Gij zult een Koninkrijk van Priesters zijn – Dominee_Leenhouts

7/28/2019 Gij zult een Koninkrijk van Priesters zijn Dominee_Leenhouts

1/11

- 1 -

Gij zult een Koninkrijk van Priesters zijn

Voordat Dr. A. A. Leenhouts na een bewogen leven op 89-jarige leeftijd in 2001 overleed, heeft hijzijn geestelijk testament nagelaten in een serie boeken die is uitgegeven onder de titel De Sjofar-

serie. Daarin wordt een oproep gedaan aan alle gelovigen in de wereld om met woord en daad

borg te staan voor een waardige omschakeling van de Joodse Staat naar de voor dit volk bestemde

status van Koninkrijk van Priesters. Het is in dit teken dat dit artikel geschreven is, met toe-

stemming van de huidige uitgever van zijn geschriften. (1)

1 De voorhof der voleinding

In Wedstrijd der Altaren (1981) schrijft dominee A. A. Leenhouts in zijn inleiding:

Wat God verordineerde op deze aarde ten aanzien van de religieuze feestcyclus van

Isral, hanteert Hij, als de vervullingen komen moeten, als punten voor Zijn eigen AGEN-DA. Hij geeft precies op de Paasdag Zijn Zoon als het Lam dat de zonden van de wereld


2/11

- 2 -

wegneemt. En als de dag van het Pinksterfeest aanbreekt, wordt exact op die dag de beloofde

Geest uitgestort. Deze stipte orde doet als vanzelf de vraag opkomen: En het derde feest, het

Loofhuttenfeest, is dit in Gods agenda geschrapt? Komt dit kroonfeest niet meer in aan-

merking voor een vervulling binnen het kader van de wereldgeschiedenis? Ontbreekt er een

schakel? NEEN! Onherroepelijk zal ook het Loofhuttenfeest tot zijn vervulling komen.

Over deze komende vervulling gaat het in mijn geschriften. In dit opzicht is hetKoninkrijk Gods nabij gekomen. De doorbraak van dit Rijk houdt ten nauwste verband met

de ingang van de volheid der heidenen en het komen van het joodse volk tot zijn messiaanse

bestemming. Wij naderen daarmee tot de voorhof van de voleinding. Over dit voorlaatste

gebied spreekt het boek Openbaring in een alles verhullende symboliek. Er is namelijk een

blanco bladzijde in dat laatste bijbelboek, waarvan melding in hoofdstuk 10. Een stukje van

de apocalyptische film heeft de apostel Johannes moeten uitknippen, want hij hoorde:

Schrijf het niet op.

Doch ook van dit voorlaatste geheim geldt het woord van de profeet Amos (3:7): Voor-

zeker, de Here Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profe-

ten. De donderslagen blijven niet eeuwig verzegeld. Driemaal is de vervulling van Israls

feestcyclus een verborgenheid. Driemaal laat God door profetie deze verborgenheid ont-

hullen. Driemaal betekent de vervulling van de feesten een zeer overvloedige barmhartigheidvan God.

2 Geroepen in 1948

Op heel bijzondere wijze (schrijft Leenhouts) greep de Here in mijn leven in, nadat ik in

het jaar 1948 van vakantie terugkwam en weer volop aan het werk wilde gaan als predikant

van de gereformeerde kerk te Enschede. Plotseling was daar de inslag van een wonder, z

aangrijpend voor de mens die het aangaat, dat elke beschrijving te kort schiet. Mijn studeer-

kamer stond onverwachts in lichterlaaie. Ik hoorde in de geest een geweldig storm en had de

ervaring van een engelverschijning. Ik begaf mij naar het raam en constateerde hoe buiten

alles bladstil was. Ik liep vervolgens naar de slaapkamer, keek in de spiegel en merkte dat ik

eruitzag als een dode. Daarna ging ik weer terug naar de studeerkamer, greep als door een

onzichtbare hand geleid een blocnote en nam achter mijn bureau plaats. Toen sprak de Here

woordelijk: Mijn kinderen hebben gebeden en Ik antwoord

De Heer sprak over Israls toekomst, over het komende wereldreveil, gaf boodschappen

voor de kerken en liet mij daarna vele dagen lang in brandende visioenen de identiteit zien

van de laatste tekst in Maleachi, in het laatste boek in het Oude Testament, en van

Openbaring hoofdstuk 10. Elk woord sloeg als een vlam door mij heen. Het doodszweet

droop van mij af en zonder enige macht te hebben over mijn hand of gedachten, kwam zin na

zin ordelijk op papier te staan. God opende het geheimenis van Openbaring 10: de

verborgenheid van de donderslagen, het verzegelde voorlaatste mysterie. Ik werd in de geest

geconfronteerd met de angsten van Jezus in Gethsmane, met zijn kruislijden en god-

verlatenheid, maar ook met de onmetelijke kracht van zijn opstandig en toekomst.Beurtelings moest ik zien onze oneindige schuld aan zijn Bloed en de rijkdom van zijn

ontferming in de komende opwekking.

