Europees Kampioen - MoveMens · 2012. 6. 4. · Het Gezonde Net is een kwaliteitsnetwerk waarbij de...
Transcript of Europees Kampioen - MoveMens · 2012. 6. 4. · Het Gezonde Net is een kwaliteitsnetwerk waarbij de...
Leefstijlcoaching ter ondersteuning van gezond gedrag Nieuwe methodiek
voor gedragsverandering - Een nieuwe kijk op de behandeling van ‘shinsplints’ Verrassend promotieonderzoek - De getuigen van Crohn; bijzon-dere videodagboeken - ‘Voor de top moet je je vastbijten en niet meer loslaten’ Topkwaliteit in praktijk voor olympisch hockeyteam - Met vereendekrachten de kilo’s te lijf Interdisciplinaire aanpak van Heideheuvel werkt
Europees Kampioen
‘Gezondheid is het belangrijkste dat er is, dat hoort altijd voorop te staan’
M A G A Z I N E V O O R O N D E R N E M E R S I N B E W E G I N G13e JAARGANG | EDIT IE 2 | 2012
Interesse? Heeft u interesse in dit webbased kwaliteitsmanagementsysteem neem dan contact op met de centrale organisatie van Het Gezonde Net: [email protected] of bel Cees de Zoete op 0653 353 126
Gaat u ook voor de hoogste kwaliteit?Het Gezonde Net is een kwaliteitsnetwerk waarbij de aangesloten praktijken begeleid worden in het
behalen van het HKZ- en HCA-certifi caat. Met deze certifi caten op zak heeft uw praktijk de mogelijk-
heid om bij zorgverzekeraars de maximale contracten af te sluiten. In het netwerk van Het Gezonde
Net praktijken zijn al 60 Topzorg- en/of Pluspraktijken actief.
Bent u de volgende?
Webbased kwaliteitsmanagementsysteem
De praktijken van Het Gezonde Net maken gebruik van een webbased kwaliteitsmanagementsysteem.
Dit systeem is exclusief voor Het Gezonde Net ontwikkeld en biedt o.a. de volgende functies:
• digitaal handboek met zoekfuncties
• processen voor klantreacties, interne klachten en verbetermaatregelen
• jaarplanning en periodieke management review
• praktijkoverleg met agenda, notulen en acties
Het systeem wordt gebruikt door alle praktijkmedewerkers. Afhankelijk van de functie
is de autorisatie vastgelegd.
w w w. h e t g e z o n d e n e t . n l
audit rapportages analyse en review
informatie koppelen
procesbewaking
Adv. Het Gezonde Net 2012 170x240.indd 1 09-05-12 13:57
6
44
20
InhoudEuropees Kampioen 7
Voormalig topkeeper Hans van
Breukelen over zijn carrière en
over blessures
Leefstijlcoaching ter ondersteuning van gezond gedrag 12
Nieuwe methodiek voor gedrags-
verandering
Een nieuwe kijk op de behandeling van ‘shin splints’ 20
Verrassend promotieonderzoek naar
mediaal tibiaal stress syndroom
De getuigen van Crohn; bijzondere videodagboeken 28
Project Crohnjuwelen
Met vereende krachten de kilo’s te lijf 36
Interdisciplinaire aanpak van
Heideheuvel werkt
Voor de top moet je je vastbijten en niet meer loslaten 44
Topkwaliteit in praktijk voor
olympisch hockeyteam
En verderVoorwoord 5Meten en vergelijken op effectiviteit en efficiëntie met benchmarken 52
Eerste cijfers voor kwaliteitsindex
bekend
Van behandelaar naar ondernemende behandelaar 56
Ondernemer aan het woord
Titanic zoekt sloepen 63Column Oudkerk
MoveMens Partners 64Colofon 66
36
28
12
Interesse? Heeft u interesse in dit webbased kwaliteitsmanagementsysteem neem dan contact op met de centrale organisatie van Het Gezonde Net: [email protected] of bel Cees de Zoete op 0653 353 126
Gaat u ook voor de hoogste kwaliteit?Het Gezonde Net is een kwaliteitsnetwerk waarbij de aangesloten praktijken begeleid worden in het
behalen van het HKZ- en HCA-certifi caat. Met deze certifi caten op zak heeft uw praktijk de mogelijk-
heid om bij zorgverzekeraars de maximale contracten af te sluiten. In het netwerk van Het Gezonde
Net praktijken zijn al 60 Topzorg- en/of Pluspraktijken actief.
Bent u de volgende?
Webbased kwaliteitsmanagementsysteem
De praktijken van Het Gezonde Net maken gebruik van een webbased kwaliteitsmanagementsysteem.
Dit systeem is exclusief voor Het Gezonde Net ontwikkeld en biedt o.a. de volgende functies:
• digitaal handboek met zoekfuncties
• processen voor klantreacties, interne klachten en verbetermaatregelen
• jaarplanning en periodieke management review
• praktijkoverleg met agenda, notulen en acties
Het systeem wordt gebruikt door alle praktijkmedewerkers. Afhankelijk van de functie
is de autorisatie vastgelegd.
w w w. h e t g e z o n d e n e t . n l
audit rapportages analyse en review
informatie koppelen
procesbewaking
Adv. Het Gezonde Net 2012 170x240.indd 1 09-05-12 13:57
P R A K T I J K B E R I C H T
Op de website treft u tevens uitgebreide productinformatie voor uw praktijk: www.intramed.nl
BedanktIntramed!
Al meer dan 17.500 gebruikerswerken dagelijks met de Intramed software
Vanaf het moment dat we met jullie praktijksoftware aan de slag gingen, loopt onze bedrijfsvoering op rolletjes. Plannen, registreren, declareren, behandeldossiers aanleggen en bijhouden gaan zo efficiënt dat we echt blij zijn dat we voor Intramed hebben gekozen. Trouwens, de medewerkers van de helpdesk zijn werkelijk fantastisch!
Via de website van Intramed hebben we gebruik kunnen maken van een gratis proefperiode van 3 maanden. Hierdoor zijn we aan de slag gegaan zonder kosten of verplichtingen. Al snel bleek dat dit pakket prima aansloot bij onze wensen en zijn wena 3 maanden overgegaantot een contract.
Noordkade 942741 GA WaddinxveenT 0182 62 11 07 F 0182 62 11 [email protected]
De praktijk gaater op vooruit
“We hebben nooit geweten dat Intramed zo compleet is”.
Intramed, complete praktijksoftware voor uw praktijk
Intramed is de meest gebruikte praktijksoftware met digitaalpatiëntendossier van waaruit u gemakkelijk kunt declareren.
• Verslaglegging in het patiëntendossier volgens richtlijnen beroepsvereniging of uw eigen richtlijnen
• Opslaan van gescande documenten in uw patiëntendossier (verwijzingen, röntgenfoto’s e.d.)
• Beveiligd online declareren bij alle zorgverzekeraars (VeCoZo)• Mogelijkheid tot het maken van uitgebreide
managementrapportages• Een Service Centrum waar u direct deskundig
en vriendelijk geholpen wordt, ook ‘s avonds• Nu ook Online werken rechtstreeks
via Intramed
Kampioenen
We zijn nog geen Europees Kampioen,
maar het Oranjegevoel barst alweer los.
Met het vorige WK in ons achterhoofd en
een selectie die minimaal zo sterk is, zou
het dit keer moeten lukken. 24 jaar later
opnieuw Europees Kampioen?
Daarom hebben we in de reeks van
topsporters dit keer Hans van Breukelen
bereid gevonden terug te blikken op zijn
sportcarrière en vooruit te kijken naar het
EK. Hans was met Marco van Basten één
van de helden van het EK ’88. Eigenlijk
één van de zestien zou Hans zeggen,
maar in onze herinnering is hij toch
het gezicht van de winnaarsmentaliteit
destijds.
Hij deelt zijn ervaringen in de sportme-
dische wereld, waarin hij op zijn hoog-
tepunt zwaar geblesseerd raakte en koos
voor revalidatie bij het sportmedische
centrum van de KNVB in Zeist. Daar heb
ik met hem gewerkt en voor het eerst
gezien hoe belangrijk de mindset van
iemand is voor herstel en prestaties. Ik
heb hem na bijna 24 jaar weer gezien en
de ontmoeting was als vanouds.
Hans zet nog steeds zwaar in op de
mentale kant van topsport. En op eigen
gedrag. Hij spreekt zijn verbazing uit over
de vele gemiste strafschoppen door top-
spelers in grote wedstrijden. Een gebrek
aan voorbereiding en training. De voet-
ballerij zou een voorbeeld kunnen nemen
aan de hockeywereld, daar zijn ze veel
verder. Voor Movemens volgen we het
Olympisch hockeyteam door de ogen van
de fysiotherapeut; een unieke blik achter
de schermen.
Gedragsverandering is een terugkerend
thema. Het artikel over leefstijl laat zien
dat het beïnvloeden van leefstijl syno-
niem is aan gedragsverandering: leefstijl
bestaat uit gewoontes van mensen en
gewoontes zijn eigenlijk gedrag. Dit zie
je ook in het artikel bij de multidiscipli-
naire aanpak van kinderen met obesitas;
gedragsverandering staat centraal.
Verder laten we weer de patiënt en een
ondernemer aan het woord. Dit keer
patiënten die via videodagboeken vertel-
len hoe zij de ziekte van Crohn ervaren
en een ondernemende behandelaar, die
aan behandelen niet veel meer toe komt.
We proberen iedere uitgave een mooie
balans te vinden tussen visie, innovatie,
communicatie, ontwikkeling, marketing,
netwerken en ondernemen. In dat kader
laten we een wetenschapper aan het
woord, dit maal met een nieuwe kijk op
de behandeling van ‘shin splints’. Ook de
benchmark, met interessante cijfers en
figuren, ontbreekt niet.
Maar ik hoop dat iedereen deze
Movemens begint te lezen met de
column van Rob Oudkerk, een leuk stuk
over de kampioenen van de politiek. Hij
kan als geen ander ‘zijn’ onderwerp in
een scherp perspectief plaatsen.
Kortom, een uitgave vol kampioenen.
We zijn gewend te denken dat we al
Europees Kampioen zijn voordat we zijn
begonnen. En dat we weer 20 gouden
medailles winnen op de Spelen. Maar
resultaten uit het verleden bieden geen
garantie voor de toekomst. Gedrag uit
het verleden is wel voorspellend voor
de toekomst. We zijn dus verzekerd van
veel Oranje-feestjes en prachtige sport-
momenten. De redactie wenst alle lezers
een fantastische sportzomer met veel
mooie momenten. Gezondheid! j
Namens de uitgever en redactie,
Geert-Jan van der Sangen
Reageren?
5
6
Voormalig topkeeper Hans van Breukelen over zijn carrière en over blessures
Europees KampioenTekst: Rob Willemse
Beeld: Aad van Vliet
Een bestaan als topsporter is zwaar en laat, hoe goed getraind de
sporter in kwestie ook is, vrijwel altijd sporen na. Ook topkeepers
blijven gedurende hun voetballoopbaan niet schadevrij. Achttien
jaar stond Hans van Breukelen als prof onder de lat. Te zijner tijd
zal, zo weet hij nu al, zijn vaker gekwetste knie in zijn geheel
vervangen moeten worden door een prothese. Intussen pleit
hij ook voor het dragen van een beschermende helm, zoals
de Tsjech Petr Čech, doelman van Champions League-winnaar
Chelsea, doet. Een terugblik met de oud-doelman van o.a. PSV
en het Nederlands elftal op zijn successen, dompers, blessures en
zijn inschatting van de kansen op nieuw Nederlands EK-succes.
Meer prijzen kan een voetballer, dus
ook een keeper, in een jaar niet pakken.
De kampioenschaal en de beker zijn
nog niet eens zulke heel opmerkelijke
trofeeën. Die worden in die jaren vrij
vaak door PSV gewonnen, zo ook in
1988. Maar na Feyenoord en Ajax als
derde Nederlandse club de Europa Cup I
(tegenwoordig bekend als de Champions
League) in de wacht slepen; dat is van
een geheel andere orde. De finale tegen
Benfica is een nogal kraak- en smaaklo-
ze, zoals finales op dat niveau wel vaker
zijn. Spanning en angst om te verliezen
zijn verlammend werkende ingrediënten.
Maar zoals Hans van Breukelen 24 jaar
later nog steeds zegt: ‘Hóe je zo’n wed-
strijd wint, is niet belangrijk; alleen dát
je hem wint.’
MatchwinnaarOp 25 mei 1988 is in het Neckarstadion
te Stuttgart ook na de verlenging nog
niet gescoord. Een strafschoppenserie
zal de beslissing moeten brengen. De
eerste vijf Benfica- en PSV-spelers tref-
fen allen doel. Bij een 6-5 stand voor
PSV stapt António Veloso naar voren. De
Portugese rechtsback kiest -vanaf de stip
gezien- voor de linkerhoek. Op de doellijn
duikt Hans van Breukelen naar rechts,
naar dezelfde hoek dus. Een paar tellen
7
later wordt de PSV-doelman bedolven
onder juichende ploeggenoten. ‘Normaal
gesproken kan een keeper een wedstrijd
hooguit redden voor zijn ploeg door de
nul te houden. Maar dit was de eerste
en ook enige keer dat ik me als keeper
matchwinnaar heb mogen voelen. En als
dat dan ook nog in zo’n belangrijke wed-
strijd gebeurt, is er alle reden om enorm
blij en trots te zijn.’ Onmiddellijk voegt
hij er aan toe dat het hem tijdens zijn
voetballoopbaan nooit om eigen succes
is gegaan en dat hij altijd een teamspeler
pur sang is geweest. ‘Winnen doe je als
team en dus met elkaar; en voor verliezen
geldt hetzelfde.’
Geluk en succes blijven hem dat jaar
gunstig gezind. Een maand later wint
Van Breukelen met het Nederlands elftal
ook het Europees kampioenschap. In de
finale tegen Rusland stopt hij bij een
2-0 voorsprong -doelpunten van aan-
voerder Ruud Gullit en uitblinker Marco
van Basten- een penalty, overigens door
hemzelf veroorzaakt. Het zijn bekende
beelden: Van Breukelen, die zijn rech-
terwijsvinger onder zijn rechteroog legt
en daarmee suggereert te weten welke
hoek Sovjet-aanvaller Igor Belanov gaat
kiezen. Die intimidatie werkt en opnieuw
weet Van Breukelen een strafschop te
keren op een moment dat het er uiter-
mate toe doet. ‘Landskampioen worden,
de beker winnen, met het Nederlands
elftal naar een eindronde; daarvan had
ik gehoopt dat het realiseerbaar zou
zijn. Maar de Europa Cup I winnen en
Europees kampioen worden; dat had ik
nooit durven dromen.’ Met een luide
lach: ‘En dat ook nog eens allemaal in
één en hetzelfde jaar.’
PerfectionistVan Breukelen is zijn carrière als prof
in 1976 bij FC Utrecht begonnen. In de
zomer van 1982 vertrekt hij naar het
Engelse Nottingham Forest. Aanvankelijk
bevalt het leven daar, ook dat als voetbal-
ler, prima. Maar Nottingham blijkt niet de
club te zijn waarmee hij -zoals gehoopt-
prijzen kan winnen. Ook ziet manager
Brian Clough zijn keeper vanwege extra
blessuregevaar en andere ongemakken
niet graag voor het Nederlands elftal
spelen. De jacht op landstitels, bekers en
internationaler gerichte trofeeën brengt
Van Breukelen terug naar Nederland;
meer specifiek naar PSV.
Maar daar moet de succesperiode nog
aanbreken. De geboren Utrechter stoort
zich ook aan de provinciale mentali-
teit, die hij als gezeur ervaart. ‘Zelf heb
ik bij fouten of als het tegenzat nooit
naar anderen gewezen, maar naar mezelf
gekeken. Mijn vak heb ik door schade
en schande geleerd; niet door te zeuren,
maar door me kwetsbaar en perfectio-
nistisch op te stellen. Bij PSV zag ik dat
toen niet of nauwelijks en daarom wilde
ik na een jaar eigenlijk alweer terug naar
Engeland.’
Onder coach Johan Cruijff breekt bij
Ajax Stanley Menzo door, een atletische,
meevoetballende keeper. ‘In een aantal
kranten werd ervoor gepleit hem op te
stellen in het Nederlands elftal. Door die
verhalen voelde ik me gedwongen ook
mee te gaan voetballen. Maar dat was
nou niet bepaald mijn sterkste kant. En
wie dingen gaat doen waar hij niet goed
in is, gaat meer fouten maken. Daardoor
neemt de kritiek verder toe en voor je het
weet, zit je in een neerwaartse spiraal.’
Haptonomie Het is geen klein dipje waarin hij zichzelf
terug vindt als hij de fout in gaat tegen
Feyenoord, waardoor de voor het grij-
pen liggende titel nog in gevaar lijkt te
komen. Als ook Rinus Michels hem ’in
bescherming neemt’ en voor een inter-
land tegen Hongarije passeert, vliegen
alle tegenslagen en bijbehorende reac-
ties hem naar de keel; helemaal als een
Belgische krant ook nog eens schrijft dat
‘Van Breukelen een geboren verliezer’ is.
‘Ik ging het nog geloven ook. In de auto
heb ik toen zelfs wel eens gedacht: ik
parkeer ’m met 150 kilometer tegen een
boom. Dergelijke gedachten spookten
door mijn hoofd. Ik zag overal vijanden en
wilde weer naar Engeland, vluchten dus.’
Na een zoektocht naar zichzelf, waarin
hij sterk gesteund wordt door zijn echt-
genote Karen, hervindt hij zichzelf. Ook
Ted Troost speelt een belangrijke rol in
dat proces. De haptonoom houdt hem
een metershoge en -brede spiegel voor,
waarbij de belangrijkste les luidt: de
mensen en de wereld om je heen kun je
niet veranderen; jezelf wel. Verander dus
je eigen gedrag en je zult zien dat men-
sen anders op jou gaan reageren. Van
Breukelen: ‘Medespelers, tegenstanders,
journalisten; allemaal konden ze me bin-
nen de kortste keren op de allerhoogste
kast krijgen. Dankzij Ted heb ik geleerd
dat ’t onmogelijk is het iedereen naar de
zin te maken, dat je dat ook niet moet
nastreven en je beter je energie kunt
‘Zelf heb ik bij fouten of als het tegenzat nooit naar
anderen gewezen, maar naar mezelf gekeken’
8
stoppen in zaken, waar je daadwerkelijk
invloed op hebt.’
Mindset en visualisatieOp advies verandert hij ook de kleur van
zijn keeperstrui van geel (de kleur van de
haat, is de bijbehorende uitleg) naar grijs.
De innerlijke en uiterlijke metamorfose
blijken na afloop van het successeizoen
1987/1988 goed te hebben uitgepakt.
‘Vier hoofdprijzen; binnen een jaar was
ik van de ongelukkigste mens ter wereld
veranderd in de gelukkigste.’
Nogmaals spreekt hij zijn dankbaarheid
en respect richting Troost uit en stelt vast
dat voor ‘het hoofd’ weinig aandacht is in
de voetbalwereld: ‘Te veel machocultuur,
te veel conservatisme. Het lichaam wordt
volop getraind, maar voor mentale coa-
ching is weinig tijd en aandacht. En juist
op dat gebied is zoveel te winnen. Denk
aan mindset en visualisatie. Daar wordt
niets aan gedaan en daarom worden
bijvoorbeeld -ook door toppers- zoveel
strafschoppen gemist. Terwijl juist dat
onderdeel heel goed trainbaar is, ook
mentaal. Plezier is ook heel belangrijk,
zoals ik in mijn boek aangeef. Elke topper
is ooit met sporten begonnen omdat hij
het léuk vond. Dat plezier moet je behou-
den en met je ploeggenoten willen delen.
Lekker in je vel zitten en vrij in je kop zijn
vormen –met focussen, de wil om te win-
nen en fysiek tóp zijn- de basis om in een
flow te komen en de gewenste toppres-
taties te kunnen leveren. In de WK-finale
van 2010 ontbrak dat volgens mij bij een
aantal van onze spelers. Op sommige
momenten was het on-Nederlands hard,
wild en opgefokt; niet vrij in de kop dus.’
