EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up...

48
ISSN 1831-0915 2012 NL Speciaal verslag nr. 19 EUROPESE REKENKAMER VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW- UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAMER

Transcript of EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up...

Page 1: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

ISSN

183

1-09

15

2012

NL

Spec

iaal

ver

slag

nr.

19

EUROPESE REKENKAMER

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAMER

Page 2: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen
Page 3: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAMER

Speciaal verslag nr. 19 2012

(uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede lid, VWEU)

EUROPESE REKENKAMER

Page 4: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

EUROPESE REKENKAMER12, rue Alcide De Gasperi1615 LuxembourgLUXEMBOURG

Tel. +352 4398-1Fax +352 4398-46410E-mail: [email protected]: http://eca.europa.eu

Speciaal verslag nr. 19 2012

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (http://europa.eu).

Catalografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie.

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2012

ISBN 978-92-9237-908-7

doi:10.2865/25535

© Europese Unie, 2012

Overneming met bronvermelding toegestaan.

Printed in Luxembourg

Page 5: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

3

INHOUD

Paragraaf

ACRONIEMEN EN AFKORTINGEN

I–IV SAMENVATTING

1–3 INLEIDING

4 REIKWIJDTE EN AANPAK

5–8 HET SYSTEEM VAN DE COMMISSIE VOOR DE FOLLOW-UP VAN AANBEVELINGEN

9–10 HET ANTWOORD VAN DE COMMISSIE OP DE AANBEVELINGEN VAN DE REKENKAMER

11–20 SAMENVATTING VAN HET FOLLOW-UPONDERZOEK VAN DE REKENKAMER

21–22 CONCLUSIE

BIJLAGE I — OVERZICHT VAN DE DOOR DE REKENKAMER ONDERZOCHTE AANBEVELINGEN

BIJLAGE II — LANDBOUW: PROBLEEMGEBIEDEN

BIJLAGE III — LANDBOUW: PRODUCTIESTEUN VOOR KATOEN

BIJLAGE IV — LANDBOUW: DE DUURZAAMHEID EN HET BEHEER DOOR DE COMMISSIE VAN DE PROJECTEN VAN LIFE-NATUUR

BIJLAGE V — ENERGIE: HET PROGRAMMA INTELLIGENTE ENERGIE 2003-2006

BIJLAGE VI — EXTERNE ACTIES: DE DOELTREFFENDHEID VAN DE TECHNISCHE BIJSTAND VOOR ONTWIKKELINGSLANDEN

BIJLAGE VII — EXTERNE ACTIES: DE BETROKKENHEID VAN NIET-OVERHEIDSACTOREN BIJ EG-ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

BIJLAGE VIII — EXTERNE ACTIES: PRETOETREDINGSSTEUN AAN TURKIJE

BIJLAGE IX — FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE REKENKAMER UIT 2005-2009

BIJLAGE X — METHODOLOGIE

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE

Page 6: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

4

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

ACRONIEMEN EN AFKORTINGEN

ACS: Landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan

ALA: Landen in Azië en Latijns-Amerika

Cisoch: Helpdesk voor maatschappelijke organisaties (Civil Society Helpdesk)

EACI : Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (Executive Agency for Competitiveness and Innovation)

GLMC: Goede landbouw- en milieuconditie

IEE: Intelligente energie voor Europa

IPA: Instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-Accession Assistance)

LIFE: Financieringsinstrument voor het milieu (l’Instrument financier pour l’environnement)

MIPD: Indicatief meerjarenplan (Multi-annual Indicative Planning Document)

Noa: Niet-overheidsactoren

PADOR : Onlineregistratie van gegevens van potentiële partners (Potential applicant data online registration)

PG: Probleemgebieden

RAD: Aanbevelingen, acties, kwijting (Recommendations, Actions, Discharge) (database)

RBE: Uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen

TS: Technische samenwerking

Page 7: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

5

SAMENVATTING

I.In dit verslag wordt nagegaan in hoeverre de Commissie uitvoering heeft gegeven aan de aanbevelingen van zeven uit de periode 2003-2009 geselecteerde speciale verslagen van de Rekenkamer. De speciale verslagen waaraan follow-up is gegeven, hadden betrekking op drie begrotingsterreinen: landbouw, energie en externe acties.

II.De zeven verslagen bevatten 51 controleaanbevelingen, waarvan er nog 45 relevant zijn.

III.Hoewel de Commissie beschikt over een systeem om alle aanbevelingen van de Rekenkamer en de verzoeken van het Parlement en de Raad van follow-up te voorzien, is de Rekenkamer van oordeel dat de follow-up van aanbevelingen/verzoeken moet worden verbeterd, wil de Commissie tijdig, efficiënt en doeltreffend kunnen reageren op de ontdekte onderliggende gebreken en op de aanbevelingen/verzoeken van de Rekenkamer en de kwijtingverlenende autoriteit.

IV.Uit het onderzoek blijkt dat de Commissie maatregelen neemt om de aanbevelingen van de Rekenkamer uit te voeren en dat 13 (29 %) van de in het onderhavige verslag behandelde aanbevelingen volledig werden uitgevoerd. Aan een groot deel wordt nog uitvoering gegeven, hoewel nog eens 22 (49 %) van de aanbevelingen in de meeste opzichten zijn uitgevoerd door middel van de reeds door de Commissie genomen maatregelen.

Page 8: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

6

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

INLEIDING

1. In dit verslag worden de resultaten gepresen-teerd van de werkzaamheden die de Reken-kamer in 2011/2012 heeft verricht met betrek-king tot de follow-up van de aanbevelingen uit de speciale verslagen van de Rekenkamer over doelmatigheidscontroles1. Bijlage I be-vat een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de aanbevelingen die werden onderzocht. Bijlagen II-VIII beschrijven de follow-up in nader detail.

2. Voor deze follow-up werden zeven verslagen geselecteerd uit de periode 2003-2009. De eerste selectie werd gemaakt aan de hand van de vraag of de Commissie meer dan twee à drie jaar de tijd had gehad om de aanbe-velingen op te volgen, en een nadere selec-tie vond plaats op basis van de vraag of de aanbevelingen nog relevant waren. Bijlage IX bevat een lijst met de speciale verslagen van de Rekenkamer uit de periode 2005-2009 met nadere gegevens over de follow-up die de Rekenk amer aan deze verslagen heeft gegeven.

1 De inhoud en de reikwijdte van deze werkzaamheden worden toegelicht in het deel over de reikwijdte en aanpak.

3. De follow-up van controleverslagen wordt volgens internationale controlestandaarden gezien als het laatste stadium in de cyclus van planning, uitvoering en follow-up van doelmatigheidscontroles. Het doel van deze follow-up is het beoordelen van de maat-regelen die door de Commissie zijn genomen naar aanleiding van de aanbevelingen van de Rekenkamer.

Page 9: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

7

REIKWIJDTE EN AANPAK

4. De Rekenkamer beoordeelde de corrigerende maatregelen die door de Commissie zijn ge-nomen naar aanleiding van de aanbevelingen van de Rekenkamer. Deze werkzaamheden hielden geen beoordeling in van de effecten van deze maatregelen, aangezien daarvoor af-zonderlijke follow-upcontroles nodig zouden zijn.

De aanpak en gebruikte methodologie worden nader beschreven in bijlage X . De in de tabel ge-noemde speciale verslagen vormen het onderwerp van dit verslag:

Speciaal verslag Begrotingsterrein Aantal controle-aanbevelingen

4/2003over plat telandsontwikkeling: de steun voor probleemgebieden1 Landbouw 11

13/2003over de productiesteun voor katoen2 Landbouw 6

11/2009De duurzaamheid en het beheer door de Commissie van de projec ten van LIFE-Natuur3 Landbouw 9

7/2008Het programma Intelligente energie 2003-20063 Energie 4

6/2007over de doeltref fendheid van de technische bijstand in het kader van de capaciteitsontwikkeling4

Ex terne ac ties 8

4/2009Het beheer door de Commissie van de betrokkenheid van niet-overheidsactoren bij EG-ontwikkelingssamenwerking3

Ex terne ac ties 7

16/2009Het beheer door de Europese Commissie van pretoetredingssteun aan Turkije3 Ex terne ac ties 6

Totaal aantal aanbevelingen 51

TABEL

DE SPECIALE VERSLAGEN WAARAAN IN DIT VERSLAG FOLLOW-UP IS GEGEVEN

1 PB C 151 van 27.6.2003.2 PB C 298 van 9.12.2003.3 http://eca.europa.eu4 PB C 312 van 21.12.2007.

Page 10: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

8

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

HET SYSTEEM VAN DE COMMISSIE VOOR DE FOLLOW-UP VAN AANBEVELINGEN

5. In de RAD-database2 zijn de aanbevelingen van de Rekenkamer en de verzoeken van de Raad en het Parlement geregistreerd, evenals de specifieke maatregelen die de Commissie heeft toegezegd om gevolg te geven aan deze aanbevelingen/verzoeken. Een derge-lijk instrument vervult een belangrijke func-tie bij het waarborgen van een behoorlijk en tijdig beheer en een behoorlijke en tijdige follow-up van aanbevelingen/verzoeken van de Rekenkamer en andere belanghebbenden.

6. In 2009 verrichtte de Rekenkamer een eerste evaluatie van het RAD-systeem, waarbij zij met name de informatie in deze database be-studeerde over de aanbevelingen die door de Commissie zijn aanvaard en de uitgevoerde aanbevelingen.

2 RAD (Recommendations, Actions, Discharge (Aanbevelingen, acties, kwijting)) is een toepassing van de Commissie (DG Begroting) voor de coördinatie van de kwijtingsprocedure tussen de diensten. De database bevat de aanbevelingen/verzoeken aan de Commissie van de Raad, het Parlement en de ERK, het antwoord van de Commissie en de stand van zaken met betrekking tot de follow-upmaatregel.

7. In 2011 verrichtten tien interne-auditfuncties die twaalf directoraten-generaal van de Com-missie bestreken, een interne controle van de bestaande systemen en procedures voor het beheer van de RAD. Het doel van de controle was, vast te stellen of er een toereikend ant-woord/actieplan bestond en de zekerheid te verschaffen dat acties die volgens de RAD wa-ren afgerond, tijdig, efficiënt en doeltreffend waren uitgevoerd.

8. De resultaten van de interne controle van de Commissie bevestigden goeddeels de conclusies van de eerste evaluatie van de Rekenkamer. Meer in het bijzonder werd bij de interne audit geconstateerd dat, hoewel de bestaande systemen en procedures rede-lijke zekerheid verschaffen wat betreft het be-heer van de uitvoering van de aanbevelingen van de Rekenkamer en de verzoeken van de kwijtingverlenende autoriteit, gedocumen-teerde procedures vaak ontbraken en het toe-zicht op en de monitoring van de uitvoering van aanbevelingen/verzoeken ontoereikend waren.

Page 11: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

9

HET ANTWOORD VAN DE COMMISSIE OP DE AANBEVELINGEN VAN DE REKENKAMER

9. In de onderzochte speciale verslagen deed de Rekenk amer 51 aanbevel ingen. Onge -veer twee derde hiervan had betrekking op kwesties inzake de doeltreffendheid (bijv. het bepalen van strategische doelstellingen, de voorbereiding van projectvoorstellen, het ontwerp van projecten, projectprestaties, en monitoring en evaluatie); de overige aanbe-velingen betroffen kwesties inzake zuinig-heid en efficiëntie (bijv. het bestaan van te hoge betalingen en de kwaliteit en ti jdig-heid van de projectselectiemethoden). Zes van de 51 aanbevelingen zijn niet verwerkt in de figuur. Van die zes aanbevelingen waren er twee niet van toepassing in het huidige kader en voor de vier andere gevallen was het vanwege de reikwijdte van het follow-up-onderzoek niet mogelijk, bewijs te verkrijgen betreffende de genomen maatregelen.

10. Dit betekent dat de Rekenkamer de uitvoe-ringsstand van 45 aanbevelingen kon beoor-delen. De Commissie voerde 29 % van deze 45 aanbevelingen volledig uit , terwij l aan 69 % nog uitvoering wordt gegeven. De fi-guur toont de stand van uitvoering van de aanbevelingen van de Rekenkamer.

