Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing...

12
Gebruiksaanwijzing Diepvrieskast 311012 7085382 - 00 GNP ... 6

Transcript of Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing...

Page 1: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

GebruiksaanwijzingDiepvrieskast

311012 7085382 - 00GNP ... 6

Page 2: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

Inhoudsopgave1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 21.1 Toepassingen van het apparaat............................... 21.2 Conformiteit.............................................................. 21.3 Overzicht apparaat en uitrusting............................... 21.4 Afmetingen voor plaatsing........................................ 31.5 Energie sparen......................................................... 31.6 Isolatieplaat.............................................................. 31.7 HomeDialog............................................................. 31.8 SmartGrid................................................................. 32 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 43 Bedienings- en controle-elementen..................... 53.1 Bedienings- en controlepaneel................................. 53.2 Temperatuurdisplay................................................. 54 In gebruik nemen................................................... 54.1 Apparaat transporteren............................................ 54.2 Apparaat opstellen................................................... 54.3 Draairichting deur veranderen.................................. 64.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 74.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 74.6 Apparaat aansluiten................................................. 84.7 Apparaat inschakelen............................................... 85 Bediening................................................................ 85.1 Helderheid van het temperatuurdisplay.................... 85.2 Kinderbeveiliging...................................................... 85.3 Deuralarm................................................................ 85.4 Temperatuuralarm.................................................... 95.5 Levensmiddelen invriezen........................................ 95.6 Levensmiddelen ontdooien...................................... 95.7 Temperatuur instellen............................................... 95.8 SuperFrost............................................................... 95.9 Laden....................................................................... 105.10 Plateaus................................................................... 105.11 VarioSpace............................................................... 105.12 Info-systeem............................................................. 105.13 Koudeaccu's............................................................. 106 Onderhoud.............................................................. 106.1 Ontdooien met NoFrost............................................ 106.2 Apparaat reinigen..................................................... 106.3 Technische Dienst.................................................... 117 Storingen................................................................ 118 Uitzetten.................................................................. 128.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 128.2 Buiten werking stellen.............................................. 129 Apparaat afdanken................................................ 12

De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkelingvan alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begripvoor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniekmoeten voorbehouden.Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, deinstructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijnmogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten vantoepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,gebruiksresultaten met een .

1 Het apparaat in vogelvlucht1.1 Toepassingen van het apparaatHet apparaat is alleen geschikt voor het koelenvan levensmiddelen in huishoudelijke of soort-

gelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeldhet gebruik- in personeelskeukens, bed and breakfasts,- door gasten in landhuizen, hotels, motels, en

andere onderkomens,- voor catering en soortgelijke diensten in de

groothandelGebruik het apparaat alleen voor huishoudelijketoepassingen. Alle andere toepassingen zijnniet toegestaan. Het apparaat is niet geschiktvoor het bewaren en koelen van medicijnen,bloedplasma, laboratoriumpreparaten en derge-lijke stoffen en producten als genoemd in derichtlijn inzake medische hulpmiddelen2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kanleiden tot schade aan bewaarde producten oftot bederf ervan. Daarnaast is het apparaat nietgeschikt voor gebruik op plaatsen waar ontplof-fingsgevaar kan heersen.Het apparaat is volgens de klimaatklassegebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevings-temperaturen. De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje.AanwijzinguRespecteer de opgegeven omgevingstempe-

raturen, zoniet vermindert de koelprestatie.Klimaat-klasse

voor omgevingstemperaturen

SN, N tot 32 °CST tot 38 °CT tot 43 °C

Een storingsvrije werking van het apparaat isgewaarborgd tot een minimum omgevingstem-peratuur van 5 °C.1.2 ConformiteitHet koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Hetapparaat voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidsbe-palingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG,2009/125/EG en 2010/30/EU.

1.3 Overzicht apparaat en uitrustingAanwijzingu Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde

toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.

Het apparaat in vogelvlucht

2

Page 3: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

Fig. 1 (1) Transportgreep achter (6) Lades(2) Bedienings- en contro-

lepaneel(7) VarioSpace

(3) Verlichting (8) Koudeaccu(4) NoFrost installatie (9) Typeplaatje(5) Info-systeem (10) Stelpootjes, transport-

grepen voor, transport-wieltjes achter

1.4 Afmetingen voor plaatsing

Fig. 2 x Bij apparaten zonder meegeleverde wandafstandhouders ofwanneer de meegeleverde afstandhouders niet wordengebruikt, is de afmeting 35 mm minder (zie 4.2) .

