Fenomenologie en de natuur van de geest

4
Een korte reflectie Naar aanleiding van ‘De vele gezichten van de fenomenologie.’ (Ciano Aydin - red. / Uitg. Klement/Pelckmans 2007

description

Korte reflectie over object en subject, gewaarzijn, het zijn op zich, en de paradox van bewustzijn.

Transcript of Fenomenologie en de natuur van de geest

Page 1: Fenomenologie en de natuur van de geest

Een korte reflectie

Naar aanleiding van ‘De vele gezichten van de fenomenologie.’

(Ciano Aydin - red. / Uitg. Klement/Pelckmans 2007

Page 2: Fenomenologie en de natuur van de geest

Ram

od

eB

oe

r2

01

5in

fo@

min

dco

nsu

lt.n

l

2

De fenomenologie1 soms verrassende overeenkomsten met de Boeddhistische filosofieenerzijds en de Gestaltfilosofie anderzijds. Deze overeenkomsten hebben betrekking op de be-nadering van de dualiteit van figuur en grond, van object en subject. De benaderingen lijken el-kaar te raken in zoektocht naar het verwoorden en de realisatie van de essentie van Zijn.

De basisgedachte van de fenomenologosche filosofische benadering is ‘dat we fenomenen moe-ten beschrijven zoals ze in onze concrete ervaring voor het bewustzijn gegeven zijn, zo veel mo-gelijk vrij van conceptuele veronderstellingen.’ (8)2

Fenomenologie komt van het Griekse phainomai, en betekent verschijnen. Edmund Husserl, degrondlegger van de filosofische fenomenologie, zoekt het ‘fundament voor een gefundeerde filo-sofie in de fenomenen, in de werkelijkheid zoals deze verschijnt, zich voordoet aan het bewust-zijn.’ (23) Dat het Husserl ernst is blijkt wel uit het feit dat ‘filosofie voor hem geen ideologie,geen geloof en geen wereldbeschouwing is maar een wetenschap die wil komen tot algemeengeldende uitspraken over de werkelijkheid, die gelden voor alle mensen, overal en te allentijde.’(19)

Dit streven vinden we ook terug in het Boeddhisme en de Gestaltbenadering. Terwijl deze res-pectievelijk bekend staan als religie en psychotherapie, vertrekken beiden vanuit dezelfde vraag– wat is de werkelijkheid, wat is werkelijk, wat is zijn en hoe stellen we dat vast? Wat de drieverenigd is hun gebruik van de methode van gewaarzijn – zij stellen waarneming centraal in hunonderzoek naar de werkelijkheid.

Een belangrijk uitgangspunt van Husserl is dat bewustzijn altijd intentioneel is, in de zin dat hetzich altijd van iets bewust is, altijd inhoud heeft. Dit punt wordt door M. Heidegger verder geno-men in zijn observatie dat we ‘doorgaans gericht zijn op de zijnden en (daardoor) blijft het zijnvan de zijnden onzichtbaar’(38).

Hij vraagt zich af wat betekent ‘zijn’ eigenlijk? In zijn benadering combineert hij de les van Hus-serl – bewustzijn is altijd bewustzijn van iets – met onderzoek naar het zijnde dat besef heeft vanzijn. Het is een poging om vanuit wat we ons gewaar zijn3 (object) terug te keren naar gewaar-zijn zelf (subject).

1 ‘Fenomenologische methode (Wikipedia)De fenomenologie kent een geheel eigen methode. Zoals al in het werk van Husserl blijkt, moet de feno-menologie in contrast met het empirisme en rationalisme begrepen worden. In tegenstelling tot deze bei-de benaderingswijzen, die de dingen die men kan waarnemen al met een geheel theoretisch kader bena-deren, wil de fenomenologie "de dingen voor zichzelf laten spreken" en richt ze zich dus op het "wezen"van de waarneming. In die zin moet Husserls credo Zurück zu den Sachen selbst (terug naar de zaken zelf)begrepen worden. Fenomenologen bestuderen dan ook hoe de bepaalde zaken aan ons verschijnen, zoalsze aan ons verschijnen, vanuit de eerste persoon. De intentionaliteit staat centraal: de verbondenheidtussen het bewustzijn en hetgeen waarvan we bewust zijn (de wereld). Dit combineert de fenomenoloogmet het tussen haakjes zetten van alle filosofische doctrines van het verleden: men moet het object onbe-vooroordeeld en zuiver benaderen.’2 De (..) getallen refereren aan de betreffende pag. van het citaat in het boek De vele gezichten ..3 Ik heb hier het door Husserl et. al gebruikte bewustzijn vervangen door gewaarzijn. Zover ik mij herinnerkomt het woord gewaarzijn in dit boek interessant genoeg niet voor.