FIGUUR

STAND VAN DE UIT VOERING VAN DE AANBEVELINGEN

Stand van uitvoering van 45 relevante aanbevelingen

0 % 20 % 40 % 60 % 80 % 100 %

Volledig (29 %) op de meeste punten (49 %) op een aantal punten(20 %)

Geheel niet

(2 %)

In uitvoering (69 %)

Page 12: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

10

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

11. Uit het onderzoek bleek dat de Commissie 13 van de aanbevelingen van de Rekenkamer uit de geselecteerde verslagen volledig heeft uit-gevoerd. Oudere aanbevelingen kennen meest-al een hogere uitvoeringsgraad, terwijl aan de recentste nog uitvoering wordt gegeven. Naast de volledig uitgevoerde aanbevelingen is aan 22 aanbevelingen op de meeste punten gevolg gegeven, maar moet de Commissie nog verde-re stappen zetten voor een volledige opvolging ervan. In bijlage I worden deze vermeld.

12. Het follow-uponderzoek van de Rekenkamer geeft aan dat dankzij de controleverslagen van de Rekenkamer het financieel beheer op een aantal terreinen van de EU-begroting is verbeterd. Er blijven echter belangrijke mo-gelijkheden bestaan om de beheerspraktijken te verbeteren op rechtstreeks door de Com-missie beheerde gebieden (externe acties) en op gebieden waar gedeeld beheer wordt toe-gepast (landbouw). Hieronder volgen enkele voorbeelden van dergelijke verbeteringen en mogelijkheden die bij de follow-upronde aan de orde kwamen.

13. Er werd een strategische verbetering van het zuinige gebruik van EU-middelen vastgesteld bij de hervorming van de steunregeling voor katoen door de Commissie. Dankzij de her-vorming van de regeling is de EU-steun voor katoen niet langer gekoppeld aan productie-niveaus, maar is deze in plaats daarvan afhan-kelijk van de vraag uit de markt (landbouw)3.

14. Op operationeel niveau kunnen matige be-heerspraktijken echter leiden tot verspilling van middelen. Te hoge betalingen van EU-steun leiden er bijvoorbeeld toe dat er wei-nig besparingen worden gerealiseerd bij het nastreven van doelstellingen. Het blijft nodig de beheerssystemen ter waarborging van de juistheid van betalingsberekeningen in de lidstaten te verbeteren (landbouw)4.

3 Zie bijlage III inzake de follow-up van Speciaal verslag nr. 13/2003 over de productiesteun voor katoen.

4 Zie bijlage II inzake de follow-up van Speciaal verslag nr. 4/2003 over plattelandsontwikkeling: steun voor probleemgebieden.

15. Er werden verbeteringen van de procedu-res voor de selectie van projecten vastge-steld die leidden tot tijdiger projecten van betere kwaliteit. Door de Commissie/Turkse autor iteiten genomen maatregelen droe -gen bijvoorbeeld bij tot een verbetering van de kwaliteit van het projectontwerp en de aanvraagprocedures in 2010-2011 (externe acties)5. De Commissie stemde ermee in de selectieprocedure voor projecten van LIFE-Natuur te herzien, een hogere prioriteit te geven aan het criterium duurzaamheid bij het onderdeel natuur en biodiversiteit, en de selectieprocedure te verkorten (landbouw)6.

16. De Commissie nam ook verscheidene initiatie-ven om de betrokkenheid van niet-overheids-actoren bij de externe samenwerking van de EU te versterken door middel van contracten om de EU-ontwikkelingssteun uit te voeren. Een belangrijk initiatief was de ontwikkeling van de „gestructureerde dialoog” tussen de voornaamste betrokkenen bij het Europese ontwikkelingsbeleid, die bijdroeg tot voor-stellen tot verbeteringen van de projectselec-tiemethoden en tot snellere en beter gerichte steun (externe acties)7.

5 Zie bijlage VIII inzake de follow-up van Speciaal verslag nr. 16/2009 — Het beheer door de Europese Commissie van pretoetredingssteun aan Turkije.

6 Zie bijlage IV inzake de follow-up van Speciaal verslag nr. 11/2009 — De duurzaamheid en het beheer door de Commissie van de projecten van LIFE-Natuur.

7 Zie bi j lage V I I inzake de fol low-up van Speciaal verslag nr. 4/2009 — Het beheer door de Commissie van de betrokkenheid van niet-overheidsactoren bij EG-ontwikkelingssamenwerking.

SAMENVATTING VAN HET FOLLOW-UPONDERZOEK VAN DE REKENKAMER

Page 13: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

11

17. Om goede en doeltreffende resultaten te be-halen met EU-middelen is het van belang dat in de eerste plaats de behoeften waarin een programma of maatregelen wil voorzien, wor-den vastgesteld . In de tweede plaats maken een goed projectontwerp en behoorlijke uitvoeringsprocedures het waarschijnlijker dat kosteneffectiviteit wordt gerealiseerd. De Commissie heeft tot dergelijke verbeteringen leidende initiatieven genomen met betrek-king tot verplichte behoefteramingen en een betere planning van de contractsluiting (ex-terne acties)8. Beter omschreven criteria voor de beoordeling van de duurzaamheid van de voorgestelde projecten moeten echter nog worden ingevoerd (landbouw)9.

18. Goede beheersinformatie maakt een betere besluitvorming waarschijnlijker. Er bestaan nog steeds mogelijkheden voor de Commis-sie om de potentiële doeltreffendheid van f inancier ing te verhogen door een betere prioritering van acties en door de projectkos-ten te koppelen aan de verwachte output en impact ervan (energie)10. De Commissie stelt voor om in de volgende LIFE-verordening een alomvattende reeks prestatie-indicatoren op te nemen om een betere planning en pro-grammering te vergemakkelijken.

8 Zie bijlage VIII inzake de follow-up van Speciaal verslag nr. 16/2009 — Het beheer door de Europese Commissie van pretoetredingssteun aan Turkije.

9 Zie bijlage IV inzake de follow-up van Speciaal verslag nr. 11/2009 — De duurzaamheid en het beheer door de Commissie van de projecten van LIFE-Natuur.

10 Zie bijlage V inzake de follow-up van Speciaal verslag nr. 7/2008 — Het programma Intelligente energie 2003-2006.

19. Toezicht op en evaluatie van de uitvoering van programma’s en acties zijn belangrijk, niet alleen voor de wettigheid en regelmatigheid, maar ook voor de verwezenlijking van de ge-plande resultaten. Hoewel verbeteringen zijn opgetreden bij het toezicht op de resultaten van programma’s, bijvoorbeeld door de Com-missie genomen maatregelen ter verbetering van het systeem voor toezicht in Turkije (ex-terne acties), en wat betreft administratieve kosten (energie), zijn verdere verbeteringen nodig, met name op het gebied van het toe-zicht op de uitvoering van controles inzake financiële en milieuvereisten (landbouw)11 en op het gebied van de vers laglegging over afzonderlijke projectresultaten (externe acties)12.

20. De bijlagen II-VIII van dit verslag bevatten een korte samenvatting van de controles, de aanbevelingen, de daarop door de Commissie getroffen maatregelen en de kwesties inzake prestaties die nog moeten worden aangepakt.

11 Zie bijlage III inzake de follow-up van Speciaal verslag nr. 13/2003 over de productiesteun voor katoen.

12 Zie bijlage VIII inzake de follow-up van Speciaal verslag nr. 16/2009 — Het beheer door de Europese Commissie van pretoetredingssteun aan Turkije.

Page 14: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

12

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

CONCLUSIE

21. De Commissie beschikt over een systeem om alle aanbevelingen van de Rekenkamer en de verzoeken van het Parlement en de Raad van follow-up te voorzien. De Rekenkamer is van oordeel dat de follow-up van aanbevelin-gen/verzoeken moet worden verbeterd, wil de Commissie tijdig, efficiënt en doeltreffend kunnen reageren op de aanbevelingen/ver-zoeken van de Rekenkamer en de kwijting-verlenende autoriteit.

22. Uit het onderzoek bli jkt dat de Commissie maatregelen neemt om de aanbevelingen van de Rekenkamer uit te voeren en dat 13 (29 %) van de in het onderhavige verslag behandelde aanbevelingen volledig werden uitgevoerd. Aan een groot deel wordt nog uit-voering gegeven, hoewel nog eens 22 (49 %) van de aanbevelingen in de meeste opzich-ten zijn uitgevoerd door middel van de reeds door de Commissie genomen maatregelen.

Dit verslag werd door kamer CEAD onder voorzitterschap van de heer Igors LUDBORŽS, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 16 oktober 2012.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRAPresident

Page 15: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

13

BIJLAGE I

Per controle Volledig uitgevoerd

In uitvoeringNiet

uitgevoerdN.v.t. in het

huidige kaderOnvoldoende

bewijsop de meeste

puntenop een aantal

punten

SV 4/2003Plattelandsontwik-keling: steun voor

probleemgebieden

(Bijlage II)

1 x

2 x

3 x

4 x

5 x

6 x

7 x

8 x

9 x

10 x

11 x

SV 13/2003De productiesteun voor

katoen (Bijlage III)

1 x

2 x

3 x

4 x

5 x

6 x

SV 11/2009De duurzaamheid en het beheer door de Commissie van de

projecten van LIFE-Natuur

(Bijlage IV)

1 x

2 x

3 x

4 x

5 x

6 x

7 x

8 x

9 x

SV 7/2008Het programma

Intelligente energie 2003-2006

(Bijlage V)

1 x

2 x

3 x

4 x

OVERZICHT VAN DE DOOR DE REKENKAMER ONDERZOCHTE AANBEVELINGEN

Page 16: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

14

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

Per controle Volledig uitgevoerd

In uitvoeringNiet

uitgevoerdN.v.t. in het

huidige kaderOnvoldoende

bewijsop de meeste

puntenop een aantal

punten

SV 6/2007De doeltref fendheid van

de technische bijstand in het kader van de

capaciteitsontwikkeling (Bijlage VI)

1 x

2 x

3 x

4 x

5 x

6 x

7 x

8 x

SV 4/2009De betrokkenheid van niet-overheidsactoren bij EG-ontwikkelings-

samenwerking (Bijlage VII)

1 x

2 x

3 x

4 x

5 x

6 x

7 x

SV 16/2009Pretoetredingssteun

aan Turkije (Bijlage VIII)

1 x

2 x

3 x

4 x

5 x

6 x

TOTAAL 51 13 22 9 1 2 4

BIJLAGE I

OVERZICHT VAN DE DOOR DE REKENKAMER ONDERZOCHTE AANBEVELINGEN

Page 17: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

15

BIJLAGE II

1.Speciaal verslag nr. 4/2003 had betrekking op plat-telandsontwikkelingssteun voor probleemgebieden.

„De regeling ter ondersteuning van probleemgebieden biedt steun aan 55,8 % van alle landbouwbedrijven in de EU. Het is een steun per hectare die bestaande belem-meringen moet compenseren, bijvoorbeeld voor bedrij-ven in landbouwgebieden met geringe productiviteit en waar een versnelde vermindering van de activiteit de levensvatbaarheid van het gebied in gevaar zou brengen. De jaarlijkse kosten van deze steun belopen ongeveer 2 000 miljoen euro, waarvan bijna de helft met commu-nautaire middelen wordt gefinancierd.”

(Bron: Persbericht ECA/03/11.)

2.De Rekenkamer onderzocht of de regeling op wettige en regelmatige wijze werd uitgevoerd, of er behoor-lijk toezicht was, of er relevante informatie over het effect ervan beschikbaar was en of er tijdig maatrege-len werden getroffen ter ondervanging van eventuele tekortkomingen.

3.De Rekenkamer deed de aanbeveling om:

1) een volledig en grondig onderzoek van de huidige indeling van alle probleemgebieden te verrichten (volledig uitgevoerd);

2) in nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten een geschiktere reeks indicatoren voor de indeling als probleemgebied samen te stellen (op een aantal punten uitgevoerd).

De Rekenkamer benadrukte dat:

3) deugdelijke informatie over het effect van de rege-ling moest worden verzameld (volledig uitgevoerd);

4) mogelijke gevallen van systematische overcom-pensatie moesten worden vastgesteld en corrige-rende maatregelen moesten worden getroffen (op een aantal punten uitgevoerd);

5) een duidelijke en verifieerbare definitie moest wor-den gegeven aan het begrip „goede landbouw-praktijken” (niet relevant binnen het huidige kader).

