Geen filter - Anjuly de Geus

17
#GeenFilter Anjuly de Geus BEKENTENISSEN VAN GENERATIE Y SCRIPTUM

Transcript of Geen filter - Anjuly de Geus

Page 1: Geen filter - Anjuly de Geus

#GeenFilter Anjuly de Geus

BEKENTENISSEN VAN GENERATIE Y

SCRIPTUM

Page 2: Geen filter - Anjuly de Geus

#GeenFilter

Page 3: Geen filter - Anjuly de Geus

Scriptum

#GeenFilter Anjuly de Geus

BEKENTENISSEN VAN GENERATIE Y

Page 4: Geen filter - Anjuly de Geus

Copyright © 2014 Anjuly de GeusCopyright coverfoto’s en auteursportret cover © Ben DeimanGrafische vormgeving binnenwerk en cover www.igraph.be

Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd in enige vorm of op enige wijze zonder schriftelijke toestemming, met uitzondering van korte citaten als onderdeel van kritieken en boekbesprekingen.

ISBN 978 90 5594 289 3 | NUR 770

[email protected]/UitgeverijScriptumTwitter.com/ScriptumNLTwitter.com/Anjuly_DeGeus

Page 5: Geen filter - Anjuly de Geus

5

Inhoud

Voorwoord 7 Inleiding 10

Keuzestress 13Afstudeerhel 23Zeepjesverkoper 36Alleswillers 47Is het allemaal waar? 58En toen werd iedereen gek 72Over uniek zijn 80Wat doet de rest? 89De urban tribe 96Asociale media 105Dateleed 120‘We zien wel’- relaties 130Gebroken harten 139

Hoe moet het verder met generatie Y? 152Nawoord 156De mensen, dingen en plekken die ik wil bedanken 162

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

Page 6: Geen filter - Anjuly de Geus

7

Voorwoord

Iedere generatie wordt een aantal jaar later historisch geduid met een aantal specifieke kenmerken. Als historica ben ik gefas­cineerd door jongerencultuur door de jaren heen en ik ben altijd geboeid geweest door de generatie die volwassen werd in de lan­ge jaren zestig (grofweg 1963–1975), oftewel: de babyboomers. De kenmerken van deze generatie zijn nog steeds alom bekend: een protestgeneratie die ergens voor stond, een generatie die voor­aan stond bij de vrouwenrechtenbeweging en burgerrechten­beweging, recalcitrante twintigers die het Maagdenhuis bezetten, jonge mensen die tegen alle bestaande heilige huisjes aan trap­ten. Het is een generatie die tot de verbeelding spreekt en waar ik een groot deel van mijn studie naar ben blijven graven. Ik schreef mijn bachelorscriptie over het begin van de vrouwenrechtenbe­weging in Nederland, en ook tijdens mijn masteropleiding bleef ik hevig geïnteresseerd in het tijdvlak. Ik luister muziek uit de jaren zestig, kijk documentaires over de studentenprotesten op Berkeley in de Verenigde Staten en verslind alles wat met deze periode te maken heeft. Wat vaak vergeten wordt is dat een groot deel van de jongeren toentertijd helemaal niet zo radicaal was. Eigenlijk was het merendeel erg braaf en leefde conform de fat­

Page 7: Geen filter - Anjuly de Geus

8

soensnormen die nog vóór de Tweede Wereldoorlog golden. Mijn vader, een babyboomer, is bijvoorbeeld nooit verder gekomen dan een baard, wat langer haar en een leren koordje om zijn nek.

Toch is het deze generatie die op dit moment het hardst klaagt over hoe jongeren vandaag de dag functioneren op de arbeids­markt en hoe zij met elkaar en de rest van de wereld omgaan. Mijn generatie, die de naam ‘Generatie Y’ kreeg, dankzij voorganger generatie X, en wiens tijdgenoten door het leven gaan als ‘Mil­lennials’, ‘Twixters’, ‘Gypsies’ of ‘N.I.N.J.A’s’ (no income, no job or as sets), staat de laatste tijd nogal in een negatief daglicht. Volgens velen gaan wij al yolo’end en selfies makend door het leven, ter­wijl we ondertussen met onze virtuele vrienden (echte maken we im mers niet meer) whatsappen over hoe zwaar we het hebben, omdat we onze studiereis naar Australië nog moeten plannen.