Model Apparaathoogte H (mm)GNP 26.. 1359GNP 31.. 1555GNP 36. 1751GNP 41.. 1947

1.5 Energie sparen- Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-

tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.- Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast

een fornuis, verwarming of dergelijke.

- Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.1) .

- Open het apparaat zo kort mogelijk.- Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is

het energieverbruik.- Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in

vogelvlucht).- Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.

Rijpvorming wordt vermeden.- Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen

tot kamertemperatuur.Stof doet het energieverbruik toenemen:- de koelmachine met warmtewisselaar -

metalen rooster aan de achterkant vanhet apparaat - eens per jaar afstoffen.

1.6 IsolatieplaatDe isolatieplaat, waarmee u slechts een gedeelte van hetapparaat gebruikt, is apart te verkrijgen bij de vakhandelaar.Wanneer u niet veel levensmiddelen in devrieskast heeft, kunt u met behulp van deisolatieplaat het energieverbruik tot 50%verlagen. Afhankelijk van het model,kunnen er tot 5 schuilfaden worden uitge-schakeld. Om te koelen zijn minstens 3schuifladen nodig. Meer informatie vindt uop de bijsluiter van de isolatieplaat.

1.7 HomeDialogAfhankelijk van model en uitrusting kunnen methet HomeDialog System meerdere Liebherr-apparaten (b.v. in de kelder) aan een hoofdap-paraat (b.v. in de keuken) worden gekoppeld envanuit deze worden bediend. Nadere informatieover de voordelen, voorwaarden en het functie-principe vindt u op internet onder www.liebherr.com.

1.8 SmartGridAfhankelijk van model en uitvoering is uwapparaat voorbereid voor de toekomsttech-nologie "SmartGrid".

SmartGrid is een toekomstige mogelijkheid om de individueleenergiekosten via een intelligente elektriciteitsmeter van deenergieleverancier te laten dalen. Bij de aanwezigheid vanenergieoverschotten, bijvoorbeeld door de toevoer van regene-ratieve energie, worden huishoudens voorzien van voordeligestroom. Diepvrieskasten met SmartGrid-ready zijn nu reedsvoorbereid voor deze toekomsttechnologie. Met een daarvoorbenodigde extra module zullen de apparaten in staat zijn omde energiekosten te optimaliseren.Meer informatie over de voordelen, voorwaarden en werkwijzevindt u op internet op de homepage van uw energieleverancieren op www.liebherr.com.

Het apparaat in vogelvlucht

3

Page 4: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

2 Algemene veiligheidsvoor-schriftenGevaren voor de gebruiker:- Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar

en ouder, evenals door personen metbeperkte fysische, sensorische of mentalecapaciteiten of gebrek aan ervaring en kennisworden gebruikt, wanneer ze onder toezichtstaan of m.b.t. het veilige gebruik van hetapparaat instructies hebben gekregen en dedaaruit voortvloeiende gevaren begrijpen.Kinderen mogen niet met het apparaatspelen. Kinderen mogen het apparaat nietzonder toezicht reinigen en onderhouden.

- Als u het stroomsnoer van het apparaat uithet stopcontact trekt, altijd bij de stekkernemen. Niet aan het snoer trekken.

- Trek, in geval van een storing, de stekker uithet stopcontact of schakel de beveiliging uit.

- Beschadig het netsnoer niet. Gebruik hetapparaat niet wanneer het netsnoer defect is.

- Reparaties, aanpassingen aan het apparaaten het vervangen van het netsnoer alleenlaten uitvoeren door de Technische Dienst ofander daarvoor opgeleid vakpersoneel.

- Het apparaat alleen conform de beschrijvingin de handleiding monteren, aansluiten enafvoeren.

- Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldigen geef hem eventueel aan de volgende eige-naar door.

- De lampen voor speciale doeleinden (gloei-lampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijnbedoeld om de binnenruimte te verlichten enniet geschikt als kamerverlichting.

Brandgevaar:- Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu-

vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappendkoelmiddel kan vlam vatten.• De buisleidingen van het koelmiddelcircuit

niet beschadigen.• Binnenin het apparaat geen open vuur of

ontstekingsbronnen gebruiken.• Binnenin het apparaat geen elektrische

apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers,verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).

• Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg datzich geen open vuur of ontstekingsbronnenin de buurt van de lekkage bevinden.Ruimte goed ventileren. Contact opnemenmet de Technische Dienst.

