FEITEN ROND HET TESTAMENT SNOUCK VAN LOOSEN

3
5/27/2018 FEITENRONDHETTESTAMENTSNOUCKVANLOOSEN-slidepdf.com http://slidepdf.com/reader/full/feiten-rond-het-testament-snouck-van-loosen 1/3 Geachte heer Van Kolfschooten, De volgende feiten, dus geen veronderstellingen: Op 30 oktober 1885 overlijdt Margaretha Maria Snouck van Loosen, de laatste dochter van de rijke Cornelia P. van Loosen en Samuel Snoeck (zich later noemde Snouck van Loosen). Op 9 november dav. wordt haar zelfgeschreven ( nooit bewezen) testament geopend in Hoorn. Haar boedel wordt behandeld door o.a. de heren Lakenman en Wendelaar, haar twee aandelenmakelaars die volgens het testament zijn aangesteld als Beheerder van een te stichten weldadige miljoenenfonds (later genoemd het Snouck van Loosen Fonds). Op een veiling in november/december 1885 wordt een portret van de zuster van de erflaatster die was getrouwd met Jhr. Opperdoes Alewijn (beiden dan overleden) aangeboden. De  boedel-beredderaars Lakenman en Wendelaar kopen dit familieportret tegen een dan  belachelijk hoge prijs. De familie Alewijn weigerde eerst het portret aan de beide heren te verkopen totdat de prijs hoog genoeg was. Daarna kwam het verhaal in de wereld dat alle familieportretten in het huis verbrand moesten worden volgens testamentaire bepalingen. Verschillende kranten brachten het nieuws van de aankoop met de mededeling van de verbranding zoals: 21 december 1885 | Haarlem's Dagblad | pagina 2  —  Dezer dagen had de veilingplaats van het kabinet der familie Alewijn. Voor een portret, geschilderd door J. A. Kruseman, werd f4010 betaald. Het was het portret van Cath., E. W. Snouck  van Loosen. De ... ingevolge testamentaire bepaling der onlangs gestorven zuster van de afgebeelde, waarbij is voorgeschreven, dat alle portretten der familie Snouck  van Loosen door het vuur vernietigd moeten worden.» Het testament was niet openbaar en alleen in handen van de aan te stellen Beheerders. Toch spreken alle berichten van de verbranding van de familieportretten. Daarna zijn er verschillende aparte veilingen van b.v. gouden en zilveren voorwerpen alsmede een prachtige verzameling gedenkpenningen. Tenslotte is er een grote finale veiling in Enkhuizen van Oude Schilderijen en Antieke Meubelen op 29 april 1886. Zes maanden na het overlijden van de erflaatster was het huis volkomen leeg op de familieportretten na. In het testament (beschikbaar) wordt op geen enkele wijs gesproken van de verbranding van de familieportretten dan aanwezig en ook de verkoop van de gehele boedel komt niet ter sprake. Wat verkocht moest worden is duidelijk beschreven, maar het betrof nooit de gehele  boedel. Integendeel, het huis aan de Dijk moest worden ingericht tot bewoning van uitvoerig omschreven bewoners. De familieportretten werden zo lang op zolder bewaard en kwamen niet meer ter sprake. De heer J. de Vries van Doesburgh, de man die samen met de heer Buyskes, heel Enkhuizen had afgestroopt op oude familiedocumenten en familieportetten probeert van toen af om de Beheerders een handje te helpen met het laten verdwijnen van een groot aantal Van Loosen- familieportretten. Deze Van Doesburgh beschikt dan al over een afschrift van het testament, de boedelbeschrijving (waarop hij 16 familieschilderijen aantekend) en weet dus dat de verbranding van de familieportretten niet waar kan zijn. Pas in 1898 krijgt hij de gelegenheid

description

Dit document is onderdeel van de publicatie Snouck van Loosen en Slavenhandel (http://www.genealogieonline.nl/snouck-van-loosen/) van J. van Loosen.

Transcript of FEITEN ROND HET TESTAMENT SNOUCK VAN LOOSEN

  • Geachte heer Van Kolfschooten,

    De volgende feiten, dus geen veronderstellingen:

    Op 30 oktober 1885 overlijdt Margaretha Maria Snouck van Loosen, de laatste dochter

    van de rijke Cornelia P. van Loosen en Samuel Snoeck (zich later noemde Snouck van

    Loosen). Op 9 november dav. wordt haar zelfgeschreven ( nooit bewezen) testament geopend

    in Hoorn.

    Haar boedel wordt behandeld door o.a. de heren Lakenman en Wendelaar, haar twee

    aandelenmakelaars die volgens het testament zijn aangesteld als Beheerder van een te

    stichten weldadige miljoenenfonds (later genoemd het Snouck van Loosen Fonds).

    Op een veiling in november/december 1885 wordt een portret van de zuster van de erflaatster

    die was getrouwd met Jhr. Opperdoes Alewijn (beiden dan overleden) aangeboden. De

    boedel-beredderaars Lakenman en Wendelaar kopen dit familieportret tegen een dan

    belachelijk hoge prijs. De familie Alewijn weigerde eerst het portret aan de beide heren te

    verkopen totdat de prijs hoog genoeg was.

    Daarna kwam het verhaal in de wereld dat alle familieportretten in het huis verbrand moesten

    worden volgens testamentaire bepalingen. Verschillende kranten brachten het nieuws van de

    aankoop met de mededeling van de verbranding zoals:

    21 december 1885 | Haarlem's Dagblad | pagina 2 Dezer dagen had de veilingplaats van het kabinet der familie Alewijn. Voor een portret, geschilderd door J. A. Kruseman, werd

    f4010 betaald. Het was het portret van Cath., E. W. Snouck van Loosen. De ... ingevolge

    testamentaire bepaling der onlangs gestorven zuster van de afgebeelde, waarbij is

    voorgeschreven, dat alle portretten der familie Snouck van Loosen door het vuur vernietigd

    moeten worden.

