EY Public Class juni 2015

13
‘Digitalisering gaat ook de besluitvorming veranderen, daar geloof ik heilig in’. Innovatie in de publieke sector Digicomissaris Bas Eenhoorn: Juni 2015

Transcript of EY Public Class juni 2015

‘Digitalisering gaat ook de besluitvorming veranderen, daar geloof ik heilig in’.

Innovatie in de publieke sector

Digicomissaris Bas Eenhoorn:

Juni 2015

Marita de HairSectorvoorzitter EY Government & Public

[email protected]@MaritadeHair www.ey.nl/overheid

ten aanzien het niveau van dienstverlening enerzijds en de vraag naar nieuwe dienst­verleningsvormen anderzijds. Eisen die de maatschappij stelt aan zowel het bedrijfsleven als de overheid. Nu wordt weleens gedacht dat innovatie voor bijvoorbeeld onderwijs­instellingen of decentrale overheden minder relevant is dan voor het bedrijfsleven. Ik ben het daar niet mee eens, want innovatie is meestal geen luxe, maar bittere noodzaak. Er zijn genoeg voorbeelden van succesvolle bedrijven waarvan de continuïteit in het geding is gekomen omdat de voorkeur van hun consumenten sterk wijzigde en de markt waarin ze opereerden ophield te bestaan. Zulke bedrijven worden gedwongen te innoveren en hun business model radicaal te hervormen. Innovatie blijkt dan als reddings­boei te fungeren. Deze “reddingsboei” zou juist vanuit haar kracht moeten worden ingezet en kan met name de publieke sector ondersteunen in haar werkzaamheden en maatschappelijke meerwaarde. Innovatie is het sleutelwoord voor publieke instellingen die zich realiseren dat ‘de klant’

de ouderwetse manier van werken niet meer accepteert. Het grote voordeel van innovatie is dat het ook gewoon leuk is! Innovatie vraagt namelijk om een open mind die ruimte geeft aan creativiteit en het bedenken van wilde ideeën. Zoals Amerikanen zo zonnig­optimistisch zeggen: ‘If life gives you lemons, make lemonade!’. En innovatie is ook vooral iets wat je samen doet en gedijt waar mensen elkaar inspireren en zo samen doorbraken realiseren. De creativiteit, het lef en de vindingrijkheid van echte ondernemers, van echte durfals binnen de publieke sector, is ónmisbaar voor het vinden van oplossingen. Dat begint trouwens vaak in klein verband ‘met de benen op tafel’. Wat mij betreft een doeltreffend vertrekpunt voor elke organisatie om vernieuwing aan te jagen. Maak er vooral tijd voor. Onder het motto practice what you preach is innovatie voor EY aan de orde van de dag bij al onze dienstverlening. Op het gebied van accountancy betekent dit bijvoorbeeld dat de accountant zich ontwikkelt naar de rol van adviseur van de gemeenteraad en Provinciale

Staten. Een rol waarbij de natuurlijke advies­functie in dat perspectief wordt ingevuld. Daar hoort een controlefilosofie bij waar het auditproces een proces op maat is zodat er minder of geen verrassingen zijn en deze ten dienst staat van de doelstellingen van de publieke organisatie. Om u te inspireren vindt u in deze editie van Public Class Magazine aansprekende voorbeelden van innovatieve initiatieven en ontwikkelingen. Ik hoop dat deze voorbeelden aanleiding vormen om uw benen op tafel te leggen en de tijd te nemen om na te denken over innovatie in uw eigen organisatie. En als ik u ergens mee kan helpen, kunt u me bereiken via [email protected]. Ik wens u veel leesplezier!

In 1910 schreef Willem Elsschot al ‘Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren’. Ruim een eeuw later

zijn deze woorden nog steeds actueel. Want in uw reacties op het thema van de vorige uitgave van Public Class Magazine blijkt dat het werken aan toekomst bestendige organisaties sterk leeft. Een trend die door de toenemende regeldruk en de noodzaak tot bezuinigen versterkt wordt, maar waarbij de stap van willen naar georganiseerd krijgen (te) groot is. Het is de uitdaging voor bestuurders van publieke instellingen om vindingrijkheid aan daad kracht te koppelen en zo stappen voorwaarts te zetten. De woorden van Elsschot zijn misschien nog wel meer van toepassing op het thema van deze uitgave: innovatie. Innovatie is een onderwerp dat vraagt om reflectie en het loskomen van de waan van de dag. Tegelijkertijd een reden waarom het niet structureel op de bestuursagenda staat. De noodzaak tot innovatie in de publieke sector is groter dan ooit, mede als gevolg van de toenemende eisen van de maatschappij

Innovatie is geen luxe

3Public Class / Juni 20152

Welkom / Marita de Hair

Redactie EY

[email protected] www.ey.nl

ColofonPublic Class Magazine is een periodiek verschijnend informatie bulletin voor cliënten en relaties van EY. De teksten worden samengesteld onder verantwoordelijkheid van de Government & Public sector van EY.

SectorvoorzitterMarita de Hair

Decentrale OverheidMarita de Hair

[email protected] (088) 407 46 93

RijksoverheidRob Ellermeijer

[email protected] (088) 407 12 67

OnderwijsJohn Drost

[email protected] (088) 407 61 80

HVGMaarten Vis

[email protected] (088) 407 01 13

AdvisoryFrank Harmsen

[email protected] (088) 407 31 49

TAX Wolter Pot

[email protected] (088) 407 38 53

TAS Jan van der Geest

[email protected] (088) 407 16 95

Hoewel bij het redigeren van Public Class Magazine de grootst mogelijke zorg vuldig­heid wordt betracht, bestaat altijd de mogelijkheid dat bepaalde informatie na verloop van tijd verouderd of niet juist meer is. EY is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze uitgave.

Overname van artikelen is niet toegestaan tenzij met toestemming van de redactie.

Colofon

Profiel

6

Digicomissaris Bas EenhoornIn gesprek met Frank Harmsen over zijn missie: digitalisering bij de overheid

In Class

9 Publiek Leiderschap met Lef! Het thema voor de verkiezing van 2015 van de Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar

10 Als het om innovatie gaat, scoren wij op een index van nul tot tien toch al gauw een twaalf.

Wetsus weet innovatiecyclus aanzienlijk te verkorten

12 Woord van afscheid Rob Ellermeijer Een moment van reflectie op het verleden, maar ook op de toekomst

13 Het managen van de risicocultuur Beter inzicht in risicogedrag en –cultuur ondersteunt effectief risicomanagement

16 ‘Governments going circular’ Internationale ‘best practices’ voor de

overgang naar een circulaire economie

18 Naar excellente dienstverlening rond werk en participatie Inzicht in eigen processen maakt succesvol veranderen mogelijk

20 Zes megatrends die de wereld kunnen veranderen Krachten die onze toekomst kunnen bepalen

22 Plein Publiek • Gemeente Den Haag ontvangt

onderscheiding beste digitale loket • EY tekent overeenkomst

Overheidsmanager van het Jaar

23 Van de pers Een overzicht van recente EY­publicaties

22

10

16

20

13

9

Innovatie in de publieke sector

5Public Class / Juni 20154

In Class / Inhoudsopgave

“ Gemeentes die niet aanhaken? Dat kan dus helemaal niet! ”

gewoon met de iPad op de bank, bieden nog slechts zes Nederlandse gemeenten deze mogelijkheid. Waarom zo weinig? Wat voegt het zetten van een natte handtekening onder een geboortebewijs eigenlijk toe?”

Zijn er ook positieve voorbeelden?

“Als je kijkt naar de Belastingdienst en het UWV, die hebben al geweldige stappen voorwaarts gemaakt met hun digitale dienstverlening. Grootste uitdaging blijft het proces van identificatie en authenticatie. We moeten nog alles op alles blijven zetten om identiteitsfraude te voorkomen. Ik heb er overigens wel vertrouwen in dat het gaat lukken. Met een online biometrische check kun je de persoonlijke ontmoeting bij de kassa of het loket heel goed nabootsen. Ander voorbeeld: de laatste jaren zien we regelmatig schrijnende gevallen van instanties die langs elkaar heen werken en waarvan gezinnen de dupe worden. Met behulp van de Digitale Overheid kun je bijvoorbeeld een gezinscoach in één klap van alle relevante informatie voorzien. Dat leidt in ons land trouwens steevast tot geschrokken reacties van mensen die menen dat de privacy in het

geding is. Dat valt best mee volgens mij, want zo’n gezin moet zelf toestemming geven voor het gebruik van hun gegevens.”

Hoe ziet uw wekelijkse agenda er gemiddeld genomen uit?

