Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13...

40
Urisys 1100 ® Handleiding

Transcript of Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13...

Page 1: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

Urisys 1100®

Handleiding

Page 2: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

1 2 3

4 5 6

7 8 9

10 11 12

13 15

16 17

14

18

Page 3: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

Datum van uitgifte:2013-10

Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje van het apparaat en in de handleiding kunnen de volgende symbolen en afkortingen voorko-men:

De gebruiksaanwijzing raadplegen, a.u.b.

! Waarschuwing (raadpleeg de bijgevoegde

documentatie)! De veiligheidsaanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van het apparaat raadplegen a.u.b.

Bewaren bij

Fabrikant

REF Artikelnummer

IVD Voor in vitro diagnostisch gebruik

Dit product voldoet aan de richtlijn 98/79/EG inzake medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek

COBAS, LIFE NEEDS ANSWERS, URISYS 1100 and COMBUR-TEST are Trademarks of Roche.

Page 4: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

Handleiding V05 1

Inhoudsopgave Pagina

1. Inleiding 2

2. Beschrijving van het systeem 3

2.1 Meetprincipe 3

2.2 Bedieningselementen en functies 4

3. Software 4

3.1 Overzicht 4

3.2 Menustructuur (doorstroomschema) 5

3.3 Functies van het menu 7

3.4 Resultatentabel 10

3.5 Veranderen van de grenzen van het bereik 11

4. Ingebruikname 12

4.1 Aanpassingen voor Combur7Test en Combur5Test 14

4.2 Gebruikernaam 14

4.3 Authentificatie 14

5. Kalibratie 15

6. Meten van teststroken 17

6.1 Overzicht 17

6.2 Normal-modus (voor afzonderlijke metingen) 17

6.3 Resultatenoverzicht 18

6.4 Fast-modus (voor het meten van series) 19

6.5 Foutieve meting van de teststrook 19

6.6 Invoeren van patiënt-ID, gebruikersnaam en authentificatiewachtwoord 19

6.7 Gegevensoverdracht naar een PC of hostcomputer 20

7. Reiniging en onderhoud 21

7.1 Reinigen van de teststrokengeleider 21

8. Foutmeldingen en troubleshooting 22

9. Verbinding met andere apparaten 25

9.1 Seriële interface 25

9.2 Barcodereader, AT/PC-toetsenbord 25

10. Technische informatie en aanwijzingen 26

10.1 Technische gegevens 26

10.2 Veiligheidsaanwijzingen 27

10.3 Garantie 27

11. Bestelinformatie 28

12. Trefwoordenregister 29

13. Garantiekaart 31

14. Internationale adressen 33

Page 5: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

2 Handleiding V05

1. InleidingRevisiegeschiedenisVersie handleiding Softwareversie Revisiedatum Herzieningen04 5.x 2008-06 Gebruikersnaam, beperkte vergrendelingsfunc-

tie, Apparaatcode of streepjescodelezer, ASTM-protocol

05 5.x 2013-10 Cobas brand

Het Urisys 1100-analyseapparaat is een reflectiefotometer voor het meten en beoordelen van Combur10Test UX-, Combur-7Test- en Combur5Test*-urineteststroken van Roche Diagnostics. Het apparaat meet de teststroken onder gestandaardi-seerde condities, slaat de resultaten op in het geheugen en drukt deze af met de ingebouwde printer en/of via de seriële interface.

Dit apparaat is ontwikkeld voor in vitro diagnostisch (IVD) gebruik door gekwalificeerde artsen en laboratoriummedewerkers.

Gezondheidsrisico: Humane monsters moeten als potentieel infectieus materiaal worden beschouwd. Volg de hiervoor in uw instelling of laboratorium van kracht zijnde richtlijnen en voorschriften zorgvuldig op!

Door het gebruik van het Urisys 1100-analyseapparaat worden factoren, die de visuele aflezing van de urineteststroken kunnen beïnvloeden, uitgeschakeld. Voorbeelden van deze factoren zijn:

• Wisselende verlichting op de werkplaats.• Verschillend kleuronderscheidingsvermogen of verminderde concentratie van degene, die de test uitvoert.• Reactietijden van de teststroken worden niet nauwkeurig aangehouden.• Administratieve fouten bij het vastleggen van de resultaten.• Donkere kleur van urinemonsters.

De volgende symbolen worden in dit document gebruikt. Symbool/Teken Verklaring

! WAARSCHUWING/VOORZICHTIG: Er kan een gevaarlijke situatie ontstaan, die kan leiden

tot persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat. Dit symbool wordt ook gebruikt om aan te geven, dat er onjuiste resultaten kunnen worden verkregen.

GEZONDHEIDSRISICO: Er worden materialen gebruikt, die een potentieel gevaar vormen voor de gezondheid. Tref alle veiligheidsmaatregelen, die noodzakelijk zijn om persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur te voorkomen.

!

LET OP !: Bijzondere problemen of belangrijke informatie. Lees de begeleidende tekst zorgvuldig door.

* De Combur7Test- en de Combur5Test-urineteststroken zijn niet in alle landen verkrijgbaar.

Page 6: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

3Handleiding V05 3

2. Beschrijving van het systeem2.1 Meetprincipe

De teststrook wordt op een teststrokengeleider bevestigd, die door middel van een stappenmotor onder de meetkop wordt geplaatst. Het analyseapparaat meet eerst het referentieveld en hierna de afzonderlijke testvelden van de teststrook.

De meetkop bevat LED’s (licht emitterende diodes), die licht van verschillende golflengten uitstralen. De optisch-elektroni-sche bepaling van de meetwaarde vindt als volgt plaats:

3 5

4

1

6

2

De LED (1) straalt licht uit van een gedefinieerde golflengte, dat onder een optimale hoek op het oppervlak van het testveld (2) wordt gericht en vervolgens door het testveld wordt gereflecteerd. Dit gereflecteerde licht, waarvan de intensiteit afhan-kelijk is van de intensiteit van de kleurontwikkeling van het testveld, wordt opgevangen door de detector, een fototransistor (3), die zich loodrecht boven het testveld bevindt. De fototransistor stuurt een analoog elektrisch signaal naar een A(naloog)/D(igitaal)-omvormer (4), die het omzet in een digitaal signaal. Dit digitale signaal wordt met behulp van een kalibratiestandaard door de microprocessor (5) omgezet in een relatieve reflectiewaarde.

Vervolgens vergelijkt het systeem de reflectiewaarde met de gedefinieerde grenzen van het meetbereik (reflectiewaarden, die voor iedere parameter in het analyseapparaat zijn opgeslagen) en wordt een semi-kwantitatief resultaat op de display weergegeven (6).

Ieder testveld wordt na een reactietijd van ca. 55-65 seconden fotometrisch gemeten. Bij sterk alkalische urinemonsters voert het Urisys 1100-analyseapparaat automatisch een correctie uit van het meetresultaat van de soortelijk gewicht-test (SG).

Page 7: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

44 Handleiding V05

2.2 Bedieningselementen en functies

1

2

3

4

8765

Bedieningselement Functie1. Printerdeksel Kan opengeklapt worden om het printerpapier in te voeren.2. Display/toetsen LCD-display en drie functietoetsen voor menugestuurde uitvoering en bediening.3. Teststrokengeleider Houdt de teststrook op de juiste plaats.4. START-knop a) Start het meten van de teststrook. b) Sluit de submenu’s en zorgt voor terugkeer naar het startmenu (Ready-to-Measure-

status).5. Aan/Uit-schakelaar Voor het aan- en uitzetten van het apparaat.6. Seriële interface Voor het aansluiten van een PC of hostcomputer.7. Aansluiting netspanning Bus voor het verbinden van het apparaat met de netspanningadapter.8. 5-polige DIN-bus Voor het aansluiten van een barcodereader of een AT/PC-toetsenbord.

3. Software 3.1 Overzicht

De software van het Urisys 1100-analyseapparaat bevat een besturingssysteem, waarmee door de gebruiker alle laboratori-umspecifieke instellingen en veel gebruikte functies via de display en de functietoetsen (zie hoofdstukken 3.2 en 3.3) kun-nen worden gekozen.

De drie functietoetsen hebben betrekking op de specifieke functies, die op de tweede regel van de display worden weer-gegeven. Op de eerste regel van de display worden de status van het systeem en andere informatie voor de gebruiker weergegeven.

Het gebruik van dit besturingssysteem wijst zichzelf. Daarom worden hier alleen de details van de belangrijkste functies nader verklaard.

In alle submenu’s wordt de gekozen status van het apparaat of de gekozen functiemodus vastgelegd door op de START-knop te drukken. Hierna keert het systeem uit de menuweergave terug naar de Ready-to-Measure (gereed voor meten)-status.

Binnen 5 minuten, nadat voor het laatst een toets is ingedrukt, schakelt het apparaat automatisch over van de Ready-to-Measure-status, respectievelijk de status, die op de display wordt weergegeven, naar de Standby-modus. In de Standby-modus worden de datum en de tijd op de display weergegeven. Door op de START-knop te drukken keert het systeem terug in de Ready-to-Measure-status, tenzij bepaalde foutmeldingen op de display worden weergegeven (zie hoofdstuk 8).

Page 8: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

5Handleiding V05 5

3.2 Menustructuur (doorstroomschema)

Door op de START-knop te drukken worden de instellingen vastgelegd, wordt het submenu gesloten en keert het systeem terug in de Ready-to-Measure-status.

SELF CHECK

No.: … INSERT STRIP ! Calibr. Linefeed Menu

LINEFEEDStop

MENUMemory New Ser. Setup1

START CALIBRATION!Press Start Button!

MEMORYPrint Send Clear

CLEAR MEMORY ?Yes No

PRINT STOPPEDLinefeed Continue Home

SETUP 1Modes Strip Setup2

PRINTER: ON(1 Copy)On 2(Copies) Off

INTERFACE: UNIDIRUnidir. Bidir ASTM

See next page

Op.ID=OFF

Ready-to-Measure Status

SW 5.x (International Version)

MEASUREMENT: NORMALNormalMode FastMode

MODESPrinter Measure Interf.

AUTH.=OFF

OPERATOR: …….Enter new Op.ID!

PASSWORD:Enter password!

PASSWORD=O.K.

Op.ID=ON

PRINT RESULTSAll Last Ser. Last one

PRINTINGStop

SEND RESULTSAll Last Ser. Last one

SENDING RESULTS

AUTO PAT.ID: ONSeq.No. Auto.Pat. OFF

INTERFACE BIDIR 10 Bidir 10 Bidir 13

LINENext + Baudrate -

BaudrateLengthParityStopbits

03_1_UX3INT1mit OPID_EN.vsd

Page 9: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

66 Handleiding V05

Menustructuur (vervolg)

Door op de START-knop te drukken worden de instellingen vastgelegd, wordt het submenu gesloten en keert het systeem terug in de Ready-to-Measure-status.

STRIP SETTINGSType Units Limits

SETUP 3Language DeviceID Op.ID

UNITS: CONVSingle Combined

UNITS: CONV/ARBConv/Arb. SI/Arb.

STRIP TYPE:COMBUR10 UX C-10 C-7 C-5

DD.MM.YYYY hh:mm<<<< + -

SEQUENCE PARAMETERSNew Default

SETUP 2Date/Time Par. Setup3

UNITS: CONVENTIONALConv. SI Arb.

DD.MM.YYYY hh:mmSequence 12/24 Set

OPERATOR ID: AUTH.Download list Log*

LANGUAGE: ENGLISHOther

1.PARAM.: SGYes No

LOGDATAPrint (last 20) Send

PRINTINGStop

SENDING

OPERATOR ID: ON On Auth. Off

SETUP 1Modes Strip Setup2

*Only by supervisors in Authentication Mode

RANGE LIMITSNew Default

LEU: neg 57%Next + Sensitiv. -

SW 5.x (International Version)

Parameter selection

LEU: 25 53%Next + Sensitiv. -

NIT: neg %Next + Sensitiv. -

etc.