Sportmedisch centrum KNVBOok aan zijn eigen flow komt begin
1989 een einde. Het nieuwe jaar is vijf
dagen onderweg als hij tijdens een zaal-
voetbalwedstrijd een zware knieblessure
oploopt. De voorste kruisband, binnen-
band en het kapsel zijn ingescheurd. Van
Breukelen: ‘Eerst heb ik in het ziekenhuis
een maand op de heen en weermachine
geoefend.’
Voor zijn revalidatie kiest de keeper ver-
volgens voor een intern verblijf op het
sportmedisch centrum van de KNVB in
Zeist. Zijn herstel duurt zeven weken. De
ochtenden zijn er voor de behandeling,
verzorging en oefeningen; de middagen
wordt op kracht en conditie getraind. Zijn
begeleiders zijn bondsarts Frits Kessel
en de fysiotherapeuten Monne de Wit
en Geert-Jan van der Sangen. De laatste
licht de keus van de keeper voor ‘Zeist’
toe: ‘Bij PSV zou de aandacht van de
technische en ook medische staf vooral
uitgaan naar fitte spelers die zich opma-
ken voor hun eerstvolgende duel. Ook zou
de dagelijkse ontmoeting met zijn wed-
strijdfitte teamgenoten confronterend en
demotiverend kunnen werken.’
‘Verander je eigen gedrag en je zult zien dat mensen
anders op jou gaan reageren’
9
Al is het inmiddels 23 jaar geleden, toch
herinnert Van der Sangen zich het lood-
zware programma en ook de gedreven-
heid van Van Breukelen maar al te goed:
‘Hans heeft er echt álles aan gedaan
om zijn comeback te maken en zichzelf
daarbij niets te hoeven verwijten. Vijf
dagen in de week heeft hij, ’s och-
tends en ’s middags, keihard gewerkt
met de oefentol, met de medicinbal,
op de Cybex; noem het allemaal maar
op. Door zijn fanatieke instelling is het
hem gelukt. Hij heeft er zelfs een heus
sixpack aan overgehouden. Omdat het
zo zwaar was, moest het ook wel een
beetje leuk blijven. Plezier en motivatie
waren de sleutelwoorden. Ik herinner
me nog de eerste stapjes van Hans op
de loopband, waarbij tempo en lengte
van het programma geleidelijk werden
opgevoerd. Daarbij zetten we een video
met beelden van het EK’88 op, om Hans
te inspireren en de kracht te geven het
langer vol te houden.
Gedurende de dag controleerden we tel-
kens of er reactie was in de knie, of er
dus vocht in kwam. Als dat niet het geval
was, wisten we dat we die de volgende
keer weer wat meer konden belasten. Na
afloop van die revalidatie was Hans fitter
dan ooit. Daarom keren topsporters vol-
gens van Breukelen altijd fitter terug na
een blessure en is hij die specifieke trai-
ningen zelf zijn hele carrière blijven doen.
Vervelend voor hem is dat een eerdere en
simpelere blessure aan zijn andere knie
-een scheurtje in de meniscus, waaraan
hij destijds een ontsteking heeft over
gehouden- zo veel schade heeft berok-
kend dat hem in de toekomst zeker een
totale knieprothese te wachten staat.’
Beschermende helmBlessures zijn het lot van elke topsporter,
Het EK, 24 jaar later:‘De poulefase is al heel zwaar.
Duitsland is altijd sterk, zoals we
een half jaartje geleden weer heb-
ben gemerkt in een met 3-0 verloren
oefenwedstrijd. Portugal is ook een
heel lastige tegenstander. Zowel in
interlands als de Europese clubtoer-
nooien is de onderlinge balans nega-
tief. Portugezen spelen om niet te
verliezen en gokken via de counter op
een paar kansen, die ze altijd zullen
krijgen. Die speelwijze ligt ons niet.
Maar omdat voor ons het toernooi
tegen Denemarken begint, hoort daar
dus allereerst de focus te liggen.
Twee jaar geleden koos Bert van
Marwijk op het WK voor een rea-
listische opstelling en manier van
spelen. Hopelijk doet hij dat weer.
In Nederland spelen we graag aan-
vallend, maar internationaal gelden
andere regels en is goed verdedigen
veel belangrijker. En gelukkig weten
we ook dat onze aanvallers altijd kan-
sen zullen creëren. We hebben er
genoeg, die een individuele en beslis-
sende actie in huis hebben. Alleen
was Van Persie, verkozen tot beste
speler van de Engelse Premier League,
op het WK niet in vorm; nu hopelijk
wel. En Wesley Sneijder moet weer
wat wedstrijdritme opdoen. Naast een
beetje geluk gaat het om beïnvloedba-
re zaken als balans, teamspirit, focus
en flow. Als Van Marwijk er net als
twee jaar terug weer in slaagt het op
die gebieden voor elkaar te krijgen,
zou het een heel mooi EK kunnen
worden.’
‘Voor mentale coaching is weinig tijd en aandacht,
juist op dat gebied is zoveel te winnen’
10
maar sommige zijn te voorkomen. Van
Breukelen is er fervent voorstander van
dat keepers een beschermende helm
gaan dragen, zoals Petr Cech, doelman
van Chelsea, die in de Champions League
finale twee strafschoppen stopte en vol-
gens supporters ‘man of the match’ was.
Maar ook hij ging daar pas toe over
nadat zijn hoofd hard in aanraking was
gekomen met een in een voetbalschoen
gehulde voet, waaraan hij een schedel-
basisfractuur overhield.
Van Breukelen: ‘Zo’n helm past niet in
de machocultuur die helaas ook bij de
conservatieve voetbalwereld hoort. Maar
moet er dan eerst een keeper dood
geschopt worden voordat we een helm
verplicht stellen? Zelf heb ik ook een
keer een trap tegen mijn hoofd gehad
van Ton Pattinama. Ik ben buiten westen
geweest en wist daarna niet meer waar
ik was. Maar in die tijd ging je gewoon
door en volgde er ook geen onderzoek.
Tegenwoordig gebeurt dat gelukkig wel.
Gezondheid is het belangrijkste dat er is,
hoort altijd voorop te staan. Daarom laat
ik me ook eens in de twee jaar uitgebreid
onderzoeken in het St. Anna Ziekenhuis
in Geldrop. En elke keer weer realiseer
ik me weer wat een goed werk artsen
en verplegend personeel doen; en dat
die laatste groep veel te weinig betaald
krijgt voor hun ‘Florence Nightingale’-
werk. Hopelijk kan een volgende regering
daar blijvend en op een positieve manier
verandering in brengen.’ j
‘Het is onmogelijk het iedereen naar de zin te maken,
je kunt beter energie stoppen in zaken waar je
daadwerkelijk invloed op hebt’
Johannes Franciscus van Breukelen
(4 oktober 1956, Utrecht); keeper van
FC Utrecht (1976-1982), Nottingham
Forest (1982-1984) en PSV (1984-
1994). Zijn met afstand mooiste
sportjaar is 1988. Met PSV wint hij
dat jaar de Europa Cup I (voorlo-
per van de Champions League) en
met het Nederlands elftal wordt hij
Europees kampioen. Met PSV wordt
hij in totaal zesmaal landskampioen
en wint hij driemaal de KNVB-beker.
Viermaal wordt hij gekozen tot beste
keeper van Nederland. Ook speelt hij
73 interlands en maakt hij het WK
van ’90 mee, waarin het Nederlands
elftal als één van de topfavorieten
start, maar direct na de -al met het
nodige geluk overleefde- poulefase
tegen Duitsland sneuvelt. Zijn derde
en laatste grote toernooi is het EK
van 1992, waarin de titelverdediger in
de halve finale na verlenging en een
strafschoppenserie door latere win-
naar Denemarken wordt uitgescha-
keld. In 1994 stopt hij met voetballen.
Hans van Breukelen is een veel
gevraagd spreker bij bedrijven en
organisaties in het land, waarbij o.a.
passie, overtuiging, communicatie,
teamwork en geloof in je zelf tref-
fende invalshoeken zijn. Vorig jaar
heeft hij het boek Winnen; van talent
tot topsporter geschreven. Daarin
legt hij uit hoe topsporters en norma-
lere stervelingen het beste uit zichzelf
kunnen halen, dat succes maakbaar is
en plezier daarbij een grote rol speelt.
Sinds 2010 is hij ook lid van de Raad
van Commissarissen van PSV.
Petr Cech
11
12
Nieuwe methodiek voor gedragsverandering
Leefstijlcoaching ter ondersteuning van gezond gedragTekst: Caroline Mangnus
Ongeveer de helft van de chronische ziekten in Nederland wordt
veroorzaakt door een ongezonde leefstijl. Deze ongezonde leef-
stijl is terug te zien in de cijfers: 50% van de Nederlanders heeft
overgewicht, 40 % voldoet niet aan de beweegnorm en 27% van
de Nederlanders rookt. Meerdere adviezen en discussienota’s zijn
de laatste vijf jaar verschenen van de Raad voor Volksgezondheid
en Zorg waarin gepleit wordt voor een omslag in denken over
de manier waarop onze gezondheidszorg functioneert. Slogans
als ‘Gezondheid 2.0, U bent aan zet’ of ‘van Ziekte en Zorg naar
Gezondheid en Gedrag’ illustreren het belang van een verande-
ring in denken waarin een (pro-)actieve, goed geïnformeerde
cliënt regie voert over zijn eigen gezondheid. Deze omslag in
denken vraagt, zowel bij de cliënt als de hulpverlener, om een
aanpassing in denken en doen.
Niet alleen chronische ziekten, maar ook
a-specifieke aandoeningen zoals lage
rugpijn en KANS worden in sterke mate
beïnvloed door leefstijl. Deze aandoenin-
gen zijn vaak hardnekkig en repeterend.
Dit kan mede verklaard worden door het
uitblijven van een duurzame gedragsver-
andering. Binnen de hedendaagse zorg
is het dan ook een uitdaging om inter-
venties te ontwikkelen en implemente-
ren die zoveel mogelijk inzetten op een
blijvende gedragsverandering. Aan het
woord zijn Maarten Bijma en Max Lak,
oprichters van Operis en schrijvers van
het boek: ‘Leefstijlcoaching, kernvragen
bij gedragsverandering’. Zij hebben een
methodiek ontwikkeld die professionals
ondersteunt om gedragsverandering bij
cliënten te bewerkstelligen.
13
Blijvende verandering“In de praktijk zien we vaak dat profes-
sionals zich maar beperkt bezig houden
met gedragsverandering. Dit ligt vaak
niet aan de inzet of motivatie van de
professional, maar het is vaak het gebrek
aan een methodiek en een beperkt aantal
interventies die de professional tot zijn
beschikking heeft”, geeft Maarten aan.
“Vaak stopt de begeleiding bij het geven
van informatie. Er wordt bijvoorbeeld
gezegd dat je te zwaar bent en dat je
moet afvallen. Daar houdt het vaak bij op.
Een fysiotherapeut zal naast advies ook
instructie en oefeningen geven, maar het
zijn er maar weinig die deze oefeningen
daadwerkelijk blijven volhouden.
Een nadeel van deze vorm van begelei-
ding is dat de therapietrouw erg gering is
en de kans op een blijvende verandering
erg laag is. Max vult aan: “Als er een
cliënt komt met lage rugklachten dan
zijn leefstijlfactoren als voeding, stress,
te weinig bewegen en roken belangrijke
factoren in het ontstaan en voortbestaan
van de klachten. Een professional zal deze
invloed zeker aan de kaart stellen, maar
om deze leefstijlfactoren aan te pakken;
dat is een ander verhaal. Veel van deze
cliënten zie je steeds weer met dezelfde
gezondheidsproblemen terugkomen,
omdat hun gedrag ten aanzien van die
factoren niet veranderd is. Motiverende
gespreksvoering is in dit licht bezig met
een opmars, maar biedt vooral soelaas
bij de start van de gedragsverandering.
Daarnaast is het ook lastig omdat de
begeleiding vaak kortdurend is, terwijl de
verankering van ander gedrag vaak meer
dan een jaar duurt.”
Leefstijlcoaching, kernvragen bij gedragsveranderingOm op een goede manier in te spelen op
deze ontwikkelingen, is het belangrijk
dat de ondersteuning van mensen bij
het voeren van regie over hun leef-
stijl en gezondheid, op een methodi-
sche en toegankelijke wijze plaats vindt.
Professionals kunnen hierbij een grote
rol spelen, maar het ontbreekt hen aan
een goede methodiek om mensen te
ondersteunen. Maarten: “Dat is de reden
dat we het boek ‘Leefstijlcoaching, kern-
vragen bij gedragsverandering’ hebben
geschreven. In dit boek hebben wij, met
als basis de principes van zelfmanage-
ment, een vraaggestuurde methodiek
beschreven voor gedragsverandering. In
deze methodiek wordt van a tot z een
scala aan relevante thema’s, meetin-
strumenten en bijbehorende interven-
ties beschreven. Door deze methodiek te
gebruiken kun je als professional de juis-
te interventie op het juiste moment inzet-
ten. De interventies die noodzakelijk zijn
om motivatie op te bouwen (kernvraag
1) verschillen dan ook wezenlijk van de
interventies die passen bij behoud van
gedrag (kernvraag 4). Het is vaak zo dat
mensen onvoldoende de risico’s inzien
van hun gedrag. Bijvoorbeeld iemand die
lage rugpijn heeft is te zwaar, rookt en
beweegt te weinig. De fysiotherapeut
is overtuigd van de gevolgen van een
‘Professionals houden zich maar beperkt bezig
met gedragsverandering’
14
Thema’s
• verantwoordelijkheid
• doelen
• strategien
• motivatie
Thema’s
• uitvoering
• motivatievaardigheden
• sociale vaardigheden
• stressmanagement
Thema’s
• kennis
• cues to action
• ziekteperceptie
• risicoperceptie
Thema’s
• bekrachtiging
• problemen oplossen
• nieuwe routine
• cues to action
• ziekteperceptie
• risicoperceptie
Thema’s
• uitvoering
• motivatievaardigheden
• sociale vaardigheden
• stressmanagement
Thema’s
• verantwoordelijkheid
• doelen
• strategien
• motivatie
• bekrachtiging
• problemen oplossen
• nieuwe routine
Loop ik extra risico’s met
mijn huidige leefstijl?
Wat zijn voor mij passende keuzes?
Hoe kan ikduurzaam
veranderen?
leefstijl?leefstijl?
Hoe kan ikHoe kan ik Hoe zet ik mijn keuzes om in gedrag?
ongezonde leefstijl, de cliënt erkent dit
wellicht, maar voelt het zelf niet. Dat
is risicoperceptie: voel ik bij mezelf de
urgentie om mijn gedrag te gaan veran-
deren ja of nee. Dit breng je in de eerste
fase in kaart. Het gevoel van de cliënt
dient anders te worden om open te staan
voor verandering. Vanaf kernvraag 3 gaat
het om daadwerkelijk verandering van
gedrag.”
Een ander voordeel van deze methodiek
is de mogelijkheid voor de professional
om de kwaliteit van zijn handelen te
toetsen. Door na te gaan of de juiste
thema’s zijn geïnventariseerd en de juiste
interventie heeft plaatsgevonden, kan
de professional de kwaliteit van zijn
begeleiding waarborgen. “Zo kan je als
professional nagaan of je de juiste stap-
pen hebt genomen, goed hebt gehandeld.
Dan kan je het ook loslaten wanneer de
cliënt besluit om niet te veranderen”,
verduidelijkt Max. “Het ligt in dat geval
niet aan jezelf als professional maar aan
andere factoren. We laten de profes-
sional niet los met alleen het boek. Bij
voorkeur wordt het boek ondersteund
middels een opleiding.”
De methodiekDe methodiek kenmerkt zich door een
4-tal kernvragen.
Kernvraag 1. Loop ik (extra) risico’s
vanwege mijn leefstijl?
Volgens professionals in de gezondheids-
zorg zijn veel mensen zich onvoldoende
bewust van de gevolgen van hun leefstijl.
Dit geldt zowel voor mensen die (nog)
geen ziekte of aandoening hebben, als
voor mensen die daar wel mee kampen.
Onze ervaring is dat dit bij zorgverleners
vaak zowel tot verbazing als frustratie
leidt. Maar het is essentieel voor moti-
vatie en gedragsverandering dat mensen
uiteindelijk zelf tot dit inzicht komen.
Het zich bewust worden van de effecten
van leefstijl is meer dan alleen inzicht
krijgen in de relatie tussen leefstijl en de
eventuele consequenties. Het gaat hier
ook om een emotionele lading, vaak in de
vorm van een bedreiging, die al dan niet
gevoeld wordt bij deze consequenties.
Als mensen dreiging gaan ervaren, komt
er energie vrij om te willen veranderen.
Het doel van deze kernvraag is mensen
te ondersteunen bij het bereiken van een
modus waarin ze zich ten volle bewust
zijn van de mogelijke gevolgen. Dit niet
op een afstandelijke en rationele manier,
maar zodanig dat zij de (mogelijke) effec-
ten echt op zichzelf betrekken.
Kernvraag 2. Wat zijn voor mij
passende keuzes?
In de fase waar de tweede kernvraag
15
‘Mensen zien vaak onvoldoende de risico’s
van hun gedrag’
centraal staat, is er kennelijk het besef
dat de leefstijl een (mogelijk) probleem
vormt en voelen mensen voldoende
urgentie en betrokkenheid om keuzes
te maken. Het proces van kiezen lijkt in
eerste instantie vrij eenvoudig. Is bij-
voorbeeld het voornaamste risico dat je
te weinig beweegt, dan ga je toch meer
bewegen?
Zo eenvoudig als dit lijkt, zo lastig echter
blijkt het vaak te zijn in de praktijk. Er
bestaat geen lineair verband waarbij
het ongewenste gedrag eenvoudigweg
omgepoold wordt en het probleem daar-
mee opgelost is. Het gaat er juist om dat
werkelijk individueel passende keuzes
worden gemaakt, die voortkomen uit de
eigen motivatie. Daarnaast moeten de
keuzes die mensen maken passen bij de
omgeving waarin ze deze keuzes tot uit-
voering moeten brengen. Het onderzoe-
ken, versterken en borgen van motivatie
en het kiezen van een eigen passende
oplossingsrichting staan nu centraal.
Kernvraag 3. Hoe kan ik mijn
keuze(s) omzetten in gedrag?
In de fase waar de derde kernvraag
speelt, hebben mensen een krachtige
intentie tot veranderen, hebben ze nage-
dacht over oplossingsrichtingen en daar-
door energie om hun gedrag te verande-
ren. Ook nu kun je denken dat er weinig
meer mis kan gaan, maar de werkelijk-
heid is weerbarstig. Nieuw gedrag vraagt
ook om nieuwe vaardigheden, barrières
doemen op en de balans tussen persoon
en omgeving wordt in eerste instantie
verstoord. Mensen hebben klaarblijkelijk
ondersteuning nodig bij het omzetten van
de plannen in concreet gedrag.
Oude routines worden losgelaten, nieu-
we worden ingepast. Gewenste effecten
laten vaak enige tijd op zich wachten en
ongewenste effecten doemen op. Dit
vraagt om persoonlijke motivatie, rol-
modellen, sociale steun, zelfbeheersing,
(fase)doelen, actieplannen, het ontwik-
kelen van nieuwe vaardigheden, omgaan
met barrières en evalueren van effecten
en planning.
Kernvraag 4. Hoe kan ik duurzaam
veranderen?
Veel mensen zijn bekend met het zoge-
noemde jojo-effect: een gedragsveran-
dering wordt ingezet en leidt ook tot
resultaten, maar toch lukt het niet het
nieuwe gedrag vol te houden. Het zou
mooi zijn als iedere verandering van
leefroutine ook zou leiden tot een nieuwe
routine en een andere identiteit. Zo zal
een roker in eerste instantie vooral een
roker zijn die niet meer rookt. Maar
mogelijk komt er een moment waarop
hij zichzelf gaat definiëren als niet-roker.
