FlowHow
-
Upload
flow-resulting -
Category
Documents
-
view
213 -
download
0
description
Transcript of FlowHow
FLOWHOWboektip:Influence
marketingmentaliteit:
De sleutel naar onbenut marketingpotentieel
december 2008
FLOWHOW
blijven ontvangen?
meld je aan op w
ww.flowresultin
g.nl
case:NS en de ‘experience economy’
trend:Dieversity
column 1boektipWe moeten hier echt niets mee doen!
Al weer enige tijd geleden was ik als deelnemer op een
marketingcongres. Ondanks mijn ervaring dat je daar
zelden nieuwe dingen hoort. De drang om bij te blijven
en de angst iets te missen waren blijkbaar sterker.
Tegen betaling van een forse entreefee werd de zaal
de huid vol gescholden door een zelfbenoemde online
media goeroe. Of wij marketeers wel wisten dat we
niets begrepen van Second Life, Twitter en nog wat
van die dingen. En vooral dat we acuut moesten gaan
experimenteren met alle nieuwe dingen, want anders
zouden we de boot missen. Enzovoort.
Als ik om me heen kijk, dan herken ik deze ‘ik moet
vooral iets doen’-reflex bij menige marketeer. Het
gevolg: marketingafdelingen die hun handen vol hebben
aan experimenten die ze zelf soms nauwelijks begrijpen.
Als je vraagt naar het businessmodel krijg je zo’n lange
uitleg dat je meteen weet dat het niet goed zit. Over
onderliggende klantinzichten hoef je al helemaal niet
te beginnen. En ik heb dit soort projecten nog zelden
succesvol zien worden.
Warren Buffet is een bekende belegger. Eén van de
belangrijkste lessen van Buffets beleggingsfilosofie is
voor mij dat hij alleen investeert in bedrijven die hij
begrijpt. Als Buffet het niet begrijpt, haakt hij af. Het
heeft hem geen windeieren gelegd. Begin 2008 haalde
hij Bill Gates in als rijkste man van de wereld.
Als je er zover mee kunt komen, is het misschien iets om
over na te denken. Ik heb me voorgenomen om mijn
tijd alleen nog te besteden aan marketinginitiatieven
waarvan ik het businessmodel begrijp en weet dat er
tenminste één scherp klantinzicht onder ligt.
Marc Westeneng
Hoe komt het dat sommige kelners
altijd meer fooi krijgen dan andere,
dat je wel eens instemt met een
proef-abonnement terwijl het thema
je eigenlijk niet interesseert of geld
doneert terwijl je eigenlijk besloten
had geen extra goede doelen meer te
steunen?
Of vanuit de andere kant bezien: Wat
maakt dat mensen ‘ja’ zeggen wanneer jij
dat wilt? Sommigen verstaan deze kunst
van nature, voor anderen biedt dit boek
van Cialdini uitkomst om deze kunst van
het verleiden te perfectioneren.
Op welke manier kan je je invloed
vergroten en het gedrag sturen naar
een positieve reactie? Cialdini leidt
de weg aan de hand van zes principes:
Wederkerigheid (mensen voelen de
natuurlijke ‘druk’ om iets terug te
geven, om ‘ja’ te zeggen wanneer zij
van een ander iets hebben ontvangen),
Consistentie (de meeste mensen hebben
het gevoel dat zij consistent moeten
zijn in hun woorden, overtuigingen,
houdingen en gedrag), Sociale
bewijskracht (mensen nemen vaak,
bewust of onbewust, beslissingen op
basis van wat anderen denken of doen.
Zeg maar kuddegedrag.), Sympathie
(mensen hebben een voorkeur om
‘ja’ te zeggen tegen individuen die zij
aardig vinden), Autoriteit (mensen zijn
geneigd om sneller mee te werken aan
een verzoek wanneer de vrager wordt
gepercipieerd als een ‘autoriteit’) en
Schaarste (mensen kennen meer waarde
toe aan iets dat minder goed verkrijgbaar
is (schaars of exclusief).
In ‘Influence’ illustreert Cialdini hoe deze
principes in praktijk kunnen worden
gebracht. Een voorbeeld van sociale
bewijskracht: een hotel wilde haar gasten
stimuleren om handdoeken opnieuw te
gebruiken. Als stimulans was een kaartje
bij de handdoeken gevoegd, waarin werd
uitgelegd dat hergebruik van handdoeken
het milieu spaart. Het hotel bemerkte
een lichte toename van hergebruik.
