EPS en geluid - Stybenex · Geluid kan gewenst zijn, maar ook storen en hinderen. In ver-band met...

18
LOGISCH PROCES: BOUWEN MET EPS. EPS en geluid TOEPASSINGEN ALS GELUIDSISOLATIE

Transcript of EPS en geluid - Stybenex · Geluid kan gewenst zijn, maar ook storen en hinderen. In ver-band met...

  • LOGISCH PROCES: BOUWEN MET EPS.

    EPSen geluid

    TOEPASSINGEN ALS

    GELUIDSISOLATIE

  • 1

    INHOUDSOPGAVE

    INLEIDING 3

    1. KENMERKEN, OORZAKEN EN EISEN 41.1. KENMERKEN VAN GELUID1.2. OORZAKEN VAN GELUIDSOVERLAST1.3. GELUIDSEISEN

    2. GELUIDSISOLATIE MET EPS 82.1. GEDRAG VAN EPS ALS ISOLATIE2.2. TYPEN GELUIDSISOLATIE-EISEN

    3. GELUIDSISOLERENDE TOEPASSINGEN MET EPS 113.1. GELUIDSISOLATIE VLAKKE DAKEN3.2. GELUIDSISOLATIE HELLENDE DAKEN3.3. GELUIDSISOLATIE GEVELS3.4. GELUIDSISOLATIE VLOEREN

    4. NORMEN EN RICHTLIJNEN 154.1. CONSEQUENTIES4.2. NORMEN EN PRAKTIJKRICHTLIJNEN

    5. CONCLUSIE 16

    REFERENTIES 16

    LIJST VAN AFKORTINGEN 16

  • GELUIDSEISEN

    Geluidseisen zijn onder te verdelenin eisen ten aanzien van de luchtge-luidsisolatie, contactgeluidsisolatie,geluidswering van de gevel eninstallatiegeluid. Op een aantalpunten zijn deze verschillendesoorten geluidsisolatie van elkaarafhankelijk, maar in veel gevallenkunnen ze onafhankelijk van elkaarworden beschouwd [ref 1].

    De gebruikers van gebouwen, be-woners maar ook kantoorpersoneel,stellen steeds hogere eisen aan degeluidsisolatie. Voor een deelneemt de overheid deze mee in deontwikkeling van nieuwe regelge-ving. Sinds begin van de tachtigerjaren zijn de eisen in de Woning-wet aan de luchtgeluidsisolatie met3 tot 4 dB aangescherpt [ref 2; ref 3].Door klachten en opleveringscon-troles van onafhankelijke institutenzorgen bewoners dat de eisen daad-werkelijk gerealiseerd worden.

    De ontwikkelingen die in het kadervan Duurzaam Bouwen spelen zijnin dit verband ook belangrijk metde nadruk op woningen in denieuwbouw. Sociale woningbouwmaakt meer en meer plaats voor devrije sector woningbouw, met daar-aan gekoppelde hogere eisen vankopers. Deze eisen kunnen contrac-tueel (privaatrechtelijk) wordenovereengekomen. Er is een duidelij-ke trend waarneembaar waarbij deluchtgeluidsisolatie-eis 5 dB hoger

    wordt gelegd dan het Bouwbesluiteist en de contactgeluidsisolatiezelfs 10 dB hoger. In Vinex-lokatieszijn deze eisen in convenanten nietongebruikelijk. In het ‘Nationaalpakket Duurzaam Bouwen’ wordendeze hogere eisen als aanbevelinggenoemd en er wordt sterk aangedacht deze om te zetten als ‘eenvaste maatregel’.

    Vergeleken met jaren geleden zijnde eisen aan lucht- en contactge-luidsisolatie in dit marktsegmentvan de nieuwbouw met 10 dB ver-hoogd. Dat heeft ingrijpende gevol-gen voor de bouwsystemen die wor-den toegepast. Er moet zwaardergebouwd worden. En bovengenoemdniveau van isolatie (Ilu;k = + 5 dB) ishet maximum niveau dat met mas-sieve, zware wanden mogelijk is,zodat meer en meer spouwcon-structies moeten worden toegepast.

    Voor de geluidswering van de gevelen voor installatiegeluid is de aan-scherping van de eisen mindergeweest, omdat de huidige eisenniet erg ter discussie staan.Installatiegeluid (uit standleidingenen gebruik van toilet en bad) heefteen hoge hinderscore, maar daar ismoeilijk greep op te krijgen omdathet namelijk moeilijk te controlerenis met metingen.

    Met de geluidswering van gevels isdaarentegen veel ervaring opge-daan. De prestatie is goed meet-baar. De problemen liggen hier

    meestal in de sfeer van detailleringen uitvoering.

    Er is daarbij onderscheid te makentussen:

    • geluidstechnisch niet kritischesituaties, bijvoorbeeld een platdakof een gevelspouw;

    • kritische situaties met eisen,waarbij bouwdelen met massaaanwezig zijn, bijvoorbeeld eensteenachtige zwevende dekvloerop een steenachtige draagvloer;

    • kritische situaties met eisen,waarbij lichte spouwconstructiesworden toegepast, bijvoorbeeld indakconstructies voor een pannen-dak.

    INFORMATIEBELEID EPS-INDUSTRIE.

    Dit katern ‘EPS en geluid’ geeft eenoverzicht van de aspecten verbon-den met de toepassing van EPS-bouwproducten waarbij geluidsei-sen gesteld zijn. In algemene zinkomen ook de materiaaleigenschap-pen van EPS aan bod en hun invloedop de geluidsisolatie. De besprokentoepassingen zijn in de bouwprak-tijk onderzocht en gemeten engegeven met toepassingsvoorwaar-den en verwerkingsvoorschriften.Het doel van dit katern is opdracht-gevers, architecten, aannemers enregelgevende instanties in staat testellen een gefundeerd oordeel tevormen over de mogelijkheden vanEPS in constructies waaraangeluidseisen zijn gesteld.

    3

    INLEIDING

    Geluid kan gewenst zijn, maar ook storen en hinderen. In ver-band met de volksgezondheid stelt het Bouwbesluit eisen aan degeluidsisolatie tussen en binnen woningen, maar ook aan gevelsen daken. Bij kantoren stelt dit besluit ook publiekrechtelijkeeisen, maar het beperkt zich tot de geluidsisolatie naar anderegebouwen en, ook hier, de gevel. Behalve aan de reductie vangeluid tussen ruimten stelt het Bouwbesluit eisen aan maximalegeluidsniveaus, bijvoorbeeld van sanitair, liften en ventilatie-units. Deze eisen (woningbouw, kantoren, logiesgebouwen) zijnnormaal te noemen. Daarnaast legt de Milieuwet voor horeca,theaters etc. zwaardere eisen op aan de geluidsisolatie naar deomgeving. Hiervoor zijn heel specifieke bouwkundige maatrege-len nodig. Dit katern ‘EPS en geluid’ geeft informatie over degeluidsaspecten van het bouwen en isoleren met EPS en maaktdeel uit van het ‘Witboek EPS in de Bouw, Informatie voorBouwprofessionals’.

  • 1.1. KENMERKEN VAN GELUID

    Als gemeenschappelijk kenmerkvan geluid geldt dat bij de ontvan-ger van geluid de trillingen in hetgebouw eerst in luchtgeluid moetenworden omgezet, voordat die trillin-gen als geluid worden waargeno-men. De metingen worden aan deontvangzijde daarom met eengeluidsdrukniveaumeter verricht,die de luchtdrukvariaties van geluidregistreert.

    Aan de bronzijde worden verschil-lende geluidsbronnen gebruikt, alnaar gelang de aard van het geluid.Voor het meten van de geluidsisola-tie voor stemmen en muziek wor-den als bron een versterker en luid-sprekerbox gebruikt. Hiermeewordt in het zendvertrek ruisachtiggeluid opgewekt. Dezelfde verster-ker en luidspreker worden ookgebruikt voor meting van de geluids-

    wering van de gevel. De versterker-installatie wordt dan buiten opge-steld.

    Voor contactgeluidmetingen wordteen hamerapparaat gebruikt. Ditgestandaardiseerde apparaat laat inhoog tempo messing blokken over

    een afstand van ca. 40 mm in vrijeval op de vloer vallen. De eisen aan lucht- en contactge-luid en aan de geluidswering vande gevel zijn in de vorm van eenreductie van het geluidsdrukniveaugesteld.

