Enkele familienamen, die Huissen passeerden.

Enkele familienamen, die Huissen passeerden.

Genealogische artikelen

in de Mededelingen van de H. K. H. (1983 - 2012) door P. G. M. Driessen

Proefdruk

Sectie Genealogie, H. K. H. Huissen, 2012

Sectie Genealogie, H. K. H. 2


Enkele familienamen, die Huissen passeerden.

Genealogische artikelen

in de Mededelingen van de H. K. H. (1983 - 2012) door P. G. M. Driessen

Sectie Genealogie, H. K. H. Huissen, 2012


Wie geen weet heeft van gisteren, krijgt geen beeld van de toekomst. Piet Driessen Foto voorplaat afbeelding nummer (afb. nr.) 1. Portret van mw. A. Siebenheller-Vermeulen, Huissen, waarschijnlijk met kleinkinderen. (Vergelijk foto in: H. Stevens; Siebenheller: 500 jaar familiegeschiedenis, Didam, 2009, p. 98.)


Voorwoord Aangezien de Mededelingen van de Historische Kring Huessen (H. K. H.) waar een familiestamboom in afgedrukt stond, de laatste jaren al gauw uitverkocht waren, dachten wij onze leden een plezier te kunnen doen met een herziene herdruk van de genealogische artikelen over Huissense families, die Piet Driessen (* 1936) vanaf 1983 hierin gepubliceerd heeft. Hij laat zijn gedachten ondermeer gaan over de oude notaties in de Huissense kerkboeken. Voor het merendeel is gebruik gemaakt van de gegevens uit de Doop-, Trouw en Begraafboeken (D. T. B.) van de parochie van Onze Lieve Vrouwe ten Hemelopneming te Huissen-Stad uit het Rijks Archief Gelderland (R. A. G.) te Arnhem, het kerkboek van de Vicarie Huissen (1717 - 1806), de kerkboeken van de Protestantse kerk en de acten van de Burgerlijke Stand (R. B. S.) van de Gemeente Huissen. Andere bronnen worden expliciet vermeld bij het betreffende artikel. Ook de familieverhalen over de Huissense gildekoningen uit de serie "Ieder schild heeft zijn verhaal" zijn in deze bundel opgenomen. De afbeeldingen zijn overgenomen uit de originele druk, tenzij anders vermeld. Bij het samenstellen van deze bundel hebben wij dankbaar gebruik kunnen maken van het grote H. K. H.-bestand, dat Piet Driessen de afgelopen 30 jaar onder zijn beheer heeft gehad. Graag willen wij op deze plaats alle Huissenaren bedanken, die ons genealogisch archief hebben aangevuld met informatie, foto's en bidprentjes, etc. Gebruikte tekens en afkortingen: * geboren ~ gedoopt x getrouwd + overleden � begraven ca. circa (d. w. z. er is geen notatie gevonden.) B. S. burgerlijke stand D. T. B. Doop- Trouw- en Begraafboeken (zgn. kerkboeken) met inventarisnr. RBS en bladzijdenummer (folio). R. A. G. Rijksarchief Gelderland te Arnhem R. K. Rooms Katholiek 1), 2) en 3) bij de trouwdatum geeft aan dat het een eerste, tweede danwel derde huwelijk betreft. Puer: zoon, Puella: dochter, Paren. (Parentes): ouders, Patr. (Patrini): doopgetuigen, peter en meter.


In enkele artikelen wordt een stamreeks van een persoon gepresenteerd. Het betreft de vader van de vader, etc. van de persoon, waarvan men uitgaat, m. a. w. dit is de mannelijke lijn in een kwartierstaat. De generatienummers beginnen met de oudst bekende voorvader en, zover bekend, zijn vrouw (generatie nr. I), gevolgd door de zoon: generatie nr. II, etc. De generatienamen telt men terug vanaf de persoon, waarvan men uitgaat (proband), zijn/haar ouders, grootouders, overgrootouders, betovergrootouders, oudouders, oudgrootouders, oudovergrootouders, oudbetovergrootouders, stamouders, stamgrootouders, etc. De generatienamen en -nummers kunnen dus per familie verschillen en zijn anders dan die in een parenteel (genealogie) of kwartierstaat. De gebeurtenissen in een stamreeks of afstammingsoverzicht vinden plaats in Huissen, tenzij anders vermeld. In de index vindt u doopnamen van vermeldde personen met antecedenten zover bekend, uitgezonderd degene genoemd in de noten en op de afbeeldingen. Voor 1926 wordt met "de kerk", de kerk van Huissen-Stad bedoeld, want de kerk van Huissen-Zand werd in dat jaar ingewijd. Eerst lag het R. K. kerkhof rondom de Stadsparochiekerk (vanaf 1313 in gebruik); in de 19e eeuw is dit verplaatst naar de kloostertuinen (later Doelenstraat). Alle gegevens zijn onder voorbehoud. Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met dhr. Fr. Pauwelsen ([email protected]). Met dank aan mw. L. Grootendorst-Derksen voor het typewerk en correctie op de proefdruk. Sectie Genealogie


Inhoudsopgave Familienamen Abrahams 9 Baptist 12 Bartels 17 Boedtbergen 20 Boekhorst (zie: Smulders-Boekhorst) Boelen 23 Boshoven 25 Bouwmeister 29 Brons 32 Bussingh, Dominee 34, 36 Daams 38 De(e)len, van 41 Demon 42 Derksen 44 Dibbes 48 Driessen 49 Eggenhuizen 53 Geelen, van 62 Giesen 66 Goris 68 Greef, de 70 Hegeman 74 Huberts 77 Huijbers (Huebbers) en Snieders 80, 83 Jansen 85 Jansen (De Stop) 87 Jans(s)en 90 Jeurissen (Jan van Janbaos" 92 Kelle 94 Kelle/Roelofs 99 Klaassen-Lentjes 102 Lentjes 104 Meeuwsen 107 Os, van 115 Pelkman-Arntz 118 Peters 121 Peters 123 Roelofs (zie Kelle/Roelofs) Roelofs (De Buul) 126


Saat/Zaat 128 Sanders 133 Scholten 135 Schouten/Scholten 139 Schuurman(s) 141 Siebenheller 144 Smulders-Boekhorst 145 Snieders (zie Huijbers) Thebes-Siepman 148 Tonk 152 Vedder 164 Vermaas 170 Vestering 171, 172 Visser 175 Weitjens 178 Westeneind, ten 181 Wissen, van 186 Wittenhorst, von 190, 197 Wouters 203 Zaat (zie Saat/Zaat) Zwaaij, van 206 Diversen Huissense bijnamen 208, 210 Doodsoorzaken 211 Honderdjarigen 214 Huwelijksverbod via Huissen omzeild 219 Index persoonsnamen in de tekst 221


Elk schild heeft zijn verhaal VIII: Joannes Abrahams

P. G. M. Driessen1

Heeft mij Huijssens schutterstoet Tot zijn Koning eens begroet

Ik gun met blijdschap voor die eer Mijnen rang een ander weer

Ik word weer schutter als voorheen Vriendschap maakt ons alle een door de vriendschap en harmonij

Bloeijje Huijssens Schutterij Ik geef dit schild tot mijn wensch

Aan 't broederschap van St. Laurens Johannes Abrham, Koning

Oud 24 Jaar Arnolda van Steen Koningin

Oud 26 Jaar 1839

Deze retorische ontboezeming staat op het schild, dat in 1839 geschonken werd door de pettenmaker Joannes Abrahams (Johannes Abrhams, ~ 1815). Nou wil de geschreven gildewet, dat een koning persé van het houtje moet zijn, indachtig het middeleeuwse monopolie voor christenen om lid te kunnen worden van een gilde. In 1838, het regeringsjaar, zou men die wet wel eens met voeten getreden kunnen hebben, want de naam Abrahams is eerder joods dan christen. Overlopen om der economie-wille was geen zeldzaam verschijnsel. In de Huissense annalen komen ooit aanvragen binnen bij het stadsbestuur om zich in Huissen te mogen vestigen, met overigens wisselend succes. Het antwoord had nakomende strekking: "Als de economische positie van de vragende joodse familie het economisch niveau van Huissen opvijzelde, dan werd men toegelaten." Mogelijk dat een toegelaten joodse familie Abrahams heette. Eenmaal toegelaten was men mogelijk bereid van religie te veranderen en dus doet Joannes Abrahams van 1815 in 1838 een gooi naar het koningschap van de jonggezellen. Waarop is mijn bovenomschreven vermoeden gebaseerd? Joannes was de zoon van de pettenmaker Cornelis Abrahams (1788 - 1867) en Joanna Janssen (+ 1837), die er al

1 Mededelingen H. K. H., jrg. 25 (2000), nr. 3, p. 92 – 94.


een huwelijk met de kleermaker Albert Veels op had zitten. Hij was de kleinzoon van Joannes Baptista Abrahams (~ R. K. 1776, geboren uit Joodse ouders: eerst Judaeus Joseph Abrahams) en Richarda (Rijck) Jacobsdr. Stocks (Stox) (1748 -1818). Als dit paar op 12 juni 1776 in Huissen trouwt, wordt de voornaam van de vader van J. B. Abrahams Levi genoteerd en vandaar mijn bewezen vermoeden. Joannes Baptista Abrahams overleed op 20 juli 1795 in Huissen aen de heete koors, pas 37 jaar oud (in de overlijdensnotatie Abrams geschreven).

Afb. nr. 2. Het schild van gildekoning Johannes Abr(a)ham(s), geschonken in 1839.

De vorstelijke eer bij het St. Laurentiusgilde was dat jaar al overgenomen door P. Leijser, een in Huissen meer bekende naam.

Afmetingen schild: 13,6 cm. hoog en 8,9 cm. breed.


Verwantschapsoverzicht

Levi Abrahams x ? I

Joannes Baptista Abrahams x Richarda Jacobsdr. Stocks I Cornelis Abrahams x Joanna Janssen

I Joannes Abrahams x Anna Maria Kloppenburg

Koning Joannes Abrahams trouwde op 13 mei 1844 in Huissen met Anna Maria Kloppenburg, de op 3 januari 1820 geboren dochter van de tabakker en muzikant Theodorus Kloppenburg. Het huwelijk leverde zowel een trio dames als heren op. Van dit sextet overleed Johanna Alberta (* 1845), na 52 jaren, ongehuwd en mogelijk ongekust... Theodorus Johannes Abrahams (* 1847) vertrok al na 1 jaar en 341 dagen naar de eeuwigheid, Theodora Johanna (* 1850) brak met 18 jaar en 357 dagen ook al geen record, terwijl broer Johannes Cornelis (* 1852) met 17 jaar en 77 dagen zelfs daar niet aan toe kwam. De jongste dochter bracht het tot een huwelijk, maar deze Alberta Gerarda (* 1856) deed er wel lang over om tot een verbintenis te komen, toen ze als 50-jarige de (67-jarige) weduwnaar Johannes Hendricus Schopman trouwde. In diens manufactuur werd Alberta gastvrouwe, na het overlijden van Bernadina Remie. Alberta overleed in 1929 in Huissen. De jongste zoon, Wilhelmus Christianus Abrahams (* 1860) zien we in 1899 nog wel trouwen met de 37-jarige Maria Hermsen uit Elst, maar dan houdt voor ons spiedend oog het verhaal op. Jo(h)annes Abrahams zal in 1838 zeker geen stamboom hebben overhandigd bij de kandidaatstelling in het gildehuis. De grutteteller [werkzaam als grutter of in een bierbrouwerij] binnen het gilde zou zeker de joodse afstamming ter sprake hebben gebracht. Wat is er van Arnolda van Steen (* 1812, ook Arnolda Alijda, dochter van Peter van Steen en Maria Bloem), de trotse koningin van 1839 terecht gekomen? Naspeuringen zien haar al op 7 mei 1840 in het huwelijksbootje stappen met de boerenknecht, arbeider dan wel tuinman Peter Koenen uit Herwen (1815 - 1892). Samen krijgen ze 7 kinderen. De koningin werd dus geen gemalin voor het leven.


De Huissense familie Baptist

P. G. M. Driessen2 Interessant is en blijft de vraag, wie zich nu een echte Huissenaar mag noemen. Hoelang, zo emmerden onlangs 17 Huissense vroedevaderen en -moederen in de gemeenteraad, moet de familie in Huissen wonen om autochtoon te mogen heten? Voor de familie Baptist neem ik de vrijheid in deze boven iedere discussie te gaan staan, want al meer dan 300 jaar vormt deze familienaam een ononderbroken keten in de stadsen ambtsgemeenschap. De naam is snel verklaard. Jan Baptist is hetzelfde als Jan de Doper. De oudere generatie kent nog het begin van het vrome lied: "O alderbesten Jan Baptist" en in het Franse taalgebied is de dubbele voornaam Jan Baptist nog veel voorkomend. Beroemdheden als Colbert, de Superintendant van Financiën onder koning Lodewijk XIV, Lully, de beroemde componist uit dezelfde tijd en de voorvechter van volksscholen in Frankrijk en de in 1900 heilig verklaarde priester De la Salle droegen met ere de dubbele voornaam Jean Baptiste. Toen in de 17e eeuw vaste achternamen al min of meer gemeengoed waren geworden werd de dubbele voornaam in tweeën gesplitst en heette Jan Baptist-en-nog-iets, gewoon Jan van voren en Baptist van achteren. En zo is het gekomen. Het natrekken van de stamreeks van de familie Baptist is niet zo'n hels karwei, althans veel eenvoudiger dan Jans(s)en of Gertzen. Er is door de eeuwen heen weinig niet-Huissens bloed in de Baptist-aderen gevloeid. Slechts Johannes (VIII) sloeg een vrouw uit Haaksbergen aan de haak, terwijl Johannes (V) zijn vrouw uit Elst haalde. Drie generaties (VI, VII en VIII) oefenden het beroep van timmerman uit en de vader van Johanna Willemsen (VI) was houtzager, terwijl het tuindershart sneller klopte toen Gerardus (VII) een warmoezeniersdochter uitverkoos. De Baptist-familie woonde in de 18e eeuw vrij consequent in de Hoeve en de generaties (VI), (VII), (VIII) en (IX) zullen met de grond en het bewerken ervan stevige relaties hebben gehad. (1) De moeder van Hendrika Rijken (V) werd het slachtoffer van het onduidelijk schrijven van penhanteerders in de 18e en/of 19e eeuw, want bij het huwelijk mocht de

2 Mededelingen H. K. H., jrg. 14 (1989), nr. 3, p. 65 - 68, 148.


keuze worden gemaakt tussen Jacomina de Heus of De Heur. Aldus liet de ambtenaar van de Huissense burgerlijke stand de keuze open. Trieste verhalen zijn er haast vanzelfsprekend ook rond de naam Baptist en het "curriculum vitae" van Anna te Hus is ronduit het einde. Geboren in 1786 als dochter van Hendrik te Hus en Dora Berns trouwde ze in 1808 met Hendrik (ook Henricus) Baptist (IV), die echter al in 1818 overleed. Al in februari 1819 trouwde ze met de in Pannerden geboren Godefridus Wassink, een in Huissen wonende boerenknecht. Ook Godefridus hield het precies tien jaar met haar vol en dus ondernam Anna een derde poging op 18 april 1829 en nu met de 28-jarige jongeman Theodorus Saadt. Precies 14 maanden heeft de volhardende Anna te Hus van haar derde gezel genoten tot ze op 4 juni 1830 in Huissen stierf. Haar neef Hendrik Thuis (zie de schrijfwijze!!) kwam het droeve nieuws ten stadhuize melden. Ook Maria Nienhuijs of Nijenhuis is nadrukkelijk in het nieuws. Volgens de doop- en trouwgegevens trouwde zij op ongeveer 14-jarige leeftijd met Bernd Jansen, kreeg van hem in 1754 het eerste kind, maar moest in 1759 al weer aantreden voor een tweede huwelijk, nu met Jan Baptist (III). Zij tenslotte nog vermeld, dat pastoor Kölcken op 30 maart 1779 de dood noteerde van Jan Baptist, (vulgo) in de volksmond Jan de Jager genoemd. (Zie afb. nr. 3.)

Afb. nr. 3. Overlijden J. Baptist (II), 1779. RBS 981.2, folio 439.

Afb. nr. 4. Doop Joannes Baptist (III). RBS 982, folio 193.

Afb. nr. 5. Doop van Henricus Baptist (IV). RBS 981.1, folio 91.


Hoe talrijk is de specifiek Huissense naam Baptist (ook wel Baptis, Babtist en zelfs Babptist nog?

Afb. nr. 6. Doop Adriana Baptis, dd. 15-7-1738. RBS 982, folio 225.

N.B. Adriana is een dochter van Jan de Jager, moeders naam eigenlijk Janssen i.p.v. Gertsen.

Afb. nr. 7. Overlijden van Theodorus Babptist, dd. 5-5-1810. RBS 981.2, folio 512.

(Neef van Henricus Baptist, IV.)

Afb. nr. 8. Doop J. Baptist (II). RBS 981.4, deel 2, folio 155.

Voor wie verder wil zoeken volgt de stamreeks, startend bij de Mavo-scholier Johan Baptist (* 1972) die -o noodlot- in Arnhem werd geboren (het Elisabeth-uitstapje!) (2)


Stamreeks van Johan Baptist

I. Stamouders Jan Jansen Baptist, * 1670, x 2-3-1696 met Joanna Otten.

II. Oudbetovergrootouders Joannes Baptist ("Jan de Jager"), tabaksteler, ~ 14-3-1698, + 30-3-1779, x 15-7-1731 met Catrijn (Catharina) Jan(s)sen, ~ 26-6-1696.

III. Oudovergrootouders Joannes Baptist, tabaksplanter, ~ 10-3-1734, + 2-12-1797, x 7-11-1759 met Maria Nienhuijs (Nijenhuis), ~ ca. 1732, + 18-6-1813.

IV. Oudgrootouders Henricus Baptist, tabaksplanter, arbijder, ~ 21-18-1778, + 25-3-1818, x 24-5-1808 met Joanna (Anna Tehus) te Hus, ~ 17-4-1786, + 4-6-1830.

V. Oudouders Johannes Baptist, arbeider, tuindersknecht, * 16-1-1812, + 15-9-1900, x 8-7-1842 (B. S.) met Hendrika Rijken, * 18-4-1815 te Elst, + 20-4-1881.

VI. Betovergrootouders Petrus Wilhelmus Baptist, timmerman,* 9-5-1843, + 14-1-1928, x 29-4-1879 met Johanna Maria Willemsen, * 1-3-1849, + 22-11-1929.

VII overgrootouders Gerardus Arnoldus Baptist, timmerman, * 13-4-1881, + 7-2-1970, x 4-9-1912 met Catharina Maria Janssen * 17-10-1886, + 8-8-1966 te Nijmegen.

VIII. Grootouders Johannes Josephus Baptist, timmerman, * 18-12-1915, + 7-4-1971 te Arnhem, x 21-6-1947 te Haaksbergen met Gerda Johanna Morssinkhof, * 22-8-1923 te Haaksbergen.

IX. Ouders Bernardus Gerardus Johannes Baptist, metaalbewerker, * 12-6-1948 te Arnhem, x 30-12-1970 met Wilhelmina Petronella Maria Remie, * 17-5-1947.

X. Johannes Josephus Hendrikus (Johan) Baptist, scholier, * 6-5-1972 te Arnhem.


Hoe gevoelig de schrijfwijze Baptist is, mag blijken uit het feit, dat de naam van mevrouw Baptist-Morssinkhof met een "b" in het telefoonboek prijkt.

Afb. nr. 9. (Telefoonboek, Huissen, 1989?) Reacties Direct na het verschijnen van nummer 2 van jaargang 14 (1989), meldde zich Koos Batist (zonder “p”) uit het Westlandse Kwintsheul met de mededeling, dat hij samen met ene John Baptist ijverig doende was met het uitzoeken van de familienaam Baptist. Hij kon zelfs aantonen, dat Jan Baptist, alias Jan de Jager (II), een zoon was van Jan Janssen (I) en Joanna Otten, die op 18 mei 1690 in Huissen in het huwelijk traden. Een zus van Jan Janssen, Hermke Baptist Jans, trouwde in Huissen op 7 juni 1694 met Hermen Gertsen en is tevens in 1697 doopgetuige bij één van de kinderen van broer Jan. Ook broer Hendrik Jans(s)en trof hij aan in dezelfde rol. Deze Hendrik was gehuwd met Anna Maria Huijssing uit Emmerik. (3) Inmiddels zijn er contacten gelegd tussen de Huissense Baptisten en de Kwintsheuler Batist. Noten: 1) Zie: J. N. M. Baptist; Dirk Baptist, jongeman uijt 't Cleefland: Stamvader van de Zuid-Hollandse families Baptist, Baptiste en Batis en de schakel naar het Huissens geslacht Baptist, VREKO, de Lier, 2002, voor gezinsstaat J. Baptist (I) p. 332 en J. Baptist (II) p. 333. Foto van P. W. Baptist (VI) op p. 349, en van G. A. Baptist (VII) op p. 357. Aanvullingen over J. Baptist (X) op p. 378. De overlijdensdatum van G. A. Baptist staat daar abusievelijk als 9-2-1971 vermeld. (vergl. Rouwadv. in H. K. H. coll.). 2) Huissenaren gingen veelal naar het ziekenhuis in deze periode in het St. Elisabethsgasthuis te Arnhem. 3) Wij hebben geen bevestiging van deze gegevens gevonden.


Elk schild heeft zijn verhaal VI: Fredericus Bartels

P. G. M. Driessen3 Op 29 juli 1877 smaakte Fredericus Bartels het genoegen het hout uit de mast naar beneden te halen bij het schuttersgebeuren van dat jaar. Fredericus, geboren op 11 maart 1844 in Huissen was het tweede van de negen kinderen van Johannes Bartels en Johanna Sluiter. Voor de in Huissens verleden geïnteresseerde lezer komt bij het zien van de naam Bartels, gelijk het beeld van Fritske Bartels naar voren. En jawel, die Fritske, die eeuwigdurende roem vergaarde met het zingen van het "In Paradisum", wanneer hij de uitvaartstoet van de kerk naar het kerkhof met zijn niet altijd heldere stem stijlvol opende, haalde al in 1877 het gildehuzarenstukje uit. Hij vormde het boegbeeld van elke laatste tocht naar de eeuwige jachtvelden, al lagen die gewoon achter de Doelenstraat [op het huidige kerkhof Huissen-Stad]. Fritske was van een twijfelachtige eerlijkheid. Miswijn in de sacristie was zelden genoeg opgeborgen voor de dorstlustige "voorloper". "Van de woning van Fritske in de nabijheid van de Gemeenteschool was de entree curieus. Men ging door een "schijndeur" naar binnen en stond dan gelijk weer buiten", zo weet Bernard Brons zich te herinneren. In de familie Zweers gaat het verhaal nog rond, dat Fritske weer eens de stoet opende met in zijn voortuin Zweers senior als misdienaar van het kruis. De operregelaar Bartels ontdekte bij het betreden van de begraafplaats, dat er geen graf gedolven was. De ontboezeming van Fritske zou gelijk voldoende zijn geweest om voor eeuwig en altijd tot de verdoemenis te zijn veroordeeld. Fritske zijn vader Jan Bartels, was op 27 januari 1815 in Drempt geboren en trouwde op 29 oktober 1841 in Huissen met Johanna Sluiter, de op 1 februari 1818 geboren dochter van Hannes Sluijter en Elisabeth Janssen. Vooralsnog is de vermoedelijke aantrekkelijkheid van Johanna Sluiter de drijfveer geweest voor de Dremptenaar Huissen in het vizier te nemen. Johannes jr. op zijn beurt was de zoon van Johannes sr. en Berendina Wintering. Senior overleed op 3 oktober 1815 in Hummelo. Fritske trouwde niet en zelfs voor zijn koningin van 1877 moesten de annalen van de gilden worden geraadpleegd. Het was overigens niet gebruikelijk een koningin te kiezen volgens artikel 5 van het gilde: zal



onze broederschap alleen moeten teeren zullende nog koninginne nog ander vrouwens bij de verteering mogen geduld worden. Fritske overleed op 11 januari 1934 en dus vormde hij sedert lange tijd niet meer de opening van de stoet, maar was wel, wat hij altijd graag wilde zijn, de belangrijkste van het gezelschap op die dag. Deze keer zeer zeker niet gewild. Zijn schitterende "werkkostuum" is op afbeelding nr. 10 nog in volle glorie te bewonderen.

Afb. nr. 10. Koorzanger Fritske Bartels bij een plechtige gelegenhied met zijn hoge "zije" in de hand. Hij was tot op hoge leeftijd koorzanger. Bij begrafenissen liep hij

altijd voorop om met krakende stem "In Paradisum" te zingen. (Mededelingen H. K. H., jrg. 24, p. 148.)


Als er één de weg naar de hemel wist te wijzen was het wel Fredericus Bartels van 1844, die in 1877 koning werd van het vrijgezellengilde. En vrijgezel dat bleef hij!

Afb. nr. 11. Voorkant. Afb. nr. 12. Achterkant. (uit: F. J. M. Vermaas, H. A. J. Vermaas, J. A. M. Wannet, J. H. F. Zweers; Huissens Gildenzilver vanaf 1554, Gilden van Sint Gangulphus en Sint Laurentius binnen de

stad Huissen, Huissen, 2002, p. 141.) Het schild heeft de vorm van een cirkel met een gestileerde corona. Op de foto rechts de achterzijde met de tekst:

F. Bartels Koning Geschoten

29 juli 1877

De afmetingen van het schild zijn: 6,7 cm. hoog en 6,4 cm. breed.


Twee geloven op één kussen...

P. G. M. Driessen4

Ook al in 1669 zat daar kennelijk de duivel tussen, getuige de passage in het kerkregister van de gereformeerde gemeente in Huissen.

Afb. nr. 13. Classisverslag van de Nederduits gereformeerde gemeente van Huissen,

dd. 12-9-1669. RBS 978, folio 33. Ene Geurt van Boedbergen weigert zijn kinderen mede te brengen tot het gehoor van Gods woord. Op zich zou dat niet zo heel bijzonder zijn 4 Mededelingen H. K. H., jrg. 37 (2012), nr. 3, p. 90 - 91.


geweest, ware het niet, dat van Boedbergen getrouwd was met een zekere papist Jantje van Velen (katholiek). Gewoonlijk werden er voor zo'n "gemengd" huwelijk strakke afspraken gemaakt over de godsdienstige opvoeding van eventuele kinderen. Afspraken of niet, de kinderen van Geurt en Jantje kwamen niet naar de kerk. Daar kwam nog bij, dat van Boedbergen diaken was van de gereformeerde gemeente en die moest toch beter weten. Als we dan ook nog bedenken, dat Geurt van Boedbergen schout (scholt) was van Huissen en Malburgen, dan is het voor te stellen, hoe de volksroddel Geurt en Jantje besproken heeft. Namens de kerkgemeente gaan de ouderling, Stephan van Vinceler tevens den H. Richtr (rechter in de stad Huissen), en diaken Frederic van Gein naar het huis van Boedbergen, maar krijgen daar nul op rekest. Nadat wij hem menigmaal broederlijk gebeden gemaant en opgewekt hadden, dat hij sijne kinderen bij zijne huisvrouw Jantjen van Velen, papist zijnde, en voor onse gemeente gedoopt, soude hebben mede te brengen tot het gehoor van Gods woord, maar vergeefs. Dan worden er krasse maatregelen genomen. Voorlopig mag van Boedbergen niet deelnemen aan het Heilig Avondmaal verwachtende zijne spoedige bekering tot wegneming van die grote ergernisse, opdat wij niet moghten genoodzaakt zijn verder middelen van excommunicatie tegen hem in 't werk te stellen. Of Jantje dan wel Geurt de godsdienstige zin heeft kunnen doordrijven vertelt Dominee van Leeuwen niet.


Gezinsstaat Geurt van Boedbergen Godefridus van Boedtbergen (ook Geurt Bodtbergen, Godfried van Boetbergen en Bertbergen), is ondertrouwd te Huissen op 7 december 1659 en getrouwd aldaar op 28 december 1659 voor de kerk met Jantie van Velen, afkomstig uit Huissen. Uit dit huwelijk: 1. Anna Maria, gedoopt te Huissen op 1 november 1661, overleden aldaar op 5 maart 1670. 2. Wilmijn, gedoopt te Huissen op 10 februari 1664. 3. Willem, gedoopt te Huissen op 19 november 1666, overleden aldaar voor 11 oktober 1671. 4. Herman, gedoopt te Huissen op 1 juli 1668. 5. Anneken, gedoopt te Huissen op 7 september 1670, overleden aldaar voor 2 april 1673. 6. Willem, gedoopt te Huissen op 11 oktober 1671. 7. Anneken, gedoopt te Huissen op 2 april 1673. 8. Peternel, gedoopt te Huissen op 5 mei 1675. 9. Stephanus, gedoopt te Huissen op 10 oktober 1677. 10. Hendrijn, gedoopt te Huissen op 17 maart 1680. Alle tien kinderen zijn gedoopt in de protestantse kerk!


Wie was Leentje Boelen?

P. G. M. Driessen5 Bij de een of andere gelegenheid is er een serie "spotprenten" gemaakt van een aantal illustere Huissenaren. Kees Berendsen, niet vies van een politieke karikatuur en de boel opjutten, wordt er van verdacht de tekenaar te zijn, maar gezien de spelling met de dubbele "o" en de "sch" lijkt hij van deze beschuldiging vrijgepleit. Zo tekende men "De kuische Bertus", "Ons Nulleke den beer", "Over de veredeling van het varkensras", "Oome Dorus, journalist", "Van Dorsen", "De ideale zijde van den handel", etc. (1) De prenten kwamen ooit in ons bezit door een gift van mevrouw M. van de Schueren-Helmich uit Nijmegen. De tot veler verbeelding sprekende prent betreft Leentje Boelen. Wie was zij en vanwaar was zij Huissen binnengekomen? Zij werd in 1859 in Den Haag geboren als dochter van Simon Christianus Josephus Boelen en Jacoba Volbregt (ook Tolbregt). Vader was graanhandelaar. Helena Begga Godefrida Boelen trouwde op 12 augustus 1908 met de Elster handelsagent Jan Willem Aalbers. Jan Willem had er toen al een huwelijk opzitten en wel met Johanna Frederica Antonia van den Broek. Toen Jan Willem op 22 augustus 1918 te Huissen overleed, bleef de raadselachtige Leentje alleen in Huissen achter. Men wist niet wie ze was, wat ze deed en in de volksmond werden al haar wegen in nogal duistere sferen bewandeld. Toen Leentje en Jan Willem in 1908 trouwden, woonden zij in Arnhem, toen ze op 25 augustus 1943 stierf, had zij daarvoor Huissen uitverkoren. Ik houd me aanbevolen voor meer details over deze zeer druk besproken vrouw. N.B. In de trouwacte van J. W. Aalbers en H. B. G. Boelen lezen wij, dat hij in Arnhem woont en zij te Huissen.

Afb. nr. 14. Trouwacte Jan Willem Aalbers met Leentje Boelen. B. S. Huissen, actenr. 19, dd. 12-8-1908.

5 Mededelingen H. K. H., jrg. 32 (2007), nr. 2, p. 66 - 67.


Afb. nr. 15. Spotprent "Leentje Boelen over emancipatie en pedagogie."

(onbekend tekenaar, coll. H. K. H.).

Noot: 1) "Oome Dorus, journalist" betreft Theodorus Putters, Med.H. K. H., jrg. 19 (1994), p. 175. "Van Dorsen" betreft Derk van Dorsen, Med. H. K. H., jrg. 19 (1994), p. 128 - 129.


De familienaam Boshoven

P. G. M. Driessen6 Er zijn nu eenmaal familienamen, die op zijn minst "ver-Huissens" lijken en dan ga je daar eens wat nader op in. In dat kader leek de naam Boshoven een boeiende, want bij het inventariseren van de gegevens uit de doop-, trouwen overlijdensboeken komt al in 1660 een huwelijk voor de dag tussen Henrick Boshooft uit Stadtloo en de Huissense Grietien Lentsen. 1695 trouwt hij voor de derde keer, nu Henrick Boshoff geheten en uit Arnhem afkomstig, met Joanna Eleonora van Eck. Deze Henrick heeft er dan blijkens de informatie al een huwelijk opzitten met mevrouw Coldenhove. Bovenstaande bevindingen doen zeer oude wortels in Huissen vermoeden, maar wat er nu nog in Huissen de naam Boshoven draagt, is niet helemaal zo oud, maar toch interessant genoeg voor een nadere beschrijving. De scholier Jacobus Gerardus Jozef, kortweg Gert-Jan Boshoven, geboren op 6 september 1977 in het Arnhemse St. Elisabeth Gasthuis is een telg uit een toch al twee eeuwen oud Huissens geslacht Boshoven. Het familierelaas begint bij Petrus Boshoven, die in 1749 in het Duitse Halderen geboren is (I). Hij is arbeider op klein Holthuijsen en tabakker. Dit blijkt uit diens overlijdensacte, die in 1836 werd opgemaakt. Halderen is een kleine plaats in de onmiddellijke nabijheid van Kranenburg (D., toen in "Kreis Emmerich, Herzogtum Kleve, Preussen"). Ook zijn vrouw, Margaretha Ha(a)geman of Hagman was import, afkomstig uit Lottum bij Venlo (gemeente Horst). Uit dit huwelijk sproten tien kinderen voort; zes zonen en vier dochters.

Afb. nr. 16. Doop G. Boshoven (Boshoeven), 1800. RBS 981.1, folio 214.

6Mededelingen H. K. H., jrg. 15 (1990), nr. 3, p. 74 - 77.


De laatste dochter Gertrudis, die in 1810 werd geboren, stierf echter al na drie weken en de eerste Henricus (~ 1803) bezweek anderhalf jaar oud aan de sinkenkoorts. Bij de inschrijving van het overlijden van Henricus noteerde de pastoor ook het adres van de familie Boshoven, namelijk op klijn houthuijsen. De naam Boshoven kent nogal wat varianten. Boshoove werd Bernardina bij haar doop in 1791 genoemd, terwijl Gerardus in 1800 bij zijn doop ook Boshoeven als achternaam meekreeg. (zie afb. nr. 16)

Afb. nr. 17. Bidprentje van Afb. nr. 18 Voorkant. (coll. H. K. H.) Jan Petrus Boshoven (+ 1931).


Afb. nr. 19. Bidprentje van Maria Bies (+ 1927). De oudere generaties Boshoven waren duidelijk in de agrarische sector werkzaam. Petrus (I) is om beurten tabakker en arbeider. Ook Gerhardus (II) is, als hij in 1829 trouwt tabaksplanter en is dat bij zijn hernieuwde huwelijkse aanzet in 1844 nog steeds. Zijn zoon Petrus (III) noemt zich warmoezenier, een aanduiding voor een wat breder georiënteerde tuinder. Geheel de sociaal-economische ontwikkeling volgend, stapt rond de Tweede Wereldoorlog Gradus Hermanus (V) uit de agrarische sector.

Afb. nr. 20. Bruiloft van de dochter van Jan Peter Boshoven (IV), Everdina Boshoven met Theodorus Damen op 27 april 1926.

In het midden het bruidspaar Damen-Boshoven. Rechts op de foto de ouders Damen, links de ouders Boshoven. (Met dank aan H. Hoen).

Rest alleen nog de vraag, waar de grondleggers van de Huissense tak Petrus (I) en Margaretha zijn getrouwd en wanneer? Twee dingen zijn hierbij zeker. Ze trouwden in elk geval voor 1791 en zeker niet in Huissen.


Stamreeks Gert-Jan Boshoven

I. Oudgrootvader Petrus Boshoven, arbeider, tabakker, * ca. 1749 te Halderen (D.), + 29-1-1836 aldaar, x met Margaretha Ha(a)g(e)man, * ca. 1760, Lottum, + 15-7-1830.

II. Oudvader

Ger(h)ardus Bosho(e)ven, tabaksplanter, * 23-2-1800, + 24-1-1863, x 1) 4-5-1829 met Berndina Derksen, * 20-10-1799 te Groessen, + 24-9-1843.

III. Betovergrootvader Peter (Petrus) Boshoven, tabaksplanter, warmoezenier, * 27-1-1832, + 27-5-1861, x 7-5-1861 met Hendrina Everdina Willemsen, * 20-4-1836, + 8-4-1892.

IV. Overgrootvader Jan Petrus Boshoven, warmoezenier, arbeider, * 25-11-1874, + 28-9-1931, x 15-2-1905 met Maria Bies, * 29-5-1877, + 5-12-1927.

V. Grootvader Gradus Hermanus Boshoven, landarbeider, betonwerker, * 4-1-1907, + 5-7-1977, x 24-1-1940 met Johanna Aleida (An) van Onna, * 17-6-1911 te Duisburg (D.), + 22-11-1990 te Arnhem.

VI. Vader Gradus Jozef Boshoven, sanitair-technicus, * 13-1-1947, x 11-8-1972 te Gendt met Johanna H. M. Janssen, * 14-5-1949 te Gendt.

VII. Jacobus Gerardus Jozef (Gert-Jan) Boshoven, scholier, * 6-9-1977 te Arnhem.

N.B. Zie een foto van An van Onna (V) in: J. van Onna; Genealogie van Onna: Nederland-Duitsland, Leende, 2004, p. 241. De trouwdatum van Boshoven-Janssen (VI) is 15-5-1970, op cit, p. 255. Ook aanvullingen op (VII).


Bij een foto

P. G. M. Driessen7 Op bezoek bij de familie Polman-Bouwmeister in Bemmel kreeg ik een foto en die leek me best interessant, alleen al om de ouderdom van de kiek. De foto toont Johannes Antonius Bouwmeister en Geertruida Maria Bosman. Hij werd geboren in Duiven, wat nauwkeuriger in Loo op 17 september 1854 en overleed op 15 mei 1928 in Huissen, waar hij als landbouwer dan wel warmoezenier zijn kost had verdiend voor een tienkoppig kroost. Geertruida werd geboren in Bemmel op 14 mei 1860 en overleed op 20 december 1907 in Huissen. Zij woonden [na de huwelijksvoltrekking] op 5 oktober 1881 in Huissen op de Rietkamp.

Afb. nr. 21. Johannes Antonius Bouwmeister en Geertruida Maria Bosman.

(Foto: coll. Mw. H. Peelen) De achternaam van de kinderen wordt nogal eens geschreven als Bouwmeester en dat is nog steeds een verspreking, die door vele 7 Mededelingen H. K. H., jrg. 29 (2004), nr. 3, p. 84 - 87.


Huissenaren wordt gebezigd. Johannes Antonius was de zoon van landbouwer Johannes Bouwmeister en Hendrina Berendsen. De kinderen zien we hun verdere leven slijten in Huissen, maar van de ouders zien we in Huissen geen teken van leven, noch van dood gaan. Wat was er in Huissen, dat die Bouwmeisters trok? Niet zozeer het vrouwvolk, want dat werd meestal elders gezocht en gevonden. Van de tien kinderen in het gezin Bouwmeister-Bosman waren er zes van het vrouwelijke geslacht en de vier zoons moesten het in aantal afleggen tegen de zussen. Zoon Petrus Jacobus van 1884 trouwde in 1918 met Arnolda Maria Willemsen, die er al een huwelijk met Gerardus Evers uit Elst op had zitten. Hermanus Johannes van 1888 trouwde Theodora Cornelissen uit Elst, die na zijn dood in 1932, twee jaar later hertrouwde en nu met Theodorus Holtus uit Doornenburg. Franciscus Wilhelmus (Bouwmeester) van 1893 zocht en vond zijn andere helft ook al in Elst in de persoon van Cornelia Maria Aren(d)s. In Huissen zijn dragers van de naam Sluiter, Vedder, Van de Leijgraaf en in Bemmel Polman nog levende nazaten van het fotogenieke tweetal.

Afb. nr. 22. Warmoezeniershuis op de Rietkamp.

Links woonde de familie Holtus-Cornelissen en rechts familie Bouwmeister-Bosman. (Foto: coll. Mw. H. Peelen.)


Zijn er van de oorspronkelijke Duivense "overlopers" nog meer Huissense Bouwmeisters? Hele nesten, jawel: De broer van Johannes Antonius (* 1854) met de naam Bernardus Johannes (* 1864) ging 1899 ook de plas over ["van de overkant" van de rivier de Rijn] en trouwde Grada Witjes uit Huissen. En wie kent niet de hele gildenclan van Bouwmeisters uit het gezin van Johannes en Johanna Wolbrink? Ook de tak van de onvolprezen melkboer van het Zand [Jan Bouwmeister, Gochsestraat, genoemd "de lange Jan"] past in het rijtje van afstammelingen van de Duivense Johannes en Hendrina Berendsen. Zij bouwden allen aan de gemeenschap Huissen en deden hun naam dus allen eer aan. Het Huissens "staatsburgerschap" is voor de Bouwmeisters pas zo'n honderd jaar oud, maar het lijkt veel langer gezien hun stevige wortels onder de huidige ruim 16.000 Huissenaren [dd. 2004].


De familie Brons

P. G. M. Driessen8 Soms is het verder zoeken dan de oudst bekende voorvader of -moeder een kwestie van logisch toeval. Zo ook in het geval van de familie Brons in Huissen. Toen onlangs een Brons-fan zijn licht in onze collectie kwam opsteken, legde hij uit pure nieuwsgierigheid het doopregister van de Vicarie, waarin de dopelingen uit de omringende dorpen Angeren, Bemmel en Elden staan opgetekend, naast dat van de parochie Huissen in de 18e eeuw en ontdekte, dat de voornaam Jan Willem in Angeren nogal eens voorkwam met daarachter niet de naam Brons, maar Brans. Deze naam Brans komt veel voor in de doopboeken van Angeren en Pannerden. Brons, met de typische voornaam Jan Willem, verwijst naar een Zevenaarse (in ieder geval Overrijnse) komaf. Misschien een spoor in de richting van meer willen weten over de naam Brons, die overigens ook al in het Huissense een respectabele afstammingsreeks kent. Het iets van adel hebben, doordat ooit een pastoor Barons noteerde, mag gerust naar het rijk der genealogische fabels worden verwezen. Bijgevoegd een stamreeks van de familie Brons. Van een vergelijkend onderzoek via onder meer de doopgetuigen, vernemen we hopelijk later.

Afb. nr. 23. Bidprentje J. H. Brons-Burgers (+ 1947). (Stamreeks VI)



Afstammingslijn van Ellen Brons

I. Oudbetovergrootvader Jan Brons, � 5-2-1768 te Zevenaar, x 9-5-1728 te Oud-Zevenaar met Elisabeth Jansen.

II. Oudovergrootvader Cornelis Brons, ~ 14-10-1737 te Zevenaar, x 3-5-1765 met Catharina Henderix.

III. Oudgrootvader Johannes Brons (Joannes Baron), tabaksplanter, * te Angeren, ~ 19-7-1766, + 19-3-1845, x 2-5-1797 met Elisabeth Peters, * 8-8-1772, + 12-12-1846, dochter van Jacobus Peters en Petronella Loefs.

IV. Oudvader

Jan Willem Brons, schoenmaker, tabaksplanter, * 28-3-1811, + 9-10-1883, x 1-6-1841 met Johanna Maria Bekker, ~ 16-11-1817, + 5-1-1883, dochter van Bernardus Bekker, strodekker, en Petronella Driessen.

V. Betovergrootvader

Bernardus Brons, herbergier, bijnaam: Dirk van Moetje, * 29-8-1845, x 17-9-1879 met Hendrica Berends, * 31-12-1852, + 15-3-1943, dochter van Theodorus Bernds, winkelier, en Wilhelma Sterk, winkelierster.

VI. Overgrootvader Johannes Bernardus Brons, kleermaker en koster, bijnaam: Jan van Drik van Moetje, * 14-12-1884, + 5-6-1980, x 13-2-1917 met Johanna Hendrika Burgers, * 12-3-1885 te Maurik, + 17-12-1947 te Arnhem.

VII. Grootvader Bernardus Rutgerus Brons, koster, * 7-11-1917, + 26-6-2000 te Arnhem, x 12-5-1948 met Anna Maria Lippmann, * 6-6-1923, + 29-4-1996.

VIII. Vader Johannes Antonius Joseph Maria (Joop) Brons, journalist, * 8-3-1949, x 2) 25-5-1984 met Ellen Henriëtte de Roller.

IX. Ellen Brons, * 10-12-1987.


Dominee Bussingh in Huissen (1761 - 1770)

P. G. M. Driessen9 Onlangs kwam ik in het bezit van de uitgetypte versie van de preek van dominee Theodorus Bussingh, die op 25 augustus 1811 het heuglijke feit herdacht, dat hij 50 jaar daarvoor aan zijn eerste klus als predikant begon. Aangezien de start van zijn lange loopbaan in Huissen was, is het alleszins de moeite waard eens in te gaan op de inhoud van zijn met historische gegevens doorspekte toespraak tot zijn Godsvolk in Benschop [bij Utrecht], waar hij 34 jaar verbleef. In den jaare 1738, uit beste Burgerouders, welker aandenken mij altoos dierbaar zal zijn, te Emmerik geboren, die, hoewel gezegent met een 8-tal tegelijk levende kinderen, waarvan ik de jongste was, voor derzelver goede opvoeding en behoorlijk onderwijs den besten zorg droegen. Gelijk mijnen Broeder J. W. Bussingh. De jubilerende dominee vertelt in de openingszin van zijn feestpredicatie gelijk de omstandigheden, waaronder zijn jeugd zich afspeelde. De genoemde broer J. W. Bussingh was nog pas 20 jaar, toen hij als leraar werd bevestigd in de gemeente van de Meeren en later als evangeliedienaar in Delftshaven; alwaar hij in de kragt zijns leven door den dood van zijnen Post is afgelost. Theodorus Bussingh, die zijn oudere broer als leidsman zeer hoogachtte, ging in 1748 in Emmerik naar de Latijnse school om talen en kundigheden aan te leren en stapte later over naar de Hoogeschool te Duijsburg en viel daar meteen in het eeuwfeest van de school. Het feesten was in 1756 snel afgelopen, want ook Duisburg beleefde de weeën van de 7-jarige oorlog; van de geboorte van Wolfgang Gottlieb Mozart zal hij zeker nog niet wakker gelegen hebben. Met de nodige bekwaamheid in zijn bagage werd hij naar de Classis van Wezel gestuurd en presenteerde zich daar kennelijk zo parmant, dat hij direct na zijn thuiskomst de uitnodiging kreeg zijn predikerstalent in Huissen te etaleren. Huissen was hem kennelijk totaal onbekend, getuige de zinsnede in de feestpredicatie van 1811: Huissen, alwaar ik geen mensch zelvs van aangezigt kende. De eerste uitnodiging werd door een tweede gevolgd en toen dominee van Himbergen, nog maar net in Huissen ingeburgerd, plotseling



overleed, kwam er een voordracht met drie kandidaten om in Huissen te worden beroepen, te weten dominee Creemer, predikant te Vuuren en Dalem, dominee Jan Claessen, waarnemer in Schoonhoven en Theodorus Bussingh. Dominee Claessen had nogal wat uitzonderlijke ideeën en bedankte voor de eer en zo werd Bussingh als tweede keus naar Huissen beroepen op 19 april 1761. Na nog wat proeven van bekwaamheid en rechtheid in de leer werd hij op 23 augustus 1761, op de dag van zijn onderhavige predicatie precies een halve eeuw geleden, in Huissen bevestigd als leraar. Zijn 12 jaar oudere broer Jan uit Delfsthaven ging voor bij de plechtigheid. Het moet voor Theodorus in Huissen een fijne tijd geweest zijn, getuige het volgende citaat: Bijna volle 9 jaeren in dit gedeelte van des Heeren wijngaard met lust en niet zonder vrugt en zegen gearbeid hebbende, wierd ik naar elders beroepen en verpligt die gemeinte, die mij lief geworden was en van mijn dienstwerk altoos een ijverig gebruijk maekte, vaarwel te zeggen hetgeen ik niet dan onder wederzijdsche aandoening 21 Jullie 1770 deed. Hij vertrok naar Dinteloord of Prinseland en bleef daar met veel genoegen 6,5 jaar en ging op 16 maart 1777 voor zijn laatste statie van 34 jaar naar Benschop, omdat het zompige vochtige klimaat aan de Biesbos zeer nadelig inwerkte op zijn gezondheid. Theodorus Bussingh stierf op 21 juni 1816 in [Dordrecht], juist toen Huissen van het Kleefse verhuisde naar het Gelderse. Van zijn emiraat mocht hij maar 2 maanden genieten. Bron: Archief N. H. kerk in Benschop, [Dordrecht ?].10 Met dank aan de heer H. Hammer voor het aanreiken van de informatie. N. B. Dominee Bussing werkte in Huissen van 19 april 1761 tot 21 juil 1770. Hij trouwt 11 maart 1766 te Vlaardingen met Gerarda Bohman.

10 Correctie op p. 150 van Mededelingen H. K. H. jrg. 17.


Dominee Theodorus Bussingh II

P. G. M. Driessen11 Stond in deel I over Theodorus Bussingh zijn informatie over met name Huissen centraal, ditmaal diepten we de gegevens uit, die voorkomen in de Boekzaal der geleerde Wereld. Bij zijn bevestiging in september 1761 was het hele gezelschap van collega-dominees in Huissen bijeen. Johannes ter Beek uit Zevenaar, Justus Brummer uit Emmerik, Everhart Jacobus Reichart uit Kranenburg (D.), Georg Godfried Otterrein uit Duffelswarth, Everardus Kerkhoff uit Elden, Balthasar de Five uit Herwen en Johannes Hendricus Hogies uit Schenkenschans waren naar de Zwanenstad gekomen om broeder Theodorus Bussingh de handen op te leggen. Er werd een hoogdravend klink-digt ter inwijdinge van den weleerwaarde en begaafde heere Theodorus Bussingh tot leeraar in de Gemeente van Huissen geschreven. Het luidt: Nec laudis amor nec gloria cessit. Zong ik Uw Deugd ter Eere, Uw wetenschap en vlijt. Toen ik U onlangs zag ter waardigheid verheeven Van Nazireer, nu door de eigen drift gedreven. Zinge ik tot Leeraar U van Huissens kerk gewijdt. Geluk begaafde Vriend! benaarstig U om strijdt, Om Zondaars voor Gods wraake en gramschap te doen beeven. Leer hen door het waar Geloof naar 't Hemels Kanaan te streven. Wint Zielen voor Uw Heer en woeker Uwen tijdt. Juich Huissens Kerk Gemeent! daar u het heil bejegent. Dat ge uwen Bussingh ziet tot Gods tolk ingezeegent. door zijnen Broeder in Uw heilig akkerwerk. Roemt op dien gulden mondt het scheeprijk Delfshaven. eert het zijn Bussingh, een Appollos rijk van gaave. Gij roemt op Bussingh, de eer en luister van Uw kerk. Amicitiae causa hoc prosuit. In 1770 gaat Dominee Bussingh weer uit Huissen vertrekken. De gemeente van Huissen laat er geen gras over groeien en roept sollicitanten op zo snel mogelijk zich te melden. In juli 1770 meldt men:



D. Bussingh, door Collatie van zijne Hoogheid den Heere Prince Erfstadhouder, enz., enz. te Princeland beroepen zijnde, zal dus deeze plaats vacant worden, terwijl Beroepene voorneemens is op den 5 Aug. zijn afscheid te prediken, zo worde de Heeren Proponenten verzogt, hoe eer hoe liever, alhier hunne gaven te laaten horen. Het afscheid werd een ware belevenis. Met een citaat uit Paulus IV neemt hij op 22 juli afscheid onder een groote toevloed van toehoorders.


Elk schild heeft een verhaal I: Harmanis Daams

P. G. M. Driessen12 Bladerend in de verzameling schilden, door de eeuwen heen geschonken door de onderscheidene koningen van de Huissense gilden, trof mij de jeugdige leeftijd van Harmanis (Hermannes, Hermannus, Hermanis Daems) Daams, die het in 1731 presteerde koning te worden van het jonggezellengilde St. Laurentius.* Op het schild staat vermeld:

1731 den 25 juni is kooning geworden Harmanis Daams

oudt sijnde 14 jaaren en 3 maanden en 11 daagen.

Afb. nr. 24. Het schild van Harmanis Daams, 1731.

Afmetingen: 10,3 cm. hoog en 7,4 cm. breed.



Wie was die jonge vorst? Als tweede telg uit het zevental van Jan Daems en Henderijn Bouwman(s) werd hij op 13 april 1717 opgenomen in de Rooms Katholieke geloofsgemeenschap. De echtelieden sprokkelden dat septet bijeen tussen 1715 en 1729. Enige verbazing ontstaat er over de nog zeer jeugdige leeftijd van Hermanis Daems, maar daarin was hij in die tijd zeker niet uniek. Zijn schild vermeldt ook geen gemalin en mijn nieuwsgierigheid wil dan graag weten of Harmanis in de rest van zijn aards bestaan altijd afkerig is gebleven van het zich inlaten met het vrouwelijk schoon. Rond 1743 moet hij de Huissense Petronella Raadts (Raets, Raats, Raaths) in het vizier hebben gekregen, maar de exacte notatie hierover ontbreekt. Petronella was de op 2 januari 1724 gedoopte dochter van Jan Raadts en Henderijn Köster (Cösters, Kösters, Koster). Ook deze echt had zeven spruiten voortgebracht en in dat rijtje waren twee zussen de als Petronilla gedoopte voorafgegaan.

Afb. nr. 25. Doop Petronilla Raadts, 1724. RBS 982, folio 135.

Jan Raadts was timmerman van beroep en had op 6 mei 1719 voldoende centjes bijeen gespaard om met Henderijn te kunnen trouwen en zich aan de Arnhemse Poort te gaan vestigen. Welke kwaliteiten en economische troeven Hermannus Daems bij zijn aanzoek meebracht naar huize Raadts aan de Arnhemse Poort weet ik niet, maar hij moet van goede huizen gekomen zijn. De familie Raadts en zeker vader Jan, behoorde tot de parochiële elite, want toen hij op 18 augustus 1782, 93 jaar oud, overleed aen verval van kragten, werd hem de eretitel van kerckmeester toegedicht. De echt tussen Hermannus, nu Daems geschreven, en Petronella Raadts leverde drie dochters op: Hendrina (* 1744), Willemina (* 1749, ook Willemijna) en het Huissense “Dreimädlershaus” Daems is compleet, als in 1752 Hermina zich aandient. Waarom de produktie dan plots ophoudt, is vermoedelijk te wijten aan het overlijden van vader Harmanis.


