3.1 AgressieIemand die agressief is, brengt anderen bewust schade of verwondingen aan (Feldman, 2012). Volgens Connor (2002) is agressie een categorie van gedrag en is het niet hetzelfde als geweld. Bij agressie is er een persoon of dier nodig om agressie te kunnen veroorzaken en bij geweld wordt er gebruik gemaakt van een fysieke kracht waarbij een persoon iemand anders schade toebrengt, uitscheldt of verwondt.

3.2 Kinderen met agressief gedragIeder kind vertoont weleens agressief gedrag. Dat kan schoppen en slaan zijn, maar ook het kapot maken van iemand anders zijn spullen valt onder agressief gedrag. Bij jonge kinderen komt het vaak voor dat zij agressief reageren wanneer zij hun zin willen hebben. Agressie kan als problematisch worden beschouwd wanneer het kind voortdurend agressief is (Ploeg, 2011).

3.3Vormen van agressie Er zijn verschillende vormen van agressie te onderscheiden. Hieronder worden er drie vormen beschreven en de gedragskenmerken van agressie. Er is ook nog een onderscheid tussen incidentele en structurele agressie. Er is sprake van incidentele agressie wanneer een kind zich agressief opstelt, omdat het kind zich bedreigd voelt in een bepaalde situatie. Bij structurele agressie vindt agressie plaats in verschillende situaties en op verschillende locaties. Dat kan zijn op school of thuis, maar ook bij hun leeftijdsgenoten (Ploeg, 2011).

Er is ook nog een verschil tussen het gedrag van jongens en van meisjes. Vaak denkt men dat een jongen agressiever is dan een meisje, maar die gedachtegang is onjuist. Een jongen maakt meer gebruik van fysieke agressie en een meisje van psychische agressie. Een verklaring voor dit verschil is dat meisjes fysiek minder krachtig zijn dan jongens. Meisjes gaan onderling meer met elkaar om en vertonen meer psychische agressie, zoals elkaar bekritiseren en over elkaar roddelen (Ploeg, 2011).

Gedragskenmerken van agressie zijn in drie vormen te onderscheiden:

5

Page 10: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

1. Fysieke agressie: knijpen, schoppen, slaan, spullen vernielen en beschadigen.

2. Verbale agressie: uitschelden, bedreigen, pesten en kwetsen.3. Relationele agressie: anderen buitensluiten en roddelen over elkaar

(Mynck & van der Zalm-Grisnich, 2006).

3.4 Ontstaan van agressieHet ontstaan van agressief gedrag kan zowel op vroege als op late leeftijd. Bij jonge kinderen is er vaak sprake van opstandig gedrag wat kan leiden tot agressief gedrag. Het is daarom van groot belang om zo vroeg mogelijk in te grijpen wanneer een kind agressief gedrag vertoont. Hierdoor kunnen de ergste problemen voorkomen worden. Er zijn verschillende groepen te onderscheiden. Er is een groep kinderen die vaak liegen. Deze kinderen hebben weinig schuldgevoel en kunnen zich slecht inleven in anderen. Om hun doel te bereiken zullen deze kinderen vaak agressief gedrag vertonen. Een andere groep kinderen is erg explosief. Deze kinderen vertonen vele vormen van agressie. Als er niets gedaan wordt aan dit gedrag leidt het tot gedragsstoornissen en kan het gedrag op latere leeftijd nog steeds een rol spelen zoals: problemen op het werk, geweld toe naar hun partner of kinderen en in het ergste geval inbraak, diefstal en verkrachting. Er zijn ook kinderen die op latere leeftijd gedragskenmerken van agressie vertonen. Dit gedrag speelt zich af in de puberteit onder invloed van vrienden en neemt later weer af. Het is niet vanzelfsprekend dat iedere puber dat gedrag gaat vertonen. (Swinnen, 2009).

Er zijn verschillende factoren waardoor iemand agressief wordt. Een veel voorkomende aanleiding van agressie is wanneer iemand gefrustreerd is. Dit wordt ook wel reactieve agressie genoemd. Als kinderen gefrustreerd of vermoeid zijn, kunnen er temper tantrums of te wel woede-uitbarstingen plaatsvinden. Het kind verliest dan de controle over zichzelf en schopt, slaat om zich heen. Op latere leeftijd kan dit nog steeds voorkomen. Er wordt dan gesproken van een driftbui. Om een driftbui te stoppen bij een kind wordt er veel gebruik gemaakt van een ‘time-out’. Het kind wordt dan apart gezet om rustig te worden. De beste manier is om geen aandacht te schenken aan het kind en een paar minuten laten zitten. Het is belangrijk om aan het kind uit te leggen wat de reden is waarom het apart wordt gezet (Swinnen,2009). Op jonge leeftijd kan angst ook leiden tot agressief gedrag. Een kind kan zich verzetten door agressief gedrag te gebruiken om niet naar bed te hoeven, omdat het bang is om weer een nachtmerrie te krijgen. Ook problemen binnen het gezin, jaloezie of aandacht trekken kan bij een kind agressie veroorzaken. Agressief gedrag kan door een kind ook worden gebruikt om zijn zin door te drijven. Bij jonge kinderen is dit gedrag vaak terug te zien. Wanneer een kind ouder wordt hoort het dwingerige gedrag af te nemen. Als dit niet het geval is, kan er sprake zijn van een dwingproces. Het kind neemt de macht over van de ouders. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de ouders, maar ook voor de omgeving. Vrienden van het kind zullen op later termijn niet meer met het kind willen spelen, omdat het altijd zijn zin wilt hebben (Swinnen, 2009).

6

Page 11: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

3.5 Effecten van agressie Agressief gedrag heeft ook gevolgen voor de omgeving. Denk hierbij aan personen die pijn worden gedaan, de ouders die veel energie steken in het gedrag van hun kind en de sfeer die op school ontstaat door agressiviteit. Niet alleen voor de mensen rond het agressieve kind, maar ook voor het kind zelf heeft het gevolgen. Dit heeft vooral betrekking tot de ontwikkeling van het kind. Als ouder is het belangrijk dat je achter je kind blijft staan ondanks zijn agressieve gedrag. Dit kan bijdragen aan een positiever zelfbeeld. In de klas wordt het kind door de leerkracht vaak als stoorzender beschouwd. De verwachtingen die de leerkracht heeft van het kind nemen hierdoor af. Hierdoor zullen de schoolprestaties uiteindelijk dalen. Wanneer het gedrag echt niet meer handelbaar is voor de leerkracht, kan het zelfs tot verwijzing naar het speciaal onderwijs leiden. Op sociaal vlak hebben kinderen bepaalde eigenschappen die zij niet waarderen van hun vrienden, zoals: plagen, pesten en agressiviteit. Kinderen die dit gedrag vertonen worden vaak niet uitgekozen om mee te spelen of om op verjaardagsfeestjes te komen. Bij jongens kan dit anders zijn, omdat agressief gedrag als stoer wordt gezien (Swinnen, 2009).

3.6 Oorzaken van agressie Er zijn verschillende oorzaken mogelijk voor het vertonen van agressief gedrag. Agressie kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door moeilijke omstandigheden. Hierbij speelt spanning een belangrijke rol. Kinderen moeten dit verwerken en zo kan het zijn dat dit geuit wordt door agressief gedrag. Spanning kan bij kinderen veroorzaakt worden door veranderingen in de omgeving. Om te weten te komen of moeilijke omstandigheden de oorzaak zijn van het vertonen van agressief gedrag, moet er gekeken worden naar het beginpunt. Als het blijkt dat er voorheen geen sprake was van agressief gedrag en nu wel, is de kans groot dat de oorzaak inderdaad komt door moeilijke omstandigheden (Muynck & van der Zalm-Grisnich, 2006).