“Ik voer overal gesprekken. Ik spreek bijvoorbeeld met informatie­architecten bij de centrale overheid die graag afspraken maken over gezamenlijke standaarden, maar ook constateren dat ieder departement vervolgens zijn eigen gang gaat. Met organisaties als het Kadaster spreek ik over hun beleid ten aanzien van het omgaan met open data. Heel boeiend, want daar hebben ze er heel erg veel van. De overheid moet als grootste informatie verwerkende entiteit veel meer doen met open data. Een land als Denemarken is erin geslaagd om door slim gebruik te maken van open data fors terug te gaan in ambtenaren. Als je beseft dat de gemiddelde leeftijd van de Nederlandse ambtenaar richting zestig gaat, is dat iets om over na te denken.Verder is een belangrijk onderdeel van mijn werk om ervoor te zorgen dat we in het Nationaal Beraad (waarin onder andere de Belastingdienst, het UWV, gemeenten, provincies en departementen vertegenwoordigd zijn, red.) tot gezamenlijke afspraken komen. Lukt dat niet, dan kan ik escaleren naar de ministerraad door zelf met een voorstel te komen, zoals ik heb gedaan ten aanzien van de financiering van de Generieke Data Infrastructuur. Daar is de ministerraad toen direct mee akkoord gegaan, enigszins tot verwondering van het Nationaal Beraad dat misschien dacht er in tweede termijn over te kunnen beslissen.”

Digicommissaris Bas Eenhoorn wil tempo maken met digitalisering

In het voorjaar van 2014 benoemde de ministerraad Bas Eenhoorn tot Nationaal Commissaris Digitale Overheid. Zijn opdracht: het aanjagen van beleidsontwikkeling en vernieuwing op het gebied van digitalisering bij de overheid en de daarmee verbonden uitvoeringsorganisaties. Zijn aanstelling per 1 augustus 2014 geldt voor een periode van vier jaar, maar Eenhoorn stelt dat hij de klus het liefst in de helft van de tijd zou klaren.

Harmsen: Vanwaar dat ongeduld?

Eenhoorn: “Het is echt noodzakelijk om tempo te maken. De transformatie die we in de samenleving meemaken voltrekt zich in een geweldig tempo. Thuiswinkelen, het is eigenlijk al de normaalste zaak van de wereld. En als iemand tegen mij zegt: dat en dat boek is zo schitterend dat moet je lezen, dan kost het mij maar een paar muis­klikken en datzelfde boek staat op mijn e­reader. Moet je eens bedenken hoeveel inspanningen je daarvoor vroeger moest doen.De rol van de overheid moet zijn dat ze veel innovatiever op zulke ontwikkelingen inspeelt. Weliswaar heeft Nederland met de ons omringende landen één van de digitaal meest ontwikkelde overheidsapparaten, maar het probleem is dat de groei bij ons stagneert. Daar maak ik me echt zorgen over. Ik constateer dat andere landen die voorop lopen met digitalisering directer worden aangestuurd. Die hebben in de

meeste gevallen ook een ministerie van Informatie­voorziening. Ik ben een groot voorstander van een dergelijk ministerie.”

Dat klinkt als het inzetten van zwaar geschut.

“Linksom of rechtsom, we moeten naar een situatie dat de overheid steeds meer als één loket functioneert. Dat daar verschillende instanties achter zitten, boeit de burger niet. We zien al geweldige voorbeelden van gemeentelijke digitale dienstverlening, zoals bij de gemeente Molenwaard, en zijn er belangrijke opinie­makers bij gemeenten die de digitalisering en nood­zakelijke standaardisering stimuleren. Maar ik ken ook voorbeelden van gemeenten die angstvallig proberen vast te houden aan wat ze als hun eigen domein beschouwen. Het concept van de Digitale Overheid staat dit domeindenken echter niet toe. In de top van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hoor ik mensen zeggen: wij hebben ons eigen tempo als het om digitalisering gaat. Mijn opdracht is er op te wijzen dat ook de VNG deel is van een groter geheel. Gemeentes die niet aanhaken? Dat kan dus helemaal niet! Mijn indruk is overigens dat gemeentes best aan de digitalisering willen, maar dat ze soms worstelen met archaïsche wetgeving. Neem het doen van aangifte van de geboorte van een kind. Terwijl 75 procent van de ouderparen dat het liefst digitaal zou willen doen,

Frank Harmsen en Bas Eenhoorn

Officieel is hij de Nationaal Commissaris Digitale Overheid, maar zelf noemt Bas Eenhoorn zichzelf consequent de Digicommissaris. Sprekend over zijn werkzaamheden valt het woord ‘fascinerend’ opvallend vaak. Aan Frank Harmsen, partner EY en bijzonder hoogleraar informatiemanagement aan de Universiteit van Maastricht, vertelt Eenhoorn over zijn missie.

“Digitalisering gaat ook de besluitvorming veranderen, daar geloof ik heilig in”

7Public Class / Juni 20156

Profiel / Digigcommissaris Bas Eenhoorn

U zet alle vergaderstukken voor het Nationaal Beraad ook standaard online.

“Dat klopt. De leden van het Beraad schrokken zich in eerste instantie wild, want die stukken waren toch nog niet besproken? Dat is dan maar zo, dit is de manier waarop ik wil werken. Ik wil mensen erbij betrekken en ze de kans geven om mee te denken en feedback te geven.”

Sommige mensen zeggen: digitalisering creëert een tweedeling in de samenleving.

“Op mijn beurt zeg ik dan: hebben we die nu dan niet? Tien tot twaalf procent van de volwassen Nederlandse bevolking is niet taalvaardig. Analfabetisme is een probleem van de oude wereld en het groeit bovendien. Maar dat heeft niets met het verschijnsel digitalisering te maken. Ik denk zelfs dat de digitalisering analfabeten kan helpen met slimme apps. Tegenwoordig kunnen mensen bijvoorbeeld vragen stellen aan hun smartphone. Fantastisch toch? Je ziet trouwens ook dat oudere mensen die een computercursus hebben gedaan erin slagen om hun sociale mogelijkheden enorm te vergroten. Nee, ik ben helemaal niet negatief over de effecten van de voortschrijdende digitalisering. In de vorige eeuw hebben we ongelofelijk veel energie gestopt in het ontwerpen en bouwen van machines die ons een grotere spierkracht konden leveren. Nu betreden we het tijdperk waarin we machines maken die een grotere denkkracht hebben dan wijzelf. Dat ze meer rekenkracht hadden dan de mens wisten we al. Maar we gaan nu naar echt slimmere machines, die worden geprogrammeerd door andere machines. Een fascinerende ontwikkeling. Hoe gaan we dan leven?”

Deskundigen voorzien dat mensen over meer vrije tijd gaan beschikken en tegelijkertijd neemt hun welvaart fors toe. Als sociale wezens blijven we elkaar wel ontmoeten, dus met mooi weer gaan we samen golfen of fietsen.

“Je kunt je afvragen of mensen als het om hun werk gaat ook zulke sociale wezens zijn. Volgens mij is dat dan namelijk gewoon

Over Bas EenhoornBas Eenhoorn (1946) studeerde geografie aan de Rijks­universiteit Groningen en was twintig jaar burgemeester. In die periode was hij actief op tal van gebieden van het openbaar bestuur. In 1996 stapte hij over naar het bedrijfsleven; eerst als partner van EY, vervolgens als vice­president bij Capgemini. In deze functies hield hij zich onder andere bezig met digitaliseringsvraagstukken. Vanaf 2007 is hij met regelmaat waarnemend burgemeester van nieuwe gemeenten en actief als zelfstandig adviseur voor strategische vraagstukken in het openbaar bestuur. Eenhoorn combineert ervaring met automatiserings­projecten met ervaring in het openbaar bestuur.

EY nieuwe sponsor van De Overheidsmanager van het JaarDe overheid staat voor grote uitdagingen en dit vraagt om uitzonderlijk leiderschap. Overheidsmanagers met lef durven het voortouw te nemen en vormen de verbindende factor tussen samenleving en politiek.

Binnen een goed werkende overheid inspireren we elkaar. Brengen we de juiste kennis en de juiste mensen samen en nemen we onze verantwoordelijk heid. Dat is waarom wij ons verbinden aan de verkiezing van De Overheidsmanager van het Jaar. Wij begeleiden overheden bij veranderingen en grote thema’s. Ontwikkelde of opkomende economieën, internationaal, nationaal en lokaal. Wij weten wat er speelt en dragen oplossingen aan die een blijvend effect hebben.