Toen door het team van Cialdini op het
kaartje werd toegevoegd dat “70% van
de hotelgasten de handdoeken langer
dan een dag gebruikt”, zag het hotel
een exponentiële stijging in hergebruik
van handdoeken. Hotelgasten gingen,
bewust of onbewust, handelen zoals
‘iedereen’ handelt. Resultaat: ruim twee
keer zoveel hotelgasten (55% t.o.v. 25%)
hergebruiken hun handdoek inmiddels!
Het boek is door de vele voorbeelden
erg sprekend en makkelijk leesbaar.
Daarnaast is het boek geloofwaardig,
omdat de voorbeelden wetenschappelijk
onderbouwd zijn.
Anders Jansen
Wat maakt dat mensen ‘ja’ zeggen wanneer jij dat wilt?
[ influence ]
2marketingmentaliteit
Frontoffice medewerkers weten hoe de dienstverlening beter kan, maar voelen zich vaak onvoldoende verantwoordelijk en worden te weinig gefaciliteerd om het beste voor de klant te leveren. Dit blijkt uit onderzoek van Flow resulting onder vijf verschillende dienstverlenende organisaties in vier sectoren (gemeente, bank, vervoersbedrijf en adviesbureau).
De sleutel naar onbenut marketingpotentieel
faciliteer, inspireer en benut de front-office!
Het gebeurt in de frontline
In de adviespraktijk van Flow resulting merkten we dat marketeers hard werken aan hun merk,
productinnovaties en marketingcampagnes maar meestal ver af stonden van de operatie.
En dat is jammer, want zeker in dienstverlenende sectoren wordt de klantervaring voor een
belangrijk deel bepaald door de interactie tussen de klant en de frontliners, de medewerkers
met direct klantcontact.1
Om te kunnen bepalen of hier kansen liggen voor betere dienstverlening, is onderzoek gedaan
naar het kunnen, kennen en willen van frontliners:
1. Willen frontliners inspelen op klantbehoeften?
2. Weten frontliners hoe ze klanttevredenheid kunnen beïnvloeden?
3. Kunnen frontliners inspelen op klantbehoeften?
Deze drie factoren vormen de drivers voor marketingmentaliteit®. Marketingmentaliteit is
een maatstaf voor organisatiebrede reactiviteit en proactiviteit op de huidige en toekomstige
behoeften van klanten.Marketingmentaliteit biedt concrete aanknopingspunten aan organisaties
om te werken aan de algehele marketinggerichtheid van de organisatie. Aanknopingspunten
vormen de scores op de drie dimensies. Een hoge of lage score op deze dimensies, geeft een
beeld over de sterke en zwakke punten van de organisatie. Door de dimensies per itemscore te
bekijken, verkrijgt men inzicht in waar een organisatie meer aandacht aan moet geven.
Frontliners weten wat klanten willen
De ondervraagde frontliners geven aan goed
te weten wat klanten wel en niet willen en hoe
het resultaat voor de klant positief kan worden
beïnvloed. Er is sprake van een hoge score op de
factor self-efficacy.
Het is mogelijk dat er een verschil is tussen de
wensen van klanten en de perceptie hiervan door
de organisatie en haar frontliners.3 Het vaststellen
van de mate waarin hiervan sprake is, viel buiten
de scope van het onderzoek.
3marketingmentaliteit
Werken aan betere dienstverlening niet vanzelfsprekend voor frontliners
In het onderzoek blijken frontliners een lagere score te behalen op de
dimensie taakopvatting (lager dan op self-efficacy). Bij taakopvatting
gaat het bijvoorbeeld om de volgende stellingen:
• Ik ben verantwoordelijk voor de kwaliteit van de dienstverlening.
• Ik vind het mijn verantwoordelijkheid om suggesties te doen
hoe we het werk van mijn afdeling kunnen verbeteren en zo een
hogere klanttevredenheid kunnen bereiken.
Uit het onderzoek blijkt dat een langere werkervaring niet altijd
leidt tot een bredere taakopvatting, zoals in het onderzoek van
Morrow (1997). Een langere werkervaring kan er ook toe leiden dat
medewerkers zich minder verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit
van dienstverlening. Wellicht is dit vooral het geval bij banen waarbij
men veel negatieve feedback van de klant kan verwachten, zoals
een buschauffeur. Niet voor niets hadden buschauffeurs duidelijk de
laagste score voor taakopvatting.
Voor verdere verklaringen is nader onderzoek nodig. Waarschijnlijk
hangt een lage score op taakopvatting ook sterk samen met de
wijze waarop medewerkers worden aangestuurd. Een belangrijke
taak is hier weggelegd voor de leidinggevenden om hun mensen te
inspireren excellente diensten te leveren.