Bij jonge kinderen is het vertonen van agressie gedrag vrij normaal, maar wanneer een kind steeds vaker en ernstigere agressieve gedragingen laat zien, wordt er gesproken van agressieve gedragsstoornissen. Er wordt een onderscheid gemaakt in agressieve gedragsstoornissen, namelijk de oppositoneel opstandige gedragsstoornissen (ODD) en de antisociale gedragsstoornissen (CD). De afkorting ODD staat voor Oppositional Defiant Disorder en CD staat voor Conduct Disorder. Kinderen met de gedragsstoornis CD kunnen agressief gedrag vertonen of erg op zichzelf zijn. Deze kinderen hebben weinig inlevingsvermogen en aansluiting bij hun vrienden. De gedragsstoornis CD komt vaak voor in combinatie met andere stoornissen, zoals ADHD (Balansdigitaal, 2012).Bij de gedragsstoornis ODD vertonen kinderen opstandig en ongehoorzaam gedrag. Deze kinderen kunnen moeilijk omgaan met andere kinderen en volwassenen. Deze kinderen zijn vaak erg driftig tegen anderen, omdat er iets moet worden gedaan tegen hun zin in. Ook kan er sprake zijn van fysieke en verbale agressie naar een persoon toe (Jeninga, 2001).

3.7 Groepsfasen basisschoollooptijd Tijdens de gehele basisschoolperiode doorloopt een groep kinderen vijf fasen vanaf het moment dat een groep ontstaat. Dit zijn de vijf fasen voor een groep kinderen met begeleiding:

7

Page 12: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

- Vorming- Normering- Bestorming- Prestatie > kinderen in de leeftijd van 7-10 jaar- Opheffing ( Luitjes & De Zeeuw-Jans, 2011).

Iedere verandering binnen de klas heeft invloed op de groepsontwikkeling. Denk hierbij aan een kind wat nieuw is binnen de klas. Kinderen in de leeftijd van 7-10 jaar bevinden zich in de prestatiefase. In de prestatiefase heeft de groep zich al gevormd. Dit kan negatief zijn, of positief. In een positieve groep zullen kinderen elkaar meer respecteren als in een negatieve groep. De sfeer in de groep kan invloed hebben op de prestaties die moeten worden geleverd. Hoe een kind zich gedraagt binnen een groep heeft te maken met of een kind zich veilig voelt binnen de groep. Als leerkracht is het belangrijk dat je hierop let. In de prestatiefase speelt het persoonlijke contact met leeftijdsgenootjes een belangrijke rol. Als leerkracht kun je bijvoorbeeld activiteiten verzinnen die bijdraagt aan het samenbindend gevoel ( Luitjes & De Zeeuw-Jans, 2011).Wanneer je te maken hebt met één of meerdere kinderen met agressie in de klas, is het belangrijk dat je weet als leerkracht/begeleider hoe je hiermee om moet gaan. Hieronder een aantal punten waar je op moet letten om agressie te voorkomen:1

- Zorgen voor een goed pedagogisch klimaat door duidelijke regels te stellen, respectvol met elkaar om te gaan en ondersteuning te bieden waar nodig is

- Besteed veel tijd aan de omgangsregels- Bekrachtig hetgene wat goed gaat bij een kind door complimenten te

geven- Maak gebruik van samenwerkend leren- Let goed op wat er binnen de klas afspeelt als docent, bijvoorbeeld

pestgedrag- Als leerkracht moet je goed opletten welke kinderen je naast elkaar zet

Als er al sprake is van agressie binnen de klas zijn de volgende punten van belang:

- Maak een observatieinstrument en ga het gedrag van het kind met agressie observeren als dit nog niet gedaan is. Let hierbij op het gedrag, de situatie, de aanleiding en hoe vaak het gedrag zich voordoet.

- Negeer agressief gedrag niet, maar treedt op. - Probeer rustig te blijven en ga niet schreeuwen - Leg aan het kind uit dat het gedrag wat vertoont wordt niet acceptabel is- Haal het kind uit de situatie als het echt niet meer gaat (Horeweg, 2014).

3.8 Groepsdynamische kenmerken 7-10 jarige 2

Kenmerken ontwikkelingspsychologie:Kinderen van 7 t/m 10 jaar bevinden zich volgens het ontwikkelingsmodel van Jean Piaget in het stadium concreet- operationeel denken. Dit wordt gekenmerkt door het actieve en juiste gebruik van logica. De kinderen leren hier cognitieve en logische processen te gebruiken om antwoord te krijgen en verder te kijken dan alleen uiterlijke verschijning. Vanaf deze leeftijdsfase laten kinderen het egocentrisch denken steeds meer los, ze kunnen nu decentreren: ze hebben het vermogen om rekening te houden met verschillende aspecten van een situatie 1 Criterium 2 2 Criterium 4

8

Page 13: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

(Feldman, 2012).Volgens het ontwikkelingsmodel van Erikson bevinden kinderen van 7 tot 10 jaar zich in het stadium van vlijt- versus- minderwaardigheid. Vlijt- versus- minderwaardigheid is de periode waarin het kind probeert competenties te ontwikkelen om problemen met ouders, leeftijdsgenoten, school en de wereld om hen heen het hoofd te kunnen bieden. In de schooltijd concentreren kinderen zich niet alleen op de hoeveelheid informatie die ze op school krijgen aangeboden, ze proberen ook een plek te verwerven in hun sociale wereld. Ze moeten zich bewegen tussen diverse sociale groepen en rollen en hebben relaties met bijvoorbeeld onderwijzers, vrienden en familie. Succes in het vlijt- versus- minderwaardigheid stadium leidt tot gevoelens van competentie en bekwaamheid. Omgekeerd leiden moeilijkheden in dit stadium tot gevoelens van onvermogen en mislukking (Feldman, 2012).

Algemene groepskenmerken:Een groep is een verzameling van twee of meer mensen die in zekere mate afhankelijk zijn van elkaar om hun doel te bereiken, die gemeenschappelijke uitgangspunten hebben en die elkaar wederzijds beïnvloeden. Volgens Wijsman (2009) heeft een groep de volgende kenmerken:

- Directe interactie: er is direct contact tussen de groepsleden- Gezamenlijke waarden, doelen en normen: iedere groep ontwikkelt

zijn eigen stijl, zijn eigen groepscultuur, samengevat als gezamenlijke uitgangspunten

- Groepsstructuur: er is sprake van een netwerk van onderlinge relaties waarbij de groepsleden rollen vervullen en er leiders /volgers zijn.

De groep die behandelt wordt, bevindt zich in de prestatiefase. Kenmerken voor deze fase zijn:

- Besluitvormingsgericht- Probleemoplossingsgericht- Wederzijdse samenwerking- Productiegericht (Luitjes & de Zeeuw-Jans, 2011).

Kenmerken groep met agressie:Agressie in een klas komt vaak voor bij één of meerder leerlingen. Er zijn verschillende gedragingen die het kind kan laten zien, die onder te verdelen zijn in verschillende groeperingen. Hieronder staat in de tabel welke gedragingen horen bij welke kenmerken:Kenmerken GedragingenDwars en uitdagend gedrag - Het is moeilijk om te

gehoorzamen en vooral niet doen wat anderen vragen

- Ruzie maken met anderen en steevast in discussie gaan

- Anderen plagen of expres

9

Page 14: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

ergeren- Anderen de schuld geven van

eigen foutenEmotionele kenmerken - Snel boos en gefrustreerd

- Erg prikkelbaar en ergert zich snel aan anderen

- Erg driftigWraakzuchtig gedrag - Doet vervelende dingen vaak

om iemand terug te pakkenAgressief gedrag - Pest, bedreigt of intimideert

anderen- Zet aan tot vechten- Vernielt opzettelijk spullen van

anderen(Horeweg, 2014).

