Fysiotherapie in het Erasmus Medisch Centrum …het Dijkzigt Ziekenhuis al gevestigd zijn. Het...

4
FysioPraxis | november 2017 10 FYSIOTHERAPIE IN HET UMC Patient and family centered care, Centrum Gezond Gewicht en een online platform klinische fysiotherapie. De fysiotherapeuten van de afdeling Fysiotherapie van het Erasmus MC bewegen zich op deze en vele andere terreinen. Specialisten in het ziekenhuis hebben hen inmiddels als onderzoekers ontdekt. Ze hebben veel expertise in specialistische zorg opgebouwd. Ondertussen verrijst aan de overkant een nieuw gebouw, vol technische snufjes voor online monitoring. Tekst: Mieke van Dalen Een groep medewerkers van de afdeling Fysiotherapie zit al klaar in een kamer in het Erasmus MC als ik na een flinke wandeling door de lange gangen arriveer. Ze ver- tellen graag over hun werk in het Rotterdamse academi- sche ziekenhuis. Afdelingshoofd Eric Benda legt uit hoe de organisatie in elkaar zit. De afdeling is organisatorisch een onderdeel van de afdeling orthopedie, en is onderver- deeld in een vakgroep voor volwassenen waar Annemiek Kneppers de coördinator van is, en een vakgroep voor kinderen, gecoördineerd door Annelies Hartman. “Zouden wij allemaal op een dag bij elkaar zijn, dan zijn we met ongeveer 40 mensen”, aldus Benda. Aanvragen De fysiotherapeuten werken voor alle specialismen in het ziekenhuis. “Iedere in het ziekenhuis werkende specialist mag ons vragen om een consult fysiotherapie te doen. Bijna alle specialismen zijn bij ons bekend. Grote verwijzers intern zijn chirurgie, neurochirurgie, kindergeneeskunde, kinderchirurgie, longziekten en oncologie. We worden veel gevraagd.” Er komen dagelijks aanvragen binnen vanuit de klinieken. Behalve postoperatieve zijn er ook preope- ratieve consulten. Die beperken zich grotendeels tot het Sophia Kinderziekenhuis. “Per week worden bijvoorbeeld twee kinderen voor een scoliose-operatie opgenomen, en die worden altijd ‘pre-ok’ gezien”, aldus Hartman. “Dan komen ze een dag in huis, en een consult fysiotherapie is daar een onderdeel van.” Dan wordt er van alles bekeken: “Hoe functioneert het kind op dat moment, is het ambu- Fysiotherapie in het Erasmus Medisch Centrum ‘Dicht bij het vuur’ lant of rolstoelafhankelijk, wat is het activiteitenniveau en zijn er pulmonale problemen?” De kinderen krijgen ook te horen wat ze na de operatie kunnen verwachten. “Ook leer je ze soms bepaalde vaardigheden aan,” vertelt Leontien Duyster, “bijvoorbeeld hoe je uit bed komt na een scoliose-operatie, of hoe je sputum kunt mobiliseren. Dan hebben ze dat alvast in een rustige setting kunnen oefenen, zodat het na de operatie gemakkelijker gaat.” Hetzelfde geldt voor leren kruklopen voor de operatie. “Die preoperatieve consulten zijn voor ons heel plezierig”, vertelt Hartman. “Wij zitten in een driehoek met kind en ouders, dus dan heb je vaak de ouders ook alvast gezien. Ik denk dat dat meerwaarde heeft.” Bij de volwassenen werkt het anders. Daar worden veel minder preoperatieve intakes gedaan. Kneppers: “De arts bepaalt postoperatief of er een indicatie voor fysiotherapie is.” Benda licht toe dat dit met de wijze van financiering van de afdeling te maken heeft. “De specialist moet ons ‘inhuren’ voor zijn of haar kliniek of polikliniek. Die betaalt daarvoor uit het eigen budget, en dan wordt er niet altijd voor gekozen om de fysiotherapeut preklinisch in te schakelen.” Adviserende rol Dat neemt niet weg dat er over het algemeen multidisci- plinair gewerkt wordt. “We staan in nauw contact met de verwijzers, we bespreken waar we knelpunten zien en hoe we die kunnen oplossen”, aldus Hartman. “Dus je bent als onderdeel van het multidisciplinaire team bij de patiënt betrokken.” Duyster voegt toe: “Er zijn bijvoorbeeld ook korte lijnen met de verpleging of je overlegt met de pijn- consulent. Hun input kan bijdragen aan het eventueel bij- stellen van je behandelplan.” Niet alleen klinisch wordt er multidisciplinair gewerkt. Ook in de poliklinieken wordt met een multidisciplinair team specialistische zorg geboden. “We draaien hier geen poli- kliniek voor bijvoorbeeld een totale knieprothese, maar alleen voor specialistische aandoeningen die niet in een ander ziekenhuis gewaarborgd zijn”, aldus Kneppers. Zo worden op de longpoli patiënten die een longtransplantatie moeten ondergaan, in de jaren daarvoor al begeleid om in een zo goed mogelijke conditie te blijven. “We hebben daarin vooral een adviserende rol. We geven adviezen mee voor de behandelend fysiotherapeut in de eerste lijn om ervoor te zorgen dat de patiënt zo goed mogelijk getraind In deze serie verschenen eerder: Deel 1 UMCG FysioPraxis 10-2016, pag. 14-16 Deel 2 UMCU FysioPraxis 01-2017, pag. 26-27 Deel 3 MUMC+ FysioPraxis 02-2017, pag. 10-13 Deel 4 LUMC FysioPraxis 04-2017, pag. 18-21 Deel 5 Rad- boud UMC FysioPraxis 05-2017, pag. 18-21 Erasmus Medisch Centrum De vroegste voorloper van het Erasmus MC is het Rotterdamsche of Coolsingelziekenhuis, verwoest in mei 1940. In 1961 wordt het Dijkzigt Ziekenhuis in gebruik genomen. In 1971 fuseren het Dijkzigt en het in 1863 opgerichte Sophia Kinderziekenhuis. Het Sophia verhuist in 1993 naar het Hobokencomplex, waar de medische faculteit en het Dijkzigt Ziekenhuis al gevestigd zijn. Het Erasmus MC, waarin het Sophia en het oncologisch instituut Daniel den Hoed zijn onder- gebracht, ontstaat in 2002. Hier werken zo’n 14.000 mensen, die, mochten zij fysieke klachten hebben, binnen enkele dagen terecht kunnen op de medewerkerspoli van de afdeling Fysiotherapie.