3 Verzwijging onmogelijk

Als de Heer spreekt, is verzwijging van Zijn boodschap onmogelijk. Dat hebben alle

profeten ondervonden en Jeremia heeft het heel eerlijk bekend (20:9): Maar zei ik: Ik wil

aan Hem niet denken en in zijn naam niet meer spreken, dan werd het in mijn hart als bran-

dend vuur, opgesloten in mijn gebeente; wel matte ik mij af om het in te houden, maar ik kon

het niet.

Zo is ook het verzwijgen van de boodschap en van het zicht op de eindtijd, mij gegeven

in directe woorden en visioenen, voor mij onmogelijk. Ik leg hierbij een verklaring af, die

voor het Aangezicht van God de kracht heeft van een eed: Here God, Gij weet hoe ik mij


3/11

- 3 -

van niets anders bewust ben, dan dat U woordelijk sprak in 1948, en ik geef de ervaring met

het daaruit onmiddelijk voortgevloeide exegetisch inzicht naar mijn vermogen door.

4 Een jaar van welbehagen

In het ten-geleide-schrift bij de Sjofar serie, komt het volgende aan bod: Teneinde het joodse volk in staat te stellen zijn het door God bestemde Messiaanse

ambt te vervullen, zal de heilige status van Isral temidden van de natin overeenkomst

moeten vertonen met de status van Levi temidden van de andere stammen. Levi, nu, was

voorbestemd om de Tempeldienst te vervullen. Het Joodse volk, uit wie de Messias

ontsproten is, zal dus voor dit ambtswerk moeten worden vrijgesteld. (2)

Aldus roept de profeet Jesaja, gedreven door de Geest des Heren, een jaar van het welbe-

hagen des Heren uit met de woorden (61:1-9): een jaar van het welbehagen des Heren en

een dag der wrake van onze God; om alle treurenden te troosten, om over de treurenden van

Sion te beschikken, dat men hun geve hoofdsieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats

van rouw, een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest. En men zal hen noemen:

Terebinten der gerechtigheid, een planting des Heren, tot zijn verheerlijking. Zij zullen de

overoude puinhopen herbouwen, het verwoeste uit vroeger tijd doen herrijzen en de steden

vernieuwen, die in puin liggen, die verwoest hebben gelegen van geslacht op geslacht.

Vreemden zullen gereed staan om voor u de kudden te weiden, vreemdelingen zullen uw

akkerlieden en uw wijngaardeniers zijn; maar gij zult priesters des Heren heten, dienaars

van onze God genoemd worden; gij zult het vermogen der volken genieten en u op hun

heerlijkheid beroemen. () En hun nageslacht zal onder de volken vermaard zijn en hun

nakomelingschap te midden der natin; allen die hen zien, zullen erkennen, dat zij het

nageslacht zijn, dat de Here gezegend heeft.

Deze profetie van Jesaja is in principe vervuld in Jezus (cf. Luk. 4:18-21), en zal bij het

aanbreken van het aangename jaar des Heren, het vrederijk voor alle volkeren, haar

nadere vervulling krijgen. De enige basis die van Godswege is gegeven om onze roeping

tegenover Isral als priestervolk van de Messiaanse heilstijd na te komen is: Jezus vanNazareth, de Vredevorst, die als het Lam Gods door Zijn bloed de zonde der wereld

wegneemt (3) en die volgens Johannes 11:52 ook gestorven is om de verstrooide kinderen

van God bijeen te vergaderen.

5 Het herstel van het ware Pinksteraltaar

Als TEKEN zijn door een kleine groep gelovigen in Nederland en Zwitserland,

gedurende een aantal jaren, speciale Avondmaalsdiensten gehouden, waarin een begin werd

gemaakt met onze opdracht tot vrijstelling van het verkoren volk ten behoeve van hun

priesterambt. Zij kwamen tot dit initiatief door gehoor te geven aan het voorstel van

Leenhouts in zijn boek Een Pascha voor Jahwe (p. 251-52), een voorstel dat hij later in

verschillende predikingen als een soort oproep aan de ganse Christenheid heeft herhaald:

niet omdat een datum op zichzelf enige waarde heeft in het koninkrijk Gods, maar om-

wille van de duidelijkheid van het teken doe ik aan allen die nog in Jezus Christus geloven,

zoals Hij ons door de profeten en apostelen is geopenbaard, het volgende VOORSTEL:

Vier stad na stad, dorp na dorp, wijk na wijk, het Heilig Avondmaal op de eerste vrijdag-

avond van de maand. Begin dit voor te bereiden. Laat het een Pnilworsteling zijn. (Gen.

