Gaswetten(2)

download Gaswetten(2)

If you can't read please download the document

description

GASWETTEN. Deze wetten gelden voor ideale gassen die in een afgesloten ruimte zitten. - Dus het aantal gasmoleculen = constant. Dus deze wetten gelden niet voor de “buitenlucht” (≠ afgesloten ruimte). Praat men over luchtdruk dan bedoeld men de druk van de lucht (buitenlucht) in - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Gaswetten(2)

  • Deze wetten gelden voor ideale gassen die in een afgesloten ruimte zittenGaswetten(2)GASWETTEN- Dus het aantal gasmoleculen = constantDus deze wetten gelden niet voor de buitenlucht ( afgesloten ruimte)Een ideaal gas :- de gasmoleculen zijn puntvormig (ze nemen geen ruimte in beslag).- de gasmoleculen voeren volkomen veerkrachtige botsingen uit. de gasmoleculen oefenen geen krachten op elkaar uit (behalve bij de botsingen).Dus zodra lucht (mengsel van gassen) opgesloten zit en als ideaalbeschouwd wordt, gelden de wetten wel.Praat men over luchtdruk dan bedoeld men de druk van de lucht (buitenlucht) inde dampkring (= gemiddeld 1000 hPa).Praat men over lucht wat opgesloten zit dan is dit gasdruk, waarbij met hetgas de lucht die opgesloten zit wordt bedoeld.

  • Gaswetten (2)Een opgesloten hoeveelheid gas heeft :- een temperatuur (T)- een volume (V)- een druk/spanning (P)Alle 3 de grootheden hebben invloed op elkaar.Zo is er een verband tussen:Wet van Boyle-MariotteDruk(P) en volume(V)Volume(V) en temperatuur(T)Volumewet (2e wet) van Gay-LussacDruk(P) en temperatuur(T)Drukwet (1e wet) van Gay-LussacDruk(P),volume(V) en temperatuur(T)Samengestelde drukwet(temperatuur constant = isotherm proces) (volume constant = isochoor proces) (druk constant = isobaar proces) (alle 3 de grootheden kunnen veranderen) VTP

  • Wet van Boyle-MariotteVP = 2,5 barDruk(P) en volume(V)(temperatuur constant = isotherm proces) Het verband tussenVolume = 60 ml SITUATIE 1 SITUATIE 2 VP = ? barVolume = 20 ml Het volume wordt 3x zo klein, de druk wordt hierdoor 3 x zo grootDe druk was 2,5 bar de druk wordt 3x zo grootdus 3 x 2,5 = 7,5 barP x V = cDit is een omgekeerd evenredig verband P1 x V1 = c2,5 x 60 = 150 P2 x V2 = 150P2 x 20 = 150P2 = 150/20 = 7,5 barP1 x V1 = P2 x V2 2,5 x 60 = P2 x 20 P2 = 150/20P2 = 7,5 barT = constantx y = c

  • 1e wet van Gay-LussacVP = 1,5 N/cm2Druk(P) en temperatuur (T)(volume constant = isochoor proces) Het verband tussentemperatuur = 150 K SITUATIE 1 SITUATIE 2 VP = ? N/cm2temperatuur = 525 KDe temperatuur wordt 3,5x zo groot, de druk wordt hierdoor ook 3,5x zo grootDe druk was 1,5 N/cm2 de druk wordt 3,5x zo grootdus 3,5 x 1,5 = 5,25 N/cm2Dit is een evenredig verbandV = constanty = a xP2 = 5,25 N/cm2P2 = 5,25 N/cm2

  • 2e wet van Gay-LussacV= 6 literVolume (V) en temperatuur (T)(druk constant = isobaar proces) Het verband tussentemperatuur = 200 K SITUATIE 1 SITUATIE 2 V = ? litertemperatuur = 500 KDe temperatuur wordt 2,5x zo groot, het volume wordt hierdoor ook 2,5x zo grootHet volume was 6 liter het volume wordt 2,5x zo grootdus 2,5 x 6 = 15 literDit is een evenredig verbandP = constanty = a xV2 = 15 literV2 = 15 liter

    *****