'::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand,...

13
Nuer van het N er van het Nuer van het vonnis: 5 parket: BG.62.RW.100900-11-XO repertorium: 8 DE RE V îRSTE ꜲNLEG TE BRUGGE, zestiende kamer, zetelend in correctionele zaken, heeft het volgende vois uitqesprokeo. In de zaak vervolgd door het openbaar ministerie nbtshalve en: AU DE WOONINSPECTE, voe g d voor en handelend namens het SE GEWEST, met kantoren te 1210 Brusse 1, Phoen g ebouw, Koning Albert-II-laan, 19, bus 22; - eiser tot herstel; - vertegenwoordigd door meester N. Wint loco meester B. Bronders, advocaat te stende; bij wie zich voegde als burgerlijke terechtzitting van S deceer 2012 met een tegen beklaagde: partij ter eis gericht wonende te vertegenwoordigd door meester F. Landuyt, advocꜳt te Beern ten: geboren te op . van Belgische. natio�liteit, etaalarbeider, nende �e vertegenwoordigd door meester J. Lammens, adcaat te Oostende Beklaa om: A. Bij inreuk op artikel 433de:es Strafwetboek, met bedoeling een abnoral profijt te realiseren, rechtstreeks of via een tussenpersoon misbruik te hebben gemaakt van bijzonder etsbare positie van een persoon ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand of zijn precaire sociale toestand door, met bedoeling een abnormaal profijt te realiseren, een roerend goed, een deel ervan, een onroerend goed, een kamer of een andere in artikel 479 bedoelde ruimte, te verkopen, te verhuren of ter bescbikkinq te stellen in omstandigheden die strijd ziJn met de menselijke waardigheid, zodanig dat betrokken persoon in feite geen dere echte en v� t. Ábl �à q wR 03 z )

Transcript of '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand,...

Page 1: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

Nummer van het Nwnmer van het Nummer van het

vonnis: '::f 5 parket: BG.62.RW.100900-11-XOHW repertorium: 'f8

DE RECHTBANR V:A:N EERSTE AANLEG TE BRUGGE, zestiende kamer, zetelend in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis uitqesprokeo.

In de zaak vervolgd door het openbaar ministerie axnbtshalve en:

AU DE WOONINSPECTEUR, bevoegd voor en handelend namens het VLAAMSE GEWEST, met kantoren te 1210 Brusse 1, Phoenixgebouw, Koning Albert-II-laan, 19, bus 22;

- eiser tot herstel; - vertegenwoordigd door meester N. De Wint loco meester B. Bronders, advocaat te Oostende;

En bij wie zich voegde als burgerlijke terechtzitting van S december 2012 met een tegen beklaagde:

partij ter eis gericht

wonende te

vertegenwoordigd door meester F. Landuyt, advocaat te Beernem

tegen:

geboren te op . van Belgische. natio�liteit, .metaalarbeider, wonende

�e

vertegenwoordigd door meester J. Lammens, advocaat te Oostende

Beklaagd om:

A. Bij in.breuk op artikel 433dec::.ies Strafwetboek, met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren, rechtstreeks of via een tussenpersoon misbruik te hebben gemaakt van de bijzonder kwetsbare positie van een persoon ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand of zijn precaire sociale toestand door, met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren, een roerend goed, een deel ervan, een onroerend goed, een kamer of een andere in artikel 479 bedoelde ruimte, te verkopen, te verhuren of ter bescbikkinq te stellen in omstandigheden die in strijd ziJn met de menselijke waardigheid, zodanig dat de betrokken persoon in feite geen andere echte en

v� '1Jtt. Ábl}; �à /)qq wR.