Transcript of Fysiotherapie in het Erasmus Medisch Centrum …het Dijkzigt Ziekenhuis al gevestigd zijn. Het...

Page 1: Fysiotherapie in het Erasmus Medisch Centrum …het Dijkzigt Ziekenhuis al gevestigd zijn. Het Erasmus MC, waarin het Sophia en het oncologisch instituut Daniel den Hoed zijn onder

FysioPraxis | november 2017

10 F Y S I O T H E R A P I E I N H E T U M C

Patient and family centered care, Centrum Gezond Gewicht en een online platform klinische fysiotherapie.

De fysiotherapeuten van de afdeling Fysiotherapie van het Erasmus MC bewegen zich op deze en vele

andere terreinen. Specialisten in het ziekenhuis hebben hen inmiddels als onderzoekers ontdekt. Ze hebben

veel expertise in specialistische zorg opgebouwd. Ondertussen verrijst aan de overkant een nieuw gebouw,

vol technische snufjes voor online monitoring.

Tekst: Mieke van Dalen

Een groep medewerkers van de afdeling Fysiotherapie zit

al klaar in een kamer in het Erasmus MC als ik na een

flinke wandeling door de lange gangen arriveer. Ze ver-

tellen graag over hun werk in het Rotterdamse academi-

sche ziekenhuis. Afdelingshoofd Eric Benda legt uit hoe

de organisatie in elkaar zit. De afdeling is organisatorisch

een onderdeel van de afdeling orthopedie, en is onderver-

deeld in een vakgroep voor volwassenen waar Annemiek

Kneppers de coördinator van is, en een vakgroep voor

kinderen, gecoördineerd door Annelies Hartman. “Zouden

wij allemaal op een dag bij elkaar zijn, dan zijn we met

ongeveer 40 mensen”, aldus Benda.