De verkiezingDe verkiezing van 2015 staat in het teken van Publiek Leiderschap met Lef! De jury van de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar, onder leiding van Ank Bijleveld, is dit jaar op zoek naar overheidsmanagers die met lef leiderschap tonen, buiten de lijnen durven te kleuren en die ruimte geven aan bevlogen medewerkers om zich optimaal te kunnen inzetten. De bijbehorende award wordt op maandagavond 23 november a.s. in de Ridderzaal te Den Haag uitgereikt tijdens de Overheidsawards, waarbij ook andere bijzondere prestaties in de publieke sector bekend gemaakt worden.

Kijk voor meer informatie en aanmelden op overheidsmanager.nl.

De Overheids manager van het Jaar Publiek Leiderschap met Lef!

Betrokken en competente medewerkers gaan de uitdagingen waar de overheid voor staat aan, meer dan ooit zijn het krachtig overheidsmanagement en publiek leiderschap die het verschil maken. Naast noodzakelijke talenten, maat schap pelijke betrokkenheid en passie, moet de overheidsmanager signalen uit de samenleving kunnen vertalen naar de politiek en de dienstverlening organiseren richting de burger. De stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar brengt deze bijzondere topambtenaren die het verschil maken onder de aandacht en draagt daarmee in positieve zin bij aan het beeld van de functie van overheidsmanager.

afgelopen. Reken er maar op dat de technologie minimaal tien keer beter wordt dan nu het geval is. Als je in de toekomst met een groep mensen over een beleidsnota gaat discussiëren, zit iedere deelnemer gewoon thuis met een iPad op de bank. (Wijst om zich heen in de vergaderkamer, red.) Dan zijn ruimtes als deze allemaal flauwekul.“Digitalisering gaat ook de besluitvorming veranderen, daar geloof ik heilig in. In de toekomst zullen digitale platforms individuen en groepen in staat stellen om een deel van de zeggenschap van het lokaal bestuur over te nemen. Alle benodigde kennis is immers voor iedereen digitaal beschikbaar. Over bepaalde onderwerpen of op bepaalde locaties kunnen mensen zo hun eigen beslissingen nemen. Dat is in feite een decentralisatie van de macht.”

Kun je daarmee stellen dat het klassieke beeld van digitalisering als bedreiging voor de burger in de hoedanigheid van de gevreesde Big Brother kantelt naar een situatie waarin de autonomie van de burger juist wordt vergroot?

“Zo had ik het nog niet bekeken, maar dat klinkt heel aannemelijk. De gegevens van de burgers kunnen weliswaar steeds gemakkelijker worden gedeeld of samengebracht op één plek, bijvoorbeeld in een digitaal kluisje. Maar daar kan de overheid zonder toestemming van de burger niet zomaar bij. Ook de overheid moet rekening houden met wetgeving rondom bescherming van persoonsgegevens.“Over de autonomie van de burger gesproken: in onze samenleving beschouwen we de representatieve democratie als het hoogste doel. Terwijl De Tocqueville al in de negentiende eeuw schreef dat de Amerikaanse democratie in feite niets anders is dan de dictatuur van de meerderheid. Het lijkt me zinvol daar eens over na te denken, ook door de 150 mensen op het Binnenhof. Het kan niet zo zijn dat zij met de rug naar de digitale samenleving blijven zitten.”

Winnaar 2014: Maarten Hajer, directeur Planbureau voor de Leefomgeving

Marita de Hair, EY, en Annemarie Jorritsma, voorzitter Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar

Frank HarmsenPartner Advisory bij EY, sector Government & [email protected]

9Public Class / Juni 20158

Overheidsmanager van het jaarProfiel / Digigcommissaris Bas Eenhoorn

Wetsus weet innovatiecyclus aanzienlijk te verkortenHoewel niet zo bekend bij het grote publiek, geniet het in Leeuwarden gevestigde Wetsus in kringen van watertechnologen wereldwijd groot aanzien. In tien jaar tijd ontstond een technologisch topinstituut. “Als het om innovatie gaat, scoren wij op een index van nul tot tien toch al gauw een twaalf.”

De naam Wetsus, een samentrekking van het Friese woord voor water (wetter) en het Engelse woord voor duurzaam (sustainable), beschrijft in feite de core business van dit European centre of excellence for sustainable water technology. Johannes Boonstra is er werk zaam als zakelijk directeur. Boonstra, biotechnoloog en sinds 1992 werkzaam in de waterzuivering, stond mede aan de wieg van Wetsus. Bij het in het Friese Balk gevestigde Paques, een kennisintensief waterbedrijf, ontmoette hij Cees Buisman – in eerste instantie zijn stagebegeleider, later zijn collega. Elf jaar na die eerste ontmoeting startten ze samen Wetsus.

Ivoren torensIn de provincie Friesland leefde eind jaren negentig de wens om tot een academisch kenniscentrum te komen. Gezien de aanwezige bedrijvigheid op het gebied van water viel de keuze op een centrum voor watertechnologie. Onder de initiatiefnemers was het eerder­genoemde Paques. Daar hadden Buisman en Boonstra ervaren dat de samenwerking tussen bedrijfsleven en universiteiten dikwijls moeizaam verliep. Boonstra: “In feite kwam die samenwerking erop neer dat hoogleraren elkaar twee keer per jaar ontmoetten om zich vervolgens weer terug te trekken in de ivoren torens van hun vak­groepen. Voor bedrijven is dat lastig. De gedachte achter Wetsus was dat de samenwerking tussen kennisdisciplines veel intensiever van karakter zou moeten zijn, om zo tot echte kennisvernieuwing te komen.” In 2003 maakten Boonstra en Buisman de overstap naar Wetsus. Buisman als wetenschappelijk en Boonstra als zakelijk directeur. Samen vormen ze sindsdien de executive board van Wetsus.

Een uniek bestuursmodel, volgens Boonstra, want geen van beiden is voorzitter. “Hier gebeurt niets als wij het er niet samen over eens zijn.”Bij de start van Wetsus werd er in wetenschappelijke kringen de nodige zorg geuit of ‘kenniswoestijn’ Leeuwarden wel de juiste vestigingsplaats voor een technologisch topinstituut kon zijn. Die zorg is ongegrond gebleken, weet Boonstra. “De kwaliteit van de universitaire wereld wordt onder meer afgemeten aan de zogenoemde relatieve citatie­impact. Scoor je een 1 op wetenschappelijke output dan zit je op het wereld­gemiddelde in je vakgebied en scoor je een 2, dan doe je het dubbel zo goed. Wetsus scoort bijna een 3, waarmee we volgens een recente vergelijking het beste watertechnologisch instituut ter wereld zijn. Natuurlijk zijn er meer waterinstituten in de wereld, en ook grotere. Wat ons van hen onderscheidt is dat wij volledig focussen op water­kwaliteit. Wij houden ons bijvoorbeeld niet bezig met ecologie of het bestuderen van dijken en waterlopen.”

TechnostartersWaterCampus Leeuwarden, waarvan Wetsus onderdeel is, is in feite het innovatiesysteem waar onderzoek, onderwijs en overheid samen­komen. Boonstra omschrijft het als ‘een schil om het onderzoek om kennis naar bedrijven te kunnen brengen’. In de elf jaar dat Wetsus bestaat heeft dat geleid tot het ontstaan van 26 spin­off bedrijven in de vorm van technostarters. Volgens Boonstra een ideaal model voor valorisatie van kennis. “Een technostarter vecht zich bij wijze van spreken dood om nieuwe technologie succesvol naar de markt te brengen. Binnen grote bedrijven lukt dat vaak niet.”Het onderzoek bij Wetsus is anno 2015 georganiseerd rond 23 thema’s.

Voorbeelden van dergelijke thema’s zijn: ontzilting van water, energie uit water en het terugwinnen van grondstoffen (zoals fosfaten) uit water. Aan elk thema verbinden zich vijf tot acht bedrijven door voor een periode van vier jaar in te tekenen a raison van € 27.500 per jaar. Dat is dus een out of pocket commitment van € 110.000, een bedrag dat niet zelden oploopt omdat bedrijven voor enkele jaren bijtekenen of zich aan meerdere thema’s verbinden. Lidmaatschap van het thema geeft bedrijven toegang tot exclusieve kennis en inspraak in het programma. Een dergelijke langjarige samenwerking is volgens Boonstra vooral een investering in vertrouwen. “Zonder vertrouwen geen samenwerking”, is zijn stelling.In de diverse thema’s worden de ideeën die bedrijven inbrengen gekoppeld aan universitaire kennis. In het laboratorium van Wetsus werken zestig PhD­onderzoekers, die verbonden zijn aan 52 leerstoelen van 20 Europese universiteiten. Volgens Boonstra schuilt de kracht van het Wetsus­concept in het feit dat allerlei kennisdisciplines intensief en vooral ook fysiek samenwerken. “Door mensen bij elkaar te brengen, kun je belangrijke wetenschappelijke progressie boeken. Een chemisch technoloog spreekt in principe een andere wetenschappelijke taal dan een moleculair bioloog. Zet ze bij elkaar, dan begrijpen en helpen ze elkaar. Dat werkt onderling bevruchtend.”