04_4_UX3INT2mit OPID_EN.vsd

Page 10: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

7Handleiding V05 7

3.3 Functies van het menu

Self Check: Onmiddellijk na het aanzetten voert het analyseapparaat automatisch een controle uit of de programmachip, het aandrijfmechanisme van de teststrokengeleider, de aansluiting met de printer en het optische systeem correct functio-neren. Het type teststrokengeleider wordt gecontroleerd (zie hoofdstukken 4 en 7.1) om er zeker van te zijn, dat deze over-eenkomt met het in het menu gekozen type teststrook.

Calibration: Voor het uitvoeren van een kalibratie met Control-Test M (zie hoofdstuk 5).

Linefeed: Voor het doorvoeren van papier in de printer. Het doorvoeren van papier wordt gestopt door op de linker functie-toets (“Stop”) te drukken (zie hoofdstuk 4).

New Series: Om een nieuwe serie metingen te starten met volgnummer 1. Het is ook mogelijk een automatische patiënt-ID te verkrijgen (zie sectie 6.1).

Memory: Het analyseapparaat kan maximaal 100 resultaten met datum en tijd van meting, volgnummer en patiëntenidenti-ficatie (indien ingevoerd) opslaan. Het geheugen wordt automatisch gewist bij het veranderen van de datum.

Als er geen resultaten in het geheugen zijn opgeslagen, verschijnt, als de functie “Memory” wordt gekozen, “NO RESULTS STORED” op de display. Door op de START-knop te drukken, keert het systeem terug in de Ready-to-Measure-status. “ME-MORY FULL” en de opties “Print/Send/Clear” verschijnen op de display, als het geheugen vol is. Het geheugen moet wor-den gewist, voordat het analyseapparaat terug kan keren in de Ready-to-Measure-status.

Print Results: opgeslagen resultaten af te drukken. De volgende opties zijn beschikbaar:• “All”: Alle resultaten in het geheugen.• “Last Series”: De laatste serie metingen.• “Last one”: De laatste meting.

Het afdrukken kan, zo vaak als gewenst, worden herhaald. Het afdrukken kan worden onderbroken door op de linkertoets (“Stop”) te drukken, bijvoorbeeld om een nieuwe rol printerpapier in te zetten (“Linefeed”) en kan vervolgens weer worden hervat (“Continue”). Het analyseapparaat keert terug in de Ready-to-Measure-status als op de “Home”-toets wordt gedrukt of als het afdrukken is beëindigd.

Send Results: Om de opgeslagen resultaten naar de seriële interface te zenden. De opties zijn hetzelfde als bij “Print Re-sults”. De resultaten kunnen, zo vaak als nodig is, worden verzonden (zie ook hoofdstukken 6.7 en 9.1).

Clear Memory: Verwijderen van resultaten uit het geheugen.

Mode: Kiezen van de modus Printer, Measure of Interface.

Printer: De opties van de Printermodus zijn:• “On”: De printer is aangezet. Ieder resultaat wordt éénmaal afgedrukt.• “2 Copies”: Van iedere meting in de Normal-modus wordt het resultaat tweemaal afgedrukt. Let op: na een serie

metingen (Fast-modus) en bij herhaling van het afdrukken (d.m.v. de functie “Print Results”) wordt ieder resultaat slechts éénmaal afgedrukt.

• “Off”: Om de printer uit te zetten, als de resultaten pas moeten worden afgedrukt aan het einde van een serie metingen (d.m.v. de functie “Print Results”) of als de resultaten uitsluitend via de interface naar een PC of hostcomputer moeten worden verzonden.

Measurement: Kiezen van de meetmodus:• “NormalMode”: Meetcyclus van 70 seconden met incubatie van de teststrook in het analyseapparaat (zie hoofdstuk 6.2).• “FastMode”: Meetcyclus van 30 seconden met incubatie van de teststrook buiten het analyseapparaat (zie hoofdstuk 6.4).

Interface: Keus uit “unidirectioneel”, “bidirectioneel” of “ASTM” gegevensoverdracht. Voor meer details wordt verwezen naar hoofdstukken 6.7 en 9.

Logdata: Keuze tussen het versturen van de logbestanden naar de host-PC of printen van de laatste 10 gelogde gegevens. (Alleen door supervisors in Athentificatiemodus)

Strip Settings: Om de instellingen van het type teststrook, de eenheden en de grenzen van het bereik te selecteren.

Page 11: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

88 Handleiding V05

Strip Type: Keuze van het type teststrook:• Combur10Test UX (“C-10”) • Combur7Test (“C-7”)• Combur5Test (“C-5”)Het Urisys 1100-analyseapparaat is in de fabriek ingesteld op het meten van de Combur10Test UX-teststrook. Voor het me-ten van de Combur7Test- of de Combur5Test-teststrook moet gebruik worden gemaakt van de juiste teststrokengeleider (zie hoofdstukken 4.1 en 11).

Units: Opties zijn:• “Conv.”: conventionele eenheden (mg/dL) • “SI”: SI-eenheden (mmol/L) • “Arbitrary”: arbitraire eenheden (1+, 2+, 3+, 4+)

Hierbij kan men kiezen uit één enkele eenheid (“Single”) of een combinatie van eenheden (“combined”): conventional/arbi-trary of SI/arbitrary.

De resultaten worden in de gekozen eenheid opgeslagen, afgedrukt en/of verzonden naar een computer. Als een nieuwe eenheid is gekozen, worden de resultaten bij herhaling van het afdrukken (d.m.v. de functie “Print Results”) en alle volgen-de uitdraaien en/of gegevensoverdrachten (d.m.v. de functie “Send Results”) weergegeven in de nieuwe eenheid.

Range Limits: Om de grenzen van het reflectiebereik te wijzigen. Door de grenzen van de intervallen van de reflectieme-tingen te wijzigen, kan de gevoeligheid van de beoordeling worden beïnvloed (zie hoofdstukken 3.4 en 3.5).

Language: Hiermee kan de taal voor de weergave van de tekst op de display worden gekozen. D.m.v. de functietoets “Other” kan worden gekozen uit Engels, Duits, Italiaans, Spaans en Frans.

Apparaatcode: Toont de 5-cijferige apparaatcode. Dit is een deel van de fabrieksinstellingen en kan niet worden gewij-zigd. De apparaatcode wordt ook aan de hostcomputer verzonden.

Gebruikersnaam: Keuze tussen de modi Normaal en Authentificatie voor gebruikersidentificatie. Indien dit is geacti-veerd, moet een gebruikersnaam worden ingevoerd bij het opstarten van het instrument.

De gebruikersnaam verschijnt in de resultaatafdruk en wordt ook naar de host-PC gestuurd. De authentificatiemodus biedt een vergrendelingsfunctie en vereist het ASTM-protocol. (Zie secties 4.2 en 6.6 voor details.)

Parameter (Par.): Voor het kiezen van de volgorde en het aantal parameters in het resultatenoverzicht en voor unidirectio-nele (“unidirectional”) gegevensoverdracht.

De volgorde of het aantal parameters kan in het resultatenoverzicht worden veranderd door op de linker functietoets (“New”) te drukken, als op de display “SEQUENCE PARAMETERS” wordt weergegeven. Hierdoor wordt de eerste positie van het resultatenoverzicht (“1. PARAM.:”) opgeroepen, gevolgd door de eerste parameter (“SG” in het geval van de Combur10Test UX-teststrook). Als u deze parameter op de eerste positie wilt handhaven, druk dan op “Yes”. Als u op “No” drukt, verschijnt de volgende parameter van de teststrook op de eerste positie van de display (display = “1. PARAM.: PH”; enz.).

Nadat op de eerste positie een parameter is vastgelegd, wordt de tweede positie op de display weergegeven met “2. PARAM.:”, gevolgd door de volgende, nog niet vastgelegde parameter van de teststrook. Door op “Yes” of “No” te druk-ken kan de parameter voor de tweede positie in het resultatenoverzicht worden gekozen, enzovoort.

Als er enige parameters van een teststrook zijn, die niet op het resultatenoverzicht moeten worden afgedrukt, dan moet de selectie na de laatst vastgelegde parameter worden beëindigd door op de “START”-knop te drukken.

Voor het meten van de Combur7Test- of Combur5Test-teststrook worden op de display alleen de relevante parameters voor het kiezen van het aantal of de volgorde weergegeven.

De gemaakte keuze kan ongedaan worden gemaakt, door op de “Default” functietoets te drukken, als op de display “SEQUENCE PARAMETERS” wordt weergegeven. Het Urisys 1100-analyseapparaat meet altijd alle parameters van de ge-bruikte teststrook en slaat deze op in het geheugen. Mocht u na de meting alsnog besluiten om in plaats van de geselec-teerde parameters te kiezen voor de standaard instellingen, dan kan het volledige resultatenoverzicht door middel van de menu’s “MEMORY/Print” of “MEMORY/Send” worden verkregen.

Page 12: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

9Handleiding V05 9

Date/time: Om de datum en de tijd in te stellen.

In de fabriek is de datum ingesteld op de volgorde dag-maand-jaar en de tijd in uren (24-uurs weergave) en minuten. Indien gewenst, kan de tijd ook volgens het “12 uren plus a.m./p.m.”-systeem worden weergegeven. Door op de “Sequence”-toets te drukken, kan de instelling van de datum worden gewijzigd in maand-dag-jaar of jaar-maand-dag. Door middel van “Set” worden de datum en de tijd op de display weergegeven en ingesteld. Door op de linker functietoets (<<<) te drukken, kan de knipperende cursor naar links worden verplaatst. De met de cursor gemarkeerde tijds- of da-tumseenheid kan vervolgens worden verhoogd of verlaagd met de toetsen (+ / -).

Door op de START-knop te drukken worden de instellingen vastgelegd, wordt het submenu gesloten en keert het systeem terug in de Ready-to-Measure-status.

Page 13: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

1010 Handleiding V05

3.4 Resultatentabel

Het Urisys 1100-analyseapparaat drukt de resultaten in de volgende concentratie-intervallen af:

! LET OP: Voor een gedetailleerde beschrijving van de interpretatie van de resultaten wordt verwezen naar de Roche Diagnostics brochure “Compendium Urinalysis with Test Strips”.

Parameter Conventionele eenheden SI-eenheden Arbitraire eenheden (Conv.) (SI) (Arbitrary) SG 1.000 1.000 1.000 (Soortelijk Gewicht) 1.005 1.005 1.005 1.010 1.010 1.010 1.015 1.015 1.015 1.020 1.020 1.020 1.025 1.025 1.025 1.030 1.030 1.030 pH 5 5 5 6 6 6 6.5 6.5 6.5 7 7 7 8 8 8 9 9 9 LEU neg neg neg (Leukocyten) 25 Leu/µL 25 Leu/µL 1+ 100 Leu/µL 100 Leu/µL 2+ 500 Leu/µL 500 Leu/µL 3+ NIT neg neg neg (Nitriet) pos pos posPRO neg neg neg (Proteïne, eiwit) 25 mg/dL 0.25 g/L 1+ 75 mg/dL 0.75 g/L 2+ 150 mg/dL 1.5 g/L 3+ 500 mg/dL 5.0 g/L 4+ GLU norm norm neg (Glucose) 50 mg/dL 3 mmol/L 1+ 100 mg/dL 6 mmol/L 2+ 300 mg/dL 17 mmol/L 3+ 1000 mg/dL 56 mmol/L 4+ KET neg neg neg (Ketonen) 5 mg/dL 0.5 mmol/L (+) 15 mg/dL 1.5 mmol/L 1+ 50 mg/dL 5 mmol/L 2+ 150 mg/dL 15 mmol/L 3+ UBG norm norm neg (Urobilinogeen) 1 mg/dL 17 µmol/L 1+ 4 mg/dL 70 µmol/L 2+ 8 mg/dL 140 µmol/L 3+ 12 mg/dL 200 µmol/L 4+ BIL neg neg neg (Bilirubine) 1 mg/dL 17 µmol/L 1+ 3 mg/dL 50 µmol/L 2+ 6 mg/dL 100 µmol/L 3+ ERY neg neg neg (Erytrocyten) 10 Ery/µL 10 Ery/µL 1+ 25 Ery/µL 25 Ery/µL 2+ 50 Ery/µL 50 Ery/µL 3+ 250 Ery/µL 250 Ery/µL 4+

Page 14: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

11Handleiding V05 11

3.5 Veranderen van de grenzen van het bereik

De grenzen van het reflectiebereik van de lagere concentratie-intervallen kunnen voor alle teststrokenparameters, met uit-zondering van SG (soortelijk gewicht) en pH, in beperkte mate worden gewijzigd.