- Geen explosieve stoffen of spuitbussen metbrandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,propaan, pentaan enz. in het apparaat

bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaaraan de op de verpakking vermelde inhouds-stoffen of een vlammensymbool. Eventueelontsnappende gassen kunnen door elektri-sche componenten vlam vatten.

- Houd brandende kaarsen, lampen en anderevoorwerpen met open vlammen uit de buurtvan het apparaat, zodat ze geen brandveroorzaken.

- Sterke alcohol alleen goed gesloten enrechtop staand opslaan. Eventueel lekkendealcohol kan door elektrische componentenvlam vatten.

Gevaar voor vallen en omkiepen:- Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun

of om te leunen misbruiken. Dit geldt in hetbijzonder voor kinderen.

Gevaar voor voedselvergiftiging:- Te lang opgeslagen levensmiddelen niet

meer nuttigen.Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheiden pijn:- Langdurig huidcontact met koude opper-

vlakken en gekoelde of ingevroren levens-middelen vermijden of veiligheidsmaatre-gelen treffen, b.v. handschoenen dragen.Consumptie-ijs, met name waterijs ofijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koudconsumeren.

Gevaar voor verwonding en beschadiging:- Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.

Voor het ontdooien geen elektrische kachel-tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois-pray gebruiken.

- IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.Neem de specifieke aanwijzingen in deoverige hoofdstukken in acht:

GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die dedood of ernstig lichamelijk letsel totgevolg kan hebben wanneer ditgevaar niet vermeden wordt.

WAAR-SCHUWING

duidt een gevaarlijke situatie aan,die de dood of ernstig lichamelijkletsel tot gevolg kan hebbenwanneer dit gevaar niet vermedenwordt.

VOOR-ZICHTIG

duidt een gevaarlijke situatie aan,die lichamelijk letsel tot gevolg kanhebben wanneer dit gevaar nietvermeden wordt.

LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,die materiële schade tot gevolg kanhebben wanneer dit gevaar nietvermeden wordt.

Algemene veiligheidsvoorschriften

4

Page 5: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-zingen en tips gegeven worden.

3 Bedienings- en controle-elementen3.1 Bedienings- en controlepaneel

Fig. 3 (1) Insteltoets Up (7) Toets On/Off(2) Insteltoets Down (8) Toets SuperFrost(3) Symbool menu (9) Toets alarm(4) Symbool alarm (10) Symbool stroomuitval(5) Symbool SuperFrost (11) Symbool kinderbeveiliging(6) Temperatuurdisplay (12) Symbool HomeDialog

3.2 TemperatuurdisplayBij normale werking wordt aangegeven:- de warmste vriestemperatuurDe temperatuurdisplay knippert:- de temperatuurinstelling wordt gewijzigd- na het inschakelen is de temperatuur nog niet voldoende

koud- de temperatuur is meerdere graden gestegenOp de display knipperen streepjes:- de vriestemperatuur is hoger dan 0 °C.De volgende aanduidingen wijzen op een storing. Mogelijkeoorzaken en maatregelen voor het oplossen (zie Storingen).- F0 tot F9- Het symbool voor stroomuitval licht op.

4 In gebruik nemen4.1 Apparaat transporteren

VOORZICHTIGGevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans-port!u Het apparaat verpakt transporteren.u Het apparaat rechtop transporteren.u Het apparaat niet alleen transporteren.

4.2 Apparaat opstellen

WAARSCHUWINGBrandgevaar door vocht!Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluitingvochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.u Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten

ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgevingof binnen bereik van spatwater plaatsen.

WAARSCHUWINGBrandgevaar door kortsluiting!Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een anderapparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaarliggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaatworden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.u Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het

apparaat liggen.u Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat

bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa-raten aan te sluiten.

WAARSCHUWINGBrandgevaar door koelmiddel!Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maarbrandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.u De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-

digen.

WAARSCHUWINGGevaar voor brand en beschadiging!u Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,

toaster enz. op het apparaat!

WAARSCHUWINGGevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie-openingen!u De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd

voor een goede luchttoevoer en -afvoer!

LET OPGevaar voor beschadiging door condenswater!u het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat

zetten.

q Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nogvoor het aansluiten - contact op met de leverancier.

q De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas envlak zijn.

q Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naasteen fornuis, verwarming of dergelijke.

q Optimale standplaats is een droge en goed geventileerderuimte.

q Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusiefde meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) directtegen de muur plaatsen.

q Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand wordenverschoven.

q Stel het apparaat niet op zonder hulp.