3.9 Begeleidingsstijlen3

Geen enkele groep is hetzelfde, daarom zijn er verschillende begeleidingsstijlen. Welke stijl je toepast is afhankelijk van de groep, de groepsdoelen, de situatie, de persoonlijke visies en de mogelijkheden van de begeleider. Volgens Luitjes & de Zeeuw-Jans (2011) begeleidt je kinderen vanaf 2,5 jaar tot de volwassenheid situationeel. Bij situationeel begeleiden past de begeleider zijn begeleiding aan op de behoeften van het kind. Dit met de reden om de motivatie van het kind hoog te houden en het gewenste resultaat te behalen. Deze vorm van begeleiden past bij alle leeftijden en niveaus van kinderen voor alle soorten taken. Deze manier van begeleiden houdt rekening met het feit dat veel klassen heterogeen van samenstelling zijn. Bij heterogene groepen moet je denken aan leeftijdsverschil, niveauverschil, cultureel verschil enzovoort.

Over het algemeen doorloopt een leerkracht die situationeel lesgeeft binnen het basisonderwijs de volgende fasen:Instrueren: Deze begeleidingsstijl pas je toe wanneer een kind behoefte heeft aan nieuwe informatie en het kind wil weten wat hij moet doen omdat het vragen heeft. Het kind heeft behoefte aan taakgerichte ondersteuning en nog niet aan relatiegerichte ondersteuning. Overtuigen: Wanneer een kind voor het eerst een opdracht heeft gedaan zoekt het kind bevestiging of hij/zij het goed heeft gedaan, of dat het beter kan. Wanneer het kind zelfstandig zijn taak kan uitvoeren gaat het kind naar de volgende fase.Ondersteunen: De begeleider van het kind en eventueel de leerkracht geeft geen nieuwe informatie, maar helpt het kind om het doel te bereiken en ondersteunt waar nodig. Dit wordt gedaan doormiddel van belonen en aanmoediging, waardoor de onzekerheid van het kind afneemt. Wanneer het kind zeker is van zijn zaak gaat het kind door naar de volgende fase.Delegeren: Wanneer het kind de opdracht al zelf kan en dat ook weet, heeft

3 Criterium 1, & 3

10

Page 15: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

hij/zij geen behoefte aan uitleg. Het is dan voldoende een opdracht te geven zonder instructie (Luitjes & de Zeeuw-Jans, 2011).

3.10 Communiceren met agressieve kinderen:4

Volgens Luitjes & de Zeeuw-Jans (2011) worden kinderen die merken dat agressie voor hen meer positieve dan vervelende gevolgen heeft, gestimuleerd om juist agressief gedrag te gaan vertonen. Zij zijn ook meer geneigd om agressie te gebruiken als instrument om hun doel te bereiken. Dit wordt ook wel ‘instrumentele agressie’ genoemd. Het is belangrijk om het gedrag van kinderen die agressief gedrag vertonen positief te benaderen. Wanneer je dit doet, zal het kind vaker positief gedrag vertonen (Luitjes & de Zeeuw-Jans, 2011).

Volgens Horeweg (2014) kan de begeleider van het kind en eventueel de leerkracht, een factor zijn in het ontwikkelen van agressie bij een kind. De leerkracht kan bijvoorbeeld verbale agressie vertonen. Hierbij wordt er gedacht aan sarcasme, kleineren en iemand voor gek zetten. Daarnaast kan de leerkracht niet consequent zijn in het stellen van regels en er aan te houden. Kinderen zullen hierdoor de grens op gaan zoeken. Het is belangrijk dat een leerkracht onderscheid maakt tussen het kind en het gedrag dat een kind vertoont. Wanneer dit niet gebeurt roept het negatieve gevoelens op bij het kind dat zich uiteindelijk uit in agressie (Horeweg, 2014).

4. Dataverzameling in de praktijkIn dit hoofdstuk wordt de dataverzameling uit de praktijk beschreven. Het hoofdstuk bestaat uit twee interviews met docenten van een basisschool en een observatie van kinderen uit groep 4 op een Christelijke basisschool.

Om te onderzoeken of er agressief gedrag is binnen een klas, hebben wij ervoor gekozen om leerkrachten te interviewen over agressie in de klas. Ook hebben wij een observatieformulier gemaakt om zelf waar te nemen wat voor agressie wij zien binnen een klas en wat eraan gedaan wordt. In paragraaf 4.1 staat een interview uitgewerkt met een docent van groep 4, in paragraaf 4.2 staat een interview uitgewerkt met een docent van groep 5 & 6 en in paragraaf 4.3 staat het observatiemoment beschreven. 5

4 Criterium 2 & 65 Criterium 7

11

Page 16: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

4.1 interview docent groep 4

Vragen: 1. Hoe ziet u als docent agressie terug in de klas?

Ik zie het terug in de impulsieve reacties die de kinderen geven wanneer er iets gebeurt dat hun niet bevalt. Hun eerste reactie is slaan in plaats van praten. Ze doen het gelijk zonder erbij na te denken. Pas achteraf denken ze na over wat ze hebben gedaan.

2. Wat is het effect van agressie in de klas?De minder weerbare kinderen worden er onzeker van en hebben er last van. Ze lijden onder het gedrag dat de “agressieve” kinderen vertonen. Er ontstaat daardoor een negatieve sfeer in de klas. Bij rapportbesprekingen geven sommige ouders bijvoorbeeld aan dat hun kind er last van heeft.

3. Hoe gaat u als docent om met agressie in de klas?Als docent houd ik me aan verschillende programma’s. Deze hebben 3 verschillende invalshoeken:1. Kinderen moeten elkaar leren kennen door het gebruik van

samenwerkingsspelletjes. 2. Klassenmanagement Het bieden van structuur, ik laat zien hoe iets

moet worden, ik geef korte instructies en herhaal de regels.3. Sociaal leren Dit houdt in het bespreken van regels in de klas,

kinderen hun mening laten geven (laten horen wat ze er van vinden, wat er gedaan wordt als er iets stouts wordt gedaan, handelen vanuit de ik-boodschap). Dit houdt in dat je aangeeft dat je iets niet leuk vindt. Bijv. Ik vind het niet leuk dat jij mij steeds pest.

4. Wat voor vormen van agressie ziet u terug in de klasVerbaal en fysiek.

5. Zijn er programma’s die kinderen kunnen volgen voor hun agressie? Zo ja, welke?Ja, namelijk een weerbaarheidstraining, KIVA (anti-pestprogramma) en in de klas wordt er gewerkt met Leefstijl.

6. Zijn er bepaalde programma’s die docenten kunnen volgen?Ja, bijvoorbeeld een cursus over hoe je om moet gaan met kinderen die gedragsproblemen hebben.

7. Wat denkt u dat een pedagoog kan betekenen in een groep waar agressie voorkomt?Ik denk dat een pedagoog een goede ondersteuning voor mij kan zijn in de klas. Hij/zij kan misschien dingen opmerken aan een kind die mij ontgaan, omdat ik zelf les aan het geven ben. De pedagoog kan bijvoorbeeld het kind observeren, informele gesprekken voeren en bepaalde dingen signaleren. Wanneer dit gedaan is, kunnen zij misschien activiteiten doen samen met het kind. Het doel van deze activiteiten is dat de agressie wordt verminderd en onder controle blijft.