Kies, om de grenzen van het bereik te veranderen, “RANGE LIMITS” en druk op de linker functietoets (“New”). Op de dis-play wordt het laagste interval van de eerste parameter tezamen met de ingestelde grenzen van het bereik weergegeven. Met de (+ / -) toetsen kan de reflectiecoëfficient worden verhoogd of verlaagd en de evaluatiegevoeligheid wordt dien-overeenkomstig verhoogd of verlaagd.

Als de eerste positieve concentratiewaarde moet worden uitgesloten, kan de nieuwe grenswaarde (% reflectie) van het negatieve/normale bereik handmatig worden verlaagd en moet de grenswaarde (% reflectie) van het eerste positieve con-centratie-interval worden verhoogd tot deze reflectiewaarde.

Door op “Next” te drukken, wordt de gekozen instelling bewaard en wordt het volgende concentratie-interval of de volgen-de parameter opgeroepen.

Het vervolg kan op ieder moment worden beëindigd door op de START-knop te drukken. De nieuwe grenswaarden van het bereik worden met datum en tijd afgedrukt, waarna het analyseapparaat terugkeert in de Ready-to-Measure-status. De ge-wijzigde grenswaarden worden in de uitdraai voorzien van een asterisk-teken achter het concentratie-interval.

Door bij de displayweergave “RANGE LIMITS” op de “Default”-toets te drukken, worden de originele fabrieksinstellingen weer ingevoerd en met datum en tijd afgedrukt.

Als de grenzen van het bereik handmatig zijn gewijzigd, wordt in het resultatenoverzicht van iedere meting op de regel onder de Apparaatcode een asterisk-teken afgedrukt.

Veranderingen in de grenzen van het bereik hebben alleen betrekking op het type teststrook, waarvoor de veranderingen zijn ingevoerd.

! WAARSCHUWING: Als de grenzen van het reflectiebereik door de gebruiker zijn gewijzigd, kan

Roche Diagnostics de juistheid van de resultaten niet garanderen. De gebruiker moet in dit geval zelf zorgdragen voor het valideren van de resultaten.

Page 15: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

1212 Handleiding V05

4. Ingebruikname

! WAARSCHUWING: Lees, om verzekerd te zijn van een foutloze werking van het analyseapparaat, de

handleiding van het Urisys 1100-analyseapparaat vóór de eerste ingebruikname goed door.

!

LET OP !: Bij blootstelling aan grote temperatuurs-en/of vochtigheidsveranderingen mag uw analyse-apparaat pas na een afdoende acclimatisering in gebruik worden genomen.

!

LET OP !: Controleer bij ontvangst de inhoud van het Urisys 1100-analyseapparaat verpakking op com-pleetheid en transportschade. Indien de producten tijdens het transport beschadigd zijn, dient u contact op te nemen met de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics.

Inhoud: • Urisys 1100 analyseapparaat• Netspanningadapter 100 - 240 V, 50/60 Hz• Netkabel • Rol printerpapier• 1 teststrokengeleider, type “C”, voor het meten van Combur10Test UX-teststroken • 1 teststrokengeleider, type “N”, voor het meten van Combur5Test- en Combur7Test-teststroken

• Handleiding• Interactieve training CD.

!

WAARSCHUWING: Plaats het Urisys 1100-analyseapparaat nooit in de directe nabijheid van hoogfrequentie apparatuur (b.v. walkietalkies, mobiele telefoons, magnetrons en diathermische apparatuur), omdat deze storingen en onjuiste resultaten kunnen veroorzaken.

Aansluiting van het analyseapparaat

Aansluiting elektriciteit(1) Neem het Urisys 1100-analyseapparaat uit de verpakking en plaats het apparaat op een stabiele, vlakke ondergrond.

Stel het analyseapparaat niet bloot aan direct zonlicht of enige andere bron van direct licht (b.v. een lichtspotje). Voor het meten van Combur10Test UX-teststroken moet de teststrokengeleider met het merkteken C op de achterkant worden gebruikt.

(2) Sluit de netspanningadapter aan op de aansluitbus aan de achterzijde van het apparaat en steek de stekker in een stopcontact (wisselstroom).

Plaatsen van de teststrokengeleider(3) Schuif de teststrokengeleider (type “C”), met het gesloten vergrendelingssysteem naar u toe (figuur 1), zodanig in de 1

opening onder de functietoetsen, dat de voorkant aansluit met de voorkant van het apparaat (figuur 2). 2

! WAARSCHUWING: Het grijze referentieveld mag niet worden aangeraakt. Vervuiling van het referentie-

veld kan de kwaliteit van de verkregen resultaten beïnvloeden.

Gebruik de teststrokengeleider met het merkteken N op de achterzijde, als u Combur7Test- of Combur5Test-teststroken wilt meten. Kies daarnaast het gewenste type teststrook in het menu Setup 1. Het Urisys 1100-analyseapparaat controleert automatisch of het gedefinieerde type teststrook overeenkomt met de geselecteerde teststrokengeleider. Het kan noodzakelijk zijn het systeem te configureren voor het gewenste type teststrook.

Page 16: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

13Handleiding V05 13

Invoer van papier Open de printerdeksel door op het genopte oppervlak direct onder de printerdeksel te drukken (figuur 4). Klap de printer- 4 deksel van het apparaat naar achteren open. Plaats de rol printerpapier in het papiercompartiment en trek het enige centi- meters over de rand. Houd het printerpapier met de temperatuurgevoelige zijde (buitenkant van de rol) naar beneden (figuur 5). Sluit de printerdeksel door deze naar beneden te drukken tot deze hoorbaar vastklikt. 5

!

LET OP !: Scheur het papier met het afgedrukte resultatenoverzicht langs de rand af.

(4) Zet het Urisys 1100-analyseapparaat aan met de aan/uit-schakelaar aan de achterzijde van het apparaat.

Functietest (Self-Check)(5) Het analyseapparaat voert automatisch een functietest uit. Het Urisys 1100-analyseapparaat is in de fabriek standaard

op de taal “English” en op het meten van Combur10Test UX-teststroken ingesteld. Het apparaat controleert of de juiste teststrokengeleider is geplaatst. Nadat de functietest is uitgevoerd, wordt de teststrokengeleider naar de startpositie getransporteerd en gaat het vergrendelingsstaafje omhoog (figuur 3). Hierna wordt “SELF CHECK OK” met datum en 3 tijd afgedrukt.

!

LET OP !: Als na het aanzetten van het Urisys 1100-analyseapparaat de melding “E9 Wrong Tray!” op de display verschijnt, druk dan op de Start-knop. Het keuzemenu “STRIP TYPE” wordt op de display weerge-geven. Als de Combur10Test UX-teststrook wordt gebruikt, kies dan C-10 door op de linker functietoets te drukken. Als de Combur7Test- of Combur5Test-teststrook wordt gebruikt, druk dan op de functietoets C-7 resp. C-5.

Als de functietest is uitgevoerd, geeft de printer een geluidsignaal. Op de display verschijnt “Insert Strip”. Als het papier is ingevoerd, wordt “SELF CHECK OK” met datum en tijd afgedrukt; dit gebeurt telkens als het apparaat wordt aangezet. Raadpleeg, als er een fout optreedt, de handleiding of neem contact op met de technische dienst van de lokale vestiging van Roche Diagnostics.

(6) Bij de eerste ingebruikname van het analyseapparaat verschijnt na een succesvolle functietest de melding “REPEAT CALIBRATION” op de display. Druk op de “No”-toets om in de Ready-to-Measure-status terug te keren. Deze melding verschijnt ook, als het apparaat meer dan zeven dagen niet is gebruikt. Om het apparaat in de Ready-to-Measure-modus te brengen, moet het papier worden ingevoerd en de kalibratie worden uitgevoerd.

!

LET OP !: Als Combur7Test- of Combur5Test-teststroken worden gebruikt, is een regelmatige kalibratie met Control-Test M niet noodzakelijk. In dit geval wordt de kalibratie van het apparaat uitgevoerd m.b.v. het grijze referentieveld van de teststrokengeleider.

(7) Om de taal van uw keuze te selecteren, moeten de functietoetsen in de volgende volgorde worden ingedrukt: “Menu/Setup 1/Setup 2/Setup 3/Taal/Overige” (zie hoofdstukken 3.2 en 3.3).

(8) Het Urisys 1100-analyseapparaat verlaat de fabriek met standaardinstellingen voor Printer-, Measure- en Interface- modus, Strip Type, Units, Language en Date/time (zie Menustructuur, hoofdstuk 3.2). Als u in uw laboratorium met andere instellingen wilt werken, kunnen deze via de menu’s worden ingevoerd.

(9) Kalibreer het analyseapparaat met Control-Test M (zie hoofdstuk 5) als u voor de analyse van urine Combur10Test UX-teststroken wilt gebruiken.

UitzettenHet is aan te bevelen om het analyseapparaat aan het einde van iedere werkdag uit te zetten en de stekker uit het stopcon-tact te nemen (zie hoofdstuk 7.1, Reinigen).

Page 17: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

1414 Handleiding V05

4.1 Aanpassingen voor Combur7Test en Combur5Test

Voor het meten van Combur7Test- of Combur5Test-teststroken moet een type “N” teststrokengeleider worden gebruikt (zie voor het bestelnummer hoofdstuk 11), die exact is aangepast aan de afmetingen van de kortere teststroken. Selecteer het gewenste type teststrook uit het menu. Leg uw keuze vast door op de “START”-toets te drukken en plaats de teststroken-geleider van het type “N” in het analyseapparaat. Het Urisys 1100-analyseapparaat is nu gereed voor het uitvoeren van me-tingen (zie hoofdstuk 6).

!

LET OP !: Combur7Test- of Combur5Test-teststroken bezitten geen compensatieveld, waardoor het Urisys

1100-analyseapparaat bij het meten niet voor de sterke, intrinsieke kleur van urine compenseert. Hier-door kunnen incidenteel onjuiste, positieve resultaten worden verkregen.

!

LET OP !: Als Combur7Test- of Combur5Test-teststroken worden gebruikt, is een regelmatige kalibratie met Control-Test M niet noodzakelijk. In dit geval wordt de kalibratie van het apparaat uitgevoerd m.b.v. het grijze referentieveld van de teststrokengeleider. Let er op, dat het referentieveld altijd schoon en onbe schadigd is (zie hoofdstuk 7).

4.2 Gebruikernaam

De Urisys 1100 software maakt activeren/deactiveren van de gebruikersnamen mogelijk, die tot 12 alfanumerieke tekens kunnen bevatten. De gebruikersnaam- en authentificatiemodus kan worden geactiveerd onder Instellingen 3.

!

LET OP !: Zorg ervoor dat u vóór het activeren een streepjescode-lezer en/of AT/PC-toetsenbord hebt, aangezien u deze nodig hebt voor deze functie.

