Gabriel Zitman-Master of Architecture-Denken met de Handen
-
Upload
amsterdam-academy-of-architecture -
Category
Documents
-
view
218 -
download
0
description
Transcript of Gabriel Zitman-Master of Architecture-Denken met de Handen
Gabriël Zitmandenken met de handenpleidooi voor de denkende doenerAfstudeerverslag Academie van Bouwkunst Amsterdam
Afstudeerdatum: commissieleden: toegevoegde leden t.b.v. examen: 26 augustus 2014 Chris Scheen (m) Herman Zeinstra Ira Koers Peter Defeche Haiko Meijer
Inleiding
Van jongs af aan heb ik veel getimmerd, gesleuteld en geknutseld. Er is niets dat mij meer
voldoening geeft dan het in opperste concentratie dingen uit te vogelen en te laten ontstaan.
Eenmaal aan de gang, doen de handen meer dan het eenvoudigweg uitvoeren van wat het
hoofd bedenkt. Er ontstaat een complexe wisselwerking tussen beide, de handen leggen
zaken bloot die het hoofd niet voor mogelijk hield.
Mijn afstudeerproject is een experiment naar het direct op elkaar laten inwerken van het
architectonisch denken en het bouwen, vandaar mijn titel: denken met de handen.
Denken met de handen is een instructie voor mezelf. Ik heb mij tot doel gesteld te
onderzoeken wat er gebeurt als ik zonder vooropgezet en vastomlijnd plan uitga van het
maken. Een pleidooi voor de denkende doener.
Film 1: van strook naar vlak
Om erachter te komen wat het ‘denken met de handen’ in architectonische zin oplevert, ben
ik gestart zonder programma van eisen, zonder locatie, zonder concept. In een setting die
het midden hield tussen een atelier en een laboratorium begon ik te experimenteren met
een plank: een lineair houten element met in mijn geval een verhouding 1:10:250. Met dit
basiselement als gegeven ben ik stap voor stap, als het ware op de tast, gaan experimenteren.
Het gehele proces van maken, testen en doorontwikkelen heb ik uitgebreid vastgelegd in
timelapse video’s. Deze stelden mij in staat te reflecteren op wat er in elke stap gebeurde,
om de richting te bepalen voor de volgende stap. In dit verslag geef ik per timelapse film een
karakteristieke serie stills weer met daarbij de belangrijkste modellen. In de eerste film ben ik
begonnen met stroken fineer van 0,5 x 5 x 125 mm en een lijmpistool en heb ik naar manieren
gezocht waarop ik van deze stroken een stabiel vlak kon maken. Door stroken om en om aan
de uiteinden te verbinden ontstond een verrassend sterk en flexibel vlak.
Film 2: van vlak naar volume
Wat nu als ik met dezelfde stroken fineer en het lijmpistool een volume wil construeren?
Het vlak dat ik in de vorige stap ontwikkelde, stuurde mij als vanzelfsprekend naar een
kubusvorm. Door alsmaar stroken onder een hoek van 90º aan elkaar te lijmen, ontstaat
eerst een vierkant en vervolgens een stapel met elkaar verbonden vierkanten die je als een
harmonika uit elkaar kunt trekken. Door als afstandhouder in de trekrichting vier hoeklatten
aan te brengen wordt de kubus opmerkelijk stabiel. Het vervolg van dit onderzoek leverde
een verzameling aan objecten op, variërend van een dubbel gekromde kegelvorm tot een
volume opgedeeld in kwadranten.
Tijdens de commissiebijeenkomst die op deze experimenten volgde, werd de vraag
opgeworpen of de geproduceerde modellen schaalmodellen waren en zo ja, of het flexibele
gedrag van de stroken fineer ook in het groot zou optreden. Deze vraag leidde ertoe dat ik
het kubusmodel in het groot, met een afmeting van 5 x 5 x 5 meter, ben gaan uitvoeren.