4.2 Interview docent groep 5 & 6

12

Page 17: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Vragen:

1 Heeft u te maken met agressie binnen de klas? Zo ja, wat ziet u dan? Ja, zowel fysieke- als verbale agressie. Binnen de klas is er één jongetje wat snel boos wordt als er iets niet lukt. Bij sommige kinderen zie ik dat ze bang zijn van het jongetje en anderen gaan zijn gedrag nadoen. Bij de jongens zie ik meer fysiek geweld en bij de meisjes meer verbaal geweld.

2 Wat doet agressie binnen de klas? Welk effect heeft dit?Zoals ik al zei, sommige gaan het gedrag nadoen en anderen worden bang.

3 Wat doet u bij agressief gedrag?Wanneer een kind gedrag vertoont wat echt niet mag, geef ik hem/haar een time-out. Dit houdt in dat ik het kind apart zet en uitleg waarom het daar moet zitten. Meestal is dit een afgezonderde plek in de klas. Wanneer anderen kinderen te veel op diegene gaan letten, wil ik het kind ook nog weleens uit de klas zetten. Een andere manier is om het kind apart te nemen en te bespreken waarom hij dit gedrag vertoont. Soms helpt het ook weleens om het gedrag te negeren en het kind geen aandacht te geven.

4 Welke programma’s worden er gebruikt op school? Op dit moment volgen alle leerkrachten op school een gedragscursus over hoe je om moet gaan met moeilijk gedrag in de klas. Het onderwerp agressie wordt hier ook besproken. Er zijn geen methodes op school die gebruikt worden, maar kinderen die bijvoorbeeld agressief zijn worden besproken in het zorgteam. Vanuit het zorgteam krijgen leerkrachten tips over hoe zij om moeten gaan met agressief gedrag.

4.3 ObservatieHet uitgewerkte observatieformulier is te vinden in de bijlage. De observatie heeft plaatsgevonden in groep 4 op CBS de Burcht-Rietheim in Oost-Souburg tijdens het buitenspelen. Het viel Gloria op dat er vooral verbale agressie plaats vond tijdens het voetballen bij de jongens. Er werd bijvoorbeeld geschreeuwd, geduwd en er waren vuistbewegingen naar elkaar. Dit gedrag is niet bruikbaar tijdens een potje voetballen. Ook was er sprake van psychische agressie, zoals elkaar kwetsen en elkaar uitschelden.

5. AanbevelingenIn dit hoofdstuk worden de aanbevelingen uitgelegd. De aanbevelingen zijn tot stand gekomen aan de hand van de dataverzameling uit de praktijk. Er zijn behandelmethodieken beschreven voor de docent, maar ook voor het kind zelf en de ouders van het kind met agressief gedrag. 6

Via de dataverzameling in de praktijk zijn wij erachter gekomen dat er vooral sprake is van fysieke- en psychische agressie in/rondom de klas. Samen hebben wij na het verzamelen van de gegevens gekeken naar verschillende 6 Criterium 1, 5 & 9

13

Page 18: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

behandelmethodieken die effectief zijn om agressie in de klas te verminderen. Op internet hebben wij opgezocht wat effectieve manieren zijn om agressie te verminderen en op onze stageplekken hebben wij ook nagevraagd welke methodieken er in de praktijk wordt toegepast die helpen bij agressief gedrag. De behandelmethodieken zijn vooral gericht op kinderen tussen de 6 en 12 jaar. Achter de naam van de behandelmethodiek staat omschreven wie de behandelmethodiek kan gebruiken. In de bijlage zijn activiteiten te vinden die je kunt uitvoeren met een groep kinderen.

- Time-out : ( te gebruiken door: docent in de klas, maar ook voor ouders thuis)Wanneer het gedrag van een kind niet wenselijk is, of niet ophoudt kan er gebruik worden gemaakt van een time-out. Er zijn twee soorten, de interne en de externe time-out. Bij de interne time-out bevindt het kind zich in dezelfde ruimte als de leerkracht, bijvoorbeeld een plaats buiten de kring. De bedoeling ervan is, dat het kind beseft dat het even niet mee mag doen. Bij de externe time out wordt het kind uit de ruimte gestuurd van de anderen kinderen. Dit kan zijn in de gang, of bij een andere docent. Het is belangrijk dat er wel toezicht is op het kind, zodat zijn gedrag in de gaten kan worden gehouden en hij/zij niet weg kan lopen ( Gedragsproblemenindeklas, 2014).

- REPRO-aanpak: ( dit doe je als leerkracht/begeleider één op één met het kind)REPRO staat voor reactief en proactief. Dit is een aanpak voor zowel reactieve-, als voor proactieve agressie. Hieronder een weergave wat je kunt doen bij reactieve agressie:

Leren omschrijven van de omgeving. Wat zie je? Wat hoor je? Kinderen die reactief reageren hebben moeite met het verkennen van hun omgeving.

Leren omgaan met de lichaamstaal en expressie van anderen kinderen. Wat doet het met je? Wat zie je?

Leren herkennen van hun innerlijke en uiterlijke signalen wanneer er een uitbarsting gaat plaatsvinden. ( bijvoorbeeld buikpijn, vlekken, warm of koud)

Durven uiten van emoties. Praten over wat je voelt. Leren van verbale zelfspraak. Dat is bijvoorbeeld dat een kind in zijn hoofd

tot tien moet tellen wanneer het even niet gaat.

Wat je kunt doen bij proactieve agressie:

Leren praten over hoe je je doel wilt bereiken op een ‘normale’ manier Bespreken van de gevolgen. Wat doet het met anderen in je omgeving

en met jezelf? Als leerkracht kan je een soort contract laten ondertekenen door het

kind waar in staat hoe hij/zij zich moet gedragen. Als leerkracht is het belangrijk dat je het kind toespreekt onder vier

ogen en niet waar andere kinderen bij zijn ( van Overveld, 2014). - Training omgaan met agressie: (bedoeld voor

leerkrachten/begeleiders zelf) Deze training is speciaal bedoeld voor personen die binnen het onderwijs

14

Page 19: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

werken. Tijdens deze training wordt er gewerkt aan het vergroten van je persoonlijke vaardigheden, het inschatten van situaties, het stellen van grenzen en het voorkomen van uit de hand lopende situaties. De training bestaat niet alleen uit theorie, maar ook uit praktijkoefeningen. Er wordt geoefend met een trainingsacteur die situaties naboots. De gehele looptijd van deze training duurt ongeveer twee maanden ( KsH Training, z.d.).

- Minder boos en opstandig: ( behandelprogramma voor het kind zelf & de ouders)Dit een behandelprogramma voor kinderen van 8 t/m 12 jaar met ernstige gedragsproblemen en hun ouders. Het doel is om het agressieve, opstandige en antisociale gedrag te verminderen. Zowel de ouders, als het kind leren tijdens de bijeenkomsten om met het bovenstaande gedrag om te gaan. Samen met andere ouders en kinderen gaan zij oefeningen doen zoals, het herkennen van hun gevoelens en hoe je als ouders moet reageren. De training bestaat uit 18 bijeenkomsten (Nederlands Jeugd instituut, 2014).

- PAD, programma alternatieve denkstrategieën: (programma voor de leerkracht)Dit is een programma om de sociaal-emotionele ontwikkeling voor kinderen van 4 t/m 12 jaar te stimuleren. De kinderen leren o.a. omgaan met hun emoties, hun zelfbeeld, hun zelfcontrole en om hun problemen op te lossen. Dit programma kan gebruikt worden door leerkrachten. Er wordt gebruikt gemaakt van verschillende materialen (Nederlands Jeugd Instituut, 2010).

