Geen vak, maar een levenswijze. Interview met Ds. Ben Hengeveld (AD 4 september 2010)

1

Click here to load reader

Transcript of Geen vak, maar een levenswijze. Interview met Ds. Ben Hengeveld (AD 4 september 2010)

Page 1: Geen vak, maar een levenswijze. Interview met Ds. Ben Hengeveld (AD 4 september 2010)

Niet het predikantschapmaar de zeevaart, dátwas de jongensdroomvan Ben Hengeveld.Tijdens zijn jeugd in

Winterswijk ontstond het ideaalom de wereldzeeën te bevaren,en als adolescent maakte hij diedroom waar. Eind jaren ’60kwam hij via Canada terecht inSan Francisco. Het was de tijdvan ‘Flower Power’ en Hengeveldwilde het allemaal zien en mee-maken: de hippiewijk ‘Haight-Ashbury’, de gratis concerten inhet park.

,,Na beroofd te zijn van alle fi-nanciën kon ik terecht als mede-werker in het Friendship House,een opvang voor alcoholisten,druggebruikers en mishandeldevrouwen, gesponsord door diver-se Amerikaanse kerken. Bijzon-der aan het Friendship Housewas dat zij speciaal was ingerichtvoor ‘native Americans’, dus In-dianen en Inuit (eskimo’s) diemet relatief grote verslavingspro-blematiek kampen. Vanuit hetFriendship House kon ik vervol-gens aanmonsteren op eenDeens vrachtschip dat op de ‘wil-de vaart’ voer. Dat zijn vracht-

schepen die zonder vaste routevan plaats naar plaats varen, af-hankelijk van waar de vrachtnaartoe moet. Mooi, dacht ik, ditschip vaart onder Deense vlag,dus wat kan me gebeuren, ikkom wel weer in Nederlandterug.”

Pas aan boord kwam Henge-veld erachter dat het schip nognooit in Denemarken was ge-weest en daar misschien ooknooit naartoe zou varen. ,,We zet-ten koers via Los Angeles, SanDiego en het Mexicaanse eilandjeCedros, waar we (zee)zout laad-den, vervolgens naar Japan, Tai-wan, China, Hongkong, de Fili-pijnen en Indonesië. Later ver-trokken we richting Afrika,voeren om de Kaap en toennoordwaarts, dus toch nog rich-ting Europa. Pas op het Kanaalhoorden we dat het schip Rotter-dam zou aandoen. Ik heb gelijkcontact gezocht met mijn familie,om mijn terugkomst aan te kon-digen. En daar stonden ze dus,aan wal, mijn vader en broers.Het regende, ik zag fietsers, datbeeld was zo indringend, ik er-voer zo’n sterk gevoel van thuis-komen, het was heel emotioneel.

Ik zal dat nooit vergeten.” Tijdensde reis had een ommekeer plaats-gevonden in de manier waaropHengeveld naar zichzelf en zijnleven keek. ,,Op de Filipijnenmoesten we gedroogd kokosvleesladen bij een enorme kokosplan-tage op een klein eilandje, Cacni-pa Island. Hier kwam ik in aanra-king met een Nederlandse katho-lieke missionaris die in de‘middle of nowhere’ opbouw-werk deed. Heel basaal. Eerstwerkte hij aan het opzetten vanbasisonderwijs voor de kinderen,daarna kwam een vakopleidingvoor de jongeren die het basis-onderwijs hadden afgerond. Dieman was zo blij om mij zijn ver-haal te kunnen doen. Hij wasdaar al jaren bezig, het was zwaarwerk, alles ging heel traag onder moeilijke omstandighe-den. ‘Maar’, zei hij, ‘ik zou een cy-nisch mens geworden zijn als ikniet geweten had van Gods werk-zame belofte’. Die opmerkingwas een keerpunt voor mij. Dat jezó naar de wereld, naar jouwwereld, kunt kijken.”

Weer terug in Europa besluitHengeveld theologie te gaan stu-deren. Hij kiest via een driejarige

studie aan het Nederlands BijbelInstituut voor Brussel, waar hijstudeert aan de Protestants Theo-logische Faculteit. Voor de kerke-lijke opleiding gaat Hengeveldvervolgens naar Leiden, waar hijzijn tentamens christelijke ethiekaflegt bij Prof. dr. G.H. ter Scheg-get, voormalig predikant van deEmmakerk op Curaçao.