Film 3: bouwen op de werf
Mijn atelier, lijmpistool en voorraad houtfineer maakten plaats voor het erf van een vriend,
accuboor, vorkheftruck en 100 ruwe schuttingplanken van 2 x 20 x 500 cm. Een eerste
voorzichtige test van wat aan elkaar geschroefde planken wees uit dat het hout en de
verbindingen de buiging wel aankonden. Een week later zetten we ons schrap voor de bouw
van een paviljoen van 125 kubieke meter, in één dag met z’n tweeën gebouwd. Het gemak
waarmee de planken zich exact zoals het fineer lieten vormen was verbazingwekkend, de
uitrekmethode van het lab bewees zich in het veld! Na deze excercitie drong zich
onmiddellijk een volgende vraag op. Wat als ik uitgaande van de reeds ontwikkelde
principes een object zou willen maken met een overspanning groter dan de planklengte?
Ik ben dit in de volgende stap gaan onderzoeken door het principe van het harmonikamodel
uit te breiden tot een doorgaande netwerkstructuur.
Film 4: de netwerkstructuur, constructie groter dan planklengte
De netwerkstructuur werkt als volgt: Door in het midden van elke plank een nieuw
bevestigingspunt te creëeren en aan weerszijden daarvan een nieuwe plank te
bevestigen[fig.1], ontstaat er een sterk verweven structuur, die in de x- en y-richting eindeloos
kan worden uitgebreid [fig.2]. Elke plank zit nu niet alleen aan beide uiteinden vast, maar ook
in het midden. Deze extra verbinding maakt overspanningen groter dan de planklengte
mogelijk, de planken helpen elkaar de overkant te halen.
Dit opende perspectieven. Ik was nu in staat heel andere vormen te creëren zoals
dubbelgekromde schaaldaken. Ik maakte een lattenstructuur van meer dan 5 meter van
triplex latjes van 1,25 meter die maandenlang zonder hulpconstructie boven de eettafel hing
(en opeens zomaar naar beneden donderde). Met deze ervaringen ben ik gaan onderzoeken
wat er nog meer mogelijk is uitgaande van een vervormbaar vlak dat in alle richtingen uit te
breiden is.
1 2
Film 5: de (on)mogelijkheden van de netwerkstructuur
Nu ik in staat was grotere en vooral vrijere vormen te maken, voelde ik dat ik mijn toolset hierop
moest aanpassen. Het aan elkaar lijmen van individuele stroken fineer en deze vervolgens in
een bepaalde vorm duwen en trekken was een tijdrovend proces en leverde mij geen wezenlijk
nieuwe inzichten op. Ik heb op een aantal andere manieren geprobeerd grip te krijgen op het
oneindige vlak, te beginnen bij het maken van een aantal 3d gevormde 2d netstructuren met
gips en geweven gaas. Deze studie stelde mij in staat met een relatief eenvoudig procédé vrij
complexe vormen te maken. Naast het werken met de handen ben ik parametrische software
gaan ontwikkelen die in de computer gegenereerde vormen automatisch omzet in complexe
netwerkstructuren van planken. Dit alles om grip te krijgen op de materie en om langzaamaan
in de richting van een object te werken dat het in zich zou hebben architectuur te kunnen
worden. De ontwikkeling van de netstructuur als vervormbaar 2d vlak is voorlopig gestagneerd,
maar bij toeval ontdekte ik de ‘netwerkstructuur in het kwadraat’.
Film 6: de netwerkstructuur in het kwadraat
Ik stuitte in mijn collectie van eerdere modellen op een model dat een combinatie was van
het harmonika model en een netwerkstructuur. De netwerkstructuur in het kwadraat was
geboren en diende onmiddellijk te worden onderzocht.
Na een aantal pogingen slaagde ik erin de twee netwerkstructuren te verweven met één
soort knoop, waarin een bout en moer steeds zes stroken hout met elkaar verbinden. Na
een aantal avonden stug doorwerken was het model zo ver dat het kon worden uitgerekt
tot een ruimtelijke matrix, door en door verweven en supersterk. Het opspannen van het
volume is enkel mogelijk door middel van afstandhouders, in dit geval pvc buisjes die tussen
de latten worden geklemd.