- KiVa, anti pestprogramma: ( programma voor de docent/begeleider) KiVa staat voor een Fins begrip: ‘Leuke school zonder pesten’. Het is een preventief programma om pesten tegen te gaan op basisscholen. Op dit moment is KiVa alleen nog maar ontwikkeld voor de bovenbouw. In het schooljaar 2015-2016 komt er een programma voor de onderbouw. Tijdens dit programma werken de klassen 10 lessen uit met verschillende thema’s zoals: groepsdruk, communicatie, respect en het oplossen/voorkomen van pesten. Deze lessen worden gegeven door hun eigen leerkracht die hiervoor een training heeft gevolgd. Wanneer pesten of andere groepsproblemen zich voordoen, is er een curatieve aanpak (groepsgesprekken, steungroep aanpak en/of herstelaanpak) met een duidelijk stappenplan om het op te lossen. De school heeft een KiVa- team dat bestaat uit minstens uit drie volwassenen die getraind zijn om pesten aan te pakken. Vaak zijn dit docenten, internbegeleiders, pedagogen of klassenassistenten van de school. Zij hebben als doel om een steungroep samen te stellen en pestincidenten op te lossen. De steungroep bestaat uit pestende kinderen, vrienden van de pesters, vrienden van de gepeste leerling en neutrale klasgenoten. Zij hebben als taak om de komende week iets voor de gepeste leerling te betekenen. Bijvoorbeeld helpen met rekensommen, of een keer samen naar school fietsen. Na een week wordt er met de gepeste leerling geëvalueerd om te kijken of de situatie is verbeterd. Dit gesprek wordt geëvalueerd met de steungroep. Hier ligt de nadruk op vooruitkijken en niet op terugkijken (KiVaschool, 2014).

15

Page 20: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

- Weerbaarheidstrainingen: ( training voor op school, of naschooltijd) Tijdens een weerbaarheidstraining werken kinderen oplossingsgericht. Ze leren kijken naar dingen die goed gaan en ze leren uitgaan van hun eigen kwaliteiten. Door te letten op hun kwaliteiten wordt het zelfvertrouwen van het kind vergroot en kan het kind weerbaarder worden. De oefeningen tijdens deze training zijn gericht op ervaring opdoen, bewustwording, ontwikkeling vanbinnen uit en een positief zelfbeeld. Tijdens de training wordt er gewerkt met verschillende thema’s. Een aantal voorbeelden zijn: ‘het is goed zoals ik ben’, faalangst, ‘als ik zeg wat ik wil en voel kan een ander mij helpen’, stevig staan en jouw grens/mijn grens. Er worden kringgesprekken gehouden, creatieve opdrachten gedaan, visualisaties, bewegingsoefeningen en ontspanningsoefeningen. Een nieuw onderdeel van deze weerbaarheidstraining wat tegenwoordig steeds meer op scholen wordt gegeven, is onderlinge kindermassage. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de nieuwe methode Touching Child Care. Het doel hiervan is om rust te krijgen in de klas, maar ook om problemen in de klas aan te pakken. Hierbij moet je denken aan: pestgedrag, passiviteit, hyperactiviteit, concentratieproblemen, agressiviteit en onrust in de klas. Door elkaar te masseren over de kleding heen, op de rug, en armen leren ze elkaar te respecteren en krijgen kinderen meer lichaamsbesef (Powerkids, 2013).

- Leefstijl: (methode voor in de klas) Leefstijl is een methode waar leerlingen zich bewust worden van de normen en waarden in de maatschappij. Dit leren ze in de praktijk doormiddel van allerlei activiteiten en opdrachten die het besef van ‘goed met elkaar omgaan’ versterken. Om optimaal te kunnen functioneren als kind, is het belangrijk om te beschikken over zelfvertrouwen, doordachte beslissingen kunnen nemen, luisteren, je gevoelens kunnen uiten en rekening kunnen houden met anderen. Zo stimuleer je niet alleen de emotionele intelligentie maar ook de cognitieve intelligentie. Er komen ieder jaar zes thema’s terug in de klas waar ze steeds dieper op in gaan:1. De groep, dat zijn wij! (over de sfeer in de groep)2. Praten en luisteren (over communicatie)3. Ken je dat gevoel (over gevoelens)4. Ik vertrouw op mij (over zelfvertrouwen)5. Iedereen anders, allemaal gelijk (over diversiteit)6. Lekker gezond (over gezondheidsvaardigheden) (Leefstijl, 2013).

- Kanjertraining: ( training voor ouders & kind naschooltijd ) Kanjertraining wordt gegeven aan kinderen die niet lekker in hun vel zitten. Hierbij moet je denken aan gepeste kinderen, onzekere kinderen, meelopers, kinderen die agressief gedrag vertonen, aanwezige kinderen of kinderen die pesten. Het doel van deze training is, om te werken aan hun sociale competenties en hun zelfvertrouwen te vergroten. De kinderen krijgen tips om zekerder over te komen, om elkaar beter te leren begrijpen en om pestende kinderen van zich af te wimpelen. Bij de kanjertraining werken ze met petten. Iedere pet heeft een andere kleur en staat voor een bepaald gedrag. Ouders doen ook mee met de training. Zij krijgen tijdens de cursus tips over hoe zij het best om kunnen gaan met het gedrag van hun kind. Aan het einde doen de kinderen examen en worden bekende van het kind uitgenodigd, waaronder ook de leerkracht van het kind. Tijdens het examen laten de kinderen zien waar ze de afgelopen weken mee bezig

16

Page 21: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

zijn geweest. Ook wordt er met het kind, de ouders van het kind, de leerkracht van het kind en de trainers geëvalueerd of er verschil te zien is in het gedrag van het kind.

Referentielijst

Balans Digitaal. (2012). Geraadpleegd op 9 maart 2015, van http://www.balansdigitaal.nl/date/nieuws/2012/februari/agressie-op-scholen-zal-toenemen/

Connor, D. F. (2002). Aggression and antisocial behavior in children and adolescents. New York: The Guilford Press.

Feldman, R. S. (2012). Ontwikkelingspsychologie. Amsterdam: Pearson Education.

Geest, Y. van. (2010). Agressie binnen het onderwijs. Geraadpleegd op 9 maart 2015, van http://www.kshtraining.nl/agressietraining_onderwijs.php

Horeweg, A. (2014). Agressie in de klas. Geraadpleegd op 15 maart 2015, van http://gedragsproblemenindeklas.nl/gedragsproblemen/agressie/#Leerkracht-omgevingsfactor

Jeninga, J. (2001). Tel dan eerst even tot tien. Amersfoort: CPS.

Kinderen met ODD-CD. (2012, 21 maart). Geraadpleegd op 10 maart 2015, van http://www.balansdigitaal.nl/stoornissen/odd-cd/wat-is-odd-cd/

KiVa-programma. (2014). Geraadpleegd op 9 maart 2015, van https://www.kivaschool.nl/kiva-programma1

Leefstijl. (2013). Geraadpleegd op 20 maart 2015, van http://www.leefstijl.nl/index.php

Luitjes, M., & Zeeuws-Jans, I. de (2011). Ontwikkeling in de groep. Groepsdynamica bij kinderen en jongeren. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Mynck, B. d., & van der Zalm-Grisnich, M. (2006). Aardig agressief. Heerenveen: Uitgeverij Groen.

Nederlands Jeugd instituut. (z.d.).Minder boos en opstandig. Geraadpleegd op 7 maart 2015, van http://www.nji.nl/nl/Databanken/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies/Erkende-interventies-Minder-boos-en-opstandig

Nederlands Jeugd instituut. (z.d.).Programma Alternatieve Denkstrategieën. Geraadpleegd op 7 maart 2015, van http://www.nji.nl/nl/Databanken/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies/Programma-Alternatieve-Denkstrategieen-(PAD)

Overveld, K. van. (2014). Korte lontjes en coole gasten. Gericht omgaan met agressie in school. Geraadpleegd op 16 februari 2015,van http://wij-leren.nl/omgaan-met-agressie.php

Ploeg, J.D. van der. (2011). De sociale ontwikkeling van het schoolkind. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

17

Page 22: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Powerkids. (2013). Weerbaarheidstraining. Geraadpleegd op 9 maart 2015, van http://www.powerkids.nu/Weerbaarheidstraining-weerbaarheid-kinderen-meer-Zelfvertrouwen-Powerkids-Pijnacker.html

Swinnen, L. (2009). Van kwaad naar erger. Leuven: van Halewyck.

