Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door...

56
www.geo-info.nl Vakblad van Geo-Informatie Nederland 2016 jaargang 13 • Nummer 3 FIG Working Week 2020 naar Amsterdam! Hogere Nederlandstalige opleidingen Geodesie Datagestuurd rijden Geocraft: de wereld in Minecraft

Transcript of Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door...

Page 1: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

ww

w.g

eo-i

nfo

.nl

• Va

kbla

d va

n G

eo-I

nfo

rmat

ie N

eder

lan

d 20

16 •

jaa

rgan

g 1

3 •

Nu

mm

er 3

FIG Working Week 2020 naar Amsterdam!

Hogere Nederlandstalige opleidingen Geodesie

Datagestuurd rijden

Geocraft: de wereld in Minecraft

Page 2: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

www.kadaster.nl/vergunningenkaart

Vergunningenkaart Kadaster Publieke gronden inzichtelijk. Aanleg leidingnetwerk optimaal.Product digitale Vergunningenkaart | Gebruikt door netbeheerder Enexis | Doel weten waar publieke gronden liggen voor aanleg van een leidingnetwerk | Hoe op een kaart alle percelen weergeven die eigendom zijn van publiekrechtelijke rechtspersonen

Page 3: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

FIG Working Week 2020: Dutch Circle Party?

Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je voor jou relevante informatie ontvangt.

De in 1878 in Parijs opgerichte Fédération Internationale des Géomètres (FIG) heeft

op 6 mei 2016 in Christchurch, Nieuw-Zeeland, gestemd over de locatie voor de FIG Wor-

king Week 2020. GIN is lid en mocht dus meestemmen. Na een presentatie van de Neder-

landse delegatie (Geo-Informatie Nederland, GIM International, Kadaster en Universiteit

Twente) is Amsterdam verkoren boven Interlaken (Zwitserland).

De ‘FIG Working Week’ is een jaarlijkse internationale conferentie. Het voorgestelde

thema van de Working Week in 2020 is ‘Smart Surveyors for Land and Water Manage-ment’. Naar verwachting komen ongeveer 1500 deelnemers uit de hele wereld naar het

congrescentrum RAI Amsterdam om het actuele thema met elkaar te bespreken. (En we

gaan buitenlanders graag uitleggen dat het centrum in dit geval niets meer met de

Rijwiel- en Automobiel-Industrie te maken heeft!) Graag feliciteer ik de delegatie en met

name het GIN-bestuur van harte met dit behaalde succes! Graag verwijs ik ook naar de

bijdrage hierover verderop in dit gevarieerde nummer.

Deze ‘redactioneel’ is geen aangeklede inhoudsopgave en gaat graag op één puntje

dieper in op dat FIG-succes. ‘Wie woonde History Symposium FIG bij?’ Die vraag stelde ik

nog in tijdschrifteditie 2016-2 van GIN-partner De Hollandse Cirkel. De proef van dit num-

mer gaf mij het vermoede antwoord al voor de Nederlandse delegatie, terwijl reeds overbe-

kend was dat de Belgen met de Brusselaar Jan de Graeve voorop liepen. Waar ging het om? ‘30 April-1 May 2016 at Breakfree on Cashel, Christchurch, New Zealand. Prior to the FIG Working

Week the International Institution of History for Surveying and Measurement (IIHSM), a perma-

nent institution of FIG, is hosting a two day symposium. Day one will focus on the boundaries of

South Pacifi c and answer the question “Are the Islands Sinking?”. The second day has the theme

“From Mercator to Cook to Silent Cinema: Surveyors of the World”.’ (www.fi g.net/fi g2016)

Verwacht mag dus worden dat ook in 2020 zo’n geodetisch-historisch nevensympo-

sium door het IIHSM wordt georganiseerd. De wereld verwacht dat! In Amsterdam móeten

het NAP en haar monument dan wel een rol krijgen. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor het

instrument en voor de stichting met de naam (De) Hollandse Cirkel. Desnoods gaat het ook

nog even over de items van het negende FIG-congres in Delft en Scheveningen in 1958.

Vertaal die naam Hollandse cirkel daarbij echter niet in het Engels. Een ‘Dutch Circle

Party’ houdt voor de anglofi ele wereld in dat je rond een verjaardag een hele middag in

een kring zit en koffi e of thee drinkt met één koekje of taartje. En natuurlijk dat mannen

met mannen en vrouwen met vrouwen kwekken! Zou het daarom zijn dat de FIG het tijd-

schrift De Hollandse Cirkel van 1989 nu nóg niet eens kent? Hun site negeert het blad zelfs

zo: ‘There are no journals devoted solely to matters of interest in the history of surveying and

measurement.’ Jan de Graeve weet het als IIHSM-director en (enthousiast) DHC-donateur

privé wel beter. Wordt het een uitdaging voor 2020 om De Hollandse Cirkel ook interna-

tionaal op de kaart te zetten?

Hoe dan ook: het nevensymposium van het FIG-IIHSM hoeft zich dan niet te bekom-

meren om de rijke cartografi sche traditie van de hoofdstad. Dat rijke verleden kwam dan

al aan de orde op de International Conference on the History of Cartography. Hún nieuwe

boodschap: ‘The 28th conference will be held in Amsterdam, The Netherlands, 14-19 July

2019’. Deze kennis is nog slechts van www.maphistory.info. In een volgend gevarieerd

nummer van Geo-Info verwacht ik meer nieuws dáárvan te lezen.

| 12016-3 | Geo-Info

Adri den Boer

Vul je profiel in!

Page 4: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

Agenda GIN Colofon

Partners Geo-Informatie Nederland

UitgeverGeo-Informatie Nederland www.geo-info.nl

RedactieadresRedactie Geo-InfoPostbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415Fax: (033) 246 0470E-mail: [email protected]

HoofdredacteurRoelof Keppel

RedacteurenAdri den Boer, Rob Kromwijk, Ferjan Ormeling, Eric Hagemans, Sytske Postma, Frans Rip, Jonna Bosch, Felix van Veldhoven

BladmanagementMOS bv, Nijkerk

Inzenden kopijIndienen en publiceren van artikelen en berichten in overleg met de redactie.Zie ook www.geo-info.nl onder ‘Geo-Info’.

Advertentie-exploitatieMOS bvJan van de VisTelefoon: (033) 247 3415E-mail: [email protected] of [email protected] op aanvraag

Vormgeving en drukVdR druk & print, Nijkerk www.vdr.nl

Abonnementen/inlichtingenPostbus 1058, 3860 BB Nijkerk Telefoon: (033) 247 3415Fax: (033) 246 0470E-mail: [email protected] Het doorgeven van adreswijzigingen uitsluitend schriftelijk of via e-mail.Een abonnement of lidmaatschap kan op elk gewenst moment ingaan en wordt voor een jaar aangegaan. Een abonnement of lidmaatschap wordt automatisch verlengd, tenzij dit minimaal twee maanden voor de verlengingsdatum schriftelijk of per e-mail wordt opgezegd.

Abonnementsprijzen per jaar voor 2016Persoonlijk lidmaatschap: € 65,- incl. 6% btw.Abonnement op Geo-Info: € 120,- incl. 6% btw.Organisatielidmaatschap: € 260,- incl. 6% btw.Leden in het buitenland betalen extra kosten voor het toezenden van Geo-Info: binnen Europa € 30,- (excl. 21% btw) en buiten Europa € 55,- (excl. 21% btw). Kijk voor meer informatie op de website www.geo-info.nl.Bij automatische incasso krijgt u een korting van € 2,- per jaar.© 2016. Het overnemen evenals het vermenigvuldigen uit dit tijdschrift is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van redactie en auteur.ISSN 1572-5464 (print), ISSN 2211-0739 (online)IBAN: NL55RABO0395278430

GI-Forum Symposium and ExhibitDatum: 5-8 juli

Locatie: Oostenrijk

Meer info: www. gi-forum.org/agenda

XXIIIe ISPRS CongresDatum: 12-19 juli

Locatie: Praag

Meer info: www.isprs2016-prague.com

GIN Regio ZuidOnderwerp: Geografi e van Alles, het zesde zintuig

Datum: 13 september

Locatie: Eindhoven

Tijd: 15.30-20.00 uur

Meer info: www.geo-info.nl/regios

GIN Regio NoordDatum: 23 september

Locatie: Groningen

Tijd: 17.00-20.00 uur

Meer info: www.geo-info.nl/regios

GeoBuzz 2016Datum: 22 en 23 november 2016

Locatie: Congrescentrum 1931, Den Bosch

Meer info: www.geobuzz.nl

ww

w.g

eo-i

nfo

.nl

• Va

kbla

d va

n G

eo-I

nfo

rmat

ie N

eder

lan

d 20

16 •

jaa

rgan

g 1

3 •

Nu

mm

er 3

FIG Working Week 2020 naar Amsterdam!

Hogere Nederlandstalige opleidingen GeodesieDatagestuurd rijden

Geocraft: de wereld in Minecraft

Foto cover: De Dam te Amsterdam in GeoCraft.

2 | Geo-Info | 2016-3

Page 5: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

...en verder

8 Verslag - Gemeenten, provincie en waterschap zijn volledig aangesloten bij de Landelijke Voorziening

11 Column - Marjan Bevelander

15 Boek - De dienstkring16 Verslag - Geomatics Day 7 April 2016,

TU Delft18 Twee generaties actief

in de geo-sector19 Jos Schreurs lid in de orde

van Oranje-Nassau23 Column - studievereniging NODE28 Verslag - HU-symposium DefoGuido31 Column - Reinder Storm

32 Consistentie tussen de kadastrale kaart en basisregistratie grootschalige topografi e

34 Verslag - CLGE - General Assemblee Tirana, maart 2016

36 Geo-informatie voor watermanagement in ontwikkelingslanden

39 Column VODK - Jacqueline Meerkerk

40 Aanleg stadswarmtenet Amsterdam-Noord vraagt om een modern systeem

42 Verslag - Bijeenkomst GIN Oost44 Even voorstellen - Boukje Vreman45 De zorgplicht van leveranciers

in geo-software48 Reactie artikel ‘De zorgplicht

van leveranciers in geo-software’49 Open Kaart - Routekaart

voor de Giro d’Italia50 Verslag - Kaartjurken anno 2016

In dit nummer ...

24Hogere Nederlandstalige

opleidingen Geodesie

48Uitnodiging GIN Zuid

bijeenkomst

Door meten, bewaken, analyseren en beïnvloeden wordt de leefbaarheid en uw veiligheid gewaarborgd. Gevoel van veiligheid als zesde zintuig. Zie hoe dit in de praktijk met moderne technologie wordt gerealiseerd op Stratumseind in Eindhoven.

15.30 : Ontvangst met koffie/thee16.00 : Welkom en introductie Frank Langelaan GIN-Zuid16.10 : GIN- Zuid ambitie, plannen, ideeën Richard Hendriks, GIN-Zuid16.25 : Geography of Everything Erik vd Zee, Geodan/VU17.05 : Livinglab Stratumseind Peter van de Crommert, DITSS17.30 : Sensor Spotting Game Tinus Kanters, DITSS 18.30 : Borrel met hapje / bezoek Basecamp Livinglab 20:00 : Afsluiting

Geografie van AllesHet zesde zintuig

20GIN bestuur haalt

FIG Working Week 2020 naar Amsterdam!

4 Geocraft:

de werkelijkheid weergeven en bewerken in de populaire

computergame Minecraft

12 Beter onderweg in

Groningen met datagestuurd rijden

| 32016-3 | Geo-Info

Page 6: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

4 | Geo-Info | 2016-3

Waarheidsgetrouw tot in detail

Geocraft is gekoppeld aan Spatial Data Infra-

structures (SDI’s) en de coördinaten in Geocraft

komen overeen met de Rijksdriehoekscoördi-

naten. Daardoor kun je heel eenvoudig allerlei

ruimtelijke data en modellen aan dit virtuele

Nederland koppelen. Meer dan 1000 miljard

blokjes geven Nederland waarheidsgetrouw

weer in de virtuele wereld van Minecraft. Al

het reliëf, alle dijken en rivieren, alle gebou-

Heel Nederland is inclusief

ondergrond verrezen in de

virtuele wereld van de populaire

computergame Minecraft.

De Geocraft blokjes van 1 bij

1 meter vormen een virtuele

abstractie van de werkelijkheid

die de realiteit verbluffend goed

benadert. Om dit voor elkaar te

krijgen werd gebruik gemaakt

van open data bronnen, slimme

conversies en cloud based parallel

computing. Inmiddels is Geocraft

succesvol ingezet in verschillende

projecten rondom ruimtelijke

planvorming. En in het licht van de

groeiende burgerparticipatie biedt

deze computergame bijzondere

perspectieven.

Door Steven Fruijtier en Henk Scholten

Figuur 1 - Van open data naar Geocraft-wereld.

Figuur 2 - De Dam te Amsterdam in Geocraft, inclusief ondergrond. Lagen klei (groen), zand (geel) en

veen (bruin) wisselen elkaar af.

Geocraft: de werkelijkheid weergeven in Minecraft

Page 7: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 52016-3 | Geo-Info

wen, wegen en bruggen, kortom alle topo-

grafische elementen zijn aanwezig tot op het

detail van boom en dakkapel.

Er is gebruik gemaakt van verschillende open

data bronnen: de AHN2, Top10NL, BAG, AHN2

en het boomregister, zie figuur 1. Normaliter

zou dit proces meerdere jaren rekentijd ver-

gen. Maar door gebruik te maken van cloud

based parallel computing op het Microsoft

Azure Batch Platform, kon Geodan 31/5 reken-

jaar terugbrengen naar 1½ dag. Door de grote

mate van detail herkennen mensen die Ne-

derland-in-Minecraft bezoeken hun omgeving

in Geocraft direct. Deze virtuele wereld wijkt

alleen af van de echte, als er bouwplannen

zijn gerealiseerd die jonger zijn dan de meest

recente open databestanden (AHN2 en BAG).

Een slimme 3D-database van NL

Omdat Geocraft is gekoppeld aan Spatial Data

Infrastructures, kan Geocraft.nl worden uitge-

bouwd tot een driedimensionale database van

Nederland waaraan alle denkbare ruimtelijke

informatie kan worden toegevoegd. Zo is

zowel de diepe als de ondiepe ondergrond in

Geocraft beschikbaar. Graaf een sleuf en je ziet

precies welke aardlagen er onder je voeten

zitten (zie figuur 2). Maar je zou ook een kop-

peling kunnen maken met bijvoorbeeld

www.vergunningen.info, zodat je direct kunt

zien welke regelgeving en welke vergunnin-

gen er op die plek van kracht zijn.

Bovendien kun je de impact van veranderin-

gen berekenen en visualiseren. Je zet bijvoor-

beeld een bepaald type windmolen neer en

in gekleurde zones wordt weergegeven waar

dat in welke mate geluidsoverlast veroorzaakt

(zie figuur 4). Of je selecteert een gebied en

Geocraft berekent instantaan hoeveel kuub

zand, klei of veen er tot een bepaalde diepte in

de ondergrond zit.

Geocraft als ontwerptool

Op verschillende Technasia lopen projecten waar-

bij scholieren Geocraft gebruiken om oplossingen

te bedenken voor diverse actuele vraagstukken.

In IJburg maakten scholieren ruimtelijke plannen

voor de herinrichting van hun buurt. Een archi-

tect bracht de ideeën samen in een realistisch

uitvoerbaar ontwerp, waarvoor bij de scholieren

natuurlijk direct draagvlak te vinden was (zie

Figuur 4 - Bourtange in Geocraft. Virtueel is rechts een windmolen geplaatst; de gekleurde zones geven

weer waar in welke mate sprake is van geluidsoverlast.

Figuur 3 - Duidelijk waarneembaar zijn de heipalen die tot op de eerste zandlaag zijn geheid. Ook zie je

de metrotunnels en het rioolsysteem (detail van figuur 1).

“Meer dan 1.000 miljard

blokjes geven Nederland

waarheidsgetrouw in

Minecraft weer”

Geocraft.NL

Geocraft.NL kwam tot stand op initiatief

van GeoFort [2]. Nadat op het Jeugd-

journaal bekend werd gemaakt dat

heel-Nederland-in-Minecraft online voor

iedereen toegankelijk was, veranderde

dit al snel in een land vol lavastromen en

obscene bouwsels. Maar spontaan mel-

den zich ook kinderen die juist wilden hel-

pen. En zo kwam crowd-sourced in-game

management tot stand. Inmiddels heeft

iedere provincie een GeoCommissaris van

de Koning en zijn er honderden GeoBur-

gemeesters. Zij kunnen bouwrechten

verstrekken door percelen van het GeoKa-

daster uit te geven aan Minecraft-spelers

die zich registreerden als GeoBurger. Je

kunt Nederland-in-Minecraft bezoeken

via geocraft.nl. Duizenden kinderen heb-

ben zich al als GeoBurger geregistreerd;

zij bouwen mee aan virtueel Nederland

door de grijze contouren te vervangen

door realistischer kleuren. Het resultaat

is prachtig om te zien, zie bijvoorbeeld

De Dam (Amsterdam), de Rotterdamse

haven, de Eusebius kerk te Arnhem of het

Vredespaleis in Den Haag. Geocraft.NL is

uitgegroeid tot een mooi voorbeeld van

crowd-based nationale samenwerking.

Page 8: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

6 | Geo-Info | 2016-3

figuur 5). Scholieren in Zaandam richten zich op

het energiezuiniger maken van hun omgeving

en krijgen daarvoor een virtueel budget. Geocraft

toont tijdens het ontwerpen direct welke maat-

regelen energie kosten en welke maatregelen

energie opleveren en hoeveel. Scholieren kunnen

zonnepanelen plaatsen en huizen isoleren. Of een

windmolen installeren; dat levert veel op maar

kost natuurlijk ook veel geld.

Scholieren uit Lelystad bogen zich over de

toekomst van de Markermeer. De regering

wil dit gebied geschikt maken voor recreatie,

energiewinning en alternatieve voedselbron-

nen. Hoe combineer je die drie doelstellingen?

Door plannen van verschillende disciplines in

dezelfde virtuele omgeving zichtbaar te ma-

ken, wordt direct inzichtelijk waar deze plan-

nen op elkaar ingrijpen. Scholieren ontwierpen

in Geocraft verschillende oplossingen en pre-

senteerden deze aan de minister (zie figuur 6).

Betere communicatie en samenwerking

Voorheen voerden scholieren dit soort projecten

uit met behulp van conventionele methoden. Ze

presenteerden hun oplossingen met bouwteke-

ningen en kaarten of maquettes. Verschillende

docenten gaven aan dat het gebruik van Geo-

craft opvallend betere resultaten en oplossingen

opleverde. Door in een virtuele werkelijkheid

te werken, werden zowel het probleem als de

mogelijke oplossingen voor de leden van het

ontwerpteam veel realistischer. Het 3D karakter

van Geocraft maakt het mogelijk alles van alle

kanten te bekijken. De ontwerpers waren zich

beter bewust van de dimensies en proporties en

Figuur 5 - Het uiteindelijke, realiseerbare ontwerp voor de herinrichting van de omgeving van het IJburg

College (Amsterdam). Tot stand gekomen met medewerking van adviesbureau Buurtperspectief en het

SPINlab van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Figuur 6 - Winnend ontwerp voor de Markermeer waarin de functies recreatie, voedselvoorziening en energiewinning zijn geïntegreerd, gemaakt door

Technasiasten van de Scholengemeenschap Lelystad. Dit project werd ondersteund door het SPINlab, Vrije Universiteit Amsterdam.

“Graaf een sleuf en

je ziet precies welke

aardlagen er onder je

voeten zitten”

Page 9: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 72016-3 | Geo-Info

hadden meer oog voor de impact en de moge-

lijkheden van hun ontwerp. Bovendien ervoeren

ze meer ontwerpvrijheid: aanpassingen en ver-

anderingen konden makkelijk en snel worden

doorgevoerd. Daardoor ontstond de mogelijk-

heid om ‘schetsend te ontwerpen’.

De belangrijkste verbetering was wellicht de

groepsdynamiek: door gezamenlijk tegelij-

kertijd in dezelfde virtuele omgeving aan de

slag te zijn, was het praktisch onmogelijk langs

elkaar heen te werken. Dat leidde tot meer in-

teractie en afstemming. De noodzaak om acties

van te voren te benoemen en inhoudelijk te

motiveren was groter, want oorzaak en gevolg

van verschillende handelingen werden direct

duidelijk: “Waarom doe je dit, waarom doe je

dat, hoe gaan we het doen, hoe kunnen we het

oplossen?” Dit leidde tot een min of meer conti-

nue uitwisseling van inhoudelijke argumenten

en synergetische samenwerking. Met uiteinde-

lijk een opvallend beter eindresultaat.

Burgerparticipatie

Geocraft werd op de Smart City Expo te Bar-

celona gepresenteerd en direct werd duidelijk

dat hier wereldwijd belangstelling voor is. Via

internet kan een Geocraft wereld voor grote

groepen mensen toegankelijk gemaakt wor-

den. Zo biedt Geocraft een laagdrempelige

manier om burgers mee te laten denken en

bouwen aan de toekomst. Want net als met

LEGO snapt de gebruiker al snel hoe het bou-

wen met blokjes werkt. Bovendien kunnen in

deze omgeving allerlei processen worden ge-

simuleerd en gevisualiseerd, zodat ontworpen

oplossingen kunnen worden getest [1].

In Nederland speelt 80% van de tieners met Mine-

craft, wereldwijd wordt het aantal gebruikers op

70 miljoen geschat. Nu gaat dat nog voornamelijk

om kinderen, de volwassenen-van-de-toekomst.

Maar Geodan verwacht dat de volwassenen-van-

nu hun voorbeeld snel zullen volgen. Inmiddels

zijn verschillende gemeenten in binnen- en bui-

tenland geïnteresseerd in toepassingen van Geo-

craft, bijvoorbeeld voor het betrekken van burgers

bij de herinrichting van hun leefomgeving.

Smart Governance

Na decennia van globalisering lijkt de tendens nu

te keren. Overheden streven naar Smart Gover-

nance door de lokale mogelijkheden optimaal

te benutten: bottom-up in plaats van top-down.

Niemand kent de plaatselijke mogelijkheden

immers beter dan de mensen die ter plaatse

wonen en werken. Kleinschalige initiatieven en

lokaal ondernemerschap worden gezien als alter-

natief voor omvallende internationale giganten.

Maar hoe kun je ervoor zorgen dat je de krachten

bundelt en een netwerk creëert van lokale initi-

atieven die levensvatbaar zijn en elkaar aanvul-

len en versterken? Een slimme en eenvoudig

toegankelijke 3D-database van NL faciliteert het

uitwisselen en genereren van kennis, inzicht en

ideeën. Met de technologie van vandaag kunnen

veel meer mensen effectief worden betrokken bij

ruimtelijke plannen. Geocraft als platform voor

burgerparticipatie biedt veel perspectief.

Referenties[1] Scholten et al, 2016: Geocraft as a means to create Smart Cities,

getting the people of the place involved – youth included -.

Boekje gepresenteerd op de Advanced Brainstorm Carrefour

“The Science of the City”, 20-23 maart 2016 te Napels.

[2] GeoFort is een educatieve attractie op een spannend fort in de

Nieuwe Hollandse Waterlinie op het gebied van kartografie en

navigatie, zie www.geofort.nl. Op 9 juni 2016 won GeoFort de

2016 Children in Museums Award; het mag zich het komende

jaar het beste museum voor kinderen ter wereld noemen.

Noot:

Geen officieel Minecraft-product. Niet goedgekeurd door of

geassocieerd met Mojang.

Steven Fruijtier is Systeem

Architect en Research Manager

bij Geodan en bereikbaar via

[email protected].

Henk Scholten is CEO en oprich-

ter van Geodan en Scientific

Director SPINlab bij de Vrije

Universiteit Amsterdam.

Henk is bereikbaar via

[email protected].

“Scholieren in Zaandam

richten zich op het

energiezuiniger maken

van hun omgeving en

krijgen daarvoor een

virtueel budget”

“In Nederland speelt

80 procent van de

tieners met Minecraft,

wereldwijd wordt het

aantal gebruikers op

70 miljoen geschat”

Figuur 7 - Vredespaleis te Den Haag in Geocraft.NL.

Page 10: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

8 | Geo-Info | 2016-3

Verslag

Voorafgaande aan het vieren van

het BGT-succes in de polder, zijn

Aralt Brilman (Coördinator Geo-

Informatie - gemeente Almere),

John Vreenegoor (Teamleider

Geo-Informatie - gemeente Almere),

Alex Lucassen (GIS-adviseur

provincie Flevoland) en Wouter

Hamel (Gegevensbeheerder

Waterschap Zuiderzeeland) bij elkaar

gekomen om samen terug te kijken,

te genieten en direct ook vooruit te

kijken naar het beheer en bijhouding

en het gebruik van de BGT.

Terug in de tijd

Flevoland is de jongste van de twaalf provin-

cies in Nederland en bestaat uit de Noord-

oostpolder, Oostelijk Flevoland en Zuidelijk

Flevoland. De polders zijn ontstaan door

drooglegging van delen van de voormalige

Zuiderzee, met daarbinnen de voormalige

eilanden Urk en Schokland.

De provincie is op 1 januari 1986 ontstaan met

Lelystad als nieuwe hoofdstad. De andere

gemeenten zijn: Urk, Noordoostpolder, Dron-

ten, Almere en Zeewolde. Deze gemeenten zijn

voortgekomen uit de Rijksdienst voor de IJssel-

meerpolders (RIJP). De RIJP was een Neder-

landse overheidsdienst die verantwoordelijk

was voor de inrichting van het nieuwe land in

de drooggelegde polders in de IJsselmeer.