03 .tlz � f, aJt)

Page 2: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

blad 2

aanvaardbare keuze heeft dan zich te laten misbruiken, namelijk

1. Van 21 maart 2011 tot 6 april 2012

Een woning op de eerste verdieping, ten nadele van en .,

2. Oo 6 april 2012

Een woning op de gelijkvloerse verdieping, ten nadele van 1 •

B. Bij inbreuk op artikel 5, strafbaar gesteld door artikel 20§1 al 1 van het decreet d.d. 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wconc:ode, als verhuurder, als eventuele onderverhuurder of als persoon die een woning ter beschikking stelt, een woning die niet voldoet aan de vereisten van artikel 5 recht&treeks of via tussenpersoon verhuurd of te.r beschiklcinq gesteld te hebl:len met het oog op bewoning, met de omstandigheid dat van de activiteit een gewoonte wordt gemaakt, namelijk

1. van 21 maart 2011 tot 6 april 2012

Een woning op de en

2. Op 6 april 2012

eerste verdieping ten nadele van . . ,

Een woning in de kelde.rverdieping, ten nadele·

van en

3. Op 6 april 2012

Een woninq op de gelijkvloerse verdieping, ten nadele van

De beklaagde tevens gedagvaard teneinde zich overeenkomstig art. 42 en 43 l:>is van het Strafwetboek, zoals ingevoegd door de Wet van 17 juli 1990, te heren veroordelen tet de bijzondere verbeurdverklaring van een bedrag van E 3.000,00 (€ 250 X- 12 maanden feiten A1 en B1 l zijnde de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen waarbij de rechter, indien de zaken niet lcw:men worden gevonden in het vermogen van de beklaaqde, de geldwaarde daarvan dient te ramen (het equivalent bedrag).

Page 3: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

' .

blad 3

De kadastrale omschrijving van het onroerend goed dat het voorwerp van bet misà:t."ijE is, zijnde: l:igging : . t aard en oppervlakte: woonhuis, 1 are, 00 centiare wijk é.ll nwizmer van bet kadaster:

en de eigenaars ervan geïdentificeerd zijnde als:

d.i.e de eigendomstitel hebben verkregen krachtens de aktes van aankoop verleden op 28 juli 1999.

*****

Gezien de dagvaarding aan de beklaagde betekend;

Gezien de stukken van de bundel;

Gehoord eiser tQt herstel bij monde van zijn raadsman voornoemd;

Gelet op de vordering van de burgerlijke partij;

Gehoord het openbaar ministerie in zijn vordering;

Gehoord de be.klaaqde in zijn antwoorden en verdediging bij monde van zij n raadsman voornoemd;

De behandeling van de zaak en de debatten hadden plaats in openbare terechtzitting.

OP STRAFGEBIED.

1.

·Bet c?-rtiJcel. 433 decies Sw .voorziet in vier: .constitutieve elementen opàa·t er ··sprake ··zo� "··:zijn· van· het ·· misctr.i'jf �nuisjesmelkerij": - m.is.brnik.:. malc�n �an_ ·de bij z.ónder �ets�r.e ·positie· v�.n . een persoon,· vreemdeling of Belg;

de aanwezigheid van de onwettige of precaire administratieve toestand of de precaire sociale toestand van die persoon; - de verkoop, verhuur of de terbeschikkingstelling van een roerend goed, een deel ervan, een onroerend goed, een kamer of een andere in artikel 479 Sw bedoelde ruimte in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheid, zodanig dat de betrokken persoon in feite geen andere echte en aanvaardbare keuze heeft dan �ich te laten misbruiken; - de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren.

Voor vreemdelingen is hun toestand onwettig wanneer Zl.J illegaal in het land verblijven of er onwettig zijn binnen gekomen. Bun toestand is precair wanneer de vreemdeling zich wel op legale wijze in het land bevindt, maar slechts

Page 4: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

" .

bbd. 4

over een verblijfsvergunninq beschikt voor een beperkte <iuur. De precaire sociale toestand van bet slachtoffer wordt door de fe itenrecht er afgeleid uit de co ncret e omstandigheden. Zo kan men denken aan mensen die ontslaqen werden en dus werke loos zijn of een zwangerschap of te hoge schulden bebbe.o. (:Bee:naert M.A. en Le Coc:q P., La loi du 10 août 2005

modifiant diverses dispositions en vue de renforcer la lutte contre la traite en le traffic des êtres humains et cont:re les prat iques des m.arc:hands de sommeil, R. D.P. C. 2006, 366 ; Eerbots P., Buisjesmelkerij: een autonoom misdrijf sinds 10 augustus 2005, NJW 2005, 1119)

Uit de gegevens van de st:rafinformatie blij kt dat asielzoeker , huurder van de woonst op de eerste

verdieping van het pand te t ingevolge schriftelijke

huurovereenkomst dd. 10.03.2003, werkloos is, geen OCMW­steun ontvangt en aldus over geen inkomen beschikt.