    Bij installatiegeluid gelden de eisenaan het geluidsdrukniveau dat doorde aanwezige installaties wordtopgewekt. De toegestane geluidsni-veaus zijn daarbij erg laag en daar-door moeilijk te meten. Vaak komtvoor het uitvoeren van metingenalleen de nachtperiode in aanmer-king, soms zelfs alleen in het week-end.

    De eisen aan de geluidsisolatie lij-ken soms overdreven zwaar, omdatbijna elke woning één of meerslaapkamers heeft waar het geluids-niveau ’s nachts gedurende langeperioden niet boven 15 dB(A) uit-

    komt. Dit geldt zelfs in hartjeAmsterdam waar het op binnenter-reinen ’s nachts vaak heel stil is.Geluidsniveaus van 20 tot 25 dB(A)buiten zijn geen uitzondering. Het al of niet optreden van geluids-hinder is erg moeilijk te beoorde-len. De geluidsisolatie zoals die door

    het Bouwbesluit, maar ook door deMilieuvergunningen, wordengeëist, zijn lang niet altijd in staatgeluidshinder te voorkomen.Daarbij komt dat onze oren zeergoed in staat zijn geluiden te her-kennen, ook als deze gemaskeerdworden door andere geluiden. Terillustratie is in figuur 1 de relatiegegeven tussen het percentage dathinder ondervindt afhankelijk vande gemeten geluidisolatie tussenwoningen. Bij het door het Bouw-besluit geëiste niveau van Ilu;k = 0dB ondervindt dus ca. 20% van deondervraagde personen een zekeremate van geluidshinder [ref 4].

    Er bestaat kortom geen reden deeisen aan de geluidsisolatie alsoverdreven zwaar te kenmerken.Integendeel. Er is alle reden degeluidsisolatie tussen woningen enkantoorgebouwen binnen de prakti-sche mogelijkheden zo hoog moge-lijk te maken. Het Bouwbesluitgeeft een ondergrens. Daarbovenbepalen bouwkundige mogelijkhe-den en financiële middelen of meergeluidsisolatie mogelijk is.

    1.2. OORZAKEN VAN GELUIDS-OVERLAST

    De geluidsisolatie tussen woningen,kantoorgebouwen of van binnen-wanden kan op veel manieren ver-beterd worden. Sommige mogelijk-heden zijn alleen in een industriëleomgeving toe te passen, waarbijeen grote herhaling en nauwkeuri-ge uitvoering mogelijk zijn. Auto’sworden steeds stiller. Vliegtuigenzijn binnen opvallend stil in ver-houding tot buiten! In beide geval-len wordt in een industriële omge-ving een gevarieerde reeks vanmaatregelen toegepast. In de bouw-praktijk ligt dit anders. Zolang debouw zijn huidige ambachtelijkkarakter blijft behouden, komenhier alleen eenvoudige methodesen maatregelen in aanmerking.

    Twee methoden zijn vrij algemeenbekend. Dit zijn het verzwaren vanconstructies en toepassing van(ankerloze) spouwconstructies. Ditzijn de twee basisprincipes waaropin de bouw bijna alle maatregelenteruggevoerd kunnen worden.

    4

    1. KENMERKEN, OORZAKEN EN EISEN

    De aard van de geluidseisen varieert sterk. Het is daarbij gebrui-kelijk een onderscheid te maken in geluidseisen naar de bronvan dat geluid en de wijze waarop dat geluid wordt overgedragen.

    1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

    40

    30

    20

    50%

    25%

    10%

    5%

    kwaliteitsklasse

    toel

    aatb

    aar

    nive

    au d

    B(A

    )

    luchtgeluid, contactgeluid, installatiegeluid

    gehinderden

    Fig.1: Geluidsisolatie en geluidshinder.

  • De geluidsgedempte ventilatiesleu-ven (suskasten) in de gevel en dedempers in ventilatiekanalen vor-men hierop een uitzondering. Dezeworden dan ook industrieel vervaar-digd.

    Bij installaties kan flexibele beves-tiging als derde maatregel wordentoegevoegd, Met flexibele bevesti-ging kan het trillingsniveau wordenbeperkt dat vanuit de leidingen enapparaten (ook van de toiletpot,stortbak en het bad) aan de bouw-kundige constructie wordt doorge-geven.

    Ter verduidelijking van het effectvan de genoemde maatregelen ishet nodig een opdeling te van deoorzaken van geluidsoverlast (zie tabel 1).

    Drie onderdelen worden vervolgensbehandeld:

    • de bronzijde: op welke wijze ont-staan trillingen in de (hoofd) con-structie;

    • de overdracht: op welke wijzeplanten trillingen zich voort ineen constructie en wat is hier aante doen;

    • de ontvangzijde: welke eigen-schappen bepalen de omzettingvan trillingen in de constructie inhet luchtgeluid, dat met de orenwordt waargenomen.

    1.2.1. BRONZIJDEDe geluidsbron kan sterk variëren(zie figuren 2, 3 en 4). Er zijn ech-ter twee soorten te onderscheiden:a) de bouwkundige constructiewordt door trillingen in de luchtaangestoten en gaat op zijn beurtmeetrillen;b) de bouwkundige constructiewordt mechanisch in trillinggebracht, zoals bij loopgeluiden.Veel bronnen van installatiegeluidvallen ook in deze groep; bijvoor-beeld standleidingen, waterleidin-gen en het gebruik van toilet enbad.

    Het gebruik van EPS-bouwproduc-ten heeft vrijwel nooit invloed ophet ontstaan van geluid. Het tril-lingniveau is dus alleen te beperkendoor de constructie zwaarder uit tevoeren of door trillende leidingenen apparaten op relatief zwareondersteuningen te bevestigen.

    Heel effectief is bij voorbeeldstandleidingen alleen ter plaatsevan vloervelden aan de bouwkundi-ge constructie te bevestigen, bijvoorkeur ook nog trilling-geïso-leerd. In het algemeen zijn bouw-delen met EPS door hun geringegewicht minder geschikt om leidin-gen en andere trillende apparatenaan te bevestigen.

    Zwevende dekvoeren vormen eenbelangrijke bronmaatregel waarbijgeëlastificeerd EPS (EPS-TK) zeergoed gebruikt kan worden. Daarbijmoeten de dragende vloer en dezwevende vloer wel beide voldoendezwaar zijn. De tussenlaag van EPS-TK ontkoppelt de zwevende dek-vloer van de dragende vloer. De tril-lingen in de dekvloer kunnen daar-door alleen sterk gedempt in dedragende vloer doordingen. Ditwordt verderop in dit katern toege-licht.

    5

    Bron Geluidoverdracht Geluideis Symbool

    stemmen, muziek, televisie ventilatiegeluid en overspraak via ventilatiesysteem

    loopgeluiden, schuiven van stoelen

    van buiten: auto's, treinen, vliegtuigen, industrie sanitair: toe- en afvoer van water maar ook het gebruik liften

    hydrofoor, pompen

    direct via de bouwkundige scheiding en indirect door trillingen via andere bouwdelen via rooster en kanalen

    direct via de vloer (flats) of indirect door trillingoverdracht via bouwknopen en andere bouwdelen via de gevel, speciaal het glas, panelen, deuren en via de ventilatiesleuven overdracht via trillingen naar andere bouwdelen

    overdracht via trillingen

    overdracht via trillingen maar ook als luchtgeluid

    karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluid karakteristieke isolatie- index voor luchtgeluid en karakteristiek geluidniveauvan installaties isolatie-index voor contactgeluid

    karakteristiek geluidwering van de gevel (uitwendige scheidingsconstructie) karakteristiek geluidniveau van installaties

    karakteristiek geluidniveau van installaties karakteristiek geluidniveau van installaties

    Ilu;k

    Ilu;k en LI:A;k

    Ico

    GA;k

    LI;A;k

    LI;A;k

    LI;A;k

    Tabel 1: Kenmerken en eisen aan geluidsisolatie.

    Fig. 2: Interne geluidsbron.

    Fig. 3: Installatie geluid.

    Fig. 4: Externe geluidsbron.