Bedienings- en controle-elementen

5

Page 6: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

q De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de normEN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van1 m3 beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kanin geval van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlam-baar gas-lucht-mengsel ontstaan. Informatie over dehoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan debinnenkant van het apparaat.

u Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge-luiden ontstaan!

u Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.Indien wandafstandhouders bij het apparaat werden geleverd,wordt door montage en gebruik van deze wandafstandhoudershet aangegeven energieverbruik bereikt. Zonder wandafstand-houders is de diepte van het apparaat 3,50 cmminder. Het nietgebruiken van de meegeleverde wandafstandhouders heeftgeen invloed op het functioneren van het apparaat. Het ener-gieverbruik van deze apparaten is bij een kleinere wandafstandechter iets hoger.*u Bij een apparaat met meegele-

verde wandafstandhoudersdeze wandafstandhouders linksen rechts boven aan de achter-kant van het apparaatmonteren.*

*u Voer de verpakking af (zie 4.5) .u Stel het apparaat met de

meegeleverde steeksleutel enmet behulp van de stelpootjes(A) en een waterpas stevig envlak op.

Aanwijzingu Apparaat reinigen (zie 6.2) .Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan ercondens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.u Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-

ruimte.

4.3 Draairichting deur veranderenIndien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:q Torx 25q Torx 15q Steeksleutel SW 6q Schroevendraaierq meegeleverde steeksleutelq eventueel een tweede persoon voor de montage

VOORZICHTIGGevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!u Deur goed vasthouden.u Deur voorzichtig neerzetten.

u Rechts onder aan de lagerbusde borgschroef Fig. 4 (1)uitdraaien.

u Deur openen.u Deur aan de greepzijde en

onderkant vastpakken enoptillen.

w De lagerbout Fig. 4 (21) komt uitde lagerbus Fig. 5 (2) los.

u Indien de lagerbout Fig. 4 (21)niet los komt, de bout van ondernaar boven drukken.

Fig. 4

u Deur aan de onderkant uitdraaien en loshalen.

Fig. 5 u Lagerbus Fig. 5 (2) losschroeven.u Lagerdeel Fig. 5 (3) losschroeven en in het tegenoverlig-

gende opnamegat van de lagerbus omzetten en weer vast-schroeven.

u Stop Fig. 5 (4) uit de lagerbus verwijderen en in de tegen-overliggende opening van de lagerbus omzetten.

u Afdekking Fig. 5 (5) aan kant van de greep voorzichtigwegnemen.

u Schroef Fig. 5 (6) uitdraaien en aan de andere kant weerindraaien.

u Afdekking Fig. 5 (5) weer terugplaatsen.u Lagerbus Fig. 5 (2) aan de nieuwe scharnierzijde evt. met

behulp van een accuschroevendraaier weer goed (met4 Nm) vastschroeven.

Fig. 6 u Aan de bovenkant afdekking Fig. 6 (7) en afdekking

Fig. 6 (8) met een schroevendraaier losklikken en schuinnaar beneden verwijderen.

u Lagerbout Fig. 6 (9) uitdraaien en aan de andere kant goed(min. 4 Nm) vastschroeven.

In gebruik nemen

6

Page 7: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

u Afdekking Fig. 6 (7) aan de kant van de lagerbout weeraanbrengen: achteraan inzetten, vooraan vastklikken.

u Afdekking Fig. 6 (8) op de tegenoverliggende kantmonteren: achteraan inzetten, vooraan vastklikken.

Fig. 7 u Til de stop Fig. 7 (12) uit de deurlagerbus en plaats hem om.u Monteer deurgreep, stop Fig. 7 (10) en drukplaten

Fig. 7 (11) af en monteer ze aan de tegenoverliggende kant.u Let er bij het monteren van de drukplaten op, dat deze goed

vastklikken.u Veerklem Fig. 8 (20)

verplaatsen: Sluitnokomlaag drukken, veerklemeroverheen en eraftrekken.

u Veerklem aan de nieuwescharnierkant weer erinschuiven totdat hij inklikt.

u Lagerbout Fig. 8 (21) uitde deurbus nemen ensamen met het plaatje aande tegenoverliggende kantaanbrengen. De sluitnokmoet naar de binnenkantvan de deur wijzen, de kerfnaar de buitenkant.

Fig. 8

u Deur boven in de lagerbout Fig. 6 (9) hangen.u Deur aan de onderkant vastzetten en de lagerbout

Fig. 8 (21) in de lagerbus aanbrengen. Evt. de lagerboutdraaien om deze te laten vastklikken.

u Borgschroef Fig. 4 (1) onder in de lagerbout draaien envastschroeven (met 4 Nm).

u De deur eventueel via de beide langsgaten in de lagerbusten opzichte van de kast uitlijnen. Daartoe middelste schroefuitdraaien.