Vanaf dit moment kost het geen moeite
meer om niet te roken en heeft er borging
plaatsgevonden.
Het omzetten van een oude routine in een
nieuwe, het bekrachtigen van die nieuwe
routine, het beheersen van stimuli, het
veranderen van zowel de persoonlijke
als de sociale identiteit en het ontstaan
16
van een nieuwe balans in de ‘fit’ tussen
persoon en omgeving staan bij deze
kernvraag centraal.
Gedragsverandering en ICTEen eis voor zelfmanagement is dat de
cliënt de beschikking heeft over instru-
menten om dit te doen. Aan het boek
is een opleiding verbonden, maar ook is
de methodiek gekoppeld aan een ICT-
oplossing. Dit biedt ondersteuning aan
de professionals in hun streven naar
effectieve en efficiënte zorg en bevor-
deren van zelfmanagement door cliënt.
Maar ook de registratie van gegevens,
een cliënt volgsysteem, de toetsing van
de geboden kwaliteit en balans tussen
face to face en online begeleiding zijn
voordelen door het koppelen aan een
ICT-oplossing..
Daarnaast biedt het voordelen voor de
cliënt zoals de juiste ondersteuning op
het juiste moment, maatwerk waarover
de cliënt zelf beslist en mogelijkheden
tot langdurige ondersteuning op afstand.
De LeefstijlcoachDeze ICT-koppeling is concreet gemaakt
middels de website ’De Leefstijlcoach’.
Deze bestaat uit een platform voor
leefstijlcoaching waar professionals en
cliënten samen online aan gedragsver-
andering kunnen werken. Wanneer cliën-
ten een gezondheidsprobleem hebben
waarbij leefstijl een belangrijke rol speelt
(zoals bij lage rugpijn of overgewicht),
kan een ‘gezondheidsmonitor’ cliënten
en professionals feedback geven. Deze
feedback gaat over hun leefstijl, zelfma-
nagement, stress en fysieke aspecten
van hun gezondheid en of deze samen-
hangen met een verhoogd risico voor het
ontwikkelen of voortbestaan van gezond-
heidsproblemen. Max: “Als cliënten de
stap hebben gezet naar de website, dan
worden hoofdpersonen geïntroduceerd
die herkenbare gezondheidsproblemen
hebben, zoals overgewicht, stress en
lage rugpijn. Video’s ondersteunen de
methodiek, er worden thema’s bespro-
ken, informatie gegeven en de cliënt
dient vragen te beantwoorden. Zo wor-
den in de eerste fase juist die mensen,
waarbij de motivatie laag of onduidelijk
is, geprikkeld om in beweging te komen.
Bijzonder ook bij de online module ’Lage
rugpijn’ is dat er bijzondere aandacht is
voor de psychosociale factoren die een
belangrijke rol spelen bij a-specifieke
lage rugpijn.” Doordat je als professional
vooraf over informatie kan beschikken,
kan hij de rol van leefstijl inschatten,
de cliënt uitnodigen om te besluiten zijn
leefstijl te veranderen en vervolgens in
samenspraak bepalen welke hulp hierbij
nodig is.
Maarten: “De tijdspanne tot daadwerke-
lijke verandering van gedrag duurt wel
meer dan een jaar, dat is onbetaalbaar
bij een face to face begeleiding. Middels
internet is het makkelijker te volgen en
veel goedkoper. Hierdoor laat je je cliënt
niet los, maar blijf je hem of haar begelei-
den met behulp van de website.”
Toepasbaarheid leefstijlcoachingLeefstijlcoaching is zeker niet alleen bij
beweegprogramma’s, maar ook bij a-spe-
cifieke gezondheidsproblemen heel goed
toe te passen.
Zo kan een reguliere behandeling worden
ondersteund door online modules zoals
overgewicht, lage rugpijn en/of stress.
Wanneer cliënten deze modules online
volgen kun je als professional de tijd die
17
Monitored Rehab
Systems
Claes Tillyweg 2 2031 CW Haarlem023 750 [email protected]
Fy
sio
Ro
ad
ma
p
FysioRoadmap 4.3
FysioRoadmap: het fysiotherapeutisch EPD met o.a.:
•Online intake;
•Online vragenlijsten;
•Online stambestanden;
•Management-ondersteuning voor de primaire processen;
•Quality Check methodisch handelen en fysiotherapeutische verslaglegging;
Auditproof
FysioRoadmap en de mogelijkheden Maak een afspraak voor een demon-
stratie bij u in de praktijk.
Bel 023 - 750 54 44.
met nieuwe module: de PLUS-manager
De PLUS-manager in FysioRoadmap is een nieuwe tool die u helpt bij het monitoren van de dossiers. Door het gebruik van de PLUS-manager bespaart u kostbare tijd bij het (intern) toetsen van alle dossiers en heeft u een middel om te communiceren met alle fysiotherapeuten binnen uw prak-tijk. De PLUS-manager is een betaalde module: u kunt een offerte aanvragen via [email protected]
MovemensFRMapril12c.indd 1 4-5-2012 11:28:19
je hebt effectiever benutten. Immers, je
beschikt vooraf al over relevante infor-
matie en cliënten hebben al uitgebreid
stilgestaan bij de (deel)vragen van de
verandermethodiek. Max: “Wanneer je
als professional zelfmanagement cen-
traal stelt, hier op een methodische
manier invulling aan geeft en cliënten
de juiste ondersteuning biedt, zeg je
vervolgens met recht tegen de cliënt: U
bent aan zet.”
Wat gedragsverandering brengt“En gedragsverandering met betrekking
tot leefstijlfactoren leidt niet alleen
tot fysieke verschillen, maar is ook van
invloed op de persoonlijke sfeer, het
verhoogt de kwaliteit van leven. Doordat
een cliënt bijvoorbeeld weer gemakke-
lijker kan bewegen, kan hij of zij weer
dingen doen die ze eerder of lang niet
hebben kunnen doen, zoals spelen met
kleinkinderen of een wandeling in het
bos maken”, vertelt Maarten enthousi-
ast. “Het verhoogt ook de zelfstandig-
heid, zo kan bijvoorbeeld de 500 meter
tot de winkel weer zelf afgelegd worden.
En daarnaast neemt het zelfvertrouwen
enorm toe. Mensen gaan voor zichzelf
kiezen. Het is niet alleen de leefstijlfactor
die verandert, maar mensen veranderen
als persoon op een positieve manier. Het
is toch geweldig dat je daar als profes-
sional bij kan helpen!” j
‘Een gezondheidsmonitor kan cliënten
en professionals feedback geven’
Leefstijlcoaching, een boek van Maar-
ten Bijma en Max Lak is via de site van
Movemens te bestellen.
Operis is expert op het gebied van
duurzame gedragsverandering. Het
bedrijf richt zich op de ontwikkeling
van e-health oplossingen waarbij
duurzame gedragsverandering cen-
traal staat. Leefstijlcoaching is de
eerste productlijn van Operis.
extras.bsl.nl isbn 978 90 313 8994 0 nur 770/897
Ma
ria
n a
dr
iaa
ns
en
en
Jo
sie
n C
ar
isE
lementaire so
ciale vaardig
heden
Kernvragen bij gedragsverandering
Maarten BijMa • Max LaK
Leefstijl-coaching
Elementaire sociale vaardigheden
Communiceren is een belangrijk onderdeel van vrijwel elk beroep. Of communicatieprocessen effectief verlopen is niet alleen afhankelijk van aan te leren technieken, maar vooral ook van de ‘echtheid’ van iemands optreden. Om effectief te kunnen communi ceren heb je (zelf)kennis nodig over je eigen kwaliteiten.
Dit leermateriaal helpt je om de basisvaardigheden zo aan te leren dat zij kunnen dienen als solide basis voor de ontwikkeling van je specifieke beroepsvaardigheden. De auteurs besteden in de hoofdstukken op oriënterend niveau ook aandacht aan de toepassing van de basisvaardigheden in verschillende hulpverleningssituaties binnen welzijn en gezondheidszorg.Aan deze geheel herziene druk zijn twee nieuwe hoofdstukken toegevoegd: Argumenteren en Digitaal communiceren.
Waar vele boeken vooral ingaan op de theorie, is Elementaire sociale vaardigheden ook erg praktijkgericht. Het geeft studenten goede handvatten om theorie toe te passen en te oefenen, waardoor het boek meer is dan alleen een verdiepend boek.
Nieuw is de website met daarop een serie filmfragmenten waarin de besproken vaardigheden worden gedemonstreerd. Op deze website zijn ook toetsvragen, studieopdrachten en oefeningen opgenomen, die een actieve wijze van kennismaken met en oefenen van de beoogde vaardigheden mogelijk maken.
Marian Adriaansen is lector Langdurige Zorg bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en coördinator van het Transferpunt Vaardigheidsonderwijs. Zij heeft onderzoek gedaan naar empathieontwikkeling bij verpleegkundigen.
Josien Caris is communicatiewetenschapper en werkzaam bij het Transferpunt Vaardigheidsonderwijs van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Zij doceert sociale/communicatieve vaardigheden en ontwikkelt (online) vaardigheidsonderwijs.
Meer info
19
20
Verrassend promotieonderzoek naar mediaal tibiaal stress syndroom
Een nieuwe kijk op de behandeling van ‘shin splints’Tekst: Martijn Plantinga
Beeld: Wim van IJzendoorn
Voor pijn aan de binnenzijde van het scheenbeen, veroorzaakt
door overbelasting, bestaan verschillende benamingen. In de
wetenschappelijke literatuur wordt gesproken over het mediaal
tibiaal stress syndroom, terwijl patiënten veelal spreken over
‘shin splints’ of nog Hollandser: ‘springschenen’. De definitie is
een stuk eenvoudiger: pijn aan het scheenbeen tijdens of na
inspanning, met meer dan 5 cm drukpijn over de binnenzijde van
het been.
Hoewel het probleem veel voorkomt, is er verrassend genoeg
zeer weinig onderzoek naar gedaan.
Juist omdat er zo weinig over bekend is, deed Maarten Moen,
sportarts bij het UMC en lid van de medische staf bij NOC*NSF,
hier onderzoek naar. Hij promoveerde op 25 mei jl. en zijn onder-
zoek had een aantal verrassende uitkomsten..
Geen spier- maar een botprobleem“In vergelijking met andere blessures,
bijvoorbeeld aan kruisbanden of enkels,
is er heel weinig geschreven over het
mediaal tibiaal stress syndroom”, vertelt
Moen. “Dit betekent dat er nog veel
te ontdekken valt. Er is eigenlijk altijd
gedacht dat het een spierprobleem is.
Deze theorie is zelfs algemeen erkend.
In mijn promotieonderzoek heb ik echter
aangetoond dat dit niet het geval is. Het
21
Als er een manier is om effectiever te zijn, waarom zou u die dan niet gebruiken?
Duolith SD1 »ultra« Duolith SD1 »Tower« ShockMaster 500
Shockwave
Shockwave versterkt de kracht van fysiotherapie!
Shockwave therapie toont al jaren een hoge effectiviteit bij behandeling van tendino-
pathiën, calcificaties, rupturen en fasciopathie plantaris. Diverse studies rapporteren
bewezen effectiviteit. Geen wonder dat Fyzzio deze innovatieve therapie naar
Nederland haalde.
Fyzzio levert zowel radiale als gefocusseerde shockwave, met speciale applicatoren zoals D-actor en V–actor. Internationale topmerken als Gymna ShockMaster en Storz Medical staan garant voor de beste werking. Voor succesvolle toepassing in uw praktijk bieden we tevens een hoog gewaardeerde opleiding. Maar ook op marketinggebied staan we u terzijde; we helpen u met persberichten en begeleiden u desgewenst met de communicatie naar patiënt en verwijzer. Ook hebben we een wachtkamerfilm voor u ontwikkeld.
Ervaar het zelf en maak een afspraak voor een vrijblijvende demonstratie of vraag informatie aan. Bel nu of stuur een e-mail en u heeft onze brochure snel in huis.
ShockwaveEchografie Medische fitness Behandelbanken Fysiotechniek Opleidingen
ShockwaveEchografie Medische fitness Behandelbanken Fysiotechniek Opleidingen
inrichten - opleiden - ondernemen
inrichten - opleiden - ondernemen
voorheennieuwe naam:
Nederland
Bel 073 59 99 000, mail naar [email protected] of ga naar www.fyzzio.nl
Fyzzio_SHOCKWAVE_170x240fc_movemens.indd 1 25-04-12 15:36
probleem zit hem in de botdichtheid. De
microscheurtjes die door (over)belasting
ontstaan zorgen voor een verminderde
botdichtheid. Het is dus een overbelas-
ting van het bot en niet van de spier.
Dit heeft uiteraard ook gevolgen voor
de behandeling. Waar normaliter veelal
‘rust’ wordt voorgeschreven, ben ik van
mening dat dit juist nadelig is. Belasting,
uiteraard binnen proporties, is juist een
prikkel voor het bot om te herstellen.
Daarbij kan een Shockwave behandeling
de botcellen extra stimuleren.
OorzakenEr zijn verschillende oorzaken en risico-
factoren voor de overbelasting van het
onderbeen.
Een deel hiervan is intrinsiek. Zo blijken
vrouwen een grotere risicofactor dan
mannen. Een andere oorzaak is pronatie
van de voet. Moen: “Bij sporters merk
je dat de opbouw van inspanningen een
belangrijke factor is. Wanneer je opeens
heel veel gaat doen, zoals de overstap
van een jeugdteam bij hockey naar de
senioren, zie je dat de overbelasting
dusdanig groot kan zijn dat er problemen
ontstaan. Ook de manier van lopen heeft
invloed. Stampend lopen is natuurlijk niet
goed en hoe meer demping des te beter.
De ondergrond waarop je loopt heeft
eveneens invloed. In Israël hebben ze
een interessant onderzoek gedaan onder
een groep goed getrainde militairen. Ze
brachten sensors in het bot van het
scheenbeen aan en lieten de soldaten 80
km door de woestijn lopen. Naarmate de
vermoeidheid toenam, bleken de spieren
minder te werken om de krachten op
het bot te dempen. De piekkracht op
het bot nam toe. Een goede conditie en
bijvoorbeeld fitte kuiten zijn dus ook zeer
nuttig.”
Tractietheorie versus overbelas-tingtheorieEr bestaan twee theorieën over de oor-
zaak van shin splints. De eerste, de
zogenaamde ‘tractietheorie’, is de oudste
en algemeen erkend. De theorie baseert
zich op de trekkracht van de onderbeen-
spieren. Hierbij gaat men er vanuit dat er
spieren zouden vast zitten aan het bot-
vlies. Door het trekken aan het vlies zou
irritatie of ontsteking ontstaan aan het
‘Een diagnose stellen kan binnen 5 seconden’
23
botvlies. Hoewel de theorie algemeen
wordt erkend, is dit volgens Moen niet
het geval. Of, zoals hij zegt: de kans is
heel erg klein. “Er is nooit bewezen dat
de spieren aan het botvlies vast zitten.
Daar zijn kadaverstudies naar geweest.
De bewuste spieren die pijn in het onder-
been zouden veroorzaken door de trek-
kracht, zitten hoger op je been, dus als
ze al trekken kan dit niet de oorzaak zijn.
Langs het bot zit wel een vlies, een soort
jasje: de crurale fascie, en deze loopt
wel helemaal langs je onderbeen. Dit zou
heel misschien een kleine hoeveelheid
trekkracht kunnen veroorzaken. Het is
echter onwaarschijnlijk dat de tractiethe-
orie de belangrijkste theorie is, maar we
kunnen niet helemaal uitsluiten dat het
een rol speelt.”
In de tweede theorie, de ‘botoverbelas-
tingstheorie’ kan Moen zich aanzien-
lijk beter vinden. Deze richt zich op de
buigbelasting van de tibia. “Bij lopen en
rennen buigt het scheenbeen een beetje.
De mate waarin hangt onder andere af
van je botsterkte, je gewicht, de druk, de
frequentie van de belasting etc. Doordat
het scheenbeen telkens iets veert, ont-
staan er kleine haarscheurtjes, zogehe-
ten microcracks aan de binnenzijde. Dit
is heel normaal, bijvoorbeeld bij mensen
die hardlopen, maar als dit teveel wordt
is dit nadelig. Als er teveel kracht ont-
staat herstelt het bot niet meer. Normaal
wordt het bot door het adaptieproces
juist sterker door die haarscheurtjes. Het
bot herstelt zichzelf als het ware en
wordt sterker. Dit is een ingewikkeld
proces, want het bot moet signalen krij-
gen om botopbouwcellen te ontwikkelen.
Maar het is dus zeker mogelijk om je bot
te trainen om sterker te worden.
Bewijs voor deze theorie wordt onder
andere geleverd door de botdichtheid te
meten bij sporters die last hebben van
shin splints en bij niet-sporters. De bot-
dichtheid is minder bij mensen die last
hebben, zo bleek onder andere uit een
onderzoek dat door een Scandinavische
groep is gedaan bij de Luchtmobiele
Brigade. Al hangt het natuurlijk ook af
van de individuele botdichtheid. Hoe
weerbaar is je bot tegen buigkrachten?
Al met al is de hoeveelheid belasting
en de opbouw van je inspanningen het
belangrijkst.”
DiagnoseOok naar de diagnose zijn in het verleden
enkele onderzoeken gedaan. Moen deed
zelf onderzoek naar de MRI. Dit bleek
niet echt nuttig voor de diagnose. “Bij
mensen die last hebben zie je vaak niets
op een MRI. Sterker nog: bij gezonde
hardlopers zie je soms juist wél afwij-
kingen. Dit is alleen maar verwarrend
dus wij maken hier geen gebruik van om
de diagnose te stellen. Het is overigens
frappant dat ‘niks zien op de MRI’ nadeli-
ger blijkt dan dat je wél afwijkingen ziet.
Wanneer er vocht zichtbaar is, betekent
dit dat het adaptatieproces nog aan de
gang is. Zo niet, dan staat dit op een
lager pitje. Wij vinden dus dat een MRI
wel zin heeft voor een prognose, maar
minder geschikt is voor diagnose. Al kun
je het wel gebruiken om te kijken of je
niets over het hoofd ziet. Maar dat is
meer voor de zekerheid.”
Een diagnose stellen is eigenlijk heel
eenvoudig. Moen: “Ik heb vandaag twee
keer iemand binnen gehad met shin
splints en in beide gevallen was ik in 5
seconden klaar. Lichamelijk onderzoek is
voldoende. Heb je aan de binnenzijde van
je scheenbeen drukpijn langs de botrand
over 5 centimeter, dan weet je eigenlijk
voldoende. We kijken nog wel of het
geen spierprobleem is. Het kan namelijk
ook een combinatie zijn van spier en bot.
Dit komt zelfs in 30% van de gevallen
voor. Dat noemen we shin splints met
meedoen van de spieren.”
Shockwave blijkt aan te bevelen als behandelingTherapie blijkt moeilijk. Al lijkt rust juist
nadelig te zijn. Er zijn testen geweest
met ratten waar bij overbelasting in een
molentje bleek dat ratten die bleven
rennen, sneller herstelden dan ratjes die
rust hadden. Belasting is een prikkel voor
het bot om te herstellen. Er is alleen nog
nooit wetenschappelijk onderzocht wat
het verschil is tussen ‘niets doen’ en
trainen. Wat wel vast staat is dat het bot
niet sterker wordt als je het niet belast.
Juist als je een tijd niets hebt gedaan en
je gaat opeens sporten, keren de klach-
ten vaak weer terug. Het niveau wanneer
je last krijgt, kun je opkrikken. Als je wilt
blijven sporten zul je moeten belasten.
Moen: “Er zijn 5 behandelstudies
geschreven. Het lijkt aan te bevelen om
een botcelstimulator (shockwave) erbij
te pakken. Niet alleen wij, maar ook een
Duits onderzoek heeft dit aangetoond.