BijlagenIn de bijlagen bevindt zich het observatieformulier, takenverdeling/urenverantwoording, leerdoelen per student en de algemene beoordeling van ons verslag.

Bijlage I) leeg observatieformulier

Observatieschema agressie:

Datum: Observator:Tijdstip:Locatie: Wie/ wat wordt er geobserveerd: Observatie items Frequentie: Frequentie:Fysieke agressie Psychische

agressie1 slaan

2 schoppen

3 stompen

4 bijten

5 knijpen

6 duwen

7 spugen

8 haren trekken

9 iets gooien naar iemand

10 spullen vernielen/ beschadigen

1 uitschelden

2 bedreigen

3 pesten

4 kwetsen

Relationele agressie

1 andere buitensluiten

2 roddelen

18

Page 23: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Opmerkingen:

19

Page 24: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Bijlage II): ingevuld observatieformulier

Observatieschema agressie:

Datum: 12 maart 2015 Observator: Gloria BetoTijdstip: van 14:15 – 14:35 uurLocatie: CBS de Burcht-RietheinWie/ wat wordt er geobserveerd: Kinderen uit groep 4 worden tijdens het buitenspelen geobserveerd m.b.t agressief gedrag.Observatie items Frequentie: Frequentie:Fysieke agressie Psychische

agressie1 slaan

2 schoppen

3 stompen

4 bijten

5 knijpen

6 duwen

7 spugen

8 haren trekken

9 iets gooien naar iemand

10 spullen vernielen/ beschadigen

///

1 uitschelden Je bent

dom Egoïst

2 bedreigen

3 pesten

4 kwetsen Jij bent

echt dom werd er gezegd met een zwaaiende beweging

//

//

Relationele agressie

1 andere buitensluiten

2 roddelen

Opmerkingen: -veel verbale agressie

- veel agressie tijdens het voetballen

- bijna allemaal jongens

20

Page 25: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

21

Page 26: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Bijlage III): takenverdeling/urenverantwoording

Lesweek Uit te voeren activiteit Uitvoerende persoon(personen)

Locatie uit te voeren activiteit

Uren

1 Bespreken, concreet maken probleem definitieve probleem

Allen School. 1,5 uur

2 Op zoek gaan naar begeleidingsstijlen van een HBO-pedagoog en naar oplossingsstrategieën (interview, artikelen)

Allen Individuele stageplekken.

Thuis informatie uit het boek Netwerk

in de groep.

8

3 Bespreken wat voor informatie er is gevonden

Allen School 1,5 uur

4 Schrijven inleiding + de plan van uitvoering

Danique Thuis/ op school

4 Interviewen, gesprek met een docent Door middel van een interview erachter komen wat men in de praktijk heeft gedaan om tot een oplossing te komen

Gloria Stageplek Gloria 30 minuten

4 Informatie behandelmethodieken zoeken.

Zoeken naar activiteiten dat gebruikt wordt bij agressiviteit.

Jozien Thuis/op school 5 uur

5 Bespreken wat voor informatie er is gevonden

Allen School 1uur

6 Observeren groep 4 (dateverzameling)

Gloria Stageplek Gloria 1uur

6 Vormgeving verslag. Aanbevelingen schrijven. Schrijven/aanpassen

theoretisch kader

Shannen Stage

School

5 uur

6 Bespreken wat voor informatie er is gevonden

Allen School 1,5uur

7 Activiteit uitvoeren in de klas

Allen Op school 1,5 uur

7 Uitgevoerde observatie bespreken.

De punten van het verslag nalopen + eventuele aanpassingen

Allen Op school 1 uur

8 Nalopen verslag + inleveren Allen School 1,5 uur

22

Page 27: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Bijlage IV): leerdoelen per student

Leerdoel Gloria:

‘Tijdens de cursus Groepsdynamica wil ik in mijn projectgroep mijn mening naar voren laten komen’.

Leerdoel Shannen:

‘ Tijdens de cursus Groepsdynamica wil ik een aantal interventies leren kennen om een groepsdynamisch probleem te verminderen of te voorkomen’.

Leerdoel Jozien:

‘Tijdens de cursus Groepsdynamica wil ik leren hoe ik om moet gaan met een kind dat agressief gedrag vertoont wanneer ik een groepsactiviteit uitvoer’.

Leerdoel Danique:

‘Tijdens de cursus groepsdynamica wil ik leren om een goede plaats in te nemen, tijdens de samenwerking in de groep’.

Bijlage V): algemene beoordeling eigen verslag

Hieronder hebben wij de criterialijst gezamenlijk uitgewerkt. Per criterium hebben wij omschreven wat er terug te vinden is in het verslag. In het begin was het al snel duidelijk met welk onderwerp wij aan de slag willen gaan. Samen hebben wij het plan van uitvoering geschreven en taken verdeeld. De takenverdeling liep soepel. Ieder heeft een taak op zich genomen die bij zichzelf past en waarbij zij haar kwaliteiten kan laten zien.

Hieronder de evaluatie over onze leerdoelen:

Leerdoel Gloria:

Gloria vindt zij hier wel aan heeft gewerkt en vaker haar mening heeft laten horen, maar de volgende keer nog meer initiatief moet nemen.

Leerdoel Danique:

Danique is nog niet te vrede over het behalen van haar leerdoel. Zij wilt de volgende keer meer initiatief nemen en vindt zichzelf te afwachtend binnen een groep.

Leerdoel Jozien:

Jozien vindt dat zij dit leerdoel nog niet heeft behaald, omdat zij geen behandelmethodieken heeft uitgevoerd, maar wel heeft gelezen in de aanbevelingen.

Leerdoel Shannen:

23

Page 28: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Shannen vindt dat zij dit leerdoel wel heeft behaald, omdat wij genoeg behandelmethodieken hebben omschreven die je kunt uitvoeren in de praktijk.

Verbeterpunten:De volgende keer moet de takenverdeling eerlijker verdeeld worden en duidelijke afspraken worden gemaakt. Wanneer er de volgende keer sprake is van irritatie moet die kunnen worden besproken binnen de groep.

A. Beoordelingseisen: Ontwerp maken GroepsdynamicaEis 1

Ld 2.1.1

Kennis over groepsprocessen en begeleidingsstijlen voor groepen is in een eenvoudige situatie toegepast.

1 2 3 4 5

Criterium 1

Adequate begeleidingsrichtlijnen en oplossingsstrategieën voor het probleem in de praktijk worden in het eindproduct voorgedragen.

Wij geven de score 4, omdat we hebben ingespeeld op de vraag vanuit de praktijk door data te verzamelen en aan de hand hiervan aanbevelingen/begeleidingsrichtlijnen geschreven.

x

Eis 2

Ld 2.1.1

Kennis over het opbouwen, onderhouden en afbouwen van een pedagogische relatie met kinderen en jongeren kan worden benoemd.

Criterium 2

Er is beschreven op welke manier binnen het groepsdynamisch proces tussen de begeleider en de kinderen/jongeren een pedagogische relatie is opgebouwd, onderhouden en eventueel is afgebouwd.

We hebben omschreven hoe je als leerkracht/pedagoog het beste kunt communiceren met kinderen die agressief gedrag vertonen en hoe je om kunt gaan met agressie binnen de klas.

x

Eis 3

Ld 2.1.1

Een adequate begeleidingsstijl is onder begeleiding in een complexe situatie toegepast.