Een bevestiging van dit vermoeden krijgen we als weduwe Petronella een nieuwe bedgenoot aangeschaft blijkt te hebben en de uitverkorene Gradus Nabben heet. Gradus bewoog zich ook in de betere kringen, want als op 24 september 1769 zijn huijsvrow Petronella Raadts 46 jaar oud overlijdt aen een langdurige grijnende sieckte en vier dagen later wordt begraven, spreekt de overlijdensnotatie van Gradus Nabben, schepen deser stadt. Voor Gradus Nab(ben), die naast schepen ook verwalter van het Koniglijcke post Ambt moet zijn geweest, was de lol er toen ook al gauw af, want op 16 november 1773 des morgens om 3 Uhr overlijdt hij aen een hete koors, oud 67 jaren (RBS 981.2, folio 430). Over het levensverhaal van de drie dochters uit het gezin van Hermanis Daems en Petronella Raadts zeggen onze historische bronnen niet al te veel. Willemijna Daams van 1749 overlijdt op 11 december 1794 in Huissen en de overlijdensnotatie vermeldt dan: jonge dogter, 46 jaaren, overleeden aan de heete koortzen (RBS 981.2, folio 465). Als ze op 13 december wordt begraven, sluit daarmee ook dat boek. Gisbertus, de broer van Petronella Raadts, was gedoopt op 11 oktober 1729. Ook hij brengt het tot kerkmeester blijkens een mededeling gevoegd bij zijn overlijdensbericht op 28 maart 1804. (zie afb. nr. 26)

Afb. nr. 26. Overlijden Gijsbert Raaths, 1804. RBS 981.2, folio 495.

* Dit schild staat vermeld als G7, behorende bij het St. Gangulphusgilde, in: Huissens Gildenzilver, op cit., p. 44.


Willem van De(e)len

P. G. M. Driessen13 Op 17 september 1812 ontving het gemeentebestuur van Huissen een uittreksel uit het overlijdensregister van de Commune de Leijde", waarin het overlijden werd gemeld van de uit Huissen afkomstige fuselier Willem van Deelen. Officier Paijens van de 88e cohorte laat ons weten onder welke omstandigheden fuselier van Deelen aan zijn eind was gekomen. Hij was opgenomen in het ziekenhuis Hospital sedentaire in Leiden, nadat hij gewond was geraakt bij een charge met de politie. Willem van Deelen, de zoon van Willem van Delen en Judith Berns, was gedoopt op 10 september 1788 en was bij het overlijden nog maar 24 jaar.

Afb. nr. 27. Doop Wilhelmus van Delen, 1788. RBS 981.1, folio 128.

13 Mededelingen H. K. H., jrg. 19 (1994), nr. 5, p. 149.


Demon of zoiets

P. G. M. Driessen14 In Huissen kijken Demon, Diemant, Demont en Diemont elkaar vragend aan. Zijn we familie van elkaar? Onderstaande variaties op deze familienaam zijn geen bewijs, maar toch. Als Hermanus Diemant in 1843 een zoon Johannes aangeeft op het stadhuis dan noteert de ambtenaar van de burgelijke stand Huissen als achternaam voor het kind: Diemant, zoals hijzelf, maar bij een volgende telg uit dit huwelijk uit 1841 met Johanna Jacoba de Haas wordt Demont als achternaam vastgelegd en bij zoon Antonius in 1863 komt Diemont als naam op papier. Hijzelf kreeg de naam Diemant mee (B. S. Elst, geboorteacte nr. 60, dd. 6-7-1822) als zoon van Johannes Diemant (* 1805) en Maria van R(h)eem, maar ambtenaren bleven er kennelijk moeite mee hebben gezien de schrijfwijze van de achternamen van zijn kinderen. En geloof me maar: in Huissen is het allemaal begonnen met Johannes Demon, want zijn zoon Johannes (* 1805) is de vader van genoemde Herman (* 1822) (zie overzicht op p. 43). Opa Johannes Dieman (ook Demon, Demont, Diemant) was mandenmaker. Volgens de overlijdensacte is hij geboren in Indoornik als zoon van Hermanus Demon en Catrina Hermsen. (B. S. Huissen, overlijdensacte nr. 68, dd. 13-12-1876). Hij is overleden op 12 december 1878. Hij was getrouwd met Johanna Smits (ook Joanna Smid(s) genoemd Janssen). De familienaam van de vader van Herman, Johannes, wordt bij zijn trouwen met Maria Anna van Rheem als Dimans geschreven (B.S. Trouwacte nr. 18, dd. 22-6-1826).

14 Mededelingen H. K. H., jrg. 19 (1994), nr. 5, p. 155. Met aanvullingen


Verwantschapsoverzicht Demon/Diemant

Hermanus Demans (Demon) x Cath. (Catrina) Hermse(n)

I Johannes Demon (Demont, Diemant, Dieman)

* 1797 te Indoornik, + 1878 x Johanna Smits (Smid(s))

I Johannes Diemant (Demont, Demand, Dimans, Dieman)

~ 1805 te Dreumel, + 1884 x 1) Maria van R(h)eem

I Hermanus Diemant (Diemont, Demont)

* 1822 te Elst x 1) J. Jac. de Haas

I Johannes Diemant

* 1843


Elk schild heeft zijn verhaal XV: Gerhardus Derksen

P. G. M. Driessen15 Voor een korte expositie van het jubilerende gilde van St. Laurentius binnen de stad Huissen mochten we even kijken in het Gildeboek vanaf 1808 en troffen daar als koning in dat jaar een zekere Gradus Derksen (ook Gerhs Derkzen en Gerhardus). Tot dan toe een vrijwel onbekende beroemdheid binnen het gildenwezen. Op 29 juni 1807 schoot Gerhardus Derksen zich tot koning van het jonggezellengilde en hij liet zich vergezellen door Johanna Stevens als koningin. Van haar is in geen velden of wegen meer te ontdekken, dan dat zij Gradus begeleidde bij alle plichtplegingen, verbonden aan de status van de nummer één van het niet onbelangrijke gezelschap. Zij werd, zoals later zal blijken, in ieder geval niet voor een langere periode de geliefde van Gradus. Van enige kennis van de geschiedenis en mogelijk enige vaardigheid in het maken van 'Sinterklaas-rijmpjes' getuigen de tekst op zijn schild, dat zijn regnum markeert.

Lodewijk Napolion is ons gegeeven Door de gracie Gods voor onsen Koning Verheeven

Dien tijd toen ik was dertien Jaar Schonk ik dit Schild aan De Broeders van S' Laurens te gaar

Daar ik ben Koning van ben geworde Ik hoop God hem zeegend dat het blijft in order

Gerhs Derkzen Koning Joha Stevens Koningin

Huijssen Den 29e Junij 1807 Op zijn minst wordt Gerhardus er van verdacht voorstander te zijn geweest van de nieuwe orde na de Franse Revolutie, die toen ook Nederland overspoelde. De versieringen op het schild geven geen blijk van een grote tekenvaardigheid, maar wel van betrokkenheid bij en van enige kennis van de politieke toestand van Huissen. Mogelijk was hij 'vooraanstaand' uit hoofde van zijn koningschap bij de spontane ontvangst aan het Malburgse veer, toen de broer van de Franse keizer, Lodewijk Napoleon, zich als nieuwe heerser binnen het koninkrijk Holland (1806 - 1810) aan de Huissense bevolking kwam presenteren.



Boven de tekst is een hangend wapenschild en wapperen twee vlaggen in een bijna kinderlijke weergave. N.B. De zwaan gaat heraldisch rechts en dat zou naar links moeten zijn. Blijkbaar niet alleen in 1681 vergiste men zich. Afb. nr. 28. Het schild van Gerhardus Derksen, 1807. (Huissens Gildenzilver, op cit, p. 133.) Afmetingen: 13,5 cm. hoog en 9,4 cm. breed. Al snel bleek niet zozeer Gradus interessant te zijn, maar bij het bekijken van zijn afstamming, bleek er een veel interessanter dossier van zijn vader te bestaan, zo zelfs, dat er gesproken wordt van "het raadsel van Horst". Waarom die raadselachtigheid? Vader Jacobus Derix werd in 1751 geboren in het Limburgse Horst (zie ook p. 47, 197) als buitenechtelijk kind van ene Joanna Baeten. Er deed zich een probleem voor, toen de biologische vader boven water moest komen. Joanna weigerde de naam van haar liefje-voor-even te noemen en volgens de gewoonte in die tijd moest ze gerechtelijk gedwongen worden met een bekentenis te komen. Na met hel en vagevuur gedreigd te zijn, kwam Joanna met een zekere Theodorus Derix als aanstichter van het onheil voor de dag. Een verre nazaat, Frits Derksen, ging ijverig op zoek naar de enige echte Theodorus in Horst, maar toen kwamen er minstens twee mogelijke kandidaten uit het onderzoek in de 'picture'. Kennelijk was er niemand bij de amoureuse 'date' getuige geweest en dus zal er nooit enige zekerheid als bewijs geboekstaafd kunnen worden. Wat werd nou de relatie tussen Horst en het Huissense? De Horster Jacobus-zonder-vader duikt in Huissen op, als hij een huwelijk aangaat met de uit Angeren stammende Antonia (de) Locht (de Logt), die er al een echt op had zitten met Willem van Aalten. Hun zoon Gerhardus Derksen is de gildekoning, wiens schild onderwerp is van deze beschouwing. Als koning van het St. Laurentiusgilde heeft hij natuurlijk recht op een wat nauwkeuriger bestudering.


Gerhardus (Gradus) Derksen werd op 25 augustus 1790 opgenomen in de R. K. gemeenschap van Huissen. Wilhelmus Salemink en Hendrina de Logt getuigden bij die niet onbelangrijke gebeurtenis.

Afb. nr. 29. Doop Gerhardus Derksen, 1790. RBS 981.1, folio 137. Als de inmiddels volwassen Gradus op 29 mei 1821 gaat trouwen met de op 23 februari 1796 in het Duitse Cleve geboren Catharina Lock/Loock, noteert de ambtenaar van de burgerlijke stand, dat de bruidegom meester-bakker is, maar bij de geboorte van zijn zevende kind, Maria Catharina, in 1834 zit hij in vakkennis minder hoog in de boom, want dan blijkt hij leerling-bakker te zijn. Bij zijn overlijden op 24 augustus 1856 in Nijmegen, is hij zomaar logementhouder, een veredelde herbergier, in hedendaagse termen hotelhouder. Zowaar een trede hoger op de maatschappelijke ladder. Na de dood van Gradus zet zijn weduwe het pension kennelijk voort, want bij haar overlijden op 2 november 1878 in Nijmegen staat zij te boek als dienstmaagd (!), logementshoudster en herbergierster. Het achttal kinderen, door hen samen geproduceerd, is eerlijk verdeeld tussen de dames en de heren. Kennelijk heeft zijn ambitie in het vak van bakker, dan wel het runnen van een logement, hem uit Huissen naar het Nijmeegse doen verhuizen, want van enige nazaten in het Huissense is niets meer te vinden. Wel resteren er nog heel wat lijnen vanaf vader Jacobus in het Huissen van nu. Gezien het achttal kinderen van Gerhardus is het een wonder, dat er nauwelijks iets is terug te vinden in ons bestand, maar kennelijk heeft hij al zijn kroost bij de verhuizing naar Nijmegen meegenomen, voordat er ook maar één aan kon denken een eigen bestaan op te bouwen in het Huissense. [Gerhardus' zoon Wilhelmus Gijsbertus zette een zestal kinderen op de wereld. Van die zes kinderen overleed de helft voor hun twaalfde jaar.] Via zus Wilhelmina Derksen van gildenkoning Gerhardus, getrouwd met Jan Kersten, komen we in onze stad bij Hendricus Kersten terecht, die ooit kastelein was in "De Buitenpoort" en nog één generatie later bij Willem Kersten, in de volksmond "De goeie man" genoemd, en eveneens uitbater in hetzelfde etablissement. Van hem is het lot wel erg nauwgezet beschreven, als er in 1916 wordt genoteerd, dat hij stierf door een val van de hooizolder, waarbij hij hersenletsel en daardoor verlammingen opliep.


Door zijtakken komt ook Willem Jeurissen in het rijtje aansluiten. Ook Toon "De Bok" staat als slager nog duidelijk op het netvlies van menig wat belegen Huissenaar. Het koperen logo van de slager staat nog keurig als bewijs op de deur van het huis aan de Vierakkerstraat. Afb. nr. 30. Deur van Slagerij Jeurissen, Vierakkerstraat. (Foto: D. J. Prins) De jongere broer van gildekoning Gerhardus, Johannes geboren in 1793 en overleden in 1872, in 1818 getrouwd met Hendrica (van) Rijsewijk, liet en laat nog wat meer Huissenaren genieten van zijn voortplantingdrift. Als Johannes' jongste zoon Jacobus (* 1836) trouwt met Theodora Kinkelder en voor een negental kinderen zorgt, is de toekomst van deze tak en voor de Derksens in Huissen verzekerd. Jacobus' zoon Theodorus Johannes van 1870 wordt echter het zwarte schaap van de familie, want het gerechtelijk archief heeft zijn misdaden voor eeuwig vastgelegd. De stenograaf van het gerecht in Arnhem noteerde: Hij gaat op 28 januari 1896 wegens "feitelijke aanranding der eerbaarheid" voor een jaar naar de strafgevangenis in Arnhem. Hij is eerder veroordeeld en had toen al 4 maanden straftijd gekregen. Hij is 1,76 groot, heeft zwart haar, een rond voorhoofd en bruine ogen. Op 28 januari 1897 keert hij terug naar Huissen en vestigde zich weer op het ouderlijk huis. Huissen had het vermoedelijk gehad met Theodorus Derksen en dus verhuisde de recidivist naar het Duitse Styrum, waar hij op 26 januari 1908 stierf. Van de rechtstreekse lijn Derksen in Huissen, afstammend van Jacobus Derix uit Horst, de vader van een Huissens gildekoning, is Jan, de stratenmaker, bijgenaamd "De Bros", nog een levend bewijs. Geraadpleegde literatuur: F. Derksen; Het raadsel van Horst, Gens Nostra, jrg. 53, nr. 7/8, blz. 365 - 385.


Hoe schrijf je Dibbes?

P. G. M. Driessen16 De naam Dibbes kent ook de nodige verschrijvingen. De oudste Dibbes in Huissen, een heer Peter Dibbes, wordt in 1828 de dienstdoende ambtenaar Dibbes genoemd, terwijl hijzelf met Debbes ondertekent (zie afb.nr. 31. En in 1837 schrijft de ambtenaar Dibbits (zie afb. nr. 32), volgens hemzelf heet hij nog steeds Debbes.

Afb. nr. 31. Handtekening Peter Debbes bij geboorte dochter Wilhelmina.

B. S. Geboorteacte nr. 62, dd. 28-6-1828.

Afb. nr.32. De ambtenaar schreef Dibbits in geboorteacte van Hendrik. B.S.

Geboorteacte nr. 22, dd. 14-3-1837. Zoon Peter van 9 april 1833 krijgt bij de geboorteaangifte het etiket Dibbits opgeplakt en als hij zelf een gezin sticht en zijn kinderen uit het huwelijk met Sophia Geerlings komt aangeven, wordt de eerste telg Dibbets genoemd, maar de 2 volgende kinderen heten dan Dibbes. Kleinzoon Johannes betreedt in 1850 en nogmaals in 1867, het stadhuis als Dibbes, maar heet bij de aangifte van achterkleindochter Johanna Maria in 1869 ook Dibbets. De aangever is niet erg kritisch geweest of kon zijn naam niet lezen. De ambtenaar keek niet verder dan zijn neus lang was, want had hij even naar de voorbije tijd gekeken, hij had beter kunnen weten. En zo is het gekomen.

16 Mededelingen H. K. H., jrg. 19 (1994), nr. 5, p. 158. Met aanvullingen.


Al Huissenaar in 1664!

P. G. M. Driessen17

Familieroutes kunnen vreemd lopen. Mijn Driessen-weg loopt via Doornenburg, Hulhuizen, Millingen en Bimmen (D.) naar Keeken, waar de oudst bekende voorouders Arnoldus Driessen en Maria Gellichs in 1727 trouwden. Nou stoorde het mij regelmatig, dat ik in mijn poging minstens een echte Huissenaar te lijken, altijd net niet die binding met het Huissens verleden had, die mij enige schijn van Huissenaar gaf. Grasduinend in mijn kwartierstaat echter, kwam ik tot een verrassende constatering. Niet langs vaderskant, maar aan de hand van mijn moeder Agnes Hendrina Maria Hermsen (1906 - 1977). Zij was één van de vijf kinderen van Gerardus Theodorus Hermsen (1880 - 1934) en Aleida Johanna Spanbroek (1871 - 1954). Deze laatste werd geboren in Gendt als dochter van Hendricus Spanbroek (1838 - 1890) en Agnes Scholten (1840 - 1919). Deze Agnes Scholten, geboren op de Brouwketel geeft de sleutel tot mijn Huissense familiewortels. Zij was de tweede dochter met die naam uit het tweede huwelijk van Everardus Scholten (1798 - 1860), die op 21 september 1836, 7 maanden na de dood van zijn eerste echtgenote Agnes Sluijter uit Angeren, trouwde met de Zevenaarse Aleida Everdina Peters (1815 - 1882). Deze tabaksplanter Evert Scholten noemde deze dochter Agnes naar zijn eerste vrouw en die naam leeft op de dag van vandaag nog voort in onze familie. Aagje Balk op de Claushof 6, een achterkleinkind van mijn moeder, is al de zevende generatie met de naam Agnes sinds de Agnes Sluijter van 1801. Ouders van toen maakten het qua naamgeving genealogen heel wat gemakkelijker dan tegenwoordig, nu ouders en grootouders nauwelijks nog "vernoemd" worden. Mijn tocht door het verleden gaat dus verder bij Evert Scholten en Aleidis Peters. Evert werd op 8 april 1798 gedoopt en was de zoon van Thomas Scholten en Jo(h)anna Peters (1764 - 1841). Ook Thomas was tabaksplanter. Bij hem wordt het wat de Scholtens aangaat een beetje mistig. Zijn doopregistratie is niet te vinden, noch in Huissen en ook niet in de Vicarie. De acte (B. S. Bemmel, actenr. 68) van zijn overlijden te Angeren op 30 augustus 1836 is al heel wat duidelijker. Thomas is de zoon van Jan Scholten en Geertruida Roskamp en bereikte de leeftijd



van 82 jaren. Een eenvoudig rekensommetje leert ons dan, dat Thomas dus in 1754 geboren moet zijn. Nu komt het probleem. Joannes Scholten en Gertrudis Roskam(p) trouwden pas in 1760 in Huissen, dus zou mogelijk Thomas uit een eerder huwelijk van vader Jan zijn, maar nee, want op 2 mei 1760 is Jan Scholten, jonge man een aanduiding die alles zegt. Thomas is rond het jaar 1754 ook nergens te vinden. Zo blijk ik toch via de vrouwelijke lijn al sinds 1754 Huissenaar te zijn.

Voorouders in vrouwelijke lijn van P. G. M. Driessen

Evert Scholten x Aleidis Everdina Peters I

Henricus Spanbroek x Agnes Scholten I

Gerardus Theodorus Hermsen x Aleida J. Spanbroek I

Gerardus H. Driessen x Agnes Hendr. M. Hermsen I

Petrus G. M. Driessen Want nou kwamen de families met de naam Scholten in Huissen rond die tijd niet erg veel voor en zonder aansluiting direct te kunnen aangeven, loopt de lijn zeer waarschijnlijk via Evert Scholten (ook Schouten) en Hendrina Haeren, die in 1730 in Huissen trouwen. Deze conclusie trek ik, als ik de namen van de kinderen van Joannes Scholten en Gertrudis Roskam(p) zie: Everdina, Everardus, Hendrina en Jan. Voorlopig vroegste Scholten in Huissen, mogelijk een andere tak, is Jan Jansse van Ledden, die op 30 november 1694 in Huissen trouwt met Anneke Broenen, een weduwe uit Zevenaar.

Afb. nr. 33. Trouwen van Jan Janse(n) met Anneke Broenen, 1694.

RBS 981.4, folio 212.


Allereerst zijn we op zoek waar nou precies Ledden mag liggen, vermoedelijk op Duits grondgebied. (1) Waarom wordt Jan Janse zomaar Jan Scholten? Het bewijs staat op 3 februari 1701, als Johan Scholten, wedn. wegens Anneke Broenen, geboren van Ledden trouwt met Gerritge Peters, weduwe wegens Cornelis Reijers, geboren in Groessen.

Afb. nr. 34. Trouwen van Johan Scholten met Gerritge Peters, 1701.

RBS 981.4, folio 229. Wij vinden geen nakomelingen van dit gezin, maar ook langs de naam Roskam, Roskamp, Roskaem halen we de 17e eeuw. Geertruij Roskam (* 1731) was de dochter van Marten Roskamp (ook Martinus Roskaem, Roskam) en Anna Eerthuijsen. Marten werd op 5 december 1699 in Huissen gedoopt als zoon van Thomas (!) Roskaem en Helena Wolters (Wouters) Kemminghs. Joanna (Anna) Eerthuijsen is op 8 april 1696 gedoopt (+ 1782) als dochter van Henrick Eerthuijsen en Gertruijd (Geertruit) van Brinck en dit echtpaar meldt zich al vanaf 1691 in de Huissense doopannalen. Geertruit van Brinck werd in mei 1664 in Huissen gedoopt. Ze was de dochter van Rutger van Brinck uit Kesteren en Peterken van Kesteren.

Afb. nr. 35 Doop van Geertruit van Brinck, 1664. RBS 981.4, folio (27). Genealogie laat het zoeken langs de mans naam voorgaan, maar ge ziet het speuren langs de vrouwelijke lijn in de kwartierstaat levert ook best interessant materiaal op. Tot slot: Arnold Scholten, voetballer bij


Feijenoord stamt ook van de Brouwketel-Scholtens in Angeren, zo ge wilt Huissen! Noot: 1) Mogelijk Ledden, Tecklenburg, Duitsland.


Generaties Eggenhuizen in Beeld Uit de collectie van Gerrit Meeuwsen

P. G. M. Driessen18

Hoe zagen onze voorouders eruit? Dat willen we zo graag weten. De sectie Beeld en Geluid van onze Kring kreeg weer een enorm aantal foto's uit de verzameling van Gerrit Meeuwsen. Gerrit maakte zelf -in zijn nu al lange leven- veel kiekjes en maakte ook veel kopietjes van de inhoud van menige schoenendoos. Daar blijken heel veel oude foto's bij te zitten van aan de bezitters van die kiekjes bekende familieleden als opa's, oma's en zelfs nog generaties terug. Gerrit heeft via zijn eigen datasysteem veel hints gegeven over wiens of wier portret uit het verre verleden we ons mogen verbazen. Het ordenen van al dat waardevols daagde ons uit sommige families eens wat nader te bekijken en te beschrijven.

Afb. nr. 36. Gezin Eggenhuizen-Berns, ca. 1891. (Foto: coll. H. K. H.)

Bij het doorspitten van de voorraad viel ons nevenstaande foto op. Via de aantekeningen van Gerrit Meeuwsen kwamen wij er achter dat hier Petrus Eggenhuizen en Willemina Berns zijn afgebeeld. 18 Mededelingen H. K. H., jrg. 35 (2010), nr. 5, p. 177 - 185.


De twee kinderen zijn Everdiena Hendrina van 31 oktober 1888 en Petrus Rutgerus van 25 juli 1891 en naar de leeftijd van de kinderen gemeten moet de foto van om en nabij 1891 zijn. Gezin Eggenhuizen-Berns Petrus Rutgerus Eggenhuizen, geboren te Huissen op 10 mei 1857, zoon van Jacobus Eggenhuizen (arbeider) en Hendrina Schriever. Petrus Rutgerus is getrouwd te Huissen op 6 oktober 1886 op 29-jarige leeftijd met Willemina Berns (24 jaar oud), geboren te Huissen op 22 februari 1862, overleden aldaar op 14 december 1916, begraven aldaar op 16 december 1916, 54 jaar oud, dochter van Rutgerus Berns (arbeider, dagloner) en Everdina Balk, Willemina is later getrouwd met Johannes Franciscus Janssen, arbeider, geboren te Huissen op 13 januari 1864, overleden aldaar op 18 september 1917, 53 jaar oud, zoon van Willem Antonius Janssen (arbeider) en Theodora Sluijter. Johannes Franciscus Janssen was weduwnaar van Maria Verheijen. Petrus Eggenhuisen en Willemina Berns besloten aan het eind van de jaren 1880 in Duisburg werk te gaan zoeken. Styrum en Duisburg (beide steden in Duitsland gelegen) waren een bolwerk van Huissense emigranten. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren: Everdiena Hendrina Eggenhuizen, geboren te Styrum (D.) op 31 oktober 1888, overleden 26 oktober 1954 te Arnhem. Zij trouwt 23 januari 1917 met Johannes Albertus Haselhof, geboren 1892 te Duisburg (D.), zoon van J. A. Haselhof en J. Cath. Ste(e)geman (broer van M. Fr. Haselhof, zie onder). Zij krijgen 3 kinderen. Petrus Rutgerus Eggenhuizen, geboren te Styrum (D.) op 25 juli 1891 (R. K.). (volgt later) Hendrina Wilhelmina Eggenhuizen, dienstbode, geboren te Styrum (D.) rond 1894, wonende te Arnhem (1917). Hendrina is getrouwd te Huissen op 23 mei 1917, op ongeveer 23-jarige leeftijd met Gerardus Theodorus Schepers (24 jaar oud), molenaarsknecht, geboren te Huissen op 13 september 1892 (R. K.), overleden te Nieuwenhagerheide op 29 maart 1937, 44 jaar oud, zoon van Johannes Christianus Schepers (arbeider) en Johanna Wouters. Maria Wilhelmina Eggenhuizen, geboren te Styrum (D.) op 24 november 1895, overleden te Arnhem op 19 september 1988, begraven te Huissen *De Hoeve*, 92 jaar oud. Maria was gehuwd met Gerardus Leonardus


Scholten, warmoezenier, geboren te Huissen op 27 oktober 1891, overleden aldaar op 7 oktober 1971, begraven te Huissen *De Hoeve* op 9 oktober 1971, 79 jaar oud, zoon van Hendrik Scholten (warmoezenier) en Theodora Huberts. Omdat we na bestudering van de verzameling van Gerrit Meeuwsen de personen op de onderstaande foto's een naam konden geven, (de foto van de geliefden had de combinatie duidelijk gemaakt: zie inzet), gaan we eens wat verder in op de antecedenten van Petrus Rutgerus (Piet) Eggenhuizen, toen dienst doende bij de Gele Rijders. Gezin Eggenhuizen-Haselhof Piet Eggenhuizen werd geboren in Styrum (D.) als voorheen vermeld, op 25 juli 1891 en ging terug naar Huissen. Deze stad van zijn voorouders bleek niet uit de genen verdwenen.

Afb. nr. 37. Verlovingsfoto's van Piet Eggenhuizen en Marie Haselhof.

Want op 13 juni 1917 trouwde hij daar de 23-jarige Maria Friederika Haselhof (Hazelhof), maar waarom hij nou op 21 juli 1954 in Heerlen dood moest gaan, is op dit moment de vraag. Zijn stoffelijk overschot is op 23 juli 1954 in Huissen begraven (Grafnr. B 15). De volksmond gaf hem de toenaam "De Rooie Piet".


Maria Friederika (ook Frederica, roepnaam Marie) Haselhoff (Hazelhof) was geboren in Duisburg (D.) op 3 januari 1894, dochter van Johannes Albertus Hazelhof (arbeider) en Johanna Catharina Ste(e)geman. (1) De schrijfwijze van haar tweede voornaam verraadt het geboorteland, maar op haar bidprentje bij haar overlijden in Arnhem op 3 februari 1953 blijkt ze al helemaal verhollandst te zijn: Maria Frederica Hazelhof. Zij werd bijgezet in het graf van haar man. Maria bracht bij het huwelijk in 1917 al een zoon mee vanuit een voorechtelijke amoureuze ontmoeting. Echtgenoot Piet keek kennelijk niet op een kind meer of minder en liet de jongen Eggenhuizen heten. Hij werd de voorbode van een legioen Eggenhuizen-spruiten. Onder de naam Johannes Albertus Haselhof, later Eggenhuizen, is hij de stamvader van weer een tak aan de Eggenhuizen-boom. Hij werd geboren op 25 april 1913 in Huissen en overleed aldaar op 18 juni 1994. Hij trouwde op 13 juni 1939 in Gendt met Jacoba van Moerkerk, geboren op 26 mei 1916 in Gendt, dochter van Gradus van Moerkerk en Maria Jacoba Derksen. Uit dit huwelijk werden vier dochters en vier zoons geboren. De bekendste zoon uit deze familietak is de pontbaas Sjaak Eggenhuizen (* 1950). Afb. nr. 38. Trouwfoto van Piet Eggenhuizen en Marie Hazelhof (1917). Uit het huwelijk tussen Piet Eggenhuizen en Marie Hazelhof werden 15 kinderen geboren, te weten: Wilhelmina Catharina Eggenhuizen, geboren te Huissen op 30 maart 1918, overleden aldaar op 7 augustus 1922, 4 jaar oud.


Petrus Rutgerus Eggenhuizen, brandweerman, geboren te Huissen op 23 juni 1919. Petrus is getrouwd te Arnhem op 23 september 1942, op 23-jarige leeftijd met Johanna Hendrina Reinders (22 jaar oud), geboren te Arnhem op 2 september 1920 (R. K.), dochter van Hendrik Johannes Reinders en Hendrika Johanna van Rijswijk. Zij krijgen een Henk en een Piet. Zoon Piet (* 1947) wordt in Nederland als zanger bekend onder de artiestennaam D. C. Lewis met het lied "Mijn gebed". Deze telg werd in hetzelfde bed geboren als de kinderen Tonk , die later in dat huis aan de tegenwoordige Stadswal bewoonden, zo vertelde mij Leo Tonk in een toevallige ontmoeting. Theodorus Johannes Eggenhuizen, mijnwerker, geboren te Huissen op 8 september 1920. Overleden te Geelong (Australia) op 30 september 1972, 52 jaar oud. Theodorus was gehuwd met Johanna Wilhelmina Maria Gieling, dochter van Martinus Jacobus Arnoldus Marie Gieling en Maria Johanna Catharina Diendenhoven. Johannes Albertus Eggenhuizen, geboren te Huissen op 14 oktober 1921, verongelukte op 7 november 1959 te Salisbury (G. B.). Johannes was gehuwd met Paula Jacobs, geboren te Terwinselen (R. K.). Jozef Eggenhuizen, bakker, geboren te Huissen op 11 oktober 1923, overleden te Arnhem op 4 mei 1966, begraven te Huissen (grafnr. D 46), 42 jaar oud. Jozef was gehuwd met Willemina Maria Berendsen, geboren te Deventer op 8 december 1928, dochter van Gerhardus Johannes Berendsen en Willemina Maria IJsseldijk. Jacobus Eggenhuizen, fabrieksarbeider, geboren te Huissen op 25 september 1924, overleden op 26 juli 1971. Jacobus was gehuwd met Geertruida Jacoba Sak, geboren te Millingen op 31 mei 1926, dochter van Hendrikus Sak en Maria Verhoeven.


Afb. nr. 39. Gezin Eggenhuizen-Hazelhof met ouders (circa 1939).

Frederikus Eggenhuizen, geboren te Huissen op 25 september 1924, overleden aldaar op 11 december 2000, 76 jaar oud. Frederikus is getrouwd te Arnhem op 7 maart 1962, op 37-jarige leeftijd met Geertruida Johanna Rutgers (26 jaar oud), geboren te Arnhem op 9 mei 1935, overleden te Arnhem op 20 augustus 2007. Maria Wilhelmina Catharina Eggenhuizen, geboren te Huissen op 10 november 1925. Overleden te Arnhem op 15 oktober 1957 en begraven in het graf nr. B 45 in Huissen-Stad. Zij trouwde met Theodorus Jansen, geboren op 8 juli 1924 en overleden in Huissen op 2 mei 1988 en begraven in de Hoeve in Huissen. Hij speelde jarenlang in het geweldige team van de Huissense damvereniging. Na het overlijden van Maria Eggenhuizen hertrouwde hij met Johanna Stift uit Lobith, die eerder getrouwd was met Gerardus Giesen.


Afb. nr. 40. Gezin Eggenhuizen-Hazelhof (circa 1939).

Op deze foto staan naar alle waarschijnlijkheid van rechts achter naar links voor: Johannes Albertus (Haselhof) Eggenhuizen (1913), Petrus (1919), Theo (1920), Jan

(1921), Jozef (1923), Jacobus (1924) en tweelingbroer Frederikus (1924). Op de voorste rij: Maria (1925), Wilhelmina (1926), Hendrik (1928), Catharina (1931),

Antonius (1930), Alphons (1934) en Margaretha (1937). Wilhelmina Catharina Eggenhuizen, geboren te Huissen op 29 december 1926. Zij overleed op 29 december 2001 in Arnhem en werd in Huissen begraven. Wilhelmina trouwde op 25 juli 1965 in Huissen met Petrus van Geelen, medewerker van de plaatselijke groenteveiling, geboren in Huissen op 23 mei 1927 en overleden op 22 februari 1990 in Huissen. Hendrikus Eggenhuizen, geboren te Huissen op 12 mei 1928 en hij overleed in Assendelft op 12 november 1981. Hendrikus trouwde in Assendelft met Johanna Maria Nielen, geboren in Assendelft op 14 december 1931.


Antonius Eggenhuizen, geboren te Huissen op 22 februari 1930. Hij trouwde te Arnhem op 21 november 1962 met Anna Maria Nicoline Wolberts (26 jaar oud), geboren te Ede op 17 augustus 1936 (R. K.), dochter van Sije Wolberts en Riemke Boersma. Catharina Rosa Eggenhuizen, geboren te Huissen op 3 september 1931. Zij is getrouwd te Franeker op 20 april 1954, op 22-jarige leeftijd met Schelte Wolberts (25 jaar oud), fabrieksarbeider, geboren te Franeker op 4 december 1928, zoon van Sije Wolberts en Riemke Boersma. (Hij is dus de broer van Antoon's vrouw.) Alphonsus Maria Eggenhuizen, geboren te Huissen op 22 februari 1933, overleden aldaar op 14 maart 1934, 1 jaar oud. Alphonsus Maria Eggenhuizen, geboren te Huissen op 4 december 1934. Hij trouwde in Assendelft op 21 september 1963 met Geertruida Afra Maria Greuter, geboren in Assendelft op 5 november 1938, dochter van Hendrik Greuter en Aloysia Konijn. Margaretha Maria Eggenhuizen, geboren te Huissen op 22 februari 1937. Margaretha is getrouwd te Huissen op 1 februari 1962, op 24-jarige leeftijd met Theodorus Gerardus Johannes Braam (27 jaar oud), machinebankwerker, geboren te Groesbeek op 6 september 1934, zoon van Johannes Braam en Christina Tuss. Door de verzamelwoede van Gerrit Meeuwsen werd het ons mogelijk gemaakt van vrijwel de hele familie van de uit 1857 stammende Petrus Eggenhuizen een "beeld" te krijgen. Tijdens onze zoektocht in de fotoberg hebben we ook van andere families schitterend materiaal gevonden. Daarover meer, de volgende keer. Noot: 1) Zie ook: A. Hazelhoff, J. H. A. Hazelhoff; Kroniek van het geslacht Haselhoff: Beschrijving van acht eeuwen familiegeschiedenis, Wedde, 1992, p. 466. R. Hazelhoff; een familie Hazelhof uit Huissen vindt werk in het Ruhrgebied en de Limburgse mijnen, FamilieBulletin, nr. 1, 2012.


Afb. nr. 41. Gezin Eggenhuizen met kleinkinderen bij 25-jarig huwelijksfeest (1942). De familie begon zich kennelijk uit te breiden, want bij het zilveren huwelijksjubileum

in 1942 was het eerste tweetal van de derde generatie al getuige van deze Eggenhuizen-mijlpaal.

Afb. nr. 42. En ook hier nog het hele gezin Eggenhuizen-Hazelhof, nu met aanhang.

Jaar van opname is (nog) niet bekend.


Elk schild heeft zijn verhaal XIV: Jan van Geelen

P. G. M. Driessen19 In het grote verzamelboek met zo ongeveer alle wetenswaardigheden over de schilden van de koningen van de beide gilden heeft het schild van 1907, als blijvend aandenken aan de regeerperiode van Johannes Hendrikus van Geelen, het nummer L 24 meegekregen. Een meester-teken is op het kleinood niet te bekennen en het gehalteteken I verwijst naar de periode 1906 - 1953. Er is geen kantoorteken en ook de jaarletter ontbreekt. Niet bijster interessant voor de achterhaler van historische informatie. De vormgeving is al wat meer uitdagend: neo-Biedemeier met opgesoldeerde kroon. Wij zouden zeggen: “Met zo’n schild kun je thuiskomen.” Het geheel ademt niet het werk van een echte professional. Op het schild staat:

J. H. van Geelen Koning

Catharina Van Meulen

Koningin 1907

Afb. nr. 43. Het schild van J. H. van Geelen, 1907.

(uit: Huissens Gildenzilver, op cit, p. 150) De afmetingen zijn ca. 7,5 hoog en 4,3 cm breed. 19 Mededelingen H. K. H., jrg. 35 (2010), nr. 3, p. 86 - 89.


Dus is het mogelijk interessanter de koning en zijn gemalin voor-dat-moment eens aan een wat meer gedegen onderzoek te onderwerpen. Johannes Hendrikus van Geelen werd op 9 september 1885 in Huissen geboren en overleed daar op 30 mei 1972. Een echte Zandse warmoezenier of tuinder, die het bracht tot koning van het Sint Laurentiusgilde was op zich al een wat uitzonderlijke gebeurtenis, waar het “spel” van de gilden meestal een Stadse aangelegenheid was. Jan van Geelen zocht zich voor dat moment een koningin uit en het schild laat haar Catharina van Meulen heten. Deze naam komt in ons bestand niet voor, al zou ene Catharina Christina Vermeulen (* 1886) uit Huissen de gelukkige kunnen zijn geweest. Zeker is wel, dat Jan op 29 april 1919 niet met haar trouwde, maar met de Huissense warmoezeniersdochter Maria Dorothea van Biesen.

Afb. nr. 44. Jan van Geelen met vrouw (van Biesen) en kinderen en enige

familieleden, circa 1930. (Foto: coll. H. K. H. 4230) Het bevreemdt, dat het door Jan geschonken schild geen aanwijzing bevat over zijn later nogal moordlustige “hobby”. Jan heeft heel wat varkens het dodelijk masker voorgehouden. Als huisslagter was hij gevreesd onder de knuffeldieren van Sint Antonius. Ieder jaar brengt het “Hof van Hessen” tijdens het “vleischkeure” en gedurende de kermis met een bijna levensgrote foto van de “seriemoordenaar” en zijn dodelijke wapens een ode aan het “bijbaantje” van Jan van Geelen.


Afb. nr. 45. Jan van Geelen bij de huisslacht, 1936. (Foto: coll. H. K. H. fragment van Inv. Nr. 2820. Eerder verschenen in Mededelingen van H. K. H., jrg. 21, nr. 5). Zoon Bart (1928 - 1989) was van Groesbeek tot Zwaagwesteind en van Haarlem tot Hengelo ook gevreesd, zij het, dat hij zich niet op pad begaf met masker en “haorschraper”, nee, hij speelde in de jaren 1950 - 1960 in het eerste team van Jonge Kracht en zijn voorzetten van rechts waren gevreesd. De kleinzoon van Jan, Geert, heeft nog lang geprobeerd op de tuinderij de kost te

verdienen, maar het tijdperk van Van Geelen-tuinders lijkt in 2010 op een eindje te lopen. Koning Jan was de zoon van de tabaksplanter, warmoezenier Lambertus Hendricus (1841 - 1921) en Johanna Hofstede (1849 - 1887). Helemaal vrij van het gildenvirus was de familie van Geelen niet, Zwager Petrus Everardus Eeuwes, getrouwd met de oudste zus van Jan, Anna Catharina, was in 1903 ook al koning geweest, maar zijn schild is van de zwerftocht in de Tweede Wereldoorlog niet op de basis teruggekeerd. Koning Jan had een neef Wim: Wilhelmus Albertus van Geelen (1920 - 1978), getrouwd met Maria Jacoba Lippmann, die in 1947 als gildekoning de eer had, de weer teruggevonden schilden aan de buitenwacht te tonen. Afb. nr. 46: Wim van Geelen als Gildenkoning, 1947. (uit: Huissens Gildenzilver, op cit, p. 120.) Hoe Huissens was van Geelen? Zijn stamboom kunnen wij vervolgen tot 1828. De grootvader van Jan was Lambertus van Geelen, een in 1794 in Doornik geboren en in de Vicarie gedoopte arbeider, meer specifiek: klompenmaker. Uit het gezin van Lambertus en Anna Wolters uit Huissen werden 10 kinderen geboren en allemaal in Huissen, waar de


moeder geboren was in 1808. Het huwelijk vond danook in Huissen plaats en wel op 11 augustus 1828. Deze constatering doet ons belanden bij de overgrootvader, de tabaksplanter Joannes van Geelen, die volgens zijn overlijdensacte op 2 juni 1828 in Xanten (destijds Pruissen, thans Duitsland) geboren moet zijn op 17 november 1762. Naspeuringen daar hebben nog niet het gewenste resultaat opgeleverd, maar de achternaam Van Geelen zou wel eens uit Van Gahlen kunnen zijn ontstaan. Voorlopig eindigt dus hier de royalty-zoektocht binnen de familie Van Geelen. Met dank aan mevrouw Jeannette Eeuwes voor een hoeveelheid genealogische informatie. Bronnen: Tevens Achiv Stiftsmuseum, Xanten.


Elk schild heeft zijn verhaal X: Theodorus Giesen

P. G. M. Driessen20

We mogen er stellig van uitgaan, dat Theodorus Giesen alles wist van het "warmoezenieren", maar toen hij in 1913 een schild schonk aan het Sint Laurentiusgilde als blijvend bewijs van zijn koningschap, wist hij kennelijk geen pakkende tekst te bedenken anders dan de puur zakelijke mededeling:

Th. Giesen Koning

G.W. Remie Koningin

Huissen 1913

Het koning-zijn is bijna een privilege geweest van "stadsen", maar Theodorus Giesen van 25 november 1885 kwam van het Zand en dus net eventjes buiten de gewone gang van zaken. De 28-jarige warmoezenier koos Grada Wilhelmina Remie tot "buurvrouw op de troon". De op 15 februari 1891 geboren dochter van Jacobus Remie en Willemina Willemsen had "verkering" met de nieuwe koning en zij werd op 5 mei 1917 de bruid van het toen inmiddels van zijn troon gestoten "stadshoofd". De familie Giesen kwam waarschijnlijk rond 1719 de Huissense geschiedenis binnen, toen Wolter Giesen zich aan het "Zwanenfront" meldde. De juiste datum en plaats van zijn geboorte zijn niet bekend, maar toen Wolter op 20 december 1799 aan de teering overleed, stond er bij dat hij 80 jaar oud was. Zijn vrouw Anna Maria (van de) Pas (ook Maria Pas) was op 14 januari van dat jaar overleden aan een kwaade borst.

Verwantschapsoverzicht Giesen

Wolter (ca. 1719) I

Joannes (* 1771) II

Gradus (* 1804) I

Joannes (* 1832) I

Gildekoning Theodorus (* 1885)



Liefst negen kinderen zorgden met meer of minder succes voor het nageslacht. Zoon Joannes van 1771 gaf het stokje door naar de koning van 1913, maar toen hij al als 34-jarige in 1805 overleed, meldde de notulist de trieste doodsoorzaak als volgt: Overleden aen de catharale koors, nalatende een vrouw [Elisabeth Nienhuis] en 2 klijne kinderen. Dat duo (kinderen) had al drie zussen voor die tijd zien afvallen, aan de pocken en de begaavinge. Elisabeth Nienhuis (ook Nienenhuis, * 1772) trouwde later met de in Elden geboren Hendericus Slinckman (* 1768), maar stond op 9 november 1812 alweer aan het sterfbed van haar "tweede keus". Gelukkig doorstond kleinzoon Gradus (1804 - 1887) vooralsnog alle ellende, zodat de tabaksplanter in loondienst in Elst, aan de instandhouding van het geslacht Giesen kon beginnen, toen hij daar Hermina Janssen (* 1802) aan de haak sloeg. Met negen kinderen garandeerden zij weer gerede kansen op continuïteit in de familie Giesen. Natuurlijk moest na drie dochters de eerst zoon op 17 oktober 1832 naar opa Johannes worden gedoopt en bij de burgerlijke stand samen met zijn tweelingzus Dorothea worden ingeboekt. Op 5 mei 1871 trouwde deze Jan (1832 - 1915) voor een tweede keer, nu met Theodora Janssen uit Huissen. Hij hield als tabaksplanter, landbouwer dan wel warmoezenier van een "groen blaadje", want Theodora was maar liefst veertien jaar jonger.

Afb. nr. 47. Het schild van koning Theodorus Giesen en koningin Grada Remie,

geschonken in 1913. (uit: Huissens gildenzilver, op cit, p. 152) Afmetingen schild: 7 cm. hoog en 5 cm. breed.


De familie Goris

door P. G. M. Driessen21 Op zaterdag 26 november heeft ons kringlid mevrouw B. Nederend-Goris de genealogie van de naam Goris afgerond. Zij deed dat in de op maat gesneden sfeer van het kasteel Bergh in 's-Heerenberg. Afb nr. 48. De schrijfster en profile. A. M. P. Nederend-Goris; Het geslacht Goris: Vijf eeuwen op de Rijnwaarden, Eerbeek, 1994, p. 3. Onze kringvoorzitter Emile Smit mocht niet alleen een korte hoogst onderhoudende inleiding houden, maar ook het met de Romeinse I gemerkte eerste exemplaar in ontvangst nemen, uiteraard voor onze kringblibliotheek. Een zeer interessant resultaat van jarenlange speurtochten in boeken en archieven en niet alleen in Nederland, maar over de hele wereld onder meer om nazaten met dezelfde naam persoonlijk te ontmoeten en het gedegen fotomateriaal te verkrijgen. Waarom werd nou juist aan Huissen de eer gegund het echt eerste exemplaar te gaan bezitten? Rutger Goris liet vanuit Pannerden op 6 februari 1639 zijn eerste kind in Huissen dopen. Dit feit was voor Emile Smit aanleiding aan de hand van de ongetwijfeld trotse vader van toen, te voet of mogelijk op de kar, deze te begeleiden naar de stad Huissen. "Historici kijken soms neerbuigend op genealogen neer, maar ten onrechte, want historici zijn de decorbouwers en de genealogen plaatsen de spelers in dat decor."



De een kan voor een zo volledig mogelijk beeld van vervlogen tijden de ander niet missen. Rutger Goris zal met zijn Mechteld vanaf de Pannerdensewaard via Doornenburg bij de Brouwketel de grens tussen Gelre en het Kleefse gepasseerd zijn en via de poort op de Markt Huissen hebben betreden, waar pastoor Basilius Janszoon van der Linden het gezelschap opwachtte voor de doopplechtigheid in de stadskerk. De politiek in die tijd moet Rutger wel degelijk beleefd hebben, want hij betrad bij de Brouwketel Kleefs gebied, voorwaar een "buitenlandse" reis van belang. Godsdienstig beleefde hij de vruchtbare werking van de Hollandse Zending vanuit Huissen en Hulhuizen aan den lijve. (Bijdrage H. K. H. nr. 3.) Ook moest Pannerden nog aan de overkant van de Rijn komen te liggen, door het graven van het Pannerdens kanaal in de beginjaren van de 18e eeuw. Wellicht ontmoette hij soldaten, die met de, later 80-jarige genoemde, oorlog bezig waren. Voorwaar een boeiende inkleuring, een liefdevolle omhelzing van de historicus richting genealoog. Telgen uit de familie Goris vormden in Huissen nog lang een deel van de politieke vertegenwoordi-ging. Ook de aan de naam Goris geliëerde familie Cremer heeft in Huissen haar sporen nagelaten.

Afb. nr. 49. Titelblad Nederend-Goris, op cit.


Elk schild heeft zijn verhaal XII: Hendrik de Greef

P. G. M. Driessen22

In de Tweede Wereldoorlog verdween een aantal Huissense gildenschilden met de Engelse soldaten over de Noordzee. Tot deze oorlogsbuit behoorde ook het schild, dat koning Hendrik de Greef in 1819 aan zijn Sint Gangulphusgilde schonk aan het eind van zijn regeerperiode. Pas in 1969 kwam het schild terug uit den vreemde en toen mochten we weer kennis nemen onder meer de tekst op de voorzijde van het schild en uiteraard ook van de tekening op de achterzijde. Eerst maar eens de tekst:

God doet den Hemel Aarde en Hel Gehoorzaam na Zijn woorden keeren.

En Hij alleen geeft Zijn bevel Aan Koningen en Heere.

En 't is alleen dien grooten God Die in zijn handt heeft 't menschen lodt.

Hendrik de Greef Koning en Willemina Meijer koningin Huissen den 24e Junij. 1819

Op de achterzijde staat een boom in het gras en het schild heeft de afmetingen 13,7 cm hoog en 9,4 cm breed. Over de schenker van dit schoons volgen hier wat meer achtergronden. Laat ik nou altijd gedacht hebben, dat gilden en de Roomse kerk een onlosmakelijk geheel waren. Infiltratie vanuit bijvoorbeeld de gereformeerde hoek zou dan niet voor moeten komen, zo was mijn conclusie. In het geval van Hend de Greef (ook Hendrik, de Gräef, de Greev) ligt het bewijs van het tegendeel. De Greef was, en dat stond er expliciet bij, van den Roomschen religie en wat Hendrik betreft geen probleem dus. Dat verhaal werd anders, toen Hendrik de Greef op 23 december 1792 trouwde met Willemina Meijer (~ 1763, N.H.), die in de verslaggeving de mededeling meekreeg van de gereformeerde religie te zijn, van de H. Godsdienst (RBS 980, folio 53.) Blijft een vraag, wat onze in Huissen aanwezige bronnen betreft, waar de familie de Greef vandaan kwam. Hendrik de Gräef werd op 8 april 1759 in Huissen gedoopt en overleed daar op 25 oktober 1850. Hij was de



natuurlijke zoon van Jan (soms Hend), vermoedelijk Jan Hendrik, de Greef (Greev) en Hendrin Beckers (Hendrina Bakker). Waar vader De Greef vandaan kwam is niet bekend, wel dat hij ongeveer 84 jaar moet zijn geweest, toen hij op 7 maart 1804 in Huissen overleed aen water en alsof dat nog niet genoeg was en teering. Moeder Hendrina overleed op 1 augustus 1806 in Huissen op de voor die tijd respectabele leeftijd van 85 jaren en als doodsoorzaak werd opgegeven uijttering.

Afb. nr. 50. Overlijden H. de Greef-Bakker, 1806. RBS 981.2, folio 504.

Doet zich in 1819 het memorabele feit voor, dat Hend de Greef koning schiet bij het Sint Gangulphusgilde en bij die gelegenheid doet hij, zoals gebruikelijk, een schild het levenslicht zien. Was Willemina inmiddels al naar de Roomse religie overgestapt? Wie was deze nog protestantse of al roomse koningin van 1819?

Afb. nr. 51. Voorkant van het koningsschild met tekst van Hendrik de Greef en Willemina Meijer, 1819.

Ze werd als dochter van Jan Jurien Meijer en Catharina Clopp op 12 mei 1763 in Huissen gedoopt, zoals gezegd in de gereformeerde kerk, en overleed op 22 februari 1845 in Huissen. Wat het stichten van een gezin betreft, liet het jonge paar De Greef-Meijer er geen gras over groeien, zoals blijkt uit het feit, dat al op 31 december 1792 dochter Dora werd


geboren. Precies acht dagen na de trouwdag. De beginnershaast bekoelde kennelijk de voortplantingsdriften, want na de supersnelle geboorte van Dora kwam er nog slechts een zoon en wel Joannes, die op 5 april 1795 werd gedoopt, maar alweer op 18 juni van dat jaar overleed.

Afb. nr. 52. Doop Dora de Greef, 1793. RBS 980, folio 18.

Dora de Greef liet echter in Huissen wel de nodige sporen na. Zij trouwde op 31 mei 1821 met Matthias Peters, zoon van Peter Peters en Anna Holmans. Matthias was een boer uit Angeren, die er al een huwelijk met Maria van Marwick op had zitten. Van dit ouderpaar kennen we vooralsnog alleen de op 11 januari 1831 in Huissen geboren Hendrikus Wilhelmus Peters, van beroep landbouwer en tapper, wel een onlogische beroepencombinatie. Hij overleed in Huissen op 15 mei 1918. Was het draadje tot hier flinterdun, keuze voor vervolg is er na hun negen kinderen te over om de afstammelingen naar vandaag door te zoeken. H. W. Peters voert ons verder, door op 8 mei 1855 in Huissen te trouwen met Bartje van Rijswijk (ook Alberta van Rijsewijk), de dochter van bakker Jan Hendrik, de snijder van een aantal speculaasplanken, waarvan er een exemplaar in het Huissens museum hangt. Dochter Wilhelmina van 1857 trouwde in 1880 met de twintig jaar oudere bakker Antonius Johannes Janssen uit Bemmel. Langs deze lijn gaande volgen we zoon Antonius Hendrikus Wilhelmus Janssen van 1883 (+ 1963), die een huwelijk aanging in 1909 met Barbara Maria Helmer (* 1882) uit Deventer. Barbara was de dochter van de handelsreiziger en koopman Petrus Helmer. Toen Barbara in 1939 in Arnhem overleden was, trouwde Antonius Jansen met Johanna Helena Berendsen (1901 - 1991) uit Huissen. Dochter Wilhelmina Antonia Aloisia Henrica Janssen (1918 - 2000) uit het eerste huwelijk, zet ons helemaal in het heden, als zij uit het huwelijk in 1946 met de Utrechter Emile Marinus Smit een zoon Emile nalaat. Doctor Emile Johannes Theodorus Albertus Maria Anne Smit (* 1950), is 14 jaar voorzitter van de Historische Kring Huessen geweest. Hij woont in Tiel en is als historicus werkzaam in zijn woonplaats.


Afb. nr. 53. Achterkant van het koningsschild uit 1819. Met de afbeelding van een

boom in het gras. (Huissens Gildenzilver, op cit, (G15), p. 52.) Geraadpleegde literatuur: J. H. F. Zweers, E. Smit; Bakker van Rijsewijk en zijn speculaasplanken, Mededelingen H. K. H., jrg. 20 (1995), nr. 4, p. 149 - 151.