· ., asielzoeker, huurder van de woonst op bet

gelijkvloers van het pand te t ingevo lge schriftelij ke

huurovereenkomst dd. 01 .01.2007, is hoogbejaard (031.03.1927), bedl egerig en ontvangt OCMW-s teWl.

Het :oaqaan of al dan niet sprake is van een abnormaal p:r;ofijt is een feitelijke beoordeling. De rechter :al dus zelf m.oeten oordelen e.n rekening houden met onder meer het misbruik van de bijz onder kwetsbare positie van het slachtoffer, de wanverhouding tussen de huurprijs � de erbar melijke toestand van het pand. Ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woongelegenheden kurmen niet leqaal verhuurd worden en genereren dus geen (n'ormale of abnormale) huurprijs. Ieder betaalde . huur voor

.:o • n lioorigelegenhed.en betreft derhalve een abnormaal profij't''voor de verhu\irder. (Corr. Gent 13 juni 2006, T. Strafr. 2007, 74-76 ; Corr. Dendermonde 3 april 20 06 , T. Strafr. 2007, 71-74)

De recht},ank verwijst naar de erbarmelijke woonkwaliteit van de wooneenheden op de eerste verdieping en op het gelijkvloers, zoals vastqesteld door de wooninspectie op 21.03.2011 en op 06.04.201.2; de talrijk vastgestelde gebreken zoals blijkt uit àe technische verslagen· dd. 21.03.2011 en 06.04.2012, waarbij aan de woninq op de eerste verdiepinq resp. 46 en 61 strafpunten werden toegekend ec aan de woninq op het gelijkvloers 64 str afpunten, waardoor deze wooneenheden ongeschikt werden bevonden.

Bij besluit dd. 11.10.2012 van de burgemeester van de stad werden alle wooneenheden in het volledige pand

onbewoonbaar verklaard.

Page 5: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

blad 5

Door de gegevens van het opsporingsonderzoek en door het onderzoek ter terechtzitting zijn de tenlastelegging-en A1 en A2 in hoofde van de beklaagde bewezen.

De feiten worden ter terechtzitting overigens niet. betwist.

2.

De materiële bestanddelen van het misdrijf voorzi en door art. 20 § 1 eerste lid van het Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode betreffen:

al een woning .die b) niet voldoet aan de kwaliteitsnormen en die c} wordt verhuurd of ter be schikking gesteld met het oog

op bewoning.

De elementaire veiligheids-, gezondheids- en woningkwaliteitsvereisten voor woningen werden opgenomen iil artikel 5 van de Vlaamse Wooncode. Deze normen werden verder uitgewerkt door het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998.

Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen bepaald in artikel 5 van de Vlaamse Woo ncode , heeft verhl.Jurd gedu.rende de in de dagvaarding voorziene incriminatieperiode.

De rechtbank verwijst naar de technische vaststellingen van de wooninapectie op 21.03.2011 en op 06.04.2012; de talri jk vastgestelde gebreken zoals blijkt uit de .technische verslagen dd. 21-.03.2011 en 06.04.2012, waarbij aan de woning op de eerste verdieping rasp. 46 en 61 s trafpW'.lten werden ·toegekend., �n de woning in de .kelà.erverd.iepi�g �3 strafp�n�ett ·:en .aan" '· de . woning OE he.t gelij-�loe:;-s. ; .64 strafpunten, 'waardoor deze wooneenheden onqeschikt wiS"rden bevonden. .· Overigens ·b�droeg de ... he'zettinqsp.orm van de: wcni.ng ·in· de kelderverdieping ·10• terwi jl "de kelderverdieping verhuurd werd· aan - en bewoond werd deer twee personen.

, huurder vac de woonst op de eerste verdieping van het pand te , had heel wat opmerkingen over de Icwaliteit van zijn woonst waar�mtrent hij de verhuurder zelfs aangetekend ingebreke stelde. Ook . huurster van de kelderve�diepicg van het pand te bekloeg zich over de vochtproblematiek.

Bij besluit dd. 11.10.2012 van de burgemeester van de stad Oo�tende werden alle wooneenheden in het volledige pand oDbewoonbaar verklaard.