NormaalIndien dit is geactiveerd, wordt de gebruikersnaam gevraagd bij iedere herstart van het systeem en wanneer het uit de sleep-modus ontwaakt. Deze gebruikersnaam kan tot 12 alfanumerieke tekens bevatten en wordt samen met de testresultaten afgedrukt en naar de host gestuurd.

!

LET OP !: Als de maximale lengte van de identificatie wordt overschreden, verspringt de cursor naar het eerste teken en wordt de identificatie overschreven.

4.3 Authentificatie

Het is mogelijk maximaal 300 gebruikersnamen met bijbehorende wachtwoorden (maximaal 12 alfanumerieke tekens) van de host-PC te downloaden via het ASTM-protocol.

Het apparaat kan alleen door een gebruiker met gebruikersnaam en wachtwoord in de gedownloade lijst worden gebruikt. Bij invoer van een onjuiste gebruikersnaam en wachtwoord wordt het apparaat vergrendeld. Dit verhindert toegang tot het apparaat door onbevoegde gebruikers.

Gebruikers met supervisor-bevoegdheden (maximaal 2) hebben toegang tot alle resultaten, kunnen het instrument-logbe-stand of de laatste 10 acties van het logbestand naar de host sturen en kunnen de authentificatiemodus deactiveren.

Page 18: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

15Handleiding V05 15

5. Kalibratie

!

LET OP !: De volgende aanwijzingen zijn alleen van toepassing bij gebruik van het Urisys 1100-analyseap-paraat in combinatie met Combur10Test UX-teststroken.

Het Urisys 1100-analyseapparaat is van fabriekswege gekalibreerd. De kalibratie moet bij de eerste ingebruikname vóór het meten van de eerste monsters en daarna regelmatig iedere zeven dagen opnieuw worden uitgevoerd met Control-Test M-kalibratiestroken. Control-Test M-kalibratiestroken zijn stroken van gestandaardiseerde, grijze kunststof met constante, ge-definieerde reflectiewaarden. Het kalibreren van het analyseapparaat is bedoeld om te compenseren voor verouderingspro-cessen, die het optische systeem en het grijze referentieveld van de teststrokengeleider beïnvloeden. Als de afwijkingen te groot zijn (b.v. doordat het referentieveld sterk vervuild is of door een te lage uitstraling van licht door een defecte LED), verschijnt een foutmelding op de display (zie hieronder).

Als het Urisys 1100-analyseapparaat is ingesteld op Combur10Test UX-teststroken, wordt automatisch iedere week om een nieuwe kalibratie gevraagd. Na een succesvolle functietest bij de eerste ingebruikname en eveneens een week na de laat-ste geldige kalibratie verschijnt op de display de melding “REPEAT CALIBRATION !”.

Door op de linker functietoets (“Yes”) te drukken, verschijnt de melding “START CALIBRATION !” op de display.

Uitvoering1. Neem een kalibratiestrook uit de flacon Control-Test M. Let er op, dat de testvelden niet met de vingers worden

aangeraakt of met urine in contact komen.

2. Plaats de kalibratiestrook, met de testvelden omhooggericht, in de teststrokengeleider. Hierbij dient de voorzijde van de kalibratiestrook te worden bevestigd in de houder van de teststrokengeleider. Het vergrendelingsstaafje moet hierbij 6 omhoog staan (zie figuren 6 en 7). De kalibratie mag alleen worden uitgevoerd met een schone en droge teststroken-d 7 geleider.

!

LET OP !: Om de kwaliteit van de kalibratie te kunnen garanderen, moet de kalibratiestrook correct in het apparaat worden bevestigd.

3. Druk op de START-knop. Hierna hoort u ter bevestiging een korte pieptoon. De teststrokengeleider schuift langzaam het apparaat in, het vergrendelingsstaafje gaat omlaag en het grijze referentieveld op de teststrokengeleider en de kalibra- tievelden worden gemeten.

4. De teststrokengeleider keert na de meting terug in zijn uitgangspositie en het vergrendelingsstaafje gaat omhoog. Neem de kalibratiestrook uit het apparaat en gooi hem weg. Iedere kalibratiestrook mag slechts éénmaal worden gebruikt.

5. Als de kalibratie geldig is, wordt het resultaat opgeslagen met de datum en de tijd en afgedrukt (zie afbeelding 8). 8 Verwijder de kalibratiestrook en gooi hem weg.

! WAARSCHUWING: Om de kwaliteit van de resultaten te kunnen garanderen, moet regelmatig een

kalibratie worden uitgevoerd. Roche Diagnostics kan de juistheid van de resultaten niet garanderen, als het systeem niet regelmatig wordt gekalibreerd.

!

LET OP !: Het systeem kan op ieder moment worden gekalibreerd, ook als het tijdstip voor de wekelijkse kalibratie nog niet is aangebroken, b.v. als met een Combur10Test UX-teststrook een twijfelachtig resul-taat is verkregen. Start de kalibratieprocedure door op de linker functietoets (“Calibr.”) te drukken met het analyseapparaat in de Ready-to-Measure-modus. De melding “START CALIBRATION !” verschijnt. Volg de hierboven beschreven kalibratieprocedure.

Page 19: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

1616 Handleiding V05

!

LET OP !: Als u de wekelijkse oproep “REPEAT CALIBRATION !” met “No” beantwoordt, b.v. omdat u geen Control-Test M-kalibratiestroken meer heeft, wordt bij ieder resultatenoverzicht de melding “Repeat calibration” afgedrukt. Bestel zo spoedig mogelijk een nieuwe verpakking Control-Test M en voer direct een kalibratie uit.

Afdrukken kalibratiegegevens Als de nieuwe kalibratieresultaten binnen het toegestane bereik liggen, wordt automatisch de melding “CALIBRATION O.K.” met de datum en de tijd afgedrukt, alsmede een lijst van reflectiewaarden van de meetposities 1-11 van de oranje LED 8 (middelste kolom) en de groene LED (rechter kolom) (zie figuur 8).

KalibratiefoutenAls de resultaten van het referentieveld of de kalibratiestrook buiten de geprogrammeerde toleranties liggen, verschijnen de volgende meldingen op de display: “REFERENCE PAD ERROR !”, “CALIBRATION INVALID !” of “CALIBRATION ERROR !”.

Als een kalibratiefout is opgetreden of als de kalibratie ongeldig was, moet de kalibratieprocedure met een nieuwe Control-Test M-kalibratiestrook worden herhaald. Druk op de START-knop om in het “START CALIBRATION”-menu terug te keren. Herhaal de kalibratieprocedure als hierboven beschreven. Als hierna de melding “CALIBRATION O.K.” wordt afgedrukt, kan verder worden gegaan met het meten van de teststroken. Lees bij herhaling van de foutmeldingen hoofdstuk 8.

Als een van de hierboven beschreven meldingen over de kalibratiestatus op de display wordt weergegeven en het analyse-apparaat wordt uitgezet en vervolgens weer aangezet, dan keert het apparaat na een succesvolle functietest terug in de Ready-to-Measure-status, indien de laatste kalibratie niet meer dan een week tevoren was uitgevoerd. Anders verschijnt op de display de melding “REPEAT CALIBRATION !” (zie hierboven).

Page 20: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

17Handleiding V05 17

6. Meten van teststroken6.1 Overzicht

De bediening van het Urisys 1100-analyseapparaat is zeer eenvoudig. U hoeft alleen de teststrook te plaatsen, als het mon-sternummer op de display verschijnt (zie hoofdstuk 6.2), vervolgens drukt u de START-knop in en de meting begint. Het analyseapparaat kan de meting op twee verschillende manieren uitvoeren:

1. In de Normal-modus, wacht de het Urisys 1100-analyseapparaat automatisch tot de reactietijd van 55 seconden voorbij is, voor het eerste testveld wordt gemeten. Zeventig seconden nadat op de START-knop is gedrukt, is de meting beëin-digd en keert de teststrokengeleider terug in de startpositie. De verwerkingscapaciteit bedraagt in deze modus ca. 50 teststroken per uur.

2. In de Fast-modus, die m.b.v. het menu kan worden geselecteerd, wordt de teststrook direct, nadat op de START-knop is gedrukt, gemeten. In dit geval moet de reactietijd buiten het analyseapparaat door de gebruiker worden gecontroleerd (zie hoofdstuk 6.4). In de Fast-modus is een meetcyclus van 30 seconden mogelijk.

Bij iedere meting van een teststrook wordt tevens het grijze referentieveld van de teststrokengeleider gemeten om te kun-nen compenseren voor temperatuur- en verouderingsinvloeden op het optische systeem. Als de afwijkingen te groot zijn (b.v. doordat het referentieveld sterk vervuild is of door een te lage uitstraling van licht door een defecte LED), verschijnt een foutmelding op de display (zie hoofdstukken 7.1 en 8).

Het Urisys 1100-analyseapparaat kent aan iedere meting een opvolgend volgnummer (monsternummer) van maximaal drie cijfers toe. Het volgnummer begint iedere dag (na de wijziging van de datum) automatisch weer met 1. Indien gewenst, kan het volgnummer naar 1 worden teruggezet m.b.v. de “New Series”-functie, b.v. als een serie metingen is afgesloten en aan een nieuwe serie wordt begonnen.

In de modus Automatische Patiënt-ID wijst het instrument automatisch een uniek volgnummer toe aan testresultaten zonder patiënt-ID. Deze unieke nummers zijn oplopende seriële nummers, gebaseerd op het totale aantal tests dat is uitge-voerd op het instrument, en kunnen niet gewijzigd of gewist worden.

Als het analyseapparaat langer dan 5 minuten buiten gebruik is, schakelt het apparaat automatisch over naar de Standby-modus. De teststrokengeleider schuift langzaam het apparaat in, waarbij het vergrendelingsstaafje omlaag gaat en op de display verschijnen de datum en de tijd. Het analyseapparaat keert terug in de Ready-to-Measure-status nadat op de START-knop is gedrukt.

6.2 Normal-modus (voor afzonderlijke metingen)

GEZONDHEIDSRISICO: Draag altijd beschermende handschoenen bij het werken met en het weggooien

van humane monsters.

Het Urisys 1100-analyseapparaat is gereed voor een meting, als op de display een monsternummer en “INSERT STRIP !” zijn weergegeven

!

LET OP !: Lees voor het correct uitvoeren van de urineanalyse de bijsluiter van de teststroken zorgvuldig door.

1. Dompel de teststrook in het urinemonster en strijk de overtollige urine voorzichtig af. Dep de zijkant en vervolgens de achterkant van de teststrook kort (ca. 1 seconde) op een schoon, absorberend oppervlak (b.v. keukenrol) (zie figuur 9). 9

2. Plaats de teststrook, met de testvelden omhooggericht, in de teststrokengeleider. Hierbij dient de voorzijde van de test- strook te worden bevestigd in de klem van de teststrokengeleider. De teststrook moet ongeveer 2 mm in de klem van de

10

houder worden geschoven (zie figuur 11). Het vergrendelingsstaafje moet hierbij omhoog staan (zie figuur 10). 11

3. Druk op de START-knop (zie figuur 12). Hierna hoort u ter bevestiging een korte pieptoon. De teststrokengeleider 12 schuift langzaam het apparaat in, het vergrendelingsstaafje gaat omlaag en het grijze referentieveld op de teststroken- geleider wordt gemeten (zie figuur 13). 13

Page 21: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

1818 Handleiding V05

!

LET OP !: Controleer of het vergrendelingsstaafje goed afsluit en of de teststrook correct is geplaatst. Als de teststrook niet goed in het midden van de teststrokengeleider is geplaatst, moet deze door een lichte zijwaartse beweging in de juiste positie worden gebracht (zie figuur 14). De teststrokengeleider mag hierbij niet verschoven worden.