Aanvragen

De fysiotherapeuten werken voor alle specialismen in het

ziekenhuis. “Iedere in het ziekenhuis werkende specialist

mag ons vragen om een consult fysiotherapie te doen.

Bijna alle specialismen zijn bij ons bekend. Grote verwijzers

intern zijn chirurgie, neurochirurgie, kindergeneeskunde,

kinderchirurgie, longziekten en oncologie. We worden veel

gevraagd.” Er komen dagelijks aanvragen binnen vanuit

de klinieken. Behalve postoperatieve zijn er ook preope-

ratieve consulten. Die beperken zich grotendeels tot het

Sophia Kinderziekenhuis. “Per week worden bijvoorbeeld

twee kinderen voor een scoliose-operatie opgenomen, en

die worden altijd ‘pre-ok’ gezien”, aldus Hartman. “Dan

komen ze een dag in huis, en een consult fysiotherapie is

daar een onderdeel van.” Dan wordt er van alles bekeken:

“Hoe functioneert het kind op dat moment, is het ambu-

Fysiotherapie in het Erasmus Medisch Centrum

‘Dicht bij het vuur’

lant of rolstoelafhankelijk, wat is het activiteitenniveau en

zijn er pulmonale problemen?” De kinderen krijgen ook te

horen wat ze na de operatie kunnen verwachten. “Ook

leer je ze soms bepaalde vaardigheden aan,” vertelt

Leontien Duyster, “bijvoorbeeld hoe je uit bed komt na

een scoliose-operatie, of hoe je sputum kunt mobiliseren.

Dan hebben ze dat alvast in een rustige setting kunnen

oefenen, zodat het na de operatie gemakkelijker gaat.”

Hetzelfde geldt voor leren kruklopen voor de operatie.

“Die preoperatieve consulten zijn voor ons heel plezierig”,

vertelt Hartman. “Wij zitten in een driehoek met kind en

ouders, dus dan heb je vaak de ouders ook alvast gezien.

Ik denk dat dat meerwaarde heeft.” Bij de volwassenen

werkt het anders. Daar worden veel minder preoperatieve

intakes gedaan. Kneppers: “De arts bepaalt postoperatief

of er een indicatie voor fysiotherapie is.” Benda licht toe

dat dit met de wijze van financiering van de afdeling te

maken heeft. “De specialist moet ons ‘inhuren’ voor zijn

of haar kliniek of polikliniek. Die betaalt daarvoor uit het

eigen budget, en dan wordt er niet altijd voor gekozen om

de fysiotherapeut preklinisch in te schakelen.”

Adviserende rol

Dat neemt niet weg dat er over het algemeen multidisci-

plinair gewerkt wordt. “We staan in nauw contact met de

verwijzers, we bespreken waar we knelpunten zien en hoe

we die kunnen oplossen”, aldus Hartman. “Dus je bent

als onderdeel van het multidisciplinaire team bij de patiënt

betrokken.” Duyster voegt toe: “Er zijn bijvoorbeeld ook

korte lijnen met de verpleging of je overlegt met de pijn-

consulent. Hun input kan bijdragen aan het eventueel bij-

stellen van je behandelplan.”