Korte innovatiecyclusVolgens Boonstra (“Als het om innovatie gaat, scoren wij op een index van nul tot tien toch al gauw een twaalf”) is het geheim van Wetsus het koppelen van wetenschappelijke excellentie aan commerciële relevantie. “Om een concept van idee tot marktrijp product te ontwikkelen vergt

doorgaans lange leadtimes. Onze aanpak verkort de innovatiecyclus aanzienlijk. Ons project Blue Energy, waarmee we elektriciteit maken uit het mengen van zoet en zout water, is daar een goed voorbeeld van. We zijn er in 2005 mee gestart en we hebben vorig jaar, in minder dan tien jaar tijd, een installatie op de Afsluitdijk geopend. Normaal duurt zo’n traject 25 jaar.”Eind 2014 heeft Wetsus met haar 150 medewerkers een nieuw gebouw betrokken. Boonstra is er trots op. Net als het feit dat wetenschappelijke artikelen uit de koker van Wetsus regelmatig worden opgenomen in de meest prestigieuze scientific journals. Boonstra: “We spelen dus niet in een of andere Friese regiocompetitie, dit is echt het niveau Champions League.” Het maakt hem ook als Fries trots. Na meer dan tien jaar is hij Wetsus nog lang niet beu. “Wetsus is echt ons kindje. Men zegt dat je je kind los moet laten als het achttien wordt, maar misschien is 24 wel beter. Ik zit hier nu elf jaar. Dus ik heb nog heel wat jaren om een bijdrage te leveren aan de Europese ambities van Wetsus.”

Wetsus in het kortDe helft van het jaarbudget van Wetsus, een stichting zonder winstoogmerk, is afkomstig van de overheid, een kwart komt van het bedrijfsleven en nog eens een kwart uit de universitaire wereld. In 2015 bedraagt het onderzoeksbudget circa € 16 miljoen, waarmee 65 PhD­onderzoeksprojecten worden gefinancierd. Het aantal internationale bedrijven waarmee Wetsus samenwerkt, groeit dit jaar naar boven de honderd en het aantal universiteiten bedraagt twintig. Onderzoekers van Wetsus schreven in de afgelopen elf jaar in totaal 73 patenten op hun naam.

Johannes Boonstra en Cees Buisman

“We spelen niet in een of andere Friese regiocompetitie, dit is echt het niveau Champions League ”

11Public Class / Juni 201510

Innovatie in beeld / Wetsus

Op 19 juni 2015 neem ik na 37 jaar EY afscheid van mijn actieve loopbaan als partner. Dat betekent het afgeven van mijn laatste controleverklaringen over het boekjaar 2014. In de de afgelopen 28 jaar heb ik naast mijn private cliënten ook een rol mogen spelen in het publieke domein. Als accountant van vele gemeenten, provincies en rijksinstellingen heb ik veel controleverklaringen afgegeven en veel advieswerk verricht. Ook heb ik mogen bijdragen aan de vormgeving van nieuwe wet­ en regelgeving onder meer op het gebied van de jaar verslaggeving (BBV), rechtmatigheids­controle (onder meer in het platform recht­matigheid controle provincies en gemeenten) en de governance en het financieel beheer van gemeenten (dualisme, verordeningen financieel beleid en beheer en de inrichting van de financiële organisatie). Ik heb een mooie tijd gehad en met heel veel fantastische mensen mogen samenwerken, waarvoor ik zeer dankbaar ben.

Een moment van afscheid is een moment van reflectie op het verleden, maar ook op de toe­komst. De accountantscontrole bij gemeenten en provincies bevindt zich in een dynamische periode. Na de kwaliteitsdiscussies bij de kantoren, mede ingegeven door de AFM toetsing en discussies over de kosten van de controle en de relatie tussen accountant en gemeenten en provincies, onder meer in de commissie BBV en verschillende werkgroepen, is het goed om de huidige en toekomstige invulling van de accountantscontrole nog eens tegen het licht te houden.

Uit de huidige maatschappelijke discussie komt de vraag boven: Is de accountant een wettelijk moetje of een maatschappelijke functie met voldoende meerwaarde? Mijns inziens is het belangrijk dat de accountant behalve als controleur ook de natuurlijke adviesrol goed invult en door de gemeente of provincie op zijn kennis en ervaring in zijn kracht wordt gezet. Alleen dan kan de accountant een belangrijke meerwaarde leveren, primair voor de gemeenteraad en Provinciale Staten, maar zeker ook voor de organisatie en de colleges van B&W en GS. Accountant, gemeenteraad en Provinciale Staten horen partners te zijn in het bewaken van de inrichting en invulling van goed openbaar bestuur.

De meerwaarde van accountantscontrole zit in de combinatie van kennis en ervaring en de praktische invulling en het bieden van oplossings gerichte aanbevelingen. Belangrijk is dat raad en Provinciale Staten beter in staat gesteld worden om te sturen op politiek relevantie indicatoren en de relevante risico’s zoals bij verbonden partijen, grond exploitaties, grote investeringen, het sociale domein en de zorg en een doelmatige en rechtmatige inkoop en aanbesteding. De accountant ondersteunt vanuit de natuurlijke adviesfunctie met het leggen van de juiste accenten bij het analyseren van de jaarrekening en het jaarverslag, onder meer met scherpe data­analyses en kritische en opbouwende adviezen over de inrichting van de begroting en de planning­ & controlcyclus. Bij het versterken van de beheersorganisatie

gaat het om het juiste evenwicht tussen betrouwbaar en rechtmatig enerzijds en doel­matig anderzijds. De accountant zal ook een kritisch oog moeten hebben voor een overkill aan administratieve lasten en gedrag en managementstijlen in de organisatie. Daarnaast wordt ook de aandacht voor duur­zaamheid steeds belangrijker, zowel op het gebied van milieu als sociaal verantwoord personeelsbeleid. Worden voldoende kansen geboden aan arbeidsbeperkten en wordt diversiteit gestimuleerd in man­vrouw verhoudingen en op multicultureel gebied ?

Onderwerpen die met het oog op een adequate controle en verantwoording dichtbij de accountant staan. Vanuit de belangrijke maatschappelijke rol van de accountant heeft het beroep uitstekende toekomstmogelijk­heden. Essentieel is dat de natuurlijke advies­ en kennisrol van de accountant goed worden ingezet en blijvend wordt gewerkt aan een optimale samenwerking tussen raad, Provinciale Staten en accountant. Alleen dan komt de meerwaarde van de accountant tot zijn recht en wordt accountantscontrole geen moetje. Ik heb er alle vertrouwen in dat de Government & Public sector van EY, onder leiding van Marita de Hair, de gevraagde meerwaarde van de accountant ook in de komende jaren op vernieuwende wijze uitstekend zal invullen. Rob Ellermeijer, mei 2015

Na 37 jaar EY is het tijd om het stokje over te dragen aan de nieuwe generatie, tijd voor reflectie op de accountantscontrole bij gemeenten en provincies

Woord van afscheid Rob Ellermeijer

Beter inzicht in risicogedrag en -cultuur ondersteunt effectief risicomanagement

Hoe kan het dat in de ene publieke instelling die volledig is dicht­getimmerd met interne beheersings­maatregelen dingen mis gaan, terwijl in de andere instelling waar niets is geregeld alles foutloos verloopt? Dat is het resultaat van de heersende risicocultuur. Het goede nieuws: die is te managen.