32:24-30) Verwacht dat de verbreking van Zijn lichaam op Golgotha ook nu de kracht heeft

Zijn mystieke lichaam, de gemeente, te genezen. Geloof in de kracht van Zijn bloed en doe

samen een beroep op de kracht van Zijn bloed, opdat daardoor de duistere, satanische

machten, die zowel de valse eenheid als de schuldige verdeeldheid instandhouden, gebroken

mogen worden. Overwin de duivel en de antichrist door het bloed van het Lam! Verwacht

over de gehele wereld het herstel van het ware Pinksteraltaar. Verwacht op deze hereniginghet Vuur van de Geest! Bidt in dezelfde geest als de eerste gemeente zoals in Handelingen


4/11

- 4 -

4:24-30 beschreven, en de herstelde gemeente zal met de Heilige Geest vervuld worden om

ook n het Woord van God met vrijmoedigheid te spreken.

Met nadruk stellen we hier dat het ging om een teken, zoals de profeet Jeremia eens een

akker moest kopen als teken van God dat er na de ballingschap weer huizen, akkkers en

wijngaarden gekocht zouden worden in het land. (Jer. 32) In deze diensten werd het Heilig

Avondmaal gevierd naar het richtsnoer van de apostel Paulus in I Korinthirs 11:26: Wantzo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij

komt.

Dit getuigenis ging gepaard met onze barmhartigheidstaak ten opzichte van het joodse

volk. De offers, die bij deze vieringen werden gebracht, werden verzameld in het speciaal

daartoe opgerichte Beker- en Graanfonds (4) met het doel de helft daarvan te besteden

voor het getuigenis aan het volk van God en de andere helft als barmhartigheid aan dit volk,

symoblisch het graan-gedeelte genoemd.

6 De oorkonde

In 1969, op de tweede Pesach / Goede vrijdag, is het graan-gedeelte van het tot dan toe bijeen-

gebrachte bedrag, als een eerstelingsgarve aan Isral aangeboden en is, door het ontvouwen vaneen oorkonde bij de Klaagmuur in Jeruzalem, de bedoeling hiervan geproclameerd. De inhoud

van deze oorkonde luidt als volgt:

In het jaar 1948 verwekte God in Nederland een profeet. De boodschappen die hij ont-

ving, brachten een onthulling van het voorlaatste geheimenis van Openbaring 10 en

hebben betrekking op de toekomst van Isral. Wij, Nederlandse en Zwitserse Christe-

nen, zijn door de prediking van deze geroepene gewezen op de bijbelse beloften voor

Isral en in het bijzonder bepaald bij de woorden van Exodus 19:6:

GIJ ZULT MIJ EEN KONINKRIJK VAN PRIESTERS ZIJN EN EEN HEILIGVOLK.

Wanneers wij deze woorden vergelijken met Jesaja 61, kan hiermee niets minder be-

doeld zijn dan Israls Messiaanse bestemming in het komende

VREDERIJK VOOR ALLE VOLKEN


5/11

- 5 -

De heilige status van het volk Isral temidden der natin zal volgens Jesaja 61 overeen-

komst vertonen met de status, welke Levi had temidden van de andere stammen. Deze

stam was vrijgesteld voor zijn ambtswerk, mocht geen eigen stamgebied bezitten in juri-

dische zin, behoefde ook geen eigen economie in stand te houden, want de Here was

hun erfdeel (Numeri 18:20), en toch hadden priesters en Levieten woonrecht in het be-

loofde land. Omdat heel het volk aan God erkentelijkheid verschuldigd was voor de ver-

lossing uit Egypte door het bloed van het Paaslam, werd deze structuur mogelijk ge-

maakt. De vraag rijst: Welk motief zullen de volkeren ooit vinden om naar Jesaja 61:5-6

(1 Kon. 18) Isral hun vermogen te laten genieten opdat Isral als een rijk van priesters

fungeren kan?

Wij hebben door Gods genade de betekenis ontdekt van het bloed van het Lam Gods,

dat de zonder der wereld wegneemt,

JEZUS VAN NAZARETH, DE VREDEVORST

En zijn ons bewust geworden, dat hier van Godswege de enige basis gegeven is om

onze roeping tegenover Isral als priestervolk van de Messiaanse tijd na te komen.

Wij maken thans een begin met het aanbieden van ons losgeld voor Israls vrijstelling

tot priesterdienst in het naderende RIJK GODS en geloven dit te moeten doen, ondanks

het feit dat Isral tot op deze dag Jezus van Nazareth verwerpt als de Messias. Immers,

nooit hief een struikeling van Levi de lossingsplicht der andere stammen op. Zo blijft

voor ons Christenen onaantastbaar het Woord van onze Meester: de zaligheid is uit

de Joden (Johannes 4:22) en daarmee blijft ook op ons de verantwoordelijkheid rusten

voor het volk der verkiezing. (Romeinen 11:31)

In speciale avondmaalsdiensten brachten wij als een kleine groep gelovigen een bedrag

van 14.000 bijeen in het Beker- en Graanfonds, met het doel de helft daarvan tebesteden voor het getuigenis aan het Volk van God en de andere helft als eerstelings-

garve Isral aan te bieden. Wij beseffen zeer wel, dat het kleine bedrag van 7.000

slechts symbolische waarde heeft, doch dit had de akker van Jeremia ook. (Jeremia

32:15) En al kunnen wij in een oorkonde maar enkele aspecten noemen van het vele, dat

voor ons is opengegaan en ons tot deze aanbieding heeft bewogen, wij geloven onvoor-

waardelijk, dat God ons de weg getoond heeft, waarlangs Zijn plan met Isral en met de

wereld in vervulling gaat.

Namens de deelnemende gelovigen tekent het bestuur der Stichting Getuigenis en Een-

heid te Amsterdam. Het Bestuur verklaart, dat het in de oorkonde genoemde bedrag zal

worden overgemaakt zodra het bericht van aanvaarding door de voor Isral verantwoor-

delijke instanties het secretariaat van de stichting heeft bereikt.

Amsterdam, datum van ondertekening: 26 januari 1969

JERUZALEM, bestemde datum van aanbieding 4 april 1969,

op tweede Pesach c.q. Goede Vrijdag (Leviticus 23:11)

6 De open brief

Van het voorgaande is een persoonlijk verslag uitgebracht bij het Ministerie van Religieuze Za-

ken van Isral en schriftelijk aan de Regering en het volk van Isral, middels een Open Brief, die

eveneens was gedateerd op 4 april 1969, zijnde de tweede Pesachdag of op Goede Vrijdag:


6/11

- 6 -

OPEN BRIEF AAN REGERING EN VOLK VAN ISRAEL

Hooggeachte Leden van de Regering,Hooggeachte Volk van Isral,

Het is U stellig allen bekend, hoe het begrip STAAT onvergelijkbaar is met de

hoge STATUS, waartoe God U geroepen heeft, nl. te zijn temidden der natin een

Koninkrijk van Priesters en een heilig volk. (Exodus 19:6; Jesaja 61:5-6) Het alleen

maar als STAAT functioneren temidden der volkeren, betekent zoveel als gelijk zijn

aan de volkeren rondom. (I Samul 8:20) Doch het functioneren als Koninkrijk van

Priesters postuleert het heilig zijn, het voor de dienst van God afgezonderd zijn, zoals de

stam van Levi afgezonderd was voor de andere stammen.

De situatie, waarin U nu verkeert, trekt als een magneet Oost en West in scherpe

tegenstellingen tegenover elkaar aan en waar U in de Heilige Schrift Gods eertsgebore-

nen wordt genoemd (Exodus 4:22), en daarmee representatief geacht moet worden vooralle volkeren, brengt een to be or not to be positie van Uw volk onherroepelijk een

grenssituatie met zich mee voor de hele mensheid. Daartoe wordt het in vervulling gaan

van Gods belofte voor U inzake Uw status in de Messiaanse tijd een ABSOLUTE

VOORWAARDE voor het voortbestaan van de hele mensheid. Immers, een politieke

oplossing kan alleen maar geboren worden uit een religieuze oplossing. Dit is de verge-

ten dimensie bij alle diplomatieke voorstellen tot vrede voor het Midden-Oosten en voor

de wereldvrede in het algemeen. Daarom is elk politiek ontwerp, waarbij Israls verkie-

zing genegeerd wordt, een aan de Eeuwige gericht verzoek om met die banvloek te

komen waarover Maleachi door de Heilige Geest gesproken heeft. (Maleachi 4:6) Intus-

sen blijft de hemel van koper en valt er geen druppeltje sjalom op een dorstige aarde.

De eerstelingen van deze nood zijn al tastbaar aanwezig. De volle oogst van deze ellen-

de komt ook, nl. het absolute vastlopen van het leven der volkeren.

Doch hoe ook door Jood of Christen de dwingende noodzaak mag worden ingezien

van een in vervulling gaan van de goddelijke beloften inzake Israls STATUS als Ko-

ninkrijk van Priesters, ieder gevoelt, dat zulk een vervullingsactie boven het menselijke

vermogen uitgaat en daarom een goddelijke ingreep zal betekenen van een zodanige

hevigheid en omvang, dat wij tot op Mozes en de uittocht en tot op Elia en het Karmel-

gericht moeten teruggaan om naar woorden te zoeken, die aan onze verwachting uit-

drukking kunnen geven. Waar echter de heilige historie wel vele voorbeelden van geeft

bij het in vervulling gaan van goddelijke beloften, is het van de kant van de gemeente

gelovig aanvaarden van een

GODSOORDEEL.

Was het Pascha vieren in wezen niet een zich prijsgeven tijdens de maaltijd aan een

Godsoordeel? Was het Karmelgericht geen Godsoordeel en zou dit Godsoordeel ooit

plaatsgevonden hebben, als het volk met neen had gereageerd op het voorstel van

Elia? (I Koningen 18:24)

IS DE GOD VAN ELIA DOOD?

Zo waarachtig als deze God leeft ik vraag U Isral in Zijn Naam krachtens een

goddelijke roeping tot mij gekomen in 1948, JA te zeggen op de uitnodiging een Gods-

oordeel te aanvaarden teneinde te komen tot een religieuze oplossing. Er zijn maar twee


7/11

- 7 -

mogelijkheden : f een Messias, die met Jezus van Nazareth niets te maken heeft, grijpt

zodanig in, dat U uit Uw religieuze en politieke schemertoestand wordt weggerukt en

voor het oog van alle volkeren hemelse volmachten ontvangt voor de ambtelijke status

van Koningrijk van Priesters, met alle consequenties voor de heidenvolken daaraan ver-

bonden (Jesaja 61:5-6) f deze hoge STATUS wordt U geschonken door Hem, die

zoals de Christenen geloven met de apostel Paulus: opgevaren is ver boven al de

hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou. (Efezirs 4:10) Daar hoort dan ook de

vervulling bij van Jesaja 61:5-6.

Welnu Isral, aanvaard dan een competitie der altaren voor het forum der hele

wereld. Bouw Uw Joods nationale altaar hoe U dat ook ziet maar bouw het in con-

frontatie met een ander altaar en in volstrekte openheid voor een uitspraak des Heren.

God zal zeker antwoord geven. Immers, ook de afloop der geschiedenis telt als een uit-

spraak des Heren. (Psalm 105:19) Dan zal tegenover Uw altaar een altaar gebouwd

worden door het WOORD en de GEEST van Jezus Christus en op de basis van Zijn

bloed, het Bloed der Verzoening. Het zal gebouwd worden in liefde voor U, want dege-

nen die daaraan meehelpen wensen U het geraken tot de heilige STATUS van hetKoninkrijk van Priesters in het komende Rijk Gods van harte toe.

In de bijgevoegde tekst van de oorkonde, die op 2e Pesach dus op Goede Vrijdag

bij de muur werd bewogen als een eerstelingsgarve voor de God van Isral, vindt U

een minimodel van hetgeen door een profetische boodschap in Nederland en Zwitser-

land werd uitgeroepen onder goddelijke bevestiging van zeer grote tekenen en wonde-

ren. En wat God in het klein begon, zal Hij op wereldschaal voltooien.

Hoe nu voorts de geestelijke achtergrond van dit voorstel is, welke geheimen ge-

openbaard werden, hoe een wedstrijd der altaren in de praktijk uitvoerbaar is, welke

aspecten opengaan, hoeveel tere en harde punten geraakt kunnen worden kortom alle

mogelijke vragen die zich voordoen bij dit voorstel, wil ik graag met U bespreken.

Tenslotte wijs ik erop dat voor de aanbieding van de eerstelingsgarve uit de heiden-

wereld op dit moment nog geen priesterhanden te vinden waren, die de aanbieding in

ontvangst konden nemen IN DEZELFDE ZIN als waarin het gegeven werd door de

gelovigen. De waarachtigheid gebiedt ons het voor U in reserve te houden, totdat deze

handen er wel zijn. Maar mochten Uw officile instanties nu of later besluiten een diep-

gaand onderzoek in te stellen naar de motieven van het voorstel, dan is bij de gelovigen

die offerden voor deze eerstelingsgarve de volle vrijmoedigheid aanwezig, met de ge-

noemde gelden in de kosten van een onderzoek bij te dragen.