‘Rust is nadelig. Belasting is juist een prikkel
voor het bot om te herstellen!’
24
Praktijkvoorbeeld van een hardloper
Het klassieke plaatje van iemand met
shin splints is toch wel de hardloper
die eerst voor zichzelf begint en zich na
verloop van tijd aansluit bij een hardloop-
groepje. Moen heeft er al diverse voorbij
zien komen...
“Als je voor jezelf loopt heb je toch je
eigen tempo en frequentie. Stel dat je
twee keer per week loopt en dat zo leuk
vindt dat je besluit om samen met een
groepje te gaan lopen. In plaats van twee
keer per week, loop je opeens drie keer
per week. En wat nog belangrijker is, het
groepje heeft net een ander tempo dus
qua snelheid loop je soms net iets boven
je macht.”
Na verloop van tijd begint de loper wat
te voelen. Het vervelende, met name voor
de behandeling, is dat de pijn in het begin
nog wel draaglijk is. Vaak pas na enkele
maanden moeten mensen echt afhaken
wat het hardlopen betreft. Het proces
van overbelasting heeft dan meestal al
plaatsgevonden. Tussentijds is er ook nog
een bezoek gebracht aan een fysiothera-
peut waar rek- en strekoefeningen zijn
gedaan voor de kuiten, maar waarmee de
klachten niet worden verholpen.
Moen: “Als wij een diagnose stellen
horen we regelmatig dat de klachten zich
alleen voordoen bij het hardlopen. Het
kan zelfs zijn dat we in een situatie van
rust helemaal niets kunnen vinden. In dat
geval zetten we de mensen meestal op
een loopband waarbij we direct zien hoe
ze lopen. Andere middelen als een MRI,
CT- of botscan gebruiken we alleen als
we echt twijfelen.
Op de loopband blijkt dat mensen na
zeg een kwartier last krijgen. Vervolgens
gaan we terug naar de spreekkamer waar
men opeens wél duidelijk kan aangeven
waar de pijn zit. In de meeste gevallen is
de diagnose dan rond.”
Samen met een fysiotherapieprak-
tijk wordt vervolgens gekeken naar de
behandeling. Afhankelijk van de ernst
stromen patiënten daar in in een opbou-
wend loopschema. Daarbij krijgen ze,
ook bij de fysio, meestal 5 keer een
shockwave behandeling. Na zes weken
komen ze terug bij het UMC om te kij-
ken wat de status is. Moen: “Helemaal
verholpen gebeurt eigenlijk zelden, maar
vaak kunnen ze al wel méér als het
gaat om belasting van de onderbenen.
Ook na tien weken zien we ze terug voor
controle in het ziekenhuis. Dan kunnen
we echt zien of en in hoeverre de situ-
atie is verbeterd. In ongeveer 80% van
de gevallen werkt de behandeling goed.
Mocht de shockwave in combinatie met
het opbouwend loopschema niets hel-
pen, dan moeten we overschakelen naar
een ander soort behandeling. In het aller
uiterste geval moeten we opereren, maar
alleen als er geen andere mogelijkheden
meer zijn. In praktijk gebeurt dat eigenlijk
bijna nooit...”
25
Voor ons in het UMC is Shockwave
behandeloptie 1 bij shin splints.
Eigenlijk beginnen we altijd met
Shockwave. Daar is het meeste bewijs
voor. In mijn optiek zou een fysiothe-
rapeut deze behandeling net zo goed
kunnen doen, al moet hij uiteraard wel
over de juiste apparatuur beschikken.
Ons protocol is gewoon verkrijgbaar. De
Shockwave behandeling combineren we
met een opbouwend loopschema om het
bot sterker te maken.”
Doordat het geen botvliesontsteking is
maar een botoverbelasting is de manier
van behandelen aanzienlijk anders. Alles
is gericht op de botdichtheid. Je kunt zelfs
denken aan pilletjes die de botdichtheid
vergroten. Al met al blijft het wonderlijk
dat er nog zo weinig bekend is op dit
terrein. Moen: “Er stond enige tijd terug
wel een artikel in Sport & Geneeskunde,
maar wellicht zeggen mensen pas over
tien jaar: het is geen botvliesontsteking
maar een botoverbelasting!”
PreventieWat kun je preventief doen? Wat vast-
staat, is dat je moet zorgen voor zoveel
mogelijk schokdemping. Maar ook het
uithoudingsvermogen van de onderbeen-
spieren speelt een rol. Evenals overge-
wicht. Er zijn verschillende manieren om
het bot te versterken en zoveel moge-
lijk de schokken te dempen: looppatro-
nen, goede opbouw van programma’s,
VitamineD prikken en eventueel bijge-
ven... “Turners maken momenteel veel
gebruik van trilplaten om hun botten
te versterken. Alles om de botdichtheid
te verhogen. Momenteel doen we een
onderzoek op een ALO-opleiding waarbij
iedereen meters maakt op een loopplaat.
De digitale data laten zien of iemand een
proneerder (naar-binnen-loper) is en wat
vervolgens de invloed is van een anti-
pronatiezooltje.”
Al met al is er nog veel onderzoek nodig.
“Wij hebben een mooie bijdrage gele-
verd, maar het is nog steeds veel te
weinig. Het zou interessant zijn om bij-
voorbeeld rust versus opbouwen eens
goed te onderzoeken. Nu is dat voorna-
melijk gebaseerd op onderzoek bij ratjes,
maar dat zouden we eigenlijk bij mensen
moeten testen. En om echt 100% zeker te
weten dat het mediaal tibiaal stress syn-
droom een overbelasting van het bot is,
zouden we stukjes bot onder een Micro
CT scan moeten bekijken. Dan kunnen
we het echte bewijs leveren. Wellicht in
de toekomst... j
Paspoort Maarten MoenMaarten Moen is sportarts in het
UMC. Daarnaast zit hij met dokter
Cees-Rein van den Hoogeband in de
medische staf van NOC*NSF.
Als ‘Prestatiemanager medisch’
bekijkt Moen vooral de mogelijkhe-
den voor de Olympische sporters om
hun prestaties te verbeteren. Maurits
Hendriks, technisch directeur bij
NOC*NSF, introduceerde enige tijd
geleden de term ‘verbeterarts’. Als
een sporter verkouden is, heeft dat
invloed op de prestaties. ‘Hoe kun je
dit beïnvloeden zodat die kans kleiner
wordt?’ Het is één van de onderwer-
pen waar Moen zich mee bezighoudt.
Waar Van den Hoogeband de chefarts
voor de Olympische Spelen is, heeft
Moen die functie op de Paralympics.
Momenteel zit Moen midden in de
voorbereidingen op de Spelen, waarbij
veel overleg wordt gevoerd met de
verschillende sportbonden.
‘Het is geen botvliesontsteking,
maar een botoverbelasting. Dat maakt de
behandeling aanzienlijk anders...’
Meer info
27
28
Project Crohnjuwelen
De getuigen van Crohn; bijzondere videodagboekenTekst: Sanne van der Poel
Beeld: Joris Aben
Angie, Roben en Josephine hebben iets gemeen. Ze hebben alle-
drie een chronische darmziekte. Met nog zes anderen geven ze
ons via videodagboeken een kijkje in hun leven. In korte filmpjes
laten ze zien wat voor impact het hebben van een chronische
darmziekte heeft op hun dagelijkse leven. Ontroerende, humo-
ristische, verdrietige en inspirerende beelden.
De videodagboeken uit de inleiding vor-
men onderdeel van een project, getiteld
Crohnjuwelen. Het is een initiatief van
De Crohn en Colitis Ulcerosa Vereniging
Nederland (CCUVN). Al ruim dertig jaar
zet deze patiëntenvereniging zich in om
de belangen te behartigen van mensen
met de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa
en aanverwante aandoeningen. De ver-
eniging telt meer dan tienduizend leden.
Honderddertig daarvan zijn als vrijwil-
ligers actief binnen de vereniging. Naast
belangenbehartiging zorgen ze voor infor-
matievoorziening en lotgenotencontact.
De ziekte van Crohn en colitis ulcerosaDe ziekte van Crohn is een chronische
darmontsteking in het hele spijsverte-
ringskanaal. De ontsteking kan alle lagen
van de darmwand aantasten. Colitis
ulcerosa kenmerkt zich door een chro-
nische ontsteking van het slijmvlies van
de dikke darm. De ziekte komt alleen in
de dikke darm voor. Samen met de ziekte
van Crohn valt colitis ulcerosa onder de
noemer Inflammatory Bowel Diseases
(IBD). Er zijn momenteel ruim 55.000
mensen met een chronische darmontste-
king. Hiervan hebben ruim 20.000 men-
sen de ziekte van Crohn en meer dan
30.000 colitis ulcerosa. De ziekte ont-
staat meestal op jonge leeftijd, tussen de
18 en 30 jaar. Veelvoorkomende klachten
zijn buikpijn, diarree, vermoeidheid en
soms misselijkheid. Het duurt vaak een
29
half tot anderhalf jaar voordat de ziekte
gediagnosticeerd wordt. Zeker bij jonge
meisjes waarbij artsen eerder denken
aan klachten passende bij de puberteit
en een eerste menstruatie. Bovendien
zijn het klachten die, zeker bij adolescen-
ten, onder de noemer stress vallen.
Ondanks intensief onderzoek is de oor-
zaak van beide aandoeningen nog steeds
niet bekend. Een behandeling die de oor-
zaak definitief wegneemt is dan ook niet
mogelijk. Tot nu toe worden medicijnen
ingezet om de ontstekingen tot rust te
brengen. Indien de klachten toenemen
en de patiënt onvoldoende reageert op
een behandeling met medicijnen, wordt
operatief ingegrepen.
CrohnjuwelenMet het project ’Crohnjuwelen’ heeft
de CCUVN patiënten met de ziekte van
Crohn de mogelijkheid gegeven om zich-
zelf te filmen. De korte videoblogs (vlogs)
van zo’n drie minuten laten zien wat voor
een invloed het hebben van deze chroni-
sche darmziekte heeft op het dagelijkse
leven van de patiënt. Met als doel om
mensen die zelf geen ziekte van Crohn
hebben een indruk te geven van wat het
betekent om met deze ziekte te leven.
Om meer bekendheid te geven aan het
ziektebeeld. En om andere mensen die
de ziekte van Crohn hebben te laten zien
hoe ze ermee omgaan. De vlogs geven
dus zowel herkenning als erkenning. Het
resultaat: prachtige, pure beelden die
iedereen raakt.
De deelnemersVoor het project crohnjuwelen is een
selectie gemaakt van 9 verschillende
personen met de ziekte van Crohn. Het is
een representatieve groep; mensen van
verschillende leeftijden en zowel mannen
als vrouwen. Vooraf hebben alle deelne-
mers een professionele cursus gehad om
(zichzelf) te leren filmen.
De onderwerpenDoor de verscheidenheid aan deelnemers
zijn de onderwerpen die aan bod komen
ook zeer uiteenlopend. Sandra laat bij-
voorbeeld het gebruik van haar stoma
zien nadat ze jaren met een luier heeft
rondgelopen. Roben filmt zichzelf tij-
dens een gesprek bij zijn arts. Josephine
beschrijft haar leven met de chronische
vermoeidheid. En Engelien vertelt over
haar kinderwens en haar angst en ver-
driet of ze het opvoeden van kinderen
wel aankan.
Ook onderwerpen in relatie met partner
of gezin komen aan bod. Angie vertelt
over haar verdriet toen ze aan de familie
ontbijttafel kwam en de hele familie al
zonder haar was begonnen. Omdat ze
dachten “ach, zij mag toch niets eten”.
Een voor haar bijzondere gebeurtenis
werd haar door haar ziekte ontnomen.
Puur en eerlijk Het bijzondere aan het project is dat de
deelnemers zichzelf filmen. Ze krijgen
ook geen opdracht wat ze moeten filmen.
Ze mogen zelf aangeven welke onder-
werpen ze graag in beeld willen hebben;
Angie vertelt hoe vervelend ze het
vindt om samen te eten en dan anders
te zijn door haar ziekte.
Roben zien we in de sportschool. Hij
doet twee keer in de week aan cardio-
training. Het houdt zijn eetlust op pijl.
‘De filmpjes raken niet alleen de arts,
maar ook de mens in de arts’
30
wat ze willen laten zien. “Want het
moet natuurlijk wel betrekking op jezelf
hebben wil je het goed in beeld kunnen
brengen”, aldus Tineke Markus, directeur
van de CCUVN. De vlogs worden ook niet
geregisseerd. Dat maakt het geheel heel
puur en eerlijk.
Het gebruik van de vlogsPatiënten laten de vlogs zien aan mensen
in hun omgeving. Voor patiënten is het
fijn om op hun werk of op school filmpjes
te kunnen laten zien zodat hun omgeving
het beter begrijpt. Niet om zieligheid op
te wekken. Maar om te laten zien wat de
gevolgen van de ziekte zijn.
De filmpjes zijn niet alleen bedoeld voor
medepatiënten en hun omgeving. CCUVN
gebruikt de filmpjes ook bij de nascholing
van artsen, verpleegkundigen, diëtisten
en apothekers. Zij weten klinisch heel
veel van de aandoening. Maar artsen
realiseren zich vaak niet wat de impact
is van de ziekte of een onderzoek op de
patiënt. Wat de ziekte in het dagelijks
leven voor de patiënt betekent dringt
vaak onvoldoende door. Artsen zijn vaak
geroerd door de filmpjes. Tineke: “Je
hebt dan niet alleen de arts geraakt maar
ook de mens in die arts.”
De vlogs worden daarnaast ook ingezet
om door te dringen tot bijvoorbeeld het
college van zorgverzekeraars die beleids-
beslissingen moeten nemen. Tineke ver-
telt dat ze zalen vol mensen doodstil
krijgt met een filmpje van 3 minuten.
Het heeft een enorme impact.
De Colitis CollectieCrohnjuwelen won in 2009 de ‘Medisch
Contact Communicatieprijs’. Door het
grote succes van het project wil de
CCUVN hetzelfde doen voor de colitis
ulcerosa patiënt. Het resultaat is binnen-
kort te zien op de website www.colitiscol-
lectie.nl. Het project De Colitis Collectie
wordt het vervolg op Crohnjuwelen maar
dan gericht op colitis ulcerosa.
Dat er meer aandacht komt voor coli-
tis ulcerosa, is heel belangrijk vindt de
CCUVN.
Iedereen kent in zijn omgeving wel
iemand met de ziekte van Crohn maar
meestal niet met colitis ulcerosa. Terwijl
colitis ulcerosa meer voorkomt is het
meer achtergesteld. De reden lijkt sim-
pel. Het is een moeilijk uit te spreken en
te schrijven woord.
De patiënt in beeldReal life televisie is niet meer weg te
denken uit de televisiewereld. Miljoenen
mensen hangen uren op de bank om een
kijkje in het leven van iemand anders te
kunnen nemen. Het project Crohnjuwelen
en de colitis collectie zijn echter niet
geschikt om uren ontspannend naar te
kijken. De intensiteit raakt je. Het komt
echt binnen. Uiteraard doet het ook heel
veel met de mensen die filmen. Ze geven
zichzelf echt open en bloot. Ze zetten
zichzelf in beeld om daarmee ook hun
medelotgenoten in beeld te krijgen.
‘Korte filmpjes bieden ontroerende, humoristische,
verdrietige en inspirerende beelden’
Sandra filmt trucjes, bijvoorbeeld hoe
je met zo weinig mogelijk ongemak
een sonde in laat brengen en er uit
haalt.
Engelien vertelt met haar vriend over
hun relatie en hoe of wat de rol van
de ziekte van Crohn daar in speelt, of
juist net niet.
31
Naast onze vertrouwde diensten en services voor ICT implementaties en -beheer biedt Comvio:
Online diensten van Comvio: Met afstand de grootste! Met Server Based Computing wordt uw administratie beheerd vanaf een centrale server van Comvio. Uw administratie is zo veilig, goedkoop en vanaf verschillende locaties (praktijk, sublocaties en thuis) bereikbaar en beschikbaar. Deze dienst is verkrijgbaar vanaf € 20,50 ex BTW per maand.
De voordelen• Onafhankelijk • Server Based Computing zonder kinderziekten • Hosting van zowel uw beroeps applicatie als MS-Offi ce of zelfs Open Offi ce• Uw gegevens staan in een centrale en veilige omgeving • Updates, back-up, onderhoud en beheer doet Comvio voor u • U bent niet gebonden aan een vaste werkplek• Dure investeringen zijn verleden tijd • Vakkundige, adequate en snelle support • Aansluiting Vecozo en ZorgMail, Uzi register en Abacus• Alle pakketten: Intramed, RAAM, Fysio Road Map, FIS-i, Fysiologic, Medikad,
Health software, Prosoftware en Het Gezonde Net
Dit betekent• Groot gemak • Super veilig • Communicatie met overige zorgverleners in 1e en 2e lijn • Nooit meer verlies van data • Tijd-en kosten besparend • Dagelijks meer dan 3.000 tevreden gebruikers actief
Online demonstratie op aanvraag!
Comvio b.v. | Postbus 150 | 6940 AB Didam Telefoon: 0316 29 42 42 | Fax: 0316 29 41 00E-mail: [email protected] | Web: www. Comvio.nl
5 tips voor de ondernemer volgens de CCUVN
1. Patiënten met de ziekte van Crohn
of colitis ulcerosa zijn vaak moe. Een
vermoeidheid waardoor ze vaak pas-
sief worden. De vermoeidheid bij de
ziekte van Crohn of colitis ulcerosa
waardoor mensen gaan hangen op
de bank, is een ander soort vermoeid-
heid dan die na een stuk wandelen.
Het is van belang deze mensen uit
hun vermoeidheid te trekken. Juist
door ze te stimuleren te bewegen.
Met sporten creëren ze een goed en
voldaan soort vermoeidheid. Fysio/
oefentherapeuten kunnen mensen
stimuleren te bewegen en motiveren
om dingen te gaan doen.
Gewrichtsklachten zijn veel voorko-
mende klachten bij de ziekte van
Crohn en colitis ulcerosa. Ook hier
kan de fysio/oefentherapeut goed in
begeleiden.
2. De ziekte van Crohn en colitis ulce-
rosa zijn chronische aandoenin-
gen. De aandoeningen hebben een
enorme impact op iemand zijn leven.
Psychologen kunnen deze doelgroep
goed begeleiden in het leren omgaan
met de ziekte. Bijvoorbeeld leren om
de ziekte een plekje te geven in
zijn/haar leven. En om therapietrouw,
zoals het dagelijks innemen van de
medicatie, te bevorderen.
Niet de enige met crohn of colitis
Een mooi initiatief was de familiedag
in Burgers’ Zoo. De vereniging liet
hier kinderen met de ziekte zien dat
er meer kinderen zijn met dezelfde
ziekte. En dat er meer broertjes en
zusjes zijn in dezelfde situatie. Ze
gaven ook de ouders even wat zorg
en aandacht. Want als iemand in de
familie de ziekte heeft, is iedereen
binnen het gezin ermee belast. De
patiënt moet vaak naar het toilet,
wat stinkt, en moet vaak op controle
naar het ziekenhuis. In een familie
gaat de aandacht dus veel naar de
crohn- of colitispatiënt. Dit heeft een
grote impact op de ouders maar ook
op andere broertjes en zusjes.
33
Samen staat u sterker dan alleen Daarom bundelen fysiotherapeutenhun krachten in Fysiz.
Uw partner voor• excellente fysiotherapie• zorginnovatie én ondernemen• professionele praktijkorganisatie• begeleiding naar plusniveau
Geprikkeld?Kijk op www.fysiz.nl voor meerinformatie of bel 073 - 6446188.
Een netwerk voor én door ondernemende fysiotherapeuten
www.fysiz.nl
Ondernemen in zorg
FYS2567 aanpassen advertentie Fysiz V3.indd 1 03-02-12 10:04
Zeker bij kinderen die op jonge leef-
tijd de diagnose krijgen is begeleiding
van een psycholoog erg belangrijk.