Van jongs af aan, bij het ontstaan van de pro-

vincie, is een nauwe samenwerking geweest

tussen gemeenten, provincie en waterschap.

Deze samenwerking en bereidheid tot samen-

werking is nu nog steeds voelbaar en zicht-

baar door de geboekte resultaten. ‘We zijn

collega’s geweest bij de RIJP. Die samenwer-

king is altijd blijven bestaan. We weten elkaar

makkelijk te vinden’, vult Alex aan als hij de

tafel rond kijkt.

Transitie BGT

Bij het bericht dat de Wet Basisregistratie

Grootschalige Topografie in werking zou tre-

den, waren ze niet verrast in de polder. ‘Voor

ons was het een logische en zeer gewenste

stap. De GBKN was er. Veel gemeenten had-

den intern haar beheerobjecten al afgestemd.

Alleen het omcoderen naar de BGT-codering

en definitie moest nog gebeuren. Het is toch

geweldig dat nu alles netjes is opgebouwd en

afgestemd en op PDOK beschikbaar is’, vertelt

John. ‘Dan moet er nog wel wat gesleuteld

worden aan de gebruiksvriendelijkheid van

het systeem’, vult Alex aan. ‘PDOK zoals het

nu is, wordt in mijn ogen niet door de burger

gebruikt. De downloads worden aangeboden

in één (ontoegankelijk) GML-formaat. De meer

gebruikelijke GIS/CAD-formaten als SHP, DGW,

en KML, et cetera ontbreken in het aanbod.’

Is alles dan zo soepel verlopen? Over deze

vraag wordt even nagedacht. ‘Nou’, zegt

Wouter Hamel. ‘Bij het vaststellen van het

IMBGT-Objectenhandboek hebben de

waterschappen soms zitten slapen’. Hij doelt

hiermee op de benoeming van de keringen

als Functioneelgebied. Het opdelen van de

kering op maaiveldniveau is voor het water-

schap best belangrijk. Ook vindt Wouter

dat er meer afstemming tussen de andere

waterschappen in het land had kunnen plaats-

vinden. ‘Nu heeft elk waterschap haar eigen

inhoud. Van enige uniformiteit is geen sprake.

Dat is heel jammer.’

Beheer en Bijhouding

De BGT is niets waard is als hij niet actueel

is. Daar is iedereen het over eens. Om het

beheer en bijhouding goed te organiseren

gaan de provincie, de gemeenten en het

waterschap verder op het spoor die zij bij

de bijhouding van de GBKN zijn ingeslagen.

De partijen zijn zeer gemotiveerd om het

beheer gezamenlijk in een goed lopende

trein uit te voeren. Door het toepassen van

een gebiedsbeheerder wordt het principe

eenmalige inwinning en meervoudig gebruik

gerealiseerd wat efficiëntie oplevert in het

beheer van de BGT. Uiteindelijk komt dit ten

goede aan de overheid en dus aan de burger.

De gemeenten hebben in deze samenwerking

de rol als opdrachtnemers, de provincie en het

waterschap als opdrachtgever. Het SVB-BGT

verzorgt de samenwerking en de afstemming

met de strokenbronhouders. Voor de terug-

meldingen maken alle bronhouders gebruik

van het landelijk MutatieMeldsysteem van het

SVB-BGT.

De IMBGT is voor elke bronhouder gelijk.

De IMGeo verschilt per gemeente. Dat

vraagt afstemming voor het actueel houden.

Dit moet zorgvuldig opgepakt worden.

‘Want hoe enthousiast wij over de transitiefase

waren, hoe ‘ontevreden’ de beheerafdelingen

dat waren. Zij konden ten gevolge van de

hele transitie niet beschikken over actuele

gegevens’, legt Aralt uit. Wouter voegt toe dat

Gemeenten, provincie en water bij de Landelijke VoorzieningDe samenwerking in de provincie Flevoland werkt!

Een betrouwbare

gestandaardiseerde

kaart is het fundament

voor het beleid

Page 11: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 92016-3 | Geo-Info

de waterprofi elen en de hoogtes door het

waterschap zelf ingemeten worden. ‘Dat valt

buiten het beheer van de BGT. Ook moet er

in de beheerfase nog fl ink gesleuteld worden

aan de harmonisatie van de gegevensattribu-

ten en opmaak. We denken dat in twee á drie

jaar te kunnen afhandelen.

Toekomst

Het maken en beheren van de BGT is één.

Het gebruiken is twee. Daar weten ze in de

polder wel raad mee. ‘Dit jaar starten wij van-

uit onze samenwerking zeer waarschijnlijk met

een programma Open data Flevoland’, vertelt

John. ‘De BGT is dan voor heel Flevoland als

open data beschikbaar. Hiermee krijgt de BGT

een echt gemeenschappelijk belang.’

De provincie geeft aan dat het gebruik

af hangt van de aansluiting met PDOK.

‘De rechtstreekse (technische) aansluiting

op de services (wms/wfs) van PDOK met de

GIS/Beheerapplicaties leveren een duidelijke

meerwaarde op. Actualiteit is gegarandeerd

en conversie is niet nodig.’

Tot slot laat Wouter weten dat er voor het

waterschap ook veel voordeel is met de

komst van de BGT. ‘Omdat wij de gemeenten

hebben gevraagd om de waterdelen en

ondersteunende-waterdelen op te knippen

in vakken, kunnen wij de BGT beter koppelen

met ons onderhoudssysteem van de waterlo-

pen en oevers. Een grote verbetering’.

Feest in de polder

Het feit dat de provincie Flevoland als

eerste provincie geheel is aangesloten bij

de Landelijke Voorziening moet natuurlijk

gevierd worden. Op dinsdagmiddag 24 mei

jongstleden kwamen betrokkenen bijeen in

Dronten. Dagvoorzitter Aat de Jonge (Burge-

meester van Dronten en tevens bestuurlijk

verantwoordelijke binnen Flevoland) heette

iedereen welkom. Bijzonder was dat bijna alle

bestuurders en gedeputeerden van Flevoland

aanwezig waren. Aat toonde de ontwikkeling

van enkele oude topografi sche ondergronden

tot aan moderne ontwerpen, waarmee het

belang van kaartbeelden buiten kijf stond.

Algemeen Programmamanager BGT Ruud van

Rossum belichtte vervolgens de

voortgang en de toekomst van de BGT.

De gemeente Dronten was in het voorjaar van

2014 de eerste koploper waarvan een initieel

BGT-bestand succesvol is aangeleverd en

verwerkt in de verticale BGT-productieketen.

Inmiddels is meer dan de helft van alle bron-

houders volledig of gedeeltelijk aangesloten

bij de Landelijke Voorziening. ‘Het is een groot

succes dat hier de hele provincie klaar is.’

Ruud laat weten dat naast de wettelijk

verlichte BGT in toenemende mate de baten in

het vrijwillige IMGeo-model benut wordt voor

het beheer van de openbare ruimte. ‘Mogelijk

schap zijn volledig aangesloten

Aat de Jong opent de feestelijke middag.

Page 12: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

10 | Geo-Info | 2016-3

ondervindt de BGT tot 2020 nog kleine aan-

passingen. De plantopgrafi e en het optionele

3D-gedeelte met het doorlinken van de BGT

naar ander basisregistraties en informatiemo-

dellen krijgt meer vorm.’

De critici stellen ‘Flevoland speelt vals.

Zij maken eerst de kaart, daarna Flevoland’.

Ruud voegt daar gekscherend aan toe: ‘Wie

weet gaan we Nederland wel anders inrich-

ten? Hoe ziet het er dan uit vanuit de lucht?’

Hij onderschrijft dit met een afbeelding van

het Kathedralenbos in Almere.

Adrie Noorlander, transitieregisseur bij

het SVB-BGT, gaf aan te kunnen profi teren

van de uitstekende samenwerking die er

binnen Flevoland was. De Flevolandse

gemeenten met de provincie en het

waterschap Zuiderzeeland waren op tijd

vertrokken voor de BGT. In wielertermen:

na de start gedemarreerd en nooit meer

ingehaald. De crux zat hem volgens Adrie

in de regionale samenwerking met goede

afspraken en actiegerichte aanpak. Het SVB-

BGT heeft deze ideeën en regionale aanpak

uit Flevoland geadopteerd.

Tot slot werd Cor Schaake van de gemeente

Almere bedankt als stimulator en motor van

dit grote project waarin veel ervaringen wer-

den gedeeld en opgedaan. Vervolgens klonk

er een groot applaus voor alle ambtenaren

die dit succes mogelijk hebben gemaakt.

Met de realisatie van de BGT is men er natuur-

lijk niet. De BGT moet worden beheerd en

bijgehouden. Ook deze werkzaamheden gaan

de gemeenten, provincie en het waterschap

gezamenlijk uitvoeren. Tijdens deze feestelijke

bijeenkomst werd het Convenant Samenwerking

Bijhouding BGT in Flevoland tussen de gemeen-

ten en Provincie en Waterschap ondertekend en

overhandigd aan Leen Verbeek de Commissaris

van de Koning. Hij werd uiteraard ook gefelici-

teerd met het behaalde succes in de provincie.

Katinka Roebert, [email protected]

Alex Lucassen van de provincie snijdt de BGT-taart aan.

Kathedralenbos in Almere.

Commissaris van de koning, Leen Verbeek en burgemeester Aat de Jong van

Dronten met oorkonde.

Page 13: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 112016-3 | Geo-Info

Ter voorbereiding van deze column lees ik het januari-

nummer van Geo-Info nog eens door. Ik heb afgesproken

om deze keer iets te schrijven over de digitalisering van

de Omgevingswet en de rol van 3D-informatie. En dat kan

natuurlijk alleen als ik het inspirerende artikel van Jantien

Stoter nog eens doorlees.

Verder bladerend door die Geo-Info van januari kom ik

nog veel meer Omgevingswet tegen. Opvallend is de mix van

verwachting en waarschuwing. Dat komt me bekend voor.

Ik ben nu precies een jaar ondergedompeld geweest in het

proces om overeenstemming te bereiken tussen gemeenten,

waterschappen, provincies en het Rijk over een gedragen visie

op wat we met elkaar willen bereiken bij de digitale onder-

steuning van de Omgevingswet.

De Omgevingswet kent nieuwe instrumenten en vraagt

om een andere wijze van samenwerken. Werkprocessen in de

ruimtelijke ordening en fysieke leefomgeving worden in elkaar

geschoven en gaan ingrijpend veranderen. Oude oplossin-

gen werken straks niet meer en moeten losgelaten worden.

Nieuwe oplossingen worden nu ontworpen. Dat biedt

mogelijkheden en kansen.

Stap voor stap ontwikkelen we daar een overheidsbrede

visie op. Langzaam vinden we een weg tussen de ‘dromen

die geen bedrog zijn’ en die zo mooi in de column van Esther

van Kooten Niekerk en het artikel van Jantien Stoter staan

beschreven en de zakelijke rechtvaardiging (Jos Anneveld).

Natuurlijk schuwen we daarbij niet om ook uitdagingen aan

te gaan. Verderop in het blad lees ik de column van Theo

Thewessen over dataficatie, ik lees over synergie met INSPIRE

(Bastiaan van Loenen en Michel Grothe) en over het bewaren

en ontsluiten van historie (Adri den Boer). Al deze onderwer-

pen passeren de revue en hebben ook een plaats in de visie

op de digitalisering van de Omgevingswet. Het gaat in dit

stadium nog om een visie. Wat nu volgt is de fase van plannen

en realisatie.

Esther van Kooten Niekerk stelt dat de formule tot succes

ligt bij mensen: “mensen zoals jij en ik die de verbinding

leggen tussen geo-informatie en wensen en ideeën vanuit

de samenleving”. Dat is waar, dat is nodig én mensen die

vooruitdenken.

Stel je voor dat we het niet zouden doen: geen Omge-

vingswet, geen brede aanpak van 3D-informatie in Nederland.

Andere ontwikkelingen staan niet stil. Kinderen groeien

op met 3D-games, bedenken plannen voor hele wijken

en steden, plannen vakantietrips in 3D-omgevingen van

steden en ook de overheid doet zo hier en daar een duit in

het 3D-zakje. De gemeente Den Haag werkt nu al met een

dynamisch ruimtelijk model om omgevingsvergunningen

te toetsen, de Geologische Dienst zou niet kunnen werken

zonder 3D-modellen. Stel je dan voor dat je over 10 jaar

nog steeds allerlei vergunningen voor één activiteit moet

indienen. Dat de overheid (en in haar kielzog de rechtbank) al

jouw 3D-informatie eerst platslaat om die aanvragen te kun-

nen beoordelen en jou vervolgens allerlei extra onderzoeken

vraagt te doen omdat die platgeslagen tekeningen alleen

basisinformatie bevatten. Het is maar een voorbeeld. Er zijn er

vele denkbaar. Wij zouden dat als burgers niet op prijs stellen.

Dus gaan we er ook bij de digitalisering van de Omge-

vingswet vanuit dat de informatie over de fysieke leefom-

geving in Nederland over 8 jaar niet meer plat is maar 3D.

We kunnen ons dan waarschijnlijk niet eens meer voorstellen

hoe we ‘vroeger’ plannen maakten of vergunningen beoor-

deelden op basis van platgeslagen informatie. Het is zoiets als

het leren tekenen en zien van perspectief. Nu niet meer voor

te stellen dat men dat ooit niet kon. Zo bezien een logisch

uitgangspunt.

Zoals ik eerder zei: nu volgt de fase van planning en

realisatie. De fase van business cases, afwegingen en realisme.

Nu volgen vragen over de realisatie van de baten. Zijn deze

te realiseren als we 3D-informatie willekeurig en versnipperd

toepassen of moeten we daarvoor vooral een degelijke,

gestandaardiseerde aanpak kiezen en 3D-informatie als een

fundamenteel uitgangspunt nemen bij de digitalisering van

de Omgevingswet? Waarschijnlijk dat laatste. Dat stelt echter

wel hele hoge eisen aan de samenwerking tussen allerlei

partijen. Standaardisatie doet ook pijn, het betekent soms

stappen terug doen en opnieuw investeren. Soms komen

de baten niet direct terug bij de investeerder. En dat in een

klimaat waarin bestuurders zeer kritisch en terughoudend

met informatie- en ICT-projecten omgaan.

Willen we echt synergie bereiken tussen technologische

ontwikkelingen en de verbeteringen die beoogd worden

met de Omgevingswet, dan vraagt dat durf, inzicht en het

vermogen om vooruit te denken van alle betrokkenen.

Marjan Bevelander

Beleidsmedewerker Digitalisering Omgevingswet

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

[email protected]

Column

Mar

jan

Bev

elan

der

Onderweg naar 3D-ondersteuning

van de Omgevingswet

Page 14: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

12 | Geo-Info | 2016-3

Wegwerkzaamheden Actueel

Actuele wegwerkzaamheden is een onderdeel

van het Landelijk Programma Beter Benutten

van het ministerie van Infrastructuur en Milieu

(IenM). IenM wil samen met de wegbeheerders

met dit programma de bereikbaarheid verbe-

teren in Nederland. Dat Beter Benutten moet

vooral gerealiseerd worden door:

• Verbeteren van bestaande wegen;

• Meer keuze en service bieden aan de reiziger;

• Meer goederenvervoer over water;

• Samen met het bedrijfsleven ‘Slim Werken

Slim Reizen’ mogelijk maken.

Juist om die reiziger meer keuze en service te

bieden was een kwaliteitsimpuls noodzakelijk.

Dit begint bij de inzet van meer accurate en

actuele data. Intelligente technieken en diensten

stellen informatieleveranciers in staat om die

data te gebruiken voor communicatie over

wegwerkzaamheden via apps en navigatiesyste-

men. Op die manier wordt een verbetering van

de bereikbaarheid beoogt.

Maar voordat die data bij de informatieleve-

ranciers is en in uw auto, vinden er belangrijke

stappen plaats in het hele proces van data ver-

zamelen. De data wordt centraal opgeslagen bij

de Nationale Databank Wegverkeersgegevens

(NDW) en wordt aangeleverd door voornamelijk

wegbeheerders en aannemers via een meldsys-

teem. De NDW vervult hiermee een loketfunctie

voor het verzamelen en verspreiden van actuele

gegevens van wegwerkzaamheden.

Maar wat is nu de NDW en

waar staat ze voor?

NDW staat voor Nationale Databank Weg-

verkeersgegevens. In de NDW werken 19

overheden samen aan het inwinnen, opslaan

en distribueren van wegverkeersgegevens.

De gegevens worden ingezet voor effectief

verkeersmanagement, gerichte verkeersinfor-

matie en treffende verkeerskundige analyses.

Doel van dit alles is een betere bereikbaar-

heid, minder files, meer verkeersveiligheid en

minder uitstoot van schadelijke stoffen.

De data die bij de NDW terechtkomen worden

op allerlei manieren verzameld, bijvoorbeeld:

• Deelnemende overheden via hun meld-

systemen;

• Lussen in het asfalt;

• Camera’s langs de wegen;

• Systemen in de voertuigen.

Werkwijze Provincie Groningen

Ook de Provincie Groningen levert haar data via

een meldsysteem, te weten LTC (Local Traffic Con-

trol), aan de NDW aan. De Provincie Groningen

administreert alle wegwerkzaamheden die enige

hinder kunnen veroorzaken in dit meldsysteem.

Het maakt daarbij niet uit of de hinder ontstaat

uit onderhoudswerkzaamheden aan de weg,

We willen allemaal op tijd op

onze bestemming zijn. Zo min

mogelijk vertraging onderweg is

wel zo plezierig. Maar hoe weet u

nu op tijd of u moet omrijden of

dat u een vertraging onderweg

oploopt? Diverse partijen in

Nederland verzamelen data

omtrent wegwerkzaamheden en

combineren dat tot informatie

voor de weggebruiker. Middels

websites en devices wordt dan

inzichtelijk gemaakt of u wel op tijd

op uw bestemming kunt zijn. Bij de

Provincie Groningen laten we zien

hoe dit hele proces in zijn werk gaat.

Door Harmen Kampinga en

Arjen de Boer

Beter onderweg in Groningen met datagestuurd rijden

Figuur 1 - Schema Wegwerkzaamheden Actueel.

Page 15: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 132016-3 | Geo-Info

berm of kunstwerken, of door nieuw te bouwen

infrastructuur. Ook kabel- en leidingwerkzaamhe-

den, werkzaamheden aan nutsvoorzieningen van

derden hebben vaak enige hinder tot gevolg en

worden dus ook in dit systeem geadministreerd.

Iedere hinder die op deze manier geadministreerd

wordt, levert data op die interessant kan zijn

voor de aanbieders van verkeersinformatie en

wegbeheerders.

Bij het invoeren in het meldsysteem wordt

gelijktijdig en automatisch een unieke code

gegenereerd. Deze code speelt een belangrijke

rol om uiteindelijk te komen tot actuele en real

time data. Dit wordt onderdeel van de project-

informatie waarmee de aannemer zijn werk

moet doen. Het verkeersloket van de Provincie

Groningen stuurt deze unieke code, die onder

andere gekoppeld is aan de geplande start

en einddata van de hinder, aan de aannemer.

De aannemer zal wanneer de verkeershinder

ingaat deze code via een sms in combinatie

met het woord ‘start’ sturen naar een daarvoor

bedoeld telefoonnummer. Vervolgens wordt

het werk op een zelfde manier weer afgemeld.

Deze actuele data wordt vervolgens via LTC

gedeeld met de NDW. De aanbieders van

verkeersinformatie en wegbeheerders zoals

diverse serviceproviders kunnen deze data door

laten werken in hun systemen. Daarmee is het

mogelijk dat gebruikers van deze datasystemen

reisadviezen ontvangen die rekening houden

met de planningsdata. Zo is de reiziger tijdig

geïnformeerd.

Op deze manier wil het programma Beter

Benutten de bereikbaarheid verhogen door

actueler inzicht in de verkeerssituatie. Reizigers

krijgen op deze manier een beter inzicht hoe ze

kunnen reizen en kunnen daardoor dus betere

keuzes maken. En ook is de reistijd vooraf beter in

te schatten. Belangrijk is dus een goede samen-

werking in de keten en de inzet van intelligente

technieken en diensten.

Ketenanalyse Wegwerkzaamheden

Actueel (Kwaliteitscheck)

Om de eerder beschreven architectuur en

processen te testen is er in november 2014

een zogenoemde Ketenanalyse uitgevoerd.

De N388 in de Provincie Groningen heeft

onder andere hiervoor als case gediend.

De case: Werkzaamheden aan de brug waardoor

de provinciale weg op de plaats van het

werkvak volledig moest worden afgesloten.

De werkzaamheden waren ingepland van

19 november 2014 09.00 uur tot 20 november

2014 06.00 uur. De ochtendspits kon ‘s morgens

het dorp dus nog verlaten op de gebruikelijke

manier. De omleiding was georganiseerd langs

de westkant van het Lauwersmeer. Al met al

een behoorlijke hinder wat tijd betreft. De aan-

nemer heeft de stremming met de sms-code

gestart om 08.59 uur. De werkzaamheden

verliepen heel voorspoedig waardoor de

stremming veel eerder kon worden opgeheven.

De stremming werd dezelfde dag nog met de

sms-code afgemeld om 15.15 uur. Circa vijftien

uur eerder dan was ingepland. Dezelfde dag

nog kon de avondspits dus weer op de regu-

liere manier van de weg gebruik maken.

Datasystemen kunnen deze laatste informatie

eenvoudig doorgeven aan de gebruikers.

Figuur 2 - Route van de omleiding.

Figuur 3 - SMS start- en afmelding werkzaamheden.

Figuur 4 - Procesketen.

Page 16: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

14 | Geo-Info | 2016-3

Een flexibel systeem in tegenstelling tot de

data genoemd in de stremmingsadvertentie.

Op deze manier kan data dus bijdragen aan

een betere dienstverlening en informatievoor-

ziening. En uiteraard aan de doelstellingen van

Beter Benutten.

Het doel van de Ketenanalyse is tweeledig:

1. Testen of de publieksgerichte datastroom

de juiste route doorloopt bij het aanmel-

den en afmelden;

2. Kan elke rol organisatorisch de activiteiten

effectief en efficiënt uitvoeren?

Tijdens de analyse werd gekeken en gecon-

troleerd of iedere rol deed en kon doen wat

die moest doen en of de data op de gewenste

manier uiteindelijk bij de gebruiker terecht

kwam. Dus van wegbeheerder tot weggebrui-

kers.

Over het geheel constateerde men dat het

aanmeldingsproces prima verliep. De ver-

schillen waren groot. De data kwam op de

gewenste manier terecht in de database

van de NDW. Maar de data werd niet altijd

even goed ontvangen en verwerkt door de

serviceproviders. In 2015 is er hard gewerkt aan

verbeteringen. Serviceproviders zijn inmiddels

veel beter ingericht om de data beter te kun-

nen doorgeven, ontvangen en te verwerken.

Ook in de keten zijn er aanpassingen door-

gevoerd. Steeds meer wegbeheerders en

serviceproviders zijn positief over dit samen-

werkingsverband.

Integrale planning

Bij de Provincie Groningen willen we meer en

meer integraal gaan werken. Om dat proces

te ondersteunen is de planningsdata van de

wegwerkzaamheden intern online gezet op

kaart. Door deze informatie te combineren

met andere informatie ontstaat er meer inzicht

in de komende werkzaamheden aan het

areaal van de Provincie.

Wanneer er een activiteit in het LTC wordt

ingevoerd, vindt er daarna een automatische

update plaats van het interne kaartbeeld.

Data uit het LTC wordt middels een FME Server

verwerkt en getoond in de interne kaartvie-

wer. Op deze manier krijgen collega’s intern

meer inzicht en overzicht. Dit prikkelt betere

afstemming intern en met derden.

Betere bereikbaarheid

Betere bereikbaarheid is dus een samenspel van

intern goede afstemming van werkzaamheden

tot aan presentatie van informatie op slimme

devices. Het optimaliseren en verbeteren van

dat proces is op dit moment aan de gang en zal

er voor zorgen dat de bereikbaarheid inderdaad

steeds beter wordt. Werkzaamheden moeten

zelf die bereikbaarheid vergroten, maar ook de

informatie over die bereikbaarheid.

Een brede toepassing:

De data gaat niet alleen naar de NDW. De data

wordt ook gebruikt om websites te vullen met

verkeersinformatie en om werkzaamheden

beter op elkaar af te kunnen stemmen waardoor

het voor partijen makkelijker is om synergie te

zoeken en te vinden. Ook hulpdiensten kunnen

via dezelfde ingevoerde data sneller en een-

voudiger geïnformeerd worden over komende

stremmingen en andere verkeershinder.

Bijvoorbeeld de stremmingsdata van de hinder

op wegen van de provincie Groningen kan

eenvoudig beschikbaar worden gesteld om de

website van de gemeente Groningen te vullen

en andersom. Een wegwerkzaamhedenkaart

kan op deze manier een veel completer plaatje

laten zien aan de burgers die informatie zoeken.

Met andere woorden: de data bij de NDW kan

als bron dienen om automatisch websites van

bijvoorbeeld wegbeheerders aan te vullen met

informatie die ze zelf niet invoeren.

Hierboven een voorbeeld van de wegwerk-

zaamhedenkaart van de Gemeente Groningen

waarin zichtbaar is dat ook data van de Provin-

ciale Wegen wordt getoond (Ring Oost).

Harmen Kampinga is Data- en

GIS-specialist bij de Provincie

Groningen en bereikbaar via

www.linkedin.com/in/kampinga.

Figuur 5 - Voorbeeld website gemeente Groningen.

Arjen de Boer is Technisch

Beleids medewerker bij de Provincie

Groningen en bereikbaar via

050-3164270 of via e-mail:

[email protected].