De Rekenkamer beval de Commissie ook aan:

6) een inventaris op te stellen van de bestaande regi-onale/lokale praktijken in verband met specifieke landbouwomstandigheden (op de meeste punten uitgevoerd);

7) de lidstaten volledige richtlijnen te geven inzake de vereisten voor een doeltreffend controlesysteem (niet relevant in het huidige kader);

8) ervoor te zorgen dat de verrichte controles doel-treffend zijn (onvoldoende bewijs1);

9) ervoor te zorgen dat de lidstaten de algemeen aanvaarde boekhoudbeginselen naleven (onvol-doende bewijs2);

10) ervoor te zorgen dat de lidstaten voldoen aan de verplichting om tijdig volledige gegevens te ver-strekken (op de meeste punten uitgevoerd);

11) relevante indicatoren op te stellen om ervoor te zorgen dat er toezicht op kan worden gehouden (onvoldoende bewijs2).

1 Het huidige follow-uponderzoek omvatte geen bezoeken aan

lidstaten.

2 Zie voetnoot 1.

LANDBOUW: PROBLEEMGEBIEDEN

Page 18: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

16

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

4.De aanbevelingen van de Rekenkamer werden in twee gevallen (1 en 3) volledig opgevolgd, in twee gevallen (6 en 10) op de meeste punten uitgevoerd en in twee gevallen (2 en 4) op een aantal punten opgevolgd. Twee gevallen waren niet van toepas-sing in het huidige, herziene kader (5 en 7); in drie gevallen (8, 9, en 11) overlegde de Commissie on-voldoende bewijs, of was er geen definitief oordeel van de controleurs van de Rekenkamer vanwege de beperkte reikwijdte van de controle. Zie bijlage I voor de uitvoering.

5.De volgende paragrafen behandelen de belangrijkste punten van de follow-up van de Rekenkamer.

INDELING VAN PG’S

6.Het speciaal verslag van de Rekenkamer over PG’s werd in 2003 gepubliceerd en maakte melding van het feit dat de lidstaten een breed scala van indica-toren hanteerden om te bepalen of een gebied al dan niet een probleemgebied is, hetgeen wellicht heeft geleid tot verschillen in de behandeling van de begunstigden.

7.Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling3 voor-zag in een striktere definitie voor de indeling als PG. Aangezien deze definitie echter niet van kracht werd, besloot de Raad het vorige PG-stelsel te handhaven en r iep hij de Commissie op, het herzieningspro-ces van follow-up te voorzien met een plan om in 2010 een nieuw stelsel in te voeren. In 2010 werd echter geen nieuw stelsel ingevoerd en dus wordt de vaststelling van PG’s nog steeds beïnvloed door de in 2003 door de Rekenk amer geconstateerde tekortkomingen.

3 PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1.

OVERCOMPENSATIE/DEFINITIE VAN REGIO’S

8.De aanbeveling om te onderzoeken hoe mogelijke gevallen van overcompensatie kunnen worden vast-gesteld en voorkomen, werd slechts op een aantal punten opgevolgd. Lidstaten zijn nog steeds niet ver-plicht ervoor te zorgen dat passende expertise wordt verleend door organen of diensten die functioneel onafhankelijk zijn van die welke de betalingen bere-kenen, om zodoende de juistheid van de betalingen te bevestigen, zoals wel is voorgeschreven voor an-dere maatregelen voor plattelandsontwikkeling.

9.In oktober 2011 presenteerde de Commissie haar wetgevingsvoorstel voor de nieuwe programmerings-periode voor plattelandsontwikkel ing 2014-2020 waarin een nieuwe definitie van PG is opgenomen op basis van biofysische criteria en de verplichting om te verzekeren dat geschikte deskundigheid wordt geleverd door instanties of diensten die functioneel onafhankelijk zijn van die welke verantwoordelijk zijn voor de berekening van de betalingen.

GOEDE LANDBOUWPRAKTIJKEN

10.Wat betreft de definitie van het begrip „goede land-bouwpraktijken”4 wordt dit vereiste in Verordening (EG) nr. 1698/2005 niet langer genoemd als verplich-ting voor landbouwers. In plaats daarvan moeten landbouwers sinds de GLB-hervorming van 2003 de randvoorwaarden, namelijk de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen (RBE’s) en de eisen in-zake goede landbouw- en milieuconditie (GLMC), na-leven. Dit zijn de minimumeisen voor het ontvangen van PG-betalingen in het huidige kader.

11.Daarnaast stelde de Rekenkamer in het kader van haar jaarlijkse activiteiten voor de financiële controle in verband met de DAS, herhaaldelijk vast dat PG-beta-lingen (betalingen voor natuurlijke handicaps in het kader van de huidige maatregelen 211 en 212) fout-gevoelig zijn. De controlesystemen van de lidstaten vormen ook het onderwerp van de DAS-activiteiten van de Rekenkamer, waarbij regelmatig PG-gerela-teerde gebreken worden aangetroffen.

4 De randvoorwaarden (GLMC plus RBE) zijn in het algemeen

vergelijkbaar met de goede landbouwpraktijken.

BIJLAGE II

Page 19: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

17

BIJLAGE III

LANDBOUW: PRODUCTIESTEUN VOOR KATOEN

1.Speciaal verslag nr. 13/2003 had betrekking op productiesteun voor katoen.

„Binnen de EU wordt bijna uitsluitend in Griekenland en Spanje katoen geteeld. Na de oogst worden de vezels volgens een procedé met de naam ‘egreneren’ ontdaan van pitten en afval. De EU produceert ongeveer 1,6 mil-joen ton niet-geëgreneerde katoen, hetgeen een op-brengst van ongeveer 0,5 miljoen ton vezels (geëgre-neerde katoen) oplevert. Met dit productieniveau wordt ongeveer 47 % van de interne behoeften gedekt. De rest wordt vrij van rechten en heffingen in de Gemeenschap ingevoerd.”

(Bron: Persbericht ECA/03/020.)

2.In haar speciaal verslag beoordeelde de Rekenkamer het toezicht op de toepassing van de regeling in de lidstaten; de kwestie of de regeling op doelmatige en doeltreffende wijze steun verleent aan de katoenpro-ducenten; het effect van de regeling op de productie, de kwaliteit van de geproduceerde katoen, de pro-ductie van alternatieve gewassen en het milieu; de betrouwbaarheid van het internecontrolesysteem in de lidstaten, en de wettigheid en regelmatigheid van de krachtens de regeling gedane betalingen.

DE AANBEVELINGEN VAN DE REKENKAMER

3.De Rekenkamer beval de Commissie aan, de voorge-stelde hervorming te baat te nemen om de tekort-komingen in de regeling aan te pakken, en met name:

1) rekening te houden met de relatieve aantrekkelijk-heid van de steun voor katoen en met het effect van de steun op de geproduceerde hoeveelheid (volledig uitgevoerd);

2) een mechanisme in te voeren dat begrotings-neutraliteit verzekert (volledig uitgevoerd);

3) de financiële regeling voor de egreneringsbedrij-ven te herzien (volledig uitgevoerd);

4) de doeltreffendheid van de stimulans ter verbete-ring van de kwaliteit van de geproduceerde katoen te onderzoeken (op de meeste punten uitgevoerd);

5) gegevens te verzamelen over het negatieve effect van de productie van katoen op het milieu (op de meeste punten uitgevoerd);

6) ervoor te zorgen dat de controles doorzichtig en goed onderbouwd zijn en consistent worden uit-gevoerd (op de meeste punten uitgevoerd).

4.Uit de follow-up van de Rekenkamer bleek dat de Commissie alle zes de aanbevelingen had uitgevoerd, de eerste drie volledig en de laatste drie op de mees-te punten. Zie bijlage I voor de uitvoering.

5.I n de volgende paragrafen wordt ingegaan op de belangrijkste punten van de follow-up van de Rekenkamer.

Page 20: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

18

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

DE HERVORMING VAN DE REGELING

6.Sinds de publicatie van het speciaal verslag van de Rekenkamer over productiesteun in 2003 is de steun voor katoen van de EU grondig hervormd en zijn er belangrijke wijzigingen aangebracht in de steun-regeling voor katoen, met name de gedeelteli jke opname ervan in de bedrijfstoeslagregeling (BTR) en de invoering van herstructureringssteun voor de egreneringsindustrie. Ten tijde van de vorige con-trole van de Rekenkamer werd de steun betaald aan egreneringsbedrijven, waarvan de katoentelers al-leen indirect voordeel ondervonden. In 2006 werd de productiesteun afgeschaft en ontvingen katoen-telers BTR-toeslagrechten ter hoogte van 65 % van de voormalige steun. Daarnaast werd een nieuwe gewasspecifieke betaling ingevoerd waarmee 35 % van de oorspronkelijke steun wordt betaald aan ie-dere landbouwer die katoen teelt. Sinds 2008 worden uit de EU-begroting nationale herstructureringspro-gramma’s gefinancierd om de herstructurering van de egreneringsindustrie te vergemakkelijken en de kwaliteit en afzet van de geproduceerde katoen te verbeteren.

7.Hoewel de Commissie de meeste zaken heeft aange-pakt, dient zij nog:

ο toezicht te blijven houden op de herstructurering van de egreneringsindustrie in de belangrijkste produce-rende staten (Spanje, Griekenland) — zie aanbeveling 3 hierboven;

ο toezicht te houden op de doeltreffendheid van de kwali-teitsmaatregel die na de hervorming werd ingevoerd op basis van artikel 69 van Verordening (EG) nr. 1782/20031 (Spanje) — zie aanbeveling 4 hierboven;

ο de nakoming van milieu-eisen van follow-up te voor-zien — zie aanbeveling 5 hierboven;

ο te zorgen voor toezicht op de correcte uitvoering van controles, mede inzake de katoenproductie in het kader van de hervormde steunregeling voor katoen (areaalsteun voor katoen en de BTR), in de lidstaten — zie aanbeveling 6 hierboven.

1 Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststell ing van gemeenschappelijke voorschrif ten voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

BIJLAGE III

Page 21: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

19

BIJLAGE IV

LANDBOUW: DE DUURZAAMHEID EN HET BEHEER DOOR DE COMMISSIE VAN DE PROJECTEN VAN LIFE-NATUUR

1.Speciaal verslag nr. 11/2009 had betrekking op de duurzaamheid en het beheer door de Commissie van de projecten van LIFE-Natuur.

In dit speciaal verslag onderzoekt de Europese Reken-kamer de doeltreffendheid van het beheer door de Commissie van de subsidies voor LIFE-Natuurprojecten uit een oogpunt van duurzaamheid van de resultaten. LIFE- Natuur, een onderdeel van LIFE, cofinanciert — voor-namelijk in verband met de Natura-2000-gebieden — projecten in de lidstaten ten behoeve van de instand-houding van soorten en habitats.

(Bron: Persbericht ECA/09/49.)

2.De Rekenkamer onderzocht of in het herziene selec-tieproces voorrang werd gegeven aan die projecten waarbij duurzaamheid het meest waarschijnlijk was; of de projecten behoorlijk werden uitgevoerd en ge-monitord; of de Commissie voor een adequate ver-spreiding van de projectresultaten en de getrokken lessen zorgde; en of follow-up van de projecten werd verricht en de resultaten ervan op lange termijn wer-den geëvalueerd.

3.De Rekenkamer beval de Commissie aan:

1) haar selectiemodel te herzien (volledig uitgevoerd);

2) via het selectiemodel voorrang te geven aan pro-jectvoorstellen voor LIFE-Natuur (op een aantal punten uitgevoerd);

3) zich te beraden op manieren om de selectie-procedure te verkorten (op de meeste punten uitgevoerd).

Zij deed ook de aanbevelingen dat de Commissie

4) het projecttoezicht moet verbeteren (volledig uitgevoerd);

5) passende indicatoren en criteria moet ontwikkelen (volledig uitgevoerd).

Wat betreft communicatie beval de Rekenkamer de Commissie aan:

6) haar communicatiestrategie, activiteiten en instru-menten opnieuw te bekijken (volledig uitgevoerd);

7) van de begunstigden te verlangen dat die meer technische details verstrekken over de gehanteerde methoden, de getrokken lessen en de beste prak-tijken (volledig uitgevoerd).

