Getallenkennis 1 Ontwikkeling getalbegrip

-Getallen tot TD herstructureren -Het getalbereik uitbreiden: - tot honderdduizendtallen - tot miljoentallen - boven de miljoentallen (TM, HM) - De positiewaarde van cijfers in getallen aangeven: - tot tienduizendtallen (TD) - tot honderdduizendtallen (HD) - tot miljoentallen (M) - boven M (TM, HM) - Getallen in woorden in cijfers schrijven - De positiewaarde van cijfers in (komma)getallen aangeven - Springen op de getallenlijn - Getallen tot 100 000 op de getallenas plaatsen - Getallen in Romeinse cijfers interpreteren (introductie) - Getallen in het Romeinse talstelsel lezen en noteren - Negatieve getallen interpreteren - Positieve en negatieve getallen vergelijken - Het begrip ‘gemiddelde’ hanteren - Gemiddelde berekenen en mediaan bepalen

2 Breuken - Concrete introductie: een breuk nemen van een getal en van een hoeveelheid - Breuken op de getallenas plaatsen - Breuken benoemen als deel van een geheel of aantal (breuk als operator) - Breuken aftrekken van en aanvullen tot 1 geheel - Gelijkwaardige breuken zoeken - Breuken vereenvoudigen - Breuken herstructureren (bv. 1 en 3/4 = 7/4 en omgekeerd) - Breuken interpreteren en hanteren in toepassingssituaties - Breuken in een cirkeldiagram (schijfdiagram) voorstellen - Breuken gelijknamig maken (om ze te vergelijken, op te tellen of af te trekken) - Gelijknamige breuken vergelijken binnen een geheel - Breuken vergelijken - (On)gelijknamige breuken optellen en aftrekken - De gelijkwaardigheid tussen breuk en percent inzien en hanteren (bv. om korting te berekenen)

- De gelijkwaardigheid van tiendelige breuken en kommagetallen hanteren - De gelijkwaardigheid van breuk, kommagetal en percent inzien 3 Kommagetallen - Introductie van kommagetallen via lengtematen (bv. 4,34 m) - Kommagetallen op een getallenas situeren - Springen met kommagetallen op de getallenlijn - De gelijkwaardigheid van breuk, kommagetal en percent illustreren op een getallenlijn - De relatie tussen breuk en kommagetal hanteren - Kommagetallen analyseren - Kommagetallen aanvullen - De gelijkwaardigheid van tiendelige breuken en kommagetallen hanteren - De gelijkwaardigheid van breuk, kommagetal en percent inzien

4 Percent

- Percent als operator hanteren - Percenten aanvullen tot 100 % - ‘Meer of minder’ dan 100 % begrijpen en berekenen,

o.a. bij korting - Een percent als vergelijkingsmaat hanteren - Percent als verhouding hanteren - Verhoudingen omzetten in percenten - Percenten weergeven op een schijf of een strook blok 4, les 10 - De gelijkwaardigheid van breuk en percent inzien blok 3, les 9 - De gelijkwaardigheid van breuk, kommagetal en percent inzien - De gelijkwaardigheid van breuk en percent hanteren, o.a. om een korting te berekenen - Eenvoudige percentages berekenen - Het aantal berekenen als het percent gegeven is - Percent van een aantal berekenen

5 Verhoudingen

- Lijn- en breukschaal hanteren o.a. werkelijke afmetingen bepalen met behulp van schaalwaarde, bepalen op welke schaal een afbeelding getekend is - Oppervlaktesituaties vergelijken met behulp van verhoudingen - Verhoudingen bepalen en een verhoudingstabel opstellen (met recht evenredige grootheden) - Een verhouding als vergelijkingsmaat hanteren

- Recht evenredige verhoudingen hanteren - Omgekeerd evenredige verhoudingen hanteren - Verhoudingen omzetten in percenten blok - Verhoudingen vergelijken - Bevolkingsdichtheid berekenen

6 Patronen

- Regelmaat en structuur tussen getallen opsporen en er zelf voorbeelden van bedenken - Patronen in getallenreeksen ontdekken en verder zetten - Patronen herkennen in complexe figuren

7 Delers en veelvouden

- Het kleinste gemeenschappelijk veelvoud van twee getallen zoeken - De grootste gemeenschappelijke deler van twee getallen zoeken - Deelbaarheid door 2 en door 4 onderzoeken - De kenmerken van deelbaarheid door 2, 4, 5, 10, 25, 100 en 1 000 kennen en toepassen

8 Afronden en schatten - Schatten bij hoofdrekenen en bij cijferen - Schatprocedures toepassen

- Schattend rekenen - De schatting hanteren als controlemiddel

9 Tabellen en grafieken

- Tabellen, diagrammen en grafieken lezen en (kritisch) interpreteren - Een prijzentabel aflezen - Een afstandstabel aflezen en opstellen - Een spoortabel aflezen - Een uurtabel aflezen - Een beelddiagram aflezen - Een percent aflezen van een beelddiagram en voorstellen op een strook - Een staafdiagram aflezen en interpreteren - Een staafdiagram maken - Een lijngrafiek aflezen en interpreteren - Een lijngrafiek tekenen

- Een schijfdiagram aflezen en interpreteren - Breuken en percenten van een schijfdiagram aflezen - Percenten weergeven op een schijfdiagram of een strook