De prestaties van organisaties in het publiek domein liggen meer dan ooit onder een ver­grootglas. De druk op de prestaties neemt toe, evenals de eisen die aan de verantwoording worden gesteld. Lokale overheden worden ge­acht de effecten van de decentralisaties in goe­de banen te leiden terwijl de onderwijssector zich geconfronteerd ziet met kwaliteitsafspra­ken in verband met de Wet sociaal leenstelsel en de verplichte continuïteitsparagraaf in de jaarrekening. Dergelijke veranderingen vergro­ten de onzekerheid waardoor steeds meer pu­blieke instellingen zich afvragen: hoe kunnen wij flexibel op veranderende omstandigheden inspelen en tegelijkertijd aan alle regels en maatschappelijke eisen blijven voldoen? Hier­voor richten ze risicomanagementsystemen in. Het zijn mensen die risico’s in organisaties ma­nagen. Het gedrag van mensen is van signifi­cante invloed op de effectiviteit van risicoma­nagement. Dat is waar risicocultuur over gaat. Het raakt aan uitspraken als ‘dit is hoe wij de dingen hier doen’. Cultuur bepaalt hoe serieus we bepaalde zaken nemen: onze keuzes, onze doelen en ons beoordelingsvermogen. Negeer je de kracht van cultuur, dan kun je één ding verwachten: het onverwachte.

Ongrijpbare zakenHet evalueren van de risicocultuur stelt instel­lingen in staat inzicht te verkrijgen in het risico­gedrag en de effectiviteit van middelen om het gewenste risicogedrag te realiseren. Door de toenemende wet­ en regelgeving en de hou­ding van bestuur en toezicht – die vanzelfspre­kend geen behoefte aan incidenten hebben – zijn veel publieke organisaties genoodzaakt hun risicocultuur onder de loep te nemen. Fac­toren die aanleiding geven om over risicoge­drag na te denken zijn bijvoorbeeld:• Onbehoorlijk gedrag en incidenten.• Splitsing of samenvoeging van instellingen.• Fraude en andere onregelmatigheden.• Behoefte van het bestuur aan bevestiging

van de bestaande risicocultuur.

Het managen van de risicocultuur is complex omdat het zowel vaste als ongrijpbare zaken omvat over verschillende disciplines. Omdat het zowel de normen en waarden als de risicobereid­heid van mensen betreft als hun dagelijkse taken en activiteiten. De sleutel naar verbetering is het werken aan dingen waarvan we weten dat we ze kunnen veranderen. Dat is precies wat het Risicocultuurmodel van EY doet.

13Public Class / Juni 201512

Visie / RisicocultuurAfscheidsartikel Rob Ellermeijer

Aan de hand van een gestructureerde analyse van de bestaande risicocultuurmechanismen krijgen we inzicht hoe deze de risicocultuur van de organisatie beïnvloeden. Op basis van deze aanpak wordt duidelijk welke mechanismen dienen te worden versterkt of juist moeten worden afgezwakt.

Goed ingerichte mechanismen ondersteunen de versterking van het gewenste gedrag waar­door instellingen kunnen vertrouwen op het handelen van werknemers. Denk hierbij aan organisaties waarin mensen:

• Elkaar leiden en beïnvloeden om de juiste richting op te gaan.

• Informatie correct analyseren en interpreteren.

• Zich verantwoordelijk en aansprakelijk voelen.

• Zich meewerkend opstellen en goed samenwerken.

• Ethisch en in lijn met de regels opereren.• Zich aanpassen aan veranderende

omstandigheden.• De belangen van alle stakeholders

voor ogen houden.

TekortkomingenDoor de impact van de risicomanagement­mechanismen te analyseren, is het mogelijk om de risicocultuur te veranderen in iets dat meetbaar is. Op basis van onze ervaringen hebben wij enkele veel voorkomende tekort­komingen geïdentificeerd waar organisaties mee te maken krijgen bij het evalueren van de risicocultuur. Voorbeelden hiervan zijn:

• Gebrek aan duidelijke evaluatiedoelstellingen en beoordelingscriteria.

• Versterking van de huidige risicocultuur in plaats van werken aan de gewenste risicocultuur.

• Een overkill aan surveys wat vaak resulteert in een lage respons.

• Geen aansluiting op het organisatiemodel. • Evaluaties zijn soms gebaseerd op

vooroordelen en weinig objectief.

Om de risicocultuur in kaart te brengen is het cruciaal om ook het daadwerkelijke gedrag in de gehele organisatie te meten. Door een dergelijke meting herhaaldelijk uit te voeren kunnen effecten van interventies worden vastgesteld en de resultaten worden teruggegeven aan betrokkenen. De meting is gebaseerd op een onderliggend model waarin houding, gedrag en denkwijze met elkaar in verband worden gebracht. Uit deze meting kunnen alle waarden en gedragingen worden samengesteld. De evaluatie is zo ontwikkeld dat vaardigheden nauwkeurig en niet manipuleerbaar uit gevraagd worden. Alleen al de rapportage van onder zoeks­resultaten en het bespreken van de eventuele consequenties leidt direct tot nadenken over houding en gedrag.

Het in beeld brengen van de uitkomsten geeft vervolgens aan in welke mechanismen men dient in te grijpen. Hierbij valt te denken aan het maken van nieuwe of andere afspraken, het uitoefenen van extra toezicht of aanvullende controles. Uit de analyse van de data wordt duidelijk welke veranderingen in de mechanismen

het meest kansrijk zijn. Deze evaluatie kan periodiek herhaald worden om vast te stellen of de veranderingen in de mechanismen hebben geleid tot de gewenste verbeteringen in het gedrag. Omdat instellingen van elkaar verschillen, zal ook de balans tussen de mechanismen per organisatie afwijken. De risicobereidheid verschilt van organisatie tot organisatie. Bij gemeenten neemt men bijvoorbeeld vaker risico’s omdat er minder een afrekencultuur is. En bij woningcorporaties is de risk appetite door tal van incidenten de afgelopen jaren fors gedaald. Het model van EY helpt publieke instellingen om aan te tonen welke praktische en pragmatische stappen nodig zijn om het gedrag te ondersteunen en deze tevens te monitoren. Door het doorvoeren van de verbeteringen zal het risicomanagement van de instellingen sterk kunnen verbeteren.

EY RisicocultuurmodelOns Risicocultuurmodel laat zien dat een combinatie van mechanismen en gedrag de risicocultuur beïnvloedt:

• Mechanismen. Denk hierbij aan zaken als stimuli, leiderschapsstijlen, opzet/inrichting van organisaties en het raamwerk van interne beheersing.

►• Gedrag. Aanpassingsvermogen, beïnvloed­baarheid, ethische grenzen, de bereidheid om zaken aan de kaak te stellen, kennis te delen, et cetera.

Gedrag is van invloed op de risicocultuur­mechanismen. Zowel in positieve als in negatieve zin. Immers ‘slecht’ gedrag zal de

effectiviteit van de mechanismen verzwakken en andersom zal ‘goed’ gedrag de risicocultuur­mechanismen juist versterken. Zo beïnvloedt het mechanisme ‘volwassen beleid’ de manier van werken op een positieve manier, maar ondermijnt een ‘slechte houding’ zelfs de beste protocollen.

Marco Boer Specialist op het gebied van Risicocultuur bij [email protected]

“ Negeer je de kracht van cultuur, dan kun je één ding verwachten: het onverwachte ”

15Public Class / Juni 201514

4. Ontwikkel een alomvattende visie of strategie In deze fase zullen nog niet alle gevolgen en veranderingen duidelijk zijn. Toch is het belangrijk een langetermijnvisie op circulariteit te formuleren. Stel doelen voor de lange termijn en maak een duidelijke routekaart voor de komende paar jaar.

5. Betrek belanghebbenden bij het proces: ga de dialoog aanBetrek al in een vroeg stadium alle belanghebbenden bij het proces om de overgang soepel te laten verlopen. Daag hen uit om zelf met ideeën en oplossingen te komen en geef input voor de overkoepelende visie, strategie en beleidsinstrumenten. Dit zal resulteren in betrokkenheid, draagvlak en de meest veelbelovende oplossingen.

6. Kies instrumenten en ontplooi initiatievenNadat de hotspots zijn vastgesteld en de belanghebbenden bij het proces zijn betrokken, moet worden bekeken wat het meest effectieve beleids instrument is. Een overheid beschikt over meerdere instrumenten om verandering teweeg te brengen en een circulaire economie te bevorderen: wet­ en regelgeving, belastingmaatregelen, subsidies, partnerschappen en openbare aanbestedingen. De overheid kan zelf bepalen welk instrument in de gegeven context het meest doeltreffend is. Nogmaals, via de website kunt u zich laten inspireren en gegevens vinden van deskundigen wereldwijd. Wanneer eenmaal is besloten waar en met welke instrumenten de circulaire economie zal worden ingevoerd, is het tijd om doeltreffende initiatieven in gang te zetten. Dit kunnen aanvankelijk opzichzelfstaande projecten zijn.Dat is niet het uiteindelijke doel maar de eerste stap op weg naar een circulaire economie, waarbij na een bescheiden start kan worden toegewerkt naar een snelle schaalvergroting. Vanzelfsprekend moeten de resultaten in de loop van de tijd worden gemeten en geëvalueerd.

