Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits....

181
Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen de Benelux en in Noordrijn-Westfalen URBISCOOP

Transcript of Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits....

Page 1: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen de Benelux en in

Noordrijn-Westfalen

URBISCOOP

Page 2: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

2

Dit rapport is tot stand gekomen dankzij de inzet en ondersteuning van:

Colofon:

Dit rapport ‘Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen de Benelux’ vormt onderdeel van het Benelux actieprogramma dat is geïnitieerd binnen het samenwerkingsverband Urbiscoop.

Het Vlaams Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Team Stedenbeleid heeft de totstandkoming van dit rapport financieel ondersteund. Echter de inhoud van dit rapport is niet noodzakelijkerwijs de zienswijze van het Agentschap en valt onder verantwoordelijkheid van de auteurs.

Dit rapport werd vastgesteld op 15 juni 2013

Secretariaat-Generaal Benelux

European Urban Knowledge Network (EUKN)

Kenniscentrum Vlaamse Steden

Agentschap voor Binnenlands Bestuur Team Stedenbeleid

Page 3: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

3

Inhoudsopgave

Inleiding ......................................................................................................... 4

1. Europees beleid ......................................................................................... 7 1.1 Kerndocumenten Europese Commissie ..................................................... 8 1.2 Stedelijke initiatieven in Europa ................................................................. 12 1.3 Relevante Europese instituten, initiatieven en programma’s ................... 13 1.4 Vooruitblik nieuwe Structuurfondsen 2014-2020 ...................................... 15 1.5 Conclusie..................................................................................................... 16

2. Nationaal en regionaal beleid ..................................................................... 17 2.1 Stimuleren bewustwording en actiebereidheid gericht op energie-efficiënt gedrag .................................................................................... 19 2.2 Financieel instrumentarium en multi-level governance benadering inzake energie-efficiëntie ......................................................... 33 2.3 Cross-sectorale samenwerking stimuleren om schaalvergroting te realiseren ................................................................................................. 39 2.4 Overige relevante beleidsdoelstellingen ..................................................... 46 2.5 Samenwerken in Beneluxverband op het gebied van energie-efficiëntie ....................................................................................... 48 2.6 Conclusie ..................................................................................................... 49

3. Stedelijk beleid .......................................................................................... 51 3.1 Stimuleren bewustwording en actiebereidheid gericht op energie-efficiënt gedrag ............................................................................... 52 3.2 Financieel instrumentarium en multi-level governance benadering inzake energie-efficiëntie ........................................................ 62 3.3 Cross-sectorale samenwerking stimuleren om

samenwerking te vergroten........................................................................ 67 3.4 Samenwerking tussen steden en hogere overheden ................................. 75 3.5 Conclusie ..................................................................................................... 76

4. Conclusies en aanbevelingen ...................................................................... 77 4.1 Stimuleren bewustwording en actiebereidheid gericht op

energie-efficiënt gedrag ............................................................................ 78 4.2 Financieel instrumentarium en multi-level governance

benadering inzake energie-efficiëntie ....................................................... 80 4.3 Cross-sectorale samenwerking stimuleren om

samenwerking te vergroten ....................................................................... 82 Bijlagen

Page 4: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

4

Inleiding Begin 2010 is op initiatief van het Secretariaat-Generaal Benelux samenwerking op het gebied van stedelijk beleid opgestart onder de naam ‘Urbiscoop’. Deze samenwerking beoogt een brede waaier van onderwerpen aan te pakken. Dit rapport richt zich op een van de onderwerpen vastgesteld binnen de Urbiscoop, namelijk:

“Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen de Benelux” Dit thema is zeer actueel binnen de Benelux en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, die tevens deelneemt aan dit project. Dat het onderwerp energie-efficiëntie hoog op de agenda staat blijkt uit de vele beleidsinitiatieven op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Tegelijkertijd blijven er grote uitdagingen bestaan, die het energiezuiniger maken van de bestaande woningbouw bemoeilijken. Om opschaling te realiseren, waarbij woningen op grote schaal – per straat of per wijk - worden geïsoleerd is een brede gezamenlijke aanpak van belang. Deze gezamenlijke aanpak omvat samenwerking met burgers en bewoners en samenwerking met het (lokale bedrijfsleven) en woningbouwcorporaties1

• Het geven van een overzicht van interessante beleidsinitiatieven, om kennisuitwisseling tussen overheden in de Benelux te stimuleren

. Zeker in een tijd van beperkte publieke middelen zijn innovatieve financierings- en governance modellen van belang. Dit rapport is geen wetenschappelijk onderzoek, maar dient als basis voor de beleidsexpert bijeenkomst op 24 januari in Brussel. Het rapport is nog een concept en zal pas na 24 januari worden vastgesteld. Dit rapport streeft de volgende doelstellingen na:

• Het geven van een overzicht van knelpunten die opschaling van energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving belemmeren

• Het formuleren van beleidsaanbevelingen die centraal zullen staan tijdens het bestuurlijk overleg dat in 2013 gehouden zal worden

Aan dit project nemen 19 steden vanuit de Benelux en Noordrijn-Westfalen deel: voor België gaat het om Antwerpen, Genk, Gent, Leuven, Luik, Moeskroen, Oostende en Roeselare, in Nederland om Assen, Breda, Den Haag, Deventer, Enschede en Hardenberg, vanuit Luxemburg nemen Beckerich en Esch-sur-Alzette deel en namens Noordrijn-Westfalen zijn de steden Aken, Bottrop en Gelsenkirchen betrokken. Met de deelnemende steden, verantwoordelijke centrale overheden en overige betrokken partijen zijn diepte-interviews gehouden (zie bijlage voor overzicht). Sommige van deze interviews zijn als ‘focus group’ discussies georganiseerd, waarbij er meerdere personen vanuit één organisatie tegelijk deelnamen aan het interview. Andere interviews vonden telefonisch of schriftelijk plaats.

1 Sociale huisvestingsmaatschappijen

Page 5: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

5

In aanvulling op de interviews zijn relevante beleidsdocumenten geraadpleegd. Een aantal steden heeft gehoor gegeven aan het verzoek om ook interessante praktijkvoorbeelden aan te leveren. Deze zijn opgenomen in de bijlagen2

1. Stimuleren bewustwording en actiebereid gericht op energie-efficiënt gedrag. Binnen dit thema wordt aandacht besteed aan: burgerparticipatie en energie efficiëntie;doelgroepen en bewustwording en interactieve informatievoorziening

. Dit rapport is mede tot stand gekomen door de inbreng vanuit een integraal Benelux team bestaande uit: het Secretariaat-Generaal Benelux, het European Urban Knowledge Network (EUKN) en het Kenniscentrum Vlaamse Steden. Het Vlaams Agentschap voor Binnenlands Bestuur (Team Stedenbeleid) heeft de totstandkoming van dit rapport ondersteund. EUKN heeft het uiteindelijke rapport opgesteld. Afbakening van het thema “Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen de Benelux” Het thema energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving is zeer breed. Om het thema af te bakenen en richting te geven aan het rapport is ervoor gekozen de nadruk te leggen op de bestaande woningbouw. Om knelpunten en kansen op gestructureerde wijze aan bod te laten komen is de volgende driedeling aangehouden:

2. Financieel instrumentarium en multi-level governance benadering inzake energie-

efficiëntie. Binnen dit thema wordt aandacht besteed aan: subsidiemogelijkheden, financiële hefbomen (lokaal/gewestelijk maar ook op EU niveau), fiscale wetgeving en business modellen met betrekking tot energie efficiëntie maatregelen (toolkit).

3. Cross-sectorale samenwerking stimuleren om schaalvergroting op gebied van energie-efficiëntie te realiseren. Binnen dit thema wordt aandacht besteed aan: Hoe zorgt een stad ervoor dat partners elkaar vinden (vormen van consortia met marktpartijen en woningbouwcorporaties); multi-level governance; public-private partnerships; stimuleren van knowhow bij lokale ondernemingen; Energy Service Companies (ESCO’s)

Centraal staat het opschalen van individuele acties van geëngageerde bewoners naar een gebiedsgerichte aanpak op stadsniveau. Met andere woorden welke rol kunnen steden spelen in het energie-efficiënt maken van grote delen van de stad (of zelfs de gehele stad) in tegenstelling tot relatief geïsoleerde acties van particuliere eigenaren? Het zoeken naar geïntegreerde beleidsmaatregelen en alternatieve financiële vormen om beleidsambities te verwezenlijken zijn de kern van deze inzet.

2 Deze bijlagen zijn niet vertaald.

Page 6: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

6

Leeswijzer: De discussie nota is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1: In het eerste hoofdstuk wordt de Europese context van energie-efficiëntie toegelicht. De centrale Europese doelstellingen en richtlijnen komen aan bod, en de implicaties hiervan voor nationale en regionale overheden. Verder worden relevante Europese programma’s genoemd, waarvan steden gebruik kunnen maken om lokale initiatieven op het gebied van energie-efficiëntie te financieren. Hoofdstuk 2: Het tweede hoofdstuk gaat in op de nationale en regionale beleidscontexten, waarbij relevant beleid in België, Nederland, Luxemburg en Noordrijn-Westfalen beschreven wordt. Dit hoofdstuk volgt de eerder beschreven driedeling: 1) stimuleren bewustwording en actiebereidheid, 2) financieel instrumentarium, 3) cross-sectorale samenwerking. Hoofdstuk 3: In hoofdstuk drie zal de stedelijke context centraal staan. Verscheidene innovatieve voorbeelden worden beschreven. Hoewel dit hoofdstuk ook is opgebouwd rondom de drie pijlers, is het belangrijk te vermelden dat vele lokale initiatieven een geïntegreerd karakter kennen, waardoor ze meerdere pijlers beslaan. Thema’s die door een aantal steden genoemd werden zoals gezondheid en tegengaan van energiearmoede zijn opgenomen in dit hoofdstuk. Hoofdstuk twee en drie sluiten af met prangende vraagstukken die een transformatie naar een energie-efficiëntie stedelijke omgeving bemoeilijken. Deze vraagstukken zullen centraal staan tijdens de expertbijeenkomst. Hoofdstuk4: In hoofdstuk vier is een eerste analyse gemaakt van de belangrijkste knelpunten en beleidsaanpakken in de Benelux op het gebied van energie-efficiëntie. Het is het expliciete doel, met name dit hoofdstuk verder aan te scherpen tijdens de expertbijeenkomst van 24 januari en gezamenlijk de belangrijkste aanbevelingen weer te geven ten behoeve van het Bestuurlijk Overleg dat zal plaatsvinden in 2013. Wij ontvangen graag uw aanvullingen, suggesties of verdere concrete beleids- of praktijkvoorbeelden. U kunt deze sturen aan: [email protected]

Page 7: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

7

Hoofdstuk 1. Europees beleid

De Europese Unie neemt de strijd tegen klimaatverandering zeer serieus en spant zich zowel op Europees als internationaal niveau in om klimaatverandering tegen te gaan. In december 2008 hebben de Europese regeringsleiders afgesproken dat de uitstoot van het broeikasgas CO2 in 2020 met 20 procent moet zijn verminderd. Tijdens de Europese Raad van december 2008 hebben de Europese regeringsleiders een uitgebreid pakket van maatregelen (het 'klimaatpakket') vastgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen. Het klimaatpakket is een complex compromis waarin voor bepaalde landen en industrieën uitzonderingsposities zijn opgenomen3

• Het reduceren van 20% in de uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 1990; . De drie hoofddoelstellingen zijn:

• Een toename in het gebruik van hernieuwbare energiebronnen tot een aandeel van 20%; • Een afname van 20% in energiegebruik ( ten opzichte van de verwachtingen zoals die in

2007 leefden ten aanzien van het verbruik in 2020 Deze strategische maatregelen staan bekend als de “20-20-20” doelstellingen. Energie-efficiëntie is dus één van de drie kern doelstellingen. Om deze doelstellingen te realiseren heeft de Europese Commissie regelgeving opgesteld. Deze regelgeving vormt het juridisch kader waarbinnen lidstaten hun beleid en regelgeving opstellen en uitvoeren. Het blijkt dat de realisatie van de doelstelling gericht op een afname van 20% energieverbruik, achter blijft. Als de huidige trend zich voortzet wordt in 2020 slechts een afname van 9% à 10% in energieverbruik gerealiseerd (t.ov. 2007). Bron afbeelding:

Een grootschalige aanpak gericht op het energiezuiniger maken van de gebouwde omgeving (overheidsgebouwen, kantoorpanden, retail en woningen), kan deze trend keren. Dit komt omdat een groot aandeel – ongeveer 40% van het totale energieverbruik in de Europese Unie - voor rekening komt van gebouwen

ec.europa.eu/energy/efficiency

4

3 Bron: europa-nu.nl 4 Richtlijn 2010/31/EU

. Daar komt bij dat slechts 1% tot 3% van de bestaande woningbouw jaarlijks vervangen wordt. Dit betekent dat de bebouwde omgeving van vandaag, grotendeels dezelfde zal zijn als in 2050. Hierbij spitst het energieverbruik van woningen zich met name toe op het verwarmen van het huis. Het heeft dus een groot (positief) effect als de energie-efficiëntie van bestaande woningen substantieel wordt vergroot.

Page 8: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

8

1.1 Kerndocumenten Europese Commissie

De Europese Commissie heeft een duidelijke visie op energie-efficiënte en deze visie is vastgelegd in de volgende drie kerndocumenten:

I. In maart 2011 heeft de Commissie een nieuw ‘Energy Efficiency Action Plan’ gepubliceerd5

. Dit plan is een strategische verkenning van mogelijke maatregelen om de energie-efficiëntie te vergroten. Het Energie-efficiëntie plan is niet bindend van aard.

II. Het ‘Energy Efficiency Action Plan’ is opgevolgd door een nieuwe (herziene) richtlijn6 ‘Energy Efficiency’7

, waarin bepaalde elementen uit het Action Plan tot bindende maatregelen worden verheven: bijvoorbeeld de voorbeeldfunctie van de publieke sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het voorstel voor de herziene richtlijn. De Raad heeft het voorstel op 4 oktober 2012 goedgekeurd. Europese lidstaten moeten de nieuwe richtlijn binnen één jaar omzetten in nationale wetgeving.

III. Daarnaast is de EU richtlijn “On the Energy performance of Buildings”8

In de paragrafen hieronder wordt dieper ingegaan op de verschillende kerndocumenten.

ook een belangrijk richtinggevend kader. Deze richtlijn (uit 2002) is in 2010 herzien en in januari 2012 is de richtlijn opnieuw aangevuld. Deze richtlijn bepaalt bijvoorbeeld dat alle gebouwen en woningen een energielabel moeten hebben.

I) Energie-efficiëntie plan 2011

Het energie-efficiëntie plan 2011 bouwt voort op zowel het rapport over energie-efficiëntie van het Europees Parlement9

• Overheden

, als op de ervaring die is opgedaan met het energie-efficiëntieplan van 2006. Het plan heeft een brede scope en richt zich ondermeer op:

• Private partijen (bouwsector) • Energie bedrijven • Industrie • MKB’s/KMO’s

5 COM (2011) 109 6 Een Europese richtlijn stelt doelstellingen vast die de EU-landen moeten bereiken, maar laat hen de keuze van de middelen. Richtlijnen kunnen tot één, meerdere of alle EU-landen gericht zijn. De beginselen uit de richtlijn hebben voor de burgers pas gevolgen nadat de nationale wetgever zijn wetgeving heeft aangepast. 7 COM (2011) 109 8 Directive 2002/91/EC 9 2010/2107 (INI)

Page 9: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

9

De Europese Commissie onderschrijft het belang om energie-efficiëntie te stimuleren bij consumenten. Hierbij ligt de nadruk op het verbeteren van communicatie en voorlichting richting consumenten over energie-efficiëntie. Daarnaast wordt het belang van instrumenten onderschreven die consumenten meer inzicht geven in hun energieverbruik, zoals bijvoorbeeld slimme meters. Aangezien overheden een groot aandeel van de Europese gebouwenvoorraad bezitten, stimuleert het plan een voortrekkersrol van de publieke sector. De Commissie doet dit door bindende streefcijfers vast te stellen. Lidstaten dienen hun energie-efficiëntiestreefcijfers en programma’s eerst zelf vast te stellen. De ingediende streefcijfers en de geplande inspanningen zullen vervolgens in 2013 worden geëvalueerd door de Commissie. Belangrijke toets is of de Europese 20%-doelstellingen gehaald worden op basis van de inspanningen van de lidstaten. Mocht blijken dat met de door de lidstaten vastgestelde streefcijfers dat niet het geval is, dan zal de Commissie zelf bindende nationale streefcijfers voorschrijven voor 2020.

Het energie-efficiëntieplan stelt voor dat overheden (die 12% van de totale oppervlakte van het gebouwenpark in de EU in bezit hebben10

1) Jaarlijks minimaal 3% van hun gebouwen renoveren. Dit percentage is het dubbele van het huidige renovatiepercentage. Verder zou elke renovatie ertoe moeten leiden dat het gebouw tot de hoogste energieprestatieklasse behoort (top 10%)

) :

2) Overheden dienen systematisch in hun aankoop beleid voor de energiezuinigste variant te kiezen (verplichte keuze voor Europees A-label).

Omdat overheden een groot aandeel hebben in het BNP (ongeveer 17% als Europees gemiddelde11

10 (Ecorys, Ecofys & Biointelligence, 2010) 11 Bron: Europa.eu/Reference: MEMO/11/149 Event Date: 08/03/2011

), voorziet de Commissie dat bovenstaande maatregelen als een katalysator fungeren op het gebied van werkgelegenheid en ontwikkeling van diensten gericht op energie- efficiëntie. Naast het stimuleren van de renovatie van overheidsgebouwen, biedt het energie-efficiëntieplan van 2011 ook enkele maatregelen op het gebied van aanbesteden. Energieprestatiecontracten worden in dit kader bijvoorbeeld gezien als een belangrijk instrument bij renovatie van gebouwen.Deze contracten kunnen aanzet geven tot een structurele renovatie van overheidsgebouwen en verbetering van het energie-efficiëntieniveau van de openbare infrastructuur. Volgens de Commissie wordt het gebruik van energieprestatiecontracten in veel lidstaten echter belemmerd door dubbelzinnigheden in de nationale regelgeving en door het ontbreken van betrouwbare energieverbruiksgegevens die als baseline kunnen dienen bij het meten van de energieprestatie. De Commissie voorziet een rol voor Energy Services Companies (ESCO’s) in het vergroten van de energie efficiëntie van de gebouwde omgeving. Een ESCO biedt klanten een integraal aanbod aan van energiediensten gericht op energiebesparing. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de rol die ESCO’s kunnen spelen in de lokale context gericht op bestaande woningbouw.

Page 10: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

10

II) Herziene Europese Richtlijn Energie-efficiëntie (4 oktober 2012) De Europese Commissie heeft de Richtlijn Energie-efficiëntie herzien omdat de 20% reductie in energieverbruik niet gehaald dreigt te worden. Deze nieuwe richtlijn vervangt de bestaande richtlijn (2006). De herziening van de richtlijn richt zich op:

• Kosteneffectieve verbetering van de energie-efficiëntie bij het eindgebruik van energie • Het scheppen van gunstige voorwaarden voor de ontwikkeling en bevordering van een

Europese interne markt voor energiediensten • Beperking van het primaire energieverbruik (zoals olie, steenkool en aardgas) • Terugdringing van de CO2-emissie en andere broeikasgassen • Een verbetering van de leveringszekerheid van energie12

De richtlijn formaliseert de plannen voorgesteld in het energie-efficiëntie plan (2011). De belangrijkste componenten zijn:

• Lidstaten worden verplicht om plannen op te stellen gericht op energiebesparing • Energieleveranciers worden verplicht om elk jaar een besparing van 1,5% (volume) op hun

energielevering te realiseren, dmv energiebesparende maatregelen • Slimme meters moeten consumenten gemakkelijk en gratis toegang geven tot gegevens over

hun energieverbruik. De energierekening moet gebaseerd worden op het daadwerkelijk gebruik van energie, zoals dat blijkt uit de slimme meter

• Incentives worden gecreëerd voor MKB/KMO om energie audits uit te voeren en goede voorbeelden uit te dragen. Grotere bedrijven worden ertoe verplicht om een energie audit uit te voeren, zodat gekeken worden waar mogelijkheden bestaan voor energiebesparing

• Het efficiënter energie opwekken wordt gestimuleerd, maar ook het ontwikkelen van nationale warmte en koude infrastructuur, waarbij restwarmte efficiënt wordt hergebruikt13

12 Bron: http://ec.europa.eu/energy/efficiency 13 Bron: http://ec.europa.eu/energy/efficiency

Energie Prestatie Contract

Een Energie Prestatie Contract (EPC) is een prestatiegerichte overeenkomst tussen een klant en een Energy Services Company (ESCO), die de klant de mogelijkheid biedt om de energie-efficiëntie van een gebouw te verbeteren, zonder voorafgaande investering. Het geld dat wordt bespaard door verminderd energie verbruik, wordt door de ESCO geïnvesteerd in maatregelen om de energie efficiëntie van het gebouw te verbeteren.

Page 11: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

11

Gevolgen voor lokale overheden Het Europees Parlement heeft bepaalde voorstellen in de concept richtlijn gewijzigd. Zo heeft het de verplichting om 3% van de overheidsgebouwen te renoveren (en tot de hoogste energieklasse te laten behoren), beperkt tot de nationale overheid. Dit geldt ook voor het voorgestelde inkoopbeleid. De richtlijn voorziet er wel in dat centrale overheden, de lokale en regionale overheden en andere publieke instanties (waaronder woningcorporaties/sociale huisvestingsmaatschappij) moeten aanmoedigen om:

• lokale en regionale duurzame energie-efficiëntie plannen op te stellen met het oog op de voorbeeldrol van de overheid

• lokale en regionale energiemanagementsystemen op te zetten en energie audits uit te voeren;

• duurzaam producten en diensten in te kopen naar het voorbeeld van de nationale overheid.

III) Europese Richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (2010/31/EU)

In Europa nemen de huishoudelijke en de dienstensector meer dan 40% van het energieverbruik voor hun rekening (huishoudens 26.7%). Zowel het aantal gebouwen als het energieverbruik per gebouw stijgt nog altijd. Het verbeteren van de energieprestaties van gebouwen kan een vrij grote energiebesparing opleveren en dus ook een vermindering van de C02-emissie. Dwingende en specifieke maatregelen om de uitstoot van C02 door gebouwen effectief te verminderen werden vastgelegd in de Europese richtlijn betreffende de energieprestaties van gebouwen (EPBD of Energy Performance of Buildings Directive/December 2002). Omdat de richtlijn aan herziening toe was, is deze in 2010 aangepast. In januari 2012 is de Richtlijn van 2010 opnieuw aangevuld met een vergelijkend methodologisch kader voor het berekenen van kostenoptimale niveaus van minimum energieprestatie-eisen voor gebouwen en onderdelen van gebouwen (Gedelegeerde Verordening 244/2012). De EPBD is een richtlijn die alle EU-landen verplicht tot een vijftal concrete activiteiten om de energieprestatie van gebouwen in Europa te verbeteren:

• de richtlijn geeft een algemeen methodisch kader om de geïntegreerde energieprestatie van gebouwen te berekenen (energieprestatieadvies);

• de richtlijn stelt minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe gebouwen; • de richtlijn stelt minimumeisen voor de energieprestatie van bestaande grote gebouwen, die

ingrijpend gerenoveerd worden; • de richtlijn stelt maatregelen voor t.a.v de energiecertificering van gebouwen (energielabel); • de richtlijn bevat richtlijnen voor de regelmatige keuring van cv-ketels en

airconditioningsystemen in gebouwen en een eenmalige totale keuring van verwarmingsinstallaties waarvan de ketel ouder is dan 15 jaar.

Page 12: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

12

Lidstaten zijn verplicht om deze maatregelen uit te voeren. Om gestalte te geven aan de verplichting, stellen lidstaten nationale plannen op. Deze plannen dragen zorg voor een toename van het aantal bijna-energieneutrale gebouwen. Daarnaast moeten lidstaten regelmatig verslag uitbrengen aan de Europese Commissie over de gemaakte plannen.

Een bekend onderdeel van de Europese Richtlijn Energie Prestatie van Gebouwen is het energieprestatie certificaat of energielabel. Een energieprestatiecertificaat bevat een analyse van de energieprestatie van een gebouw, plus een door een deskundige opgesteld advies om het gebouw zuiniger, comfortabeler en gezonder te maken. Een energielabel is 10 jaar geldig en moet opgesteld worden door een gecertificeerde adviseur. Om de kwaliteit van de energieprestatiecertificaten in de hele European Unie te garanderen, dient in iedere lidstaat een onafhankelijk controlemechanisme te worden opgezet. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de energie labels in de verschillende landen.

1.2 Stedelijke initiatieven in Europa

In Europees en internationaal verband bestaan er meerdere stedelijke initiatieven op het gebied van duurzame energie en klimaat verandering. Enige van deze initiatieven zijn Clinton Climate Initiative, ICLEI (Local Governments for Sustainability) en Concerto Cities. Maar het meest bekend in Europa is wellicht het “Covenant of Mayors”. Meer dan tweeduizend steden hebben zich bereid verklaard maatregelen voor duurzame energie te nemen in het kader van het door de EU ondersteunde ‘Covenant of Mayors’ of ‘Convenant van Burgemeesters’, dat in 2008 getekend is. Dit convenant is een formele verbintenis om de CO2-emissies van de aangesloten partijen tegen 2020 met meer dan 20% te verminderen dankzij op hun grondgebied genomen maatregelen voor duurzame energie. Deze ambitie wordt geconcretiseerd door lokale actieplannen. De Europese Commissie wil deze lokale aanpak van energie-efficiëntie ondersteunen en zal partnerschappen bevorderen tussen EU- en niet-EU steden die dezelfde doelen nastreven. www.eumayors.eu

Page 13: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

13

1.3 Relevante Europese instituten, initiatieven en programma’s

Er bestaat een rijkdom aan Europese initiatieven en programma’s op het gebied van energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving. De onderstaande lijst is daarom ook niet uitputtend, maar beoogt een indruk te geven. Algemene informatie vanuit de Europese Commissie over energie gerelateerde zaken kan gevonden worden op:

Er zijn diverse Europese financiële instrumenten en maatregelen ingevoerd om energie-efficiëntie te verbeteren, sommige zijn specifiek gericht op energie-efficiënte zoals het European Energy Efficiency Fund (EEEF) bij andere is energie-efficiënte één van de onderwerpen. Dit laatste geldt bijvoorbeeld voor de Europese Fondsen voor Regionale Ontwikkeling

ec.europa.eu/energy

14

Het doel van het programma Intelligent Energy for Europe (IEE-II) is het vergroten van het aandeel van duurzame energie door niet-technische barrières op te heffen, de toegang tot de markt te verbeteren en de kennisuitwisseling te bevorderen, ook op gebied van energiebesparing. Voorbeelden van activiteiten zijn: ontwikkeling van trainingen, promotie en bewustwordingscampagnes en het uitwisselen van kennis en ervaringen tav duurzame energie en verlaagd energieverbruik. Het budget voor IEE–II bedraagt 727 miljoen euro voor de periode 2007-2013. Deelnemers krijgen 75% van de subsidiabele kosten vergoed in projecten die bijdragen aan specifieke EU-doelstellingen uit het jaarlijkse werkprogramma. In het IEE-II werken bedrijven, kennisinstellingen, ngo's, overheden en intermediairs in Europees verband samen. Gemiddeld krijgt een consortium circa 1 miljoen euro subsidie

, het zevende kaderprogramma voor onderzoek, het Europese programma voor ondernemerschap en innovatie (CIP) en faciliteiten zoals JEREMIE. Ook de Europese Investeringsbank verstrekt kapitaal om maatregelen in verband met energie-efficiëntie te stimuleren en is bij een aantal van onderstaande initiatieven en programma’s betrokken.

Intelligent Energy for Europe II (onderdeel CIP)

15

• SAVE - het verbeteren van energie-efficiëntie; . Intelligent Energy for Europe bestaat uit de volgende sub-programma onderdelen:

• ALTENER - het stimuleren van hernieuwbare energiebronnen; • STEER - ondersteuning voor energieaspecten voor transport; • Integrated initiatives - projecten die in meer dan één terrein thuishoren16

• PassREg aims to trigger the successful implementation of Nearly Zero Energy Buildings (NZEBs) throughout the EU, using

.

Passive House supplied as much as possible by renewable energies as the foundation. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is Frontrunner in dit programma.

14 Hierbinnen vallen de programma’s Interreg, URBACT en ESPON 15 Bron: agentschap.nl 16 Bron: agentschap.nl

ec.europa.eu/energy/intelligent

Page 14: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

14

European Energy Efficiency Fund (EEEF) De Europese Commissie heeft op 1 juli 2011 een fonds gelanceerd voor investeringen in energiebesparing, energie-efficiëntie en hernieuwbare energieprojecten. Decentrale overheden kunnen aanspraak maken op het fonds voor het promoten van investeringen in duurzame energie. Het Europees Energie Efficiëntie Fonds (EEEF) is onderdeel van het Europees energieprogramma (IEE-II). Er is € 265 miljoen beschikbaar in de vorm van een beleggingsfonds voor projecten op het gebied van energiebesparing, met name in de stedelijke omgeving. Mogelijke voorbeelden van projecten zijn onder meer energiebesparende maatregelen in openbare en particuliere gebouwen, investeren in gedecentraliseerde hernieuwbare energiebronnen, schoon stedelijk vervoer en de modernisering van de infrastructuur, zoals straatverlichting en smart grids17. Het EEE-F gebruikt hetzelfde model als de bestaande faciliteit ELENA. Maar ELENA ondersteunt alleen de voorbereidingsfase van projecten. Het EEE-F kan ook de investering in het project financieren. www.eeef.eu

ELENA Bij ELENA (European Local ENergy Assistance) gaat het om een subsidie voor het uitwerken van een projectplan voor een grootschalige investering om vervolgens een lening aan te gaan. ELENA is bedoeld als een extra push om lokale en regionale overheden te steunen in het beter uitwerken (bijv. met een uitgebreider businessplan) van een groot energieproject. 90% van de kosten voor deze uitwerking wordt vergoed. De prioriteiten van ELENA betreffen o.a. publieke en private gebouwen, transport en infrastructuur en staan vermeld in het jaarlijkse werkprogramma van IEE onder Market Replication Projects. De Europese Investeringsbank (EIB) is uitvoerder van de regeling. www.eib.org/elena

Het 2020 European Fund for Energy, Climate Change and Infrastructure Het 2020 European Fund ("Marguerite") is opgericht door zes grote financiële instellingen gericht op grootschalige infrastructurele investeringen. Elk van de zes instellingen heeft 100 miljoen euro gecommitteerd. Daarnaast hebben drie andere investeerders, waaronder de Europese Commissie in totaal een bedrag van 110 miljoen euro bijdragen, wat de totale grootte van het fonds op 710 miljoen euro brengt. Het doel is om in 2012 zo’n 1,5 miljard beschikbaar te hebben gesteld via het fonds. www.margueritefund.eu SMART Cities initiative Met Smart Cities wil de Europese Commissie dat Europese steden zich ontwikkelen tot slimme, duurzame en intelligente steden. Het doel is om in 2020 een reductie van 40% CO2uitstoot te hebben gerealiseerd door middel van duurzame opwekking en duurzaam gebruik van energie. Het SMART Cities Initiative biedt de mogelijkheid aan ambitieuze steden om financiering te ontvangen in de vorm van leningen (waarbij in sommige gevallen risico’s gezamenlijk gedragen worden). Daarnaast kunnen steden die zich echt als pionier willen opstellen en grote(re) risico’s nemen door te kiezen voor experimentele technologieën en organisatieprocessen, subsidie krijgen om deze uit te voeren. Het SMART Cities initiatief is verbonden met het Covenant of Mayors. http://setis.ec.europa.eu/about-setis/technology-roadmap/european-initiative-on-smart-cities

17 Bron: VNG.nl

Page 15: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

15

Manageenergy.net ManagEnergy is een initiatief dat zich met name richt op het technisch ondersteunen van lokale en regionale overheden en professionals op het gebied van energie-efficiëntie. ManagEnergy valt onder het Intelligent Energy - Europe (IEE) programma www.managenergy.net

Build Up Skills Het ‘Build Up Skills’ initiatief, maakt deel uit van het Europese programma ‘Build Up’, dat tot doel heeft om vaklui, bouwvakkers en installateurs te trainen op het gebied van duurzame energie-maatregelen. In 2011 zijn er fondsen beschikbaar gesteld aan de lidstaten om roadmaps te ontwikkelen voor de periode tot 2020. http://www.buildupskills.eu

Energy Efficient Building European Initiative (E2B EI) In 2008 is het (E2B EI) opgericht door het European Construction Technology Platform om de bouwsector te ondersteunen in het behalen van de 20-20-20 doelstelling. E2B EI is een Europees breed onderzoeks- en demonstratieprogramma, specifiek gericht op de bouwsector. De overkoepelende visie die ten grondslag ligt aan E2B EI is dat voor 2050 alle Europese gebouwen die gebouwd of gerenoveerd worden voldoen aan de hoogste energiestandaarden.www.e2b-ei.eu Interregional Cooperation Programme INTERREG IVC – program SERPENTE SERPENTE’s overall objective is to improve energy efficiency in different typologies of publicly owned or managed buildings through improved public policies. The Brussels Region participates in the project. 1.4 Vooruitblik nieuwe Structuurfondsen 2014-2020 Ook in de nieuwe Structuurfondsen bestaat veel aandacht voor energie-efficiëntie. Het thema is ingebed in de elf thematische doelstellingen18

• versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie (doelstelling 1);

die de Commissie heeft opgesteld. s Lidstaten dienen een aantal van deze doelstellingen te kiezen en daarbij een keuze te maken voor financiering via EFRO, ESF, INTERREG en het landbouw- en visserij fonds. De Commissie heeft verder aangegeven welk percentage van de beschikbare middelen moet worden toegekend aan welke doelstelling. Met het oog op energie-efficiënte, zijn met name de volgende doelstellingen van belang:

• ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken (doelstelling 4);

• bescherming van het milieu en bevordering van efficiënt gebruik van hulpbronnen (doelstelling 6);

18 Voor alle doelstellingen zie: http://ec.europa.eu/regional_policy/what/future/proposals_2014_2020_en.cfm#4

Page 16: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

16

Met name doelstelling 4 sluit aan op lokale en regionale beleidsplannen gericht op energie-efficiëntie. Binnen de richtlijnen van de Europese Commissie zijn drie investeringsprioriteiten opgenomen, die financiële ondersteuning bieden aan de uitvoering van deze energie-efficiëntie beleidsambities:

• ondersteunen van energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energie in de openbare infrastructuur en de woningbouwsector;

• bevorderen van koolstofarme strategieën voor alle gebieden, specifiek voor stedelijke gebieden;

• bevorderen van energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energie bij kleine en middelgrote ondernemingen.

Ook onder de doelstellingen 1 en 6 kunnen mogelijks initiatieven gefinancierd worden die de energie-efficiëntie van gebouwen beogen. In de komende maanden (2013) zal meer duidelijk worden over de vormgeving en invulling van de nieuwe Europese programma’s en op wat voor wijze lokale en regionale energie-efficiëntie beleidsdoelstellingen ondersteund zullen worden. 1.5 Conclusie Europa en de Europese dimensie is van wezenlijk belang in het ontwikkelen van energie-efficiëntie initiatieven en beleidsaanpakken. Europa geeft niet alleen een richtinggevend juridisch kader, maar biedt ook vele financiële ondersteuningsmogelijkheden. De Europese Commissie benadrukt dat energiebesparing nog geen gelopen race is, en dat er naast de bestaande initiatieven ruimte is voor aanvullende maatregelen. In het ontwikkelen van nieuwe maatregelen en instrumenten, is het goed te beseffen dat er reeds heel veel initiatieven bestaan. Het wiel steeds opnieuw uitvinden is iets dat (idealiter) voorkomen moet worden. Het Benelux project hoopt door middel van kennisdeling hier een kleine bijdrage aan te leveren.

Page 17: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

17

Hoofdstuk 2. Nationaal en regionaal beleid In dit hoofdstuk komt het beleid van de verschillende betrokken nationale en regionale overheden aan bod. Zoals aangegeven in het vorige hoofdstuk, heeft de Europese Commissie het wettelijk kader bepaald voor de te behalen doelstellingen op het gebied van energie-efficiëntie. Elke lidstaat dient hier invulling aan te geven (in lijn met de bevoegdheden van nationale en regionale overheden19

). In dit hoofdstuk wordt de beleidsaanpak toegelicht van de Gewesten Vlaanderen, Wallonië en Brussel, van de nationale overheden van Nederland en Luxemburg en van de deelstaat Noordrijn-Westfalen (NRW). Gezien de rijkdom van het beleidskader, de hoeveelheid aan (stimulerings)maatregelingen en initiatieven, is het onderstaande overzicht niet uitputtend. Het beoogt als bron van inspiratie te dienen voor regionale en lokale overheden. Daarom zijn de meest grootschalige en in het oog springende maatregelingen en initiatieven, opgenomen.

Het beleid dat in dit hoofdstuk aan bod komt is met name gericht op de bestaande woningbouw en private huiseigenaren. Gezien het heterogene karakter en de gefragmenteerde eigenaarstructuur van het woningpatrimonium, is het realiseren van energie-efficiënte woningen op grote schaal een enorme uitdaging. Tegelijkertijd, levert het energiezuiniger maken van woningen een substantiële bijdrage aan het behalen van energie-efficiënte doelstellingen. Over het algemeen genomen zijn gebouwen verantwoordelijk voor 40% van het totale energieverbruik. Dit betekent dus een aanzienlijk besparingspotentieel. Daar komt nog bij dat huishoudens 10% van hun energiegebruik kunnen besparen door energiezuinig gedrag. Het blijkt echter lastig dit “energiebesparingspotentieel” aan te boren. Het veranderen van gedrag van mensen is een weerbarstig proces dat soms moeizaam te sturen valt. Bewustwording is in het energiezuiniger maken van het eigen huis slechts een eerste stap. Bij het daadwerkelijk ondernemen van actie om de woning energiezuiniger te maken, komen ook andere beweegredenen kijken. Het blijkt dat huiseigenaren afzien voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen omdat20

• het teveel geld kost

:

• er weinig waarde wordt gehecht aan de beloofde terugverdientijd; • de terugverdientijd te lang is; • er te weinig expertise is om het proces op

te starten en te begeleiden • een renovatie op dat moment (in hun

leven) niet uitkomt.

19 In België is energie een sterk geregionaliseerde bevoegdheid, maar de federale overheid heeft nog een aantal hefbomen in handen zoals consumentenbescherming, inkomstenbelasting voor particulieren en maatschappelijke integratie. Bedoeling van de huidige zesde staatshervorming is dat binnenkort een aantal federale voorzieningen wordt geregionaliseerd. Voor het federale niveau: zie bijlage. 20 Bron: Energierenovatieprogramma 2020

Page 18: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

18

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op beleidsinitiatieven van nationale en regionale overheden in de Benelux en Noordrijn-Westfalen om bovengenoemde barrières te slechten en energetische renovaties op grotere schaal te realiseren. Binnen dit hoofdstuk staan de volgende drie aandachtspunten centraal:

• Stimuleren bewustwording en actiebereidheid gericht op energie-efficiënt gedrag • Financieel instrumentarium en multi-level governance benadering inzake energie-efficiëntie • Cross-sectorale samenwerking stimuleren om schaalvergroting te realiseren

Leeswijzer: Het hoofdstuk is opgedeeld in verschillende paragrafen (5 in totaal). Elk van deze paragrafen richt zich op een specifiek thema. Binnen deze paragraaf komen relevante beleidsinitiatieven per land of regio aan bod. Paragraaf 2.1: In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de verschillende nationale en

regionale programma’s gericht op burgers en private huiseigenaren. Verder wordt in deze paragraaf ingegaan op de rol en inzet van energieloketten en slimme meters

Paragraaf 2.2: In deze paragraaf staan de verschillende financiële instrumenten centraal. Deze zijn waar mogelijk geografisch gecategoriseerd.

Paragraaf 2.3: In deze paragraaf worden een aantal regionale en nationale programma’s genoemd die cross-sectorale samenwerking stimuleren. Daarnaast wordt binnen dit hoofdstuk aandacht besteed aan Energy Service Companies en zogeheten ‘groene huurcontracten’

Paragraaf 2.4: Deze paragraaf gaat in op andere relevante beleidsonderwerpen zoals energiearmoede, werkgelegenheid en milieu en gezondheid

Paragraaf 3.5: Deze paragraaf richt zich op de meerwaarde van samenwerken in Benelux verband op het gebied van energie-efficiëntie

Het beleid van bovengenoemde nationale en regionale overheden komt gemengd aan bod, indien relevant, worden interessante websites genoemd. In de bijlagen wordt een schematisch overzicht gegeven van alle relevante websites. Als laatste worden bepaalde barrières of uitdagingen genoemd die uit interviews naar voren zijn gekomen. Juist om oplossingen te formuleren voor deze uitdagingen is een gezamenlijke aanpak en uitwisseling van kennis en ervaringen belangrijk. Deze uitdagingen zullen aan bod komen tijdens de expertbijeenkomst. Bron van inspiratie; energieneutraal huis www.huisvolenergie.nl

Page 19: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

19

2.1 Stimuleren bewustwording en actiebereidheid gericht op energie-efficiënt gedrag Er bestaan verschillende programma’s om huiseigenaren bewust te maken van hun energieverbruik en hen ertoe te bewegen om hun energieverbruik te verlagen. In deze paragraaf worden verschillende programma’s toegelicht van de regionale overheden. Deze programma’s omvatten ook financiële ondersteuningsmaatregelen (subsidies), die (kort) worden toegelicht. In de volgende paragraaf ‘Financieel instrumentarium en multi-level governance benadering inzake energie-efficiëntie’ komen alternatieve en innovatieve financieringsmaatregelen aan bod, gericht op het stimuleren van energetische renovaties. Per land verschillen de mogelijkheden voor huiseigenaren sterk, zo bestaan er in België (Vlaanderen, Brussel en Wallonië), Luxemburg en Noord-Rijnwestfalen uitgebreide subsidiemaatregelen, gericht op het vergroten van de energie-efficiëntie van de woning. Subsidies worden bijvoorbeeld verstrekt per m2 of per type isolatie (dubbelglas, buitenmuur etc). In Nederland zijn deze subsidies afgebouwd en niet langer beschikbaar. Toch blijkt het zelfs met behulp van financiële ondersteuning moeilijk om mensen te stimuleren om energiebesparende maatregelen te nemen. Een Vlaams onderzoek21

De operationele doelstellingen van het programma zijn de volgende

wees uit dat drie op tien eigenaars zich niet laten verleiden door subsidies of premies om een zuinige CV-ketel aan te schaffen, zelfs niet als 75% van de totale factuur wordt terugbetaald. Een reden hiervoor kan zijn dat mensen meer kijken naar de korte termijn investering (bijvoorbeeld 25% van de aanschafkosten van een nieuwe ketel) dan naar langere termijn opbrengsten (een lagere energierekening). Daar komt bij dat veel mensen opzien tegen de verbouwing die gepaard gaat met het isoleren van hun huis of dat een energetische renovatie niet schikt (wegens persoonlijke of financiële omstandigheden). Dit pleit ervoor dat financiële stimuleringsmaatregelen altijd geflankeerd worden door informatieve campagnes, die wijzen op de langere termijn opbrengsten. Vlaanderen Vlaanderen heeft zich ten doel gesteld dat elke Vlaming tegen 2020 een energiezuinige woning moet hebben. Door middel van het Energierenovatieprogramma 2020 worden Vlamingen aangespoord om hun huizen beter te isoleren.

22

• in 2020 elke woning dak- of zoldervloerisolatie heeft;

: 1. Het Energierenovatieprogramma 2020 zorgt ervoor dat:

• tegen 2020 alle bestaande enkele beglazing in woningen werd vervangen door minstens verbeterd dubbel glas;

• elke huishoudelijke centraleverwarmingsketel in 2020 een waterzijdig jaarseizoens- productierendement heeft van minstens 90 % op de bovenste verbrandingswaarde van de brandstof;

21 Bron: Actieplan van het Energierenovatieprogramma 2020 voor het Vlaamse woningbestand, okt 2011 22 Bron: Actieplan van het Energierenovatieprogramma 2020 voor het Vlaamse woningbestand, okt 2011

Page 20: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

20

• elke individueel gebruikte aardgaskachel in woningen in 2020 een jaarseizoensproductierendement heeft van minstens 90 % op bovenste verbrandingswaarde van het gebruikte aardgas.

2. Het Energierenovatieprogramma 2020 voorziet voor woningen bovendien ondersteuning aan: • het plaatsen van buitenisolatie bij buitenmuren; • het plaatsen van spouwmuurisolatie en vloerisolatie; • de vervanging van elektrische verwarming.

3. Het Energierenovatieprogramma 2020 ontmoedigt daarentegen het gebruik van luchtkoelingsinstallaties (“air conditioning”) in woningen en elektrische weerstandsverwarming.

De klassieke beleidsinstrumenten die worden ingezet zijn: • wettelijke verplichtingen (vb. energieprestatieregelgeving voor nieuwbouw en

vergunningsplichtige renovaties); • fiscale incentives (vb. de federale belastingvermindering); • premies en acties van de netbeheerders en overheden (vb. voor (na-)isolatie, de vervanging

van enkel glas, de vervanging van een verwarmingsketel); • sensibilisering door publicaties (vb. ‘Hoe energiezuinig bouwen en verbouwen?’, ‘Geld en

energie sparen’, ‘Premies voor energiebesparing in Vlaanderen’), communicatie-acties en deelname aan beurzen (Batibouw, BIS-beurs, Bouw en Reno);

• informatieverstrekking (vb. via de website www.energiesparen.be met op maandbasis gemiddeld 120.000 bezoekers in 2010het contactformulier op de website of rechtstreeks telefonisch contact met VEA, via plaatselijke energieloketten, middenveldorganisaties, enz. );

• afspraken of convenanten met de betrokken sectoren. Wallonië Ook in Wallonië bestaan er steunmaatregelen voor energie-efficiëntie. Deze maatregelen omvatten zowel nieuwbouw als renovatie. Het kabinet van de Waalse minister van Huisvesting en Energie (Jean-Marc Nollet) heeft in de herfst van 2011 een plan voor groene investeringen (PIVERT – Plan d’investissements vers)aangekondigd voor de renovatie van woningen en publieke gebouwen door middel van energiezuinige aanpassingen23

• 500 miljoen euro voor energiebesparende renovaties van particuliere woningen;

. Het betreft een investering van meer dan 1 miljard euro voor de periode 2012-2014, die als volgt zal worden verdeeld:

• 450 miljoen euro voor duurzame opwaardering van publieke gebouwen en • 70 miljoen euro voor de modernisering van de Waalse bouwsector.

In het kader van de Alliance emploi-environnement (Alliantie werkgelegenheid-milieu) is voorzien in ondersteuning door 250 specialisten (écopasseurs – energieadviseurs) die speciaal worden aangesteld om de mogelijkheden van de renovaties te bepalen en particulieren hierbij technische, financiële en administratieve ondersteuning te bieden.

23 Bron: www.energie.wallonie.be

Page 21: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

21

- Voor particuliere gebouwen Voor burgers bestaan er momenteel twee grote steunmaatregelen:

• ecopack (http://www.ecopack-wallonie.be/fr) Het betreft een 0%-lening voor energiebesparende werkzaamheden en voor bedragen tot 30.000 euro. De aflossingstermijn is inkomensafhankelijk. Bij de leningaanvraag kunnen eveneens eventuele regionale premies worden aangevraagd; verder wordt in een verhogingscoëfficiënt voorzien voor burgers die meerdere werken willen uitvoeren (hoe groter het aantal energiebesparende werkzaamheden, des te hoger de vergoeding). De premies zijn afhankelijk van het gezinsinkomen. Specifiek voor deze lening is dat zij wordt toegekend voor energiebesparende werkzaamheden, maar tevens kan worden ingezet voor sommige zogenaamde «afgeleide werkzaamheden» die noodzakelijk zijn voor isolatie, het vervangen van raamwerk, etc. Zonnepanelen worden momenteel niet langs deze specifieke weg gefinancierd omdat ze via de groene certificaten financieel ondersteund worden. premies (www.energie.wallonie.be)Burgers die energiebesparende werkzaamheden uitvoeren en geen Ecopack-lening afsluiten maken aanspraak op diverse - inkomensafhankelijke - premies, maar deze premies kunnen ook worden verhoogd bijvoorbeeld op basis van het beoogde isolatiepercentage (hoe meer de EPG verbetert, des te hoger de premie). • Overige steunmaatregelen (http://dgo4.spw.wallonie.be/dgatlp/dgatlp/Pages/Log/Pages/Aides/AidesMenu.asp)

Daarnaast kunnen deze energiepremies in sommige gevallen worden gecombineerd met woonpremies en dus met een renovatiepremie. De premie voor dubbele beglazing werd trouwens in 2011 aan dit fonds gekoppeld (daarvoor viel deze premie onder het energiefonds). - Voor publieke gebouwen Het plan van minister Nollet voorziet eveneens in investeringen om publieke gebouwen zoals kantoorgebouwen en scholen energie-efficiënter te maken. In de publieke gebouwenvoorraad zijn tevens de sociale woningen in Wallonië vervat. In totaal zal ca. 450 miljoen euro voor dergelijke projecten worden uitgetrokken; dit bedrag wordt verdeeld als volgt:

• renovaties in de sociale woningbouw: 225 miljoen euro • renovaties van publieke gebouwen: 90 miljoen euro • subsidies voor het uitvoeren van een energie-audit: 120 miljoen euro • ontwikkelen van collectieve verwarmingssystemen voor sociale woningen: 4,6 miljoen euro • vereenvoudiging van de procedures voor de renovatie en de bouw van sociale woningen: 6,3

miljoen euro. Grotere werkzaamheden zullen openbaar worden aanbesteed. Deze maatregelen worden beschouwd als een stimulans voor de Waalse bouw- en installatiesector om zich meer te specialiseren in duurzame bouwtechnieken en om mogelijkheden tot adequate (interne) opleidingen voor te stellen. De website www.energie.wallonie.be geeft een overzicht van de steunmaatregelen met het oog op energie-efficiëntie.

Page 22: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

22

Brussels Hoofdstedelijk Gewest De Brusselse regering stelt in 2012, 18 miljoen euro beschikbaar voor energiebesparende investeringen. Dit is een verhoging van 6 miljoen tov 2011. De regering heeft besloten om ook het bedrag van bepaalde Energiepremies te verhogen, omdat de Federale Regering om de fiscale aftrekbaarheid van energiebesparende investeringen heeft afgeschaft. Zo worden bijvoorbeeld de volgende premies verhoogd:

• de premie voor muurisolatie aan de buitenkant verdubbeld (tot 110 euro per m²); • de premie voor dubbele beglazing verdrievoudigd (tot 130 euro per m²); • de premie voor een condenserende verwarmingsketel verdubbeld (tot 1.600 euro); • de premie voor een warmtepomp verdubbeld (tot 4.750 euro); • de premie voor een zonneboiler met 50% verhoogd (tot 3.500 euro).

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hanteert een premiesysteem per inkomenscategorie om iedereen de kans te geven energiebesparende maatregelen uit te voeren. In die optiek bestaat ook de Brusselse Groene Lening.

Verder is er een systeem van energieloketten dat wordt uitgebreid van één naar 6 lokale structuren. In deze toekomstige structuren zullen de inwoners van het Gewest technisch en financieel advies kunnen krijgen en dit tijdens alle fases van uitvoering. Energieraadgevers zullen ook ter plaatse gaan om quick scans uit te voeren, en bepaalde kleine energiebesparende maatregelen zullen ook kunnen worden uitgevoerd.

Regelmatig zijn er grote bewustmakingscampagnes en acties als de Energie Uitdaging om mensen aan te sporen om bewuster om te gaan met energie.

IN het Brussels Gewest wordt verder een specifieke aandacht geschonken aan de bescherming van zwakke energieverbruikers.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt nu in totaal 250 000m² passiefgebouwen van alle types. Dit cijfer zou moeten verdubbelen tegen 2015. Meer informatie kan gevonden worden op: www.bruxellesenvironnement.be (Franstalig) en www.leefmilieubrussel.be (Nederlandstalig) Nederland De Nederlandse regering24

24 Hierbij gaat het om kabinet Rutte I.

heeft aangegeven de Europese regelgeving tav energie-efficiënte te implementeren, maar voorziet niet in een uitgebreid subsidie programma (beschikbaar voor particuliere wooneigenaren) om renovaties te bekostigen. Wel bestaat er een verlaagd BTW (6% ipv 21%) tarief voor vloerisolatie, dakisolatie en gevelisolatie van woningen. Het lage tarief geldt voor arbeidsloon en materialen als de materiaalkosten minder dan de helft van de totale kosten beslaan. Indien meer besteed wordt aan materiaalkosten, dan geldt het lage tarief alleen voor het arbeidsloon. In Nederland is in het Bouwbesluit 2012 de energie prestatie voor het verbouwen van woningen gereduceerd tot het niveau van de periode dat de woning is gebouwd. In veel gevallen betekend dit geen eis.

Page 23: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

23

Een belangrijk programma in Nederland om energie-efficiëntie te stimuleren is het innovatieprogramma ‘Energiesprong’. Dit programma stimuleert innovaties en streeft naar een halvering van het energieverbruik in de gebouwde omgeving in 2030 (ten opzichte van 1990). Het programma is in het leven geroepen door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) om de markt die zich ontwikkelt richting energieneutrale bouw te stimuleren. Dit moet leiden tot een flinke sprong naar grootschalige toepassing van duurzame energie en een forse reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen. Energiesprong stimuleert innovaties door concrete projecten financieel of procesmatig te ondersteunen. Het gaat daarbij niet zozeer om de technische aspecten, maar vooral om de innovatie in het proces, nieuwe samenwerkingsvormen en de ontwikkeling van nieuwe concepten. Het kan gaan om woningbouw- utiliteitsbouw- en gebiedsontwikkelingsprojecten, en zowel om nieuwbouw als om renovatie (www.energiesprong.nl). Hoewel particuliere wooneigenaren wel betrokken zijn binnen het programma, gaat het hierbij niet om een grootschalig, laagdrempelig subsidieprogramma. Energiesprong richt zich met name op het ondersteunen van pioniers en innovatieve (proces) maatregelen gericht op energie-efficiëntie. De website “Meer met Minder” is gericht op het brede publiek. Via Meer Met Minder beoogt de Nederlandse overheid bestaande woningen en andere gebouwen 20 tot 30% energiezuiniger te maken in 2020 (in vergelijk met 1990). Meer Met Minder is een gezamenlijk initiatief van de overheid, woningcorporaties, bouw-, installatie- en energiebedrijven. Particuliere wooneigenaren kunnen via deze site een overzicht krijgen van de subsidies en/of leningen waar ze aanspraak op kunnen maken. Zoals gezegd, verstrekt de nationale overheid uitsluitend een subsidie voor het plaatsen van zonnepanelen, maar verschillende gemeenten bieden zelfstanding financiële tegemoetkomingen aan (of 0% leningen) www.meermetminder.nl/ www.energiesubsidiewijzer.nl. Een onderdeel van de activiteiten van Meer met Minder vormt een portfolio van proefprojecten. Deze worden door diverse partijen getrokken (waaronder partijen die ontzorgen zoals ESCO’s, gemeenten, bedrijven, particulieren, scholen en woningcorporaties), zijn in diverse stadia van ontwikkeling en richten zich op verschillende aangrijpingspunten (natuurlijke momenten voor het uitvoeren van een renovatie zoals aankoop van een nieuw huis, wijken, gestapelde subsidies). De grondgedachte van Meer Met Minder is dat het uitvoeren van de verschillende projecten breed zicht zou geven op ‘best practices’, en zo aan de basis kan staan van opschaalactiviteiten. In Nederland verstrekt Agentschap.nl advies op het gebied van energie-efficiënte en duurzame energieopwekking www.agentschap.nl Agentschap NL is sinds januari 2013 opgesplitst in Agentschap NL en Rijkswaterstaat leefomgeving http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/duurzaam_produceren/ Milieu centraal is een landelijke organisatie (stichting) i.v.m. energië en leefmilieu in het dagelijks leven. http://www.milieucentraal.nl

Page 24: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

24

Luxemburg De Luxemburgse regering heeft in 2009 myenergy in de vorm van een economisch samenwerkingsverband (ESV) opgericht. Myenergy is in Luxemburg de landelijke structuur voor informatie en advies op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen. De hoofdtaken van myenergy liggen op drie terreinen: voorlichting en bewustmaking, basisadvies en advisering ten behoeve van het energiebeleid. Deze taken sluiten aan bij de inspanningen van de regering om een duurzaam energiebeleid te voeren door een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de leveringszekerheid op energiegebied en het beschermen van het milieu, een en ander door het gebruik van fossiele bronnen te verminderen door daar op een verstandiger manier mee om te gaan dan wel deze fossiele brandstoffen te vervangen door duurzame energiebronnen. Myenergy biedt gezinnen een brede waaier van voorlichtings- en bewustmakingsproducten aan die dienen om het brede publiek te informeren en de vraag naar basisadvies te stimuleren, waarbij het de bedoeling is antwoorden te verschaffen op de vragen van particulieren en hen te sturen in de richting van acties waarmee een rationeler energiegebruik en de benutting van hernieuwbare energiebronnen worden bevorderd. Deze advisering kan via de telefoon gebeuren dan wel op afspraak in de kantoren van myenergy of in een van de 28 myenergy-infopunten die over heel het land verspreid zijn. Verder worden er diverse voorlichtings- en bewustmakingsactiviteiten georganiseerd: conferenties, thematentoonstellingen, jongerenworkshops, «energie»avonden, projectbezoeken, reclameboodschappen in de Luxemburgse media en de vakpers en informatieverstrekking via de website www.myenergy.lu. Naast de middelen die rechtstreeks voor particulieren zijn bedoeld, biedt myenergy specifiek basisadvies ten behoeve van gemeenten aan en vervult het de functie van beheerder van het klimaatpact. Het klimaatpact25

25

biedt middels de totstandbrenging van een overeenkomst tussen de gemeente en de centrale overheid de mogelijkheid voor gemeenten om hun klimaat- en energiebeleid te stroomlijnen, hun energiekosten dankzij een betere energie-efficiëntie te verlagen en de lokale en regionale economische bedrijvigheid te stimuleren. Myenergy biedt sinds 2012 zijn diensten ook aan het bedrijfsleven aan. De activiteiten omvatten o.a. ondersteuning in de vorm van voorlichting en bewustmaking van bedrijven, met name op het gebied van financiële steun of nog via een specifieke website voor bedrijven.

www.pacteclimat.lu

Page 25: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

25

Op 13 september 2012 heeft onderminister Marco Schank (ministerie van Duurzame Ontwikkeling en Infrastructuur) een nieuw plan gepresenteerd: “PRIMe House”. Deze nieuwe financiële steunregeling is gestart op 1 januari 2013. Deze betreft zowel nieuwbouw als sanering van bestaande bouw en stimuleert tevens het gebruik van thermische zonne-installaties, warmtepompen en cv-ketels op pellets en houtspaanders, alsook de vervanging van laagrendementsketels. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de verschillende maatregelen op het gebied van energiebesparing. Het oude beleid richtte zich op subsidie per m2. Onder het nieuwe beleid verschilt de hoogte van de subsidie voor type isolatie en hoeveel beter de energieklasse wordt. De totale subsidieverlening onder het nieuw beleid kan tot €10.000 euro hoger oplopen dan het huidige beleid. De uitgangspunten van het nieuwe actieplan zijn:

• Energierenovatie: - Hoe groter de energiebesparing, hoe hoger de subsidie - Afhankelijk van de energieklasse die wordt bereikt (C, B of A), geldt er een bonus

van 10%, 20% of 30%. Deze bonus wordt alleen verstrekt als er sprake is van een verbetering van ten minste 2 energieklassen op basis van een energieprestatiecertificaat Er wordt een forfaitaire steun ingevoerd (1.000 € voor de energierenovatie van een eengezinswoning) voor het verkrijgen van energieadvies. Verder wordt er steun verstrekt voor de occasionele begeleiding bij renovatieprojecten.

- Combinatie van een componentgerelateerde subsidie en een stimulans voor een totale renovatie (Uitvoering van een totale renovatie in fasen mogelijk en koppeling aan de Energiepass)

- Verhoogd subsidiebedrag voor ventilatiesystemen met warmteterugwinning (6.000 € i.p.v. 3.000 €)

• Aanpassing van de subsidies voor nieuwbouw: - Nadruk op passiefhuizen - Rekening houden met striktere eisen op het gebied van energieprestatie - Gericht op compactere woningen - Stimulans om zonwering te integreren

• Financiële steun ter bevordering van het gebruik van duurzame energiebronnen: - Hoge subsidiebedragen voor geothermische warmtepompen - Invoering van een subsidie voor compacte apparaten in passiefhuizen - Hoge subsidiebedragen voor houtgestookte cv-ketels - Stimulans om samen met de vervanging van een bestaande cv-ketel door een

houtgestookte ketel of een warmtepomp een thermische zonne-installatie te plaatsen

Page 26: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

26

Noordrijn-Westfalen Waar het gaat om het behalen van de klimaatdoelstellingen in Europa draagt de energiedeelstaat Noordrijn-Westfalen een speciale verantwoordelijkheid, aangezien in NRW zowat een derde van alle in Duitsland voortgebrachte broeikasgassen wordt uitgestoten, bijna 30% van de in de Bondsrepubliek benodigde elektriciteit wordt geproduceerd, nagenoeg een kwart van de Duitse finale energie wordt verbruikt en het aandeel in het Duitse verbruik van elektriciteit door de industrie 40% bedraagt.

Het Noordrijn-Westfaalse parlement heeft op 23 januari 2013 de eerste Duitse klimaatwet met bindende klimaatdoelstellingen aangenomen. Daarmee worden in de Bondsrepubliek Duitsland voor de eerste keer reductiedoelstellingen voor de uitstoot van broeikasgassen in de wet verankerd. Op grond van de nieuwe wet dienen de totale voor het klimaat schadelijke broeikasemissies in Noordrijn-Westfalen tegen 2020 met minstens 25% en tegen 2050 met minstens 80% in vergelijking met de totale uitstoot in 1990 te worden verminderd.

Daartoe stelt de deelstaatregering met medewerking van maatschappelijke organisaties een klimaatplan op, dat door het parlement wordt aangenomen. Het klimaatplan wordt voor de eerste keer in 2013 opgesteld en vervolgens om de vijf jaar geactualiseerd. Een en ander komt in het kader van een brede participatie- en dialoogprocedure tot stand. In zes werkgroepen – waaronder een werkgroep rond de thema‘s „energetische sanering“ en „energetische stadssanering“ – worden strategieën en concrete maatregelen ontwikkeld. De inspraakprocedure zal ongeveer een jaar duren. Een commissie van deskundigen zal erop toezien dat de klimaatdoelstellingen in acht worden genomen en de regering van NRW adviseren bij de opstelling en verdere uitbouw van het klimaatplan.

Het Deutsche Institut für Wirtschaftsforschung (DIW) schat dat Noordrijn-Westfalen door de onverminderde klimaatverandering tegen 2050 zou kunnen aankijken tegen een kostenplaatje dat in de miljarden met dubbele cijfers loopt. Extreme weersomstandigheden zoals bijvoorbeeld de hete zomer van 2003, de orkaan Kyrill in 2007, de hevige regens in 2008 en de sneeuwwinter van 2010/2011 zouden in het verleden al tastbare sporen van de klimaatverandering hebben achtergelaten. Daarom zouden er naast implementatiestrategieën ten behoeve van klimaatbescherming ook klimaatadaptatieplannen moeten worden ontwikkeld en geactualiseerd. Op 23 januari 2013 vond het kick-offevenement voor de participatieprocedure met het oog op de uitwerking van maatregelen voor klimaatadaptatie plaats. De resultaten van de dialoogprocedure worden in het klimaatplan verwerkt.

Het Noordrijn-Westfaalse kabinet heeft reeds in de aanloop naar de vaststelling van de klimaatwet en de opstelling van het klimaatplan op 1 oktober 2011 besloten tot een omvangrijk startprogramma ten behoeve van klimaatbescherming. Het vastgestelde pakket omvat in totaal 22 individuele maatregelen rond tien thema’s en heeft een volume van enkele honderden miljoenen euro aan subsidies en kredieten, waarvan 200 miljoen euro jaarlijks voor de energetische sanering van gebouwen. (www.klimaschutz.nrw.de)

Page 27: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

27

Ook in Nordrhein-Westfalen wordt er veel aandacht besteed aan de huiseigenaren en consumenten. Via de ‘Modernisieringsratgeber’ worden mensen geïnformeerd over de mogelijkheden om hun huis in termen van energieverbruik aan te passen aan de moderne eisen, en daarmee hun woonomgeving tegelijkertijd gezonder te maken. Via het programma progres.nrw kunnen mensen gebruik maken van een breed aanbod van ondersteuningsmaatregelen gericht op energie-efficiëntie en duurzame energieopwekking. Dit programma is ook gericht op ondernemers. www.progres.nrw In opdracht van de deelstaat Noordrijn-Westfalen fungeert het EnergieAgentur.NRW als platform gericht op het verstrekken van informatie en advies www.energieagentur.nrw.de Ook het initiatief kommEN het internetportaal “van gemeenschappen voor gemeenschappen” is gericht op het delen en verspreiden van kennis op het gebied van energiebesparing. De website www.kommen.nrw.de biedt een best-practice databank aan, waarin goede voorbeelden worden gepresenteerd op het gebied van energiebesparing en duurzame energieopwekking. Ook wordt er in Noordrijn-Westfalen veel gewerkt met grootschalige voorbeeldprojecten, zoals InnovationCity Ruhr I Modellstadt in Bottrop. Deze projecten omvatten onder andere uitgebreide publiekscampagnes. InnovationCity Ruhr I Modellstadt in Bottrop wordt in detail besproken in hoofdstuk 3. Burgers worden opgeroepen om hun ervaringen te delen en zich te verenigen via www.energiedialog.nrw.de. Dit initiatief is gebaseerd op het idee dat juist door krachtenbundeling een werkelijke bijdrage geleverd kan worden aan energiebesparing en duurzame energieopwekking. Dakisolatie heeft bijvoorbeeld een grotere impact en is goedkoper als meerdere huizen tegelijk worden geïsoleerd. Hetzelfde geldt voor het plaatsen van zonnepanelen. De bovenstaande website geeft informatie over hoe een gezamenlijke aanpak succesvol kan worden opgezet. Via de website van de Deutsche Energie-Agentur (www.DeNa.de) kunnen mensen voorbeeld overeenkomsten opvragen. Energetische sanering is een taak die tegen de achtergrond van de vernieuwing en ontwikkeling van wijken in gemeenten dient te worden beschouwd. Het gaat erom niet louter vanuit gebouwen afzonderlijk te redeneren maar vanuit een klimaatpolitieke visie te focussen op de wijk als zodanig. Met de leidraad „Klimaatbescherming in de geïntegreerde stadsontwikkeling“ krijgen gemeenten steun bij de totstandbrenging van een geïntegreerde aanpak die energetische saneringen van gebouwen en verdere klimaatdoelstellingen behelst.

Energieloket De inrichting van zogeheten ‘energieloketten’ op centraal dan wel lokaal niveau gebeurt in Vlaanderen, Wallonië, Brussel, Luxemburg, Nederland en NRW. De opzet van deze energieloketten mag verschillen, de centrale gedachte is dat alle kennis, regelgeving en ondersteuningsmaatregelen op één plaats te raadplegen zijn. Veel gemeenten hebben ook energieloketten ingericht, hierop wordt dieper ingegaan in Hoofdstuk 3.

Page 28: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

28

Om burgers te kunnen voorzien van goede, individuele informatie en advies wil Vlaanderen onderzoeken of het mogelijk is overal energieloketten uit te rollen. Deze loketten moeten een ‘één loket’ vormen voor burgers die antwoord zoeken op diverse energiegerelateerde vragen. Vooral de kansarmen vormen een belangrijke doelgroep, omdat zij vaak het minst op de hoogte zijn van energiebesparingsmogelijkheden en premies. Er zijn echter ook mensen die de weg naar digitale brochures en informatie wel gevonden hebben, maar die opzien tegen de administratieve rompslomp om bij verschillende instanties premies aan te vragen. Een aantal steden en gemeenten hebben daarom al het initiatief genomen om de regierol op zich te nemen en ‘één loket’ aan te bieden waar alle informatie over en ondersteuning van energiebesparende maatregelen beschikbaar is. Op basis van deze voorbeelden zal worden onderzocht hoe men zoveel als mogelijk in heel Vlaanderen tot het ‘één loket principe’ kan komen. In Nederland bestaan ook energieloketten (bijvoorbeeld Meer met Minder), daarnaast is er veel aandacht voor het ‘ontzorgen’ van particuliere huiseigenaren. Met ontzorgen wordt bedoeld dat een instantie of partij (overheid, energieleverancier of ESCO) alle administratieve zaken op zich neemt en in sommige gevallen ook de renovatie coördineert. Dit ontzorgen is ook een speerpunt van verschillende gemeenten en wordt nader toegelicht in Hoofdstuk 3. In januari 2012 werd in het Wetenschapspark Gelsenkirchen de ‘EnergyLounge NRW’ geopend. Dit centrum moet een ontmoetingsplaats vormen voor binnen- en buitenlandse professionele delegaties en bezoekers die graag een overzicht willen van wat er in Nordrhein-Westfalen gedaan wordt op het gebied van energie. Ook innovatieve ondernemingen en instellingen zijn in dit kader uitgenodigd om binnen dit cluster mee te denken over toekomstige projecten. De EnergyLounge NRW is de opvolger van het ‘International Visitor Centre RuhrEnergy, waar vanaf 2004 bezoekers uit de hele wereld ontvangen werden. Energieprestatiecertificaat Actiebereidheid kan gestimuleerd worden door mensen te ‘verleiden’ investeringen te doen (de wortel). Maar daarnaast bestaan er ook harde instrumenten zoals wet- en regelgeving die mensen ertoe verplichten om bepaalde zaken op te pakken (de stok). Een belangrijk instrument om het bewustzijn van mensen te vergroten ten aanzien van energieverbruik en hen ertoe aan te zetten actie te ondernemen is het Energieprestatiecertificaat (EPC). Dit EPC of . energielabel geeft het berekende energieverbruik weer per jaar per m² bruikbare vloeroppervlakte. Daarnaast wordt rekening gehouden met de eigenschappen van het gebouw, zoals de gebruikte materialen, muur- en dakisolatie, ramen en deuren en de installaties voor verwarming en warm water. Er wordt geen rekening gehouden met het verbruikersgedrag of de gezinssamenstelling van de (vorige) bewoners. Daarnaast worden ook aanbevelingen gedaan voor energiebesparing. Deze aanbevelingen zijn niet verplicht om uit te voeren, maar tonen welke energiebesparende investeringen nuttig zijn voor de woning.

Page 29: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

29

Er blijken echter barrières te bestaan ten aanzien van het op grote schaal voorzien van woningen van het energielabel. Zo blijkt bijvoorbeeld in Nederland dat slechts een op de vijf verkochte woningen over het verplichte energielabel beschikte26

Vanaf 1 januari 2012 bestaat er een advertentieplicht ten aanzien van het EPC. Sinds 2009 is de aanwezigheid van een EPC bij verkoop of verhuur van woningen verplicht. t. De eigenaar die zijn woning zonder EPC te koop of te huur aanbiedt, loopt risico op een boete tussen 500 en 5000 euro

ondanks het feit dat het energielabel al sinds 2008 wettelijk verplicht is bij de verkoop en nieuwe verhuur van alle gebouwen, zoals woningen, kantoren, winkels, scholen en ziekenhuizen. In Vlaanderen werd het werken met de energieprestatiecertificaten bemoeilijkt door de verschillen in de diverse bepalingsmethoden voor bestaande en niet bestaande gebouwen, wat het onderling vergelijken van de berekende energieprestaties bemoeilijkt. (Beleidsnota Energie 2009-2014). Om deze redenen zijn er diverse wijzigingen aangebracht op het gebied van de implementatie van de Europese regelgeving rondom de energielabels, om zo te voldoen aan de Europese Richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen. Vlaanderen (Energieprestatiecertificaat)

27

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

. In 2009 werden reeds meer dan 2000 aanwezigheidscontroles uitgevoerd. Op datum van controle beschikt gemiddeld 48% van de woningen die te koop of te huur worden aangeboden over een geldig EPC. Momenteel beschikt zo’n 95% van de woningen over een EPC. Op moment dat de akte getekend wordt, beschikt het meerendeel van de woningen wel over een EPC.

Om de energieprestaties van woningen met elkaar te kunnen vergelijken heeft het Vlaams Energie Agentschap (VEA) een nieuw instrument ontwikkeld. Dit instrument heet Test uw EPC Tool (via http://energiesparen.be/node/3100). Met deze tool kan de EPC-score van een woning of appartement vergelijken worden met de gemiddelde EPC-score van alle woningen in de gemeente of de provincie waarin de woning gelegen is. Tevens wordt de gemiddelde score voor Vlaanderen gegeven.

Vanaf 1 november 2011 is het in Brussel verplicht om bij verkoop of verhuur van een woning een EPB certificaat te overleggen. Mocht een eigenaar in gebreke blijven dan kunnen boetes worden opgelegd. Het Vlaamse en Waalse Gewest alsook de landen van de Europese Unie hebben eveneens EPB-regelgevingen ontwikkeld. Die hebben dezelfde doelstelling maar worden op een andere wijze toegepast. Tussen de drie Gewesten van België vindt overleg plaats om consistentie te waarborgen.

26 (Brief BZW, 2010 in Nicis Institute, 2011), 27 Energiesparen.be

Page 30: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

30

De impact van het besluit is heel belangrijk voor Brussel omdat de gebouwen 70% van het totale energiegebruik in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigen. De regelgeving ten aanzien van het EPB certificaat omvat de volgende drie componenten:

• Woningen en gebouwen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning en/of milieuvergunning nodig is ;

• EPB certificaten die worden afgegeven bij een vastgoedtransactie • Regelgeving ten aanzien van EPB-technische installaties (bijvoorbeeld centrale

verwarmingsinstallatie of airco-installatie) Nederland (Energie-label) Het kabinet Rutte-I had een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer voorgelegd om sancties op te leggen als een energielabel ontbreekt. Op 20 november 2012 is dit wetsvoorstel kenbaarheid energieprestatie gebouwen is door de Tweede Kamer verworpen. Het Kabinet Rutte-II beraadt zich op het vervolg. Momenteel is er in 12,3% van de transacties sprake van de aanwezigheid van een energielabel bij de verkoop van woningen. Luxemburg (Energiepass) De « Energiepass » is het energiegerelateerde identiteitsbewijs van een gebouw en verschaft eigenaren en huurders op een eenvoudige en heldere manier inzicht in de energiebehoeften van woningen. Indien een Energiepass is afgegeven, geldt deze voor 10 jaar. Voor nieuwbouw en bouwkundig verplichte renoveringen, geldt dat er vanaf 1 januari 2008 de verplichting bestaat om een “Energiepass” aan te vragen. Voor de overige bestaande woningbouw geldt vanaf 1 januari 2010 een verplichting voor een “Energiepass” bij verkoop of verhuur van de woning. De “Energiepass” mag slechts door geaccrediteerde professionals worden uitgevoerd (welke hebben deelgenomen aan de training verzorgd door het ministerie van Economie en Bedrijvigheid). Noordrijn-Westfalen (Energieausweis) In Noordrijn-Westfalen werd de praktijktoets onder de titel „Initiative Energiepass“ door de consumentenorganisatie van NRW uitgevoerd. Na een oproep aan gemeenten, steden en Kreise om zich als "modelstad" kandidaat te stellen teneinde de standaarden van de Energieausweis door "learning by doing" te optimaliseren, werden er tien gemeenten geselecteerd. Van oktober 2003 tot eind december 2004 testten de Kreis Aken, de steden Aken, Bochum, Düsseldorf, Duisburg, Essen, Gronau, Gütersloh en Münster alsook de Rhein-Erft-Kreis de prototypen van de Energieausweis. Het is verplicht om een Energieausweis te overhandigen bij verkoop en verhuur van een pand (ongeacht of het om woonruimte gaat). Mocht de eigenaar in gebreken blijven en niet of te laat een Energieausweis aanleveren, of dat deze inhoudelijk onjuist is, kan er een boete worden opgelegd. Deze boete is vastgelegd in de Energiebesparingswet (Energieeinspargesetz-EnEG). De hoogte van de boete wordt bepaald door de betreffende autoriteiten.

Page 31: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

31

Daarnaast biedt NRW ‘laagdrempelig energieadvisering’ aan. Met dit startadvies biedt NRW bewoners een soort “quick scan’ aan van de energetische toestand van hun gebouw en hoe deze verbeterd kan worden. Er zijn verschillende vormen:

• Start-advies28

• Actie Energie check gebouwen

. Deze advisering wordt door architecten en ingenieurs verzorgd (kosten €48 euro, resterende €52 draagt NRW bij).

29

Slimme meters

Dit wordt uitgevoerd door speciaal opgeleide vakmensen, die aan de hand van een checklist de stand van zaken opnemen op basis waarvan een pakket renovatiemaatregelen wordt vastgesteld. Dit advies kost €77, waarvan NRW € 52 voor zijn rekening neemt, en de eigenaar € 25 betaalt. NRW heeft momenteel zo’n 1870 vakmensen opgeleid om de gebouwen check uit te voeren.

Momenteel is men in verschillende Europese landen druk bezig met het onderzoeken van de toepassingsmogelijkheden voor zogenaamde slimme meters. Deze meters moeten de oude

elektriciteitsmeters gaan vervangen, en naast het meten van het energieverbruik van huishoudens ook extra diensten leveren, zoals het uitlezen op afstand en het weergeven van het verbruik in euro’s. De slimme meter geeft de afnemer de mogelijkheid om zijn totale energieverbruik van nabij te volgen en daardoor bewuster om te gaan met energie. Bovendien kan hij/zij de energieafname sturen in de tijd en zo steeds aan het goedkoopste tarief stroom afnemen. Bijkomend voordeel van deze sturing is dat er op momenten van grote stroomaanmaak (wind, zon,…) een verhoogde stroomafname zal gebeuren. Het is de ambitie van de Europese Commissie dat in 2020, 80% van

de huishoudens een slimme meter heeft. Vlaanderen In Vlaanderen zijn netbeheerders Eandis en Infrax een tweede proefproject met de slimme meter gestart. Het project wordt gespreid over verschillende soorten gebieden (landelijk gebied, stedelijk gebied en appartementen), waardoor een representatieve steekproef van consumenten en van netsituaties kan worden onderzocht. De Vlaamse Regulator van de Electriciteits- en Gasmarkt (VREG) volgt het project op en zal de resultaten verwerken om Vlaams minister van energie (Freya Van den Bossche) verder te adviseren over de invoering van slimme meters. Het project kadert in de transitie van Vlaanderen naar een groen stedengewest (http://vlaandereninactie.be/doorbraken/groen-en-dynamisch-stedengewest/)

28 Start-Beratung Energie 29 Gebäude-Check Energie

Page 32: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

32

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Brugel, de Brusselse regulator, heeft naar aanleiding van 4 onderzoeken naar de Brusselse energiemarkt, die telkens door een ander onderzoeksbureau werden uitgevoerd, besloten tot een ongunstige evaluatie30

Sinds 2010 is het verplicht slimme meters te plaatsen in nieuwbouw of grootschalige renovatie projecten. Indien het energiegebruik boven de 6.000 kWh ligt, is het eveneens verplicht om een slimme meter te plaatsen. Studies

voor de gehele waardeketen van de Brusselse energiemarkt. Deze evaluatie blijft ongunstig, zelfs als de uitrol van deze slimme meters wordt overwogen voor enkele segmenten van verbruikers of volgens verschillende scenario’s, van het meest eenvoudige tot het meest volledige op het vlak van functionaliteiten en diensten die aan gebruikers en marktdeelnemers worden aangeboden. Daaruit blijkt dat, ook al is voorzichtigheid geboden, gezien de grote onzekerheid over de schommelingsmarges van bepaalde parameters en het feit dat de geldigheid van bepaalde hypothesen niet kan worden bewezen, het duidelijk is dat de installatie van deze nieuwe meetsystemen voor de Brusselse markt kosten voor de eindverbruiker zal genereren die niet in verhouding staan tot de eventuele voordelen die worden verwacht van de actieve participatie van consumenten aan de markt voor levering van elektriciteit. Bovendien werden meerdere andere essentiële voorwaarden voor de algemene invoering van intelligente meetsystemen nog niet gecontroleerd en zijn sommige daarvan afhankelijk van de efficiëntie van de acties die op Europees niveau worden ondernomen (standaardisering, interoperabiliteit, bescherming van de privacy enz.). Nederland In Nederland is de slimme meter op het moment slechts kleinschalig uitgerold. Het is echter de bedoeling dat vanaf 2014 alle huishoudens een slimme meter krijgen. Na 2013 wordt er gekeken wat de ervaringen zijn met de huidige gebruikers van de slimme meter. De regering zal daarna in overleg met het parlement besluiten hoe de rest van de Nederlandse huishoudens een slimme meter kan krijgen. De slimme meter zal niet verplicht worden gesteld.

Noordrijn-Westfalen

31 wijzen uit dat in 2015 meer dan 50% van de huishoudens een slimme meter heeft. Er bestaan meerdere experimenten met slimme meters, waaronder een project in Mülheim aan de Ruhr, waar 100,000 slimme meters zijn geplaatst. Meer informatie is te vinden op www.effiziente-energiesysteme.de

30 Advies « ADVIES-20120420-136 » van Brugel. 31 Bron: www.dena.de

Page 33: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

33

Luxembourg De heer Etienne Schneider, minister van Economische Zaken en Buitenlandse Handel, heeft in 2012, samen met vertegenwoordigers van de netbeheerders voor elektriciteit en aardgas – Creos, Sudgaz, Sudstroum, Electris, stad Diekirch, stad Ettelbruck en stad Dudelange – het gemeenschappelijk project voorgesteld voor de invoering van het centrale telelees- en telebeheersysteem « Smart Meter » voor het elektriciteits- en het aardgasnet van het Groothertogdom Luxemburg. In het kader van de 20-20-20-doelstellingen van de EU met betrekking tot energiebesparing, zijn in de wetten van 7 augustus 2012 tot wijziging van de gewijzigde wetten van 1 augustus 2007 betreffende de organisatie van de elektriciteits- en de aardgasmarkt de volgende deadlines vastgesteld voor de invoering van deze nieuwe generatie van meters:

• Vanaf 1 juli 2015 moet elke nieuwe aansluiting en elke vervanging van meters worden uitgevoerd met een slimme meter (elektriciteit en aardgas);

• Tegen 31 december 2018 moet > 95% van de elektriciteitsmeters zijn omgeschakeld; • Tegen 31 december 2020 moet > 95% van de aardgasmeters zijn vervangen.

2.2 Financieel instrumentarium en multi-level governance benadering inzake energie-efficiëntie Om energie-efficiëntie op grote schaal te realiseren zijn innovatieve financiële instrumenten nodig. Aangezien de overheid niet alleen de realisatie van financiële instrumenten kan dragen, zijn samenwerkingverbanden noodzakelijk met andere (semi/private) partijen. In deze paragraaf worden een aantal voorbeelden genoemd. Het hieronderstaande overzicht is niet uitputtend. De rol van Energy Service Companies (ESCO’s) en de mogelijke financieringsconstructies die zij bieden wordt besproken in de volgende paragaaf (Cross-sectorale samenwerking stimuleren om schaalvergroting te realiseren). Er zijn verschillende basisvormen te onderscheiden:

• Revolving of Rollende fondsen • Laagrentende leningen • Instrumenten gekoppeld aan hypotheken • Financiering via de energierekening • Fiscale instrumenten • Groene huren sociale woningbouw

Page 34: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

34

Tegelijkertijd blijkt het zoeken naar geschikte innovatie financieringsmogelijkheden om daadwerkelijk een schaalvergroting te realiseren, soms lastig. Uit een studie van het ECN32

(

blijkt dat er financiële en niet-financiële belemmeringen bestaan ten aanzien van het realiseren van energie-efficiënte maatregelen op grote schaal. Maar naast de (wellicht) achterblijvende vraagzijde, is er ook een zeer gering aanbod van financiële diensten. Beide hangen uiteraard samen, want om een financieel product of instrument succesvol in de markt te zetten is een stabiele vraag noodzakelijk. Juist in deze economisch zwakke tijden, blijken weinig banken bereid om innovatieve producten aan te bieden op het gebied van energie-efficiëntie. Een andere specifiek genoemde juridische belemmering is EU regelgeving. Die bepaalt dat bijvoorbeeld na-isolatie niet, maar dure maatregelen als duurzame installaties wel groen (goedkoper) gefinancierd mogen worden. Daardoor kunnen leningen voor naïsolatie niet tegen lagere rente worden geboden. Ook worden regels voor de energiemarkt als beperkend ervaren. Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) geeft aan in de studie “Naar een groter financieringsaanbod voor energiezuinige gebouwen en woningen” dat banken en marktpartijen stabiel overheidsbeleid ook als zeer belangrijke factor ervaren. Een overzicht van de toolbox “Financieringsconstructies is te vinden op de website van het Agentschap: http://www.agentschapnl.nl/onderwerpen/innovatief-ondernemen/innovatiefinanciering/toolbox-

financieringsconstructies). Revolving of Rollende fondsen Een Revolving of Rollend fonds is een fonds waarbij de opbrengsten weer terugvloeien in het fonds en weer aangewend worden voor nieuwe investeringen. Het fonds raakt dus zogezegd nooit “op”. Zowel in Nederland als in Vlaanderen bestaat er interesse voor de mogelijkheid een rollend fonds in te richten om om energiebesparingsmaatregelen in de gebouwde omgeving financieel te faciliteren. Instrumenten gekoppeld aan hypotheken Noordrijn-Westfalen Een interessant Duits voorbeeld is de zogeheten “Muskelhypothek”. Dit is een constructie waarbij mensen extra geld kunnen lenen als onderdeel van hun hypotheek om hun huis energetisch te renoveren. Echter men hoeft hiervoor geen officiële facturen te overleggen, maar men kan zijn eigen spierkracht inzetten. In totaal kan men ongeveer €28.000 extra lenen. Dit is met name een interessante optie voor vakmensen die in staat zijn om zelf hun huis te renoveren. De energetische renovaties moeten wel binnen een

32 Naar een groter financieringsaanbod voor energiezuinige gebouwen en woningen, feb 2012/ECN

Page 35: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

35

vooraf vastgesteld (en door de bank goedgekeurd) tijdsbestek worden uitgevoerd. Het risico bestaat dat mensen de werkzaamheden onderschatten en de planning niet gehaald wordt. In dat geval rekent de bank extra kosten. Meer informatie kan gevonden worden op: www.immokredit24.com Wallonië Een ander voorbeeld is de Sociale Krediet Hypotheek die bestaat in Wallonië33

. Hier worden kortingen gegeven (variërend van 0,25% tot 1,85%) op de hypothecaire lening voor een periode van 8 jaar. Belangrijke voorwaarde is wel dat het aangekochte huis energetisch gerenoveerd wordt. Daarnaast bestaan er ook mogelijkheden om voor bepaalde bedragen variërend van (€20.000 tot €40.000) die worden aangewend om de woning energie zuiniger te maken vrijgesteld te worden van rentebetalingen.

Nederland In Nederland is het voorstel gedaan door het programma Energiesprong om de hypotheekruimte of hypotheek rente aftrek van woningen te differentiëren naar energie label. Zo wordt er net als bij huurwoningen een slag gemaakt naar sturing op woonlasten voor particulieren. Dit zal een prijsdrukkend effect hebben op rode label woningen en een waarde stijgend effect op groene label woningen. Tevens kan een groot deel van de duurzame renovatie kosten via de hypotheek worden gefinancierd. Doordat de investering in een energiesprong bij woningverkoop deels terugverdiend wordt in de verkoopprijs hoeft men niet meer de volle afschrijftermijn in de woning te blijven wonen om uit de kosten te zijn.

Laagrentende leningen Laagrentende leningen zijn kredieten verstrekt door een financier, zoals een bank of verzekeraar, aan een woning- of gebouweigenaar voor duurzame investeringen. Ze bieden een oplossing voor gebrek aan spaargeld of eigen vermogen en hebben een rente lager dan de marktrente om ze aantrekkelijk te maken. Wallonië Een voorbeeld van een laagrentende lening is Ecopack, welke wordt aangeboden in Wallonië. Deze lening wordt aangeboden tegen een rentepercentage van 0%, gericht op energetische renovatie. Naast deze lening, maken ook aanvullende premies en advies onderdeel uit van Ecopack. De aanvullende premies kunnen onmiddellijk in mindering gebracht op de maandelijkse aflossing.

33 http://www.swcs.be/images/stories/tarifs2012/prospectus_tarif_ht_2012_05.pdf

Page 36: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

36

Kenmerken van Ecopack zijn: • Pakket bestaat uit tips voor het kiezen van de meest geschikte isolerende maatregeleneen

aanwinst voor 0% financiering en in sommige gevallen, aanvullende premies • Variabele duur van de terugbetaling op basis van inkomen • Belastbaar inkomen max. huishouden van € 93.000 voor het basisjaar • Bedrag wat geleend kan worden varieert van € 2.500 tot € 30.000 • Verkrijgbaar voor huiseigenaren en verhuurders en huurders • Er zijn geen notariskosten verbonden aan het verkrijgen van een extra financiering

Voor meer informatie zie: www.ecopack-wallonie.be/fr Noordrijn-Westfalen NRW stimuleert in het kader van de energetische sanering van bestaande gebouwen (RL-BestandsInvest) bouwtechnische maatregelen en moderniseringen die bijdragen aan een duurzame verbetering van de energie-efficiëntie en zodoende aan een daling van de extra kosten van bestaande woningen alsook aan een grotere CO2-besparing. Het geldt voor huur- en koophuizen alsook voor bestaande residentiële zorginstellingen. Het stimuleringsprogramma is zo ingericht dat de huren en financiële belastingen na de energetische modernisering maatschappelijk aanvaardbaar blijven. Dit betekent dat men zich dient te houden aan de door de overheid voorgeschreven huurprijs en de voorgeschreven doelgroepen met inkomensgrenzen. Iemand die een bestaand of een eigen huis wil kopen om er zelf in te wonen, komt eveneens in aanmerking voor een laagrentende lening indien hij de voorgeschreven inkomensgrenzen niet overschrijdt (www.mbwsv.nrw.de). Binnen Duitsland (NRW) speelt de KfW-Bank een belangrijke rol bij het verstrekken van laagrente leningen en subsidies (in de vorm van kortingen op aflossingen)34. De KfW-Bank is de grootste milieu- en klimaatbank van Duitsland en is eigendom van de bond. De KfW-Bank verstrekt leningen en subsidies aan particulieren via reguliere banken. In praktijk werkt het als volgt: eigenaren dienen een ubsidieaanvraag in bij “hun eigen” reguliere bank. Deze reguliere bank leent het gevraagde bedrag vervolgens bij KfW. Aanvullend voorziet de KfW (www.kfw.de) haar cliënten van deskundig advies ten aanzien van de isolatie van hun woning, via een fijnmazig netwerk van adviseurs. Een voorbeeld van een laagrente lening-/subsidieprogramma van de KfW is het energie-efficiëntieprogramma nr. 167. De leningen verstrekt binnen dit programma zijn gekoppeld aan de energienormen vastgelegd in de ‘Energieeinsparverordnung’. Deze normen gelden voor nieuwe gebouwen. De KfW-Bank bevordert de renovatie van woningen, zolang na renovatie geen specifieke energie-eisen worden overschreden voor vergelijkbare nieuwe woningen. In overzicht hieronder zijn 5 verschillende gevallen van ondersteuning met telkens uiteenlopende energieniveaus te onderscheiden. In de eerste kolom duiden de cijfers het percentage aan van de hoeveelheid maximale primaire energie – gegeven door de Verordnung - die het huis verbruikt. De beste standaard (55) verdient de meeste steun. Met het oog op de hoge energie standaard van een energiezuinig KfW- huis, zijn omvangrijke investeringen nodig, zoals de vernieuwing van warmtesystemen. De lening loopt op tot 75.000€ per wooneenheid voor renovatie- maatregelen plus een terugbetalingbonus (korting) op het geleende bedrag:

34 Bron: Financieringsmogelijkheden voor energiebesparing door eigenaar-bewoners, Agentschap.nl

Page 37: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

37

KfW Efficiency House 55 12.5% korting voor een KfW Efficiency House 55 KfW Efficiency House 70 10% korting voor een KfW Efficiency House 70 KfW Efficiency House 85 7.5% korting voor een KfW Efficiency House 85 KfW Efficiency House 100 5% korting voor een KfW Efficiency House 100 KfW Efficiency House 115 2.5% korting voor een KfW Efficiency House 115 In aanvulling (ook: cumulatief) hierop stimuleert de KfW de plaatsing en uitbreiding van kleine verwarmingsinstallaties op basis van hernieuwbare energiebronnen met leningen die oplopen tot 50.000 euro per wooneenheid (programma nr. 167). De KfW verstrekt ook direct subsidies, deze worden met name verstrekt aan steden en gemeenten. Een voorbeeld hiervan is het programma „Energetische stadssanering“. Dit programma gaat uit van een geïntegreerde aanpak op wijkniveau. Er worden subsidies verstrekt voor de opstelling van geïntegreerde wijkplannen voor energetische saneringsmaatregelen m.i.v. oplossingen voor warmtevoorziening en energiebesparing, -opslag en –winning, met speciale aandacht voor de belangen op het gebied van stedenbouw, monumentenzorg en architectuur, alsook de belangen van woningbedrijven en van de maatschappij. Voorts zijn er subsidies voor een saneringsmanager die zowel de planning als de uitvoering van de in de plannen vastgestelde maatregelen begeleidt en coördineert. Financiering via de energierekening (on-bill financing) Bij dit concept leent een eigenaar van een gebouw of woning voor een investering in energiebesparing of duurzame energie en betaalt deze af via de energierekening. Het energiebedrijf int tegelijk met de energielasten ook de financieringslasten van de lening. Daarbij stelt het energiebedrijf de hoogte van de energielasten naar beneden bij, omdat door de besparing een lager verbruik wordt verwacht. Het uitgangspunt bij deze constructie is vaak dat de consument direct na de investering een gelijke maar het liefst een lagere rekening betaalt aan het energiebedrijf. Daarbij wordt de consument administratief ontzorgt. Vaak verstrekt een financier de lening, het energiebedrijf bemiddelt in zo’n geval alleen. Het is afhankelijk van de nationale wetgeving of energiebedrijven mogen bemiddelen in krediet of kredietverstrekking. In het Verenigd Koninkrijk zijn bijvoorbeeld de wettelijke vergunningsvereisten aangepast zodat energiebedrijven de financieringskosten van energiebesparende maatregelen van hun klanten mogen innen via de energierekening en dit aan financiers mogen doorbetalen. Dit sluit aan op het initiatief “Warm homes, greener homes”. Dit programma is gebaseerd op het Pay As You Save (PAYS) model. De verwachting van de overheid is dat deze aanpak een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan de energetische renovatieopgave. Huishoudens hoeven geen directe (grote) investeringen vooraf te doen, maar de isolatie wordt betaald via maandelijkse inhoudingen op hun energierekening (deels gecompenseerd door lagere energiekosten, maar in sommige gevallen wordt er een additionele maandelijkse betaling geheven bovenop de energierekening). Een knelpunt is echter dat veel huiseigenaren ongeveer 12 jaar in een bepaalde woning wonen.

Page 38: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

38

Deze termijn is te kort om de gehele investering af te lossen. Daarom wordt gekeken naar mogelijkheden om de investering te koppelen aan het huis zelf. Deze constructie wordt gebruikt in de Verenigde Staten, waarbij via het Property Assessed Clean Energy (PACE) Programme, energetische renovaties worden uitgevoerd, die afbetaald worden via de WOZ belasting35

In De Verenigde Staten wordt er via gemeente ook leningen verstrekt via het PACE programma, omdat door de kredietwaardigheid van de gemeente, de leningen tegen een lager rentepercentage kunnen worden aangeboden

. De leningen onder PACE zijn gekoppeld aan het huis (of ander vastgoed) en deze gaat mee bij verkoop naar de volgende eigenaar.

36

In het onderzoek “ESCO’s in Vlaanderen, de kip met de gouden eieren of een barrière voor doorgedreven energetische renovaties?”

37

In Vlaanderen heeft de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) recent (12 september 2012) een advies uitgebracht over de verminderde onroerende voorheffing voor energiezuinige gebouwen (VOV

wordt een andere mogelijke ‘collectieve benadering’ voorgesteld, waarbij woningen, openbare gebouwen en ondernemingen een energetische renovatie ondergaan die wordt gefinancierd volgens het ESCO-principe. De energieleveranciers factureren de kosten van de renovatiemaatregelen gespreid via de energierekening. Het advies van een erkend adviseur dient te worden ingewonnen over de te nemen renovatiemaatregelen. De collectieve benadering zit hem niet in het samenvoegen van alle energiefacturen, maar wel in een collectief mechanisme gericht naar kleinschalige eindgebruikers waarbij oplossingen worden aangereikt op niveau van de doelgroep. Zo nemen eigenaars die de woning verlaten de afbetaling niet mee, maar wordt die overgeheveld naar de volgende eigenaar of huurder. Fiscale instrumenten De inzet van fiscale instrumenten om de energie-efficiënte van bestaande woningbouw te vergroten is beperkt. In Nederland wordt er een verlaagd BTW percentage gehanteerd ten aanzien van energetische renovatiewerkzaamheden (6% ipv 21%).

38

35 annual property tax assessment 36 Bron: FINANCING ENERGY EFFICIENCY: FORGING THE LINK BETWEEN FINANCING AND PROJECT IMPLEMENTATION, Institute for Energy, European Commission 37 Onderzoek door Maarten de Groote”, september 2012 38 In Nederland OZB

). In het advies wordt aangegeven dat ook alternatieven voor de VOV overwogen moeten worden. De SERV uit bedenkingen bij de effectiviteit, efficiëntie en rechtvaardigheid van de VOV als voorlopersinstrument voor nieuwbouw. Daarnaast geeft de SERV ook aan dat mocht de VOV worden ingezet, ook de bestaande woningbouw in ogenschouw genomen zou moeten worden. In Wallonië bestaat er de mogelijkheid van belastingverlaging indien een woning energetisch wordt gerenoveerd. Dit is reeds beschreven in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk: de rol van burgers en huiseigenaren.

Page 39: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

39

Groene huren sociale woningbouw In cross-sectorale samenwerking gericht op energie-efficiënte maatregelen, neemt de sociale woningbouw een bijzondere plaats in. Aan de ene kant bestaat bij sociale woningbouw het voordeel dat renovatiekosten door het groot aantal woningen (in bezit van een woningbouw coöperatie of sociale huisvestingsmaatschappij) relatief lager zijn. Tegelijkertijd bestaat er echter het dilemma van het split-incentive, waarbij de woningbouw coöperatie de kosten draagt voor de renovatie, terwijl de huurder het voordeel heeft van een lagere energierekening. In Nederland is recent het woningwaarderingsstelsel (WWS) aangepast. Het is nu mogelijk om het energielabel van een woning mee te tellen in de woningwaardering. Dit kan dus leiden tot een hogere huur (als deze binnen de maximale wettelijk vastgestelde huurverhoging valt). Ook zijn er experimenten met de zogenaamde woonlastenwaarborg waarin gewaarborgd wordt dat de totale woonlasten niet stijgen, dus dat de huurverhoging minder is dan de besparing op de energierekening (Aedes, 2009). Dit wordt echter nog maar minimaal toegepast, omdat het lastig blijkt waarborgen af te geven. Energieverbruik is namelijk niet alleen afhankelijk van de woning, maar ook van de bewoner. Een ander recent Nederlands voorbeeld zijn groene huurcontracten39, waarin verhuurders en huurders afspraken maken over het toepassen en gebruik van duurzame energie en energiebesparing. AgentschapNL heeft hier een leidraad voor opgesteld en constateert een groeiende vraag naar deze contracten. Meer informatie is ook te vinden op: www.platformduurzamehuisvesting.nl In Vlaanderen mag er vanuit de sociale bouwmaatschappijen (eigenaars sociale woningen) geen terugbetaling worden opgelegd aan de huurders, zelfs niet wanneer deze gegarandeerd lager is dan de energiebesparingen. Binnen het Energierenovatieprogramma 2020 bestaan er budgetten voor de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) om enkele beglazing te vervangen en oude verwarmingsketels te vervangen. 2.3 Cross-sectorale samenwerking stimuleren om schaalvergroting te realiseren In de Benelux en NRW bestaan verschillende initiatieven gericht op cross-sectorale samenwerking om een schaalvergroting te realiseren ten aanzien van energie-efficiënte woningen en gebouwen. Naast het belang van publiekprivate samenwerking komt ook het belang van goede samenwerking tussen overheidslagen aan bod (multi-level governance) In deze paragraaf komen ter illustratie enkele initiatieven aan bod zoal EnergyVille (Vlaanderen) en Blok voor Blok (Nederland). Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de rol van Energy Service Companies (ESCO’s). Deze ESCO’s kunnen mogelijk een stimulerende rol spelen in het stimuleren van het bedrijfsleven gericht op energie-efficiëntie. Niet alleen bewoners/consumenten staan namelijk afwachtend ten opzichte van energiebesparende maatregelen.

39 Re-bizz te downloaden via ec.nl

Page 40: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

40

Het blijkt ook dat bedrijven traditioneel zijn ingesteld waardoor (voldoende) expertise ontbreekt. Cross-sectorale samenwerking kan een impuls geven aan expertise ontwikkeling binnen bouw- en installatiebedrijven en op deze manier een positief effect hebben op de werkgelegenheid. Naast samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven, vertegenwoordigt de samenwerking met kennisinstellingen en universiteiten ook een toegevoegde waarde. Vlaanderen Het Vlaams stedenbeleid biedt steden via het Vlaams stedenfonds, de ondersteuning van stadsvernieuwingsprojecten en originele en innovatieve projecten een hefboom om de energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving te verhogen. Het Vlaams stedenfonds is een hefboomfonds van 142 miljoen euro (2013) voor de 13 centrumsteden om innovatieve acties op te zetten, experimentele initiatieven te laten doorgroeien en complementair versterkende acties met andere beleidsdomeinen uit te voeren.

Steden zetten het stedenfonds onder meer in voor strategische acties rond energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Bij de ondersteuning van stadsvernieuwingsprojecten gaat de focus naar integrale duurzaamheid en de samenhang tussen diverse duurzaamheidsaspecten (ruimtelijk inplanting, mobiliteit, participatie, achterstelling,…), maar vormt de energieduurzaamheid een belangrijk aandachtspunt. Via de jury en de kwaliteitskamer voor stadsvernieuwingsprojecten zorgt de jury voor verbetersuggesties en volgt ze de projecten op. Jaarlijks worden 3 à 4 projecten via stadsvernieuwingsubsidie ondersteund (+/- 12 miljoen euro/jaar). De conceptsubsidie, een begeleiding voor waardevolle maar nog onrijpe stadsvernieuwingsprojecten kan sinds 2012 ook ingezet worden voor een korte maar intensieve begeleiding om de energie-duurzaamheid te verbeteren. Jaarlijks organiseert de Vlaams minister van stedenbeleid ook een oproep om innovatieve projecten van buurtverenigingen te ondersteunen (8 à 10 tal projecten per jaar). Klimaat en energie is hierbij een aandachtsthema geweest.

Ook de Samenwerkingsovereenkomsten “Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling” vormen voor gemeenten en provincies nog tot 2013 een belangrijke hefboom om innovatieve projecten rond energiezuinigheid en hernieuwbare energie op lokaal niveau te faciliteren. De samenwerkingsovereenkomsten milieu worden momenteel geëvalueerd en in de toekomst bijgestuurd.

Vanaf 2014 zal EnergyVille Vlaamse onderzoeksinstellingen en industrie samenbrengen op het oude mijnterrein van Waterschei in Genk. Dit kenniscentrum zal plaats bieden aan ongeveer 200 onderzoekers die onderzoek zullen verrichten naar groene-energietechnologie. EnergyVille is ontstaan uit een samenwerking tussen de Katholieke Universiteit Leuven en VITO, met de steun van IMEC, en bundelt de krachten en expertises binnen de Vlaamse energietechnologie. EnergyVille streeft er naar om in de top 5 van Europa te behoren op het vlak van innovatief energie-onderzoek. EnergyVille brengt spelers uit onderzoek, business, industrie en onderwijs bij elkaar. Medewerkers van de ingenieursafdelingen van Limburgse hogescholen en UHasselt, van de KU Leuven, VITO en IMEC werken hier nauw samen.

Page 41: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

41

EnergyVille maakt ook deel uit van het Europees kenniscentrum voor energie, ofwel de KIC (Knowledge and Innovation Community), gesteund door het Europees instituut voor innovatie en technologie (EIT). EnergyVille is het eerste co-locatiecentrum binnen de KIC gemeenschap dat over het thema energie in steden en dichtbebouwde gebieden specifiek wordt gebouwd. De onderzoekers zullen hiervoor zelf de knowhow leveren op het gebied van de ontwikkeling van intelligente en energie-efficiënte gebouwen en steden. Meer informatie is te vinden op: www.energyville.be Het Vlaams Energieagentschap (VEA) heeft hetVlaams actieplan bijna-energieneutrale gebouwen uitgewerkt dat tezamen met de actieplannen van de andere gewesten werd geïntegreerd in het Belgisch plan en in september 2012aan de Europese Commissie werd voorgelegd. De doelstelling van het Vlaams actieplan is een maatschappelijk draagvlak te creëren voor bijna-energieneutrale (BEN) gebouwen vanuit een gericht voorlopersbeleid, en dit door een constructieve samenwerking met de stakeholders. Op basis van de gedetecteerde knelpunten om zeer energiezuinige gebouwen op grote schaal te realiseren, worden maatregelen en acties voorgesteld, verdeeld over 5 pijlers, met name: innovatie, integraal kwaliteitskader, communicatie, financiering en energiebeleid. Als uitvoering van het Vlaams actieplan bijna-energieneutrale gebouwen heeft het Vlaams Energieagentschap de opdracht aan het Vito en Passiefhuis Platform gegeven bestaande oplossingen en technieken voor doorgedreven energetische renovaties te inventariseren op basis van bestaande Vlaamse, Belgische en Europese studies en voorbeeldprojecten. Ook het Energierenovatieprogramma 2020 wordt gekenmerkt door een cross-sectorale samenwerking. Het Vlaams Energieagentschap heeft met alle relevante partijen overleg gevoerd over de strategische en operationele doelstellingen van het programma Brussels Hoofdstedelijk Gewest In het Brussels Gewest is een Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu- Duurzaam bouwen uitgewerkt door alle spelers op het terrein, de sociale partners en de betrokken ministers. Het is niet alleen de werkgelegenheid die verbetert met deze Alliantie (2500nieuwe banen, vooral ambachtslui), maar ook het leefmilieu en de consument die in de toekomst vlotter een architect, aannemer, schrijnwerker, enz. met kwalificaties op vlak van duurzaam bouwen zal vinden. Er zijn 44 acties als prioritair bestempeld waaronder:

- beroepsopleiding en –onderwijs verbeteren, - de nowhow bestendigen, - lokale werkgelegenheid stimuleren inclusief jobs voor minder- of laaggeschoolden, - de oprichting van nieuwe ondernemingen stimuleren, - bestaande ondernemingen sensibiliseren, ondersteunen en begeleiden bij de overgang van

de traditionele bouw naar duurzaam bouwen - Onderzoek naar technische vernieuwing en nieuwe materialen aanmoedigen - Goede prestaties blijven nastreven via het toekennen van certificaten, labels, etc

Page 42: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

42

Nederland Blok voor Blok is een nationaal programma in Nederland dat moet zorgen voor grootschalige energiebesparing in de bestaande bouw. Dertien projecten zijn in dit kader in het najaar van 2011 van start gegaan. Marktpartijen, gemeenten, corporaties en provincies voeren een gezamenlijk plan uit om minimaal tweeduizend woningen in één gemeente flink energiezuiniger te maken, in een periode van 3 jaar. In de Blok voor Blok-projecten werken minstens drie marktpartijen samen in een consortium. Ze delen hun kennis en ervaring om zo te komen tot een mogelijke landelijke introductie van deze manier van werken. Voor de uitvoering van de projecten is geld uit de markt nodig, bijvoorbeeld van institutionele beleggers. De subsidie van het nationaal programma is alleen bedoeld om een bijdrage te leveren in de extra proceskosten tijdens de huidige pilotfase. Kern van de Blok voor Blok aanpak is de marketing (hoe worden huishoudens massaal aan het verbeteren van hun woning gezet), de financiering (zoektocht naar financieringsmodellen om huishoudens en ook woningcorporaties te faciliteren) en kwaliteitsborging www.blokvoorblok.nl

Een onderdeel van het eerder besproken Nederlandse programma Energiesprong is het initiatief ‘Lokaal alle lichten op groen’. Lokaal alle lichten op groen is een stimuleringsprogramma dat als doel heeft de marktcondities voor energieneutraal renoveren te verbeteren. Dat gebeurt door het initiëren van een aantal praktijkexperimenten, waarin in totaal minimaal 120 woningen worden gerenoveerd tot het niveau ‘energieneutraal’. Al doende leren bewoners, bouwers, de gemeente, installateurs, makelaars, taxateurs en banken wat de mogelijkheden en belemmeringen zijn. Samen werken ze aan een opschaling van de lokale vraag en een passend aanbod daarbij, bestaande uit nieuwe technische, financiële en organisatorische arrangementen. In de concrete uitvoering van ‘Lokaal alle lichten op groen’ is er aan zes gemeenten 250.000 euro ter beschikking gesteld als procesondersteuning voor lokale experimenten. Om in aanmerking te komen voor deze ondersteuning, diende er een plan van aanpak te worden opgesteld. Dit plan van aanpak omschrijft de totstandkoming van een lokale coalitie, waarin minimaal 20 eigenaar-bewoners zijn vertegenwoordigd plus de partijen die kunnen zorgen voor realisatie en de bevordering van vraag en aanbod: bouwers, installateurs, energieadviseurs, makelaars, banken en de gemeente zelf. De jury selecteerde in totaal zes gemeenten (uit 27 aanvragen).De volgende gemeenten werden geselecteerd: Amersfoort, ‘s-Hertogenbosch, Wageningen, Amsterdam stadsdeel Centrum, Apeldoorn en Hoorn. Gemeenten spelen in Nederland een belangrijke rol en zijn vaak aanjagers van activiteiten door marktpartijen. Als onafhankelijke partij kunnen ze in processen naar een energiezuinige bestaande woningvoorraad een belangrijke rol spelen. Hiervoor is er in Nederland onder andere een themateam Duurzame Gebouwde Omgeving opgericht. Hierin zitten koplopende gemeenten die innovatieve processen bedenken en testen en ervaringen delen met andere gemeenten. Dit themateam wordt ondersteund door ministerie Infrastructuur en Milieu en AgentschapNL.

Page 43: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

43

Noordrijn-Westfalen Het project „100 Klimaschutzsiedlungen in Nordrhein-Westfalen“ (100 klimaatbeschermende woonwijken in Noordrijn-Westfalen) moet er met innovatieve oplossingen voor zorgen dat warmtegerelateerde CO2-emissies in de woningbouw (nieuwbouw en bestaande woningen) afnemen. De energetische richtlijnen leiden in de nieuwbouw tot een CO2-reductie van 50-60% in vergelijking met een referentiegebouw volgens EnEV (Energieeinsparverordnung) 2009. Om dit te bereiken hebben planners en investeerders de mogelijkheid om te kiezen uit een breed scala aan bouwstandaarden en technologieën. Hoewel de nadruk binnen dit project ligt op het vermijden van CO2-uitstoot, vormen sociale kwaliteiten en inrichting ook een belangrijk uitgangspunt. Het doel is om milieuvriendelijk bouwen te promoten als een belangrijk onderdeel van duurzame stedelijke ontwikkeling. Tot dusver werden er reeds 49 projectvoorstellen door een commissie geselecteerd. Momenteel zijn er 3 Klimaschutzsiedlungen voltooid (Bonn, Münster en Gelsenkirchen). 18 woonwijken zijn in aanbouw en 28 bevinden zich in de planningsfase.

Dergelijke woonwijken krijgen als multiplicatoren steun uit het programma progres van NRW. Het programma is bedoeld om de brede marktintroductie van de vele bruikbare technieken voor de benutting van onuitputtelijke energiebronnen en rationeel energiegebruik te bespoedigen en zodoende een substantiële bijdrage te leveren aan klimaatbescherming en CO2-reductie. Het project ‘Altbauneu’ is een project dat oude gebouwen energiezuiniger moet maken. Het project werd in 2008 opgezet door het District Gütersloh, en wordt gesteund door de Nordrhein-Westfalen. Het doel is om het aantal gerenoveerde – en daarmee energiezuinigere – oude gebouwen te verdubbelen, om op die manier bij te dragen aan zowel een schoner milieu als een vergroting van de werkgelegenheid. Door gebruik te maken van een supra-regionaal netwerk konden vele huishoudens bereikt worden met informatie over de mogelijkheden wat betreft het renoveren van hun woning. De werknemers en financiële bronnen van de deelnemende organisaties werden gecombineerd, waardoor er goedkoper gewerkt kon worden op grotere schaal. Energie Service Companies (ESCO’s)40

40 Deze paragraaf is gebaseerd op het onderzoeksrapport van Maarten de Groote, ESCO’s in Vlaanderen, de kip met de gouden eieren of een barrière voor doorgedreven energetische renovaties, september 2012

ESCO’s werken op basis van energieprestatiecontracten. Alhoewel dezelfde afkorting, (namelijk EPC) zijn dit geen energieprestatiecertificaten zoals in eerdere paragrafen benoemd. De Europese Commissie heeft aangegeven een (grotere) rol te zien voor ESCO’s in het realiseren van energie-efficiënte doelstellingen, niet alleen gericht op bedrijven maar ook gericht op huiseigenaren en sociale woningbouw corporaties.

Page 44: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

44

Energie Service Companies bieden klanten een integraal aanbod van energiediensten aan en begeleiden dus in feite de verwezenlijking van energie-efficiëntie of energiebesparingen in bestaande gebouwen. De ESCO is een private of publieke organisatie die alle stappen in het proces om energiebesparing te realiseren (en het onderhoud hiervan) coördineert, zoals:

• Isolatie • Installeren energiezuinige verlichting en temperatuurregelsystemen • Plaatsing van energiedatabeheersystemen (slimme meters) • installeren van hernieuwbare energiesystemen.

De klant hoeft geen (grote) investeringen vooraf te doen, maar betaalt energiebesparende maatregelen terug via een financieringsplan op basis van de geraamde of reële energiebesparingen. Dit gaat veelal via de energierekening. De eigenaar blijft het oorspronkelijke (hoge) bedrag betalen, terwijl in werkelijkheid de energierekening lager is geworden, dankzij de energiebesparende maatregelen. Het verschil houdt de ESCO in als afbetaling van de gedane investering. ESCO’s geven vaak een garantie op de geraamde energiebesparingen. Na het beëindigen van de contracttermijn betaalt de eigenaar of huurder opnieuw het werkelijk, en onder normale omstandigheden, voordeliger energieverbruik.

investering; • financiering; • subsidies voor hernieuwbare

energie en energiebesparende maatregelen;

• fiscale faciliteiten;

installatie, beheer en onderhoud; • haalbaarheidsstudies en

advies; • ontwerp; • installatie & afstelling; • kwaliteitsgarantie; • bonus en malus (via

prestatiecontracten);

dienstverlening naar de klant; • opmeten energieverbruik; • vermogensbeheer; • facturatie; • bereikbaar voor vragen,

klachten en defecten

aan- en verkoop energie; • aankoopvoordeel door

schaalgrootte en marktexpertise;

• sturing op verbruikspatroon; • verkoop van geproduceerde

energie (meestal elektriciteit of warmte);

Een ESCO biedt haar klant een combinatie van volgende diensten aan:

Page 45: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

45

Hoewel ESCO’s zeker potentieel hebben om een bijdrage te leveren aan het realiseren van energie-efficientie op grote schaal, zijn er ook nadelen of risico’s te noemen. Eén van deze risico’s is dat ESCO’s zich met name richten op gemakkelijk en goedkoop uit te voren renovaties omdat dan de terugverdientijd beperkt is. Nadelig gevolg hiervan is dat een ‘lock-in effect’ kan optreden. Een lock-in effect is een renovatie die eigenlijk inferieur is om voor een lange periode mee te gaan, maar die pas over lange tijd zal worden vervangen omdat het uitvoeren van renovaties ingrijpend is. Het energiebesparingeffect is dus gering, terwijl er wel is gerenoveerd. Met andere woorden, ‘goedkoop is duurkoop’. Dit lock-in effect kan worden vermeden door:

• gefaseerde renovatie • koppeling ondersteuningsmaatregelen en financiële stimuli • afbraak-heropbouw • collectieve aanpak (schaalvoordelen)

Een ander nadeel is dat huidige ESCO’s zich met name richten op grote gebruikers (kantoorpanden). