Gezondgids 2 april 2019 dossier boezemfibrilleren · atriumfibrilleren. Wie ouder is dan 90 jaar of...

8
Boezem- fibrilleren 18 Nieuws Een ledlampje in de buurt van het hart voor pijnvrije behandeling. 19 Behandeling Vaak begint de behandeling met anti- stollingsmedicatie. 21 Interview Cardioloog Natasja de Groot doet onderzoek naar de oorzaak. 23 Feiten & cijfers De laatste cijfers en weetjes over boezemfibrilleren. De hartritmestoornis boezemfibrilleren is niet levensbedreigend. Wel heeft een op de vier beroertes ermee te maken. Wat is eigenlijk de oorzaak van deze ritmestoornis en hoe is die te behandelen? Gezond blijven & gezond worden ILLUSTRATIES MONIQUE WIJBRANDS INHOUD

Transcript of Gezondgids 2 april 2019 dossier boezemfibrilleren · atriumfibrilleren. Wie ouder is dan 90 jaar of...

Page 1: Gezondgids 2 april 2019 dossier boezemfibrilleren · atriumfibrilleren. Wie ouder is dan 90 jaar of wie eerder een ernstige bloeding heeft gehad, blijkt bovendien een extra hoge kans

BEHANDELING

Boezem-fibrilleren

18  Nieuws Een ledlampje in de buurt van het hart voor pijnvrije behandeling.

19  Behandeling Vaak begint de behandeling met anti-stollingsmedicatie.

21  Interview Cardioloog Natasja de Groot doet onderzoek naar de oorzaak.

23  Feiten & cijfers De laatste cijfers en weetjes over boezemfibrilleren.

De hartritmestoornis boezemfibrilleren is niet levensbedreigend. Wel heeft een op de vier beroertes ermee te maken. Wat is eigenlijk de oorzaak van deze ritmestoornis en hoe is die te behandelen?

Gezond blijven &

gezond worden

ILLUSTRATIES MONIQUE WIJBRANDSINHOUD

Page 2: Gezondgids 2 april 2019 dossier boezemfibrilleren · atriumfibrilleren. Wie ouder is dan 90 jaar of wie eerder een ernstige bloeding heeft gehad, blijkt bovendien een extra hoge kans

dossier xxxxxx

nieuwsIN HET KORT

Vrouwen met boezemfibrilleren hebben twee keer zo veel kans op hart- en vaatziekten dan mannen met boezemfibrilleren. Britse onderzoekers bekeken of er verschillen bestaan tussen de risicofactoren voor het op-treden van boezemfibrilleren bij mannen en vrouwen.

Die verschillen blijken er niet te zijn voor factoren als leeftijd, hoge bloeddruk en lagere sociaal economische status.

Deze factoren voorspellen bij mannen en vrouwen op dezelf-de wijze het risico op boezemfi-brilleren. Wel bleek gek genoeg dat bij mannen een hogere BMI (body mass index) een belangrij-kere risicofactor was voor het optreden van boezemfibrilleren dan bij vrouwen.tinyurl.com/ boezemfibrilleren-bmi

Mensen met COPD hebben ruim een kwart meer kans op boezem-fibrilleren dan mensen zonder COPD. Dat blijkt uit de Rotterdam Study, een grote cohortstudie onder inwoners van Rotterdam.

Op zich lijkt dit niet zo vreemd te zijn, aangezien mensen met COPD vaak hebben gerookt. Daar-om corrigeerden de onderzoekers voor het aantal ‘pakjaren’; het aantal jaren dat iemand gerookt heeft maal het aantal pakjes per dag. Wat blijkt: het verband staat toch los van het roken.tinyurl.com/ copd-boezem fibrilleren

LICHTFLITS

Pijnvrije behandeling met ledlampjeIn de buurt van het hart een led-lampje implanteren, dat zo nodig automatisch een lichtflits geeft waarmee het hart zélf een elektrisch stroompje opwekt om een ritme-stoornis te stoppen. Dat is wellicht over een paar jaar een pijnvrije be-handeling bij boezemfibrilleren.

Nu moeten patiënten een cardio-versie ondergaan om hun hartritme te herstellen. Cardioversie is een be-handeling met een elektrische schok, die vanwege de pijn onder narcose plaatsvindt. Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum ontwikkelden de alternatieve bio-elektronische defibrillator (met ledlampje) samen met onderzoe-kers van de TU Delft, en testten hem met succes in een rattenhart. tinyurl.com/led-defibrillator

Bij gebruik van drie bloedverdunners tege-lijkertijd, wat gangbaar is bij patiënten met boezemfibrilleren en een stent, is de kans op een ernstige bloeding sterk verhoogd. Hierbij gaat het niet om een bloedneus, maar om bloedingen waarvoor ziekenhuis-opname noodzakelijk is of waaraan mensen overlijden. Nederlandse en Deense weten-schappers kwamen tot deze uitkomst na bestudering van gegevens van zo’n 300.000 Denen van 50 jaar en ouder met atriumfibrilleren. Wie ouder is dan 90 jaar of wie eerder een ernstige bloeding heeft gehad, blijkt bovendien een extra hoge kans op een ernstige bloeding te hebben. Vooral risicogroepen moeten geen dag lan-ger dan nodig is deze behandeling krijgen.tinyurl.com/ernstigebloeding

CHRONISCHE LONGZIEKTE

Met COPD meer kans op boezem-fibrilleren

ZIEKENHUISOPNAME

Risico op ernstige bloeding bij drie bloedverdunners

RISICOFACTOREN

Verschillen tussen mannen en vrouwen

Page 3: Gezondgids 2 april 2019 dossier boezemfibrilleren · atriumfibrilleren. Wie ouder is dan 90 jaar of wie eerder een ernstige bloeding heeft gehad, blijkt bovendien een extra hoge kans

dossier xxxxxx

BEHANDELING

Boezemfibrilleren of atriumfi-brilleren is een hartritmestoor-nis die veel voorkomt, vooral bij ouderen. ‘Bij boezemfibril-

leren is de hartslag onregelmatig en meestal te snel’, vertelt cardioloog Martin Hemels. Bij een normaal hartritme ont-staat een elektrische prikkel in de sinus-knoop. Deze prikkel verspreidt zich daar-na over de boezems van het hart.

Bij boezemfibrilleren ontstaan de elek-trische prikkels niet op één plek, maar op verschillende plaatsen. Dit zorgt voor

veel kleine elektrische stroompjes, waar-door het hart veel sneller gaat kloppen dan normaal. Vaak meer dan 150 slagen per minuut. Hemels: ‘Maar de oorzaak kan ook buiten het hart liggen, zoals een hoge bloeddruk, een longontsteking of een te snelwerkende schildklier.’

Vaak komt boezemfibrilleren aan het licht doordat mensen met klachten bij de huisarts komen. Die klachten kunnen zijn: een onregelmatige hartslag (ook wel fladderen genoemd), hartbonken, trans-pireren, duizeligheid, vermoeidheid, kortademigheid, en/of een beklemmend gevoel op de borst. Overigens heeft niet iedereen evenveel last van boezemfibril-leren. Sommigen ervaren alleen een onprettig gevoel. ‘Het gebeurt ook dat boezemfibrilleren bij toeval wordt ge-vonden, bijvoorbeeld tijdens een bloed-drukcontrole’, aldus huisarts Geert-Jan Geersing: ‘Er zijn ouderen die denken dat dit soort klachten horen bij het ouder worden, maar dat is dus niet het geval.’

Boezemfibrilleren is een hartritmestoornis die niet

direct levensbedreigend is. Waarom is er dan wel een

behandeling nodig?

Tekst Mirjam Bedaf

Niet direct levens bedreigend

Wel verhoogde kans op beroerte

Experts aan het woord

MARTIN HEMELS  (1978) is cardioloog met een speciale interesse in hartritmestoor-nissen en is project leider van het Dutch AF-project (dutch-af@ umcutrecht.nl).

GEERT-JAN GEERSING  (1977) is huis-arts en onder-zoeker. Hij schreef mee aan de huisart-senrichtlijn over boezem-fibrilleren.

Page 4: Gezondgids 2 april 2019 dossier boezemfibrilleren · atriumfibrilleren. Wie ouder is dan 90 jaar of wie eerder een ernstige bloeding heeft gehad, blijkt bovendien een extra hoge kans

dossier xxxxxxdossier boezemfibrilleren

door de huisarts doorgestuurd naar de cardioloog. Deze maakt sowieso een echo en laat vaak een fietstest doen om na te gaan of er misschien sprake is van een vernauwing van de kransslagaders. De huisarts is dan meestal al gestart met de behandeling met bloedverdunners.

Vaak kan de huisarts de behandeling na het onderzoek door de cardioloog voortzetten en hoeft de patiënt niet bij de cardioloog onder behandeling te blijven. ‘Er is sprake van gedeelde zorg en het is goed als een cardioloog de patiënt in ieder geval één keer ziet’, vindt Geersing.

Als uiteindelijk de behandeling met medicijnen niet of onvoldoende helpt, kan de huisarts alsnog doorverwijzen naar de cardioloog voor een cardioversie of een ablatie. ‘Soms blijkt een andere ziekte de oorzaak te zijn van boezem-fibrilleren, zoals een hartklepaandoe-ning of een vernauwing in de kransslag-aders en is behandeling daarvan nodig’, licht Hemels toe.

Bij ablatie wordt het weefsel dat te veel prikkels geeft beschadigd, zodat deze cellen geen prikkels meer kunnen afge-ven. Dit gebeurt meestal met een kathe-

ter: een dun slangetje met daarin een draad waarmee het weefsel kan worden verhit of bevroren. De arts brengt de ka-theter onder plaatselijke verdoving via de lies in en verplaatst hem via de bloedva-ten naar het hart, waar die zijn werk kan doen. Geersing: ‘Een ablatie is geen ge-nezende behandeling, maar kan wel de hartklachten verminderen. Wel blijven dan nog altijd bloedverdunners nodig.’

Bij (elektrische) cardioversie wordt het te snelle hartritme met een elektrische schok hersteld. De ingreep is eigenlijk heel eenvoudig, maar vanwege de pijn gebeurt die wel onder narcose. De elek-trische schok is afkomstig van een defi-brillator die met twee elektrodes aan de borstkas is verbonden. De schok zorgt ervoor dat het hart een of twee tellen stilstaat, waarna het normale hartritme terugkomt.

Registratie-onderzoekOm meer te weten te komen over het verloop van de zorg voor mensen met boezemfibrilleren in Nederland, is een landelijk registratie-onderzoek opgezet: het Dutch AF project, waarbij AF staat voor atrial fibrillation. Cardiologen en huisartsen vragen nieuwe patiënten met boezemfibrilleren hieraan mee te doen. ‘Het is puur en alleen een studie waarbij de gegevens worden geregistreerd. Deel-nemers krijgen hiervoor een aantal ke-ren een vragenlijst over hun gezondheid’, vertelt Geersing. ‘We willen hiermee nagaan of er binnen Nederland verschil-len zijn in de zorg voor mensen met boe-zemfibrilleren. Op welke plekken is die bijvoorbeeld heel goed georganiseerd? Hopelijk kunnen we via deze manier van elkaar leren en de zorg rond boezemfi-brilleren naar een hoger plan tillen.’ ■

‘Boezemfibrilleren is niet direct levens-bedreigend’, legt Hemels uit. ‘Maar het is wel belastend voor het hart, waardoor uiteindelijk hartfalen kan ontstaan.’ Ook is bekend dat bij boezemfibrilleren het risico op stolsels in het hart verhoogd is, waardoor een beroerte (een hersenin-farct) kan ontstaan.

Een op de vier beroertes heeft dan ook met boezemfibrilleren te maken. Daar-om worden als behandeling meestal in elk geval antistollingsmedicijnen in de vorm van bloedverdunners voorgeschre-ven. Daarnaast kan de (huis)arts medi-cijnen voorschrijven die het hartritme vertragen, zoals bètablokkers. ‘Verder is bekend dat mensen met boezemfibrille-ren vaker in het ziekenhuis worden op-genomen dan mensen zonder boezemfi-brilleren. Ook voor ziekten die niets met het hart te maken hebben, zoals een longontsteking en COPD’, vult Geersing aan. ‘Dat komt doordat het lichaam meer moeite heeft om te herstellen.’

FietstestBij een vermoeden van boezemfibrille-ren wordt de patiënt over het algemeen

Een op de vier beroertes heeft met boezemfibrilleren te maken

Page 5: Gezondgids 2 april 2019 dossier boezemfibrilleren · atriumfibrilleren. Wie ouder is dan 90 jaar of wie eerder een ernstige bloeding heeft gehad, blijkt bovendien een extra hoge kans

dossier xxxxxx

INTERVIEW NATASJA DE GROOT

Cardioloog Natasja de Groot heeft een missie: het verbeteren van de behandeling van boezemfibrilleren door onderzoek te doen naar de oorzaak ervan. Want daar is tot nu toe bitter weinig over bekend.

