FilmsLes 2 van 2 | Groep 3/4 | Echt nep!

GROEP 5/6 | WAT IS RECLAME?GROEP 3/4 | FILMS | LES 2

Lesdoel

→ Leerlingen leren iets over het verschil tussen echt en truc in een film.

Voor groep 3 nog wat moeilijk, dus liever groep 4

Voorbereiding

Benodigdheden → Beamer Voorbereiding voor de leraarBedenk voor jezelf een voorbeeld, wanneer truca-ge in een film of afbeelding wel is toegestaan en wanneer het de grens van het toelaatbare over-schrijdt.

30minutenBijlage 1

PELGRIM

MATIGHEID

WEERBAARHEID

Metaforen Waarden

Les 2 van 2 | Groep 3/4 | Echt nep!

Les 2

Fasen

Introductie (starten + motiveren + ophalen voorkennis)

WERKVORM VoorlezenMATERIAAL Bijlage 1TIJD 5 minuten

Je leest het verhaaltje over ‘Echt nep’ voor.Controleer of de leerlingen het woord ‘nep’ kennen.Wanneer zeg je ‘Echt nep’?

Halverwege het verhaal staat een vraag. Spreek daar met elkaar kort over. Het verhaaltje klopt natuurlijk niet. Dat merken we zo! We noemen dit fantasie en iedereen snapt dat meteen.

2 Input (nieuwe kennis, vaardigheden aanbieden en input verwerken aan de hand van richtvragen, werkvor-men, etc)

WERKVORM Gesprek naar aanleiding van fragment MATERIAAL Videoclip Pippi Langkous

TIJD 5 minuten

Laat nu het filmpje in de powerpoint zien over Pippi Langkous.

https://www.youtube.com/watch?v=SFaUTEODxL4

Stel de volgende vragen:→ Wat zag je allemaal?

(Inventariseer de antwoorden en vat samen.)→ Dit kan niet, en toch zie je het. Hoe kan dat?

Werk naar de conclusie toe, dat je op een film iets kunt laten zien dat niet echt bestaat.

3 Toepassen (koppelen van introductiefase met kennis en vaar-digheden uit input)

WERKVORM Gesprek naar aanleiding van tekst en fragmenten

MATERIAAL Filmpje met sapkanTIJD 10 minuten

Het volgende filmpje toont iemand die maar door blijft schenken uit een sapkan. Laat de leerlingen het eerste deel

Les 2

zien. Laat de leerlingen vertellen wat ze gezien hebben. Bespreek met de leerlingen hoe zoiets nu kan? Inventariseer de antwoorden en vat samen.(Dus jullie denken ... Ik zal jullie nu laten zien wat er echt is gebeurd.) Vervolgens laat u het tweede deel van het filmpje zien. Daarin zien we, hoe de trucopname is gemaakt. NB De taal is Deens. Licht dus zelf toe wat er gebeurt.

3 Transfer (hoe kan dit toegepast worden in bredere setting?)

Verwerk als volgt: Blijkbaar kan de maker van een filmpje soms doen alsof! Voorbeeld filmpje van Pippi: zo’n fiets is écht nep en gemaakt in het filmpje. Wie weet nog meer voorbeelden?

5 Nabespreking (evalueren met de klas)

WERKVORM Gesprek MATERIAAL Niet van toepassing

TIJD 10 minuten

Bespreek met de leerlingen:We hebben eerst een verhaaltje gehoord over Pippi Langkous. Jullie wisten direct dat dit fantasie is. Het is niet echt. Toen zagen we een filmpje van Pippi Langkous. We snapten dat dat ook niet echt was. Het was nagemaakt. Maar toen zagen we het filmpje van de limonadekan. En toen was het niet zo makkelijk meer om te zien of dit nu echt was of niet.

Wat moet je dus bedenken als je een filmpje ziet? Snap je nu de titel van het verhaaltje?

Ten slotte: laat de leerlingen in tweetallen bedenken hoe je een ‘nep-filmpje’, of een ‘nep-foto’ zou kunnen maken. Deel de ideeën met elkaar. Misschien kan één van de ideeën ook echt worden uitgevoerd.