Waar de jongerencultuur van de jaren zestig nog iedere dag geromantiseerd wordt in films, boeken en muziek, zal generatie Y waarschijnlijk de geschiedenisboeken in gaan als hedonistisch, verwend, egoïstisch en lui. Millennials zijn opgegroeid in de vei­lige jaren negentig. We leerden over girlpower van de Spice Girls, speelden met onze Tamagotchi’s en Furby’s en keken ieder week­end naar Telekids en Geef nooit op! We waren de eerste generatie die opgroeide met internet, konden sneller en bedrevener met de computer omgaan dan onze ouders en speelden ‘Snake’ op ons eerste mobieltje, de Nokia 3310.

Hoewel we bekendstaan als verwende klagers, apathische beeldbuiskinderen en luie narcisten, zie ik om me heen een heel andere groep jonge mensen. Ik vraag me af waarom dat beeld weinig naar voren wordt gebracht in de media. Het beeld van de

Page 8: Geen filter - Anjuly de Geus

9

twintigers van nu lijkt ingekleurd door zestigers. Ik zie jongeren die zich, in de hoop op een betere toekomst, blijven ontwikkelen door verschillende studies te volgen. Ik zie jongeren die twee of meer baantjes hebben en nog nauwelijks rondkomen in econo­misch zware tijden, omdat ze te trots zijn om een uitkering aan te vragen. Ik zie jongeren die ondanks hun diploma’s geen baan op opleidingsniveau kunnen vinden en dus maar geestdodend werk doen. Ik zie creatieve initiatieven ontstaan, mensen die elkaar helpen en ondersteunen. Ik zie jongeren die voor zichzelf begin­nen. Ik zie heel veel talent. En toch lijkt het alsof dat hardnekkige beeld maar niet verdwijnt.

Voor een groot deel komt dat doordat we ons schamen. Wie staat er op om dat beeld te corrigeren als je het liefst niet wilt toe­geven dat je situatie verre van ideaal is? We worden geplaagd door faalangst en perfectionisme. Facebook vertelt ons iedere dag dat de rest van de wereld succesvol is en dat jij dat ook zou moeten zijn. We bewerken onze foto’s met filters om ze mooier te doen lijken. En eigenlijk gebruiken we dat soort filters ook voor ons leven en de manier waarop we het naar de buitenwereld toe willen tonen. Ik schrijf me een ongeluk, maar moet nog iedere dag in een winkel staan om mijn huur te betalen. Kies ik ervoor om te laten zien hoe goed ik het doe met een contract voor een boek of laat ik zien dat mijn leven nog steeds een puinhoop is? Ik wil niet langer doen alsof en met dit boek een accura(a)t(er) beeld neerzetten van mezelf en mijn medetwintigers: mooie, jon­ge, bange mensen die het verdienen om op een waarheidsgetrou­we manier geportretteerd te worden, zonder filter.

Page 9: Geen filter - Anjuly de Geus

10

Inleiding

In de beginfase van het schrijven van dit boek las ik vele artikelen en boeken over wat Amerikaanse wetenschappers en journalisten Millennials, Generation Y, Twentysomethings of Twixters noe­men. Belangrijk detail hierbij is dat het dus óver een generatie ging, vaak geschreven vanuit het perspectief van psychologen uit de babyboomgeneratie, en weinig genuanceerd. Twintigers wil­len blijkbaar niet volwassen worden. We blijven langer bij onze ouders wonen, nemen langer de tijd voordat we een gezin stich­ten en blijven hangen in onrealistische dromen en ideeën van hoe ons leven eruit zou moeten zien, aldus een korte samenvatting van wat ik allemaal las. Het lezen van al deze artikelen joeg me enorme angst aan (hoe millennial van mij!). Als ik dit allemaal moet geloven, komt het nooit goed met ons. In bijna ieder artikel wordt een enorme donderwolk geschetst die ons boven het hoofd hangt waar je met geen paraplu aan lijkt te kunnen ontsnappen.

Het grappige is dat we in bijna alle artikelen neergezet worden als een generatie die zich compleet onbewust is van de problemen waar ze mee kampt. Alsof we voor de lol bij die lunchroom blijven werken met een universitair diploma op zak, omdat we bang zijn voor keuzes en niet volwassen willen worden. Alsof er geen en kele

Page 10: Geen filter - Anjuly de Geus

11

zelfbewustheid bestaat dat dit niet de beste periode is om een killer carrière te starten, dat we niet allemaal wereldberoemd kunnen worden en dat succesvol zijn hard werken is.