14

4. Vijfenvijftig seconden nadat op de START-knop is gedrukt, wordt het eerste testveld gemeten; hierna volgen de andere test velden. De teststrokengeleider keert na de metingen terug in zijn uitgangspositie en het vergrendelingsstaafje gaat omhoog.

5. Verwijder de teststrook en gooi hem weg. Verwijder eventueel aanwezige urineresten van de teststrokengeleider met een niet-pluizende doek (zie figuur 16). 16

6. Het resultaat wordt afgedrukt en het volgende monsternummer verschijnt op de display. De volgende teststrook kan in de urine worden gedompeld, afgestreken en in de teststrokengeleider worden geplaatst, waarna de meting door op de START-knop te drukken kan beginnen. Voor het gebruik van patiëntenidentificatienummers wordt verwezen naar hoofd-stuk 6.6.

6.3 Resultatenoverzicht

Het patiëntenverslag wordt afgedrukt samen met volgnummer, apparaatcode, gebruikersnaam, datum en tijd. De naam van de patiënt verschijnt ook op de afdruk, indien deze voor de meting is ingevoerd (zie sectie 6.6). 15 Testresultaten, die afwijken van negatieve- of normaalwaarden, worden weergegeven met een asterisk voor de betreffende parameter. Voor het kiezen van de concentratieeenheden en de volgorde vande parameters in het resultatenoverzicht wordt verwezen naar hoofdstuk 3.3. Een asterisk in de regel onder het opschrift en vóór de eerste parameter van de lijst van testresultaten geeft aan dat de aflezing met gewijzigde bereikslimieten heeft plaatsgevonden (zie sectie 3.5).

Het papier met het afgedrukte resultatenoverzicht kan langs de rand worden afgescheurd.

! WAARSCHUWING: Thermisch printerpapier is lichtgevoelig en kan bij langdurige blootstelling aan fel licht

vergelen. De resultatenoverzichten moeten bij voorkeur op een donkere plaats worden bewaard.

Page 22: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

19Handleiding V05 19

6.4 Fast-modus (voor het meten van series)

Het is ook mogelijk een serie metingen uit te voeren door de teststroken na het dompelen in de urine ongeveer 45 secon-den buiten het Urisys 1100-analyseapparaat te incuberen. Voor dit type metingen moet de Fast-modus uit het menu worden gekozen. Plaats de teststroken na een reactietijd van ongeveer 45 seconden in de teststrokengeleider van het Urisys

1100-analyseapparaat en druk op de START-knop om iedere meting te beginnen.

Hierna wordt direct het referentieveld gemeten, gevolgd door de testvelden op de teststroken. De meting is na 30 seconden beëindigd, waarna het volgende monsternummer op de display verschijnt. Bij het werken in de Fast-modus, moet een fout-loze toekenning van de volgnummers aan de monsters worden gegarandeerd.

Opmerkingen: 1. Resultaten, die in de Fast-modus worden verkregen, worden direct in het geheugen opgeslagen, maar niet afgedrukt.

Als na het beëindigen van een serie metingen binnen 60 seconden geen nieuwe meting wordt gestart, worden de resul-taten van de serie automatisch afgedrukt. Controleer zorgvuldig of alle volgnummers zijn afgedrukt. Mochten er opge-slagen resultaten ontbreken, dan kunnen deze door op “Memory/Print” te drukken alsnog worden afgedrukt.

2. Als de Fast-modus is ingesteld, blijft het analyseapparaat de rest van de dag in de Fast-modus, zelfs als het analyseap-paraat wordt uit- en aangezet.

3. De Fast-modus wordt de volgende dag (als de datum wordt gewijzigd) automatisch gewist.

!

WAARSCHUWING: Bij het uitvoeren van serie metingen in de Fast-modus dient een reactietijd van ca. 45 seconden te worden aangehouden, voor de teststroken in het Urisys 1100-analyseapparaat worden geplaatst en op de START-knop wordt gedrukt. Als de reactietijd te kort is, kunnen bij sommige parame-ters te lage of onjuiste, negatieve resultaten worden verkregen. Anderzijds kunnen bij te lange reactietij-den onjuiste, verhoogde resultaten worden verkregen.

6.5 Foutieve meting van de teststrook

Als “STRIP MEASUREMENT ERROR !” op de display wordt weergegeven, is er waarschijnlijk een bedieningsfout met de teststrook en/of het analyseapparaat opgetreden. Raadpleeg hoofdstuk 8 voor details.

6.6 Invoeren van patiënt-ID, gebruikersnaam en authentificatiewachtwoord

Patiënt-ID Als het analyseapparaat gereed is om te meten (displaymelding “INSERT STRIP !”), kan naast het weergegeven volgnum-mer een patiëntenidentificatie (Patient ID) van maximaal 13 karakters d.m.v. een barcodereader of een AT/PC-toetsenbord worden ingevoerd (zie hoofdstuk 9.2). De ingevoerde Patient ID kan op de display worden gecontroleerd en eventueel wor-den gewijzigd. De laatst ingevoerde Patient ID wordt bij het begin van de meting opgeslagen door op de START-knop te drukken en wordt samen met de testresultaten afgedrukt en/of naar de interface gezonden.

GebruikersnaamIndien de gebruikersidentificatie is geactiveerd, verlangt het instrument de invoer van de gebruikersnaam zodra de zelftest is uitgevoerd na het opstarten van het instrument, of wanneer het uit de standby-modus ontwaakt. U kunt een gebruikers-naam van maximaal 12 alfanumerieke tekens invoeren via een streepjescode-lezer of een AT/PC-toetsenbord.

Authentificatie van de gebruikersnaamIn de authentificatiemodus wordt de gebruiker gevraagd behalve zijn/haar gebruikersnaam ook het bijbehorende wacht-woord in te voeren, om toegang te krijgen tot het instrument en de resultaten van de tests die hij/zij heeft uitgevoerd.Gebruikers met supervisor-bevoegdheden (maximaal 2) hebben toegang tot alle resultaten, kunnen het instrument-logbe-stand of de laatste 10 acties van het logbestand naar de host sturen en kunnen de authentificatiemodus deactiveren. De lijst van gebruikersnamen met bijbehorende wachtwoorden kan worden geactualiseerd vanaf de host-PC via de func-tietoets “Lijst Downloaden”.

Page 23: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

2020 Handleiding V05

!

LET OP !: Een nieuwe Patient ID mag alleen d.m.v. het toetsenbord worden ingevoerd, als de voorafgaande meting is uitgevoerd en de resultaten zijn afgedrukt (Normal-modus). Hierdoor kunnen de ingevoerde gegevens direct op de display worden gecontroleerd.

!

LET OP !: Als een Patient ID wordt ingevoerd d.m.v. een barcodereader, terwijl een teststrook wordt geme-ten, kent het Urisys 1100-analyseapparaat deze ID aan het eerstvolgende monsternummer toe. De Patient ID kan alleen worden verwijderd door het Urisys 1100-analyseapparaat voor het begin van de volgende meting uit te zetten en vervolgens weer aan te zetten.

!

LET OP !: Als meer dan 13 tekens voor patiënt-ID’s of meer dan 12 tekens voor een gebruikersnaam wor-den ingevoerd, springt de cursor terug naar de aanvangspositie (links) op net scherm en worden de eer-der ingevoerde tekens overschreven.

Als de gegevens d.m.v. het toetsenbord worden ingevoerd, verschijnt ieder karakter onmiddellijk op de display en kan met de backspace-toets worden verwijderd en eventueel worden gecorrigeerd. Druk op de ENTER-toets van het toetsen-bord om de invoer van gegevens af te sluiten, omdat het Urisys 1100-analyseapparaat anders de meting niet kan star-ten. Om de ingevoerde gegevens volledig te verwijderen, moet op de Escape-toets van het toetsenbord worden gedrukt of moet het Urisys 1100-analyseapparaat uitgezet en weer aangezet worden.

6.7 Gegevensoverdracht naar een PC of hostcomputer

In de unidirectionele modus worden de resultaten direct na iedere meting met het volgnummer, de patiëntenidentificatie (indien ingevoerd), de datum en de tijd overgedragen.

In de bidirectionele modus kan de overdracht alleen plaatsvinden m.b.v. de “Send”-functie als op de display “MEMORY” wordt weergegeven. Als een bidirectionele PC/host-communicatieverbinding niet tot stand kan worden gebracht, breekt het Urisys 1100-analyseapparaat de overdracht na enkele pogingen af en verschijnt op de display de melding “INTERFACE ERROR !” (zie hoofdstuk 8).In de ASTM-modus worden de resultaten, volgnummer, gebruikersnaam, apparaatcode, patiënt-ID (indien ingevoerd), da-tum en tijdstip van de meting en van de laatste kalibratie naar de host-PC gestuurd.

Voor meer informatie over de seriële interface wordt verwezen naar hoofdstuk 9.1.

!

LET OP !: Zorg ervoor, dat van alle benodigde gegevens regelmatig een back-up wordt gemaakt.

Page 24: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

21Handleiding V05 21

7. Reiniging en onderhoudHet Urisys 1100-analyseapparaat is een onderhoudsvrij werkend analyseapparaat. Bescherm het apparaat tegen extreme temperaturen en te hoge luchtvochtigheid (zie hoofdstuk 10) en stel het niet bloot aan fel licht (direct zonlicht, lichtspotjes, etc.).

Houdt de buitenkant van het apparaat en de uitwendige delen goed schoon. Voor het reinigen wordt een vochtige doek met een goed reinigingsmiddel of desinfecteermiddel (bij voorkeur 70% alcohol) aanbevolen. Zorg ervoor, dat er geen vloeistof in het apparaat komt.

7.1 Reinigen van de teststrokengeleider

GEZONDHEIDSRISICO: Gebruikte reinigingsmiddelen en teststroken moeten worden beschouwd als potentieel infectieus materiaal. Draag altijd handschoenen bij het werken met deze materialen. Gooi de teststroken weg conform de richtlijnen en voorschriften voor het werken met potentieel infectieuze mate-rialen.

Zorg ervoor, dat bij het plaatsen en verwijderen van de teststroken, geen urineresten in contact komen met het vergrendelings mechanisme.

Om carry-over en indrogen van urine te voorkomen, moeten na iedere meting eventueel aanwezige urineresten van de teststrokengeleider worden verwijderd met een niet-pluizende doek (zie Figuur 16). 16

Aan het eind van iedere werkdag moet de teststrokengeleider worden gereinigd met water of, indien noodzakelijk, met een reinigings- en desinfecteermiddel. Hierbij gaat u op de volgende wijze te werk:

1. Zet het analyseapparaat uit.

2. Neem de teststrokengeleider uit het apparaat.

3. Spoel de verontreinigde delen van de teststrokengeleider onder de kraan goed schoon en desinfecteer deze vervolgens met 70% alcohol of een ander geschikt desinfecteermiddel. Een lichte aanslag van urine, in het bijzonder rond het vergrendelings mechanisme of op of tussen de tandwielen aan de onderzijde van de teststrokengeleider, kan met een zachte borstel worden verwijderd. Droog de onderdelen goed af met een droge, niet-pluizende doek.

! WAARSCHUWING: Zorg ervoor, dat het grijze referentieveld tijdens het schoonmaken niet wordt

beschadigd en goed schoon en droog is, voordat verdere metingen worden uitgevoerd.

! WAARSCHUWING: Zorg ervoor, dat de positioneringuitsparing, die zich in het midden van de zijkant van

de teststrokengeleider bevindt, goed droog is (zie Figuur 17). Deze uitsparing zorgt ervoor, dat de test-strokengeleider automatisch op correcte wijze in het apparaat wordt gepositioneerd.