In het begin hielden dwars geplaatste planken de boel op zijn plaats, nu waren het pvc
buisjes. Stuk voor stuk voorbeelden van noodzakelijk kwaad. Het vinden van de ideale
afstandhouder was een steeds terugkerend probleem.
Film 7: model van papier
Om de netwerkstructuur in het kwadraat verder te ontwikkelen en de werksnelheid op te
voeren, besloot ik een model van papier te maken. Qua detail en esthetisch effect van de
verbinding was dit een stapje terug, maar al snel werd duidelijk dat de grote flexibiliteit
van het papier vervormingen mogelijk maakte die ik vooralsnog niet voor mogelijk had
gehouden. Door het pak papier als een boek open te slaan, zijn afstandhouders ineens niet
meer nodig, de zwaartekracht zorgt voor de noodzakelijke voorspanning.
De structuur zorgt er op zijn beurt weer voor dat de voorspanning gelijkmatig over het
hele pakket wordt verdeeld. Met dit inzicht is het idee ontstaan voor een object dat zich
ontwikkelt door rotatie om een as en zodoende zichzelf opspant en op regelmatige afstand
houdt. Dit idee in combinatie met de wens in het kader van mijn afstuderen nog één
groot ‘1 op 1’ object te maken resulteerde in de voorlopig laatste stap in mijn exploratieve
onderzoek: het maken van een prieel op de binnenplaats van de academie.
Film 8: het prepareren van het prieel
Gewapend met 4000 triplex latten, 2000 deuvels en ruim 1000 tieraps en een werktekening
heb ik me samen met een wisselende ploeg vrienden en familieleden teruggetrokken in
een loods te Delft en hebben we in een aantal dagen volgens een nauwkeurig omschreven
protocol twaalf segmenten in elkaar geknoopt die later het prieel zouden vormen.
Vanwege de hoge mate van repetitie en de goede voorbereiding, was iedereen die een
uurtje over had in staat een bijdrage te leveren aan het voorlopige eindresultaat: twee
enorme stapels aan elkaar geknoopte latten, die nog het meest weg hadden van rieten
manden of zinkstukken. Hoewel er al enorm veel werk was gedaan, nam de spanning met
de dag toe. Wat als het allemaal niet blijkt te kloppen, of meteen instort? De laatste week
bestond uit een mengeling van ongeduldig uitkijken naar het oprichten van het bouwwerk en
van totale wanhoop vanwege de alsmaar verder tikkende klok.
Het prieel
De houten pakketten zijn naar de binnenplaats van de academie getransporteerd en aldaar
samengevoegd tot een harmonika van 2,5 x 3,5 x 3 meter. Dit pakket, ca. 500 kg zwaar,
is vervolgens met 4 man uitgerekt en geroteerd tot de kop aan de staart kon worden
vastgekoppeld. Het resultaat is een prieel met een diameter van ca. 7 meter en een hoogte
van 3,5 meter. De opening is er achteraf in gesneden. Tot het laatste moment bestond er
onduidelijkheid of de latten danwel de verbindingen het zouden houden en of er genoeg
segmenten waren gemaakt om hem uiteindelijk ‘dicht’ te krijgen. Met soms wat meer geluk dan
wijsheid en vooral stug doorgaan kregen we voor elkaar wat ik voor ogen had. Toen de avond
voor mijn examen de laatste tierap was vastgesjord en het prieel zo goed als af was, was ik
enorm opgelucht. Al de onderzoeken, het schijnbaar doelloos aftasten van mogelijkheden, het
af en toe maar gewoon stug doorwerken, hebben geresulteerd in een object dat ik op geen
andere manier had kunnen creëren dan via de weg die ik nu heb afgelegd.
Ik zie het prieel nadrukkelijk niet als een eindwerkstuk. Het representeert het stadium van mijn
onderzoek naar het ‘denken met de handen’:
Wanneer je niet als een ingenieur gebruik maakt van voorgevormde abstracte kennis om de
wereld naar een vooropgezet doel te veranderen, maar daarentegen als een bricoleur gebruik
maakt van iets dat voorhanden is en je je afvraagt wat je ermee kunt doen.
[email protected]+31 6 16 61 41 79