explicatif multilingue NEDERLANDS - musee-arromanches.fr · Eerste vitrine Je ziet hier een konvooi...

4
NEDERLANDS LANDINGSMUSEUM Normandie - France

Transcript of explicatif multilingue NEDERLANDS - musee-arromanches.fr · Eerste vitrine Je ziet hier een konvooi...

Page 1: explicatif multilingue NEDERLANDS - musee-arromanches.fr · Eerste vitrine Je ziet hier een konvooi met drijvende bruggen, getrokken door een sleepboot, tijdens de overtocht over

NEDERLANDS

LANDINGSMUSEUM

Normandie - France

Page 2: explicatif multilingue NEDERLANDS - musee-arromanches.fr · Eerste vitrine Je ziet hier een konvooi met drijvende bruggen, getrokken door een sleepboot, tijdens de overtocht over

De Tweede Wereldoorlog

Hitler, in 1933 benoemd tot Rijkskanselier, maakte al snel van Duitsland een totalitaire dictatuur. Hij bracht het Rijnland op voet van oorlog en sloot een verbond met Japan en het fascistische Italië. Al in 1938, met de bezetting van Oostenrijk en vervolgens Tsjecho-Slowakije, Sudetenland en Bohemen-Moravië, werd duidelijk dat hij Europa wilde veroveren.

Frankrijk en Engeland verklaarden Duitsland de oorlog op 3 september 1939, twee dagen na de annexatie van Polen door de troepen van Hitler. De opmars van de Duitsers, die in mei 1940 Nederland, België en Luxemburg binnenvielen, was echter niet te stuiten en de Franse en Britse troepen vluchtten via Duinkerken naar het Verenigd Koninkrijk. Parijs werd op 14 juni 1940 ingenomen en de regering van Reynaud diende zijn ontslag in. Maarschalk stelde het regime van Vichy in.

Op 18 juni riep Generaal de Gaulle vanuit Londen zijn landgenoten op tot verzet. Pas in het voorjaar van 1942 ontstond er weer een klein beetje hoop: Roosevelt, Churchill en Stalin overlegden steeds meer en ontwikkelden een gemeens-chappelijke strategie, terwijl de geallieerde troepen overwinningen boekten in Azië, Noord-Afrika en Stalingrad.

Eindelijk ontstond er een Oostfront. In januari 1943 werd in Casablanca de beslissing genomen om in Europa een West-front te vormen. De landing van de Geallieerden zou aan de kust van Normandië plaatsvinden: Operatie Overlord was begonnen.

De Landing

Op 6 juni 1944 landden de Geallieerden op vijf verschillende stranden verspreid over een gebied van 80 km langs het Normandische kustgebied. Ten oosten van Arromanches bevonden zich de Amerikaanse stranden: Omaha en Utah Beach (Colleville/mer-Vierville-Sainte Marie du Mont). Ten oosten bevonden zich Juno, de Canadese sector (Bernières-Courseulles), en Sword (Lion/mer-Ouistréham), waar de Britten en het Kieffer-Commando (177 Franse commando’s) landden. Arromanches, dat deel uitmaakte van Gold Beach (Ver/mer-Asnelles), werd op D-Day bevrijd door troepen uit Asnelles, omdat het strand vrij moest blijven voor de bouw van de kunstmatige haven.

Een geallieerde haven was van levensbelang om de troepen te bevoorraden, maar na de faliekant mislukte aanval op Dieppe op 19 augustus 1942 (Operatie Jubilee) werd duidelijk dat een frontale aanval op een haven onmogelijk was door de slagvaardigheid van de Duitse defensie. De beslissing werd genomen om twee nieuwe havens te bouwen met losse onderdelen die over het Kanaal werden gesleept. De Mulberry A, waarmee een begin werd gemaakt op Omaha Beach, werd verwoest door de storm van 19 op 21 juni en werd vervolgens opgeheven. De Mulberry B te Ar-romanches, ook Port Winston genoemd, speelde wel een belangrijke rol in de opmars van de troepen in Normandië.