Niet alleen voor de kinderen zelf maar
ook voor de ouders. Bijvoorbeeld om
te leren het zieke kind een beetje los
te laten. Belangrijk is ook om te kijken
wat voor impact het bij broertjes en
zusjes heeft. Zij leven in een gezin
waarbij de aandacht vaak naar het
zieke kind gaat.
Kinderen moeten via de ouders leren
zelf verantwoordelijkheid te nemen.
Bijvoorbeeld: ‘die pil moet ik niet
alleen slikken omdat mijn moeder
ze neerlegt maar omdat het voor mij
belangrijk is’.
3. De multidisciplinaire begeleiding
kan veel beter bij deze aandoening.
Patiënten zouden via de maag-, darm-
en leverarts verwezen kunnen wor-
den naar de fysio/oefentherapeut en
psycholoog. En na een operatie zou
de patiënt van de fysio/oefenthera-
peut meteen wat tips moeten krijgen
hoe om te gaan met de buikpijn of
hoe hij/zij het beste kan bewegen.
Deze multidisciplinaire aanpak zie je
veel bij bijvoorbeeld gewrichtsope-
raties zoals een Total Hip maar bij de
ziekte van Crohn of colitis ulcerosa
nauwelijks.
4. Attendeer mensen met de ziekte
van Crohn en colitis ulcerosa op
de IBD- verpleegkundigen. CCUVN
heeft de IBD-verpleegkundigen
award uitgedeeld om hen een plekje
te geven in de keten van de zorg.
Verpleegkundigen zijn vaak laag-
drempeliger dan een arts.
Wat belangrijk is dat niet alleen de
klachten worden behandeld, maar
ook alles wat daarbij speelt. Vragen
als: kan ik eigenlijk wel werken, hoe-
veel kan ik mezelf belasten, kan ik
zwanger worden en kinderen opvoe-
den, hoe moet ik mijn medicijnen
nemen en hoe ga ik om met mijn
partner die het niet snapt? Hiervoor
kunnen patiënten goed terecht bij de
IBD-verpleegkundigen. j
Samen staat u sterker dan alleen Daarom bundelen fysiotherapeutenhun krachten in Fysiz.
Uw partner voor• excellente fysiotherapie• zorginnovatie én ondernemen• professionele praktijkorganisatie• begeleiding naar plusniveau
Geprikkeld?Kijk op www.fysiz.nl voor meerinformatie of bel 073 - 6446188.
Een netwerk voor én door ondernemende fysiotherapeuten
www.fysiz.nl
Ondernemen in zorg
FYS2567 aanpassen advertentie Fysiz V3.indd 1 03-02-12 10:04
CCUVNDe Crohn en Colitis Ulcerosa
Vereniging Nederland (CCUVN) zet
zich in voor mensen met de ziekte
van Crohn en colits ulcerosa en aan-
verwante aandoeningen. De CCUVN
geeft voorlichting, zet lotgenotencon-
tact op en komt op voor de belangen
van patiënten.
Tineke Markus.
Meer info
‘Het is van belang de mensen uit
hun vermoeidheid te trekken’
35
36
Interdisciplinaire aanpak van Heideheuvel werkt
Met vereende krachten de kilo’s te lijfTekst: Annlies Roovers
Beeld: Ton Kastermans
De behandeling van kinderen met morbide obesitas vraagt om
de inzet van veel verschillende mensen: het kind, de ouders en
de behandelaars. Behandelcentrum Heideheuvel kiest voor de
interdisciplinaire aanpak. En pleit voor een zorgpool die de bege-
leiding kan overnemen als het kind weer naar huis gaat.
Voorafgaand aan het interview loop ik
met kinderarts Olga van der Baan naar de
koffieautomaat. Ze vraagt me hoe ik mijn
koffie drink. Zwart, zeg ik. Zonder suiker.
Ik voel met het braafste meisje van de
klas. We gaan het hebben over ernstige
(morbide) obesitas onder kinderen. Een
probleem dat zich onder andere door
programma’s als ‘Help! Mijn kind is te
dik’ in een groeiende belangstelling mag
verheugen. Terwijl we teruglopen naar
haar werkkamer, vertelt Olga van der
Baan blij te zijn dat de frisdrankautomaat
eindelijk van de gang is verdwenen.
Op haar werkkamer zul je ook geen
snoepwikkels of koekjes aantreffen. Wel
een kunstwerk van met verf bespoten
sportschoenen. In behandelcentrum
Heideheuvel, zoveel wordt wel duidelijk,
gaat het niet alleen om het voorschrijven,
maar ook om het voorleven van een
verantwoord leef- en eetpatroon. Ik kijk
rond in de werkkamer van de dokter. Niet
de klassieke, klinische spreekkamer die
je zou verwachten. Meer een gezellige
huiskamer, met planten en spullen die in
de loop van een lange carrière zijn aan
komen waaien en waarvan je vermoedt
dat ze allemaal een eigen verhaal heb-
ben. “Als je soms meer uren op je werk
doorbrengt dan thuis, kun je het maar
beter zo gezellig mogelijk maken”, zegt
Van der Baan eenvoudig. Het klinkt niet
zielig.
Astma en obesitasWe beginnen bij het begin. Oorspronkelijk
was Heideheuvel een astmacentrum.
37
Totdat een academische kliniek aan de
poort klopte of ze in Heideheuvel raad
zouden weten met kinderen met ernstige
obesitas. “Het leek niet bepaald een voor
de hand liggende vraag”, vertelt Van
der Baan. “Totdat ik er wat langer over
nadacht. Toen zag ik meer overeenkom-
sten dan verschillen tussen astma en
obesitas.”
Ze somt op: “Beide zijn chronische aan-
doeningen, die veel invloed hebben op
kind en gezin. Beide belemmeren ze
kinderen in hun doen en laten. Beide
hebben schadelijke gevolgen en in beide
gevallen zijn de kinderen gebaat bij ver-
antwoord eten en bewegen.” Voor astma
behoeft dat laatste misschien uitleg. Van
der Baan: “Bewegen is goed voor de
longrevalidatie, vandaar ons zwembad
en andere sportfaciliteiten. En omdat
veel astmapatiëntjes allergieën hebben,
waren wij al gewend om voedingsvoor-
schriften te geven.”
Belabberde motoriekAan de slag dus! Het bleek alleen nog
een hele zoektocht om uit te vinden wat
kinderen met overgewicht nodig hebben
om af te vallen. Voor de goede orde: in
Heideheuvel komen alleen de allerzwaar-
ste kinderen. Een gewicht van 140 kilo
is geen uitzondering, maar 200 kilo komt
ook voor. De problemen waar de kinderen
mee kampen zijn vaak divers. Om met de
fysieke problemen te beginnen: veel kin-
deren hebben een belabberde motoriek.
Ook astma komt voor, of een gemiste
epifysiolyse. Dat is een verzwakking van
de groeischijf tussen de heupkop en het
dijbeen, vaak ontstaan in periodes van
snelle groei. Van der Baan: “Als je fysiek
gehinderd wordt om te bewegen en het
daarom niet probeert, beland je in een
vicieuze cirkel.”
En dan de problemen op sociaal gebied.
Volwassenen en kinderen met overge-
wicht worden gediscrimineerd en gepest.
Van der Baan ziet veel kinderen die daar
erg onder lijden. “Juist op een moment
in hun leven, dat ze op hun kwetsbaarst
zijn. Als ze nog niet weten wie ze zijn
en welke ruimte ze in de wereld mogen
innemen. Het gevolg? Ze trekken zich
terug en doen niet meer mee met dingen
die voor leeftijdgenoten normaal zijn. Als
jongvolwassenen hebben zij het extra
moeilijk om een bijbaantje of een stage-
plek te krijgen. Sommigen kunnen hier-
door zelfs hun opleiding niet afmaken.”
Hele gezin doet meeDe behandeling in Heideheuvel heeft
tot doel kinderen een gezond leef- en
beweegpatroon aan te leren, maar brengt
ze ook zelfkennis en zelfvertrouwen bij.
Alleen dat maakt gedragsverandering op
de lange termijn mogelijk. In dit proces is
een grote rol weggelegd voor de ouders.
Die heb je nodig om met de kinderen
iets te bereiken. Zij bepalen immers het
leef- en dagritme, doen de boodschap-
pen en koken. En heel vaak lopen zij
tegen dezelfde dingen aan als hun kind.
Bewegen ze ook te weinig en hebben
ze zelf moeite om zich aan een gezonde
levensstijl te houden. Het gezin, maar
ook anderen die voor het kind belangrijk
zijn, worden op verschillende momenten
tijdens de behandeling in Heideheuvel
uitgenodigd. Centrale vraag aan hen is:
wat is er nodig om met elkaar deze klus
klaren? Door de behandeling tot een
gedeelde verantwoordelijkheid te maken
van niet alleen het kind en zijn ouders,
maar ook de mentor, de voetbaltrainer
of de lievelingstante, wordt de kans op
succes groter.
Oefentherapeut Cesar
Joni Waagmeester:
“Voor mij zit de meerwaarde in de
‘korte lijnen’. Als een kind geen sport-
schoenen heeft, kaart ik dat aan bij
de maatschappelijk werker. En een
meisje met schouderklachten kan ik
meteen voor verder onderzoek aan-
melden bij de kinderarts.”
38
Kleine stapjesHeideheuvel biedt twee verschillende
behandelingen aan. Een dagbehandeling
en een klinische behandeling, van beide
een jaar. Bij de klinische behandeling ver-
blijven de kinderen voor een periode van
12 weken in Heideheuvel. Bij zowel de
dagbehandeling als de klinische behan-
deling draait het om drie dingen: gezond
eten, meer plezier krijgen in bewegen,
en het eigen gedrag herkennen en ver-
anderen. Dat laatste is heel belangrijk.
Obesitas kan worden beschouwd als
een chronische ziekte. Dan moet je een
manier zien te vinden om daar zo goed
mogelijk mee om te gaan.
Van der Baan: “Wij leren het kind en de
ouders te kijken naar hun eigen dage-
lijkse routine: hoe gaan ze met eten om?
Wat zijn lastige situaties? Daar gaan we
vervolgens mee aan de slag. Bij het ene
kind betekent het dat we gaan werken
aan het opvijzelen van het zelfvertrou-
wen, bij het andere concentreren we ons
bijvoorbeeld op het gedrag in de groep.
We werken heel competentiegericht en
stellen samen met het kind en de ouders
realistische doelen. Als een kind niet
gewend is om te ontbijten, vinden we
het al geweldig dat hij aan het ontbijt
verschijnt. Kleine stapjes, dat werkt het
best.”
Korte lijnenDe kinderen worden begeleid door een
multidisciplinair team van behandelaars:
de kinderarts, de oefentherapeut, de
fysiotherapeut, de psycholoog, de ortho-
pedagoog, de maatschappelijk werker,
de diëtist en de coach. Niet allemaal
tegelijk, trouwens. Hoe groot ieders
aandeel is, is afhankelijk van wat een
kind nodig heeft. Joni Waagmeester is
oefentherapeute Cesar. Zij ziet elk kind
bij de intake en kijkt hoeveel beweging
het in het dagelijks leven krijgt: doet
het aan sport, fietst het naar school?
Bij lichamelijke klachten plant ze het
kind in voor gerichte therapie. Zo niet,
dan ziet ze het alleen tijdens de bewe-
gingslessen in de groep. Waagmeester
behandelt veel gewrichtsklachten, vaak
het gevolg van overbelasting. “Op een
andere manier bewegen kan dan hel-
pen. Fietsen en zwemmen bijvoorbeeld.”
Elke twee weken heeft ze overleg met
haar collega’s in het behandelteam. Daar
bespreken ze hun observaties met elkaar:
wat gaat goed en wat kan beter? Voor
Waagmeester zit de meerwaarde hiervan
in de ‘korte lijnen’. Als een kind geen
‘De behandeling draait om drie dingen:
minder eten, meer bewegen en verkeerd gedrag
herkennen en veranderen’
39
sportschoenen heeft, kaart ze dat aan
bij de maatschappelijk werker. En een
meisje met schouderklachten kan ze met-
een voor verder onderzoek aanmelden
bij de kinderarts. Vindt ze een kind heel
teruggetrokken en stil, dan bespreekt ze
dat met de psycholoog.
Interdisciplinaire samenwerkingVan der Baan noemt de aanpak in
Heideheuvel liever interdisciplinair
dan multidisciplinair. “Multidisciplinair
behandelen betekent dat je met elkaar,
elk vanuit je eigen specialisme, aan het
probleem werkt. Interdisciplinair wer-
ken gaat verder dan dat. Je durft over
schotten heen te kijken. Er is veel meer
samenwerking.” Die samenwerking krijgt
bijvoorbeeld vorm in het rapportagesy-
steem waarin iedere behandelaar zijn
bevindingen vastlegt. Die aantekeningen
betreffen de ‘domeinen’ van het kind.
Leren, school, lichamelijke conditie en
emotionele veerkracht, bijvoorbeeld.
Van der Baan: “Elke behandelaar mag
op elk van die domeinen iets opmerken
of constateren. Zo is het emotionele
domein niet exclusief voorbehouden aan
de psycholoog en het domein van de
lichamelijke conditie niet alleen voor
de fysiotherapeut of de oefentherapeut.
Door allemaal vanuit een andere dis-
cipline naar deze domeinen te kijken,
ontstaat een heel rijk en gevarieerd beeld
van hoe een kind ervoor staat. En van
daaruit kunnen nieuwe behandeldoelen
worden geformuleerd. Zo kan het een
doel worden dat een kind leert zijn gevoel
te herkennen. Daaruit rolt dan automa-
tisch de opdracht voor elke behandelaar
om het kind te spiegelen als er iets van
emotie speelt. Een ander doel kan zijn
om het kind meer positieve ervaringen
te geven. Dat betekent dat elke behan-
delaar het kind dan ook complimenten
geeft om het zelfbeeld te bekrachtigen.
Zo zie je dat deze manier van werken
behandeldoelen kan opleveren waar elke
behandelaar vanuit zijn eigen rol mee
aan de slag gaat.”
Het laatste redmiddelJaarlijks worden ongeveer 120 kinderen
naar Heideheuvel verwezen. De afgelo-
pen jaren konden er 80 tot 90 per jaar
worden behandeld. Vanaf 1 januari 2013
zijn dat er nog maar 60 per jaar. In de
vijftien jaar dat de obesitasbehandeling
nu bestaat, hebben tussen de 1000 en
1500 kinderen de weg naar Heideheuvel
gevonden. Van der Baan schat dat er nog
12.000 tot 15.000 kinderen met morbide
obesitas rondlopen. Daarmee lijken nut
en noodzaak van het centrum wel bewe-
zen. Toch bestaat de obesitasbehande-
ling van Heideheuvel officieel niet en
wordt dus ook niet vergoed. “We bestaan
bij de gratie van het ministerie van VWS,
maar eigenlijk worden we niet meer dan
gedoogd”, constateert Olga van der Baan
droog. “Het Partnerschap Overgewicht
Nederland heeft een zorgstandaard ont-
wikkeld voor de behandeling van obe-
sitas. Daarin wordt een behandeling
zoals wij die geven, beschreven als het
‘ultimum refugium’: het laatste redmid-
‘Interdisciplinair werken gaat verder, je durft over
schotten heen te kijken’
Kinderarts Olga van der Baan:
“Ons behandelteam rapporteert en
werkt interdisciplinair. Dat betekent
dat we over de schotten van ons eigen
vakgebied heen suggesties doen voor
de behandeling. Zo ontstaat een rijk
en gevarieerd beeld van wat een kind
nodig heeft.”
41
Wij bieden:
• Een ruim aanbod van nascholingen op diverse gebieden (met de nadruk op ouderen en chronisch zieken)
• Nascholingen op aanvraag en als incompany
• Actuele lezingen en congressen op vakgebied
• Geaccrediteerde masteropleiding Fysiotherapie/Oefenthe-rapie bij mensen met chronische ziekten met de uitstroom-varianten: Hart-, long- en vaataandoeningen, Centraal neu-rologische aandoeningen, Reumatische- en orthopedische aandoeningen. En de door specialistenvereniging NVFG of cieel erkende uitstroom Geriatrische aandoeningen
• Aanschuifonderwijs bij masteropleiding (volgen van losse onderdelen)
del voor kinderen bij wie elke andere
behandeling heeft gefaald.”
Heideheuvel doet er alles aan om de
effectiviteit van haar behandeling
wetenschappelijk aan te tonen. Met het
Obelix-onderzoek is bewezen dat de kli-
nische behandeling van obesitas werkt.
Inmiddels heeft het Obelix-onderzoek
een vervolg gekregen met het Helios-
onderzoek. Dat onderzoekt de effecti-
viteit van een driemaandelijkse en een
zesmaandelijkse klinische behandeling,
afgezet tegen de kosten en vergeleken
met de behandeling bij een kinderarts in
een algemeen ziekenhuis. Dit onderzoek
loopt nog.
Hoe meet je succes?Alle onderzoeken ten spijt, weet
Heideheuvel niet hoeveel kinderen in de
vijftien jaar van haar bestaan nu eigen-
lijk structureel en blijvend zijn gehol-
pen. “Een probleem daarbij is: welke
onderzoekscriteria kies je om dat aan te
tonen?”, legt Olga van der Baan uit. “Er
zijn nu eenmaal een heleboel factoren
die bij kinderen in hun ontwikkeling van
invloed zijn. Stel dat een kind in de
puberteit weer aankomt, betekent dat
dan dat de behandeling heeft gefaald? Of
kunnen we dit toeschrijven aan deze leef-
tijdsfase of andere oorzaken? Obesitas is
een chronische ziekte. Dat betekent dat
de kans groot is dat er periodes zullen
zijn waarin het wat minder gaat. Moeten
we dan gewicht wel nemen als graad-
meter voor het succes van de behande-
ling? Of zijn andere factoren relevanter.
Bijvoorbeeld of iemand een baan heeft,
een gezin, of geen gezondheidspro-
blemen als diabetes of een vermin-
derde vruchtbaarheid.”
Het leven na HeideheuvelDe eerste resultaten van het Helios-
onderzoek lijken aan te tonen dat de
obesitasbehandeling op de korte ter-
mijn succesvol is. Maar voor het wel-
slagen op de langere termijn is het
cruciaal dat de zorg vanuit het behan-
delcentrum goed wordt overgepakt -
door de huisarts, het maatschappelijk
werk, de kinderarts - zodra het kind
weer thuis is. De hamvraag daarbij
is: welke zorg is er in de directe
omgeving van het kind en hoe snel
kun je hulp bieden wanneer dat nodig
is? “Dat is een probleem”, erkent
Van der Baan. “Daar is eigenlijk niets
voor geregeld.” Binnenkort komen
de kinderartsen van Amsterdamse
ziekenhuizen een kijkje nemen in
Heideheuvel. Ze maken er kennis met
de behandelmethode en bespreken
hoe zij de zorg voor hun patiënt-
jes kunnen overnemen wanneer hun
behandeling in Heideheuvel wordt
beëindigd. Het is een eerste aanzet
om hier en later ook op andere plek-
ken in Nederland te komen tot een
goede zorgpool voor kinderen met
ernstig overgewicht. j
Wij bieden:
• Een ruim aanbod van nascholingen op diverse gebieden (met de nadruk op ouderen en chronisch zieken)
• Nascholingen op aanvraag en als incompany
• Actuele lezingen en congressen op vakgebied
• Geaccrediteerde masteropleiding Fysiotherapie/Oefenthe-rapie bij mensen met chronische ziekten met de uitstroom-varianten: Hart-, long- en vaataandoeningen, Centraal neu-rologische aandoeningen, Reumatische- en orthopedische aandoeningen. En de door specialistenvereniging NVFG of cieel erkende uitstroom Geriatrische aandoeningen
• Aanschuifonderwijs bij masteropleiding (volgen van losse onderdelen)
‘Heideheuvel is het laatste redmiddel voor kinderen
bij wie elke andere aanpak heeft gefaald’
Meer info
43
44
Een man hangt in een ingewikkelde posi-
tie over een soort skippybal en wiegt
heen en weer. Het ziet er rustgevend uit
in die glazen ruimte, yoga-achtig bijna.