7. Toezicht, aanpassing en schaalvergrotingDe overgang naar de circulaire economie zal verscheidene jaren in beslag nemen. Gedurende die tijd moet de geboekte voortgang worden gemeten en moet de routekaart worden bijgesteld. Initiatieven die blijken te werken, zullen op grote schaal worden uit gevoerd. Stap voor stap zal de circulaire economie worden gerealiseerd.

Als overheid circulariteit stimuleren, hoe gaat dat in zijn werk?Diverse nationale en lokale overheden wenden hun invloed aan om circulair­economische bedrijfsmodellen te initiëren en door te ontwikkelen. Door gebruik te maken van wet­ en regelgeving, belasting­maatregelen en subsidies, en partnerschappen spelen overheden een cruciale rol in het effenen van de weg naar circulariteit. Een ander, niet onbelangrijk middel dat overheden kunnen inzetten, is de invloed die zij hebben als aanbesteder.

‘Best practices’Uit de global scan blijkt dat Japan zeer ver is met het herwinnen van grond stoffen in de industrie, Seoul een zeer ambitieus ‘sharing platform’ heeft gelanceerd en de regio Vlaanderen laat zien dat met de juiste combinatie van wetgeving en marktwerking een groot deel van de waardevolle grond stoffen in bouwpuin kan worden teruggewonnen. Een door de Zuid­Afrikaanse overheid gesteund programma voor banden recycling toont bovendien aan dat ook opkomende economieën circulaire modellen omarmen.

Het is bemoedigend te zien hoe bepaalde regeringen en lokale overheden zich al van hun verantwoordelijkheden kwijten, maar er is nog een lange weg te gaan. We hebben daarom een praktische aanpak geformuleerd aan de hand waarvan u in uw eigen land, provincie of stad circulariteit kunt toepassen:

1. Begrijp waarom circulariteit noodzakelijk isDe eerste stap is echt te begrijpen waarom de circulaire economie noodzakelijk is. Verdiep u in de basisfeiten: waarom ons huidige model niet houdbaar is en welke fundamentele veranderingen moeten plaats ­vinden om de lineaire economie achter ons te laten. Maar nog belangrijker is dat u inziet welke kansen een circulaire aanpak oplevert.

2. Geef het goede voorbeeldDe krachtigste manier om de noodzaak van circulariteit zichtbaar te maken, is tot actie over te gaan. Het is dan ook ten sterkste aan te raden dat u zelf een toonaangevende circulaire organisatie wordt. Door uw eigen procedures te transformeren en door de invloed die u als overheid hebt via uw inkoopbeleid te gebruiken om leveranciers te stimuleren, kunt u leren zich bewust te worden van de praktische uitdagingen en ze te overwinnen. Als overheid zult u ook leren welke regelgeving u moet aanpassen om een circulaire economie te faciliteren. Daarmee geeft u een krachtig signaal aan de markt dat u als overheid werk maakt van de overgang.

3. Breng de circulaire economie in kaartDe beginselen van de circulaire economie moeten naar uw lokale context worden vertaald. Stel vast op welke sectoren en beleid s­terreinen de circulaire economie het meest van invloed is, bijvoorbeeld afval, hulp bronnen of ruimtelijke ordening. Denk in termen van overvolle vuil stort plaatsen die uit hun voegen barsten; materialen die gevoelig zijn voor prijsschommelingen en onregelmatige aanvoer; of overbevolking in stedelijke gebieden die tot verkeersdruk leidt en de woningmarkt sterk onder druk zet. Op grond van deze eerste beoordeling van de lokale context kunnen bepaalde ‘hotspots’ worden vastgesteld.

Nederlandse, maar ook andere over heden in Europa en de rest van de wereld, stimuleren sneller de vruchten te plukken van meer circulariteit, waar onder een afname van de import afhankelijkheid, minder afval, een sterke innovatie­impuls en naar verwachting duizenden nieuwe banen. Dat was het doel van de global scan ‘Government going circular’. De ‘best practices’ vormen een bron van inspiratie voor overheden enzijn een goed voorbeeld van innovatief denken.

Franc van den Berg partner Cleantech and Sustainability Services bij [email protected]

‘Governments going circular’De overgang naar een circulaire economie

De global scan is uitgevoerd door De Groene Zaak in samenwerking met haar partners Accenture, EY, IMSA en Royal Haskoning DHV. Het is de eerste wereldwijde inventarisatie van overheidsinitiatieven die de overgang naar een circulaire economie faciliteren en geeft een dieper inzicht in de stand van zaken op dit punt. De bestudeerde ‘best practices’ zijn toegankelijk via de interactieve website govsgocircular.com, waar overheden zich kunnen laten inspireren en contact kunnen leggen met deskundigen wereldwijd. Daarnaast wordt in een parallel uitgebrachte publicatie een aantal bevindingen en inzichten op een rij gezet.

“De rol van de overheid om een circulaire economie mogelijk te maken en te stimuleren is van cruciaal belang. Deze global scan draagt hier op een heel natuurlijke manier aan bij en voorziet hiermee in een behoefte van overheden én bedrijven. Deze kennis zullen we inzetten om hun kansen op het vlak van circulaire economie te verzilveren.”

17Public Class / Juni 201516

Analyse / Circulaire overheid

Het is niet voor niets dat de infrastructuur om mensen naar werk of participatie te leiden wordt herijkt. De uitvoering zal nog doelmatiger en effectiever moeten worden ingericht. Taken van sociale werk­voorzienings bedrijven en sociale diensten worden steeds meer in het verlengde van elkaar georganiseerd, als in een keten. In enkele regio’s ontstaan hierdoor ‘participatie bedrijven’, waarin partijen tot één uitvoerings organisatie samensmelten. Schematisch weergegeven ziet zo’n bedrijf er als volgt uit.

Naar excellente dienstverlening rond werk en participatieDe organisatie van de uitvoering op het terrein van werk, inkomen en participatie maakt de komende jaren een grote verandering door. Werkgevers en het onderwijs staan voor de uitdaging hun rol nadrukkelijker op te pakken om mensen aan het werk te helpen. Vernieuwing is nodig en het leren van de eigen gemeentelijke dienstverlening is daarbij essentieel. En dat start bij inzicht in de eigen processen.

Drie clustersIn onze visie zijn er drie clusters van samen hangende taken die elk goed ingericht moeten worden en goed op elkaar aan moeten sluiten.

1. Binnen het Cluster Poort worden alle taken rond uitkerings ver­strekking en onder steuning uitgevoerd. Ook preventie en handhaving worden vanuit dit cluster georganiseerd, omdat deze taken nauw samenhangen met de inkomensondersteuning.

Joost Clarenbeek Specialist op het gebied van Participatiebedrijven bij [email protected]

2. Binnen het cluster Ontwikkeling worden activiteiten uitgevoerd die zijn gericht op het benutten van loonwaarde van mensen. Op die manier wordt gewerkt aan werk nemers vaardigheden en wordt de afstand tot de arbeidsmarkt verkleind. Ook activiteiten op het gebied van participatie, voor mensen die duurzaam ondersteuning nodig hebben, worden in dit cluster verricht. Bij voorkeur worden deze activiteiten niet binnen de uitvoerings organisatie zelf georganiseerd.

3. Het cluster Plaatsing is erop gericht mensen aan het werk te helpen door ze te plaatsen bij werkgevers. Begeleiding van mensen (op locatie bij werkgevers) kan eventueel worden gedaan vanuit het cluster Ontwikkeling. Plaatsing is het loket voor de werkgever.

De aard van de werkzaamheden binnen elk van deze clusters is anders. Zo ook de prestatie­indicatoren. Afhankelijk van keuzes in de regio worden deze drie clusters ofwel als één uitvoeringsorganisatie aangestuurd of als verschillende organisaties. De Poorttaken kunnen bijvoorbeeld bij een afdeling Werk & Inkomen van de gemeente blijven, terwijl de Ontwikkelings­ en Plaatsings taken onderdeel worden van een aparte organisatie.

De drie clusters van taken moeten samen excellente participatie­dienstverlening gaan uitvoeren en zijn in dit geheel dan ook ketenpartners. Het is daarom noodzakelijk om op het niveau van taken en processen haarscherp in beeld te krijgen wat de prestatie­indicatoren zijn, welke activiteiten moeten worden uitgevoerd en door wie in de organisatie, welke risico’s er zijn en hoe processen met elkaar samenhangen. Alleen op deze manier wordt duidelijk wat de huidige situatie is en wat nog ontwikkelopgaven zijn.

