erne...& Kwaliteit bij Gastenhof, onderdeel Koraal Groep. Een van de 23 orthopedagogische...
Transcript of erne...& Kwaliteit bij Gastenhof, onderdeel Koraal Groep. Een van de 23 orthopedagogische...
14
Bernenu
mm
er 4
◆ d
ecem
ber 2
016
✍ Chantalle Lahey
Het lotgenotenweekend in de
Priorij De Essenburgh heeft me
wederom, vijftien jaar nadat ik
de eerste keer deelnam, de mo-
gelijkheid geboden om moe-
dige en krachtige vrouwen te
ontmoeten die seksueel geweld
meemaakten.
_ En de zon voor altijd in je ogen…
Een beter welbevinden is in veel lotgenotencontacten een van de (beoogde) hoofdeffecten. Het kan daarbij onder andere gaan om een verbeterd psychisch welbevinden of een hogere kwaliteit van leven, maar ook om verminderde gevoe-lens van stress, depressie of angst. (Ellian, (2007) en anderen). Wat ik daar vind is ‘er zijn’, troost en gevoel en ik verwerf verder inzicht in mijn levensloop.
Het leven heeft je getekend Het is geen fraai portret
Jij had niet gerekendOp de krassen die het zet
‘Er zijn’ heeft geen be-trekking op een aanwezig-heid in de tegenwoordige tijd en op een bepaalde plaats, in een concreet ef-fect of in een solide belofte; dan is het uiteindelijk pure afwezigheid. In de woorden ‘er zijn’ wordt afgezien van alles wat aan een bestaan bijkomstig is, drastisch in-grijpen, spectaculair optre-den, zichtbaarheid zelfs, en wordt de aanwezigheid tot een minimum gereduceerd; maar dat minimum wordt dan geladen met alles wat het pure bestaan als aanwe-zigheid en beschikbaarheid kan betekenen.
‘Er zijn’ is het beslissende feit van het bestaan en dan speciaal met betrekking tot degene die dat feit constateert en het op zijn eigen bestaan betrekt. God noemt zich in het brandende braambos te-genover Mozes ‘Ik ben’ of ‘Ik zal zijn’. Die aanduiding zal niet een toevallig predicaat zijn, maar moet wel het we-zenlijke tot uitdrukking brengen, namelijk dat Hij er is. En dat ‘zijn’ moet wel een doorslaggevende betekenis hebben
_ Verwondering van ‘er-zijn’
15
winternum
mer 4
◆ decem
ber 2016
voor degene die op deze manier wordt aangesproken. Ook zonder ons in de eigenaardigheden van het Hebreeuws te verdiepen kunnen we vaststellen dat soms in onze taal op haar soberste momenten ‘er zijn’ het punt is waar alles om draait. Het gaat daarbij niet om wat hij is of doet, maar om het feit dát hij er is en niet verzonnen of op eigen kracht boven de afgrond uit gehouden hoeft te worden. “‘Er zijn’ is de basis van wederkerigheid, ook als er alleen nog maar die basis zou zijn, niet meer dan dat”, zegt filosoof Cornelis Verhoeven. Iets dat ik zo herken!
In het lotgenotenweekend heb ik diep doorvoeld wat ‘er zijn’ is. Het licht aansteken en je naam zeggen, het respect van de andere vrouwen, de wederkerigheid in het delen, het samen aan tafel gaan, in mijn verhaal en in het verhaal en het levenspad van de ander, et cetera. In mijn eerste weekend, vijftien jaar geleden, toen de weekenden nog in het toenmalige abdijhuis plaats vonden, heb ik als nooit eerder zeer diep ervaren, gevoeld tijdens het ontvangen van de communie, dat er leven in mij mag zijn. Dat ik er mag zijn. Dat werd tegen mij gezegd, door de norbertijn bij wie ik ter communie ging.
Ja, je ging ooit met je hoofd omhoog, een rugzak vol verlangen
Er zou goud zijn bij de regenboog en een prinsop een paard
en een huismet een haard
en de zon voor altijd in je ogen
Troost of troosten is een werkwoord dat geen betrekking heeft op het resultaat van de handeling, maar op de bedoe-ling daarvan. Het heeft een expressief of ritueel karkater. Zegenen heeft een duidelijke oorsprong. Afgeleid van het woord ‘signare’ en dat betekent ‘van een teken voorzien’, namelijk van het kruisteken. Wie zegent, geeft te kennen dat hij degene die hij zegent, alle goeds toewenst; maar zelfs als hij dat namens de hoogste instantie doet, hoeft zijn handeling niet onmiddellijk het gewenste effect te hebben. Zo ongeveer zal troosten te maken moeten hebben met ‘vertrouwen’ en ‘sterkte’. Er hoeft geen sprake te zijn van lichamelijk aanraken. Maar wel van aanraken van de ziel.
Met de vrouwen in het weekend bij elkaar zijn en in een paar woorden begrepen worden, geeft vertrouwen en sterkte, het troost. De troost was ook voelbaar bij het delen van een lied of tekst aan elkaar. Het samen de natuur in gaan geeft troost. Het ‘er zijn’ waar we zojuist over spraken geeft ook troost. Dus vol vertrouwen en gesterkt gingen we weer naar huis, verder op ons levenspad. De troost heeft een kleine maar, naar later blijkt, een grote en waardevolle richtingsverandering bij mij teweeg gebracht.