Criterium 3

In de aanbevelingen en bij de realisatie van het draaiboek worden begeleidingsstijlen benoemd die als adequaat

X

24

Page 29: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

kunnen worden gezien.

Vanuit de dataverzameling uit de praktijk hebben wij aanbevelingen geschreven. Er staan verschillende behandelmethodieken beschreven die in verschillende situaties kunnen worden gebruikt.

Eis 4

Ld 2.1.1

Groepsprocessen worden in een complexe situatie herkend waarbij onder begeleiding een passende interventie wordt gepleegd om het groepsklimaat positief te beïnvloeden.

Criterium 4

De groepsdynamische kenmerken worden aan de hand van een diepgaande analyse in de betreffende groep kinderen/jongeren herkend en benoemd.

Er zijn verschillende groepsfasen en verschillende invalshoeken van kenmerken die bij een groep horen benoemd.

X

Criterium 5

Passende interventies worden in het draaiboek/handleiding benoemd en waar mogelijk in de uitvoering hiervan toegepast die het groepsklimaat positief beïnvloeden.

Wij hebben niet alleen behandelmethodieken beschreven, maar ook activiteiten die gebruikt kunnen worden in de klas. De aanbevelingen zijn in verschillende settings te gebruiken.

X

Eis 1 Ld 2.2.1

De basisprincipes van communicatie worden onder begeleiding toegepast in een complexe situatie.

Criterium 6

Basisprincipes van communicatie die moeten worden toegepast om het pedagogisch klimaat te versterken zijn beschreven.

Er is beschreven hoe je het beste kunt communiceren met kinderen die agressie vertonen. Per behandelmethodiek staat ook beschreven hoe je om moet gaan met kinderen die agressief zijn.

X

Criterium 7

Bij het in kaart brengen van, het opstellen van het draaiboek, het geven van aanbevelingen en de mogelijke uitvoering hiervan is gebruik gemaakt van juiste

X

25

Page 30: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

technieken en methoden.

De informatie die we uit de interviews en observatie hebben verkregen, hebben wij gebruikt om juiste aanbevelingen te omschrijven. Op internet hebben we opgezocht welke interventies betrouwbaar en effectief zijn.

Eis 2 Ld 2.2.1

Er is vraaggericht gehandeld in een complexe situatie.

Criterium 8

Er is beschreven hoe en met welke analysemethode er tot het gekozen dilemma vanuit de praktijk is gekomen (concreet inspelen op de vraag vanuit de praktijk).

In de aanleiding(inleiding) staat omschreven wat het probleem is vanuit de praktijk en hoe wij hierop in gaan spelen. Dit doen wij door aanbevelingen te schrijven over hoe je het beste met agressief gedrag kunt omgaan.

X

Criterium 9

Aanbevelingen worden genoemd die gericht zijn aan professionals in de praktijk, onderbouwt met groepsdynamische theorieën, en ter verbetering gelden voor het groepsdynamisch proces.

Onze aanbevelingen zijn niet alleen gericht op het groepsdynamische proces, maar ook gericht op het individu. Achter de behandelmethodieken staat omschreven in welke situatie de methodiek uitgevoerd kan worden.

X

Criterium 10

Er is geëvalueerd op de mate waarop de vraag in de praktijk met behulp van het draaiboek en eventuele uitvoering is beantwoord en/of het probleem is opgelost.

Met de gehele groep hebben wij gezamenlijk geëvalueerd over het verslag, het samenwerken en onze persoonlijke leerdoelen. Onze aanbevelingen hebben we niet uitgevoerd in de praktijk, maar sommige behandelmethodieken worden al wel gebruikt op onze stageplekken. Hiermee hebben wij het probleem niet opgelost, maar wel een bijdrage geleverd om het probleem te verminderen.

X

26

Page 31: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Totaal aantal punten 35

Delen door 5 is eindcijfer 35/5= 7

Feedback:

Onder ieder criterium staat feedback.

27

Page 32: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Bijlage VI): activiteiten

Creatief handelenActiviteitenkaart 1: Kikker be cool. Pedagogisch doel: Sociale emotionele ontwikkeling.Thema: uiten van emoties, kunnen inleven, fantasie.

Student(e): Danique Funk, Gloria Beto, Shannen Jansen, Jozien den BoerStudiejaar: 2014-2015 Klas: Peda2ADoelgroep:Deze activiteit is voor kinderen van 8 t/m 88 jaar. Volwassenen spelen als begeleider mee. Doel: Dit is een bordspel waar je wijzer van wordt . Geef je mening en beantwoord de vragen die op de kaartjes staan en verdien fiches. Laat je hersens kraken en bedenk wat een Coole Kikker zou antwoorden. Een Coole Kikker kan goed met andere kinderen omgaan, maar komt ook voor zichzelf op, heeft goede manieren en laat zich niet op de kast jagen door plagen of pesten. Het spel kan gespeeld worden door kinderen vanaf 8 jaar tot 88 jaar. Volwassenen spelen als begeleider mee en vinden het erg leuk om met elkaar te discussiëren over de verschillende onderwerpen. Met observeren kun je kijken hoe een kind het spel speelt, of het kind sociale vaardigheden beheerst, en of het kind zijn emoties kan uiten. Ook kun je het kind begeleiden met dit spel. Het kind kan doormiddel van dit spel zijn emoties uiten en samen met anderen over onderwerpen praten zoals boosheid en agressie.Muzisch middel: Sport en Spel. Manier van werken: Expressief( uitingen geven aan wat in je leeft), Reproductief (spel volgends de spelregels),Activiteit: Dit is een bordspel waar je wijzer van wordt . Je geeft tijdens dit spel je mening en beantwoordt de vragen die op de kaartjes staan. Er zijn verschillende groepen met kaartjes en voor iedere kleur waar je op komt te staan met je pion moet je een opdracht doen of een kaartje beantwoorden. Als dit goed is verdien je een fiche.

Benodigdheden: Kikker be cool spel Ruimte: Klaslokaal, een tafel met stoelen waar je in een kring kan zitten om allemaal bij het bord te kunnen.

23

Page 33: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Werkwijze: Eerst vertel je als begeleider wat de bedoeling is van het spel. De begeleider laat de doos zien en vraagt aan de kinderen of ze het spel al eens eerder hebben gespeeld. Vervolgens haalt de begeleider de benodigdheden uit de doos en laat de kinderen het bord klaar zetten. Als dat is gedaan, gaat de begeleider het spel uitleggen. Hierna speel je een oefenronde en vraag je aan de kinderen of alles duidelijk is. Het spel kan daarna beginnen. Waar moet rekening mee gehouden worden?

- Je moet de kinderen de tijd geven om antwoord op de vragen te geven.- Als pedagoog/begeleider moet je doorvragen en je proberen in te leven in het kind.- Als pedagoog/begeleider moet je het spel leiden en alle kinderen erbij betrekken.

Meerwaarde beroepspraktijk:Het zijn diepgaande vragen en daardoor komt de begeleider meer dingen over het kind te weten. Iedereen wordt erbij betrokken doordat de groep mag beslissen of degene die aan de beurt is de vraag goed heeft beantwoord en een fiche heeft verdient. Door dit spel zou je spelenderwijs te weten kunnen komen waarom iemand boos is, of agressief gedrag vertoont. Er zitten vragen bij zoals: ‘Wanneer was je voor het laatste boos?’ Je kan dan als begeleider daarop ingaan door te vragen hoe dat kwam en waarom diegene boos was. Je kan er bijvoorbeeld ook achter komen welke kinderen op school gepest worden en wat ze daar bij voelen of hoe ze daar op reageren. Je weet na dit spel wat er bij een kind speelt, waarom ze welk gedrag vertonen en hoe het kind zou reageren of wat anderen zouden doen in deze situatie. Het is daarom belangrijk om als leider van dit spel goed door te vragen en de hele groep erbij te betrekken.

