Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar...

20
In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité Erasmus – Icoon van Rotterdam de jaarlijkse Erasmusweek het thema Vrede. Partner Huis van Erasmus vierde het jubileum met een op 28 oktober 2017 in Bibliotheek Rotterdam gehouden voordracht van Peter van den Dungen. Hij is 25 jaar lang de coördinator geweest van het Internationale Netwerk Musea voor Vrede, van Guernica tot Hiroshima, en vertelt het verhaal hoe in de moderne tijd Erasmus de eerste was die de mensen vrede leerde. Sterker nog, Erasmus blijkt de uitvinder te zijn van wat wij vredenoemen. *************************************************************************************** Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede door Peter van den Dungen [email protected] ************************************************************************************************* I. Inleiding Het is nauwelijks te geloven dat het vrede- lievende streven van Erasmus al te vaak door zijn biografen over het hoofd is gezien, vooral in de eerste eeuwen na zijn over- lijden, terwijl zijn bemoeienis met oorlog en vrede toch een constante in zijn leven was. Veel van zijn publicaties over oorlog en vrede in allerhande uitgaven en vertalingen tonen dat aan, evenals talloze verwijzingen in zijn briefwisseling. De vooraanstaande plaats die Erasmus inneemt als vroege pacifist en tegenstander van oorlog wordt afdoende bewezen in de meest uitgebreide historische bibliografie van de vredes- en anti-oorlogsliteratuur, te weten de lijsten die in de jaren dertig samengesteld zijn door dr. Jacob ter Meulen, de lang-dienstdoende bibliothecaris van het Vredespaleis in Den Haag. Ter Meulen is ook de auteur van de definitieve bibliografie van Hugo de Groot. Dank zij hem bezit de bibliotheek de ver- maarde Grotiuscollectie (die te vergelijken is met de Erasmuscollectie in de gemeente- bibliotheek in Rotterdam) 1 . In de door Ter Meulen samengestelde bibliografie 2 worden voor de oudste periode, die van 1480 tot 1521, 58 werken opgenomen waarvan er slechts acht niet van Erasmus zijn. En toch, zoals vermeld, wordt dit aspect van zijn werk nauwelijks genoemd door vele biografen. En het zijn niet alleen de biografen die het pacifisme van Erasmus over het hoofd zien, maar ook historici van oorlog en vrede. Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Wat de bio- grafen betreft heeft een aantal het belang van vrede in het werk van Erasmus wel benadrukt. Zo schreef Ross Dealy dat voor Erasmus oorlog een fenomeen was dat in het middelpunt stond van wat hem aan- ging3 . En Leon-E. Halkin, een prominente Erasmuskenner uit België, schreef dat Erasmus zich heel zijn leven lang bezighield met het thema vrede4 . Alois Gerlo, een Vlaamse Erasmusexpert, latinist en eerste rector van de Vrije Universiteit Brussel, schrijft in een hoofdstuk Wereldburger en pacifist’‚ over die zeer belangrijke ader in zijn oeuvre: zijn talrijke vredesgeschriften. Gerlo constateert dat Erasmus niet heeft opgehouden zich met de pen tegen de oorlog te verzetten en te schrijvenen noemt hem in één adem met figuren uit de moderne tijd zoals Tolstoi, Thomas Mann, Romain Rolland en Bertrand Russell‚ ‘kortom, hij wordt terecht beschouwd als de eerste principiële pacifist van Europa5 . Stefan Zweig noemt Erasmus de eerste letterkundige die zich inzette voor pacifis- tische idealen, en vervolgt: ‘in een tijdperk

Transcript of Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar...

Page 1: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde.Om die reden gaf het Comité Erasmus – Icoon van Rotterdam de jaarlijkse Erasmusweek hetthema Vrede. Partner Huis van Erasmus vierde het jubileum met een op 28 oktober 2017 inBibliotheek Rotterdam gehouden voordracht van Peter van den Dungen. Hij is 25 jaarlang de coördinator geweest van het Internationale Netwerk Musea voor Vrede, van Guernicatot Hiroshima, en vertelt het verhaal hoe in de moderne tijd Erasmus de eerste was die demensen vrede leerde. Sterker nog, Erasmus blijkt de uitvinder te zijn van wat wij ‘vrede’noemen.

***************************************************************************************

Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede

door Peter van den [email protected]

*************************************************************************************************

I. Inleiding

Het is nauwelijks te geloven dat het vrede-lievende streven van Erasmus al te vaakdoor zijn biografen over het hoofd is gezien,vooral in de eerste eeuwen na zijn over-lijden, terwijl zijn bemoeienis met oorlog envrede toch een constante in zijn leven was.Veel van zijn publicaties over oorlog en vredein allerhande uitgaven en vertalingentonen dat aan, evenals talloze verwijzingenin zijn briefwisseling. De vooraanstaandeplaats die Erasmus inneemt als vroegepacifist en tegenstander van oorlog wordtafdoende bewezen in de meest uitgebreidehistorische bibliografie van de vredes- enanti-oorlogsliteratuur, te weten de lijstendie in de jaren dertig samengesteld zijn doordr. Jacob ter Meulen, de lang-dienstdoendebibliothecaris van het Vredespaleis in DenHaag. Ter Meulen is ook de auteur van dedefinitieve bibliografie van Hugo de Groot.Dank zij hem bezit de bibliotheek de ver-maarde Grotiuscollectie (die te vergelijkenis met de Erasmuscollectie in de gemeente-bibliotheek in Rotterdam)1. In de doorTer Meulen samengestelde bibliografie2

worden voor de oudste periode, die van1480 tot 1521, 58 werken opgenomenwaarvan er slechts acht niet van Erasmuszijn. En toch, zoals vermeld, wordt dit

aspect van zijn werk nauwelijks genoemddoor vele biografen.

En het zijn niet alleen de biografen die hetpacifisme van Erasmus over het hoofd zien,maar ook historici van oorlog en vrede. Erzijn natuurlijk uitzonderingen. Wat de bio-grafen betreft heeft een aantal het belangvan vrede in het werk van Erasmus welbenadrukt. Zo schreef Ross Dealy dat voorErasmus ‘oorlog een fenomeen was dat inhet middelpunt stond van wat hem aan-ging’3. En Leon-E. Halkin, een prominenteErasmuskenner uit België, schreef dat‘Erasmus zich heel zijn leven lang bezighieldmet het thema vrede’4. Alois Gerlo, eenVlaamse Erasmusexpert, latinist en eersterector van de Vrije Universiteit Brussel,schrijft in een hoofdstuk ‘Wereldburger enpacifist’‚ over ‘die zeer belangrijke ader inzijn oeuvre: zijn talrijke vredesgeschriften’.Gerlo constateert dat ‘Erasmus niet heeftopgehouden zich met de pen tegen de oorlogte verzetten en te schrijven’ en noemthem in één adem met figuren uit demoderne tijd zoals Tolstoi, Thomas Mann,Romain Rolland en Bertrand Russell‚‘kortom, hij wordt terecht beschouwd alsde eerste principiële pacifist van Europa’5.Stefan Zweig noemt Erasmus ‘de eersteletterkundige die zich inzette voor pacifis-tische idealen’, en vervolgt: ‘in een tijdperk

Page 2: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

2

waarin constant oorlog werd gevoerdschreef hij niet minder dan vijf werken dieoorlog bestreden’6. Bart de Ligt, zowel groothistoricus van de vredesidee en vredes-activist, schrijft dat voor Erasmus ‘hetmiddelpunt der “christelijke filosofie”, nietanders dan Vrede is … Hoe hij zich ook uit,altijd staat Vrede in het middelpunt zijnergedachten, vrede als daad, vrede als taakvoor elk waarachtig christen’7.

Het hoeft geen betoog dat de uitgevers envertalers van de vredesgeschriften vanErasmus steeds de eersten waren om zijninspanningen voor de vrede, zijn hele levenlang, te benadrukken. Zo bijvoorbeeldChantal Labre, die in de inleiding tot haarFranse vertaling van Klacht van de Vredeschrijft dat Erasmus gedurende zijn leven,in het ene werk na het andere, onvermoei-baar ‘oorlog tegen oorlog’ voerde8. Dat ditbesef groeiende is mag onder andere blij-ken uit de titel van de grote tentoonstellingdie in 1986 in Bazel gehouden is naaraanleiding van de 450ste herdenking vanhet overlijden van Erasmus aldaar, waarinhij gepresenteerd werd als een ‘pionier vanvrede en verdraagzaamheid’9. En meerrecent, in de tentoonstelling Images ofErasmus, in 2008 gehouden in het Rotter-damse Museum Boijmans Van Beuningenwas ‘Oorlog en Vrede’ één van de driethema’s waaromheen de tentoonstellingwas opgebouwd10 naast ‘Wetenschap enOpvoeding’ en ‘Kerk’ en ‘Geloof ‘. Dit zijn ookde voornaamste thema’s in de biografie vanHalkin zoals eerder aangestipt.

II. ‘De Uitvinding van de Vrede’

De veronachtzaming van Erasmus’ werk doorwetenschapsmensen die zich toeleggen opoorlog en vrede, kan geillustreerd worden inhet werk van de vooraanstaande Engelsemilitaire historicus Sir Michael Howard. Indiens The Invention of Peace (De uitvindingvan de vrede) wordt Erasmus niet eensgenoemd11. De titel verwijst naar een citaatvan de 19e-eeuwse Engelse jurist, Sir Henry

Maine: ‘Oorlog schijnt zo oud als de mens-heid, maar vrede is een moderne uitvin-ding’12. Howard schrijft: ‘de middeleeuwseorde, zoals die zich in Europa ontwikkeldevan de achtste tot de achttiende eeuw,kwam grotendeels neer op een succesvollesymbiose tussen de leidende klasse vankrijgers die zorgde voor orde, en de geeste-lijkheid die dit streven legitimeerde.Uiteindelijk gingen er in de geestelijkheidstemmen op die de legitimiteit van deheersers ontkenden omdat oorlog geennoodzakelijk deel uitmaakte van de natuur-lijke of goddelijke orde, maar hieraanafbreuk deed. Het was op dit moment datmen zou kunnen zeggen dat vrede werduitgevonden, de visie van een sociale ordedie oorlog had afgeschaft; een orde die niet hetresultaat was van een of andere duizend-jarige goddelijke tussenkomst (...) maarvan het vooruit denken van rationalemensen die hun lot in eigen handenhebben genomen’13.

Welnu, Erasmus bekleedt een centraleplaats in de overgang van de middeleeuwennaar de moderne tijd, en tijdens zijn levenen ook vandaag de dag wordt hij beschouwdals een toonbeeld van de klasse van geleer-den, wat Howard dan omschrijft als geeste-lijkheid (clerisy). Het is moeilijk om eenandere criticus te vinden die zo hartstoch-telijk, zo overtuigend en – laten we dit nietvergeten – zo moedig argumenteerde dat‘oorlog geen noodzakelijk deel uitmaakt vande natuurlijke of goddelijke orde’ alsErasmus dat deed. Hij veroordeelde deoorlog vanuit zijn vroomheid en christe-lijke devotie en geloofde daarenboven inde mogelijkheid van een sociale ordewaaruit oorlog was verbannen, juist‘wegens het vooruit denken van rationelemensen’. Voor zover het Europa en demoderne tijd betreft mag de naam vanErasmus niet ontbreken in een discussieover ‘de uitvinding van de vrede’. Howardnoemt de Rotterdammer echter niet enschrijft: ‘... zo er iemand is waarvan gezegdkan worden dat hij de vrede heeft uitgevon-den als zijnde meer dan een vrome aspi-ratie, dan is het Kant. Hij was zowat de enige

Page 3: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

3

die begreep dat de vernietiging van demilitaire structuren die Europa tijdens eenmillennium had opgebouwd slechts zouneerkomen op een eerste ruiming van hetveld. Dit moest gevolgd worden door hetleggen van nieuwe fundamenten: de vredemoest opgebouwd worden’14.