Niet alleen klinisch wordt er multidisciplinair gewerkt. Ook

in de poliklinieken wordt met een multidisciplinair team

specialistische zorg geboden. “We draaien hier geen poli-

kliniek voor bijvoorbeeld een totale knieprothese, maar

alleen voor specialistische aandoeningen die niet in een

ander ziekenhuis gewaarborgd zijn”, aldus Kneppers. Zo

worden op de longpoli patiënten die een longtransplantatie

moeten ondergaan, in de jaren daarvoor al begeleid om

in een zo goed mogelijke conditie te blijven. “We hebben

daarin vooral een adviserende rol. We geven adviezen mee

voor de behandelend fysiotherapeut in de eerste lijn om

ervoor te zorgen dat de patiënt zo goed mogelijk getraind

In deze serie

verschenen

eerder:

Deel 1 UMCG

FysioPraxis

10-2016,

pag. 14-16

Deel 2 UMCU

FysioPraxis

01-2017,

pag. 26-27

Deel 3 MUMC+

FysioPraxis

02-2017,

pag. 10-13

Deel 4 LUMC

FysioPraxis

04-2017,

pag. 18-21

Deel 5 Rad-

boud UMC

FysioPraxis

05-2017,

pag. 18-21

Erasmus Medisch CentrumDe vroegste voorloper van het Erasmus MC is het Rotterdamsche of

Coolsingelziekenhuis, verwoest in mei 1940. In 1961 wordt het Dijkzigt

Ziekenhuis in gebruik genomen. In 1971 fuseren het Dijkzigt en het

in 1863 opgerichte Sophia Kinderziekenhuis. Het Sophia verhuist

in 1993 naar het Hobokencomplex, waar de medische faculteit en

het Dijkzigt Ziekenhuis al gevestigd zijn. Het Erasmus MC, waarin

het Sophia en het oncologisch instituut Daniel den Hoed zijn onder-

gebracht, ontstaat in 2002. Hier werken zo’n 14.000 mensen, die,

mochten zij fysieke klachten hebben, binnen enkele dagen terecht

kunnen op de medewerkerspoli van de afdeling Fysiotherapie.

Page 2: Fysiotherapie in het Erasmus Medisch Centrum …het Dijkzigt Ziekenhuis al gevestigd zijn. Het Erasmus MC, waarin het Sophia en het oncologisch instituut Daniel den Hoed zijn onder

FysioPraxis | november 2017

11

blijft.” Ook de kinderfysiotherapeuten zijn bij verschillende

multidisciplinaire poli’s betrokken. Hartman: “De vraag is

vaak of het motorisch niveau van een kind vergelijkbaar is

met dat van de leeftijdsgenoten. Hetzelfde geldt voor het

inspanningsniveau. We hebben ook een aantal poli’s waar

kinderen met relatief zeldzame aandoeningen komen.

Hierin hebben we een bijzondere expertise opgebouwd.

Wat ik heel aantrekkelijk vind van werken in het Sophia,

is dat je de gelegenheid krijgt deze kinderen in grotere

aantallen te zien, zodat je kennis toeneemt en je ook de

ouders beter kunt voorlichten. Het is fijn om ouders te

kunnen zeggen dat wat zij vertellen, heel herkenbaar voor

je is.” Ook door de langetermijn-follow-up in een acade-

misch ziekenhuis krijg je een beter inzicht in hoe het leven

van een kind verder gaat, vindt Hartman.

Duyster: ‘Je krijgt de kans om je werk wetenschappelijk te onderbouwen. Dat is belangrijk voor het vak fysiotherapie’

Centrum Gezond GewichtFysiotherapeut Arlette Rusman is betrokken bij het Centrum Gezond

Gewicht, een multidisciplinaire aanpak van ernstig overgewicht.

Het programma is geïnitieerd door internist prof. dr. Liesbeth van

Rossum en kinderarts-endocrinoloog dr. Erica van den Akker. Op dit

moment zijn er weinig opties voor patiënten met obesitas: bariatri-

sche chirurgie of niet-vergoede zorg. De bedoeling is een programma

op maat aan te bieden. Rusman: “We bieden onder andere een leef-

stijlprogramma aan waarin ik samenwerk met een psycholoog en

een diëtist. We begeleiden mensen anderhalf jaar lang, in een vari-

erende frequentie die na verloop van tijd afneemt. Het programma

is vooral gericht op het verbeteren van de algehele gezondheid door

het maken van bewuste keuzes. Bijkomend voordeel is dat de patiënt

gewicht verliest.”