Naar het oordeel van de respondenten is er nog heel wat ruimte
voor organisaties om hun medewerkers beter te faciliteren bij het
realiseren van tevreden klanten. Op ‘organisatiefacilitatie’ wordt
relatief laag gescoord (lager dan op self-efficacy). De laagst scorende
groep zijn de buschauffeurs, van hen is slechts 35% het eens met de
stelling dat ze voldoende worden geprikkeld vanuit de organisatie
om het beste voor de klant te leveren. Voorbeelden van stellingen
over ‘organisatiefacilitatie’ zijn:
• Als onze organisatie een marketingactie uitvoert, weet ik hoe ik
daarop in mijn werkzaamheden kan inspelen.
• Ik word voldoende geprikkeld vanuit de organisatie om het
beste voor de klant te leveren.
• Als ik ideeën heb hoe het beter kan, wordt daar binnen de
organisatie serieus mee omgegaan.
• Ik krijg voldoende ruimte om het resultaat voor de klant positief
te beïnvloeden.
De verwachting is dat de correlatie van organisatiefacilitatie met
self-efficacy en taakopvatting een causaal effect is. Hoe meer
een medewerker vanuit de organisatie in staat wordt gesteld om
klantgericht te kunnen handelen, hoe meer geloof de medewerker
zal hebben dat hij/zij het beste resultaat voor klant kan leveren en
hoe meer verantwoordelijkheidsgevoel de medewerker zal nemen.
Een verhoging van organisatiefacilitatie heeft op deze manier een
multiplier effect op de marketinggerichtheid van de organisatie.
Het is daarom belangrijk als organisatie een hoge score op
organisatiefacilitatie te hebben.
Organisatie-facilitatie: De medewerker wordt door de organisatie in
staat gesteld het beste resultaat voor de klant
te kunnen leveren.
Self-efficacy: De medewerker weet hoe hij/zij het resultaat
voor de klant het beste kan beïnvloeden en
gelooft dat hij/zij dit kan.
Taak-opvatting: De medewerker voelt zich verantwoordelijk
voor de huidige en toekomstige kwaliteit van
dienstverlening.
© Flow resulting
Beter faciliteren van frontliners biedt grote kansen
Back-office scoort beter
Een van de meest opvallende resultaten is dat de frontoffice
medewerkers lager scoren op marketingmentaliteit dan de backoffice
medewerkers. Deze lagere score wordt veroorzaakt door een lagere
score op zowel organisatiefacilitatie als taakopvatting. Er is geen
significant verschil in self-efficacy.
Een logische verklaring voor deze lagere score kan liggen in het directe
contact dat de frontliners met klanten hebben. Hierdoor worden zij
vaker en intensiever geconfronteerd met de imperfecties van de
organisatiefacilitatie. Dit uit zich in problemen die zij niet kunnen
oplossen voor de klant, omdat zij onvoldoende gefaciliteerd worden
of doordat zij niet de vrijheid hebben om zelf de problemen op te
lossen. Wanneer frontliners onvoldoende worden gefaciliteerd, zal
dit er toe leiden dat ze zich minder verantwoordelijk voelen het beste
voor de klant te leveren.
Medewerkerstevredenheid in nieuw daglicht?
De uitvinders van de Service Profit Chain (Heskett et al., 1994)
betogen dat kwalitatief hoogwaardige dienstverlening wordt
geleverd door tevreden, loyale, en productieve medewerkers.
Medewerkerstevredenheid is vervolgens primair afhankelijk van
interne ondersteuning en van de mate waarin medewerkers in
staat worden gesteld om waarde te leveren voor hun klanten.
Anders gezegd: organisatiefacilitatie is een belangrijke driver voor
medewerkerstevredenheid. Helaas zien we hiervan zelden iets terug
in de gangbare medewerkerstevredenheidsonderzoeken, die bijna
uitsluitend uit vragen bestaan die in het HR-domein vallen. Tijd om
een aantal vragen toe te voegen aan het onderzoek?
Benut frontliners voor effectievere marketing
Marketeers zouden frontliners beter kunnen benutten bij het
ontwikkelen van nieuwe proposities en marketingacties. Dit zal
de kwaliteit en de acceptatie van nieuwe proposities en acties ten
goede komen. Frontliners voelen zich meer betrokken, kennen
de marketingacties beter en zullen zich hierdoor ook sneller
verantwoordelijk voelen voor een goede uitvoering.
Roel Reukers en Marc Westeneng
4marketingmentaliteit
Praktische implicaties Wie hiermee aan de slag wil, kan het beste beginnen met een
analyse van de rol van de frontliner in het dienstverleningsproces.