Verder zie ik vooral dynamiek: frisse
sportieve types die heen en weer lopen
en druk aan het werk zijn. Er heerst een
vriendelijke sfeer en het meisje achter
de receptie haalt een groot glas thee
voor me.
Dit is de plek waar Johannes Veen elke
dag zijn werk doet, als hij niet onderweg
is met onze nationale hockeytrots.
Alle dames topfit krijgen is hard werkenBij het woord fysiotherapeut zien veel
mensen een comfortabele massagetafel
voor zich. Maar Johannes legt uit dat
het begeleiden van zo’n team een volle
dagtaak is. “Het begint elke ochtend met
een rondje loslopen. Dan bekijken we
hoe de dames de nacht zijn uitgekomen.
Je kent die meiden zo door en door, dat je
direct ziet of iemand lekker beweegt. We
brengen verslag uit aan de trainer en de
coach, zodat die daarop kunnen inspelen.
Verder zijn we de hele dag bezig met
Topkwaliteit in praktijk voor olympisch hockeyteam
Voor de top moet je je vastbijten en niet meer loslatenTekst: Ingrid Maas
Beeld: Martin van Welzen
Het combineren van een goed draaiend medisch sportcentrum
en het begeleiden van een topsportteam is mogelijk, maar vergt
wel een strakke organisatie en de volle inzet van alle medewer-
kers. Johannes Veen weet dat uit ervaring. Hij is, naast begelei-
der van het nationale dameshockeyteam, ook directeur mede-
eigenaar, (sport)fysiotherapeut en manueel therapeut bij het
Sport Medisch Centrum Amsterdam (SMCA). In alle drukte is het
de praktijk ook nog gelukt om de HCA-audit goed te doorlopen
en de status van Pluspraktijk te bemachtigen. Johannes vertelt
wat erbij komt kijken om op alle vlakken topkwaliteit te leveren.
45
behandelen en bijsturen.”
Of het weer goud wordt bij de Olympische
Spelen? Daar loopt Johannes liever niet
op vooruit. “We zijn goed, maar er zijn
nog een paar hele sterke teams... We
liggen goed op schema.”
Vanaf september 2011 is het hele nati-
onale team 3 dagen per week aan het
trainen op Papendal. Dat zijn naast de
speelsters: een coach/trainer, een assi-
stent, 2 fysiotherapeuten, 2 veldtrainers,
1 keeperstrainer, een arts en een mentale
coach. De meest voorkomende blessu-
res bij hockey zijn verdraaide knieën en
beschadigde kruisbanden.
Johannes: “Bij sommige problemen kan
ik met manuele therapie de boel weer
netjes op zijn plek zetten. Maar veel bles-
sures, zoals hamstringproblemen, hebben
domweg tijd nodig. De tijdsdruk bepaalt
dan of we het redden of niet.”
Verdedigster Sophie Polkamp weet daar
alles van. Zij kampt al lange tijd met een
rugblessure. “Het gaat nu eindelijk goed
met mijn rug”, vertelt ze. “Helaas heb
ik er ook nog een achillespeesblessure
bij gekregen. Maar ook dat gaat geluk-
kig de goede kant op. Een blessure is
zo’n gevecht met je lichaam, dat is heel
frustrerend. Je richt je leven helemaal in
op die Olympische Spelen en dan werkt
dat lichaam gewoon niet mee. Maar het
moeilijkste vind ik misschien nog wel het
buiten de groep staan. Het team is lekker
met elkaar aan het werk en ik ben steeds
maar alleen bezig. En je moet maar
afwachten of het iets oplevert.”
Het afgelopen jaar is een behoor-
lijk zwaar jaar voor Sophie geweest.
Ondanks de goede begeleiding, onder
meer door een psycholoog. “Soms weet
je gewoon niet waar je de motivatie
vandaan moet halen. Maar de wil om hoe
dan ook naar die Spelen te gaan, helpt
me om te blijven doorgaan.”
“Topsporters komen niet voor niets hier”Een gezond, goed functionerend lichaam
is onbetaalbaar. Zowel voor reguliere
patiënten van SMCA als voor topsporters
is vertrouwen in de fysiotherapeut een
groot goed. “Een topsporter vertrouwt
mij ook nog eens een groot deel van zijn
of haar carrière toe”, realiseert Johannes
zich. “Dat vertrouwen moet je verdienen
door goed te zijn in je vak, maar ook
door er altijd voor iemand te zijn. En
door eerlijkheid: als ik iemand weet die
beter gespecialiseerd is in een bepaald
probleem dat ik, dan stuur ik diegene
altijd door.” De sporters mogen zelf kie-
zen waar ze trainen. Van het dameshoc-
keyteam komt zo’n 65% bij het SMCA.
De dames uit Den Bosch of Eindhoven
zoeken het logischerwijs het liefst wat
dichterbij huis.
Het begeleiden van topsporters op zich is
voor Johannes op korte termijn financieel
niet interessant. Er gaat heel veel tijd
en energie in zitten, terwijl de vergoe-
ding hetzelfde is als voor iedere andere
behandeling. Maar een knie ‘afleveren’
die een Olympische wedstrijd kan spe-
len, levert Johannes een onbetaalbaar
gevoel op.
Johannes hoopt daarom maar dat patiën-
ten zich realiseren dat die topsporters
niet voor niets bij zijn centrum komen.
Dat zij denken: “als díe daar heen gaan,
zullen ze het zeker niet slecht doen...”
Sophie vult aan: “De hockeybond kiest
natuurlijk ook niet zomaar voor samen-
werking met SMCA. Dat staat wel ergens
voor. Maar als mensen mij vragen waar
ik train, dan stuur ik ze graag door hoor.
Ik denk wel dat de topsporters voor veel
mensen een teken van kwaliteit zijn voor
het SMCA.”
Er verschijnt een glimlach op Johannes
zijn gezicht: “Maar ik vind het begeleiden
van de top vooral ontzettend leuk om te
doen. De bevlogenheid van die meiden
en van iedereen eromheen, die vechtlust
en de totale overgave aan het samen
bereiken van het einddoel: daar kun je
je helemaal in verliezen. Het is geweldig
om daar deel van uit te maken. En zo’n
gouden Olympische medaille in Beijing
is natuurlijk iets wat je je hele leven niet
meer vergeet.”
Maar de topsport heeft ook een uitstra-
ling op hoe er bij SMCA gewerkt wordt.
Johannes ziet de bevlogenheid terug bij
zijn collega’s. “Die lopen zonder mop-
peren allemaal twee stappen harder als
ik weg ben. En ze leven net zo hard
mee in het proces om iemand op tijd fit
te krijgen.” Met behulp van een draai-
boek weet iedereen in de praktijk in
Amsterdam wie precies wat moet doen.
De medewerkers zorgen dat alles goed
‘Een knie ‘afleveren’ die een Olympische wedstrijd
kan spelen, kost veel meer tijd dan een knie die een
wandelingetje op straat moet kunnen maken....’
46
blijft doorlopen als hun collega’s weg zijn
om topsporters te begeleiden.
Winnen of plezier? Johannes hoeft niet na te denken over de
vraag wat hij belangrijker vindt: “Zonder
plezier houdt niemand het vol en kun je
dus ook niet winnen. Je moet er ontzet-
tend veel energie instoppen en je hele
leven eraan aanpassen. Als je dan niet af
en toe kan lachen of er zou een rotsfeer
heersen, dan zouden de meeste mensen
afhaken. Bovendien kun je met lachen de
spanning ook een beetje verminderen.
Die vechtlust is er toch wel als je op het
veld staat.”
Sophie is wat strenger voor zichzelf:
“Ik denk dat op dit niveau winnen vóór
plezier maken gaat. Aan de andere kant:
winnen is op zichzelf al het plezier. Dat
is toch de allerbeste beloning. Want als
ik eerlijk ben is dit jaar het sporten zelf
voor mij niet echt dikke pret geweest,
met al die blessures. Maar ik ben het
wel met Johannes eens dat je het, als
je onderling geen plezier hebt, gewoon
niet volhoudt.”
De teamgeest is uit de flesDe onderlinge verhoudingen bij de hoc-
keydames, zowel op het veld als ernaast,
zijn volgens Johannes bijzonder goed.
Er heerst maar één gedachte: Iedereen
moet alles, maar dan ook alles doen om
samen die Olympische medaille te halen.
“Dat is een grote kracht van dit team”,
zegt hij. “Ik vind het knap: stop maar
eens zoveel mensen zo dicht op elkaar,
die ook nog eens onder grote druk staan.
Dan moet je je echt professioneel en vol-
wassen opstellen en elkaar voldoende
ruimte kunnen geven. Iedereen weet
ook dat het eigen belang op de tweede
plaats komt. Zelf willen scoren als de
ander er beter voor staat is er gewoon
niet bij. Dan word je niet geselecteerd
om te spelen.”
Ook de begeleiding moet 100% toe-
gewijd zijn. De speelsters weten dat
ze altijd op Johannes kunnen rekenen.
Daarnaast blijft hij altijd rustig. “De wil
om te winnen is er bij die meiden toch
wel hoor, en de druk is al hoog genoeg.
47
...van een medische wereld naar...
De Gezonde Wereld zoekt partners voor de uitvoering van de diensten van De Gezonde Zaak en De Gezonde Zorg.
GEZ kennism m. ON-DERNEMENDE PSYCH en FYSIO. voor langd. rel. Eigen bedr. gn bezw. jst pré. Ik bied cont. mog. met gr. part. tevns onderst. bij on-dernemen. Reactie: www.degezondewereld.nl
Juist als het even niet gaat zoals je wilt,
moet je rustig, vanuit logisch denken
iemand weer op het juiste spoor krijgen.”
Vanaf de zijlijn zien coach, trainers en
fysiotherapeuten vaak heel goed waar-
om het fout gaat. Meestal doet iemand
(onbewust) toch iets anders dan is afge-
sproken. Johannes: “Dan haalt de coach
diegene er even uit en legt uit wat ze
moet doen om te zorgen dat het beter
gaat. In de hitte van de strijd moet je haar
dan het vertrouwen kunnen teruggeven.
Dat is een gevoelskwestie. Hoe beter je
iemand kent, hoe beter je haar op zo’n
cruciaal moment kan helpen.”
Sophie is het daar helemaal mee eens:
“Johannes kent mij door en door. Ik kan
echt alles tegen hem zeggen. Hij heeft al
zo veel met mij meegemaakt. En ik kan
inderdaad altijd op hem rekenen. Het
maakt niet uit hoe laat het is of hoe druk
hij het heeft: hij maakt tijd voor me. En hij
weet altijd precies hoe het met mij gaat.
Zowel fysiek als mentaal. Ik heb hem
het laatste jaar misschien wel het meest
gezien van iedereen die ik ken!
Als sporter wil je altijd doorgaan, en nog
een klein beetje verder. Maar als hij zegt
stoppen, dan doe ik het. Ook al is dat het
laatste wat ik wil horen: ik weet dat dat
het beste voor me is. Het vertrouwen is
ontzettend belangrijk voor mij.”
Topkwaliteit. Het kost wat... SMCA heeft zojuist het certificaat voor
Pluspraktijk gehaald. Daarmee garan-
deert de praktijk aan de verzekerings-
maatschappijen een hoge kwaliteit. Op
het gebied van behandelingen en het
bijhouden van de laatste ontwikkelingen
en methodes, maar ook van de accom-
modatie, een juiste verslaglegging van
alle behandelingen en de voortgang bij
de patiënten.
“Je krijgt zo’n certificaat niet zo maar
hoor,” Johannes kijkt even naar het pla-
fond: “Pfff... een totale cultuuromslag
was het, tot op het bot voelbaar! Alles
moet exact volgens de regels worden
uitgevoerd. Over je volledig inzetten voor
een einddoel gesproken! Onze medewer-
kers hebben zich er helemaal in vastge-
beten om te gaan werken volgens een
totaal nieuw systeem, en alles gedaan
wat noodzakelijk is om de HCA-audit te
kunnen doorlopen. Daar ben ik echt trots
op. De behandelingen zijn gebleven zoals
ze waren, maar daaromheen is er veel
werk bijgekomen. Al onze therapeuten
zitten in hun vrije tijd de administratie
van hun klanten bij te werken.”
‘De macht van verzekeringsmaatschappijen wordt
wel steeds duidelijker voelbaar’
49
Als tegenprestatie staat SMCA nu op de
lijst van aanbevolen medische centra met
een hoge kwaliteit. Het is niet ondenk-
baar dat bepaalde verzekeringsmaat-
schappijen in de toekomst alleen nog
maar behandelingen bij Pluspraktijken
vergoeden. “Onze continuïteit is dus wel
beter gewaarborgd”, vindt Johannes.
“Een andere positieve kant ervan is, dat
je je kwaliteit op alle punten aanscherpt
en ook voor jezelf tastbaar maakt. Maar
de macht van verzekeringsmaatschap-
pijen wordt wel steeds duidelijker voel-
baar.”
Johannes hoopt dat de verzekeraars zich
realiseren welke extra druk zij bedrijven
opleggen en dat zij het aantal regels en
eisen een beetje binnen de perken weten
te houden.
Het Gezonde Net heeft de hele procedure
voor de HCA-audit opgestart. Johannes
vindt dat wel zo prettig: “Zij hebben ons
geholpen om aan alle voorwaarden te
voldoen, ze houden ook een vinger aan de
pols en helpen ons scherp te blijven op de
punten die we zelf niet zo in onze genen
hebben. Zoals het updaten van de admi-
nistratie en de ICT-systemen. Want wij
moeten, net als onze topsporters, ‘vorm-
behoud’ tonen om het Pluscertificaat te
kunnen behouden.” j
Sophie PolkampSophie Polkamp (1984) maakte op 9 juli
2005 haar debuut voor de Nederlandse
vrouwenhockeyploeg in de wedstrijd
tegen Schotland (6-0), tijdens het vier-
landentoernooi in Bremen. Inmiddels
bezet ze in Oranje de rechtsbackpo-
sitie. Polkamp begon haar hockeycar-
rière bij Groningen, vertrok in 2002
naar SCHC en komt sinds de zomer
van 2007 uit voor Amsterdam. In 2008
speelde zij mee in het Nederlands
elftal toen het team goud haalde op de
Olympische Spelen in Beijing.
In juli gaan de Olympische Spelen
in Londen van start. De Nederlandse
hockeydames verdedigen daar uiter-
aard hun gouden medaille uit 2008 in
Beijing. Maar er staat nog een lange
rij zeges in oranje letters geschreven:
Sinds de jaren ’70 zijn ‘onze meisjes’ al
acht keer wereldkampioen en acht keer
Europees kampioen geweest, hebben
zes Champions Trophy’s gewonnen en
twee gouden, een zilveren en drie
bronzen Olympische medailles.
Een mooie traditie om voort te zet-
ten....
‘Dan hopen we natuurlijk dat andere klanten
zich realiseren dat die topsporters niet voor niets
bij ons komen’
51
Eerste cijfers voor kwaliteitsindex bekend
Meten en vergelijken op effectiviteit en efficiëntie met benchmarkenTekst: MP Tekst
Met benchmarken voor de paramedische sector, dus inclusief de fysiotherapiepraktijken, kun-
nen we dit jaar voor het eerst op grote schaal prestaties van ondernemers afzetten tegen andere
praktijken. Er is al veel geschreven over kwaliteit in de zorg, maar om een oordeel te vellen over
geleverde kwaliteit zul je je als fysiotherapiepraktijk langs een meetlat moeten kunnen leggen.
Sinds dit jaar is dit, voor het eerst op grote schaal, mogelijk aan de hand van concrete cijfers van (op
moment van schrijven) 90.000 patiënten, die met 105.000 klachten in ruim 70 praktijken werden
behandeld. In deze uitgave van MoveMens leest u de eerste resultaten. Het komende jaar houden
we u via deze terugkerende rubriek op de hoogte van (nieuwe) cijfers en gegevens.
KwaliteitsindicatorenMomenteel hebben 250 praktijken direct
toegang tot de benchmark, maar het
aantal praktijken dat in de database wil
worden opgenomen ligt al boven de 500.
In de cijfers die hier in MoveMens wor-
den gepresenteerd, zijn de gegevens van
70 praktijken opgenomen maar de ver-
wachting is dat dit aantal iedere uitgave
zal stijgen waardoor de representativiteit
ieder kwartaal zal toenemen. Voor de
branche geldt een aantal van 400 prak-
tijken als representatief. De vastgestelde
kwaliteitsindicatoren zijn: instroom,
behandelgemiddelden, omzet, behandel-
duur, wachttijd en recidieven. In deze
uitgave richten we ons op de indicatoren
‘Instroom’ en ‘Behandel gemiddelde’,
onderverdeeld naar chronische- en niet
chronische klachten.
Benchmarken Benchmarken is een proces van voortdu-
rend en systematisch meten en vergelij-
ken met andere organisaties. Het belang-
rijkste doel van dit meten en vergelijken
is de eigen prestaties en werkmethoden
te spiegelen aan succes. Met de verkre-
gen informatie kan de fysiotherapieprak-
tijk op korte termijn haar eigen prestaties
verbeteren. Op de langere termijn is het
ultieme doel om al dan niet met behulp
van de wetenschap inzicht te geven in
de meest effectieve en efficiënte behan-
delwijzen. Hierbij kun je zelfs de hoogste
patiënttevredenheid per klacht aangeven.
Met ParaBench heeft Intramed, in
samenwerking met de Praktijk Index
en Magistro, het initiatief genomen
om informatie binnen de beroepsgroep
te vergelijken (benchmarken). Op dit
moment kunnen er alleen gegevens uit
Intramed gehaald worden.
52
Gebruiksvriendelijk, veilig en eenvoudig vergelijken
Ondernemers die deelnemen, kunnen hun praktijk en de kwaliteit monitoren, maar vooral ook hun eigen prestaties met die van
andere praktijken in het land vergelijken aan de hand van een ‘dashboard’. De mogelijkheden worden steeds verder uitgebreid
zodat men in de toekomst niet alleen met andere praktijken kan vergelijken, maar ook voor het netwerk of zelfs regionaal en lokaal.
Het softwareprogramma is uiteraard goed beveiligd en de aangeleverde gegevens worden niet doorverkocht. Verder bepaalt de
praktijk zelf wie inzicht krijgt in de gegevens (ze doen wel altijd mee voor de benchmark) en staan er nooit tot patiënt herleidbare
gegevens in.
Instroom
De grafiek toont de instroom van patiënten zonder verwijzing (DTF) per kwartaal in de periode 1e kwartaal 2008 tot en met het 1e
kwartaal van 2012. In deze periode is een totale stijging te zien van 22% naar 35%.
Het totaal aantal ingestroomde patiënten in 2011 van circa 70 praktijken bedraagt 88.000, waarvan 65% met verwijzing en 35%
zonder verwijzing.
53
Vormt uw administatie een belasting voor uw patiëntenzorg?
Meer informatie? Ga naar www.infomedics.nl of bel naar 036 536 30 51
Ieder zijn vak!Denkt u nooit eens: “Ik ben toch een zorgverlener en geen administratief medewerker?” Een begrijpelijk gevoel, want de zorgsector gaat gepaard met stapels administratief werk. Tijdrovende zaken die – als u niet oppast – ten koste gaan van de zorg van uw patiënt.
Dankzij Infomedics kunt u zich wél op de zorg blijven focussen. U kunt namelijk met een gerust hart al uw administratieve zaken in onze handen leggen. Van declareren en verwerken van informatie van zorg-verzekeraars tot facturering. Het resultaat? Minder zorgen voor u, en een betere zorg voor uw patiënten. Precies waar het om gaat in uw vak.
PatiëntvriendelijkU ontvangt netjes uw geld, terwijl uw patiëntrelatie goed blijft.
TijdwinstMet onze innovatieve producten bespaart u kostbare tijd die u kunt investeren in uw patiënten.