De eerste Hegeman in Huissen

P. G. M. Driessen23 In 1988 werd in Huissen in de nieuwe wijk het Binnenveld Johannes Wilhelmus Hegeman geboren. De roepnaam van deze jongste telg is Jens. Zonder het te weten is Jens Hegeman de jongste schakel in de al lange keten van Huissense Hegemannen. Uit de afgedrukte stamreeks mag blijken langs welke voorvaderen en –moederen de achternaam is doorgegeven. Naspeuringen in het Gemeentearchief Huissen en in de Doop-, Trouw- en Begraafboeken van de parochie van O. L. Vrouwe ten Hemel-opneming leren ons, dat de eerste Hegeman zich omstreeks 1744 in de Pruisische enclave Huissen heeft gevestigd. Hij trad hier toen in het huwelijk met de Huissense (Johanna) Francisca Moorman(s) die op 16 juli 1721 was gedoopt. Omdat juist de trouwboeken van de parochie uit de periode 1738 - 1752 ontbreken wordt ons de plaats van herkomst van Henrick Hegehmans (Hegehms, Hegeman) onthouden. Bekend is wel, dat Henrick op 12 [11] november 1769 in Huissen stierf aen het water (waterzucht, oedeem). Blijkens een toevoeging was hij toen 57 jaar oud.

Afb. nr. 54. Overlijden Henrick Hegehms, dd. 12-11-1769. RBS 981.2, folio 418.

Onderstreept is de vermelding van het overlijden van Henrick Hegeman in november 1769.

Dat zou dus betekenen, dat hij rond 1712 geboren moet zijn. (Vermeende aanwijzingen in de richting Didam snijden geen hout. Daar werd op Driekoningen (6 januari) 1715 wel een katholieke Hendrick Hageman gedoopt, maar voor deze relatie bestaat geen enkel bewijs. Ook de relatie met de roemruchte 17e eeuwse Veluwse overste Wolter Hegeman blijft om meerdere redenen onbevestigd.) Toch is het interessant te weten, dat alle Huissense Hegemannen vrijwel zeker afstammen van de genoemde Henrick, die in 1769 overleed, en

23 Mededelingen H. K. H., jrg. 13 (1988), nr. 4/5, p. 120 - 123.


Francisca Moorman(s). Francisca overleed in Huissen op 22 mei 1784. Blijft slechts de vraag: van waar kwam Henrick Hegeman rond 1744 om een Huissense bakvis aan de haak te slaan? Tijdens dit onderzoek is gebleken, dat de trots van de “voermannen” enige tijd geleden wel erg bescheiden was, toen het 50-jarig jubileum van het transportbedrijf werd gevierd, want al in 1861 liet Jan Willem Hegeman (* 1828), toen hij voor de tweede keer in het huwelijk trad, als beroep “voerman” noteren, terwijl hij drie jaar daarvoor nog “tabaksplanter” heette te zijn.

Afb. nr. 55. Doop van Wilhelmus Hegems, 1752 (II). RBS 982, folio 271.

Afb. nr. 56. Doop van Joannes Hegeman, 1798. RBS 981, folio 194.


Stamreeks J. W. Hegeman

I. Henrick (Henricus) Hegehms, * ca. 1712, + 11-11-1769, x ca. 1744 met Francisca Moorman(s), ~ 16-07-1721, + 22-05-1784.

II. Wilhelmus Hegeman (Hegems, Hegehmans), tabaksplanter, ~ 31-3-1752, + 6-1-1829, x 1) 9-5-1781 met Maria Markes (Markus), ~ ca.1756, + 26-4-1803. x 2) 23-07-1805 met Margaritha van Steen, ~ 5-5-1769 te Kekerdom, + 4-12-1844.

III. Joannes (Jan) Hegeman, arbeider, tabaksplanter, ~ 10-3-1798, + 1-4-1837 x 13-9-1821 Dorothea de Bruijn, tabakplantster, * 28-10-1800 te Elst, + 16-8-1862.

IV. Johannes Wilhelmus Hegeman, tabaksplanter, voerman, * 2-4-1828, + 29-8-1882, x 1) 17-10-1855 met Anna Theodora Boekhorst, * 22-8-1829, + 17-1-1858, x 2) 6-2-1861 met Wilhelmina Everdina Theunissen, * 27-7-1839, + 8-4-1897.

V.

Johannes Hegeman, expediteur, * 11-1-1862, + 5-4-1941 x 1) 1-5-1889 met Johanna Gertsen * 15-2-1866, + 30-06-1891, x 2) 23-9-1891 met Antonia Maria Segers, * 14-8-1864 te Didam, + 8-2-1941.

VI. Wilhelmus J. Hegeman, voerman, * 9-10-1892, + 7-1-1967 x 28-4-1920 met Hendrina Maria Verhaegh, * 18-3-1893, + 11-1-1976.

VII. Jacobus H. Hegeman, transportondernemer, * 15-11-1930, + 25 juli 1999, x 20-6-1956 met Maria Wilhelmina Theresia Kemperman, * 17-05-1931.

IIX. Wilhelmus J. H. M. Hegeman, * 9-8-1959 x 1-8-1987 met Glynne Collins, * 5-3-1962 te Northampton (G. B.).

IX. Johannes Wilhelmus Hegeman (Jens), * 1-8-1988. [of 17-10?]


Elk schild heeft zijn verhaal V: Joannes Th. Huberts

P. G. M. Driessen24

Door goed mikken lukt het mij Juist het middelpunt te treffen.

't Geen mij in de schutterij Hier tot Koning deed verheffen.

J.T. Huberts Koning. C. Huberts geb. van Berck Koningin

Huissen den 24 Junij 1808.

We gaan niet bij elk openbaar optreden van de koning van het St. Gangulphusgilde met de neus boven op de ambtsversiering van de heersende vorst, om het wat, wie en wanneer van de schilden te ontcijferen. Dat zou onhandig zijn, maar interessant blijft het wel. Daarom bekijken we deze keer het schild van Joannes Theodorus Huberts, zoals hij zelf op 24 juni (St. Jan) 1808 liet graveren, toen hij tot koning van het gilde der gehuwden was "gebombardeerd". Joannes Theodorus werd in Huissen gedoopt op 30 juli 1774 als vijfde kind van Hubertus Huijbers en de in Gendt geboren Dorothea Teunissen. Dorothea was in Hulhuizen gedoopt op 1 april 1739, als dochter van Coenradus Teunissen (= Tönissen!) en Eva Doefhuizen. Vader Hubertus was van Huissense bodem. Hij staat in het R. K. doopboek genoteerd op 30 juni 1735 als zoon van Hendrick Huijbers (Huybers, 1743 - 1805) en Anna Margriet Hermsen. Van grootvader Hendrick Huybers was dit het derde huwelijk, nadat Aeltien Janssen na de geboorte van hun tweede kind noodgedwongen een punt zette achter het aardse bestaan. Hoe interessant terugblikken ook is, vanaf de huwelijksdatum 24 juni 1798 moest gildekoning Jan zelf de kar trekken en deed dat aan de hand van Catharina van Ber(c)k (1774 - 1818). Van Jan weten we in ieder geval, dat hij met zijn zeven kinderen (na twee doodgeborenen) woonde in de Langestaat nr. 9. Zijn vader Hubertus was hospes in De Rode Leuw (lees: Leeuw) en dus moet hij van de neringdoende hoed en de rand geweten hebben. Niet onbemiddeld kon hij volledig deelnemen aan het maatschappelijk



gebeuren. Behorend tot de invloedrijke familie-clan was hij natuurlijk geroepen tot het beheren van de Armenpot, een taak die toebehoorde aan het Armbestuur en de daarin opererende Armmeester.

Afb. nr. 57. Koningsschild van J. Th. Huberts uit 1808, behorend tot de keten van het

St. Gangulphusgilde. In een stad, waarin tot de komst van de Franse vernieuwers het kapitaal ook de politiek bepaalde en die politiek zich vaak bediende van het gilde, kon de naam Huberts (en andere schrijfwijzen) niet ontbreken op het appèl bij de gilden. Zo geschiedde op St. Jan 1808. Het was niet de eerste Huberts, die de klos naar beneden had gehaald. Vader Hubertus [!] had zich zowel in 1793 als in 1800 het gildezilver laten omhangen en een Hendrick Huberts draagt al in 1782 de ereketenen behorend bij het koningschap van het Sint Gangulphusgilde. Het schild van 1808 geeft geen aanwijzing omtrent het beroep van koning Jan Huberts. De twee een bol ondersteunende takjes zijn weinig zeggend. Het schild is 12,2 cm. hoog en 8,1 cm op z'n breedst. Het behoort tot de vaste bemanning van de koningsketen bij hoge feestdagen van de gilden. Welke lijnen van Joannes Theodorus Huberts en Catharina van Berck zijn er naar het Huissen van nu nog open? De oudste zoon, Rutgerus Hubertus van 1802, werd priester [net als zijn broer Leonardus Franciscus] en stierf in dat harnas in 1877 in Vierakker bij Zutphen. Zoon Henricus Wilhelmus van 1803 stierf al op de leeftijd van 1 jaar en 346 dagen. Het tracé van Leonardus Franciscus na zijn doop op 29 augustus 1805 eindigt als priester op 6 maart 1884 in Vierakker, Zutphen. Dat van Catharina Henrica Gerthrudis Huberts van 9 april 1808 loopt via haar huwelijk met Henricus Cremer in 1828, maar eindigt al na vier kinderen op 15 december 1833. Zoon Ruthgerus Hermanus Wilhemus van


1 maart 1810 trouwt in 1834 met Gertien Werff uit Kampen en vertrekt na de geboorte van vier dochters met de noorderzon, die vermoedelijk toen scheen in de richting van Kampen of Harderwijk. Dochter Dorothea van 1812 sterft al na 1 dag en de Benjamin van het negental, geboren op 1 maart 1816 verdwijnt onder de naam Theodorus Hermannus uit ons zicht. Weinig directe lijnen meer naar het heden dus. Wel wonen er nog rechtstreekse nazaten van Henricus Hubers (Huibers, 1743 - 1805) een oom van de koning, bekend van het schild van 1808, die centraal in dit verhaal staat. Vooralsnog zijn Gerald, de fietsenmaker, en de Jonge Kracht-doelman Koen de laatsten in de keten.


Ook elke beker heeft een verhaal: Anna Maria Heubbers en Fredrik Snieders

P. G. M. Driessen25

Cor Melchers ontdekte via internet, dat er in een veilingcatalogus een zilveren beker te koop werd aangeboden. Het vermelde opschrift kwam hem op zijn minst interessant voor. Sint Laurentius en de familie Hubers vormen een typisch Huissens duo. Een telefoontje naar Jan Wannet was voldoende om via de toevallig bij hem aanwezige Jan Zweers de afdeling genealogie aan het werk te zetten. Zo ontstond een boeiende speurtocht met een verrassend happy end. Onze genealogiecomputer gaf vrijwel alles prijs over de op de drinkbeker vermelde man en vrouw, resp. koning en koningin in 1780: Anna Maria Heubbers, 12 jaar en Fredrik Snieders out 16 jaar, 1780. Jan Zweers ontdekte dat er door buitenstaanders vaker presentjes in de vorm van een beker werden geschonken aan koningsparen. Zo ook toen in 1780. Enig genealogisch speurwerk leverde het bewijs voor een voor de Huissense historie interessant object. Anna Maria Huebbers (Huijbers, zus van gildekoning J. Th. H., p. 77) werd in de R. K. Kerk opgenomen op 3 oktober 1768 en zij moet dus in 1780 ongeveer 12 jaar zijn geweest. Ze was de dochter van herbergier Hubertus Huijbers en Dorothea Teunissen uit de Langestraat. Dit oudere echtpaar voorzag het St. Gangulphusgilde in 1782 [en 1808] van een koningsschild. Anna Maria was kennelijk een gelegenheidskoningin, want Fredrik Snieders (Schneider, Scheider) werd niet haar partner voor het leven. Anna Maria trouwde op 25 mei 1793 in de R. K. kerk in Huissen met Michael Clercx uit Neerpelt. Deze partij had duidelijk een aanzien, die paste bij de ambitieuze familie Hubers. Clercx bracht het zelfs tot schepen van de stad Huissen. Het huwelijk met Anna Maria werd gezegend met zeven kinderen. De hele familie Clercx verdween na 1808 uit het zicht, mogelijk door vertrek uit Huissen. Haar man Michael had mogelijk aspiraties naar een hogere functie en dat zou de reden voor het vertrek geweest kunnen zijn. Zo duidelijk als de informatie over Anna Maria Heubbers, zo in nevelen gehuld is de koning van het St. Larentiusgilde van 1780. Fredrik Snieders moet in of rond 1764 geboren zijn, getuige zijn 16 jaren in



1780. Van zijn bestaan vernemen we in de Huissense kerkarchieven eerst in 1774, als Frederick op 15 mei van dat jaar met vele andere kinderen de eerste Heilige Communie doet. Uiteraard komt ook in 1774 iemand niet zomaar uit de lucht vallen, toch moest er een hele speurtocht aan te pas komen om hem (met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid) te traceren.

Afb. nr. 58 Trouwen van Scheider met A. Dietz, N.H. RBS 980, folio 46.

Op 21 juni 1779 ging er in de Gereformeerde kerk in Huissen een zekere Georg Scheider trouwen (zie zijn achternaam!). Scheider (ook Schneider) was een door de Pruisische overheid in Berlijn aangestelde Ward- und Wasserwerke-Aufseher. Schneider is volgens de kerknotatie eerder getrouwd geweest met mevrouw Geertruid Brands (zie afb. nr. 58). De andere partij in dit huwelijk werd gevormd door Anna Maria Elisabeth Dietz (+ 1785), die in haar kielzog drie dochters en een zoon meebracht. Hoe ze aan dat kwartet gekomen is, zal zij geweten hebben, voor ons blijft dat nog onduidelijk. De relatie met haar nieuwe echtgenoot was duidelijk een hechte, want bij gelegenheid van dat huwelijk werden haar vier kinderen geëcht en zoals gebruikelijk gingen ze voort onder de naam Scheider! Een van de dochters moest bij die gelegenheid verstek laten gaan, maar de aanwezigheid van zoon Nicolaus Frederick is voor ons wel interessant, want hij zou wel eens vereenzelvigd kunnen worden met "koning" Fredrick van 1780. Enigzins problematisch is nog wel de achternaam van de jongeman: Scheider is wel even iets anders dan Schneider of Snieders. Dus keken we ook eens naar wat de pastoor op de bewuste 21e juni 1779 in zijn parochieel dagboek had te melden; Dan staat daar de verbintenis van dezelfde echtelieden, maar manlief staat nu te boek als Georg Schneider! Hij moet voor 1785 zijn overleden, want toen in dat jaar Anna Maria Dietz in Huissen overleed en de pastoor haar heengaan op papier


liet vastleggen, stond er weduwe van Georg Schneider. Georg zelf echter overleed kennelijk niet in Huissen omdat noch de pastoor noch de dominee tussen 1779 (huwelijk) en 1785 (overlijden Anna Maria Dietz) melding maakte van zijn overlijden. Dat de Huissenaar bij zijn opdracht aan de zilversmid Snieders deed graveren zal geen onoverkomelijk probleem opleveren. In het traject na 1780, het koningsjaar van het duo Snieders-Huebbers, probeerden we Nicolaus Frederick Scheider/Snieder(s) nog even te volgen. Op de beker gebruikte men de voornaam Fredrik, maar toen een Snieder in 1804 een kind uit zijn huwelijk met ene Joanna Jansen ten doop aanbood, heette de vader Nicolaus. Het kind kreeg de voornaam van de vader, dus Nicolaus. De aantekening bij deze doop stelde ons weer voor een nieuw raadsel. De notulist noemde hem peregrinus, de ouders, bedelaars en landlopers.

Afb. nr. 59. Doop van Nicolaus Sneider, 1804. RBS 981.1, folio 254. Als deze gevolgde gedachtelijn de juiste is, moet de toch uit goede kringen (vader had een hoge functie!) stammende Frederick wel heel erg aan lager wal geraakt zijn. Dan deed koningin Anna Maria Heubbers het beter, passend bij de ambities van de familie, die politiek niets moest hebben van de gevestigde Huissense orde.


Een aanwinst voor ons museum

P. G. M. Driessen26 Op een antiekveiling in Zwolle kwam de hiervoor beschreven zilveren beker uit 1780 onder de hamer. Volgens de catalogus ging het om Fries zilver, vermoedelijk uit Leeuwarden. Na zilversmid Ciska Vermaas te hebben geraadpleegd, toog ik naar de kijkdag. Ter plekke informeerde ik haar over het zilveren keurmerk en daaruit bleek dat het, in tegenstelling tot de geleverde informatie, handelde om een Arnhemse makelij. Ciska spoorde het Kringbestuur aan deze unieke beker te kopen. Een korte schooiactie leverde een prachtige toezegging op van de Stichting Fortisfonds Huissen (waarvoor onze dank!)

Afb. nr. 60. De zilveren beker uit 1780 met afbeelding van Sint Laurentius voorzien

van rooster en palmtak.



Met de wetenschap, vergaard via onze "denktank" in Rotterdam, toog ik naar de veiling in Zwolle. Een beetje pech had ik, dat er nog een bieder in de zaal zat, maar mijn vasthoudendheid werd beloond. Ik was er flink opgewonden door. Geïnteresseerd was ik in het traject, dat de beker in de voorbije 222 jaar heeft afgelegd. Navraag door Ciska Vermaas en mijzelf leverde enige nog na te trekken tips op. Zo'n vier jaar geleden heeft een bejaarde dame uit Apeldoorn (?) de beker ter determinatie aangeboden tijdens een uitzending van het programma "Schatgraven" op TV-Gelderland. Veilingmeester Hessink uit Zwolle bracht de beker op zijn veiling, een verzamelaar kocht het kleinood en bracht het na vier jaar weer terug op een veiling. Ter zijner tijd zal Ciska Vermaas, overigens beëdigd taxateur, onze nieuwste aanwinst nog eens grondig bestuderen. Voorlopig prijkt de beker uit 1780 in de vitrine tussen de andere pronkstukken, die horen bij de expositie over de roemruchte historie van de gilden. Op de zilveren beker, hoog 14 cm. met een diameter van 11,5 cm., staat de volgende tekst: S.LAURENTYUS - Fredrik Snieders out 16 Jaar 1780 - Anna Maria Heubbers out 12 Jaar. De voorzijde draagt een vrij primitieve afbeelding van St. Laurentius en de achterzijde draagt een heraldisch rechtsgaande zwaan.


Elk schild heeft zijn verhaal VII: Everhardus Jansen

P. G. M. Driessen27

Eerst als soldaat was ik blij Dat ik 4de Vaandrig werd bij de

Schutterij Toen daarna het Feest was van schieten

Mogt ik de eer van Koning genieten Sophia Boekhorst tot Koningin

Everhardus Jansen 1853

Het opschrift van het schild anno 1853 voor het Sint Laurentiusgilde overstijgt nauwelijks de sinterklaaspoëzie, maar wijst wel de juiste en bedoelde richting. Everhardus Jansen (de geboorteacte zegt Everardus!) werd in Huissen geboren op 10 november 1824 als vierde kind en tweede zoon van Albertus - ook wel Adelbertsus - Janssen uit het Loo (1780 - 1857) en Cornelia Nuy (1789 - 1860) uit Pannerden. Voor Albertus was dit na zijn echt met de boerendochter Elisabeth Nas de tweede aanzet. Op 17 juni 1813 trouwde hij in Huissen met bovengenoemde Cornelia Nuy en uit dit huwelijk sproten 8 spruiten, waarvan 1 vroeg overleed. Onze Everhardus trouwde op 29 juli 1857 in Huissen met Sophia Boekhorst (zus van Anna Th. Boekhorst, p. 74), dochter van de veelzijdige houtdraaier, winkelier, tapper en particulier Willem Boekhorst uit Arnhem. De veelzijdigheid van schoonpa beperkte zich niet tot de genoemde variabelen, want een dertiental kinderen uit zijn relatie met Henrica Mathijssen mag best als een bewijs van "alleskunnen" worden aangemerkt. Wat is er van "koning" Everhard geworden? Hij verdiende als "besteller van pakgoed" de kost voor Sophia. De prille liefde, als verwoord op het schild, leidde zoals boven vermeld tot een huwelijk, maar dan verdwijnt het duo bijna uit het zicht. Pas op zijn bidprentje komt hij weer in de picture, als hij op 28 juli 1896 in Antwerpen (B.) overleden blijkt te zijn. Of de openlijk verklaarde liefde tot kroost heeft geleid heb ik niet kunnen vaststellen. De einddatum van Sophia is ons niet geworden.



Blijft de vraag wat er van zijn ouders Albertus Jansen en Cornelia Nuy nog in Huissen voortleeft! Zus Elisabeth (* 1816) trouwt in 1852 met Christiaan Scheerder en dat levert via moederskant ene Jos Martens op. Ook de in deze reeks onder de loep genomen Peter van Os (1825 - 1885, p. 115) brengt de roots via zijn huwelijk met Maria Cornelia Jansen (1833 - 1883) ook nadrukkelijk in Huissens historie. Een voorzichtige conclusie levert het schild wel op: Everhardus en Sophia hebben minstens 4 jaar verkering gehad. Waarvan acte!

Afb. nr. 61. Het schild van koning Everhardus Jansen uit 1853. (uit: Huissens

Gildenzilver, p. 137.) Afmetingen: 12,2 cm. hoog en 8,5 cm. breed.


Vier keer Jansen, drie keer een "stop"

P. G. M. Driessen28 Wie in Huissen naar Jansen vraagt, maakt een mooie kans te moeten kiezen uit wellicht honderd toe-, bij-, onderscheiding- dan wel scheldnamen. "Van wie zie gey der eentje," wordt ook regelmatig aan een Jansen-naamdrager gevraagd om enigzins in de richting van een goede aanwijzing te geraken. Jansen met de toenaam "De Stop" behoeft meestal geen toelichting al zal de bezoeker -dan wel koper- bij de meubelhal dit laatste als alleszeggende aanduiding meer zeggen dan de van alles en iedereen onderscheidende toenaam. Waar vandaan en van welke stam? De foto (afb. nr. 62) toont vier generaties, met als eerste Hendrikus Jansen uit Elst (nr. 1, links op de foto). Hij werd daar geboren in 1850 en kwam naar Huissen om op 12 april 1875 te gaan trouwen met de Huissense Johanna Boshoven (1844 - 1902, kleindochter van Petrus B. (I), p. 28). Zij werd in Huissen geboren op 11 januari 1844 en overleed daar op 25 november 1902. Haar man Hendrikus overleed bijna 95 jaar oud tijdens de evacuatie in Nijkerk, naar de familie zegt, als gevolg van gebrek aan voldoende eten.

1. = Hendrikus Jansen, overgrootvader; 2. = Gerardus Jansen, grootvader, bijgenaamd "De Stop"; 3. = Hendrikus Jansen, vader; 4. = Geert Jansen, zoon.



Afb. nr. 62. Vier generaties Jansen, omstreeks 1937.

(Fotocoll. H. K. H., Inv. nr. 5791) Op 2 december 1887 werd in het gezin van Hendrik en Johanna een zoon geboren, die de naam Gerardus kreeg (nr. 2). Deze Grad gaf door zijn meer dan gebruikelijke belangstelling voor de politiek en het borreltje aanleiding tot de toenaam "De Stop". Volgens kleindochter Lies (en zij zegt dat uit de mond van haar moeder te hebben opgetekend) moet het zo geweest zijn, dat opa Grad nogal eens naar de Valom ging om een moatje snaps te halen in een daartoe passend flesje. Bij één van die bezoeken aan het bekende Zandse etablissement was het stopje van de fles zoek en dus zou men hem daarop hebben aangesproken. Sinds dat moment draagt de familie de toenaam. Andere veronderstellingen zouden niet de waarheid zijn. Gerardus van december 1887 overleed op 14 september 1961 en werd vier dagen later op het Zand begraven. Bij het aangeven van zijn kinderen op het gemeentehuis noemde hij zichzelf koopman, maar familie overlevering vindt deze omschrijving wel erg opportuun. Hij liet het "nering doen" al spoedig over aan onder meer zijn


nog jonge zoon Hendrikus Dominicus Jansen (1908 - 1981, nr. 3), die met zijn ambulante handel de grondlegger werd van wat nu Jansen Totaal Wonen is. Ik besef, dat ik op deze manier wel erg grote stappen neem en mogelijk doe ik de latere bewindvoerders tekort. Gerardus (nr. 2 op de foto) had duidelijk meer interesse in de gemeentelijke politiek en bracht het via de raad zelfs tot wethouder en dus bleef er voor zijn eigen toko niet zo heel veel tijd meer over. Gerardus trouwde op 13 november 1907 met Gerarda Melchers, dochter van Hendrik Melchers en Hendrina van Vuren. Gerarda was in Huissen geboren op 6 april 1886 en overleed in Arnhem op 4 september 1958 en ligt begraven op het Zand. Uit het huwelijk H. Jansen (nr. 3) met Johanna Cornelia Demon (1911 - 1997) werd in 1934 Geert (nr. 4) geboren, die met twee broers Wim en Hans de drijvende kracht werd bij de enorme expansie van het bedrijf aan de Karstraat. De vergelijking tussen het winkeltje aan de Leprozeriestraat en het huidige woonpaleis gaat van geen kant op. Interessant is de vergelijking wel. Geert "de Stop" trouwde met Diny Hübbers, die ook van Huissense bodem was. Zij werd geboren op 25 mei 1934 en overleed op 9 januari 1999 in Arnhem. Geert heeft inmiddels het roer van het bedrijf overgegeven aan de volgende generatie. Het bedrijf staat wel erg ver af van de transportfiets, de bakfiets en de hittekar. Een kwartet Jansen met een bijna Amerikaans aandoende 'story'. In het rijtje Kennedy, Rockefeller en Carnegie zetten we Jansen bij.


Jansen en Janssen

P. G. M. Driessen29 Dat de naam Jans(s)en in Huissen een veel voorkomende is, zal eenieder, die wel eens een blik onder de onderhavige naam in het telefoonboek heeft geslagen kunnen beamen. Het scheelt maar één letter, maar toch een studietje waard. Het huwelijk tussen Petrus Janssen (1839 - 1918) uit Elst met Maria van Aalten op 7 januari 1809 levert de stad Huissen de familie Janssen (Ton van de Buitenpoort: Antonius Jansen (1925 - 1999)) en zijn broer Joop Jansen (* 1927, houthandel), beide zoons van Theodorus Isidorus Anthonius Jansen (1885 - 1955). [?] Uit een ander gezin Janssen stamt Gradje van het Wapen van Huissen, zoon van Jansen de smid (1883 - 1902). Deze afwijking in de schrijfwijze binnen één familie vraagt om een korte bespiegeling over de afwijkende schrijfwijze bij de "houthandel". De opa van Joop en Tonnie, Petrus voornoemd, laat weinig kritisch zijn eerste vijf kinderen uit [zijn tweede?] het huwelijk met Johanna Meeuwsen door de ambtenaar van de burgerlijke stand als Janssen met twee "s" vastleggen. De laatste vier kinderen, waarvan Theodorus Isidorus Antonius de hekkesluiter was, moesten het echter met één "s" doen. In 1937 kreeg Th. I. A. Jansen van burgemeester Dony een brief met de opdracht de firmanaam "Janssen" van één "s" te ontdoen, hetgeen echter nooit geschiedde. Dit schrijven van de burgemeester was overigens aan alle Huissense Janssens gericht, die ten onrechte de dubbele "s" in hun naam voerden. (1) Zelf zwalkte Theodorus I. A. ook nog wel eens tussen één en twee "s"-sen. Op het bidprentje van zijn eerste echtgenote Wilhelmina Maria Johanna Wieggers (1885 - 1922), heet de achterblijvende weduwnaar Jansen. Wanneer zijn tweede echtgenote, Hermina Maria Labots (1884 - 1954), sterft, heet hij Janssen, maar heten de kinderen uit dit huwelijk Jansen, terwijl het bedrijf Janssen Janssen bleef heten. De enige logische verklaring voor de verwarring is mogelijk gelegen in het feit, dat Theodorus de houthandel van zijn vader overnam, die uiteindelijk Janssen heette. Noot: 1) Vriendelijke mededeling dr. E. Smit, Tiel.



Afb. nr. 63. Bidprentje links: Wilhelmina Maria Johanna Wieggers en rechts

Theodorus Isidorus Antonius Janssen. Op zijn eigen bidprentje wordt Th. I. A. Janssen met dubbel-"s" geschreven,

... maar op dat van zijn eerste vrouw met enkel-"s".


Waarom die vreemde straatnaam?

P. G. M. Driessen30 Jan van Janbaospad of Jan van Janbaos pad? De gemeente wist het kennelijk ook niet helemaal zeker, toen de verbinding tussen de Korte Loostraat en de Zilverkamp als een hommage aan Jan Jeurissen de naam kreeg van Jan Jeurissen, de man, die het laatst de kersenbongerd van Zadelhof pachtte en ontdeed van de sappige vruchten. Menigeen vraagt zich af naar het ontstaan van de erg inheemse naam. Er was eens een Jan Jeurissen, die een vader had, die Jan Jeurissen heette. Johannes Jeurissen werd geboren op 4 januari 1864 en overleed op 1 februari 1922 en was de zoon van Gerhard Jeurissen en Lamberdina Huberts (haar opa is de broer van Hub. Huberts). Qua kost verdienen zat hij niet voor een gat gevangen. Dan weer noteerde men hem op het stadhuis als tabaksplanter, fruithandelaar of fruitkoper. Een andere maal was hij winkelier. In 1895 trouwde Jan met Hendrina Gerritsen uit Huissen, maar toen die kort na de geboorte en het overlijden van dochter Hendrika Everdina op 4 oktober 1864 overleed, ging hij opnieuw het huwelijkse avontuur aan en trouwde op 10 juni van dat jaar met de eveneeens Huissense Bernardina Johanna Hendriks (1877 - 1970). Dit huwelijk van 24 jaar leverde liefst 12 kinderen op. Bernardina overleefde Janbaos 48 jaar. Die vader was uitbater in de “Arnhemse Poort”. Die kreeg in de volksmond de toenaam “Janbaos”. Nummer 6 van de 12 was Jan jr. (Johannes Antonius) geboren op 22 april 1904 en hij overleed op 4 april 1993. Hij werd ter onderscheiding van andere Jeurissens met de voornaam Jan "Jan van Janbaos" genoemd. Deze Jan kocht jarenlang “fruit op de boom”, bij inzet bood men dan op het gewas. Vaak gokte men mis, als het gewas tegen bleek te vallen. Dochter Diny weet zich nog goed de hectiek in huize Jeurissen te herinneren tijdens die oogstperiodes. Tussen de middag moest ze dan vanuit de school naar een of andere boomgaard, waar moeder Jeurissen (Johanna Hermina Jans(s)en, 1907 - 1986, uit Angeren) dan vanachter de sorteertafel voor een geimproviseerde lunch zorgde. Een van de laatste boomgaarden, die aan de zorgen van "Jan van Janbaos" werd

30 Niet gepubliceerd. De bijnaam zou kunnen wijzen op een bazig karakter of op het feit, dat hij baas was van het etablissement.


toevertrouwd, was de kersenbongerd van Gerrit Zadelhoff aan de Korte Loostraat behorend bij huize “De Zilverkamp”. Omwonenden pikten de zorg voor de zo ongeveer laatste kersenbongerd in Huissen op, maar het plukken zoals "Jan van Janbaos" dat deed, blijft jammer genoeg achterwege. Vliegende of lopende spreeuwen hebben die taak min of meer overgenomen.


De familienaam Kelle

P. G. M. Driessen31 Toen ik voor een eerste informatie mijn licht opstak bij de familie Kelle, kreeg ik de bijna zekere mededeling, dat de naam stamde uit het Duitse Kellen. Vooralsnog kon ik een heel eind meegaan met die veronderstelling, maar wie schetst mijn niet geringe verbazing, toen ik in het gemeentearchief de overlijdensacte van Jan Kelle las. Toen Jan Kelle op 3 april 1822 stierf, werd er in zijn acte vermeld dat hij de zoon was van Adriana Roelofs. (zie p. 99) Ook stond er de juiste (doop- en) geboortedatum van 14 december 1774 bij. Dit alles in Huissen. Jan was getrouwd met Gudula of Allegunda van Vleuten (ook Gunda van Vloeten, p. 99), arbeidster van beroep, die haar man maar liefst 34 jaar overleefde, tot ze op 3 juni 1856 overleed.

Afb. nr. 64. Overlijdensacte B.S. van Johannes Kelle, 1922.

31 Mededelingen H. K. H., jrg. 15 (1990), nr. 4/5, p. 112 - 116.


In het hele doopregister van R.K Huissen was in 1774 geen Jan Kellen te ontdekken. Verrassend wel op exact 14 december 1774 ene Joannes Vree-kelder, zoon van Govert Vreekelder en inderdaad Adriana Roelofs. De pastoor had er wel bij vermeld dat de spruit buiten een echtelijke staat was geboren, getuige de aantekening illegitimus.

Afb. nr. 65. Doop Joannes Vreekelder, 1774. RBS 981.1, folio 76.

Wat de toch ongetwijfeld blije vader Govert tegen de pastoor heeft gezegd is natuurlijk niet meer te achterhalen, wat de pastoor heeft gehoord moet geklonken hebben als VREE-KELDER. Dat Kelder, Kellen en Kelle is geworden, is niet zo moeilijk te volgen, maar waar dat VREE voor moet hebben gestaan is vooralsnog een raadsel. In Huissen is verder geen huwelijk van Govert en Adriana te vinden en in de overlijdensacte van Jan Kellen wordt Govert ook niet genoemd. Meer kinderen zijn uit de (vermoedelijk tijdelijke) verbintenis van Govert en Adriana niet te vinden en Govert is niet in Huissen overleden. Gekoppeld aan de Kelles was de familie van Vleuten, een in Huissen bekende familie. In 1798 trouwde Jan Kellen met Gudula van Vlueten (1775 - 1856), de net 22 jaar geworden dochter van Wessel van Vlueten en Gisbertha of Geesken van Oyen (Oyens). Gudula was de tweede dochter van de in totaal vier kinderen uit het gezin. Gisbertha van Oyen stierf op 5 februari 1805 aan een kwaade borst en was toen net 63 jaar geworden. Wessel stopte op 6 januari 1814, 73 jaar oud, met het aards bestaan. De familie van Vleuten, zowel als de van Oyens hadden in de R. K.-parochie aanzien. Een oom, Michael van Oyen was rector van het St. Elisabethsconvent en toen in 1741 Wessel van Vleuten werd gedoopt, werd vader Arnoldus door de pastoor met dominicus: 'mijnheer' aangeduid en moeder Catharina van Ditshuysen was 'mejuffrouw'. Zulks deed men alleen in uitzonderlijke gevallen, althans in het Huissens doopboek. Ook de peter, Nicolaus van Ditshuisen, werd met 'mijnheer' vermeld.


Afb. nr. 66. Doop van Wessel van Vleuten, dd. 29-10-1741. RBS 982, folio 246.

De oudste vermelding in de reeks van de naam Van Vleuten gaat in Huissen terug tot de doop van ene Cornelius van Vleuten, zoon van Wessel van Vleuten en Gudula van der Velden op 26 november 1698. Voorwaar een stevige wortel in Huissense bodem.

Afb. nr. 67. Doop Cornelius van Vlueten, 1698. RBS 981.4, folio 157.

Afstammelingen van Jan Vreekelder, ook wel Jan Kellen, zijn vandaag de dag nog in een stevig aantal in Huissen aanwezig. Een zeer klankvolle telg was achterkleinzoon Antonius Petrus Kelle, in 1915 getrouwd met Theodora Antonia Dibbes (1894 - 1968, kleindochter van J. Dibbes' (Joannes Dibbis, *1823) tweede vrouw, p. 47). "Toon" Kelle heeft menigeen op vele bruiloften en partijen vermaakt met zijn harmonicamuziek. De zeer oude trekharmonica is als erfstuk nog steeds in familiebezit. De buitenwacht was danig onder de indruk van de vervaarlijke snor van Toon Kelle.


Afb. nr. 68. Toon Kelle samen met zijn echtgenote Theodora Dibbes in een ter

gelegenheid van de Omdracht versierde straat en zijn bidprentje.


Voor wie schema's meer zeggen dan omschrijvingen:

de afstammingsreeks van Stefanie Kelle

I. Oudovergrootvader Govert (Gisbert) Vreekelder x met Adriana Roelofs.

II. Oudgrootvader Johannes Vreekelder (Kellen), arbeider, * 14-12-1774, + 3-4-1822, x 22-6-1798 met Gudula van Vleuten, arbeidster, * 8-2-1775, + 3-6-1856.

III. Oudvader Wessel (Wenceslaus) Kelle, arbeider, * 21-7-1815, + 28-6-1893, x 6-9-1841 met Catharina Jansen Kok, dienstmeid, * 12-9-1815 te Groningen, + 22-12-1884.

IV. Betovergrootvader Johannes Kelle, arbeider, * 21-6-1843, + 7-5-1900, x 11-11-1872 met Wilhelmina Hendriks, * 25-9-1848, + 25-1-1908.

V. Overgrootvader Antonius Petrus Kelle, arbeider, * 15-4-1886, *+ 19-8-1976 te Arnhem x 14-5-1915 met Theodora Antonia Dibbes, * 2-10-1894, + 29-11-1968.

VI. Grootvader Wilhelmus Kelle, * 5-8-1931 te Arnhem, x 7-1-1959 te Arnhem met Aleida F. Janssen, * 28-1-1938 te Amsterdam.

VII. Vader Antonius Petrus Kelle, * 20-12-1959 te Arnhem, x 19-12-1986 met Jacoba Maria Melchels, * 30-8-1964 te Wilp.

VIII. Stefanie Kelle, * 13-11-1987 te Arnhem N.B. Bij hun huwelijk kon Wessel wegens ongeleerdheid niet leezen en teekenen. Catharina Jansen Kok was de dochter van Joanna Janzen Kok (arbeidster).


De familie Kelle en familie Roelofs

P. G. M. Driessen32 Er bleven nogal wat raadselen omtrent Jan Kelle, die als buitenechtelijk zoon van ene Govert Vreekelder en Adriana Roelofs, de eerste in Huissen voorkomende Kelle moet zijn geweest. Vader Govert verdween van de aardbodem, maar van moeder Adriana Roelofs weten we inmiddels meer, want via een erfpachtacte uit 1798 krijgen we de hele familie in beeld (RAG 0569-2973, folio 164 ev.). De acte werd, zoals gezegd getekend op 21 mei 1798 ten huize van Cornelis Roelofs, de opa van moederskant van Johan Kelle. Omdat Cornelis Roelofs en Gertruda Faber wegens ouderdom en onvermogentheijd van kragten niet langer in staad waren de huishouding voort te zetten en zig te erneeren, gaat met goedvinden van alle betrokkenen het bezit, omschreven als: op het Sand stadsgrond bij Huissen over op kleinzoon Johan Kelle. Dat de oudjes hulpbehoevend moeten zijn geweest, is niet moeilijk te veronderstellen. Cornelius Roeloffs stierf namelijk op 14 maart 1803 en was toen 95 jaar oud. Op het moment van de erfoverdracht was hij dus 90 jaar (~ 1719). Als motief van het doorgeven van het bezit wordt als reden opgegeven, dat kleinsoon Johannes Kelle de welke van seine geboorte af an bij hun was geweest en hun altoos als een getrouw kind had geholpen en bijgestaan. Dit gold ook voor deszelfs tegenwoordige bruid Gunda van Vloeten. De beide hoogbejaarde echtelieden hebben voor zichzelf wel de nodige garanties ingebouwd, want Johannes en Gunda (de Gudula van Vlueten uit het vorige artikel) nemen op zich dat zij hen ordentelijk in kost en kleederen onderhouden en levenslang bij hun bleiven en ondersteunen als gehoorzame kinderen aan ouders te doen en schuldig verpligt seijn. Ook de begrafenis wordt geregeld en aan een achttal verwanten wordt een bedrag van elk 40 Hollandse guldens toegezegd; te betalen op 1 mei 1799. Het lijstje van erfgenamen, dat dan volgt leert ons het nodige over de familie: - Moeder Adriana Roelofs bleek na haar kortstondige relatie met Gisbert Vreekelder getrouwd te zijn met een zekere Hendrik Salemink. - Cornelis Roelofs junior is ook erfgenaam. Hij heeft van de hem toegezegde 40 Hollandse guldens echter niet meer kunnen genieten,



want op 22 juli 1798 werd hij door onbekenden dusdanig geslagen, dat hij daags daarna aan zijn verwondingen bezweek. Hij was toen 40 jaar en woonde tot de fatele gebeurtenis op de halve weg tussen Lenth en Elst. Hij liet een vrouw en tien kinderen na. - Cornelia Roelofs (1752 - 1841) was gehuwd met Gradus Ingenray en dit echtpaar was lijfelijk aanwezig bij het opmaken van de erfoverdracht. Toen Gradus op 16 januari 1803 op 60-jarige leeftijd stierf liet hij naast zijn weduwe Cornelia ook nog 4 onmondege en 3 meerderjarige kinderen na. (Eén zoon Johannes Hendricus en één dochter Sophia Gertrudis waren al vóór die tijd op respectievelijk 1 juli 1778 en 3 augustus 1780 op zeer jonge leeftijd overleden.) - Jan Roelofs (1756 - 1805) werd ook al niet oud. Hij stierf op 26 maart 1805 aan een sinkenkoorts, pas 38 jaar oud, en liet "een swangere vrouw en 8 onmondege kinderen" na. Die zwangere vrouw heette Joanna Vrancken/Francken (+ 1831). Waar de toen ongeveer 70 jaar oude Joanna geboren was, kon haar tweede echtgenoot, Gerardus Tus (Te Huis) in 1831 niet vertellen. - Jacoba Roelofs (1754 - 1783) zou ook in de erfenis meegedeeld hebben ware het niet, dat ze al op 16 augustus 1783 "aan de loop" was gestorven. Pas 26 jaar oud liet ze een dochter na uit het huwelijk met Hermannus Oversteeg (* 1753). Deze (klein)dochter Joanna (1782 - 1857) wordt nu in de acte onder nummer acht genoemd als de ontvangster van 40 gulden Hollands. - Jacobus Roelofs kwam ook voor op de lijst van ondertekenaars. Hij huwde 1782 met Joanna Oversteeg (1759 - 1836), zus van de bovengenoemde Herman Oversteeg. Van de bij de ondertekening aanwezige personen werd geschreven, dat ze alle gesond van harten en bij hun volkoomen verstand en dugdelijke uijtspraaken zijn. Niet in de acte voorkomend was Joanna Roelofs. Deze dochter van het echtpaar Roelofs-Faber was namelijk al op 24 mei 1768 "aan de tering" gestorven. Zij was toen pas achttien jaar oud. - Maria en Margaretha Smulling(s), twee vermoedelijk niet meer zo jonge dames, delen ook mee, maar in welke relatie ze tot de familie Roelofs staan, is nog onduidelijk. Van Maria wordt vermeld, dat ze bij de transactie werd geassesteert met Joh. van Haren, terwijl Margaretha is komen opdraven met Cornelis Mom, haar echtgenoot. Margaretha stierf in Huissen op 1 mei 1810. Tenslotte worden in de acte nog enige


bepalingen opgenomen over het eventueel weghalen van schutten en wallen na welgevallen, ook als hier of daar boomen souden die weggeruimt moeten worden, om te hakken en te gebruiken en in summa alles tot verbeteringe aan te wenden. Dankzij deze erfpachtoorkonde komt de moeder van Jan Kelle met haar hele familie in alle duidelijkheid voor het voetlicht. Vraag blijft, waar zijn vader vandaan kwam en waar hij bleef. Met dank aan A. Neijenhuis voor de fotocopie.


De enige foto

P. G. M. Driessen33 Het was allemaal tot in de puntjes geregeld: de bruiloft van An Lentjes (Anna Maria Lentjes, 1910 - 1991) en Theo Klaassen (Theodorus J. Klaassen, 1905 - 1971) op 26 augustus 1931. Theo was naar de kapper geweest en An natuurlijk ook, de fotograaf was besteld en alles, wat maar even familie was, had een uitnodiging gekregen het feest mee te komen vieren. Alles liep zoals gepland, alleen vond de bruidegom bij het zien van de trouwreportage, dat de kapper zijn hoofdhaar te hoog had opgeknipt en zodoende werden de flaporen van de bruidegom te duidelijk zichtbaar. De bruidegom verscheurde de hele fotoreportage en in die zin is de foto echt "enig"! Bij het zien van de foto vonden we het jammer, dat het gezicht van één van de feestende dames was beschadigd. Dat had zo ook een zeer speciale reden. Tante Beth Klaassen vond dat ze er zo onknap opstond, dat ze met de nagel van haar vinger haar gezicht verwijderde en vandaar de beschadiging. De schuld lag echter niet bij de fotograaf, zo denk ik.

Afb. nr. 69. De enige foto van de bruiloft van Theo Klaassen en An Lentjes, 1931.

33 Mededelingen H. K. H., jrg. 32 (2007), nr. 3, p. 102 - 103, 108.


Met behulp van familie, vrienden en bekenden hebben we de personen op de foto vrijwel allemaal een naam kunnen geven. Daar waar onze informatie tekort schiet, dagen wij u, geachte lezer, uit ons te corrigeren, dan wel aan te vullen. Bovenste rij v.l.n.r.: 1. Marie Pelkman, vrouw van 2 2. Hannes Sluiter, man van 1 3. Henk Lentjes (broer) 4. Jan Kemperman, man van 5 5. Truus Janssen, vrouw van 4 6. An van Onna 7. Truus Lentjes 8. Piet Lentjes, man van 19 9. Marie Lentjes, zus van de bruid 10. Huub Klaassen, man van 11 11. Mien Evers, vrouw van 10 12. Marie Derksen, vrouw van 13 13. Dorus Lentjes, man van 12, broer van de bruid 14. Marie Sluiter 15. Arend Arends 16. An Klaassen, vrouw van 17,, zus van bruidegom 17. Toon Kersten, man van 16 18. Thé Straatman 19. Leen Klaassen, vrouw van 8, zus van bruidegom Middelste rij v.l.n.r.: 20. Dien Lentjes 21. Berta Arends, vrouw van 3 22. Mw. Lentjes-Janssen, moeder van de bruid 23. Thé Klaassen, bruidegom 24. An Lentjes, bruid 25. Mw. Klaassen-Bierman, moeder van de bruidegom 26. Tante Beth (gezicht weggekrast) Onderste rij v.l.n.r.: 27. Harrie Sluiter, zoon van 2 28. Jo Sluiter 29. Onbekend 30. Annie Klaassen, dochter van 26 31. Riek Sluiter


Tabaksplanter Gerardus Lentjes van 1842

P. G. M. Driessen34 Op dinsdag 16 augustus 1842 werden de voerman Theodorus Lentjes (1808 - 1890) en zijn vrouw Hendrina Willemse(n) in Huissen verblijd met het zesde kind in een, naar later bleek, serie van 11. Gerardus was de tweede zoon en was precies de middelste in de rij. Vader Dorus en moeder Hendrien hadden een niet bepaald gelukkige start. Toen was het ook al een wijdverbreid gezegde: "De erste kan komme wanneer die wil en den twidde nege maond daornao". Niet dat zij de eerste waren, aan wie dit overkwam en zeker ook niet de laatste, maar toen na de trouwdatum van 24 januari 1839 op 7 juni zich de dochters Everdina en Theodora meldden, was er toch wel enige paniek. Everdina overleed al op 28 juni van dat jaar en zus Theodora twee dagen later. Ook de nieuwe poging voor nageslacht te zorgen strandde deels, want van de op 30 april 1840 geboren tweeling, overleed Theodorus al op 30 augustus van dat jaar, maar zus Everdina presteerde het om op 1 februari 1869 te trouwen met Jacobus Janssen, een weduwnaar, die met Catharina Arends (1823 - 1867) al 5 kinderen op de wereld had gezet. Van die 5 waren er nog 2 over en dus ging Jacobus Janssen weer op vrouwenjacht. De arbeider Jacobus had natuurlijk een vrouw nodig voor de twee kinderen en dus trouwde hij na de dood van Catharina in 1867, twee jaar later (dus in 1869), met onze Everdina Helena Lentjes (1840 - 1875). Uit deze echt noteren we 3 jongens en 1 meisje. Maar na de dood van Everdina vond Jacobus de weduwe Theodora Arends (1825 -1902). Zij had de smaak ook flink te pakken, want na het huwelijk met de Bemmelnaar Theodorus Nuij en de Huissenaar Willem Melchers kon Jacobus Janssen ook nog wel worden ingepalmd. Jacobus overleefde ook zijn derde eega, want die overleed op 7 mei 1902 en hijzelf op 17 mei 1903. Hoe verging het verder in het nest, waaruit Gerardus van de foto stamt? Hoe zijn vader Dorus en moeder Hendrien hun best ook deden, dochter Johanna Maria van 25 april 1841 overleed al op 3 juni van dat jaar. Meer geluk hadden ze met Gerardus, de zoon van onze foto. Hij, dan eens tabaksplanter, soms arbeider en dan weer warmoezenier, trouwde Hendrika Johanna Abbing, die op 1 november 1843 in Huissen geboren, na 61 jaar en 64 dagen op 4 januari 1905 in Huissen overleed.



Met het beschrijven van de andere kinderen zijn we snel klaar. Johannes van 1844 verdwijnt uit het oog, Willemina van 1845 sterft al in 1847, Wilhelmus van 1846 houdt het maar 18 dagen vol in deze poel van tragiek en zijn tweelingbroer Hendricus (* 1846) maar 17 dagen. Van de laatste telg Jan Willem van 1847 beleven de wanhopige ouders meer plezier. Hij trouwt op 1 augustus 1872 met Bernardina Berends (ook Berens, 1844 - 1930) en als Jan Willem in 1939 sterft, heeft hij 7 van zijn 8 kinderen zien trouwen. Tussenconclusie: De datum van de foto moet vallen tussen 1905 en 1926, het jaar, waarin Grad Lentjes op 7 juli ging hemelen. Waarom zou hij zijn vrouw niet mee op de bank hebben genomen voor de foto, nietwaar?

Afb. nr. 70. Gerardus Lentjes (1842 - 1926), een Huissense tabaksplanter.

Terug naar onze Grad van de foto. Op 12 mei 1873 trouwt hij met Hendrika Johanna Abbing (1843 - 1905) uit Huissen. Van hun 7 kinderen stierven er 4 binnen de 9 jaar.


Van wie er overbleven, trouwden 1903 Johanna Cornelia (1874 - 1960) met de Huissense rietdekker en warmoezenier Johannes Theodorus Everardus Buurman. Uit dit huwelijk Buurman - Lentjes zijn in mijn computer via bidprentjes en andere bronnen terechtgekomen: Jan Buurman (1906 - 1975), getrouwd met Marie van Bon (De Valom), This Buurman getrouwd met Lies van Bon (1921) en Catharina E. Buurman getrouwd met Geert van Bon (1919 - 2006, broer van Lies van Bon voornoemd). De in 1905 geboren Hendrika overleed al in 1923. Mogelijk zijn er meer kinderen, maar de wet op de privacy verbiedt mij in de geboorteregisters van na 1907 te speuren en iedere aanvulling is dus welkom. 'Gerardus Lentjes-van-de-foto' kreeg ook een zoon, namelijk de in 1878 geboren Johannes (+ 1911), die trouwde met Anna Antonia Kasteel, maar ik heb hier geen nazaten met de naam Lentjes kunnen ontdekken. De dochters van Gerardus met de namen Petronella en Dina werden niet ouder dan 3 jaren. De hekkensluiter van onze fotogenieke Grad en zijn Hendrika trouwde met Antonius Petrus Berends. Nazaten kennen we nog, want die wonen rond het Klokkenpad en dammen in de Huissense Damvereniging. Grappig is ook, dat Annelies van Bon (van Geert) en Geert Berends, de dammer dus, aanwijsbaar familie van elkaar zijn. Ze stammen uit dezelfde voorouders. Ik houd me aanbevolen voor eventuele aanvullingen. Overigens stammen vrijwel alle Huissense Lentjes af van een Theodorus, die rond 1738 aan de overkant van de Rijn moet zijn geboren.

Afb. nr. 71. Trouwen van Derk (Theodorus) Lentjes met Bert. Oversteeg, 1787. RBS

981.2, folio 500. N.B. Op 17 maart 1738 werd gedoopt Theodorus, zoon van Hermanii Lentjes en Catharina Cüsters. (RBS 553.1, folio 161)


Generaties Meeuwsen in beeld II

P. G. M. Driessen35 De onlangs binnengekomen collectie van Gerrit Meeuwsen heeft nog meer prijs gegeven. Uiteraard wist hij zijn familiearchieven te vinden en dus kwamen we bij het uitzoeken van de foto's veel familiekiekjes tegen. Onderstaande foto uit 1919 toont ons ondermeer twee opvallende personen: allereerst de man rechts met opvallende pet en pijp. Het is Theodorus (Dorus) Meeuwsen.

Afb. nr. 72. Deze foto werd genomen tijdens de bessenoogstcampagne.

(Foto: coll. H. K. H. Inv. nr. 5264) De "bèèzenbout", bij de kersenoogst was het de "kersenbout", was binnen en de opbrengst was, nadat men de kilo's en de centen geteld had, bepaald. De oogst van de bessen werd met een "bèèzenborrel" afgesloten. Alle plukkers werden bij het uitbetalen getrakteerd op een borrel. Uiteraard werden de niet-alcoholici vergast op wat minder sterke drank. "Dorus" Meeuwsen had als beroep dan eens molenaarsknecht, dan weer was hij warmoezenier. Zijn "stamhuis" stond aan de Bloemstraat. (Zie afb. nr. 73.) De nazaten zijn altijd in die omgeving blijven bivakkeren.

35 Mededelingen H. K. H., jrg. 36 (2011), nr. 1, p. 1, 20 - 29.


Afb. nr. 73. Het "stamhuis" van de familie Meeuwsen aan de Bloemstraat, 1910.

(Foto: coll. H. Hoen)

Afb. nr. 74 en nr. 75. Theodorus Meeuwsen (Foto: coll. G. Meeuwsen)

Theodorus Meeuwsen, geboren te Huissen op 31 oktober 1852, overleden aldaar op 26 maart 1932, 79 jaar oud, zoon van Gerhardus Meeuwsen (tabaksplanter) en Johanna Daniels. Theodorus is getrouwd te Huissen op 6 februari 1884, op 31-jarige leeftijd met Petronella Hendrina Hofstede (37 jaar oud), geboren te Huissen op 16 september 1846.


Afb. nr. 76 en nr. 77. Petronella Hofstede (Foto: coll. G. Meeuwsen)

Zij is overleden in Huissen op 6 april 1926, begraven aldaar op 8 april 1926, 79 jaar oud, dochter van Jacobus Hovsteede en Hermina Jansen. Op het bidprentje (coll. H. K. H.) staat echter geen Petronella Hendrina, maar Petronella Hendrika en volgens de daar gebezigde notatie zou zij geboren zijn op 16 september 1847.

Uit het huwelijk van Dorus Meeuwsen en Petronella Hofstede werden drie kinderen geboren; een zoon Gerardus Jacobus (over wie hieronder meer!) en de dochters Johanna en Hermina. Afb. nr. 78. Hanneke (ook Anna en Johanna Hermina) Meeuwsen, ca. 1920. (Foto: coll. H. K. H. Inv. Nr. 5159.)