  • 1.2.2. DE OVERDRACHTTrillingen worden via bouwknopenvan het ene naar het andere bouw-deel doorgegeven. De detailleringen de uitvoering van de bouwknoopbepaalt in welke mate dit gebeurt.Van invloed zijn de verhouding vande massa’s van de aansluitendebouwdelen, het type knoop (T-vor-mig of een kruisverbinding) en demechanische ontkoppeling tussenknoop en bouwdeel (zie figuur 5).In de praktijk wordt bijvoorbeeldEPS toegepast als ontkoppeling tus-sen de zijkant van de begane grond-vloer en de woningscheidendewand. (stroken van 10-20 mm dik).De beste bijdrage levert EPS aan deontkoppeling, indien de bouwdelenvrij zwaar zijn (minimaal 250 kg/m2).

    Over begane-grondvloeren kan wor-den opgemerkt dat de thermischeisolatie onder de vloer akoestischgeen functie heeft, omdat de vloe-ren met nokken of ribben op defundering liggen en de trillings-overdracht in hoofdzaak dus doordeze oplegging bepaald wordt.

    Overdracht is ook mogelijk viatransmissie in de luchtspouwen inconstructies. De belangrijkste zijndaarbij de gevelspouw en de dak-spouw.

    In combinatie met steenachtigebinnenspouwbladen van 175-200kg/m2 (kalkzandsteen, beton) isEPS probleemloos als spouwisolatietoepasbaar. De zware spouwbladenzorgen voor een voldoende basis-isolatie waardoor de eventuelegeluidsabsorberende werking vaneen spouwvulling geen relevantebijdrage geeft aan de geluidsisola-tie. Bij lichte, houten binnenspouw-bladen past echter voorzichtigheid;in combinatie met aanvullendemaatregelen kan ook dan EPS in degevelspouw worden toegepast.

    Houten binnenspouwbladen in degevel zijn goed vergelijkbaar metonderdakconstructies als dakele-menten of doosdakconstructies. Bijpannendaken is bij dakelementenmet EPS-kern, ribpanelen of sand-wich-elementen, een barrière in dedakspouw nodig. Deze barrièreonderdrukt de geluidsoverdrachtvan de ene naar de andere woning

    via de dakspouw door middel vanabsorptie. In combinatie met eenonderbreking in de gevelspouw terplaatse van de woningscheidingkunnen dus EPS-binnenspouw-bladen worden toegepast.

    1.2.3. DE ONTVANGZIJDEAan de ontvangzijde worden geluids-trilling in constructies omgezet inluchttrillingen; deze worden alsgeluid met het oor waargenomen.Deze omzetting gebeurt niet altijd

    even efficiënt. Dit is niet alleenafhankelijk van de materialen en dedikte, maar ook van het aanwezigestijl- en regelwerk, de omliggendebouwdelen en de montage. Daar-naast blijkt de efficiency van degeluidsafstraling sterk afhankelijkvan de frequentie te zijn. Elk mate-riaal heeft een frequentie (de grens-frequentie) waarboven de geluidsaf-straling met maximaal rendementplaatsvindt.Het is dus van belang materialen tekiezen die een hoge grens-frequen-tie hebben. Hiervoor moet hetmateriaal buigslap zijn. Alleendunne (plaat) materialen op stijl- enregelwerk zijn voldoende buigslap.Het nadeel van de geringe opper-vlakte-massa van dergelijke wandenkan gecompenseerd worden doorde toepassing van een spouwcon-structie. Voorbeelden waarbij dit effect goedwordt gebruikt zijn de binnenwan-den in kantoren en de samengestel-de wanden van gips(vezel)plaat opstijl- en regelwerk tussen slaapka-mers in de woningbouw, woning-scheidende wanden in de hout-skeletbouw en de buigslappe voor-

    zetwand. Massieve, zware dragendewanden zijn zeer buigstijf en moe-ten dus de geringe geluidsisolatiecompenseren met hun massa, endat resulteert in woningscheidendeconstructies met een massa van 550- 600 kg/m2. Ook binnenwandenvan gipsblokken of cellenbeton zijnbuigstijf te noemen en moeten hetdus ook van hun massa hebben.

    Samengestelde EPS-bouwproductenals dakelementen, zijn vrij stijf en

    ook licht. Behalve de ribben draagtook de EPS-kern bij aan de stijfheidvan het element, een akoestisch na-deel. Deze elementen vallen dus watakoestisch gedrag betreft tussenbeide groepen in. Met aanvullendemaatregelen is echter eenvoudigaan de gestelde eisen te voldoen.

    1.3. GELUIDSEISEN

    In de inleiding is hierover al heteen en ander opgemerkt.Afhankelijk van de invalshoek heb-ben een groot aantal betrokkenenmin of meer formele standpuntenten aanzien van geluidseisen inge-nomen. Hieronder volgt eenbeknopt overzicht:

    1.3.1. CENTRALE OVERHEIDMet de eisen in het Bouwbesluit uitde Woningwet legt de overheid eenminimale kwaliteit dwingend op.De eisen zijn gebaseerd op beper-king van hinder. Voor woningbouwzijn op korte termijn geen grotewijzigingen op het gebied vangeluidseisen te verwachten. Ook tenaanzien van normen en (praktijk)-

    6

    Fig.5: Geluidsoverdracht.

  • richtlijnen trekt de overheid zichsteeds verder terug en stelt zich ophet standpunt dat dit door de parti-culiere sector geregeld moet wor-den. In het kader van DuurzaamBouwen is wel sprake van een ver-zwaring van geluidseisen, speciaalde lucht- en contactgeluidsisolatie[ref 5]. In het ‘Nationaal pakketDuurzaam Bouwen’ is hiervoor eenaanbeveling opgenomen. Op den duur zal dit wellicht in eeneen vaste maatregel omgezet wor-den. Over het niveau van deze eisenbestaan een grote mate van consen-sus met belangengroepen van bur-gers zoals de Nederlandse StichtingGeluidshinder (NSG), adviseurs ende overheid. De eis voor luchtge-luidsisolatie tussen verblijfsruimtenen gebieden in verschillendewoningen wordt dan met 5 dB ver-hoogd tot Ilu;k = + 5 dB. De eis voorcontactgeluidsisolatie wordt dan ver-hoogd tot tenminste Ico = + 10 dB.

    Naast de Woningwet zijn voor hetgeluid nog twee wetten van belang;te weten de Wet Geluidshinder ende Wet Milieubeheer. Voor beidewetten zijn momenteel belangrijkeherzieningen in voorbereiding. Vrij zeker is dan dat voor vliegver-keer een andere hindermaat wordtingevoerd. Momenteel wordt hier-voor de Kosten-eenheid (Ke) gehan-teerd. Met behulp van een tabel inhet Bouwbesluit is deze eenheidvoor de geluidsbelasting van vlieg-verkeer gekoppeld aan de karak-teristieke geluidswering van degevel GA;k. Ook is er sprake van éénmaat voor de geluidsbelasting vanverschillende geluidsbronnen.Momenteel gelden nog getalsmatigverschillende eisen, bijvoorbeeldvoor lucht-, weg- en railverkeer. Hetlaat zich nu aanzien dat deze wijzi-gingen in de gehanteerde eenhedengeen (grote) bouwkundige gevolgenhebben.

    1.3.2. LAGERE OVERHEDENIn de publiekrechterlijke sfeermogen gemeenten niet afwijkenvan de eisen in het Bouwbesluit. Inprivaatrechterlijke sfeer en bij con-venanten (Vinex-lokaties) is dit welmogelijk en worden regelmatighogere eisen gesteld. Gebruikelijkzijn de hiervoor genoemde eisen:Ilu;k = + 5 dB en Ico = + 10 dB.

    In het kader van de MDW-operatie(Marktwerking, Deregulering enWetgevingskwaliteit) worden veelbevoegdheden in het kader van deWet Geluidshinder overgeheveldnaar de gemeenten. Het ziet ernaaruit dat de gemeenten de mogelijk-heid krijgen het akoestisch klimaatin gebieden te bestemmen (horeca,stilte-gebieden). Landelijk gezienzullen er daarbij vangnet-bepalin-gen komen, indien de betreffendegemeente niets regelt. Het Bouw-besluit is zodanig geformuleerd datin woningen door lawaai van buiteneen maximaal geluidsniveau nietoverschreden mag worden. Doorbuiten op straat hogere geluids-niveaus toe te staan, gaan voormeer woningen hogere eisen aande geluidswering van gevels gelden.En dit heeft weer bouwkundigegevolgen voor de geluidswering vande gevel.