17

4. Schuif de gereinigde teststrokengeleider, met het gesloten vergrendelingsmechanisme naar u toe, zodanig in de ope-ning onder de functietoetsen, dat de voorkant aansluit met de voorkant van het apparaat

! WAARSCHUWING: Het grijze referentieveld mag niet worden aangeraakt. Vervuiling van het referentie-

veld kan de kwaliteit van de verkregen resultaten beïnvloeden.

5. Als u direct na het schoonmaken van de teststrokengeleider wilt doorgaan met het uitvoeren van metingen, moet u het Urisys 1100-analyseapparaat weer aanzetten. Tijdens de functietest wordt ondermeer gecontroleerd, of het referentie- veld in orde is en of de positioneringuitsparing in de teststrokengeleider (figuur 17) vrij is. Indien dit niet het geval is, 17 verschijnt een foutmelding op de display (zie hoofdstuk 8).

Page 25: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

2222 Handleiding V05

8. Foutmeldingen en troubleshootingFoutmeldingen verschijnen wel op de display, maar worden niet afgedrukt. Als het apparaat langer dan 5 minuten buiten gebruik is, schakelt het automatisch over naar de Standby-modus. De foutmelding verschijnt opnieuw op de display, als op de START-knop wordt gedrukt. Mocht het apparaat defect zijn, neem dan contact op met de lokale vestiging van Roche Diagnostics.

E1 REFERENCE PAD ERROR Oorzaak: Het middelste gedeelte van het referentieveld op de teststrokengelei-MIDDLE ! der is vervuild of beschadigd.(referentieveld-fout) Actie: Zet het apparaat af. Reinig en droog het veld voorzichtig. Controleer het op

beschadigingen (b.v. krassen). Plaats de teststrokengeleider opnieuw en wacht tot de functietest is beëindigd. Als de foutmelding wordt herhaald, vervang dan het referen tieveld of gebruik de reservegeleider. Kalibreer opnieuw met Control-Test M (als een Combur10Test UX-teststrook wordt gebruikt).

E15 REFERENCE PAD ERROR Oorzaak: Het onderste gedeelte van het referentieveld op de teststrokengeleider BOTTOM ! is vervuild of beschadigd.(referentieveld-fout) Actie: zie E1.

E16 REFERENCE PAD ERROR TOP ! Oorzaak: Het bovenste gedeelte van het referentieveld op de teststrokengeleider (referentieveld-fout) is vervuild of beschadigd. Actie: zie E1.

E2 WRONG STRIP ! Oorzaak: De gebruikte teststrook komt niet overeen met de teststrook, waarvoor (verkeerde teststrook) het apparaat is geprogrammeerd (b.v. de Combur10Test UX-teststrook, Actie: Druk op de START-knop. Herhaal de meting met het type teststrook, waar-

voor het apparaat is geprogrammeerd.

E3 STRIP MEASUREMENT ERROR ! Oorzaken: Er is geen teststrook in de teststrokengeleider geplaatst, de teststrook (foutieve meting van is niet correct geplaatst, de urine op de teststrook is opgedroogd of de teststrook de teststrook) is niet in de urine gedompeld. Actie: Druk op de START-knop. Herhaal de meting met een nieuwe teststrook.

Zorg ervoor, dat alle testvelden in het urinemonster zijn gedompeld. Plaats de teststrook op correcte wijze en let er op, dat het vergrendelingsmechanisme cor-rect is gesloten, nadat op de START-knop is gedrukt.

E4 CALIBRATION ERROR ! Oorzaak: Kalibratiewaarden wijken af van de waarden van de laatste, geldige (kalibratiefout) kalibratie. Actie: Druk op de START-knop. Herhaal de kalibratie met een nieuwe kalibratie-

strook uit de Control-Test M-flacon. Zorg ervoor, dat de strook correct in de klem van de teststrokengeleider is geplaatst (zie hoofdstuk 5).

E5 CALIBRATION INVALID ! Oorzaak: Kalibratiewaarden liggen buiten het toegestane bereik.(ongeldige kalibratie) Actie: Controleer of het referentieveld vervuild of beschadigd is. Reinig indien

nood zakelijk (zie hoofdstuk 7.1) of gebruik de reservegeleider. Herhaal de kalibra-tie met een nieuwe Control-Test M-kalibratiestrook (zie hoofdstuk 5). Als de fout-melding opnieuw verschijnt, is het apparaat defect.

E6 CHIP ERROR ! Oorzaak: De programmachip aan de rechterzijde van het apparaat onder de (chipfout) printer deksel (zie figuur 18) ontbreekt, maakt geen contact, is defect of bevat een 18 oude software versie.

Actie: Zet het Urisys 1100-analyseapparaat af. Plaats de programmachip en zet het apparaat weer aan. Als “CHIP ERROR” opnieuw verschijnt, is het apparaat de-fect.

E7 MISSING TRAY ! Oorzaak: De teststrokengeleider is niet geplaatst of niet ver genoeg in het appa-(teststrokengeleider is niet raat ingevoerd om door de motor verder te worden getransporteerd.aanwezig) Actie: Plaats de teststrokengeleider correct (zie hoofdstuk 4). Druk op de START-

knop.

Page 26: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

23Handleiding V05 23

E8 TRAY POSITION ERROR ! Oorzaak: De positioneringsuitsparing van de teststrokengeleider (zie figuur 17) is 17 (teststrokengeleider is onjuist vervuild of nog nat na het reinigen, het vergrendelingsstaafje staat nog omhoog, geplaatst) terwijl de teststrokengeleider al in beweging is of het vergrendelingsmechanisme is door vervuiling met urine geblokkeerd (zie hoofdstuk 7.1)

Actie: Reinig, droog (met een niet-pluizende doek) of blaas de positionering-uitsparing door om ervoor te zorgen, dat deze geheel open is. Verwijder eventuele urineresten, ook aan de onderzijde van de test strokengeleider. Plaats de geleider opnieuw en druk op de START-knop. Let er op, of het vergrendelingsmechanisme tijdens de meting goed gesloten is. Gebruik de reservegeleider, als de foutmel-ding weer verschijnt.

E9 WRONG TRAY ! Oorzaak: De gebruikte teststrokengeleider komt niet overeen met het ingevoer(verkeerde teststrokengeleider) de type teststrook, het grijze referentieveld ontbreekt op de geleider of er is een

apparaatfout opgetreden. Actie: Druk op de START-knop. Het “Strip Type”-menu verschijnt op de display.

Het type teststrook moet overeenkomen met het type geleider (zie hoofdstuk 11). Gebruik een goede geleider of bestel een nieuwe. Als de foutmelding opnieuw verschijnt, is het apparaat defect.

E10 LIGHT BARRIER ERROR ! Oorzaak: De lichtbarrière voor het controleren van de positie van de teststroken- (lichtbarrière-fout) geleider is defect of het bewegingsmechanisme van de geleider is geblokkeerd. Actie: Geleider uit het apparaat nemen en weer in de startpositie terugplaatsen.

Druk op de START-knop. Als de foutmelding opnieuw verschijnt, is het apparaat defect.

E11 MOTOR STEP ERROR ! Oorzaak: Overschrijding van het aantal stappen van de aandrijving of het (stappenmotor-fout) bewegingsmechanisme van de geleider is geblokkeerd. Dit kan worden veroor-

zaakt door: - vervuiling van of tussen de tandwielen, - versleten of afgebroken tandwielen, - defecte stappenmotor.

Actie: Reinig de geleider voorzichtig. Verwijder eventuele urineresten, ook aan de onderzijde van de teststrokengeleider en van de tandwielen. Plaats, de reservege-leider als de teststrokengeleider is beschadigd en druk op de START-knop. Als de foutmelding opnieuw verschijnt, is het apparaat defect.

E12 OPTICS ERROR ! Oorzaak: Het referentieveld van de teststrokengeleider ontbreekt of een LED of (optisch systeem-fout) de detector is defect. Actie: Bevestig het referentieveld of gebruik de reservegeleider. Druk op de

START-knop. Als de foutmelding opnieuw verschijnt, is het apparaat defect.

CLOSE PRINTER COVER Oorzaak: De printerdeksel is geopend. (sluit printerdeksel) Actie: Sluit de printerdeksel.

NO PAPER IN PRINTER Oorzaak: Er is geen rol printerpapier geplaatst of het papier is op. (geen papier in printer) Actie: Plaats een nieuwe rol printerpapier en sluit de printerdeksel.

Na het opheffen van de problemen met de printer kunnen de resultaten uit het geheugen van het apparaat worden afgedrukt met behulp van de “Print”-functie.

E14 INTERFACE ERROR ! Oorzaak: Storing in de gegevensoverdracht naar de PC of hostcomputer in de (storing van de gegevens- bidirectionele of ASTM modus.overdracht) Actie: Controleer de kabel en controleer of de PC of host gereed is om de gege-

vens te ontvangen. Gebruik de “Send”-functie voor de gegevensoverdracht of druk op de “Home”-toets om in de Ready-to-Measure-status terug te keren.

Page 27: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

2424 Handleiding V05

E17 INVALID PASSWORD! Oorzaak: Het ingevoerde wachtwoord is onjuist.(wachtwoord ongeldig) Handeling: Voer het juiste wachtwoord in.

E18 INVALID OP.ID Oorzaak: De ingevoerde gebruikersnaam is ongeldig.(gebruikersnaam ongeldig) Handeling: Voer een geldige gebruikersnaam in.

E19 LIST DOWNLOAD FAILED Oorzaak: Het downloaden van de nieuwe gebruikerslijst is mislukt.(download lijst mislukt) Handeling: Geen handeling vereist. Na 2 seconden wordt gestart met de oude

lijst.

E20 NO VALID LIST! Oorzaak: Er bevindt zich geen geldige lijst op het apparaat.(geen geldige lijst!) Handeling: Probeer een gebruikerslijst van de hostcomputer te downloaden of

ga verder zonder geautoriseerde gebruiker.

CHECK MEASUREMENT Apparaat drukt de software- en chipversie en 3-cijferige nummers zonder de (controle van de meting) naam van de parameters af. Oorzaak: De service-functie is geactiveerd. Actie: Druk op de “Back”-functietoets om terug te keren naar het hoofdmenu.

RESULTATEN KOMEN NIET Oorzaak: Teststrook is niet correct geplaatst, afwijkende kleuren van het testveld, OVEREEN MET DE tijdens seriemetingen niet de juiste reactietijden aangehouden. Er kan een test-RESULTATEN VAN DE strook zijn gebruikt, die niet geschikt is voor meting door het apparaat (b.v. eenVISUELE AFLEZING Combur10Test-teststrook). Elektromagnetische storingen door andere apparaten

(zie hoofdstuk 4). Actie: Herhaal de meting met een voor het apparaat geschikte teststrook. Volg de

aanwijzingen nauwgezet op en plaats de teststrook op correcte wijze (zie hoofd-stuk 6.2). Eventueel opnieuw kalibreren. Verwijder eventuele externe storings-bronnen.

PRINTER DRUKT NIET AF Oorzaken: “Printer: Off” is geselecteerd, het apparaat is ingesteld op de “Fast”-modus (zie hoofdstuk 6.4), de printer/software is defect of het printerpapier is op.

Actie: Voer, indien noodzakelijk, papier in. Kies “Printer: On” om de printer weer te activeren. Vraag een resultatenoverzicht d.m.v. de “Print”-functie. Activeer de “Linefeed”-functie, als dit mislukt. Als er nog steeds geen reactie volgt, is het ap-paraat defect.

HET ANALYSEAPPARAAT Actie: Druk op de Escape-toets als een AT/PC-toetsenbord is aangesloten. KAN GEEN METING Of zet het Urisys 1100-analyseapparaat uit en weer aan.UITVOEREN, OFSCHOON HET VOLGNUMMER OP DE DISPLAY WORDT WEERGEGEVEN

Page 28: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

25Handleiding V05 25

9. Verbinding met andere apparaten9.1 Seriële interface

Aan de achterzijde van het Urisys 1100-analyseapparaat bevindt zich een seriële interface, waarmee de verbinding met een PC of een centrale hostcomputer tot stand kan worden gebracht. Dit is geen RS 232-type interface.