Grote maquette

De eerste konvooien startten in Engeland op 5 juni en de aanleg begon op 7 juni met de bouw van een golfbreker die uit oude vrachtschepen bestonden (de in bruin geverfde boten bovenaan de maquette). De golfbreker werd vervolgens versterkt door 115 enorme betonnen blokken, Phoenix-caissons genoemd, die je in zee en op de ma-quette ziet (grijze delen). Zij vormden, op 2 km van de kust, een dam tussen de Pointe de Tracy (aan de westkant) en het dorp van Asnelles (aan de oostkant), ofwel 8 km caissons waardoor de Geallieerden over een haven van 500 hectaren beschikten, ongeveer 1000 voetbalvelden.Vervolgens werden drie loskaden aangelegd. De centrale kade, met een lengte van 750 m, diende voor het vers-chepen van bevoorradingen (medicijnen, kleding, voedsel). De oostelijke kade was geschikt voor zware lasten en was bedoeld voor de landing van troepen en allerlei soorten voertuigen (kranen, tanks, bulldozers…). De westeli-jke kade was voor de munitie. Elke kade was verbonden met drijvende bruggen waardoor het materieel vanuit de schepen aan land kon worden gebracht. De Britten legden tevens drie verdedigingssystemen aan. Honderdvijftig canons van DCA’s, 40 mm Bofors, waren op de Phœnix-caissons geplaatst (voorbeeld aan de oostkant van het museum). Een honderdtal ballonnen, gevuld met waterstof, hingen op verschillende hoogtes en waren met stalen kabels aan de grond vastgezet. Door deze ballonnen konden de Duitse vliegtuigen niet aanvallen. Tenslotte werd elke nacht een kunstmatige mist opgetrokken om de lichten van de haven, die dag en nacht in activiteit bleven, te verbergen.

Page 3: explicatif multilingue NEDERLANDS - musee-arromanches.fr · Eerste vitrine Je ziet hier een konvooi met drijvende bruggen, getrokken door een sleepboot, tijdens de overtocht over

Eerste vitrine

Je ziet hier een konvooi met drijvende bruggen, getrokken door een sleepboot, tijdens de overtocht over het Kanaal, en drie oorlogsschepen die de sleepboot escorteren (snelboot vooraan, vervolgens een torpedoboot en, als laatste, een on-derzeebootjager). Zo’n konvooi ging maar 6 km/u, terwijl er 175 km moest worden overbrugd. Arromanches was, in het ge-bied tussen Nord Pas-de-Calais en Cherbourg, het verst gelegen van Engeland. De konvooien werden maar één keer door de Duitsers aangevallen. Dat de helft van de bruggen toch verging, lag aan de slechte weersomstandigheden, waardoor ook de landing met 24 uur werd uitgesteld.

Tweede vitrine

Deze “levende” maquette is die van de oostelijke kade, die met een drijvende brug aan het strand was verbonden. Door de golfslag in de vitrine werd duidelijk hoe de haven kon functioneren, ondanks de golven en de getijden. De drijvende brug van staal steunde op stalen vlotters (de grijze vlotters waren op steunpoten gebouwd om, bij eb, niet stuk te slaan tegen de rotsen) of op vlotters van trilbeton (dat zijn de beige vlotters op de maquette, en ook de 10 stukken op het strand onderaan, die pas bij eb zichtbaar zijn).

Aan het einde van de brug zie je een loskade die alleen uit twee dwarsgeplaatste platformen bestaat. Door deze T-vorm konden twee schepen tegelijk worden gelost, zowel via de boeg en als de zijkanten. Om continu in deze haven te kunnen lossen, ondanks de getijden, hadden de Britse ingenieurs enorme masten van 30 meter hoog en 40 ton ontworpen, die op de bodem van de zee rustten en waarop de losplatforms konden worden geplaatst. Als je naar de witte tekens kijkt op de masten, dan zie je dat de kaden, langs de masten, met de getijden meegaan. Op die manier bleven de kaden op dezelfde hoogte als de schepen en kon er altijd worden gelost, ongeacht of het eb of vloed was (het verschil tussen hoog- en laa-gwater in Arromanches bedraagt zo’n 8 meter). Dit systeem wordt nog steeds gebruikt bij jachthavens en olieplatforms. Dit was, in 1944, een slimme en moderne oplossing, die wij nu nog steeds gebruiken.

Derde vitrine

Hier zie je weer een deel van de centrale loskade. Deze bestaat uit 7 platforms en maakt het mogelijk 7 schepen tege-lijkertijd te lossen. Deze kade, die op 1200 meter van de kust lag, was met het strand verbonden via twee drijvende bruggen met éénrichtingstverkeer. Op de westelijke brug zie je lege vrachtwagens rijden die materieel bij de kade ophalen en die de twee brug nemen om weer terug te rijden. Op het hoogtepunt verwerkte de haven precies 745 vrachtwagens per uur. In één dag kon tot 18.000 ton aan bevoorradingen worden verscheept.