Page 17: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 152016-3 | Geo-Info

Henk van de Laak, De dienstkring.

De voordeur van Rijkswaterstaat,

242 pag., ISBN: 978-94-6247-047-7,

hardcover, full color, Den Haag, 2016

(www.bestelmijnboek.com €27,95)

Het boek gaat over de geschiedenis van het

fenomeen dienstkring, de organisatievorm

die meer dan 120 jaar bepalend was voor

Rijkswaterstaat. Deze districten in de vierde

managementlaag waren voor de gebruiker van

de rijksinfrastructuur de oren en ogen van deze

dienst en golden als ’de voordeur’. De bovenste

managementlagen kwamen elders al royaal aan

bod. De dienstkringen waren verantwoordelijk

voor zowel de natte als de droge infrastructuur.

Het boek schetst de gedetailleerde geschiedenis

(chronologisch en thematisch) van de interes-

sante positie van deze laag van Rijkswaterstaat

van haar geboorte (circa 1884) tot de ophef-

fi ng begin 21e eeuw. Het laat ook zien hoe

die meegroeide met de veranderingen in het

beheer en de omgeving. De landmeetkunde

speelt een beperkte rol, maar toch voldoende

om deze bespreking te rechtvaardigen.

Volgens een instructie van 1882 ‘verlenen de

opzichters hulp aan de ingenieurs bij het doen

van opnemingen, metingen, peilingen en

waterpassingen’. De titel van opzichter was voor

de waterstaatkundig ambtenaren intussen een

anachronisme geworden, maar dat terzijde.

Prachtig is een in een kader opgenomen verhaal

uit 1885 over de verhoudingen tussen de opzich-

ter en zijn ingenieur-chef. Die kwam vaak bij de

genie vandaan en hoofdingenieurs heetten bij

Rijkswaterstaat dan ook overste. Men droeg uni-

formen en gaf opdrachten op militaire manier.

Als hun chef op dienstreis wilde, moesten de

opzichters als palfreniers achterop hun rijtuig

zitten, op stopplaatsen de portieren openen en

salueren. Van later worden ook contacten met

de in 1931 opgerichte Meetkundige Dienst (MD)

genoemd. Toch had ik me inhoud kunnen voor-

stellen over rivierkaarten, (weg)beheerskaarten

en de latere digitale topografi sche bestanden,

maar ze waren voor het dienstkringwerk maar

details, zo constateerde ik al in mijn loopbaan

bij de MD. Kaarten met ingekleurde dienstkring-

domeinen staan er wel in. Met ingeschreven

namen van de opzichters en dus voor één naam

te vernieuwen. De private cartograaf Jacob

Kuijper en de dito uitgever Hugo Suringar te

Leeuwarden zorgden in de 19de eeuw voor de

ondergronden. GEO staat ook wel in het boek,

maar is dan de afkorting voor de Grote Effi ci-

encyoperatie van rond 1993. Overigens citeert

Van de Laak uit die tijd graag uit het jaarverslag

2005 van de Raad van State (Tjeenk Willink) over

Rijkswaterstaat als slachtoff er van de bureau-

cratische/bedrijfsmatige logica. ‘Een organisatie

zonder collectief geheugen vindt dagelijks opnieuw

het wiel uit’, is de bekende topzin eruit.

Ook voor (thematische) fi latelisten is het een

aantrekkelijke publicatie door het gebruik van

zoveel mogelijk fi latelistische afbeeldingen,

alsmede in een bijlage de postgeschiedenis van

Rijkswaterstaat. Puur daaraan zal het te danken

zijn dat MD-rayonchef Bèr Benda voorop

het boek achter een baak prijkt op de NAP-

postzegel uit 1986. De auteur publiceerde ook

in Geo-Info 2007-7/8 over ‘Een fi latelistische loep

op 75 jaar MD/AGI’. Bij een zin over het doen van

waterpassingen of peilingen prijkt een mooi

postwaardestuk met een Chinese landmeter uit

de vorige eeuw. Aanbevolen, dat mooie boek!

De digitale bijlagen staan op www.laakland.nl/

dienstkringen.htm.

Adri den Boer

Boek

Henk van de Laak

De dienstkring

‘Werkkringenkaart’ waterstaatsopzichters in 10e district, Ondergrond: elfde druk kaart Z-H van

Suringar , Leeuwarden 1883.

Page 18: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

16 | Geo-Info | 2016-3

Verslag

De Geomatics Day wordt ingeleid

door dagvoorzitter Stefan van der

Spek. Doel van de middag is dat

studenten geomatics een beter zicht

krijgen op de laatste ontwikkelingen

in het vakgebied en potentieel

toekomstige werkgevers. Het

programma bestaat uit een 8-tal

presentaties en een informatiemarkt.

Jantien Stoter (Kadaster/TU Delft/Geonovum)

en Els van de Riet (gemeente Delft) lichten

het project spoorzone Delft toe en de eerste

inschrijving van een kadastrale akte met een

3D-pdf-bijlage van enkele weken geleden.

Bij het opstellen van de 3D-beschrijving van

de complexe 3D-situatie is het ontwerpbu-

reau betrokken geweest dat ook het project

heeft begeleid. Het streven is om in 2028 een

3D-kadaster te hebben.

Marianne Linde van Geodan beschrijft een

project waar kinderen van het IJburgcollege

met Minecraft hele ontwerpen van hun ideale

woonomgeving hebben gemaakt. Dat heeft

hele oorspronkelijke voorbeelden opgeleverd

en past in het kader van smart sustainable cities.

Robert Voûte van CGI heeft een inspirerend en

technisch verhaal over tracking van mensen en

voertuigen en besteedt daarbij ook aandacht

aan alternatieve technieken als Wi-Fi die je

bij indoorpositioning moet gebruiken omdat

GPS dan niet werkt. Een boeiend voorbeeld is

een applicatie waarbij NS-medewerkers een

stoplicht-app hebben en afhankelijk van de

kleur verschijnt dan hun positie in beeld: geel

als de situatie van een conducteur dreigend

wordt en rood als het gevaarlijk is. Op de kaart

van de verkeersleider verschijnen alleen gele

en rode punten, maar ook de posities van alle

collega’s zodat coördinatie mogelijk is.

BIM- en Assat-info wordt door Jasper Hel-

lemons van Fugro toegelicht. Naast een kort

college BIM, waarin blijkt dat slechts 32%

van de zaal dat begrip kent (of genegen is

de vinger op te steken, geïnspireerd door

Geomatics Day 7 april 2016, TU Delft

Het programma van de opleiding Geomatics.

Page 19: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 172016-3 | Geo-Info

het Oekraïnereferendum van de dag ervoor)

besteedt Jasper aandacht aan het Rail Track

systeem van Fugro waarbij middels een

enorm instrumentenpakket aan de voorkant

van een locomotief nauwkeurige railinformatie

ingewonnen wordt.

Vervolgens beschreef Sander Mulder zijn

startup Geophy, die als doelstelling heeft

om alle commerciële panden ter wereld te

beschrijven. Om dat te realiseren is er gebruik

gemaakt van BAG-bestanden en heeft men

de gegevens verrijkt met informatie uit

10.000 verschillende bronnen. Men wil een

platform bieden waarop men gebouwen kan

vergelijken. Het linken van data is de grote

volgende uitdaging waarvoor het bedrijf

staat en daarbij denkt men dan vooral aan de

scanners van zelfrijdende auto’s. Verder gaf

hij als belangrijke tip dat je beter geen data

kan leveren dan data die mogelijk fouten kan

bevatten. Geophy heeft dan ook veel ervaring

opgedaan met het automatisch controleren

op mogelijke fouten.

Frido Kuijper van TNO gaf enkele voorbeelden

van 3D-info voor militaire toepassingen zoals

in Mali. Daarmee kan omgeving informatie

automatisch geanalyseerd worden. Volgens

hem is de toekomstige kaart 3D.

Nick Noordam had een boeiend verhaal over

robotics in combinatie met geo-informatie.

Ook hier speelt als grote uitdaging het

automatiseren van het hele proces van het

herkennen van kenmerken van objecten.

Er werd een voorbeeld gegeven over het

inspecteren van daken waarbij ook drones

ingezet worden.

Jacques Stuart van Tracé ging meer in op de

mogelijkheden die men van een detache-

ringbureau kan verwachten en waar men zich

naast werkervaring ook met de persoonlijk

ontwikkeling van het individu bezig houdt,

zoals bijvoorbeeld het leren promoten van

jezelf (het merk IK).

Tijdens het afsluitende gesprek met de

sprekers werden stellingen besproken die met

name over de arbeidsmarkt en de opleiding

zelf gingen. Enkele bijzonderheden daaruit:

zet in op datakwaliteit als belangrijk onder-

werp binnen de opleiding en maak tevens

meer specialisatie mogelijk. Creativiteit en soft

skills zijn belangrijk maar reserveer daar niet

te veel tijd voor in de opleiding. Geomatics is

een goede naam, dus stop geen tijd in pogin-

gen om een nieuwe naam te bedenken.

Eric Hagemans, redacteur Geo-Info.

Trein Fugro.

Minecraft.

Landmeter met groma in Leiden

In 2013 al reconstrueerde men castellum

Matilo in het Archeologisch Park Matilo te Lei-

den. Al kreeg de redactie nog niet één selfi e

binnen van de GIN-leden : er kwam ook een

beeld van een landmeter met een groma!

Een  echte groma bestaat uit een manshoge

stok met hieraan vast een excentrisch geplaatst

kruis waaraan touwtjes met een schietlood zijn

bevestigd. Hij werd gebruikt om rechte lijnen

en haakse hoeken uit te zetten, waarmee dus

ook vierkanten en rechthoekige afbakeningen

gemaakt konden worden.

Materiaal: Gelaserd en gecoat roestvrij staal.

Kunstenaar: Pro Arts Design, Edith Gruson en

Gerard Hadders.

Adri den Boer

Page 20: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

18 | Geo-Info | 2016-3

Wim van Pijkeren, met een achtergrond in

geodesie, is al 7 jaar betrokken bij “Petje op

Petje af”. Samen met Henk Jongbloed speelt

hij één keer per jaar op een beroepenmarkt,

op een middelbare school in Nieuwegein het

Petje-op-Petje-af-spel. “We beginnen vaak met

wat gemakkelijke vragen zoals “hoe nauw-

keurig is GPS” of “draait de zon om de aarde

of draait de aarde om de zon”? Veel kinderen

weten die nog goed te beantwoorden maar

juist de vragen over energie of water zijn lasti-

ger en het is leuk om te zien dat veel kinderen

achteraf denken, hé is dit ook Geo? Ik dacht

eigenlijk alleen maar aan aardrijkskunde.”

Nienke heeft een achtergrond in sociale

geografie en is vorig jaar bij GeoFort gestart

als onderwijscoördinator. In deze rol is ze

verantwoordelijk voor het educatieve aanbod,

waaronder ook Petje op Petje af valt.

Educatief aanbod

“Het is mooi om te zien dat steeds meer

leerlingen het fort komen bezoeken. In 2015

heeft GeoFort zo’n 5.500 leerlingen tussen

de 8 en 16 jaar mogen ontvangen, wat bijna

een verdubbeling is ten opzichte van 2014 en

nu in 2016 gaan we weer records verbreken.

Het wordt door scholen erg gewaardeerd dat

Twee generaties actief in De geo-sector is een kleine wereld.

Wellicht toch bijzonder dat we in

deze sector twee generaties van

dezelfde familie aan de slag hebben.

Wim van Pijkeren, werkzaam bij

Arcadis en zijn dochter Nienke,

onderwijscoördinator bij GeoFort.

En ze zijn zelfs samen betrokken bij

een project: Petje op Petje af.

Dit bestaat uit een spel om jongeren

te laten zien hoe divers het

vakgebied geo is. Diverse vragen en

stellingen rondom thema’s water,

energie, klimaat, kaarten en GPS

komen aan bod.

Door Caroline Mönking

Oproep vrijwilligers

Voor het landelijk uitrollen van Petje op

Petje af zoeken we GIN-leden die

Elk één middelbare school “adopteren”

en bereid zijn om 1x per jaar het Petje-

op-Petje-af-spel te draaien. Lijkt het je

leuk om geo breder op de kaart te zet-

ten en lijkt het je leuk om dit via het spel

aan bij te dragen? Je kan je aanmelden

via [email protected].

Vraag over Afrika, tijdens het spel Petje op Petje af.

Nienke en Wim, tijdens het spel Petje op Petje af.

Page 21: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 192016-3 | Geo-Info

we begeleiding bieden en dat de leerlin-

gen in kleine groepjes in een carrousel de

verschillende onderwijsmodules doorlopen.

Vorig jaar kwam ongeveer 50% van de

leerlingen uit het basisonderwijs en 50% uit

het voortgezet onderwijs.

We bieden lesmodules aan die aansluiten bij

de vakken aardrijkskunde, wiskunde, geschie-

denis en biologie. Zo gaan leerlingen met

het thema duurzame energie aan de slag en

bepalen ze met behulp van digitale kaarten

de beste vestigingslocatie voor een thermi-

sche energiecentrale. Het thema waterma-

nagement komt tot z’n recht als de leerlingen

in drie kwartier een crisismanagementwork-

shop doen. Er dreigt een overstroming en

met behulp van digitale kaarten moeten ze in

vier teams zo snel mogelijk een evacuatieplan

maken. Alle communicatie vindt plaats via de

kaarten die met alle teams gedeeld worden.

Heel populair is de lesmodule GPS-tekenen,

waarbij leerlingen op een 2D-kaart een

creatieve tekening maken en deze tekening

‘getracked & getraced’ over het fort lopen.

Het is een wedstrijd waarbij gezamenlijk

wordt bepaald welk team het mooiste

resultaat heeft behaald. Ongemerkt leren ze

veel over satellieten en navigatiesystemen.” –

aldus Nienke.

Adopteer een school

Petje op Petje af is een spel dat leerlingen

in de klas kunnen doen met hun eigen

leerkracht. Maar wij zetten het dus ook in op

beroepenmarkten. Het spel is interactief en

informatief, waardoor jongeren snel een beter

beeld krijgen wat het vakgebied “geo” nu

allemaal inhoud en dat dit inderdaad meer is

dan topografie en aardrijkskunde. Mijn doel is

om Petje op Petje af groter te maken. Dit door

het spel op vele verschillende locaties uit te

rollen. Hiervoor zoeken we de hulp van geo-

professionals uit het hele land. Het idee is dat

zoveel mogelijk GIN-leden elk één middelbare

school als het ware adopteren en bereid

zijn om 1x per jaar het Petje-op-Petje-af-spel

te draaien. Je hoeft geen kei te zijn in het

presenteren, want het spel spreekt voor zich

en wordt door ons geleverd als PowerPoint.

En wij zorgen ook voor de andere promotie-

materialen.

Wim “Hoe leuk, maar ook belangrijk, als we

straks kunnen zeggen dat wij met elkaar

eraan hebben bijgedragen, dat er straks

een grotere generatie geo-professionals

is opgeleid om ons te ondersteunen in de

complexe vraagstukken die er zijn. Ik vind

het niet alleen heel leuk, maar ben er ook

best trots op dat Nienke juist hiermee actief

aan de slag is!”

Caroline Mönking is werkzaam

bij GeoFort en bereikbaar via

[email protected] .

de geo-sector GoGeo campagne

Uiteindelijk is de missie van GeoFort

om via haar educatieve aanbod meer

leerlingen enthousiast te maken voor een

geo-studie. Heel veel leerlingen, maar ook

docenten, weten niet hoe interessant en

relevant de wereld van geo en geo-ICT

is. Het doel is dus om zo veel mogelijk

leerlingen, maar ook gezinnen naar het

fort te krijgen en daarbij te zorgen dat ze

enthousiast worden. Niet alle leerlingen

kunnen een fysiek bezoek brengen, dus is

het internet ook een belangrijk informatie-

kanaal. In opdracht van Stichting Arbeids-

marktGeo voert GeoFort de GeoGeo

campagne uit, waarmee onder andere de

website GoGeo met daarop alle geo-

opleidingen, maar ook informatie over de

geobedrijven en de potentiële banen voor

de afgestudeerden. Om het nog makkelij-

ker en leuker te maken heeft GeoFort een

digitale studiewijzer gemaakt. Je krijgt 20

vragen te beantwoorden waarna er altijd

een geschikte geo-studie voor je uitrolt!

Leuk om deze studiewijzer zelf te proberen

en te kijken wat je volgens GoGeo de

geschikte studie voor je was geweest...

www.gogeo.nl

Jos Schreurs lid in de orde van Oranje-NassauJos Schreurs te Wessem werd op 26 april onderscheiden tot lid in de

orde van Oranje-Nassau.

Aanleidingen daarvoor waren onder meer de

volgende functies:

• 1974-1984: lid hoofdbestuur Bond van Kadas-

terpersoneel en bestuurslid van de Stichting

Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde

• 2001-heden: secretaris Bond voor Kadaster-

personeel afdeling Postactieven

• 2009-heden: lid van de werkgroepen

Onderwijs en Geodetisch beeldmateriaal

Stichting de Hollandse Cirkel

Van harte gefeliciteerd!

Redactie

Page 22: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

20 | Geo-Info | 2016-3

Verslag

De International Federation of

Surveyors (FIG) heeft op 6 Mei in

Christchurch, Nieuw Zeeland, gestemd

over de locatie voor de FIG Working

Week 2020. Na een presentatie van

de Nederlandse delegatie (Geo-

informatie Nederland, Kadaster,

ITC, Universiteit Twente en GIM

International) is Amsterdam verkozen

boven Interlaken (Zwitserland).

De ‘FIG Working Week’ is een jaarlijkse Internatio-

nale conferentie die deskundigen op het gebied

van landmeetkunde en geografi e samen brengt.

Wetenschappers, beleidsmakers, studenten en

belanghebbenden bespreken tijdens de confe-

rentie belangrijke ontwikkelingen op het gebied

van landmeetkunde en geografi e voor nu en in de

toekomst.

Het voorgestelde thema van de Working Week

in 2020 is ‘Smart Surveyors for Land and Water

Management’. Naar verwachting komen ongeveer

1.500 deelnemers uit de hele wereld naar de RAI

in Amsterdam om de stand van zaken over het

thema met elkaar te bespreken.

Voor GIN hebben met name Guido Quik en Marien

de Bakker veel werk verzet. Samen met een hierin

gespecialiseerd bureau is de aanbieding gemaakt

om het FIG-congres in 2020 naar Nederland te

halen. Hier is veel tijd en energie in gaan zitten.

De belangrijkste doelstelling vanuit GIN is om de

gouden driehoek van overheid, bedrijfsleven en

het onderwijswerkveld een platform te geven.

Ter ondersteuning van de aanbieding is een

delegatie vanuit het bestuur, te weten Peter

Hoogwerf als voorzitter en stemgerechtigde

in FIG, Roosmarijn Haring en Henk Ensink naar

Christchurch (Nieuw Zeeland) afgereisd om het

aanbieding kracht bij te zetten. Het team werd

verder gecompleteerd vanuit het Kadaster door

Dorine Burmanje, Frank Tierolff , Chrit Lemmen,

Kees de Zeeuw, Paul Dijkstra, Marije Louwsma,

Nyncke Emmens en Johan Groot Nibbelink en

Dorus Kruse. Tevens werd een belangrijke bijdrage

geleverd door het ITC met wereldwijde contacten

die worden onderhouden door Liza Groenendijk

en Rohan Bennet. Last but not least was ook

Paul van de Molen aanwezig om zijn bijdrage

te leveren door te lobbyen bij zijn internationale

contacten. Al met al een solide team dat als doel

had stemmen te winnen tijdens de verkiezing om

zodoende de Working Week FIG2020 naar ons

land te krijgen.

Christchurch ligt niet naast de deur. Er moest een

vliegreis van 36-uur worden gemaakt om in Nieuw

Zeeland te geraken. Via verschillende routes en

reisplannen bereikte de Nederlandse delegatie

Christchurch met als doel om op maandagochtend

aanwezig te zijn tijdens de openingsceremonie van

de FIG General Assemblee in de Horncastle Arena.

Bij deze ledenvergadering waren 91 vertegen-

woordigers uit de deelnemende landen aanwezig.

Voorafgaand aan deze ledenvergadering van FIG

was Paula Dijkstra vanuit het Kadaster aanwezig

tijdens de 3e Young Surveyers Network Conference

op zaterdag 30 april en zondag 1 mei. Paula is hierin

zeer actief om de internationale ontwikkelingen op

ons vakgebied te ervaren en te delen.

Op zondagmiddag kon worden deelgenomen

aan een run/walk door het mooie Hagleypark

midden in Christchurch. Hieraan werd deel-

genomen door Liza en Henk. Indrukwekkend

hierbij waren de beelden van deze stad die in

2011 bijna totaal is vernield door twee opeen-

volgende, grote aardbevingen. De ene was een

neerwaartse aardbeving en de tweede een hori-

zontale. Vrijwel alle ondergrondse infrastructuur

was onbruikbaar geworden en alle gebouwen

waren vernield. De stad wordt momenteel vanaf

de grond weer helemaal opgebouwd. Probleem

was/is dat de privégebouwen wel waren verze-

kerd en de overheidsgebouwen niet, waardoor

de opbouw zeer moeizaam verloopt. Een triest

gezicht om de vele kale plekken in de stad te

zien. Dit zijn nu tijdelijke parkeerplaatsen, totdat

de oorspronkelijke gebouwen weer zijn hersteld.

In het centrum is een tijdelijk winkelcentrum

opgetrokken met behulp van zee-containers, die

dienst doen als winkel, bank, bar of cafetaria met

de toepasselijke naam “Re-start”.

Op maandag 2 mei werd de General Assembly

geopend door de President van FIG te weten

mevrouw Chryssy Potsiou (Griekenland).

Een indrukwekkende opening met een soort

van volkslied waarbij alle landen gaan staan

en de eerbied tonen voor de organisatie FIG.

Na het afroepen van de namen van alle landen

werd de conferentie offi cieel geopend.

GIN-bestuur haalt FIG Working

GIN bestuur is er klaar voor. (foto Roosmarijn Haring)

Nederlandse delegatie na de uitslag.

Page 23: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 212016-3 | Geo-Info

Als onderdeel van de agenda mocht Nederland

om 16.00 uur haar aanbieding presenteren

tijdens de vergadering. Chrit Lemmen beet,

met zijn Internationale ervaring en belangrijke

inbreng binnen FIG, het spits af. Met een

zeer professionele fi lm werd de presentatie

geopend. Chrit ging er volledig voor en bracht

op een zeer inspirerende manier onze inbreng

onder de aandacht. Na Chrit werd de presen-

tatie overgenomen door Dorine Burmanje van

het Kadaster. Dorine gaf op een overtuigende

wijze de presentatie een vervolg, waarna het

woord was aan Liza Groenendijk van ITC die de

voordelen van Amsterdam op een puike manier

weergaf. Last but not least was het woord aan

Paula Dijkstra die namens GIN het woord nam

en ons daarmee op energieke wijze op de

kaart zette. Een mooie en indruk achterlatende

presentatie vanuit de Nederlandse delegatie!

Hierna was het woord aan Zwitserland, die op

een introverte manier haar presentatie liet verzor-

gen door haar afgevaardigde. Het voordeel (dach-

ten wij) van Zwitserland was dat zij reeds twee

keer eerder hadden verloren en - daarvan wijzer

geworden - veel lobbywerk hadden gepleegd

achter de schermen. Een geduchte tegenstander

die wij vooraf niet moesten onderschatten.

Op de beursvloer hadden wij vanuit GIN een

stand ingericht met als achtergrond ‘I AMster-

dam’ Zo konden passanten zich alvast in

Amsterdam wanen en een selfi e nemen bij dit

inmiddels beroemde logo van Amsterdam. In de

stand moesten wij stemmen zien te vergaren

en trokken wij veel deelnemende landen naar

ons toe. Met mooie oranje tulpjes werden de

deelnemers bestickerd om zo hun betrokken-

heid en onze zichtbaarheid te tonen. Tevens

hadden wij sleutelhangers met klompjes die gre-

tig aftrek vonden en een collectors item werden

voor velen. Deze waren op zeker moment niet

meer aan te slepen. Roosmarijn kwam op het

idee om dagelijks een bepaalde hoeveelheid uit

te delen anders waren wij er binnen drie dagen

doorheen geweest. Ook hadden wij verschil-

lende Hollandse ansichtkaarten waarmee een

gratis entreekaart voor de FIG-2020 in Amster-

dam of zelfs Interlaken gewonnen kon worden!

Ook hiervoor was veel interesse. Al met al een

goede marketing & communicatie om zo de

nodige stemmen te vergaren. Alle teamleden

gingen er vol tegenaan want wij zouden en

moesten winnen. Erg indrukkend was de onder-

linge samenwerking, terwijl de meesten elkaar

(nog) niet kenden.

Op dinsdag werd door ons een Holland-house

georganiseerd en werden alle deelnemers

uitgenodigd. Het restaurant werd opgesierd

door Nederlandse vlaggen en slingers. De start

was om 17.00 uur en het openingswoord werd

gedaan door Peter Hoogwerf. Het restaurant

was afgeladen vol en er werd door een ieder

wederom gelobbyd om de vereiste stemmen

binnen te halen.

In de hierop volgende dagen werd onze stand

goed bezet en hadden wij veel belangstelling

uit vele landen. Veel teamleden moesten een

presentatie verzorgen, omdat zij deel uitmaak-

Week 2020 naar Amsterdam!

Re-Start na verwoestende aardbevingen in Christchurch. BID Working Week 2020 verdedigen.(foto Roosmarijn Haring)

Team in ‘I AMsterdam’ stand.