Vier cruciale vragen:
1. Weten de frontliners echt wat klanten willen en hoe ze de
klanttevredenheid kunnen beïnvloeden?
2. Voelen de frontliners het verbeteren van de dienstverlening
als hun verantwoordelijkheid?
3. Worden de frontliners ze gefaciliteerd om de dienstverlening
te verbeteren?
4. Worden de frontliners benut in het ontwikkelen van
proposities en marketingacties?
Voor een goede analyse van marketingmentaliteit is het wenselijk
ten minste de marketingdiscipline, de HR-discipline en de
frontoffice te betrekken.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is uitgevoerd in 2007 bij vijf bedrijfs-
onderdelen in vier dienstverlenende sectoren (bank,
adviesbureau, openbaar vervoerbedrijf, gemeente) onder
211 medewerkers, allen in Nederland. 2
Van de vijf onderzochte bedrijfsonderdelen hadden er drie
direct klantcontact (‘frontline’). Twee keer was sprake van
een marketingafdeling.
1 Frontliners krijgen in de literatuur een zeer grote rol toegedicht in de kwaliteit
van dienstverlening (o.a. Bowen & Schneider, 1985, in Shostack, 1987).2 Het onderzoek is uitgevoerd door Edwin Voors met begeleiding door Roel
Reukers.
3 Zie bijvoorbeeld SERVQUAL, Zeithaml, Parasuraman en Berry (1988)
5trend: dieversity
Waar tot tien jaar terug een begrafenis nog gewoon een begrafenis was,
is het anno 2008 een ware happening aan het worden. Tegenwoordig
heb je zoal de keuze uit een sprookjesuitvaart, een glazenkist gedragen
door zeven dwergen tot en met de black leather funeral of eeuwig
slapen in een zacht-erotische omhelzing van zware kettingen.
Trends als gravanity (grafitty + vanity), youniverse, eco, online oxygen
en generation content komen langzaam tot leven in de uitvaartwereld.
Voor diegenen die zelfs na de laatste adem, nog milieubewust, green en
eco aan de slag willen, is er nu de doodskistmand www.groovygreen.
com. Waarbij het mooie is dat je een workshop kunt volgen waar je
zelf deze doodsmand kunt vlechten. Of men kan terecht op www.
groeneuitvaart.nl voor een laatste slaapplaats in de natuur. Zoals je
geleefd hebt, wil je herinnerd worden.. lijkt het credo.
In het Noordhollands Dagblad van 1 september 2008 stond zelfs een
rouwannonce waarin de overledene liet weten graag een laatste sms
te willen ontvangen “Zo heb ik nog wat te lezen onderweg`` zou de
overledene vlak voor zijn dood hebben gegrapt.
Het laatste life cycle event is ook een aantal e-marketeers niet
ontgaan.
Zo heeft Ohra samen met MediaMonks het www.
watvooruitvaartwiljij.nl gemaakt om uitvaart-verzekeringen op
een alternatieve manier onder de aandacht te brengen. Onder
het motto ‘Je gaat maar één keer dood’ kunnen bezoekers
hun eigen graf ontwerpen, celebrity-uitvaartvideo’s bekijken
en liedjes uit de uitvaart top 100 beluisteren. Sinds een jaar
of anderhalf kan men ook virtueel gecremeerd worden
in het zelf bijna dode Second Life1, geïntroduceerd door
www.uitvaart.com en kistenfabrikant Bogra.
What’s next? Beschuit met zwarte muisjes, de droevige doos
met producten voor de nabestaanden tijdens de rouwperiode,
Easy uitvaart met de gelijknamige slogan ‘come on let’s die’, de
mourning moon als variant op de honeymoon betaald uit de
uitvaartverzekering, zodat de nabestaande weer even op adem
kunnen komen? Wie zal het zeggen? Only time will tell*.
Rob Gruyters
*Enya: nummer 16 in de begrafenis top 50 van Radio West
1 http://slurl.com/secondlife/Tathlina/240/201/51/
What’s next? Beschuit met zwarte muisjes?
6best of blogs
De macht van een meningBekend met ‘Dell Hell’ en ‘Chello Underground’? Websites
opgericht door klagers over respectievelijk Dell en Chello (UPC).
De komst van het internet heeft duidelijk de ongrijpbaarheid
verhoogd van bedrijven op hun klanten. ‘De macht van een
mening’ heeft grote proporties aangenomen en menig bedrijf
ondervindt hiervan de nadelige gevolgen. Waar veel bedrijven
nog aangeslagen op de grond blijven liggen, heeft UPC gekozen
voor een kwetsbare opstelling (kunnen ze nog anders trouwens…)
en een dialoog met de klagers. Voor de invulling van deze dialoog
is gekozen voor het ‘UPC Web care team’. Eenvoudig in zijn doel,
vooruitstrevend in de uitwerking. En de resultaten zijn er: van 45
minuten wachttijd naar 30 seconden en zelfs positieve berichten
op “Geen Stijl”!