Zij deed ook de aanbevelingen dat:

8) de subsidieovereenkomsten de begunstigden moeten verplichten tot het verduurzamen van de projectresultaten voor een minimumperiode na de projectafsluiting (niet uitgevoerd);

9) de Commissie de invoering moet overwegen van een follow-upregeling voor „de financiering na LIFE” (op een aantal punten uitgevoerd).

4.Vijf van de negen aanbevelingen werden volledig uitgevoerd (1 en 4-7), waaronder die met betrekking tot de herziening van selectiemodellen, de uitvoering van projecten (toezicht, indicatoren, criteria) en ver-spreiding van de resultaten. Een werd op de meeste punten uitgevoerd (3), twee op een aantal punten (2 en 9) en één aanbeveling werd niet uitgevoerd (8). Zie bijlage I voor de uitvoering.

5.De volgende paragrafen behandelen de belangrijkste punten van de follow-up van de Rekenkamer.

Page 22: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

20

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

SELECTIEPROCEDURE

6.De Commissie stemde ermee in de selectieprocedure te herzien om deze te verkorten en het duurzaam-heidscriterium zichtbaarder te maken voor het onder-deel „Natuur en Biodiversiteit”. De evaluatiegids werd geher formuleerd en er werden twee afzonderlijke procedures ingevoerd (Milieu-Natuur). Het criterium „duurzaamheid” is echter nog steeds een subcrite-rium onder „bijdrage aan doelstellingen van LIFE+” en kent geen eigen weging. De Commissie moet dus nog een afzonderlijk selectiecriterium voor duurzaamheid bepalen.

UITVOERING VAN PROJECTEN

7.De Commissie nam een onderdeel „Beoordeling van de projectresultaten” op in het projectevaluatieformu-lier om het projecttoezicht te verbeteren. Er werden ook strengere voorschriften inzake beheersplannen opgenomen in de gemeenschappelijke bepalingen en de richtsnoeren voor aanvragers. Wat betreft de indicatoren stelde de Commissie voor om in de vol-gende LIFE-verordening een alomvattende reeks in-dicatoren op te nemen.

VERSPREIDING VAN DE VERWORVEN KENNIS

8.De toekomstige verpl ichting voor begunstigden om te netwerken vormt een verbetering voor de verspreiding van projectresultaten. B i jgewerkte samenvattingen van projecten worden ook op inter-net gepubliceerd.

LANGETERMIJNBEHEER VAN DE PROJECTRESULTATEN

9.Er wordt een follow-upregeling voor „de financiering na LIFE” ingevoerd. De Commissie heeft een methode ontwikkeld om ieder jaar LIFE-toezicht achteraf te houden op ten minste 15 projecten van LIFE-Natuur. De aanbeveling om begunstigden te verplichten tot het verduurzamen van de projectresultaten (voor een minimumperiode van vijf jaar na de projectafsluiting) is echter niet opgevolgd na een negatief advies van de juridische dienst van de Commissie.

BIJLAGE IV

Page 23: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

21

BIJLAGE V

ENERGIE: HET PROGRAMMA INTELLIGENTE ENERGIE 2003-2006

1.Speciaal verslag nr. 7/2008 had betrekking op het programma Intelligente energie 2003-2006.

„Het IEE-programma (Intelligente energie-Europa) voor 2003-2006 beschikte over een budget van 250 miljoen euro voor de bevordering van energie-efficiëntie, het gebruik van duurzame energiebronnen en energiediver-sificatie. Het werd gebruikt ter ondersteuning van bijna 450 projecten waaraan werd deelgenomen door meer dan 1 700 organen. Het programma bevordert de uitwis-seling van ervaring en kennis, en niet zozeer de ontwik-keling van nieuwe technologieën.”

(Bron: Persbericht ECA/08/18.)

2.De Rekenkamer onderzocht hoe de Commissie de IEE-middelen toewees; hoe de Commissie zorgde voor toezicht op en evaluatie van het programma; wat de administratieve kosten van het programma waren; en welk verschil het uitvoerend agentschap maakte voor het beheer van het programma.

3.De Rekenkamer deed de volgende aanbevelingen:

1) programmavoorstellen dienen te stoelen op een expliciet beleidsmodel en het verwachte verband tussen uitgaven, output en impact te weerspiege-len (op de meeste punten uitgevoerd);

2) toezicht dient verder te gaan dan afzonderlijke pro-jecten en te helpen om een beeld te krijgen van een programma als geheel (op de meeste punten uitgevoerd);

3) het nut van de evaluatie van de programma’s moet worden gemaximaliseerd (op een aantal punten uitgevoerd);

4) meer systematisch geregistreerde en geanaly-seerde informatie over de administratiekosten van de programma’s dient beschikbaar te zijn (op de meeste punten uitgevoerd).

4.Uit het onderzoek bleek dat drie aanbevelingen (1, 2 en 4) op de meeste punten zijn uitgevoerd en één op een aantal punten (3). Zie bijlage I voor de uitvoering.

5.De volgende paragrafen behandelen de belangrijkste punten van de follow-up van de Rekenkamer.

DE VERBANDEN TUSSEN UITGAVEN, OUTPUT EN IMPACT VOOR HET PROGRAMMA

6.In haar antwoorden op het speciaal verslag erkende de gecontroleerde dat er behoefte bestond aan een expliciet beleidsmodel dat het verband tussen uit-gaven, output en impact voor het IEE-programma weerspiegelde. Zij was echter van mening dat zo’n beleidsmodel bestond voor ieder actieterrein van de Commissie en dat er dus geen aanvullende maat-regelen nodig waren.

7.Uit het onderzoek bleek echter dat de Commissie en het Uitvoerend Agentschap voor concurrentiever-mogen en innovatie (EACI) een verbeterd stelsel van indicatoren invoerden om de algehele impact van het programma te meten, dat gefinancierde acties beter gericht zijn en dat er ook een grondiger behoefte -analyse voor belangrijke actieterreinen is verricht. De prioritering van de gefinancierde acties vereist echter aandacht, en het blijft moeilijk om een ver-band te leggen tussen uitgaven, output en impact op het niveau van belangrijke actieterreinen van het IEE II-programma.

Page 24: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

22

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

VERBETERDE TOEZICHT- EN EVALUATIEREGELINGEN

8.De Commissie verbond zich tot een gedeeltelijke uit-voering van deze aanbeveling inzake verbetering van het toezicht op en de evaluatie van het programma en de benutting van de evaluatieresultaten bij de planning van toekomstige activiteiten.

Toch maken het toezicht op en de evaluatie van het programma het niet makkelijker de impact van het programma te meten: de jaarlijkse uitvoeringsversla-gen, die beschikbaar zijn voor de jaren 2008-2010, verschaften bijvoorbeeld geen informatie over de resultaten of impact van het programma (of de pro-jecten ervan). Evaluaties van het programma zijn uit-gevoerd overeenkomstig de wettelijke voorschriften, maar er had vaker gebruikgemaakt kunnen worden van „longitudinale” evaluaties.

SYSTEMATISCH TOEZICHT OP DE ADMINISTRATIEKOSTEN VAN DE PROGRAMMA’S

9.Uit het follow-uponderzoek bleek dat de Commis-sie onderzoek had gedaan naar manieren om de administratieve lasten voor zowel het uitvoerende agentschap als de begunstigden te verminderen. De Commissie en het EACI voerden diverse vereenvou-digingsmaatregelen in die erop gericht waren de ad-ministratiekosten en vooral de administratieve lasten van de begunstigden te verminderen. De Rekenkamer concludeerde dat, hoewel het in de meeste gevallen niet mogelijk zou zijn te kwantificeren hoeveel geld of tijd er bespaard werd, de maatregelen waarschijn-lijk rendement opleveren.

BIJLAGE V

Page 25: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

23

BIJLAGE VI

EXTERNE ACTIES: DE DOELTREFFENDHEID VAN DE TECHNISCHE BIJSTAND VOOR ONT WIKKELINGSLANDEN

1.Speciaal verslag nr. 6/2007 had betrekking op de doeltreffendheid van de technische bijstand in het kader van de capaciteitsontwikkeling.

„Technische bijstand is een middel dat bij vele ontwikke-lingsprojecten en -programma’s van allerlei soort wordt gebruikt en kan worden omschreven als ‘het contracteren van deskundigen voor het overdragen van know-how en vaardigheden en voor het oprichten en versterken van instellingen’. De laatste jaren maakt men er steeds meer gebruik van ter ondersteuning van de capaciteitsont-wikkeling van centrale en lokale overheidsdiensten in begunstigde landen, in sectoren als het beheer van de overheidsfinanciën, gezondheidszorg en onderwijs. Deze verlegging van de aandacht naar het functioneren van de overheidsdiensten vloeit voort uit het groeiende besef van donoren, waaronder de Europese Unie, dat een ge-brek aan institutionele capaciteit een ernstige hinderpaal vormt voor duurzame ontwikkeling.”

(Bron: Persbericht ECA/07/32.)

2.De Rekenkamer onderzocht hoe de Commissie ervoor zorgde dat de technische bijstand bijdroeg tot de ontwikkeling van de institutionele capaciteit in de begunstigde landen. Hiertoe beoordeelde zij hoe de Commissie capaciteitsontwikkeling en het gebruik van technische bijstand benaderde en hoe zij het opzetten en uitvoeren van technische-bijstands-activiteiten binnen projecten voor capaciteitsontwik-keling beheerde.

3.De Rekenk amer deed de aanbevel ingen dat de Commissie:

1) in haar landenstrategiedocumenten een uitvoe-rige en gestructureerde analyse moet maken van de bestaande zwakke punten in de institutionele capaciteit en van de behoeften aan capaciteitsont-wikkeling (onvoldoende bewijs); en

2) richtlijnen voor technische bijstand moet opstellen (volledig uitgevoerd).

De Rekenkamer benadrukte dat:

3) de opzet van de projecten voor capaciteits-ontwikkeling moet worden verbeterd (op een aantal punten uitgevoerd);

4) de procedures voor het voorbereiden en starten van een project moeten worden herzien (op de meeste punten uitgevoerd);

5) evenals de evaluatiecriteria (op de meeste punten uitgevoerd);

6) bij het plaatsen van overheidsopdrachten meer opties in overweging moeten worden genomen (volledig uitgevoerd).

Tot slot beval de Rekenkamer overeenkomstig de ver-bintenissen krachtens de Verklaring van Parijs aan dat de Commissie:

7) bij de inzet van technische bijstand meer gebruik moet maken van gecoördineerde programma’s (op de meeste punten uitgevoerd), die 8) systematisch moeten worden beoordeeld (op een aantal punten uitgevoerd).

4.De Commissie voerde twee aanbevelingen volledig uit (2 en 6), drie op de meeste punten (4, 5 en 7) en twee op een aantal punten (3 en 8). In één geval (aanbeveling 1, inzake de behoefte aan een uitvoe-rige en gestructureerde analyse) was er onvoldoende bewijsmateriaal voor een oordeel over de uitvoering ervan. Zie bijlage I voor de uitvoering.

5.De volgende paragrafen behandelen de belangrijkste punten van de follow-up van de Rekenkamer.

Page 26: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

24

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

CAPACITEITSONTWIKKELING

6.Na de publicatie van SV 6/2007 heeft de Commissie grote inspanningen geleverd om haar benadering van technische samenwerking (TS1) te hervormen door het aannemen en uitvoeren van de basisstrategie („Back-bone Strategy”). Deze strategie maakt deel uit van het bredere EU-actiekader ter uitvoering van de Verkla-ring van Parijs over de doeltreffendheid van ontwik-kelingshulp en is erop gericht de doeltreffendheid van EU-steun op het gebied van capaciteitsontwikkeling te verbeteren. Het merendeel van de aanbevelingen van de Rekenkamer is opgevolgd en verwerkt in de strategie.

7.Op strategisch niveau heeft de Commissie de Reken-kamer meegedeeld dat momenteel nieuwe program-meringsrichtsnoeren voor externe acties van de EU voor de periode 2014-2020 in voorbereiding zi jn, waarbij de nadruk zal l iggen op capaciteitsontwik-keling. Dit onderwerp zal ook aan bod komen in de toekomstige richtsnoeren voor begrotingssteun.

8.Op interventieniveau is bij de hervorming een aan-tal leidende beginselen en gedetailleerde richtsnoe-ren en instrumenten ingevoerd met betrekking tot de totstandbrenging van technische samenwerking, waaronder kwaliteitscriteria die ook dienen te wor-den toegepast bij het toezicht op en de evaluatie van activiteiten.