Door de gegevens van het opsporingsonderzoek en door het onderzoek ter terechtzitting zijn de tenlastelegg ingen B1, B2 en B3 in hoofde van de be.klaagde bewezen.

Page 6: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

blad 6

De feiten worden ter tereehtzi�ting overigens niet betwist.

3.

De feiten ziJn ernstig. De beklaagde is tekortgeschotec aan zijn verplichtinq om aan zijn huurders een woongeleqenheid ter beschikking te stellen die voldoet aan de minimumnormen van een menswaardige, veilige huisvesting in gezonde omstandigheden.

De straftoemeting moet niet alleen de verqeldin9sbehoefte dienen maar ook de preventie. De op te leggen straf moet dan ook van aard zijn de beklaaqde ervan te weerhouden zich in de toekomst noq aan dergelijke feiten schuldig te maken, hem aan te sporen tot meer ve.rantwooràe·lijkheidsbesef en de sociale en wettelijke normen te respecteren.

De straftoemeting moet voorts worden bepaald gelet op de aard en de object·ieve ernst van de bewezen verklaarde feitec, de begeleidende omstandigheden en de persoonlijkheid van de beklaagde zoals die blijkt uit het strafrechtelijk verleden, ZJ.Jn gezinstoestand en zijn arbeidssituatie voor zover bekend.

De beklaagde is een 46-jarige man. Hij heeft een blanco strafverleden. De beklaagde stelde zich niet in regel.

Gezien de bewezen feiten sub A1, A2, .B1, B2 en B3 de uiting vormen van een zelfde misdadig opzet dient slechts één straf te worden opgelegd voor alle feiten samen, namelijk de z w aarste {artikel 65. lid 1 Sw.).

. . .·.Art. 433 decies Sw voorziet i� een qevange�isstraf van zes

. maanden "tot drie jaar en èèo geldboete van 500 euro' "tot 25.000 euro. verhoogd met de opdeciemen. De gevangenisstraf

.en de geldboete· m�eten verplicht ·s�en worden �itgespróken. :oe boete wordt zo veel keer opgeleqd als er slaehtoffèrs zijn.

Rekeninghoudende met deze overwegingen komt het opleggen van een gevangenisstraf en geldboete samen zoals hiernabepaald passend voor teneinde de beklaagde erop te wijzen dat b.ij :zich aan de desbetreffende reqlementerinq dient te houden.

De feiten situeren zich voor, op en na 1 januari 2012, datum waarop de strafrechtelijke qeldboeten, ingevolge de artikelen 2 en 3 van de Wet houdende diverse bepalingen inzake justitie van 28 december 2011 (Belqisch staatsblad van 30 december 2011), met vijftig opdecimea dienen verhoogd te worden. De geldboete lastens beklaagde uit te spreken voor alle feiten samen dient dan ook met vijftig opdeeimes verhoogd te worden.

1

1

Page 7: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

blad 7

Bijzondere verbeurdverklaring van het vermogensvoordeel.

Het openbaar min isterie vordert de bijzondere verbeurdverklar ing van het vermogensvoordeel ten belope van 3.000 euro, zijnde 12 maanden huur betaald door

aan 250 ew:o/m.

De rechtbank stelt vast dat op 20 december 2011 verklaarde sinds augustus 2011 geen huurgeldeo meer te betalen aangezien hij werkeloos was en zonder inkomsten.

De beklaagde heeft aldus van deze huurder geen inkomsten gegenereerd tijdens de periode van 1 augustus 2011 tot 6 april 2012.

Rekeninghoudende met deze overweqinqe n dr inqt de verbeurdverklariDg van het vermogensvoordeel ad 5 x 250 = 1.250, 00 euro zich op.

Herstelvordering .

Bij brief aan het parket van 7 mei 2012 heeft de wooninspecteur een herstelvordering ingeleid met betrekking tot het pand te kadastraal gekent te � . Het voorwerp van de herstelvordering houdt in het wegwerken vaa alle gebreken.