WAARSCHUWINGGevaar voor verwonding door eruit vallende deur!Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan dedeur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goedkoelt.u De lagerbussen/lagerbouten goed (met 4 Nm) vast-

schroeven.u Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.

4.4 Inbouw in het keukenblok

Fig. 9 (1) Opbouwkast (3) Keukenkast() Apparaat (4) Wand

x Bij apparaten zonder meegeleverde wandafstandhouders ofwanneer de meegeleverde afstandhouders niet wordengebruikt, is de afmeting 35 mm (zie 4.2) minder.Het apparaat Fig. 9 (2) kan worden ingebouwd in de keuken.Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan tepassen, kunt u er een passende opbouwkast Fig. 9 (1) opplaatsen.Bij de ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm) kanhet apparaat direct naast de keukenkast Fig. 9 (3) wordenopgesteld. Ten opzichte van het keukenkastfront steekt hetapparaat opzij 185 mm x en in het midden van het apparaat205 mm x uit.Belangrijk voor de ventilatie:- Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een

ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.- De ventilatieruimte onder het plafond moet minstens

350 cm2 bedragen.- Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het

apparaat werkt.Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muurFig. 9 (4), dan moet de afstand tussen apparaat en muurminstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitstekenvan de deurgreep bij een geopende deur.

4.5 Afvalverwerking van de verpakking

WAARSCHUWINGGevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!u Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:- Golfkarton/karton- Onderdelen uit geschuimd polystyreen

In gebruik nemen

7

Page 8: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

- Folies en zakken uit polyetheen- Spanbanden uit polypropeen- Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-

ethyleen*u Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-

punt.

4.6 Apparaat aansluitenLET OPGevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!u Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar

wisselstroom) of spaarstekker.

WAARSCHUWINGBrand- en oververhittingsgevaar!u Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats vanbestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zieHet apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard eneen elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom vande zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat destroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kanworden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaatbevinden.u Elektrische aansluiting controleren.u Steek de stekker in het stopcontact.

4.7 Apparaat inschakelenSchakel het apparaat in ongeveer 2 uur voordat u ervoor het eerst diepvriesproducten inlegt.Leg er pas diepvriesproducten in wanneer hettemperatuurdisplay -18 °C aangeeft.

u Toets On/Off Fig. 3 (7) indrukken.w Het temperatuurdisplay en het symbool Alarm knipperen tot

de temperatuur voldoende koud is. Als de temperatuurboven 0 °C ligt knipperen streepjes, is de temperatuur lager,knippert de huidige temperatuur.

w De binnenverlichting brandt wanneer de deur open is.w Om de binnenruimte bij eerste ingebruikname zo snel moge-

lijk te laten afkoelen, werkt het apparaat op maximaalvermogen, wat inhoudt, dat de compressor op een hoogtoerental werkt. Daarom zijn de geluiden in eersteinstantie iets luider. Daarna werkt het apparaat in de ener-giebesparende normale modus aanzienlijk zachter verder.

w Wanneer op het display "DEMO" wordt aangegeven, is dedemonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemenmet de Technische Dienst.

5 Bediening5.1 Helderheid van het temperatuurdis-playU kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassenaan het omgevingslicht.

5.1.1 Helderheid instellenDe helderheid is instelbaar tussen h0 (geen verlichting) en h5(maximale lichtsterkte).u Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 6 sec. op de

toets SuperFrost Fig. 3 (8).w Op het display wordt c aangegeven.w Het symbool Menu Fig. 3 (3) licht op.u Met insteltoets Up Fig. 3 (1) of insteltoets Down Fig. 3 (2)h

kiezen.u Bevestigen: toets SuperFrost Fig. 3 (8) even indrukken.u Display lichter instellen: insteltoets Up Fig. 3 (1)

indrukken.u Display donkerder instellen: insteltoets Down

Fig. 3 (2) indrukken.u Bevestigen: toets SuperFrost Fig. 3 (8)

indrukken.w De helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.u Instelmodus deactiveren: toets On/Off Fig. 3 (7) indrukken.-of-u 5 min. wachten.w Op het temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur

aangegeven.

5.2 KinderbeveiligingMet de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderenbij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha-kelen.