,,Ter Schegget heeft een be-langrijke invloed op mij gehad.Hij zei de dingen zoals het ervoorstond, en drukte ons op het hartom dichtbij onszelf te blijven. Inde praktijk van predikant kan datmoeilijk zijn, maar het is de eni-ge manier, daar ben ik van over-

tuigd: dichtbij jezelf blijven, hetWoord naar jezelf en je eigen om-geving durven vertalen. Het iséén van de belangrijkste lessen inmijn predikantschap geweest.Ook is Ter Schegget een voor-beeld omdat hij zijn leven langzijn vermogen tot ontroering, enhet verlangen naar vrede enrechtvaardigheid, niet heeft opge-geven.”

Een andere belangrijke invloedis J.C. Hoekendijk, die in de jaren’60 met zijn publicatie ‘De kerkbinnenstebuiten’ voor heel watopschudding zorgde. Hij intro-duceerde voor Nederland het be-grip ‘emerging church’, de ge-

loofsgemeenschap die kiest vooreen niet-geïnstitutionaliseerdevorm van ‘kerk zijn’. Hoekendijkdraait de benadering van het in-stituut kerk volledig om: de kerkis geen doel in zichzelf, en evan-gelisatie is geen functie van dekerk, nee, de kerk is een functievan het apostolaat. De kerk als in-stituut is dienend, niet leidend.Dit vraagt om heel andere vor-men van leiderschap, en dat wasprecies een belangrijke redenvoor weerstand tegen deze ziens-wijze.

Maar Hengeveld voelt zichjuist thuis in deze benadering.,,Het gebouw kan mooi en be-

langrijk zijn, en de structuren be-hulpzaam, maar in essentie gaathet daar niet om. Het gaat om derelaties en om wat wij mensenmet elkaar kunnen voortbrengen.Waar iemand vandaan komtmaakt me ook helemaal niets uit.Ik ben misschien geen ‘doorsnee’dominee in dat opzicht, ik benniet zo van de vaststaande kaders,maar ik voel me wél geroepen omzo het heil te verkondigen. Voormij is het ook geen vak, domineezijn, maar een levenswijze.”

Na zijn eerste periode op Cura-çao kiest Hengeveld in 1986 nietvoor een reguliere aanstelling alsvoorganger van een gemeente.

Hij treedt in dienst bij het mi-nisterie van Defensie en wordt le-gerpredikant, eerst bij de land-macht en later bij de luchtmacht.In die functie, die hij tot zijn VUTvervult, staat hij dicht bij de menszelf, veelal in zeer moeilijke om-standigheden. Hij maakt meer-dere missies mee in oorlogsge-bied zoals Bosnië en Kroatië, enervaart opnieuw dat het predi-kantschap voor hem in essentiegaat om het contact van mens totmens.

Inmiddels is Hengeveld al-weer drie jaar actief voor Stich-ting Epafras, die als opdrachtheeft Nederlandse gevangenen inhet buitenland te bezoeken en zogeestelijke verzorging te garande-ren. Epafras is haar activiteitenbegonnen in de jaren ’60 vanuitde toenemende sociale betrok-kenheid van het kerkelijk werk opde ‘uithoeken’ van de samenle-ving. De stichting werkt vanaf1998 met reguliere steun van hetministerie van Buitenlandse Za-ken. De bezoeken vinden alleenplaats wanneer gevangenen zelfaangeven dat ze bezoek willenontvangen.

In oktober dit jaar vertrektHengeveld opnieuw naar Austra-lië en Indonesië, waar hij voorEpafras meerdere Nederlandersbezoekt. Drie van hen zijn in In-donesië tot de doodstraf veroor-deeld. ,,Dit zijn zware, maar in-tens indrukwekkende en dankba-re bezoeken. De gevangenis waartwee van deze ter dood veroor-deelde Nederlanders op hun von-nis wachten is gesitueerd op heteiland Nusakambangan, voor dekust van Centraal Java, geheel af-

gesloten van de bewoondewereld. Eenmaal per week, opdonderdagochtend, vertrekt eenboot met bezoekers naar het ei-land. De vertrektijden heen enterug worden streng gehanteerd.Eenmaal op het eiland aangeko-men moeten we nog een heeleind door de jungle rijden voor-dat we er zijn. De apen slingerenboven en rond de bus, het is eenweg die vrijwel alleen op die och-tend gebruikt wordt. Je voelt aanalles hoe bijzonder dit bezoek is,door alle omstandigheden, maarhet meest uiteraard in de ont-moeting met de gevangenen. Al-les wat niet belangrijk is heeftgeen plaats, het contact van menstot mens is zeer intens, elke mi-nuut van het gesprek.”