Uiteindelijk moet het programma landelijk uitgerold worden. Benda:

“De zorgverzekeraars zijn al heel lang met Van Rossum in gesprek, we

hopen het programma in de reguliere zorg te krijgen. Maar zover is het

nog niet.” Moors: “Er ligt ook een lijn naar het Sophia. Door fysiothe-

rapeut, diëtist en arts wordt bekeken wat een kind met obesitas nodig

heeft. Dat wordt in de eerste lijn uitgezet. Het gaat om kinderen bij

wie eerdere interventies niet gewerkt hebben. Als er een genetische

afwijking blijkt te zijn, dan kunnen het kind en de familie daarmee om

leren gaan.” Dat is niet makkelijk. “Het kind moet leren omgaan met

afkeuring vanuit de omgeving. Zeker als je weet dat het probleem niet

makkelijk beïnvloedbaar is, is dat nogal wat”, aldus Hartman.

Meer informatie over het Centrum Gezond Gewicht: erasmusmc.nl/centrumgezondgewicht.

Bekijk ook de uitzending van EenVandaag van 19 augustus 2017.

V.l.n.r.: Arlette Rusman, Eric Benda, Leontien Duyster (zittend), Annemiek Kneppers, Annelies Hartman (zittend), Suzan Moors, Henri Hurkmans

Fo

to:

Mie

ke v

an

Dale

n

Page 3: Fysiotherapie in het Erasmus Medisch Centrum …het Dijkzigt Ziekenhuis al gevestigd zijn. Het Erasmus MC, waarin het Sophia en het oncologisch instituut Daniel den Hoed zijn onder

FysioPraxis | november 2017

die deze hebben op jouw fysiotherapeutische behande-

ling, daar bouw je weer expertise mee op. Dat is een groot

voordeel. Ook de dynamiek van de kliniek vind ik ontzet-

tend leuk.”

Nieuwbouw en renovatie

Aan de overkant wordt een nieuw ziekenhuis voor de vol-

wassenen gebouwd, dat in mei 2018 opgeleverd wordt.

In de nieuwbouw vind je alleen eenpersoonskamers, de

twee- en vierpersoonskamers in het huidige gebouw tref

je er niet meer aan. Benda: “Daardoor zullen de werkpro-

cessen veranderen; je hebt veel meer privacy op de kamer

en je kunt beter oefenen op de kamer. Er komt ook ruimte

voor rooming in; de partner of familieleden van de patiënt

komen dichter op het zorgproces te zitten. In de patiën-

tenkamer is straks een goed digitaal platform aanwezig,

waarmee we ook online oefeningen kunnen aanbieden,

toegesneden op de patiënt.” Het Sophia Kinderziekenhuis

wordt op termijn ook ingrijpend gerenoveerd.

Een nieuwe ontwikkeling binnen het Erasmus MC die met

de nieuwbouw en de verbouwing hand-in-hand gaat, is

de familie van de patiënt meer betrokken te houden bij

de zorg en bij de keuzes die daarbij gemaakt worden,

ofwel patient and family centered care. “Dit is een kern-

punt bij de renovatie van dit huis”, aldus Benda. Moors:

“Na de verbouwing van het Sophia kunnen beide ouders

blijven slapen bij het kind, nu is er slechts plaats voor één

Met andere universitaire centra vindt regelmatig overleg

plaats. “Vanuit de kinderreumatologie heb ik drie keer per

jaar een landelijk overleg”, aldus Suzan Moors. Hartman:

“Als je weet dat in een ander universitair centrum kinderen

met een bepaalde aandoening al gezien worden, dan

informeer je bij je collega’s hoe het consult er bij hen inhou-

delijk uitziet. De kinderfysiotherapeuten in de academische

centra kennen elkaar wel, het is een relatief kleine wereld.”

Driepoot

Naast patiëntenzorg zijn onderwijs en onderzoek belang-

rijke pijlers. Kneppers: “We geven lessen intern, klinische

lessen aan verpleegkundigen en les aan medisch stu-

denten. Daarnaast hebben we stagiair(e)s fysiotherapie.