Page 24: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

22 | Geo-Info | 2016-3

ten van de diversie commissies binnen FIG. In

totaal waren er meer dan 70 lezingen, waarvan

door Nederland aan 18 sessies een belang-

rijke inbreng werd geleverd. Hierboven een

opsomming van onze bijdragen, de overige

sessie zijn te vinden op www.fi g.net/fi g2016.

Op donderdag werden we vereerd met een

bezoek van de Nederlands Ambassadeur

in Nieuw-Zeeland de heer Rob Zaagman.

Dit heuglijke feit werd gefi lmd door een

Nieuw-Zeelandse televisieploeg. Daarna heb-

ben Peter, Dorine en Frank uitgebreid met

hem gesproken. De ‘I Amsterdam’-achterwand

hebben we aan het einde van het congres

aangeboden aan de Nederlandse Consul

Gerald van Looy die deze zal gebruiken voor

de Nederlandse gemeenschap in Christchurch.

Op de vrijdag werd de FIG Working Week 2016

afgesloten in de Horncastle Arena. Opnieuw de

‘General Assembly’, een zeer formele bijeen-

komst waarbij Peter en Roosmarijn plaatsnamen

achter de Nederlandse vlag die op de tafel

stond. De overige teamleden zaten bij elkaar op

de tribune om de uitslag van de verkiezing te

ervaren. Alle landen brachten hun stem uit door

hun stemkaart in een grote bus te deponeren.

Met veel spanning zaten wij allen op de uitslag

te wachten. Uiteindelijk werd Amsterdam als eer-

ste genoemd met 41 stemmen, Interlaken had

29 stemmen. In alle commotie wilde Henk Guido

feliciteren, die achter hem zat en krakte hierbij

door de rugleuning van zijn stoel van opwin-

ding. Peter mocht daarna het podium op om de

organisatie en stemmers te bedanken voor hun

keuze op Nederland en nodigde iedereen uit

om in 2020 naar Amsterdam te komen.

Naast de formele kant van de Working Week

waren er ook een informele gedeelten in het pro-

gramma opgenomen. Zo was er maandag van

19-22 uur een welkomstreceptie in de Transitional

Cathedral in Christchurch. Op woensdag waren

de FIG-commissies diners.

Op donderdag was het traditionele Gala Diner.

Het diner werd gehouden in het luchtvaartmu-

seum in Christchurch waarin een aantal indruk-

wekkende oude vliegtuigen stonden opgesteld.

Op vrijdagavond gingen wij naar de Rugby wed-

strijd tussen de Crusaders en de Reds, die overtui-

gend door de mannen uit Christchurch werden

gewonnen en daarmee de koppositie innamen in

de Championslea gue wat rugby betreft.

Henk Ensink, bestuurslid GIN.

Nederland in beeld.

Overzicht actieve deelnemers aan presentaties tijdens FIG-2016:

• Paula Dijksta; 3e Young Surveyors

Network Conference,

• Peter Hoogwerf; Director Generals forum

• Chrit Lemmen; Visions and Trends in Land

Administration,

• Kees de Zeeuw; Infrastructure for good

Governance,

• Marije Louwers; GIS and Planning,

• Peter Hoogwerf en Paula Dijkstra;

Mutual Recognition of Qualifi cations,

• Johan Groot Nibbelink; Spatial Planning

Policies Disaster,

• Kees de Zeeuw en Chrit Lemmen;

Fit for Purpose Land Administration,

• Kees de Zeeuw, Rohan Bennet en Paul

van der Molen; New Technologies and

Improvement of Systems,

• Paula Dijkstra; Shaping our Future

Network Young Surveyors Network,

• Paul van der Molen; Impact of Climate

Change and Disaster on Land Rights,

• Liza Groenendijk; Teaching and Learning

for the Future,

• Rohan Bennet, Chrit Lemmen en Kees de

Zeeuw; The Continuum of Land Rights,

• Marije Louwers; Rural Development,

Land Governance and Public Private

Partnerships,

• Liza Groenendijk; FIG Academic Members,

• Marije Louwers; Urban and Cities Planning,

Land Consolidation and Resilience,

• Kees de Zeeuw; Disaster Recovery

Innovations,

• Nyncke Emmens; Planning,

Development and Consolidation of

Land Rights in Crisis Situation.

Ontmoeting met Nederlandse Ambassadeur.

(foto Roosmarijn Haring)

Aankondiging FIG naar Amsterdam. (fotocollage Roosmarijn Haring)

Page 25: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 232016-3 | Geo-Info

De nieuwe generatie GIS-specialisten doet meerjarige masters op dat

gebied. Na hun afstuderen moeten zij op de arbeidsmarkt opboksen

tegen de wat oudere GIS-specialisten, die soms aldoende kennis van

GIS hebben opgebouwd of een cursus GIS hebben gevolgd. Gewoon,

omdat er vroeger geen echte GIS-opleidingen waren. JongGeo vraagt

daarom GIMA-studenten:

Halverwege de twintig, en nu toch echt aan het einde

van mijn studententijd. De doordeweekse avondjes stappen

veranderen langzaamaan in ‘vrijmibo’s’. Met één been sta ik

nog in mijn studententijd, mijn thesis (die écht bíjna af is)

hangt nog als een molensteen om mijn nek. Met het andere

been sta ik al in de werkende wereld, stage lopend bij een

serieus bedrijf en rondneuzend op prestigieuze beurzen.

Ik draag de titel ‘GIS Specialist’, het woordje student staat er

nog maar in het klein naast. Op dit punt in mijn leven wordt

het echt tijd om alles wat ik de afgelopen jaren heb geleerd

toe te passen in de praktijk. Dus hier zit ik, op kantoor, achter

mijn laptop. Mijn stagebegeleider, de ‘echte’ specialist, zit

tegenover mij. Het is een vriendelijke man van eind veertig,

met een avondcursus GIS op zijn CV. Ik vraag me af: was een

cursusje ook genoeg geweest, of is een tweejarige GIS-master

echt meer dan een avondcursus?

Een paar voordelen van de GIS-master zijn evident. In tegen-

stelling tot bij de meeste bedrijven, zijn op de universiteit bijna

alle denkbare datasets beschikbaar, is de software ‘up to date’

en draaien alle verkrijgbare licenties op snelle computers. Wat

dat betreft voelt de wisseling van student naar arbeider soms

als de stap van een sauna in een koud plonsbad.

Maar er zijn ook nadelen aan het volgen van een GIS-master.

Voor mijn studie moet ik elke gedachte die ik heb toelichten

en ellenlange rapporten schrijven die zelfs de beoordelende

docent niet helemaal leest. In de praktijk van het bedrijfsleven

ziet men toch het liefst een mailtje van drie regels, of een

samenvattende afbeelding. Dat is wat minder omslachtig.

Ook de ingewikkelde analyses en modellen die in de college-

zalen besproken zijn lijken op de werkvloer vaak overbodig.

Bij veel bedrijven zijn de simpele analyses - die je wellicht

tijdens een avondcursus leert - genoeg.

Universiteiten en bedrijven gebruiken GIS op een andere

manier. In die tegenstelling ligt misschien het antwoord op de

vraag naar de waarde van mijn opleiding.

Voor wetenschappers bieden Geographical Information

Systems manieren om de ruimte te bestuderen. Zoals alle

academische geografen hebben ook academische GIS’ers het

probleem dat die ruimte – op zichzelf – niet zo interessant

wordt gevonden. Daarom moeten wetenschappelijke onder-

werpen vaak geleend worden van allerlei andere vakgebie-

den, van economie tot sociologie. GIS kunnen onderwerpen

op een slimme en ruimtelijke manier analyseren, vandaar

dat economen en sociologen zoveel interesse hebben in

samenwerkingen met GIS’ers.

Vanzelfsprekend dat ook bedrijven geïnteresseerd zijn in het

gebruik van GIS; vanzelfsprekend ook, dat academische GIS’ers

problemen op een andere manier benaderen dan bedrijven

doen. Waar bedrijven de nadruk leggen op de toepassing

van GIS, kijken geografen naar de achtergronden van de

problemen in kwestie. Wanneer universitair opgeleide GIS’ers

analyses uitvoeren, drukken zij niet alleen op een knopje, maar

begrijpen zij daadwerkelijk wat zij aan het doen zijn. Als er iets

fout gaat weten academische GIS’ers achteraf waarom. En dat

zonder de helpdesk te bellen. Maar maakt dat ze beter dan

cursisten?

Mensen die op de universiteit zijn opgeleid om met GIS te

werken weten wat er in theorie mogelijk is met GIS. Velen van

hen voorzien een wereld waarin nog veel meer problemen

opgelost kunnen worden aan de hand van GIS. Mensen uit

het bedrijfsleven weten wat er in de praktijk met GIS gebeurt

en hoe er concrete problemen mee opgelost kunnen worden.

Avondcursussen zijn vaak genoeg om in te springen op

de directe vragen van de markt. Ze bieden echter niet de

doorwrochte kennis van GIS die in een tweejarige master

geboden wordt.

Mensen met een avondcursus gelden nu nog – anno 2016

– als specialist. Niet onterecht, omdat er maar zeer weinig

mensen zijn die met GIS overweg kunnen. Maar in onze

wereld van technologische vooruitgang en toenemende

innovatiedrang zal dat niet zo blijven. In 2036 zullen er

honderden mensen een GIS-master volgen. Dan zullen de

GIS-analyses van bedrijven vanzelf complexer worden en dan

zal een avondcursus niet meer genoeg zijn om als specialist

door het leven te kunnen.

Maar nu, in 2016, is een avondcursus genoeg om aan de

wensen van de meeste bedrijven te kunnen voldoen.

Corné, Jelle, Sietske & Sjors schreven deze column vanuit de vers opgerichte

studievereniging NODE voor MSc. GIMA (zie www.gima-node.nl,

bereikbaar via [email protected])

Column

Is een GIS- master

meer dan een avondcursus?

C

orn

é, J

elle

, Sie

tske

& S

jors

Page 26: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

24 | Geo-Info | 2016-3

In Geo-Info 2013-8/9 schreef ik over de instroom

in het geo-onderwijs versus de marktvraag.

Een integrale update is nog wat vroeg en laat

ik aan anderen over, maar actualiteiten in het

onderdeel HBO Geodesie vragen nu al om aan-

dacht. ‘Het geo-onderwijs behoort tot de top

van Europa’, aldus het Nederlandse streefbeeld

2020 van GeoSamen anno 2014. In de buurlan-

den Duitsland en België is geen sprake van het

uitfaseren van HBO Geodesie. Op dat onder-

deel van het geo-onderwijs zal het streefbeeld

dus niet worden gehaald. Europees gezien lijkt

de taxatie van de grootte van het onderdeel

Geodesie ook af te hangen van de wetgeving

en met name de al dan niet positieve kadas-

terstelsels. Maar is de Nederlandse kadastrale

strategie ook niet gericht op minder verschil

tussen de juridische en de kadastrale grens?

Voor wat betreft de HFT Stuttgart is haar

toekomstmodel bij het 150-jarig bestaan recent

in de blad aan de orde geweest. In België is

afpaling, splitsing en mutatie van percelen wet-

telijk aan de Landmeter-Expert voorbehouden.

Het belang van goede afbakening van de grens

is hoog in België. Wel kan die Landmeter-Expert

een BSc óf een MSc zijn. MBO landmeten is in

België niet echt ontwikkeld, omdat men uitgaat

van de noodzaak van een BSc als basisniveau!

De hogescholen in Gent en Antwerpen leiden

op tot de BSc-graad. Universitair is het ook

mogelijk om de BSc-graad Landmeten te

halen als aanloop op de MSc-titel. Van de twee

Belgische hogere Nederlandstalige opleidingen

Geodesie is de eerste nu ook in deze GI-bijdrage

betrokken. Jongeren uit het Nederlandse zuiden

des lands bezochten er al open dagen van!

De Nederlandse Stichting Arbeidsmarkt GEO

(SAGEO) bracht er dit jaar ook een werkbezoek.

Hogeschool Utrecht

Sinds 1 september 1954 was het aan de MTS,

al snel HTS, voor de Bouwkunde in Utrecht

mogelijk om een opleiding landmeetkunde

te volgen. In 1987 ging deze HTS op in de Hoge-

school Utrecht (HU). Van veranderingen in het

landmeetkundige studieprogramma getuig-

den zelfs veel edities van vakbladen. In 1996

stond voorin een gespreksverslag met twee

HU-docenten al de vraag ‘Moet er wel een

aparte opleiding voor geodetisch ingenieur

zijn?’ In nummer 2003-0 (!) van Geo-Info werd

geconstateerd dat van de fraaie drie-eenheid

MBO-, HBO- en WO-opleidingen Geodesie in

Nederland nog slechts de HBO-opleiding in

Utrecht resteerde. ‘Ook daar wordt overigens

steeds meer samengewerkt met andere

disciplines binnen de Hogeschool.’ Een artikel

in dit blad over veranderingen bij de HU in 2005

bevatte de passage: ‘Tot slot was de vraag waar

we staan over tien jaar: zijn er dan nog geode-

ten en geo-informatici nodig? De conclusie was

unaniem dat geodetisch vakmanschap nodig

blijft, de zichtbaarheid van het vakgebied

zal door ontwikkelingen als Google-Earth en

TomTom alleen maar verbeteren.’

Aan de Hogeschool Utrecht loopt

de geodetische afstudeervariant

ten einde. Daarentegen kennen

Belgische Hogescholen nog

diverse voltijds Nederlandstalige

afstudeerrichtingen Landmeten

van de bachelor Vastgoed. Duaal is

de praktijk nog andersom.

Door Adri den Boer

Hogere Nederlandstalige

Aankondiging van de Utrechtse opleiding in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, 1954.

Page 27: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 252016-3 | Geo-Info

In 2013 werd uit de mond van docent Frans

de Vroege genoteerd dat binnen het Instituut

Gebouwde Omgeving van de HU er maar

drie grote opleidingen over zouden blijven.

‘De opleiding Geodesie wordt dan hoogst-

waarschijnlijk een specialisatie binnen een

nieuwe opleiding met de voorlopige naam

“Ruimte, Mobiliteit en Leefomgeving”’, aldus

een kernzin van toen. “De moderne opgaven

in grote steden grijpen op elkaar in en om ze

op te lossen moet je niet alleen je eigen, maar

vooral ook andere vakgebieden begrijpen”,

aldus Bas van der Veen, directeur van het Insti-

tuut voor Gebouwde Omgeving van de HU in

2015. Hij was nauw betrokken bij de creatie van

de Bacheloropleiding Built Environment (BBE),

waarin de opleidingen Bouwkunde, Bouw-

technische Bedrijfskunde, Civiele Techniek,

Geodesie/Geo-informatica, Milieukunde en

Ruimtelijke Ordening en Planologie opgin-

gen. “Built Environment leidt op tot diverse

beroepsrollen, in plaats van één beroep. De

stedelijke thematiek is erg verkokerd in het

hbo, omdat er nu nog allerlei aparte opleidin-

gen zijn. Die structuur doet geen recht aan

de problemen in de huidige maatschappij en

hoe die opgelost moeten worden.” Over de

“Bachelor Built Environment” is eerder in dit

jaar al in dit tijdschrift gepubliceerd. Van oplei-

dingsmanager Yvonne Luiken werd daarin de

visie weergegeven van haar instituutsdirecteur

Van der Veen: brede bachelor met stadsin-

genieurs en geen ‘duur’ docentenkorps voor

een specialisme. Het werkveld inclusief SAGEO

- toen in Utrecht niet genoemd – schreef

tevergeefs om een geodetische afstudeervari-

ant of om al in het eerste jaar projectonderwijs

aan te bieden. De hoofdfase Geodesie/Geo-

Informatica is over twee jaar verdwenen, maar

de geo-component niet. De nieuwe hoofdfase

BBE is nog in ontwikkeling en een eventuele

nieuwe geodesie-minor is nog in onderzoek.

Zie voor de duale bacheloropleiding Built Envi-

ronment Geodesie/Geo-informatica (1 school-

dag/week) de website www.werkenstudie.hu.nl.

Daarbij is Geodesie/Geo-informatica als

afstudeerrichting nog niet verdwenen en zelfs

in trek.

opleidingen Geodesie

Verloop in ‘schoolbanken’ (rood=inschrijvingen, blauw=toegevoegde klassenfoto’s).

Gevaar van ‘Utrechtse opleiding’

“De bekroning hiervan is thans de

instelling van het diploma aan de MTS in

Utrecht, nadat in 1948 de nog belangrijker

bekroning, het diploma voor geodetisch

ingenieur, was aanvaard. (…)

Intussen is een ander gevaar denkbaar,

namelijk dat men de opleiding van de

middelbare kracht aan de MTS te zeer

opschroeft. In het bijzonder in de land-

meetkundige wereld zou dit verschijnsel

nog funester zijn dan bij andere techni-

sche beroepen. Ik hoop dat diegenen,

die verantwoordelijk worden voor het

programma aan de MTS zich het funeste

effect van een dergelijke opgeschroefde

middelbare opleiding terdege bewust

zijn. Men zou dan op een andere wijze het

verschil tussen de geodetisch ingenieur

en de middelbare landmeetkundige te

klein maken. Dan zou deze verkleining van

afstand niet in de beroepsuitoefening door

onjuiste taakstelling van de geodetische

ingenieur plaatsvinden, doch in de oplei-

ding. Dat zou kunnen leiden tot verstoring

van het evenwicht door beperking van het

aantal middelbare krachten voornamelijk

tot hen die in en rondom Utrecht wonen

en voor wie Delft te duur is.”

Prof.dr.ir. W. Schermerhorn, oud-adviseur in Landmeetkundige Zaken betr. de Rijkswa-terstaat, ‘De middelbare landmeetkundige als voorwaarde voor het bestaan van de geodetisch ingenieur’, in: lustrumboek Land-meetkundig Gezelschap Snellius 1950-1955, Delft 1955.

In 2016 op internet geen voltijds opleiding Landmeten of Geodesie meer te kiezen, maar duaal nog wel.

Page 28: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

26 | Geo-Info | 2016-3

Geo-ICT Training Center/

Hogeschool NOVI

De website www.geoicttrainingcenter.nl meldt

nu nog over hun variant Geo-ICT Geodetisch:

“Het huidige curriculum van de hbo geodesie /

geo-informatica van de Hogeschool Utrecht zit

erin verwerkt. Aan de landmeetkundige vakken

zoals Geodesie, Waarnemingsrekenen, Fotogram-

metrie en Wiskunde worden hoge eisen gesteld.

De sector heeft behoefte aan landmeetkundige

vakmensen.”

Artesis Plantijn Hogeschool

De website van de Artesis Plantijn Hogeschool in

Antwerpen omschrijft haar opleidingen als volgt:

‘Landmeten is een afstudeerrichting van de

bachelor Vastgoed. De bachelor Vastgoed met

afstudeerrichting Landmeten is een polyvalente

opleiding tot vastgoeddeskundige met een

duidelijke oriëntering naar het landmeten.

Naast bouwkundige basisvakken, recht, ruimte-

lijke ordening, plaatsbeschrijving, expertise en

toegepaste informatica staat vooral het opmeten

van terreinen en gebouwen centraal. Niet alleen

een grondige en praktische studie van topogra-

fie en geodesie komen aan bod, maar ook wege-

nontwerp en landmeetkundige informatica.’

Een vervolgpagina gaat in op het profiel van de

studenten: “Schuilt er een landmeterexpert in jou?

• Je zit niet graag een hele dag achter een

computer, maar trekt ook al eens graag de

buitenlucht in.

• Zou je graag weten hoeveel geld je woning of

je studentenkot waard is?

• Heb je je al eens afgevraagd waarom je in een

bocht op een autostrade niet continu je stuur

moet bijdraaien om niet uit de bocht te vliegen?

• Wil jij weten waarom een indoor-wielerbaan zo

schuin ligt?

• Zou je dat onbebouwd stuk grond in jouw

buurt eens een volledig nieuwe bestemming

willen geven?

• Of heb je je ooit gewoon al eens afgevraagd

wat die landmeters met hun fluo vestjes en

hun driepikkel naast de weg staan te doen?”

De opleiding is geaccrediteerd door de

Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie

(NVAO) tot 2025. De website kent een apart

onderdeel ‘Studenten uit Nederland’ met onder

meer de informatie dat het collegegeld in België

‘aanzienlijk lager is’.

Op 11 januari 2016 bracht SAGEO-bestuurder

Fred Janssen met Marcel Oostland en Henk

Westerbeek (SAGEO/Kadaster) een werkbezoek

aan de instelling. Ze spraken met de Tim Bens,

lector/vakgroepvoorzitter landmeten, en Johan

Verschueren, lector. Ze plaatsten een verslag op

hun website en zij constateerden:

1. Op korte afstand van Nederland bevindt

zich een goed draaiende opleiding Bachelor

Landmeten.

2. Nederlandse studenten zijn welkom en

kunnen zich aanmelden. De belangrijkste

aanpassing van de opleiding zou dan zijn

om het blok “Belgisch recht” in te ruilen voor

een blok “Nederlands recht”. Dit is mogelijk.

Opleidingshoofd Veerle Dockx verklaarde voor

deze GI-bijdrage nader: ‘Dit blok “Nederlands

recht” zal door een Hogeschool in Nederland

aangeboden moeten worden. Wijzelf kunnen

dit niet aanbieden.’

3. De bereidheid tot versterking van de Belgisch-

Nederlandse samenwerking is aanwezig.

De instroom was nu 50 m/v en de uitstroom

(na drie jaar!) nu 15, het zijn jaarlijks wisselende

uitstroomaantallen tussen 10-50.

Een ‘Work & Study’-programma voor werkstu-

denten wordt aangeboden en gaat alleen door

bij voldoende animo. ‘Voor 2016/2017 zijn er

onvoldoende vragen’, aldus opleidingshoofd

Veerle Dockx. Met dit flextraject Vastgoed

Landmeten wordt het mogelijk om studies

Zijn Belgen en Duitsers

gek of wij?

Geo-ICT training center in Apeldoorn: niét van de regen in de drup. (foto auteur)

SAGEO wil toekomstvisie vakgebied

Op 2 februari 2016 was SAGEO uitge-

nodigd in de Special Interest Group

Geodesie/Landmeetkunde/Inwinning

van Geo Business Nederland. De website

www.arbeidsmarktgeo.nl verslaat sinds

3 februari 2016: ‘In een levendige discus-

sie bleek andermaal dat in Nederland

een duidelijke toekomstvisie ontbreekt

op de ontwikkeling van het vakgebied

Geodesie/Landmeetkunde/Inwinning

op alle beroepsniveaus en deelgebieden

(overheid, juridisch, bouw, infra, onder-

grond) en de rol van het reguliere en com-

merciële onderwijs hierbij. SAGEO neemt

initiatief om deze visie te ontwikkelen.’

Het NCG noemt als een van háár taken:

‘Het adviseren van het hoger onderwijs

in de geodesie en de geo-informatie

vanuit een wetenschappelijk perspectief

rekening houdend met de maatschap-

pelijke behoeften.’

DHC-bibliotheek weg uit Utrecht

De vakbibliotheek van de stichting

De Hollandse Cirkel is eind april verwij-

derd uit de ‘built environment’ van de

Hogeschool Utrecht: na een komende

verhuizing zou er geen plaats meer

voor zijn. Bij de officiële opening van de

bibliotheek hoopte stichtingsvoorzitter

Herman Quee nog ‘dat de aanwezigheid van de boeken gebruik door docenten en dus studenten zou stimuleren’ (Geo-Info

2012-8, p. 22). De nieuwe toplocatie voor

de bibliotheek is de ‘Torenkamer’ in het

oude Geodesiegebouw op Kanaalweg 4 in

Delft. Bibliothecaris blijft Wim Vermeulen,

oud-docent van de Hogeschool Utrecht.

Page 29: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 272016-3 | Geo-Info

te combineren met een vaste job, aldus de

downloadbare brochure voor 2016/2017 met

voorop termen als ‘Knelpuntberoep’ en ‘100%

werkzekerheid’.

HoGent

Eenzelfde opleiding aan de Hogeschool Gent

heeft vergelijkbare cijfers en dat is samen nog

niet genoeg uitstroom voor wat België vraagt.

Hun website bevat zelfs een achttal ‘filmpjes land-

meten’, waaronder eentje over de bepaling van

het middelpunt van Oost-Vlaanderen. Vanaf het

eerste jaar kan voor landmeten worden gekozen.

Het praktijkgerichte aspect wordt daar zo beschre-

ven: ‘Ieder academiejaar organiseert de faculteit

een aantal extra-muros activiteiten. Zo verbinden

wij theorie en praktijk vanaf het eerste modeltra-

ject. Zo maak je bijvoorbeeld studie-uitstappen

naar het kadaster, je volgt een particuliere werf

woningbouw en verkavelingen op, je snuistert

rond op de BIS-beurs, je doet plaatsbezoeken voor

schattingen en je vaart mee op een baggerboot

in de Antwerpse haven. Tijdens de meetweek in

het tweede modeltraject trek je er enkele dagen

op uit om in een niet schoolse omgeving een

grootschalige opmeting te doen.’

Slot

Vermeld moet worden dat het Maritiem

Instituut Willem Barendts/NHL Hogeschool

op Terschelling een natte HBO-meetopleiding

blijft aanbieden. ‘Tijdens de opleiding Ocean

Technology leer je hydrografische metingen

te verrichten en de waterdiepte en structuur

van de waterbodem in kaart te brengen. Als

hydrograaf krijg je zeer uiteenlopende opdrach-

ten. Je bereidt projecten voor, installeert en test

de apparatuur aan boord van een meetvaartuig,

je voert meetwerkzaamheden uit en verwerkt

en interpreteert deze gegevens tot kaarten en

rapportages’, aldus de website.