Kant’s essay, Zum ewigen Frieden15 ver-scheen in 1795, bijna drie eeuwen nadatErasmus zich met het onderwerp had bezig-gehouden. Het kan natuurlijk niet ontkendworden dat, vergeleken met Erasmus, defilosoof van Königsberg een meer verfijnden specifiek, op rechten gebaseerd planvoorlegde dat het de mensheid mogelijkmaakt op zijn lange en moeizame weguiteindelijk een blijvende wereldvrede testichten. Carl Friedrich heeft er in ditverband terecht op gewezen dat, verge-leken met Erasmus, het perspectief vanKant’s denken en schrijven beïnvloed werddoor de evolutie van de moderne staat in detussenliggende periode16.

De pacifistische geschriften vanErasmus, zo briljant ze ook mogen zijn,waren voornamelijk morele oproepen enaansporingen voor de christelijke heersersvan zijn tijd om afstand te doen van dedomme en onchristelijke oorlogsprak-tijken. Maar dit betekent niet dat zijngeschriften verstoken zouden zijn vanpolitieke inzichten of praktische voorstel-len. In een hooggeprezen biografie schrijftde Amerikaanse historicus PreservedSmith: ‘De politieke geschriften vanErasmus zijn van aanzienlijk belang, enorigineel; het is daarom merkwaardig dat zetot op heden weinig aandacht hebbengekregen’17. Erasmus legde bijvoorbeeldvaak een verbinding tussen de internestructuur van een staat en zijn buitenlandsgedrag, iets wat herinnert aan Kant’s ‘theo-rie van de democratische vrede’. Erasmusprees arbitrage als een alternatief vooroorlog: arbitrage was het motto van degeorganiseerde internationale vredes-beweging die in de 19de eeuw ontstond.Meer dan dat: de praktijk van arbitrage vondgeleidelijk ingang in dezelfde periode enbereikte zijn hoogtepunt in de oprichting

van het Permanente Hof van Arbitrage tijdensde Eerste Haagse Vredesconferentie(1899). De Oostenrijkse Kant-specialistGeorg Cavallar heeft opgemerkt dat alleelementen die karakteristiek zijn voor eenverlichte benadering van oorlog en vredezoals die in latere vredesprojecten van Kanten anderen aan bod komen, reeds aan-wezig zijn in De Opvoeding van de christenvorst(zie IV )18. Deze mening wordt gedeelddoor Siegfried Wollgast in zijn studie over deidee van vrede ten tijde van de Reformatie.Hij is van mening dat in deze tijd eenmodern concept van vrede ontstond in dewerken van Erasmus, Sebastian Franck enParacelsus. Hij concludeert dat ‘De Klachtvan de Vrede van Erasmus een beslissendeinvloed heeft uitgeoefend op alle latereinspanningen voor vrede’19. De Duitsehistoricus geeft aan dat het nieuwe conceptvan vrede ondersteund wordt door verschil-lende argumenten die verder gaan dan dechristelijke oproep tot vrede zoals: hetprincipe van de humaniteit; ideeën over deeenheid van de mensheid; de gelijkheid vanalle mensen en rassen; het idee van ver-draagzaamheid; het besef van de irrationa-liteit van oorlog. Al deze elementen speleneen belangrijke rol in Erasmus’ kritiek opoorlog. Een ander argument dat het belangvan Erasmus in het verhaal ‘van de uit-vinding van de vrede’ onderstreept komtvan de historicus Johan Huizinga. Hoewelhij de politieke ideeën van Erasmus naïefnoemt geeft hij toe dat diens inspanningenvoor vrede niet tevergeefs waren. Huizingaschrijft: ‘Hij inspireerde een afschuw vanongerechtvaardigd geweld en het verlan-gen naar eendracht onder de filosofen vaneen heel tijdperk. Hij bereidde de grondvoor voor het zaad, dat langzaam zou rijpen,van het werk van de Groot’20. In onze tijdheeft Peter Haggenmacher, de Zwitsersekenner van het werk van Hugo de Groot,geschreven: ‘De Groot is een directe geeste-lijke nazaat van Erasmus; beiden zijnvoortreffelijke vertegenwoordigers van hetchristelijk humanisme’ en hij herinnertaan de ‘bewondering’ van De Groot voor deRotterdammer21.

Page 4: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

4

De ‘uitvinding van de vrede’ is nauwverbonden met, en wordt voorafgegaandoor, wat we vandaag de ‘deconstructie’ vanoorlog noemen. Dit laatste houdt onderandere de verwerping in van de veronder-stelde onvermijdelijkheid van oorlog en ookde ontkenning dat oorlog met eer en roemomringd is. Dit proces van zo noodzake-lijke bewustzijnsverandering werd doorErasmus ingeluid en betekende in ditopzicht een definitieve breuk met hetverleden. In zijn magistrale geschiedenisvan de bronnen van het internationalismeschrijft Théodore Ruyssen: ‘Het is Erasmus... die de verdienste had als eerste, en meteen onvergelijkbare kracht, een verzet telaten horen van het menselijk geweten. Hetprobleem stelde zich niet voor denkers uitde Griekse en Latijnse wereld die oorlogbeschouwden als een soort natuurlijkenoodzakelijkheid terwijl in de Middel-eeuwen oorlog gezien werd als een onver-mijdelijk gevolg van de erfzonde. Alhoeweldiep christelijk hield Erasmus zich weinigbezig met de erfzonde; zijn humanisme isdaarentegen doordrenkt van het optimis-me dat de Renaissance kenmerkt. In veleopzichten zag Erasmus de mensen alsdwazen maar toch wanhoopte hij niethun verstand te verlichten en hun hart teontroeren. Zulks was de algemene inspi-ratie van de kritiek van oorlog die hijgedurende zijn hele leven uitoefende’22.In een eerdere, soortgelijke studie over degeschiedenis van het internationalismeschrijft Christian L. Lange (de eerstedirecteur van het Noorse Nobelinstituut)dat Erasmus de eerste was die het pro-bleem van oorlog, in het bijzonder zijnoorzaken, behandelde23. Dit werd in detwintigste eeuw het onderwerp van eennieuwe en hoognodige wetenschap, depolemologie. Oorlog in het atoomtijdperkbrengt het voortbestaan van de mensheidin groot gevaar. Afschaffing van oorlogvereist, in de eerste plaats, grondig onder-zoek naar zijn oorzaken. Vierhonderd jaarvoor het ontstaan van deze nieuwewetenschap zag Erasmus de noodzaakhiervan in. In een brief van 1 december

1523 aan Frans I, koning van Frankrijk,vroeg hij zich af ‘waarom er niet meeronderzoek wordt gedaan naar de oor-zaken van oorlogen. Kent men deze, danwordt het gemakkelijker middelen tevinden ter voorkoming. Zo gaan ook dedokters te werk bij het bestrijden vanziekten’. In zijn studie over de vredes-geschriften van Erasmus zegt Geurts, ‘datErasmus in deze brief pleit voor iets watmen tegenwoordig met de term polemo-logie aanduidt, de wetenschap over hetontstaan en de voorkoming van oorlogen.Zo’n meer op de praktijk gerichte weten-schap zou wellicht weten te bewerken watde juridische en filosofische theoretici vanhet oorlogsrecht niet gelukt was’24.

Erasmus, een vooraanstaand humanist,zag oorlog als een barbaarse en dommepraktijk die geen plaats kon hebben in eenmaatschappij van met rede begaafdemensen, laat staan in een maatschappijdie er aanspraken op maakt christelijk tezijn. We citeren hem: ‘Zo er nu iets terwereld is dat men moest schromen tebeginnen, ja dat men geheel en al behoor-de te vermijden, te verfoeien en uit tebannen, is het stellig de oorlog, vermits erniets goddelozer, rampzaliger, verderfe-lijker, hardnekkiger, schandelijker, kortomde mens, om niet te zeggen de christenonwaardiger bestaat’25. Erasmus’ veroor-deling van oorlog berustte op argumentendie hij ontleende aan zowel humanisme alschristendom. Deze combinatie maaktezijn kritiek zo indrukwekkend en verklaartwaarom, 500 jaar later, het ons nog aan-spreekt. De vele geschriften van Erasmusover het onderwerp zijn geen ‘vromeaspiraties’. Integendeel, we zien een sterke,logische argumentering die de gevaren, hetonheil, en de onzekerheden van oorlogpreciseert en die contrasteert met dezegeningen en zekerheden die verbondenzijn met vrede. Het gaat hier slechts om éénaspect van Erasmus’ betrokkenheid bij hetonderwerp oorlog en vrede. Het is waar datal in de Griekse en Romeinse oudheid erschrijvers waren die betoogden dat devoordelen van vrede steeds het onheil van

Page 5: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

5

oorlog overtroffen. Maar niemand heeft inde tijd voor Erasmus, of daarna, dit contrastzo overweldigend, zo dramatisch, zogepassioneerd en derhalve zo overtuigenduitgebeeld als hij het deed. Blijkbaar moetelke generatie deze oude les opnieuw leren,zelfs in een tijdperk van atoomwapens enandere wapens voor massa-vernietiging.

De realiteit van oorlog wordt immersdikwijls met opzet verborgen gehouden omte voorkomen dat het ware gezicht van deoorlog mensen tot tegenstanders zoumaken. Een paar voorbeelden. Zodra deNazi’s in Duitsland aan de macht kwamenwerd het Anti-Oorlogsmuseum gesloten,dat Ernst Friedrich in 1925 in Berlijn hadopgericht, en vervolgens brutaal vernield.Hij had dit na de Wereldoorlog van 1914-1918 opgericht om de herinnering aan deverschrikkingen van die oorlog wakker tehouden, ter lering en maning van nieuwegeneraties26. Bezoekers vandaag de dag vanhet grote en moderne oorlogsmuseum in deomstreden nationalistische Yasukuni-schrijn in Tokyo staan verbaasd dat in degeschiedenis van Japan tijdens de TweedeWereldoorlog de vernietiging van die staddoor brandbommen niet vermeld wordt.Ook het in de as leggen van Hiroshima enNagasaki door atoombommen wordtterloops vermeld op twee A-viertjes zonderenig beeldmateriaal. De Amerikaansebezettingstroepen confisqueerden encensureerden foto’s en filmmateriaal vande vernietiging van beide steden vanwegehun ‘potentieel opruiend karakter’27. Eenaantal jaren geleden mocht een reizendetentoonstelling van de Hiroshima PeaceCulture Foundation in India pas getoondworden nadat een aantal panelen eruitverwijderd waren. India en Pakistanwaren toen beide in het bezit gekomen vannucleaire wapens, en een confrontatietussen beide landen dreigde. De onder-drukking door de overheid en de krijgs-macht van beelden die de realiteit vanoorlog tonen is in onze tijd ook te zien in deoorlog in Irak. En als de oorlog officieel teneinde wordt verklaard, wordt de nasleep –wat betreft de vernieling aan levens en

landschappen – aan het oog ontrokken, ofbewust gebagatelliseerd28. Het heeft er allesvan weg dat, zo veel als maar mogelijk is,toen en nu nog steeds, de illusie van de‘zoete oorlog’ gehandhaafd moetworden29.