    1.3.3. GARANTIE INSTITUUTWONINGBOUW Dit instituut opereert als waarborgvoor het afbouwen van woningenen het voldoen aan de wettelijkeeisen. Teneinde de risico’s van eenonvoldoende geluidsisolatie tebeperken zijn richtlijnen opgeno-men voor constructies waarmee vol-doende geluidsisolatie mogelijk is.Het uitgangspunt is dat het gemid-delde van de gerealiseerde geluids-isolatie ruim aan de eisen moet vol-doen, teneinde de spreiding van degeluidisolatie op te vangen. Dezespreiding is opgebouwd uit factorenals beperkte meetnauwkeurigheid,variatie in uitvoering en detailleringen de woningplattegrond. Dit heeft ertoe geleid dat op gemid-deld Ilu;k = + 2 dB moet worden ont-worpen om in de praktijk de waar-de 0 dB te halen! In de loop van de

    jaren is door het GIW op deze wijzehet aantal klachten over geluidsiso-latie sterk teruggedrongen.

    1.3.4. NEDERLANDSE STICH-TING GELUIDSHINDERAls belangenvereniging van particu-lieren propageert het NSG geluids-eisen zoals die eerder bij de over-heid in het kader van DuurzaamBouwen zijn genoemd. Voor deNSG vormt dit het minimale niveauvan eisen en de Stichting pleit voor(nog) hogere eisen, met name aanhet contactgeluid.

    1.3.5. NEDERLANDS NORMALI-SATIE INSTITUUTMet de introductie van het begrip‘comfortklasse’ in kleinere kring,waaronder de normcommissies vanhet NNI, is een aanzet gegevenvoor een diversificatie van de eisen.Er is sprake van kwaliteitseisenwaarbij meerdere niveaus wordenonderscheiden. Er wordt daarbijook gedacht aan een soort keur-merk voor woningen op het gebiedvan geluidseigenschappen.

    1.3.6. STANDPUNT STYBENEXAfhankelijk van de constructie dra-gen EPS-bouwproducten bij aan degeluidsisolatie van het gebouw en/of de constructie. In samengesteldeconstructies wordt EPS zonder pro-blemen toegepast, indien er vol-doende massa is zoals bij steenach-tige spouwbladen of er moeten ont-koppelde spouwbladen in de con-structie aanwezig zijn. Soms moe-ten, doordat EPS bouwproducten zolicht van gewicht zijn, aanvullendedetaillering en verwerkingsinstruc-ties in acht worden genomen. Eenzeer grote bijdrage aan de geluids-isolatie wordt door de kwaliteitEPS-TK geleverd indien toegepastals verende tussenlaag onder eenzwevende steenachtige dekvloer. Bijgoede uitvoering doet dit type nietonder voor andere isolatiemateria-len. Iedere toepassing van EPS ver-dient altijd een zorgvuldige beoor-deling op die aspecten waarvooreisen worden gesteld. Dat kan bij-voorbeeld aan de hand van KOMO-kwaliteitsverklaringen. Indien hetbijzondere toepassingen betreft, dandient de hulp van een akoestischadviseur te worden ingeschakeld.

    7

  • 2.1. GEDRAG VAN EPS ALS ISOLATIE

    In het algemeen wordt de geluids-isolatie van constructies met EPSbepaald door de toevoegingen, zoalshet plaatmateriaal als huid vansandwich- of ribelementen of desteenachtige spouwbladen in gevels.Sandwichelementen hebben meer-waarde ten opzichte van even zwaremassieve platen. De stijve kern insandwich- of ribelementen maaktde constructie stijver en heeft daar-om akoestische voordelen. In com-binatie met de massa van de huidtreedt een massa-veer resonantie op.Bij de gangbare sandwichconstruc-ties varieert deze tussen ca. 250 en600 Hz. Dit is midden in het fre-quentiegebied van 100-2500 Hz datvoor de geluidsisolatie bepalend is.Het resultaat is dat een sandwichelement met EPS-kern in de hogefrequenties zeer goed het geluidisoleert, relatief slecht in de mid-dentonen presteert en voor zijnmassa gebruikelijk minder in delage frequenties (figuur 5).

    Het bovenstaande komt bijvoor-beeld bij enkelvoudige constructiestot uiting, zoals bij gevelsluitendepanelen. Ook bij buitengevelisolatieop een steenachtig ondergrondtreedt dit effect op, maar meestalzorgt de steenachtige gevel voor vol-doende basisisolatie, zodat de totaleprestatie (geluidswering van degevel, geluidsisolatie tussen wonin-gen) voldoet. Dit is dan vergelijk-baar met buitengevelisolatiebestaande uit anorganische vezels(harde persing) en een groot aantalbevestigingspunten ten behoevevan de sterkte van de stuclaag.

    De mogelijkheden van een spouw-constructie zijn echter niet onbe-perkt. Spouwmuren met spouwbla-den van EPS-bouwproducten zijn inhet algemeen niet aan te bevelenals woningscheidende wand. Ditgeldt ook voor het aanbrengen vanEPS in de spouw van een woning-scheidende spouwmuur. De basis-constructies hebben vaak onvol-doende reserve om de nadeligeeffecten van het EPS op de geluids-isolatie te compenseren.

    Een dubbelschalige constructie heeftmeer mogelijkheden omdat bovende resonantiefrequentie een akoesti-sche verbetering ontstaat door deontkoppeling van spouwbladen. Inveel gevallen is die verbetering inhet middenfrequentiegebied van300-1000 Hz het grootst. Een goedvoorbeeld vormt de wering tegengeluid van buiten het pannendak.

    Verder is het mogelijk spouw-absorptie aan te brengen bijvoor-beeld bij de geluidsisolatie tussenwoningen door de spouw met eenbarrière te blokkeren.

    Kortom, in veel gevallen is metbeperkte geluidsisolatie in eenbepaald frequentiegebied goed televen en kan aan de eisen in hetBouwbesluit worden voldaan metsoms aanvullende maatregelen diemeestal praktisch goed zijn uit tevoeren.

    Op het moment dat zwaardereeisen gesteld worden, dient men deKOMO-Attesten-met-productcertifi-caat te raadplegen. In incidentelegevallen moet een akoestisch advi-seur ingeschakeld worden.

    2.2. TYPEN GELUIDSISOLATIE-EISEN

    Het Bouwbesluit kent eisen aan delucht- en contactgeluidsisolatie tus-sen woningen, aan installatiegeluiden aan de geluidswering van degevel. De akoestische prestatiewordt zelden door één enkel bouw-deel bepaald, maar meestal zijnmeerdere bouwdelen en/of bouw-knopen van belang.

    2.2.1. BESCHERMING TEGEN GELUID VAN BUITENWeg-, railverkeer en industrielawaai

    De prestatie-eis uit het Bouwbesluit(zie art 22, 194, 241 en 264) is aan-geduid met de karakteristieke geluids-wering van de gevel GA;k en er wordtvoor bedrijfsruimten en -gebiedeneen minimale waarde van GA;k =20dB(A) voor het standaard refe-rentiespectrum voor omgevingsge-luid geëist. De aard van de geluids-belasting moet vermeld zijn. Het isgebruikelijk alleen afwijkende spec-tra aan te geven bij rail- en vliegver-keer of industrielawaai [ref 2].

    Als gevolg van allerlei ontheffing-en overgangsregelingen kan de ver-eiste geluidswering van de gevelsterk variëren. Dit wordt veelalgeregeld in de Wet geluidshinderen wordt verder hier niet bespro-ken. Evenzo geldt dit ook voor sane-ring van woningen in het kader vandeze Wet.

    Er is daarbij een groot verschil inhet aandeel lage tonen in geluidvan wegverkeer en railverkeer (veelgroter in het wegverkeer). Veelgevelpaneelconstructies en pannen-dakconstructies isoleren de lagetonen niet erg goed en zijn daar-door beter in staat railverkeer teisoleren, tot 7 dB(A)!

    Het Bouwbesluit eist hogere ge-luidswering, als de geluidsbelastinghoger is en dus het verschil meerdan 20 dB(A) bedraagt. Maximale binnenniveaus variërentussen 30 en 45 dB(A). Bij nieuw-bouw is 35 dB(A) gebruikelijk, bijkantoren 40 dB(A).