Het leven heeft je getekend
Het is geen mooi gezichtGrof te kijk, mis gerekend
Vale kleuren, vals licht
Gevoel heeft betrekking op onze tastzin, een elementai-re manier van zintuiglijk waarnemen en heeft een intuïtief
Het licht aansteken en je naam zeggen,
het respect van andere vrouwen, de
wederkerigheid van delen is helend.
"Er zijn" is de basis van
wederkerigheid.
Troosten heeft te maken met
'vertrouwen' en 'sterkte', met
het aanraken van de ziel.
16
Bernenu
mm
er 4
◆ d
ecem
ber 2
016
karakter. Ons denken laat zich corrigeren door wat wij tastend voelen. Van oudsher heeft het redenerende ver-stand de neiging gehad aan instinct en intuïtie een grote en beslissende waarde te hechten. Mogelijk is het gevoel het meest eigene dat we hebben. Het gevoel is ook het sentiment en de aanleg tot ontroering in de rol van een gesprekspartner binnen de ziel.
Als je als vrouw seksueel geweld meemaakt, in de kindertijd of later, dan tast dat je gevoelswaarneming enorm aan. Daar kun je niet meer op vertrouwen en beoordelen wat goed en kwaad, wat verstandig en onverstandig is. Je in-tuïtie wordt niet verder ontwikkeld, of anders ontwikkeld,
helpt je niet meer om te handelen. Je redenerende verstand wordt gehinderd en anders ontwikkeld. Je gaat andere ver-klaringen zoeken dan dat wat je daadwerkelijk voelde.Dat weer leren te ontwikkelen is een zware taak die op de schouders rust van mij met mijn ervaringen, en van de vrouwen die ik ontmoet heb. Seksueel geweld is een grove inbraak in het gevoelsleven. En het duurt vaak jaren voor-dat er sprake is van (enig) herstel. In het weekend ervaar ik ruimte om daarmee aan de slag te kunnen gaan. Die veilig-heid wordt er geboden. Niks moet, alles mag, er is ruimte maar ook begeleiding in het onderzoeken. Het zoeken naar ‘er zijn’, troost en gevoel. Weer een weg ingeslagen op het levenspad.
En je hebt nooit meer je hoofd omhoog, een rugzak vol verlangen
Er zou goud zijn bij de regenboog en een prinsop een paard
en een huismet een haard
en de zon voor altijd in je ogen
LevensloopWie tegen de avond van zijn leven of eerder terugkijkt op de loop ervan, ziet vrijwel zeker iets heel anders dan wat hem eventueel in de vroege morgen daarvan voor ogen stond. De loop van het leven is een rivier die haar weg zoekt in een grillig landschap, terwijl het plan dat wij had-den ontworpen, waarschijnlijk meer lijkt op een kanaal, een rechte lijn die het landschap negeert. Terugkijken op de levensloop is oog krijgen voor het verschil tussen die twee en draagt mogelijk bij aan onze wijsheid. Cornelis Verhoeven zegt dat in ‘levensloop’ het leven onderwerp is
_ De muur van niet meer ‘zuiver’ voelen.
17
winternum
mer 4
◆ decem
ber 2016
van het werkwoord ‘lopen’ en de levende met wie het le-ven zijn loop neemt is de getuige van de manier waarop het loopt. Wie terugkijkt, ziet geen weg, maar wat hij langs die weg gezien heeft.
Je weet niet, of je verder wiltEr is al zoveel tijd verspild
en je staatgespannen in een raam
als een doekdat elk moment kan vallen
Zomaar kan vallenNee, niet te vallen
Je hoeft niet te vallen………..Nee
Deelnemen aan het lotgenotenweekend heeft mij op weg geholpen, mijn levenspad vorm te geven. Om de moeilijke ervaringen aan te gaan. Om terug te kijken. En te ervaren, te doorleven wat ik langs die weg gezien heb. Dat heeft wat gekost en zeker ook veel opgebracht, daar veel was verscholen in diepe, zwarte kuilen, achter immens grote bomen, niet doorwaadbaar water, stromingen, enzovoort. Ergens daar onderweg was ik mezelf verloren, mijn kind-zijn. Ik heb het meegenomen op mijn levenspad. Samen getuigen van de manier waarop het gelopen is. Samen aan de levenswandel!De eerste keer kwam mijn man mij ophalen bij de abdij. Spannend was dat wel, zo vond ook hij. Een mooiere ont-moeting op mijn levenspad kon ik me niet bedenken! Hij zei zowaar geheel spontaan, zonder weet te hebben wat wij in het weekend gedaan of ervaren hadden: “Ik zie mooie twinkelende lichtjes in je blauwe ogen!”
We wandelen nog altijd samen door het leven, al negen-entwintig jaar, troosten elkaar, laten elkaar ‘er zijn’ en er is ruimte voor gevoel. En de zon voor altijd in je ogen……….. ◊
CHANTALLE LAHEY is lotgenoot en beleidsmedewerker Zorg & Kwaliteit bij Gastenhof, onderdeel Koraal Groep. Een van
de 23 orthopedagogische behandelcentra in Nederland voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en psychi-
sche en/of psychiatrische problemen en gedragsproblemen.
De cursieve teksten tussendoor zijn ontleend aan een lied van Ton van Maurik
_ Van ‘overleven’ naar leven!