Verantwoording doelgroep:Dit spel is voor kinderen van 8 tot en met 88 jaar. Spelenderwijs leren kinderen sociale en emotionele vaardigheden ontwikkelen. Met observeren kun je kijken hoe een kind het spel speelt, of hij sociale vaardigheden beheerst en of hij zijn emoties kan uiten. Ook kun je het kind begeleiden met dit spel. Het kind kan doormiddel van dit spel zijn emoties uiten en samen met anderen over dit onderwerp praten. Volgens Feldman (2012) ontstaan er in de schooltijd altijd conflicten, zelfs tussen beste vrienden/ vriendinnen. Daarom vormen er succesvolle strategieën om die op te lossen, dit is een belangrijk element van sociaal succes. Dit wordt ook wel de sociale probleemoplossing genoemd, hier worden strategieën gebruikt om sociale conflicten op te lossen op manieren die zowel voor jezelf als voor anderen bevredigend zijn.

Gebruikte bronnen: - Feldman, R.S. (2012). Ontwikkelingspsychologie. Amsterdam: Pearson- Behrends, D. (1996). Muzisch-Agogische Methodiek. Een handleiding. Bussum: Uitgeverij Coutinho- http://decoolekikker.nl/bordspel-kikkerbecool.html

24

Page 34: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

25

Page 35: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Creatief handelenActiviteitenkaart 2: Kikker is boos Pedagogisch doel: Sociale emotionele ontwikkeling, motorische ontwikkeling.Thema: uiten van emoties, kunnen inleven, fantasie.

Studenten: Danique Funk, Gloria Beto, Shannen Jansen, Jozien den BoerStudiejaar: 2014-2015 Klas: Peda2ADoelgroep:Deze activiteit is voor kinderen van 4 t/m 10 jaar

Doel: Het doel van deze activiteit is om de volgende vaardigheden te ontwikkelen bij de kinderen:- Inleven en uitbeelden van rollen/personages.- Inleven en uitbeelden van emoties/ gebeurtenissen.- Spelen in verschillende gebeurtenissen.- Gebruiken van tekst, woordenschat vergroten.- Fantasie en improvisatie.

Door de kinderen te begeleiden in dit spel durven ze mee te doen, zodat zij bovenstaande punten verder kunnen ontwikkelen. Door te observeren kun je zien of het kind bovenstaande punten al beheerst en het kind mee durft te doen met het spel. Je kunt bij deze activiteit zien hoe kinderen met bepaalde emoties omgaan en daar verder over in gesprek gaan. Wanneer kinderen agressief gedrag vertonen kun je een prentenboek kiezen die met dit thema te maken heeft, zoals in het prentenboek ‘’ Kikker is boos’’. Wanneer je met een kind over het thema boos gaat praten komt het thema agressie ook aan bod. Je kan bij een kind erachter komen waar zijn agressie/ boosheid vandaan komt. Vooraf kun je met het groepje kinderen in gesprek gaan of ze wel eens boos zijn. Als begeleider ga je dieper op de situatie in door vragen stellen. Tijdens de activiteit kun je als begeleider zien hoe het groepje kinderen hun emoties uiten.

26

Page 36: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Muzisch middel: Drama en dans. Manier van werken: Expressief( uitingen geven aan wat in je leeft), creatief, (improvisatie). Activiteit: De kinderen gaan een boek naspelen. Dit spel kan je met heel veel prentenboeken doen, maar wij heb gekozen voor‘Kikker is boos’. De leider van de activiteit legt eerst de opdracht uit en leest vervolgens het boek voor. Nadat de begeleider het heeft voorgelezen kiest hij/zij een paar kinderen uit die het boek gaan uitbeelden. Het ene kind is Kikker, de ander is de eend en de anderhet varkentje enz.. Nu leest de begeleider het boek nogmaals voor, maar dan bladzijde voor bladzijde. De kinderen beelden het verhaal ondertussen uit. Zo kun je als begeleider zien hoe de kinderen hun emoties uiten. Vraag ondertussen waarom zij gekozen hebben voor deze emoties. Het spel stimuleert ook de woordenschat van de kinderen en het kan bijdragen aan het vergroten van hun zelfvertrouwen.

Benodigdheden: Het prentenboek ‘’kikker is boos’’. Ruimte: Klaslokaal (in een kring) De kinderen moeten de ruimte hebben om het boek na te kunnen spelen.Werkwijze:Eerst leg je als begeleider aan het groepje kinderen uit wat de bedoeling is. Vervolgens laat je het boek zien aan de kinderen en ga je het boek voorlezen. Na het voorlezen kies je voor ieder figuur uit het boek een kind uit. Hierna lees je als begeleider bladzijde voor bladzijde het verhaal voor en de kinderen spelen het verhaal ondertussen na. Als begeleider kan je de rollen van de kinderen tussendoor bijvoorbeeld eens ruilen. Kijk als begeleider goed naar de leeftijd van de kinderen, omdat het voor sommige leeftijden te moeilijk is.Waar moet rekening mee gehouden worden?- Er moet voldoende ruimte zijn in de klas. - Je moet er voor zorgen dat de stille kinderen ook bij deze activiteit worden betrokken. Meerwaarde beroepspraktijk:Door aan deze activiteit deel te nemen wordt er gewerkt aan de emotionele ontwikkeling van de kinderen en de sociale vaardigheden, omdat je constant in gesprek bent. De kinderen leren tijdens dit spel ook veel van zichzelf bloot te geven. Zij leren omgaan met hun eigen emoties, met emoties van anderen, hun fantasie wordt gestimuleerd en de kinderen leren om zich in te leven in anderen.

27

Page 37: Web viewHet groepsdynamisch plan dat geschreven wordt, gaat over een veelvoorkomend probleem. Als groep hebben wij gekeken naar een

Verantwoording doelgroep:Dit spel is bedoeld voor kinderen van 4 t/m 10 jaar. Spelenderwijs leren de kinderen hun sociale en emotionele vaardigheden te ontwikkelen. Waarom het geschikt is voor deze leeftijd; Je kunt zelf kiezen als begeleider hoe lang je deze activiteit laat duren en met hoeveel kinderen je de activiteit uitvoert. Dit is een belangrijke factor bij jonge kinderen, omdat je de kinderen in een grote setting makkelijker kwijt kunt raken, omdat ze bijvoorbeeld te lang op hun beurt moeten wachten. Op een speelse manier kunnen pedagogen er achter komen hoe kinderen omgaan met bepaalde emoties, wat er leeft bij hen en hoe ze er op zouden reageren. Met observeren kun je kijken hoe een kind het spel speelt, of het kind sociale vaardigheden beheerst, en/of het kind zijn emoties kan uiten. Het kind kan doormiddel van dit spel zijn emoties uiten en samen met anderen over dit onderwerp praten, zoals in dit geval boosheid. Volgens de sociale leertheorie leren kinderen in deze leeftijdscategorie door anderen te observeren. Ze kijken o.a. naar het gedrag van hun ouders, onderwijzers en leeftijdsgenootjes (Feldman, 2012).

Gebruikte bronnen: - Feldman, R.S. (2012). Ontwikkelingspsychologie. Amsterdam: Pearson- Behrends, D. (1996). Muzisch-Agogische Methodiek. Een handleiding. Bussum: Uitgeverij Coutinho- Nieuwmeijer, C. (2008). Het prentenboek als invalshoek. Assen: Van Gorcum

28