    De geluidsbelasting voor wegverkeerkan voor nieuwbouw oplopen tot

    8

    2. GELUIDSISOLATIE MET EPS

    EPS heeft door z’n gesloten structuur weinig geluidsabsorbtie.EPS is ook licht van gewicht en voegt dus weinig massa toe aaneen constructie. Beide kenmerken kunnen akoestisch echter ookgeen kwaad, mits de toepassingsvoorwaarden en verwerkings-voorschriften in acht worden genomen. De elasticiteit van EPSin het geval van geëlastificeerd EPS (EPS-TK) kan zeer nuttigworden gebruikt en kan in combinatie met zware materialenakoestisch zeer goede prestaties opleveren als het om contactge-luidsisolatie gaat. In combinatie met lichte materialen zoalsplaatmaterialen moet EPS met zorg worden toegepast. In de vol-gende paragrafen wordt dit verder uitgewerkt.

  • 70 dB(A). De maximale eis aan degeluidswering van gevels van nieuw-bouwwoningen bedraagt daarom 35 dB(A). En voor speciale ruimtenzoals leslokalen en spreekkamersvan artsen/therapeuten is de maxi-male eis voor geluidswering nog 5 dB(A) hoger en bedraagt dus 40 dB(A).

    Omdat metingen van de geluidswe-ring van de gevel pas bij opleveringmogelijk zijn en het betreffendeGemeentelijke Bouw- en Woning-toezicht bij de aanvraag van debouwvergunning moet beslissen ofde vereiste geluidswering welbereikt zal kunnen worden, is hetgebruikelijk bij de aanvraag van debouwvergunning berekeningen vande geluidswering te overleggen. Bij deze berekeningen worden veelmeetgegevens uit laboratoriagebruikt (panelen en gevels) envoor pannendaken wordt meestalgebruik gemaakt van meetgegevensdie in de praktijk zijn verkregen en

    die vermeld staan in KOMO-Attesten.

    Om de minimale geluidswering vanverblijfsruimten GA;k van 20 dB(A)te bereiken zijn geen ingrijpendemaatregelen nodig. Er zijn weinigbouwproducten of gevelconstructiesmet een EPS-kern, waarmee dezeeis niet bereikt kan worden. Vanafca. 23 dB(A) geluidswering zijnmaatregelen nodig met beglazing,suskasten en panelen. Boven ca. 30dB(A) zijn panelen met EPS nietmeer toepasbaar zonder specifieketoevoegingen zoals een verlaagdplafond.VliegtuiglawaaiDe vereiste geluidswering vangevels tegen vliegtuiglawaai wordtniet bepaald door het verschil tus-sen de geluidsbelasting en het bin-nenniveau. Dit komt door de groot-heid waarin de geluidsbelasting vanvliegverkeer wordt uitgedrukt, deKosten-eenheid Ke. Deze is nietdirect gerelateerd aan de optreden-

    de geluidsniveaus voor de gevel. Deeisen bij vliegverkeer zijn bouw-kundig gezien vaak zwaarder danvoor weg-, railverkeer of industrie-lawaai, omdat alle gevels wordenbeschouwd, dus ook achtergevelsen platte daken.

    2.2.2. GELUIDSWERING TUSSEN RUIMTEN Het Bouwbesluit stelt in art. 24,196 en 267 eisen aan de karakteris-tieke isolatie-index voor luchtgeluidIlu;k. Oorspronkelijk was het de be-doeling dat deze grootheid onafhan-kelijk van de indeling van ruimtenzou zijn. Echter in de praktijk is erde invloed van flankerende trans-missie op de geluidsisolatie, trans-missie via die bouwdelen, die nietde directe scheiding vormen tussen twee vertrekken, zoals de beganegrondvloer, de binnenwanden, hetpannendak en, afhankelijk van dedetaillering, de gevel (zie figuur 6).De invloed van de woningplatte-grond op de karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluid Ilu;k veroor-zaakt een variatie van ca. 2 dB in deprestatie. Dit komt nog bovenop devariatie ten gevolge van de meet-nauwkeurigheid en uitvoeringsver-schillen [ref 2].

    Naast de isolatie voor luchtgeluidstelt het Bouwbesluit eisen aan deisolatie voor contactgeluiden, metname van vloeren en trappen.Hiervoor wordt de isolatie-indexvoor contactgeluid gebruikt, de Ico.Getalsmatig is de eis aan de con-tactgeluidsisolatie steeds gelijk aandie voor luchtgeluid.

    9Fig.6: Flankerende geluidsoverdracht.

  • Het Bouwbesluit maakt bij de eisenonderscheid naar de aard van hetontvangvertrek: is het een verblijfs-gebied of ligt de ruimte juist niet ineen verblijfsgebied.

    Als de ontvangzijde een verblijfge-bied vormt, dient de karakteristiekeisolatie-index voor luchtgeluid Ilu;kvanuit een ander gebouw, woningof besloten ruimte tenminste 0 dBte zijn. Als de ontvangruimte geenonderdeel van een verblijfsgebiedis, geldt een minder zware eis: Ilu;k ten minste - 5 dB.

    Een consequentie van de eisen is, dat ook tussen een besloten verkeersruimte en een kamer (verblijfsruimte) ten minste Ilu;k = 0 dB bereikt moet worden.

    Behalve tussen woningen stelt hetBouwbesluit eisen aan de geluids-isolatie tussen kamers en verblijfs-gebieden binnen een woning. Hierwordt tenminste Ilu;k = - 20 dB ver-eist. Deze eis is van toepassing tus-sen kamers op dezelfde verdiepingen tussen slaapkamers onderling.Scheidingswanden met deuren zijnvan deze eis uitgezonderd.

    Tenslotte wordt opgemerkt dat uithoofde van andere wetten zoals deWet Milieubeheer bij horeca veelhogere eisen gesteld kunnen wor-den, tot reducties van 90 dB(A)voor muziek.

    2.2.3. INSTALLATIEGELUIDHieronder vallen de geluiden vantoilet (met waterspoeling), de kraanen het mechanisch ventilatiesys-teem. In woongebouwen geldendeze eisen ook aan gemeenschap-pelijke voorzieningen zoals hetwarmwatertoestel, hydrofoor, venti-latiesysteem en lift. Bij woningenmag het karakteristieke geluidsni-veau LI,A;k van deze installaties (zieart 23, 195 en 266) buiten de eigenwoning in een verblijfsgebied niethoger zijn dan 30 dB(A). Dit bete-kent in de praktijk dat de maximalegeluidsniveaus deze waarde nietoverschrijden. Dergelijke niveaus zijn overdagmoeilijk meetbaar, vanwege allerleinormale omgevingsgeluiden. ’s Avonds en ’s nachts is dit vaakwel mogelijk. En dat betekent dusook dat deze geluiden op datmoment door bewoners duidelijkwaarneembaar kunnen zijn.

    Het blijkt vrij moeilijk met de huidige bouwwijze en materiaalkeu-ze aan deze eisen te voldoen, metname voor het bad en het toilet,zeker in appartementsgebouwen.Tussen logiesverblijven wordt eeniets minder streng maximum van 35dB(A) geëist, terwijl bij kantoren enoverige gebouwen de eis van 30dB(A) geldt tussen de verschillendegebouwen. Toepassing van EPS moet op kriti-sche plaatsen voor installatiegeluid(bijvoorbeeld bij schachtwanden vanstandleidingen) worden vermeden.

    10

    Fig.7: Installatiegeluid.

  • 3.1. GELUIDSISOLATIE VLAKKE DAKEN

    Met EPS-isolatie op steenachtigeplatte daken is goed te voldoen aande eisen in het Bouwbesluit voor degeluidsisolatie tussen woningen.Ook de geluidswering van buitennaar binnen levert met platte dakenvan massief beton of met kanaalpla-ten met daarop EPS-isolatie geenproblemen. Een karakteristiekegeluidswering van GA;k = 35 dB(A)(in woningbouw de maximale eis)is goed te bereiken. De massa vande steenachtige constructie is, zoalseerder opgemerkt, maatgevend.

    Toepassing van lichte prefab ele-menten van EPS in platte dakenvereist meer aandacht. Bijvoorbeeld

    in een industriële omgeving metbelangrijke geluidsbronnen in eenbedrijfsruimte. De eisen zijn afhan-kelijk van de geluidsbronnen, vande ligging ten opzichte van wonin-gen en van de vergunningvoor-schriften. In dit katern wordt ditniet verder besproken.