Referenties (chronologisch geordend)• H.J. Hagemans en H. Velsink, Mini-serie ‘Onderwijs’(I). Geode-

sie-onderwijs in helicoptervlucht, in: NGT Geodesia 1996-3,

p. 105-110

• F. Kenselaar, Opleiding in geo-informatie, in: Geo-Info 2003-0 (!),

p. 30

• Jan de Kruijf, Veranderingen bij de Hogeschool Utrecht, in:

Geo-Info 2005-12, p. 563

• Adri den Boer, Instroom geo-onderwijs veelbelovend?, in:

Geo-Info 2013-8/9, p. 39-42

• Adri den Boer, Onderwijsvernieuwing en senioren, in: Geo-

Info 2016-1, p. 36/37

• Adri den Boer, Boekbespreking ‘HFT Stuttgart. 150 Jahre Ver-

messung 1865-2015’, in: Geo-Info 2016-2, p. 17

• www.studiekeuze.hu.nl/nieuws/Built-Environment-gaat-

nieuw-type-stadsingenieur-opleiden

• www.geoicttrainingcenter.nl/bachelor/geo-ict-geodetisch/

• geosamen.nl/wp-content/uploads/2014/11/GeoSamen.pdf

• www.ap.be/wetenschap-en-techniek/opleidingen/landmeten

• www.arbeidsmarktgeo.nl/main.php?mode=news&id=112

Adri den Boer is redacteur van

Geo-Info en bereikbaar via

[email protected].

Website https://fnt.hogent.be/opleidingen/vastgoed/landmeten/

Eén van de Belgische middelpunten. (foto HoGent)

Johan Verschueren heeft 20 jaar ervaring als zelf-

standig landmeter-expert en is lector Vastgoed/

Landmeten aan AP (foto AP)

Folder Landmeten van Artesis Plantijn Hoge-

school (AP) in Antwerpen.

Page 30: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

28 | Geo-Info | 2016-3

Verslag

Hogeschool Utrecht (HU)

organiseerde samen met de TU

Delft en enkele andere partners het

(kostenloze) symposium ‘DefoGuide:

een innovatief model voor

deformatiemetingen’. Het gebeuren

met meer dan 110 deelnemers

(vrijwel 100% mannelijke) was op

donderdagmiddag 19 mei 2016 op

Nijenoord 1 in Utrecht. 

Het symposium markeerde de afronding

van het in 2014 gestarte onderzoek naar een

nieuwe analysemethode voor geodetische

deformatiemetingen en normeringen. Kennis

kon worden gemaakt met het innovatieve

analysemodel dat ontwikkeld is in het project:

DefoGuide. De bijeenkomst was volgens de

persuitnodiging van nu “een vervolg op het

succesvolle kick-off symposium ‘Omgaan met

onzekerheid in de Geodesie’ van mei 2014”. Vol-

gens de website www.hu-conferenties.nl én

volgens het verslag in Geo-Info 2014-4 was het

minisymposium met zékerheid op 13 maart

2014 – en met meer dan 80 deelnemers.

Welkom 

Ir. Hiddo Velsink, programmaleider-onderzoeker

bij het Kenniscentrum Technologie & Innovatie

van de HU, was middagvoorzitter. Hij memo-

reerde bij de opening de subsidie van pro-

gramma Maps4Society. Met het symposium

werd ook aan de daardoor vereiste kennisdisse-

minatie gedaan. Dat naast het plaatsen van het

eindrapport op internet trouwens. Opleidings-

manager drs. Yvonne Luiken, bekend van Geo-

Info 2016-1, vond deformatiemetingen typisch

voor een dichtbebouwde stedelijke omgeving,

‘het kennisveld waar we ons als HU op richten’.

Signaal en ruis

Prof.dr.ir. Ramon Hanssen (TU Delft) sprak over

‘Signaal en ruis in geodetische deformatie-

analyse’. Zijn sheets toonden op diverse ‘schalen’

deformatiesnelheden van en in Zuid-Holland uit

radarsatellietwaarnemingen (‘elke week miljarden

meetpunten in Nederland’). Inzoomen op de

pakweg 300 meetpunten van een gebouw

toonde één blauw punt dat zich door de tijd

systematisch bewoog te midden van vele rood

afgebeelde. ‘Signaal of ruis?’, zo vroeg ‘elk aan-

wezig hoofd’ zich af. Door de data alleen maar te

presenteren werd al aan beeldvorming gedaan,

zo bleek uit het voorbeeld. Werd naar waarne-

mingen, signalen of ruis gekeken? ‘Wat voedsel

is voor de één is bitter gif voor de ander’, zo

citeerde de prof de Romeinse fi losoof Lucretius

HU-symposium DefoGuide

Uitnodiging voor symposium 2016 met bekend plaatje van minisymposium 2014.

Twee sheets van Martin Kodde van Fugro symboliseerden de overgang van de autoritaire ‘deformant’ naar gedeelde verantwoordelijkheid.

Page 31: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 292016-3 | Geo-Info

(99-55 v. Chr.). Wat wil en wat weet de gebruiker,

aldus zijn opvolgende vragen. Antwoorden

op de eerste vraag kunnen bijvoorbeeld zijn:

hoogte, relatieve hoogte, hoogteverandering,

relatieve hoogteverandering, tijdreeksen of

grenswaarden. Wat de gebruiker wéét kan zijn

ruimtelijke of temporele ‘gladheid’, signaalsterkte,

et cetera. Een Latijnse quote van Huygens leerde

diens credo dat of een object in rust of in bewe-

ging is niet te bepalen is. Wel relatief ten opzichte

van andere objecten, zo voegde Newton daar

weer aan toe. Op de vraag hoe je optimaal

gebruik maakt van wat beschikbaar is kwam

weer een prachtzin: meten we wat we willen of

willen we wat we meten? Hanssen voerde een

pleidooi voor een iteratief proces van opdracht-

gever en opdrachtnemer samen, zonder ook

maar iets over de fi guurlijke schutting te gooien!

Normering

Ir. Martin Kodde van Fugro sprak over ‘Nor-

mering: een fundament voor geodetische

deformatie-analyse?’ Hij had zo te horen voor

de zaal de mooiste twee sheets. De ene was

ontleend aan het projectplaatje, ook op de

uitnodiging, en toonde de geodeet als defor-

mant in het centrum staand en omringd door

klanten met vraagtekens in hun spreekwolken.

Alleen hij had een jalon in zijn (linker)hand en

in zijn spreekwolk een uitroepteken! In de door

Omslag eindrapport DefoGuide

(www.hu-conferenties.nl).

Vier workshops

In vier parallelle sessies waren er in twee rondes vier workshops. Als slot was er plenair een

gesprek van workshopleiders met de zaal over de oogst van deze themaworkshops.

Workshop 1: Geen standaardafwijkingen, maar grenswaarden

Precisienormen moeten niet op basis van standaardafwijkingen, maar op basis van grens-

waarden worden geformuleerd. Met “grenswaarde” wordt het begrip bedoeld, zoals het in

de “Delftse school” van de geodesie wordt gehanteerd. Het zijn de grenswaarden van de

kleinste-kwadratenvereff ening van de coördinaten of hoogtes van opeenvolgende tijdstip-

pen. Deze vereff ening van een tijdreeks van coördinaten of hoogtes is wat anders dan de

vereff ening van de metingen van een nulmeting of een herhalingsmeting. Dergelijke veref-

feningen van tijdreeksen worden overigens in de hedendaagse praktijk zelden uitgevoerd.

Men gebruikt spreadsheets met lijsten van coördinaten of hoogtes. Deze spreadsheets gaan

verdwijnen. Het uitvoeren van kleinste-kwadratenvereff eningen en het baseren van normen

daarop is cruciaal voor een goed normeringsmodel voor geodetische deformatie-analyse. Voor

het presenteren van de resultaten zullen de vereff eningsresultaten en de grafi sche weergaves

daarvan worden gebruikt.

Workshop 2: Nauwkeurigheidseisen in een off erte-uitvraag voor deformatieanalyse

In de opdrachtformulering (of off erte-uitvraag) moet voor nauwkeurigheidseisen onderscheid

worden gemaakt tussen:

• De eisen, waaraan het eindproduct moet voldoen (de formulering van de gewenste

registratie en analyse van de deformatie die een object ondergaat, op statistisch verant-

woorde wijze geformuleerd) en de wijze waarop de eisen worden geconcretiseerd (bijv. met

representatieve punten, óf representatieve Delauneydriehoeken, óf een andere wijze van

discretisering);

• De uitvoering van de metingen, de kwaliteit van de meetinstrumenten, de kwalifi caties

van degenen die de metingen uitvoeren en verwerken, de zorgvuldigheid waarmee dat

gebeurt, de wijze van registratie, opslag en beheer en de wijze van analyse;

• De toets of aan de eisen is voldaan (steekproef, statistische toetsing, consequenties van

aanvaarding of verwerping).

• De formulering van de nauwkeurigheidseisen moet zodanig zijn geabstraheerd, dat het

mogelijk is verschillende meettechnieken toe te passen.

Workshop 3: Deformatieanalyse gaat over puntenvelden

Bij deformatie-analyse is het analyseren van één punt, gemeten met geodetische meettech-

nieken op meer dan één tijdstip, zinloos. De analyse moet altijd over meer punten gaan: een

puntenveld. Het puntenveld bestaat uit objectpunten en eventueel referentiepunten. Het eerst

toetsen van de referentiepunten is niet nodig. De analyse vindt gelijktijdig plaats voor referen-

tie- en objectpunten. Wél is altijd “schranking” nodig: het transformeren van coördinaten en

hoogtes, van standaardafwijkingen en correlaties naar een gemeenschappelijke basis. Ook als

de coördinaten en hoogtes al RD-coördinaten en NAP-hoogtes zijn. Alleen dan kan statistisch

verantwoord op relatieve vorm- en grootteveranderingen worden getoetst. En een “absolute

deformatie-analyse” is óók een toetsing op relatieve vorm- en grootteverandering, namelijk

van de objectpunten ten opzichte van de referentiepunten.

Workshop 4: Zelf aan de slag met het DefoGuide-model

Onder leiding van de HU-studenten Wenze Schoonens en Sjoerd Staat maakte men kennis

met de basisprincipes van het DefoGuide-model. Met hun praktische tips & trucs hielpen zij de

deelnemers direct op weg en raakte men thuis in de mogelijkheden van het DefoGuide-model.

Page 32: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

30 | Geo-Info | 2016-3

Kodde bewerkte andere sheet was dat totaal

anders: iedereen (m/v) had een uitroepteken in

de spreekwolk! Dit spoorde overigens met het

projectresultaat. Voorbeelden van normeringen

verschilden bij hem van de Balkenendenorm

tot de HTW en tegen zulke sets afspraken wordt

verschillend aangekeken. ‘Normen creëren

nieuwe markten’ was toch ook een visie, net

zoals die dat ze gedragen moeten worden door

een autoriteit. En daarop volgde natuurlijk een

verwijzing naar DefoGuide.

MOVE3

Gijs Boekelo van Sweco (eerder: 100 jaar

Grontmij) bekende als eerste dat hij zijn vijf

spreekminuten moest kopen. (Sweco was de

hoofdsponsor voor ook de middag.) Zijn titel

was ‘Deformatiemetingen verwerken met

MOVE3’. Dat overbekende vereff eningspro-

gramma van zijn bedrijf was precies dertig

jaar geleden ‘begonnen’, maar nog steeds

niet klaar. Zowel de toegankelijkheid als de

robuustheid konden nóg beter worden en hij

riep gebruikers op tot testen met hun eigen

data. Eigen was ook het MOVE3-standje dat

Sweco onder de latere borrel zou hebben.

Velsink voegde eraan toe dat onderzoek voor

Defoguide uiteraard leveranciersonafhankelijk

was, maar bijvoorbeeld Rijkswaterstaat het

pakket in hun eisen nadrukkelijk noemt.

Cartesiaans model

‘Zo kun je nauwkeurige deformatiemetingen nor-

meren’ was de titel van de slotbijdrage van Velsink

zelf. Geodetische deformatiemetingen worden

conform de Franse wiskundige René Descartes

(1596-1650) vertaald naar coördinaten. Die en niet

de oorspronkelijke waarnemingen zijn voer voor

analyses, ook bij MOVE3. Velsink verwees naar

bestaande productspecifi caties. De ene was voor

deformatiemetingen van Rijkswaterstaat voor

kunstwerken uit 2014 (maar breder gebruikt).

De andere was de Industrieleidraad ter geodeti-

sche bepaling van bodembeweging als gevolg

van mijnbouwactiviteiten. Beide waren door hem

gefi leerd en daaruit volgde een normeringsmo-

del. Uit algemene eisen van een opdrachtgever

moet ‘meetbare discretisatie’ volgen en via meet-

technieken, waarnemingen en een analysemodel

komt men dan tot productnormen. De praktijk

is nu het werken met procesnormen, die geen

ruimte geven voor het hoé van de productie.

Het meer abstracte product van Velsink is: een

verzameling van uitspraken over het deformatie-

patroon van een geo-object. Verwezen zij naar de

eindrapportage met ook formules en Baardaver-

wijzingen. In dit tijdschrift zijn reacties of artikelen

ter zake welkom!

Adri den Boer, redacteur Geo-Info.

Omgaan met zekerheid?

Ook kwaliteitskranten kenden autoriteit toe aan

deformatiemetingen, maar ook aan deformatie-

voorspellingen (!) van landmeetkundige diensten,

bijvoorbeeld NRC Handelsblad van 16 juni 1973.

Adri den Boer

Normeringsmodel van Velsink.

Video van de start van het project (https://vimeopro.com).

Page 33: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 312016-3 | Geo-Info

Kaarten zijn statisch. Ze laten zien hoe een stukje van

de wereld er op een bepaald moment uitzag. De variatie is

in alle opzichten onbegrensd – maar hierop komt het toch

neer. De wereld om ons heen is niet statisch. Sterker nog: die

verandert iedere seconde. Door ingrijpen van de mens, door

de werking van de natuur. Door de stand van de zon, wolken,

regen en wind ziet de wereld er in elk geval voortdurend

anders uit. We denken daar meestal niet diep over na, zo

gewoon is het.

In de wisselwerking tussen de dynamische wereld en

een statische kaart doet zich iets geweldigs voor. We kunnen

reizen door de tijd. De mogelijkheid ontstaat om je een gefun-

deerde voorstelling te maken van de inrichting van een stad,

het verloop van een rivier, het aanzien van de horizon … wat

dan ook. Door juist de omgeving die je goed kent te bekijken

op een kaart van vroeger, zie je als het ware de werking van

de tijd – en de gevolgen daarvan.

Toepassing van digitale technieken geeft deze mogelijk-

heid tot tijdreizen een geheel nieuwe dimensie. Wie kaarten

van dezelfde plek uit verschillende perioden min of meer over

elkaar kan laten ‘bewegen’ ziet het voortschrijden van de tijd

en de gevolgen daarvan voor de inrichting van het landschap.

Een aansprekend mooi voorbeeld daarvan is te zien op

www.topotijdreis.nl. Deze bijzondere applicatie is gemaakt

door het Kadaster in 2015, ter gelegenheid van het 200-jarig

bestaan.

Vanuit een kaart van Nederland kan op topotijdreis

worden ingezoomd, bijna tot op het niveau van huizen en

straten. En vervolgens kun je dan door middel van een schuif

over een tijdbalk het moment van ‘opname’ veranderen.

Zozie je bijvoorbeeld dat de landelijke buurt waar Vincent

van Gogh omstreeks 1882 woonde, aan de rand van de stad,

tussen Den Haag en Voorburg, enkele jaren later door de

opstuwende, stedelijke bebouwing geheel van karakter is

veranderd en onherkenbaar geworden is.

Al dit moois is niets minder dan geweldig. Wie zich de tijd

herinnert waarin ons ‘slechts’ papieren kaarten ter beschikking

stonden, zal daaraan misschien met nostalgie of zelfs heim-

wee terugdenken. Maar de mogelijkheden die wij nu onder

handbereik hebben zijn zodanig snel, actueel en grenzeloos

dat zij alleen maar met groot enthousiasme kunnen worden

begroet.

Is de wereld dan echt alleen maar beter aan het worden

en is er niets meer te wensen over? Natuurlijk niet. Wie zich

verdiept in het aanbod van digitale kaarten en andere inter-

actieve vormen van geografische informatie verheugt zich

al spoedig over de rijkdom en veelzijdigheid – maar wat ook

opvalt is: versnippering. Het lijkt erop dat tal van initiatieven

naast elkaar bestaan en dat van meerdere zijden gepoogd

wordt structuren aan te brengen en producten te laten

bloeien – maar net zo goed is mijn indruk dat er op dit punt

niet, of nog niet voldoende, wordt samengewerkt.

Naar de redenen hiervoor kan worden gegist, maar

enkele liggen voor de hand. Economische redenen, bijvoor-

beeld: met een bepaald product wordt gewoon beoogd

geld te verdienen, en dat doet men gewoonlijk niet voor

een ander. Of redenen van ‘representatieve’ aard: met de

eigen collectie wordt de eigen reputatie en kwaliteit onder

de aandacht gebracht. Of redenen van technische aard: lang

niet overal is de infrastructuur of expertise identiek van aard

en kwaliteit, wat samenwerking op z’n zachtst gezegd niet

vanzelfsprekend maakt.

En de regie dan … overkoepelend, geïntegreerd,

nationaal …? Of die er is weet ik gewoon niet. Uiteraard zijn

er de initiatieven van Digitaal Erfgoed Nederland … maar

die vergen nog een vervolg. Er is HisGis, GeoPlaza … Ik laat

er enkele ongenoemd opdat in reactie op deze column ook

daaraan nog de nodige aandacht kan worden besteed.

De ‘Nationale Strategie Digitaal Erfgoed’ ten slotte is een

impuls vanuit het Ministerie van OCenW, voor samenwerking

en verdeling van verantwoordelijkheden op landelijke schaal.

Dit heeft wel de aandacht getrokken – maar is het genoeg?

Het voert te ver om er hier en nu diep op in te gaan, maar in

dit belangwekkende document komt het woord ‘kaarten’ niet

voor. De komende tijd wil ik graag vaststellen dat dit geen

reden voor ongerustheid is. Van mijn bevindingen houd ik u

op de hoogte.

Reinder Storm

Conservator Cartografie, Geografie en Reizen

Bijzondere Collecties, Universiteit van Amsterdam

[email protected]

Column

Rei

nd

er S

torm

Reden voor

ongerustheid?

Page 34: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

32 | Geo-Info | 2016-3

Inconsistentie na het ‘kaart-

verbeteringsproject’

Zoals gezegd focust het afstudeeronderzoek op

de kadastrale kaart en de basisregistratie groot-

schalige topografie (BGT). De twee kaarten zijn

wat betreft geschiedenis, doel en bronhouders

verschillend. Wel kan de topografie uit de BGT

gebruikt worden als referentie voor de ligging

van kadastrale grenzen. Wanneer de BGT en de

kadastrale kaart tegelijk gebruikt worden dan

is er een redelijke kans dat er verschillen waar

te nemen zijn die ogenschijnlijk niet zouden

mogen voorkomen. Neem als voorbeeld de

muren tussen de woningen in het Tevelshofje,

locaties waar de topografische en de kadastrale

lijn logischerwijs identiek zou moeten zijn.

Figuur 1 is een voorbeeld van hoe deze situatie

in PDOK gevisualiseerd wordt. De panden uit

de BGT zijn rood weergegeven en de kadastrale

percelen zwart.

In het verleden heeft er een ‘kaartverbeterings-

project’ plaatsgevonden. Hierbij is in veel geval-

len de kadastrale grens gelijkgetrokken met

de topografische grens uit de GBKN (figuur 2).

De verschillen kunnen na verloop van tijd weer

toe nemen vanwege niet afgestemde werkpro-

cessen. Het resultaat van dit project is momen-

teel nog steeds waarneembaar wanneer beide

kaarten weer over elkaar gelegd worden.

Narratief Anker

De wetenschapper Koerten introduceert in 2011

het begrip ‘narratief anker’ in de geo-wereld.

Hij onderzocht het slagen of falen van drie

Vanaf 1 januari 2016 is de kadastrale

kaart beschikbaar als open data.

Daarnaast zijn er steeds meer

BGT-gebieden geleverd aan de

landelijke voorziening. Deze twee

losstaande ontwikkelingen

kunnen niet afzonderlijk bekeken

worden. Begin september ben ik

bij mijn masteropleiding “GIMA”

afgestudeerd op de mogelijke

samenwerking tussen het Kadaster

en de bronhouders van de BGT

met als doel om meer consistentie

tussen beide kaarten te bereiken.

Het kadaster was daarbij de

opdrachtgever. Het was een

zoektocht naar gedeelde belangen

van de bronhouders en naar de

wensen van de gebruiker. Met het

openbaar beschikbaar komen

van beide kaarten begin dit jaar

is de eventuele afstemming een

discussie die gevoerd dient te

worden.

Door Alexander Boersema

Consistentie tussen de ka en basis registratie groots

Figuur 1 - Tevelshofje Leiden (bron: PDOK).

Figuur 2 - Project Kaartverbetering.

Figuur 3 - Narratief Anker.

Page 35: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 332016-3 | Geo-Info

initiatieven op het gebied van het uitwisselen

van geo-informatie tussen (semi-)overheidsor-

ganisaties in Nederland. De betrokken partijen

kunnen de initiatieven uitleggen aan hun eigen

achterban op een manier die techniek, tijd en

plaats onafhankelijk is. Hij vond een narratief

anker in de GBKN. Deze basiskaart is een

afspiegeling van de ‘verhalen’ van gemeenten,

nutssector en Kadaster.

Het onderzoek heeft uitgewezen dat het creë-

ren van meer consistentie tussen de kadastrale

kaart en de BGT geen narratief anker is welke

door de BGT-bronhouders en het Kadaster

gedeeld wordt. Dit betekent niet dat het niet

de wens is van beide partijen, maar wel dat de

verantwoordelijkheid enkel bij het Kadaster

ligt. Dit blijkt uit twee enquêtes die verstuurd

zijn. Eén naar de gebruikers van de kadastrale

kaart en één naar de bronhouders van de

BGT. Verder zijn er betrokkenen vanuit onder

andere Dataland, het Kadaster, SVB-BGT en

Geonovum geïnterviewd.

Samenwerking

Uit de enquête die is verzonden naar alle

BGT-bronhouders blijkt dat de meeste

gemeenten, provincies en waterschappen

geïnteresseerd zijn in samenwerking. Nadat

de werkzaamheden rondom de realisatie en

levering van de BGT achter de rug zijn, zouden

de bronhouders kunnen helpen met behulp

van hun gebiedskennis en accurate topografie.

Het streven van de meeste bronhouders is om

de civiele kunstwerken en de gebouwen in te

meten met een 2 tot 5 cm precisie (respectie-

velijk gemiddeld 39% en 46% van het totale

areaal aan civiele kunstwerken en gebouwen).

Dat zijn de belangrijkste referentieobjecten

voor het op de juiste plaats leggen van de

grenzen op de kadastrale kaart. De verant-

woordelijkheid ligt hierbij heel nadrukkelijk

bij het Kadaster. Bij inconsistentie wordt deze

partij erop aangekeken en heeft ook wat uit

te leggen. Daarom is het kadaster op zoek

naar een dialoog met de BGT-bronhouders.

Deze dialoog moet ook gevoerd worden om

gevoeligheden uit het verleden te overkomen.

De enquêtes en de gevoerde gesprekken

maken namelijk duidelijk dat er in het verleden

wel eens ruis op de lijn was.

Gebruikerservaring

De vraag of er een probleem is ligt bij de

gebruikers. Beide kaarten voldoen aan hun

doel, de kadastrale kaart functioneert als

index op de kadastrale registratie bij het

Kadaster en de BGT geeft de topografie zo

accuraat mogelijk weer (afhankelijk van de

bronhouder). De enquête, beantwoord door

een kleine 1.900 gebruikers, laat zien dat

consistentie tussen beide kaarten als minst

belangrijk wordt gezien. Accuraatheid wordt

als meest belangrijk ervaren, vervolgens actua-

liteit en compleetheid. Belangrijk hierbij te

benoemen is dat een hoge accuraatheid voor

beide kaarten automatisch resulteert in meer

consistentie. Een manier om met deze situatie

om te gaan kwam naar voren uit de gedane

interviews:

“Confronteer de gebruiker maar met de verschil-

len, dat zorgt dan weer voor gevolg, zodat

de verschillen weggepoetst gaan worden.”

(Geonovum)

Dit is onbewust al de realiteit. Beide kaarten

kunnen met elkaar vergeleken worden in

PDOK waarvan figuur 1 een voorbeeld is. Wan-

neer deze confrontatie leidt tot het wegpoet-

sen van die verschillen dan moet er wel goed

nagedacht worden over hoe de processen in

te gaan richten:

‘’Als je nou zou zeggen we willen die trottoirband op

de kadastrale kaart met een nauwkeurigheid van 2

tot 5 cm in de kaart hebben en de ondergrond heeft

dat niet en je gaat dan bijvoorbeeld gebruik maken

van het reconstructiemateriaal om die grens er

goed op te leggen en de BGT wordt niet aangepast

dan krijg je natuurlijk weer interpretatie verschillen.

Dan zie je twee dingen die eigenlijk hetzelfde zijn,

als twee verschillende geometrieën gerepresenteerd

worden. Dat is nou net wat we met de vorige

afstemming hebben willen elimineren, zeg maar.