III. ‘Zoet is de oorlogvoor wie hem niet kennen’ (1515)

Laat ons nu een nadere blik werpen opErasmus’ anti-oorlogsgeschrift Dulce BellumInexpertis (Zoet is de oorlog voor wie hem nietkennen), kortweg Bellum of Oorlog genoemd.Het is een hoogst belangrijk geschrift, nietalleen in zijn oeuvre maar in de Europesegeschiedenis omdat het beschouwd wordtals het eerste anti-oorlogsgeschrift inEuropa. Brigitte Hannemann, die eenDuitse vertaling verzorgde, schreef: het is‘een geschrift dat eigenlijk bij alle heden-daagse discussies over bewapening alsbekend verondersteld mag worden. Maardit uitstekende essay (…) is tot nu toe zo goedals onbekend. De enige Duitse vertaling diewe kunnen vinden stamt uit 1519 en isnauwelijks te begrijpen’30. Ze vervolgt:‘Het vraagstuk van vrede is vandaag vanlevensbelang en urgent. Het mag ons ver-bazen dat alle belangrijke aspecten van deproblematiek al door Erasmus aangesne-den werden’. Wat hij in 1515 schreef overoorlog en vrede was en blijft essentieel.Hannemann: ‘Hoewel Erasmus rijkelijkputte uit de klassieke wijsheid was zijnanti-oorlogspamflet origineel in hettotaalbeeld dat het presenteerde, en in zijngedurfde ondubbelzinningheid’. Ze voegter betekenisvol aan toe: ‘zijn tijdgenotenbegrepen onmiddellijk het revolutionairekarakter ervan’31. Werner Kaegi, deZwitserse biograaf van Erasmus, noemtOorlog ‘een van de meest indrukwekkendepolitieke geschriften van Erasmus tegenoorlog’ en hij wijst erop dat het vooral in de17de eeuw bijzonder populair was, toenhet herhaaldelijk herdrukt en gelezen werdgedurende de periode van de DertigjarigeOorlog32. In de Engelstalige wereld kende

Page 6: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

6

Oorlog een Renaissance op het einde van de18de en in de eerste helft van de 19de eeuwna de verschijning van een nieuwe vertalingin 1794, getiteld Antipolemus33. Het werd alvlug een bestseller toen de eerste georgani-seerde vredesbewegingen ontstonden inEngeland en Amerika in de beginjaren vande 19de eeuw34. Er kan derhalve weinigtwijfel over bestaan dat, als er van iemandgezegd kan worden dat hij ‘de vrede heeftuitgevonden’, de aanspraken van Erasmusmoeilijk ontkend kunnen worden. Dit iszelfs waar als we ons zouden beperken tot demerites van enkel dit essay35. William RoyallTyler, voormalig ambassadeur van Amerikain Nederland, schreef in zijn inleiding toteen nieuwe uitgave van Erasmus’ essay:‘Bellum is net zo actueel als toen hetgeschreven werd ... Hij toont de verschrik-kingen en dwaasheid van oorlog met groterewelsprekendheid dan iemand het voor of nahem gedaan heeft. Geen criticus van oorlogvandaag heeft argumenten tegen oorlogaangebracht die overtuigender zijn dan dievan Erasmus, noch is iemand erin geslaagdpractische middelen te ontwerpen om deoorlog uit te bannen, net zo min als Erasmusdat kon’36.

Dulce Bellum Inexpertis (Oorlog) verscheenvoor het eerst in de tweede uitgave van deAdagia die door Aldus Manutius in 1508 inVenetië werd gedrukt. Het commentaarvan Erasmus beperkte zich toen nog tot vijfregels. Maar in de volgende grote uitgave, in1515 door Froben in Bazel gedrukt, wasErasmus’ commentaar uitgegroeid tot maarliefst 1.000 regels. Hannemann zegt hier-over: ‘Voor het eerst in de geschiedenis vande Europese letterkunde was een omvang-rijke verhandeling uitsluitend gewijd aanhet voor de mensheid zo brandende themaoorlog en vrede’37. Het belang dat Erasmuszelf hechtte aan het onderwerp spreektduidelijk uit het feit dat hij zijn commentaarzo uitbreidde dat dit het langste werd van alzijn commentaren. In 1558 werdenErasmus’ werken veroordeeld door deCongregatie van de Vaticaanse Index. In eenuitgave van de Adagia die in 1570 in Parijsverscheen werden 46 regels uit Bellum

geschrapt; in een uitgave die vijf jaar later inFlorence verscheen bleven van het essaynog maar 29 regels over. Alleen in landen dieniet onderworpen waren aan een almachti-ge godsdienst, of een absolute monarchie,ontsnapte de Adagia aan zulke verminkin-gen. Ongecensureerde uitgaven versche-nen in de 17de eeuw in Duitsland, Neder-land en Zwitserland38.

IV. ‘De opvoedingvan de christenvorst’ (1516)

Oorlog was het eerste adagium dat afzonder-lijk gedrukt werd – een bewijs zowel van hetbelang ervan voor zijn auteur, als van depopulariteit van het essay. Het laatste wordtbevestigd door de talrijke drukken enuitgaven die volgden en die van Oorlog eenbestseller maakten. De eerste afzonderlij-ke uitgave werd verzorgd door Froben inBazel in april 1517 en zes maanden laterdoor Dirk Martens in Leuven. Een jaareerder zag de publicatie het licht van eenander belangrijk werk van Erasmus overoorlog en vrede: De Opvoeding van dechristenvorst.

Als Bellum gezien kan worden als heteerste anti-oorlogsgeschrift, dan kanOpvoeding beschouwd worden als het eersteboek over vredesopvoeding. Wat betreftMaine’s en Howard’s ‘uitvinding van devrede’ kan er op gewezen worden dat voorErasmus het fundament van vrede gelegenwas in de opvoeding. In een tijd van absolutemonarchie waren de heersers de eerstendie behoefte hadden aan opvoeding inzakeoorlog en vrede. Als we meer algemeenspreken, dan moet gezegd worden datErasmus bovenal leraar en opvoeder was.Dit aspect wordt benadrukt door de groteNederlandse vredeshistoricus en -activistBart de Ligt die drie van de twaalf hoofdstuk-ken van zijn Erasmusbiografie hieraanwijdt. De grote humanist schreef nietalleen diverse theoretische en praktischeopvoedkundige werken maar ook pedago-gische onderwerpen komen dikwijls in zijnandere werken en in zijn briefwisseling ter

Page 7: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

7

sprake. De Ligt stipt aan dat bij het beginvan de 16de eeuw Erasmus algemeneerkenning genoot als een autoriteit op ditgebied wiens advies inzake kwesties vanpedagogiek en de benoeming van lerarendikwijls werd ingeroepen39. Bekend is hetverzoek van Erasmus’ vriend John Colet, dedeken van St. Pauls in Londen, om hem tehelpen bij de oprichting van St. Paulsschool. En natuurlijk kunnen we denkenaan zijn nauwe betrokkenheid bij de op-richting, precies vijfhonderd jaar geleden,van het beroemde Drietalencollege(Collegium Trilingue) in Leuven40.

Erasmus droeg zijn Opvoeding op aan dezestienjarige prins Karel, de toekomstigekeizer Karel V; enige maanden eerder wasErasmus aangesteld als diens raadsman.Het doel van het boek is de toekomstigeheerser erop te wijzen hoe hij een weldadigeprins moet zijn en ook om aan te dringen opmorele perfectie. Het boek verschildegeheel en al van andere handboekenvoor staatkunde, vooral van De Prins vanMachiavelli dat rond dezelfde tijd werdgeschreven (1513) maar pas in 1532gepubliceerd41. In het eerste hoofdstuk,dat net zo lang is als de tien overige hoofd-stukken samen, beschrijft Erasmus deideale opvoeding van een christelijke prins.De deugden die diens meester de prinsmoet aanleren zijn ‘wijsheid, gevoel voorrechtvaardigheid, zin voor maat, eenvooruitziende blik, bekommernis voor hetalgemeen welzijn’42. Erasmus wijst op degrote verantwoordelijkheid die gepaard gaatmet de opvoeding van een prins en schrijft:‘Als iemand de munten van de vorst ver-valst, betaalt hij dat met zijn leven. Hoeveeltemeer verdient iemand die diens karakterbederft, zo’n straf!’, en: ‘De leraar zal er (...)vanaf het begin op toezien dat zijn pupil dedeugd waardeert en ernaar opkijkt als hetmooiste wat bestaat, het opperste geluk’43.

Het duurt niet lang voor Erasmus het overoorlog heeft, en hij de prins waarschuwt nietlichtvaardig ten strijde te trekken. Vijf-honderd jaar later is zijn waarschuwing nogeven hard nodig, zo blijkt helaas. Hij schrijft:‘Scipio Africanus had het bij het rechte eind

dat de woorden “ik heb niet nagedacht” eenwijs man onwaardig zijn. Ze passen echternog veel minder voor een vorst: zoiets komthem duur te staan en kost ook de staat al teveel. Een oorlog die wellicht onbesuisdwordt ondernomen door een jonge prinszonder krijgservaring kan zich wel twintigjaar voortslepen. Wat een zee van ellende!(...) Wat bij anderen een vergissing is, is eenmisdaad bij een prins’44. Hij citeert watJulius Pollux zegt over de eigenschappen vaneen goede heerser; dit beslaat een halvepagina. Hij zoekt bijvoorbeeld ‘geen oorlog,[is] vredelievend, een verzoener, een kop-pige verdediger van vrede’45. Gebruik-makend van een beeld dat Erasmus dikwijlshanteert in zijn geschriften concludeerthij: ‘Als een heidense leraar dit type vorstschetst voor een heiden, dan moet hetmodel dat aan een christenvorst wordtvoorgehouden, nog veel verhevener zijn’46.

Een tweede hoofdstuk draagt als op-schrift ‘Een vorst moet vleiers vermijden’.Daar zou hij vandaag wellicht aan toege-voegd hebben spindoctors en communi-cation directors. Het volgende hoofdstukbetitelde hij ‘Artes Pacis’ ( The arts ofpeace), misschien de eerste keer dat dezeuitdrukking gebruikt wordt, tenminstesinds de oudheid47. Het gaat over de manierwaarop de prins zich zou moeten gedragenten opzichte van zijn volk, en hoe door eenwijs bestuur oorlog – zowel intern alsinternationaal – vermeden kan worden.Erasmus zegt: ‘De oude schrijvers hebbenhet hele politieke bedrijf in tweeën ver-deeld, oorlogs- en vredestijd. Het dientnatuurlijk onze eerste en voornaamste zorgte zijn de prins aan te leren hoe hij zijn landwijs bestuurt als er vrede heerst. Met dezeinzichten moet hij naar beste vermogenproberen te bereiken dat hij de lessen vooroorlogstijd nooit nodig zal hebben’48. Dekracht van opvoeding is zodanig, schrijfthij aan het einde van dit hoofdstuk, onderverwijzing naar Plato, ‘dat een man met eengoede opleiding een soort goddelijk schep-sel wordt, maar een verkeerde opvoedinghem doet ontaarden in een bruut ondier’49.

Het is geen toeval dat Erasmus deze

Page 8: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

8

beschouwingen aan het begin van zijn boekpresenteert terwijl daarentegen ‘Eenoorlog beginnen’ het laatste hoofdstukuitmaakt. Hij somt de unieke gevolgen opdie verbonden zijn aan oorlog: ‘Een vorstmoet nooit overijlde beslissingen nemen;nooit zal hij echter omzichtiger en metmeer overleg te werk gaan dan wanneer hijde wapens wil opnemen. Elke activiteitheeft haar kwalijke gevolgen; bij een oorlogkent echter al wat goed is zware verliezen enwordt het overspoeld door een vloedgolfvan alle mogelijke rampen. Er is bovendienniets wat zo hardnekkig blijft duren. Oorlogbrengt oorlog voort ... De plaag van een oorlogdie elders is ontstaan, krijgt weldra ooknaburige streken in haar greep, om zich teverspreiden over gebieden die een heel eindverderop liggen’50. Met dit alles in gedach-ten, zegt Erasmus, zal ‘Een bekwameheerser (…) nooit ofte nimmer een oorlogontketenen, tenzij die echt onvermijdelijkis en nadat alle andere middelen zijnuitgeprobeerd. Indien iedereen er zo overdacht, zou er zelden strijd ontstaan tussenmensen’. Als oorlog toch niet te vermijdenis, zo vervolgt hij, ‘dan moet de koningmeteen zorgen dat het gebeurt met zoweinig mogelijk schade voor zijn onder-danen, met een minimum aan bloed-vergieten voor de christenwereld en dat erzo snel mogelijk een einde komt aan hetconflict’. Erasmus was geen absolutepacifist maar omdat in zijn tijd de traditi-onele doctrine van de rechtvaardige oorlogalle geloofwaardigheid verloren had enchristelijke heersers met plezier ten oorlogtrokken om de meest onbenullige rede-nen, komt hij dikwijls over als een absolutepacifist. Hij zegt: ‘Bij Augustinus tref je eenpassage aan waarin hij oorlog een geschik-te oplossing vindt (...) Christus zelf echteren Petrus en Paulus verkondigen altijd hettegendeel. Waarom zou hun gezag mindersterk bij ons wegen dan dat van Augustinus...?’51.