Art. 20bis . §1 van het Decreet van 1 S juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode bepaalt: Naast de straf kan de rechtbank de overtreder bevelen om werken uit te voeren om de woning te laten voldoen aan de vereisten van· artikel 5. Dat gebeurt ambtshalve of op vordering vaa de wconinspecteur of het college van bu.rgemees:ter en schepenen op wier grondgebied qe woning" . 1 bedoeld in artikel 20, zich bevindt. De rechtbank bepaalt de termijn voor de uitvoering van ·de wer):ten en kan, op votde=:ing . ·Val}· dé · woonin.spectt?;ur of het· " colle,ge · van burgemeester en schepeneii gf ambtshalve, eveneens een dwangsom bepalen per dag vertraging in de tenuitvoerlegging van de werken . De termijn voor de uitvoering van de werken bedraaqt ma.zi.maal twee jaar. Wan.neer de overtreder geen houder is van een zakelijk recht op de woning, kan de rechtbank, op vordering van de wooninspecteur of het co l lege van burgemeester en schep enen of ambtshalve, lll8c.btiging verlenen aan de wooninspecteur, het colleqe van burgemeester en schepenen of eventueel de burgerlijke partij om in de uitvoering van de werken te voorzien. ·

Een herstelmaatregel in de zin van de Vlaaai.se Wooncode is bet loçieche burgerrechtelijke qevolg van het vaststaande misdrijf. Daar het beoogde herstel moet worden beschouwd als een bijzondere vorm van teruqgave, impliceert het zelfs een rechterlijke doelqébonden verplichting die strekt tot verbetering van de woninqk:waliteit. (Gent, 2.0 april 2010, :a.w. 2010-11, 1398)

Page 8: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

blad 8

Als bijzo�dere vorm van teruggave, die primair strekt tot het verbeteren van de kwaliteit van de gebrekkige woning, is de herstelvordering gericht op het kwestieuze goed. De herstelvorderinq is bijgevolg een maatregel in rem. De maatregel heeft dus betrekking op een bepaald onroerend goed, onqeacht wie de eigenaar ervan is. Belangrijk is of de veroordeelde zic:.h schuldig maakt aan de verhuur of ter beschikkinqstellinq en dat het goed gebrekkig is. (T. Vandromm.e, Woningkwaliteitsbewaking in het Vlaamse

Gewest, Kluwer, nr . 410)

Aanqezien de finaliteit van de herstelvordering betrekking heeft op de verbetering vac. de woningkwaliteit, moet de rechter alsnog het herstel van de gebrekec bevelen indien de gebrekkige woning of kamer inmiddels niet meer verhuurd of ter beschikking gesteld wordt en er dus geen misdrijf meer is. (T. Vanèzomme, Wcningkwaliteitsbewaking in het Vlaamse Gewest, Kluwer, ar . 421)

Door te vorderen dat alle gebreken worden weggewerkt, wordt in ieder geval vermeden dat oppervlakkig cplapwerk wordt gedaan en wordt getracht dez:e panden definitief uit het circuit van verkrotte panden te krijgen. Enkel wanneer alle gebreken zijn wegqewerkt zal de oerstalvorderinq zonder voorwerp zijn.

De beklaagde dient aan te tonen dat bet herstel werd gerealiseerd. Enkel bet proces-verbaal van uitvoering van het herstel geldt als bewijs van het herstel.

De rechter die oordeelt over een herstel.maatregel :zoals bepaald in artikel 20bis Vlaamse Wooncode, moet de wettigheid ervan onderzoeken en in het bijzonder nagaan of die maatregel ver2oenbaar is met de dwingende eisen van internätionale verdragen en van het interne recht, met inbegrip van algemene rechtsbeqinselen; de toetsing houdt in het bij zonder in dat de rechter moet nagaan "of de herstelmaatregel niet onevenredig is in verhouding tot de beooqde elementaire veiligheids-, gezondheids- en wconkwaliteitsvereist9n, vermeld i.n artikel 5 Vlaamse Wooncode en de rechter mag daarbij onde.rzoeken of het bestuur in redelijkheid Icon overgaan tot het vorderen van dat herstel. (Cass. 4 oktober 2011, T. Starfr. 2012, 90 met noot T.