De meeste mensen van mijn leeftijd (27) die moeite hebben met het vinden van een baan na het afstuderen wíllen niet bij het Kruidvat, de gemeentebelastingen of als secretaresse aan de slag. Het zijn stuk voor stuk geestige, intelligente en innemende per­sonen die hard gestudeerd hebben met het idee daarna een baan te vinden die bij hun opleidingsniveau past. Dat is niet verwend, veeleisend of te hoog gegrepen, dat was tot voor kort hoe het meestal ging.

Tot voor kort waren het de dertigers die met een dilemma kampten: jobhoppen, waar kan ik het meeste salaris wegslepen? Hoe combineer ik een gezin met een carrière? En: eigenlijk wil ik gewoon het liefst een bed & breakfast beginnen in een bouwval in Italië, maar ik heb te veel verplichtingen. Boehoe, wat baal ik van mijn goedbetaalde, vaste baan.

Wat als die hele baan er niet meer in zit? Wat als je begint aan een studie, opgegroeid met het idee dat zolang je je best doet de wereld aan je voeten ligt, in die periode crisis uitbreekt, je afstu­deert en dat hele wereldbeeld wordt bijgesteld. Sorry jongens, niet te veel verwachten, ga nog maar eens drie onbetaalde stages doen om werkervaring op te doen. Heel misschien helpt dat je nog aan een baan! First World problems, zou je ironisch kunnen zeggen, maar voor veel van ons nu de zure realiteit.

En juist omdát de realiteit al zuur genoeg is, er al genoeg Apo­calyps­achtige scenario’s worden geschetst over hoe het nu ver­der moet met die twintigers, wil ik naast de problemen waar we

Page 11: Geen filter - Anjuly de Geus

12

dagelijks mee kampen, vooral een positieve richting op met mijn boek. Er loopt op dit moment zoveel onaangeboord intellectueel kapitaal rond in de vorm van twintigers. Mannen en vrouwen die staan te springen om hun rol te gaan vervullen op de arbeids­markt en met alle liefde hun baan onder opleidingsniveau willen teruggeven aan lageropgeleide jongeren die op hun beurt ook te maken hebben met werkloosheid. In mijn boek vertel ik mijn eigen verhaal, een verhaal zoals dat van vele andere jonge men­sen, over keuzes, twijfels, carrière, liefde en angsten. Maar ik wil ook anderen aan het woord laten om hun ervaringen te delen. Een boek dat geschreven is dóór een generatie van twintigers en niet óver ons.

Page 12: Geen filter - Anjuly de Geus

13

Keuzestress

Als kind wil je iedere week wel iets anders worden ‘wanneer je groot bent’. De ene week was het bij mij kapster, de andere keer modeontwerpster, en verpleegkundige leek me ook wel leuk. La ­ter veranderde dat. Ik was altijd jaloers op de mensen die al van kleins af aan wisten wat ze wilden worden. Dat was lekker mak­kelijk, je hoefde alleen de opleiding of studie te volgen die nodig was om het beroep uit te oefenen en: klaar is kees. Nu ben ik zelfs soms nog jaloers op vrienden die zo’n duidelijk beroep hebben gekozen. Die vriend die geneeskunde studeert, of de ander die heel zeker weet dat docent zijn of haar roeping is.

Ik wist altijd dat ik schrijven ‘leuk’ vond. Ik schreef in dagboe­ken, later in worddocumentjes en ik had een amateuristisch blog met hersenspinsels. Bij het kiezen van een studie na de middel­bare school zat ik een beetje met mijn handen in het haar. Ik was slecht in exacte vakken, blonk uit in geschiedenis, Nederlands en Engels en vond maatschappijleer ook een boeiend vak. Ik wilde graag naar de School voor Journalistiek, maar dat werd me ont­raden. Er was een overschot aan journalisten en hoewel het vast een ‘leuke’ opleiding was, was het verstandiger om met mijn vwo­diploma naar de universiteit te gaan. Ik kon het beste kiezen voor

1

Page 13: Geen filter - Anjuly de Geus

14

een degelijke studie als geschiedenis, daar leerde ik sowieso wel schrijven, maar zou ik daarnaast ook nog wat kennis vergaren.