Het is wel heel belangrijk om die afstemming ook

te bewaren. En als je dus geometrisch verbetert, dat

je dan ook inderdaad het bron materiaal mee gaat

nemen. Ik denk niet dat de bronhouders er aan toe

zijn om dat te gaan doen.’’ (SVB-BGT)

Het citaat maakt des te meer duidelijk dat het

Kadaster aan zet is. Het Kadaster is in ieder

geval hard bezig om de kwaliteit van de

kadastrale kaart en de processen die eraan

ten grondslag liggen te verbeteren. Daarnaast

wil het zich transparanter gaan opstellen in

de communicatie over de kwaliteit van de

producten. De toekomst zal leren of de hier

bepleite afstemming er gaat komen!

Alexander Boersema is GIS

analist bij de afdeling Basis-

informatie van de Gemeente

Rotterdam en bereikbaar via

[email protected].

dastrale kaart chalige topografie

Figuur 4 - Eigenschappen kadastrale kaart gerangschikt naar mate van belangrijkheid.

Page 36: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

34 | Geo-Info | 2016-3

Verslag

Het was weer even een ommetje

via Wenen, dat qua vliegverkeer

fungeert als hub voor vele Europese

vluchten naar het zuidwestelijke

deel van ons continent. Waar de

Nederlandse delegatie eerder te

gast was in andere uithoeken van

Europa (Malaga, IJsland, Cyprus,

Moskou) was het nu de beurt aan

gastland Albanië om de verzamelde

geodeten van Europa te mogen

ontvangen.

Vooropgesteld dat het goed is om telkens een

keer op bezoek te gaan bij een van de bij CLGE

aangesloten landen, moet het van m’n hart dat

de keuze voor Tirana wel een heel bijzondere

is. Soms vraag je je af waarom een land met

zo’n deplorabele infrastructuur en instabiele

politieke structuur überhaupt kandidaat lidmaat-

schap heeft aangevraagd om deel uit te gaan

maken van de Europese eenheid. Het Europese

land met de laagste economische activiteit

en de daarvan afhankelijke en in straatleven

zichtbare levensstandaard. Omgekeerd kun je

vaststellen dat de keuze daarvoor ook wel weer

logisch is vanuit de ontstane achterstand die

decennialang is gevoed door te wedden op

verkeerde paarden. Vooral tijdens de tirannieke

en monopolistische regeerperiode van dictator

Enver Hoxha. Hij was secretaris van de Albanese

PvdA en regeringsleider van 1944 tot zijn dood

in 1985. Tijdens die periode ging hij verschillende

vrijages aan met verschillende communistische

ideologieën. Gedurende zijn regeerperiode

heerste hij met ijzeren knoet over een sterk

onderdrukt volk en is het land van een slagregen

in een gestage drup beland. Langzaamaan

opkrabbelend naar een niveau waarop men

weer wil meedoen met de rest.

Vanaf het vliegveld rijden we in een nauwelijks

voor die taak berekende taxi naar hoofdstad

Tirana. Schokbrekers moeten hier wat strakker

afgestemd worden. Onderweg de bordkarton-

nen revolutiebouw passerend, evenals een

aantal afgedankte, desolate, naast het vliegveld

geparkeerde Sukhoj-11 gevechtsvliegtuigen.

Vergane glorie die nooit zo mocht heten.

Albanië is verder voor de westerse passant een

gastvrij land te noemen. Die geldt niet voor

de eigen bevolking: opmerkelijk is wel dat het

merendeel van de geregistreerde vluchtelingen

in Nederland de Albanese nationaliteit heeft.

Er zijn dus grenzen aan plaatselijke gastvrijheid,

of de economische motieven om elders heil te

zoeken zijn sterker dan Blut und Boden. Tijdens

een bustour werd door de gastheer gesteld:

De enige economie die Albanië gaande houdt,

is het onnoemelijk aantal autowasstraten (Lavaz).

Om de 500 meter staat er een langs de weg,

ogenschijnlijk druk bezet met het wassen van

een overjarige Merc. Men is trots op gemotori-

seerd vervoer. Dertig jaar geleden hadden alleen

de partijchefs voertuigen om in de weekends

de datsja’s te bezoeken. Nu heeft bijna iedereen

een auto. Een echte. En die moet gepoetst.

Een nog zoekende economie. Dat betekent

dat er weinig te doen valt op het gebied van

geodesie, landmeten, uitzetten, grondregistratie

en alles wat hier in ons land schijnbaar heel

gewoon is. Waarom dan toch dit beeldbeves-

tigende sfeerbeeld? Ik had het ook kunnen

overslaan.

Ik denk dat het belangrijk is dat wij ons, in het

knusse, aangeharkte landje, realiseren dat we ons

op een scharnierpunt in de tijd bevinden: het

is tijd om onze verworvenheden te delen met

landen als Albanië. Je merkt – ook nu weer, en

geheel buiten de reguliere speeltijd tijdens het

afwikkelen van de CLGE-agenda – dat er enorme

drukverschillen zijn tussen de deelnemende

landen. Op economisch vlak, maar zeker ook in

de sociale en politieke dimensie. Opvallend was

een gesprek met een aantal voormalige USSR-

inwoners. Zonder ooit verhuisd te zijn wonen ze

nu in de Baltische staten. Hoewel betrokken bij

CLGE-General Assemblee Tirana, ‘Wat langzaam groeit, blijft langer’

CLGE General Assembly & “Marine Cadastre” Seminar, 17-19 March 2016, Tirana, Albania.

Page 37: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 352016-3 | Geo-Info

de CLGE-agenda zijn zij toch ook vooral uit op

acceptatie van hun verworven vrijheden. En het

langzaamaan laten groeien van de relaties, want

wat langzaam groeit blijft langer. Ze maken er

geen geheim van om naast de vakinhoudelijke

discussies ook te spreken over hun persoonlijke

bezorgdheid. Hoe duurzaam is de in relatieve

vrijheid opgebouwde vrije economie in hun

land? Bezorgdheid overheerst. Over thuis, maar

ook in gedachten bij een van de landen die niet

aanwezig was: Oekraïne. Over de machtswellust

van een der deelnemende en hun bedreigende

landen. Daarover praten is veelzeggender dan

over de lancering van de laatste Galileo satelliet.

Kennelijk zitten gesprekken daarover hoger in het

register en voelen derhalve ook natuurlijker aan.

Zo’n GA is ook een voertuig voor het maken van

verbindingen. Liefst duurzaam. In lijn daarmee zal

het ons moeite kosten om onze eigen belangen

opnieuw te taxeren. Misschien moeten we eerst

eens geven, voordat we nemen.

Aan de openingswoorden van de uitgenodigde

Minister of Innovation and Public Administration,

Milena Harito heeft het niet gelegen. Zij heette

de hier verenigde geodeten van harte welkom

en gaf in een kort overzicht aan ons mee waar

wij als vakgebied qua ontwikkelingen nu staan

en waar we met behulp daarvan zouden moe-

ten uitkomen. Goed dat dat soort visionairs daar,

in dat land, een invloedrijke rol vervult: er is nog

zoveel te doen. Nog een lange weg te gaan,

daar ter plekke, en in onze bijdrage daarin!

Na de inspirerende openingswoorden werd de

CLGE-agenda afgewerkt: business as usual: een

inmiddels saai en monotoon patroon volgend.

Zelden verrassend en in het midden latend waar

het feitelijk om zou moeten gaan. Een toevallige

passant zou een aandachtig luisterende groep

mensen kunnen zien, de blik gericht op laptop,

tablet of smartphone. Ook hier: een lange weg te

gaan nog! We hoorden presentaties aan vanuit de

deelnemende landen die noch innoverend waren,

noch aanspoorden tot actie. We dronken een glas,

deden een plas en alles bleef zoals het was. Nou ja:

een paar highlights dan toch wel: Joep Cromp-

voets hield een wervend en aanstekelijk betoog

over Euro SDR (spatial data research). Niet alleen de

inhoud was boeiend, maar ook de wijze waarop

dit voor het voetlicht kwam. Een lichtend voor-

beeld hoe we de inhoud van de agenda moeten

vullen: met gloedvolle betogen die ergens over

gaan, of die oproepen tot actie; niet langer dat

geneuzel in de marge. Het is al moeilijk genoeg

voor deelnemers om in een niet-moedertaal de

aandacht erbij te houden tijdens zo’n lange zit-

tingsdag. Meer cabaret, meer reuring lijkt me het

advies! Net als de bijdrage van Alina Hrisku over

de ESA en GSA initiatieven: to the point en in een

schamele tien minuten werd het publiek een stuk

wijzer gemaakt. De rest citeer ik maar niet, want

de essentie is me – zelfs na herlezing van mijn

aantekeningen – grotendeels ontgaan.

De General Assemblee is op vrijdag. Op zaterdag

is er - voorafgaand aan het social event, deze

keer een tour naar het Albaanse berggebied

(Herbergen met hoefijzers) - een reeks workshops.

Hierin worden in het eerste deel de afgelopen

conferentiedag geëvalueerd en samenge-

vat en nieuwe thema’s met elkaar gedeeld.

Marine Cadastre, ELF (European Location Network)

en GNNS met discussies over wat wel en niet is

toegestaan in de diverse deelnemende landen.

De tour naar het berggebied bevestigde de staat

waarin de Albaanse economie verkeert. Als toerist

kun je voor een paar schamele Euro’s kiezen voor

sinds 1945 afgedankt legermateriaal. Duitse hel-

men met kogelgaten. Gasmaskers voor paarden.

Bajonetten. Of, couleure locale: een vilten petje

met daarop afgebeeld de tweekoppige Albanese

leeuw, een paar gebreide sokken maatje 26 met

dito logo of fl interdunne, geslagen koperen

bordjes met dezelfde leeuwen en voorzien van

gestileerde letters aan de bovenzijde: Tirana.

Ook na deze bijeenkomst blijft een belangrijk

onderwerp knagen. Niet alleen bij mij, weet ik

inmiddels. Hoe verder met CLGE? We kabbelen

voort, we bezoeken een uithoek. Maar is iedereen

zich bewust van de onderlinge verschillen?

Negeren we dat of gaan we ermee aan de slag?

GIN heeft een duidelijke missie: we gaan voor

verbindingen. Op inhoud en op relatieniveau.

Vanuit CLGE-perspectief: wij concentreren ons op

de bijzaken.

In de volgende editie (Riga, september 2016) zul-

len we daar eens verder onderzoek naar plegen.

Roelof Keppel, redacteur Geo-Info.

maart 2016

Page 38: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

36 | Geo-Info | 2016-3

De studenten die bij UNESCO-IHE een MSc

komen volgen in een van de vier onderwijs-

programma’s (Water Management, Environ-

mental Science, Urban Water and Sanitation,

Water Science and Engineering) zijn in

verschillende opzichten anders dan studen-

ten die een MSc doen aan een Nederlandse

universiteit. Het zijn mid-career professionals

van gemiddeld zo’n 30 jaar, met ongeveer

vijf jaar werkervaring die reeds een opleiding

hebben afgerond in het land van herkomst.

Ze komen bij UNESCO-IHE studeren om kennis

over watermanagement op te doen die ze kan

helpen bij hun werk in het land van herkomst.

Behalve dat de studenten werkervaring heb-

ben, zorgen de verschillende achtergronden

voor een diversiteit die niet te vergelijken is

met een populatie Nederlandse studenten.

Deze heterogeniteit leidt tot grote niveauver-

schillen in de collegezaal; een aantal studenten

heeft al moeite met basis computervaardig-

heden, zoals het downloaden van cursusdata

en het uitpakken van een zipfile. Daar komt bij

dat kaartleesvaardigheden bij veel studenten

ontbreken, wat ook leidt tot een gebrek aan

ruimtelijk inzicht en een gevoel voor schaal.

Tijdens een intake poll bij een basis GIS-cursus

gaf 10% van de studenten toe niet te kunnen

kaartlezen. Redenen hiervoor kunnen zijn dat er

weinig toegang is tot kaartmateriaal in het land

van herkomst, dat het kaartlezen niet in het

onderwijs zit, dat routes op een orale manier

worden gecommuniceerd en dat de meeste

zich laten transporteren van A naar B, en zich

niet zoals een Nederlandse student elke dag

met de fiets verplaatsen. Dat is wel anders als ze

in Delft komen studeren.

Bij het ontwikkelen van een GIS-curriculum

dient de docent rekening te houden met deze

verschillen, binnen de beperkte tijd die voor de

basis GIS-cursussen wordt gealloceerd. In de

basiscursus met contacturen van slechts vier

dagen, is geen ruimte om de computervaardig-

heden op peil te brengen en kaartleespractica te

doen. In het Environmental Science programma

Geo-informatie is van essentieel

belang voor watermanagement.

Integraal waterbeheer, Delta

Planning en asset management

voor drinkwaterbedrijven

vereisen kennis van GIS en

management van ruimtelijke

data. Bij UNESCO-IHE worden

mid-career professionals

werkzaam in de watersector

in ontwikkelingslanden

opgeleid in alle aspecten van

watermanagement. Naast het

opleiden van professionals

wordt toegepast onderzoek

gedaan. Tenslotte heeft

UNESCO-IHE capaciteitsopbouw

(CD) projecten, waarmee

kennisinstituten, ministeries en

andere watersector organisaties

in ontwikkelingslanden worden

ondersteund met expertise

in watermanagement. In de

opleidingen en projecten wordt

steeds meer gebruik gemaakt van

open source software en open

access data. Dit artikel schetst een

beeld hiervan.

Door Hans van der Kwast

Geo-informatie voor watermana Capacity development voor het gebruik van open source software, open standaarden en

“10% van de studenten

gaf toe niet te kunnen

kaartlezen”

Figuur 1 - Studenten tijdens een cursus bij UNESCO-IHE.

Page 39: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 372016-3 | Geo-Info

wordt dit jaar met kaartlezen geoefend tijdens

de practica ter voorbereiding van het veldwerk

in het Roer stroomgebied later in het curriculum;

hierbij worden veldkaarten met open access data

gemaakt. De Web Map Services van de European

Environmental Agency [1] worden onder andere

gebruikt om voor het veldwerk een indruk van

het studiegebied te krijgen en de ruimtelijke

verbanden tussen boven- en benedenstroom

te verkennen. Op de Markt in Delft zal worden

geoefend met GPS surveys met behulp van een

zelfgemaakte kaart met coördinatengrid. Ook

tijdens het veldwerk zal er veel aandacht zijn voor

plaatsbepaling, schaal en ruimtelijke relaties.

Open source en Open Courseware

De meeste studenten die al eens met GIS in

aanraking zijn gekomen, hebben met ArcGIS

gewerkt. In de meeste gevallen zonder een licen-

tie. De belangrijkste reden die hiervoor gegeven

wordt, zijn de licentiekosten. Hoewel alle

UNESCO-IHE studenten een licentie voor ArcGIS

krijgen, is er in drie van de vier MSc-programma’s

enkele jaren geleden voor gekozen de basis

GIS-cursus met open source software te doen

(QGIS). De belangrijkste redenen hiervoor zijn (1)

dat het bij een basis GIS-cursus over concepten

gaat die software onafhankelijk zijn en dus in elk

desktop GIS-pakket toegepast kunnen worden

en (2) dat studenten geleerd moet worden

dat ze keus hebben uit verschillende software

pakketten voor hun toepassingen en dat ze

met open source toepassingen vergelijkbare

analyses kunnen doen op het gebied van water

management. Dit geldt niet alleen voor GIS, maar

bijvoorbeeld ook voor modelleren. Hiermee kan

worden voorkomen dat dure licenties worden

gekocht door watersector organisaties in

ontwikkelingslanden. Dat geld kan beter gebruikt

worden voor acquisitie van kwalitatief goede

data en het verwerken ervan. Tevens wordt ille-

gaal gebruik van licentiesoftware hiermee tegen

gegaan, omdat studenten in aanraking komen

met alternatieven.

De vraag naar GIS-cursussen met open source

software is de afgelopen jaren toegenomen. De

waterbedrijven in Oeganda hadden bijvoorbeeld

bij Vitens Evides International (VEI), een fonds van

de Nederlandse waterbedrijven, gevraagd om

een QGIS cursus. Samen met VEI heeft UNESCO-

IHE hiervoor een cursus ontwikkeld die online

beschikbaar is gemaakt als Open Courseware [2].

De Open Courseware biedt vrije toegang tot de

lectures, oefeningen, data en screencasts, maar

zonder begeleiding. Indien er toch behoefte is

aan begeleiding kan men zich inschrijven voor

een short course in Delft [3]. Ook kan er voor

organisaties een zogenaamde Tailor Made Trai-

ning (training op maat) worden georganiseerd

die aan specifieke behoeften voldoet.

Spatial Data Infrastructures

Behalve in het onderwijs speelt geo-informatie

een belangrijke rol in de CD-projecten die te

maken hebben met integraal waterbeheer en

Delta Planning. Terwijl in Europa een evolutie

heeft plaatsgevonden van proprietary data

naar open access data, is er in ontwikkelings-

landen nog veel werk te verrichten. In de hele

informatieketen van data acquisitie tot gebruik

valt nog veel te verbeteren.

Hoewel de data verzameld door overheden

in ontwikkelingslanden vaak niet aan onze

kwaliteitseisen voldoet, data acquisitienetwer-

ken niet dicht genoeg zijn en de data slecht

toegankelijk is (op papier, verschillende versies

op USB sticks of harde schijven, gebrek aan

metadata), wordt de data door de overheden

wel gezien als een product waar voor betaald

moet worden. Men kan alleen via de juiste

contacten aan deze data komen.

Om deze situatie te verbeteren helpt UNESCO-

IHE in verschillende landen en stroomgebieden

bij het opzetten van Spatial Data Infrastructures

(SDI). Het gebruik van open source software en

OGC standaarden staat hierbij centraal.

Opzetten van SDI’s is niet zozeer een technisch

probleem maar vergt vooral een cultuurver-

andering. Daarom is er voor de implementatie

een roadmap ontwikkeld, welke voor het eerst

toegepast is in de watersector in Bénin. Voor het

ontwikkelen van het Delta Plan van de Ouémé

was een nationaal water informatiesysteem

nodig, waarmee watersector organisaties in

Bénin hun data kunnen delen. UNESCO-IHE

heeft samen met het Ministerie van Water en het

Nationaal Water Instituut (INE - Institut National

de l’Eau) de roadmap toegepast en het Système

National d’Information sur l’Eau (SNIEAU [4])

opgezet. Een Keniaans geo-IT bedrijf, Upande

Ltd., heeft de technische ondersteuning gele-

verd. In september 2016 zal een door Nuffic gefi-

nancierde Tailor Made Training worden gegeven

die moet zorgen dat het SNIEAU gebruikt gaat

worden in de watersector van Bénin en dat het

beheerd kan worden door INE.

Een ander voorbeeld is de SDI die in het kader

van het door Nederland gefinancierde Mau

Mara Serengeti Sustainable Water Initiative

(MaMaSe, zie figuur 2) is opgezet voor het

stroomgebied van de Mara [5]. Ook hier werd

de technische ondersteuning door Upande

geleverd. Upande werkt in Kenia nauw samen

met Deltares, ITC en UNESCO-IHE.

gement in ontwikkelingslanden open access data voor integraal waterbeheer in ontwikkelingslanden

“Het gebruik van open

source software en

OGC standaarden

staat centraal”

Page 40: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

38 | Geo-Info | 2016-3

Behalve statische GIS-data, zal er ook real-time

data uit het stroomgebied online beschikbaar

worden gemaakt, zoals meteorologische metin-

gen en debiet. Na een training aan de project-

partners (o.a. de Water Resources Management

Authority, WWF, Egerton University, Mara Farming)

is er veel bruikbare data beschikbaar gekomen.

Er worden sessies tijdens de project meetings

georganiseerd om de projectpartners te blijven

engageren, zodat ze hun data delen via de SDI en

op de hoogte zijn van nieuw beschikbare data.

Gebaseerd op het succes van de SDI’s in Bénin

en Kenia, zet UNESCO-IHE nu in op meer SDI’s

voor het delen van data in stroomgebieden en

regio’s, zodat de noodzakelijke data voor inte-

graal waterbeheer steeds meer beschikbaar

komt, en niet ieder project zijn eigen database

en standaarden gebruikt die na het project

niet meer bruikbaar zijn. Het implementeren

van SDI’s en het opleiden van watermanagers

met de Open Courseware GIS-cursussen zal

leiden tot meer (her)gebruik van GIS-data en

de acceptatie van open access licenties voor

essentiële basisdata voor water management.

Het zal innovatie bevorderen, waarbij kennisin-

stituten en entrepreneurs de apps en services

kunnen ontwikkelen waar de overheden

ontoereikend budget voor hebben. Uiteinde-

lijk zal dit de kwaliteit van de geo-informatie

ten goede komen en kan de geo-IT sector in

die gebieden zich ook verder ontwikkelen.

Links1. discomap.eea.europa.eu

2. ocw.unesco-ihe.org

3. www.unesco-ihe.org/short-courses

4. benin.snieau.bj

5. www.mamase.org

Hans van der Kwast is Senior

Lecturer in Ecohydrological

Modelling en GIS docent

UNESCO-IHE Institute for Water

Education. Hans is te bereiken via

[email protected]

“Het opzetten van

SDI’s vergt vooral een

cultuurverandering”

Figuur 2 - Geoportaal van het MaMaSe Sustainable Water Initiative.

Referenties in Vaals?

Op dit object is voor de x en y, de afstand,

de eigen plek de referentie en voor de z lijkt dat

ook zo.

Naast het missen van afwijkende hoogte-refe-

renties wordt er bij verwijzing naar Nederlands

laagste punt ook een r gemist in de plaats-

naam. Nieuwerkerk aan den IJssel ligt dus vol-

gens deze wegwijzer op circa 316 m boven NAP.

Adri den Boer, foto Frans Peelen, Nieuwerkerk aan

den IJssel

Page 41: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 392016-3 | Geo-Info

Hoe zou jij de cultuur van de geo-informatiesector typeren?

Even een kleine steekproef leverde mij het volgende beeld op:

• Introvert.

• Dienstverlenend, vanuit de aard van het vakgebied als enabler

voor andere vakgebieden

• Klant voorop blijft lastig, het tot op de millimeter werken aan

de mooiste kaart spreekt meer aan dan denken vanuit het

gebruik.

• Saai?!

De mensen die er werken zijn ontzettend aardig, bescheiden,

en niet altijd het meest communicatief. De bedrijven in de geo-

informatiesector behoren tot de zogenaamde tertiaire sector

van de economie (commerciële dienst verlening). Waar liggen

de kansen voor de sector? Hoe kunnen we van ons wat stoffige

imago afkomen en onze kwaliteiten te gelde maken?

Afgelopen paar jaar heb ik veel stappen gezet in de bouw-

wereld. Eerst in een rol als assistant-programmamanager voor

de BouwInformatieRaad en sinds ruim een jaar als directeur van

de Stichting BIM Loket. In deze stichting werken zes kennisin-

stellingen waaronder Geonovum met elkaar samen rond de

implementatie van open BIM (Bouw Informatie Management)

standaarden in de bouw. Dit doet zij in opdracht van de

BouwInformatieRaad, een overleg van bedrijven en overheden

die de gehele bouwsector vertegenwoordigt. De bouwsector is

goed voor ruim 5% van het BBP van Nederland. De bedrijven in

deze sector behoren tot de secondaire sector van de economie,

de grondstoffenverwerkende industrie. Voor vernieuwing van

de sector is ketensamenwerking van groot belang. De bouw

wordt steeds complexer en ze moet organisatieoverstijgend

samenwerken. Dat is lastig, want de bouw is sterk gefragmen-

teerd. Dat komt doordat in de bouw projecten in fases zijn

opgeknipt (ontwerp, realisatie, beheer en onderhoud), de keten

gefragmenteerd is (architect, aannemer, installateur, leverancier,

etc.) en er samengewerkt wordt in tijdelijke, opportunistische

samenwerkingsverbanden. Het resultaat is een bouwsector met

een groot aantal brancheverenigingen (Bouwend Nederland,

NL Ingenieurs, BNA, Uneto-VNI, FME voor toeleveranciers, etc.)

en een groot aantal kennisinstituten. Daardoor is lastig te orga-

niseren en te moderniseren. De bouw werkt nog grotendeels

hetzelfde als honderden jaren geleden. Daar waar de vliegtuig-

bouw en de auto-industrie allang vernieuwd zijn met ICT is dit

in de bouw nog maar mondjesmaat. Het is wachten op de Über

in de bouw. De BouwInformatieRaad stimuleert samen met

het BIM Loket de implementatie van BIM in de bouw. Dit is een

reddingboei maar ook potentiële springplank voor vernieuwing

van de bouw, die vraagt om een verandering van cultuur naar

meer samenwerking en transparantie.

Hoe is de cultuur in de bouwsector te typeren? Ook hier even

een kleine steekproef:

• Taakgericht, het resultaat staat voorop.

• Er gebeuren veel dingen dubbel, discussies worden snel

politiek.

• Klant staat ook hier niet voorop, verre van gezien de ca. 10

% faalkosten die er nog steeds zijn in projecten, groten-

deels veroorzaakt door slechte communicatie.

• Harde wereld (“vechtcontracten”).

Zoals een directeur van een bouwbedrijf het vorig jaar omschreef:

er zijn veel wedstrijdjes “wie heeft de langste”. Bij samenwerking

in de bouw gaat het al gauw over macht in plaats van een

optimaal proces. De mensen die er werken zijn hardwerkende

professionals, autonoom, soms eigenwijs en weinig commu-

nicatief. Ze zijn net als de “geo’s” ontzettend aardig maar niet

altijd transparant. Overtuigd van het eigen gelijk, bij weerstand

“leggen we het nog een keer uit”. De harde taakgerichte cultuur

is verklaarbaar vanuit het komen tot een oplevering van een

bouwwerk, maar voor samenwerking is meer nodig. Hoe heb

jij zelf de cultuur in de bouw ervaren? Je hebt het vast wel eens

meegemaakt, bij een verbouwing van je huis bijvoorbeeld: was

het op tijd en binnen budget af, zonder gebreken? Lijsten met

opleverfouten vinden we normaal, maar dat is het niet!