Verder verzorgen we refereerbijeenkomsten voor onze col-

lega’s zelf - we leiden elkaar op - maar we verzorgen ook

refereersessies voor de regio. Een aantal collega’s geven

les bij het Nederlands Paramedisch Instituut en de Hoge-

school Rotterdam. Verder doen we mee aan wetenschap-

pelijk onderzoek.” Duyster: “Twee jaar geleden ben ik ge-

start met promotieonderzoek naar de langetermijnge-

volgen van een aantal specifieke aangeboren afwijkingen.

In de laatste decennia heeft de neonatale ic-zorg enorme

ontwikkelingen doorgemaakt. Daardoor blijven er meer

kinderen in leven. Met het afnemen van de mortaliteit is

de morbiditeit bij sommige aangeboren afwijkingen toege-

nomen. Ik onderzoek hoe het met deze kinderen op de

langere termijn gaat. Als je als fysiotherapeut in de eerste

lijn werkt, is zoiets heel moeilijk te realiseren. Juist omdat

we hier relatief grote groepen kinderen met zeldzame

aandoeningen zien, is het ook je taak om het ziekte-

beloop en de zorg te evalueren.” Benda: “We zoeken

altijd contact met een vakgroep uit een ander specia-

lisme die het een goed plan vindt als een fysiotherapeut

een deel van het wetenschappelijk onderzoek doet met

een promotietraject.” “Specialisten beginnen ons langza-

merhand te ontdekken als onderzoekers”, voegt Hartman

toe. “Er zijn nu meerdere mensen in ons team gepromo-

veerd. En daardoor komen er weer meer mensen naar

ons toe om ons bij projecten te betrekken of onze visie

te vragen over hoe een project ingericht moet worden.”

Duyster: “Je krijgt de kans om je werk wetenschappelijk

te onderbouwen. Dat is belangrijk voor het vak fysiothe-

rapie.” Benda: “We worden veel meer uitgenodigd, en

de initiatieven die je neemt op het gebied van onderwijs

en onderzoek worden gewogen op haalbaarheid. Als je

hier werkt, heb je de driepoot patiëntenzorg, onderwijs en

onderzoek voor het grijpen.” Een voordeel van het wer-

ken in een academisch centrum is dat je de nieuwste ont-

wikkelingen als eerste hoort. Kneppers: “Je zit dicht bij het

vuur. Je verdiept je in nieuwe behandelwijzen en de invloed

F Y S I O T H E R A P I E I N H E T U M C12

>>

Hartman: ‘De familie wordt meer en meer onderdeel van de zorgketen. Dat was voorheen toch wel anders’

Fo

to:

Era

smu

s M

C

Page 4: Fysiotherapie in het Erasmus Medisch Centrum …het Dijkzigt Ziekenhuis al gevestigd zijn. Het Erasmus MC, waarin het Sophia en het oncologisch instituut Daniel den Hoed zijn onder

FysioPraxis | november 2017

13

extra bed op de kamer.” “Als je een blijvende verandering

teweeg wilt brengen in levensstijl,” legt Hartman uit, “dan

moet je de mensen rondom de patiënt - kind of volwas-

sene - daarbij betrekken, want één keer fysiotherapie per

week is niet voldoende. De familie moet onderdeel worden

van de keten. Dat was voorheen toch wel anders.”