1 Technische Samenwerking (TS) heeft betrekking op verscheidene acties

die zijn gericht op de versterking van de individuele of organisatorische

capaciteit; technische bijstand (TB) daarentegen betreft het personeel

dat betrokken is bij de uitvoering en het beheer van TS-diensten.

9.Uit een analyse door de Commissie van beschik bare gegevens over het eerste anderhalf jaar van toe-passing van deze r ichtsnoeren bli jkt dat twee van de drie acties die zijn beoordeeld op TS-relevantie, geacht worden te voldoen aan de kwaliteitscriteria van de hervorming. Bij zo’n 20 % van de projecten is het TS-onderdeel echter niet beoordeeld, en het TS-kwaliteitsbeoordelingsschema wordt slechts gebruikt voor een op de twee projecten met TS-relevantie. Het niveau waarop de verscheidene instrumenten, richt-snoeren en kwaliteitscr iter ia, alsmede de verslag-legging daarover — met name op landelijk niveau — feitelijk worden toegepast, is dus nog voor verbetering vatbaar.

SYSTEMATISCHE BEOORDELING VAN DE TECHNISCHE BIJSTAND

10.Hoewel de Commissie van oordeel is dat een beoor-deling van de prestaties van deskundigen en firma’s voor technische bijstand nuttig kan zijn als informatie voor de beoordeling van offertes, hebben problemen in verband met de noodzaak persoonsgegevens te beschermen, de Commissie doen besluiten niet over te gaan tot systematische beoordeling van de indivi-duele prestaties van consultants. De Rekenkamer con-cludeerde derhalve dat het moeilijk blijft, technische bijstand met kennis van zaken te beoordelen en te selecteren.

BIJLAGE VI

Page 27: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

25

BIJLAGE VII

EXTERNE ACTIES: DE BETROKKENHEID VAN NIET-OVERHEIDSACTOREN BIJ EG-ONT WIKKELINGSSAMENWERKING

1.Sp eciaal verslag nr. 4/2009 had b etrek k ing op de betrokkenheid van niet- overheidsactoren bij EG-ontwikkelingssamenwerking.

„Niet-overheidsactoren worden steeds belangrijker bij ontwikkelingssamenwerking. De term ‘niet-overheids-actoren’ (noa’s) dekt alle geledingen van de maatschappij die geen deel uitmaken van de particuliere sector of de overheid. Op het gebied van ontwikkelingssamenwer-king vallen onder noa’s niet-gouvernementele organi-saties (ngo’s) en tevens in de gemeenschap verankerde organisaties, boerenbonden, bedrijfs- of beroepsvereni-gingen, milieugroeperingen, universiteiten, vakvereni-gingen, kamers van koophandel, stichtingen en kerken of geloofsgroeperingen. De term ‘niet-overheidsactoren’ wordt vaak gebruikt als synoniem voor maatschappelijke organisaties, en dit is ook het geval in dit verslag.”

(Bron: Persbericht ECA/09/23.)

2.De Rekenkamer beoordeelde of de Commissie af-doende verzekerde dat noa’s doeltreffend worden betrokken bij het proces van ontwikkelingssamen-werking; of zij beschikte over beheerssystemen die op doelmatige wijze verzekerden dat door noa’s verrichte activiteiten relevant waren en waarschijnlijk tot de beoogde resultaten leidden; en of zij adequaat zorg droeg voor de capaciteitsopbouw van noa’s.

3.De Rekenkamer beval de Commissie aan:

1) haar procedures om noa’s te betrekken bij het pro-ces van ontwikkelingssamenwerking te versterken en van meer richtsnoeren te voorzien (volledig uitgevoerd);

2) door te gaan met de reeds lopende maatregelen ter verbetering van de procedure van oproeping tot het indienen van voorstellen (op de meeste punten uitgevoerd);

3) de monitoring en ondersteuning door delegaties doelgerichter te maken (op de meeste punten uitgevoerd);

4) ervoor te zorgen dat personeel van de delegaties en de noa’s voldoende richtsnoeren over prestatie-indicatoren ter beschikking hebben (op de meeste punten uitgevoerd);

5) de duurzaamheid te verbeteren (door te overwe-gen om een combinatie van instrumenten en niet uitsluitend projecten te hanteren) bij de samenwer-king met noa’s (op de meeste punten uitgevoerd);

6) een strategie voor de capaciteitsopbouw van noa’s in landen in Azië en Latijns-Amerika (ALA) te ontwikkelen en zich opnieuw te buigen over het verschil in aanpak tussen landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS) en ALA-landen (op de meeste punten uitgevoerd);

7) extra manieren te onderzoeken om de beleidsdoel-stellingen voor capaciteitsopbouw te verwezen-lijken, zoals partnerschapsovereenkomsten, finan-ciering door meerdere donoren en het doorgeven van steun om organisaties aan de basis beter te bereiken (op de meeste punten uitgevoerd).

4.De Commissie heeft de eerste aanbeveling om ver-dere inspanningen te doen om de betrokkenheid van de relevante noa’s te versterken, volledig uitgevoerd, en de overige zes aanbevelingen op de meeste pun-ten. Zie bijlage I voor de uitvoering.

5.De volgende paragrafen behandelen de belangrijkste punten van de follow-up van de Rekenkamer.

RICHTSNOEREN OVER HET BETREKKEN VAN NOA’S IN HET SAMENWERKINGSPROCES

6.Sinds de publicatie van het speciaal verslag heeft de Commissie verscheidene initiatieven genomen om de betrokkenheid van noa’s te versterken bij de externe samenwerking van de EU door middel van contracten om de EU-ontwikkelingssteun uit te voeren. Een belangrijk initiatief was het organiseren — van maart 2010 tot mei 2011 — van de „gestruc-tureerde dialoog” waarin de voornaamste betrokke-nen bij het Europees ontwikkelingsbeleid werden samengebracht.

Page 28: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

26

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

7.Tegelijkertijd met de dialoog zette de Commissie de Helpdesk voor maatschappelijke organisaties (Civil Society Helpdesk (Cisoch)) op als centaal toegangs-punt voor maatschappelijke organisaties op het ge-bied van ontwikkelingshulp. Via Cisoch is nu een e-leermiddel voor noa’s en EU-personeel toegankelijk.

VERBETERDE PROCEDURE VAN OPROEPING TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN

8.Sinds 2009 heeft de Commissie de database voor onlineregistratie van gegevens van potentiële part-ners (PADOR) verder ontwikkeld, waarin eventuele gegadigden zijn opgenomen voor oproepen tot het indienen van voorstellen. Niet-overheidsactoren en overheidsinstellingen, waaronder lokale autoriteiten, registreren nu zichzelf en werken zelf hun gegevens bij. De „gestructureerde dialoog” leidde met name tot twaalf suggesties om het systeem voor oproepen tot het indienen van voorstellen doeltreffender te maken of, waar passend, alternatieve selectiemethoden in te voeren met als voornaamste doel snellere en be-ter gerichte steun. De nieuwe aanpak vergt echter extra inspanningen op het gebied van opleiding, communicatie, coördinatie, onderzoeken van noa’s en richtsnoeren.

MONITORING EN ONDERSTEUNING DOOR EU-DELEGATIES

9.De Commissie heeft het gebruik van onderzoeken naar actoren uit het maatschappeli jk middenveld door de EU-delegaties uitgebreid. Ten tijde van deze follow-up (december 2011) was de Commissie bezig met de ontwikkeling van richtsnoeren en methoden om steun te verlenen aan de delegaties via Cisoch. De EU-delegaties moeten hun onderzoeken naar ac-toren uit het maatschappelijk middenveld echter ver-der ontwikkelen in partnerlanden waar de politieke situatie dit toelaat. Er moeten ook meer inspanningen worden geleverd om te zorgen dat meer kleine or-ganisaties en organisaties aan de basis die projecten uitvoeren, binnen het bereik van het toezichtsysteem vallen.

DE RICHTSNOEREN OVER PRESTATIE-INDICATOREN

10.De Commissie begon in 2011 op basis van indicatoren uit de door de EU-delegaties ingediende verslagen over het beheer van de externe steun (EAMR) gege-vens te verzamelen over het aantal activiteiten van noa’s, hetgeen hun deelname aan de planning en uit-voering van EU-steun weerspiegelt. De Commissie wil aldus voor regelmatige kwantitatieve en kwalitatieve follow-up van de betrokkenheid van de noa’s in de partnerlanden gaan zorgen.

11.Daarnaast wordt nu, na de invoering van de op het hoofdkantoor van de Commissie beheerde gestruc-tureerde dialoog, een vergelijkbaar proces bij de de-legaties opgezet.

CAPACITEITSONTWIKKELING BIJ NOA’S

12.De Commissie heeft onlangs maatregelen genomen om het financieel en operationeel beheer van de aan noa’s verleende EU-bijstand te verbeteren. De Com-missie moet echter nog verder nadenken over stra-tegieën om de noa’s te betrekken bij algemene en sectorale begrotingsinstrumenten. Op basis van een systematische analyse van gegevens uit de verslagen over het beheer van de externe steun moeten nieuwe strategieën worden vastgesteld om de geografische programma’s te verbeteren, die de belangrijkste bron van steun aan maatschappelijke organisaties in de partnerlanden moeten blijven.

13.De volledige betrokkenheid van noa’s bij het EU-ont-wikkelingsbeleid blijft echter een doelstelling voor de middellange tot lange termijn; de verwezenlijking hiervan hangt grotendeels af van de lokale context. Zelfs al zijn bepaalde mijlpalen reeds bereikt, toch zijn verbeteringen en nieuwe stappen nodig om de ge-boekte vooruitgang te consolideren.

BIJLAGE VII

Page 29: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

27

14.Er zijn nu extra inspanningen en initiatieven nodig om deze strategieën doeltreffend uit te voeren, met name in de landen in Azië en Latijns-Amerika.

VERBETERING VAN DE DUURZAAMHEID DOOR GEBRUIKMAKING VAN EEN COMBINATIE VAN INSTRUMENTEN

15.Om een nieuwe combinatie van instrumenten te kun-nen hanteren, moet de hervorming van het systeem voor de oproepen tot het indienen van voorstellen nog worden afgerond. De Commissie moet ook de beoordeling van afgesloten projecten in het resul-taatgerichte toezichtsysteem verder uitbreiden.

PLANNING EN STRATEGIE

16.De Commissie heeft passende initiatieven genomen om haar financiële instrumentarium af te stemmen op de verscheidenheid en complexiteit van de om-standigheden in de ontvangende landen. De voorge-stelde wijzigingen gaan in de goede richting, maar de Commissie moet nog zorgen voor een doeltreffende uitvoering.

BIJLAGE VII

Page 30: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

28

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

BIJLAGE VIII

EXTERNE ACTIES: PRETOETREDINGSSTEUN AAN TURKIJE

1.Speciaal verslag nr. 16/2009 had betrekking op pretoetredingssteun aan Turkije.

De Europese Rekenkamer heeft beoordeeld hoe goed de Europese Commissie de financiële pretoetredingssteun voor Turkije beheerde. Met pretoetredingssteun wordt de tenuitvoerlegging gefinancierd van projecten die erop gericht zijn, Turkije te steunen bij zijn inspanningen om aan de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie te voldoen.

(Bron: Persbericht ECA/10/02.)

2.De Rekenkamer onderzocht of de Europese Commis-sie waarborgde dat de EU-steun werd gericht op pro-jecten die het meest bijdragen tot de verwezenlijking van de prioriteiten van het toetredingspartnerschap van de EU; dat het gedecentraliseerd uitvoeringssys-teem leidde tot de tijdige en succesvolle verwezen-lijk ing van projectresultaten en -doelstellingen; en dat er een doeltreffend systeem van prestatietoezicht en -evaluatie bestond.

3.De Rekenkamer deed de volgende aanbevelingen voor corrigerende maatregelen door de Commissie:

1) zij dient de programmering te verbeteren (op een aantal punten uitgevoerd);

2) zij dient de strategische doelstellingen te bepalen waarvoor de financiële steun van de EU de groot-ste meerwaarde zou opleveren (op een aantal pun-ten uitgevoerd);

3) zij dient realistischer termijnen voor de doelstel-lingen te ontwikkelen (op de meeste punten uitgevoerd);

4) zij dient het ontwerp en de uitvoering van pro-jecten te verbeteren (op de meeste punten uitgevoerd);

5) zij dient te verzekeren dat toezicht wordt gehou-den op de uitkomsten van afzonderlijke projecten op basis van duidelijke doelstellingen en passende indicatoren, zodat hun bijdrage aan het realiseren van de strategische doelstellingen kan worden aan-getoond (op de meeste punten uitgevoerd).