Een geschikte verbindingskabel kan bij Roche Diagnostics worden besteld (zie ook hoofdstuk 11). De aangesloten PC moet voldoen aan de elektrische veiligheidsrichtlijnen beschreven in EN 60950.

De interface is zowel voor unidirectioneel, bidirectioneel of ASTM communicatie geschikt; de keuze hiervoor kan m.b.v. het menu worden gemaakt.

Als de interface is ingesteld op unidirectionele communicatie, worden de gegevens verzonden als ASCII-file en kunnen worden ontvangen d.m.v. een terminal-programma.

De ingevoerde patiëntenidentificatie wordt op de display van het Urisys 1100-analyseapparaat weergegeven en daarnaast met de testresultaten afgedrukt en/of naar de PC/host gezonden (zie hoofdstuk 6.6). Indien voor bidirectionele communi-catie met een PC of hostcomputer is gekozen, moet bij de displaymelding “INTERFACE: BIDIR.” m.b.v. de functie “10/13” de maximale lengte van de gebruikte patiën tenidentificatie (10 of 13 karakters) van tevoren worden geprogrammeerd, om de correcte gegevens te verzenden.

Voor meer informatie en specificaties voor het werken in de bidirectioneel of ASTM modus, b.v. voor de aansluiting op een host computer, kunt u contact opnemen met Roche Diagnostics.

Specificatie interface: 9600 baud, 8 bits, 1 stop bit, geen pariteit (voor unidirectionele en bidirectionele modi). Selecteerbare baud rates (transmissiesnelheden) in ASTM-modus: 1200, 2400, 4800, 9600, 19200 en 38400.

Verbindingskabel: D-sub, 9-polig, stekker aan de apparaatzijde, bus aan de PC-zijde.

Verbindingen:Urisys 1100 Host (PC 9-polige bus) 2 _______________ RxD _______________ 2 3 _______________ TxD _______________ 3 4 _______________ DTR _______________ 4 5 _______________ GND _______________ 5 6 6 7 7 8 8 9 9

! WAARSCHUWING: Het gebruik van verbindingskabels, die niet aan de specificaties van

Roche Diagnostics voldoen, kan leiden tot fouten bij de gegevensoverdracht.

9.2 Barcodereader, AT/PC-toetsenbord

Naast ieder op het display weergegeven volgnummer kunnen monster- of patiënt-ID’s kunnen ingevoerd worden, ofwel via een streepjescode-lezer (zie aanbevolen streepjescode-lezer) dan wel via een AT/PC toetsenbord, bijvoorbeeld het Reflotron-toetsenbord van Roche Diagnostics (zie bestelinformatie in hoofdstuk 11). Voeding os voorzien via de interface voor de streepjescode-lezer.

Interfacespecificaties: 5-polige DIN-aansluiting, bus

Pinbezetting: 1 klok 2 gegevens 3 vrij 4 GND 5 + 5 V

Page 29: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

2626 Handleiding V05

Streepjescode-lezerStreepjescode-lezers geschikt voor geburik met Urisys 11 met SW versie 5.0 en hoger moeten voldoen aan de volgende specificaties:- Radiofrequentie interferentieklasse B volgens EN 61326-1- Immuniteitseisen voor elektromagnetische interferentie voor industriële locaties volgens EN 61326-1

Er is een aanbevolen streepjescode-lezer voor het lezen van veelgebruikte streepjescodes zoals Codabar, Code 39, Code 128 en Interleaved 2 van 5.

Voor het aansluiten van een streepjescodelezer en een extern toetsenbord is een CAB 322 IBM XT/AT DIN datakabel nodig.Neem contact op met uw plaatselijk vertegenwoordiger van Roche Diagnostics voor vragen omtrent het gebruik van het Urisys 1100 systeem met streepjescode-lezers.

10. Technische informatie en aanwijzingen10.1 Technische gegevens

Afmetingen: Breedte: ca. 150 mm Diepte: ca. 290 mm Hoogte: ca. 95 mm

Gewicht: < 0,8 kg

Energievoorziening: Externe AC-adapter, Model SA 125A-0735U-S Voeding: 100-240 V AC, 50/60 Hz, 800 mA Output: 7,5 V DC, 3000 mA Polariteit: – +

Energieverbruik: In werking: max. 15 Watt Stand-by: 1,3 Watt

Systeembeschrijving: Type: reflectiefotometer Lichtbron: 6 LED’s (licht emitterende diodes) Golflengten: 565 nm (groen), 3x 610 nm (oranje), 3x Meetkop: 1 kop met 6 LED’s Meetcyclus: Normal-modus: ca. 70 sec Snelle modus: ca. 30 sec Reactietijd: 55-65 seconden Printer: thermische printer Display: liquid crystal display, 2 regels van 24 karakters Geheugen: 100 monsters Datum, tijd: ingebouwd tijdmechanisme

Condities voor gebruik: In werking OpslagconditiesTemperatuur: +15 ° tot + 32 °C – 20 ° tot + 70 °C Relatieve luchtvochtigheid: 20 % tot 80 % 20 % tot 85 %

Optimale condities voor gebruik: Temperatuur: + 20 ° tot + 26 °C Rel. luchtvochtigheid: 30 % tot 60 % Interfaces: PC/HOST: serieel, D-Sub aansluiting, 9-polig, bus, unidirectioneel, bidirectioneel of ASTM-protocol (naar keuze) AT/PC-toetsenbord: Barcodereader 5-polige DIN-aansluiting, busMarkeringtekens: UL, cUL

Page 30: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

27Handleiding V05 27

10.2 Veiligheidsaanwijzingen

Het Urisys 1100-analyseapparaat is ontworpen en geproduceerd overeenkomstig de internationale richtlijnen “Safety requi-rements for electrical equipment for measurement, control and laboratory use”. Bij het verlaten van de fabriek voldeed het apparaat volledig aan de veiligheidseisen. Om het apparaat in een perfecte conditie te houden en verzekerd te zijn van een veilige werking, moet de gebruiker alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding in acht nemen.

Dit product voldoet aan de EU-richtlijn 98/79/EG inzake medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek

C US Verleend door Underwriters Laboratories Inc. (UL) voor USA en Canada.

Het apparaat mag alleen worden gebruikt met de voorgeschreven AC-adapter (Beschermingsklasse II).

Het instrument is conform IEC 664 ingedeeld in overspanningcategorie II en vervuilingsgraad 2.

Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen van het apparaat (behalve als dit met de hand, zonder ge-bruik te maken van enig gereedschap, kan worden uitgevoerd) kunnen spanningsvoerende delen worden blootgelegd. Ook aansluitklemmen kunnen onder spanning staan. Voer nooit onderhoudswerkzaamheden of reparaties uit aan een geopend apparaat, dat onder spanning staat.

Als u vermoedt, dat niet veilig met het apparaat kan worden gewerkt, moet u het afzetten en voorkomen, dat het apparaat door anderen gebruikt kan worden. Zorg ervoor, dat het Urisys 1100-analyseapparaat alleen door deskundig personeel wordt bediend.

Iedere personal computer, waarmee het analyseapparaat is verbonden, moet voldoen aan de eisen voor gegevensverwer-kende apparatuur beschreven in de normen EN 60950, UL 60950/CSA C22.2 No. 60950.

Indien u het apparaat helemaal niet meer gaat gebruiken en het wilt weggooien, moet het overeenkomstig de desbetreffen-de wettelijke regelingen en in overeenstemming met de gemeentelijke voorschriften worden verwijderd.U moet er rekening mee houden dat het apparaat potentieel infectieus is. Voordat u het weggooit, moet het daarom ont-smet worden, b.v. door de kast en de teststrokengeleider met 70% alcohol schoon te maken.

!

LET OP !: De beschreven gegevens en informatie komen overeen met de laatste stand van zaken bij het ter perse gaan van deze handleiding. Belangrijke wijzigingen zullen in een volgende uitgave worden op-genomen. Indien er verschillen bestaan tussen deze handleiding en de informatie in de bijs luiter, geniet de informatie in de bijsluiter de voorkeur.

10.3 Garantie

Bij de verkoop van consumptiegoederen zullen de wettelijke garantiebepalingen in het land van aankoop van toepassing zijn.

Page 31: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

2828 Handleiding V05

11. BestelinformatieHet analyseapparaat, verbruiksartikelen en accessoires zijn:

Artikelnummer (REF)

03 617 548 Inhoud: Urisys 1100-analyseapparaat, netspanningadapter SA 125A-0735U-S, 100 V - 240 V, 50/60 Hz, programma-

chip, teststrokengeleiders C en N, 1 rol printerpier, handleiding, netkabel, Interactieve training CD.03 666 735 Teststrokengeleider type C voor Combur10Test UX-teststroken03 666 913 Teststrokengeleider type N voor Combur7Test/Combur5Test-teststroken 03 617 572 Handleiding Urisys 1100 Systeem 11 544 373 Combur10Test UX-teststroken (100 teststroken)11 008 552 Combur7Test-teststroken (100 teststroken) 11 893 467 Combur5Test-teststroken (100 teststroken)

11 379 194 Control-Test M (50 kalibratiestroken)03 666 751 Thermisch papier (5 rollen) 11 906 186 Interface-verbindingskabel11 248 685 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Duits) 11 248 723 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Engels) 11 248 707 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Frans) 11 248 715 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Italiaans) 11 248 995 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Spaans) 11 428 667 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Zweeds) 11 428 675 Reflotron-toetsenbord voor het invoeren van de patiëntenidentificatie (Noors)

De volgende vervangende onderdelen zijn verkrijgbaar:

11 907 131 Reserve referentievelden (5 stuks)05345618001 Programmachip

Page 32: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

29Handleiding V05 29

12. Trefwoordenregister Hoofdstuk

A Akoestisch signaal 6.2

B Barcodereader 9.2Basisinstellingen 3.3Bedieningselementen 2.2

C Concentratie-intervallen in de weergave van de resultaten 3.4Control-Test M 3.3, 5., 11.

D Datum instellen 3.3Doorstroomschema, software voor 3.2

E Eenheden instellen 3.3, 3.4, 3.5Energievoorziening 4.,10.1

F Foutmeldingen 8.Functiecontrole, automatische 3.3

G Gegevens verwijderen 3.3Gegevensoverdracht 3.3, 6.7, 9.1Geheugen 3.3Gevoeligheid, aanpassen van de 3.3, 3.5Grenzen van het bereik 3.3, 3.4, 3.5Grenzen van het bereik veranderen 3.5

I Ingebruikname 4.Interface 3.3, 6.7, 9.1Interface, configuratie van de 3.3, 6.7, 9.Interface-aansluitkabel 9.1, 11.Interfacespecificaties 9.1

K Kabelconfiguratie 9.1Kalibratie 4., 4.1, 5.Kalibratiegegevens afdrukken 5.

M Meetprincipe 2.1Meldingen op de display 3.2, 8.Menustructuur 3.2, 3.3Meting uitvoeren 6.2, 6.4Monsteridentificatie 6.6

HoofdstukN

Netspanning 10.1

O Opgeslagen resultaten afdrukken 3.3

P Papier, doorvoer van 3.3, 4.Parameters in het resultatenoverzicht vastleggen 3.3Parameters, volgorde in het resultatenoverzicht vastleggen 3.3Patiëntenidentificatie 6.6Patiëntenidentificatie invoeren 6.6Plaatsing van het apparaat 4.Positioneringuitsparing 7.1Printer, instellingen van de 3.3Printerpapier 11.Printerpapier invoeren 4.