    De akoestische kwaliteit van gepre-fabriceerde elementen met EPSvarieert sterk en is afhankelijk vande plaatmaterialen (voornamelijk demassa), de afmeting en de montageop de draagconstructie. Door toe-voeging van een grindlaag (30 mmca. 50 kg/m2) is een grote toenamevan de massa te realiseren, afhan-kelijk van het draagvermogen vande elementen. Op deze wijze zijnmet geprefabriceerde elementenmet EPS geluidsisolaties bereikbaarvan RA = 35 dB(A). Maar ook dangeldt: win eerst advies in.

    3.2. GELUIDSISOLATIE HELLENDE DAKEN

    3.2.1. TOETSING AAN DE EISENEN TOEPASSINGSVOORWAAR-DENGelet op het enorme toepassingsge-bied van EPS rib- en sandwichpane-len wordt hier uitvoerig op de ver-schillende aspecten van geluidsiso-latie ingegaan

    GELUIDSWERING TUSSEN RUIMTEN EN GEBOUWENZoals eerder aangegeven, is bij pan-nendaken de geluidstransmissie viade dakspouw bepalend voor degeluidsisolatie tussen ruimten resp.

    woningen. Het gaat hierbij om deluchtgeluidsisolatie. De verschillen-de eisen hebben invloed op dekeuze van het sandwich- of ribele-ment met EPS-kern (zie figuur 9).Voor de geluidsisolatie tussengebouwen en ruimten kunnen devolgende vuistregels worden aange-houden;

    • bij vrijstaande woningen kanboven onbenoemde ruimten eensandwichelement met EPS wor-den toegepast met aan weerszij-den een huid van 3 mm spaan-plaat;

    • bij vrijstaande woningen is bovenverblijfsruimten een sandwich-element met tenminste 7 à 8 mmspaanplaat aan één zijde van hetelement vereist;

    • bij eengezinswoningen en naastelkaar liggende woningen inwoongebouwen is boven onbe-noemde ruimten een sandwich-element met ten minste 7 à 8mm spaanplaat aan weerszijdennodig, in combinatie met een bar-rière van anorganische wol ofspeciale dakpanhulpstukkenboven de woningscheidendewand, in de dakspouw;

    • bij eengezinswoningen en naastelkaar liggende woningen inwoongebouwen is boven verblijfs-ruimten een verzwaard sandwich-element nodig (bijvoorbeeld meteen inlage van gipsplaat of eenwaterbestendige gipsvezelplaatdirect op het dakelement in dedakspouw). Ook in dit geval is ereen barrière van anorganischevezelwol of anderszins nodig.

    • in akoestisch ongunstige situ-aties, bijvoorbeeld bij een zolder-slaapkamer geheel onder het pan-nendak, kunnen verdergaandemaatregelen nodig zijn, zoals een

    11

    8.3 Sandwichpaneel met spaanplaat

    8.2 Geïsoleerde sandwich

    8.1 Isolatie op staalplaat

    Fig. 8: Typen vlakke daken.

    3. GELUIDSISOLERENDE TOEPASSINGEN

    MET EPS

    In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens vlakke en hellendedaken, gevels en vloeren tegen het licht van het Bouwbesluitgehouden. Naast toepassingsvoorwaarden en verwerkingsvoor-schriften wordt eveneens nader aandacht besteed aan de zobelangrijke detaillering.

    Vereiste karakteristieke geluidwering Toepasbaar sandwichelementGA;k in dB(A) voor wegverkeer

    tot ca. 22 dB(A)

    22 - 25 dB(A)

    25 - 30 dB(A)

    meer dan 30 dB(A)

    EPS kern met 7 of 8 mm huid

    Sandwichelementen verzwaard met gipsplaatinlage of toevoeging van een watervaste gipsvezelplaat op het dak-element

    Sandwichelementen met verlaagdplafond onder de gordingen en anorganische vezelwol ertussen

    deskundig advies vereist voor specifieke oplossingen

    Tabel 2: Geluidswering en toepassing.

  • verlaagd plafond onder langs degordingen. De KOMO-Attesten-met-productcertificaat van dedakelementen moeten hiervoorgeraadpleegd worden [ref 6].

    Logiesverblijven vallen in hetbovenstaande overzicht onder deonbenoemde ruimten.

    GELUIDSWERING TEGENGELUID VAN BUITENIn tabel 2 is een globaal overzichtgegeven van de mogelijkheden metEPS rib- of sandwichelementen inpannendakconstructies [ref 6]. Ditoverzicht is voor alle gebouwen vantoepassing omdat de geluidsweringGA;k bepalend is voor de maatrege-len. Voor railverkeer wordt metsandwichelementen een ca. 6 dB(A)hogere geluidswering bereikt. Indat geval kan in tabel 2 de maatre-gel uit een categorie lager wordengekozen. Voor vliegtuiglawaai zijnde verschillen met wegverkeer min-der groot en kan in eerste instantietabel 2 worden gehanteerd.

    3.2.2. VERWERKINGSVOOR-SCHRIFTENSpeciaal de geluidsisolatie tussenruimten is afhankelijk van de uit-voering van het aansluitdetail op debouwmuur. Hieronder wordt deuitvoering van dit detail beknoptbeschreven.

    AANSLUITINGSNAAD METWONINGSCHEIDENDE WANDGebruikelijk is de naad tussendakelement en bouwmuur metkunststofschuim af te dichten. Ditvoldoet in de praktijk goed. BijDuurzaam Bouwen is het gebruikvan deze schuimsoorten niet meeraanbevolen. Een akoestisch verant-woorde afwerking van de naad kandan bestaan uit het plaatsen vaneen strook vezelwol in de naad, incombinatie met een aftimmerlataan de binnenzijde van het ele-ment. Bij een goede uitvoering enin combinatie met een barrière inde dakspouw boven de bouwmuur,is afkitten van de aftimmerlat nietnodig.

    BARRIÈRE MET ORGANISCHEVEZELWOL IN DE DAKSPOUWDe barrière moet voorkomen datluchtgeluid via de dakspouw van de

    ene naar de andere woning loopt.De barrière moet daarom de ope-ning tussen dakpan en ondercon-structie goed opvullen. Een goedebarrière is op de volgende wijze aante brengen:

    • de gordingen dienen in gording-schoenen te worden bevestigd;

    • de bovenzijde van de woning-scheidende wand dient glad en ophoogte te worden afgewerkt. Deafstand tussen de onderzijde vande panlat en de bovenzijde van de

    bouwmuur mag gemiddeld nietgroter zijn dan 40 mm en plaat-selijk nergens meer dan 70 mmzijn;

    • panlatten moeten boven de bouw-muur 10 mm onderbroken zijn(bijv. door ze door te zagen);

    • de barrière wordt in twee lagenaangebracht; de eerste laag vultde ruimte tussen de dakelemen-ten, onder de panlatten en bovende bouwmuur op. Glaswol dientminimaal 16 kg/m3 zwaar te zijn;de tweede laag minerale wolbestaat uit losse stroken mineralewol van tenminste 16 kg/m3. Destroken worden tussen de panlat-ten gelegd en hebben een breedtegelijk aan de panlatafstand. Deminimale en maximale lengte vande stroken bedraagt 600 mm. Dedikte van de stroken moet 50 of60 mm zijn (zie figuur 10a en10b);

    • de dakpannen kunnen het bestemet de nokken op de panlat wor-den gelegd en vervolgens omhooggeduwd, tot ze achter de panlathaken. Op deze wijze kan de bar-rière de pannen niet losdrukkenvan de panlat en onstaat er geenbolling in het pannendek.Volgens NEN 6702 is het in ver-band met stormschade vereist depannen boven een barrière vast tezetten. Hiervoor zijn specialepanhaken leverbaar.

    Bij voorkeur wordt er bij de barriè-re geen folie toegepast, uitgezon-derd boven een spouwmuur. Bijeen spouwmuur moet de spouwaan de bovenzijde afgesloten wor-den. Dit kan met een damprem-mende folie, die direct op despouwbladen wordt gelegd, onderde eerste strook wol. Indien deopdrachtgever ook bij een massieve

    12

    9.1 Spaanplaat ribpaneel

    9.2 Spaanplaat sandwichpaneel

    9.3 Staalplaat sandwich

    9.4 Na-isolatie houten dak

    9.5 Na-isolatie golfplaten

    9.6 Isolatie U-bouw

    Fig. 9: Hellende daken.

    Fig. 10a: Eerste laag. Fig. 10b: Tweede laag.