In de laatste pagina’s houdt hij eenindrukwekkend pleidooi voor de hand-having van vrede en veroordeelt hij deoorlog scherp: ‘Kan strijd iets anders voort-

brengen dan strijd? Hoffelijkheid nodigtechter uit tot hoffelijkheid, een eerlijke hou-ding tot eerlijkheid (...) De koning moeteerst eens goed rekenen en het totaal van aldie rampspoed vaststellen, als dat alopgeteld kan worden. Daarna moet hij bijzichzelf overwegen: zal ik in mijn eentje aande grondslag liggen van zoveel rampspoed?(...) Een mensenleven is zo vluchtig, zo kort,zo broos, het is zo onderhevig aan allerleiongeluk, wordt voortdurend bedreigddoor ziekte en ongevallen – gebouwen dieinstorten, schipbreuken, aardbevingen,blikseminslagen. Het is dus helemaal nietnodig de lijst van catastrofes uit te breidenmet oorlogen, hoewel die veel meermiserie teweegbrengen dan al de rest’52.Vandaag staat bovenaan deze lijst eennieuwe catastrofe waarvan Erasmus geenweet had – de opwarming van de aarde en dedaarmee gepaard gaande en moeilijk teoverziene maatschappelijke problemen.

Het is niet alleen oorlog onder christenendie Erasmus als absurd veroordeelt: ‘Ikdenk dat we ook niet halsoverkop oorlogmoeten gaan voeren tegen de Turken’53.Is dit alles niet een overtuigend pleidooi voorhet volgen van de stelregel – ‘Wil je vrede,bereid je dan voor op vrede’ en dus voor hetontwikkelen van een cultuur van vrede?Als Erasmus toen al de kosten en inspan-ningen verbonden aan oorlog en oorlogs-voorbereiding sterk afkeurde, dan kan meneraan twijfelen of hij wel woorden zoukunnen vinden om de onvoorstelbareuitgaven, en risico’s, verbonden aanoorlogsvoorbereiding in de huidige tijd tebeschrijven, met de zogeheten christelijkelanden van de VSA en het VK voorop.

V. ‘Hoe paus Julius II bij de hemel-poort aanklopt maar door Petrus nietwordt binnengelaten’ (1517)

In Opvoeding hield Erasmus de jonge prinsKarel het model voor ogen van een idealeheerser die er van overtuigd moest worden‘dat Christus’ ideeën bij uitstek gelden voorde vorst’54. In dezelfde tijd schreef hij een

Page 9: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

9

ander werk, dit keer een satire, waarin depaus ervan langs kreeg, de vertegenwoor-diger van Christus op aarde die hetpausdom een slechte naam had gegeven.En net zoals Erasmus in Opvoeding hetzoeken naar vrede en het vermijden vanoorlog aanprees als de wijste en voornaam-ste beleidsbeginselen die een prins moetnastreven, zo kritiseerde hij in Julius depaus om zijn machtswellust en oorlogs-voering. Zoals John Piolon opmerkte,‘Julius II bracht meer tijd door op hetslagveld dan in het Vaticaan’55. Deze satirevan Erasmus is een van zijn meest rakekritieken op de diepte waarin de kerkgezonken was door zich zo met oorlog in telaten in plaats van deze af te zweren.Huizinga ging zelfs zover Julius te beschrij-ven als ‘de meest bijtende en meest ver-nederende satire ooit geschreven’56. Het isde belustheid van paus Julius II om oorlog tevoeren die Petrus hem ten laste legt en datleidt tot zijn dramatische buitensluiting uitde hemel. Erasmus wist waar hij het overhad: tijdens zijn verblijf in Italië van 1506 tot1509 ondervond hij het oorlogszuchtigeoptreden van deze paus. Meer dan eenswerd zijn reis onderbroken door oorlogen engeruchten van oorlog. Bovendien was hijgetuige van de triomfantelijke intocht vanpaus Julius II in Bologna (1506) en, eenpaar jaar later zag hij hoe woedende burgersvan de stad het immense standbeeld ver-nielden van de paus door Michelangelo.Erasmus heeft de beelden van deze oorlogs-zuchtige paus nooit vergeten. VolgensMargaret Mann Phillips was hij zozeergeraakt dat ‘Erasmus door Julius II pacifistgeworden is’57.

Waarschijnlijk is het boek kort na hetoverlijden van de paus in februari 1513geschreven; het manuscript kwam dan inomloop tot het gedrukt werd, vroeg in 1517,overigens zonder goedkeuring van deanonieme auteur. Vanaf dat moment werdJulius een van de bestsellers van zijn tijd58.De eerste gedateerde uitgave kwam uit inseptember 1518 bij Dirk Martens inLeuven, België’s eerste drukker en eengoede vriend van Erasmus die heel wat

eerste uitgaven van hem op de marktbracht59. Zo ook in 1519 de eerstegeautoriseerde uitgave van de Colloquies(Samenspraken). Net zoals de Adagia werd ditook een beroemd en heel populair boekwaarvan vele uitgaven verschenen: elkenieuwe uitgave betekende een verbeteringzowel in kwalitatief als in kwantitatiefopzicht. Het boek was aanvankelijk bedoeldals een eenvoudig hulpmiddel voor destudenten van Erasmus die Latijn leerden.Vanaf 1522 zijn de Samenspraken niet langereenvoudige oefeningen maar worden zeook een spreekbuis voor de ideeën van deschrijver met zijn ongeëvenaarde stijl. Ineen aantal samenspraken hekelt hij hetmilitaire beroep wat voor hem nietsanders was dan een school voor roof en hetplegen van onheil. De uitgave van 1522 zagde eerste publicatie van de Confessio militis –een ‘klein meesterwerk even kort als bij-tend’60. Net zo effectief in het vernederenvan de huursoldaat (voor Erasmus een‘weerzinwekkend verschijnsel’)61 is Soldaaten kartuizer dat voor het eerst verscheen ineen nieuwe uitgave van Samenspraken hetjaar erop. De Amerikaanse ErasmuskennerCraig R. Thompson die in onze tijd de eerstevolledige Engelse vertaling van Samen-spraken (Colloquies) verzorgde sinds die van1725, merkt op bij deze dialoog: ‘Erasmus,wiens voorliefde voor het vergelijken encontrasteren van beroepen duidelijk blijktin vele pagina’s, liet nooit een gelegenheidvoorbijgaan om satirisch over soldaten tespreken of om hun slechtheid aan tevallen’62.

Het beroemdste boek dat door Martens inLeuven gedrukt werd – en waarvan Reedijkzegt dat het ‘een der belangrijkste monu-menten van de 16de-eeuwse cultuur, javan de wereldliteratuur’ is63 – was niet vanErasmus maar van zijn goede vriendThomas More: de Utopia, gedrukt in 1516.Hun vriendschap en samenwerking was zointens dat de Rotterdammer ook meehielpbij het schrijven van dit boek; op uitnodigingvan More leverde hij verschillende frag-menten aan, dikwijls over zijn eigen favorieteonderwerpen. In zijn briefwisseling met

Page 10: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

10

Erasmus spreekt More over ‘onze’ Utopia;in de tweede Parijse uitgave staat Erasmus’naam zelfs op de titelpagina64. Als hetvermoeden juist is, zoals altijd wordtverondersteld, toen en ook nu nog, dat hetboek een ontwerp van een ideale samen-leving voorstelt, dan is het toch verbazing-wekkend dat twee van de meest verfoeidesociale praktijken, oorlog en slavernij, nietuit deze ideale samenleving verbannenzijn65. Erasmus’ beroemdste vredes-geschrift is de Klacht van de Vrede, voor heteerst gepubliceerd in 1517. Het ziet er naaruit dat Vrede, die door Erasmus als een per-soon wordt opgevoerd, reden had ombitter te klagen dat zij nog niet eens welkomwas in de (naar verluidt) perfecte maat-schappij die More in de Utopia ontworpenhad.

VI. ‘De Klacht van de Vrede’ (1517)

De Klacht van de Vrede is wel het meestbekende van de geschriften van Erasmusover vrede. De editio princeps, de eerste druk,verscheen in december 1517 bij Froben inBazel. De eerste Nederlandse vertalingverscheen precies 50 jaar later zodat we in2017 niet alleen de 500ste verjaardag vanQuerela Pacis maar tevens de 450ste ver-jaring van Een Christelijcke noodtvvendigeclage des Vreedts kunnen herdenken66. NaOorlog (Bellum) en Institutio (Opvoeding) is ditwerk een synthese en uitwerking van zijneerdere geschriften over oorlog en vrede –waaronder ook gerekend moet worden zijnlange brief in 1514 aan Antonie van Bergen,abt van St. Bertin in Saint-Omer. Deze briefbevat de kiemen van al de fundamenteleideeën over vrede die Erasmus in devolgende jaren zou ontwikkelen. De volletitel van het boek is De klacht van de vrede dieoveral door alle volken verstoten en versmaadwordt. Betty Radice, een recente vertaalstervan het boek naar het Engels, noemt het‘zijn meest uitdrukkelijke en gevierdepleidooi voor algemene vrede’67. In het-zelfde jaar dat haar vertaling verscheen(1986), het jaar waarin de 450ste sterfdag

van Erasmus werd herdacht, kwam ook eenherdruk uit van een moderne Nederlandsevertaling waarin het werk geroemd werdals ‘nog altijd de mooiste tekst van devredesliteratuur’68. Het boek werd vanaf hetbegin geprezen. Erasmus droeg het op aanFilips van Bourgondië, bisschop vanUtrecht. Kort na ontvangst van een exem-plaar schreef hij aan Erasmus: ‘Uw Klachtvan de Vrede verheugt niet alleen mij ... maaralle eerlijke belijders van het christendom.Ik zou het betreuren als uw wijsheid ver-borgen zou blijven’69. Echter, niet iedereenwas het eens met de goede bisschop. Detheologische faculteit van de universiteitvan Parijs veroordeelde het, nam het inbeslag, en verbrandde exemplaren van deFranse vertaling van Klacht van de Vrede,samen met vertalingen van nog drie anderewerken van Erasmus. Dit gebeurde in dejaren 1520. In 1529 werd Louis de Berquin,de Franse vertaler van Klacht van de Vrede, inParijs op de brandstapel gezet70. Pas vier-honderd jaar later kwam een nieuwe Fransevertaling uit.

De vertaling door Elise ConstantinescuBagdat verscheen op het einde van haarstudie over het boek71. Blijkbaar is haarhistorische en filosofische analyse zonderprecedent en is haar boek de eerste mono-grafie, in welke taal dan ook, over Klacht vande Vrede72. Deze feiten kunnen dienen alsbevestiging van haar opmerking dat ‘debeste commentatoren van Erasmusweinig aandacht besteden, en dan slechtsterloops, aan Klacht van de Vrede’73. Aan hetbegin van haar boek drukte Constanti-nescu Bagdat haar grote bewondering uitvoor het vredestractaat van Erasmus, engaf ze aan waarom ze dit tot onderwerp vanhaar proefschrift aan de Sorbonne hadgemaakt: ‘Deze studie gaat over een werkvan Erasmus dat het minst is opgemerkt endat verdient het meest in aanmerking teworden genomen’74. Op het einde vanhaar studie zegt ze, ‘Als Erasmus nietsanders had geschreven dan alleen maardeze Klacht van de Vrede dan nog zou hij alleberoemdheid die hij geniet verdiend heb-ben’75. Ze prijst herhaaldelijk ‘la beauté’

Page 11: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

11

van ‘dit boek dat enig in zijn soort is en datgerangschikt moet worden onder demeest nuttige werken betreffende poli-tieke en maatschappelijke moraliteit’76.Ze looft de welsprekendheid, de rijkdom vande argumenten, en de diepe oprechtheidvan de gevoelens. Haar analyse, zoveel isduidelijk, ondersteunt mijn argument,namelijk dat bij de vraag over de ‘uitvindervan de vrede’ we eerder aan Erasmus danaan Kant moeten denken77.