5.2.1 Kinderbeveiliging instellenu Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 6 sec. op de

toets SuperFrost Fig. 3 (8).w Op de display knippert c.w Het symbool Menu Fig. 3 (3) is verlicht.u Druk kort op de toets SuperFrost Fig. 3 (8) om te beves-

tigen.Als in de display c1 wordt aangegeven:

u om de kinderbeveiliging in te schakelen, drukt ukort op de toets SuperFrost Fig. 3 (8).

w Het symbool kinderbeveiliging Fig. 3 (11) brandt. Op dedisplay knippert c.Als in de display c0 wordt aangegeven:

u om de kinderbeveiliging uit te schakelen, drukt u kort op detoets SuperFrost Fig. 3 (8).

w Het symbool Kinderbeveiliging Fig. 3 (11) dooft. Op dedisplay knippert c.

u Instelmodus deactiveren: toets On/Off Fig. 3 (7) indrukken.-of-u 5 min. wachten.w Op de temperatuurdisplay wordt opnieuw de temperatuur

weergegeven.

5.3 DeuralarmWanneer de deur langer dan 60 seconden geopendis, gaat het akoestisch alarm af.Het akoestisch alarm stopt automatisch, zodra dedeur gesloten wordt.

5.3.1 Deuralarm deactiverenHet akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha-keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.u Toets Alarm Fig. 3 (9) indrukken.w Het akoestisch alarm gaat uit.

Bediening

8

Page 9: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

5.4 TemperatuuralarmWanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is,gaat het akoestisch alarm af.Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay enhet symbool Alarm Fig. 3 (4).

De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:- warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer

gelegd- bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is

teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd.- de stroom is voor langere tijd uitgevallen- het apparaat is defectHet akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool AlarmFig. 3 (4) gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met knip-peren, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is.Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie Storingen).AanwijzingWanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens-middelen bederven.u De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven

levensmiddelen niet meer nuttigen.

5.4.1 Temperatuuralarm deactiverenHet akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer detemperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weeractief.u Toets Alarm Fig. 3 (9) indrukken.w Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.

5.5 Levensmiddelen invriezenU kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat invogelvlucht) onder "Invriescapaciteit ... kg/24h" is aangegeven.De bovenste lade kan met max. 15 kg, de andere laden kunnenmet elk max. 25 kg worden belast.De plateaus kunnen elk met 55 kg diepvriesproducten wordenbelast.Indien de deur na het sluiten niet weer onmiddellijk kan wordengeopend, ca. 2 min. wachten, totdat de ontstane onderdruk isopgeheven.

VOORZICHTIGGevaar voor verwonding door glasscherven!Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.u Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over-schrijden:- fruit, groente max. 1 kg- vlees max. 2,5 kgu Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-

zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal ofaluminium.

5.6 Levensmiddelen ontdooien- bij kamertemperatuur- in een magnetron- in een oven/heteluchtovenu Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering

weer invriezen.

5.7 Temperatuur instellenHet apparaat is standaard ingesteld voor een normale werking.De temperatuur is instelbaar tussen -14 °C en -28 °C, aanbe-volen wordt -18 °C.u Temperatuur hoger instellen: insteltoets Up Fig. 3 (1)

indrukken, totdat de temperatuur op het display knippert.Toets loslaten.

u Temperatuur lager instellen: insteltoets Down Fig. 3 (2)indrukken, totdat de temperatuur op het display knippert.Toets loslaten.

w Op het temperatuurdisplay wordt de actuele temperatuurweergegeven.

u Temperatuur laten verspringen in stapjes van 1 °C: toetskort indrukken.

-of-u Temperatuur doorlopend veranderen: toets ingedrukt

houden.w Tijdens het instellen knippert de waarde.w Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd

ingedrukt, wordt de daadwerkelijke temperatuur aange-geven. De temperatuur past zich langzaam aan de nieuweinstelling aan.

5.8 SuperFrostMet deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen sneltot op de kern invriezen. Het apparaat werkt metmaximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluidenvan het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 hinvriezen, als op het typeplaatje onder "invriescapaciteit ... kg/24h" is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van hetmodel en de klimaatklasse van het apparaat.Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die wordeningevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bijeen kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bijde maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24hvoordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In tevriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten incontact brengen om ontdooien van deze producten te voor-komen.SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te scha-kelen:- wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt- bij het invriezen van max. ca. 2 kg nieuwe levensmiddelen

per dag

5.8.1 Met SuperFrost invriezenu Toets SuperFrost Fig. 3 (8) indrukken, totdat op het display

het symbool wordt weergegeven. Toets loslaten.w De vriestemperatuur daalt, het apparaat werkt met maxi-

maal koelvermogen.Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:

u Ca. 6 u wachten.u Verpakte levensmiddelen in de diepe onderste laden

leggen.Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:

u Ca. 24 u wachten.u Onderste diepe laden uitschuiven en de levensmiddelen

direct op de onderste plateaus leggen.w SuperFrost schakelt automatisch uit. Naargelang hoeveel-

heid nieuwe levensmiddelen op zijn vroegst na 30 h uiterlijkna 65 h.