Het is dan ook wel de ultieme uitdaging om in zo’n omgeving

samenwerking voor elkaar te krijgen, één van de uitdagingen

van het BIM Loket. “Bij deze wedstrijdjes ben jij natuurlijk in het

voordeel”, constateerde de directeur van het bouwbedrijf, die zich

direct na de start van het BIM Loket bij mij had gemeld. Dat klopt,

want ze zijn ook weer veel te aardig om dat spel te spelen als ik

aan tafel zit. En de grap is juist dat wie de kortste heeft, aan het

langste eind trekt. En dat doen we dan uiteindelijk met zijn allen!

De geo-sector heeft met zijn dienstverlenende cultuur een

hoop te bieden aan de bouw. Samenwerken doen we al

heel lang. Onze visie GeoSamen getuigt hoe sterk dit in onze

haarvaten zit. Laten we de bouw opschudden met onze

kennis en ervaring rond data en informatie. Laten we onze

samenwerkingsvaardigheden en de dynamiek in de bouw

gebruiken om de laatste stofnesten van ons af te werpen!

Jacqueline Meerkerk

Directeur JM Management B.V.

[email protected]

Column

Jacq

uel

ine

Mee

rker

k

Beter op elkaar bouwen in de bouw

Page 42: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

40 | Geo-Info | 2016-3

Aanleg stadswarmtenet Amsterdam-Noord vraagt om een modern systeemA.Hak investeert in nieuwe Topcon inmeetapparatuur voor project Noorderwarmte

Het bedrijf A.Hak doet dagelijks inmeet- en uitzetwerk voor

weggelegd voor de landmeter.

Wie is A.Hak?

Page 43: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 412016-3 | Geo-Info

Werkwijze

Meer weten? Topcon Nederland en

www.ahak.nl/noorderwarmte

warmte van de stalen leidingen op te vangen.

Page 44: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

42 | Geo-Info | 2016-3

Verslag

’t Had ongetwijfeld met de vakantieperiode te maken en met een fl ink aantal afwezige GIN-bestuursleden

op weg naar Christchurch; de opkomst bij deze editie van de jaarlijks weerkerende voorjaarsbijeenkomst

van GIN trok wat minder bezoekers dan verwacht. Dat lag zeker niet aan het programma of de gekozen

locatie! In een mooi drieluik werden de volgende onderwerpen toegelicht of op de bühne gebracht:

Landscape-modelling door Sander Oude Elberink van het ITC, Kingsday routing and Big Data door Marcel

Broekhaar van de gemeente Zwolle en SmartMaps door Aale Boek van de Antea Group. En dat alles in het

fraaie, op organische wijze ontworpen gebouw van het ITC in Enschede. Dat het gebouw recht deed aan

zijn organische oorsprong werd benadrukt door een zweem van organische stoff en in de lobby: de zware

regelval van de laatste dagen had het rioolstelsel op de proef gesteld.

Na de warme welkomstwoorden en toelich-

ting op het programma door Carline Amsing

van GIN Oost, overigens in het Engels, want

een deel van de aanwezigen resideerde op

het ITC en bleek de Nederlandse taal niet

machtig, werd met volle vaart begonnen

aan het programma. Overigens niet nadat

Mark Verlaat, secretaris GIN, een oproep aan

de aanwezigen deed om toch vooral de

profi elgegevens op de persoonlijke pagina

van onze vorige jaar vernieuwde GIN-website

in te vullen; met die gegevens kunnen we veel

beter acties ondersteunen en persoonlijke

aandacht geven aan onze leden. Die oproep

herhalen we hier dan nog maar eens!

Sander Oude Elberink memoreerde de historie

van het ITC, in 1950 opgericht door Schermerhorn

en toentertijd vooral gericht op luchtfotogram-

metrische opleiding van studenten uit de minder

Bijeenkomst GIN Oost

De sprekers op een rij, v.l.n.r.: Sander Oude Elberink, Aale Boek, Marcel Broekhaar en Carline Amsing van

GIN Oost.

Aale Boek tijdens zijn bijdrage aan het programma. Carline Amsing introduceert de sprekers.

Page 45: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 432016-3 | Geo-Info

ontwikkelde landen. Beeldinterpretatie en

kartering waren en zijn belangrijke elementen in

deze opleiding. Vandaag echter zoomde Sander

in op de Nederlandse situatie waarbij het ging om

3D TOP10 en de inzet van puntenwolken daarbij.

Welke beelden ontstaan bij combinatie van de

topografi sche kaart en LiDAR-puntenwolken en

wat kunnen we met het fuseren van deze bestan-

den en welke toepassingsgebieden zouden

hierdoor ontstaan? Hij liet aan de hand van een

reeks voorbeelden zien dat door de hoogte (de

z-coördinaat) in een in intensiteit toenemende

kleurenreeks weer te geven er een indruk in

3D van de betreff ende terreinsituatie ontstond.

Belangrijk aspect daarbij is wel het tijdsaspect: in

welke periode is de LiDAR-data ingewonnen en

hoe verhoudt dit zich tot de actualiteit van de

onderliggende topografi sche informatie? En wat

te doen met de verschillen in modellen (zoals BAG

en BGT), die bijvoorbeeld afwijkende defi nities

hebben met betrekking tot de afbeelding van

een pand: de één hanteert de verticaalprojectie,

de ander geeft de voetafdruk op maaiveldniveau

weer. Dat heeft gevolgen bij het combineren van

deze data met LiDAR-puntenwolken. Vervolgens

liet Sander aan de hand van een paar voorbeel-

den zien hoe de hoogte van een aantal kruisende

topografi sche lijnen door ruimtelijke interpolatie

van naastgelegen ‘bekende’ hoogtepunten tot

stand kan worden gebracht. Dat bij het opstellen

van de regels om een terreinmodel op deze wijze

te vervaardigen ook een aantal voor de hand

liggende axioma’s werd gehanteerd was over-

duidelijk: ‘Water is fl at’, was de veronderstelling.

Met deze en andere aannames, zoals vastgelegde

voorwaarden, bedoeld om de integriteit en logica

van de opgeslagen gegevens te bewaken, is van

heel Nederland een landschapsmodel opge-

bouwd. Hiervoor is Nederland verdeeld in 30.000

tegels waarop een enorme rekenkracht (SARA)

is losgelaten. Waar anders 18.000 processoruren

voor nodig waren is dit m.b.v. van deze supercom-

puters gereduceerd tot 800 uur.

Het hebben van dit model is één, maar het

bijhouden en actualiseren ervan is twee. Hoe

doe je dat, welke middelen voor mutatiedetec-

tie staan ter beschikking? En welk niveau van

Aandachtig luisteren naar de bijdragen.

Sander Oude Elberink tijdens thuiswedstrijd.

Marcel Broekhaar in z’n element. Aale Boek stelt en poneert.

Page 46: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

44 | Geo-Info | 2016-3

detail (LoD) wil je in het eindproduct terugzien?

Momenteel lopen hiernaar onderzoeken waar-

bij de 2D-BGT en de puntenwolken uit AHN3

gebruikt zullen gaan worden, waardoor er met

slimmere algoritmes en slimmere combina-

ties steeds beter gemodelleerde en actueler

3D-informatie beschikbaar komt.

Hierna nam Marcel Broekhaar ons mee in een

virtuele tour door Zwolle, waar de dag tevo-

ren Willy en Maxi nog te bewonderen waren

geweest en daarbij in een strak van te voren

geregisseerde stadswandeling figureerden.

Ook Marcel ontkwam niet aan een stukje Zwolle-

promotie door de aanwezigen te vragen: ‘Who

of you thinks Zwolle is a nice town?’, wetende

dat het merendeel hierbij de hand zou opsteken.

Om de vragen te beantwoorden die bij een

dergelijke stadstour spelen, denk aan bereik-

baarheid, veiligheid, communicatie, groepsdy-

namiek en parkeren, is data nodig. Veel data.

Marcel schetste kort zijn roots: werkzaam voor

de afdeling onderzoek en informatie bij de

gemeente Zwolle, waar ondersteunend aan de

bedrijfsvoeringprocessen gewerkt wordt met

toegepaste statistiek en GIS-systemen.

Door het inzetten van deze middelen tijdens

het (mede-)voorbereiden van de stadstour tij-

dens Koningsdag vatte hij het als volgt samen:

‘Better events with (Big) Data’.

Wil je inzicht hebben dan moet je gebruik

maken van bestaande en nog in te winnen

datasets en deze slim combineren tot informa-

tie. Deze leiden uiteindelijk tot maatwerkoplos-

singen. Om daar te komen moet je regelmatig

buiten de bestaande kaders denken. Dat pro-

ces van ‘ontdekken’ kun je versnellen door

zogenaamde hackathons te organiseren. Hierbij

ontstaan de fraaiste antwoorden op vragen die

nog maar nauwelijks gesteld zijn en uiteindelijk

wel van belang zijn om zicht te krijgen op

de werkelijkheid. Zo is er in een hackathon

geëxperimenteerd met de vraag: welke mensen

in onze gemeente hebben zorg en aandacht

nodig en waar zitten ze? De zoektocht in zo’n

proces is interessanter dan het bereiken van het

einddoel. Je hebt er wel een aantal betrokken

en enthousiaste mensen bij nodig en dan zie je

dat je gezamenlijk ergens uitkomt. In dit geval

is men er met behulp van deze hackathon in

geslaagd om betere verbindingen te leggen

tussen vraag en aanbod. Dat leidt meestal tot

het verbinden van al aanwezige kennisbanken

en deze combinatie inzetten op de vraagkant.

Over de inmiddels verzamelde data op

Koningsdag (waar waren de concentraties, hoe

verging het de hulpdiensten, welke bewegin-

gen kunnen we monitoren?) zal binnenkort

een vervolg hackathon komen. Marcel kon in

zijn slotzin een glimlach niet onderdrukken:

het is plezier en door wat wij doen maken we

Zwolle een betere plaats om in te leven, te

wonen en te werken.

De derde spreker was Aale Boek, van Antea

Group, die ons meenam in zijn Smart M.apps.

Overigens is dit een productnaam waarmee de

leverancier deze en soortgelijke oplossingen in

de markt zet. Als betrokkene bij ruimtelijk beheer

in met name stedelijk gebied gaf hij aan de hand

van een praktijkcase aan waarmee je bestuurders

kunt interesseren voor ruimtelijke vraagstukken.

Hiervoor werd een Engelstalig filmpje getoond

met daarin weergegeven een vraagstuk uit een

gemeente in het noorden van het land. Door een

goede combinatie van data, ICT en informatie en

dat toegankelijk weer te geven in een overzich-

telijk dashboard zijn besluitvormingsprocessen

aanzienlijk eenvoudiger geworden. Uiteraard

stelt dat wel eisen aan het verzamelen van de

juiste bouwblokken. Aale gebruikte daarbij het

voorbeeld van het bouwen van een dinosauriër

met LEGO-blokken door zijn zoontje. Uit die hele

doos bouwblokken moet je wel de juiste pakken

om tot het gewenste eindresultaat te komen.

In zijn werkelijkheid gaat het om het verzamelen

van bouwblokken die geschikt zijn voorgebruik

richting verschillende doelgroepen: bestuurders,

beheerders openbare ruimte, technici en bewo-

ners. Kernvraag bij combinatie en presentatie

van data is altijd: wat is de betrouwbaarheid, de

nauwkeurigheid, de actualiteit, de volledigheid

en juistheid?

Na afloop konden de aanwezigen nog even

bijpraten. We danken het ITC voor de genoten

gastvrijheid en het ‘vrijhouden’ van de GIN-kas

voor de versnaperingen!

NB: De presentaties van deze GIN-meeting

zijn te vinden op de GIN-website

www.geo-info.nl/over-gin/regios/regio-oost

Roelof Keppel, redacteur Geo-Info.

Even voorstellenMag ik mij even voorstel-

len? Mijn naam is Boukje

Vreman en ik zal per 1 juni

de rol van community

manager binnen GIN op

mij nemen.

Na jarenlang in verschil-

lende communicatiefunc-

ties gewerkt te hebben, ben ik in januari dit

jaar mijn eigen bedrijf, Beecause Communi-

catie & Projecten, begonnen. Met mijn bedrijf

zorg ik ervoor dat de communicatiedoelstel-

lingen van mijn klanten op creatieve, efficiënte

en economische wijze gehaald worden. Ik ben

dol op alles dat met communicatie te maken

heeft. Of het nu gaat om het uitzetten van een

communicatiestrategie, copywriting of com-

munity management, mijn hart gaat er sneller

van kloppen.

Op de kaart

De ‘geo-wereld’ is mij niet vreemd: Ik ben een

aantal jaren werkzaam geweest als eindredac-

teur bij de vaktijdschriften GIM en Hydro Inter-

national, waar ik met veel plezier en inzet heb

gewerkt aan het vergoten van de zichtbaarheid

van deze twee magazines en het opbouwen

van een trouw en actief ledenbestand.

Ik vind het een prachtige uitdaging om, na GIM-

en Hydro International, ook GIN op eenzelfde

manier op de kaart te zetten en om een

geëngageerde community op te bouwen, waar

geo-professionals elkaar kunnen ontmoeten en

inspireren, kennis opdoen en informatie delen.

Bouw mee!

Een community bouwen gaat echter niet van-

zelf. Daarom doe ik een beroep op jou! Bouw

mee aan het succes van onze GIN-community

en help de vereniging groeien! Jij bent GIN.

Heb je daarom suggesties of barst je van de

creatieve ideeën? Wil je dat we meer evene-

menten organiseren? Wil je zelf iets bijdragen?

Deel het! Dat kan uiteraard via onze portal,

of gewoon door mij een mailtje te sturen via

[email protected].

Ik kijk ernaar uit om je te ontmoeten. Online

op het forum, of offline tijdens een van de

GIN-bijeenkomsten. Tot binnenkort!

Boukje Vreman

Page 47: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 452016-3 | Geo-Info

Gedetailleerde en op handelingen gerichte bestek-

ken in plaats van functionele bestekken

De bestekken waarop wordt gegund zijn vaak

erg gedetailleerd opgesteld en geven aan welke

handelingen de opdrachtnemer moet verrichten.

Dit kan een gevoel van miskenning en frustratie

bij de opdrachtnemer veroorzaken (deze zal snel

en terecht denken “Ik ben toch de expert?”) en

kan een rekening voor meerwerk tot gevolg heb-

ben voor de opdrachtgever (“Het moest toch zo

volgens het bestek?”). De problemen die hieruit

voortvloeien kunnen worden voorkomen door

ICT-projecten functioneel aan te besteden [2],

een werkwijze waar ook de Algemene Reken-

kamer (AR) [3] en Commissie Elias (CE) [4] grote

voorstanders van zijn. Wel moet hierbij worden

opgemerkt dat AR en CE conclusies trekken over

en aanbevelingen doen aan de Rijksoverheid,

terwijl Geo-ICT-projecten voornamelijk decen-

trale overheden (gemeenten) als opdrachtgevers

kennen. Maar hierbij past de relativerende

opmerking, dat naar onze ervaring de situatie bij

de Rijksoverheid niet veel anders is dan bij decen-

trale overheden. Weliswaar kan de schaalgrootte

anders zijn, maar de essentiële aspecten blijven

overeind!

“Creeping scope”

Vaak dijen volgens de AR ICT-projecten bij de

Rijksoverheid uit door steeds weer nieuwe, poli-

tieke eisen van de opdrachtgevers en de wens

van opdrachtgevers om de nieuwste technologi-

sche ontwikkelingen in de ICT-projecten te incor-

poreren. In projectmanagementjargon wordt dit

uitdijen “creeping scope” genoemd. Dit kan tot

veel meerwerk leiden aangezien de oorspron-

kelijke opdracht niet in deze wensen en eisen

voorzag. Bij Geo-ICT-projecten zullen niet zo vaak

politieke ontwikkelingen in het project moeten

worden geïncorporeerd. Geo-ICT wordt immers

(nog) niet vaak gebruikt bij politiek gevoelige ont-

wikkelingen, maar betreft meer het beheer en/

of de instandhouding van de openbare ruimte

(dat kan wel veranderen, bijvoorbeeld wanneer

Geo-ICT wordt ingezet om klimaatverandering te

voorspellen en te monitoren).

Het gevaar van slechte beheersbaarheid door de

wens om de nieuwste technologische ontwikke-

lingen in het desbetreffende Geo-ICT-project toe

te passen geldt echter des te meer. Immers, in de

geo-sector geeft het veel status en gezag als men

innovatief bezig is. Het gevaar dat een Geo-ICT-

project onbeheersbaar wordt doordat men de

nieuwste technologische ontwikkelingen in het

project wil incorporeren is dan ook levensgroot.

De opdrachtnemer van geo-software kan wat

betreft innovatie zowel olie op de golven als op

het vuur gooien, met andere woorden, hij kan

de beheersbaarheid van het Geo-ICT-project en

de mate van vertrouwen dempen en versterken

en dus enorm beïnvloeden, ook al beslist de

opdrachtgever uiteindelijk over de in te zetten

innovatie.

Organisatorische complexiteit

Ook noemt de AR organisatorische complexiteit

als oorzaak voor slechte beheersbaarheid van ICT-

projecten. Dit gevaar geldt in ruime mate voor

de Geo-ICT. We kennen allemaal de voorbeelden

dat bestanden moeten worden opgebouwd en

bijgehouden door een veelheid aan bronhouders

met alle risico’s van slechte beheersbaarheid

van dien. De opdrachtnemers van geo-software

kunnen wel wijzen op complexiteit, maar

kunnen deze niet sterk beïnvloeden. Hier zullen

met name de opdrachtgevers wijsheid moeten

betrachten.

Zorg daadwerkelijk voor de belangen van de

opdrachtgever

Als de opdrachtnemer klakkeloos alle door

de opdrachtgever geopperde uitbreidingen

accepteert en op alle wensen ingaat is het

risico levensgroot aanwezig dat er een sfeer van

wantrouwen ontstaat. Zo kan de opdrachtgever

geconfronteerd worden met stevige meerkosten,

als de opdrachtnemer alles doet wat gevraagd

wordt zonder een oprechte dialoog aan te gaan

en misschien wel eens “nee” te zeggen. Het is

beter om klantgericht te zijn dan “klantgezwicht”!

Certificering

Certificering is een middel om de deskundigheid

van de medewerkers van de opdrachtnemer te

waarborgen. Volgens de CE kan certificering een

goede rol spelen bij de waarborging van kwaliteit

(en dus bij het versterken van het vertrouwen

tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers

van ICT-projecten). De CE bepleit op pagina 147

van haar rapport certificering, omdat volgens

de CE de kwaliteit van degenen die in de ICT

werken, onder de maat is. Certificering is op zijn

beurt gekoppeld aan permanente educatie.

De geo-wereld is al lang met het onderwerp

Het vertrouwen tussen

opdrachtgever en opdrachtnemer

bij Geo-ICT-projecten is nu nog

vaak gebaseerd op een jarenlange

relatie maar dat zal ongetwijfeld

gaan veranderen door strengere

aanbestedingswetgeving.

Bij de beeldvorming over het

vertrouwen spelen naar onze

mening onderstaande aspecten

een rol. Deze aspecten zijn deels

ontleend aan de rapportage van

de Commissie ICT, ook wel de

commissie Elias [1].

Door Jos Anneveld en Ronald Vroom

De zorgplicht van leveranciers van geo-software

Page 48: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

46 | Geo-Info | 2016-3

certificering bezig. Sommigen in de geo-sector

zijn van mening dat certificering zinvol is, anderen

vinden dit niet. Een van de verenigingen waaruit

GeoBusiness Nederland is gevormd, de VNBG,

kende al een vorm van certificering. Deze is

overigens bij de vorming van GeoBusiness

Nederland niet blijven bestaan. Het Bureau van

GeoBusiness Nederland geeft bij navraag aan dat

het certificering belangrijk vindt, dat certificering

wat de branchevereniging betreft een zaak is van

samenwerking tussen bedrijfsleven (GeoBusi-

ness Nederland), overheid (met name KING,

Geonovum, SVB-BGT en geledingen vanuit I&M)

en onderwijs & wetenschap. Bij deze breedte is

volgens GeoBusiness Nederland naleving beter

te organiseren dan bij aanpak door GeoBusiness

Nederland alleen. Daarom is certificering volgens

GeoBusiness Nederland een zaak van lange

adem. Overigens zijn op Europees niveau (CLGE)

tendensen naar certificering zichtbaar, waarbij

GeoBusiness Nederland zich aansluit.

Centrale vraag van dit artikel

Wij verwachten in ieder geval een versterking van

het vertrouwen wanneer we voorgaande onder-

werpen goed in het oog houden, in het bijzonder

het toepassen van functioneel aanbesteden.

Daardoor zal minder of liever nog geen meerwerk

spelen.

De centrale vraag van dit artikel is nu of de

opdrachtnemers van geo-software daarnaast

door goede invulling van hun zorgplicht het

vertrouwen tussen opdrachtgever en opdracht-

nemer bij de nieuwe aanbestedingswetgeving,

waarbij jarenlange relaties minder tellen, kunnen

versterken.

Daarbinnen is het voor ons een vraag in hoeverre

de gedragsregels van branchevereniging Geo-

Business Nederland of andere gedragsregels een

rol bij de inkadering van het begrip “zorgplicht”

met betrekking tot geo-software spelen. In het

navolgende gaan wij in op de mogelijke bijdrage

van deze gedragsregels aan een werkbare en

afdwingbare regeling van de zorgplicht.

Enige begrippen

In dit artikel zijn de volgende begrippen van

wezenlijk belang, die in een aantal voetnoten

verder zijn uitgewerkt: zorgplicht [5], gedragscode/

gedragsregels [6] en beroepscode [7].

Gedragscode in de geo-sector

Er is een gedragscode van GeoBusiness Neder-

land [8], de branche-organisatie van geo-bedrij-

ven in Nederland, die in dit kader van toepassing

is op de leden van GeoBusiness Nederland die

opdrachtnemer zijn in projecten waarin geo-

software wordt ingezet of verkocht.

Er staan twee sets gedragscodes van GeoBusiness

Nederland op de site van GeoBusiness Nederland,

één set van 16 november 2010 en één set van 13

november 2008, gekoppeld aan het Huishoudelijk

Reglement. Bij navraag aan het Bureau van Geo-

Business Nederland werd de auteurs meegedeeld

dat alleen de gedragscode van 16 november 2010

geldig is en dat beide sets alleen op de site staan

om aan te geven dat GeoBusiness Nederland

een organisatie is die zich ontwikkelt. Dat alleen

de set van 16 november 2010 geldig is, blijkt

volgens het Bureau van GeoBusiness Nederland

uit de mededeling op de eigen website dat deze

gedragsregels zijn vastgesteld op de Algemene

Ledenvergadering van GeoBusiness Nederland

op 16 november 2010. Volgens de auteurs blijkt

echter niet onomstotelijk uit deze informatie van

GeoBusiness Nederland, dat alleen de set van

november 2010 geldig is. Bovendien passen beide

gedragscodes ook niet één op één op elkaar,

en er zijn wel regels die in de afzonderlijke sets

staan nodig, onder andere voor vaststelling wat

het begrip “zorgplicht” voor de Geo-ICT inhoudt.

Verder is de set van 2008 wel gekoppeld aan het

Huishoudelijke Reglement van GeoBusiness Ned-

erland en de set van 2010 niet. Het ligt daarom

voor de hand te concluderen dat extern beide

codes gelden en om vervolgens elementen uit

beide codes te gebruiken voor de afbakening van

het begrip “zorgplicht”. Daarover in de volgende

paragraaf meer.

De (grotere) opdrachtgevers kennen ook wel

gedragscodes, maar deze betreffen met name

andere onderwerpen, in het bijzonder integriteit,

en vallen buiten het kader van dit artikel over de

zorgplicht van de leveranciers van geo-software.

Gedragsregels GeoBusiness Nederland

[9]: een analyse

De gedragsregels van GeoBusiness Nederland zijn

zeer uitgebreid. Nogmaals wordt benadrukt dat

de gedragsregels (uiteraard) in principe alleen gel-

den voor de leden van GeoBusiness Nederland, en

dus niet de standaard zijn voor opdrachtnemers

die geen lid zijn van de branchevereniging.

De CE schrijft in Aanbeveling 29 op pagina 22

van haar rapport dat er een gedragscode voor

ICT-leveranciers moet komen, inclusief definities

voor goed opdrachtgeverschap, goed opdracht-

nemerschap en zorgplicht. Het is opvallend

dat de CE spreekt over een definitie van goed

opdrachtgeverschap, terwijl het gaat om een

gedragscode voor opdrachtnemers. Voor wat

betreft de geo-software staat in de gedragsregels

van GeoBusiness Nederland wel het een en ander

op schrift over goed ondernemerschap, waaruit

conclusies zijn af te leiden voor de zorgplicht.

Ook is uiteraard de algemene bepaling uit het BW

(artikel 7:401) van toepassing. Er is door de auteurs

van dit artikel niets expliciets op schrift gevonden

over goed opdrachtgeverschap en zorgplicht

met betrekking tot geo-software. Als dit in de

markt wordt gemist, kan met goedkeuring door

de Algemene Ledenvergadering overigens

eenvoudig een artikel over zorgplicht worden

toegevoegd aan de gedragsregels van GeoBusi-

ness Nederland.

Over de gedragsregels van GeoBusiness

Nederland merken we het navolgende op (we

gaan daarbij om de eerder aangegeven redenen

primair uit van de laatst, op 16 november 2010,

vastgestelde gedragsregels van GeoBusiness

Nederland en pas in tweede instantie, wanneer

we het daarmee niet redden, van de gedragsre-

gels van 13 november 2008 die zijn opgenomen

bij het Huishoudelijk Reglement van GeoBusiness

Nederland).

Allereerst wordt nogmaals benadrukt wat

hiervoor al is opgemerkt namelijk dat beide sets

gedragsregels [10] alleen gelden voor de leden

van GeoBusiness Nederland, dus niet voor niet-

leden die opdrachtnemer van geo-software zijn,

en ook niet voor opdrachtgevers.

Over goed opdrachtnemerschap wordt in de

gedragsregels van 2010 het volgende opgemerkt:

onder het kopje “Algemeen” wordt aangegeven

dat de leden van GeoBusiness Nederland (en haar

medewerkers) “zich bewust zijn van hun functie

in het maatschappelijk en economisch verkeer en

dat zij daarom te allen tijde hun gedrag en beslis-

singen kunnen verantwoorden, (inter-)nationale

en lokale wet- en regelgeving naleven, integer en

transparant handelen en streven naar kwaliteit

in hun projecten”. Onder het kopje “Ten aanzien

van de opdrachtgevers” wordt aangegeven dat

de leden van GeoBusiness Nederland loyaal de

belangen van hun opdrachtgever behartigen.

De gedragsregels zeggen (ook hier weer) dat

de leden van GeoBusiness Nederland “zich

bewust zijn van hun functie in het maatschap-

pelijk en economisch verkeer. Daarom hanteren

zij en handelen zij volgens een systeem voor

kwaliteitsbeheersing, toetsen zij prestaties

aan gestelde doelen en normen, werken zij bij

voorbaat zorgvuldig en gecontroleerd, en zorgen

zij bij eventuele afwijkingen of fouten voor zo

spoedig mogelijk herstel. Zij zullen een opdracht

uitsluitend aanvaarden indien en voor zover zij

over voldoende kennis en vaardigheden kunnen

beschikken om deze opdracht uit te voeren.

Zij streven naar eerlijke en transparante concur-

rentie en dragen bij aan het bevorderen van

marktwerking”.

Natuurlijk is het voor goed opdrachtnemer-

schap belangrijk te beschikken over voldoende

deskundigheid en de kwaliteit van het opdracht-

nemerschap te waarborgen. Daarover zeggen

de artikelen 4, 5 en 6 van de gedragsregels van 13

november 2008, behorend bij het Huishoudelijke

Reglement van GeoBusiness Nederland, het

Page 49: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 472016-3 | Geo-Info

nodige. De artikelen 4 en 5 gaan over deskundig-

heid. In artikel 4 staat dat de leden de ontwik-

kelingen in technologie, wetgeving en (vastge-

legde) normen zullen volgen, en hun kennis en

vaardigheden op tenminste het vereiste niveau

houden. Artikel 5 zegt dat de leden een opdracht

uitsluitend zullen aanvaarden indien en voor

zover zij over voldoende deskundigheid kunnen

beschikken om deze opdracht uit te voeren.

Artikel 6 gaat over kwaliteit en geeft aan dat de

leden een systeem voor kwaliteitsbeheersing

hanteren, volgens dit system handelen, hun pres-

taties toetsen aan gestelde doelen en normen, bij

voorbaat zorgvuldig en gecontroleerd werken,

en bij eventuele afwijkingen of fouten voor zo

spoedig mogelijk herstel zorgen.

Goed opdrachtgeverschap

Over goed opdrachtgeverschap wordt in de

twee sets gedragsregels niets gezegd. Dit is ook

wel begrijpelijk, omdat de gedragsregels de

leden van GeoBusiness Nederland betreffen en

dus voornamelijk de opdrachtnemers en niet de

opdrachtgevers als doelgroep hebben.

Zorgplicht

Over zorgplicht wordt in de gedragsregels niets

specifiek gezegd. Natuurlijk zijn er wel items

uit het voorgaande te vatten onder zorgplicht,

mocht deze spelen in de verhouding tussen

opdrachtgever en opdrachtnemer in een

bepaalde casus. Goed opdrachtnemerschap

houdt immers in, dat invulling wordt gegeven

aan de zorgplicht.

Ook al is er niets over de zorgplicht in de gedrags-

regels terug te vinden, het zal duidelijk zijn dat

de gedragsregels pas zin hebben als naleving is

gewaarborgd. Artikel 9 van de gedragsregels bij

het Huishoudelijk Reglement geeft aan dat op de

naleving van deze gedragsregels wordt toegezien

door het bestuur van GeoBusiness Nederland

en de door de vereniging aangewezen gremia.

Bij niet naleving staan aan het bestuur sancties

ter beschikking die nader zijn geformuleerd in

de Statuten en het Huishoudelijk Reglement.

Voornoemde procedure hoeft niet per definitie

objectief te zijn. Bijvoorbeeld als een bedrijf zowel

belanghebbende is als in het bestuur zit van

GeoBusiness Nederland, kan het ingevolge artikel

9 over zichzelf oordelen en zo’n oordeel zou

weleens te mild kunnen uitvallen. Anderzijds zou

het bestuur met een te mild oordeel met vuur

spelen, omdat het bestuur daarmee de goede

naam van de vereniging op het spel zou zetten;

bovendien bestaat het bestuur uit vertegenwoor-

digers van meer bedrijven. Ook is het mogelijk

dat het bestuur niet geneigd is om streng tegen

een willekeurig (niet bestuurs-)lid op te treden,

dat immers zijn lidmaatschap van GeoBusiness

Nederland kan opzeggen. Dan verliest de vereni-

ging contributie-inkomsten.

Goed opdrachtnemerschap

Om een goed opdrachtnemer te kunnen zijn en

goed te kunnen voldoen aan de zorgplicht, is

het van belang dat de opdrachtgever een “goed

opdrachtgever” is. Het zou mooi zijn als ook de

opdrachtgevers over een gedragscode ter zake

beschikken, of als zij zouden meedoen in de

gedragscode van de opdrachtnemer.

De opdrachtgevers voor geo-software zijn vaak

gemeenten, en deze zijn verenigd in de VNG.

De VNG kent wel een gedragscode maar die

zegt niets specifieks op het gebied van ICT.

Deze gedragscode is niet zonder interpretatie toe-

pasbaar om de opdrachtgever te sturen zodanig

te handelen, dat de leverancier aan zijn zorgplicht

op het gebied van Geo-ICT kan voldoen.

Voor de definiëring van zowel zorgplicht als goed

opdrachtgever- en opdrachtnemerschap, is het

van belang dat vertegenwoordigers van opdracht-

gevers en opdrachtnemers met elkaar overleggen.

Dit schijnt overigens ook te gebeuren.

Conclusies

Nu er niets specifieks is geregeld vormt de

algemene omschrijving van zorgplicht van de

opdrachtnemer in het Burgerlijk Wetboek (BW)

7:401 het aanknopingspunt bij discussies over de

zorgplicht, en het betreffende artikel 7:401 met bij-

behorende jurisprudentie biedt ook mogelijkheden

om de zorgplicht in en buiten rechte af te dwingen.

Wanneer een opdrachtnemer dan ook nog

lid is van GeoBusiness Nederland lijken de

twee sets gedragsregels daarvan toepasselijk

(hier wordt herhaald dat volgens zeggen van het

Bureau van GeoBusiness Nederland alleen de set

van 16 november 2010 geldig is). Hieruit zijn meer

expliciete normen voor goed ondernemerschap,

en de zorgplicht voor de opdrachtnemer van

geo-software te destilleren.

Bij goede invulling van de zorgplicht zal het

vertrouwen tussen leverancier en gebruiker van

geo-software in de nieuwe aanbestedingssituatie

verder toenemen.

Aanbevelingen

Het verdient aanbeveling dat GeoBusiness Neder-

land werkt met één set gedragsregels in plaats van

twee zoals nu onder andere uit de eigen site van

GeoBusiness Nederland lijkt. Binnen deze ene set

moeten dan wel alle aspecten van goed opdracht-

nemerschap en de zorgplicht worden afgedekt.

GeoBusiness Nederland geeft desgevraagd aan

dat hier aan gewerkt wordt hetgeen wij van harte

toejuichen. Dat dit een traject is dat niet alleen

veel tijd en energie kost is realiseren wij ons

daarbij terdege.

Er zijn (nog) geen normen voor goed opdracht-

geverschap voor geo-software. Het verdient

aanbeveling dat deze wel op korte termijn

worden gemaakt, in aanvulling op aanbevelingen

van de AR en de CE en in afstemming tussen

opdrachtgevers en opdrachtnemers.

Zowel voor de definiëring van goed opdracht-

geverschap, als goed opdrachtnemerschap en

zorgplicht is het van belang dat opdrachtgevers

en opdrachtnemers hiervoor van tevoren met

elkaar overleggen en dat ook bij de uitvoering

van projecten blijven doen.

Reactie GeoBusiness Nederland

GeoBusiness Nederland heeft met veel

interesse kennis genomen van de analyse

van de gedragsregels die gehanteerd

worden door de vereniging. Jos Anneveld

was als bestuurslid en vicevoorzitter zelf

nauw betrokken bij de totstandkoming

van de huidige regels, dus hij weet als

geen ander dat dit een complex onder-

werp is. Wij zijn het eens met de conclusie

dat GeoBusiness Nederland moet streven

naar één set van gedragsregels. Dat bete-

kent niet dat dit nu niet goed is vastge-

legd. Een lid van GeoBusiness Nederland

onderschrijft de statuten van de vereni-

ging en het Huishoudelijk Reglement.

Aan dit reglement zijn gedragsregels

gekoppeld die in de ALV van november

2010 zijn aangescherpt.

Belangrijk is de naleving van regels die

je als leden van een vereniging met

elkaar opstelt. Hierin controleren de

leden elkaar en hierop wordt toegezien

vanuit het bestuur. De statuten voorzien

erin dat dit een transparant proces is en

dat het bestuur integer handelt.

Een goede afstemming tussen

opdrachtgever en leverancier is niet

eenzijdig. GeoBusiness Nederland

hecht dan ook veel waarde aan goede

overlegstructuren tussen beide partijen.

Tegenover een goede en integere

opdrachtnemersrol van leveranciers

staat het professionele opdrachtgever-

schap van de overheid in haar positie

als grootste opdrachtgever van het

geo-bedrijfsleven. GeoBusiness Neder-

land streeft daarom naar een goede

samenwerking en afspraken tussen

alle partijen, waardoor een eerlijke en

transparante markt ontstaat. In deze

setting is professioneel opdrachtgever-

schap gewenst en zorgplicht van de

leverancier vanzelfsprekend.

Page 50: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

Uitnodiging GIN Zuid bijeenkomst

48 | Geo-Info | 2016-3

Geo-Business Nederland geeft desgevraagd aan

dat er reeds een aantal landelijke initiatieven (Geo-

Samen, overleg tussen GeoBusiness Nederland en

SVB-BGT, overleg in het kader van het digitale stel-

sel van de Omgevingswet) van start zijn gegaan.

Ook deze ontwikkeling juichen wij van harte toe.

Referenties1. Parlementair onderzoek naar ICT-projecten bij de overhead,

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 – 2015, 33326, nr 5

2. Zie Anneveld & Vroom, Functioneel aanbesteden, Geo-Info

2015-2.

3. Zie Algemene Rekenkamer, Lessen uit ICT-projecten bij de

Overheid Deel A (29 november 2007) en Deel B, 1 juli 2008

4. Zie Parlementair onderzoek naar ICT-projecten bij de over-

heid, Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 33326, nr. 5

5. Ontleend aan website AMS advocaten www.amsadvocaten.nl/

6. woordenboek/verbintenissenrecht/zorgplicht/ Een opdracht -

nemer moet bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed

opdrachtnemer in acht nemen. Deze verplichting heet zorg-

plicht (artikel 7:401 BW). Bij de beoordeling hiervan wordt

gekeken of de opdrachtnemer in kwestie heeft gehandeld

zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot

te werk zou zijn gegaan. Als een opdrachtnemer zijn zorg-

plicht heeft geschonden is hij aansprakelijk voor schade die de

opdrachtgever daardoor heeft geleden. Hoewel de omvang

van zorgplicht per geval dient te worden vastgesteld zijn er in

de rechtspraak wel normen ontwikkeld voor banken, notaris-

sen en makelaars (dus niet voor Geo-ICT, JA & RV). Bij de vraag

of een opdrachtnemer zijn zorgplicht heeft nageleefd, speelt

ook de deskundigheid van de opdrachtgever een rol: hoe zou

een professioneel handelend andere opdrachtgever in een

vergelijkbaar geval hebben gehandeld?

7. https://nl.wikipedia.org/wiki/Gedragscode Een gedrags-

code is een expliciete beschrijving beschrijving van de

normen en waarden voor het gedrag van bepaalde

beroepen of specifi eke toestanden in het optreden van

organisaties. Het is een vorm van zelfregulering. In gro-

tere organisaties zijn gedragscodes veelal deel van de

corporate governance, die het beheer van de wijze van

besturen en het toezicht op organisaties behelst. In het

midden- en kleinbedrijf worden dergelijke voorschriften

veelal door brancheorganisaties ontwikkeld. De begrip-

pen Gedragscode en Gedragsregels worden in het kader

van dit artikel als synoniemen beschouwd.

8. De omschrijvingen van de begrippen Gedragscode en

Beroepscode zijn ontleend aan Wikipedia. Een gedragscode

kan over veel meer specifi eke zaken gaan dan een beroeps-

code die er zich vooral op richt, hoe een beroep dient te

worden uitgevoerd.

9. Gedragsregels GeoBusiness Nederland, 16 november 2010

10. Gedragsregels GeoBusiness Nederland, 16 november 2010

11. Hier wordt herhaald dat volgens het Bureau van GeoBusiness

Nederland alleen de gedragscode van 16 november 2010 geldt.

mr.ir. Jos C. Anneveld is DGA

van Cernan BV en als onafhan-

kelijk adviseur verbonden aan

AeroVision BV. Jos is te bereiken

via [email protected]

Ronald Vroom is als senior pro-

curement specialist verbonden

aan Procure-IT, onderdeel van

Emeritor. Hij is gespecialiseerd in

IT-sourcing en aanbestedings-

recht. Ronald is te bereiken via

[email protected]

Door meten, bewaken, analyseren en beïnvloeden wordt de leefbaarheid en uw veiligheid gewaarborgd. Gevoel van veiligheid als zesde zintuig. Zie hoe dit in de praktijk met moderne technologie wordt gerealiseerd op Stratumseind in Eindhoven.

15.30 : Ontvangst met koffie/thee16.00 : Welkom en introductie Frank Langelaan GIN-Zuid16.10 : GIN- Zuid ambitie, plannen, ideeën Richard Hendriks, GIN-Zuid16.25 : Geography of Everything Erik vd Zee, Geodan/VU17.05 : Livinglab Stratumseind Peter van de Crommert, DITSS17.30 : Sensor Spotting Game Tinus Kanters, DITSS 18.30 : Borrel met hapje / bezoek Basecamp Livinglab 20:00 : Afsluiting

aanvang 13 september 2016 vanaf 15.30 uur

Geografie van AllesHet zesde zintuig

Page 51: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 492016-3 | Geo-Info

Kaarten zie je plotseling in groten getale in

alle media als er grote sport evenementen

zijn, zoals de Olympische Spelen, de

Tour de France en de Giro d’Italia.

Ze verschijnen in allerlei gedaanten. Al of

niet in een huisstijl van een krant; als serie;

of met een verwijzing naar de huisstijl

van het evenement. Wat vindt Open

Kaart van één voorbeeld daarvan: de Giro,

die dit jaar in Nederland van start ging?

De Gelderlander toonde een interessante

routekaart. De stijl ervan verwijst duidelijk

naar kaarten van de officiële Giro-website

(www.touretappe.nl/giro-2016-parcours/).

Tjeerd Nijeholt

Een vrij droog kaartje, zonder te veel poespas, maar

wel zeer geslaagd. Genoeg topografie dit keer,

zodat de lokale doelgroep van de Gelderlander kan

bepalen waar zij wil staan. Functionele details dus.

Gekleurd, maar niet met zulke verzadigde kleuren

als de route zelf. De visuele hiërarchie is dus prima.

Wel zijn het aantal elementen die de kaart een

eigen (De Gelderlander) of specifieke (Giro) huisstijl

geven beperkt. Voor één zo’n kaart en met een

beperkte cartografische redactie is dat geen pro-

bleem: de soberheid én nette vormgeving (niet te

kleine labels, genoeg witruimte, rust) van de kaart

schreeuwen je niet tegemoet, zoals bij sommige

overzichtskaarten van de hele ronde. Ook goed dat

kleurenblinden en mensen met wat minder gevoel

voor associatieve kleuren (ter bevestiging) ook een

startsymbool en een finishsymbool krijgen, te zien

bij de groen en rode bebouwde-kombordjes van

Arnhem en Nijmegen.

Jan-Willem van Aalst

Deze routekaart is (zo beweert de maker)

samengesteld op basis van OpenStreetMap-data.

Dat betekent dat jij en ik mede invloed hebben op

de kwaliteit van de inhoud van de achtergrond-

kaart. Dat was tien jaar geleden nog ondenkbaar!

Mooie ontwikkeling dus. Tegelijkertijd zie je wat

er gebeurt als kaartenmakers zonder lokale kennis

dergelijke data gaan visualiseren: toponiemen

van relevante woonplaatsen zoals Wageningen,

Lienden, Elst, Beuningen, Grave en Cuijk ontbre-

ken, terwijl daaraan vastgegroeide gehuchtjes

zoals Velp (bij Grave), Puiflijk (bij Druten) en Aalst

(bij Lienden) weer wèl vermeld staan. Gênant!

Het hoogtekaartje van de route eronder is een

sympathieke toevoeging, maar omdat we zo wei-

nig hoogteverschil in Nederland hebben, had die

hoogte wel wat opgerekt mogen worden – er zit

tenslotte genoeg witruimte tussen de hoofdkaart

en de hoogtekaart eronder. Verder qua vormge-

ving prima keuzes gemaakt; deze kaart mag als

voorbeeld in de galerie van mooie cartografie.

Winifred Broeder

Het kaartje van de tweede etappe van de Giro

biedt goed overzicht door de lichte kleurstelling

van de topografie en de er krachtig uit springende

routelijn. Ook is de topografische informatie goed

gegeneraliseerd, wat best knap is daar de topogra-

fie uit OSM afkomstig is. Ik twijfelde daar zelfs even

aan, want het kaartbeeld heeft wel iets weg van de

1:250.000 kaart van het Kadaster. Maar het lijkt toch

te kloppen want de spoorwegovergangen, op het

spoor aangegeven met een stipje, lijken mij typisch

informatie uit OSM.

De route-informatie lijkt later aan de kaart te zijn

toegevoegd. Zo staan er een paar plaatsnamen

onder de routelijn en de schaal, weergegeven met

een schaalgetal, kan niet kloppen. Althans niet in

de te downloaden jpeg of op het beeldscherm.

Een schaalstokje was dus beter geweest. Verder

vind ik de relatie tussen routekaart en hoogtepro-

fiel wat mager. Veel plaatsen op de lijn komen niet

voor in de kaart en het is daardoor minder mak-

kelijk een precieze afstand op de route te linken

aan een locatie in de kaart. Het toevoegen van een

paar corresponderende punten op de routelijn in

de kaart zouden dat zeker vergemakkelijken.

Routekaart voor de Giro d’Italia

OPEN k a a r t

Page 52: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

50 | Geo-Info | 2016-3

Verslag

Kaartjurken kwamen dit voorjaar

weer royaal aan de orde.

‘Ontsnappingskaartjurken’ werden

gezien op een Amsterdams

museumbezoek en besproken op

een studiekring in Enschede. Na de

start van een Waterliniemuseum

in een ander fort opende GeoFort

een museale zaal ‘Water als Wapen’.

Met eigenaar Willemijn Simon van

Leeuwen in een topo-jurk! Tot slot

was er nog een derde omslag van

een jubileumboek bij een veiling

van kaartjurken.

In het Van Gogh Museum in Amsterdam was

de tentoonstelling “Lichte zeden. Prostitutie

in de Franse kunst, 1850-1910” te zien. Van het

oudste beroep van de wereld naar het onze,

volgens sommigen het op één na oudste

beroep, is een kleine stap. Maar op deze

tentoonstelling waren er maar weinig raak-

vlakken tussen beide te vinden. Ze beperkten

zich tot een nieuwe wandvullende kaart van

Parijs met de locaties waar de dames ooit te

bezoeken waren.

Ongeveer tegelijkertijd was in het aangren-

zende Rijksmuseum de tentoonstelling “Cat-

walk” met een keuze uit hun modecollectie,

samengesteld door de fotograaf Erwin Olaf.

Geen onderwerp waarbij je raakvlakken met

ons vakgebied verwacht. Oude kadasteruni-

formen worden al in Arnhem tentoongesteld

en verder was onze beroepskleding door de

jaren heen niet van een museaal karakter.

Het was dan ook geheel onverwacht dat de

bezoekers op de stoeltjes langs de catwalk

een zijden jurk passeerden die gemaakt

was uit verknipte pilotenshawls, bedrukt

met kaarten uit de tweede wereldoorlog.

De piloten van de RAF droegen deze shawls,

die aan beide zijden bedrukt waren met

kaarten van het vijandelijke gebied waarover

ze vlogen, om na een noodlanding hun weg

te kunnen vinden. De gebruikte kaartenfrag-

menten in deze jurk waren van delen van

Burma, Frans-Indochina, Siam, India en China.

De jurk is in Nederlandsch-Indië voor eigen

gebruik gemaakt door mevrouw J. Terwen-

de Loos, waarschijnlijk kort na de Tweede

Wereldoorlog, toen er textielschaarste

heerste. Het Rijksmuseum heeft ook nog een

niet-verknipte originele zijden ontsnappings-

kaart van Birma in haar collectie. De piloten

moesten zich blijkbaar redden met een kaart

op schaal 1:1.000.000 van 194x59 cm. Google

leert dat ook in verschillende Nederlandse

oorlogsmusea dergelijke kaarten van delen

van Europa te vinden zijn. Met daarbij vaak

als extraatje een kaart van de Pyreneeën als

een gekende vluchtroute. Toevallig hield

mevrouw Yvette Hoitink op 16 april jongstle-

den een lezing over dit onderwerp voor de

Studiekring Historische Cartografi e (met C en

te Enschede). Zie de PowerPoint-presentatie

op www.historischecartografi e.nl.

GeoFort

Op zaterdag 16 april is op GeoFort de nieuwe

museale zaal ‘Water als Wapen’ geopend

inclusief een Krayenhoff kamer. Een ‘Krayen-

hoff ‘ (herself!) trapte met gepast geweld zelf

de van oude Franse topografi sche kaarten

gemaakte deur in. ‘Met de historische land-

meetinstrumenten van het Kadastermuseum,

TU Delft en de Hollandse Cirkel laten we zien

hoe het inmeten van afstanden en hoogten

gebeurde in vroegere tijden, voordat er GPS

en andere moderne geotechnieken waren’,

aldus de webstek van Geofort. Het is de

bedoeling dat in het kader van dit thema een

lesbrief waterpassen ontwikkeld wordt.

Derde omslag ‘200 jaar kaarten maken

in beeld’

Naast de twee in de boekbespreking in num-

mer 2016-2 afgebeelde versies van ‘200 jaar

kaarten maken in beeld’ is er nog een derde.

Die is uitgedeeld (in beperkte oplage) bij een

relatie-event, georganiseerd door het Kadas-

ter. Tijdens dat event stond de modeshow

en veiling van kledingstukken, vervaardigd

van stoff en met kaartafbeeldingen, centraal.

De opbrengst van de veiling was voor de

„Microkrediet voor Moeders”. 

Chris Nelis, Joop Gravesteijn en Nico Bakker

Kaartjurken anno 2016

Willemijn Simon van Leeuwen, baron ‘Corrie Krayenhoff ’ en geïnteresseerde kinderen. (foto: Paul van Schelt)

Page 53: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

| 512016-3 | Geo-Info

Ontsnappingskaartjurk dankzij textielschaarste. (foto: Rijks Museum) Derde omslag van jubileumboek ‘200 jaar kaarten maken in beeld’.

Divers gebruik van topografi sche kaarten op GeoFort. (foto: Wisse van der

Guchte)

Page 54: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

52 | Geo-Info | 2016-3

Page 55: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

TRANSFORMING THE WAY THE WORLD WORKS

Smooth flowing with GNSS. Critical data mapped instantly, accurately.A powerful combination of technologies enabled the South Florida Water Management District to efficiently and accurately monitor and map diverse vegetation species and bird activity over huge areas. Using the Trimble® R1 GNSS receiver paired with iPad devices running the Esri® Collector for ArcGIS® software app, data collection time was reduced by nearly 50 percent.

To find out more visit trimble.com/esriworkflows

For wherever your project takes you

TRIMBLE AND ESRI:

© 20

16. Trimble N

avigation Limited. A

ll rights reserved. GEO

-103 (0

5/16)

Page 56: Geo-Informatie Nederland - Geocraft: de wereld in Minecraft...Update je profi el op de website door rechtsbovenin in te loggen. Word nog beter vindbaar op de website en zorg dat je

GEODESIE OPLOSSINGEN

WITH YOU ALL THE WAY

Elk type project, elke bedrijsomvang, elke toepassing - Wij bieden een volledig programma met zeer nauwkeurige meet-

en positioneringsoplossingen die aan al uw behoeften voldoen.

Ervaar net als andere professionals zelf onze technologie.

topconpositioning.nl

PLANNING > SURVEY > DESIGN > LAYOUT > EXECUTION > INSPECTION