Met hartelijke groet en een gebed in het hart om de vrede van Jeruzalem,

w.g. A.A. Leenhouts

Nog altijd zijn deze gelden gereserveerd, want zal de leeuw brullen en niet springen? Zo hoeft

niet aan de uitvoering van dit offer te worden getwijfeld. Deze eerstelingsgarve zal worden aan-

vaard. Reken daarop!

7 Aan het broedervolk

In februari van het jaar 1970, op het feest van Ad El Kebir, het offerfeest van het broedervolk

van Isral, de Arabieren, bracht Ds. Leenhouts de profetische boodschap bij Koning Hassan II

van Marokko en sprak hij er met de rector magnificus en een college van hoogleraren van de Uni-


8/11

- 8 -

versiteit van Fes en stuurde hij een Open Brief naar alle Arabische landen, middels hun ambas-

sades aldaar.

EEN OPEN BRIEF AAN DE GODSDIENSTIGE LEIDERSVAN DE ISLAMITISCHE VOLKEN

AAN ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID HASSAN II VAN MAROCCO

- Rabat, februari 1970, op het feest van Ad el Kebir -

Excellenties, leiders van de Islamitische volken,Met gevoelens van grootste hoogachting voor uw verheven positie, gewaardig ik

mij u de reden mee te delen waarom ik mij middels deze open brief tot u wendt.

Het is wegens een goddelijke roeping die mij in 1948 overkwam, verband houden-

de met profetien over de Christelijke Kerken.

Ziehier hoe de Allerhoogste tot mij sprak over het Joodse volk: Ik zal de roep van

degenen die Mij hoonden, toen ik hing in de diepten der hel, overnemen in wrake en

Elia roepen en mijn wraak is barmhartig. Mijn geest brult om Elia.

De Heer toonde mij hoe Isral sinds bijna 2.000 jaar een weg volgt die parallel

loopt aan die van Jezus, dat wil zeggen dat dit uit Jeruzalem verbannen volk de via do-

lorosa begaat, en nu is zij als op een kruis aan haar overheidsorgaan gekruisigd.

De uiteindelijke bestemming van Isral bevindt zich niet in het zich toekennen van

een staat om op die wijze als alle andere naties te kunnen zijn, 1 Sam. 8:20.

Volgens het Woord door God aan Mozes in Ex. 19 gegeven, is zijn lotsbestem-

ming: Gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk en heilig volk zijn. Dat wordt in Jesaja

61 herhaald.

De stam Levi was ontheven van iedere taak behalve dat van zijn dienstwerk,

1 Kron. 23:3-5. Het mocht geen eigen grond bezitten in de juridische term van het

woord, hoefde geen eigen economie erop na te houden, want Ik zal het deel in uw

erfenis zijn, en toch hadden de priesters en Levieten het recht om in het Beloofde Land

te blijven. Het gehele volk had aan God hun bevrijding uit Egypte te danken dankzij het

Bloed van het Paaslam en aldus werd deze structuur mogelijk gemaakt.

Ik heb deze zaken in een open brief aan de regering en het volk van Isral meege-

deeld, en op Pasen 1969 heb ik alles in een document verkondigd die ik publiekelijk bijde Klaagmuur heb toegewijd. Ondermeer heb ik aan alle leden van de regering en het

volk van Isral het volgende geschreven:

De situatie, waarin U thans verkeert, trekt als een magneet Oost en West in

scherpe tegenstellingen tegenover elkaar aan en waar U in Gods Heilige Schrift

eertsgeborenen wordt genoemd (Exodus 4:22), en daarmee representatief geacht moet

worden voor alle volkeren, brengt een to be or not to be positie van Uw volk

onherroepelijk een grenssituatie met zich mee voor de gehele mensheid. Daartoe wordt

het in vervulling gaan van Gods belofte voor U inzake Uw status in de Messiaanse tijd

een ABSOLUTE VOORWAARDE voor het voortbestaan van de gehele mensheid.