Daarnaast dient de Commissie:

6) een evaluatie van het gehele programma inzake pretoetredingssteun aan Turkije te starten (op de meeste punten uitgevoerd).

4.De Commissie heeft vier aanbevelingen (3, 4, 5 en 6) op de meeste punten uitgevoerd en twee aanbevelin-gen (1 en 2) op een aantal punten. Zie bijlage I voor de uitvoering.

5.De volgende paragrafen behandelen de belangrijkste punten van de follow-up van de Rekenkamer.

DE BEPALING VAN PRIORITAIRE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN

6.Aangezien het toetredingspartnerschap de te volgen prioriteiten niet duidelijk genoeg aangeeft, is het in-dicatief meerjarenplan (MIPD) nu het belangrijkste strategisch document om financiële steun in het ka-der van het IPA (Instrument voor pretoetredingssteun) gericht in te zetten. Het MIPD voor 2011-2013 vormt een verbetering ten opzichte van de gecontroleerde versie uit 2007 in die zin dat het gericht is op een deelgroep prioriteiten die gefinancierd kan worden uit de beperkte IPA-middelen. Maar in potentie zou de EU-financiering met het MIPD nog gerichter kunnen worden ingezet. De mate van aggregatie beperkt nog steeds de wijze waarop financieringsprioriteiten zijn gedefinieerd. Met de interventielogica is nog steeds niet verzekerd dat de EU-steun wordt gericht op pro-jecten die het meest bijdragen tot de verwezenlijking van de prioriteiten.

Page 31: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

29

VERBETERING VAN HET ONTWERP EN DE UITVOERING VAN PROJECTEN

7.De Commissie heeft de initiatieven voortgezet ter verbetering van het ontwerp en de uitvoering van projecten door de Turkse instellingen van het gede-centraliseerd uitvoeringssysteem van de EU. De maat-regelen omvatten het doorlopende toezicht van de Commissie op de kwaliteit van de programmerings-documenten en projectvoorstellen in verschillende fasen van het proces, alsmede de grotere betrokken-heid van het ministerie voor Europese Zaken bij de kwaliteitscontrole op projectvoorstellen. Behoefte-ramingen werden verplicht gesteld en de planning van de contractsluiting werd verbeterd. Maar ondanks de positieve trend in de kwaliteit van projectfiches blijven er tekortkomingen in het projectontwerp be-staan (namelijk het vaststellen van het doel, de resul-taten, de activiteiten, de indicatoren en de voorwaar-den van de projecten).

TOEZICHT OP DE UITKOMSTEN VAN AFZONDERLIJKE PROJECTEN

8.Onmiddelli jk na de controle begon de Commissie met de uitvoer ing van de aanbevelingen van de Rekenkamer inzake de prestaties van de projecten. In 2008-2009 genomen maatregelen omvatten de systematische follow-up van de uitvoering en con-troles ter plaatse met een specifieke checklist. In 2011 startte de Commissie haar hervorming ter verbetering van het systeem voor toezicht in Turkije. Het toezicht-systeem is echter niet voldoende verbeterd nu basis-elementen van de aanbevelingen — zoals een eind-verslag aan het eind van een project — nog niet ten uitvoer zijn gelegd.

9.Resterende gebreken omvatten het feit dat er geen gebruik wordt gemaakt van de in het aanvraag-formulier voor het project opgenomen indicatoren om de verwezenlijking van de projectdoelstellingen aan te tonen. Evenzo wordt nog steeds niet aan het eind van ieder project en vervolgens met passende tussenpozen systematisch gerapporteerd over de projectuitkomsten (resultaten en impact) om presta-tiegegevens aan te leveren ten behoeve van verdere planning.

10.Er bestond geen systeem voor evaluatie achteraf van afzonderlijke projecten of van de doeltreffend-heid van het programma als geheel wat betreft het voldoen aan de prior iteiten van het toetredings-partnerschap en de voortgang van Turkije op weg naar toetreding tot de EU. De Commissie heeft een tussentijdse evaluatie van de steun aan Turkije van 2005 tot 2008 verricht en in 2013, nadat alle betrok-ken projecten zijn afgerond en afgesloten in 2012, zal een evaluatie achteraf plaatsvinden ter beoordeling van de impact en duurzaamheid van de pre-IPA-steun van 2002-2006.

BIJLAGE VIII

Page 32: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

30

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

BIJLAGE IX FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE REKENKAMER UIT 2005-2009

INSTANDHOUDING EN BEHEER VAN DE NATUURLIJKE HULPBRONNEN

NUMMER EN TITEL FOLLOW-UPACTIE

Speciaal verslag nr. 3/2005 over plat telandsontwikkeling: Verif icatie van de agromilieu-uitgaven Follow-up gekregen in SV 7/2011

Speciaal verslag nr. 7/2006 over investeringen voor plat telandsontwikkeling: verhelpen deze daadwerkelijk de problemen van plat telandsgebieden?

Speciaal verslag nr. 8/2006 Succesvolle oogst? De doeltref fendheid van de EU-steun voor operationele programma’s van groente- en f ruit telers

Speciaal verslag nr. 4/2007 over f ysieke en substitutiecontroles van zendingen waar voor uitvoerrestituties zijn aangevraagd

Speciaal verslag nr. 7/2007 over de controle-, inspectie- en sanctiesystemen betref fende de voorschrif ten in verband met de instandhouding van de communautaire visbestanden

Follow-up gekregen in SV 12/2011

Speciaal verslag nr. 4/2008 betref fende de uitvoering van de melkquota in de op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toegetreden lidstaten

Speciaal verslag nr. 8/2008 Is „cross compliance” als beleid doeltref fend?

Speciaal verslag nr. 11/2008 Het beheer van de steun van de Europese Unie voor de openbare opslag van granen

Speciaal verslag nr. 6/2009 Voedselhulp van de Europese Unie voor de behoef tigen: een beoordeling van de doelstellingen, middelen en gebruikte methoden

Speciaal verslag nr. 10/2009 Voorlichtings- en af zetbevorderingsacties voor landbouwproducten

Speciaal verslag nr. 11/2009 De duurzaamheid en het beheer door de Commissie van de projec ten van LIFE-Natuur Follow-up gekregen in onderhavig verslag

Speciaal verslag nr. 14/2009 Hebben de instrumenten voor het beheer van de markt voor melk en zuivelproducten hun voornaamste doelstellingen bereikt?

Page 33: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

31

BIJLAGE IX

STRUCTUURBELEID, VERVOER EN ENERGIE

NUMMER EN TITEL FOLLOW-UPACTIE

Speciaal verslag nr. 1/2006 over de bijdrage van het Europees Sociaal Fonds tot het terugdringen van vroegtijdig schoolverlaten

Follow-up gekregen in JV 2010

Speciaal verslag nr. 10/2006 over de evaluaties achteraf van de programma’s voor de doelstellingen 1 en 3 1994-1999 (Structuur fondsen)

Follow-up gekregen in JV 2010

Speciaal verslag nr. 1/2007 over de uitvoering van de processen halver wege de looptijd van de struc tuur fondsen 2000-2006

Speciaal verslag nr. 1/2008 over het proces van onderzoek en evaluatie van grote investeringsprojec ten in de programmeringsperioden 1994-1999 en 2000-2006

Speciaal verslag nr. 3/2008 Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie: hoe snel, ef f iciënt en f lexibel is het?

Speciaal verslag nr. 7/2008 Het programma Intelligente energie 2003-2006 Follow-up gekregen in onderhavig verslag

Speciaal verslag nr. 12/2008 Pretoetredingsinstrument voor struc tuurbeleid (ISPA), 2000-2006

Speciaal verslag nr. 3/2009 De doeltref fendheid van uitgaven uit hoofde van struc turele maatregelen met betrekking tot af valwaterbehandeling voor de programmeringsperioden 1994-1999 en 2000-2006

Speciaal verslag nr. 7/2009 Het beheer van de ontwikkelings- en valideringsfase van het Galileo-programma Follow-up gekregen in JV 2010

Speciaal verslag nr. 17/2009 Door het Europees Sociaal Fonds gecof inancierde beroepsopleidingsacties voor vrouwen

Page 34: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

32

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

NUMMER EN TITEL FOLLOW-UPACTIE

Speciaal verslag nr. 2/2005 over de begrotingssteun uit het EOF aan de ACS-staten: het beheer door de Commissie van het onderdeel „her vorming van de overheidsf inanciën”

Follow-up gekregen in SV 11/2010

Speciaal verslag nr. 4/2005 over het beheer door de Commissie van de economische samenwerking in Azië

Speciaal verslag nr. 3/2006 over de humanitaire hulp van de Europese Commissie naar aanleiding van de tsunami Follow-up gekregen in JV 2009

Speciaal verslag nr. 4/2006 over Phare-investeringsprojec ten in Bulgarije en Roemenië

Speciaal verslag nr. 5/2006 over het MEDA-programma Follow-up gekregen in JV 2008

Speciaal verslag nr. 6/2006 over de milieu-aspecten van de ontwikkelingssamenwerking van de Commissie Follow-up gekregen in JV 2009

Speciaal verslag nr. 5/2007 over het beheer van het programma CARDS door de Commissie Follow-up gekregen in SV 12/2009

Speciaal verslag nr. 6/2007 over de doeltref fendheid van de technische bijstand in het kader van de capaciteitsontwikkeling

Follow-up gekregen in onderhavig verslag

Speciaal verslag nr. 6/2008 over de rehabilitatiehulp van de Europese Commissie na de tsunami en orkaan Mitch

Speciaal verslag nr. 9/2008 De doeltref fendheid van EU-steun op het gebied van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid voor Wit-Rusland, Moldavië en Oekraïne

Follow-up gekregen in JV 2010

Speciaal verslag nr. 10/2008 Ontwikkelingshulp van de EG aan de gezondheidsdiensten in Afrika bezuiden de Sahara Follow-up gekregen in JV 2010

Speciaal verslag nr. 4/2009 Het beheer door de Commissie van de betrokkenheid van niet-overheidsactoren bij EG-ontwikkelingssamenwerking

Follow-up gekregen in onderhavig verslag

Speciaal verslag nr. 12/2009 De doeltref fendheid van de projec ten van de Commissie op het gebied van justit ie en binnenlandse zaken voor de westelijke Balkan

Speciaal verslag nr. 15/2009 EU-hulp die wordt verleend via organisaties van de Verenigde Naties: besluitvorming en toezicht

Follow-up gekregen in SV 03/2011

Speciaal verslag nr. 16/2009 Het beheer door de Europese Commissie van pretoetredingssteun aan Turkije Follow-up gekregen in onderhavig verslag

Speciaal verslag nr. 18/2009 De doeltref fendheid van de EOF-steun voor regionale economische integratie in Oost- en West-Afrika

BIJLAGE IX

EXTERNE ACTIES

Page 35: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

33

NUMMER EN TITEL FOLLOW-UPACTIE

Speciaal verslag nr. 1/2005 over het beheer van het Europees Bureau voor f raudebestrijding (OLAF) Follow-up gekregen in SV 2/2011

Speciaal verslag nr. 5/2005 Uitgaven van het Parlement, de Commissie en de Raad voor ver tolking

Speciaal verslag nr. 9/2006 over de uitgaven van de Commissie, het Parlement en de Raad voor ver taling

Speciaal verslag nr. 11/2006 over het systeem van het communautair douanever voer

Speciaal verslag nr. 2/2007 over de uitgaven van de instellingen voor gebouwen

Speciaal verslag nr. 3/2007 over het beheer van het Europees Vluchtelingenfonds (2000-2004)

Speciaal verslag nr. 8/2007 over de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde

Speciaal verslag nr. 9/2007 over de evaluatie van de Europese kaderprogramma’s voor onderzoek en technologische ontwikkeling (OTO): kan de aanpak van de Commissie worden verbeterd?