w Het symbool SuperFrost Fig. 3 (5) gaat uit, wanneer hetinvriezen is afgesloten.

u Levensmiddelen in de laden legen en deze weer inschuiven.w Het apparaat werkt in de energiebesparende normale

modus verder.

Bediening

9

Page 10: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

5.9 LadenAanwijzingHet energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bijonvoldoende ventilatie.Bij apparaten met NoFrost:u Laat de onderste schuiflade in het apparaat zitten!u Houd de luchtspleet binnen aan de achterkant steeds vrij!

Fig. 10

Fig. 11 u Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te

bewaren: til de schuiflade achteraan op en trek naar vorenuit.

5.10 Plateausu Plateau uitnemen: vooraan

optillen en uittrekken.u Plateau terugplaatsen: tot aanslag

inschuiven.

5.11 VarioSpaceNaast de schuifladen kunt utevens de plateaus verwijderen.Zo creëert u plaats voor levens-middelen van groot formaat.Gevogelte, vlees, groot wild enhoog gebak kunnen geheel en alworden ingevroren en laterverder verwerkt.

u De bovenste lade kan met max. 15 kg, de andere ladenkunnen met elk max. 25 kg worden belast.

u De plateaus kunnen elk met 55 kg diepvriesproductenworden belast.

5.12 Info-systeem

Fig. 12

(1) Kant-en-klaregerechten, ijs

(4) Vleeswaren, brood

(2) Varkensvlees, vis (5) Wild, paddestoelen(3) Fruit, groenten (6) Gevogelte, rund-/kalfs-

vleesDe getallen geven telkens voor meerdere soorten ingevrorenlevensmiddelen de bewaartijd in maanden aan. De vermeldebewaartijden zijn richtwaarden.

5.13 Koudeaccu'sDe koudeaccu's verhinderen bij stroomuitval, dat de tempera-tuur te snel stijgt.

5.13.1 Koudeaccu's gebruikenu De koudeaccu's ruimtebespa-

rend in het bovenste vriesvakleggen.

u De bevroren koudeaccu'sboven in het voorste vriesge-deelte op de ingevrorenlevensmiddelen leggen.

6 Onderhoud6.1 Ontdooien met NoFrostHet NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatigontdooid en verdampt dan.u U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.

6.2 Apparaat reinigen

VOORZICHTIGGevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brand-wonden veroorzaken.u Gebruik geen stoomreinigers!

LET OPVerkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!u Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.u Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.u Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevat-

tende schoonmaakproducten gebruiken.u Gebruik geen chemische oplosmiddelen.u Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant

van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de TechnischeDienst.

u Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken ofbeschadigen.

u Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-roosters en elektrische delen terecht komen.

u Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met eenneutrale pH-waarde.

u Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.

u Apparaat uitruimen.u Trek de stekker uit.

u Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-warm water en een beetje afwasmiddel met de handreinigen.

u Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-middel met de hand reinigen.

Onderhoud

10

Page 11: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

u Voor het reinigen van de glas-platen telescooprails verwij-deren: voorste haken naarboven drukken (1) en telescoop-rails zijdelings (2) en naarbeneden (3) wegschuiven.

u Uittrekrails terugplaatsen:achteraan inhaken (1) envooraan vastklikken (2).

Na het reinigen:u Apparaat en onderdelen droogwrijven.u Apparaat weer aansluiten en inschakelen.u SuperFrost inschakelen (zie 5.8) .

Wanneer de temperatuur voldoende koud is:u de levensmiddelen er weer in leggen.

6.3 Technische DienstProbeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zieStoringen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact opmet de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegdoverzicht.

WAARSCHUWINGGevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!u Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-

sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder-houd), uitsluitend door de Technische Dienst latenuitvoeren.

u ApparaataanduidingFig. 13 (1), service-nr. Fig. 13 (2) enserie-nr. Fig. 13 (3)van het typeplaatjeaflezen. Het type-plaatje bevindt zichaan de linkerkantbinnen in het appa-raat.