  • bouwmuur een folie eist, kan dezealleen tussen de beide stroken wolworden aangebracht, onder de pan-latten. In geen geval de folie overde tweede strook wol leggen.

    3.3. GELUIDSISOLATIE GEVELS

    Toepassing van EPS bij steenachti-ge gevelconstructies geeft akoe-stisch geen consequenties, speciaalniet in combinatie met steenachtige(spouw)bladen, zowel steenachtigespouwmuren en als (na)isolatie vaneen steenachtige gevels met eenmassa van ca. 170 kg/m2 of meer.

    3.3.1. TOETSING AAN DE EISENHet bereiken van de eisen uit hetBouwbesluit is geen punt. Dit geldtevenzo voor panelen in pui-con-structies. Toepassing in lichte, pre-fab geveldelen is in de woningbouwalleen mogelijk na advies bij voor-beeld uit een KOMO kwaliteitsver-klaring of van een deskundigeevenals bij toepassing in een indus-triële omgeving met belangrijkegeluidsbronnen binnen de omslo-ten ruimte. Voor hallen en stallengelden eisen die afhangen van deakoestische situatie: welke zijn degeluidsbronnen, hoever ligt de halvan het bedrijfsterrein, zijn er ver-gunningsvoorschriften? In hetkader van dit katern zal hierop geenantwoord kunnen worden gegeven.De akoestische kwaliteit van pane-len varieert sterk, afhankelijk van

    de beplating (bijvoorbeeld de pro-fielvorm), de wandafmetingen ende bevestiging van de panelen op dedraagconstructie. Verwezen wordtnaar de documentatie van panelen-fabrikanten of naar deskundig,akoestisch advies (zie figuur 11).

    Als globale indicatie kan het vol-gende dienen: het gewicht van hetpaneel is in eerste instantie maatge-vend. Beneden een massa van ca.25 kg/m2 is de geluidsisolatiemeestal onvoldoende indien ergeluidseisen gelden, ook met deminimale eisen van GA;k= 20 dB(A).De RA-waarde van het paneel is

    meestal lager dan ca. 25 dB(A);door het aanbrengen van extraplaatmateriaal of met spouwcon-structies zijn vaak eenvoudig verbe-teringen bereikbaar tot RA= ca. 30dB(A). Lichte akoestische prestatieskunnen hiermee bereikt worden.

    3.4. GELUIDSISOLATIE VLOEREN

    Met geëlastificeerd EPS, dat inNederland de aanduiding EPS-TKheeft, kan de contactgeluidstrans-missie-isolatie van vloeren tenopzichte van een even zware mas-sieve vloer met meer dan 10 dB ver-hoogd worden. Het is daarbij goedals uitvlaklaag bruikbaar. Debeloopbaarheid van EPS-TK biedtin de uitvoeringsfase daarnaastontegenzeggelijk voordelen ten op-

    zichte van isolatie met andere isola-tiematerialen.

    3.4.1. TOETSING AAN DE EISENStrikt genomen is voor de eisen inhet Bouwbesluit geen zwevendedekvloer nodig en in Nederland hadmen in het verleden slechte erva-ring met dit type vloerconstructieopgedaan, waardoor er lange tijdzoveel mogelijk zwevende dekvloe-ren werden vermeden. Door dehogere eisen in het kader vanDuurzaam Bouwen en in de pri-vaatrechterlijke sfeer bij duurdereappartementen, zal vaker een zwe-vende dekvloer nodig zijn. De nega-tieve ervaringen zijn vaak terug tevoeren tot problemen in de uitvoe-ring en slechte detaillering. Deervaring in de ons omringende lan-den leert dat het met iets meer zorgmogelijk is een zwevende vloer zeer betrouwbaar uit te voeren.

    In de toepassingsvoorwaarden wor-den enkele belangrijke details uit-gewerkt. De bouwtechniek ismomenteel nog niet zo ver dat vooralle details een praktische uitvoe-ring mogelijk is.

    3.4.2. TOEPASSINGSVOOR-WAARDENAlgemeen geldt:

    • onder zwevende dekvloeren kanalleen EPS-TK worden toegepast.De normale kwaliteit EPS geeftgeen verbetering van de contact-geluidsisolatie. EPS en EPS-TKmoeten op de bouwplaats striktgescheiden worden gebruikt enopgeslagen;

    • de dragende vloer moet voldoen-de zwaar zijn (tenminste 200kg/m2 exclusief afwerklaag). Dezwevende dekvloer op de EPS-TKmoet minimaal 100 kg/m2 zwaarzijn.

    • de dikte van de TKS platen heeftgeen grote invloed op de akoesti-sche prestatie. In verband metuitvoeringsaspecten wordt geadvi-seerd een dikte van minimaal 20mm aan te houden;

    • zowel in het bouwkundig ontwerpals in het ontwerp van de instal-laties dient nadrukkelijk rekeningte worden gehouden met de zwe-vende dekvloer. Er moet eenkeuze zijn gemaakt voor de plaatsvan de leidingen in de dekvloer of

    13

    11.1 Spouwmuur 11.2 Buitengevelisolatie

    11.3 Staalplaat paneel 11.4 Voorzetwand

    Fig.11: Gevelconstructies met EPS.

  • op de ruwe vloer. Bij montage opde ruwe vloer is een extra uitvlak-laag nodig, die er voor zorgt dater minimaal 10 mm EPS-TK aan-wezig is tussen de bovenkant vande leidingen en de onderkant vande zwevende vloer;

    • de detaillering van leidingdoor-voeren door de zwevende vloermoeten onderdeel zijn van hetbestek, een zorgvuldige detail-lering van leidingdoorvoeren en randaansluitingen is nood-zakelijk;

    • in verband met krimp van de dek-vloer en zetting van de onder-grond moet er voor voldoendedilatatievoegen worden gezorgd.Deze kunnen door de construc-teur worden aangegeven. Specialeaandacht verdienen inspringendehoeken, en indien de wanden opde ruwe vloer worden geplaatst,ook deuropeningen.Dilatatievoegen zijn niet eenvou-dig aan te brengen en dienen optekening te worden uitgewerkt.

    3.4.3. VERWERKINGS-VOORSCHRIFTEN.Voor zwevende dekvloeren geldt hetvolgende:

    • de ondergrond dient uitgevlakt teworden, zodat geen plaatselijkecontactbruggen door de EPS-TKlaag kunnen ontstaan;

    • bij montage van leidingen op deruwe vloer is een uitvlaklaagnodig. Deze kan uit EPS-TK be-staan. Over de leidingen en deuitvlaklaag wordt de uiteindelijkeverende laag EPS-TK aangebrachtmet een minimale dikte van 20mm. Over de verende laag wordteen waterdichte folie gelegd, meteen ruime overlap die vervolgensmet tape waterdicht wordt afge-plakt. De folie wordt aan de ran-den tegen de opgaande construc-tie opgezet tot minimaal 50 mmboven de bovenzijde van de dek-vloer. Tussen folie en opgaandwerk zijn stroken EPS of EPS-TKnodig, met een dikte van tenmin-ste 15 mm. De stroken zijn intwee lagen aan te brengen, metversprongen naden;

    • Bij een ruwe wand van gemetsel-de stenen (gevelspouwblad) is eenstrook van ten minste 20 mm dikvereist;

    • bij drempels en aansluitingen op‘vaste’ afwerkvloeren zijn ookkantstroken vereist;

    • bij dilatatievoegen dient ervoorgezorgd te worden dat de verendeEPS-TK laag niet wordt onderbro-ken, evenmin als de folie op dielaag;

    Voor het cv-voetje onder de radiatoris momenteel nog geen praktische

    detaillering voorhanden. Afhan-kelijk van de ligging van leidingenin de dekvloer of op de ruwe vloerzijn de volgende punten van belang:

    • het voetje kantelt snel door destijfheid van de kunststof cv-lei-ding. Dit kan worden tegenge-gaan door het voetje aan eenwapeningslaag in de dekvloer tebevestigen. Bevestiging aan deachterliggende wand zorgt voormechanische koppelingen tussendekvloer en wand. Dit is akoe-stisch ongewenst, maar somsonvermijdelijk;

    • plaatsing van het voetje op deruwe vloer is mogelijk als de lei-dingen ook hierop worden beves-tigd. Er is dan een uitvlaklaagnodig onder de verende laag van20 mm EPS-TK. Door de vormvan het voetje en het feit dat dezeniet in contact mag komen metde dekvloer, ontstaat in de dek-vloer een grote sparing, die moei-lijk is af te werken. Vooralsnoglijkt de beste oplossing het voetjeen de opgaande leidingen teomwikkelen met minerale wol endit boven de dekvloer af te snij-den.