Vandromme, 'De beoordeling door de rechter van heretelvorderinq met het 009 op de verbetering van woningkwaliteit: ac.alogie et de principes inzake herstelvordering ruimtelijke ordening of toch niet ?)

een de de

Tot de herstelvordering werd beslist door de bevoegde instantie met inachtneming van de substantiële vormvoorschriften; bet blijkt niet dat deze vordering werd genomen met machtsafwending, JDa.chtscverschrijding of miskenning van enig alge.meen beginsel van behoorlijk bestuur. Zij strookt met de wet.

Page 9: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

blaà 9

De herstelmaatreqel is niet onevenredig in verhouding tot de beoogde elementaire veiliqheids-, gezondheids- en woonkwali tei tsvereisten, vermeld in art ilcel 5 Vlaamse Wocncode. Bet voordeel voor de veiliqbeids-, gezocdheids- en woonkwali tei tsver&isten, vermeld in artikel 5 Vlaamse Wooncode door het herstel w-eegt op tegen de last die er voor de overtreder uit voortvloeit. Bet bestuur heeft uit de correct beoordeelde feitelijke situatie de naar recht en redelijkheid verantwoorde conclusie getrokken. De vordering is niet kennelijk onredelijk.

De wooninspec:teu.r vordert gemachtigd te worden tot ambtsha 1 ve 1ii tvoer ing van de uitspraak en de niet-nakoming van het bevel tot herstel te sanctioneren met de verbeurte van een dwangsom. De beklaagde heeft al voldoende tijd gekregen om het herstel uit te voeren, wat hij naliet, zodat verbeurte van een dwangsom wordt gevorderd naleving van het bevel tot herstel.

vrijwillig terecht de

bij niet

De hierna uitgesproken modaliteiten vormen een gepaste en noodzakelijke aansporing van de beklaagde om hiertoe :z:elf over te gaan.

De wooninspecteur vraagt om het vonnis uitvoerbaar te verklaren bij voorraad. Bet zou niet passen dat het beoogde herstel, ingevolge gebelll'lijke dilatoire rechtsmiddelen, vertraging oploopt. In die omstandigheden kan de voorlopige tenuitvoerlegging van het vonnis worden toegestaan.

OP BtmGERLIJK GEBIED

Behoudens .wettelijke uit:z:ooderingen is de burgerlijke rechtsvordering die · voor de strafrechter kan . worden gebracht de vorderinÎ;; tet herstel van de schade die door een misdrijf veroorzltalét is .. (art. 3 V.T.Sv.; 'cass·". 15 februari 1978, Arr. Cass.· 1978, 714)

Om schadevergoeding te kunnen toekennen moet de strafrechter vaststellen dat de schade voortvloeit uit het misdrijf dat het voorwerp van de vervolging uitmaakt en dat bij bewezen verklaart. (Case. 3 november 1992, AR 5428, A.r:r. Case. 1991-1992, nr . 170; Cass. 19 mei 1993, AR F.93.0007F)

Niet ontvankelijk is de vordering tot herstel van de schade die ontstond uit een misdrijf waarvoor de beklaagde niet wordt vervolgd. (Cass. 5 mei 1993, AR P.93.0006FJ.

Huurovereenkomsten tu.sl!!en slachtoffer die in strijd vanzelfsprekend nietig. De

de huisjesmélker en Zl.JD met de strafwet

strafrechter is evenwel

het zijn niet

Page 10: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

blad 10

bevoegd om de nietigheid van de huurovereenkomst uit te spreken. De burgerlijke partij kan dienvolgens enkel de terugbetaling vorderen van de betaalde buitensporige huurgelden die hij betaalde gedurende de in de dagvaarding voorziene incriminatieperiode.

De recbtDank stelt vast dat op 20 december 2011 verklaarde sinds augustus 2011 geen huurgelden meer te betalen aangezien hij werkeloos was en zonder inkomsten.

Aldus komt ::ijn vordering ontvankelijk en gegrond voor ten belope van 5 x 250 = 1.250,00 euro, meer de gerechtelijke intresten en de kosten.