Vertrekpunt van het Web care team is dat klagende mensen in
ieder geval betrokken zijn (het is makkelijker niet te klagen). Als je
deze betrokkenheid serieus neemt en er adequaat mee omspringt,
zijn deze mensen in potentie je grootste ambassadeurs. Zo heeft
wetenschappelijk onderzoek al uitgewezen dat een adequaat
geholpen klager uiteindelijk meer tevreden is dan een gemiddelde
tevreden (niet-klagende) klant en dat deze ‘positieve’ ervaring
gemiddeld met meer mensen wordt gedeeld.
Mijn mening: Richt een klaagmuur in op je eigen site, stimuleer
dus mensen te klagen, en stel je kwetsbaar op. Zo worden deze
klagers misschien wel de beste ambassadeurs die zich vervolgens
vanzelf gaan verspreiden op het wereldwijde web…‘De macht
van een mening’ als marketingmiddel!
Lees ook het volgende interessante gerelateerde artikel:
Kracht van online klantcontact
www.frankwatching.com
De beste servicestrategie ligt op straatEn helaas blijft ie daar vaak ook liggen…80% van de bedrijven
blijkt namelijk geen servicestrategie te hebben geformuleerd.
Raar...maar bovenal zonde! Want ten tijde van globalisering en
internet kunnen bedrijven zich steeds minder onderscheiden op
prijs en kwaliteit en moeten het daarom steeds meer hebben
van hun opvallend goede service. Oftewel, ‘service’ is het
onderscheidende vermogen van nu en van de toekomst.
En de bron om je te onderscheiden in service vind je op straat,
bij de mensen. Door hen te vragen “wat doe ik goed?” en zeker
ook “wat doe ik niet goed en waarom koop je niet bij mij?”
kom je dichter bij de kern van jouw servicestrategie. Neem een
voorbeeld aan de beste serviceorganisatie van Nederland, Jumbo
Supermarkten. Hun ‘7 zekerheden’ zijn gebaseerd op de wensen
van hun klanten die aangeven ‘snel te willen winkelen’ (daarom
krijgt de 4de wachtende bij de kassa zijn boodschappen gratis),
of aangeven ‘goedkoop uit te willen zijn’ (Krijgt u het elders
goedkoper? Dan krijgt u het nu bij ons gratis), of ‘verse producten
te zoeken’ (Heeft het product een houdbaarheidsdatum tot
vandaag of morgen? Dan mag u het gratis meenemen) en die
aangeven ‘een breed assortiment te verwachten’ (Mist u een
artikel? Wij bestellen het gelijk voor u). Klanten voelen zich zo
verbonden met een onderneming en, zeker zo belangrijk, de
onderneming (en haar medewerkers) voelt zich verbonden met
haar klanten. Dus…de straat op!
Lees ook de volgende interessante gerelateerde artikelen:
Kracht van de verbinding
www.molblog.nl
Gewoon de beste zijn
www.dutchsalesblog.nl
Anders Jansen
7case
Sinds de bestseller ‘The Experience Economy‘ van Pine en Gilmore
(1999), houdt menig marketeer zich bezig met de vraag of hij wel genoeg
doet met ‘beleving’. Zo ook bij de Nederlandse Spoorwegen (NS). Om
duidelijkheid te krijgen in deze zoektocht, onderzocht Flow resulting
voor NS welke dimensies in dienstverlening de klant onderscheidt en
wat de rol van beleving hierin is. De uitkomst: beleving wordt door
klanten gewaardeerd, maar alleen als de basis op orde is. Opvallende
uitkomst is dat al te uitbundige investeringen in beleving op korte
termijn wel eens een averechts effect zouden kunnen hebben.
Op het station. Wachtrij voor de kaartjesautomaat. Heerlijke kop
cappuccino. Trein heeft vertraging, hoeveel is onbekend. Vlug een
cadeautje kopen. Comfortabel zitten in een mooie trein. Lekker lezen.
Walkman buurman staat te hard. Aardige conducteur. Ondanks vertraging
bij vertrek toch op tijd aankomen.
Eén treinreis, zoveel ervaringen. Positief en negatief. Hoe beïnvloeden
deze verschillende deelervaringen de totale klantervaring? Welke
dimensies in dienstverlening onderscheidt de consument? Op welke
dimensies moet de onderneming excelleren? Welke rol speelt de
dimensie beleving hierin?