In het verlengde van de grijze platforms zie je kortere en beige stukjes; dat zijn verlengstukken van beton. Links, op 200 meter van het museum, zie je het laatste platformverlengstuk van trilbeton. Als de zee niet te hoog is, kun je aan de linkerzijde 4 kleine ramen zien. Daar konden de mannen die in de haven werkten, rusten. Tussen de twee drijvende bruggen van de maquette zie je twee voertuigen die materieel vervoeren. Dat zijn de beroemde DUKWS, de “eenden” of amfibievoertuigen die bij eb over het natte strand konden rijden en die bij vloed konden drijven. Honderden van deze voertuigen werden rond de haven gebruikt.

Laatste vitrine

Deze laatste maquette is die van een aantal Phœnix-caissons. Er zijn er maar twintig van overgebleven, de meeste zijn vernietigd. Deze caissons hadden verschillende afmetingen. Sommigen waren wel 70 meter lang. Elk onderdeel droeg een nummer en een code met 2 letters die overeenkwam met hun afmetingen (de AX was de grootste). Hun locatie was al bepaald voordat zij de haven bereikten. De grootste, achteraan, is nummer 36 en bevindt zich in het midden van de vitrine, tegenover de zee (het is de caisson die los staat van de anderen). Hij is 20 meter hoog en zijn gewicht wordt geschat op 7.000 ton, het gewicht van de Eiffeltoren.

Page 4: explicatif multilingue NEDERLANDS - musee-arromanches.fr · Eerste vitrine Je ziet hier een konvooi met drijvende bruggen, getrokken door een sleepboot, tijdens de overtocht over

De caissons werden vanuit Engeland versleept en door middel van schuiven gezonken. De schuiven werden bediend door bronzen wielen (laatste wiel in de vitrine). Doordat de schuiven open gingen, kon het zeewater de caissons binnenstromen, waardoor zij binnen 20-25 minuten zonken. Voor de landing werden de caissons in de Theems gezonken om onopgemerkt te blijven.De meest oostelijk gelegen caisson, tegenover Asnelles, droeg de laatste geschutskoepel van de DCA (laatste canon aan de zijkant). Tegen de muur aan de buitenkant van het museum kun je een drijvend brugdeel zien. Er blijven nu vooral resten van beton over. Staal was een schaars goed in Frankrijk en zelfs Europa en werd geleverd door Amerika en Canada, die meevochten in de oorlog. Daardoor werd al het staal vanaf 1944, toen de haven niet meer werd gebruikt, voor andere doeleinden gebruikt.

Conclusie

Op D-Day landden dus Britse, Amerikaanse, Canadese troepen en het Kieffer-commando. De dagen erna arriveer-den geallieerde divisies en brigades uit verschillende landen. Zo vochten Nederland, Polen, Tsjecho-Slowakije, België, Luxemburg maar ook de 2e pantserdivisie van Generaal Leclerc samen om Frankrijk en Europa te bevri-jden. Andere landen vochten mee, zoals Denemarken, Noorwegen en Griekenland; de vitrines van onze galerijen zijn aan deze geallieerde landen gewijd.

VEEL PLEZIER

THE CONSTRUCTION OF THE ARTIFICIAL HARBOUR IN PHOTOS

EDUCATIONAL WORKING MODELS

LONGUES SUR MER

GUN BATTERIES

LCVP ENGINE

PANORAMIC

MODELBUNKER

LCA 2nd

Arm

oure

d D

iv.

POLAND HOLLAND CZECH BELGIUM NORWAY

CAN

ADA

R.A

.F.

ALLIED NATIONS

TYPHOONENGINE

ATTACK

FREE FRENCH FORCES

MINE

BRITISH FORCES

CONS

OLI

DATI

ON

D-DAY DIORAMA

SHOP

V E R A N D A

C I N E M A

EMERGENCY EXIT

EMERGENCY EXITOMAHA DIORAMA

OFFICES

USAAF

UTA

H -

PAR

ATR

OO

PS

OM

AHA

POIN

TE D

U H

OC

PAR

ATR

OO

PS

ARMY

PREPARATIONS FOR D-DAY

FNFL FAFL

L I B R A RYRECEPTION

kieffer

EM

ER

GE

NC

Y E

XIT

D-D

AY D

EC

ISIO

NM

AK

ER

S

RETAILOUTLET