Betrokken serviceMet onze betrokken klantenservice hebben u en uw patiënten één contactpunt voor alle betalingsvragen.
InzichtelijkHet beveiligde Self Service Portaal biedt u overal en altijd inzicht in uw declaraties.
Kennis en ervaringDankzij onze kennis en ervaring bent u er zeker van dat we optimaal aan uw wensen tegemoet komen.
Behandelingen chronische klachten
De grafiek geeft het aantal behandelingen weer per uitbehandelde patiënt in 2011. Van het totale aantal van 105.000 klachten, was
15% chronisch (15.750). Er is bij de chronische klachten een onderverdeling gemaakt per type klacht, waarbij reuma en longklachten
de meest voorkomende waren.
Behandelingen niet chronische klachten
Van het totaal aantal behandelingen per uitbehandelde patiënt in 2011 waren er 89.250 van de 105.000 klachten (85%) niet-
chronisch. De grafiek geeft de aantallen per type klacht weer, waarbij de longen het vaakst behandeld bleken.
In volgende uitgaven van MoveMens zullen we meer harde cijfers en grafieken tonen.
Meer informatie is te vinden op /parabench
55
56
Ondernemer aan het woord
Van behandelaar naar ondernemende behandelaarTekst: Renso van Nuland
Beeld: Laila Vroom
Fysiotherapeutisch Medisch Centrum Verzijden heeft sinds vorig jaar een prachtige nieuwe ruimte
betrokken in Boxtel. Peter Verzijden is de naamgever én oprichter van het centrum. Verzijden is als
fysiotherapeut steeds meer ondernemer en steeds minder behandelaar. En volgens de inwoner
van Boxtel is dat wel nodig: “Tegenwoordig wordt er meer van je gevraagd als ondernemende
fysiotherapeut.”
Bij binnenkomst van het medisch centrum
in Boxtel valt meteen de grootte van het
pand op. De wachtruimte is fraai en de
fitnesszaal is groots opgezet en geeft
de patiënten van het centrum genoeg
ruimte om aandachtig aan het herstel
van het lichaam te werken. De zeven
behandelkamers, receptie en kantoor
omringen de fitnesszaal en zorgen zo
voor een praktisch en stijlvol geheel.
Kortom, de patiënten komen niets te kort
bij Fysiotherapeutisch Medisch Centrum
Verzijden. De naamgever is dan ook
gepast trots op de nieuwe locatie: “Vorig
jaar besloot ik om naar deze plek te
verkassen. Ik moest wel gaan uitbreiden,
omdat ik niet alles meer kwijt kon in mijn
vorige praktijk. En verandering van spijs
doet eten. Hier is meer mogelijk. Deze
ruimte is perfect geschikt voor ons team.
Verder is de ligging van het centrum per-
fect, we zijn nu beter bereikbaar én zicht-
baar voor onze patiënten dan voorheen.”
StrategieDe strategie is hetzelfde gebleven: het
bieden van op maat gemaakte zorg waar-
bij de patiënt centraal staat en nauw
betrokken wordt bij de behandeling. De
belangrijkste disciplines van Verzijdens
onderneming zijn: algemene fysiothera-
pie, sportfysiotherapie, manuele therapie
en orthopedische revalidatie. “Alles wat
draait om het bewegingsapparaat dus.
Wij pretenderen echt niet alle fysiothera-
peutische disciplines aan te kunnen. Dat
moet je ook niet willen. Laat ons maar
doen waar we goed in zijn en daarin
uitblinken en op deze facetten excellente
zorg aan de patiënt bieden. Dat is waar
wij voor staan’’, verklaart Verzijden zijn
visie.
ZorgondernemerDe laatste jaren speelt het fysiek behan-
delen een minder grote rol in het werk
van de fysiotherapeut. “Dat klopt”,
beaamt hij. “Na verloop van tijd moest
ik een keuze maken. We bleven maar
groeien. Een goed teken, maar dat ging
wel ten koste van mijn core business:
het behandelen van de patiënt. Naast
mijn primaire taak als behandelaar liep
ik steeds vaker tegen administratieve
en organisatorische taken aan. Na een
werkdag zat ik ’s avonds nog bergen werk
te verzetten. Vandaar dat ik me in de
loop van de jaren steeds minder richtte
op het directe behandelproces. Nu hang
ik als een soort mentor boven de onder-
neming.” Daarbij hecht Verzijden veel
waarde aan het begeleiden en coachen
van zijn medewerkers. “Erg leuk om te
doen. Als mijn collega’s er niet uitkomen,
kan ik ze met raad en daad bijstaan.
Inmiddels heb ik veel ervaring en kennis
die me daar uitstekend bij helpen. We
zijn een hecht zorgteam. Onlangs zijn we
met het team een week gaan skiën, dat
soort uitjes versterkt het groepsgevoel. Ik
57
U kent Chemodol,
de hypo-allergene
afwasbare massage-olie.
Maar Chemodis heeft
meer massage-oliën.
Zoals Chemotherm,
een massage-emulsie
met milde en
verantwoorde warmte-
werking. Het zuiver
plantaardige Olivine,
zonder conserveer-
middelen en emul-
gatoren. Chemovine,
speciaal voor de sterk
behaarde huid.
En, speciaal voor de
overgevoelige huid,
Chemoderm met
natuurlijke werkstoffen
en de ongeparfumeerde
Baselin Emulsion
met biologische
eigenschappen.
Uw leveranciers
kunnen u er alles
over vertellen.
Of bel voor meer
informatie:
0800-chemodis
(0800-24 36 63 47).
www.chemodis.nl
CHEMODIS Dat ligt voor de hand
Chemodis B.V.Para-medische FarmaciePostbus 9160 NL-1800 GD AlkmaarTel. +31 (0)72 - 520 50 83Fax +31 (0)72 - 512 82 14
Over de rugvan Chemodol.
vind het van belang dat we elkaar goed
kennen, zowel persoonlijk als profes-
sioneel, en elkaar steunen waar nodig.
We leren nog elke dag van elkaar en als
ik daar mijn steentje aan kan bijdragen is
dat toch geweldig?”
Aan eisen voldoenMaar behandelt Verzijden dan helemaal
niet meer? “Natuurlijk wel”, antwoordt
hij. “Dat is en blijft mijn ambacht. Op
weekbasis behandel ik maximaal zo’n
25 uur per week. Dat quotum haal ik niet
elke week hoor. Door alle ontwikkelingen
in de zorg moet ik mijn aandacht wel
vestigen op de organisatie. En daar komt
een heleboel bij kijken.” Zo is er voor de
zorgondernemer continu het spannings-
veld met zorgverzekeraars. Vanuit de
zorgverzekeraar liggen de eisen steeds
hoger en moet de zorgondernemer steeds
meer kunnen voldoen aan kwaliteitskeur-
merken. Zo behaalde Verzijden onlangs
het belangrijke HCA-certificaat (Health
Care Auditing, red.); dit certificaat is
het hoogst haalbare kwaliteitskeurmerk
binnen de fysiotherapie. Daarnaast haal-
de de onderneming ook zijn HKZ-norm
(Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in
de Zorgsector, red.). “Als ondernemer
ben ik erg blij dat we aan beide normen
voldoen. Maar het wil niet zeggen dat
ons werk nu ophoudt. Integendeel, ik heb
ontwikkeling en verbetering van onze
mensen en behandelmethodes hoog in
het vaandel staan. Stilstand is achteruit-
gang, dus eis ik niet alleen van mezelf,
maar ook van mijn team, dat we con-
tinu bezig zijn met bijscholing en nieuwe
behandeltechnieken’’, vindt Verzijden.
VisieVerzijden is het type ‘visionair’. De
Brabander denkt veel na over de toe-
komst en hoe hij met zijn team de patiënt
nog beter van dienst kan zijn. Daarbij
sluit Verzijden samenwerkingsverbanden
met specialisten niet uit. “Binnenkort
gaan we hoogstwaarschijnlijk een dag
per week gebruik maken van een podo-
therapeut. Dat zijn professionals met
specifieke kennis over bijvoorbeeld
afwijkende voetstanden en afwijkende
looppatronen. In mijn ogen zijn deze spe-
cialisten van toegevoegde waarde voor
onze patiënten. Ik sta erg open voor deze
samenwerkingsverbanden, want de zorg
die wij de patiënt kunnen bieden wordt
hierdoor nóg beter.” Verzijden ziet nog
meer heil in andere samenwerkingen:
“Waarom betrekken we geen diëtist of
psycholoog bij het medisch centrum?
Volgens mij hebben sommige patiënten
hier ook baat bij. Als de behoefte er is,
zou ik wel gek zijn om dit soort deskun-
digen niet bij de praktijk te betrekken.
Volgens mij is dat ook de toekomst. Een
samenklontering van specialisten om zo
de meest optimale zorg te kunnen bieden
aan de patiënt.’’
Terugkoppeling patiëntDe patiënt staat centraal bij Verzijden. De
Boxtelse zorgondernemer vindt het van
belang om te weten wat zijn patiënten
van zijn medisch centrum vinden. Op
welke manier komt de fysiotherapeut
aan deze kostbare informatie? “Na elk
behandeltraject laten we onze patiënten
een enquête invullen. Zij kunnen deze
anoniem per e-mail aan ons retourne-
ren. Dit geeft ons een prettige inkijk in
‘Zorg voor patiënten wordt nóg beter door
samenwerkingsverbanden met specialisten’
59
Van onze frisse bries krijgt u een hollandse indruk.
Bij Hollandse InDruk doen we in drukwerk, maar dan wel zonder een laagje stof erop. We doen het graag ánders. U de gelegenheid geven om te kiezen uit offset of digitaal, want we doen beide. Verfrissend zijn we ook in de omgang. Geen formele toestanden als iets slagvaardig en soepel moet worden opgelost. En gewoon eerlijk zeggen als drukwerk beter, sneller of goedkoper kan. Da’s nog eens een drukker om de vlag voor uit te hangen. Heeft u ooit zo’n hollandse indruk van een drukker gekregen?
VOELBAARPRINTEN
FSCCERTIFICAAT
FULL COLOURDRUKKEN
Vestiging RotterdamBergambachtstraat 23079 DA RotterdamT +31 (0) 10 292 29 55E [email protected]
www.hollandseindruk.nlindruk.nl
hoe de patiënten ons behandelproces
ervoeren. Over het algemeen zijn de
kritieken positief. En dat is toch de beste
reclame voor je onderneming. Als patiën-
ten positief over ons praten, is dat goud
waard. Voor onze onderneming zijn de
uitkomsten van de enquêtes waardevol
en leerzaam. Zowel op groeps- als op
individueel niveau is de terugkoppeling
van de patiënt van belang. Daar gaan we
dan mee aan de slag. Wij voelen continu
de drang om ons te verbeteren.” Uit de
reacties hoort Verzijden ook wel eens
negatieve geluiden. “Gelukkig maar”,
geeft Verzijden eerlijk toe. “Dat geeft
ons de kans om de patiënt de aandacht
te geven die hij of zij verdient. Vaak rea-
geren ze verbaasd als we contact met ze
opnemen na een klacht. Zo van: dat jullie
de moeite nemen om persoonlijk contact
met me te zoeken. Dat gebaar waarderen
de patiënten.”
Zorgondernemer 2.0De ‘zorgondernemer 2.0’ moet met zijn
tijd mee. Zo kan ook Fysiotherapeutisch
Medisch Centrum Verzijden niet ach-
terblijven. De social media platformen
Facebook en Twitter zijn anno 2012 niet
meer weg te denken uit het beleid van
een organisatie. Verzijden ondervindt aan
den lijve wat de kracht is van social
media. Verzijden geeft een voorbeeld:
“Laatst hadden we nog twee plekken
vrij voor een sportspreekuur. Op Twitter
plaatsten we een oproep. Binnen een
half uur waren de twee vrijgekomen plek-
ken ingevuld door mensen die het bericht
lazen op Twitter. Dat geeft toch wel de
kracht van het medium aan.” Verzijden
huurde zelfs een communicatiebureau in
om een plan uit te stippelen om social
media als extra tool in te zetten voor het
centrum. “Een van onze medewerkers
houdt de Facebook pagina bij en plaatst
berichten op Twitter. Zelf heb ik er niet
zoveel verstand van, maar ik omarm het
wel.’’
E-healthNaast social media is e-health ook sterk
in opkomst. Hoe denkt Verzijden hier-
over? “Ik ben nog wat terughoudend. Ik
geloof er wel in dat behandelschema’s
per e-mail kunnen worden gestuurd.
Alleen als het gaat om fysieke behande-
ling, dan lijkt het me toch evident dat
iemand langskomt. Fysiek advies, laat
ik het zo noemen, via een computer of
beeldscherm is toch lastig.” Het werkveld
verandert en blijft in ontwikkeling, ook
op commercieel vlak. De zorgondernemer
moet soms commercieel denken. “Er zijn
momenten dat ik me inderdaad afvraag
wat een investering oplevert. Ik moet
wel, want door het eisenpakket van de
zorgverzekeraars en de steeds duurder
wordende zorg moet ik wel zo den-
ken. Vroeger was ik meer een idealist,
tegenwoordig komt daar de realist bij.
Ja, van behandelaar naar ondernemende
behandelaar. Zo zie ik mezelf wel’’, sluit
Verzijden af. j
‘Een professioneel plan laten ontwikkelen om social
media als extra tool in te zetten’Groeiende ondernemingFysiotherapeutisch Medisch Centrum
Verzijden is een typisch voorbeeld van
een ‘groeiende zorgonderneming’. Een
korte geschiedenis: in 1988 studeer-
de Verzijden af als fysiotherapeut.
Slechts twee jaar na zijn diploma had
hij al een eigen praktijk in zijn woon-
plaats. Gestaag groeide de praktijk
van de fysiotherapeut, die ook nog
eens fungeert als medisch begeleider
van het Nederlandse vrouwenhockey-
team. “Na vijf jaar kwam mijn eer-
ste collega erbij. Een kleine twintig
jaar later werken we met een team
van twaalf mensen”, legt Verzijden
de ontwikkeling van zijn onderneming
verder uit.
Van onze frisse bries krijgt u een hollandse indruk.
Bij Hollandse InDruk doen we in drukwerk, maar dan wel zonder een laagje stof erop. We doen het graag ánders. U de gelegenheid geven om te kiezen uit offset of digitaal, want we doen beide. Verfrissend zijn we ook in de omgang. Geen formele toestanden als iets slagvaardig en soepel moet worden opgelost. En gewoon eerlijk zeggen als drukwerk beter, sneller of goedkoper kan. Da’s nog eens een drukker om de vlag voor uit te hangen. Heeft u ooit zo’n hollandse indruk van een drukker gekregen?
VOELBAARPRINTEN
FSCCERTIFICAAT
FULL COLOURDRUKKEN
Vestiging RotterdamBergambachtstraat 23079 DA RotterdamT +31 (0) 10 292 29 55E [email protected]
www.hollandseindruk.nl
Ook ondernemer?
61
• De patiënt voert steeds meer de regie en vervult een actieve rol binnen de behandeling.
• De patiënt neemt meer verantwoordelijk-heid; u als fysiotherapeut treedt meer op als coach.
• U sluit meer bij uw patiënten en hun veranderende behoeften aan.
• Fysiotherapie waar en wanneer de patiënt én de fysiotherapeut het uitkomt (‘het nieuwe werken’).
• Anticipatie op dreigende arbeidstekort in zorgsector (en ook fysiotherapie sector).
Fysiotherapie 2.0
Heeft u belangstelling voor Mijn Fysio Online? Wilt u meer informatie? Neem dan contact met ons op via www.defysioonline.nl, kies Mijn Fysio Online en kies ‘meer weten?’. Zie ook: www.movemens.nl/mijnfysioonline
Mijn Fysio Online verandert de wereld van fysiotherapeut en patiënt voorgoed
FYO2762 Adv FysioOnline_V1.indd 1 19-04-12 13:08
Zelfs toen de Titanic in dat vermaledijde
weekend 100 jaren geleden op de rotsen
was geslagen in verregaande koersloos-
heid, bleef het ganse personeel in eer-
ste instantie aan boord precies dezelfde
dingen doen als anders. Het orkestje
speelde gewoon verder. Ogenschijnlijk
zonder een enkele fysieke verandering
en al helemaal niet met enige deemoed
of bescheidenheid over de zoveelste
politieke brokkenmakerij. Sterker: uit de
kelen van teveel kapiteins en even zovele
matrozen op de zinkende Titanic klonk
die eerste dagen immer dezelfde holle
retoriek.
Soms was het zelfs kafka voorbij.
Ik zag de eerste dagen na de val van
het kabinet beschamende optredens van
wat onze politieke elite heet te zijn.
Het vermaarde ’over de eigen schaduw
heenstappen’ was ver weg. Het was
niet alleen fantasieloos zwartepieten,
het was kleutergejengel van het ergste
soort. Het eens worden over alleen al
iets simpels als een verkiezingsdatum
(kost een kwartiertje): men kon het die
dagen niet opbrengen, daar waar par-
tijbelang het landsbelang in de weg zat
op ongeveer alle fronten. Risicoloos en
futloos ondernemerschap, anders kon ik
het niet betitelen.
Ik hoorde zo velen in die eerste dagen een
pleidooi houden voor deemoed van deze
politieke generatie. Ik hoorde verstandige
mensen vragen om politieke excuses over
wat er allemaal was gebeurd: zeven
weken grote ondernemersplannen maken
zonder enig resultaat (of moet ik zeggen:
zeven jaren?) Ik hoorde sommigen pleiten
voor een totale cultuurverandering: dat
op deze manier doorgaan de politiek de
nar van de democratie zou worden. Maar
het leek tegen dovemansoren gericht.
Gebrainwashed, of al verdronken in grote
golven belangengif vervolgden onze poli-
tici hun heil- en doelloze weg. Alles leek
in moerasgrond weg te zinken. Leek.
Want wondertjes bestaan. Of moet ik
zeggen: als de nood heel hoog is, zijn er
godzijdank altijd mensen die zeggen: tot
hier en niet verder. Mensen die zien en
voelen dat als de Titanic zo fors op de
rotsen is geslagen, de sloepen snel moe-
ten worden volgeladen. Mensen die wel
degelijk een ondernemersrisico durven
te nemen (lees: een politiek electoraal
risico). Je zag in nog geen 48 uur eerst
drie en toen meer verstandige mensen
van boord van deze oude en versleten
Titanic stappen. Je zag ze vol lust en
energie de roeispanen van de sloepen
pakken, om die nieuwe zo noodzake-
lijke wendbare koers te gaan varen in zo
vurige gewenste richtingen. Daadkracht!
Het bestond opeens.
Hulde aan de vijf gevierde ondernemers
van de laatste week van april!
En over hen die op de Titanic achter-
bleven valt niets anders te zeggen dan:
“Heer, heb meelij met hen en breng hen
alsnog tot andere gedachtes en daden.”
Want het wordt spannend. Wie gaan er
winnen? De behoudende oude elite aan
boord van het schip? Of de ondernemers
in de sloepen die van de Titanic weg-
varen? Moeten alle ondernemers van
Nederland die politieke durfondernemers
niet met alles en alles wat ze in huis
hebben helpen? Sloepen helpen bouwen,
bevolken, helpen (be)sturen. Want nu
komt het er op aan. De komende maan-
den zullen ons laten zien en voelen of de
komende verkiezingen uiteindelijk toch
’business as usual’ gaan worden of dat
het wondertje van eind april ook door-
gezet wordt. Het kan twee kanten uit.
De gebeurtenissen van eind april kunnen
zowel electoraal als voor de politieke
verhoudingen grote gevolgen hebben.
Velen zeggen dat het wondertje een soort
’game-changer’ zou kunnen zijn van hoe
de Nederlandse politiek gaat functione-
ren de komende jaren: ondernemend en
enthousiasmerend. De Titanic zoekt veel
meer sloepen: anders zouden de achter-
gebleven matrozen op dat vergane schip
zomaar weer de macht kunnen grijpen.
Grijp uw kans!