Fig. 13 u Contact opnemen met de Technische Dienst en het

probleem, apparaataanduiding Fig. 13 (1), service-nr.Fig. 13 (2) en serie-nr. Fig. 13 (3) mededelen.

w Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.u Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst

komt.w De levensmiddelen blijven langer koel.u Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het

snoer trekken) of de draai de zekering uit.

7 StoringenUw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veiligewerking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht erdesondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren ofde storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In ditgeval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiodein rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:

Het apparaat functioneert niet.→ Het apparaat is niet ingeschakeld.u Apparaat inschakelen.→ De stekker zit niet goed in het stopcontact.u Stekker controleren.→ De zekering van het stopcontact is niet in orde.u Zekering controleren.De compressor blijft lopen.→ De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-

hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-door langer is, wordt energie bespaard.

u Dat is bij energiebesparende modellen normaal.→ SuperFrost is ingeschakeld.u Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de

compressor langer. Dit is normaal.Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij decompressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.→ De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.u Het knipperen is normaal.Geluiden zijn te luid.→ Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-

ding van de verschillende draaisnelheden verschillendegeluiden veroorzaken.

u Het geluid is normaal.Een borrelen en klateren→ Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit

stroomt.u Het geluid is normaal.Een zacht klikken→ Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen

van het koelaggregaat (de motor).u Het geluid is normaal.Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.→ Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-

middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-mogen automatisch verhoogd.

u Het geluid is normaal.→ De omgevingstemperatuur is te hoog.u Oplossing: (zie 1.1)Vibratiegeluiden.→ Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-

ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels envoorwerpen te trillen.

u Stel het apparaat af m.b.v. de stelpootjes.u Flessen en containers uit elkaar zetten.In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9→ Het betreft een storing.u Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-

houd).In de temperatuurdisplay brandt stroomonderbreking

. De temperatuurdisplay toont de hoogste tempera-tuur die tijdens de stroomonderbreking werd bereikt.→ De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-

onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodrade stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weerverder met de laatste temperatuurinstelling.

u Aanduiding van de warmste temperatuur wissen: toetsAlarm Fig. 3 (9) indrukken.

u De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorvenlevensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmid-delen niet meer opnieuw invriezen.

In de temperatuurdisplay brandt DEMO.→ De demonstratie-modus is geactiveerd.u Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-

houd).

Storingen

11

Page 12: Gebruiksaanwijzing...De klimaatklasse van uw appa-raat vindt u op het typeplaatje. Aanwijzing uRespecteer de opgegeven omgevingstempe-raturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaat-klasse

De buitenkant van het apparaat voelt warm aan.→ De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om

condenswater te voorkomen.u Dit is normaal.Temperatuur is niet laag genoeg.→ De deur is niet goed gesloten.u Deur van het apparaat sluiten.→ Niet voldoende be- en ontluchting.u Luchtrooster schoonmaken.→ De omgevingstemperatuur is te hoog.u Oplossing: (zie 1.1) .→ Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.u Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf

wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de TechnischeDienst. (zie Onderhoud).

→ U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrostopgeslagen.

u Oplossing: (zie 5.8)→ De temperatuur is verkeerd ingesteld.u Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.→ Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,

verwarming enz.).u Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-

tebron.De binnenverlichting brandt niet.→ Het apparaat is niet ingeschakeld.u Apparaat inschakelen.→ De deur was langer dan 15 min. open.u De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na

ca. 15 min. automatisch uit.→ De led-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:

WAARSCHUWINGGevaar voor verwonding door een elektrische schok!Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.u LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische

Dienst of daarvoor geschoold personeel laten vervangen ofrepareren.

WAARSCHUWINGGevaar voor verwonding door laserstraling klasse 1M.u Kijk niet naar binnen als de afdekking open is.

8 Uitzetten8.1 Apparaat uitschakelenu Toets On/Off Fig. 3 (7) indrukken, totdat het

display donker wordt. Toets loslaten.w Wanneer het apparaat niet kan worden uitge-

schakeld, is de kinderbeveiliging actief (zie 5.2) .

8.2 Buiten werking stellenu Apparaat leegmaken.u Stekker uittrekken.u Apparaat reinigen (zie 6.2) .

u Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-gename geuren kunnen ontstaan.

9 Apparaat afdankenHet apparaat bevat nog waardevolle materialen enmag niet met het gewoon huis- of grofvuil wordenmeegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstigde plaatselijk geldende voorschriften en wetten.

Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat hetkoelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-komen.u Apparaat onbruikbaar maken.u Trek de stekker uit.u Snijd het aansluitsnoer door.

Uitzetten

12