Niettegenstaande wat in het K.B. van 26 okto.ber 2007 tot vaststelling van bet tarief van de rech�spleqinqsvergoedinq is bepaald, kan de rechter de recbtsplegingsvergoedin.g berekenen op basis van het toegekende veeleer dan op basis van het gevorderde .bedrag, als laatstgenoemd bedrag volgt ofwel uit een klaarblijkelijke overwaardering die een normaal bedachtzame en zorqvuldige procespartij niet zou hebben beqaan, ofwel uit een te kwader trouw verrichte verhoginq die als enig doel had op ku.nstmatige wijze het bedrag van de vordering op te trekken tot een hogere sc:bij f. De straf op rechtsmisbruik beschermt deqene die de rechtsplegillsvergoeding verschuldigd is tegen een veroordeling- rlie alleen inqegeven is door de vordering Villl de schuldeiser. (vgl. Cass. 17 november 2010, rolnr. P.2010.0863) De gevorderde rechtspleqingsverqceding wordt dienvolgens herleid tot de som van 440,00 euro.

/ OM DEZE REDENEN:

.Gelet op de volgende artikelen door de Voorzitter aanqeduid: 2, 40, 65, 100 van het Strafwetboek; 1382, 1383 van het Burgerlijk Wetboek; 367 van het Wetboek van Strafvordering; 44 en 45 van het Strafwetboek; 11, 12, 14, 31, 36, 37 en 41 van de wet van 15 jWli 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken; 162, 162bis, 182, 184, 185, 189, 190, 194, 195, 203 par. 3, 407 van het Wetboek van Strafvordering; 1 van de wet van 05.03.1952 zoals gewijziqd door artikel 2 van de wet van 28.12.2011 houdende diverse bepalingen inzake justitie (II) CB.S. 30.12.2011); en àe hiervoor vermelde artikelen.

Page 11: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

blad 11

DE RECHTBANK,

Re<:htdoende op tegenspraak.

Verklaart de feiten onder de tenlasteleggingen Ai, A2, B1, B2 en B3 in hoofde van de beklaagde bewezen en veroordeelt hem voor al deze feiten samen tot een gevangenisstraf van ZES MAANDEN en driemaal een geldboete van VIJFHONDERD EURO.

Veroordeelt de beklaagde tot de kosten gevallen aan de zijde van het openbaar ministerie, tot heden in . totaal beqroot op de som van 90,96 euro.

Zeqt dat bij toepassing van artikel 1 , eerste en tweede lid, van de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdec:illles op de strafrechtelijke geldboeten, gewijzigd bij de wetten van 26 juni 2000, 7 februari 2003 en 28 december 2011 , voormelde geld.boete met vijft ig opdeel.mes verhoogd wordt en aldus geb�acht op dr iemaal 3.000,00 euro.

Beveelt dat bij gebreke van betaling binnen de door de wet bepaalde tijd, voormelde geldboete zal mogen vervangen worden door een gevangenisstraf VëUl éénmaal drie maanden.

De rechtbank stelt vast dat de veroordeelde nog geen veroordeling heeft opqelopen tot een criminele straf of tot een boofdqevangenisstra% van meer dan twaalf maanden en meent dat een opdeproefstelling van aard is om de verbetering van deze veroordeelde te doen verhopen.

Gelet op artikel 8 van de Wet van 29 juni 1964, beveelt dat de tenuitvoerlegging van huidiq vonnis binnen de perken van artikel 14 van dezelfde wet uitgesteld wordt voor een termijn van drie jaar voor wat betreft: - de ·gevangenisstraf van zes maanden; - de helft van driemaal de geldboete van.vijfhonderd eu�o. én de erop van toepassing. zijnde · vervangènde gevangenisstraf.

Verplicht de veroordeelde een bedrag van VIJFENTWINTIG EtJ'RO, verhoogd met 50 opdeciemen en aldus gebracht op HONDERDVIJFTIG EURO (150,00 EURO) te .betalen bij wijze van bijdrage tot de financiering van het Fonds tot financiële hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders (art. 29 van de wet van 01.0S.1985 zoals laatst gewijziqd door K.B. van 31.10.2005; arti.kel 1 van de wet van 05.03.1952 zoals gewijzigd door artikel 2 van de wet van 28.12.2011 houdende diverse bepalingen inzake justitie (II} {B.S. 30.12.2011)).