NS wil in het kader van de aanscherping van de commerciële strategie
antwoord op deze vragen. Flow resulting heeft voor antwoorden gezorgd
door middel van kwalitatief en kwantitatief onderzoek.
Vijf dimensies in dienstverlening
Om te kunnen achterhalen hoe belangrijk klanten verschillende
dimensies van dienstverlening ervaren, is het allereerst noodzakelijk
inzicht te krijgen in wat klanten exact onder deze dimensies verstaan.
Als structuur voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van het Customer
Relevancy Model (zie kader). Dit model onderscheidt vijf algemene
dimensies van dienstverlening en combineert onderscheidend vermogen
met klantrelevantie. Met andere woorden: een onderscheidend aanbod
is pas van waarde als het in de ogen van de klant ook relevant is.
Flow resulting heeft per dimensie onderzocht wat klanten in de markt
van openbaar treinvervoer hieronder verstaan.
Het Customer Relevancy Model wordt gebruikt om de
strategie van bedrijven te bepalen of te heroverwegen.
De waardepropositie van een bedrijf bestaat volgens deze
methodiek uit vijf verschillende dimensies. Op basis van
grootschalig onderzoek onder bedrijven toont auteur Fred
Crawford aan dat succesvolle bedrijven vaak domineren op
één van deze vijf dimensies. Op een tweede dimensie wordt
gedifferentieerd en op de andere drie dimensies scoren
succesvolle bedrijven op gemiddeld brancheniveau.
De vijf dimensies zoals gedefinieerd voor NS:
Product
Het aanbod rondom ‘de verplaatsing van station A naar station
B‘ dat de klant noodzakelijk acht om met de trein te reizen.
Toegankelijkheid
Hoe gemakkelijk (fysiek en mentaal) is het voor de klant om
gebruik te maken van de dienstverlening van NS.
Service
De gratis (persoonlijke) hulp en ondersteuning die geboden
wordt voor, tijdens en na het reizen met de trein.
Beleving
Alles wat NS kan doen om de tijd op het station en in de trein
voor de klant te veraangenamen.
Prijs
De financiële uitgaven die een klant doet ten behoeve van en
tijdens de treinreis, eventueel in combinatie met keten- en
andere diensten op het station.
NS en de ‘experience economy’Beleving? Graag! Maar wel de basis op orde. Het Customer Relevancy model
Fred Crawford, The Myth of Excellence: Why Great Companies Never Try to Be the Best at
Everything (New York, Crown Business Publishers, 2001)
Het Customer Relevancy modelFred Crawford, The Myth of Excellence: Why Great Companies Never Try to Be the Best at
Everything (New York, Crown Business Publishers, 2001)
8caseFocus op dimensie beleving
Het onderzoek heeft alle vijf dimensies van het Customer Relevancy Model in kaart gebracht. In dit artikel wordt uitsluitend
ingegaan op de dimensie beleving. Al langer is bekend dat de beleving van reistijd in het openbaar vervoer in veel gevallen
afwijkt van de werkelijke reistijd. Reizigers beleven met name het voor- en natransport en de wachttijd op het station als
aanzienlijk langer dan de werkelijke tijd. De concurrentiepositie van de trein kan aanzienlijk worden versterkt door de
beleving van tijd gunstiger te maken. In het onderzoek is met name onderzocht welke factoren de tijd op het station en in
de trein voor de klant veraangenamen. Voor- en natransport bleven buiten beschouwing, omdat dit voor een belangrijk
deel buiten de invloedssfeer van NS ligt.
Belevingstrap
Het onderzoek wijst uit dat klanten verschillende belevingsbehoeften onderscheiden. Deze belevingsbehoeften kennen
een hiërarchie. Zo geldt dat klanten zich eerst veilig moeten voelen, dan hechten aan zekerheid, vervolgens reiscomfort
waarderen en tenslotte aanvullende voorzieningen verwachten. Er is als het ware sprake van een Belevingstrap (zie
onderstaand figuur).
Voorwaarde voor een positieve beleving
is een gevoel van veiligheid in de trein,
op het perron, in de stationshal en bij de
in- en uitgang van het station.
Reizigers willen zich zeker voelen. Zekerheid wordt
bepaald door geïnformeerd zijn. Zekere reizigers
weten hoe laat hun trein gaat, weten dat ze op het
goede perron staan en durven er op te vertrouwen
bij wijzigingen op tijd geïnformeerd te worden.