    Het testament was niet openbaar en alleen in handen van de aan te stellen Beheerders.

    Toch spreken alle berichten van de verbranding van de familieportretten.

    Daarna zijn er verschillende aparte veilingen van b.v. gouden en zilveren voorwerpen

    alsmede een prachtige verzameling gedenkpenningen. Tenslotte is er een grote finale veiling

    in Enkhuizen van Oude Schilderijen en Antieke Meubelen op 29 april 1886. Zes maanden na

    het overlijden van de erflaatster was het huis volkomen leeg op de familieportretten na.

    In het testament (beschikbaar) wordt op geen enkele wijs gesproken van de verbranding van

    de familieportretten dan aanwezig en ook de verkoop van de gehele boedel komt niet ter

    sprake. Wat verkocht moest worden is duidelijk beschreven, maar het betrof nooit de gehele

    boedel. Integendeel, het huis aan de Dijk moest worden ingericht tot bewoning van uitvoerig

    omschreven bewoners.

    De familieportretten werden zo lang op zolder bewaard en kwamen niet meer ter sprake.

    De heer J. de Vries van Doesburgh, de man die samen met de heer Buyskes, heel Enkhuizen

    had afgestroopt op oude familiedocumenten en familieportetten probeert van toen af om de

    Beheerders een handje te helpen met het laten verdwijnen van een groot aantal Van Loosen-

    familieportretten. Deze Van Doesburgh beschikt dan al over een afschrift van het testament,

    de boedelbeschrijving (waarop hij 16 familieschilderijen aantekend) en weet dus dat de

    verbranding van de familieportretten niet waar kan zijn. Pas in 1898 krijgt hij de gelegenheid

    JochemMarkering

  • om twaalf schilderijen uit de boedel over te nemen tegen een schappelijke prijs. Dat de

    Beheerders niet het recht hadden deze familieportretten te verkopen en ze dus hebben

    ontvreemd, kan hem als Officier van Justitie weinig schelen, zo lang het hem helpt een

    voorname afkomst te bewijzen.

    De grootste kunstkenner van ons land, Prof. Dr. R.E.O Ekkart schrijft over deze

    gebeurtenissen als volgt in Steevast (Oud Enkhuizen) als volgt:

    Toen Mejuffrouw Margaretha Maria Snouck van Loosen op 30 oktober 1885 als laatste telg van haar geslacht op 78-jarige leeftijd overleed, liet zij een aanzienlijk vermogen van in totaal

    ongeveer vijf miljoen gulden na. De erfenis, die werd ondergebracht in het Snouck van

    Loosenfonds, vormde een belangrijke maatschappelijke impuls voor het Enkhuizen van de

    late 19de eeuw, waarbij de bouw van het Snouck van Loosenpark, de inrichting van het

    voormalige woonhuis aan de Dijk tot Snouck van Loosenstichting en de stichting van het

    Snouck van Loosen Ziekenhuis de bekendste resultaten zijn. Voordat het zover was hadden

    de executeurs heel wat problemen op te lossen, mede doordat de geldigheid van het

    testament door verwanten van de overledene werd aangevochten, een juridische strijd die

    uiteindelijk pas op 4 mei 1893 werd beslecht door een uitspraak van de Hoge Raad. Tot de

    nalatenschap van Mej. Snouck van Loosen behoorde ook de volledige inboedel van het

    huis aan de Dijk met inbegrip van de daar aanwezige familieportretten en andere schilderijen.

    De "gewone" schilderijen moesten krachtens haar testament worden verkocht, maar voor de

    familieportretten had zij bij onderhandse wilsbeschikking bepaald dat zij na haar dood zouden

    moeten worden verbrand. Over de uitvoering van deze laatste maatregel is lang gestreden,

    hetgeen er gelukkig toe heeft geleid dat van verbranding is afgezien. Twaalf portretten zijn

    uiteindelijk, nadat ze in 1898 waren getaxeerd, verkocht aan Mr. J. de Vries van Doesburgh

    en behoren thans tot de verzameling van de Stichting Semeijns de Vries van Doesburgh,

    terwijl het merendeel van de andere familieportretten is achtergebleven bij de Stichting

    Snouck van Loosen. Tot de daar bewaarde schilderijen behoort ook het in 1850 door de

    schilder Jan Adam Kruseman vervaardigde portret van Cornelia Eva Wilhelmina Snouck van

    Loosen, echtgenote van Jhr. Pieter Opperdoes Alewijn en oudere zuster van Margaretha

    Maria Snouck van Loosen.

    CONCLUSIE:

    De heer Ekkart kan zijn kennis over de verbranding alleen maar hebben van de Beheerders

    van het Snouck van Loosen Fonds of van de familie Semeijns de Vries van Doesburgh, die

    nog steeds doen alsof zij niet weten hoe zij aan de familieportretten uit de Snouck van Loosen

    stichting gekomen zijn.

    Het bezit van de familieportretten in de Stichting Semeijns de Vries van Doesburgh heeft door

    diefstal en heling plaats gevonden. Alleen wanneer Ekkart verklaart dat zijn bewering over

    de verbranding van de schilderijen onjuist is kan er eerlijk over deze zaak worden gehandeld.

    Zo lang hij zijn mond houdt kan iedereen die zich op hem beroept met een slecht geweten

    gaan slapen.

    J. VAN LOOSEN

    Constantijn Huygenslaan 321

    3351 XB Papendrecht

    7 april 2014.