Legt de veroordeelde de vaste vergoeding voor beheerskosten in strafzaken op van VIJFTIG EURO (50,00 EURO) in uitvoering· van art. 9 1 tweede lid van het Koninklijk Besluit van 28 december 1950, houdende het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, zo als laatst qewijzigd door de artikelen 1 en 2 van het Koninklijk Besluit van 13 november 2012 tot wijziging van het Algemeen

Page 12: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

blad 12

Reglement op de gerechtskosten in strafzaken 29.11.2012}.

CB.S.

Spreekt lastens de beklaagde overeenkomstig de artikelen 42, 43bis en 43quater Sw. de bijzondere verbeurdverklaring uit van het vermogensvoordeel ten bedrage van 1.250,00 euro.

Beveelt de beklaagde over te gaan tot het herstel van het pa.nel te 1, kadastraal gekend te ' . . hetgeen impliceert: Bet wegwerken, door middel van renovatie-, verbeterings- en. aanpassingswerken, van de gebreken aan het gebouw en de daarin ondergebrachte woongelegenheden, zodat dit gebouw en d.e daarin ondergebrachte woongeleqenheden voldoen aan de veiligheids-, qezondheids- ea woon.kwaliteitsvereisten zoals bedoeld in artikel 5 van bet decreet van 1 S juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, opdat het aantal punten in het technisch. vers lag wordt teruggebracht op nul, binnen een termijn van EEN JAAR vanaf de dag waarop dit voDnis in kracht van gewijsde zal treden.

Zegt voor recht dat op vordering van de wocninspecteur door de veroordeelde een àwallgsom zal worden verl:>eurd van 150 euro per dag vertraging ia de nakoming van dit bevel, te rekenen vanaf bet verstrijken van de termijn van EEN JAAR vanaf de dag waarop dit vonnis in kracht van gewij scle zal treden. Dit betreft geen dwangsom ia de zin van artikel 1385bis Ger.W.

Machtigt, voor het geval het herstel door de overtreder niet binnen de voormelde termijn worden uitgevoerd, de wooninspecteur en het college van Burgemeester en Schepenen '!'3n . de stad . om de . voormelde herstelmaatregel ambtshalve uit te voeren, ovèreenkomstiq.hetgeen is bepa�ld in artikel 20 bis § 7 van het Decreet van 15 juli 1997 ho'Udende de Vlaamse Wooncode . op kosten van de overtreder op vertoon van een staat, : opgesteld door de ove::beid, bedoeld in het eerste lid, of begroot en uitvoerbaar verklaard door de beslagrechter in de burgerlijke rechtbank.

Beveelt dat dit vonnis, wat betreft de beslissinq over het herstel, uitvoerbaar is bij voorraad, niettegenstaande hoger beroep.

Page 13: '::f 5 09-01-2013.pdf · Uit bet opsporingsonderzoek is gebleken dat de beklaagde in een pand, qelegen te , 3 zelfstandige wooneenheden., die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen

blad 13

Op burgerlijk gebied

Verklaart de vordering van de burgerlijke partij ontvankelijk en in volgende mate gegrond.

Veroordeelt partij vert11eerderen de kosten.

beklaagde cm te betalen aan de burgerlijke van de som van 1.250,00 euro, te

met de gerechtelijke intresten vanaf heden, en

Veroordeelt beklaagde om te betalen aan de b\.U'gerlijke partij . van de recbtsplegiogsvergoeding, aan de zijde van de burgerlijke partij te begroten op 440,00 euro.

Wijst het meergevorderde af als ongegrond.

Houdt ambtshalve de burgerlijke belangen aan voor wat betreft de gebeurlijke vorderingen van niet-vergoede schadelijders, gezien de zaak wat dit betreft niet in staat is (artikel 4 van de Wet van 17 apri l 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvorderinq, gewijzigd door artikel 2 van de Wet van 13 april 2005).

Alles wat voorafgaat werd, overeenkc�stig de bepalingen van de wet op het gebrtiik der talen, in het Nederlands behandeld.

Aldus gevonnist en uitgesproken op de openbare terechtzitting van negen januari tweeduizend en dertien,

· waÏtr zetelden:

r.�oevïsscher, �iieenréchtsprekend rechter;

G. Van Beselaere" -,eerst.e su.b.sti tuut procureur des Konings;

M. d'Hcore, griffier.

M.d'Hoore I.Devi8scber