Comfort heeft hier te maken met beoordeling van
verblijfsruimten (stationshal, perron, wachtruimte,
treincoupé etc.) en wordt onder andere bepaald
door temperatuur, beschutting, reinheid, licht,
materiaalgebruik, geur en geluid.
Reizigers hebben behoefte aan aanvullende voorzieningen en faciliteiten die
de tijd op het station of in de trein veraangenamen. Voorbeelden hiervan zijn
horecavoorzieningen, werkplekken, tijdschriften in treinen en wachtruimtes
en een Beijing-ruimte in de stationshal waar reizigers samen naar live-
uitzendingen van de Olympische Spelen kunnen kijken.
De trein wordt doorgaans gebruikt door reizigers
die zelf hun weg weten te vinden in het systeem
(zelfredzaamheid). In geval van een verstoorde
reissituatie (bijv. grote vertragingen) ontstaat
echter een nieuwe belevingsbehoefte. Ook de
ervaren en zelfredzame reiziger heeft in die
situatie ineens behoefte aan aandacht van de
vervoerder: “er wordt om mij bekommerd en ik
wordt niet aan mijn lot overgelaten”.
9case
Verantwoordelijk bij NS: Mark van Hagen, Josien Salomé en Bert Vaessens
Onderzoeksopzet: 40 diepte-interviews, 8 focusgroups en internetonderzoek onder 4.500 respondenten
(internetonderzoek uitgevoerd door Research International onder begeleiding van Flow resulting)
Beleving graag. Maar eerst basis op orde.
Reizigers herkennen en onderkennen het belang van de dimensie beleving. Ondanks het aangetoonde belang zegt de klant kritisch te zijn ten
aanzien van investeringen van NS op dit gebied. Vooral ten aanzien van de twee hoogste treden van de ‘Belevingstrap’ (‘ik voel me comfortabel’
en ‘ik word voorzien’) geldt deze scepsis. Investeringen die niet direct te maken hebben met de primaire functie ‘het rijden van treinen’, kunnen
in de ogen van de klant ten koste gaan van deze primaire functie en dit is ongewenst. Negatieve kwaliteitservaringen met NS uit het recente
verleden lijken aan deze scepsis ten grondslag te liggen. Dit inzicht kwam met name aan het licht in het kwalitatieve onderzoek. Kort samengevat:
Meer beleving? Graag! Maar houdt eerst de basis op orde.
Josien Salomé
NS Marketing
“Er is van onze kant met zeer veel plezier
samengewerkt met Flow resulting. Het onderzoek
toonde aan dat onze klanten op alle vlakken goede
dienstverlening verwachten, maar dat het niet ten
koste mag gaan van de basis. De aanpak van Flow
resulting haalde nadrukkelijk de verschillende
aandachtspunten van onze klantgroepen naar voren.
Zodat wij in onze marketingaanpak dáár het verschil
kunnen maken.”
Mark van Hagen
Marketingonderzoek & Advies
“Samenwerking met Flow resulting is een verademing. Zowel op inhoud als op
proces toont Flow resulting een grote betrokkenheid, flexibiliteit, creativiteit en
daadkracht. De sterke rol die Flow resulting tijdens het onderzoek speelde als
moderator bij de interviews en groepsgesprekken heeft veel informatie blootgelegd
op het weerbarstige terrein van tijd en beleving. Door elke respondent volledig in zijn
waarde te laten, maar tegelijkertijd maximaal te prikkelen om goed te verwoorden
wat hem of haar écht raakt, is niet alleen NS meer te weten gekomen over deze
onbewuste processen, maar hebben de respondenten zelf ook meer inzicht gekregen
in wat hen écht bezig houdt.”
Opdrachtgever aan het woord
Ed Ram en Bas van Vlierden
Huur en verhuur zelf!
Het succes van sites als Marktplaats en Ebay
hoeven we niet meer aan te halen. “Zilok” heeft het
vertrekpunt van deze concepten gebruikt, maar een
zijstap gemaakt naar huur en verhuur. Geweldig!
Je hebt van alles in huis dat je maar incidenteel
gebruikt, maar waarvan je geen afstand wilt doen
(boormachine, smoking, oldti mer, …). Op Zilok kan
iedereen deze producten aanbieden, onder het
mott o: verhuren aan de buren! Andersom geldt
natuurlijk hetzelfde. Je twijfelt om iets te kopen,
wanneer je weet dat je het maar weinig gaat
gebruiken. Zilok brengt deze mensen bij elkaar zoals
Marktplaats dat doet bij kopers en verkopers.
Bekijk de site: www.zilok.nl
De schoenendoos als USP!