Page 3: Fenomenologie en de natuur van de geest

Ram

od

eB

oe

r2

01

5in

fo@

min

dco

nsu

lt.n

l

3

Dit heeft een sterke overeenkomst met het doel van de non-dualistische spirituele stromingen –zoals het Tibetaans- en Zen Boeddhisme, Advaita Vedanta – die streven naar de overstijging vanhet dualisme van object –subject. Heidegger ziet de toegang tot het Zijn in het zijnde dat besefheeft van het zijn, de mens.

Hiervoor introduceert hij de term ‘Dasein’; de mens in zoverre als hij het zijn verstaat. Het gaathier dus om het zijn zélf waarvan de mens een onlosmakelijk deel uitmaakt, zozeer zelfs dat devertrouwdheid met dit zijnsverstaan maakt dat hij zich er nauwelijks bewust van is. Dit puntzien we ook terug in het Boeddhisme waar vaak gerefereerd wordt aan de natuur van de geestdie zo voor de hand ligt dat we haar niet herkennen!

Deze observatie vinden we ook terug in de Tibetaans-Boeddhistische term Rigpa, het pure, in-trinsieke, oorspronkelijke Gewaarzijn. Het altijd al aanwezige gewaarzijn waarin de fenomenalewereld zich manifesteert, maar dat niet ís.

Onze relatie met de relatieve wereld4 wordt volgens Heidegger gekarakteriseerd doordat wewaarnemen wat we (kunnen) verstaan. Hier geeft hij de fenomenologie een belangrijke wen-ding; ‘de fenomenologie is volgens hem helemaal niet gericht op de waarneming maar op hetzichtbaar maken van betekenissen.’(40)

Deze connotatie vinden we terug in de betekenis van het woord Gestalt, namelijk een totaalbeeld, een betekenisvolle figuur. Voor Heidegger is het uiteindelijke of oorspronkelijke fenomeenhet Zijn zélf: het zijn vertoont zich niet direct, maar is het hoogste zijn van waaruit alle (waarge-nomen) zijnden voortkomen.

Jean-Paul Sarte sluit hierbij aan met zijn conclusie dat het Ik een object is en geen subject – waarhet object begint, houd het subject op. Sarte komt tot deze conclusie mede door het aantonenvan een inconsequentie in het denken van Husserl, waarin deze eerst toont dat er geen vast sub-ject nodig is om het bewustzijn te begrijpen – het Ik (ego) is zelf niet gegeven – en het vervolgenszelf niet consequent toepast door het opvoeren van een ‘transcendentale subjectiviteit.’

Sarte meent dat aangezien het bewustzijn altijd bewustzijn-van iets is, het bewustzijn per defini-tie aan zichzelf ontsnapt. Ofwel bewustzijn zou zich niet bewust kunnen zijn van zichzelf.Deze paradox is in mijn inziens de centrale paradox in de filosofische fenomenologie en de non-dualistische spiritualiteit.

Een paradox overigens waar Sarte zich niet uit heeft weten te redden – zijn verder ontwikkeldefenomenologie van het Niets, van de negatie – is een horizontale fenomenologie zonder enigoverstijgende mogelijkheid, een ‘fenomenologie die zichzelf uitwist’ (70). Sarte verlaat dan ookde fenomenologie.

4 In de non-dualistische stromingen wordt onderscheid gemaakt tussen de absolute- en relatieve werke-lijkheid. De absolute is hoe deze is, en de relatieve hoe deze zich aan ons voordoet, hoe wij die verstaan.

Page 4: Fenomenologie en de natuur van de geest

Ram

od

eB

oe

r2

01

5in

fo@

min

dco

nsu

lt.n

l

4

De theoretische en vooral praktische moeilijkheid zit ‘m in het bewustzijn zélf dat waarneming isen dus zichzelf niet kan waarnemen. Bewustzijn is zonder object-subject, zonder fenomeen enwaarnemer. Bewustzijn is.

Vraag voor ons blijft wat bewustzijn is. Als we dat weten, dan weten we wie we zijn. Experienti-eel kennen doen we het wel, het is immers wat wij ten diepste ten allen tijde zijn.Bewust zijn.

Het hele boek in pdf kun je hier vinden http://bit.ly/develegezichtenvandefenomenologie