We kunnen hierbij nogmaals een beroepdoen op Théodore Ruyssen die, net alsConstantinescu Bagdat, Klacht van de vredehogelijk prijst. Hij schrijft dat het boek gros-siert in heerlijke pagina’s (‘abonde enpages magnifiques’) met mooie en aan-doenlijke teksten. Echter, zo vervolgtRuyssen, Erasmus vergeet niet waaromhij gevraagd werd dit boek te schrijven – omde koningen van Frankrijk en Spanje aan tesporen een blijvende vrede te sluiten. Hijschetst daarom op het einde ‘een waretaktiek die op zijn minst aangeeft hoe eenblijvende vrede benaderd kan worden’.Ruyssen preciseert vijf concrete voor-schriften van Erasmus en zegt dat deze voorons wat vaag mogen overkomen maar datdie voor zijn tijd als origineel en gedurfdgezien moeten worden. Het genie vanErasmus is meer critisch dan constructiefen de ideeën die hij kwistig heeft rond-gestrooid werden door latere filosofen enjuristen verder uitgediept. ‘Maar’, zoconcludeert Ruyssen, ‘geen enkel voor-behoud kan de verdiensten van deze sterkeen vrijgevige zaaier van ideeën aantasten.Zijn moreel protest tegen oorlog heeft inhet geweten van volgende generaties eenweldadige en blijvende opschuddingteweeggebracht’78.

Onder de talrijke vertalingen, in diversetalen, spant die van José Chapiro, getiteld‘Vrede protesteert!’ (Peace Protests!) mis-schien wel de kroon79. Hij probeert de tekstvoor de huidige lezer net zo aantrekkelijk eninspirerend te maken als dit voor de lezersten tijde van Erasmus, 500 jaar geleden, hetgeval was. Dat blijkt al uit de levendige titeldie hij aan het boek gaf; vooraf aan zijn

vertaling schrijft hij een lange biografie dievooral aandacht besteedt aan Erasmus’ideeën over vrede. Chapiro noemt het ‘eenmeesterwerk zonder weerga in de pacifis-tische wereldliteratuur’80. Door zijn eigenwelsprekendheid, helderheid en harts-tocht slaagt Chapiro erin zijn onderwerpalle eer aan te doen. Hij heeft zijn boekopgedragen aan de Verenigde Naties, ‘debelichaming van de idealen van Erasmus ende bron van de grootste hoop in onze tijd’.Voor Chapiro is dit geschrift van Erasmus‘het boek voor onze tijd’81. Naast Constan-tinescu Bagdat is er geen betere studie vanErasmus’ ideeën over oorlog en vrede, engeen overtuigender bewijs dat de ‘uitvin-ding van de vrede’ hem moet aangerekendworden en dat hij zelfs beschouwd kanworden als de grondlegger van hetvredesonderzoek.

VII. Conclusie

Een van de argumenten die in het boven-staande aangevoerd werden om Erasmusboven Kant te verkiezen in de vraag wievoorrang heeft aangaande ‘de uitvindingvan de vrede’, bestaat hierin dat geenenkele andere schrijver het contrasttussen de verschrikkingen van oorlog ende weldaden van vrede zo constant enkrachtig, en zo levendig voor de lezer heeftduidelijk gemaakt als Erasmus. Hij citeerdegraag Cicero’s bekende uitspraak: ‘De meestonrechtvaardige vrede is te verkiezenboven de meest rechtvaardige oorlog’. Degeschiedenis van Europa (en de wereld)sinds de tijd van Erasmus heeft de juistheidvan deze uitspraak keer op keer bevestigd.Het ziet er naar uit dat elke generatie dezeboodschap opnieuw aangeleerd moetworden en dat hij telkens weer over hethoofd wordt gezien.

Is het nodig om dit te actualiseren? Is ereen betere illustratie van de ongeletterd-heid, de onkunde, de onverantwoordelijk-heid van de leiders van de westerse wereld,in de personen van George W. Bush en TonyBlair, die de oorlog tegen Irak begonnen en

Page 12: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

12

waarover zij bevel voerden? Sinds die oorlogbegon heeft elke dag de juistheid bewezenvan de stelling van Erasmus over de afschu-welijkheid van oorlog en de onzekerhedendie het met zich brengt, en de weldaden vanvrede, zelfs onder een dictatoriaal bewind.Voor iemand die vertrouwd is met degeschriften van Erasmus over oorlog envrede, verschijnen Bush en Blair op zijn bestals misleidende en roekeloze naïevelingen,onwetend en zorgeloos inzake de meestelementaire lessen van de geschiedenis.Bovendien zou Erasmus hen ervanbeschuldigen dat zij, als christenen, achte-loos voorbij gaan aan de kernleer van destichter van hun geloof82.

Wat betreft de kosten van de oorlog is hetschrijnend eraan te herinneren dat degeboortesteden van de twee grote filosofenvan de vrede, Erasmus en Kant, in deTweede Wereldoorlog in puin werdengelegd – Rotterdam door de Luftwaffe in1940, en Königsberg door de luchtmachtvan de Sovjetunie en later door de BritseRAF.

***

Erasmus schreef Klacht van de Vrede in deherfst van 1517 – precies 500 jaar geledenen in december werd het boek in Bazeluitgegeven. Ook andere vredesgeschriftendie we kort gesignaleerd hebben, daterenuit deze jaren. Dit is een passende gelegen-heid voor vredeshistorici, vredesonderzoe-kers, vredesopvoeders en vredesactivistenom zich te bezinnen over Erasmus, hunaller voorloper wiens boodschap actueel isals nooit tevoren. Het is verontrustend datde bittere klacht van ‘Vrouwe Vrede’ luiderklinkt dan ooit. Ook de huidige tijd heeftbehoefte aan de inzichten, de wijze raad ende passie van Erasmus.

Er is behoefte aan een centrum dat zijnideeën over vrede, wereldburgerschap,verdraagzaamheid en welvaart, opnieuwin het daglicht stelt en naar de huidige tijdtoe vertaalt. Een Erasmus Vredescentrum zoueen levend monument en eerbetoon aande grote Rotterdammer zijn met vrucht-

bare impulsen voor de ontwikkeling van eencultuur van vrede en geweldloosheid nietalleen in stad en land, maar ook in Europaen ver daarbuiten. De oprichting van eenErasmus Vredescentrum of Vredesmuseumzou een passende en tegelijkertijd hoog-nodige manier zijn om de 500ste verjaar-dag van zijn vredesboodschap blijvend enactief te herdenken. Gunnen we Erasmushet genoegen dat tenminste in zijngeboorteplaats ‘Vrouwe Vrede’ geen redentot klagen zou hebben.

***

Noten

1. Cf. The Grotius Collection at the Peace Palace – a

Concise Catalogue. The Hague: Peace Palace,1983, uitgegeven ter gelegenheid van de400ste verjaardag van De Groot.

2. Voor een reprint, zie Peter van den Dungen,ed., From Erasmus to Tolstoy: The Peace Literature

of Four Centuries; Jacob ter Meulen’s Bibliographies

of the Peace Movement before 1899. Westport,CT: Greenwood Press, 1990, pp. 53-55.

3. Ross Dealy, ‘The Dynamics of Erasmus’Thought on War’, in Erasmus of Rotterdam

Society Yearbook, vol. 4, 1984, pp. 53-67, hier p.53.

4. Leon-E. Halkin, Erasme et L’ Humanisme

Chrétien. Paris : Editions Universitaires, 1969,p. 81. Hij merkt op dat Erasmus zich met hetthema bezighield als een christelijke mora-list, niet als een politicus. Na een biografischeschets gaat de auteur dieper in op wat hijbeschouwt als de drie centrale thema’s in hetleven en het werk van Erasmus: letterkunde,vrede, en de filosofie van Christus.

5. Alois Gerlo, ‘Wereldburger en pacifist’, in Genie

en Wereld: Erasmus. Hasselt: Heideland-Orbis,1971, pp. 277-287.

6. Stefan Zweig, Erasmus; The Right to Heresy.London: Souvenir Press, 1979, p. 74.

7. Bart de Ligt, Vrede als Daad. Beginselen,

Geschiedenis en Strijdmethoden van de Direkte

Aktie tegen Oorlog. Arnhem: Van LoghumSlaterus, 1931, vol. 1, pp. 208, 211.

Page 13: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

13

8. Chantal Labre, Erasme – Plaidoyer pour la Paix.Paris : Arica, 2002, p. 5. Haar boek verscheenin een reeks getiteld, ‘Retour aux grandstextes’: terugkeer naar de grote teksten.

9. Erasmus von Rotterdam. Vorkämpfer für

Frieden und Toleranz. Ausstellung zum 450.

Todestag des Erasmus von Rotterdam veranstaltet

vom Historischen Museum Basel. Basel:Historisches Museum, 1986 [catalogus].

10. Cf. de indrukwekkende catalogus door Petervan der Coelen, Images of Erasmus. Rotter-dam: Museum Boijmans Van Beuningen,2008. De catalogus maakt geen melding vaneen van de oudste en meest merkwaardigebeelden van Erasmus, namelijk een snijwerkin eikenhout, 1 meter groot, dat hem in vollelengte uitbeeldt. Het werd gemaakt in 1598en diende als hekbeeld (een decoratief beeldaan de achtersteven) van het schip, aanvan-kelijk ‘Erasmus’ genoemd, dat in hetzelfde jaarin Rotterdam gebouwd werd. De naam werdspoedig veranderd in ‘De Liefde’ dat als eersteNederlandse schip in 1600 Japan bereikte.Het schip verging, maar het beeld kwamterecht in een tempel en is nu in het Natio-nale Museum in Tokyo. Na 1945 is het beeldherhaaldelijk in musea in Rotterdam te ziengeweest. In 1962 werd een replica aange-boden aan de stad door de Japan-Nederland-verenigingen van Tokyo en Kyoto. Het wordtbewaard en af en toe tentoongesteld in hetScheepvaartmuseum in Rotterdam. Zieonder andere ‘Erasmus/De Liefde’. Lectureby Hans Brinckmann at the Tokyo NationalMuseum, under auspices of the Japan-Netherlands Society, November 12, 2008;www.habri.co.uk/erasmus-de-liefde.

11. Michael Howard, The Invention of Peace.

Reflections on War and International Order.London: Profile Books, 2000. Een herziene enuitgebreide uitgave verscheen in 2002 onderde titel The Invention of Peace and the Reinvent-

ion of War. Het is niet zo dat Howard Erasmusniet kent: een eerder werk begint met eendiscussie over de Rotterdammer. Cf. War and

the Liberal Conscience. Londen: Hurst, 2008(eerste uitgave in 1978), pp. 5-8. Hij schrijfthier onder andere dat de stupiditeit vanoorlog waarop Erasmus hamert een nieuwgeluid is, en dat hij verstandelijke argumenten

tegen oorlog ontwikkelt die later gemeen-plaatsen zouden worden van het liberalepacifisme.