R Referentieveld 4., 4.1, 7.1, 11.Reiniging 7.Resultaten opslaan 3.3Resultaten uit het geheugen oproepen 3.3Resultaten verwijderen 3.3Resultatenoverzicht tweemaal afdrukken 3.3Resultatenoverzicht wijzigen 3.3

S Signaaltoon 6.2Software 3.2, 3.3Standby-modus 3.1

T Taal selecteren 3.3 Technische gegevens 10.1Teststrokengeleider 2.2, 3.3, 4., 4.1, 11.Teststrook 1, 3.3, 4., 4.1, 11.Teststrook, meting van de 6. Teststrook, plaatsen van de 6.2Tijd instellen 3.3Toetsenbord 6.6, 9.2, 9.3Troubleshooting 8.

V Verbruiksartikelen en accessoires bestellen 11.Verwijderen van resultaten 3.3Volgnummer 6.1Volgnummer terugzetten 3.3, 6.1

Page 33: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

3030 Handleiding V05

Page 34: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

31

13. Garantiekaart

Urisys 1100Garantiekaart Serie No.

Naam, adres en telefoon- nummer van de koper

Datum van aankoop: Stempel en handtekening van de leverancier

Page 35: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje
Page 36: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

33

14. Internationale adressen

Argentina Productos Roche S.A.Q. e I. División Diagnóstica Av. Belgrano 2350, Don Torcuato Buenos Aires República Argentina Phone: +54 11 5129-8000 Fax: +54 11 5129-8105

Australia Roche Diagnostics Australia Pty. Ltd. 31 Victoria Avenue Castle Hill, NSW 2154 Australia Phone: +61-2-9899 7999 Fax: +61-2-9894 7831

Austria Roche Diagnostics GmbH Engelhorngasse 3 1211 Wien Österreich Phone: +43 1 27787 0 Fax: +43 1 27787 12

Belgium Roche Diagnostics Belgium sa/nv Schaarbeeklei 198 1800 Vilvoorde België/Belgique Phone: +32 2 247 47 47 Fax: +32 2 247 46 80

Brazil Roche Diagnóstica Brasil Ltda. Av. Engenheiro Billings, 1729 05321-010 São Paulo, SP Brasil Phone: +55 11 3719 4566 Fax: +55 11 3719 4981

Canada Roche Diagnostics 201, Boulevard Armand-Frappier Laval, Quebec H7V 4A2 Canada Phone: +1 450 686-7050 Fax: +1 450 686-7011

Chile Productos Roche Ltda., Avda. Quilín 3750 Macul, Santiago Chile Phone: +56 2 4413200 Fax: +56 2 4626687

China Greater China (China, Hong Kong) Headquarter Roche Diagnostics (Shanghai) Ltd 12F, Huaihai Plaza No. 1045 Central Huaihai Road Shanghai 200031 PRC Phone: +86-21-24121000 Fax: +86-21-24121188

Columbia Productos Roche S.A. Carrera 44 No.17-21 Santa Fé de Bogota, D.C. Columbia Phone: +57 1 417 8860 Fax: +57 1 425 5083

Czech Republic Roche s.r.o., Divize diagnostiky, Near Patient Testing Karlovo náměstí 17 120 00 Praha 2 Česká Republika Phone: +420 296 349 568 Fax: +420 296 349 538

Denmark Roche Diagnostics Industriholmen 59 2650 Hvidovre Danmark Phone: +45-36 39 99 60 Fax: +45-36 39 9979

Ecuador Roche Ecuador S.A. Av. Gaspar de Villaroel 1701 e Isla Isabella Quito Ecuador Phone: +593 2 2 434347 Fax: +593 2 2 436054

Page 37: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

34

Finland Roche Oy Diagnostics PL 12, 02631 Espoo Suomi Phone: +358 9 525331 Fax: +358 9 52533351

France Roche Diagnostics 2, Avenue du Vercors B.P. 59 38242 Meylan Cedex France Phone: +33 4 76 76 30 00 Fax: +33 4 76 76 30 01

Germany Roche Diagnostics GmbH 68298 Mannheim Deutschland Phone: +49 621 759 - 0 Fax: +49 621 759 28 90

Greece Roche (Hellas) A.E. Κλάδος Διαγνωστικών Ακακιών 54Α 151 25 Μαρούσι Aττικής Ελλάδα Phone: +30 210 616 6100 Fax: +30 210 610 9547

Guatemala/Central America Productos Roche Interamericana S. A. 2a. Avenida 2-67, Zona 10 (Apartado Postal 1675) 01010 Guatemala C.A. República de Guatemala Phone: +502 360 9428 Fax: +502 331 8143

Hong Kong, New Territories Roche Diagnostics (Hong Kong) Ltd. Rm 1316-1325 Metroplaza Tower I 223 Hing Fong Road Kwai Chung Hong Kong (China) Phone: +852 24 813387 Fax: +852 2418 0728

India Roche Diagnostics India (Pvt ) Ltd. 761, Solitaire Corporate Park, 167, Har Govindji Marg, Chakala, Andheri (E) Mumbai 400 093 India Phone: +91 22 56974900 Fax: +91 22 56974909

Indonesia PT Roche Indonesia Diagnostics Division Artha Graha Building 21st Floor, Sudirman Central Business District – Lot 25, Jl. Jend. Sudirman Kav. 52 - 53 12190 Jakarta Indonesia Phone: +62 21 514 000 91/81 Fax: +62 21 514 000 90

Italy Roche Diagnostics S.p.A. Viale G.B. Stucchi 110 20052 Monza (MI) Italia Phone: +39 039 2817 1 Fax: +39 039 2817 654

Japan Roche Diagnostics K.K. DC Product Department 5F Nippon Roche Building 6-1, Shiba 2-chome, Minato-ku, Tokyo 105-0041 Japan Phone: + 81 3 5443 7043 Fax: + 81 3 5445-1297

Malaysia Roche Diagnostics (M) Sdn Bhd 2A, Jalan 13/1 46200 Petaling Jaya Selangor Darul Ehsan Malaysia Phone: +60-3-755 5039 Fax: +60-3-755 5418

Mexico Productos Roche, S.A. de C.V. Av. Isidro Febela Nte. 1536-B, Toluca, Edo. De México C.P. 50030 México Phone: +52 (55) 50 81 58 00 Fax: +52 (55) 50 81 58 58

Netherlands Roche Diagnostics Nederland BV Transistorstraat 41 1322 CK Almere Nederland Phone: +31 36 53 94 911 Fax: +31 36 53 94 202

Page 38: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

35

New Zealand Roche Diagnostics N.Z. Ltd 15 Rakino Way, PO Box 62-089 Mt. Wellington, Auckland New Zealand Phone: +64-9-276 4157 Fax: +64-9-276 5147

Norway Roche Norge AS Divisjon Diagnostics Brynsengfaret 6B Pb 6610 Etterstad 0607 Oslo Norge Phone: +47 23373300 Fax: +47 23373399

Pakistan Roche Pakistan Ltd Division Roche Diagnostics 37-C, Block 6, P.E.C.H.S., P.O.Box 20021 Karachi-75400 Islamic Republic of Pakistan Phone: +92-21-454 0731 Fax: +92-21-454 5789

Peru Productos Roche Q.F.S.A Av. Javier Prado Este 1921 San Borja, Lima Peru Phone: + 511-618 8888 Fax: + 511-618 8873

Philippines Roche (Philippines) Inc. Diagnostics Division 2252 Don Chino Roces Avenue 1231 Makati City Philippines Phone: +63 2 893 45 67 fax: +63 2 893 06 17

Poland Roche Diagnostics Polska Sp.z.o.o. ul. Wybrzeże Gdyńskie 6 B 01-531 Warszawa Polska Phone: +48 22 531 4800 Fax: +48 22 531 4822

Portugal Roche Sistemas de Diagnósticos Lda. Estrada Nacional, 249-1 2720-413 Amadora, Portugal Phone: +351-21-417 1717 Fax: +351-21-417 1313

Puerto Rico/Central America Roche Diagnostics Puerto Rico Road #2 - Marginal Punto Oro P.O. Box 7085 Ponce, PR 00732-7085 Puerto Rico Phone: +1-787-843-6195 Fax: +1-787-841-2694

Russian Federation Roche Moscow Ltd. ЗАО «Рош-Москва», отделение «Диагностика», 125445 Москва, Россия, Коммерческая Башня «Меридиан», ул. Смольная 24Д, 13 этаж Россия Phone: +70 95-258-27 89 Fax: +70 95-258-27 98

Singapore Roche Diagnostics Asia Pacific Pte. Ltd 298 Tiong Bahru Road #16-01-06 Tiong Bahru Plaza Singapore 168730 Phone: +65 272 7500 Fax: +65 371 6600

Slovakia Roche Slovensko, s.r.o. Diagnostics Division Lazaretská 8 811 08 Bratislava 1 Slovensko Phone: +421 7 54 78 85 079 Fax: +421 7 54 78 85 12

South Africa Roche Products (Pty) Ltd - South Africa Diagnostics Division 9 Will Scarlet Road/Ferndale PO Box 1927 Randburg 2125 South Africa Phone: +27-11-504 4600 Fax: +27-11-886 0942

Page 39: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

36

South Korea Roche Diagnostics Korea Co., Ltd 15th Floor, Sam-Wha Building, 144/17, Samsung-dong, Kangnam-Ku 135-092 Seoul Republic of Korea Phone: +82 2 550 3300 Fax: +82 2 566 1878

Spain Roche Diagnostics S.L. Avda. de la Generalitat, s/n 08174 Sant Cugat del Vallés (Barcelona) España Phone: +34 935 834 000 Fax: +34 935 834 340

Sweden Roche Diagnostics Scandinavia AB Karsbodavägen 30, Box 147 16126 Bromma Sverige Phone: +46 (0)8 404 88 00 Fax: +46 (0)8 98 44 42

Switzerland Roche Diagnostics (Schweiz) AG Industriestrasse 7 6343 Rotkreuz Schweiz/Suisse/Svizzera Phone: +41 41 799 61 61 Fax: +41 41 799 65 52

Taiwan Roche Diagnostics Ltd. 11F, No. 35 Sec. 3 Min Quan Road, 104 Taipei Taiwan Phone: +886-2-2505 2533 Fax: +886-2-2502 1441

Thailand Roche Diagnostics (Thailand) Ltd 18th Floor, Rasa Tower 555 Phaholyothin Road 10900 Ladyao, Chatuchak, Bangkok Thailand Phone: +66-2-937 0840 Fax: +66-2-937 0850

Turkey Roche Diagnostik Sistemleri Ticaret A.Ş. Gazeteciler Sitesi – Matbuat Sokak No 3 34394 Esentepe – İstanbul Türkiye Phone: +90 212 213 32 80 Fax: +90 212 216 73 51

United Kingdom Roche Diagnostics Ltd Charles Avenue Burgess Hill, RH15 9RY United Kingdom Phone: +44 1444 256000

Uruguay Roche Diagnostics Solferino 4096 P.O. Box 6468 11400 Montevideo Uruguay Phone: +598 2 613 7888 Fax: +598 2 613 7879

USA Roche Diagnostics Corporation 9115 Hague Road Indianapolis, IN 46256 USA Phone: +1 317 521 2000 Fax: +1 317 521 4295

Vietnam Roche Chemical Establishments Ltd Viet Nam Representative Office 180C Hai Ba Trung Street, Da Kao Ward District 1, Ho Chi Minh City Viet Nam Phone: +84 8 822 3955 Fax: +84 8 822 3953

Page 40: Urisys 1100 Handleiding - Het Praktijklab | Home 1100 ® Handleiding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 15 16 17 14 18 Datum van uitgifte: 2013-10 Op het verpakkingsmateriaal, het typeplaatje

Roche Diagnostics GmbH D-68298 Mannheim Germany www.diavant.comwww.roche-diagnostics.com 03

6175

7200

1 (0

5) 2

013-

10