Dit leek mij een logische redenering en aangezien ik met mijn talenten toch het best bij de faculteit geesteswetenschappen te ­rechtkon, besloot ik het kiezen nog een jaar uit te stellen en te beginnen aan de bacheloropleiding Taal­ en cultuurstudies, een studie waarbij je in het eerste jaar vakken mocht volgen bij aller­lei verschillende studierichtingen. Nu hoor ik bij veel lezers een zucht van afkeuring, iedereen wéét immers dat je daar niet mee aan de bak komt. Tja, in 2005 leefden we nog niet in het huidige economische klimaat en al was ook toen deze keuze niet wegge­legd voor degenen die Het Grote Geld wilden gaan verdienen, het zag er toch net iets rooskleuriger uit. Ik heb vaak nagedacht of ik anders had gekozen als ik geweten had dat de crisis eraan kwam. Toen ik mijn stuk ‘Bekentenissen van een Zeepjesver­koper’ (13 juni 2013, Nrc Next) schreef over de moeilijkheden bij het vinden van een baan op opleidingsniveau, zaten er best veel reacties bij van mensen die vonden dat ik met zo’n studie ‘had kunnen weten’ dat het nooit wat zou worden. Als ik maar gewoon iets technisch gestudeerd had, was het allemaal veel makkelijker geweest.

Als ik dat soort dingen lees, komt er stoom uit mijn oren van woede. Ik bén niet technisch, wat denk je dat er gebeurd was als ik was begonnen aan een studie waarvan ik wist dat ik er nul talent voor had? Ik ben het tot op zekere hoogte eens met de gedachte dat er soms te veel wordt besloten op ‘vind ik het leuk?’­gevoel. Ik ben van mening dat er op middelbare scholen meer aandacht besteed moet worden aan een weloverwogen studiekeuze. Zeker

Page 14: Geen filter - Anjuly de Geus

15

met het invoeren van het sociaal leenstelsel. Je denkt namelijk als zeventien­ of achttienjarige wel dat je weet waar je mee bezig bent, maar in Nederland, waar kinderen nog tot vrij laat in hun puberteit gepamperd worden door hun ouders, heeft deze leef­tijdsgroep vaak nog niet het vermogen om op lange termijn te denken en de consequenties van hun keuzes te overzien.

Ik vind het altijd interessant om van afgestudeerden te horen of zij, in retrospect, voor een andere studie zouden kiezen. De antwoorden zullen je verbazen.

Generatie Y aan het woord

LIANG In 2006 besloot ik geschiedenis te gaan studeren. Net voor de crisis werd deze keuze door niemand echt im frage gesteld. Ik zou weer dezelfde keuze ma ­ken. Maar misschien zou ik iets meer aan de toekomst den­ken. Wellicht had ik een tweede studie erbij gedaan of een bestuursjaar gedaan. In retrospect had dit allemaal makke­lijk gekund.

JAAP Ik denk het niet. Geschiedenis is gewoon een mooi vak dat erg goed bij mij past. En het is ook nog eens kennis die onmisbaar is om de wereld te begrijpen en te verbeteren. Maar ik zou sommige dingen wel anders aanpakken, zoals me meer oriënteren op de carrièremogelijkheden na mijn studie. Ik ben nooit een carrièretijger geweest, vind ‘be ­roeps bestuurders’ eng en heb een hekel aan mensen die al ­

OVER HET KIEZEN VAN EEN STUDIE

Page 15: Geen filter - Anjuly de Geus

16

tijd vooraan staan bij netwerkevenementen, maar misschien had ik daar toch wat meer over na moeten denken.

ISIS Never.

CAROLIN Als ik nu opnieuw mocht kiezen, zou ik al voor mijn bachelor de studie Internationale betrekkingen heb­ben gekozen. Ik zou ook graag nog Frans of Russisch gaan studeren, omdat talenkennis de kansen op een internatio­nale baan verhoogt.

ANONIEM Nee. Dat ik onzeker ben over mijn kennis en capaciteiten heeft meer met mezelf te maken dan met wat ik heb gestudeerd, denk ik. Als ik een andere studie zou heb­ben gedaan, dan zou ik nu ook onzeker zijn. Dat heeft meer met faalangst te maken dan met studierichting. Ik heb altijd gekozen wat ik leuk en interessant vond. Ik ben meer op gevoel/intuïtie afgegaan dan dat ik strategisch heb nage­dacht (over eigen capaciteiten die aansluiten op een studie bijvoorbeeld, of waar ik eerder een baan in zou vinden).