12. Henry Sumner Maine, International Law.Londen: John Murray, 1888, p. 8.

13. Howard, Invention, op. cit., p. 6.14. Ibid., p. 31. Het kan betwijfeld worden of de

gang van zaken die Howard beschrijft(afbraak van militaire structuren gevolgd doorhet leggen van nieuwe fundamenten) eenjuiste weergave is van Kant’s ideeën. Het isverrrassend, en ironisch, dat HowardErasmus niet noemt, en Maine, Kant even-min. Maine was de ‘Whewell Professor ofInternational Law’ aan de universiteit vanCambridge en begon zijn boek met deopmerking dat ‘De eminente man die deWhewell Professorship of International Lawstichtte een dringende en expliciete opdrachtaan de titularis gaf dat deze het tot zijn taak zoumaken ... zulke regels uit te vaardigen en zulkemaatregelen voor te stellen die zoudenkunnen bijdragen tot de vermindering vanhet onheil van oorlog en uiteindelijk tot zijnuitbanning onder de naties’ (p. 1). In hetlaatste hoofdstuk, ‘Voorstellen ter vermin-dering van oorlog’, zegt Maine, ‘de groteErasmus vervloekte de oorlog in termen dieniet onderdoen bij die van een Quakervandaag’ (p. 209). Maar Kant’s juridisch-gebaseerd essay over de afschaffing van oorlogkomt bij hem niet ter sprake.

15. Ten eeuwigen vrede in de vertaling van A. P. Prins,Amsterdam, 1915; De eeuwige vrede in devertaling van B. Delfgaauw, Kampen, 1986;Naar de eeuwige vrede, in de vertaling vanThomas Mertens & Edwin van Elden,Amsterdam 2004. Mertens schrijft dat deeerste Nederlandse vertaling die van Prins is(p. 8), maar Delfgaauw verwijst naar eenvertaling in 1880 door D. Burger (of Burgers)zonder verdere details (pp. 10, 100).Delfgaauw vergist zich; het gaat om Kant’s‘Verkondiging der spoedige sluiting van eeneovereenkomst tot eeuwige vrede in dewijsbegeerte’ vertaald door Diony Burger. Cf.Nederlands/Vlaams Onderzoekscentrum.Kant en klassieke Duitse filosofie.Niederländische Übersetzungen Kant’s;www.onnasch.eu/KantVertalingen.html

Page 14: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

14

16. Carl J. Friedrich, ‘Guerre et Paix, d’aprèsErasme et Kant’, in Colloquia Erasmiana

Turonensia. Parijs : J. Vrin, vol. 1, 1972, pp.277-283, hier p. 280. Friedrich stelt echter dezaken te eenzijdig voor als hij schrijft dat ‘deleer van Christus de enige bron was van hetpacifistisch denken van Erasmus’ (p. 278).Voor Erasmus is oorlog niet alleenonchristelijk maar ook onnatuurlijk, enverder spelen ook politiek-ideologische eneconomisch-financiële overwegingen een rol.Meer hierover bij Irma Eltink die haar studiebegint met een analyse van ‘Die Wurzeln vonErasmus’ Friedensdenken’; cf. Erasmus-

Rezeption zwischen Politikum und Herzens-

angelegenheit. Dulce bellum und Querela Pacis in

deutscher Sprache im sechzehnten und siebzehn-

ten Jahrhundert. Amsterdam & Utrecht: APA-Holland Universiteits Pers/HollandUniversity Press, 2006, pp. 1-6. Voor AlbertSchweitzer was Erasmus ‘de eerste die demoed had om zuiver ethische argumententegen oorlog aan te voeren’ omdat oorlog onsschuldig maakt aan de misdaad van onmen-selijkheid. Cf. ‘The Problem of Peace’, inFrederick W. Haberman, ed., Nobel Lectures

Peace, 1951-1970. Amsterdam: Elsevier for theNobel Foundation, vol. 3, 1972, pp. 46-57,hier pp. 51, 56. In de eerste 70 jaar van deuitreiking van de Nobelprijs voor de vrede wasSchweitzer de enige die in zijn NobeltoespraakErasmus noemde.

17. Preserved Smith, Erasmus: A Study of His Life,

Ideals, and Place in History. New York: FrederickUngar, 1962 (eerste uitgave 1923), p. 196.Over deze biografie en zijn auteur, zie Craig R.Thompson, ‘Three American Erasmians’, inErasmus of Rotterdam Society Yearbook Four

(1984), pp. 1-36.18. Georg Cavallar, Pax Kantiana. Wenen:

Boehlau, 1992, pp. 24, 45, 156, 159.19. Siegfried Wollgast, ed., Zur Friedensidee in der

Reformationszeit. Texte von Erasmus, Paracelsus,

Franck. Berlijn: Akademie-Verlag, 1968, p.XVII.

20. J. Huizinga, ‘Ce qu’Erasme ne comprenaitpas’, in Grotius. Annuaire international pour

l’année 1936. Den Haag : Martinus Nijhoff,1936, p. 19. Dit was Huizinga’s bijdrage voorde herdenking van de 400ste verjaardag van

het overlijden van Erasmus. Dit werd ookherdacht door een andere Nederlandsehistoricus die zich concentreerde opErasmus als vredeskampioen. L. M. G.Kooperberg heeft het over ‘Erasmus alspacificus, liever den theoreticus van den vrede,als zoodanig misschien den grootste allertijden’. Erasmus als Vredeskampioen. Den Haag:W. P. Van Stockum, 1936, p. 10. De schrijveroverleed in 1944 in Bergen-Belsen; zie hetlevensbericht door D. C. Tinbergen in hetJaarboek van de Maatschappij der Nederlandse

Letterkunde, 1947, pp. 83-86.21. Peter Haggenmacher in zijn bijdrage aan

Hedley Bull, Benedict Kingsbury & AdamRoberts, eds., Hugo Grotius and International

Relations. Oxford: Clarendon Press, 1992, p.152, n. 68. Bull schrijft: ‘Trouw blijvend aanhet programma dat in vroegere generatiesdoor Erasmus en andere christelijkehumanisten gevolgd werd, bepleitte Grotius,in het midden van de Dertigjarige Oorlog,verzoening van katholieken en protestanten’(p. 67). Toen Grotius in Leiden aantrad alsstudent zei burgemeester Jan van der Does(Dousa) in zijn toespraak waarmee hij hetwonderkind welkom heette dat ‘de mantelvan Erasmus op zijn schouders was gevallen’,een eerbetoon dat hij nooit zou vergeten. Cf.Liesje Vansomeren, Umpire to the Nations.

Hugo Grotius. Londen: Dennis Dobson, 1965,pp. 37-39, 134. Voor een vergelijking van hunideeën over oorlog en vrede, zie G. J. de Voogd,Erasmus en Grotius. Leiden: Ned. Uitgevers-maatschappij, 1946.

22. ‘C’est bien Erasme... qui a eu le mérite d’énon-cer le premier, avec une force incomparable,la protestation de la conscience humaine. Leproblème n’avait guère inquiété les penseursgrecs ou latins, qui croyaient voir dans laguerre une sorte de nécessité naturelle, niceux du Moyen Age, qui signalaient la guerrecomme une conséquence inévitable du péchéoriginel. Erasme, tout chrétien qu’il soit, sepréoccupe fort peu du péché; son humanismeest imprégné de l’optimisme foncier de laRenaissance; si, à bien des égards, les hommeslui semblent agir comme des “fous”, il nedésespère pas d’éclairer leur raison etd’émouvoir leur cœur; telle est l’inspiration

Page 15: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

15

générale de la critique de la guerre qui ainspiré toute sa vie’. Théodore Ruyssen, Les

Sources Doctrinales de l’Internationalisme. Vol. 1 :

Des origines à la Paix de Westphalie. Parijs:Presses Universitaires de France, 1954, p.237.

23. Christian L. Lange, Histoire de l’Internationa-

lisme. Jusqu’à la Paix de Westphalie (1648).

Kristiania : H. Aschehoug, 1919, pp. 149, 160.24. P. M. M. Geurts, Desiderius Erasmus, Vrede’s

weeklacht en andere geschriften over vrede en

eendracht op internationaal-politiek en kerkelijk

terrein. Baarn: Ambo, 1989, p. 46. Ik gedenkhier graag, met grote dankbaarheid, Prof. Mr.B.V.A. Röling (1906-1985), oprichter-directeur van het Polemologisch Instituut(1961) van de Rijksuniversiteit Groningen dieals geen ander in Nederland (en ver daar-buiten) de door Erasmus ingeslagen weg in-tensief bewandeld heeft. Zie onder meer zijnDe wetenschap van oorlog en vrede (Groningen:J. B. Wolters, 1961), Inleiding tot de wetenschap

van oorlog en vrede (Assen: Van Gorcum, 1970),Vredeswetenschap: Inleiding tot de polemologie

(Utrecht: Het Spectrum, 1981). Een belang-rijke voorloper van dit Instituut en zijndirecteur is de Vredesacademie die in 1938door Bart de Ligt werd opgericht. Cf. ‘Dewetenschap van de vrede’, in Naar een vrije

orde. Bloemlezing uit de werken van Bart de Ligt.Arnhem: Van Loghum Slaterus, 1951, pp.256-280. Een Engelse vertaling verscheen in1939: Bart de Ligt, Introduction to the Science of

Peace. Londen: Published for the PeaceAcademy by the Peace Pledge Union (PeaceAcademy Lectures no. 1). De vergelijking dieErasmus maakt met de geneeskunde werd in1953 ook door Gaston Bouthoul, de Fransepionier van polemologie, gemaakt. Zie deopmerkingen hierover in de waardevolle,dikwijls kritische, ‘Réflexions sur le pacifismed’Erasme’ van Pierre Brachin, ‘Vox Clamantisin Deserto’, in Colloquia Erasmiana Turonensia,op. cit., pp. 247-275, hier p. 269.

25. De boemerang van oorlog en geweld. Een heden-

daagse samenspraak over Erasmus’ visie op oorlog

en geweld. Erasmus: Zoet is de oorlog voor wie hem

niet kennen ... Dulce Bellum Inexpertis.Rotterdam: Huis van Erasmus, 2016, p. 12.

26. Ernst Friedrich, Vom Friedens-Museum … zur

Hitler-Kaserne. Ein Tatsachenbericht über das

Wirken von Ernst Friedrich und Adolf Hitler.Geneve: ‘Internationales Komitee für dieWiedererrichtung des Ersten Internationa-len Anti-Kriegs-Museums’, 1935. Het boekverscheen ook in een vertaling door Nico Rost:Een Pacifist in Hitler-Duitschland. Een juist verslag

over het werk van Ernst Friedrich en Adolf Hitler.

Gent: Uitgeverij Vrede, 1937. Met onder-steuning van de stad Berlijn werd het museumin 1982 door Friedrichs kleinzoon TommySpree opnieuw opgericht. Cf. Tommy Spree,

Ich kenne keine “Feinde”. Der Pazifist Ernst

Friedrich. Ein Lebensbild. Berlijn: Anti-Kriegs-Museum, 2000.

27. Hugh Gusterson, ‘Hiroshima and the power ofpictures’, in Bulletin of the Atomic Scientists, 5augustus 2009, web-editie:http://thebulletin.org/hiroshima-and-power-pictures

28. Dit aspect wordt goed gedocumenteerd inDonavan Webster, Aftermath. The Remnants

of War. Londen: Constable, 1997.29. Cf. infra voor censurering van Erasmus’ Oorlog.

Vele van zijn theologische werken werden alsketters bestempeld en als zodanig onder-drukt, verbrand, en op de Index gezet. In 1559kwam zijn hele oeuvre op de Index van ver-boden boeken te staan, uitgevaardigd doorpaus Paulus IV. Dit resulteerde in hun ver-wijdering uit bibliotheken, en verbranding,vooral in Spanje. Dit was het onderwerp van delaatste afdeling in de tentoonstelling‘Erasmus en Leuven’ die in 1969 in het Stede-lijk Museum getoond werd; het onderwerpkomt uitvoerig ter sprake in Erasmus en Leuven

– catalogus. Leuven: Stedelijk Museum, pp.413-440.

30. Erasmus von Rotterdam, Süss scheint der Krieg

den Unerfahrenen, ed. Brigitte Hannemann.Munchen: Chr. Kaiser, 1987, p. 7.