Back to basics moet Insinger de Beaufort gedacht hebben. De schoenendoos als
verzamelbak voor je gehele administrati e. Insinger de Beaufort merkte dat hun
voornamelijk vermogende klanten kampten met ti jdgebrek en geduld om hun
persoonlijke administrati e te doen. Vandaar dat zij alle klanten een schoenendoos
toestuurden en hen de ‘shoe box’-service aanboden: Stop al uw bankafschrift en,
aanslagen, rekeningen en andere documenten in de schoenendoos, wij halen het aan
het eind van de maand op, inventariseren alles en binnen drie werkdagen ontvangt
u een compleet en gestructureerd fi nancieel overzicht. En natuurlijk helpen we u
vervolgens ook een fi nancieel plan op te stellen.
Krachti g aan dit concept is de simpelheid: Simpel in wat het is, simpel in waar het
voor staat én simpel in gebruik. Wij (Flow) hanteren ook vaak het principe van
de drie budgett en van de mens: Tijd, geld en moeite. Aangezien de vermogende
klanten aan geld geen gebrek hebben, maar juist schaarste ervaren op het gebied
van ti jd en moeite, is de ‘shoe box’-service een mooie vertaling van klanti nzichten
van Insinger de Beaufort!
Bekijk de sites: www.insinger.com en www.springwise.com
10blijf je verwonderen
iPod als personal trainer
Hardlopen is hot en een iPod is niet meer weg te denken uit het dagelijkse beeld om
ons heen. “1 + 1 = 3” moeten Nike en Apple (hoezo 1+1=3!!!) dan ook vast gedacht
hebben toen zij het “Rock ‘n Run”-concept ontwikkelden. Met de juiste Nike-schoen
én een echte iPod ben je een lopend wonder. Via een sensor staan de schoenen in
verbinding met de iPod en daarmee is een persoonlijk lab geboren.
Geef bij de start aan hoeveel calorieën je wilt verbranden, welke afstand je wilt
lopen of hoe lang je bezig wilt zijn. Stel daarnaast je mooiste speellijst in als
achtergrondmuziek of maak anders gebruik van de door Nike samengestelde Sport
Music. Vergeet ook zeker niet je powersong klaar te zett en, die je moet moti veren
op de zwaardere momenten.
Tijdens het lopen informeert je iPod je over het aantal verbrande calorieën, de
gelopen afstand, je tempo en de verstreken ti jd. Bovendien hoor je wanneer je
halverwege bent en wanneer je er bijna bent. Dat alles met de passende muziek
op de achtergrond. Thuis aangekomen én bijgekomen kan je de trainingsessie
vervolgens gemakkelijk archiveren door je iPod aan te sluiten op je pc en alle
trainingsgegevens te synchroniseren op jouw personal webpage binnen nikeplus.
com. Trainingsschema’s en ti ps & trucs van collega-hardlopers vind je ook binnen die
community. Een kind kan de was doen!
Tja, het lijkt zo simpel…twee A-merken zoeken elkaar op en de synergie is daar. De
prakti jk blijkt echter vaak weerbarsti ger, daarom is dit een mooi voorbeeld van het
bundelen van krachten op basis van gedeelde klanti nzichten. Let’s “Rock ‘n Run”,
baby!
Bekijk de sites: www.nikeplus.com
Marqt, met de “q” van quality
Geen supermarkt, maar een marktplaats voor lekker,
gezond en bewust eten. Marqt is een versmarkt,
waar kleinschalige producenten van versproducten
hun waar direct aan de consument aanbieden.
Hierdoor wordt het tussenkanaal van de handel en
de supermarkten overgeslagen. Het gevoel van La
Boqueria in Barcelona nu ook in Amsterdam!
Een nieuwe formule voor Nederland die aansluit
op de groeiende behoeft e van de consument naar
‘eerlijk’, ‘lekker’ en ‘bewust’ eten in combinati e met
‘gemak’ en ‘funshopping’. Vooralsnog alleen nog
in Amsterdam te vinden (Gedempte Oude Gracht
& Overtoom), hopelijk volgt de rest van Nederland
snel!
Bekijk de site: www.marqt.com
11
Flowhow is een kwartaaluitgave van Flow resulting, marketing adviesbureau gevestigd in Utrecht.
Om te abonneren op Flowhow, kunt u zich aanmelden via www.flowresulting.nl/flowhow.
Overname van artikelen is toegestaan onder bronvermelding.
Verspreiding aan marketing,- sales en communicatieprofessionals
Vormgeving: Rob Gruyters
Informatie: Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben dan kunt u mailen naar [email protected] of bellen met 030-2961111 colo
fon
marketing 2008 in beeld