9/11

- 9 -

Immers, een politieke oplossing kan alleen maar geboren worden uit een religieuze

oplossing. Dit is de vergeten dimensie bij alle diplomatieke voorstellen tot vrede voor

het Midden-Oosten en voor de wereldvrede in het algemeen. Daarom is elk politiek

ontwerp, waarbij Israls verkiezing genegeerd wordt, een aan de Eeuwige gericht

verzoek om met die banvloek te komen waarover Maleachi door de Heilige Geestgesproken heeft (Maleachi 4:6). Intussen blijft de hemel van koper en valt er geen

druppeltje sjalom op een dorstige aarde. De eerstelingen van deze nood zijn al tastbaar

aanwezig. De volle oogst van deze ellende komt ook, nl. het absolute vastlopen van het

leven der volkeren. () Zo waarachtig als deze God leeft ik vraag U Isral in Zijn

Naam krachtens een goddelijke roeping tot mij gekomen in 1948, JA te zeggen op de

uitnodiging een Godsoordeel te aanvaarden teneinde te komen tot een religieuze

oplossing. Er zijn maar twee mogelijkheden: f een Messias die met Jezus van Nazareth

niets te maken heeft, grijpt zodanig in, dat U uit Uw religieuze en politieke schemer-

toestand wordt weggerukt en voor het oog van alle volkeren hemelse volmachten

ontvangt voor de ambtelijke status van Koninkrijk van Priesters, met alle consequenties

voor de heidenvolken daaraan verbonden (Jesaja 61:5-6) f deze hoge STATUS wordt

U geschonken door Hem, die zoals de Christenen geloven met de apostel Paulus:

opgevaren is ver boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou. (Efezirs

4:10) Daar hoort dan ook de vervulling bij van Jesaja 61:5-6. Welnu Isral, aanvaard

dan een competitie der altaren (1 Kon. 18) voor het forum der hele wereld.

Voor ons Christenen betekent dat duel onder andere een gehoorzaamheid, door de

daad bij het woord te voegen, waarbij rekening wordt gehouden met alles wat God ons

in zijn Woord openbaart met betrekking tot de structuur van het Vrederijk. Isral zal dus

in de gelegenheid moeten worden gesteld om als Koninkrijk van Priesters te functione-

ren, gebaseerd op de erkenning van het Bloed van het Lam Gods in analogie met Levi.

Het is daarom dat op Goede Vrijdag 1969, het tweede Pesach van Isral, een kleine

groep gelovigen een symbolisch offer heeft aangeboden, die aan de tafel van het HeiligCenakel was geoogst, om hun wil te tonen om door middel van woord en daad aan Gods

plan te gehoorzamen.

Het spreekt vanzelf dat er geen priesterhanden zijn om deze offergave te aanvaar-

den, want Isral heeft zijn positie van Staat tegen die van Koninkrijk van Priesters nog

niet ingewisseld. Ons geweten geeft ons in om deze offerande te reserveren.

Omdat uw volkeren bij de tent van Abraham horen, heb ik de opdracht gekregen

u alles te rapporteren wat vooraf is gegaan, d.w.z. hoe Isral geroepen is om de toe-

komstige gebeurtenissen als een godsoordeel te erkennen. Als wij de geschiedenis van

Israls ballingschap bezien, blijkt dat wij Christenen een collectieve schuld dragen t.a.v.

de huidige stand van zaken, en dat dienen wij publiekelijk te belijden tegenover de we-

reld van de Islam.Wat is het geestelijk motief van het bovenvermelde voorstel, wat zijn de geheimen

die geopenbaard zijn en op welke manier is een nieuw licht gevallen op delen van de

Heilige Schrift, die ook de toekomst van uw volken aangaan? Met grote erkentelijkheid

zou ik van de gelegenheid gebruik maken om dit aan u te mogen uitleggen zover mijn

vermogen strekt, hetzij schriftelijk maar liefst nog persoonlijk.

Met gevoelens van de meeste hoogachting, uw bereidwillige dienaar,

Ondertekend A.A. Leenhouts V.D.M.

Stichting Getuigenis en Eenheid


10/11

- 10 -

8 Gods beloftenissen zijn onberouwlijk

Ter conclusie citeer ik nu Dr. Piet de Vries, predikant van de Hersteld Hervormde Gemeente te

Waarder:

Het Nieuwe Testament laat ons zien dat de dood en opstanding van Christus htheilshistorische keerpunt vormen (in Gods handelen met Zijn volk). Het ontstaan van de

nieuwtestamentische gemeente, die naar haar wortels Joods is, al krijgen heidenen erbinnen

een plaats, is met dat handelen verbonden. Het Nieuwe Testament geeft nergens aanleiding

tot de gedachte dat God hierop terugkomt. De nieuwtestamentische kerk is geen intermezzo

dat vreemd is aan de voortgaande lijn van de openbaring van de oude naar de nieuwe

bedeling [oikonomia] maar heeft er een vaste en blijvende plaats, totdat het volk des Heeren

uit de oude n uit de nieuwe bedeling het nieuwe Jeruzalem zullen binnengaan.