RulesGebruik van software zoals Rules is een krachtige onder steuning bij dit type trajecten. De adviseurs van EY zijn getraind in het gebruik van deze software en hebben deze al bij meerdere advies trajecten succesvol ingezet. Rules is standaard software waarmee op gebruiks­vriendelijke wijze verbanden tussen mensen, processen en systemen kan worden gelegd en samenhang wordt gecreëerd. De informatie kan met Rules centraal worden beheerd en op diverse manieren naar alle betrokkenen worden gecommuniceerd. Rules stelt organisaties daarmee in staat om eenvoudig te veranderen én te verbeteren. De kwaliteit van de informatie wordt verhoogd, er wordt op eenduidige en samenhangende wijze informatie vastgelegd en vervolgens wordt deze interactief ontsloten. Gebruik van Rules maakt het bovendien mogelijk om impactanalyses te maken van wijzigingen in processen en organisatie, waardoor consequenties van verschillende organisatie­scenario’s duidelijk worden. Tevens kan door middel van dashboards de performance van de prestatie­indicatoren worden ge­volgd en kunnen risicoviews worden gegenereerd. Door het beschrijven van processen op een interactieve manier in te richten wordt bovendien gewerkt aan draagvlak van medewerkers en wordt kennis en expertise binnen de organisatie benut.

DwarskijkersblikHet interactieve aspect van onze aanpak met Rules komt onder andere naar voren uit het feit dat de processen en andere bedrijfs­voeringsgegevens gebruiksvriendelijk zijn te raadplegen in een webportal en dat daarop feedback mogelijk is. Een aandachtspunt bij de herinrichting van processen is dat vaak nog langs oude patronen wordt gedacht, dus een kritische dwarskijkersblik is essentieel evenals het SMART definiëren van de output van een proces. Tijdens workshops wordt Rules daarbij gebruikt als interactieve tool om ter plekke verschillende processcenario’s door te nemen en een snelle impactanalyse te tonen. Door processen vast te leggen en met elkaar te bespreken, wordt de basis gelegd voor het verder verbeteren van de dienstverlening. De uitvoering zal moeten leren van wat zijn doet: 2015 staat in het teken van de transformatie. Het leerproces moet op een structurele wijze gestalte krijgen. De bedrijfsvoering en informatiesystemen zullen toegerust moeten zijn om dit leren te ondersteunen.

VoorbeeldcasusDe (fictieve) gemeente Duin aan Zee gebruikt Rules om processen te beschrijven. In het kader van de decentralisatie van taken op het terrein van Jeugd, Zorg en Werk & Inkomen heeft de gemeente een aantal flinke organisatorische wijzigingen doorgevoerd. De organisatiewijziging, nieuwe samenwerkingsverbanden en de nieuwe taken in het sociaal domein maken het noodzakelijk dat zowel bestaande als nieuwe processen worden herijkt. Binnen de opdracht is telkens geredeneerd vanuit het perspectief van samenhang tussen proces, architectuur en applicaties. De adviseurs van EY hebben dit voor hun rekening genomen, uiteraard samen met de medewerkers. Via een duidelijk stappenplan zijn in enkele maanden alle processen binnen het sociaal domein opnieuw ingericht en vastgesteld. Met behulp van de rapportage mogelijkheden binnen Rules zijn er diverse impactanalyses gemaakt waardoor de consequentie van keuzes in de driehoek architectuur, proces en applicatie duidelijk werden. Vanuit een veranderkundig perspectief is er, door met Rules te werken, structuur aangebracht in de transitie en wordt het voor medewerkers ook mogelijk mee te denken over hoe de uitvoering ingericht wordt.

19Public Class / Juni 201518

Analyse / Participatiebedrijven

EY heeft zes megatrends gesignaleerd waarvan wij denken dat ze de wereld waarin we leven nu en in de toekomst op verrassende en onverwachte wijzen kunnen ontwrichten en transformeren. We geloven dat het van fundamenteel belang is om nu kritisch over de gevolgen van deze megatrends na te denken en om naar nieuwe ontwikkelingen aan de horizon te speuren. Voor EY is dit proces een van de belangrijkste manieren om inzichten te verwerven die bijdragen aan onze missie om een beter werkende wereld tot stand te brengen. Het proces helpt ons om de uitdagingen en kansen voor onze klanten beter te begrijpen, zodat we doeltreffend op hun veranderende behoeften kunnen inspelen.

Digitale toekomstHet bedrijfsleven wordt in alle opzichten ontwricht door de technologische ontwikkeling, die wordt gevoed door het samengaan van social, mobiel, de cloud en |big data, en de

toenemende vraag naar altijd en overal toegankelijke informatie. Deze ontwrichting vindt plaats in alle sectoren en waar ook ter wereld. Het ‘alomvattende internet’ maakt verbinding met allerlei apparatuur mogelijk, wat enorme kansen biedt om reusachtige hoeveel heden informatie vast te leggen, nieuwe markten te betreden, bestaande producten te transformeren en nieuwe organisatie­ en leverings model len te introduceren. Maar de ontwikkeling van de digitale onderneming brengt ook grote uitdagingen met zich mee, zoals nieuwe concurrentie, veranderende klant betrokken heid en bedrijfsmodellen, ongekende transparantie, privacykwesties en bedreiging van de cybersecurity.

Opkomend ondernemerschapDe groei en voorspoed van alle economieën blijft sterk afhankelijk van ondernemerschap. Ondernemers bieden een bron van inkomsten en werkgelegenheid voor zichzelf,

scheppen banen voor anderen, ontwikkelen nieuwe en innovatieve producten of diensten, en zetten aan tot meer activiteiten in de hele waarde keten. Hoewel een deel van de wereldbevolking nog steeds

ondernemer wordt uit noodzaak, is impactvol ondernemerschap, dat zich ooit grotendeels tot volwassen markten beperkte, nu een essentiële factor voor economische expansie in snelgroeiende markten. In sommige gevallen ontwikkelen deze impactvolle ondernemers innovatieve en schaalbare ondernemingen die inspelen op lokale behoeften en als voorbeeld dienen voor nieuwe ondernemers.

De toegang tot financiering blijft de voor naamste belemmering voor ondernemers uit alle markten. Zowel de publieke als de private sector hebben een belangrijke taak bij de vorming van ondernemingsgerichte eco systemen, die naast financiering essentieel zijn om het succes van ondernemers te bevorderen.

WereldmarktHogere groeicijfers en een gunstige bevolkings opbouw blijven nog een jaar of tien kenmerkend voor de belangrijkste snelgroeiende markten. De kloof tussen ‘volwassen’ en

‘snelgroeiende’ landen wordt alsmaar kleiner. Innovatie vindt steeds vaker plaats in snel groeiende economieën, waarbij Azië komt boven­drijven als een belangrijke hub. De economieën van de wereld blijven sterk van elkaar afhankelijk doordat hun handels­, investerings­ en financiële systemen met elkaar zijn verbonden. Daardoor ontstaat behoefte aan een betere afstemming van mondiaal beleid tussen landen en aan veer krachtige toe leverings ketens voor bedrijven die in deze omgeving actief zijn. Tegelijkertijd blijven binnenlandse belangen botsen en wedijveren met de drang naar wereld wijde integratie. Het verzet tegen die integratie uit zich in diverse economische, politieke en culturele vormen, zoals protectionisme op de handels­ en valutamarkt, het opleggen van sancties als politiek middel, protesten tegen globalisering en steeds sterkere nationalistische, religieuze en etnische bewegingen wereldwijd.

Zes MegatrendsKrachten die onze toekomst kunnen bepalen

VerstedelijkingSteden blijven wereldwijd in aantal en omvang groeien, door de snelle verstedelijking in opkomende markten en de voortschrijdende verstedelijking in volwassen markten.

De Verenigde Naties melden dat 54% van de wereldbevolking momenteel in steden woont en dat dit cijfer in 2050 zal stijgen tot 66%.

Om de economische voordelen van deze verstedelijking te benutten, moeten beleids makers en de particuliere sector een effectieve planning maken en structurele investeringen aantrekken in spoorwegen, auto­wegen, bruggen, havens, vliegvelden, water, elektriciteit, energie, telecommunicatie en andere vormen van infrastructuur. Effectieve beleidsreacties op de uitdagingen waar steden voor staan, zoals klimaat verandering en armoede, zijn essentieel om de steden van de toekomst concurrerend, duurzaam en veerkrachtig te maken.