Het grappige is dat bijna niemand denkt dat hij een andere studie zou hebben gekozen, maar het een en ander toch anders aange­pakt zou hebben. Vooral het ‘meer denken aan de toekomst’ en meer bezig zijn met carrièreperspectief na de studie vind ik inte­ressant. Ik weet dat op het hbo meer aandacht wordt besteed aan de praktische kant van het vinden van een baan na de studie. In

Page 16: Geen filter - Anjuly de Geus

17

het wetenschappelijk onderwijs heerste in de tijd dat ik studeerde nog een bepaalde arrogantie over het niet afleveren van kant­en­klare werknemers. Een academische studie is immers geen vak­school; er wordt een manier van denken aangeleerd. Ik hoop dat daar tegenwoordig meer aandacht aan wordt besteed en het voor iedere student verplichte kost wordt. Stages waren binnen mijn studie bijvoorbeeld optioneel. Je kon vier jaar door een opleiding heen fietsen zonder ook maar enige praktische ervaring in het veld op te doen. Als ik terugkijk op mijn studieperiode, zijn het de stages waarbij ik het meest over mezelf en over wat ik wil te weten ben gekomen. Je kunt als faculteit nog zoveel vrijwillige ‘carrière­dagen’ organiseren, maar je gaat daarmee voorbij aan het doel, om dat je nooit de mensen bereikt die dat het hardst nodig hebben.

Al tijdens mijn studie was ik heel erg bezig met mijn ‘cv’. Ik was me er al vrij vroeg in het proces van bewust dat het belangrijk was om te beginnen met het opbouwen van ervaring om onderschei­dend te kunnen zijn. Dus begon ik met vrijwilligerswerk voor een Europese organisatie voor actief burgerschap. Om eerlijk te zijn deed ik dat in eerste instantie grotendeels voor de gesubsidi­eerde tripjes door Europa, maar voor mij was het heel goed om als naïef hertje wat meer van andere culturen en levenswijzen te zien. Als redelijk beschermd opgevoed meisje kwam ik opeens in achterstandswijken en hoorde levensverhalen van mensen die ik anders nooit ontmoet zou hebben.

Daarnaast deed ik vrijwilligerswerk voor een peacebuilding­organisatie, schreef ik een column over ontwikkelingssamenwer­king voor een website en zat ik een blauwe maandag in de redac­tie van een online magazine voor ‘duurzame studenten’. Hoewel

Page 17: Geen filter - Anjuly de Geus

18

ik heel veel heb geleerd van deze nevenactiviteiten, zorgde het ook voor studievertraging. Dit werd door anderen weggewuifd als irrelevant: met al deze praktische ervaring heb jij straks een grote voorsprong op de anderen! Wie al eerder heeft gelezen over het carrièreverloop na mijn studie, weet dat die vlieger helaas niet opging.

Omdat ik na de middelbare school nog niet kon kiezen, begon ik aan een studie met een vrij bachelorprogramma. Tijdens het eerste jaar van de bachelor kon je van alles ‘uitproberen’ aan de faculteit geesteswetenschappen. Je moest wel een minimaal aan­tal punten behalen en voldoen aan bepaalde eisen om later je hoofdrichting te kunnen kiezen, maar het eerste jaar van Taal­ en cultuurstudies was geweldig voor mensen die niet weten wat ze willen: je hoefde namelijk niet te kiezen. In dat jaar volgde ik vak­ken genderstudies, televisie­ en filmwetenschap, Engels, geschie­denis, Latijns­Amerikastudies en taalwetenschap. Gelukkig kwam ik er al vrij snel achter dat geschiedenis en dan voornamelijk in ­ternationale betrekkingen mijn interesse had.

Ik denk dat dit eerste oriëntatiejaar me goed geholpen heeft om een richting te bepalen. In mijn tweede jaar koos ik voor de hoofdrichting internationale betrekkingen. In mijn omgeving zag ik sommigen echter steeds wisselen van hoofdrichting. Taal­wetenschap was het toch niet, dan maar Engels. Met het switchen kwam studievertraging, met het niet kunnen kiezen kwam nog meer twijfel. Ik twijfel er niet aan dat veel van hen op een gegeven moment dachten: waar ben ik mee bezig? Het bepalen van je ‘toe­komst’ kan heel lastig zijn als er een heel pakket aan keuzes op tafel ligt.