31. Ibid., p. 26.32. Geciteerd in ibid., p. 25.33. Het jaar erop werd Antipolemus: or the plea of

reason, religion, and humanity against war

samen met The Complaint of Peace in Londenuitgegeven. De vertaler en redacteur vanbeide boeken was Vicesimus Knox. Cf. EmileV. Telde, ‘In the Wake of Erasmus of Rotter-dam: An Outcry for Perpetual and Universal

Page 16: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

16

Peace in England in 1793-1795’, in Erasmus

of Rotterdam Society Yearbook, vol. 3, 1983, pp.104-129. Zie ook Martin Ceadel, The Origins of

War Prevention: The British Peace Movement and

International Relations, 1730-1854. Oxford:Clarendon Press, 1996, pp. 80, 545-6.

34. Hannemann, op. cit., p. 31; Ter Meulen inVan den Dungen, op. cit., p. 54; MargaretPhillips, The ‘Adages’ of Erasmus, CambridgeUniversity Press, 1964, p. 299.

35. Wat ‘de uitvinding van de vrede’ betreft kanerop gewezen worden dat in de reeks van acht‘Texts for Students of InternationalRelations’ die onder de titel ‘Peace Classics’door de Grotius Society in Londen in 1923uitgegeven werd, een boek van Erasmus alseerste geselecteerd werd (cf. infra, noot 42).Andere teksten zijn van o.a. Bentham,Grotius, Kant, Saint-Pierre, Sully.

36. Bellum: Two Statements on the Nature of War. An

Essay on War written in 1545 [sic] by Erasmus;

Fifty Etchings created in 1923 & 1924 by Otto Dix.Barre, Mass.: Imprint Society, 1972, p. (7).

37. Hannemann, op. cit., p. 2138. Erasmus en België [catalogus], Brussel;

Koninklijke Bibliotheek Albert I, 1969, p. 5.39. Bart de Ligt, Erasmus Begrepen uit de Geest der

Renaissance. Arnhem: Van Loghum Slaterus,1936, p. 154. (Reprint Moerkapelle: JanBoerger-Bibliotheek, 2002). De drie hoofd-stukken zijn getiteld: ‘Erasmus als Opvoedertot de Ouden’, ‘Erasmus als Opvoeder derJeugd’, ‘Erasmus als Opvoeder van zijn Tijd’.

40. An Smets & Jan Papy, ‘Erasmus’ droom: HetCollegium Trilingue in Leuven’, in De Boeken-

wereld, vol. 33, no. 3, 2017, pp 2-6; ‘Leuvenviert 500 jaar Collegium Trilingue’, p.7. Aandat instituut werden Hebreeuws, Grieks enLatijn onderwezen.

41. Als manuscript kwam het boek eerder inomloop. Het is onwaarschijnlijk dat Erasmushet boek kende want anders zou hij het beslistin zijn eigen werk genoemd en sterk afgekeurdhebben. Jacob ter Meulen schreef terecht,‘aber man kann sich kaum eine bessereReplik denken’. Der Gedanke der Internatio-

nalen Organisation in seiner Entwicklung 1300-

1800. Den Haag: Martinus Nijhoff, 1917, p.126. Voor een meer genuanceerde benade-ring zie het proefschrift van Adriana De Jongh,

Erasmus’ Denkbeelden over Staat en Regeering.Amsterdam: H. J. Paris, 1927, pp. 89-91.Heinrich Lutz besloot zijn vergelijkendestudie over Machiavelli en Erasmus met deopmerking dat in de twintigste eeuw, met tweewereldoorlogen en de krankzinnigheid vanatoomwapens, de ideeën van Erasmusgeleidelijk de overhand krijgen – en moetenkrijgen. Cf. ‘Erasmus – Machiavelli: Krieg undFrieden im Werden der NeuzeitlichenStaaten’, in Tätigkeitsbericht der Österreichischen

Akademie der Wissenschaften 1984-85. Wenen,1986, p. 15. In een essay dat kort hiervoorverscheen schrijft Lutz: ‘Die entschiedenstenund zugleich das weiteste Neuland erschlies-senden Antworten auf die neue europäischeDynamik von Krieg und Frieden kommenvon einer Gruppe Humanisten, in derenMittelpunkt Erasmus von Rotterdam steht ...[Seine] politisch-ethischen Ideen und derPazifismus des niederländischen Huma-nisten ... werden häufig nur als Zeugnisseeiner edlen, aber abstrakten und weltfernenchristlich-humanitären Gesinnunggewürdigt. Dagegen sind ebenso die realenAnalysen wie die innovatorischen Ansätze zuunterstreichen, die uns in den Friedens-schriften und -appellen des Erasmus undseiner Gesinnungsgenossen begegnen...Weiterhin verdient Betrachtung, dass dasProgramm von Friede und Eintracht beiErasmus sich nicht nur in gezielter Weise aufdas Verhältnis Staat zu Staat bezieht – mitrecht modernen Vorschlägen, wie obliga-torisches Schiedsgericht, Grenzgarantien etc.Auch innerstaatlich, gewissermassen alsgesamtgesellschaftliches Konzept, setztErasmus seine Idee des Friedens ein, wobeider christliche Glaube sowohl die Motivationals auch die institutionelle Plattform gegendie “Tyrannei der Mächtigen” bietet’.‘Friedensideen und Friedensprobleme inder Frühen Neuzeit’, in Gernot Heiss &Heinrich Lutz, eds., Friedensbewegungen:

Bedingungen und Wirkungen. Wenen: Verlagfür Geschichte und Politik, 1984, pp. 28-54,hier pp. 33-34.

42. De verwijzingen zijn naar de tekst van ‘Deopvoeding van de christenvorst’ in DesideriusErasmus, Opvoeding. Vertaald en toegelicht

Page 17: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

17

door Jeanine de Landtsheer en Be Breij.Amsterdam: Athenaeum-Polak & VanGennep, 2006, pp. 133-257 (Verzameld Werk,deel 3). Het citaat is op p. 139. Twintig jaareerder verscheen een nieuwe Engelsevertaling van ‘The education of a Christianprince’ in Collected Works of Erasmus. Toronto:University of Toronto Press, 1986, vol. 27, pp.199-288. In zijn uitgave van hetzelfde werk,getiteld The Instruction of a Christian Prince,schrijft Percy Ellwood Corbett dat veel in ditboek ‘en in zijn andere uitlatingen over vredeniet alledaags is en evenmin van slechtshistorisch belang’. Londen: Peace BookCompany, 1939, p. 15 (Samen met zevenandere klassieken uit de vredesliteratuurwerd dit boek oorspronkelijk uitgegeven doorde Grotius Society in Londen in 1923, cf.supra, noot 35). Preserved Smith (cf. supra,noot 17), wiens Erasmusbiografie in hetzelfdejaar verscheen, staaft impliciet de meningvan Corbett. Smith schrijft dat dit essay vanErasmus ‘echt een waardevolle bijdrage is aanverschillende takken van de politieke weten-schap’ en dat dit geapprecieerd kan wordendoor het te vergelijken met Machiavelli’s werk.Smith vervolgt, ‘Erasmus volgde Aristoteles,Plato en Aquino die politiek onderbrachten bijde ethiek; beiden hielden zich bezig met dehandelingen van mensen, de ene in depublieke sfeer, de andere in de privésfeer ...Zijn essay was vooral praktisch van aard’ (op.cit., pp. 196-197). Smith merkt op: ‘Erasmus’pacifisme was een van de meest waardevolle,en een van de meest moderne, kenmerkenvan zijn denken ... Naast pacifisme is hetrepublicanisme het meest originele enwaardevolle aspect van Erasmus’ politiekeideeën’ (pp. 198-199).

43. Opvoeding, op. cit., pp. 146, 148-149.44. Ibid., pp. 156-157. Scipio Africanus was een

Romeins veldheer; zijn opmerking ging overhen die onvoldoende voorbereidingenmaakten voor een militaire campagne. In zijnbestseller, What Happened : Inside the Bush

White House and Washington’s Culture of

Deception (Public Affairs, 2008), beweert ScottMcClellan, vriend en perssecretaris van GeorgeW. Bush (2003-2006), dat de presidentregelmatig impulsieve beslissingen nam en

blijk gaf van een ‘gebrek aan de wens om in bezitte komen van meer kennis [en van] eenschadelijke weerstand om na te denken’. Cf.Tom Baldwin, ‘Former press secretaryaccuses Bush of deceit over Iraq invasion’, inThe Times, 29 mei 2008, p. 38. De oorlog inAfghanistan, de langste in de geschiedenisvan de V.S.A., duurt al zeventien jaar en heteinde is nog niet in zicht. Cf. Wahab Raofi,‘The Forgotten People of the Forever War’, inThe Huffington Post, 9 april 2017.

45. Ibid., p. 173. Julius Pollux was een geleerdeen leraar retoriek ten tijde van KeizerCommodus.

46. Ibid.47. In de Nederlandse vertaling van Opvoeding die

we hier volgen (cf. supra, noot 42) draagt dithoofdstuk als titel ‘Regeren in vredestijd’. Inhaar eerder aangehaalde werk (cf. supra,noot 41), volgt De Jongh terecht de bena-ming die Erasmus zelf gebruikte, nl. ‘dekunsten des vredes’ (p. 107).

48. Opvoeding, p. 20649. Ibid., p. 214.50. Ibid., p. 248.51. Ibid., pp. 248, 250. Voor een zorgvuldige

analyse van Erasmus’ mening over de recht-vaardige oorlog, cf. Robert Regout, ‘Erasmusen de theorie van den rechtvaardigen oorlog’,in Voordrachten gehouden ter herdenking van den

sterfdag van Erasmus op 10 en 11 juli 1936 te

Rotterdam. Den Haag: Martinus Nijhoff, 1936,pp. 155-171. Zie ook het artikel van Dealy (cf.supra, noot 3) en de literatuur genoemd innoot 53, infra.

52. Ibid., pp. 252-254.53. Ibid., p. 255. Hij behandelde het vraagstuk van

oorlog met de Turken in een afzonderlijkgeschrift, De Bello Turcico, dat voor het eerst in1530 gepubliceerd werd. Een nieuwe ver-taling, door John Piolon, verscheen in 2005:Erasmus. De Turkenkrijg. Rotterdam: A.Donker. Zie ook Fred Dallmayr, A War against

the Turks? Erasmus on War and Peace. Universityof Notre Dame, Joan B. Kroc Institute forInternational Peace Studies, Kroc InstituteOccasional Paper Series, no. 23, 2002, vooralpp. 3-8. De tekst is grotendeels ook opgeno-men in de eerste twee hoofdstukken vanDallmayrs Peace Talks – Who Will Listen? Notre

Page 18: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

18

Dame, Ind.: University of Notre Dame Press,2004.

54. Opvoeding, op. cit., p. 148.55. In zijn inleiding tot De Turkenkrijg, op. cit., p.

13.56. Huizinga, op. cit., p. 20.57. Margaret Mann Phillips, op. cit., p. 105. Het

citaat wordt ook vermeld in het kommentaarbij een nieuwe vertaling, ‘Julius Excludedfrom Heaven: A Dialogue’, in Collected Works of

Erasmus, vol. 27, 1986, pp. 155-197, hier p.162. Een meer recente Engelse vertaling doorRoger Clarke verscheen in 2008 (in eenpopulaire uitgave): Desiderius Erasmus,Praise of Folly and Pope Julius Barred from Heaven.Richmond, Surrey: Oneworld Classics. Devertaler heeft het van uitgebreid commentaarvoorzien. John Piolon verzorgde een nieuweNederlandse vertaling: Desiderius Erasmus,Julius. Hoe paus Julius II bij de hemelpoort

aanklopt, maar door Petrus niet wordt

binnengelaten. Rotterdam: Ad. Donker, 2004.58. Collected Works, vol. 27, op. cit., p. 156.59. Cf. C. Reedijk, Erasmus en onze Dirk. De vriend-

schap tussen Erasmus en zijn drukker Dirk

Martens van Aalst. Haarlem: Het Hof vanJohannes, 1974.