Als laatste Johanna Hermina (Hanneke, Anna) Meeuwsen, geboren te Huissen op 30 september 1886, overleden aldaar op 25 februari 1925, begraven in Huissen-Stad (grafnr. D 98) op 28 februari 1925, 38 jaar oud. Johanna is getrouwd te Huissen op 25 oktober 1910, op 24-jarige leeftijd met Antonius Johannes Tonk (26 jaar oud), warmoezenier, geboren te Huissen op 30 april 1884, overleden te Arnhem op 31 december 1970, begraven te Huissen (grafnr. F 68) op 5 januari 1971, 86 jaar oud, zoon van Hendrik Tonk (dienstknecht, warmoezenier) en Willemina van Deelen. (zie p. 159.)

Afb. nr. 79. Op deze foto (rond 1914) staat tweede van links Johanna Hermina Meeuwsen getrouwd met Antonius Tonk, met pet achterste rij vijfde van links.

(Foto: coll. G. Meeuwsen) Daarna werd geboren Hermina Johanna Meeuwsen, geboren te Huissen op 1 september 1888 en overleden aldaar op 22 oktober 1888, 51 dagen oud. En het oudste kind was een zoon, die als Gerardus Jacobus in de archieven staat genoteerd, edoch wie in Huissen vraagt naar "Koos van Koos van Graodus" komt op zijn zoektocht niet verder. Wel weet iedereen, wie zich als "Koos van Koos van Koos" in de carnavalstijd in de buutreednerston meldde. Kennelijk ging Gerardus Jacobus door het leven als "Koos" en niet als "Gradus" Meeuwsen.


Die oudste zoon is Gerardus Jacobus Meeuwsen, geboren te Huissen op 15 januari 1885.

Afb. nr. 80. Gerardus Jacobus Meeuwsen en nr. distributiekaart (1945).

(Foto: coll. G. Meeuwsen) Hij had een scala van beroepen zoals, warmoezenier, veehouder, bloemkweker en bloemist. Hij is overleden in Huissen op 10 oktober 1956, en daar begraven (grafnr. A 19) op 13 oktober 1956, 71 jaar oud. Gerardus is getrouwd te Huissen op 8 november 1910, op 25-jarige leeftijd met Johanna Maria (Hanneke) Tonk (23 jaar oud), geboren te Huissen op 19 december 1886, overleden aldaar op 22 juli 1966, begraven te Huissen (grafnr. A 19), 79 jaar oud, dochter van Hendrik Tonk (dienstknecht, warmoezenier) en Willemina van Deelen (zie p.). Uit dit huwelijk Meeuwsen-Tonk: Theodorus Hendrikus Jacobus Meeuwsen, geboren te Huissen rond mei 1912, overleden aldaar op 5 september 1914, 2 jaar oud. Theodorus Hendrikus Jacobus Meeuwsen, tuinder, geboren te Huissen op 31 juli 1915, overleden te Nijmegen op 12 augustus 1944, begraven te Huissen (grafnr. F 22) op 14 augustus 1944, 29 jaar oud. Hendrikus Theodorus Meeuwsen, geboren te Huissen rond 15 september 1916, overleden aldaar op 15 april 1917, ongeveer 212 dagen oud.


Afb. nr. 81. Gerardus Jacobus (Koos) Meeuwsen en Hanneke Tonk (1910). (Foto: coll. G. Meeuwsen)

Wilhelmina Petronella Meeuwsen (Mies), geboren op 30 november 1918 in Huissen en overleden in Nijmegen op 6 december 1985. Zij was getrouwd met Petrus Wilhelmus Scholten. Afb. nr. 82. Mies Scholten-Meeuwsen. (Foto: coll. G. Meeuwsen)


Hendrikus Theodorus Meeuwsen, geboren te Huissen op 20 juni 1920, overleden 25 juni 2003 in Huissen, kweker, getrouwd op 9 juni 1953 met Riek Cöp. Henk schreef in de jaren 1980 onder het pseudoniem "Hosia" in de Nieuwe Koerier. Petronella Marcella (Nel) Meeuwsen, geboren op 19 september 1921 te Huissen en getrouwd met Gerardus Petrus Janssen, geboren 11 maart 1921 in Huissen en overleden op 26 mei 1964 en begraven in Huissen (grafnr. D88).

Afb. nr. 83. Gerardus alias Koos met zijn kroost. (Foto's: coll. G. Meeuwsen)

Jacobus Gerardus (Koos) Meeuwsen, geboren te Huissen op 26 december 1922, overleden te Huissen op 17 juni 2010, van beroep tuinder, bloemist en bloemkweker. Hij trouwde met Johanna van Haaren uit Lent.

Afb. nr. 84. "Koos van Graodus" met zijn octet, 1967.


Johanna Maria Meeuwsen, geboren te Huissen in januari 1923, overleden aldaar op 10 juli 1923, ongeveer 6 maanden oud. Gerardus Wilhelmus (Gerrit) Meeuwsen, geboren in Huissen op 18 februari 1924. Hij is de aangever van de prachtige familiekiekjes, óf door hem zelf gemaakt óf gecopiëerd van foto's uit andermans schoenendoos. Hij heeft vrijwel zijn hele leven Huissen op de gevoelige plaat vastgelegd en zijn "erfenis" is in beheer bij de Historische Kring Huessen. Johanna Maria Meeuwsen, geboren in Huissen op 27 juli 1925. Maria Johanna Meeuwsen, geboren te Huissen op 10 oktober 1926, overleden te Groesbeek op 16 april 1993, 66 jaar oud. Met dank aan Jeannette Eeuwes voor het speurwerk. N. B. Er is in de Mededelingen H. K. H. (jrg. 29 (2004), p. 24 - 33) een artikel verschenen over Cornelis Meeuwsen (* 1826), een belangrijk man in Ghana op de westkust van Afrika. De personen genaamd Meeuwsen in mijn fotobevindingen komen, samen met genoemde Cornelis, allemaal uit bij een gemeenschappelijke voorouder te weten Ernestus Meeuwsen, geboren rond 1700.


Elk schild heeft zijn verhaal II: Peter van Os

P. G. M. Driessen36

P. van Os, Koning en M.C. Jansen, koningin,

Huissen 24 Junij 1860.

Peter van Os (zie ook p. 86) loste op 24 juni 1860 het beslissende schot en liet zich daarmede tot koning van het Sint Gangulphusgilde “kronen”. Geheel volgens de goede gewoonte liet hij dit heuglijke feit vastleggen op een koningsschild en evenzo volgens dat oude gebruik werd daarop ook de naam van zijn “koningin” Maria Cornelia Jansen vermeld. Waar kwam Peter vandaan en wat is er van hem geworden? Peter van Os werd op 6 juni 1825 in Huissen geboren als het vijfde kind en de eerste zoon van Peter van Os en Eva Beenen. Van Os senior (*1787), zelf geboortig en afkomstig van Aerdt, migreerde rond 1818 vanuit de Liemers naar het Huissense. Van huis uit was hij landbouwer, maar hij bewoog zich even gemakkelijk achter de tapkast als tapper en kastelein. Peter senior, oudste zoon van Peter van Os en Joanna van Somm, besloot de sprong over de Rijn te maken. Naar het waarom valt te gissen, maar omdat hij aan de Liemerse kant ongetwijfeld pachter was op grond van de grootgrondbezitters van Huis Aerdt, zou hij wel eens jonkvrouwe Maria Adriana Clara Lucretia Bernardina van Hugenpoth-Stockum kunnen zijn gevolgd, die in 1806 in Huissen was aangetreden om daar baron Carolus Ferdinandus Adrianus van Laer van Hohenloh aan een tweede eega te helpen, nadat zijn eerste vrouw was overleden. Dit vermoeden zou door de komst van nog meer boeren vanuit de Liemers naar Huissen kunnen worden bevestigd. Zo treffen we in de omgeving van De Pol in diezelfde tijd de immigrant Ruth Vermaas aan. (1) Peter van Os senior overleed op 21 februari 1862 in Huissen, nadat zijn vrouw Eva Beenen hem op 12 mei 1857 de weg naar betere oorden al gewezen had. Peter junior had inmiddels niet alleen één oogje laten vallen op Maria Cornelia Jansen uit Huissen, maar besloot zich helemaal te geven aan de op 13 december 1833 in Huissen geboren schoonheid, dochter van Albertus Jansen en Cornelia Nuij. Het huwelijk vond plaats op 19 april 1855, uiteraard in Huissen. Peter junior verdiende voor zijn



elftal kinderen de kost afwisselend als kastelein, koopman dan wel steenbakker om op de top van carrière steenfabrikant te heten. Zijn kinderen hebben echter weinig sporen nagelaten. Vier overleden er op de prille leeftijd van om en nabij één jaar, terwijl zijn 4 dochters naar Delft vertrokken en één van zijn zoons in 1910 in Rosmalen overleed. Terug naar de sociaal-economische situatie van Peter van Os. Zijn binding met het horecawezen blijkt, als in de vijftiger jaren twee Arnhemse gladde jongens grond verwerven in de uiterwaarden met de bedoeling daar steenfabricage te realiseren. Niet dat J. J. van Braam en H. W. Fromberg nou erg geïnteresseerd waren in een steenfabriek, maar zij wilden wel graag een concessie bemachtigen om die daarna aan F. C. Colenbrander te verpatsen.

Afb. nr. 85. Het schild van P. van Os, Huissen 24 Junij 1860.

Afmetingen: 12 cm. hoog; 9.3 cm. breed. De op gronden van Colenbrander aanwezige steenfabriek komt in handen van de kastelein Peter van Os, aldus dr. G. B. Janssen in zijn boek "Stenen en brood" (1997). Janssen weet ook te melden, dat de twee veldovens van het "dubbele waaltype" net iets boven het Looveer lagen. Eveneens staat voor hem vast, dat Van Os pachter was, terwijl de concessie berustte bij de eigenaresse van de grond; weduwe J. Smits van Oyen. De relatie met haar is kennelijk goed, want als er in 1863 een


vergunning wordt aangevraagd tot het herplaatsen van de bestaande veldovens op de linker Rijnover onmiddelijk boven het Looveer (2) mag Peter van Os als gemachtigde voor zijn broodvrouw optreden. Het einde van Peter van Os als steenfabrikant komt vóór 1881, als blijkt dat een echte fabrikant, Richardus van Wijck, eigenaar is geworden. Op 7 februari 1885 overlijdt Peter van Os, zijn Maria volgend, die hem op 8 december 1883 al was voorgegaan. Wat is er nog van de familie van Peter van Os in Huissen terug te vinden? Direct helemaal niets meer, maar de lijn volgend van zijn zus Theodora (1819 - 1876), die trouwt met Everhardus Kloppenburg (muzikant, veerman, tapper en herbergier) en het huwelijk van hun dochter Maria Everdina (1847 - 1907) met Ruth Vermaas komen we terecht in de Martens-familie en dus in "De Gouden Engel". De naam Van Os heeft dus in de directe lijn geen vertegenwoordiger meer in het Huissens namenbestand, althans niet rechtstreeks afgeleid van Peter van Os, de steenbakker, koopman en steenfabrikant op het schild van 1860. Noten: 1) R. J. H. Melchers; Huis Binnenveld (II), Mededelingen H.K.H., jrg. 20 (1995), nr. 5, p. 180 - 185. Men leze m. b. t. Ruth Vermaas in plaats van Het Binnenveld ‘De Pol’ (p. 180). 2) G. B. Janssen; Stenen en Brood: Twee eeuwen baksteenfabricage in de oostelijke Over-Betuwe, Bemmel, 1997, p. 14.


Na lang zoeken en vragen……

P. G. M. Driessen37 In 2007 bestelde ik tijdens mijn gastheerschap in ons stadsmuseum een bakkie koffie bij de overbuurman en daar werd ik verrast door een mij toen nog onbekende heer, die wat nonchalant twee bidprentjes uit zijn zak toverde. Hij had ze in het familieschoenendoosje aangetroffen zonder de familierelatie te kennen. Van Antonius Arntz uit 1917 (+ 1932), die maar 15 jaar had geleefd en van ene Gerardus Hermanus Johannes Pelkman uit 1915, die op 17 december 1944 in Brandenburg (D.) bleek te zijn gestorven.

Afb. nr. 86. Bidprentje van Antonius Arntz. (coll. H. K. H.)

37 Herziene versie van: Mededelingen H. K. H., jrg. 34 (2009), nr. 2, p. 69 - 71.


Moest ik nu de lijst van oorlogsslachtoffers weer uit gaan breiden? Niemand met de naam Pelkman scheen de Gerardus van het bidprentje te kennen. Pelkman was getrouwd in 1937 met een mevrouw Petronella Johanna Arntz en zo was de relatie tussen de beide bidprentjes snel duidelijk. Toen bij navraag Nico Pelkman veronderstelde, dat het niet uit zijn familietak was, maar mogelijk uit de tak van Harrie Pelkman en toen hij zelfs een adres wist te geven van een nog in Huissen levende nazaat van Harrie en diens nazaat, niet toevallig ook Harrie hetende, [verscheen] de alles onthullende informatie. Van de gezochte Gerrit (G. H. J. Pelkman) was zelfs een heel verhaal geschreven, dat hij zou proberen op te zoeken. Aldus meldde Harrie [Pelkman] zich enige dagen later met het boekwerk: “Marie ter Morsche vecht voor haar vader”, geschreven door Karl Heinz Jahnke. Het geschrift kwam in 2001 in Rostock uit en werd twee jaar later in het Nederlands vertaald.

Afb. nr. 87. Portret van Gerardus Pelkman en Petronella Arntz.

Centraal in het verhaal staat de plaats Zinnowitz aan de Oostzee. De nabij gelegen plaats Peenemunde brengt de lezer op het spoor van de productie van de beruchte V1 en V2. Daar in Zinnowitz hangt een maquette als herinnering aan een groep gezagsondermijnende mannen, waar onder Gerardus Pelkmann. Zij werkten direct of indirect mee aan de productie van de vliegende monsters. De schrijver van het boek corrigeert de foutief geschreven naam tot Gerardus Pelkman, jawel de door mij gezochte onbekende Pelkman van het bidprentje. De steen begint met de aanhef: “Zur Erinnerung an die Opfer des NS-Terrors”. Dan volgen de namen van Prelaat dr. Carl Lampert, voor wie een groep


ijvert hem zalig verklaard te krijgen, Johannes ter Morsche uit Enschede, onze Huissenaar Gerard Pelkman, Tadeus Siekierski en dr. Alfons Maria Wachsmann. Volgens de vastgestelde doodsoorzaak stierf Pelkman aan longontsteking dan wel tuberculose. Hij verbleef toen in de gevangenis, waar hij een straf van 6 jaar uit zat. In Zinnowitz was men in ieder geval de mannen niet vergeten en dus werd er op 14 november 1999, een nationale herdenkingsdag bij de Oosterburen, een gedenkplaat aangebracht op het huis Waldstrasse 12. Het kostte wel wat moeite in de gemeenteraad van de badplaats Zinnowitz een meerderheid te vinden voor het door burgemeester Wolfgang Krug ondersteunde initiatief, maar de herinnering zal vooralsnog langer duren dan de jaren 1940 - 1945.


Elk schild heeft zijn verhaal XI: Antonius G. Peters

P. G. M. Driessen38

Op één van de schilden van het St. Laurentiusgilde staat heel zakelijk opgetekend:

A.G. Peters Koning

C.M. Wijnands Koningin Huissen 25 Juni 1905

De arbeider Antoon Peters schoot koning en nam als koningin de 18-jarige Johanna Christina Wijnands mee op de troon. Antoon (Antonius Gerardus) Peters zag op 5 april 1875 in Huissen het levenslicht in het gezin van Johannes Arnoldus Peters en Margaretha Geertruida Straatman. Vader Peters verdiende als visser de kost, niet zo vreemd voor wie aan de Rijn woont, maar in de familie Peters speelde het water en de Rijn wel een zeer overheersende rol.

Afb. nr. 88. Het eenvoudige schild van koning Antoon Peters (1905) hangt aan de

keten van het schuttersgilde der vrijgezellen. Afmetingen: 9 cm. hoog, 6,8 cm. breed.



Antoon was in de hele stamreeks van vijf generaties de eerste, die geen beroep koos, dat door het water werd ingegeven. Nou kan het woord "arbeider" van alles inhouden, zelfs bijvoorbeeld lader of losser aan het Looveer en dan zit je toch weer aan dat water. Uit mij bekende gegevens blijkt daar echter niets van. Grootvader Antonius Gerardus was schipper en visser, overgrootvader Johannes was veerman en betovergrootvader Godefridus was, jawel, ook veerman.

Voorouders van Antonius G. Peters

Godefridus, veerman aan het Looveer (+ 1793)

I Johannes, veerman (1784 - 1850)

I Antonius Gerhardus, visser/schipper (1816 - 1880)

I Johannes Arnoldus, visser (1840 - 1912)

I Antonius Gerardus, arbeider (1875 - ?)

Nou zijn er geen burgers, die minder honkvast zijn dan schippers. Vader Johannes Arnoldus (1840 - 1912) trouwde in Huissen op 26 oktober 1870 voor de eerste maal met Margaretha Geertruida Straatman voornoemd. Zij was op 6 maart 1844 in Utrecht geboren in het schippersgezin van Dirk Straatman en Maria van Royen. Voor zijn tweede huwelijk, na het overlijden van zijn eerste vrouw in 1880, ontdekte Johannes Arnoldus in Deventer Johanna Christina Wiegering, waar hij op 9 november 1881 mee trouwde. Dit alles past precies in dat "zwerversbestaan".


Een staatsiefoto van weleer

P. G. M. Driessen39 Via de familie Sluiter kwam de Kring in het bezit van een staatsiefoto van weleer. De foto werd uit de schoenendoos gevist na het overlijden van mevrouw Theodora Sluiter-Bouwmeister in 2006. We hebben wel meer van die staatsieportretten, maar vaak ontbreekt de naam. Dit keer hadden we geluk, dat de schenker exact wist, wie er staat afgebeeld op de foto, gemaakt door E. van de Kerkhoff in Arnhem. Het moet Maria Peters zijn, die op 1 november 1855 in Huissen werd geboren en die op 23 maart 1945 in Silvolde overleed. Mijn computer wees de weg terug naar de eerste helft van de achttiende eeuw. Maria werd geboren als dochter van Jan Peters, een Huissense arbeider, boerenknecht, en Arnolda Jansen uit Angeren. Vader Jan werd geboren op 11 april 1822 en overleed op 1 maart 1901 ook in Huissen. Moeder Arnolda, de dochter van Peter Jansen en Hendrina Buurman, zag op 26 april 1823 in Angeren het levenslicht en vond het aardse bestaan op 28 april 1911 mooi geweest. Dit echtpaar had 6 kinderen. Jan en Arnolda trouwden in Huissen op 30 april 1852. De opa van Maria was Gerardus Peters, getrouwd met Agnes Hendriks. Gerardus werd gedoopt (R. K.) te Huissen op 22 november 1780 en overleed op 6 november 1842. Hij verdiende voor zijn vrouw en vier kinderen de kost als arbeider. Grootmoeder Agnes werd gedoopt in Huissen op 18 oktober 1798 en overleed op 4 juli 1855. De trouwdatum was 16 mei 1821. Weer een generatie Peters terug ontmoeten we Jan Peters, die op 30 december 1741 in Huissen werd gedoopt en op 27 juli 1820 daar overleed. Tussen dat begin en eind was hij op 9 mei 1772 in Huissen getrouwd met Elisabeth van Deelen, die volgens de notatie in het doopboek van de Vicarie, in Elden werd gedoopt op 10 augustus 1747. Na het formeren van een legioen van een tiental kinderen werd voor het gezin Peters 1820 een rampjaar. Op 8 juni van dat jaar overleed overgrootmoeder Elisabeth en op 27 juli overgrootvader Jan (zoals boven vermeld). De notulist van toen vermeldt wel, dat de familie woonde in de Hoeven.



De verste voorouder (betovergrootvader) kennen we wel, echter we weten niet van waar hij kwam. Hij heette Derck (roepnaam van Theodorus) Peters en zijn vrouw Joanna Breunissen. Gemeten naar de geboorte van de kinderen, zal hun trouwdatum ergens in de buurt van 1740 zijn geweest.

Afstammingslijn Maria Peters

Derck Peters x Breunissen I

Johannes (1741 - 1820) x van Deelen I

Gerardus (1780 - 1842) x Hendriks I

Jan (1822 - 1901) x Jansen I

Maria (1855 - 1945)

Maria Peters van 1855 trouwde op 26 juni 1889 na het overlijden van haar eerste man Antonius Willemsen met Theodorus Mathijssen, een Huissense tabaksplanter en warmoezenier en deze verbintenis leverde nog eens 2 zoons en 3 dochters op. [4 kinderen] Liet Maria Peters in Huissen nog wat gevolg in haar kielzog achter? Jazeker, want op 6 juli 1878 was zij al voor de eerste keer getrouwd met de Huissense warmoezenier Antonius Willemsen (* 8 oktober 1854, zoon van de in Westervoort geboren Gerhardus Willemsen). Uit deze ontmoeting werden 3 dochters en 1 zoon geboren. Dochter Arnolda Maria van 9 september 1882 trouwde op 5 september 1906 in Huissen met de in de gemeente Elst geboren Gerardus Evers. Haar zoon Antonius Gerardus Everardus Evers (1911 - 1972) trouwde in Huissen met Rosalina Stegeman en Jan Willem Evers (1907 - 1985) met Gerarda Elisabeth van Aalten. Toen Gerardus Evers op 31 januari 1916 na nog geen tienjarige echt overleed, sloeg Arnolda Willemsen op 21 augustus 1918 Petrus Jacobus Bouwmeister (1884 - 1965) als nieuwe partner aan de haak. Voor zover mij bekend en voor zover aan de computer toevertrouwd is, heeft deze echt een vijftal kinderen voortgebracht. Dochter Christina Johanna (1921 - 2010) trouwde ooit met bakker Herman Vedder (Hermanus Johannes, 1918 - 1997) en Theodora Bernardina (1922 - 2006) met Theodorus Wilhelmus Sluiter (1921 - 1977) uit Huissen. De vier dochters en de ene zoon Peter (Sluiter), bekend als de gitarist van


het dansorkest "Pearl" en tegenwoordig bij het koor "Exotherm", wonen allen nog in Huissen. De zonen van Peter, Dominique en Bram, dragen nog steeds de genen verder van Maria Peters uit 1855. Wat een schoenendoos toch heeft te vertellen!

Afb. nr. 89. Staatsiefoto en bidprentje van Maria Peters (1855 - 1945). (Coll. H. K. H.)


Een prent met een verhaal

P. G. M. Driessen40 De publicatie van foto's op de kabelkrant levert regelmatig informatie op en soms een heel verhaal. Zo ook deze foto.

Afb. nr. 90. Marie, Cor en An Oonk en Joseph Koomen.

(Foto: coll. Juffrouw Hulsman, H. K. H. Inv. nr. 330) Mevrouw Journee-Derksen legde onze puzzel feilloos in elkaar. Zelf kleindochter van moederskant van Willem Roelofs ("De Buul") wist zij natuurlijk haar drie nichten en een neef thuis te brengen. Een zuster van haar moeder, Johanna Marie Roelofs (* 1879) trouwde 1912 met een Hendrik Oonk uit Hengelo (O.). Van links naar rechts Marie, Cor en An Oonk, nu al stoere tachtigers en de foto moet zo ongeveer uit de



twintiger jaren stammen. De studentikoze jongeman is Joseph Koomen uit Hoogkarspel, zoon van een andere zus van haar moeder, Aad (Johanna Hendrina) Roelofs (* 1885) en Antoon Koomen. Joseph Koomen, beschermeling van pastoor van Wijk, droeg in Huissen als neomist zijn eerste H. Mis op en werd later ondermeer pastoor in Amsterdam en Zoeterwoude. Met Willem Roelofs "de Buul" van het café bekend onder de naam "Vogelenzang" in de Vicariestraat (1), begon dit Huissense verhaal. Het koffiehuis stond aan de Vicariestraat. Mevrouw Journee werd op de foto attent gemaakt door de vermelding van een soort adressering op de foto tevens briefkaart: "G. W. Lentjes, Hoogkarspel, Huissen, Holland." Deze Lentjes, die de toenaam "de Buul" dus niet via de Lentjes-kant, maar via de moederskant, dus Roelofs, kreeg opgespeld, woonde in de Doelenstraat. Mogelijk als gevolg van een familiebezoek Huissen-Hoogkarspel is de relatie op de kaart terecht gekomen. Blijft alleen nog de vraag hoe de foto/kaart in de collectie van juffrouw Hulsman terecht is gekomen? Noot: 1) Zie ook: H. W. J. Derksen; Willem Roelofs: Kastelein van café "Vogelenzang" te Huissen 1850 - 1927, Bulletin nr. 1, Familievereniging "Vogelenzang", Huissen/Nijmegen, 1971. In onze genealogie-bibliotheek.


De families Saat / Zaat

P. G. M. Driessen41 In de serie over de Huissense families, ditmaal aandacht voor het geslacht Saat of Zaat. De wortels van deze bomen zitten weliswaar niet in de Huissense bodem, maar de naam is wel zo Huissens geworden, dat het zeker verantwoord en best interessant is nader op dit geslacht in te gaan. Leden van deze familie vinden we vanaf 1800 in Huissen terug. Op 25 augustus van dat jaar trouwde Gerhardus Saadt (ook Gerardus Saet, Saat, Saad, Zaad of Zaadt) ook uit het – net als Huissen toen - Pruissische Asperden met de Huissense Hendrina Wouters of Wolters. (zie stamreeks, p. 129) Een zus van Gerhardus was kort tevoren getrouwd met de Huissenaar Steven Nienhuijs en het was mogelijk door dit huwelijk, dat ook Gerhardus besloot naar Huissen te gaan. Gerhardus en zijn vrouw vestigden zich in de Hoeve. Met tien kinderen mag het huwelijk tussen Gerrit en Hendrina Wolters zeker kinderrijk heten en toen dan ook op 18 maart 1822 moeder Hendrina kwam te overlijden, was dat dan ook een regelrechte ramp voor het gezin van Gerrit Saadt. Weduwnaar Gerrit zag zich genoodzaakt op zoek te gaan naar een nieuwe moeder voor zijn talrijke kroost en niet zonder succes. De naam werd ook in de nieuwe relatie alle eer aangedaan en veranderde op slag, misschien wel om aan te geven, dat een nieuw begin werd gemaakt. Het huwelijk werd namelijk gesloten tussen Gerardus Saet en Hendrina Ebbers (of Ebbes) en leverde eveneens tien spruiten op! Huissen werd dus in korte tijd twintig “Saadtjes”of “Saatjes” rijker, alle afkomstig uit een Duits-Huissense coproductie, de veranderde landsgrenzen even buiten beschouwing latende. Waar is het met de schrijfwijze fout gelopen? Al bij de nakomelingen uit het eerste huwelijk, dat tussen Gerhardus Saadt en Hendrina Wolters, heeft vooral pastoor Huberts kwistig met variaties gestrooid. Hij noteerde de geboorten van Theodorus Saadt (* 1800), Catharina Zaadt (* 1802, zie afb. nr. 92), Antonius Saat (* 1804), Joanna Saad (* 1806), Joannes Wilhelmus Zaad (* 1809), Henricus Saadt (* 1815) en Mechtildis Saet (* 1843). Als er op 8 augustus 1820 in Huissen in hetzelfde gezin Saadt een tweeling wordt geboren, genaamd Willem (Wilhelmus) Saat en



Jacobus Zaat, gaan ze verder Zaat heten, en deze tak leeft tot op de huidige dag nog voort via Paul van Geert Zaat, de slager en diens zoon op het Van Wijkplein (zie stamreeks A).

Afb. nr. 91. Trouwfoto van Hendrik Willemsen en Anna Zaat. Het zittende ouderpaar

naast de bruid zijn Gerardus Zaat en diens echtgenote Johanna Allegonda van Dalen. Uiterst rechts staan Paul Zaat samen met Theodora Leijser.

(Foto: coll. fam. Zaat, Huissen) Zoals gezegd, werden uit dit tweede huwelijk van Gerardus Saadt met Ebbers ook tien kinderen geboren. Een daarvan ziet het levenslicht op 1 april 1834, te weten Gerhardus, en gaat geheel volgens de traditie Saet heten. Hij wordt de stamvader van hen die Saat heten en welke stamreeks uitmondt bij Wesley Wilhelmus Johannes Saat in de Margrietstraat. Voor ingewijden; hij is een kleinzoon van Jan Saat en Anna van de Aker (zie stamreeks B).

Afb. nr. 92. Doop van Catharina Zaadt, dochter van Gerardus Zaadt (IV),

dd. 22-12-1802. RBS 981.1, folio 241.


Afb. nr. 93. Het bidprentje van Petronella J. Zaad (achterkleinkind van Gerardus (IV)

als voorbeeld van een “verschrijving” en van Gerardus Zaat (VI). (Beide uit bidprentjescollectie H. K. H.)

Hun aller stamvader is dus Gerardus Saadt, die zich in 1800 vanuit Asperden in Huissen vestigde. Daarna gingen beide takken ieder hun eigen weg. Gewild dan wel ongewild traden er daarbij wel eens andere schrijfwijzen op. Soms corrigeert een volgende generatie de afwijking, terwijl andere naamdragers de “nieuwigheid” zodanig interessant en onderscheidend vinden van “de andere tak” dat ze nakomelingen opzadelen met de toevallig ontstane schrijfwijze. Zo liet zijn broer Theodorus Saadt (* 1800) zijn dochter in 1838 als Johanna Saat inschrijven en laat zijn broer Petrus (* 1810) zijn dochter Johanna Hendrina, geboren in 1842, gewoon Zaad heten.

Afb. nr. 94. Die 25ste Geradus Saadt ..venis natus in Asperden et Hendrina Wolters,

puella nata in 't amt habitant in de hoeven. Trouwen G. Saadt met H. Wolters, dd. 25-8-1800. RBS 981.2, folio 612.


Stamreeks Zaad (A)

I. Conradus Saat x ca 1695 te Asperden met Theodora Kerstjes.

II. Everhardus Saat, * 5-6-1702 te Asperden, x 7-7-1722 te Asperden met Ester ter Vooren ~ 18-10-1703 te Asperden.

III. Theodorus Saet (Saadt), * 17-6-1731 te Asperden, + 24-??-1799 aldaar, x 18-7-1756 met Mechtildus Terbruggen, * 21-1-1815 aldaar.

IV. Gerardus Saet (ook Gerhardus Saadt, Saat, Saad, Zaad of Zaadt) arbeider, rietdekker, tabaksplanter, * 13-1-1776 te Asperden, + 3-7-1846, x 1) 25-8-1800 met Hendrina Wolters (Adriana, Wouters), ~ 9-3-1777, + 18-3-1822.

V. Wilhelmus Saat (Willem Zaat), tabaksplanter, warmoezenier, dienstknecht, landbouwer, ~ 8-8-1820, + 1-7-1905, x 26-4-1854 met Johanna Margaretha Pas, * 14-01-1825, + 3-2-1889.

VI. Gerardus Zaat, warmoezenier, landbouwer, * 12-3-1860, + 9-12-1945, x 11-5-1898 met Johanna Allegonda van Dalen, * 1-7-1863.

VII. Paulus Johannes Zaat, landbouwer, * 3-5-1905, + 19-7-1972 te Nijmegen, x 11-9-1940 met Theodora Petronella Elisabeth Leijser, * 27-7-1907, + 1-4-1985 te Elst. (zie afb. nr.)

VIII. Gerhard Johannes Jacobus Zaat, * 3-9-1941 te Bemmel, x 29-12-1964 aldaar met Johanna (Annie) Christina Catharina Wagener, * 4-7-1943 aldaar.

IX. Paulus G. H. M. Zaat, slager, * 15-12-1967.


Stamreeks B (Saat)

Tot generatie IV als stamreeks A, verder:

IV. Gerardus Saet (ook Gerhardus Saadt, Saat, Saad, Zaad of Zaadt) arbeider, rietdekker, tabaksplanter, * 13-1-1776 te Asperden, + 3-7-1846, x 2) 15-11-1823 met Hendrina Ebbers (Ebbes), * 12-1-1800 te Loo (Liemers), + 15-1-1883.

V. Gerhardus Saat (Saad, Saet), arbeider, * 1-4-1834, x 13-8-1858 met Elisabeth Hubers/Huiberts, * 14-4-1839 te Driel.

VI. Jan Saat, arbeider, warmoezenier, * 16-8-1858, + 19-5-1930, x 8-4-1885 met Theodora Johanna Willemsen, * 15-10-1861, + 26-10-1918.

VII. Johannes Reinerus Saat, arbeider, tuinder, warmoezenier, * 17-3-1899, + 17-1-1958 te Arnhem, x 1) 27-1-1920 met Theodora Maria Derksen, * 16-3-1898, + 20-1-1947.

VIII. Johannes G. Saat, * 10-2-1927, x 21-05-1953 Anna E. van de Aker, * 27-2-1929 te Arnhem.

IX. Wilhelmus J. G. Saat, * 26-11-1958, x 27-11-1981 met Petronella M. Witjes, * 13-8-1961 te Nijmegen.

X. Wesley Wilhelmus Johannes Saat, * 24-7-1986 te Arnhem. Met dank aan A. Neijenhuis voor genealogische gegevens.


Een statig oudje

P. G. M. Driessen42 Heel gewoontjes valt er een vondst uit de familieschoenendoos bij de sectie Beeld en Geluid op de zoektafel met dit keer een duidelijke aanwijzing over de persoon, die op de foto hiernaast staat afgebeeld. Het is mevrouw Geertruida Alijda Sanders van 22 augustus 1856. Zij werd geboren in het Duitse Heisen en ging tweemaal een huwelijk aan, eer zij op vrijdag 13 februari 1920 in Huissen overleed. Het verbaast wel, dat alle broers en zussen in Huissen zijn geboren. Geertruida maakt daarop een uitzondering.

Afb. nr. 95. Een statig oudje: Geertruida Alijda Sanders (1856 - 1920).

Fotograaf: J. L. Reuyl, 's Heerenberg. De vader van de fotogenieke Geertruida was kleermaker Martinus Sanders uit Wehl (1828 - 1874) en de moeder heette Geertruida Wildenbeest.



Dit duo wist maar liefst elf spruiten op de wereld te zetten en onze Geertruida was in dat elftal nummer 2. Het eerste huwelijk, in Huissen gesloten op 8 mei 1884 met de landbouwer Alexander Peters uit Arnhem, leverde, althans mij bekend, geen kinderen op. Alexander moet voor 1889 uit de relatie verdwenen zijn, want al in 1887 blijkt Geertruida met de nieuwe vlam Stephanus Janssen (* 1872) meer succes te hebben op het terrein van de voortplanting. Deze timmerman woonde in 1921 in het Duitse Heisen en er moet wel een enge binding met dat plaatsje geweest zijn. Aannemelijk is, dat in die tijd nogal wat Huissenaren werk vonden in het Duitse Ruhrgebied. Mogelijk pendelden deze echtelieden nogal eens heen en weer over de grens. Uit het huwelijk met Stephanus Janssen ken ik drie kinderen met een in Huissen en omgeving nog aanwezige nakomelingenschare. Allereerst de kleermaker Willem Johannes Hermanus Franciscus Janssen (1889 - 1976), die in 1918 te Huissen trouwde met Maria Elisabeth Balk (1890 - 1959). Wij vinden geen nakomelingen, maar de privacy-wet zit mij hier mogelijk dwars. Dochter Johanna Hendrika Janssen (* 1892) kennen we mogelijk nog beter. Haar komen we tegen als waardin in het horeca-etablissement met de naam " 't Centrum", tegenwoordig " 't Moment". Zij trouwde op 4 mei 1921 met Wilhelmus Hendrikus Balk (1884 - 1942). Een portret van haar siert nog vandaag de muur van deze uitgaansgelegenheid (vijfde van links). De drie kinderen zijn in de regio verspreid. De in 1995 overleden zoon Andries was de grondlegger van het installatiebedrijf onder de naam Balk in Bemmel. Zoon Steef was samen met zijn zwager, de man van zus Liesbeth, de stichter van Staalbouwbedrijf BEMACO in Gendt. Tellen wij de nog jong gestorven kinderen Andries (7 jaar), Truus (21 jaar) en Wim (3 maanden) op, dan is het hele gezin compleet. Blijft bij mijn weten nog over dochter Everdina Maria Janssen (1894 - 1970), die op 26 april 1921 te Huissen trouwde met Johannes Wilhelmus Thebes, die het nu achterhaalde beroep had van "agent eener trammaatschappij". Zoon Herman Johannes Thebes (1932 - 1999), de slager, staat nog redelijk vers in ons geheugen en hij heeft uit het huwelijk met Johanna Scholten een zoon Han en een dochter Nicole. Mogelijk zijn er nog meer nazaten, maar die blijven bij ons vooralsnog buiten beeld: Geertruida gelukkig niet, want de foto geeft ons onweersproken gelijk.


De familie Scholten

P. G. M. Driessen43 Naamdragers Scholten zijn er in Huissen groot in aantal. Naspeuringen geven aan, dat er een drietal families met de naam Scholten zich in Huissen hebben ontwikkeld en daar en de wijde omgeving nog vaste voet in de bodem hebben. In een serie van drie uiteenzettingen zal ik proberen de families uit elkaar te houden.* Allereerst de tak die vanuit Kranenburg (D.) is gestart. Daar liet Petrus Scholten op 25 februari 1813 zijn zoon Gerardus in het geboorteregister invoeren. In 1844 trouwt deze timmerman uit Kranenburg de oer-Huissense Hendrina Cornelia Me(e)uwsen (1818 - 1897). Zo ongeveer van de beddeplank meldde zich Petrus (1845 - 1918) als oudste van de 6 zoons en 3 dochters, terwijl van het in 1854 doodgeboren kind de sexe geheim wordt gehouden. De Willem van 1852 houdt het in dit onderhemelse slechts 42 dagen vol, Jan van 1858 is pas 22 als hij in 1880 sterft, Maria van 1861 trouwt in 1885 met Willem Kemperman, maar houdt het dan al binnen het jaar voor gezien, als ze op 29 september 1886 sterft. De gaat-en-vermenigvuldigt-u-periode stopt in 1864 als Willem Scholten II wordt geboren. Als we de overgebleven dames even volgen, dan valt te zeggen dat Johanna van 1849 (+ 1932) in 1875 trouwt met Petrus Schrijver, die met Johanna al zijn derde avontuur aanging. Geertruida Scholten van 1846 trouwde met Johannes van Wissen en stierf, toen ze pas 29 was. Wat is er van de heren geworden? Hun oudste zoon Petrus (1845 - 1918) deed in vruchtbaarheid maar weinig onder voor zijn ouders, want samen met Hendrina Elsing produceerde hij tussen 1872 en 1886 een viertal zonen en 5 dochters, precies in genoemde volgorde. Deels is deze tak naar [Zevenaar] verhuisd, via Gerhardus (G. Johannes, 1874 - 1945) en Jacoba Saet. Via zoon Johannes treffen we nog nazaten in Huissen via huwelijken van twee dochters met twee broers Kemperman, een dochter met Sas en een dochter met Spaan. Gerardus (G. Theodorus, 1848 - 1944), zoon van Scholten-Meuwsen, trouwde met Johanna Catharina (Maria, Catharina Maria) Janssen

43 Mededelingen H. K. H., jrg. 19 (1994), p. 62 - 65, 134 - 136. * Het is bij deze ene uiteenzetting gebleven.


(* 1850) en formeerde een kroost van 6 zonen en 2 dochters. Een deel van deze tak verhuisde naar Gendt.

Afb. nr. 96. Bidprentje Gerardus Th. Scholten (1848 - 1944).

Interessant voor Huissen is de tak van Cornelis Scholten van 1854 (III, zie afb. nr. 98), die in 1885 trouwde met Theodora Witjes, vooral omdat de zonen Gerardus Theodorus (afb. nr.) en Hendrikus (IV) met ieder 12 kinderen Huissen aardig voorzagen van Scholtens. Uit de tak van Hendrik is de Hoeve rijkelijk voorzien van nazaten, gemakshalve Bob, de steunpilaar bij Jonge Kracht, als boegbeeld noemend. Willem Scholten II, broer van Cornelis (III), van 1864 trouwt met Aleida Rikken (1870 - 1938) en die krijgt in de familie de trofee van het grootste gezin met 16 telgen: 9 dames, 7 heren. Twee zonen hebben in Huissen de volksmond gehaald, namelijk Willem (Wilhelmus Johannes Scholten, 1903 - 1984), wiens zoon in zijn jeugd om zijn bijbaantje de bijnaam “de Schoes” veroverde en Jan (Johannes Cornelis Scholten, 1911 - 1992) getrouwd met Lei (Aleida Jacoba) Roelofs, 1919 - 2004). Hun dochter Berdina trouwt met Frans Bles.

Afb. nr. 97. Bidprentje Berdina Scholten (1904 - 1973).


Hoewel de stamvader hier binnenkwam als timmerman, is vrijwel iedere nakomeling warmoezenier of tuinder, behalve de laatste generatie, die houdt zich niet helemaal aan de familietraditie, want zoiets als autoverkoop heeft weinig met de tuinderij te maken.

Afb. nr. 98. Bidprentje Cornelis Scholten (coll. H. K. H.)

Afb. nr. 99. Bidprentje H. C. Scholten (IV). (coll. H. K . H.)


Voor wie in schema’s denkt, de stamreeks van de voorlopig jongste telg.

Stamreeks van Nick Scholten

I. Oudgrootvader Petrus (ook Pieter) Scholten x met met Johanna Thissen.

II. Oudvader Gerardus Scholten, * 25-2-1813 te Kranenburg (D.), + 13-4-1871, x 5-6-1844 met Hendrina Cornelia Me(e)uwsen, dochter van Gradus Meuwsen en Gertrude Steenhof, *19-8-1818 te Bemmel,+ 27-9-1897.

III. Betovergrootvader Cornelis Scholten, * 29-10-1854, + 23-2-1935, x 18-11-1885 met Theodora Witjes, * 8-8-1856, + 11 mei 1921.

IV. Overgrootvader Hendrikus Cornelis Scholten, kweker/warmoezenier/tuinder, * 28-7-1895, + 26-10-1951, x 10-6-1924 met Everdina Maria van Gellecum, dochter van Gerardus Bernardus van Gellicum (ook Gellecum) en Aleida Schrijver, * 18-11-1899, + 11-2-1975 te Arnhem.

V. Grootvader Hendrikus Cornelis Scholten, monteur, * 17-8-1934, + 21-1- 2009, x 22-7-1964 met Catharina Johanna Theresia Maria (Ini) van Bon, dochter van Theodorus Gerardus Maria van Bon en Maria Hendrina Thebes, * 19-2-1941.

VI. Vader Harald Hendrikus Theodorus Maria Scholten, * 3-4-1967, x 18-8-1989 te Valburg met Gerritje Hermana (Hetty?) Holsbrink, * 27-5-1966 aldaar.

VII. Nick Hendricus Scholten, * 9-4-1993 te Drempt.


Elk schild heeft zijn verhaal IV: Jacobus Schouten

P. G. M. Driessen44

Jacobus Schouten koning in de Broederschap van St. Louwerens

Om te slagten een Os of Koei Dat is mijn wensch

Een kalf of schaap dat staat mij vrijdag Een lammetje dat moet er ook nog bij

Dat doen ik tot dienst van de Huissensche burgerij

Oud 21 Jaren den 29 junij 1824 Als Koningin Maria Catrina Schuurmans,

Oud 18 Jaren.

Zo laat Jacobus Scholten het nageslacht weten, dat hij in 1824 koning van het St. Laurentiusgilde moet zijn geweest en niet alleen in onze tijd maakt men van Scholten Schouten, Jacobus liet dat toen ook al doen, zoals wij op het opschrift lezen. Jacobus (* 1802) was de zoon van Gerardus Scholten (1773 - 1803) en Joanna Engenraay (ook Engeray, 1779 - 1841). Vader Gerardus was timmerman, maar zoonlief Jacobus staat te boek als vleeschouwer, slager dus, en daarmee is zijn beschrijving op het schild helemaal verklaard. Op 30 december 1826 trouwde Jacobus de 19-jarige Catharina van Elsnitz, dochter van de vergulder Johannes Antonius van Elsnitz en Catharina Huijbers (ook Hubers). Uit het huwelijk van Jacobus en Catharina werden drie zoons en twee dochters geboren, van een doodgeboren kind is in de burgerlijke stand het geslacht niet vermeld. Van de dochters Maria en Catharina valt voor beiden de geboorte op 2 maart 1838 en het overlijden op 9 april 1838. De levensgang van de zoons evenals de ouders is in Huissen niet meer te traceren, maar het vermoeden rijst, dat de familie naar elders verhuisde. Van de broers van zijn vader Gerardus daarentegen lopen nog hele volksstammen met de naam Scholten in Huissen, Angeren en Doornenburg rond. Jacobus verkoos volgens het schild Maria Catrina Schuurmans tot koningin. De naspeuringen geven aan dat het gekozen zijn naast de koning, maar van zeer tijdelijke aard is geweest. Als Jacobus 2 jaar na



de "kroning" trouwt, dan blijft juffrouw Schuurmans diep teleurgesteld alleen achter. Maria Catrina Schuurman(s) (* 1806) loopt op 25-jarige leeftijd de weduwnaar Christiaan Kloppenburg tegen het lijf en trouwt hem op 24 oktober 1831. De zes jaar oudere winkelier en tapper had er al een huwelijk opzitten met Hendrina van Kleef, die echter op 30 april 1831 was overleden, pas 33 jaar en vijf dagen oud. Maria Schuurmans was geboren in Batenburg als oudste dochter en tweede kind van Hendrik Schuurmans uit St. Michielsgestel en Johanna Martina Constantia Bodinckhuijsen uit Boxmeer. Geen huwelijk dus met koning Jacobus Scholten, maar een echt met de kastelein Kloppenburg en een zevental kinderen op de koop toe. Lang heeft zij niet van haar kroost mogen genieten, want al op 30 oktober 1845 overleed Maria Catrina, pas 39 jaar oud. De tweelingzoons Hendrik (1834 - 1902) en Christiaan (1834 - 1912) en zoon Willem (1839 - 1864) zetten de Kloppenburgs tot de dag van heden in Angeren en Huissen voort. Dochter Christina overleed drie jaar oud in het voorjaar van 1845 en Hendrina haalde amper de twee jaar tot 5 augustus 1846.*

Afb. nr. 100. De achterzijde van het schild uit 1824 met tekening van een os, staande

in het gras.

Afmetingen: 9,1 cm. hoog en 9,2 cm breed. * Er zijn nog 2 dochters: Johanna Martina Constansia (1832 - ca. 1911) en Maria Catharina (* 1836).


Elk schild heeft zijn verhaal XIII: Hendrik Schuurman

P. G. M. Driessen45

Het staat er zo heel onopvallend in de lijst van koningen van het St. Laurentiusgilde: 1816 Hendrik Schuurman. Staat Hendrik daar wel terecht? Gebruikelijk is, dat leden/koningen binnen het vrijgezellengilde niet de huwelijkse staat mochten hebben verkozen en op mijn zoektocht door de genealogie van de Huissense Schuurmannen is er in 1816 geen Henricus of Hendrik, die ongetrouwd hier zijn leven leidt. Wel een Hendrik Schuurman uit het Brabantse St. Michielsgestel, (1767 - 1855), zoon van Lambertus Schuurmans en Emerens Jane Renshoven en die getrouwd was met Johanna Martina Constantia Bodinckhuijsen uit Boxmeer (ook Bodinck). (Zie voor hun dochter, p. 138.) De bruid was daar geboren op 30 juni 1777 als dochter van Gradus en Maria Catharina Josephina Honters. Toen dit gezin tussen 1806 en 1809 in Huissen neerstreek, waren de eerste drie kinderen al geboren in Batenburg. In Huissen kwam er nog een handvol kinderen bij. Genoemde Hendrik kan dus moeilijk op de lijst van jonggezellen worden opgevoerd als koning in 1816 en in 1821. Uitzonderingen bevestigen wel de regel, mogelijk ook toen. Wie kan een alternatief vormen? De op 16 februari 1804 in Batenburg geboren zoon van Hendrik, Hermannes Schuurman, zou qua leeftijd beter bij de waarheid komen. Weliswaar pas 12 jaar, zou hij toch als 'kind-koning' best raak geschoten kunnen hebben. Per slot had China wel een jongere keizer, maar dat was ook meteen de laatste. Blijft mijn probleem, dat er nadrukkelijk Hendrik en Hendrikus staat in de lijst van koningen. In 1823 is dat probleem opgelost en verschijnt Herman op het toneel. Geboren in Batenburg en bakker van beroep bestijgt hij dat jaar de troon. Om de spelregels hier en op dat moment geen geweld aan te doen, is hij nog in de staat van vrijgezel. Pas op 26 april 1824 trouwt hij met Maria Vedder uit Herwen en Aerdt, die op de trouwdag al hoog zwanger is van dochter Catharina. Ook in Huissen krijgt dit echtpaar nog een zoon, Gerardus Godefridus van 1826, maar dan is hun boek in Huissen dichtgeslagen. De jongere broer van Hermannes, Antonius Franciscus Schuurman van 1816, neemt de koningentraditie van de Schuurmannen weer op en



schiet het houtwerk in 1834 van de stang naar beneden. In 1837 herhaalt hij die krachttoer. Nu eens staat Antonius als bakker, dan weer als arbeider op de loonlijsten. In 1837 heeft hij voldoende centjes gespaard en trouwt hij met Lucia Verwaayen, die op 20 juli 1817 in Huissen was geboren. Hun oudste zoon Joannes brengt het tot gemeenteontvanger. Hun zoon Antonius Franciscus van 5 november 1843 doet in ieder geval ijverig zijn best om de familienaam in stand te houden. Uit zijn huwelijk met Johanna Eilbergen uit Westervoort krijgt hij tien kinderen, waarvan er twee dood worden geboren en vier jong overlijden. Zijn tweede echt nu met Everdina Sanders uit Arnhem levert nog eens een veertiental nakomelingen op. Negen komen er niet verder dan de kinderleeftijd en één wordt er dood geboren. De kleinzoon van Antonius Franciscus (* 1816), Johannes Antonius Franciscus Schuurmans van 1896, heeft het wel overleefd en zou de lijn naar vandaag hebben kunnen doortrekken. In mijn boekhouding wordt er uit zijn huwelijk met Cornelia Engelen in 1933 een zoon Bernardus Antonius geboren, die echter hetzelfde jaar weer overlijdt. Of dit het adres is van de voor mij laatst bekende Schuurman in de Pastoor van Wijkstraat, weet ik niet. De wet op de privacy staat onderzoek wel eens in de weg. Even terug naar het gezin van Hendrik en Johanna Bodinckhuijsen. Het eerste in Huissen geboren kind is Joanna Martina Constantia Schuurman (~ 28-2-1809, RBS 981.1, folio 295) en zij trouwt op 1 mei 1835 in Huissen met klompenmaker Paulus de Koning uit Best (gem. Oirschot). Jawel, daarmee begint de stam van van Jan, Koos, Herman en andere De Koningen in Huissen. Nog een duidelijk Huissense combinatie levert het huwelijk op van dochter Maria Catharina, voor deze keer Schuurmans geheten (ook Catharina Schuurman), die werd geboren in Batenburg op 4 augustus 1806 en die op 30 oktober 1845 in Huissen overleed. Maria Catharina was al in 1824 koningin geweest naast Jacobus Schouten (Scholten), maar er was ondanks die "verbintenis" niet genoeg chemie tussen de twee jonge mensen voor een huwelijk. Zij sloeg op 24 oktober 1831 in Huissen de winkelier en tapper Christiaan Kloppenburg (1800 - 1863) aan de haak. De beste man was al eerder getrouwd met de op 10 april 1831 overleden Hendrina van Kleev (Kleef, 1798 - 1831). Gosuwinus Coopmans, in Huissen als schoolmeester niet onbekend, stamde uit deze tak van de Schuurmannen. Aan hun naam verplicht zien we in de lijsten van koningen binnen het gilde de naam De Koning met enige regelmaat terugkeren.


In 1921 was dat een P. de Koning binnen het St. Gangulphusgilde, in 1879 Hendrik de Koning en in 1880 Petrus de Koning bij het St. Laurentiusgilde. Met Hendrik Schuurmans beginnend is het gildekoning-gen doorgegeven tot zelfs in de twintigste eeuw en dat gildekoning-gen moet, stammend uit het Brabantse, van een zeer goede kwaliteit zijn geweest. Volgens de speurtocht vastgelegd in "Huissens gildenzilver vanaf 1554" is er van koning Hendrik Schuurman(s) geen schild meer of mogelijk nooit geweest.


Nieuwe aanwinst: Siebenheller

P. G. M. Driessen46 Jan Siebenheller deed ons een studie toekomen naar de roots van zijn familienaam: H. Stevens: Siebenheller: 500 jaar familiegeschiedenis, Didam, 2009. Het is verzameld door Henk Stevens uit Didam. Ooit trof ik in het Huissens Kerkregister een notatie aan van een familie Zevenhelder en daarbij dacht ik aan een min of meer anti-Duitse zielenherder. Maar bij het lezen van de studie van Henk Stevens werd ik meteen van dat vooroordeel afgeholpen, waar hij vaststelt, dat de naam afstamt van Zeven heller. Een heller was lange tijd een betaalmiddel, in aanvang van zilver, later van koper en werd geslagen in Schwäbisch-Hall: der Haller pfenninc dus. De waarde was ongeveer een halve pfenning en dat was niet veel. De toevoeging zeven gaf wat meer cachet aan het geheel: Zeven is per saldo meer dan een. In 1489 komt de naam Siebenheller voor het eerst voor in een document. Met dank aan de gever van het boek. Het werk is een aanwinst voor de verzameling van voorouderstudies in onze Genealogie-bibliotheek.



Gerthrudis Smulders-Boekhorst

P. G. M. Driessen47 Gerthrudis Boekhorst (ook Geertruida en Roekhorst geschreven), geboren op 24 juni 1807 en een dag later ook in Huissen opgenomen in de R. K. kerk, was de dochter van Wessel Boe(c)khorst (1) en Joanna Jansen ten Borg uit Doornenburg.

Afb. nr. 101. Doop Gerthrudis Boekhorst, 1807. RBS 981.1, folio 279.