Speciaal verslag nr. 2/2008 over bindende tarief inlichtingen (BTI’s) Follow-up gekregen in JV 2010

Speciaal verslag nr. 5/2008 Agentschappen van de Europese Unie: resultaten bereiken

Speciaal verslag nr. 1/2009 Bankmaatregelen in het Middellandse Zeegebied in het kader van het programma MEDA en de eerdere protocollen

Speciaal verslag nr. 5/2009 Het beheer van de kasmiddelen door de Commissie

Speciaal verslag nr. 8/2009 Topnetwerken en geïntegreerde projec ten in het communautaire onderzoeksbeleid: zijn de doelstellingen bereikt?

Speciaal verslag nr. 9/2009 De doelmatigheid en doeltref fendheid van de door het Europees Bureau voor personeelsselec tie verrichte ac tiviteiten voor selec tie van personeel

Speciaal verslag nr. 13/2009 Uitvoerende taken delegeren aan uitvoerende agentschappen: een geslaagde keuze?

BIJLAGE IX

ONT VANGSTEN, ONDERZOEK EN INTERN BELEID, EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Page 36: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

34

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

BIJLAGE X

METHODOLOGIE

1.De werkzaamheden van de Rekenk amer hebben hoofdzakelijk door middel van haar gepubliceerde verslagen impact op de verbetering van het financi-eel beheer. De werkzaamheden van de Rekenkamer dragen er ook toe bij door middel van het controle-proces zelf. Alle controles leveren gedetail leerde bevindingen op, die de gecontroleerde worden toe-gezonden ter bevestiging van de juistheid van de opmerkingen van de Rekenkamer; hierna volgt een procedure van hoor en wederhoor over de definitieve tekst van het controleverslag. De verslagen gaan bij hun publicatie vergezeld van de antwoorden van de gecontroleerde — meestal de Commissie. In veel van deze antwoorden erkent de gecontroleerde de door de Rekenkamer in haar controlebevindingen gecon-stateerde problemen en vermeldt hij de maatregelen die hij denkt te nemen om deze te verhelpen.

2.In het algemeen worden in speciale verslagen bij de uitvoering van de EU-begroting (of die van de Euro-pese Ontwikkelingsfondsen) betrokken systemen, programma’s of organisaties onderzocht op een of meer van de drie aspecten van goed financieel be-heer: zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid.

3.Het beoordelen en meten van de impact van de vers lagen van doelmat igheidscontro les van de Rekenmaker vormt een noodzakelijk element van de verantwoordingscyclus. De in de speciale verslagen gedane aanbevelingen moeten van follow-up wor-den voorzien om de genomen maatregelen te kunnen vaststellen en beoordelen. Sterker nog, het enkele feit dat er een follow-upproces bestaat, kan de gecon-troleerden ertoe aanzetten de aanbevelingen uit de verslagen doeltreffend uit te voeren.

4.De follow-up van aanbevelingen uit de verslagen dient de volgende vier hoofddoelen:

ο vergroting van de doeltreffendheid van controleversla-gen — follow-up van controleverslagen is er in de eerste plaats op gericht de waarschijnlijkheid te vergroten dat de aanbevelingen worden uitgevoerd;

ο ondersteuning van de wetgevende en begrotingsautori-teiten (waaronder de kwijtingverlenende autoriteiten) — follow-up geven aan aanbevelingen kan nuttig zijn als leidraad voor hun handelen;

ο evaluatie van de prestaties van de Rekenkamer — follow-up biedt een grondslag voor de beoordeling en evaluatie van de prestaties van de Rekenkamer;

ο het leren en de ontwikkeling stimuleren — follow-up-activiteiten kunnen bijdragen tot meer kennis en verbe-terde praktijken.

5.De verslagen waaraan follow-up moest worden gege-ven, werden geselecteerd op basis van twee criteria: of meer dan twee à drie jaar waren verstreken sinds de publicatie van de verslagen, en of de aanbevelin-gen nog relevant waren.

6.Het onderzoek werd in drie fasen uitgevoerd:

ο de database van de Commissie voor het beheer van follow-upacties (RAD) is gebruikt als een eerste bron van gegevens met betrekking tot de controleverslagen die werden onderzocht;

ο er vond controle op stukken en analyse plaats van jaar-verslagen, verslagen van de kwijtingverlenende auto-riteit, actieplannen, beleidsdocumenten en specifieke verslagen;

ο er werden mondelinge verklaringen en schriftelijk bewijs verzameld bij de betrokken diensten van de Commissie.

Page 37: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

35

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE

SAMENVATTING

III.De belangrijkste auditresultaten hebben betrekking op de op het niveau van de diensten toegepaste systemen en pro-cedures. Alle tien de IAC’s waren van mening dat de toegepaste systemen en procedures redelijke zekerheid verschaffen wat betreft het bereiken van de operationele doelstellingen vastgesteld voor het beheer van de uitvoering van de aanbe -velingen en opmerkingen van de Europese Rekenkamer en de kwijtingverlenende autoriteit. Desalniettemin hebben de IAC’s in negen van de elf auditverslagen gewezen op zwakke punten, waarbij het voornamelijk ging om de aanwezigheid van volledig gedocumenteerde procedures voor de follow-up van aanbevelingen/verzoeken.

SAMENVATTING VAN HET FOLLOW-UPONDERZOEK VAN DE REKENKAMER

14.Wat betalingen aan gebieden met natuurlijke handicaps betreft, wordt in Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad bepaald dat de betaling gebaseerd moet zijn op inkomstenverlies en extra kosten. Deze bepaling trad echter niet in werking, aangezien het aanvullende besluit van de Raad inzake probleemgebieden, dat voor eind 2009 gepland was, niet werd vastgesteld. Dezelfde bepaling wordt door de Commissie voorgesteld in haar wetgevingsvoorstel inzake plattelands-ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

18.Op het vlak van energie hebben de Commissie en het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (Executive Agency for Competitiveness and Innovation, hierna „EACI” genoemd) aanzienlijke inspanningen geleverd om de prioritering van acties te verbeteren en projectkosten beter op de beoogde resultaten en effecten af te stemmen. Zo werd in 2009 een gemeenschappelijke set impactindicatoren ingevoerd die tijdens alle fases van de programmacyclus werd gebruikt, waaronder een nieuw toekenningscriterium inzake „ambitie en geloofwaardigheid van de gevolgen van de voorgestelde actie”, om te garanderen dat de meest kosteneffectieve voorstellen worden geselecteerd.

19.In 2011 heeft de Commissie nadere maatregelen getroffen om het monitoringsysteem in Turkije te verbeteren en de aanzet gegeven tot de hervorming ervan. De Commissie is het er evenwel mee eens dat verdere actie nodig is wat de rapportage over de projectresultaten betreft.

CONCLUSIE

21.De belangrijkste auditresultaten hebben betrekking op de op het niveau van de diensten toegepaste systemen en pro-cedures. Alle tien de IAC’s waren van mening dat de toegepaste systemen en procedures redelijke zekerheid verschaffen wat betreft het bereiken van de operationele doelstellingen vastgesteld voor het beheer van de uitvoering van de aanbe -velingen en opmerkingen van de Europese Rekenkamer en de kwijtingverlenende autoriteit. Desalniettemin hebben de IAC’s in negen van de elf auditverslagen gewezen op zwakke punten, waarbij het voornamelijk ging om de aanwezigheid van volledig gedocumenteerde procedures voor de follow-up van aanbevelingen/verzoeken.

Page 38: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

36

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE OP BIJLAGE II — LANDBOUW: PROBLEEMGEBIEDEN

7.Zoals de Rekenkamer heeft aangegeven, werd in 2010 geen nieuw systeem ingevoerd voor de vaststelling van probleem-gebieden. Toen Verordening (EG) nr. 1698/2005 werd vastgesteld, besloot de Raad de huidige afbakening te behouden en de Commissie mandaat te geven om een nieuw systeem te ontwikkelen (Document 10352/05 van de Raad) dat in 2010 ten uitvoer zou worden gelegd. De Commissie zette een panel van onafhankelijke deskundigen op dat een nieuwe indelingsmethode ontwikkelde. Het deskundigenpanel kwam echter tot de conclusie dat de indeling op gegevens van de lidstaten dient te zijn gebaseerd. De Commissie zette de nieuwe methodologie uiteen in haar mededeling COM(2009)161 definitief van 21 april 2009 en de Raad stemde ermee in de voorgestelde methodologie te testen. De resultaten van die oefening zijn behulpzaam geweest bij het formuleren van het wetgevingsvoorstel voor 2014-2020.

11.DG Landbouw en Plattelandsontwikkeling neemt betalingen voor natuurlijke handicaps altijd op in het bestek van de Axis II-audits. Daarbij wordt het hele controlesysteem onderzocht, alsook de toegepaste kortingen, en bij tekortkomingen worden financiële correcties toegepast.

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE OP BIJLAGE III — LANDBOUW: PRODUCTIESTEUN VOOR KATOEN

7. Tweede bulletDe eindresultaten van de herstructurering van de egreneringsindustrie, in het bijzonder in Spanje, zullen worden meege-deeld bij de afsluiting van het herstructureringsprogramma in 2018.

7. Derde bulletSinds de audit van de Rekenkamer in 2003 heeft de Commissie een aantal GLB-maatregelen uitgevoerd om de milieu-impact van katoen te verbeteren:

1) om milieutechnische redenen is per lidstaat een basisareaal vastgesteld en is het in aanmerking komende areaal beperkt tot wat de lidstaat toestaat;

2) via randvoorwaarden wordt een link gelegd tussen de betaling van steun, waaronder rechtstreekse gekoppelde steun voor katoen, en de naleving door de landbouwer van een reeks voorschriften op het gebied van milieu, gezondheid van mens, dier en plant, en dierenwelzijn;

3) katoen komt eveneens in aanmerking voor agromilieubetalingen voor toezeggingen die verder gaan dan de minimumeisen van de plattelandsontwikkelingsprogramma’s van Spanje en Griekenland;

4) geïntegreerde katoenproductie in Griekenland wordt sinds 2009/2010 in het kader van het herstructureringsprogramma (kwaliteitsmaatregel) gefinancierd1.

1 Volgens het rapport dat de Griekse autoriteiten op 15 februari 2012 hebben ingediend, wordt de helft van het Griekse katoen in het kader van het

geïntegreerde productiesysteem geteeld. Dit heeft tot belangrijke verbeteringen geleid, niet alleen wat betreft de kwaliteit van het katoen, maar ook

voor het milieu, dankzij de vermindering van het waterverbruik (tussen –10 en –50 %), stikstoftoepassingen (tussen –20 en –60 %), pesticiden (–17 %),

alsook tot positieve gevolgen inzake grond- en bodembehoud.

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE

Page 39: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

37

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE OP BIJLAGE IV — LANDBOUW: DE DUURZAAMHEID EN HET BEHEER DOOR DE COMMISSIE VAN DE PROJECTEN VAN LIFE-NATUUR

6.Zodra de nieuwe rechtsgrond voor 2014-2020 zal zijn goedgekeurd, zal de Commissie aan het volgende LIFE-comité voor-stellen afzonderlijke specifieke criteria vast te stellen om de duurzaamheid van projecten te evalueren.

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE OP BIJLAGE V — ENERGIE: HET PROGRAMMA INTELLIGENTE ENERGIE 2003-2006

4.De Commissie is van oordeel dat alle vier de aanbevelingen zijn uitgevoerd.

7.De Commissie is van oordeel dat het verband tussen uitgaven, resultaten en effecten zo duidelijk als maar kan, is gemaakt. De prioritering van de gefinancierde acties werd aanzienlijk versterkt en is gebaseerd op de effectbeoordelingen van het EU-energiebeleid, alsook op de resultaten van uitgevoerde projecten, de door de leden van het programmacomité vast-gestelde nationale behoeften en de meest recente markt- en beleidsontwikkelingen. De externe beoordeling van het programma bevestigde deze bevinding dat „de financieringsprioriteiten relevant waren voor de behoeften, knelpunten en problemen met betrekking tot energie in Europa”. Volgens dezelfde evaluatie behoren de door het programma onder-steunde acties uit de aard tot de moeilijkste om te kwantificeren wat de effecten ervan betreft, iets waarvan de energie-gemeenschap zich zeer wel bewust is.

De Commissie is bijgevolg van mening dat de aanbeveling volledig is uitgevoerd.