Titanic zoekt sloepen Tekst: Rob Oudkerk
Rob Oudkerk (1955) is huisarts, publicist en politiek commentator. Momenteel
is Oudkerk als lector verbonden aan de Haagse Hogeschool en is hij direc-
teur van de Jeugdfabriek. Hij was lid van de Tweede Kamer (1994 - 2002) en
wethouder in de gemeente Amsterdam (2002-2004) namens de Partij van de
Arbeid.
Reageren?
63
MoveMens is een communicatieplatform voor ondernemers, leveranciers, partners en netwerken in de markt van ondernemers in beweging Primair richt MoveMens zich niet op het eerste vak van de professional, maar op het tweede vak, dat van ondernemen. MoveMens belicht zoveel mogelijk facetten van het ondernemerschap in de gezondheidszorg en heeft als doel opinies te presenteren, informatie te geven, kennis te delen en de branche in beweging te houden.
T: 070 - 41 51 313 | E: [email protected] | I: www.movemens.nl | Twitter @MoveMens
Comvio is een automatiseringsbedrijf, gespecialiseerd in het automatiseren van paramedische praktijken. Met een deskundig team van R&D-ers en supportmedewerkers staan wij praktijken bij in het opzetten en beheren van de IT-omgeving. Comvio ontzorgt praktijken met Cloud Computing (SBC), hardware leveringen en -installaties, systeem-beheer en Back-up voorzieningen. Praktijken in het hele land weten Comvio al te vinden. Van Comvio kan en mag u ‘ouderwetse’ kwaliteit verwachten in de zich steeds vernieuwende IT-wereld.
T. 0316 - 294 242 | F. 0316 - 294 100 | I. www.Comvio.nl | Twitter @comvioBV
De Nederlandse Associatie voor Orthopedische Manuele Therapie (N.A.O.M.T.) behartigt de sociaal- maatschap-pelijke belangen van de Orthopedisch Manueel Therapeuten. De leden hebben de opleiding orthopedische manuele therapie gevolgd of zijn daarvoor in opleiding. Alleen afgestudeerden kunnen de titel OMT dragen. De Associatie verplicht de Orthopedisch Manueel Therapeuten hun vakkennis op peil te houden door middel van bij- en nascholing. De leden staan allen geregistreerd in het Centraal Kwaliteitsregister voor manueel therapeuten. Daarnaast wil de NAOMT de OMT een zelfstandige plek geven in de veranderende zorgmarkt.
T. 070 - 415 13 13 | E. [email protected] | I. www.naomt.nl
Intramed levert overzichtelijke, efficiënte en betaalbare software voor de zorg. Software die inmiddels meer dan 18.000 professionele (para)medici ondersteunt in hun dagelijkse bedrijfsvoering. Door de ontwikkelingen in de (para)medische markt en het inspelen van Intramed op de bestaande behoeften verschuift Intramed van administratief pak-ket naar één geïntegreerde oplossing voor administratie en beroepsinhoudelijke zaken. Altijd up-to-date en met de zekerheid van alleen de beste support van mensen die het pakket door en door kennen.
T. 0182 - 621 107 | E. [email protected] | I. www.intramed.nl
Hogeschool Leiden heeft naast een uitgebreid opleidingen- en cursusaanbod elf lectoraten. Eén van de lectoraten van de Hogeschool is het lectoraat Fysiotherapie bij chronisch zieken en ouderen. Alle prognoses wijzen op een sterke toename van dit aantal in Nederland. Daarom heeft het Centrum Opleiding en Nascholing Zorg als speerpunt de zorg bij chronisch zieken en ouderen gekozen. Hogeschool Leiden sluit met haar nascholingen Fysiotherapie en Professional Master Fysiotherapie/Oefentherapie aan bij deze ontwikkelingen. De scholingen worden aangeboden als open inschrijving en als incompany.
Masteropleiding T. 071 - 518 87 14 | Nascholing T. 071 - 518 87 00 | E. [email protected] |I. www.hsleiden.nl
Abakus B.V. richt zich als onderdeel van de Winbase Groep op het ontwikkelen van praktijksoftware voor paramedici, waarbij het primaire proces optimaal ondersteund wordt. De software onderscheidt zich op het gebied van gebruiks-gemak en efficiëntie, maar biedt bovendien een uitgebreid instrumentarium om de zorgverlener te ondersteunen in zijn of haar handelen. Klinisch redeneren, evidence based handelen en sturen op basis van outcome zijn daar slechts enkele voorbeelden van. Samenwerkingsverbanden met o.a. hogescholen, de SOMT en TNO borgen de kwaliteit en de toekomstbestendigheid van de producten.
T. 0318 - 657 825 | E. [email protected] | I. www.abakus.nl
64
De ene keer vraagt een drukwerkopdracht om het vakmanschap van echt offsetdrukwerk en een andere keer weegt de efficiency en het kostenvoordeel van digitaal drukwerk zwaarder. Daarom is het handig dat Hollandse InDruk beide disciplines in huis heeft. Twee vestigingen (in Rotterdam en Westland), vertrouwd met offset én met digitaal. Hollandse InDruk is bovendien een heel servicegerichte drukker. Snel schakelen, meedenken in het belang van de klant en vooral heel scherp geprijsd. Dat blijkt al bij de offerteaanvraag.
T. 010 - 292 29 55 | E. [email protected] | I. www.hollandseindruk.nl
De Gezonde Zaak helpt mensen met chronische en medisch niet goed te verklaren klachten om weer te functioneren in werk en privé. Met een succesvol concept bereikt De Gezonde Zaak geweldige resultaten. Geen klachten meer en zonder problemen weer met plezier functioneren: ruim 92% van onze cliënten bereikt het beoogde resultaat. Door een intensief traject leren mensen in korte tijd anders omgaan met hun klachten. Goed samenwerkende, multidisciplinaire teams bestaande uit psychologen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten en medisch specialisten, staan daarvoor garant.
T. 088 - 00 88 600 | E. [email protected] | I. www.degezondezaak.nl
Fysiz is een netwerk van fysiotherapeuten waarbij de eigen inbreng van de deelnemers essentieel is. Fysiz is geschikt voor fysiotherapiepraktijken die excellente fysiotherapie willen leveren, openstaan voor innovatie, van ondernemen houden en hun praktijk als een goed geoliede organisatie willen zien. Fysiz onderscheidt zich door haar bedrijfskundige ondersteuning aan praktijken en haar uitstekende contacten met zorgverzekeraars.
T. 073 - 644 61 88 | E. [email protected] | I. www.fysiz.nl | Twitter @fyzis
Het Gezonde Net is een netwerk van ondernemende fysiotherapiepraktijken, actief in gezondheid en zorg. Ruim 125 praktijken werken met elkaar samen om marktkansen optimaal te benutten. De helft van het netwerk is al Plus- of Topzorgpraktijk. De centrale organisatie van Het Gezonde Net stimuleert uitwisseling van kennis en ervaring tussen de praktijken, in samenwerking met de MoveMens partners. Een Plus- of Topzorgpraktijk is ook bedrijfsmatig een gezond bedrijf. Wij begeleiden deze praktijken in het succesvol managen van de eigen onderneming. Samenwerken maakt samen sterk.
T. 070 - 415 13 13 | E. [email protected] | I. www.HetGezondeNet.nl
Qualizorg is gespecialiseerd in het faciliteren van continu-onderzoek voor en door eerstelijns zorgaanbieders. Patiëntervaringonderzoek wordt bijvoorbeeld continu gemeten en online gerapporteerd. Dit gebeurt door een data-verzamelingsoplossing te faciliteren waarmee ervaringen gemeten en gerapporteerd kunnen worden. Dit gebeurt op gebruiksvriendelijke, laagdrempelige, actuele en kostenefficiënte wijze. Zowel vanuit de optiek van de zorgaanbieder als van de patiënt. Qualizorg is werkzaam voor zo’n 3.500 zorgaanbieders met producten als Fysio Prestatie Monitor en met vergelijkbare producten voor huisartsen, ketenzorg, kraamzorg en apothekers.
T. 0570 - 820 219 | E. [email protected] | I. www.qualizorg.nl | Twitter @qualizorg
Het is een tijd van veel en snelle veranderingen. Als ondernemer schakelt u daarom continue en neemt u besluiten die goed moeten uitpakken. Dat kan alleen als u op het juiste moment de beschikking hebt over de juiste informatie. Met FysioRoadmap bent u de tijd vooruit. Het is een modern elektronisch patiëntendossier dat de eisen van de markt en van zorgverzekeraars volgt en aansluit op patiëntbehoeften en algemene ontwikkelingen. Met FysioRoadmap geeft u nu al antwoord op de vragen van morgen.
T. 023 - 750 54 44 | E. [email protected] | I. www.mrsystems.nl | Twitter: @FysioRoadmap
Infomedics is specialist in het debiteurenbeheer voor de zorgsector. Infomedics geeft hier invulling aan met een betrouwbaar, solide en efficiënt declaratiesysteem voor (para)medische zorgverleners en zorginstellingen. Op die manier draagt Infomedics bij aan een optimale zorg, waar de zorgverlener, de zorgverzekeraar en de patiënt baat bij hebben. Zorgverleners kunnen het factureren en incasseren van hun prestaties met een gerust hart aan Infomedics uitbesteden. Want zorgverleners kunnen hun waardevolle tijd het beste aan zorg besteden.
T. 036 - 547 22 99 | E. [email protected] | I. www.infomedics.nl
Pharmeon is gespecialiseerd in websites en internettoepassingen voor zorginstellingen. Pharmeon maakt standaard en op maat gemaakte websites voor met name paramedici. Met informatie over verschillende paramedische specia-lisaties, diverse formulieren en nieuwsupdates bieden onze klanten hun patiënten een online service zonder dat het hen tijd kost. De ‘Uw Praktijk Online’ website is uitermate geschikt voor paramedici zoals fysiotherapeuten, manueel therapeuten, podotherapeuten, oefentherapeuten en huidtherapeuten.
T. 020 - 650 01 00 | E. [email protected] | I. www.pharmeon.nl
Fyzzio International BV, kortweg Fyzzio, is de nieuwe naam van GymnaUniphy Nederland. Met de naam Fyzzio geven we uitdrukking aan wie wij zijn, wat we doen en voor wie we dat doen; het logo van Fyzzio zegt alles.Inrichten: onze vernieuwende producten vonden en vinden hun weg naar bijna alle fysiotherapie praktijken in Nederland.Opleiden: met onze opleidingen voor onder andere echografie en shockwavetherapie dragen we bij aan een profes-sionele toepassing van nieuwe onderzoeks- en behandelmethoden.Ondernemen: we adviseren praktijken bij de uitvoering van hun bedrijfs- en marketingactiviteiten.
T. 073 599 90 00 | E. [email protected] | I. www.fyzzio.nl / www.nt-e.nl | Twitter @fyzzio
65
Colofon
13e jaargang | editie 2 | 2012
MoveMens – Magazine voor ondernemers in bewegingMoveMens is een toonaangevend magazine voor ondernemers in beweging. Ondernemers met als achtergrond een (para)medische beroep die zichzelf herkennen in de formule van het blad. Primair richt het blad zich niet op het ‘eerste’ vak van professional maar op het ‘ tweede’ vak, dat van ondernemer. Het platform richt zich op alle facetten van ondernemerschap in de gezondheidszorg en heeft als doel opinies te presenteren, informatie te geven, kennis te delen en de branche in beweging te houden.
Hoofdredactie/uitgeverMoveMens Media BV | Postbus 1027 | 2280 CA RijswijkT: 070 – 415 13 13 | E: [email protected] | W: www.movemens.nl
EindredactieMartijn Plantinga
RedactieadviesDick Hartog, Janneke Hermans, Geert-Jan van der Sangen en Inge van de Weem ([email protected])
Aan dit nummer werkten verder mee: Rob Willemse, Caroline Mangnus, MP tekst, Sanne van der Poel, Annelies Roovers, Ingrid Maas, Renso van Nuland
FotografieAad van vliet, Joris Aben, Wim van IJzendoorn, Ton Kastermans, Martin van Velzen, Laila Vroom
MediamanagementGeert-Jan van der Sangen en Inge van de Weem
Sales en marketingCees de Zoete ([email protected])
Vormgeving Atalba ([email protected])
DTP, lithografie, druk en verspreidingHollandse InDruk ([email protected])
PartnersMoveMens wordt mogelijk gemaakt door bijdragen van de partners van MoveMens: Intramed , GymnaUniphy Nederland, Het Gezonde Net, NAOMT, Monitored Rehab Systems, De Gezonde Wereld, Pharmeon, Hogeschool Leiden, Qualizorg, Hollandse InDruk, Comvio, Infomedics en Fysiz.
Adreswijzigingenkunt u doorgegeven via de website www.movemens.nl. Het adreslabel met het oude en nieuwe adres kunt u ook sturen naar: Postbus 1027, 2280 CA Rijswijk. Wijzigingen per telefoon zijn niet mogelijk.
Verschijning, oplage en abonnementMoveMens verschijnt 4 keer per jaar in een oplage van ca. 13.500 exemplaren. Het magazine wordt aangeboden aan (gezondheidszorg)ondernemers in beweging. Aanmelding om in het lezersbestand te worden opgenomen kan uitsluitend via de website www.movemens.nl. Geïnteresseerden niet behorend tot de doelgroep kunnen zich abonneren via de website www.movemens.nl. Een jaarabonnement kost € 24,00 inclusief BTW en kan op ieder moment ingaan. Opzeggen kan uitsluitend per einde jaar.
Copyright 2012 MoveMensNiets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of vermenigvuldigd, voor welk doel dan ook en op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever MoveMens Media B.V.
Leefstijlcoaching ter ondersteuning van gezond gedrag Nieuwe methodiek
voor gedragsverandering - Een nieuwe kijk op de behandeling van ‘shinsplints’ Verrassend promotieonderzoek - De getuigen van Crohn; bijzon-dere videodagboeken - ‘Voor de top moet je je vastbijten en niet meer loslaten’ Topkwaliteit in praktijk voor olympisch hockeyteam - Met vereendekrachten de kilo’s te lijf Interdisciplinaire aanpak van Heideheuvel werkt
Europees Kampioen
‘Gezondheid is het belangrijkste dat er is, dat hoort altijd voorop te staan’
M A G A Z I N E V O O R O N D E R N E M E R S I N B E W E G I N G13e JAARGANG | EDIT IE 2 | 2012
1503122 MoveMens 02_2012.indd 1 23-05-12 08:33
MoveMensMoveMens is een communicatieplatform voor ondernemers, leveranciers, partners en netwerken in de markt van ondernemers in beweging. Dit communicatieplatform bestaat naast het magazine uit een website, nieuws-brief en seminars.
MoveMens Website:De website is een platform waar onder-nemers uit de branche zich verder kunnen laten informeren. Waar het magazine stopt gaat de website verder. Www.movemens.nl dient als naslagwerk voor de lezer. Hier vindt hij naast naslagwerk ook verdieping op de onderwerpen die worden aangekaart in het MoveMens Magazine. Ook zijn op de website relevante en ondersteunende onderzoeken te vinden, uitgebreide bronvermeldingen, rele-vante links en bijvoorbeeld de publicaties van geïnterviewden.
MoveMens Nieuwsbrief:De MoveMens nieuwsbrief is een maandelijk-se uitgave waarbij ondernemers in beweging worden geïnformeerd over actuele zaken.
Meld u aan voor de nieuwsbrief via
MoveMens Seminars:Movemens organiseert regelmatig interessan-te seminars. Schrijf u nu in voor de nieuwsbrief en u bent als eerst op de hoogte wanneer er weer een voor u interessant seminar geor-ganiseerd wordt.
Social MediaVolg MoveMens op www.twitter.com/movemens
MR
CU
BE
Klinimetrie: functioneel trainen en testen met de MR Cube
De MR Cube; een uniek systeem dat u eenvoudig aan elk trainingsapparaat kunt koppelen en dat communiceert via Bluetooth. Testresultaten worden automatisch aan het EPD FysioRoadmap gekoppeld.
€ 995,-
en € 15,- licentie-
kosten per maand
incl. BtW
Wilt u een demonstratie
van de MR Cube? Maak een
afspraak via 023 - 7505444
bekijk filmpjes via de QR-code:
Isometric GateDoor het pad te volgen, wordt er een beroep gedaan op coördinatie gecombineerdmet isometrische spiercontracties.
Random ExplosiveDoor het terugkaatsen van de gele ballen, wordt er een beroep gedaan op timing en acceleratievermogen.
MathematicsBij de Dual Tasks worden wiskun-dige problemen gecombineerd met de beweging van verschil-lende spiergroepen.
Ski GameVolledige Super G afdaling in 3D. De meest uitdagende oefening.
Coordination testEen test die in 60 seconden een beeld geeft over de coordinatievevaardigheden.
Power TestEen eenvoudige test met informatie over snelheid en vermogen.
Monitored Rehab
Systems
Claes Tillyweg 2 2031 CW Haarlem023 750 [email protected]
Movemens CUBE_apr.indd 1 4-5-2012 11:26:47
66
MR
CU
BE
Klinimetrie: functioneel trainen en testen met de MR Cube
De MR Cube; een uniek systeem dat u eenvoudig aan elk trainingsapparaat kunt koppelen en dat communiceert via Bluetooth. Testresultaten worden automatisch aan het EPD FysioRoadmap gekoppeld.
€ 995,-
en € 15,- licentie-
kosten per maand
incl. BtW
Wilt u een demonstratie
van de MR Cube? Maak een
afspraak via 023 - 7505444
bekijk filmpjes via de QR-code:
Isometric GateDoor het pad te volgen, wordt er een beroep gedaan op coördinatie gecombineerdmet isometrische spiercontracties.
Random ExplosiveDoor het terugkaatsen van de gele ballen, wordt er een beroep gedaan op timing en acceleratievermogen.
MathematicsBij de Dual Tasks worden wiskun-dige problemen gecombineerd met de beweging van verschil-lende spiergroepen.
Ski GameVolledige Super G afdaling in 3D. De meest uitdagende oefening.
Coordination testEen test die in 60 seconden een beeld geeft over de coordinatievevaardigheden.
Power TestEen eenvoudige test met informatie over snelheid en vermogen.
Monitored Rehab
Systems
Claes Tillyweg 2 2031 CW Haarlem023 750 [email protected]
Movemens CUBE_apr.indd 1 4-5-2012 11:26:47
De manier van zoeken bepaalt in hoge mate wat er gevonden wordt.
Philips HD7
Philips ClearVue 550
ShockwaveEchografie Medische fitness Behandelbanken Fysiotechniek Opleidingen
ShockwaveEchografie Medische fitness Behandelbanken Fysiotechniek Opleidingen
inrichten - opleiden - ondernemen
inrichten - opleiden - ondernemen
Echografie
Met echografie ziet u vrijwel niets over het hoofd!
Uw fysiotherapeutisch onderzoek geeft veel informatie, maar niet altijd de gewenste
zekerheid. Met echografie verhoogt u in veel gevallen de zekerheid van uw conclusies
tot wel 100%. Wetenschappelijk onderzoek toont dit aan. Uw oordeel wordt betrouw-
baarder, waardoor u nóg betere keuzes maakt voor uw behandelplan.
Echografie kan twijfel wegnemen en het beleid van de behandeling optimaliseren. Dat vergroot uw effectiviteit. Als startende en als ervaren echografist vindt u bij Fyzzio geweldige echoapparaten voor uw praktijk. Desgewenst met de handige leermodule ‘Guided Imaging Software’. In het Nationaal Trainingscentrum echografie, kortweg NT-e, bieden wij u bovendien een breed pakket geaccrediteerde opleidingen voor echografie. Honderden collega’s gingen u voor.
Ervaar het zelf en maak een afspraak voor een vrijblijvende demonstratie of vraag informatie aan. Bel nu of stuur een e-mail en u heeft onze brochure snel in huis.
voorheennieuwe naam:
Nederland
Bel 073 59 99 000, mail naar [email protected] of ga naar www.fyzzio.nl
Echomaster 128 Color
Fyzzio_ECHO_170x240fc_movemens.indd 1 25-04-12 15:18