Ooit ging zij een buitenechtelijke relatie aan met ene Johannes Vaal en uit die niet door een echt gevolgde relatie, werd in 1836 in Elst een dochter geboren met de naam Johanna Vaal. (2) Rond 1841, want dochter Maria Catharina werd 17 december 1841 geboren, gaat ze een nieuwe uitdaging aan met een Antonius Smulders, de op 20 november 1810 in Huissen gedoopte zoon van de arbeider Jan Derk (Theodorus) en Anna Catharina Ontijd (ook Catharina Maria Ontijt). Voor Jan Derk was het al de tweede huwelijkse aanzet na het huwelijk met Johanna van den Bergh en de daaruit gesproten 8 kinderen. Dit tweede huwelijk (op 30 mei 1797) leverde nog een vijftal kinderen op. Even terug naar Gerthrudis Boekhorst en haar eerste nakomeling Johanna Vaal. Deze trouwt op 7 november 1866 in Huissen met de klompenmaker Hermanus Geveling. (3) Die was op 17 oktober 1836 in Huissen geboren als zoon van Henricus Geveling (1800 - 1886) en Alijda Smulders (1800 - 1885), jawel, de zuster van Antonius Smulders, die we met Gerthrudis Boekhorst aan de haal zien gaan. Johanna Vaal overleed op 29 augustus 1911 in Huissen. De jongste zoon van Hermanus en Johanna Vaal, Hermanus Theodorus van 1875 trouwt in 1912 met Catharina Petronella Maria Holleman. Deze Hermanus was boekhandelaar en koster en voor de in Huissen beter bekende, daagt er

47 Manuscript, niet gepubliceerd.


dan al wat. Dochter Anna Maria Dorothea van 1915 trouwt met de uit Batenburg afkomstige Jan (Johannes Lambertus) Lamers.


J. D. Smulders x A. C. Ontijd I I

Antonius Smulders x Geertruida Boekhorst A. Smulders x H. Geveling I I

Johanna Vaal x Hermanus Geveling

Uit het huwelijk van Gerthrudis Boekhorst met Antonius Smulders is het interessant zoon Johannes Theodorus Antonius (1843 - 1919, slager) te volgen, als die omstreeks 1870 trouwt met de uit Heteren afkomstige Hermina Cornelia Willemsen (* 1850, ook Cornelia Hermina). Liefst negen kinderen melden zich in huize Smulders en voor de afstamming is allereerst dochter Cornelia Hermina van 1882 interessant, want die trouwt in 1903 met de manufacturier Adrianus Jacobus Scheepers uit Etten-Leur en ook hierbij denken we tot in het heden: Cor Scheepers (1919 - 2005), de exploitant van “Apollo” [bioscoop in de Langestraat], stamt weer uit dit huwelijk. Daarmee zijn we er nog niet. Ook Alijda Johanna Geertruida Smulders (* 1888) blijft de Huissense bevolking gezicht geven. Zij trouwt in 1914 met de Arnhemse loodgieter Johannes Wilhelmus Hendrikus Schmeinck. (Vergeef me de variabele schrijfwijze, want minstens twee van de kleinkinderen uit het gezin van zoon Theo Schmeink (zonder "c") en Engelien Hoff wijken af van de schrijfwijze van vaders achternaam.


A. Smulders x G. Boekhorst I

J. Th. A. Smulders x H. C. Willemsen I I

A. J. G. Smulders x C. H. Smulders x J. W. H. Schmeinck Adr. J. Scheepers

De vrijages van Gerthrudis Boekhorst, nu rustend op het oude kerkhof onder een bijzondere steen, hebben welzeker stevig bijgedragen tot lange uitloopjes in de populatie van Huissen. Gerthrudis overleed op


2 maart 1886 in Huissen, waar en wanneer Antonius met het aardse bestaan stopte, is vooralsnog voor ons onzichtbaar. Een grafsteen heeft een veel langer verhaal dan het opschrift prijs geeft.

Afb. nr. 102. Grafsteen van "Geertruda Boekhorst", "Dat zij ruste in vrede". R. K.

Kerkhof Huissen-Stad (grafnr. F 62). (Foto J. E., 2012.)

Noten: 1) Volgens W. Schwabe (internet) is de opa van Anna Th. en Sophia Boekhorst (p. 85) de broer van de vader van Gertrudis Boekhorst. 2) In de trouwacte van G. Boekhorst en A. Smulders (B. S. Arnhem, actenr. 111, dd. 3-11-1841) staat over hem "wonende te Arnhem, slagersknecht, geboren te Huissen" en over haar "wonende te Arnhem, geboren te Huissen". Mw. Boekhorst is hoogzwanger voor de ambtenaar van de Burgelijke Stand in Arnhem verschenen, want hun dochter werd ongeveer 5 weken later geboren. 3) In de trouwacte van J. Vaal en H. Geveling (actenr. 23, dd. 7-11-1866, p. 1) wordt Joanna Vaal omschreven als "erkende dochter van Johannes Vaal overleden".


...En ze konden niet zonder elkaar

P. G. M. Driessen48 Onze verzameling bidprentjes kent soms prachtige combinaties van personen die, om in moderne bewoordingen te spreken, als een zeer homogeen duo vereeuwigd zijn. Zo vonden we de bidprentjes van Maria Petronella Siepman (1860 - 1931) en Johannes Wilhelmus Thebes (1860 - 1931). Over eenheid gesproken: Zowel zij als hij werd geboren in 1860 en zij overleden beiden in 1931.

Afb. nr. 103. Foto's op de bidprentjes van het echtpaar Jan Thebes (1860 - 1931) en

Maria Siepman (1860 - 1931). (Coll. H. K. H.)



Voorouders van Jan Thebes

Jan, Johannes Wilhelmus Thebes werd op 26 februari 1860 in Huissen geboren als zoon van Herman Thebes en van Maria Brons. Jan werd sigarenmaker en was vader van een keurig over beide seksen verdeeld octet. Hij overleed op 3 maart 1931 in Huissen en zijn Maria Petronella Siepman op 10 november 1931 ook in Huissen. Beider stoffelijk overschot rust in grafnummer D 103 op het kerkhof van Huissen-Stad. De zus van Jan Thebes, Hendrina van 1863, trouwde met de broer van zijn vrouw, Johannes Wilhelmus Siepman (1855 - 1910), jawel, ze zochten hun partner om en om in de familie. Er werd meer dan voldoende aandacht besteed aan het in stand houden van de naam Siepman, want er werd een compleet elftal op de Huissense bodem gezet. Vader Hermanus Thebes, aannemer, dan weer opzichter van publieke werken van de gemeente Huissen, werd geboren op 25 februari 1831 in Huissen en dat was precies een eeuw voor het overlijden van Jan de sigarenmaker. Hij trouwt op 4 mei 1859 met Maria Brons (kleindochter van Brons III, p. 33). Herman overleed op 1 januari 1872 en zijn vrouw hield het vol tot 27 juli 1882. De grootvader is Joannes Thebes en de grootmoeder Alijda Leijzer. Deze Jan was van beroep arbeider en waardsman, een niet alledaags beroep voorwaar. Een waardsman hield een oogje in het zeil over de landerijen van een grootgrondbezitter. Deze Jan was geboren op 6 november 1796 en overleed op 28 augustus 1851 in Huissen. Hij trouwde, zoals gezegd, met Alijda Leijzer, geboren 29 oktober 1798 en overleden op 30 augustus 1871. Zij werkte stevig mee om voor het drietal kinderen de kost te verdienen, getuige de vermelding m.b.t. haar beroep. Ze was arbeidster en tabaksplantster. De volgende generatie zorgt voor een rigoureuze naamswisseling: Overgrootvader Herman krijgt van de kerkelijke notulist de achternaam Debis mee, als hij op 28 december 1763 wordt opgenomen in de R. K. Kerk (zie afb. nr. 104).


Afb. nr. 104. Doop Hermanus Debis, 1763. Vicarie Huissen, RBS 983, folio 80.

Hij trouwt 3 mei 1792 met Maria Willemsen (Wilmsen) en van de tien kinderen dragen er zes de naam Thebes. Varianten zijn: Theuwisse, Thebus, Teuwisse en Theuwissen en dat in hetzelfde gezin. Herman overleed in 1830 in Huissen, maar dan als Thebes (B. S. actenr. 3, dd. 16-1-1830). De generatie, die vanuit Bemmel naar Huissen kwam wordt vertegenwoordigd door betovergrootvader Joannes Henricus Tewes en Joanna Henderix (Hendriks) wonende onder Huissen, die hun huwelijksfeest vierden op 17 april 1762. Als Jan op 14 mei 1801 in Huissen sterft, geeft men ongeveer 60 jaar als leeftijd aan. Dus rond 1740 moet hij geboren zijn. Ook noteerde de pastorie zijn doodsoorzaak: hij stierf aan een borstquaal. Joanna Henderix stierf ruim een jaar later op 26 mei 1802. Zij wordt dan genoemd de weduwe Jan Theuwissen, kleeremaker, aan de Arnhemse Deyk. Blijft, een hele speurtocht naar de 'echte' achternaam van de huidige familie Thebes.


Voorouders van Maria Siepman Maria Petronella (Petronella Maria) Siepman, geboren te Huissen op 23 augustus 1860, was de dochter van Jan Siepman en Maria Albers. Zij trouwt 1884 met J. W. Thebes voornoemd. Zij overleed in 10 november 1931 (Kerkhof Huissen-Stad, grafnr. D 103). De c.v. van haar vader, Jan Siepman (1824 - 1894) was op zijn minst wat vreemd. Hij was nu eens schipper, dan weer schoenmaker en zelfs winkelier. Hij trouwt op 18 februari 1852 met Maria Albers (1831 1877) en deze verbintenis was zeer vruchtbaar gezien de 10 kinderen Siepman in deze generatie. Zoon Gijsbertus Franciscus (1868 - 1935) overtrof Pa en Ma samen met Catharina Evers (1871 - 1913) met zelfs een twaalftal spruiten. Grootvader Jan was de jongste van het gezin van Philip Christiaan Hendrik Siepman, geboren op 11 augustus 1785 in het Duitse Wesel. Toen hij op 7 mei 1809 in Huissen trouwde met de uit Doetinchem afkomstige Joanna Diepenbroek, kwam hij uit Kuilenburg (Culemborg). Hij was van beroep schoenmaker, zijn gezin telde 8 kinderen en hij overleed op 29 januari 1833, Joanna Diepenbroek op 6 oktober 1846. Treffend is, dat de combinatie Diepenbroek en Siepman ook in 2001 nog in Huissen aanwijsbaar is. De eerste van deze zoektocht is overgrootvader Johann Wilhelm Engelbert Siepman uit Wesel, die gezien de notatie van zijn overlijden op 19 november 1805 in Huissen, rond 1727 moet zijn geboren. Hij overleed aan een verzwakking, wat dat dan ook geweest mag zijn. Hij was getrouwd met Maria Elisabeth Stern. De eerste kinderen Siepman - Stern zijn nog in Wesel geboren en de kinderen worden gedoopt in de gereformeerde kerk. Waarschijnlijk heeft het gezin zich rond 1790 in Huissen gevestigd. Van dochter Anna (Joanna Maria Dorothea, 1781 - 1861), die trouwt met Joannes Kregting uit Huissen, weten we, dat ze bij het huwelijk al een buitenechtelijke zoon meebrengt met de naam Johan Daniel Simon Siepman. Zoeken we heden ten dage nog naar afstammelingen van de Weselse familie, dan komen we bijna papier tekort. Alle Huissense Siepmannen en alle Thebes-nakomelingen stammen van de hier met Romeinse cijfers IV en V aangegeven voorouders. Het moet de voorzienigheid geweest zijn, die een man uit Wesel en een familie uit Bemmel in Huissen bij elkaar bracht.


De familie Tonk in beeld (III)

P. G. M. Driessen49

Toen de op 12 april 1848 in Gendt geboren Hendrik Tonk (+ 1923) op 1 februari 1876 in Huissen trouwde met de op 17 maart 1845 in Huissen geboren Willemina van Deelen (+ 1921), heeft hij niet kunnen vermoeden hoe groot de invloed zou worden van zijn gezins-vermeningvuldiging op de Huissense gemeenschap. Afb. nr. 105. H. Tonk en W. van Deelen, 1901. (Foto: coll. E. van Gellecum-Tonk)

Tonk en Huissen werden een begrip. Niet alleen door het aantal naamdragers, maar ook door de invloed op het maatschappelijk bestel deden de Tonken hun naam eer aan. Hendrik Tonk was de oudste zoon van de uit Didam afkomstige arbeider, dan wel dagloonder Wilhelmus Tonk, die op 12 augustus 1806 daar werd geboren. Zijn moeder, Anna Geertruida Maria Driessen, was de op 22 oktober 1810 geboren dochter van de winkelier en zalmvisser Johannes Driessen en Hendrina Otten. Omdat Johannes naast winkelier ook zalmvisser was, had dochter Anna niet gewacht met het geboren worden tot de thuishaven in Millingen aan de Rijn was bereikt, maar stapte in het Duitse Wesel op de aardbodem. 49 Mededelingen H. K. H. jrg. 36 (2011), nr. 2, p. 69 - 79.


Tijdens een veiling in de Valom in Huissen kocht Hendrik Tonk het bedrijf met huis aan de Struifstraat 23 in Huissen (afb. nr. 106) en begon daar een warmoezerij.

Afb. nr. 106. Het huis aan de Struifstraat 23 (nu Stadswal). (Foto: coll. G. Meeuwsen) Het wiel uitvinden is vaak een kwestie van lange adem en dus heeft Hendrik zich bij de start mogelijk schuldig gemaakt aan bedrijfsspionage, getuige de door drs. Ferdinand van Hemmen genoteerde passage in zijn boek "Zwaan op de woelige baren". Hent Tonk was knecht bij de tuinbouwpionier Piet Evers, die cichorei en witlof "trok". Omdat Evers het monopolie van die teelt bezat, werd het een sport het geheim van die winstgevende teelt te achterhalen. Hendrik greep zijn kans, toen Evers en zijn vrouw naar de markt waren. Het was Tonk opgevallen, dat zijn baas steeds in een duister schuurtje verdween. Van Hemmen spreekt van een "Alchemistenkamer". (1)


Afb. nr. 107. Familie Tonk-van Deelen met kinderen en kleinkinderen, 1916.

(Foto: coll. G. Meeuwsen.) Na wat puzzelwerk hebben we de hele familie van Hendrik Tonk en Willemina van Deelen ontrafeld en een gezicht gegeven. Staand van links naar rechts: Wilhelmus Tonk, Jan Mom, Gradus Tonk, Elisabeth Tonk-Hubers, Gradus Meeuwsen, een kind van Antoon Tonk en Antoon Tonk zelf. Zittend: Maria Arnolda Tonk-Janssen, Maria Johanna Mom-Tonk, kind van Gradus Tonk en Elisabeth Hubers, Hendrik Tonk, Willemina van Deelen, Anna Meeuwsen-Tonk en Johanna Tonk-Meeuwsen. De kinderen uit het gezin Tonk-van Deelen: Gradus Wilhelmus, geboren in Huissen op 7 januari 1877, overleden op 29 april 1930 te Arnhem. Hij werd ook wel Gerardus genoemd, zoals vermeld op het bidprentje van zijn vrouw Elisabeth Maria Hubers, met wie hij op 18 november 1903 in Huissen trouwde. Elisabeth Hubers was in Huissen geboren op 7 april 1880 en overleed al op 3 maart 1917.


Afb. nr. 108. Elisabeth Hubers en Gradus Tonk, 1903. (Foto: coll. H. Hoen) Gradus bracht het tot wethouder, was voorzitter van de Boerenleenbank en penningmeester van het R. K. Armbestuur van de parochie van Huissen-Zand. Uit het huwelijk Tonk-Hubers werden zes kinderen geboren, drie zonen en drie dochters. Alberta Wilhelmina (Bertha) van 12 november 1904 (overleden 3 april 1980 te Arnhem) trouwde met Henricus Wilhelmus Huisman, die we ook als raadslid en wethouder actief zien. Ook hij was bestuurder in de wereld van de georganiseerde tuinbouw.

Afb. nr. 109. Hendrik Huisman en Bertha Tonk, 1926. (Foto: coll. E. van Gellecum-Tonk)


Hendrikus Johannes van 10 november 1905 werd slechts 132 dagen oud. Wilhelmina Alberta werd geboren op 17 november 1906, trouwde op 10 november 1937 met Johannes Bernardus Knuiman en overleed op 18 februari 1987 in Huissen. Maria Theodora van 30 augustus 1908 (+ 1988) ging een echt aan met Bernardus Johannes Turk uit Elst, die er al een huwelijk op had zitten met Elisabeth Johanna Martens. De hoop op een mannelijke telg, die de naam Tonk zou kunnen doorgeven, vervloog, toen Everdina Hendrika Maria op 2 februari 1910 op het Huissens toneel verscheen. Zij is overleden op 31 oktober 1999. Haar huwelijk met Hermanus Mattheus Schrijver (1906 - 1963) leverde wel kinderen, maar geen Tonkjes op.

Toen Elisabeth Hubers in 1917 jong overleed, trouwde Gradus Tonk in 1919 met Petronella Maria Arts uit Elst. (Op de grafsteen van Gradus heet zij overigens Aarts.) Afb. nr. 110. Gradus Tonk en Petronella Arts, 1919. (Foto: coll. G. Meeuwsen).


Uit zijn tweede huwelijk werden twee kinderen geboren. Alleen Henricus Antonius van 1923 bereikte de leeftijd van 21 jaar, terwijl, het eerste kind in 1920 dood werd geboren. Deze tak van de familie is dus uitgestorven . Wilhelmus Gradus (Willem) Tonk, tweede zoon in het gezin Tonk - Van Deelen, was warmoezenier, geboren te Huissen op 24 december 1878 (R. K.) en overleden aldaar op 23 oktober 1970, begraven te Huissen (grafnr. F 24, bij zijn echtgenoote) op 27 oktober 1970, 91 jaar oud. Wilhelmus Gradus is getrouwd te Huissen op 2 mei 1906, op 27-jarige leeftijd met Maria Arnolda Janssen (27 jaar oud), geboren te Huissen op 2 maart 1879 (R. K.), overleden aldaar op 7 oktober 1945, begraven te Huissen (grafnr. F 24) op 10 oktober 1945, 66 jaar oud, dochter van Matheus Janssen (timmerman, ook landbouwer) en Theodora Leijser. Afb. nr. 111. Willem Tonk en Maria Janssen met kinderen. (Foto: coll. E. van Gellecum-Tonk)


Uit het huwelijk van Willem Tonk met Maria Janssen: Hendrikus Mat(t)heus Tonk, sergeant majoor, geboren te Huissen op 5 december 1912 (R. K.), overleden op de Antillen, 34 jaar oud. Hendrikus was gehuwd met Anna Leonarda Lemmen. Wilhelmus Gradus Tonk, tuinder, geboren te Huissen op 3 april 1916 (R. K.), wonende op de Stadswal in Huissen, overleden te Arnhem op 12 september 1998, begraven te Huissen (*De Hoeve* ) op 16 september 1998, 82 jaar oud. Wilhelmus is getrouwd in 1946, op 30-jarige leeftijd met Maria Petronella Berkers (28 jaar oud), geboren te Asten op 21 juni 1918, overleden te Huissen op 2 maart 2005, begraven te Huissen (*De Hoeve*) op 7 maart 2005, 86 jaar oud. Wim was de laatste telg van de Tonken-familie in het huis aan de Struifstraat. Ook Wim bemoeide zich met de politiek en was een van de "voortrekkers" bij het openbreken van de paterskapel in de begin jaren '50. Gerardus Antonius Tonk, geboren te Huissen in augustus 1917, overleden te Arnhem op 8 oktober 1917 (B.S. Huissen, actenr. 55), 2 maanden oud. Tussen de bedrijven door werd er op 20 januari 1881 nog een doodgeboren kind gemeld. Het vierde kind van Hendrik en Willemina van Deelen heet Maria Johanna Tonk. Zij werd geboren te Huissen op 19 november 1882 (R. K.), overleden te Arnhem op 5 mei 1961, begraven te Huissen-Zand op 9 mei 1961, 78 jaar oud. Maria (Mietje) is getrouwd te Huissen op 18 november 1910, op 27-jarige leeftijd met Johannes Franciscus Mom (28 jaar oud), warmoezenier, geboren te Huissen op 31 augustus 1882, overleden op 19 maart 1969, begraven te Huissen-Zand, 86 jaar oud, zoon van Johannes Mom (landbouwer) en Everdina Christina Klomp. Mom heette voluit Johannes Frederikus, zoals op zijn bidprentje staat te lezen. Afb. nr. 112. Jan Mom en Maria Tonk. (Foto: coll. G. Meeuwsen)


Kind nummer vijf is Antonius Johannes Tonk, warmoezenier, geboren te Huissen op 30 april 1884 (R. K.), overleden te Arnhem op 31 december 1970, begraven te Huissen (grafnr. F 68). op 5 januari 1971, 86 jaar oud. Drager van de pauselijke onderscheiding "Pro Ecclesia et Pontifice" en ereburger van de stad Huissen. Antonius is getrouwd te Huissen op 25 oktober 1910, op 26-jarige leeftijd (1) met Johanna Hermina Meeuwsen (24 jaar oud), geboren te Huissen op 30 september 1886, overleden aldaar op 25 februari 1925, begraven te Huissen (grafnr. D 98) op 28 februari 1925, 38 jaar oud, dochter van Theodorus Meeuwsen (molenaarsknecht, warmoezenier) en Petronella Hendrina Hofstede. (Zie ook p. 110 ev. )

Afb. nr. 113. Johanna Meeuwsen en Antoon Tonk. (Foto: coll. H. Hoen)

Uit het eerste huwelijk van Toon Tonk: Hendrikus Theodorus Tonk, geboren op 7 november 1911 en overleden op 25 augustus 1972. Hij is getrouwd met Wilhelmina Johanna Maria Stoffels (1909 - 1996). Petronella Wilhelmina Maria Tonk, geboren te Huissen rond februari 1913, overleden aldaar op 26 september 1914, 1 jaar oud. Wilhelmina Petronella Josepha Tonk, geboren te Huissen op 3 maart 1914, overleden te Huissen op 29 augustus 1993, 79 jaar oud. Wilhelmina is getrouwd te Huissen in het jaar 1943, op 29-jarige leeftijd


met Theodorus Petrus Josephus Bodewes (33 jaar oud), waschindustrieëel, geboren te Pannerden op 17 maart 1910 (R. K.), verongelukt te Huissen op 2 oktober 1944, begraven te Huissen, grafnr. F 75), 34 jaar oud, zoon van Josephus Jacobus Bodewes (scheepsbouwer) en Berndina Gerarda Nass. Theodorus Hendrikus Antonius Tonk, rozenkweker, geboren te Huissen op 9 november 1915. Hij woonde ooit in Hüthum (D.) en o.m. in de Huttenstraat in Huissen in het huis dat in de volksmond "het huis van Gerbrands" genoemd werd. Hij is overleden te Huissen op 14 juni 2001, 85 jaar oud. Theodorus is getrouwd in het jaar 1943, op 28-jarige leeftijd met Johanna Albarta Peelen (23 jaar oud), geboren te Renkum op 13 mei 1920, overleden te Huissen op 14 februari 1999, begraven te Huissen (*De Hoeve*) op 17 februari 1999, 78 jaar oud.

Afb. nr. 114. Het huis van Thé Tonk in de Huttenstraat, 1969.

(Foto's: coll. G. Meeuwsen)


Afb. nr. 115. Thé Tonk bij de muziekclub.

Petronella Hermina Tonk, geboren te Huissen rond januari 1917, overleden aldaar op 6 februari 1917, ongeveer 1 maand oud. Antonius Gerardus Tonk, geboren te Huissen op 30 maart 1918, verongelukt aldaar op 17 september 1944, begraven te Huissen (grafnr. D 98), 26 jaar oud. Petronella Johanna Maria Tonk, geboren te Huissen op 28 september 1919, overleden te Arnhem op 27 januari 2008, gecremeerd te Arnhem (*Moscowa*) op 1 februari 2008, 88 jaar . Petronella was gehuwd met Johannes Adrianus Alleman, geboren te Breda op 12 juli 1912, overleden te Huissen op 13 maart 1989, gecremeerd te Arnhem (*Moscowa*) op 17 maart 1989, 76 jaar oud. Maria Tonk, verpleegster, geboren te Huissen op 3 november 1922, overleden op 21 juli 1969 te Groesbeek, begraven te Huissen (grafnr. F 101) op 26 juli 1969, 46 jaar oud. Johanna Tonk, geboren op 30 april 1923. Elisabeth (Lies) Tonk is geboren op 25 september 1924 en overleden op 20 januari 1984, 59 jaar oud. Antonius ("Toon") is hertrouwd te Groessen op 26 januari 1927, op 42-jarige leeftijd 2) met Johanna Josephina Berthranda Janssen (24 jaar oud, geboren te Groessen op 19 maart 1902, overleden te Arnhem op 29 januari 1983, begraven te Huissen (grafnr. F 68) op 2 februari 1983, 80 jaar oud.


Uit het tweede huwelijk van Toon: Gerard Antonius Maria Tonk, tuinder, geboren te Huissen op 15 november 1929 (R. K.), wonende te Huissen op "Mea Vota" aan de Bloemstraat, overleden te Nijmegen op 7 maart 2011, begraven te Huissen (*De Hoeve*) op 11 maart 2011, 81 jaar oud. Gerard was gehuwd met Alijda Johanna Willemsen, geboren te Huissen op 25 december 1931 (R. K.), overleden aldaar op 4 mei 2001, begraven te Huissen (*De Hoeve*) op 8 mei 2001, 69 jaar oud, dochter van Johannes Bernardus Willemsen (warmoezenier, tuinder) en Maria Wilhelmina van Gellecum. Enige kunstzinnige aanleg kan de Tonken-genen niet worden ontzegd. Geert, de laatste Tonk op "Mea Vota", was een verdienstelijk amateurschilder, speelde piano en zette zijn gedachten in vaak treffende invallen op papier. Met zijn liefde voor de druiventeelt werd hij een van de stimulatoren voor de stichting van het tuinbouwmuseum aan de Bloemstraat. Andere kinderen uit het gezin Tonk-Janssen zijn: Karel Henricus Maria Tonk (* 1931). Servatius Alphonsus Maria Tonk (* 1934). Josepha (José) Constanse Gertruda Maria Tonk (* 1938). Paulina Maria Louise Tonk (* 1938). Wilhelmus Josephus Maria (Wim) Tonk (* 1939). Alouis Tonk. Het laatste kind op de foto van het gezin van Hendrik Tonk uit Gendt (afb. nr. 107) is Johanna Maria (Hanneke) Tonk, geboren te Huissen op 19 december 1886 (R. K.), overleden aldaar op 22 juli 1966, begraven te Huissen (grafnr. A 19 in het graf van haar man), 79 jaar oud. Johanna is getrouwd te Huissen op 8 november 1910, op 23-jarige leeftijd met Gerardus Jacobus Meeuwsen (25 jaar oud), warmoezenier, veehouder, bloemkweker, bloemist, geboren te Huissen op 15 januari 1885 (R. K.), overleden aldaar op 10 oktober 1956, begraven te Huissen (ook grafnr. A 19) op 13 oktober 1956, 71 jaar oud, zoon van Theodorus Meeuwsen (molenaarsknecht, warmoezenier) en Petronella Hendrina Hofstede. (zie p. 108 ev. )


Afb. nr. 116. Hanneke Tonk in trouwjurk, 1910. (Foto coll. H. K. H.) Op mijn zoektocht ben ik na de opgenomen generaties niet verder gegaan, wetende, dat nog levende stamleden mogelijk geen prijsstellen op openbaarmaking van hun antecedenten. Wat er wel staat, geeft een aardig beeld van de familie Tonk. Dank aan alle informanten tot zover. Noot: 1) Hemmen, F. van; Zwaan op woelige baren, Gemeente Lingewaard, Huissen, 2004, p. 73.


De Huissense familie Vedder

P. G. M. Driessen50 Waren pastoors in het verre Huissense verleden niet altijd even schrijfvaardig, luisteren deden ze voortreffelijk. Namen schreven ze op, zoals ze die kregen voorgezegd en zo werd de achternaam van Jan Vedder even gemakkelijk Veders, Veder, Vedders als Vedder geschreven. Typisch was ook de schrijfwijze Verder, een slordigheid, die nog heden ten dage veel gebezigd wordt. Hoe het zij, Vedder mag zich met recht Huissens noemen, waar de wortels al rond 1740 in Huissens bodem stevig verankerd zijn. De vooralsnog oudste Vedder was Jan (ook Joan Veders, I), die op 27 januari 1784 overlijdt aan de tering en in het doodboek wordt dan vermeld, dat hij ongeveer 70 jaar moet zijn geweest. Terugrekenend moet zijn aardse bestaan rond 1714 zijn begonnen. Met wat minder pech had de vastlegging van het huwelijk iets kunnen zeggen over de herkomst van Jan, maar juist rond 1740 zit er in de huwelijksboeken van de RK-gemeenschap een hiaat. De informatie over de periode 1737 - 1753 is weg en dus kan het huwelijk van Jan Vedder rond 1740 in Huissen hebben plaatsgevonden, mogelijk elders. Vast staat, dat Aaltje van Manen zijn levensgezellin is en samen zetten ze tussen 1741 en 1755 één dochter en 5 zonen op de wereld, waarvan de eerste Nicolaas van 1752 zeer jong sterft. Nadat Aaltje van Manen in 1772 is overleden, begint de kennelijk nog vitale mandenmaker, ook wel bennemaeker, een nieuw avontuur, nu met de Bemmelse Peternel Spanbroek. Eventjes zijn de data curieus. Het huwelijk vindt plaats in Huissen op 26 juni 1773 en veertien dagen later op 6 juli 1773 wordt de bijna 60-jarige Jan Vedder voor de zevende keer vader, als dochter Aaltje wordt geboren. Best piëteitvol het kind te noemen naar zijn eerste vrouw. De bijdrage van Jan de eerste was al niet gering, de inspanning van zijn 4 zoons om de naam Vedder in stand te houden mag er ook wezen. Zoon Joannes Vedder (1743 - 1825) werd net als zijn vader "bennenmaker" en trouwde op 19 oktober 1766 de Huissense Hendrin (Henrica) Jans(s)en (1740 - 1770). Dit huwelijk leverde vijf kinderen op, te weten Joanna (* 1767), Jan (* 1768), Mechtelt (* 1769), Maria (* 1770)



en Theodorus (* 1772). Deze periode is voor Jan Vedder de tweede een tijd vol kommer en kwel. Zoon Jan sterft in 1768, pas anderhalve maand oud, Mechtelt houdt het slechts drie weken vol en Maria wordt maar anderhalf jaar. Een paar dagen na de geboorte van dochter Maria sterft Hendrin Jansen aen de kraem (11 september 1770, RBS 981.2, folio 420). Jan trouwt vervolgens op 29 januari 1771 met de Utrechts Maria van Schaick en deze echt brengt weer een Jan op 6 januari 1772. De tweede zoon van Jan en Aaltje van Manen Casper (Casparus, ~ 29 mei 1745), die (1773) getrouwd was met Maria van Du(u)ren uit Huissen, overleed op 3 april 1805, een half jaar na zijn vrouw. Liefst 4 zonen, waarvan de derde, Hermanus, maar drie jaar wordt. De tweede zoon van Casper, Adelbertus (1775 - 1847), ook wel Albertus, zorgt voor de nodige opschudding in de katholieke familie, als hij op 27 november 1804 trouwt met de niet-katholieke Christina Schuiling uit Driel. Ook volgde hij qua beroepskeuze niet zijn vader en zijn opa, want hij staat afwisselend te boek als arbeider, opperknegt en scheepstimmerman, voorwaar een flexibel baasje. Op het huwelijk met Christina rust geen zegen, want de eerste en enige dochter wordt nog geen twee jaar en de moeder is dan al gehemeld. Ook het resultaat van de tweede relatie nu met Maria de Beijer uit Zeddam levert wel 5 kinderen op, maar 4 ervan halen niet de leeftijd van vier jaar, slechts Casparus Hermanus (1809 - 1891) zien we aan het Vedderfront actief, als hij trouwt met Hendrien Bolk, ook wel Balk geheten. Dit huwelijk levert slechts een zoon Albertus op, die in 1873 pas 21 jaar oud sterft. De huwelijkse trilogie van roerige Albert is compleet, als hij tenslotte Willemina Gieben aan de haak slaat. Van zeer degelijk gehalte blijkt het levenswerk van de derde zoon van Jan en Aaltje van Manen, Bernardus, ook wel Bernardus Wilhelmus genoemd (II). Hij, geboren in 1748 en op 13 mei 1778 getrouwd met de vermoedelijk Arnhemse Hendrina Driessen staat aan de wieg van liefst negen kinderen: drie dochters en zes zonen.

Het merendeel van wie in Huissen nu nog de naam Vedder draagt, stamt af van dit echtelijk duo Vedder-Driessen. Van de zes zonen blijven er twee interessant voor het voortbestaan van de naam en familie: Jan van


10 oktober 1780 en Theodorus van 22 september 1795. Jan Vedder (1780 - 1860), wiens beroep conform de familietraditie mandenmaker was, trouwde op 9 augustus 1821 met de Huissense Hendrina Krechting, ook wel Kregten en Kragten genoemd, maar als zij op 1 februari 1827 pas 51 jaar oud sterft, 12 dagen na de geboorte van haar derde zoon Theodorus, dan moet Jan opnieuw de boer op en vindt de Eldense Dorothea Slinkman bereid om op 11 november 1831 naar het stadhuis van Huissen te stappen. Jan was 51 en Dorothea 28. De oudste zoon uit het eerste huwelijk, bijna natuurlijk Jan jr. (* 1823) trouwt met Adriana Johanna Kerkhof op 3-11-1853. Uit dit huwelijk kon ik alleen een in 1855 geboren dochter Everdina vinden. Uit het huwelijk van zoon Bernardus (* 1824) en getrouwd met Maria Vermeulen heb ik geen nazaten kunnen vinden. De derde zoon Theodorus heeft zich na zijn geboorte op 20 januari 1827 nergens meer gemeld. Uit het tweede huwelijk van Jan Vedder (met Slinkman) ontstaan maar liefst 3 zonen met de naam Hendrik. Die van 1835 haalt maar net 1836, de derde van 1840 wordt maar 6 dagen en ter onderscheiding van de eerste en derde, die Hendrik heetten, heet de zoon uit 1837 Hendrikus, weinig origineel in de naamkeuze. Deze tweede Hendrikus trouwt in 1870 met Maria Hofstede uit Bemmel en deze tak heeft de herinnering van de wat belegen Huissenaar nog wel gehaald. Wie kende niet Hanne Vedder, die was gehuwd met Stef Neijenhuis? Ook Maria Magdalena (1881 - 1949)getrouwd met Hent Kelderman (Hendricus, 1877 - 1965) mocht zich een goede bekende in het Huissense weten. Beide vrouwen waren kinderen van bovengenoemde Hendrikus Vedder en Maria Hofstede. Hanne overleed in 1964, Maria Magdalena in 1949. De vierde zoon van Jan en Dorothea Slinkman, Albertus (van 1841) huwt Hendrina Boschman, maar aangezien deze tak slechts alleen een Theodora Aleida (van 1869) voortbrengt houdt dit verhaal op.

Afb. nr. 117. Doop Bernardus W. Vedders (II), 1748. RBS 982, folio 288.


Onze tocht doet weer even een stapje terug naar de Theodorus Vedder (III), zoon van Bernardus en Hendrina Driessen en wel de vierde zoon met dezelfde naam. De eerste Theodorus (* 1782) van dit ouderpaar werd slechts anderhalf jaar, de tweede uit 1784 slechts een week, de derde (* 1788) 11 maanden en dan de vierde zoon met de naam Theodorus, die van 22 september 1795. Deze mandenmaker trouwde Hendrin Dekker(s) (1793 - 1878) op Sinterklaas in 1817. De bruid was geboortig uit Den Bosch (* 1793) en overleed 85 jaar later in Huissen. Uit dit huwelijk (Vedder-Dekker) worden de dochters Anna Maria (* 1824) en Johanna (* 1828) geboren naast 5 zonen, te weten Hendrik, Petrus, Theodorus, Frans en nog een Peter. Petrus van 9 december 1826, overlijdt al vier weken later, Theodorus (* 1830) trouwt met Willemina Mesman en deze coöperatie levert zes kinderen op, die naar mijn kortstondig speurwerk zegt, een geringe bijdrage leverden tot meerdere eer en glorie van de Vedder-familie. Frans (* 1834) blijft vrijgezel en wordt maar 27 jaar, Peter (* 1839) trouwt met Johanna Janssen en is niet erg familie-instandhouderig, dit in tegenstelling tot Hendrik (* 1820), die in 1843 trouwt met Anna Geertruida Boogaarts. Het huwelijk van Vedder met Bogaarts (IV) levert vier zonen en vier dochters op. Van de mannen wordt alleen zoon Theodorus (V) van 1845 voor de Huissense Vedders erg interessant. Hij trouwt namelijk met de Huissense Johanna (Hanne) Hendrina Saat (1842 - 1922) op 21 mei 1870. Deze tak is verantwoordelijk voor de zeer uitgebreide familie Vedder nu nog in Huissen, omdat zoon Petrus Theodorus (1872 - 1956, VI) en Anna Elisabeth van Geelen stevig in het kroost zaten. En hun andere zoon Theodorus (1879 - 1943) en Johanna Maria Hegeman maar liefst 11 kinderen verzamelden. Antoon de bakker en Jan, de aannemer, beiden van het Klaphek, zijn telgen uit deze tak.


Afb. nr. 118. Bidprentjes van Johanna M. Hegeman en Theodorus Vedder.

(N.B. Zij is de kleindochter van de broer van J. Hegeman (III), p. 76.) In ieder geval kreeg de tak van Antonius Everhardus (1926 - 2002) met Theodora Janssen een vervolg via Theodorus (1956) en Hannie Banzinger, uitkomend bij de jongste mannelijke telg René van 1987. Ook langs de tak van Johannes Theodorus (VII) en Anna (Aleida Bernardina) Sluiter (1919 - 1981), namelijk via hun zoon Petrus Theodorus (VIII) en zijn vrouw Johanna Scholten, komen we aan een tastbaar eind bij Priscilla Vedder (IX), die voor mij aanleiding werd om eens wat dieper in de afstamming van de Huissense familie Vedder te duiken.


Afstammingslijn van Priscilla Vedder

I. Joannes Vedder (Jan, Joan Veders),* 1714, + 27-1-1784, x circa 1740 met Aaltje van Manen, * 1717, + 15-4-1772.

II. Bernardus Wilhelmus Vedders, * 6-6-1748, + 18-1-1820, x 13-5-1778 met Hendrina Driessen, * 1776 te Arnhem, + 11-8-1828 aldaar.

III. Theodorus, * 22-9-1795, + 13-1-1879, x 6-12-1817 met Hendrina Dekkers, * 27-10-1793 te Den Bosch, + 9-7-1878.

IV. Hendrik, * 6-3-1820, x 16-5-1845 met Anna Geertruida Boogaarts.

V. Theodorus, * 29-11-1845, x 21-5-1870 met Johanna Hendrina Saat (Zaad).

VI.

Petrus Theodorus, * 7-12-1872, x 27-5-1903 met Anna Elisabeth van Geelen.

VII.

Johannes Theodorus, * 8-2-1914, x 26-5-1944 met Aleida Bernardina Sluiter,* 30-1-1919.

VIII. Petrus Theodorus, * 3-2-1946, x 22-5-1970 met Johanna Theodora Helena Scholten,* 21-7-1946.

IX. Johanna Helena Aleida Priscilla Vedder, * 23-12-1977. N.B. Geboortejaar (I) uit: W. Vedder; Vedder in Nederland, 2e druk, 1994, Eindhoven, p. 91.


Vermaas of Vermaes

P. G. M. Driessen51 In juni 1999 verscheen bij uitgeverij Pirola in Schoorl het boek: Geschiedenis van het geslacht Vermaas (Vermaes) als ondertitel kreeg het mee: Het begon in den Kerspel van Herwen. Het is een lijvig boekwerk geworden van zo'n 440 pagina's met een zo compleet mogelijke inventarisatie van alle nazaten van Emond Vermaes, die rond 1640 in Herwen wordt gelocaliseerd. Met zijtakken naar ondermeer Elten, Huissen, Bemmel en haar kerkdorpen, maar ook naar Nieuwer-Amstel en Almelo is de familie uitgegroeid tot een illuster aantal Vermaas-naamdragers. Schrijfwijzen zijn: Van der Mazen, Vermaes en al sinds de eerste helft van de achttiende eeuw komt Vermaas als vaste achternaam voor. In Huissen waren en zijn de Vermaas-telgen nadrukkelijk aanwezig. We prijzen ons dan ook gelukkig met dit zeer gedetailleerde werk. De Zeister telg A. T. Vermaas is de auteur van deze met schitterende foto's en kaarten voorziene, met statistieken geïllustreerde genealogische studie. Hij schonk de Kringbibliotheek een exemplaar en we zijn hem daar zeer dankbaar voor. Artikelen over de familie Vermaas in Huissen, gepubliceerd in de Mededelingen van de Historische Kring Huessen: -; 12 juni 1927: Laatste samenzijn in Nederland, Mededelingen H. K. H., jrg. 4 (1978/1979), nr. 2, p. 100. A. W. M. Janssen; Een laatste glaasje voor Zuid-Afrika, Mededelingen H. K. H., jrg. 20 (1995) , nr. 3 , p. 105 - 107. R. J. H. Melchers; Huis Binnenveld (I, II en III), Mededelingen H. K. H., jrg. 20 (1995), nr. 4, p. 144 - 148, 180 - 185 en jrg. 21 (1996), nr. 1 , p. 28 - 33.



De familie Vestering

P. G. M. Driessen52 Via een toevallige ontmoeting van onze voorzitter met het verenigingsblad van de Historische Kring Kesteren kwam de smeekbede tot mij van de heer C. L. van Otterlo uit Zeist, die bij het zoeken naar zijn voorouders erg geïnteresseerd was in informatie over de familie Vestering (of wat daar op lijkt!). Bij zijn speurwerk had hij de volgende aanwijzing ontdekt, die naar Huissen zou kunnen leiden. In een acte stond namelijk, dat een zekere Stephanus Vestering rond 1755 naar Broek op Waterland kwam geboortig (was) uit Gelderland, een stief kwartiertje gaans van Arnhem. De eerste vruchten van de inventariserende werkzaamheden van de werkgroep genealogie gingen richting Zeist. Hieruit bleek, dat de gezochte Stephanus inderdaad in 1727 in Huissen gedoopt was. Opgetogen liet de heer Van Otterlo direct weten, dat door de informatie van de Kring hij zijn stamboomonderzoek weer, met nog meer hobbyzin, kon voortzetten. Een tweede sleutelnaam was Hester Verwaaijen, die met een Vestering getrouwd was. Rest nog te vermelden, dat eerder genoemde Stephanus Vestering in Broek op Waterland een molenaar was en dat de Huissense Vesterings (Vesterick, Westering) ook in het molenaarswereldje zaten.

Afb. nr. 119. Doop van Stephanus ..., dd. 2-4-1727. RBS 982, folio 153.

52 Mededelingen H. K. H., jrg. 13 (1988), nr. 4/5, p. 124.


Vestering of zoiets

P. G. M. Driessen53 Hele volksstammen denken het te weten: Jansen met één "s" is geen familie van Janssen met twee keer een "s". De zekerheid straalt er bij die bewering af alsof men het tot op de bodem uitgezocht heeft. Bij het noteren van de geboorteaangifte bij zowel de pastoor als de ambtenaar controleert de aangever tegenwoordig, wat of de pastoor of de ambtenaar op heeft geschreven. In de 18e eeuw was de kerk de enige instantie, die de persoonsgegevens bijhield en de staat vond dat wel best. Pas tegen 1800 en na Napoleon ging de staat dat karwei overnemen. De notulist schreef op wat hij hoorde en de aangever kon niet lezen en dus ook niet controleren of alles correct was opgeschreven. Met onderstaand voorbeeld zal ik proberen aan te geven, hoe onze opschrijvende voorouders omgingen met ietsjes ingewikkelder namen dan Jansen. Ze schreven op wat zij hoorden en dan, zo weten we ook nu nog, gaat er wel eens wat mis. Een zekere Jan Moorman begon zijn levensloop als Jan Moor. Dat "man" erachter kwam pas later, maar dit is maar een kleine wijziging. Als deze Jan later trouwt met een vrouw en 11 kinderen op de wereld zet, dan wordt het een complete Poolse landdag wat de schrijfwijze van haar naam betreft [14 varianten]. Geen touw meer aan vast te knopen. Volg de warboel zelf. - Bij de doop van zoon Everardus op 23 juni 1704 heet moeder Anna van Visseringen (1) en doopgetuige Willem, misschien een broer, draagt ook die achternaam. - Bij de doop van een tweede Everardus op 30 mei 1705 heet moeder Anna Catarina van Vestering (2) en doopgetuige Hendrick, laten we aannemen, dat dit een broer is, heeft met Vesteringh net iets meer meegekregen. - Bij de doop van dochter Willemina op 7 mei 1706 heet moeder Catarina Westren (3) en de doopgetuige Jacobus (een broer?) draagt dezelfde achternaam.



- Als de pastoor of zijn rechterhand op 8 januari 1708 de doop noteert van dochter Theodora, dan moet moeder als Johanna Catarina Vestren (4) verder door het leven, terwijl de doopgetuigen ook Hendrik en Marij Vestren heten.

Afb. nr. 120. Doop van Theodora Vestren, 1708. RBS 982, folio 39.

- De naam Everardus schiet maar moeilijk wortel, want op 14 maart 1709 staat de doop van Everardus Christianus genoteerd en moeder draagt dan de weer afwijkende naam Catharina Wijstren (5) en getuige Hendrick gaat in deze slipstream mee. - Het gezin is op 26 februari 1710 voor de helft compleet, als Maria Magdalena wordt gedoopt. Moeder mag dan weer in een ander jasje optreden en wel onder de naam Vijstren (6). Bij deze notatie blijkt de familie Moorman in de betere kringen te verkeren, omdat de Eerwaarde Heer Kapelaan Laurens van Pilsen als getuige optreedt. Deze boreling trouwt later met Joannes van Kerckhoff. - Dochter Derckje komt op 4 oktober 1711 naar het godshuis om in de kerkgemeenschap te worden opgenomen en blijkt dan een dochter te zijn van Catharina Westeringh (7) en ome Hend moet het als getuige met niet meer of minder doen. - De vierde Everardus, ook weer genoemd naar opa Moorman, wordt gemeld op 7 november 1712 en dan heet moeder weer Vestering. Zou dit dan de enige echte achternaam zijn geweest?


- De eerder gemelde Willemina heeft het kennelijk niet gered, want op 5 juli 1715 staat de doop genoteerd van Willemina Agnes. Nou loopt het noteren van moeders naam helemaal uit de hand. De notulist meent haar als Rijsteringh (8) te moeten vereeuwigen en hij is er zo van overtuigd, dat broer Jacobus als getuige dezelfde achternaam gaat dragen. - De kinderproductie gaat gestaag voort en op 27 februari 1717 meldt zich een Wilhelmus en moeder moet het deze keer met een reeds bestaande variant Vesteringh doen en getuige Hermen idem dito. De andere doopgetuige is weer van adel, te weten Joanna Antoinetta van Spittaal. - Met Theodora van 22 april 1719 komt er een einde aan de productielijn van Jan Moorman en Catharina je-weet-wel. Westeringh is het toen geworden en dan gaat Catharina dood en trouwt Jan op 20 november 1720 met Sibilla Sweers (ook Sweeren), die uit een eerdere relatie al een dochter meebracht. De nieuwe relatie levert nog eens zes kinderen op en dus mag je van een uitgebreide kolonie Moormannen spreken. Zij wel gezegd, dat er nogal wat kinderen het niet te lang hebben volgehouden. Uit dat tweede huwelijk is de oudste dochter Francisca voor Huissen nog wel interessant, want zij trouwt ene Henricus Hegeman, de Huissense stamvader van alle Hegemannen. Wat is er van de achternaam van mevrouw Moorman nr. 1 geworden? Ik vind nog de varianten Vesterinck (9), als ene Stephanus en Hester Verwaijen een kind krijgen, Vesterink (10), als een Klaasje met die naam samen met Siemen Scholten rond 1873 een gezin blijkt te hebben gesticht met kinderen als gevolg van die relatie. Joannes Vasterijk (11) heet in 1730 een zoon van Hermen van Vesterinck (12) en Joanna Schaapdijck en even gaat het weer wat slordig als rond 1707 een Willem Hermsen Vestringh (13) Theodora Grobben ten huwelijk nodigt. De verwarring ten top, als gevolg van slordigheid, gaan ene Jan en zijn kinderen verder onder de naam Westerenen (14). Och, als het kind maar een naam heeft...


Bij een foto uit 1915

P. G. M. Driessen54 In het familieplakboek van de familie van Gellecum-Tonk aan de Struifstraat ontdekten we een prachtige foto. Na een korte speurtocht in het genealogiebestand konden de foto en de personen erop een juiste plaats krijgen. Mevrouw Els van Gellicum-Tonk stelde het bewaarde materiaal ter bestudering beschikbaar en mevrouw Visser-Derksen (schoondochter van Dorus Visser x van Geelen, nr. 8 op de foto) aan de Loostraat kon de personen de juiste naam geven. Het huis aan de Dijk [H 21, na de hernummering Dijk 5] op "De Tichelenkuul" stond er tot in het begin van de zeventiger jaren. Begin 1973 verkaste de familie Visser naar de Loostraat, het huis deed nog enige tijd dienst als "opvanghuis' voor eventjes "daklozen" en viel toen ten prooi aan de slopershamer.

Afb. nr. 121. Familie Visser en anderen voor "De Tichelenkuul", 1915/1916.

(Foto (fragment): coll. H. K. H. Inv. nr. 4894) Wanneer wij naar de antecedenten van de afgebeelde personen kijken, dan moet de foto genomen zijn tussen november 1915 en november 1916. Zie hieronder de beschrijvingen. 54 Mededelingen H. K. H., jrg. 30 (2005), nr. 1, p. 140.


Van links naar rechts op de foto:

1. Tonia Buijng (Geertruida Antonia, * ca. 1899 te Elst, x Adrianus Leijser). De buurmeisjes van Buijing woonden ook aan de dijk. 2. Mina Buijing (Wilhelmina Maria, 1907 - 1982, x 1) G. W. Evers, 2) H. J. Th. Hegeman. Wie Tonia, dan wel Mina is, kon mevrouw Visser me niet zeggen, wel, dat Mina ooit trouwde met Toon Hegeman van het transportbedrijf, toendertijd in de Hoeve. 3. Theodorus (Dorus) Schepers is geboren op 13 november 1860 en overleden op 8 maart 1943. Hij trouwde op 13 september 1882 met Wilhelmina Janssen, geboren op 2 januari 1857 en overleden op 3 augustus 1942. Aan dat overlijden van de beide echtelieden zit een triest verhaal. Dorus zou in de oorlog van "aardappelmeel" een gerecht hebben gekookt. Dat meel bleek een vergif te bevatten en daaraan gingen de man zowel als de vrouw dood. Dorus Schepers was een vriend van de familie Visser. 4. Elisabeth Catharina (Bet) van Geelen (zus van A. E. van Geelen, p. 167) is geboren op 23 juni 1880 en overleden op 10 april 1933. Zij trouwde in 1905 met Theodorus Rutgerus Visser, die geboren werd op 1 november 1873 en overleed op 1 december 1963. Op haar schoot dochter Nel. 5. Petronella Maria (Nel) Visser, dochter van Dorus Visser en Bet van Geelen, geboren op 10 november 1915 en overleden op 9 maart 1994. Zij trouwde met Wilhelmus Gerardus van Gellecum, die geboren werd op 30 september 1912 en overleed op 30 december 1986. Zij woonden aan de Struifstraat, tegenwoordig Touwslagersbaan geheten. 6. Johanna Maria (Hanne) Gertsen leefde van 12 februari 1882 tot 23 juli 1964. In de familie "Tante Hanne" genoemd. Zij trouwde op 3 mei 1905 met Bart Visser, de broer van de vorige Visser. (Hij staat op de foto onder nummer 12.) Op haar schoot zoon Hendrikus Johannes (Henk) Visser (7) (1914 - 1989). 8. Dorus Visser getrouwd met Bet van Geelen (zie onder nr. 4).


9. Geertruida Maria (Truus) Visser, dochter van Bart Visser en Hanne Gertsen, geboren op 13 juli 1909 en overleden op 13 november 1995, trouwde op 1 september 1937 met Petrus Johannes Rouwenhorst, die leefde van 30 oktober 1904 tot hij op 14 oktober 1989 in Breda overleed. 10. Gerardus (Gradje) Visser (* 14 februari 1906, + 20 november 1916), zoon van Bart Visser en Hanne Gertsen. 11. Albertus Rutgerus (Bartje) Visser, ook een zoon van Bart Visser en Hanne Gertsen, geboren 31 januari 1913 en overleden 22 november 1916. Bartje en Gradje Visser zijn beide binnen enkele dagen, aan waarschijnlijk kinkhoest, overleden. 12. Albertus Rutgerus (Bart) Visser leefde van 17 januari 1878 tot 5 april 1978, echtgenoot van Hanne Gertsen (6). Er zullen uiteraard intimi zijn, die meer details weten en daarvoor houden we ons aanbevolen. Duidelijk is wel, dat een foto veel te vertellen heeft.


Elk schild heeft zijn verhaal IX: Henricus Weitjens

P. G. M. Driessen55

Ongetwijfeld zal Henricus Weitjens trots geweest zijn op zijn in 1844 geschoten koningschap van het St. Gangulphusgilde, maar van enige uitbundigheid is op zijn schild niet veel te merken. De tekst luidt:

HK WEITJENS KONING deszelfs huisvrouw

H.L. Verbrug KONINGIN

Huissen den 24 Junij 1844

Op dit schild staat ook de afbeelding van een fruitmand. Het opschrift puilt niet uit van informatie, maar meer dan voldoende voor een genealogische kijk op de koning en zijn familie. Henricus Weitjens (ook Hermanus genoemd) (1) werd op 10 september 1794 in Herwen gedoopt als zoon van Gerardus Weitjens en Sophia Maria Reijmers. Bij de onderscheiden momenten van notatie in gemeentelijke archieven heet hij meestertimmerman, houtkoper te zijn en zijn lidmaatschap van de gemeenteraad is ook de moeite van het vermelden waard geweest. Op 7 augustus 1817 trouwde hij met Everdina Hendricks uit Huissen, maar na een vroeg overleden dochter en slechts 2 jaar en 84 dagen echt moest Hendrik opnieuw de huwelijksmarkt afstruinen. Hij vond in Aerdt Maria Lemm (1793 - 1836) en dit huwelijk was in lengte en aantal kinderen vruchtbaarder. Drie van de zeven kinderen stierven echter op jonge leeftijd, Everdina (* 1820) trouwde met Theodorus Putters, Stephanus (* 1824) trouwde niet en alleen Gerardus Jacobus (1829 - 1869) zorgde via het huwelijk met Joanna Christina Brandts (1863 - 1936) voor de nog in Huissen aanwezige nazaten. Genoemde mevrouw Brandts heeft met haar tweede echtgenoot overigens het "Hof van Hessen" in de Vierakkerstraat bewoond. (2) De jongste zoon van de in 1836 overleden Maria Lemm werd pastoor, onder andere in Bussum. Het derde huwelijk van Henricus Weitjens in 1836 met Hendrina Laurentia Verbrug kreeg ongetwijfeld een goedkeurend knikje van het hemelse mee. Twee kinderen behielden door hun vroeg overlijden de

55 Mededelingen H. K. H., jrg. 25 (2000) , nr. 5, p. 178 – 179.


status van 'engeltje' en de overige drie zoons werden priester/pastoor: Willem (Wilhelmus Franciscus, * 1837) onder andere in Joure, Hendrik Johannes van 1841 in Rijssen en Frans (Franciscus Theodorus, * 1846) onder andere in Oud-Zevenaar. Voor de nazaten volgen we dus de gang van zoon Gerardus (* 1829) uit het tweede huwelijk van onze gildenkoning. Zijn zoon Henricus Johannes (1863 - 1936) trouwt met Cornelia Petronella Kaasgaren en verdwijnt uit Huissen naar Bussum. Dochter Mathilda belandt echter weer via het huwelijk met Frans van Dort in de stad, waar hun roots lagen. Juist, de gemeentesecretaris bracht de Weitjensnaam weer in Huissen en dochter Riet (Maria Mathilda Antonia Cornelia, * 1934), getrouwd met Ton Leeman, is nog steed het tastbaar bewijs van de op 12 juni 1877 overleden gildenkoning Hendrik Weitjens. De familienaam Weitjens dus was leverancier van pastoors, hout en minstens één gildenkoning (in 1844) en was altijd aanwezig in het centrum van de politieke macht; Voorwaar geen naam om zo maar even vluchtig aan voorbij te gaan!

Afb. nr. 122. Het schild van gildenkoning H. Weitjens uit 1844.

Afmetingen: 11,5 cm. hoog en 7,7 cm. breed.


Noten: 1) De tweede doopnaam (K.) hebben we niet gevonden. 2) R. J. H. Melchers; Het hof van Hessen: van herenhuis tot stadsmuseum, Mededelingen H. K. H., jrg. 19 (1994), nr. 2, p. 66 - 80.


Familie Ten Westeneind

P. G. M. Driessen56

Over de schrijfwijze Al snel is Jansen geneigd te beweren, dat Janssen zeker geen familie is. In het geval van de echt oer-Huissense naam Ten Westeneind houdt een dergelijke bewering zeker geen stand. Bij het napluizen van de familiegegevens van Johanna Theodora ten Westeneind werd duidelijk dat de naam op de onderscheiden momenten liefst op 30 verschillende manieren werd vastgelegd. Hierna een opsomming (uit de index op DTB). Als Aerndt in 1656 doopgetuige is, dan noemt de pastoor hem Te Westen, Catharina ten West (1701) als doopgetuige, Anna Maria (1766 doopmoeder) Westeind, Steven (1656 trouwgetuige) heet dan Ten Westen Eint. Albert (bij een doop in 1742) wordt als Ten Westeneijnd voor eeuwig vastgelegd en als Jan in 1699 trouwt heet hij Ten Westeneijnde. Hendrina staat in 1703 als doopgetuige te boek onder de naam Westeneijndt en Aernt komt in 1707 in diezelfde rol voor als Ten Westeneijndt. Als in 1675 diezelfde Arent op twee plaatsen optreedt heet hij Westeneijnt en Westeneijndt in één jaar, terwijl een Arent in 1631 Te Westeneijnt heet. Als in datzelfde jaar Jan een gelukkige jonge vader is, heet hij Ten Westeneijnt. (zie ook Arent ten Westeneint, 1636, afb. nr. 123)

Afb. nr. 123. Doop van een tweeling van Arent ten Westeneint, dd. 17-9-1636.

RBS 981.3, z. p.



Meter Lijsbeth heet in 1692 te Westenein, terwijl bij een Albert in 1765 alleen maar Westeneind als achternaam vermeld is. Bruidegom Steven begint zijn huwelijkse staat in 1660 als Te Westeneind en Dorothea in 1811 krijgt bij de doop Ten Westeneind mee, waar haar vader Albert nog Westeneinde wordt genoemd. Een Steven trouwt in 1701, onder de naam Te Westeneinde en bij dit huwelijk getuigt Helena ten Westeneinde. Het leven van Jan eindigt in 1722 als Jan Westeneinds. Wat buiten de orde is Albertus Westeneindt den Jongen in 1665. De variatiemogelijkheden zijn schier onbeperkt, want als het doopboek in 1682 Jan te Westeneindt als doopvader vermeldt, is dat weer net effe anders dan doopmoeder Fenneke ten Westeneindt in 1665. Albertus ten Westeneint moet het in 1733 bij zijn huwelijk met een "d" minder doen, Henricus ten Westeint is in 1751 als doopgetuige helemaal gekortwiekt, terwijl Derck Tenwesteneind in 1787 al aardig de huidige schrijftrend ingezet blijkt te hebben. Als de pastoor in 1795 Hendrik Westenijnd helpt begraven, is er van Anna Maria's naam Ten Westenijnd uit 1792 en Petronella Ten Westenijndt uit 1794 niet zo veel meer over. Slordigheid troef bij Fenneke te Westereind in 1681, Henderske ten Westereindt in 1661 en Paulus ten Westerijnd in 1797. Over de stamboom Bovenstaande opsomming is het beste bewijs dat een ietwat andere schrijfwijze niet direct hoeft te leiden tot het bewijs geen familie te zijn. Overigens begint het verhaal van al die Ten Westeneind-dragers al rond 1580, het jaar rond welk Hendrik Westeneijndt geboren moet zijn. Met wie hij trouwde is niet bekend, wel dat Arent ten Westeneint (I) zijn zoon was en dat die zoon op 10 december 1631 trouwde in Huissen met Margaretha Berens uit Angeren en voor de tweede keer op zondag 11 november 1635 met Henricka Jans(s)en uit Brummen. Zoon Joannes ten Westeneint (II) uit dat tweede huwelijk huwde op 28 oktober 1657 met Catharina van Eijmeren. Zoon Jan ten Westen Eind (III) uit dit huwelijk maakt roerige tijden door. Op 9 mei 1681 trouwt hij de 32-jarige Joanna Jacobs, heeft uit die echt één kind en trouwt op 1 maart 1699 met de Duivense Elisabeth Hafkensbrinck, maar die moet wel zeer snel na die bruiloft overleden zijn, want al in februari 1700 krijgt hij een kind uit het huwelijk met Joanna Vis, die al voor 1710 overleden moet zijn, want al op 19 januari 1710 maakt hij de vierde en laatste start, nu


met Berndina Ditters, die na de dood van Jan hertrouwt in 1724, nu met de Huissenaar Jan Steur. Uit huwelijk nummer 3 stamt Theodorus (IV), die op 2 mei 1723 in Huissen trouwt met Joanna van Ledden eveneens uit Huissen. Op 4 november 1728 verschijnt Henricus (V) op het aardse toneel, trouwt met Judith Janssen en overlijdt op 28 maart 1778 (zie afb. nr. 124).

Afb. nr. 124. Overlijden van Hendt Westeneind (V), 1728. RBS 981.2, folio 386. Zijn zoon Theodorus Westeneind (VI) houdt het beduidend langer vol blijkens de overlijdensacte op 4 augustus 1843. Zijn bruid in 1786, Hendrina Cornelissen overleeft hij liefst 30 jaar. Het is in dit summiere onderzoek [gebleken], dat de naam Paulus nogal regelmatig terugkomt. Die naam heeft de familie te danken aan de vader van Hendrina Cornelissen, want wij komen deze naam voor de eerste keer tegen bij haar zoon Paulus ten Westenijndt (* 1789), die in 1814 trouwde met Anna Arents. Als kleinzoon Paul (Poulus, IX) trouwt met een dochter van Paul van Daalen en Hendrina Wolters, Geertruida, dan is het niet verwonderlijk dat de zoon van dit paar ook Paul (Poulus, X) heet. In 1935 wordt Johanna Maria Aleida Janssen uit Huissen zijn levensgezellin en als dan uit dit huwelijk in 1943 Johannes Jacobus Paulus ten Westeneind wordt geboren kennen we sinds dat moment Jo de slager uit de Vierakkerstraat, wiens dochter het startsein gaf voor een reisje in het verleden langs de naam ten Westeneind in al zijn varianten.

Afb. nr. 125. Trouwen van Arent ten Westeneint met Henricka Jansen, 1635 (I).

RBS 981.3, z. p.


Voor wie wat schematisch is ingesteld: de afstammingsreeks van J. Th. ten Westeneind:

I.

Arent ten Westeneint, x 2) 11-11-1635 met Henricka Jans(s)en, * Brummen.

II. Joannes ten Westeint, * 17-9-1636, x 28-10-1657 met Catharina van Eijmeren.

III. Joannes ten WestenEind (te Westeneijndt), * ca. 1660, + ca. 1723, x 3) ca. 1700 met Joanna Vis.

IV. Theodorus (Derck) Ten Westen Eind, ~ 3-2-1700, x 2-5-1723 met Joanna van Ledden, ~ 20-11-1697, dochter van Jan van Ledden en Tryneke Sluijters.

V Henricus ten Westeneijndt (Hendt Westeneind), ~ 4-11-1728, + 28-3-1778, x met Judith Janssen, * ca. 1707, + 25-2-1795.

VI. Theodorus (Derck) Westeneind, * 6-3-1753, + 4-8-1843 x 3-5-1786 met Hendrina Cornelissen, * 21-9-1757, + 2-3-1813.

VII. Paulus Westeneind (ten Westenijndt), * 1-7-1789, + 15-11-1866, x 15-9-1814 met Anna Aren(t)s, * ca. 1788, + 8-1-1867.

VIII. Antonius (ten) Westeneind, zaakwaarnemer,* 17-3-1829, + 23-6-1907, x 13-11-1865 met Antonetta Leijser, * 3-2-1838, + 18-1-1919.

IX. Poulus Bernardus (Paul) ten Westeneind, warmoezenier, * 22-8-1866, + 27-10-1944 te Hoogland, x 11-5-1898 met Geertruida van Daalen, * 17-4-1869, + 20-9-1945 te Duiven.


X. Poulus (ook Paulus) Bernardus, warmoezenier, tuinder, * 29-3-1905, + 5-9-1991, x 19-6-1935 met Johanna Maria Aleida Janssen, * 9-5-1908, + 7-2-1987 te Nijmegen.

XI. Johannes Jacobus Paulus, slager, * 12-5-1943, x 14-12-1966 te Bemmel met Johanna Antonia Wilhelmina van Bolderen, * 9-5-1945 te Zuidhorn.

XI. Johanna Theodora ten Westeneind, ambtenaar gemeente Huissen, * 13-11-1970 te Arnhem. N.B. Henricus ten Westeneyndt (V) is in 1778 gestorven aan een colijck. Judith Jansen is in 1795 overleden aan verval van kragten. En hoe volhardend men blijft in het anders schrijven van de naam mag blijken uit de toch min of meer eigentijdse bidprentjes. (Afb. nr. 126 )

Afb. nr. 126. Bidprentje van Anna Gijsberta ten Westeneind, dochter van VIII en

Bernardus Westeneind (IX).


De familie Van Wissen in Huissen

P. G. M. Driessen57 Bij de naspeuringen in de Huissense naamsgeschiedenis komt men regelmatig sterke staaltjes van mondelinge overlevering tegen. Zo ook deze keer. Tijdens een gesprek met kapper Sjaak van Wissen, zei deze: "Oudere klanten van mijn vader noemden hem vaak Hent de Wessel." Sjaak kon toen nog niet weten, dat die sprekers een wetenschap van enige eeuwen met zich meedroegen. Jacobus Johannes Hendricus (Sjaak) van Wissen (stamreeks VIII), vader van Eric, de kapper uit de Karstraat heeft het vak overgeleverd gekregen van Hendricus Antonius ("Hent de Wessel" genaamd, VII), die vanwege zijn opmerkelijk talent in het bedenken van grappen en grollen en zijn spitse gevatheid de bijnaam "de Mop" verwierf. Dit talent is overigens niet onder de korenmaat verdwenen, want de huidige generatie is ook niet gespeend van enige humoristische aanleg. (1) Terugtellend werd de volgende generatie gedragen door Johannes (VI), die als eerste de stad ontrouw werd. Hij dreef een winkel annex "slijterij" op de plaats, waar nu nog de kapsalon van Sjaak staat. In de acten noemt hij zich bij toerbeurt winkelier, koopman, dan wel kastelein. Deze Jan trouwde na de vroege dood - in 1875 - van zijn eerste echtgenote Geertruida Scholten, de Gendtse Helena Maria Geveling. Betovergrootvader Johannes Theodorus (V) is qua beroepskeuze een interessante figuur. Bij diverse contacten van de schrijvende overheden geeft hij achtereenvolgens als beroep op: boswachter, steenvormer, arbeider en waardsman (herbergier). Wat voor bos in Huissen op dat moment een wachter nodig had is een raadsel. Zijn horeca-activiteiten moet hij ondermeer uitgeoefend hebben op de plaats, waar momenteel "Het Centrum" op de hoek van de Burchtgracht en de Vierakkerstraat staat. Wanneer we nog verder terug gaan in de tijd, komen wij terecht bij Joannes van Wissen (IV) die op verschillende momenten ook Jan Wessels wordt genoemd. Hij was broodbakker in de stad en trouwde met Joanna Dohlmeier (ook Tollemeier of Tolmeijer geschreven). Deze Jan is in 1777 ook aanwezig als een van de heroprichters van het St. Laurentiusgilde. Jan deed dit samen met pastoor Kölcken, Gerrit van Swelm en Gradus Buscher. Deze gebeurtenis vond plaats op 23 mei van dat jaar. De echt van Jan Wessels en Joanna Dolmeier werd gezegend



met drie dochters en vier zonen, waarvan de jongste voor de opvolging zorgde. Toen Jan, nu weer Van Wissen geheten, in 1808 kwam te overlijden, meldde pastoor Huberts dat op onderstaande wijze: Maart Den 3 Stad Jan van Wissen oud 50 Jaaren aan een sinkenkoorts na latende een Vrouw met Zeven onmondege kinderen begraaven den 7 op het kerkhof. (RBS 981.2, folio 457) Een heel opvallende voornaam in de familie is Franciscus. De naam loopt als een rode draad door de familie heen en ook momenteel wordt de naam Frans en Frank nog door telgen van dit geslacht gedragen. Ook zo'n 250 jaar geleden kende men in Huissen een Frans van Wessel (III, oudgrootvader van Eric). Hij was bakker en burger van de stad. Hij was in 1714 geboren en liet meerdere malen wat van zich horen. Met het huwelijk met Willemina Kloppenbörgh verzekerde zoon Jan (IV) het doorgaan van het bakkersvak en de voortzetting van de generatie. Zoon Antonius, halfbroer van Jan (IV), de tweede van die naam uit het eerste huwelijk met Anna Willemsen van Eck, kwam op trieste wijze aan zijn eind. Pastoor Kölcken noteerde in januari 1770, dat er op 28 december 1769 twee personen waren verdronken: Den 28 10bris des morgens heel vroeg circa 3 uhren is hier met een buijtengewoon hoog water den Dijck kort bij den Angersen Dijck doorgebroken, waerdoor den 29 des naermiddaghs omtrent 4 uhren een aack is omgeslagen warin 8 menschen, waervan twee zijn verdroncken namentlijck: de Hooghwelgebore Heer Baron Henrick van Heerd Cornet in dienst van de Heeren Staten Generaal geboren op het Adelijcke Huijs Camphuijsen bij Oud Zevenaer, wiens lichaam gevonden is dan 2 Januarii en hier in de kerck begraven den 8 januarii 1770. De tweede die bij deze gelegenheid om het leven kwam, was deze Anton van Wissen soon van Frans van Wissen, börger en backer in de Stadt, die oock bij het selve lichaem op selve tijdt is gevonden, maer den 4 Januarii 1770 op de kerkhof begraven. Elders, wordt als beroep van Anton oud-matroos opgegeven. Vader Frans, zou zijn zoon nog geruime tijd overleven en wel tot 1784. In dat jaar stierf hij op 8 juni aen vertering. Pastoor Kölcken schreef erbij, dat hij toen 72 jaar was. De twee jaar foutieve telling is hem vergeven. Op zoek naar nog oudere voorouders belanden we bij Arnoldus van Wessel (II), ook Arent Wessel (in 1714 bij de doop van zoon Frans) of Arent van Wissel (bij diens huwelijk in 1700) of Arnoldus Wessels (bij zijn doop in 1679).


Afb. nr. 127. Doop van Franciscus van Wessel (III), 1714.

RBS 982, folio 79. Arnoldus (II) trouwde eerst met Willemijn Otten en na haar overlijden met een zekere Marie, wiens achternaam kennelijk niet de moeite waard gevonden werd om te noteren. Deze Marie was de moeder van Frans, de bakker. De vermoedelijk eerste Wessels, Van Wissel, Van Wessel of Van Wissen in Huissen is Hermen Wissel, die gehuwd was met Geertruijt van Perck(h)oven, Eric's oudbetovergrootvader. Over de herkomst van de naam onderstaande hypothese. Wanneer Arent van Wissel op 11 mei 1700 trouwt, stappen er met hem en Willemijn nog twee paren in het huwelijksbootje, zoals hier beneden te lezen valt.

Afb. nr. 128. Trouwen van Arent van Wissel met Willemijn Otten (II), 1700.

RBS 981.4, folio 227. De laatstgenoemde Anna van Weerd, jonge dochter uit/van Wissel heeft mogelijk de sleutel in handen. Zij is afkomstig uit Wissel, een gehucht onder Epe op de Veluwe. Die relatie is echter minder aannemelijk dan die met het dorp Wissel bij Kalkar, Grieth en Warbeijen aan de Rijn, waar immers ook bruidegom Eewert Jansen vandaan komt. Alle reden om aan een afkomst uit het Kleefse land te denken. Noot: 1) Een staaltje hiervan in: Henny W. J. Derksen; Hèkselèève, Huissen, 1984, p. 38.


Stamreeks van Eric van Wissen

I. Hermen Wissel (van Wissen, van Wisse, van Witze, van Wissel, Wessels en van Wessel) x met Geertruijt van Perck(h)oven.

II.

Arnoldus van Wessel (Aerndt, Arent of Arnt van Wissel, Arent Wessels en Aernd van Wissen), ~ 12-02-1679, x 1) op 11 mei 1700 met Willemijn Otten en x 2) 7-5-1713 met Maria N.N.

III. Franciscus van Wessel (Van Wissen), bakker, * 29-11-1714, + 8-6-1784 x 20-5-1756 met Willemina Kloppenbörgh, * ca. 1717, + 27-10-1786.

IV. Joannes van Wissen (Joannes Wessels), broodbakker, ~ 28-10-1758, + 3-3-1808 x met Joanna Dohlmeijer (Tollemeijer, Tolmeier), ~ 15-12-1758, + 7-10-1820.

V. Joannes Theodorus, arbeider, boschwachter, steenvormer, waardsman, * 29-5-1799, + 8-6-1878 x 16-05-1835 met Aleida Hofsteede, * 18-10-1805, + 8-9-1875.

VI. Johannes, landbouwer, koopman, waardsman, winkelier, * 14-5-1839, + 14-5-1905, x 1) 27-4-1871 met Geertruida Scholten, * 9-8-1846, + 11-10-1875 en x 2) 13-11-1878 te Gendt met Helena Maria Geveling, * 2-11-1855 aldaar, + 11-1-1933.

VII. Hendricus Antonius, kapper, * 16-2-1896, + 11-1-1972, x 18-6-1929 met Dorothea Petronella Benders, * 4-9-1903, + 17-2-1958.

VIII. Jacobus Johannes Hendricus, kapper, * 12-5-1931, x 27-11-1961 met Johanna Maria Elisabeth (Ans) Niels, * 6-10-1936, + 2012.

IX. Hendricus Johannes Petrus (Eric) van Wissen, * 14-1-1963.


Frederik Ottho van Wittenhorst gedoopt in Huissen in 1678: Weet u nog, wie er bij uw doopfeest aanwezig waren?

P. G. M. Driessen58

In het classisverslag van de Nederduits gereformeerde gemeente in Huissen vinden we een interessante opsomming van genodigden bij het doopfeest van Frederik Ottho van Wittenhorst op 18 december 1678. (1) Er valt het volgende te lezen:

Afb. nr. 129. Doopnotatie Frederik Ottho van Wittenhorst te Huissen, 1678.

RBS 978, folio 126. "Den 18Xbris gedoopt een Soon, van den hoogwelgeb. Heer Frederik Wilhelm Vrijheer van Wittenhorst en onsen drost en Amelia Hendriëtta van Schwerin, vrijvrouw van Wittenhorst en onse Drostinne, Egthel. en genaamt Frederik Ottho. Op 14 februari 1678 waren de vader en de moeder in Berlijn getrouwd en 10 maanden later kwam hun eerste kind. Bij de doop van deze eerste zoon, Frederik Ottho, waren in Huissen aanwezig: De vader, Friedrich Wilhelm von Wittenhorst-Sonsfeld, 'Erbschenker' van het hertogdom Kleef (1650 - 1711), geboren 9 mei 1636 te Sonsfeld (D.)

58 Mededelingen H. K. H., jrg. 37 (2012), nr.1, p. 18 - 24.


en aldaar overleden op 9 mei 1711, drost van Huissen (1677 - 1707) en van de Liemers en Zevenaar (1650 - 1711). (2) Zijn vrouw Amelia Hendriette von Schwerin (ook: Amalie Henriëtte von Schwerin-Spantekow (Landsberg)) werd geboren op 3 december 1658 in Cölln an der Spree (Berlijn, D.) en overleed aldaar op 30 september 1699.

Afb. nr. 130. Prospect der Chur. Fürstlichen Brandenburgischen Residenz in Cölln an

der Spree, Berlijn anno 1690, Stibbecks Skizzenbuch, uit: Heyck, 1902, p. 42. (6) Op 15 december 1678 blijkt Frederik Ottho in Huissen geboren, zo geeft het stadsarchief van Rees aan ons prijs. (3) In welk huis hij werd geboren is onduidelijk. Het kan zijn, dat vader Friedrich Wilhelm een eigen ambtswoning in Huissen had of tijdens werkbezoek te gast was bij een familie, bijv. van Vinceler, Ophoff of de weduwe Püchler op Huize de Poll, want het lijkt onwaarschijnlijk dat hij met zijn hoogzwangere vrouw in de vervallen burcht (in 1722 afgebroken) onderdak vond. Het kind wordt gedoopt ten overstaan van de gereformeerde gemeente van Huissen op 18 december 1678. Bij mijn doop zullen ongetwijfeld peetoom en peettante getuige zijn geweest van mijn opname in de kerk van Rome, maar zo druk als toen in 1678 bij de doop van de Van Wittenhorst-telg zal het zeker niet zijn geweest. In Huissen had zo ongeveer alles, wat kon bogen op adellijke afstamming en aanzien in het Kleefse zich naar het doopfeest begeven. Jammer genoeg kon kennelijk niet iedereen lijfelijk aanwezig zijn, want er moesten nogal wat representanten opdraven.


De vraag blijft, of het toeval was, dat er zoveel VIP's in Huissen waren. Had hun verblijf mogelijk iets te maken met de vrede van Nijmegen, waar uiteraard ook hun belangen werden gewogen of was de familieband zo stevig, dat er best een reisje vanuit Aspel (bij Rees, D.) of bijvoorbeeld Horst (Limburg) vanaf kon? Het kan op zijn minst opmerkelijk genoemd worden, dat er verscheidene hoge personen in het Huissense zijn verschenen of zich hebben laten vertegenwoordigen op deze 18e december 1678. Dr. Smit beschrijft hoe in deze periode Huissen in politiek opzicht gedegradeerd was van een strategische grensstad in het hertogdom Kleef [tot] een uithoek van het keurvorstendom Brandenburg. Als gevolg van de verzanding van de Nederrijn en de overgang van kersen- naar tabaksteelt, was de economische situatie niet meer zo florissant te noemen. De ambtman zal, mede gezien zijn vele andere functies, niet veel tijd in Huissen hebben doorgebracht. Op de bewuste doopdag was hij er wel te vinden en bracht hij samen met zijn nicht, de weduwe van de voormalige ambtman van Huissen, een bezoek aan de apostolisch vicaris Johannes van Neercassel in het St. Elisabethsconvent. Van Neercassel was overdonderd door de geregelde belangstelling van adellijke personen, dat het hem een "hof" leek. (4) Om de argumenten van de Brandenburgse gezanten W. J. Blaspeil en L. Chr. von Somnitz, die in Nijmegen die winter onderhandelden over de neutraliteit van het Kleefse land (5), kracht bij te zetten, zouden de Kleefse edellieden hebben kunnen overwegen zich de moeite te getroosten om bij de doop van Von Wittenhorst eerste zoon, Frederick Ottho, aanwezig te zijn. Mogelijk ook als tegenwicht voor de hoge katholieke aanwezigheid van de pauselijke nuntius Aloysius Bevilacqua tijdens de Huissense umdracht in dat jaar. Want de keurvorst ondersteunde de reformatie en het was niet voor niks dat alle ambtenaren, die vanuit Berlijn werden benoemd protestant waren, maar desondanks bleven de schepenen en burgemeester van Huissen nog tot 1682 overwegend katholiek. (6) We gaan het rijtje eens nader bekijken. 1. En hebben hier afgestaan, sijn Courprinc: Doorl: frederik, Marckg: van Brand. SRI princeps. We hebben het hier over de keurvorst Frederik Willem van Brandenburg, de grote keurvorst (1620 - 1688). Hij was getrouwd met Louise Henriëtte van Oranje-Nassau (1627 - 1667), dochter van Frederik Hendrik van Oranje-Nassau (1584 - 1647) en Amalie van Solms-Braunfels (ook


Baunsfels geschreven, 1602 - 1675), zus van stadhouder Willem II en een nicht van degene, die het kind ten doop houdt (zie onder). Ook wordt de opa van moederskant (vader van de moeder van het gedoopte kind) genoemd: 2. sijn Excell: Ottho van Schwerin eerste minister van Staat. Otto von Schwerin (* 18-3-1616, Wietstock bei Ückermünde, + 14-11-1679, Altlandsberg) was geheimraad, 'Oberhofmeister' en 'Erzkämmerer' van de grote keurvorst. (7) Dan zit er een hiaat in het verhaal, dat met puntjes is volgemaakt. 3. .................... 4. Vrijheer van Gent, 5. Heer van Dieden, 6. den Heer Creutz van Fischhausen Deze 'Obermarschall' in Wesslienen (Ostpreussen) is mogelijk verwant aan de moeder van de moeder, Helena Dorothea von Kreytzen (Creytsen) (* 20-3-1620, Fischhausen, + 26-8-1677, Altlandsberg) en tweede vrouw van boven genoemde Otto von Schwerin. 7. sijnde deze gerepresenteerd door onse Righter Vinceler, Hier wordt bedoeld Steven (Stephaen) van Vinceler (geboren rond 1647 te Arnhem), rechter van Huissen. Verderop in de tekst 'Capt. Vinceler' genoemd. 8. Burgmr. Babst van Zevenaar, Hier wordt Joannes Pabst (+ 1692) bedoeld. 9. Burgmr. Ophoff van Huissen, Dit is Wilhelm Hendrik (ook Willem, Willem Hendrik en Heinrich) Ophoff, rentmeester en burgemeester van Huissen van ongeveer 1675 tot 1685 (volgens de protestantse kerkboeknotaties). en 10. den Righter van Weell. D. Hecking is in 1673 rechter in Wehl. (8) De personen onder de nummers 1 t/m 6 hadden kennelijk niet de moeite genomen naar Huissen te komen, maar lieten zich vertegenwoordigen door de wat meer locale hoogwaardigheidsbekleders, zoals genoemd onder de nummers 7 t/m 10. Het was in die tijd gebruikelijk om een ander in plaats te laten gaan ('representeren' of 'vertonen') bij familie- of officiële gelegenheden. (9)


En voorders Amelia Ultricia, baronesse douagiere de Wisch en Lottum, gebort. Gravinne van Solms, Vrouwe van Huett, Aangezien dr. Smit aan de weduwe van de zojuist overleden ambtman van Huissen, Johann Christoph von Wylich (ca. 1680) refereert als 'baronesse van Huet', moet dit Anna Ulrike von Solms-Braunsfels (* ca. 1650, + ca. 1700 te Utrecht) zijn, dochter van Johann Albrecht II von Solms-Braunsfels (1599 - 1647) en Elisabeth von Daun von Falckenstein (1615 - 1706), nicht van Amalia von Solms-Braunsfels (zie onder 1). (10) Hare excell. de marschalkinne Lhendorff, gebort. van Schwerin Het betreft hier de zuster van de moeder: Frederike Louise Wilhelmina van Schwerin (1600 - 1681), getrouwd in 1678 met Ahasveros, graaf van Lehndorff (1637 - 1688). en de Vrijvrouw van Bloemendaal, vertoont door de vrouw Righters. Wanneer we Bloemendaal lezen als Blumenthal, betreft het mogelijk de vrouw van Christoph Caspar, Freiherr von Blumenthal ( 1638 - 1689), Brandenburgs diplomaat. (11) In haar plaats staat de vrouw van de rechter van Huissen, mevrouw Vinceler; geboren Johanna Catharina Margaretha van Berck. De Vrijvrouw van der Rek De vrijvrouw (Freiin) von der Recke von der Horst is zelf lijfelijk aanwezig op dit doopfeest. Waarschijnlijk is zij familie van Conrad vonder Reck, lid van de regeringsraad in Kleef, waarvan wij een brief vonden (dd.13-5-1708) gericht aan de drost van Huissen. (12) en vrouwe Kalentin geboren Elsnits gerepresenteert door vrouw rentmeesters In plaats van Vrouwe Valentin-Elsnitz staat de vrouw van de keurvorstelijk rentmeester en burgemeester Wilhelm Hendrik Ophoff. Wij vinden van haar in de kerkboeken geen naam, alleen de vermelding als "mevrouw Ophoff" (13) maar in een kwartierstaat, weliswaar opgemaakt tijdens de Duitse bezetting, komt haar naam voor als Catharina van de Graeff. (14) de vrijvrouw van Wittenhorst, vrouw van der Horst, vertoont door Anna Elisabeth vrijfreulin van Wilich en Lottum. In plaats van de 'vrijvrouw van Horst' (moeder van de vader?) staat Anna Elisabeth von Wylich zu Lottum, nicht van de vader. Zij leefde van 1649 tot 1728 en was de dochter van Josina Johanna von Wittenhorst-Sonsfeld (+ 1677, zus van de vader) en Johann Sigismund, Freiherr von


Wilich zu Lottum auf Huet (1609 - 1678), voormalig ambtman van Huissen. Het kint wirt gedragen door het vrijfreulin van Schwerin, geleit door Capt. Vinceler en Monsr. Ophoff, in plaats van Felix van Schwerin, capt. en den vrijheer van Wilich en Lottum. Een Felix von Schwerin hebben wij niet gevonden. Met de vrijheer van Wylich en Lottum zal de voormalige ambtman van Huissen bedoeld zijn, dat wil zeggen de overleden zwager van de vader. De moeder van Frederik Ottho, hier 'Vrijfreulin von Schwerin' genoemd, heeft het kind gedragen. En eindelijk ten doop gehouden door Amelia Ultricia ut ante; deze alle stonden benevens den Hr. Vader." De manier van noteren in het doopregister van de Gereformeerde Gemeente doet vermoeden, dat de lijst met gasten pas later in het boek/classisverslag is opgeschreven. De volgende doop had al plaatsgevonden en toen moest deze imposante gastenlijst er in kleine lettertjes nog tussengevoegd worden. Noten: 1) Neerduits gereformeerde gemeente in Huissen; doop, trouw en lidmaten 1657 - 1724, RBS 978, folio 126. Het betreft hier het verslag van de protestantse gemeente aan de classis in Cleve, te vergelijken met een rapport van de pastoor aan het decanaat/bisdom. 2) Voor de stamboom van Wittenhorst verwijzen wij naar: H. M. Schleicher; Ernst von Oidtman und seine genealogische-heraldische Sammlung in der Universitäts-Bibliothek zu Köln, Band 16, Mappe 1299, Westdeutsche Gesellschaft für Familienkunde, Köln, 1998, p. 658 - 683. Ook: H. L. Hommes; Een uitgestorven tak van Wyttenhorst; in: Bijdragen en Mededelingen Gelre, dl. 47 (1944), p. 104 - 106. 3) Haldern einst und Jetzt, 81. Folge, Juni 1998. Eine Stammreihe und Reihenfolge der Familie von Wittenhorst zu Sonsfeld und Aspel im 18. und 19. Jahrhundert, Archiv des Heimatsverein Haldern. Met dank aan Mw. T. Oostendorp. 4) E. Smit; Neercassel, Huissen en de Hollandse zending, Bijdrage H. K. H. III, 1979, p. 7, 13, 27. De ambtman Friedrich Wilhelm von Wittenhorst - Sonsfeld was vaker in Huissen te vinden, bijvoorbeeld toen de preekstoel in de N.H. kerk in 1682 verplaatst moest worden en hij daar schriftelijk, maar ook mondelijk toestemming gaf. (RBS 978, folio 208). 5) P. Sliepenbeek; Historische inleiding, tentoonstellingscatalogus Commanderie van St. Jan: de Vrede van Nijmegen, Nijmegen, 1978, p. 15- 16: "Er werd bij die gelegenheid [dd. 6-12-1678] vooral gesproken over de neutraliteit van de Kleefse landen, maar Lodewijk [Franse koning] had deze gebieden -zoals hij beweerde - nodig om de grote keurvorst tot vrede te nopen." 6) E. Heyck; Der Grosse Kurfürst, Verlag Velhagen & Klasing, Bielefeld/Leipzig, 1902, p. 40. Ook Smit, op cit.


7) E. H. Kneschke; Neues algemeines Deutscher Adellexicon, 1864. S. Buchholtz, J. Fr. Leynatz; Versuch einer Geschichte der Churmarck Brandenburg, vol. 2. Birnstiel, 1767. 8) D. P. M. Graswinckel; Inventaris van het oud rechterlijk archief Huissen en Malburgen, Den Haag, 1927 (RAG ORA 0569), Bijlage lijsten van richters, p. 70 - 80. Geen vermelding verder over de periode 1659 - 1703. 9) Zo laten vader en moeder Wittenhorst zich als doopgetuigen representeren bij een doop in 1696 bij de Huissense familie Betting: RBS 978, folio 151. 10) N. Jaspikse; De geschiedenis van het Huis van Oranje-Nassau, dl. 2, Zuid Hollandsche Uitg. Mij, Den Haag, 1948, stamboomtabel. 11) P. Bahl; Der Hof des Grossen Kurfürsten, Böhlau, 2001. 12) J. Zweers; Huissen in het conflict Rome - Utrecht, 1701 - 1712, Bijdrage tot de Geschiedenis van Huissen H. K. H. IV, Huissen, 1987, p. 24. Waarschijnlijk verwant aan de latere 'kammerpresident' van Kleef (1696 - 1712). Fr. W. Oediger; Landes- und Gerichtsarchive van Jülilch-Berg, Kleve-Mark, Moers und Geldern; Bestandsübersichten, Band 1, Respublica Verlag, Siegburg, 1057, p. 228. 13) Bijvoorbeeld op 11 maart 1712, RBS 978, folio 165. 14) J. van Toll; De kwartierstaat van Alexander Frederik de Savornin Lohman, in: Sibbe, jrg. 1, nr. 12, dec. 1941, p. 370 - 371.


De familie von Wittenhorst: zes ambtmannen van Huissen

P. G. M. Driessen59

De familie von Wittenhorst, waarover wij eerder schreven (p. 190), behoorde tot de Kleefse ridderschap en leden uit deze familie bekleedden beduidende functies in het hertogdom Kleef. Later dienden zij de heerschappij van Brandenburg-Pruisen in de regio van de Nederrijn. (1)

In deze illustere familie zien wij vele hoge heren, waarvan er in totaal 6 ambtman van Huissen zijn geweest (zie verwantschapsoverzicht op p. 199). (2) Afb. nr. 131. Fragment van de handtekening van Hendrik von Wittenhorst tot Endt, drost van Huissen, op een verkoopacte uit 1570. (Schleicher, op cit, p. 682)

Wanneer wij uitgaan van Frederik Ottho van Wittenhorst-Sonsfeld (ook: Otto Friedrich Sonsfeld, Friedrich Otto von Wittenhorst), ambtman van Huissen van 1707 tot 1753, geboren op 15 december 1678, gedoopt te Huissen op 18 december 1678, wonende te Huis te Horst (Limburg) van 1738 - 1754 en te Huis te Aspel (D.) van 1728 - 1738 en van 1745 - 1755, overleden op Huis te Aspel bij Rees (D.) op 10 maart 1755, 76 jaar oud. Frederik is getrouwd in het jaar 1728, op 50-jarige leeftijd met Anna Dorothea Von Schwerin (19 jaar) geboren 1 september 1709 te Rehberg (D.), overleden op 15 october 1768 te Aspel (D.), dochter van Philipp Julius Freiherr von Schwerin zu Landsberg en Esther Eleonore von Borcke(n). Zij schonk hem 10 kinderen. Zijn ouders waren Frederik Wilhelm (Friedrich) von Wittenhorst en Amalie von Schwering-Spantekow. Friedrich, Freiherr (vrijheer (3) van Wittenhorst, drost en ambtman van Huissen van 1677-1707, werd geboren op 9 mei 1636, (4) te Sonsfeld, aldaar overleden op zijn verjaardag 9 mei 1711, 67 jaar oud. Frederik is getrouwd op 14 februari 1678 in Berlijn (D.), op 34-jarige leeftijd met Amalie Henriëtta Vrijvrouw van Schwerin-Spantekow (Landsberg) (ook: Amelia Hendriëtta van Schotting gelezen), geboren op 3 december 1658 te Cölln an der Spree (Berlijn), aldaar overleden op 30 september 1699, 59 Medelingen H. K. H., jr. 37 (2012), nr. 2, p. 51 - 58.


dochter van Otto von Schwerin en Helena Dorothea von Kreytzen (Kreutzen), drostin van Huissen. Zijn grootouders waren Hermann Johann, Reichsfreiherr von Wittenhorst, Heer van Sonsfeld, etc. (+ 1651) en Wilhelmina van Gent, Vrouwe van Oyen, Dieden en Biesterfeld. Zij waren gehuwd in 1644. Zijn overgrootouders waren Johann Joachim von Wittenhorst, Heer van Sonsfeld, etc., geboren in het jaar 1568, overleden in het jaar 1617 te Gansoien b. Heusden, 49 jaar oud. Johan was gehuwd met Adriana (Wittelsbach) van Schagen van Bejern, overleden voor 1657. Naast Hermann voornoemd, hadden zij een dochter Josina Johanna von Wittenhorst (ook van Wittenhorst tot Lottum) (gereformeerd), wonende te Huissen (1656), overleden op 7 november 1677. (5) Ook genoemd: Baronesse van Lottum en drostinne van Huissen. Werd lid van de gereformeerde gemeente van Huissen in 1656. Josina was gehuwd met Jean Sigismund van Wilick tot Lotthum (ook: Johann Sigismund von Wylich zu Lottumb), Freiherr von Wylich und Lottum (gelegen in de buurt van Rheidt (D.)) zu Gribbenvorst und Gronstein, ambtman van Huissen 1641 - 1645 en 1653 - 1672, geboren rond 1609, wonende te Huissen (1656), overleden op 25 juni 1678, ongeveer 69 jaar oud. In 1656 aangenomen als lid van de gereformeerde gemeente van Huissen. Een zoon van Josina en Johan Sigismund heet Johann Christoph van Wilick tot Lotthum (+ 1680). Hij trouwt 1675 met Anna Ulrika von Solms-Braunsfels. Hij zou in 1672 zijn vader opvolgen als ambtman van Huissen. De betovergrootouders van Frederik Otto waren Hermann, Ridder von Wittenhorst zu Sonsfeld, Heer van Sonsfeld, etc., geboren in het jaar 1534, overleden op 12 juli 1608 te Den Haag, aldaar begraven in de Assendelft-kapel in de St. Jakobskerk, 74 jaar oud. Hij leidde het rijpaard van prins Willen van Oranje tijdens diens begravenis in Delft. Hermann was weduwnaar van Elisabeth van Leerardt (Leerodt). De tweede vrouw van Herman was Aleida van Assendelft. De oudouders waren Johan von Wittenhorst zu Horst, drost in het land van Kessel, overleden te Horst (Limburg) op 3 juli 1569. Johan was weduwnaar van Elisabeth van Baerle. (6) De tweede vrouw van Johan was Josina (Jodoce) van Wees tot Dodenweerd, geboren in het jaar 1497, overleden op 27 november 1572 te Horst (Limburg), begraven aldaar, 75 jaar oud. In de kerk begraven met grote figuren op het graf. (7) Naast Hermann voornoemd, hadden zij een zoon Henrich


von Wittenhorst (ook: Hendrick van Wyttenhorst en van Wittenhorst tot Endt), landdrost te Huissen, ambtman van 1570 - 1593, geboren op 28 mei 1528, overleden te Kleef (D.) op 5 november 1609, begraven te Sonsbeek (D.), 81 jaar oud. Hij leent van Evert Tulleken in 1579 200 gulden ter financiering van het landgoed De Waede (de Poll). (8) Henrich was gehuwd met Jonkvrouwe Ulaendt Maesschereel (ook: Yolanda van Maschereill tot Balgoy), dochter van Johan van Maschereill en Allegonda de Cocq van Opijnen. Uit dit huwelijk werden 5 kinderen geboren, waaronder Johan von Wittenhorst, die trouwt 5 juni 1594 met Anna Lülsdorff zu Holzheim b. Wenau (9) en hij zal zijn vader opvolgen als ambtman van Huissen. Figuur 1. Verwantschapsoverzicht familie von Wittenhorst met diensttermijnen als ambtman van Huissen.

Johan von Wittenhorst zu Horst x Josina van Wees tot Dodenweerd

I Henrich von W. tot Endt broer van Hermann von W.

(1570 - 1593) Heer van Sonsfeld Johan von W. tot Endt Johann von W.-S.

(1594 - 1624) Adam von Schwarzenberg, pandheer van Huissen (1624 - 1641). Josina von W. zus van Hermann Johann von W.-S. x Johan Sigismund von Wylich zu Lotthum (1641-1645, 1653-1672) Johan Christoph von Wylich zu Lotthum

(1672 - 1677) Friedrich Wilhelm von W.-S. (1677 - 1707) Frederik Ottho van W.-S. (1707 - 1753)


Friedrich Ottho von Wittenhorst was heer van Sonsfelt, Aspel (10), Halderen, Boscamp en beleend met Horst en Sevenum (1728 - 1754) en weet zijn functie als ambtman van Huissen te combineren met een militaire carrière. (11) Friedrich Otto, Sonsfeld genoemd, wordt na zijn formele in dienst treden van het Pruissische leger in 1690, op 16 januari 1695 kamerheer van Friederich III van Brandenburg/koning Friederich I in Pruisen, en krijgt vervolgens op 28 augustus 1718 de rang van overste het 11e "Kürassier-regiment" van de Markgraf Albrech (1672 - 1731). In 1725 wordt Sonsfeld chef van het 2e dragonder regiment en zal dat blijven tot 1742. In 1728 promoveerde hij tot generaal majoor en op 25 juni 1739 tot generaal luitenant. In 1745 wordt hij ridder in de Johannieterorde te Wietersheim. Sonsfeld nam deel aan de oorlog om de Spaanse erfopvolging, de veldtocht in Pommern in 1715 en de campagnes aan de Rijn in 1734 en 1735. (12) Het is de vraag, omdat hij bij zoveel veldslagen acte de presence gaf, wanneer hij tijd zou hebben gehad om in Huissen als ambtman op te treden? Of is hij sinds zijn min of meer toevallige doop te Huissen er niet meer geweest? Het schijnt dat hij zijn Huissense zaken op afstand kon regelen. Zijn onderstaande brief aan de Vicaris (kapelaan) van "Hussen" (dd. 5 juni 1708) schrijft hij in ieder geval vanuit zijn kasteel in Aspel (D.).

Afb. nr. 132. Fragment van vertaling van briefwisseling tussen de drost van Huissen

en de kapelaan van Huissen in 1708. (13) (Bibliotheek Arnhem, MAG 168/1) Friederich Otto woonde op kasteel ter Horst van 1738 tot 1754 en op Huis te Aspel van 1728 tot 1738 (na zijn trouwen) en van 1754 tot zijn dood in 1755. In zijn huis te Horst bevonden zich twee belangrijke kunstverzamelingen. De ene betreft een verzameling schilderijen uit de zeventiende en achttiende eeuw bijeengebracht door Willem Vincent van Wittenhorst (kleinzoon van Hendrik van Wittenhorst tot Endt,


zoon van Johan von Wittenhorst tot Endt, beide ambtman van Huissen). De andere verzameling, bekend onder de naam 'Sonsfeld- Sammlung', bestaat uit ongeveer 52 werken (bladmuziek), vaak zonder vermelding van componist, van zogenaamde "Lustige Feldmusik", een bepaald soort barokmuziek met voornamelijk blazers- en strijkers ensembles. (14)

Afb. nr. 133. Kaart met de plaats van Huis ter Aspel rond het jaar 1000. Afbeelding

met wijzigingen overgenomen uit: B. Aarts; De burcht Mergelpe en de Duffel, in: Van toen naar Nu (VEBJ),1976, nr. 6, p. 27.

De positie van Friedrich Otto von Wittenhorst als ambtman werd in Huissen opgevolgd door de ambtsraad Gijsbertus Rooyaards, waarna deze functie uitstierf door de invoering van een nieuwe staatsvorm bij de overgang van Huissen naar het Koninkrijk der Nederlanden. Friedrich Otto's nakomelingen blijven we terug vinden in staats- en militaire functies binnen Pruisische kringen tot in Praag aan toe, waar zijn achterkleinzoon Hugo Freiherr von Wittenhorst-Sonsfeld, (* 1836) "Oberleut. im Kronprinzen Albert von Sachsen, Inf. nr. 11" (15), komt te overlijden op 17 april 1862. (16) Noten: 1) AHVN 124 (1934), p. 124-128, in: H.M. Schleicher; Ernst von Oidtman und seine genealogische-heraldische Sammlung in der Universitäts-Bibliothek zu Köln, Band 16, Mappe 1299, Westdeutsche Gesellschaft für Familienkunde, Köln, 1998, p. 678. 2) Genealogisch bestand H. K. H. en Schleicher, op cit. J. Zweers, E. Smit; De geschiedenis van Huissen in kort bestek, Bijdrage H. K. H. nr. XIII, Huissen, 2000, p. 120 - 121. 3) Zijn Duitse titel Freiherr (letterlijk vrijheer) wordt in Nederlandse documenten vaak vertaald met de aanspreektitel Baron. Ook Reichsfreiherr genoemd, in: H. M. Schleicher; op cit., p. 668. 4) Schleicher: 1644. 5) Schleicher: januari. 6) Schleicher: Maria Elise von Parlo, p. 660.


7) Schleicher: 1573. 8) Zie ook: J. Belonje; Het "Adelijke Gesees" de Poll bij Huissen, Jaarboek van het CBG, jr. 12 (1958), Den Haag, p. 26 - 42. 9) Over Anna Lüllstrof is geschreven in de Mededelingen H. K. H. jr. 1, p. 15. 10) Zie foto van het kasteel Aspel in: E. Smit, Bijdrage H. K. H. nr. I, Huissen, 1987, p. 36. 11) Zie portret van Frederik Ottho van Wittenhorst in: J. Zweers, Huissen in het conflict Rome-Utrecht 1701 - 1712, Bijdragen tot de Geschiedenis van Huissen, H. K. H. IV, Huissen,1987, p. 23. Ook: J. Zweers, E. Smit, op cit, p. 102. 12) Friedrich Otto zou zijn geboren 1680 in Westphalen volgens J. Mebes; Beiträge zur Geschichte des brandenburgisch-preusischse Staates und Heere, vol. 1, Berlin, 1861. p. 324. 13) Ook J. Zweers; Bijdrage H. K. H. nr. IV, op cit., p. 17 e. v. 14) Hierover werd geschreven in Heft 6 Mitteilungen aus dem Schlossarchiv Diersfordt und vom Niederrhein: Friedrich Otto Freiherr von Wittenhorst-Sonsfeld: Ein musikalischer preussischer General. Ook: Muziek op het Huis ter Horst; in: G. F. Verheijen (red.); Tussen Horst en de Maas, St. Het Gelders Overkwartier, 2005, p. 149 - 160. 15) Gothaisches Genealogisches Taschenbuch der freiherrlichen Häuser, Jr. 13, Perthen Gotha, 1863. 16) Schleicher; op cit., p. 671. Met dank aan dra. J. Eeuwes voor de research.


Elk schild heeft zijn verhaal III: Cornelis Wouters

P. G. M. Driessen60

Om reede dat ik ben Vier jaren Koning

Zoo schenk ik deze plaat Aan de Broeders tot beloning

Cornelis Wouters Koning Agnes van Kleef Koningin Huissen den 24 Junij 1834

Aan duidelijkheid laat de tekst op de achterzijde van het geschonken schild niets te wensen over, of toch? Wie waren Cornelis en Agnes? Cornelis Wouters was op 31 juli 1795 in Amsterdam geboren en verdiende voor vrouw Agnes van Kleef en een talrijk kroost in Huissen de kost als slager en winkelier. Een echte stadse? Vermoedelijk niet, want zijn ouders Joannes Wouters en Willemina Gieben hadden meer met Huissen te maken dan de geboortegrond van Cornelis doet vermoeden. Gieben is echt een Huissense naam. Hoe het zij, Cornelis trouwde op 14 mei 1819 in Huissen met Agnes van Kleef, die toen hij op 16 januari 1845 overleed, de winkel in haar eentje voortzette, mogelijk met één of meerdere van hun elf kinderen. Agnes, op 29 mei 1796 gedoopt in Huissen was de dochter van Jacobus van Kleef (ook Cleef en Kleev) en Joanna Heister. Vanwaar Jacobus kwam is in Huissen niet te ontdekken. Agnes was 100% Huissense en stierf aldaar na 70 jaar en 192 dagen op 7 december 1866. Met hun kinderen hadden ze heel wat te stellen. Jacoba (* 1819) kreeg ongehuwd in 1841 een zoon en haar zus Wilhelmina (* 1825) wilde in 1848 niet onderdoen en kreeg ook een kind. Twee zoons stierven zeer vroeg (Johannes Jacobus, 1835 - 1844 en Theodorus Gregorius, 1838 - 1839) en voor de rest van het verhaal zijn zoon Everardus (* 1827, + 1902 te Warnsveld) en dochter Agnes (* 1829) interessant. Dochter Agnes trouwde in 1854 met Gerhardus Veldkamp en de naam van hun kinderen leefde voort tot de generatie van het zich nog kunnen herinneren. Zoon Everardus Wouters zette de winkel van Pa en Ma voort en trouwde in 1856 met Johanna Geertuida van Heek, dochter van Everhardus van Heek, gemeentebode van Huissen. Hun zoon Johannes Wouters (1860 -

60 Mededelingen H. K. H., jrg. 23 (1998) , nr. 2, p. 54 – 55.


1933) omhelsde het tuindersbestaan, trouwde in 1885 met Wilhelmina van Grunning (ook Van Groningen). De lijn tot het heden doortrekkend komt hun oudste zoon Johannes Jacobus Wouters (1886 - 1946) in beeld en die was getrouwd met Johanna Margaretha Damen (1890 - 1974). Nog een kind van Everardus Wouters, Agnes Geertruida uit 1862 (+ 1933), haalt onze generatie. Haar tweede huwelijk op 10 mei 1905 met Hendrikus Lippman (* 1876, + 1966 te Zevenaar), kreeg geen voortzetting in een volgende generatie, wel haar eerste echt. Dit overleefde voorlopig het uitsterven, toen zij in 1894 trouwde met Theodorus Janssen uit Gendt (1853 - 1890). Hun zoon Cornelis Jacobus Janssen (1896 - 1969) trouwt op 6 juni 1894 met Berendina Cremer (1901 - 1988). Pas in 1988 eindigt, voor zover ons archief prijsgeeft, met de dood van Berendina Cremer, deze direct doorlopende reeks van Cornelis Wouters, die voor 1834 al drie keer koning was aleer hij besloot een schild te schenken. De voorzijde van het schild is overigens ook zeer lezenswaardig.

Met blijdschap en Eerbiedigheid Waar ik Koninglijke Majesteit

Bij t vieren van t vijftigste Jubeljaar Van onse Herder op t altaar

Met goude schop en versierde Kroon Geeft God hem een lang leven

En hier na het Eeuwig loon Het welk ik wensch met blijdeschaar

Van onse broeders allegaar. Het metrum en het rijm wordt nogal geweld aangedaan, maar niet het historisch gegeven dat pastoor Henricus Huberts (1760 - 1841) in dat vijftigste Jubeljaar zijn priesterfeest vierde. Het schild uit 1834 behoort tot de koningsketen van het St. Gangulphusgilde.


Afb. nr. 134. Het schild van Cornelis Wouters (achterkant).

(Huissens gildenzilver (G17), p. 54.) De afmetingen van het schild, waarop overigens geen afbeeldingen zijn aangebracht zijn: 14,8 cm. hoog en 10,6 cm. breed.


Mietje van Zwaaij

P. G. M. Driessen61 Het lijkt of alle wegen niet alleen naar Rome, maar ook naar Huissen leiden. Ene heer Van den Berg uit Delft, speurend naar zijn voorouders Van de Zandt (en dergelijke schrijfwijzen) en Van Zwaaij (e. d.) belandde na een tip vanuit het kadaster Arnhem in ons archief en meldde een zijns inziens ludieke vondst. Eén van zijn Huissense voorvaderen had tientallen jaren geleden zomaar zijn memoires aan het papier toevertrouwd, maar niemand in de hele familie bleek geïnteresseerd in zijn mijmeringen, uitgezonderd een familielid, missionaris in Brazilië, die het hem toegezonden verhaal moeilijk kon terugsturen; dankbaar als hij was voor een teken van leven vanuit zijn thuisfront. De Delftenaar was dan ook hoogst verbaasd dat al in "Mededelingen H. K. H." jrg. 11 (1986) het verdwenen gewaande document was afgedrukt. (1) Het verhaal kwam tot ons via één van de vier zonen van de familie Dingjan, die in een Australische bibliotheek de een Huissens brein ontsproten beschrijving ontdekte, het kopieerde en naar zijn ouders zond. Net bekomen van de wonderlijke wereldreis van zijn "verrassing" en overladen met informatie over de winkel annex café, bakkerij en tuinderij aan het Klaphek, ooit in bezit van de familie Willem van Zwaaij, kwam het koetshuis via informatie van Antoon Vedder in de picture. Benieuwd waar dat dan wel mocht zijn geweest, waar van Zwaaij na plaatsmaken aan het Klaphek te faveure van bakker Vedder zich had gevestigd, bood ik hem aan op weg naar de bushalte even te kijken. Wie konden ons beter wijzen naar de juiste plek dan de op een heerlijke zomeravond op het tuinhek keuvelende heren Leijzer en Steijntjes. Op mijn vraag: "Waar woonde Willem van Zwaaij?" kwam een ongecontroleerd, maar spontaan antwoord: "Maar Mietje lèèft nie mèr!", gevolgd door een buikschuddende lach.... De heer Van den Berg ging opgetogen van zoveel (volkse) informatie op het moeilijk pad van heemkunde gepaard aan genealogie, zwevend van geluk de bus in en is sindsdien helemaal gebiologeerd van en door Huissen. De wat belegen lezer zal zich de naam van Mietje van Zwaaij dus zeker herinneren.



N. B. Mietje van Zwaaij werd geboren als Maria van Zwaay (* 1842 te Wageningen, + 1922 te Den Haag) als dochter van Arnoldus van Zwaay en Wilhelmina Janssen. Zij trouwde in 1870 met J. van de Zandt, schipper, vischverkoper (1845, + 1885 te Arnhem). Zij kregen 7 kinderen. Noot: 1) Th. Janssen; De familie van de Zandt, Mededelingen H. K. H., jrg. 11, nr. 3, p. 132 - 137. M. A. v. d. Zandt; Fragmenten uit mijn leven, Mededelingen H. K. H., jrg. 11, nr. 4, p. 182 - 184 en het vervolg in Med. H. K. H., jrg. 11, nr. 5, p. 215 - 217.


Diversen

Bijnamen rond 1780

P. G. M. Driessen62

Veel autochtone Huissenaren zijn de -al dan niet trotse- dragers van een bij-, toe- of scheldnaam. Soms krijgt men zelf een bijnaam, maar meestal "erft" men deze. Er bestaat zelfs een lied, waarin alle Huissense bijnamen zijn opgenomen. De bijnaam is niet alleen iets van onze tijd, maar bestond ook al in het veel kleiner Huissen van rond 1780, toen de stad en de ambten Huissen en Malburgen amper 2000 inwoners telden. De volkse creativiteit stond ook in de 18e eeuw garant voor het bedenken van toenamen, zelfs zo, dat J. W. Kölcken, parochieherder tussen 1743 en 1789 in zijn "dood-boek" er melding van maakt. In de categorie "het-gebrek-van-de-mens" meldt hij de dicke Catharin, als op 2 oktober 1787 Catharina Stocks-Rulings op 70-jarige leeftijd overlijdt (moeder van Richarda Stocks, p. 10).

Afb. nr. 135. "Stadt. Den 2 October is aan een verterende sieckte overleden de Weduwe van Gerrit Stocks, vulgo [vulgo dicto (lat.): in de volksmond gewoonlijk

genoemd] de dicke Catharin, oud 70 jaar." Overlijden van Catharin Stocks-Rulings, 1787. RBS 981, folio 451.

Op 25 maart 1777 stierf Petrus Berns, alias de kreupele Peter als 60-jarige aan de koors. Dat Kölcken in datzelfde jaar Hanne Kregting, de vrouw van Klaas Gerritsen het oude Jantje noemt is terecht gezien haar leeftijd van 94 jaar en dat Hent Dercksen in 1779 om zijn donker uiterlijk den swarten Hent werd genoemd is puur ter onderscheiding van de vele andere Hent Dercksens, die toen Huissen bevolkten. Voor Jan Baptist lag dat anders. Bij zijn dood in 1799 noemt Kölcken hem Jan de Jager (p. 13 ev.), maar of dit jagen in zijn 82 jaren vrouwen dan wel wild betrof, valt hieruit niet op te maken. Ook raadselachtig was de bijnaam van Jan Nienhuijs, die in de volksmond de bijnaam Jan Kroes droeg. Mogelijk heeft het iets te maken met stevig krullend hoofdhaar, maar het kan natuurlijk ook zijn, dat hij



een stevige kroes bier niet versmaadde. Om het willekeurige rijtje af te ronden: de bijnaam van de weduwe Van Doesburg liegt er niet om. Zij wordt door de pastoor Leene Marij genoemd. (zie afb. nr. 136) In de 90 jaren van haar leven kan ze heel wat geleend hebben. Of ze het altijd heeft teruggebracht moet Kölcken uit de biechtstoel geweten kunnen hebben.

Afb. nr. 136. Overlijden van Weduwe van Doesburg, 1779. RBS 981.2, folio 439.


Bijnamen in de 18e eeuw (II)

P. G. M. Driessen63 Snuffelend in D.T.B.-gegevens kom je al vroeg het in Huissen frequent gebruik van bij-, scheld- of toenamen tegen. Binnen de sectie Heemkunde is al een complete kaartenbak vol bijnamen uit Huissen verzameld. Kennelijk een sterk punt van Huissen en al eeuwen lang. Als Jan van Aalten op 6 januari 1811 hemelt, zet pastoor Huberts er als toenaam Jan de Bakker bij. Niet storend, wel gemakkelijk. Joanna Arens (+ 11 april 1777) is in de gemeenschap beter bekend onder de bijnaam de dove Joanna. Wijzend op haar handicap zal daarmee haar "ongetrouwd" zijn in die tijd wel zijn verklaard. Johanna Bruinjes heet bij haar dood op 25 januari 1777 ook wel de herderin. Kennelijk waren in de rubriek "gebreken" nog meer namen in voorraad, zoals de naam Blinde Tewes voor Tewes Cornelissen en Barth van den dikke Barth of te wel Bartholomeus Cornelissen van Blokland. Peter Hermsen was tot hij op 22 januari 1781 overleed in de Huissense gemeenschap beter bekend onder de naam König (zie afb. nr. 137)

Afb. nr. 137. Overlijden van Peter Hermsen, 1782. RBS 981.2, folio 441.

En wie Hendrick Jansen zocht, kon beter naar Hent Otten vragen, zo blijkt op 23 juni 1770 uit het doodboek van de R. K. gemeenschap in Huissen,waar wij een vermelding vinden van zijn weduwe, Elisabeth Dercksen. (zie afb. nr. 138)

Afb. nr. 138. Overlijden van E. Jansen-Dercksen, 1770. RBS 981.2, folio 419.



De dood moet een oorzaak hebben

P. G. M. Driessen64 Onvoorstelbaar het aantal ziektes, dat op de mens in onze tijd wordt losgelaten. maar de 18e eeuw kon er ook wat van. Hieronder een verzameling van de meest voorkomende doodsoorzaken vermeld in het doodboek van Huissen, bijgehouden tussen 1756 en 1815 (RBS 981.2). - bloedspuwing - aen het waeter - bloedvloed - aen een quaade borst - aen de begaaving - aen een ontsteeking in den hals - aen de tering - aen een borstziekte - is schilick gestorven - aen de loop - aen de pocken - aen roodvonk - aen roodgrond - aen de stuijpen - heete of rotkoorts - sinkenkoors - colique (kolieck) - aen een borst- en binnenquaal - aen watersugt - in 't kraambedt - de maselen - aen de hoest - verval van kragten - aen een beroerte - aen het borstwater - aen de wormen - kinkhoest - pleuris - verbranding, enz.



Voorwaar een indrukwekkende reeks, deels voor ons herkenbaar, deels slechts te vermoeden, maar steeds de dood tot gevolg hebbend. Een aantal doodsoorzaken krijgt van de noterende pastoor wat aparte aandacht. Petrus Albers overlijdt in 1799 wegens een verwaarloosde schrik bij het doorbreken van de Rijnswaard. Of Theodorus Brands op 11 januari 1795, oud 60 jaar, die vreselijk aan zijn eind komt, want door het plunderen der Keijserlijke Croaten is hij des snags op holthuijsen in sijn ijgenhuijs hooft en hand afgeslaagen.

Afb. nr. 139. Overlijden van Th. Brands, dd.11-1-1795. RBS 981.2, folio 466.

Ongelukkig is het einde van Frans Claessen op de Brouwketel, want hij is: uijt den tabakshans gevallen, en de stop van Keetje Cremer is ook in en in triest. Oordeel zelf: is op 9 augustus 1795 onder Arnhem aankoome drijven het lichaam van Keetje Cremer, dogter van de Pleij, dewelke so man gist aen de Meuleweg van het schaar gevallen is. den 4 Juny des avonds om 8 uhren alleenig van de omdragt koomende om na huijs te gaan. Sij was omtrent 19 jaar oud (...). De term kanker werd ook toen al in 't openbaar gebruikt, want als Anna van Dillen uit Deutekum (Doetinchem) en vrouw van Gerrit ten Oever op 30 januari 1778 overlijdt, is dat naer een langdurige sieckte aen de kanker in de borst. Puur pech betekende op 10 september 1770 het einde van Daniel Engelhart uit Löven onder Groessen pas 12 jaar oud. Arbeijde hier aen den Dijck, was onder een karre gevallen en overvaeren. Dit overkwam ook Hendrina de Haan op 20 april 1799 nog pas 2 jaar oud. Door het ongelukkig overvaren van een wagen over het hooft, is daags daarna gestorven, terwijl de 65-jarige Derck de Haas enige maanden eerder alleen maar het van de kar afvallen niet overleefde. Sommig afscheid is meer triest door de bijverschijnselen. Zo op 17 juli 1809 als Catharina Hendriks de vrouw van Hendrick Duijts aan de koorsten overlijdt sonder bevallen te zijn egter het kind dood. Bij het overlijdensbericht van ouders wordt als trieste bijzonderheid vermeld hoeveel "onmondige" kinderen er verweesd achterblijven. Bij het afscheid van vrijgezelle Arnoldina Hovs op 14 december 1805 staat echter het omgekeerde; nalaatende een oude moeder van 95 jaer.


Hoe triest moet het volgende afscheid zijn geweest. Hubert Huberts verdronken, smorgens den 3 gevonden in "de roode Leuw", oud armenmeester en heemraadt van Huissensche Schouw, nadat hij sedert dan 21 october 1794 door den oorlog sinneloos geworden en ongelukkig de waakzaamhijd van sijn famielie ontkoome was, oud sijnde 66 jaar en 2 maanden. Dit laatste geschiedde op 2 september 1801 in Huissen.

Afb. nr. 140. Overlijden van Hubert Huberts, 1801. RBS 981.2, folio 482.

Dat Baron Henrick van Heerd en onder meer Bernardus Jansen bij een "schipbreuk" in het Binnenveld (ja, ja!) om het leven komen is triest, maar ook bijzonder voor Huissense omstandigheden, althans wat de doodsoorzaak betreft. Schipbreuk in het Binnenveld op de Schalkshofstede. Toppunt van ellende tenslotte is de volgende notatie: Nicolaas Giessefan, van Groningen onder Vierlinskbeek, ongetrouwt, was uitgegaan om werk te soeken, is op Holthuijsen koomende siek geworden en eenege dagen daarna overleeden, oud sijnde 50 jaaren. We schrijven Huissen 3 februari 1806.

Afb. nr. 141. Overlijden Nicolaas Giessefan, 1806. RBS 981.2, folio 503.


Honderdjarigen in Huissen

P. G. M. Driessen en dr. E. Smit65 Het feit, dat op 23 juli 1989 mevrouw Kersten-Janssen haar honderdste verjaardag vierde was voor ons aanleiding te kijken of er in Huissens verleden meer personen zijn geweest, die deze gezegende leeftijd hebben bereikt.

Afb. nr. 142. Mevrouw C. C. Kersten-Janssen op haar honderdste verjaardag

op 23 juli 1989. (Foto: "De Gelderlander".) Werden er bijvoorbeeld in de 18e eeuw ook mensen in Huissen zo oud? We zijn dat eens nagegaan aan de hand van het doodboek van de rooms katholieke kerk in Huissen tussen 1756 en 1816 (RBS 981.2). Niet altijd vermeldde de pastoor de leeftijd van de overledenen, maar uit de verkregen informatie is toch een goed beeld te krijgen van de levenskansen in die tijd. Een groot percentage van de bevolking haalde de leeftijd van 16 jaar niet. Veel baby's stierven aan de stuipen of aan de uittering; vermoedelijk een verzamelnaam voor een aantal ziekten die in later tijd een eigen naam hebben meegekregen variërend van tuberculose tot kanker. Nogal wat kraamvrouwen overleefden de geboorteperikelen niet en werden dan dus niet ouder dan 30 tot 40 jaar. Verrassend echter het aantal mensen, dat, eenmaal die problemen overwonnen hebbend, erg oud werd. De vrouw van Cornelis Roelofs, Gertrudis Faber, haalde de eeuw net niet en bleef bij 99 steken, toen zij op 8 december 1799 aan de teering en water overleed. Hendrina Boerboom de moeder van Hendrik Putting



bleef ook net vóór de magische grens, toen zij op 9 februari 1795 aan verval van kragten en armoed op de Landaan (ook Lendaan, Malburgen) op de leeftijd van 98 jaar overleed. Dora Arends, de weduwe Sanders, bleef ook twee jaar schuldig, toen zij op 9 december 1792 aan een uijtteering of verval van kragten overleed. Zover kwamen ook Agnes Nabbe, de weduwe van Anton Loosekoot, die op 10 mei 1793 overleed en Janna van Nonna (ook van Nonno en van Onna), de weduwe van Gerrit Houkes, die op 3 januari 1795 de laatste adem uitblies. Jacobus van Kesteren was 96 toen hij op 30 december 1797 aan het borstwater stierf en had op 12 mei van datzelfde jaar Joanna Wolters (ook Anna Wouters) haar leven in dezelfde ouderdom zien beëindigen. Zij echter stierf aan het koude vuur. Hendrick Schaepdick (ook Schaapdijck, Hendrick Scaepdijk, + 6 februari 1767, van oduerdom) en Cornelius Roeloffs (+ 1803) haalden de toch wel geweldige leeftijd van 95 jaar. De pastoor kwam tot de lekenconclusie, dat de doodsoorzaak verval van kragten moest zijn geweest. Joanna Peters-Engelen (94 jaar) stierf op 17 september 1793 aan een beroerte, Joanna (Jantje) Gerritsen-Kregting (94 jaar), in de volksmond "het oude Jantje" genoemd, op 9 april 1777 aan de verterende sieckte en Catharina van Alphen-Van Ditshuysen (93 jaar) op 10 januari 1811. Zij was de echtgenote van koster Joannes van Alphen en werd derhalve begraven in de kerk. Oud-kerkmeester Joannes Raats werd ook 93 (+ 1782), terwijl Peter Arnds (+ 1793) het met een jaar minder moest doen. Helena Koster hield het ongehuwd 91 jaar vol volgens de kerkboek notatie tot 29 december 1814 (RBS 981.2, folio 467 (517)). Zelfs militairen konden van ouderdom doodgaan, zoals Heer Joannes Jacobus Baron Van Voerst, capitein in dienst van de Generale Staten was. Op 14 januari 1789 des morgens tussen 6 en 7 uur, over de 90 jaren stierf de weduwnaar van ouderdom en swackheit, die zijn vrouw baronesse Francisca Maria van Spittael tot de Poll al lang te voren was verloren. Hij werd bijgezet in het familiegraf in de R. K. kerk.


Afb. nr. 143. Overlijden van Baron van Voorst, dd. 14-1-1789. RBS 981.2, folio 452. De ook 90-jarige Helena Sprenger, weduwe van Hendrik Bosman stierf op Nieuwjaarsdag 1801 aan een longteering. Van Catharina, de vrouw van Bernd Hermsen had men de leeftijd niet precies bijgehouden, want toen zij op 22 maart 1766 de laatste adem uitblies, werd haar ouderdom omschreven als circa 90 jaar. Alle 90-jarigen opsommen zou te ver voeren, maar twee willen we hier nog even noemen, omdat over hen iets meer bekend is. De weduwe van Doesburg stierf op 26 december 1779 in het gasthuis aan de Markt van ouderdom. Ze was jaren lang vroedvrouw geweest en droeg de veelzeggende bijnaam "leene Marij". Ze kwam dus kennelijk nogal eens wat tekort. Van Maria Elisabeth Habot staat vermeld, dat ze op Oudjaarsdag 1772 in de namiddag om half vier aan een uijtterende sieckte of ouderdom stierf. Zij was getrouwd geweest met wijlen de kerckmeester Derck van Wil. Tenslotte weten we van haar dat ze woonde in een kamer bij Joannes Vonck in de kleine Kerckstraat. Al met al een hele reeks van 90-plussers in de 18e en begin 19e eeuw. Opvallend daarbij is, dat het met name vrouwen zijn, die in die tijd de leeftijd van de allersterksten wisten te bereiken. Daarnaast telde de 18e en 19e eeuw in Huissen twee (katholieke) 100-jarigen. In de genoemde tweede helft van de 18e eeuw zijn er 36 mensen, die de leeftijd van 90 jaar passeren. Daarvan halen er 13 zelfs de 95+ en beleefden Christina Nising op 4 juli 1783 en Petrus Giesbers op 7 september 1802 op de valreep het eeuwfeest. Giesbers was meester lijjedekker en stierf aan verval van kragten. Dat was - niet onlogisch - ook de doodsoorzaak van Christina Nising, de weduwe van Bart Danen. Zij was overigens nog een vitale tante, want pastoor Huberts schreef, dat zij altoos bij verstand was geweest. Als bijzonderheid wordt van haar nog vermeld, dat zij int jaar 1780 in junio hier op de kerckhof nogh gevormd (is) door zijn Excellentie de Heer Nuntius Buscen. Voor de goede orde, ze was toen dus 97 jaar oud!


Afb. nr. 144. Overlijden van Christina Nising, dd. 4-7-1783. RBS 981.2, folio 444.

Zoals bekend heeft de verbetering van de gezondheidszorg in Nederland geleid tot een aanzienlijke verhoging van de gemiddelde ouderdom in de twintigste eeuw. Op het aantal zeer hoogbejaarden is dat van minder invloed dan men zou denken. Als men in vroeger eeuwen een bepaalde leeftijd was gepasseerd, behoorde men tot de allersterksten en zo bereikten toen enkele "uitverkorenen" de magische grens van honderd jaar. In [de 20ste] eeuw, die nu al voor het negen/tiende deel is voltooid, zijn er in Huissen twee vrouwen geweest, die hun honderdste verjaardag mochten vieren. Terwijl wij het tweede eeuwfeest in 1989 in het begin van dit artikel algeschilderd hebben, is de viering van het eerste eeuwfeest alleen de alleroudste Huissenaren bekend. Het eerste betrof namelijk Adriana Johanna Vedder-Van Kerkhoff, ter plaatse beter bekend als "Joantje Viets". Zij was geboren in Huissen op 25 juni 1814 als dochter van Henricus (Johannes Henricus) van Kerkhof(f) en Bernadina (Ardina) Hugen (RBS 981.1, folio 320). Daarmee was zij in 1914 ook de laatste nog levende Huissenaar, die nog onder Pruisisch bewind in het stadje was geboren. Haar honderdste verjaardag was een voor het toenmalige Huissen zeer feestelijke gebeurtenis. De hele schooljeugd van de plaats trok in optocht langs haar woning in de Damsteeg. Op die gedenkwaardige 25e juni werd een foto van haar genomen, waarop zij zit tussen haar kinderen. Zelfs de landelijke pers besteedde aandacht aan het gebeuren (Katholieke Illustratie, 4-7-1914, jrg. 48, nr. 39, p. 624.) De 101 heeft Adriana Vedder-Van Kerkhoff overigens niet meer beleefd. Zij stierf op 1 april 1915.


Afb. nr. 145. Adriana Johanna Vedder-Van Kerkhoff op haar honderdste verjaardag

op 25 juni 1914. (Foto: coll. H. K. H. Met dank aan dr. Smit.)


Een huwelijksverbod via Huissen omzeild

P. G. M. Driessen66 In het "Nederlands Adelsboek", zo schreef C. P. Briët in het Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie in 1991, staat een deel van de genealogie van het geslacht Ruijsch vermeld. (1) Daarin staat, dat Balthasar Constantijn Ruijsch in 1801 op 73 jarige leeftijd, een tweede huwelijk aangaat, nadat zijn vrouw Gesina de Roos op 14 juni 1800 in Utrecht is overleden. Er zou toen iets vreemds aan de hand zijn geweest, zo concludeerde de schrijver. Dat een man van 73 alsnog een partner zoekt, is van alle tijden en dus niet zo heel exclusief. Waarom dan toch de verwondering? De in 1727 geboren Balthasar Constantijn Ruijsch was niet zo maar iemand. Hij zat als infanterie-officier nogal hoog in de legerhiërarchie en schandalen kon men daarbij niet gebruiken. Dat zijn vrouw in 1800 overlijdt is natuurlijk pure pech en dus gaat hij op zoek naar vervanging. De keuze valt op Maria Gesina de Roos, jawel een familielid en wel de dochter van de broer van zijn eerste vrouw. Zijn tweede vrouw, Maria Gesina Roos, zijn nichtje dus, was 25 jaar, toen zij met haar oom Balthasar trouwde. Zoiets kan alleen in Huissen, hoor ik u denken. Nou was dat toevallig ook zo. De geliefden deden in Utrecht herhaalde pogingen toestemming te krijgen te mogen trouwen tegen de geldende spelregels in. De spelregel verbood namelijk een huwelijk tussen "familieleden" zoals in het geval van Maria en Balthasar. Maria was pas 25 en zou zij 5 jaar ouder geweest zijn, dan zou de wet een ontsnapping hebben toegestaan. Ook als zij reeds weduwe zou zijn geweest, dan had niets of niemand hun trouwplannen in de weg gestaan. Zelfs tot in de Eerste Kamer (2) kwam het gevraagde ter sprake, maar ondanks het positieve advies van het Hof van Justitie van het gewest Utrecht, bleef de deur voor de oom en zijn nicht dicht. Wat in Utrecht niet kan, dachten de twee duifjes, zou in het in het buitenland gelegen Huissen wel mogelijk zijn en dus verhuisden de twee naar Huissen. Daar trouwden ze in 1801 en de getuigen waren niet bepaald de minsten in Huissen te weten de ouderlingen Pilgrim en Rooyaards. Trouwkaarten aan familie, vrienden en kennissen werden er niet verstuurd. Die belangstellenden moesten het weken naderhand vernemen via een bekendmaking in de "Utrechtsche Courant" op vrijdag



24 april 1801. Daar stond te lezen: Aan nabestaanden en Vrienden word bekend gemaakt, dat te Huissen, by Arnhem, op den 1sten April 1801, zyn Getrouwd Balthasar Constantyn Ruysch, Weduwnaar en Maria Gesina de Roos. Op 8 september 1805 werd in Huissen zoon Hendrik Balthasar Constantijn Helvetius geboren. Inmiddels was Maria 30 jaar geworden en dan zou ze voldoen aan de letter van de wet in het gewest Utrecht. Dan kunnen we nu wel weer terug naar de republiek, moeten ze gedacht hebben, maar daarbij hadden ze buiten de waard, in dit geval zowel het Nationaal Gerechtshof als het Departementaal Gerechtshof van Gelderland, gerekend. Daar waren ze nog niet vergeten, dat het trouwlustige paar enige jaren tevoren de wet aan hun laars had gelapt, door hun heil in Huissen, dus in het buitenland te zoeken. Op 3 september 1805 wees het Staatsbewind de aanvraag definitief af. Dan maar weer gewoon in Huissen blijven en wachten op betere tijden. Precies vijf dagen na de afwijzing werd hun zoon in Huissen geboren. Balthasar heeft het gevecht om toestemming niet lang overleefd, want hij stierf op 8 mei 1806 in Huissen aan verzwakking en werd in Arnhem begraven. Maria Gesina vond al weer drie jaar later een nieuw liefje in de persoon van Didericus Johannes Graevestein en trouwde hem in Culemborg. Noot: 1) C. P. Briët; Ruijsch; Een ontweken huwelijksverbod, Jaarboek van het C. B. G., deel 45 (1991), Den Haag, p. 185 - 186. 2) D.w.z. de Eerste kamer van het Vertegenwoordigend lichaam van de Bataafse Republiek: aanvulling op p. 117, Mededelingen HKH, jr. 36, nr. 4.


Index persoonsnamen in de tekst (doopnamen (roepnaam)) Aalbers, Jan Willem, + 22-8-1918 23 Aalten, Maria van 90 Aalten, Gerarda Elisabeth van 124 Aalten, Jan van, + 6-1-1811 210 Aalten, Willem van 45 A(a)rts, Petronella Maria 156 Abbing, Hendrika Johanna, * 1-11-1843, + 4-1-1905 104, 105 Abrahams, Alberta Gerarda, 1856 - 1929 11 Abrahams, Cornelis, 1788 - 1867 9, 11 Abrahams, Joannes (Johannes Abrhams, Abrams), ~ 4-9-1815 9, 10, 11 Abrahams, Joannes Baptista (Judaeus Joseph), ~ 17-3-1776, + 20-7-1795 10, 11 Abrahams, Johannes Cornelis, 1852 - 1869 11 Abrahams, Johanna Alberta, 1845 - 1897 11 Abrahams, Levi 10 Abrahams, Theodora Johanna, 1850 - 1868 11 Abrahams, Theodorus Johannes, 1847 - 1849 11 Abrahams, Wilhelmus Christianus, * 1860 11 Aker, Anna E. van de, * 27-2-1929 te Arnhem 129, 132 Albers, Maria, * 8-4-1831, + 30-5-1877 151 Albers, Petrus, + 1799 212 Albrech, markgraf, 1672 - 1731 200 Alleman, Johannes Adrianus, * 12-7-1912 te Breda, + 13-3-1989 161 Alphen, Joannes van 215 Aren(d)s, Cornelia Maria 30 Arends, Arend 103 Arends, Berta 103 Arends, Catharina, 1823 - 1867 104 Arends, Dora, + 9-12-1792 215 Arends, Theodora, * 1825, + 7-5-1902 104 Aren(t)s, Anna, * ca. 1788, + 8-1-1867 183, 184 Arens, Joanna, + 11-4-1777 210 Arnds, Peter, + 26-4-1793 215 Arntz, Antonius, * 23-11-1917, + 7-11-1932 118 Arntz, Petronella Johanna 119 Assendelft, Aleida van 198 Babptist, Theodorus, 1803 - 1810 14 Baerle, Elisabeth van 198


Baeten, Joanna 45 Balk, Aagje 49 Balk, Andries 134 Balk, Everdina 54 Balk, Maria Elisabeth, 1890 - 1959 134 Balk, Truus 134 Balk, Wilhelmus Hendrikus, 1884 - 1942 (neef van M.E. Balk) 134 Balk, Wim 134 Banzinger, Hannie 168 Baptis, Adriana, ~ 15-7-1738 14 Baptist, Bernardus Gerardus Johannes, * 12-6-1915 te Arnhem 15 Baptist, Gerardus Arnoldus, * 13-4-1881, + 7-2-1970 15 Baptist, Hendrik (Henricus), ~ 21-18-1778, + 25-3-1818 13, 14, 15 Baptist, Joannes (Jan) alias Jan de Jager, ~ 14-3-1698, + 30-3-1779 13, 14, 15, 16, 208 Baptist, Jan Jansen, * 1670 15, 16 Baptist, Joannes, ~ 10-3-1734, + 2-12-1797 13, 15 Baptist, Johannes, * 6-1-1812, + 15-9-1900 12, 15 Baptist, Johannes Josephus, * 18-12-1915, + 7-4-1971 te Arnhem 12, 15 Baptist, Johannes Josephus Hendrikus (Johan), * 6-5-1972 te Arnhem 15 Baptist, John 16 Baptist, Petrus Wilhelmus, * 9-5-1843, + 14-1-1928 Baptist Jans, Hermke 16 Bartels, Fredericus (Fritske), * 11-3-1844, + 11-1-1934 17, 18, 19 Bartels, Johannes, + 3-10-1815 te Hummelo 15, 17 Bartels, Johannes, * 27-1-1815 te Drempt 17 Batist, Koos 16 Beek, Johannes ter 36 Beenen, Eva. + 12-5-1857 115 Beckers, Hendrin (Hendrina Bakker), + 1-8-1806 71 Beijer, Maria de 165 Bekker, Bernardus 33 Bekker, Johanna Maria, ~ 16-11-1817, + 5-1-1883 33 Benders, Dorothea Petronella, * 4-9-1903, + 17-2-1958 189 Berens, Margaretha 182 Berends, Antonius Petrus 106 Berends, Geert 106 Berends, Hendrica, * 31-12-1852, + 15-3-1943 33 Berends, Bernardina (Berens), 1844 - 1930 105 Berendsen, Gerhardus Johannes 57


Berendsen, Johanna Helena, 1901 - 1991 72 Berendsen, Hendrina 30 Berendsen, Cees (Kees) 23 Berendsen, Willemina Maria, * 8-12-1928 te Deventer 57 Berck, Johanna Catharina Margaretha van (Catharina van Berk), ~ 1774, + 8-2-1818 194 Bergh, Johanna van den 145 Berkers, Maria Petronella, * 21-6-1918 te Asten, + 2-3-2005 158 Bernds, Theodorus 33 Berns, Dora 13 Berns, Petrus, + 25-3-1777 208 Berns, Rutgerus 54 Berns, Willemina, * 22-2-1862, + 14-12-1916 53, 54 Bevilacqua, Aloysius 192 Bies, Maria, * 29-5-1877, + 5-12-1927 27, 28 Biesen, Maria Dorothea van 63 Blaspeil, W. J. 192 Bles, Frans 136 Bloem, Maria 11 Blumenthal, Christoph Caspar, Freiherr von (Bloemendaal), 1638 - 1689 194 Bodewes, Josephus Jacobus 160 Bodewes, Theodorus Petrus Johannes, * 17-3-1910 te Pannerden, + 2-10-1944 160 Bodinckhuijsen, Gradus 141 Bodinckhuijsen, Johanna Martina Constantia (Bodinck), * 30-6-1777 te Bosmeer 142, 141 Boedtbergen, Anna Maria van, ~ 1-11-1661, + 5-3-1670 22 Boedtbergen, Anneken van, ~ 7-9-1670, + voor 2-4-1673 22 Boedtbergen, Anneken van, ~ 2-4-1673 22 Boedtbergen, Godefridus van (Geurt Bodtbergen, Godfried van Boetbergen, Bertbergen) 20, 21, 22 Boedtbergen, Hendrijn van, ~ 17-3-1680 22 Boedtbergen, Herman van, ~ 1-7-1668 22 Boedtbergen, Peternel van , ~ 5-5-1675 22 Boedtbergen, Stephanus van, ~ 10-10-1677 22 Boedtbergen, Willem van, ~ 19-11-1666, + voor 11-10-1671 22 Boedtbergen, Willem van, ~ 11-10-1671 22 Boedtbergen, Wilmijn van, ~ 10-2-1664 22 Boe(c)khorst, Wessel 145 Boekhorst, Anna Theodora, * 22-8-1829, + 17-1-1858 76 Boekhorst, Gerthrudis (Geertruida, Roekhorst), * 24-6-1807, + 2-3-1886 145, 146


Boekhorst, Sophia (zus van Anna Th. B., 76) 85 Boekhorst, Willem 85 Boelen, Helena (Leentje) Begga Godefrida, *1859 te Den Haag, + 25-8-1943 23 Boelen, Simon Christiaan Josephus 23 Boerboom, Hendrina, + 9-2-1795 214 Boersma, Riemke 60 Bohman, Gerarda 35 Bolderen, Johanna Antonia Wilhelmina van, * 9-5-1945 te Zuidhorn 185 Bolk, Hendrien (Hendrina, Balk) 165 Bon, Annelies van 106 Bon, Catharina Johanna Theresia Maria (Ini) van, * 19-2-1941 138 Bon, Geert van, 1919 - 2006 (broer van Lies van Bon) 106 Bon, Lies van, * 1921 106 Bon, Marie van 106 Bon, Theodorus Gerardus Maria 138 Boogaarts, Anna Geertruida 167, 169 Borcke(n), Esther Eleonore von 197 Boshooft, Henrick (Boshoff) 25 Boshoven, Bernardina (Boshoove), ~ 1791 26 Boshoven, Everdina 27 Boshoven, Ger(h)ardus (Boshoeven), * 23-2-1800, + 24-1-1863 25, 26, 27, 28 Boshoven, Gertrudis, 1810 - 1810 26 Boshoven, Gradus Hermanus, * 4-1-1907, + 5-7-1977 27, 28 Boshoven, Gradus Jozef, * 13-1-1947 28 Boshoven, Henricus, 1803 - 1805 26 Boshoven, Jacobus Gerardus Jozef (Gert-Jan), * 6-9-1977 te Arnhem 25, 28 Boshoven, Jan Petrus (Jan Peter), * 25-11-1875, + 28-9-1931 26, 27, 28 Boshoven, Johanna, * 11-1-1844, + 25-11-1902 (kleindochter van P. B. + 1836) 87, 88 Boshoven, Petrus * ca. 1749 te Halderen (D.), + 29-1-1836 aldaar 25, 27, 28 Boshoven, Peter (Petrus), * 27-1-1832, + 27-5-1861 27, 28 Bosman, Geertruida Maria, * 14-5-1860 te Bemmel, + 20-12-1907 29 Bosman, Hendrik 216 Boschman, Hendrina 166 Bouwman(s), Hendrijn 39 Bouwmeester, Franciscus Wilhelmus, * 1893 30 Bouwmeister, Christina Johanna, 1921 - 2010 ?


Bouwmeister, Bernardus Johannes, * 1864 31 Bouwmeister, Hermanus Johannes, 1888 - 1932 30 Bouwmeister, Jan 31 Bouwmeister, Johannes, 1903 -1994 31 Bouwmeister, Johannes Antonius, * 17-9-1854 te Loo (Duiven), + 15-5-1928 29, 30, 31 Bouwmeister, Petrus Jacobus, * 1884 - 1965 30, 124 Bouwmeister, Theodora Bernardina, 1922 - 2006 ? Braam, Johannes 60 Braam, Theodorus Gerardus Johanes, * 6-9-1934 te Groesbeek 60 Braam, J. J. van 116 Brandenburg, Friedrich III von, koning Frederich I in Pruissen 200 Brandenburg, keurvorst Frederik Willem van, 1620 - 1688 192 Brands, Geertruid 81 Brands, Theodorus, + 11-1-1795 212 Brandts, Joanna Christina, 1863 - 1936 178 Brans, Jan Willem ? Breunissen, Joanna 124 Briët, C. P. 219 Brinck, Gertruijd van (Geertruit), ~ 1664 51 Brinck, Rutger van 51 Broek, Johanna Frederica Antonia van den 23 Broenen, Anneke 50 Brons, Bernardus (Dirk van Moetje), * 29-8-1845 33 Brons, Bernardus Rutgerus (Bernard), * 7-11-1917, + 26-6-2000 te Arnhem 17, 33 Brons, Cornelis, ~ 14-10-1737 te Zevenaar 33 Brons, Ellen 33 Brons, Jan, � 5-2-1768 te Zevenaar 33 Brons, Jan Willem, * 28-3-1811, + 9-10-1883 33 Brons, Johannes (Joannes Baron), ~ 19-7-1766, * te Angeren, + 19-3-1845 33 Brons, Johannes Antonius Joseph Maria (Joop), * 8-3-1949 33 Brons, Johannes Bernardus (Jan van Drik van Moetje), * 14-12-1884, + 5-6-1980 33 Brons, Maria, + 27-7-1882 (kleindochter van Brons III) 149 Bruijn, Dorothea de, * 28-10-1800 te Elst, + 16-8-1662 76 Brummer, Justus 36 Bruinjes, Johanna, + 25-1-1777 210 Buijng, Geertruida Antonia (Tonia), * ca. 1899 te Elst 175, 176 Buijng, Wilhelmina Maria (Mina), 1907 - 1982 175, 176 Burgers, Johanna Hendrika,


* 12-3-1885 te Maurik, + 17-12-1947 te Arnhem 32, 33 Buscen, nuntius 216 Buscher, Gradus 186 Bussingh, domineeTheodorus, * 1738 te Emmerik, + 21-6-1816 te Benshop? 34, 35, 36 Buurman, Catharina E. 106 Buurman, Jan, 1906 - 1975 106 Buurman, Johannes Theodorus Everardus 106 Buurman, Hendrika, 1905 - 1923 106 Buurman, Hendrina 123 Buurman, This 106 Claessen, dominee 35 Claessen, Frans 212 Clerx, Michael 80 Clopp, Catharina 71 Cocq van Opijnen, Allegonda de 199 Coldenhove 25 Colenbrander, F. C. 116 Collins, Glynne, * 5-3-1962 te Northhampton (G. B.) 76 Coopmans, Gosuwinus 142 Cöp, Riek 113 Cornelissen, Hendrina, * 21-9-1757, + 2-3-1813 183, 184 Cornelissen, Tewes 210 Cornelissen, Theodora 30 Cornelissen van Blokland, Bartholomeus 210 Cremer, dominee 35 Cremer, Berendina, * 1901 te Stokkum, + 1988 204 Cremer, Henricus 78 Cremer, Keetje, + ca. 4-6-1795 212 Da(a)len, Geertruida van, * 17-4-1886, + 20-9-1945 te Duiven 183, 184 Daalen, Paul van 183 Daams, Harmanis (Hermannes, Hermannus, Hermanis Daems), ~ 13-4-1717 38, 39 Daems, Hendrina, ~ 31-12-1744 39 Daems, Hermina, * 1752 39 Daems, Jan 39 Daems, Willemina (Willemijna), ~ 20-6-1749, + 11-12-1794 39, 40 Dalen, Johanna Allegonda van, * 1-7-1863 129, 131 Damen, Johanna Margaretha, 1890 - 1974 204 Damen, Theodorus 27 Danen, Bart 216


Daniels, Johanna 108 Daun von Falckenstein, Elisabeth von, 1602 - 1675 194 Debis, Herman (Thebes, Tehbus, Theuwisse, Teuwisse, Theuwissen), ~ 28-12-1763, + 13-1-1830 149, 150 Deelen, Elisabeth van ~ 10-8-1747 te Elden, + 8-6-1820 123 Deelen, Willemina van, * 17-3-1845, + 1921 110, 152, 154 Dekker(s), Hendrin, * 27-10-1793 te Den Bosch, + 9-7-1878 167, 169 Delen, Willem van 41 Delen, Willem van (Deelen), ~ 10-9-1788, + 17-9-1812 te Leiden 41 Demon, Hermanus (Demans) ? Demon, Johanna Cornelia, 1911 - 1997 89 Demon, Johannes (Demont, Diemant, Dieman) Derix, Jacobus, * 1751 te Horst 45, 47 Derix, Theodorus 45 Dercksen, Elisabeth, + 23-6-1770 210 Dercksen, Hent, + 1779 208 Derksen, Berndina, * 20-10-1799 te Groessen, + 24-9-1843 28 Derksen, Frits 45 Derksen, Gradus (Gerhs Derkzen, Gerhardus), ~ 25-8-1790, + 24-8-1856 te Nijmegen 44, 45, 46 Derksen, Jacobus, * 1836 47 Derksen, Johannes, 1793 - 1872 47 Derksen, Maria Catharina, * 1834 46 Derksen, Maria Christina (Marie) 103 Derksen, Maria Jacoba 56 Derksen, Theodora Maria, * 16-3-1898, + 20-1-1947 132 Derksen, Theodorus Johannes * 1870, + 26-1-1908 te Styrum (D.) 47 Derksen, Wilhelmina 46 Derksen, Wilhelmus Gijsbertus ? Dibbes, Theodora Antonia, * 2-10-1894, + 29-11-1968 96, 97, 98 Dibbes, Peter (Debbes, Dibbits, Dibbets), * 9-4-1833 48 Dibbes, Johannes (Dibbets) 48 Dibbes, Wilhelmina, * 1828 48 Dibbets, Johanna Maria, * 1869 48 Dibbits, Hendrik, * 1837 48 Diemant, Antonius 42 Diemant, Hermanus (Diemont, Demont) 42, 43 Diemant, Johannes (Dieman, Diemont, Demand, Dimans, Demont) * 1805 te Dreumel, + 1884 42, 43 Diemant, Johannes, * 1843 42, 43 Diendenhoven, Maria Johanna Catharina 57 Diepenbroek, Joanna, + 6-10-1846 151 Dietz, Anna Maria Elisabeth, + 1785 81


Dillen, Anna van, + 30-1-1778 212 Dingjan 206 Ditters, Berndina 183 Ditshuisen, Nicolaus van 95 Ditshuysen, Catharina van (Catharina van Alphen-Van Ditshuysen), + 10-1-1811 95, 215 Doefhuizen, Eva 77 Doesburg, weduwe van, + 26-12-1779 209, 216 Do(h)lmeier, Joanna (Tollemeier, Tolmeijer), * 15-12-1758, + 7-10-1820 186, 189 Dorsen, Derk van 24 Dort, Frans van 179 Dort, Riet van (M. M. A. C.), * 1934 179 Driessen, Anna Geertruida Maria, * 22-10-1810 te Wesel (D.) 152 Driessen, Arnoldus 49 Driessen, Gerardus Hendricus 50 Driessen, Hendrina, * 1776 te Arnhem, + 11-8-1828 aldaar 165, 169 Driessen, Johannes 152 Driessen, Petronella 33 Driessen, Petrus Gerardus Maria, * 1936 te Doornenburg 50 Duijts, Hendrick 212 Du(u)ren, Maria van, + 4-8-1804 165 Ebbe(r)s, Hendrina, * 12-1-1800 te Loo (Liemers), + 15-1-1883 128, 129, 132 Eck, Joanna Eleonora van 25 Eerthuijsen, Henrich 51 Eerthuijsen, Joanna (Anna) ~ 8-4-1696, + 1782 51 Eeuwes, J. 65, 114, 202 Eeuwes, Petrus Everardus 64 Eggenhuizen, Alphonsus Maria, * 22-2-1933, + 14-3-1934 60 Eggenhuizen, Alphonsus Maria, * 4-12-1934 59, 60 Eggenhuizen, Antonius, * 22-2-1930 59, 60 Eggenhuizen, Everdiena Hendrina, * 31-10-1888 te Styrum (D.), + 26-10-1954 te Arnhem ..54 Eggenhuizen, Catharina Rosa, * 3-9-1931 59, 60 Eggenhuizen, Frederikus, * 25-9-1924, + 11-12-2000 58, 59 Eggenhuizen, Hendrikus, * 12-5-1928, + 12-11-1981 te Assendelft 59 Eggenhuizen, Hendrina Wilhelmina, * circa 1894 te Styrum (D.) 54 Eggenhuizen, Henk ? Eggenhuizen, Jacobus 54 Eggenhuizen, Jacobus,* 25-9-1924, + 26-7-1971 57, 59 Eggenhuizen, Johannes Albertus,


* 4-10-1921, + 7-11-1959 te Salisbury (G. B.) 57, 59 Eggenhuizen, Jozef, * 11-10-1923, + 4-5-1966 te Arnhem 57, 59 Eggenhuizen, Margaretha Maria, * 22-2-1937 59, 60 Eggenhuizen, Maria Wilhelmina, * 24-11-1895 te Styrum (D.), + 19-9-1988 te Arnhem 54 Eggenhuizen, Maria Wilhelmina Catharina, * 10-11-1925, + 15-10-1957 te Arnhem 58, 59 Eggenhuizen, Petrus Rutgerus, * 10-5-1857 53 Eggenhuizen, Petrus Rutgerus, * 25-7-1891 te Styrum (D.), + 21-7-1954 te Heerlen 54, 55 Eggenhuizen, Petrus Rutgerus, * 23-6-1919 57, 59 Eggenhuizen, Piet (D.C. Lewis), * 1947 57 Eggenhuizen, Sjaak, * 1950 56 Eggenhuizen, Theodorus Johannes, * 8-9-1920, + 30-9-1972 te Geelong (Australië) 57, 59 Eggenhuizen, Wilhelmina Catharina, * 30-3-1918, + 7-8-1922 56 Eggenhuizen, Wilhelmina Catharina, * 29-12-1926, + 29-12-2001 te Arnhem 59 Eilbergen, Johanna 142 Eijmeren, Catharina van 182 Elsing, Hendrina 135 Elsnitz, Catharina van, * 14-4-1807 139 Elsnitz, Johannes Antonius 139 Engelen, Cornelia 142 Engelhart, Daniel, + 10-9-1770 212 Enge(n)ra(a)y, Joanna, 1779 - 1841 139 Evers, Antonius Gerardus Everardus, 1911 - 1972 124 Evers, Catharina, 1871 - 1913 151 Evers, Gerardus, + 31-1-1916 te Elst 30, 124 Evers, Jan Willem, 1907 - 1985 124 Evers, Mien 103 Evers, Piet 153 Faber, Gertruda (Gertrudis), + 8-12-1799 99, 214 Five, Balthasar de 36 Franken, Joanna (Vrancken), * ca. 1750, + 21-9-1831 100 Fromberg, H. W. 116 Geelen, Anna Catharina van 64 Geelen, Anna Elisabeth (nicht van Jan van Geelen, 64) 167, 169 Geelen, Bart van, 1928 - 1989 64 Geelen, Elisabeth Catharina (Bet), * 23-6-1880, + 10-4-1933 (zus van A.E. van Geelen, p. 169) 175, 176


Geelen, Geert van 64 Geelen, Joannes van, * 1762 te Xanten (D.)?, + 2-6-1828 65 Geelen, Johannes Hendrikus (Jan) van, * 9-9-1885, + 30-5-1972 62, 63, 64 Geelen, Lambertus van, * 1794 te Doornik 64 Geelen, Lambertus Hendrikus, 1841 - 1921 64 Geelen, Petrus van, * 23-5-1927, + 22-2-1990 ? Geelen, Wilhelmus Albertus (Wim), * 1920, + 1978 te Arnhem 64 Geerlings, Sophia 48 Gellecum, Everdina Maria, * 18- 11-1899, + 11-2-1975 te Arnhem 138 Gellecum, Maria Wilhelmina 162 Gellecum, Wilhelmus Gerardus, * 30-9-1912, + 30-12-1986 176 Gellecum - Tonk, Els van 152, 175 Gellichs, Maria 49 Gellicum, Geradus Bernardus van (Gellecum) 138 Gent, Wilhelmina van 198 Gerritsen, Hendrina, + 4-10-1864 92 Gerritsen, Klaas 208 Gerritsen-Kregting, zie Kregting Gertsen, Hermen 16 Gertsen, Johanna, * 15-2-1866, + 30-6-1891 76 Gertsen, Johanna Maria (Hanne), * 12-2-1882, + 23-7-1964 175, 176, 177 Geveling, Anna Maria Dorothea, * 1915 146 Geveling, Helena Maria, * 2-11-1855 te Gendt, + 11-1-1933 186 Geveling, Henricus, 1800 - 1886 145 Geveling, Hermanus, * 17-10-1836 145, 146 Geveling, Hermanus Theodorus, * 1875 145, 146 Gieling, Johanna Wilhelmina Maria 57 Gieling, Martinus Jacobus Arnoldus Maria 57 Geiben, Willemina, 1768 - 1843 165 Gieben, Willemina 203 Giesbers, Petrus, + 7-9-1802 216 Giesen, Dorothea, * 17-10-1832 67 Giesen, Gerardus 58 Giesen, Gradus, * 26-5-1804, + 1887 66, 67 Giesen, Joannes, 1771 - 1805 66, 67 Giesen, Joannes, * 17-10-1832, + 1915 . ...66, 67 Giesen, Theodorus, * 25-11-1885, + 16-3-1966 66, 67 Giesen, Wolter, * circa 1719, + 20-12-1799 66 Giessefan, Nicolaas, + 3-2-1806 213 Goris, Rutger 68, 69 Gräef, Hermanus de, ~ 31-3-1759, + 7-3-1804 ?


Graeff, Catharina van de 194 Graevestein, Didericus Johannes 220 Greef, Dora de, * 31-12-1792, ~ 4-1-1793, 72 Greef, Hend de (Hendrik de Gräef, de Greev), ~ 8-4-1759, + 25-10-1850 70 Greef, Jan (Hendrik) de (Greev), + 7-3-1804 71 Greef, Joannes de , ~ 5-4-1795, + 18-6-1795 ? Greuter, Geertruida Afra Maria, * 5-11-1938 te Assendelft 60 Greuter, Hendrik 60 Grobben, Theodora 174 Grunning, Wilhelmina van (van Groningen) 204 Ha(a)g(e)man, Margaretha, * ca. 1760 te Lottum, + 15-7-1830 25, 27, 28 Haan, Hendrina de, + 20-4-1799 212 Haaren, Johanna van 113 Haas, Derck de 212 Haas, Johanna Jacoba de, 1824 - 1880 42, 43 Habot, Maria Elisabeth, + 31-12-1772 216 Haeren, Hendrina 50 Hafkensbrinck, Elisabeth 182 Hageman, Hendrick, ~6-1-1715 te Didam 74 Haren, Johannes van 100 Haselhof, Johannes Albertus 54, 56 Haselhof, Johannes Albertus, * 1892 te Styrum (D.) 54 Haselhof, Johannes Albertus (Eggenhuizen), * 25-4-1913, + 18-6-1994 56, 59 Haselhof, Maria Friederika (Frederica Hazelhof), * 3-1-1894 te Duisburg (D.), + 3-2-1953 te Arnhem 56 Hazelhof, Johannes Albertus ? Hecking, D. 193 Heek, Everhardus van 203 Heek, Johanna Geertruida van 203 Heerd Cornet, baron Hendrick van (Henrick van Heerd), + 28-12-1769 187, 213 Hegehmans, Henrick (Henricus, Hegehms, Hegeman), * circa 1712, + 11-11-1769 74, 76 Hegeman, H. J. Th. (foto van zijn tante op p. 167, 168) 176 Hegeman, Jacobus, H., * 15-11-1930, + 25-7-1999 76 Hegeman, Johanna Maria (kleindochter van de broer van J. Hegeman (III)) 167, 168 Hegeman, Joannes (Jan), ~ 10-3-1798, + 1-4-1837 75, 76 Hegeman, Johannes, * 11-11-1862, + 5-4-1941 76


Hegeman, Johannes Wilhelmus (Jan Willem), * 2-4-1828, + 29-8-1882 75, 76 Hegeman, Johannes Wilhelmus (Jens), * 17-10-1988 [of 1-8?] 74, 76 Hegeman, Wilhelmus J., * 9-10-1892, + 7-1-1967 76 Hegeman, Wilhelmus, J. H. M., * 9-8-1959 76 Hegems, Wilhelmus (Hegeman, Hegehmans), ~ 31-3-1752, + 6-1-1829 75, 76 Heister, Joanna 203 Helmer, Barbara Maria, * 1882 , + 1939 te Arnhem 72 Helmer, Petrus 72 Hemmen, Ferdinand van 153 Henderix, Catharina 33 Henderix, Joanna (Hendriks), + 26-5-1802 150 Hendricks, Everdina 178 Hendriks, Agnes, ~ 18-10-1798, + 4-7-1855 123 Hendriks, Bernardina Johanna, 1877 - 1970 92 Hendriks, Catharina, + 17-7-1809 212 Hendriks, Wilhelmina, * 25-9-1848, + 25-1-1908 98 Hermsen, Agnes Hendrina Maria, 1906 - 1977 49 Hermsen, Anna Margriet 77 Hermsen, Bernd 216 Hermse(n), Catharina (Catrina) 42, 43 Hermsen, Gerardus Theodorus, 1880 - 1934 49, 50 Hermsen, Maria 11 Hermsen, Peter, + 22-1-1781 210 Heubberst, zie Huijbers Heus, Jacomina de (de Heur) 13 Himbergen, dominee van 34 Hoff, Engelien 146 Hofstede, Johanna, 1849 - 1887 64 Hofstede, Maria 166 Hofstede, Petronella Hendrina (Hendrika), * 16-9-1846 (1847? ), + 6-4-1926 108 Hofsteede, Aleida, * 18-10-1805, + 8-9-1875 189 Hogies, Johannes Hendricus 36 Holleman, Catharina Petronella Maria 145 Holmans, Anna 72 Holsbrink, Gerritje Hermana (Hetty), * 27-5-1966 te Valburg 138 Holtus, Theodorus 30 Honters, Maria Catharina Josephina 141 Houkes, Gerrit 215 Hovs, Arnoldina, + 14-12-1805 212 Hovsteede, Jacobus 109


Hübbers, Diny * 25-5-1934, + 9-1-1999 te Arnhem 89 Hubers, Elisabeth (Huiberts), * 14-4-1839 te Driel 132 Hubers, Elisabeth Maria, * 7-4-1880, + 3-3-1917 154, 156 Hubers, Gerald 79 Hubers, (Huibers), Henricus, 1743 - 1805 79 Hubers, Koen 79 Huberts, Catharina Henricus Gerthrudis, * 9-4-1808, + 15-12-1833 78 Huberts, Dorothea, 1812 - 1812 79 Huberts, Henricus (Henrick) pastoor, 1760 - 1841 187, 204, 210, 216 Huberts, Henricus Wilhelmus, 1803 - 1805 78 Huberts, Hubert, + 2-9-1801 213 Huberts, Jan ? Huberts, Joannes Theodorus (Jan), ~ 30-7-1774 77 Huberts, Lamberdina, (haar opa is de broer van Hub. Huberts, 77, 80)) 92 Huberts, Leonardus Franciscus, ~ 29-8-1805, + 6-3-1884 te Zutphen 78 Huberts, Rutgerus Hubertus, * 1802, + 1877 te Zutphen 78 Huberts, Ruthgerus Hermanus Wilhelmus, ~ 1-2-1810 78 Huberts, Theodora 55 Huberts, Theodorus Hermannus, * 1-3-1816 79 Hugen, Bernadina (Adrina) 217 Hugenpoth - Stockum, Jonkvrouwe Maria Adriana Clara Lucretia Bernardina van 115 Huijbers, Anna Maria (Heubbers), ~ 3-10-1768 (zus van J. Th. Huberts * 1774, p. 77) 80, 82, 84 Huijbers, Catharina (Hubers) 139 Huijbers, Hendrick (Huybers), 1743 - 1805 77 Huijbers, Hubertus (Huberts), ~ 30-6-1735 77, 80 Huijssing, Anna Maria 16 Huisman, henricus Wilhelmus (Hendrik) 155 Hulsman, Juffrouw 127 Hus, Anna te (Joanna Tehus), ~ 17-4-1786, + 4-6-1830 13, 15 Hus, Hendrik te 13 Ingenray, Gradus, * ca. 1743, + 16-1-1803 100 Ingenray, Johannes Hendricus, + 1-7-1778 100 Ingenray, Sophia Gertrudis, + 3-8-1780 100 IJsseldijk, Willemina Maria 57 Jacobs, Joanna 182 Jacobs, Paula 57 Jahnke, Karl Heinz 119 Jansen, Albertus 115


Jansen, Antonius (Ton), 1925 - 1999 90 Jansen, Arnolda, * 26-4-1823 te Angeren, + 28-4-1911 123 Jansen, Bernardus 213 Jansen, Bernd 13 Jansen, Elisabeth 33 Jansen, Elisabeth, * 1816 86 Jansen, Ever(h)ardus, * 10-11-1824, + 28-7-1896 te Antwerpen (B.) 85, 86 Jansen, Eewert 188 Jansen, Geert, * 1934 89 Jansen, Gerardus (Grad, De Stop), * 2-12-1887, + 14-9-1961 88, 89 Jansen, Hans 89 Jansen, Hendrick (Hent Otten) 210 Jansen, Hendrikus, * 1850 te Elst, + te Nijkerk 87, 88 Jansen, Hendrikus Dominicus, 1908 - 1981 89 Jansen, Hermina 109 Jansen, Joanna 82 Jansen, Joop, * 1927 90 Jansen, Maria Cornelia, * 13-12-1833, + 8-12-1883 86, 115 Jansen, Peter 123 Jansen, Theodorus, * 8-7-1924, + 2-5-1988 58 Jansen, Wim 89 Jansen Kok, Catharina, * 12-7-1815 te Groningen, + 22-12-1884 98 Jans(s)en, Adelbertsus (Albertus), 1780 - 1857 85, 115 Jans(s)en, Catrijn (Catharina), ~ 26-6-1696 15 Jans(s)en, Hendrin (Henrica), * 1740, � 11-9-1770 164, 165 Jans(s)en, Hendrik 16 Jans(s)en, Henricka 182 Jans(s)en, Johanna Hermina, 1907 - 1986 92 Jans(s)en, Theodorus Isidorus Anthonius, 1885 - 1955 90 Jans(s)en van Ledden, Jan (Johan Scholten) 50 Janssen, Aeltien 77 Janssen, Aleida F., * 28-1-1938 te Amsterdam 98 Janssen, Antonius Hendrikus Wilhelmus, 1883 - 1963 72 Janssen, Antonius Johannes 72 Janssen, Catharina Maria, * 17-10-1886, + 8-8-1966 te Nijmegen 15 Janssen, Elisabeth 17 Janssen, Everdina Maria, 1894 - 1970 134 Janssen, Cornelis Jacobus, * 10-4-1896, + 4-5-1969 204 Janssen, G. B. 116 Janssen, Gerardus Petrus 113 Janssen, Hermina, * 21-8-1802 67


Janssen, Jacobus, + 17-5-1903 104 Janssen, Joanna, + 3-1-1837 9, 11 Janssen, Johanna 167 Janssen, Johanna Arnolda, * 2-3-1879, + 7-10-1945 ? Janssen, Johanna Catharina (Maria, Catharina Maria), * 1850 135 Janssen, Johanna Hendrika, * 1892 134 Janssen, Johanna Maria Aleida, * 9-5-1908, + 7-2-1987 te Nijmegen 183, 185 Janssen, Johanna H. M., * 14-5-1949 te Gendt 28 Janssen, Johanna Josephina Berthranda, * 19-3-1902 te Groessen, + 29-1-1983 161 Janssen, Johannes Franciscus, * 13-1-1864, + 18-9-1917 54 Janssen, Judith, * ca. 1707, + 25-2-1795 184, 185 Janssen, Maria Arnolda, * 2-3-1879, + 7-10-1945 157, 158 Janssen, Matheus 157 Janssen, Petrus, 1839 - 1918 90 Janssen, Stephanus, * 1872 134 Janssen, Theodora, * 1846 67 Janssen, Theodora ? Janssen, Theodorus, * 1853 te Gendt, + 1890 204 Janssen, Truus 103 Janssen, Wilhelmina, * 2-1-1857, + 3-8-1942 176 Janssen, Wilhelmina 207 Janssen, Wilhelmina Antonia Aloisia Henrica, 1918 - 2000 72 Janssen, Willem Antonius 54 Janssen, Willem Johannes Hermanus Franciscus, 1889 - 1976 134 Janssen ten Borg, Joanna 145 Janzen Kok, Joanna 98 Jeurissen, Gerhard 92 Jeurissen, Hendrika Everdina 92 Jeurissen, Jan ? Jeurissen, Johannes (Jan, Janbaos), * 4-1-1864, + 1-2-1922 92 Jeurissen, Johannes Antonius (Jan, Jan van Janbaos), * 22-4-1904, + 4-4-1993 92, 93 Jeurissen, Toon (De Bok) 47 Jeurissen, Willem 47 Jeurissen, Diny 92 Journee-Derksen 126, 127 Kaasgaren, Cornelia Petronella 179 Kasteel, Anna Antonia 106 Kelderman, Hendricus (Hent), 1877 - 1965 166 Kelle, Antonius Petrus (Toon),


* 15-4-1886, + 19-8-1976 te Arnhem 96, 97, 98 Kelle, Antonius Petrus, * 20-12-1959 te Arnhem 98 Kelle(n), Jan (Johannes, Joannes Vreekelder), ~ 14-12-1774, + 3-4-1822 94, 95, 98, 99 Kelle, Johannes, * 21-6-1843, + 7-5-1900 ..98 Kelle, Stefanie, * 13-11-1987 te Arnhem 98 Kelle, Wessel (Wenceslaus), * 21-7-1815, + 28-6-1893 98 Kelle, Wilhelmus, * 5-8-1931 te Arnhem 98 Kemperman, Maria Wilhelmina Theresia, * 17-5-1931 76 Kemperman, Jan 103 Kemperman, Willem 135 Kerkhoff, Everardus 13 Ker(c)khoff(), Joannes van 173 Kerkhof, Adriana Johanna van, * 25-6-1814, + 1-4-1915 166, 217, 218 Kerkho(f), Johannes Henricus van (Hendricus Johannes) 217 Kerkhoff, E. van de 123 Kersten, Antonius Johannes (Toon), 1904 - 1963 103 Kersten, Hendrikus (Hendricus), * 26-2-1820, + 19-3-1902 46 Kersten, Hermanus, 1849 - 1916 46 Kersten, Willem (De goeie man) 46 Kersten-Janssen, C. C. * 23-7-1889 214 Kerstjes, Theodora 131 Kesteren, Jacobus van, + 30-12-1797 215 Kesteren, Peterken van 51 Kinkelder, Theodora 47 Klaassen, Annie 103 Klaassen, Huub 103 Klaassen, Helena Maria (Leen), 1913 - 1986 103 Klaassen, Johanna Maria (An), 1908 - 1998 103 Klaassen, Maria Elisabeth (Tante Beth), 1815 - 1910 102, 103 Klaassen, Theodorus J. (Theo, Thé), 1905 - 1971 102, 103 Klaassen - Bierman, Johanna, 1871 - 1957 103 Klaassen - Lentjes, Anna Maria (An), 1910 - 1991 102, 103 Kleef, Agnes van, ~ 29-5-1796, + 7-12-1866 203 Kleef, Hendrina van (Kleev), * ca. 1798, + 30-4-1831 140, 142 Kleef, Jacobus van (Cleef, Kleev) 203 Klomp, Everdina Christina 158 Kloppenbörgh, Willemina, * ca. 1717, + 27-10-1786 187, 189 Kloppenburg, Anna Maria, * 3-1-1820 11 Kloppenburg, Christiaan, 1800 - 1863 140, 143 Kloppenburg, Christiaan, 1834 - 1912 140 Kloppenburg Christina, 1842 - 1845 140 Kloppenburg, Everhardus 117


Kloppenburg, Hendrik, 1834 - 1902 140 Kloppenburg, Hendrina, * ca. 1844, + 5-8-1846 140 Kloppenburg, Maria Everdina, 1847 - 1907 117 Kloppenburg, Theodorus 11 Kloppenburg, Willem, 1839 - 1864 140 Knuiman, Johannes Bernardus 156 Koenen, Peter, * 24-8-1815 te Herwen, + 20-9-1892 11 Kölcken, pastoor J. W. 13, 186, 187, 208, 209 Konijn, Aloysia 60 Koning, Hendrik de 143 Koning, Herman de 142 Koning, Jan de 142 Koning, Koos de 142 Koning, Paulus de 142 Koning, Petrus de 143 Koomen, Antoon 127 Koomen, Joseph 126, 127 Koster, Helene (Köster), [~ 1727], + 29-12-1814 [87 jaar?] 215 Köster, Henderijn (Cösters, Kösters, Koster) 39 Krechting, Hendrina (Kregten, Kragten), * 1776, + 1-2-1827 166 Kregting, Joannes 151 Kregting, Joanna (Hanne, Jantje), + 9-4-1777 208, 215 Kreytzen, Helena Dorothea von (Creytsen, Kreutzen), * 20-3-1620 te Fischhausen (D.), + 26-8-1677 te Altlandsberg (D.) 193, 198 Krug, Wolfgang 120 Labots, Hermina Maria, 1884 - 1954 90 Laer van Hohenloh, baron Carolus Ferdinandus Adrianus van 115 Lamers, Johannes Lambertus (Jan) 146 Lampert, dr. Carl 119 Ledden, Jan van, ~ 20-11-1697 183, 184 Ledden, Joanna van, ~ 5-6-1695 183, 184 Leeman, Antonius Wilhelmus Maria (Ton) 179 Leerardt, Elisabeth van (Leerodt) 198 Leeuwen, dominee van 21 Lehndorff, Ahasveros graaf van, 1637 - 1688 194 Leijser, Antonetta, * 3-2-1838, + 18-1-1919 184 Leijser, P. 10 Leijser, Theodora 157 Leijser, Theodora Petronella Elisabeth, * 27-7-1907, + 1-4-1985 te Elst 129. 131 Leijzer 206 Leijzer, Alijda, * 29-10-1798, + 30-8-1871 149


Lemm, Maria, 1793 - 1836 178 Lemmen, Anna Leonarda 158 Lentjes, Dien 103 Lentjes, Dina 106 Lentjes, Everdina, * 7-6-1839, + 28-6-1839 104 Lentjes, Everdina Helena, * 30-4-1840, + 1875 104 Lentjes, Gerardus, * 16-8-1842, + 7-7-1926 104, 105 Lentjes, Jan Willem, 1847 - 1939 105 Lentjes, Johanna Cornelia, 1847 - 1960 106 Lentjes, Johanna Maria, * 25-4-1841, + 3-6-1841 104 Lentjes, Johannes, * 1844 106 Lentjes, Johannes, 1878 - 1911 106 Lentjes, Hendrika 106 Lentjes, Hendricus, 1846 - 1846 105 Lentjes, Henk 103 Lentjes, Maria Geertruida (Marie), 1912 - 1988 103 Lentjes, Petronella 106 Lentjes, Petrus Gerardus (Piet), 1908 - 1980 103 Lentjes, Truus 103 Lentjes, Theodora, * 7-6-1839, + 30-6-1839 104 Lentjes, Theodorus (Derk), * ca. 1737 106 Lentjes, Theodorus, * 30-4-1840, + 30-8-1840 104 Lentjes, Theodorus (Dorus), 1808 - 1890 104 Lentjes, Theodorus Johannes (Dorus), 1906 - 1992 103 Lentjes, Wilhelmus, 1846 - 1846 105 Lentjes, Willemina, 1845 - 1847 105 Lentjes - Janssen, Geertruida, 1877 - 1954 103 Lentsen, Grietien 25 Linden, pastoor Basilius Janszoon van der 69 Lippman, Anna Maria, * 6-6-1923, + 29-4-1996 33 Lippman, Hendrikus, * 1876, + 1966 te Zevenaar 204 Lippmann, Maria Jacoba 64 Locht, Antonia (de) (de Logt) 45 Lock, Catharina (Loock), * 23-2-1796 te Cleve (D.), + 2-11-1878 te Nijmegen 46 Loefs, Petronella 33 Logt, Hendrina de 46 Loosekoot, Anton 215 Lülsdorff zu Holzheim b. Wenau, Anna 199 Ma(a)nen, Aaltje van, * 1717, + 15-4-1772 164, 169 Maesschereel, Jonkvrouwe Ulaendt (Yolanda van Maschereill tot Balgoy) 199


Maria N.N. 188, 189 Markes, Maria (Markus), * ca. 1756, + 26-4-1803 76 Martens, Elisabeth Johanna 156 Martens, Jos 86 Marwick, Maria van 72 Maschereill, Johan van 199 Mathijssen, Theodorus 124 Mathijssen, Henrica 85 Meeuwsen, Cornelis, * 1826 114 Meeuwsen, Ernestus * ca. 1700 114 Meeuwsen, Gerardus Jacobus (Koos), * 15-1-1885, + 10-10-1956 109, 110, 111, 112, 154 Meeuwsen, Gerardus Wilhelmus (Gerrit), * 18-2-1924 53, 107, 114 Meeuwsen, Gerhardus 108 Meeuwsen, Hendrikus Theodorus, * circa 1916, + 15-4-1917 111 Meeuwsen, Hendrikus Theodorus (Henk), * 20-6-1920, + 25-6-2003 113 Meeuwsen, Hermina Johanna, * 1-9-1888, + 22-10-1888 109 Meeuwsen, Jacobus Gerardus (Koos), * 26-12-1922, + 17-6-2010 113 Meeuwsen, Johanna 90 Meeuwsen, Johanna Hermina (Hanneke, Anna), * 30-9-1886, + 25-2-1925 109, 110, 154, 159 Meeuwsen, Johanna Maria, * circa 1923, + 10-7-1923 114 Meeuwsen, Johanna Maria, * 27-7-1925 115 Meeuwesen, Maria Johanna, * 10-10-1926, + 16-4-1993 te Groesbeek 114 Meeuwsen, Petronella Marcella (Nel), * 19-9-1921, + 26-5-1964 113 Meeuwsen, Theodorus (Dorus), * 31-10-1852, + 26-6-1932 107, 108, 109 Meeuwsen, Theodorus Hendrikus Jacobus, * ca. 1912, + 5-9-1914 111 Meeuwsen, Theodorus Hendrikus Jacobus, * 31-7-1915, + 12-8-1944 111 Meeuwsen, Wilhelmina Petronella (Mies), * 30-11-1918, + 6-12-1985 te Nijmegen 112 Me(e)uwsen, Hendrina Cornelia, * 19-8-1818, + 1897 135, 138 Meuwsen, Gradus 138 Meijer, Jan Jurien 71 Meijer, Willemina, ~ 12-5-1763 (N.H.), + 22-2-1845 70, 71 Melchels, Jacoba Maria, * 30-8-1964 te Wilp 98 Melchers, Gerarda, * 6-4-1886, + 4-9-1958 te Arnhem 89 Melchers, Hendrik 89 Melchers, Willem 104 Mesman, Willemina 167 Moerkerk, Gradus van 56


Moerkerk, Jacoba van, * 26-5-1916 te Gendt 56 Mom, Cornelis 100 Mom, Johannes 158 Mom, Johannes Franciscus (Frederikus, Jan), * 31-8-1882, + 19-3-1969 154, 158 Moor(man), Jan 172, 174 Moorman, Derckje, ~ 4-10-1711 173 Moorman, Everardus, ~ 23-6-1704 172 Moorman, Everardus, ~ 30-5-1705 172 Moorman, Everardus Christianus, ~ 14-3-1709 173 Moorman, Everardus, ~ 7-11-1712 173 Moorman, Maria Magdalena, ~ 26-2-1710 173 Moorman, Theodora, ~ 8-1-1708 173 Moorman, Theodora, ~ 22-4-1719 174 Moorman, Willemina, ~ 7-5-1706 172 Moorman, Willemina Agnes, ~ 5-7-1715 174 Moorman, Wilhelmus, ~ 27-2-1717 174 Moorman(s), (Johanna) Francisca, ~ 16-7-1721, + 22-5-1784 74, 75, 76, 174 Morsche, Johannes ter 120 Morssinkhof, Gerda Johanna, * 22-8-1923 te Haaksbergen 15 Nabbe, Agnes, + 10-5-1793 215 Nabben, Gradus, + 16-11-1773 40 Nas, Elisabeth 85 Nass, Berndina Gerarda 160 Nederend - Goris, B. 68 Neercassel, Johannes van 192 Neijenhuis, A. 101, 132 Neijenhuis, Stef 166 Nielen, Johanna Maria, * 14-12-1931 te Assendelft 59 Niels, Johanna Maria Elisabeth (Ans), * 6-10-1936 189 Nienhuijs, Jan 208 Nienhuis (Nijenhuis), Maria, ~ ca. 1732, + 18-6-1813 13, 15 Nienhuis, (Nienenhuis), Elisabeth * 25-1-1772 67 Nienhuis, Steven 128 Nising, Christina, + 4-7-1783 216, 217 Nonna, Janna van (van Nonno, van Onna), + 3-1-1795 215 Nuy, Cornelia (Nuij), 1789 - 1860 85, 115 Nuij, Theodorus 104 Oever, Gerrit ten 212 Onna, An van 103


Onna, Johanna Aleida (Anna) van, * 17-6-1911 te Duisburg (D.), + 22-11-1990 te Arnhem 28 Ontijd, Anna Catharina (Catharina Maria Ontijt) 145, 146 Oonk, An 126 Oonk, Cor 126 Oonk, Hendrik 126 Oonk, Marie 126 Ophoff, Wilhelm Hendrik (Willem, Willem Hendrik, Heinrich) 193, 194, 195 Oranje Nassau, Frederik Hendrik, 1584 - 1647 192 Oranje Nassau, Louise Henriëtte van, 1627 - 1667 192 Os, Peter van 115 Os, Peter van, * 16-9-1787 te Aerdt, + 21-2-1862 115 Os, Peter van, * 6-6-1825, + 7-2-1885 86, 115, 116, 117 Os, Theodora, 1819 - 1876 117 Otten, Hendrina 152 Otten, Joanna 15, 16 Otten, Willemijn 188, 189 Otterrein, Georg Godfried 36 Otterlo, C. L. van 171 Oversteeg, Bert(a) 106 Oversteeg, Joanna, ~ 29-1-1782, + 26-4-1857 100 Oversteeg, Joanna, 1759 - 1836 100 Oversteeg, Hermannus, * 1753 100 Oyen, Gisbertha (Geesken, Oyens), * circa 1742, + 5-2-1805 95 Oyen, Michael van 95 Pabst, Joannes, + 1692 193 Pas, Johanna Margaretha, * 14-1-1825, + 3-2-1889 131 Pas, Anna Maria (van de), + 14-1-1799 66 Peelen, Johanna Albarta, * 13-5-1920 te Renkum, + 14-2-1999 160 Pelkman, Gerardus Hermanus Johannes (Gerrit), * 1915, + 17-12-1944 te Brandenburg (D.) 118, 119, 120 Pelkman, Harrie 119 Pelkman, Marie 103 Pelkman, Nico 119 Perckh()oven, Geertruijt van 188, 189 Peters, Aleida Everdina (Aleidis), 1815 - 1882 50 Peters, Alexander 134 Peters, Antonius Gerardus (Antoon), * 5-4-1875 121, 122 Peters, Antonius Gerhardus, 1816 - 1880 122 Peters, Derck 124 Peters, Elisabeth, * 8-8-1772, + 12-12-1846 33


Peters, Gerardus, ~ 22-11-1780, + 6-11-1842 123 Peters, Gerritge 51 Peters, Godefridus, + 1793 122 Peters, Jacobus 33 Peters, Jan, ~ 30-12-1741, + 27-7-1820 123 Peters, Jan, * 11-4-1822, + 1-3-1901 123 Peters, Johanna, 1764 - 1841 41 Peters, Johannes, 1784 - 1850 122 Peters, Johannes Arnoldus, * 30-7-1840, + 13-4-1912 te Genderingen 121, 122 Peters, Hendrikus Wilhelmus * 11-1-1831, + 15-5-1918 72 Peters, Maria, * 1-11-1855, + 23-3-1945 te Silvolde 123, 124, 125 Peters, Matthias 72 Peters, Peter 72 Peters, Wilhelmina, * 1857 72 Peters-Engelen, Joanna, + 17-9-1793 215 Pilsen, kapellaan Laurens van 173 Pilgrim 219 Putters, Theodorus 24 Putters, Theodorus Everhardus, 1815 - 1895 178 Putting, Hendrik 215 Raadts, Joannes (Jan Raats), + 18-8-1782 39, 215 Raadts, Petronella (Petronilla, Raets, Raats, Raaths), ~ 2-1-1724, + 24-9-1769 39 Raaths, Gisbertus (Gijsbert), ~ 11-10-1729, + 28-3-1804 40 Reck(e) von der Horst, Freiin von der 194 Reck, Conrad vonder 194 Reichart, Jacobus 36 Reijmers, Sophia Maria 178 Reijers, Cornelis, * te Groessen 51 Reinders, Hendrik Johannes 57 Reinders, Johanna Hendrina, * 2-9-1920 te Arnhem 57 Remie, Bernardina 11 Remie, Grada Wilhelmina, * 15-2-1891 66, 67 Remie, Jacobus 66 Remie, Wilhelmina Petronella Maria, * 17-5-1947 15 Renshoven, Emerens Jane 141 R(h)eem, Maria van, 1791 - 1866 42, 43 Rijken, Hendrika, * 18-4-1815 te Elst, + 20-4-1881 12, 15 Rijsewijk, Hendrica (van) 47 Rijs(e)wijk, Alberta (Bartje) van 72 Rijsteringh, N.N. 174


Rijsteringh, Jacobus 174 Rijswijk, Hendrika Johanna van 57 Rijswijk, Jan Hendrik van 72 Rikken, Aleida, 1870 - 1938 136 Roelofs, Adriana 94, 98, 99 Roelofs, Aleida Jacoba (Lei), 1919 - 2004 136 Roelofs, Cornelia, 1752 - 1841 100 Roelofs, Cornelis (Cornelius Roeloffs), [~ 29-5-1719] * circa 1788, + 14-3-1803 99, 214, 215 Roelofs, Cornelis, * circa 1758, + 23-7-1798 99 Roelofs, Jacoba, * 1754, + 16-8-1783 100 Roelofs, Jacobus 100 Roelofs, Jan, * 1756 , + 26-3-1805 100 Roelofs, Joanna, + 24-5-1768 100 Roelofs, Johanna Marie, * 1879 126 Roelofs, Johanna Hendrina (Aad), * 1885 127 Roelofs, Willem (De Buul) 126, 127 Roller, Ellen Henriëtte de 33 Roos, Gesina de, + 14-6-1800 te Utrecht 219 Roos, Maria Gesina de, * ca. 1776 219 Rooyaards, Gijsbertus 201, 219 Roskaem, Thomas 51 Roskamp, Gertrudis (Gertruij, Geertruida, Roskaem), * 7-10-1731 49, 51 Roskamp, Marten (Martinus Roska(e)m), ~ 5-12-1699 51 Rouwenhorst, Petrus Johannes, * 30-10-1904, + 14-10-1989 te Breda 177 Royen, Maria van 122 Ruijsch, Balthasar Constatijn, * 1727, + 8-5-1806 219 Ruijsch, Hendrik Balthasar Constatijn Helvetius, * 8-9-1805 220 Rutgers, Geertruida Johanna, * 9-5-1935 te Arnhem, + 20-8-2007 te Arnhem 58 Saad, Joanna, * 1806 128 Saadt, Gerhardus (Gerardus Saet, Saat, Saad, Zaad, Zaadt, Gerrit) * 13-1-1776 te Asperden, + 3-7-1846 128, 129, 130, 131, 132 Saadt, Henricus, * 1815 128 Saadt, Petrus, * 1810 130 Saadt, Theodorus * ca. 1800 13, 128, 130 Saat, Antonius, * 1804 128 Saat, Conradus 131 Saat, Everhardus, * 5-6-1702 te Asperden 131 Saat, Gerhardus (Saad, Saet), * 1-4-1834 129, 132


Saat, Jan, * 16-8-1858, + 19-5-1930 132 Saat, Johanna, * 1838 130 Saat, Johanna Hendrina (Hendrina, Hanne, Zaad), 1842 - 1922 (kleindochter van Saet-Wolters, p. 132) 167, 169 Saat, Johannes G., * 10-2-1927 129, 132 Saat, Johannes Reinerus, * 17-3-1899, + 17-1-1958 te Arnhem 132 Saat, Wesley Wilhelmus Johannes, * 24-7-1986 te Arnhem 129, 132 Saat, Wilhelmus (Willem Zaat), ~ 8-8-1820, + 1-7-1905 128, 131 Saat, Wilhelmus J. G., * 26-11-1958 132 Saet, Jacoba 135 Saet, Mechtildis, * 1843 128 Saet, Theodorus (Saadt), * 17-6-1731 te Asperden, + 1799 aldaar 131 Sak, Geertruida Jacoba, * 31-5-1926 te Millingen 57 Sak, Hendrikus 57 Salemink, Hendrik 99 Salemink, Wilhelmus 46 Sanders, N.N. 215 Sanders, Everdina 142 Sanders, Geertruida Alijda, * 22-8-1856 te Heisen (D.), + 13-2-1920 133, 134 Sanders, Martinus, 1828 - 1874 133 Schaapdijck, Joanna 174 Schaepdick, Hendrick (Schaapdijck, Hendrick Scaepdijk), + 6-2-1767 215 Schaick, Maria van 165 Schagen van Beijern, Adriana van (Wittelsbach), + 1657 198 Scheepers, Adrianus Jacobus 146 Scheepers, Cor, 1919 - 2005 146 Scheerder, Christiaan 86 Schepers, Gerardus Theodorus, * 13-9-1892, + 29-3-1937 te Nieuwenhagerheide 54 Schepers, Johannes Christianus 54 Schepers, Theodorus (Dorus), * 13-11-1860, + 8-3-1943 175, 176 Schmeinck, Johannes Wilhelmus Hendrikus 146 Schmeink, Theo 146 Schneider, Fredrik (Nicolaus Frederick, Snieders, Scheider, Sneider), * circa 1764 80, 84 Schneider, Georg (Scheider) 81, 82 Scholten, Agnes, 1840 - 1919 49, 50 Scholten, Arnold 51 Scholten, Berdina Johanna, * 23-11-1904, + 18-12-1973 136 Scholten, Bob ? Scholten, Catharina, * 2-3-1838, + 9-4-1838 139


Scholten, Cornelis, * 29-10-1854, + 23-2-1935 136, 137, 138 Scholten, Everardus (Evert, Schouten), ~ 8-4-1798 - 1860 49, 50 Scholten, Geertruida, * 9-8-1846, + 11-10-1875, 135, 186, 189 Scholten, Gerardus, 1773 - 1803 139 Scholten, Gerardus * 25-2-1813 te Kranenburg (D.), + 13-4-1871 135, 138 Scholten, Gerardus, 1848 - 1944 135, 136 Scholten, Gerardus Theodorus, * 21-11-1886, + 18-4-1962 136 Scholten, Ger(h)ardus Johannes, 1874 - 1945 135 Scholten, Gerardus Leonardus * 27-10-1891, + 7-10-1971 54 Scholten, Harald Hendrikus Theodorus Maria, * 3-4-1967 138 Scholten, Hendrik 55 Scholten, Hendrikus Cornelis, * 28-7-1895, + 26-10-1951 136, 137, 138 Scholten, Hendrikus Cornelis, * 17-8-1934, + 21-1-2009 138 Scholten, Jacobus (Schouten), * 14-7-1802 139 Scholten, Jan (Joannes) 50 Scholten, Jan, 1858 - 1880 135 Scholten, Johanna 134 Scholten, Johanna, 1849 - 1932 135 Scholten, Johanna Theodora Helena, * 21-7-1946 168, 169 Scholten, Johannes 125 Scholten, Johannes Cornelis (Jan), 1911 - 1992 136 Scholten, Maria, * 1861, + 29-9-1886 135 Scholten, Maria, * 2-3-1838, + 9-4-1838 139 Scholten, Nick Hendricus, * 9-4-1993 te Drempt 138 Scholten, Siemen 174 Scholten, Petrus (Pieter) 135, 138 Scholten, Petrus, 1845 - 1918 135 Scholten, Petrus Wilhelmus 112 Scholten, Thomas, + 30-8-1836 49, 50 Scholten, Wilhelmus Johannes (De Schoes), 1903 - 1984 136 Scholten, Willem, * 1852 - 1852 135 Scholten, Willem, * 1864 135, 136 Schouten, zie Scholten Schopman, Johannes Hendricus, * 1839 11 Schriever, Hendrina 54 Schrijver, Aleida 138 Schrijver, Hermanus Mattheus, 1906 - 1963 156 Schrijver, Petrus 135 Schueren-Helmich, M. van de 23 Schuiling, Christina 165 Schuurman, Antonius Franciscus, * 1816 141, 142 Schuurman, Antonius Franciscus, * 5-11-1843 142


Schuurman, Gerardus Godefridus, * 1826 141 Schuurman, Hendrik (broer van Maria Catrina Sch., p. 139) 141, 143 Schuurman, Herman, * 1823 te Batenburg 141 Schuurman, Hermannes, * 16-2-1804 te Batenburg 141 Schuurman, Joanna Martina Constantia, * 28-2-1809 142 Schuurman, Joannes 142 Schuurmans, Bernardus Antonius, 1933 - 1933 142 Schuurmans, Hendrik, 1767 - 1855 140, 141, 142 Schuurmans, Johannes Antonius Franciscus, * 1896 142 Schuurmans, Lambertus 141 Schuurmans, Maria Catrina (Catharina Schuurman), * 4-8-1806 te Batenburg, + 30-10-1845 (zus van H. Sch., p. 141) 139, 140, 142 Schwarzenberg, Adam von 199 Schwerin, Amelia Hendriëtta (Hendriette, Amalie Henriëtte von Schwerin-Spantekow (Landsberg)) von (van), freifreulin von Schwerin), * 3-12-1658 te Cölln an der Spree (Berlijn, D.), + 30-9-1699 aldaar 190, 191, 195, 197 Schwerin, Anna Dorothea von, * 1-9-1709 te Rehberg (D.), + ca. 1768 197 Schwerin, Felix von 195 Schwerin, Frederike Louise Wilhelmina von, 1600 - 1681 194 Schwerin, Otto von, * 18-3-1616 te Wietstock bei Ückermünde (D.), + 14-11-1679 te Altlandsberg (D.) 193, 198 Schwerin zu Landsberg, Philipp Julius Freiherr von 197 Segers, Antonia Maria, * 14-8-1864 te Didam, + 8-2-1941 76 Siebenheller, Jan 144 Siebenheller-Vermeulen, A. 4 Siekierski, Tadeus 120 Siepman, Gijsbertus Franciscus, 1868 - 1935 151 Siepman, Jan, * 11-8-1785 te Wesel (D.), + 29-1-1833 151 Siepman, Jan, * 10-9-1824, + 12-1-1894 151 Siepman, Joanna Maria Dorothea (Anna), * 1781 te Wesel (D.), + 1861 151 Siepman, Johan Daniel Simon 151 Siepman, Johann Wilhelm Engelbert, * ca. 1727 te Wesel (D.), + 19-11-1805 151 Siepman, Johannes Wilhelmus, 1855 - 1910 149 Siepman, Maria Petronella (Petronella Maria), * 23-8-1860 , + 10-11-1931 148, 151 Slinckman, Hendericus, * 12-5-1768, + 9-11-1812 67 Slinkman, Dorothea, * 1803 166 Sluiter, Agnes 49 Sluiter, Aleida Bernardina (Anna), * 30-1-1919, + 1981 168, 169


Sluiter, Hannes 17, 103 Sluiter, Harrie 103 Sluiter, Jo 103 Sluiter, Johanna, * 1-2-1818 17 Sluiter, Marie 103 Sluiter, Peter 124 Sluiter, Riek 103 Sluiter, Theodora 54 Sluiter, Theodorus Wilhelmus, 1921 - 1977 124 Sluiter - Bouwmeister, Theodora 123 Smit, Emile Johannes Theodorus Albertus Maria Anne, * 1950 68, 72, 192, 194 Smit, Emile Marinus 72 Smits, Johanna (Smid, Smids) 42, 43 Smits - van Oyen, J. 116 Smulders, Aleida, 1800 - 1885 145, 146 Smulders, Aleida Johanna Geertruida, * 1888 146 Smulders, Antonius, ~ 20-11-1810 145, 146 Smulders, Cornelia Hermina, * 1882 146 Smulders, Johannes Theodorus Antonius, 1843 - 1919 146 Smulders, Theodorus (Jan Derk) 145, 146 Smulders, Maria Catharina, * 17-12-1841 145 Smulling(s), Maria 100 Smullings(s), Margaretha, * ca. 1743, + 1-5-1810 100 Sneider, Nicolaus, ~1804 82 Solms, Braun(s)fels, Amalie van,1602 - 1675 192, 194 Solms Braunsfels, Anna Ulrike (Ulrika, Ultricia), * ca. 1650, + 1700 te Utrecht 194, 195, 198 Solms Braunsfels, Johann Albrecht II, 1599 - 1647 194 Somm, Joanna 115 Somnitz, L. Chr. von 192 Spanbroek, Aleida Johanna, * 1871 te Gendt, + 1954 te Doornenburg 49, 50 Spanbroek, Hendricus, 1838 - 1890 49, 50 Spanbroek, Peternel 164 Spittaal, Joanna Antoinetta van 174 Spittael tot de Poll, Francisca Maria baronesse van 215 Sprenger, Helena, + 1-1-1801 216 Ste(e)geman, Johanna Catharina 54, 56 Stegeman, Rosalina 124 Steen, Arnolda Alijda van, * 8-3-1812 11 Steen, Margaritha van, ~ 5-5-1769 te Kekerdom, + 4-12-1844 76 Steen, Peter van 11


Steenhof, Gertrude, * 19-8-1818 te Bemmel, + 27-9-1897 138 Steijntjes, N.N. 206 Sterk, Wilhelma 33 Stern, Maria Elisabeth 151 Steur, Jan 183 Stevens, Johanna 44 Stevens, Henk 144 Stift, Johanna 158 Stocks, Gerrit 208 Stocks-Rulings, Catharina, + 2-10-1787 (moeder van Richarda St., p. 10) 208 Stocks (Stox), Richarda (Rijck) Jacobsdr., ~ 4-1-1748, + 1-12-1818 te Utrecht 10, 11 Stoffels, Wilhelmina Johanna Maria, 1909 - 1996 159 Straatman, Dirk 122 Straatman, Margaretha Geertruida, * 6-3-1844 te Utrecht 121, 122 Straatman, Thé 103 Sweers, Sibilla (Sweeren) 174 Swelm, Gerrit van 186 Tenwesteneind, Derck 182 Terbruggen, Mechtildus, * 21-1-1815 te Asperden 131 Teunissen, Coenradus (Tönnissen) 77 Teunissen, Dorothea, ~1-4-1739 te Hulhuizen 77, 80 Tewes, Joannes Henricus (Jan, Theuwissen), * ca. 1740, + 14-5-1801 150 Thebes, zie Debis Thebes, Joannes, * 6-11-1796, + 28-8-1851 149 Thebes, Johannes Wilhelmus 134 Thebes, Johannes Wilhelmus (Jan), * 25-2-1860, + 3-3-1931 148, 149 Thebes, Hendrina, 1863 - 1902 149 Thebes, Hermanus (Herman), * 25-2-1831, + 1-1-1872 149 Thebes, Herman Johannes, 1932 - 1999 134 Thebes, Han 134 Thebes, Maria Hendrina 138 Thebes, Nicole 134 Theunissen, Wilhelmina Everdina, * 27-7-1839, + 8-4-1897 76 Thissen, Johanna 138 Thuis, Hendrik, 13 Tonk, Alberta Wilhelmina (Bertha), * 12-11-1904, + 3-4-1980 te Arnhem 155 Tonk, Alouis 162 Tonk, Antonius Gerardus, * 30-3-1918, + 17-9-1944 161


Tonk, Antonius Johannes (Toon, Antoon), * 30-4-1884, + 31-12-1970 te Arnhem 110, 154, 159 Tonk, Elisabeth (Lies), * 25-9-1924, + 20-1-1984 161 Tonk, Everdina Hendrika Maria, * 2-2-1910, + 31-10-1999 156 Tonk, Gerard Antonius Maria (Geert), * 15-11-1929, + 7-3-2011 te Nijmegen 162 Tonk, Gerardus Antonius, * 1917, + 8-10-1917 158 Tonk, Gradus Wilhelmus (Gerardus), * 7-1-1877, + 29-4-1930 te Arnhem 154, 155, 156 Tonk, Hendrik (Hent), * 12-4-1848 te Gendt 110, 152, 153, 154 Tonk, Hendrikus Johannes, * 10-11-1905, + 1906 156 Tonk, Hendrikus Mat(t)heus, * 5-12-1912, + 30-6-1947 te Aruba 158 Tonk, Hendrikus Theodorus, * 7-11-1911, + 25-8-1972 159 Tonk, Henricus Antonius, 1923 - 1944 157 Tonk, Johanna, * 30-4-1923 161 Tonk, Johanna Maria (Hanneke), * 19-12-1886, + 22-7-1966 111, 112, 154, 162 Tonk, Josepha (José) Constanse Gertruda Maria, * 1938 162 Tonk, Karel Henricus Maria, * 1931 162 Tonk, Maria, * 3-11-1922, + 21-7-1969 te Groesbeek 161 Tonk, Maria Johanna (Mietje), * 19-11-1882, + 5-5-1961 te Arnhem 154, 158 Tonk, Maria Theodora, * 30-8-1908, + 1988 156 Tonk, Paulina Maria Louise, * 1938 162 Tonk, Petronella Hermina, * 1917, + 6-2-1917 161 Tonk, Petronella Johanna Maria, * 28-9-1919, + 27-1-2008 te Arnhem 161 Tonk, Petronella Wilhelmina Maria, * ca. 1913, + 26-9-1914 159 Tonk, Servatius Alphonsus Maria, * 1934 162 Tonk, Theodorus Hendrikus (Thé), * 9-11-1915, + 14-6-2001 160 Tonk, Wilhelmina Alberta, * 17-11-1906, + 18-2-1987 156 Tonk, Wilhelmina Petronella Josepha, * 3-3-1914, + 29-8-1993 159 Tonk, Wilhelmus, * 12-8-1806 te Didam 152 Tonk, Wilhelmus Gradus (Willem), * 24-12-1878, + 23-10-1970 154, 157, 158 Tonk, Wilhelmus Gradus (Wim), * 3-4-1916, + 12-9-1998 te Arnhem 158 Tonk, Wilhelmus Josephus Maria (Wim), * 1939 162 Tönnisen, zie Teunissen Tulleken, Evert 199 Tus, Gerardus (Te Huis 100 Tuss, Christina 60 Turk, Bernardus Johannes 156 Vaal, Johanna, * 1836 te Elst, + 29-8-1911 145, 146


Vaal, Johannes 145 Valentin-Elsnits, N.N. 194 Vasterijk, Joannes 174 Vedder, Aaltje (Alida), * 6-7-1773 ? Vedder, Adelbertus (Albertus), 1775 - 1847 165 Vedder, Albertus (Albert), 1852 - 1873 165 Vedder, Albertus, * 1841 166 Vedder, Anna Maria, * 1824 167 Vedder, Antonius Everhardus (Antoon), 1926 - 2002 168, 206 Vedder, Bernardus, * 1824 166 Vedder, Bernardus (Wilhelmus), * 6-6-1748, + 18-1-1820 165, 166, 169 Vedder, Casparus Hermanus, 1809 - 1891 165 Vedder, Casper (Casparus), ~ 29-5-1745, + 3-4-1805 165 Vedder, Everdina, * 1855 166 Vedder, Hanne, + 1964 166 Vedder, Hermanus Johannes (Herman), 1918 - 1997 124 Vedder, Jan, 1768 - 1768 164, 165 Vedder, Jan, * 6-1-1772 165 Vedder, Jan (Joan Veders, Joannes, Veder, Vedders), * ca. 1714, + 27-1-1784 164, 169 Vedder, Jan, * 1823 166 Vedder, Jan 167 Vedder, Joanna, 1767 - 1819 164 Vedder, Joannes (Jan), * 10-10-1780, + 1860 166 Vedder, Johanna, * 1828 167 Vedder, Johanna Helena Aleid? Priscilla, * 23-12-1977 168, 169 Vedder, Joannes (Jan), ~ 17-6-1743, + 1825 164 Vedder, Johannes Theodorus, * 8-2-1914, + 1990 168, 169 Vedder, Frans, 1834 - 1861 167 Vedder, Hendrik, * 6-3-1820 167, 169 Vedder, Hendrik, 1835 - 1836 166 Vedder, Hendrikus, * 1837 166 Vedder, Hendrik, 1840 - 1840 166 Vedder, Hermanus Johannes, 1918 - 1997 124 Vedder, Maria 141 Vedder, Maria, * 6-9-1770 164, 165 Vedder, Maria Magdalena, 1881 - 1949 166 Vedder, Mechteld, * 1769 - 1769 164, 165 Vedder, Nicolaas, * 1752 164 Vedder, Peter, * 1839 167 Vedder, Petrus, * 9-12-1826 - 1827 167 Vedder, Petrus Theodorus, * 7-2-1872, + 1956 167, 169 Vedder, Petrus Theodorus, * 3-2-1946 168, 169


Vedder, René, * 1987 168 Vedder, Theodora Aleida, * 1869 166 Vedder, Theodorus, 1772 - 1816 164 Vedder, Theodorus, 1782 - 1784 167 Vedder, Theodorus, 1784 - 1784 167 Vedder, Theodorus, * 1788 167 Vedder, Theodorus, * 22-9-1795, + 13-1-1879 166, 167, 169 Vedder, Theodorus, * 20-1-1827 166 Vedder, Theodorus, * 1830 167 Vedder, Theodorus, * 29-11-1845 167, 169 Vedder, Theodorus, 1879 - 1943 167, 168 Vedder, Theodorus, * 1956 168 Vedder-Van Kerkhoff, zie Kerkhof Veels, Albert 10 Velden, Gudula van der 96 Veldkamp, Gerhardus 203 Velen, Jantje(n) van (Jantie) 21, 22 Verbrug, Hendrina Laurentia 178 Verhaegh, Hendrina Maria, * 18-3-1893, + 11-1-1976 76 Verheijen, Maria 54 Verhoeven, Maria 57 Vermaas, A. T. 170 Vermaas, Ciska 83, 84 Vermaas, Ruth 115 Vermaes, Emond 170 Vermeulen, Catharina Christina (Van Meulen), * 1886 63 Vermeulen, Maria 166 Verwa(a)ijen, Hester 171 Verwaayen, Lucia, * 20-7-1817 142 Vesterinck, Stephanus 174 Vesterinck, Hermen van 174 Vestering, Anna Catarina van 172, 173 Vestering, Stephanus, ~ 2-4-1727 171 Vesteringh, Hendrick 172 Vesteringh, Hermen 174 Vesterink, Klaasje 174 Vestren, Johanna Catarina 173 Vestren, Hendrik 173 Vestren, Marij 173 Vestringh, Willem Hermsen 174 Vijstren, N.N. 173 Vinceler, Steven (Stephaen) van, * ca. 1647 te Arnhem 21, 193, 194, 195


Vis, Joanna 182 Visser, Albertus Rutgerus (Bart), * 17-1-1878, + 5-4-1978 175, 177 Visser, Albertus Rutgerus (Bartje), * 31-1-1913, + 22-11-1916 175, 177 Visser, Geertruida Maria (Truus), * 13-7-1909, + 13-11-1995 175, 177 Visser, Gerardus (Gradje), * 14-2-1906, + 20-11-1916 175, 177 Visser, Hendrikus Johannes (Henk), 1914 - 1989 175, 176 Visser, Petronella Maria (Nel), * 10-11-1915, + 9-3-1994 175, 176 Visser, Theodorus Rutgerus (Dorus), * 1-11-1873, + 1-12-1963 175, 176 Visser-Derksen, N.N. 175 Visseringen, Anna van 172 Visseringen, Willem van 172 Vleuten, Allegunda van (Gudula, Gunda van Vloeten), * 1775, + 3-6-1856 94, 95, 98, 99 Vleuten, Arnoldus van 95 Vleuten, Cornelius van, ~ 26-11-1698 96 Vleuten, Wessel van 96 Vlueten, Wessel van, * circa 1741, + 6-1-1814 95, 96 Voerst, Joannes Jacobus baron van (Voorst), + 14-1-1789 215, 216 Volbregt, Jacoba (Tolbergt) 23 Vonck, Joannes 216 Vooren, Ester ter, ~ 18-10-1703 te Asperden 131 Vreekelder, Govert (Gisbert) 95, 98, 99 Vreekelder, Joannes, zie Jan Kelle Vuren, Hendrina van 89 Wachsmann, dr. Alfons Maria 120 Wagener, Johanna Christina Catharina (Annie), * 4-7-1943 te Bemmel 131 Wannet, Jan 80 Wassink, Godefridus 13 Weerd, Anna van 188 Wees tot Dodenweerd, Josina (Jodoce) van, * 1497, + 27-11-1572 te Horst 198, 199 Weitjens, Everdina, 1820 - 1902 178 Weitjens, Franciscus Theodorus, * 1846 179 Weitjens, Gerardus 178 Weitjens, Gerardus Jacobus, 1829 - 1869 178, 179 Weitjens, Hendrik Johannes, * 1841 179 Weitjens, Henricus K. (Hendrik, Hermanus), ~ 10-9-1794 te Herwen, + 12-6-1877 178 Weitjens, Henricus Johannes, 1863 - 1936 179 Weijtjens, Maria Mathilda Antonia Cornelia (Riet), * 1934 179 Weitjens, Mathilda 179


Weitjens, Wilhelmus Franciscus (Willem), * 1837 179 Weitjens, Stephanus, * 1824 178 Werff, Gertien 79 Wessel, Arnoldus van (Arent, Aerndt, Arnt van Wissel, Arent Wessels) ~ 12-2-1679 187, 188, 189 Wessel, Franciscus (Frans) van (van Wissen), * 29-11-1714, + 8-6-1784 187, 188 West, Catharina ten 181 Westeind, Anna Maria 181 Westeint, Joannes ten, * 17-9-1636 184 Westeint, Henricus ten 182 Westen, Aerndt te 181 Westenein, Lijsbeth te 182 Westeneind, Albert 182 Westeneind, Antonius (ten), * 17-3-1829, + 23-6-1907 ? Westeneind, (Paulus, ten Westenijndt), * 1-7-1789, + 15-11-1866 183, 184 Westeneind, Theodorus, * 6-3-1753, + 4-8-1843 183, 184 Westeneind, Anna Gijsberta ten, * 17-1-1868, + 9-10-1944 te Harskamp 185 Westeneind, Dorothea Ten, ~ 1811 182 Westeneind, Johanna Theodora ten, * 13-11-1970 te Arnhem 181, 185 WestenEind, Joannes (Jan) ten, * ca. 1660, + ca. 1723 184 Westeneind, Johannes Jacobus Paulus (Jo) ten, * 12-5-1943 183, 184 Westeneind, (Poulus) Bernardus (Paul) (ten), * 22-8-1866, + 27-10-1944 te Hoogland 183, 184, 185 Westeneind, Poulus Bernardus (Paulus) ten, * 29-3-1905, + 5-9-1991 184 Westen Eind, Steven te 181 Westen Eind, Theodorus (Derck) ten, ~ 3-2-1700 183, 184 Westeneinde, Albert 182 Westeneinde, Steven te 182 Westeneinde, Helena ten 182 Westeneinds, Jan 182 Westeneindt, Albertus den Jongen 182 Westeneindt, Fenneke ten 182 Westeneindt, Jan te 182 Westeneint, Albertus ten 182 Westeneint, Arent ten 183 Westeneint, Henricus ten 182 Westen Eint, Steven ten 181 Westeneijnd, Albert Ten 181 Westeneijnde, Albert 182


Westeneijnde, Steven Te 182 Westeneijnde, Jan Ten 181 Westeneijndt, Arent 181 Westeneijndt, Hendrina 181 Westeneijndt, Jan te 182 Westeneijndt, Aernt Ten 181 Westeneijndt, Henricus ten (Hendt Westeneind), ~ 4-11-1728, + 28-3-1778 183, 184, 185 Westeneijnt, Arent 181 Westeneijnt, Arent te 181 Westeneijnt, Jan Ten 181 Westenijnd, Hendrik 182 Westenijnd, Anna Maria Ten 182 Westenijndt, Petronella ten 182 Westereind, Fenneke te 182 Westereindt, Henderske ten 182 Westerijnd, Paulus ten 182 Westeringh, Catharina 173, 174 Westeringh, Hent 173 Westren, Catarina 173, 174 Westren, Jacobus 172 Westrenen, Jan 174 Wiegering, Johanna Christina 122 Wieggers, Wilhelmina Maria Johanna, 1885 - 1922 90 Wijck, Richardus van 117 Wijnands, Johanna Christina, * ca. 1887 121 Wijstren, Catharina 173 Wijstren, Hendrick 173 Wil, Derck van 216 Wildenbeest, Geertruida 133 Willemse(n), Hendrina (Hendrien) 104 Willemsen, Alijda Johanna, * 25-12-1931, + 4-5-2001 162 Willemsen, Antonius, * 8-10-1854 124 Willemsen, Arnolda Maria,* 9-9-1882 30, 124 Willemsen, Gerhardus 124 Willemsen, Hendrik 129 Willemsen, Hendrina Everdina, * 20-4-1836, + 8-4-1892 28 Willemsen, Hermina Cornelia (Cornelia Hermina), * 1850 146 Willemsen, Johanna Maria, * 1-3-1849, + 22-11-1929 12, 15 Willemsen, Johannes Bernardus 161 Willemsen (Wilmsen), Maria 150 Willemsen, Theodora Johanna, * 15-10-1861, + 26-10-1918 132 Willemsen, Willemina 66


Willemsen van Eck, Johanna 187 Wintering, Berendina 17 Wissel, Hermen (van Wissen, van Wisse, van Witze, van Wissel, Wessels, van Wessel) 189 Wissen, Anthonius van (Anton), + 28-12-1769 187 Wissen, Hendricus Antonius van (Hent de Wessel), * 16-2-1896, + 11-1-1972 186, 189 Wissen, Hendricus Johannes Petrus (Eric) van 186, 187, 189 Wissen, Jacobus Johannes Hendricus (Sjaak) van, * 12-5-1931 186, 189 Wissen, Joannes van (Jan Wessels), ~ 28-10-1758, + 3-3-1808 186, 187, 189 Wissen, Johannes (Jan) van, * 14-5-1839, + 14-5-1905 135, 186, 189 Wissen, Johannes Theodorus van, * 29-5-1799, + 8-6-1878 186, 189 Witjes, Grada 31 Witjes, Petronella M., * 13-8-1961 te Nijmegen 132 Witjes, Theodora, * 8-8-1856, + 11-5-1921 136, 138 Wittenhorst, Frederik Ottho van (Otto Friedrich Sonsfeld, Friedrich Otto von Wittenhorst), ~18-12-1678, + 10-3-1755 te Aspel (D.) 190, 191, 192, 197, 199, 200, 201 Wittenhorst, Henrich von (Hendrick van Wyttenhorst, van Wittenhorst tot Endt), * 28-5-1528, + 5-11-1609 te Kleef (D.) 198, 199, 200 Wittenhorst, Hermann Johann Reichsfreiherr von, + 1651 198, 199 Wittenhorst, Johann Joachim von, 1568 - 1617 te Gansoien b. Heusden Wittenhorst, Willem Vincent van 200 Wittenhorst tot Endt, Johan von 199, 200 Wittenhorst zu Horst, Johan von, + 31-7-1569 te Horst 198, 199 Wittenhorst zu Sonsfeld, Hermann, Ridder von, * 1543, + 12-7-1608 te Den Haag 198 Wittenhorst-Sonsfeld, Josina Johanna von (Van Wittenhorst tot Lottum), + 7-11-1677 194, 198, 199 Wittenhorst-Sonsfeld, Friedrich Wilhelm (Frederik) von, * 9-5-1636 te Sonsfeld (D.), + 9-5-1711 aldaar 190, 197, 199 Wittenhorst-Sonsfeld, Hugo Freiherr von, * 1836, + 17-4-1862 te Praag (Tsjechië) 201 Wolberts, Anna Maria Nicoline, * 17-8-1936 te Ede 60 Wolberts, Schelte, * 4-12-1928 te Franeker 60 Wolberts, Sije 60 Wolbrink, Johanna Everdina, 1903 -1986 31 Wolters, Anna, * 1808 64 Wolters, Hendrina 183 Wolters, Helena Kemminghs (Wouters) 51 Wolters, Joanna (Anna Wouters), + 12-5-1797 215


Wouters, Agnes, * 1829 203 Wouters, Agnes Geertruida, 1862 - 1933 204 Wouters, Cornelis, * 31-7-1795 te Amsterdam, + 16-1-1845 203 Wouters, Everardus, * 1827, + 1902 te Warnsveld 203, 204 Wouters, Hendrina (Adriana, Wolters), ~ 9-3-1777, + 18-3-1822 128, 130, 131 Wouters, Jacoba, * 1819 203 Wouters, Johanna 54 Wouters, Joannes 203 Wouters, Johannes, 1860 - 1933 203 Wouters, Johannes Jacobus, 1835 - 1844 203 Wouters, Johannes Jacobus, 1886 - 1946 204 Wouters, Theodorus Gregorius, 1838 - 1839 203 Wouters, Wilhelmina, * 1825 203 Wylich zu Lottum, Anna Elisabeth von, 1649 - 1728 194 Wylich zu Lott(h)um(b), Johann Sigismund (Jean Sigismund, Wilich zu Lottum auf Huet, vrijheer van Wilich en Lottum), * ca. 1609, + 25-6-1678 194, 195, 198, 199 Wylich, Johann Christoph von (Wilick tot Lotthum), + ca. 1680 194, 198, 199 Zaad, Johannes Wilhelmus, * 1809 128 Zaad, Johanna Hendrina, * 1842 130 Zaad, Petronella Johanna, * 6-1-1890, + 20-7-1972 130 Zaadt, Catharina, * 22-1-1802 128, 129 Zaadt, Gerardus, zie Saadt Zaat, Anna 129 Zaat, Gerardus, * 12-3-1860, + 9-12-1945 129, 130, 131 Zaat, Gerhardus Johannes Jacobus (Geert), * 3-9-1941 te Bemmel 129, 131 Zaat, Jacobus, * 8-8-1820 129 Zaat, Paulus Johannes (Paul), * 3-5-1905, + 19-7-1972 te Nijmegen 129, 131 Zaat, Paulus G. H. M., * 15-12-1967 129, 131 Zadelhoff, Gerrit 92, 93 Zandt, J. van de, * 1845, + 1885 te Arnhem 206, 207 Zwaaij, Maria (Mietje) van, * 1842 te Wageningen, + 1922 te Den Haag 206, 207 Zwaaij, Willem van 206 Zwaay, Arnoldus van 206 Zweers, Jan 80

Enkele familienamen, die Huissen passeerden.

Documents

Transcript of Enkele familienamen, die Huissen passeerden.