8.De effecten werden waar mogelijk gemeten (bijv. voor bijstand bij projectontwikkeling), maar niet wanneer dat onmoge-lijk was uit de aard van bepaalde acties (bijv. die welke input leverden voor de discussie over het energiebeleid).

De Commissie is bijgevolg van mening dat de aanbeveling volledig is uitgevoerd.

In het licht van het voorgaande zijn het toezicht op en de beoordeling van het programma voor zover mogelijk, en bijna tot op de grens van kosteneffectiviteit, verder ontwikkeld. Over resultaten en effecten is verslag uitgebracht in docu-menten zoals de jaarlijkse managementplannen van DG Energie, het uitvoeringsverslag van het programma Intelligente energie — Europa II (Intelligent Energy for Europe II, hierna „IEE II” genoemd) van 2011, en het voortgangsverslag van IEE II (2007-2011)2.

Waar zulks passend was, zijn longitudinale beoordelingen uitgevoerd, rekening houdende met kostenoverwegingen.

De Commissie is bijgevolg van mening dat de aanbeveling volledig is uitgevoerd.

2 http://ec.europa.eu/energy/intelligent/files/doc/reports/iee-ii-performance-report-2007-2011-final_en.pdf

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE

Page 40: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

38

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

9.Deze bevinding van de Rekenkamer wordt bevestigd door de eindevaluatie van het IEE II-programma, waarin wordt gesteld dat „de inspanningen van het EACI om het beheerproces te vereenvoudigen, worden gewaardeerd en als efficiën-tieverhogend voor de projecten worden beschouwd”. Voorts is in de beoordeling van het EACI die tussen november 2010 en maart 2011 werd uitgevoerd, geconcludeerd dat „het EACI goed presteert en een efficiënt en effectief uitvoerings-mechanisme is voor de initiatieven waarvoor het operationele verantwoordelijkheid heeft”, alsook dat „het beheer van het IEE-programma verbeterd is onder het EACI en dat de feedback van de belangrijkste belanghebbenden en eind-begunstigden positief is”.

De Commissie is bijgevolg van mening dat de aanbeveling volledig is uitgevoerd.

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE

Page 41: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

39

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE OP BIJLAGE VI — EXTERNE ACTIES: DE DOELTREFFENDHEID VAN DE TECHNISCHE BIJSTAND AAN ONTWIKKELINGSLANDEN

3. 1)Met deze aanbeveling zal pas bij de komende generatie programmeringsdocumenten volledig rekening kunnen wor-den gehouden. De nieuwe instructies voor het Instrument voor ontwikkelingssamenwerking (Development Cooperation Instrument, DCI) en het 11e EOF voor de periode 2014-2020 (mei 2012) bevatten in de bijlagen 3 en 4 een vereiste om de capaciteit van een land te onderzoeken. Ook de instructies voor het ENI ( juli 2012) bevatten in bijlage 3 een vereiste om de capaciteit van een land te onderzoeken.

Het punt van de capaciteitsontwikkeling zal eveneens worden behandeld in de richtsnoeren voor begrotingssteun waar-aan momenteel de laatste hand wordt gelegd.

3. 2)De Commissie is het eens met de opmerking van de Rekenkamer.

3. 3)De Commissie is het eens met de opmerking van de Rekenkamer en benadrukt nog eens de aanzienlijke inspanning die is geleverd voor het uittekenen en uitvoeren van een kwaliteitsborgingssysteem en een website voor kennisdeling die hebben bijgedragen tot het verbeteren van de doeltreffendheid van haar steun voor capaciteitsontwikkeling.

3. 6)De Commissie is het eens met de opmerking van de Rekenkamer.

3. 7)De Rekenkamer heeft erkend dat de basisstrategie („Backbone Strategy”) deel uitmaakt van bredere acties van de Euro-pese Commissie ter uitvoering van de Verklaring van Parijs over de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp. In het moni-toringverslag van 2011 betreffende de Verklaring van Parijs staat dat de Europese instellingen de doelen hebben bereikt voor gecoördineerde programma’s en het vermijden van parallelle uitvoeringsstructuren.

De Commissie is van mening dat aanbeveling 7 effectief is uitgevoerd.

De Commissie is het eens met de opmerking van de Rekenkamer over aanbeveling 8.

9.Het monitoren van de uitvoering van de richtsnoeren wordt voortgezet op jaarbasis. Recentere gegevens kunnen zo nodig voor beoordeling ter beschikking van de Rekenkamer worden gesteld begin 2013.

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE

Page 42: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

40

VERS

LAG

VAN

2011

OVE

R DE

FOL

LOW

-UP

VAN

DE S

PECI

ALE

VERS

LAGE

N VA

N DE

EUR

OPES

E RE

KENK

AMER

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE OP BIJLAGE VII — EXTERNE ACTIES: DE BETROKKENHEID VAN NIET-OVERHEIDSACTOREN BIJ EG-ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

3. 2)De Commissie is van oordeel dat aan deze aanbeveling inderdaad reeds gevolg is gegeven.

3. 3)De Commissie is van oordeel dat aan deze aanbeveling inderdaad gevolg is gegeven.

3. 4)De Commissie is van oordeel dat aan deze aanbeveling inderdaad gevolg is gegeven.

3. 5)De Commissie is van oordeel dat aan deze aanbeveling inderdaad gevolg is gegeven.

3. 6)De Commissie is van oordeel dat aan deze aanbeveling inderdaad gevolg is gegeven.

3. 7)De Commissie vindt dat aan deze aanbeveling inderdaad gevolg is gegeven.

4.Zie antwoord op het voorgaande punt 3.

9.Zie de antwoorden onder punt 3, met name waar het gaat om de inventarisatie.

12.Zie de antwoorden onder punt 3, met name waar het gaat om de beperkingen van de „geografische programma’s” die te maken hebben met de nationale soevereiniteit.

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE

Page 43: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

41

VERSLAG VAN 2011 OVER DE FOLLOW-UP VAN DE SPECIALE VERSLAGEN VAN DE EUROPESE REKENKAM

ER

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE OP BIJLAGE VIII — EXTERNE ACTIES: PRETOETREDINGSSTEUN AAN TURKIJE

3. 2)Er is rekening gehouden met de bevinding van de Rekenkamer, en de Commissie heeft de noodzakelijke elementen aan de activiteitenoverzichten toegevoegd om een verband tussen vijf specifieke doelstellingen onder activiteit 22 02 (uit-breidingsproces en strategie), de geselecteerde sectoren en de beschikbare financiering in de activiteitenoverzichten voor 2013 aan te tonen.

3. 6)De Commissie is van oordeel dat de aanbeveling van de Rekenkamer betreffende programma-evaluatie is uitgevoerd wat het principe betreft. Concrete resultaten zullen vanaf 2013 worden geleverd.

6.Wat dit punt betreft, zal met de IPA II-verordening een nog meer samenhangende en strategische aanpak van pretoe-tredingssteun worden ingevoerd, door de vervanging van onderdelen per beleidsterrein om het optreden consistenter te maken en de vier IPA-DG’s nauwer te laten samenwerken bij het uitstippelen van een enkele en gemeenschappelijke strategie per afzonderlijk land. Planningdocumenten op een hoog niveau, d.w.z. het niveau van het gemeenschappelijk strategisch kader en de strategiedocumenten (voor een of meerdere landen) (die de MIDP zullen vervangen) zullen de klemtoon op het analyseren van de behoeften en het vaststellen van de prioriteiten voor de bijstandsmaatregelen versterken.

7.Door de krachtige focus van de Commissie op de kwaliteit van de projectbeschrijvingen (van IPA 2010/2011) zijn de kernelementen van de projectbeschrijvingen (doelstellingen, resultaten en indicatoren, enz.) concreter en beter meetbaar geworden dan in voorgaande jaren. Deze positieve trend is het gevolg van de lering die werd getrokken uit voorgaande programma’s voor financiële bijstand en de genomen corrigerende maatregelen met betrekking tot de tekortkomingen. De Commissie zal blijven letten op de kwaliteit van de programmeringsdocumenten in de verschillende fases om de kwaliteit van de kernelementen van het project te garanderen.

9.De Commissie is het ermee eens dat verdere acties nodig zijn wat betreft het rapporteren van projectuitkomsten, maar wenst te beklemtonen dat de begunstigden overeenkomstig een nieuw model voor voortgangs- en monitoringsverslagen (PMR) dat in februari 2012 werd ingevoerd, op het einde van het project verslag zullen moeten uitbrengen over het halen van de algemene doelstellingen en resultaten van het project.

De Commissie zal het nodige doen om te garanderen dat over de vooruitgang en resultaten van projecten systematisch verslag wordt uitgebracht volgens de vereisten van het model.

10.De Commissie is het eens met de conclusie van de Rekenkamer dat er nog geen evaluatie achteraf had plaatsgevonden en wenst op te merken dat met de evaluatie van de gevolgen en de duurzaamheid van projecten die tussen 2002 en 2006 met pre-IPA-bijstand tot stand kwamen, niet kon worden begonnen, omdat een aantal samenhangende projecten in het kader van de pretoetredingssteun aan Turkije ( TPA) pas in 2012 zal worden afgesloten. De Commissie heeft in haar beoor-delingsplan al een evaluatie achteraf opgenomen; de aanbesteding daarvoor zal tegen het einde van dit jaar worden uitgeschreven en de evaluatie zal in 2013 van start gaan.

ANTWOORDEN VAN DE COMMISSIE

Page 44: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen
Page 45: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

Europese Rekenkamer

Speciaal verslag nr. 19/2012Verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de Europese Rekenkamer

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie

2012 — 45 blz. — 21 × 29,7 cm

ISBN 978-92-9237-908-7

doi:10.2865/25535

Page 46: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen
Page 47: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

HOE KOM IK AAN EU-PUBLICATIES?

Gratis publicaties:

• bijEUBookshop(http://bookshop.europa.eu);

• bijdevertegenwoordigingenendelegatiesvandeEuropeseUnie. Ga voor de contactgegevens naar http://ec.europa.eu of stuur een fax naar +352 2929-42758.

Betaalde publicaties:

• bijEUBookshop(http://bookshop.europa.eu).

Betaalde abonnementen (bv. jaarreeksen van het Publicatieblad van de Europese Unie en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie):

• viaeenvandeverkoopkantorenvanhetBureauvoorpublicatiesvandeEuropeseUnie (http://publications.europa.eu/others/agents/index_nl.htm).

Page 48: EUROPESE REKENKAMER 2012 - European Parliament · 2014-04-09 · verslag van 2011 over de follow-up van de speciale verslagen van de europese rekenkamer 3 inhoud paragraaf acroniemen

QJ-A

B-12

-015-N

L-C

EUROPESE REKENKAMER

DE FOLLOW-UP DIE DE GECONTROLEERDEN GEVEN AAN DE AANBEVELINGEN

OP GROND VAN EEN CONTROLE VORMT EEN ESSENTIEEL ONDERDEEL VAN

DE VERANTWOORDINGSCYCLUS. IN DIT VERSLAG WORDT NAGEGAAN WELKE

MAATREGELEN DE EUROPESE COMMISSIE HEEFT GETROFFEN EN WORDT

BEOORDEELD IN WELKE MATE ZIJ UIT VOERING HEEFT GEGEVEN AAN DE

CONTROLEAANBEVELINGEN IN ZEVEN GESELECTEERDE SPECIALE VERSLA-

GEN VAN DE REKENKAMER UIT DE PERIODE 2003-2009 DIE DRIE BEGRO-

TINGSTERREINEN BETREFFEN: LANDBOUW, ENERGIE EN EXTERNE ACTIES. DE

REKENKAMER STELDE VAST DAT DE COMMISSIE MAATREGELEN HAD GETROF-

FEN OM DE AANBEVELINGEN VAN DE REKENKAMER UIT TE VOEREN EN DAT

VAN DE 45 AANBEVELINGEN ER 13 (29 %) VOLLEDIG WAREN UITGEVOERD,

1 (2 %) NIET WAS UITGEVOERD, 22 (49 %) OP DE MEESTE PUNTEN WAREN

UITGEVOERD EN 9 (20 %) OP EEN AANTAL PUNTEN WAREN UITGEVOERD.

DE COMMISSIE DIENT DUS NOG VERDERE ACTIE TE ONDERNEMEN OM DEZE

AANBEVELINGEN VOLLEDIG UIT TE VOEREN.