Tekst Mirjam Bedaf Fotografie De Beeldredaktie/Guido Benschop

‘ Geen goede behandeling’Klopt het dat boezemfibrilleren slecht te genezen is?‘Dat is inderdaad het geval. Er zijn verschillende behandelingen om boezemfibrilleren weg te ne-men, maar hierbij doen we eigenlijk niets aan de oorzaak van de hartritmestoornis. Bij elektrische cardioversie bijvoorbeeld brengen we het afwijken-de hartritme naar een normaal hartritme, maar het is geen genezende behandeling. Je kunt bij wijze van spreken het ziekenhuis uitlopen en weer een hartrit-mestoornis krijgen. Bij medicijnen tegen hartritme-stoornissen, antiritmica, proberen we een verstoring van het hartritme te voorkomen. De pillen zijn ech-ter niet altijd effectief en kunnen veel bijwerkingen hebben. Als derde behandeling kunnen we een zo-geheten ablatie uitvoeren. Hierbij wordt door mid-del van een katheter naar het hart weefsel bescha-digd dat de hartritmestoornis veroorzaakt. Deze ingreep heeft een slagingspercentage tussen de 60 tot 70. Dat betekent dat van iedere tien patiënten de behandeling bij drie of vier patiënten mislukt.’

Wat zou de behandelingen verbeteren?‘Als we meer over de oorzaak van hartritmestoornis-sen te weten komen. Daar is op dit moment name-lijk nog maar heel weinig over bekend. Als we niet goed weten wat de onderliggende oorzaak is, kun-nen we geen goede behandeling bieden. We behan-delen nu alle patiënten met boezemfibrilleren min of meer op dezelfde manier. Echter, bij boezem-

Over de oorzaak is bitter weinig bekend

Page 6: Gezondgids 2 april 2019 dossier boezemfibrilleren · atriumfibrilleren. Wie ouder is dan 90 jaar of wie eerder een ernstige bloeding heeft gehad, blijkt bovendien een extra hoge kans

dossier xxxxxxdossier boezemfibrilleren

Loopt er nog meer onderzoek naar boezem-fibrilleren?‘Vooral op het gebied van ablatie wordt veel on-derzoek gedaan, maar veelal naar nieuwe kathe-ters en technieken, waardoor de behandeling bijvoorbeeld sneller en gemakkelijker kan wor-den uitgevoerd. Dat is natuurlijk ook zinvol, maar een stapje terug doen en meer over de oorzaak van boezemfibrilleren te weten komen, vind ik minstens zo belangrijk.’

Doen jullie ook onderzoek naar medicijnen die boezemfibrilleren kunnen genezen?‘De huidige medicijnen richten zich vooral op het remmen van de elektrische stromen. Ze herstellen de schade aan het hart niet. Het onderzoeksteam

van mijn collega Bianca Brundel doet onderzoek naar nieuwe medicijnen. Zij

vermoedt dat boezemfibrilleren ontstaat doordat er in de hartspier-cellen bepaalde tekorten aan eiwit-ten zijn. Hierdoor functioneren de cellen minder goed en ontstaan er

afwijkingen in de impulsgeleiding. Als die hypothese klopt, zouden we

medicijnen kunnen ontwikkelen die deze eiwittekorten kunnen aanvullen. Dat

zou het boezemfibrilleren genezen, een ablatie is dan niet meer nodig.’

Kunnen we deze eiwitten in theorie ook via onze voeding binnenkrijgen?‘Zover is het nog lang niet, maar ik sluit dat niet uit. Een van onze eerste onderzoeken was een studie naar eiwitsupplementen. We ontdekten dat bepaalde eiwitten, de zogenoemde heat-shock- proteïnes, mogelijk kunnen beschermen tegen boezemfibrilleren. Door bepaalde – andere – eiwitten te eten, zouden de heatshock-proteï-nes in de hartspiercellen wellicht kunnen toene-men. We hebben daarom in een vervolgonder-zoek bloed afgenomen bij mensen met boezemfibrilleren en hen daarna een aantal we-ken een bepaald eiwitsupplement gegeven. We gaan nu na of daardoor het specifieke eiwit in het bloed is toegenomen. We kijken dus nog niet naar het effect daarvan op de hartritmestoornis. We moeten de resultaten afwachten, maar wie weet.’ ■

fibrilleren is er sprake van abnormale impulsvor-ming en/of van abnormale impulsgeleiding. Welke is vaak niet bekend.

Het hart wordt geactiveerd in de zogenoemde sinusknoop. Normaal gesproken gebeurt dat met ongeveer 70 slagen per minuut. Als dat plotseling 300 keer per minuut is, spreken we van abnorma-le impulsvorming. Gewoonlijk loopt de stroom in het hart recht van punt A naar punt B, maar als die stroom gaat rondcirkelen spreken we van abnormale impulsgeleiding. Dit laatste kan gebeuren bij schade aan de hartspiercellen. Die schade ontstaat vanzelf bij het ouder worden, maar kan ook ontstaan door bijvoor-beeld hoge bloeddruk en diabetes.