Natuurlijke hulpbronnenDoor de absolute bevolkingsgroei, de economische ontwikkeling en het grotere aantal consumenten uit de middenklasse neemt de vraag naar natuurlijke hulpbronnen

wereldwijd toe. Hoewel het aanbod van niet­duurzame hulp bronnen in de wereld per definitie eindig is, blijven nieuwe technologieën het toekomstige aanbod beïnvloeden door voorheen moeilijk bereik­bare en waardevolle voorraden olie, gas en strategische mineralen toegankelijk te maken. De toepassing van nieuwe techno logieën en de veranderende aanbieders leiden tot aanpassing van bedrijfs­modellen en innovatie in meerdere sectoren en zijn van invloed op het geopolitieke machtsevenwicht.

Tegelijkertijd moeten natuurlijke hulpbronnen effectiever beheerd worden. De toenemende zorg over de aantasting van het milieu, het veiligstellen van strategische hulpbronnen en het lot van onze voedsel­ en watervoorziening wijst ons op de cruciale plicht om de planeet te

beschermen en herstellen. Overheden, burgers en bedrijven moeten samenwerken aan de ontwikkeling van duurzamere methoden om economische groei met een verstandig gebruik van natuurlijke hulp­bronnen te realiseren.

Andere kijk op gezondheidDe gezondheidszorg, die nu al goed is voor 10% van het mondiale BBP, begint aan een unieke transformatie. Zorgstelsels en marktspelers staan onder toenemende

kostendruk, wat hen aanzet tot het zoeken naar duurzamere methoden. Deze kostendruk wordt versterkt door een veranderende bevolkings­opbouw, stijgende inkomens in snelgroeiende markten en een dreigende epidemie van chronische ziekten. De explosie van technologieën voor big data en mobiele zorg maakt het mogelijk om informatie in realtime te genereren en analyseren. Bedrijven die buiten de traditionele definitie van gezondheidszorg vallen, betreden het strijdperk en zorgen zo voor nieuwe vormen van concurrentie en samenwerking. Deze trends vormen de aanzet voor een fundamenteel andere aanpak, die verdergaat dan zorgverlening en meer gericht is op gezond heidsmanagement.

Kijk op ey.nl/overheid voor de volledige publicatie.

Onze wereld is voortdurend in beweging. Goederen, kapitaal en arbeid bewegen zich sneller dan ooit over de hele aardbol en volgen daarbij nieuwe patronen. Technologische innovatie, ook op digitaal gebied, leidt tot fundamentele veranderingen in elke sector en in de manier waarop mensen hun leven inrichten. In deze wereld is het steeds hogere tempo van de verandering een van de weinige constanten.

1

2

3

4

5

6

21Public Class / Juni 201520

Internationaal / Zes megatrends

De gemeente Den Haag heeft het beste digitale loket van alle gemeenten in Nederland. Dit bleek uit het jaarlijkse onderzoek Benchmark digitale dienstverlening 2014 dat EY uitvoert onder alle Nederlandse gemeenten.

Wethouder Rabin Baldewsingh (Sociale zaken, Werkgelegenheid, Wijk aanpak en Sport) ontving de bijbehorende onderscheiding van Ad Buckens (IT­ en beveiligingsspecialist bij EY).

De overheid staat voor grote uitdagingen en dit vraagt om uitzonderlijk leiderschap. Overheidsmanagers met lef durven het voortouw te nemen en vormen de

verbindende factor tussen samenleving en politiek. Binnen een goed werkende overheid inspireren we elkaar. Brengen we de juiste kennis en de juiste mensen samen

en nemen we onze verant woor de lijk heid. Dat is waarom wij ons verbinden aan de verkiezing van de Overheidsmanager van het Jaar. Lees meer hierover op pagina 9.

EY tekent overeenkomst Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar

Gemeente Den Haag ontvangt onderscheiding beste digitale loket

Marita de Hair, sectorleider EY Government & Public, en Annemarie Jorritsma, voorzitter Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar.

Ad Buckens, EY, en Wethouder Rabin Baldewsingh, Gemeente Den Haag.

23

Kijkend naar recente EY­uitgaves

Van de pers Plein Publiek / Van de pers

Benchmark digitale dienstverlening overheidHet kabinet Rutte II heeft de doelstelling om in 2017 alle overheidsdienstverlening aan burgers

en bedrijven digitaal aan te bieden. De resultaten van dit onderzoek geven inzicht in de actuele status van deze doelstelling.

Gemeenten en de decentralisaties in de praktijkDe Nederlandse gemeenten zijn verantwoordelijk voor de jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en participatie. In deze brochure geven wij u onze visie rondom de bedrijfsvoering van de decentralisaties aan de hand van de mijlpalen inzake planning & control.

Governments going circularBelangrijkste bevindingen en inzichten van de global scan ‘Governments going circular’ voor overheden die de overgang naar een circulaire economie willen stimuleren. Zie p. 18 voor meer informatie.

Financiële positie gemeentelijke grondbedrijvenSinds drie jaar laat het verlies van Nederlandse gemeenten op grondexploitaties een dalende

trend zien. Dit blijkt uit onderzoek van EY en Fakton in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Barometer Nederlands vestigingsklimaat 2015 Deze publicatie gaat in op de aantrekkelijkheid van Nederland als potentieel investeringsland.

Ruim 200 beslissers van internationale ondernemingen, binnen en buiten Nederland, geven hun perceptie op het Nederlandse vestigingsklimaat en hun verwachtingen voor de komende jaren.

Het rapport bevat tevens aanbevelingen om buitenlandse investeerders te blijven aantrekken én te behouden. Vanaf 17 juni staan de nieuwe resultaten online: ey.nl/vestigingsklimaat.

Agenda

U komt ons tegen op de volgende bijeenkomsten.

• 2­3 juni | VNG Jaarcongres ­ Apeldoorn

• 9 juni | Leiderschapsconferentie Overheidsmanager van het Jaar – Noordwijk

• 17 juni | Presentatie Barometer Nederlands vestigingsklimaat ­ Den Haag

• 19 juni | Seminar ‘Goed openbaar bestuur 2.0’ ­ Amsterdam

• 2 oktober | 100.000+ Congres Financiën ‘Less is more’ ­ Utrecht

• 23 november | Verkiezingsavond De Overheidsmanager van het Jaar – Den Haag

Voor meer informatie over deze bijeenkomsten kijkt u op www.ey.nl/overheid

Kijk op ey.nl/overheid voor al onze uitgaves of download de EY Insights app voor mobiele apparaten.

23Public Class / Juni 201522

Visie / Governance bij stichtingen en verenigingenPlein Publiek

EY | Assurance | Tax | Transactions | Advisory

Over EY EY is wereldwijd toonaangevend op de gebieden assurance, tax, transaction en advisory services. Met de inzichten en de hoogwaardige diensten die wij bieden, dragen wij bij aan het versterken van het vertrouwen in de kapitaal­markten en economieën overal ter wereld. Wij brengen toonaangevende leiders voort die door samen te werken onze beloften aan al onze stakeholders waarmaken. Daarmee spelen wij een cruciale rol bij het creëren van een beter functioneren de wereld voor onze mensen, onze cliënten en de maatschappij.

De aanduiding EY verwijst naar de wereldwijde organisatie en mogelijk naar een of meer lidfirma’s van Ernst & Young Global Limited (EYG), die elk een afzonderlijke rechtspersoon zijn. EYG is een UK company limited by guarantee en verleent zelf geen diensten aan cliënten. Voor meer informatie over onze organisatie, kijk op ey.com.

Over EY’s Public SectorDe overheidsprofessionals van EY bundelen hun kennis en ervaring in de sectorgroep Public Sector, bestaande uit de groepen Rijksoverheid, Lokale Overheid, Onderwijs en Not-for-profit. Zo bieden wij u oplossingen voor uw bestuurlijke vragen en managementvraagstukken. Onze accountants, (belasting)adviseurs, edp­auditors en juristen denken mee, spelen continu in op nieuwe ontwikkelingen en zorgen voor praktische oplossingen. Zo bouwen wij mee aan een beter werkende overheid.

© 2015 Ernst & Young Accountants LLP.Alle rechten voorbehouden.

ED 155010017

Deze publicatie bevat informatie in samengevatte vorm en is daarom enkel bedoeld als algemene leidraad. Ze is niet bedoeld om te dienen als een substituut voor gedetailleerd onderzoek of voor het aanwenden van een professioneel oordeel. Noch EYGM Limited, noch enig ander lid van de wereld wijde EY organisatie kan aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van iemand die handelde of die ervan afzag te handelen ten gevolge van enige informatie in deze publicatie. Bij elke specifieke aangelegenheid dient steeds een geschikte adviseur geraadpleegd te worden.

ey.com/nl