    14

  • 15

    4.1. CONSEQUENTIES

    Op dit moment ziet het er naar uitdat deze wijzigingen geen grotebouwkundige gevolgen zullen heb-ben. De huidige eisen worden nietverzwaard. Voor het Bouwbesluitgeldt dat de huidige akoestischeeisen naar verwachting niet zullenwijzigen. In privaatrechterlijkesfeer, waar hier gemakshalve ookDuurzaam Bouwen toe wordt gere-kend, zijn enkele belangrijke ont-wikkelingen gaande, zowel voor debouwmethodiek als voor de toe tepassen materialen. In het kader vanDuurzaam Bouwen worden de hui-dige aanbevelingen voor een hogeregeluidsisolatie tussen woningennaar verwachting in maatregelenomgezet. Dit zal privaatrechterlijkgeregeld worden in de vorm vanconvenanten. Op het gebied vanhogere geluidsisolaties is in depraktijk nog maar beperkt ervaringopgedaan, waarbij ook nog niet inalle projecten de beoogde verbete-ring in geluidsisolatie is bereikt.Dit betekent dat de hogere eisenniet zonder problemen bereikbaarzijn. En dit leidt in privaatrechterlij-ke sfeer tot vragen over de aanspra-kelijkheid.

    In het kader van de evaluatie vanhet Bouwbesluit is hiermee ookervaring opgedaan [ref 1]. Bij hoge-re isolaties is echter veel eerdersprake van meerdere bouwdelen diesamen aan een onvoldoendegeluidsisolatie bijdragen. De pro-blematiek wordt naar verwachtingdus steeds complexer.

    Een belangrijk punt is in dit ver-band het ontbreken van informatie

    in praktijkrichtlijnen en KOMO-Kwaliteitsverklaringen, omdat zezijn ingesteld op het prestatie-niveau van het Bouwbesluit.

    4.2. NORMEN EN PRAKTIJKRICHTLIJNEN

    Ook op het gebied van normen is ereen ontwikkeling gaande. Op Euro-pees niveau worden de meetmetho-den op één lijn gebracht en zijn ernormen in ontwikkeling op het ter-rein van het berekenen van de iso-latie van gebouwen en gevels. Eenbelangrijke grootheid voor het bere-kenen van de geluidsisolatie tussenwoningen is de verbindingsdem-ping van bouwknopen (de afnamein trillingniveau in bouwdelen vooren na de bouwknoop).

    Op landelijk niveau wordt gediscus-sieerd over een keurmerk voor deakoestische kwaliteit van woningen.De huidige concept-normen zijnzeer gedetailleerd en voor de prak-tijk vrij bewerkelijk. Het is niet dui-delijk naar welke kant dit zich ver-der gaat ontwikkelen.

    Ten aanzien van praktijkrichtlijnenis de bijna onaantastbare positievan NPR 5070 voor bouwconstruc-ties in de woningbouw bijna verlo-ren gegaan. De huidige NPR 5077,gericht op het Bouwbesluit is nietgoed bruikbaar. Dit heeft vele oor-zaken, waaronder het akoestischbijna niet oplosbare probleem vande vrije indeelbaarheid bij geluids-isolatie tussen verblijfsgebieden.Daarnaast is de praktijk onderinvloed van het Bouwbesluit nieu-we oplossingen gaan zoeken voor

    de geluidsisolatie, die ten tijde vanhet maken van de NPR niet te voor-zien waren. Als gevolg van de aan-sprakelijkheid van aannemers voortekortkomingen zijn door de grote-re bedrijven eigen bouwsystemenontwikkeld met eigen details.Gezien de ervaringen van het GIW,die een sterke afname registreert inproblemen met geluidsisolatie is,dit succesvol gedaan.

    4. NORMEN EN RICHTLIJNEN

    In het eerste hoofdstuk is al aangegeven dat de regelgeving inNederland op het gebied van geluid sterk aan veranderingenonderhevig is. De Wet geluidshinder wordt gedereguleerd enondergebracht bij de Milieuwet. Dit gebeurt in het kader van deMededingingswetgeving. Daarnaast en mogelijk gelijktijdig wor-den er nieuwe ‘eenheden’ geïntroduceerd voor de geluidsbelas-ting. Deze zijn bedoeld om de variatie in regels voor bijvoor-beeld weg- en railverkeer te beperken. Dat is alleen mogelijkindien de geluidsbelasting van deze (en andere) bronnen indezelfde maat worden uitgedrukt. Het is vrijwel zeker dat de‘Kosten-eenheid’ voor vliegverkeer verdwijnt.

  • Steenachtige vloeren hebben vol-doende massa om in de meestegevallen aan geluidseisen ten aan-zien van isolatie tussen ruimten tevoldoen. Indien ook aan eisen tenaanzien van contactgeluidsisolatiemoet worden voldaan dan is toepas-sing van geelastificeerd EPS (EPS-TK) de ideale oplossing; isolatie-waarden van 10 dB(A) zijn goed terealiseren.Voor vlakke daken, uitgevoerd metsteenachtige draag vloeren geldthetzelfde. Moderne vlakke daken inde utiliteitsbouw, uitgevoerd ofwelmet EPS-sandwichpanelen ofwel

    met EPS- isolatie op stalen draag-vloeren voldoen aan de eisen dieover het algemeen aan bedrijfs-gebouwen worden gesteld.Belangrijk is altijd te weten hoehoog de geluidsbelasting is, en vanwelke aard. De voor de Stybenex-leden afgegeven KOMO-kwaliteits-verklaringen geven vaak al uitsluit-sel over de toe te passen detaille-ring en uitvoeringsrichtlijnen.Voor hellende daken geleden tweesoorten oplossingen: allereerst dievan de overlangsgeluidsisolatie; eengoede detaillering en uitvoering,afhankelijk van de gestelde eisen

    die verband houden met het ge-bruik van de achterliggende ruim-ten, biedt de oplossing. Ten tweedegelden soms boven de basiseisenvan geluidswering van het dakhogere eisen: de Stybenex-ledenhebben een breed scala aan produc-ten dat geschikt is voor de toepas-sing.Voor lichtgewicht gevels- andersdan steenachtige spouwmuren waarde toepassing van EPS-isolatie alhelemaal geen punt is- geldenalleen wat nadere eisen om de over-langsgeluidsisolatie van ruimtenaar ruimte te beperken.Goede detaillering in ontwerpfase,gebaseerd op gegevens van hetbetreffende product, en een zorg-vuldige afwerking op de bouwplaatszorgen ervoor dat ook voor geluids-isolatie met EPS-bouwproducten deoplossing gevonden kan wordenvoor logisch bouwen en isoleren.

    16

    5 CONCLUSIES

    Bij in achtname van de toepassingsvoorwaarden en de verwer-kingsvoorschriften kunnen de volgende conclusies getrokkenworden.

    REFERENTIES

    1 Kupers en Niggebrugge, rapport 80007 r3, Niggebrugge.J.2 Woningwet en bouwbesluit, 1997, SdU, Den Haag.3. Regelingen bouwbesluit, 1997, SdU, Den Haag.4. Intreerede van prof. Ir. E. Gerritsen, oktober 1996,

    ‘Bouwen aan geluidswering met kwaliteit’.5. Duurzaam Bouwen, Nationaal Pakket Woningbouw, 1997, SBR.6. KOMO Attesten op basis BRL0101, 1995, SRB, Rijswijk Rotterdam (Z.H.).

    LIJST VAN AFKORTINGEN

    EPS Geëxpandeerd PolystyreenRV Relatieve luchtvochtigheid (%)Pa Pascal = N/m2, maat voor spanningTGB Technische grondslagen voor bouwvoorschriftenEPN EnergieprestatienormeringKOMO Kwaliteitsmerk voor de bouw

  • LOGISCH PROCES: BOUWEN MET EPS.

    EEN UITGAVE VAN STYBENEXVereniging van Fabrikantenvan EPS®-bouwproducten

    Postbus 21085300 CC ZaltbommelTel. 0418 51 34 50Fax. 0418 51 38 88E-mail: [email protected]

    98-

    07/

    1