() De Christelijke kerk die onstond als stroming binnen het Jodendom met een tot

dusverre binnen het Jodendom ongekende positie voor heidenen, ontwikkelde zich tot een

stroming naast het Jodendom. Daarbij verloor menig Christen de bijzondere positie van het

Joodse volk uit het oog.

() Bij alle verscheidenheid moeten wij vasthouden aan de eenheid van oude ennieuwe bedeling; een eenheid gegrond in de eenheid van God Zelf en van Zijn genadig

handelen met mensen. In het Nieuwe Testament wordt het verbond met Abraham als de

basis van de nieuwtestamentische gemeente getekend en wordt op grond van dat verbond

de verwachting uitgesproken dat God Zich nog eenmaal over gans Isral zal ontfermen.

Met de oudtestamentische heiligen verwachten de nieuwtestamentische heiligen de

neerdaling van het nieuwe Jeruzalem uit de hemel. Alle openstaande profetien uit oude en

nieuwe bedeling komen dan volmaakt tot vervulling zowel geestelijk als materieel. Dan zal

al het materile geestelijk zijn, het geestelijke ook materieel. (Profetisch Perspectief,

winter 2008, nr. 57, p. 37)

samenvatting: Hubert Luns


11/11

- 11 -

Noten

(1) De Sjofar-serie en andere boeken van A. A. Leenhouts zijn te verkrijgen bij de Stichting Ge-tuigenis en Eenheid, Postbus 64814, 2506 CE Den Haag:www.getuigeniseneenheid.nl

De Sjofar-series en andere publicaties kunnen via Uitgeverij Primo Vere BVworden be-steld (Postbus 82411, 2508 Den Haag):www.primovere.nl

De brontaal is Nederlands. De Engelse vertaling is niet aan de uitgevers van de geschriftenvan dr. A. A. Leenhouts ter goedkeuring voorgelegd. De publicatie zelf is wl met toestemming vande uitgevers op deze website gezet. De verdere verspreiding hiervan volgt de regels van deze web-site, mits telkens vermeld staat dat de tekst niet aan de uitgevers van de geschriften van dr. A. A.Leenhouts ter goedkeuring is voorgelegd. Indien men andere geschriften van dr. A. A. Leenhoutswenst te publiceren, is daartoe eerst toestemming vereist van de hierboven vermelde uitgevers.

(2) Christus is priester naar de orde van Melchizdek, en komende uit een andere stam dan deLevitische priesterkaste, van Juda namelijk, heeft daarom tegelijk een wijziging van ambtstoe-wijzing plaatsgevonden. (zie Hebren 7) Zo wordt verklaard dat de staat Isral temidden van deandere natin is voorbestemd om de Tempeldienst te vervullen met de daarbij behorende voorde-len. De uitleg van Dr. Leenhouts over de analogie van de heilige status, die Isral zal moeten tonenmet de stam van Levi, is als volgt:

Zoals de stam van Levi in het Oude Testament vrijgesteld werd om zijn priesterdienst tekunnen vervullen, zo zal heel het Joodse volk (als koninkrijk van priesters) vrijgesteld moetenworden om als een soort ombudsvolk de natin van de wereld te dienen. Dit is de priester-dienst die het Joodse volk - waarmee niet de politieke Staat Isral wordt bedoeld, in detoekomst zal gaan vervullen. Dit alles luistert naar Exodus 19:6, waar God het volk Isral dieambtelijke status van koninkrijk van priesters verleent. Het worden vrijgesteld om tot deuitoefening van hun ambtelijke taak te komen. Daarin zal worden voorzien door de niet-Joodsevolken (zie Jesaja 61:5-6), die daartoe hun offers zullen brengen bij de eendrachtige vieringvan het Heilig Avondmaal, daarmee de voorwaarde crerend voor een waardige omschakelingvan de Staat Isral naar hun status van koninkrijk van priesters.

(3) Deze zinnen zijn opgetekend uit de oorkonde, die op 4 april 1969 door A. A. Leenhouts isaangebracht aan de Klaagmuur te Jeruzalem.

(4) Het Beker- en Graanfonds dankt zijn naamgeving aan de Jozef-geschiedenis, waarin Jozefde beschuldiging van het stelen van zijn profetische beker gepaard liet gaan met barmhartigheidin de vorm van graanhulp.

-

Gij zult een Koninkrijk van Priesters zijn – Dominee_Leenhouts

Documents

Transcript of Gij zult een Koninkrijk van Priesters zijn – Dominee_Leenhouts