Bewegen in het ziekenhuis

Net als in andere academische centra is bewegen zieken-

huisbreed een hot topic. Maar het is niet altijd makkelijk de

patiënten aan het bewegen te krijgen. Kinderen hebben

thuis geen tv boven hun bed hangen, die vinden dat in het

Sophia vaak geweldig. “De eerste hindernis die je moet

nemen, is dat je potentieel iets leuks komt verstoren”,

vertelt Hartman. “Als ik mijn zin zou krijgen, gingen al die

monitoren boven het bed uit. Daarvoor in de plaats zou er

een tv op wieltjes komen.” Met de verpleging worden hier

afspraken over gemaakt. Moors: “Er worden dagschema’s

gemaakt, waarin staat wanneer ze tv mogen kijken of de

tablet krijgen. Inactiviteit signaleren wij misschien eerder

dan de verpleging.” “Sommige kinderen participeren in

hun klas via de tablet,” vult Hartman aan, “waarbij ze vaak

in bed liggen. Terwijl je denkt: ik kan de tablet ook op een

tafeltje zetten, kom uit je bed, infuuspaal met medicatie

achter je aan. Daar moeten we continu alert op zijn, dat

blijft een terugkerend thema.” Dit geldt niet alleen voor

kinderen. “Ook voor volwassenen is het bed aantrekke-

lijk” volgens Rusman. “Ik werk in de Daniel den Hoed ook

met dagschema’s om mensen te activeren.” De online

programma’s waar Henri Hurkmans mee bezig is (zie ka-

der MoveFit), zullen een enorme meerwaarde hebben,

bijvoorbeeld voor de mensen die in de isolatie liggen zoals

in de Daniel den Hoed vanwege chemo.

De nieuwbouw is ook meer gericht op de ambulante

patiënt. Benda: “Er komt een gigantische daktuin waar de

patiënt overdag kan verblijven. Het is de bedoeling dat

de patiënt voor het eten uit bed komt of zelfs naar de

pantry gaat. In de gang komen zitjes waar je met je familie

kunt zitten.” Moors: “Ook op de intensive care (ic) zijn we

met een richtlijn bezig om de patiënten eerder aan het

bewegen te krijgen, op bed of - als het kan - uit bed. Zelfs

beademde patiënten worden eerder uit bed gehaald.”

MoveFitBewegingswetenschapper Henri Hurkmans is senior onderzoeker bij

de afdeling Fysiotherapie. Ook is hij verbonden aan de onderzoekslijn

MoveFit van de afdeling Revalidatiegeneeskunde. Binnen deze onder-

zoekslijn onder leiding van Hans Bussmann houdt hij zich bezig met

innovatieve behandelingstrajecten, zoals online therapie en gaming.

“Wij doen met name onderzoek naar beweeggedrag en fysieke fitheid

bij mensen met een chronische aandoening”, vertelt Hurkmans. “Ook

zijn we bezig een online platform klinische fysiotherapie te realiseren.”

Binnen afzienbare tijd kun je patiënten intensiever monitoren. In de

nieuwbouw komen smart-tv’s. Doel is dat de fysiotherapeut 24/7 infor-

matie op een dashboard kan aflezen, waardoor ook de administratie

efficiënter ingericht kan worden. Hurkmans: “Het gaat om de integratie,

de koppeling van systemen zoals die met een Elektronisch Patiënten

Dossier (EPD) of een vital sign monitor. Zo kunnen we zien dat een

patiënt een videofilm met bewegingsoefeningen aanzet, en tegelijk

dat zijn of haar hartslag omhooggaat. Door data-input van patiënten

(big data) kun je vervolgens overgaan op prediction modelling. Dat

houdt in dat je typen patiënten vaststelt en per type een patroon voor-

spelt. Die voorspellingen staan ten dienste van patiënt, fysiotherapeut

en onderzoeker.” Benda: “We hebben ook al ideeën over hoe we pati-

enten poliklinisch gaan volgen met dit systeem. Je kunt hiermee ook

op afstand consulten houden of patiënten trainen. Hurkmans: “Dat is

de toekomst. Eerst willen we het hier intern realiseren. Ik hoop dat we

over anderhalf jaar aan de slag kunnen met online therapie en monito-

ring. Vandaaruit bouwen we verder.”

Lees meer over MoveFit op erasmusmc.nl/revalidatie/research/movefit.

Deelnemers aan dit interview, allen werkzaam

op de afdeling Fysiotherapie:Afdelingshoofd: dr. Eric Benda

Senior onderzoeker: dr. Henri Hurkmans

Vakgroep volwassenen: Annemiek Kneppers (coördinator), Arlette

Rusman (Daniel den Hoed)

Vakgroep kinderen: dr. Annelies Hartman (coördinator), Leontien

Duyster, Suzan Moors