Het is bekend dat ablatie bij veel schade weinig zin heeft. Bij weinig schade – wat het geval is bij abnorma-le impulsvorming – is de kans op succes bij een ablatie juist heel groot. Daarom wil-len we voor een behandeling meer weten over de schade en oorzaak van boezemfibrilleren.’

Hoe onderzoeken jullie dat?‘In ons onderzoek proberen we samen met TU Delft instrumenten te ontwikkelen die in de toe-komst de schade aan het hart kunnen meten. Dan kunnen we per patiënt voorspellen of een behandeling zinvol zal zijn. Om dit te bereiken plaatsen we momenteel bij iedereen die mee wil doen met onze studie en bij wie tijdens een ope-ratie de borstkas helemaal opengaat – bijvoor-beeld vanwege een kransslagaderafwijking of een klepafwijking – een plaatje op het hart dat alle elektrische signalen meet. Vervolgens vergelijken we de elektrische signalen van al deze patiënten, dus zowel van diegenen met als diegenen zonder hartritmestoornissen. Als we meer over de ver-schillen weten, kunnen we op zoek naar eenvou-diger – minder ingrijpende – technieken om het mechanisme achter boezemfibrilleren te achter-halen.’

Natasja de Groot

(1972)

1998Afronding studies Geneeskunde aan

de Universiteit Leiden.

2005Promoveert

op onderzoek naar hartritme-

stoornissen.

2014Mede-oprichter Atrial Fibrillation

Innovation Platform.

2018Hoogleraar

Cardiologie bij het Erasmus MC in

Rotterdam.

Page 7: Gezondgids 2 april 2019 dossier boezemfibrilleren · atriumfibrilleren. Wie ouder is dan 90 jaar of wie eerder een ernstige bloeding heeft gehad, blijkt bovendien een extra hoge kans

FEITEN & CIJFERS

25 tot 35% Een aanzienlijk deel (25 tot 35%) van de gevallen van boezemfibrilleren is niet bij de huisarts bekend.

In 2017 waren er naar schatting 122.800 nieuwe gevallen van boezem fibrilleren: 68.700 mannen en 54.100 vrouwen.

Boezemfibrilleren

43% 300Bij boezemfibrilleren worden de boezems van het hart met hoge frequenties geactiveerd. Dit kan meer dan 300 hart-slagen per minuut tot gevolg hebben. Normaal gesproken is de frequentie tussen de 60 en 90 slagen per minuut.

48 uurWanneer boezem ­fibrilleren korter dan 48 uur duurt, herstelt meer dan de helft van de ge­vallen spontaan.

350.000In Nederland zijn ongeveer 350.000 mensen met boezem-fibrilleren. Het is de verwach-ting dat dit aantal – door de vergrijzing – verder toeneemt. 8%

Bij 8% van de patiënten met een te snel werken-

de schildklier (hyper-thyroïdie) komt boezem-

fibrilleren voor.

Van de mensen met boezem-fibrilleren heeft 43% een hoge bloeddruk.

Boezemfibrilleren verhoogt het risico op een beroerte (herseninfarct). Dit risico neemt toe als er ook sprake is van hoge bloeddruk, hartfalen, diabetes, een eerdere trombose, of bij een leeftijd boven de 65 jaar.

Antistolling bij boezem fibrilleren ver-mindert de kans op een herseninfarct van 4,5% naar 1,5% per jaar.

Ouderen (vanaf 75 jaar) hebben het hoogste risico op boezemfibrilleren. Van hen heeft 6% boezem-fibrilleren. Meer dan de helft van de patiën ten met boezem fibrilleren is ouder dan 75 jaar. 6%

MEER INFORMATIEtinyurl.com/hart-boezem-fibrilleren

thuisarts.nl/atriumfibrillerentinyurl.com/kiesbeter-boezem-fibrilleren

Page 8: Gezondgids 2 april 2019 dossier boezemfibrilleren · atriumfibrilleren. Wie ouder is dan 90 jaar of wie eerder een ernstige bloeding heeft gehad, blijkt bovendien een extra hoge kans

In de Gezondgids vind je praktische tips voor elke dag.consumentenbond.nl/gezondgids

Lekker gezonden bewust leven?