60. Erasmus en België, op. cit., p. 10.61. Zo P. M. M. Geurts in zijn inleiding tot

Desiderius Erasmus, Vrede’s weeklacht, op. cit.,p. 44.

62. Craig R. Thompson, ed., The Colloquies of

Erasmus. Chicago: University of Chicago Press,1965, pp. 127-128.

63. Reedijk, op. cit., pp. 19-20.64. Bart de Ligt, Erasmus, op. cit., p. 208. N. de

Rooij, in Utopia gewonnen en verloren. De tra-

gedie van Thomas More en Erasmus (Antwerpen:‘t Groeit & Den Haag: Pax, 1950), schrijft metbetrekking tot Erasmus’ Handleiding van de

christensoldaat (Enchyridion Militis Christiani):‘Grote stukken uit More’s latere Utopia

schijnen door Enchyridion geïnspireerd, alsofMore zijn vriend Erasmus uit het hoofdciteert’ (p. 35).

65. Voor een discussie over deze paradox en deverschillende interpretaties van Utopia, zieShlomo Avineri, ‘War and Slavery in More’sUtopia’, in International Review of Social

History, vol. 7, 1962, pp. 260-290. Voor een

belangrijke ontdekking die licht werpt op dezeparadox maar die tot op heden door zowelanalisten van Utopia als biografen van zijnauteur over het hoofd wordt gezien, zie VictorN. Baptiste, Bartolome de las Casas and Thomas

More’s Utopia. Connections and Similarities.

Culver City, CA: Labyrinthos, 1990. Baptistetoont aan dat More gretig gebruik maakte vanLas Casas’ ‘Memorie voor de verbetering vanhet lot van de Indianen’ (1516) die het slacht-offer waren van de Spaanse kolonisatie vaneilanden in de Caraïbische Zee.

66. In Erasmiana Lovaniensia: Catalogus van de

Erasmus-tentoonstelling in de Centrale Biblio-

theek te Leuven, November-december 1986, onderredactie van Chr. Coppens et al (LeuvenUniversity Press, 1986) wordt ten onrechteover Querela Pacis gezegd, ‘De editio princeps

werd verzorgd door Dirk Martens in 1518’ (p.105). Verderop wordt de vroegste druk welcorrect toegeschreven (p. 162). Omdat dedruk van Froben naar de zin van Erasmus nietsnel genoeg vorderde, bezorgde hij ook aanMartens een exemplaar van het manuscript.Uiteindelijk verscheen de uitgave vanMartens een paar maanden na deze vanFroben, in maart-april 1518. De eersteNederlandse vertaling werd door Augustijnvan Hasselt in Wesel uitgegeven. Cf. deinleiding van Johanna J. M. Meyers inDesiderius Erasmus, De klacht van de vrede.Vertaald door Truus van Leeuwen.Rotterdam: Ad. Donker, 1986, pp. 7-18, hierp. 11. Augustijn van Hasselt was de leider vaneen nevenvestiging van Christoffel Plantijn.Cf. Paul Valkema Blouw, ‘Geheime activiteitenvan Plantin, 1555-1583’ in De Gulden Passer,vol. 73, 1995, pp. 5-36, hier p. 22. Anderevroege Nederlandse uitgaven volgden in1583 (Amsterdam) en 1616 (Rotterdam). Cf.Ferdinand Vander Haeghen, Bibliotheca

Erasmiana. Répertoire des Oeuvres d’ Erasme.Nieuwkoop: B. de Graaf, 1972 (reprint), p.166.

67. Collected Works, op. cit., vol. 27, p. 290.68. Klacht, op. cit. (citaat op achterkant). Bij de

herdruk in 2002 werd het citaat lichtelijkafgezwakt: ‘De klacht van de vrede blijft ... eenvan de mooiste teksten van devredesliteratuur’.

Page 19: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

19

69. De brief, van 6 december 1517, is in Engelsevertaling opgenomen in het voorwoord vanAlexander Grieve die deze uitgave naaraanleiding van de vierhonderdste verjaardagvan het boek verzorgde: The Complaint of Peace.London: Headley Bros., 1917, pp. XV-XVI(‘Quadricentennial Edition’).

70. Het kan niet verwonderen dat exemplaren vande eerste Franse vertaling van Klacht van de

Vrede uiterst zeldzaam zijn. Het boek, in Lyongedrukt, is alleen te vinden in HarvardUniversity (Houghton Library, sinds 1954) enin de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. Cf.James E. Walsh, ‘The Querela Pacis of Erasmus:the “Lost” French Translation’, in Harvard

Library Bulletin, vol. 17, no. 4, oktober 1969,pp. 374-384. Het exemplaar in Brussel werdgebruikt voor de facsimile die in 1978 doorEmile V. Telle verzorgd werd: Le Chevalier de

Berquin, La Complainte de la Paix [1525].Geneve : Librairie Droz. Hij verrijkte defacsimile (van ruim 100 pagina’s) met 300pagina’s noten en commentaar. Telle schrijftin zijn voorwoord : ‘Les erasmologues,jusqu’en 1969, étaient tous sûrs que latraduction de Berquin de la Querela Pacis étaitperdue … à jamais’ (p. 1 ; ‘Alle Erasmus-kenners waren er tot 1969 zeker van dat devertaling van Berquin van de Q.P. verlorenwas … voor altijd’). Voor een beknopte biografievan Louis de Berquin met een beschrijving vande verschillende processen tegen hem, envan zijn contacten met Erasmus, cf. hetlemma door Gordon Griffiths in Peter G.Bietenholz, ed., Contemporaries of Erasmus.

A Biographical Register of the Renaissance and

Reformation. Toronto: University of TorontoPress, vol. 1, 1985, pp. 135-140.

71. Elise Constantinescu Bagdat, La ‘Querela Pacis’

D’ Erasme (1517). (La Plainte de la Paix). Paris :Les Presses Universitaires de France, 1924,pp. 135-174. Dit was het eerste deel van haar‘Etudes D’ Histoire Pacifiste’.

72. Ibid., p. 131. In zijn recensie in de American

Journal of International Law (vol. 20, no. 1,January 1926, pp. 207-208) schreef Arthur D.Call: ‘When this scholarly book is translatedinto our own tongue, it will be widely readthroughout the English-speaking world. Thereason will be, not that we have no edition of

that remarkable work, The Complaint of Peace,in English, for there are a number of editionsavailable; rather because nowhere in English,or probably in any other language, is thereany such illuminating commentary upon theorigin of the work, upon its various editions,upon Erasmus’ ideas of war, or upon thehistorical and philosophical value of this earlysixteenth-century expression of the will toworld peace’.

73. Constantinescu Bagdat, op. cit. Ze maakt eenuitzondering voor de grote Engelse Erasmusexpert, P. S. Allen (p. 132).

74. Ibid., p. IX.75. Ibid., p. 132.76. Ibid., p. 133. Constantinescu Bagdat prijst ook

hogelijk andere vredesgeschriften vanErasmus. Ze schrijft over ‘la beauté’ van Oorlog

en karakteriseert Opvoeding als ‘le plus beau’van Erasmus’ politieke werken ‘dat ook van-daag nog een meesterwerk is van zowel moreleals sociale politiek’ (p. 79).

77. Zoals bekend was Erasmus een groot bewon-deraar van het beste van de klassieke Griekseen Romeinse oudheid en maakte hij bij deopbouw van zijn argumenten veel gebruik vande klassieke letterkunde (en tevens vanchristelijke bronnen). Ook hij stond op deschouders van voorgangers. Er hoeft nauwe-lijks op gewezen te worden dat ook in de oudeOosterse beschavingen er welbespraaktetegenstanders van oorlog en fervente strij-ders voor vrede te vinden zijn. De stem vanErasmus klinkt bijvoorbeeld luid in de ge-schriften van Mo-Ti (Mo-tzu, Mi tse) die decriminaliteit en futiliteit van oorlog sterkveroordeelde; de leegheid van militaireoverwinningen aantoonde; voortdurendberoep deed op de rede; en principes vanuniversele liefde verkondigde. Cf. Harold H.Rowley, ‘The Chinese Philosopher Mo-Ti’, inManchester University: Bulletin of the John

Rylands Library, vol. 31, no. 2, november 1948;Mo Ti, Gegen den Krieg en Solidaritaet und

allgemeine Menschenliebe (Duesseldorf: EugenDiederichs, 1975). Beide boeken werden uithet Chinees vertaald en bekommentarieerddoor Hedwig Schmidt-Glintzer. De pacifis-tische traditie in het oude China komt ook bijBart de Ligt ter sprake; cf. Vrede als Daad, op.

Page 20: Erasmus: Pionier van Vredesopvoeding en een Cultuur van Vrede · In 2017 was het vijfhonderd jaar geleden dat Erasmus Klacht van de Vrede publiceerde. Om die reden gaf het Comité

20

cit., vol. 1, pp. 49-65. ‘De uitvinding van devrede’ is waarlijk het werk van vele handen inverschillende culturen. Voor de hedendaagsetijd is het onweerlegbaar dat in dit werk eenfiguur boven alle andere uitsteekt: Gandhi –de belangrijkste vertegenwoordiger van zowelde filosofie als de praktijk van geweldloosheid.Richard B. Gregg, een van zijn vroegste enbeste volgelingen in de westerse wereld,noemt Gandhi ‘een grote sociale weten-schapper en sociale uitvinder’. Gandhi’swetenschappelijk-empirische benaderingkomt al tot uitdrukking in de titel van zijnautobiografie, My Experiments with Truth. Cf.Greggs bijdrage, ‘Gandhiji as a social scientistand social inventor’ in S. Radhakrishnan, ed.,Mahatma Gandhi. Essays and Reflections on his

Life and Work. London: George Allen & Unwin,1939, pp. 80-86. Gandhi was overtuigd van demogelijkheid tegenover de ‘wetenschap vanoorlog’ een ‘wetenschap van vrede’, een‘wetenschap van geweldloosheid’ te ontwik-kelen, en meer dan iemand anders droeg hijhieraan bij met de aantoning van de prakti-sche betekenis ervan. Meer over Gandhi’sgebruik van deze uitdrukkingen in RaghavanIyer, ed., The Moral and Political Writings of

Mahatma Gandhi. Oxford: Clarendon Press,1986, vol. 2, pp. 478, 487. Zie ook Gene Sharp,‘Gandhi’s Lessons for the Twenty-firstCentury’, in M. P. Mathai, M. S. John & Siby K.Joseph, eds., Meditations on Gandhi. New Delhi:Concept, 2002 (Gandhian Studies and PeaceResearch Series, vol. 19), pp. 63-75. Voor eenoverzicht van het ontstaan van het conceptvan een ‘wetenschap van de vrede’, cf. Petervan den Dungen, ‘Varieties of Peace Science:An Historical Note’, in Journal of Peace Science,vol. 2, no. 2, Spring 1977, pp. 239-257.

78. Ruyssen, op. cit., pp. 245-247.79. José Chapiro, Erasmus and Our Struggle for

Peace. Boston: Beacon Press, 1950.80. Ibid., p. 72.

Beginpagina van de eerste druk van Querela Pacis bij

Froben in Basel, december 1517

81. Ibid., p. 130. Voor een recente, originele ana-lyse zie Thomas Nauerth, Die Entdeckung der

Heimatlosigkeit des Friedens. Über die “Klage des

Friedens” (Querela Pacis) von Erasmus von Rotter-

dam. Dit is de tekst van een lezing tijdens deHochschuldialog in Halle/Saale in 2017; cf.www.academia.edu/33563176/Die_Entdeckung_der_Heimatlosigkeit_des_Friedens.

82. Volgens een behoorlijk aantal deskundigenhebben beide politieke leiders het interna-tionaal recht geschonden en moeten zijberecht worden als oorlogsmisdadiger. Ziebijvoorbeeld Francis A. Boyle, Destroying World

Order: U. S. Imperialism in the Middle East before

and after September 11th en Breaking all the

Rules: Palestine, Iraq, Iran and the Case for

Impeachment (Atlanta, GA: Clarity Press, resp.2004 & 2008).

***