Het werken voor de stichting isdankbaar, maar niet zonder ge-vaar. Dat heeft Hengeveld vooralin Venezuela ervaren. ,,Een ge-middelde mannengevangenis,zoals Los Teques in Caracas, teltzo’n 2000 gevangenen, met on-geveer 15 man personeel, inclu-sief de directeur, sociaal werkeren de dokter. Er zijn afdelingenwaar eigenlijk geen ander menskomt dan de gevangenen, geenbewaking, niemand. Hier heerstbikkelharde anarchie. Dat de ge-vangenis omringd wordt dooreen cordon militairen doet er danniet meer toe. Het is gevaarlijkvoor iedereen. Maar ook onderdeze omstandigheden is de ont-moeting intens en menselijk. Weluisteren naar elkaar, dat is waarhet om gaat. Ik kom daar niet omde missionaris uit te hangen,maar om het contact van menstot mens. Het gaat over vraag-

stukken die voor ons allemaal bijde essentie van het leven horen.”

Met twee koffers kwam Hen-geveld in 2002 naar Curaçao, omdrie maanden te blijven. Het wer-den er toen dertien. Ook eerderdit jaar arriveerde hij met tweekoffers, één voor kleding en éénvoor boeken, maar deze wordennu volgens planning begin vol-gende week weer ingepakt. Wiehet levensverhaal van Hengeveldhoort, en Curaçao een beetjekent, begrijpt wat de klik is tus-sen hem en het eiland. Henge-veld is een man van diversiteit envan relaties. Kwaliteiten die on-ontbeerlijk zijn voor het functio-neren in een kleine heterogenegemeenschap. ,,Ook binnen deVPG, met de Ebenezer Church,de Emmakerk en de Fortkerk, isveel verscheidenheid. Maar ik ziewel een verschil tussen 1983, hetjaar van mijn aankomst, en 2010.Vroeger was de betrokkenheidveel nauwer, de kerk zat bij men-sen dicht op de huid. Als er con-frontaties waren, kon het er hardaan toegaan. Ik zie nu een meergelaten houding, in de kerk maarook in het algemeen in de samen-leving. Mensen zijn minder be-trokken op, minder gehecht aanhun kerk. Ze komen en gaan. Dekerk is voor bepaalde groepen ui-terst belangrijk als instituut, vaakook vanuit een historisch oog-punt, maar de persoonlijke ge-loofsbeleving hangt hier nietautomatisch mee samen. Hetzijn nieuwe realiteiten waar wenieuwe vormen voor moeten vin-den. Eigenlijk heeft het denkenover de ‘emerging church’ nogsteeds grote actualiteit.”

Zaterdag 4 september 2010 21Zaterdag 4 september 201020 Achtergrond Achtergrond

‘Geen vak, maar een levenswijze’Maar liefst drie keer reisde Ds. Ben Hengeveld (1947) af naar Curaçao om voorde Verenigde Protestantse Gemeente (VPG) aan de slag te gaan. Eerst in 1983 alsnieuwe predikant van de Emmakerk, daarna in 2002 en 2010 om tijdelijk deFortkerk van een dominee te voorzien. Op zondag 5 september 2010 neemtHengeveld afscheid van de Fortkerk, en zal hij zijn inzet voor Nederlandsegevangenen in het buitenland hervatten. Portret van een sociaal bewogenvoorganger én wereldburger.

Door Margo Groenewoud

Hengeveld voor de kansel in de Fortkerk. De Fortkerk op het Fortplein, waar Hengeveld in 2002 en 2010 tijdelijk dominee is. FOTO’S MARGO GROENEWOUD

Een kokosplantage op Cacnipa Island in de Filipijnen waar Hengeveld in dezestiger jaren in de ‘middle of nowhere’ een Nederlandse katholieke missionaristegenkwam die zijn leven sterk beïnvloedde. San Francisco, de ‘hippiewijk’ waar Hengeveld verbleef.

Een medewerker van Epafras zette deze foto op internet. Het illustreert deomstandigheden waarin de pastoraal gezanten de gevangen in het buitenlandbezoeken.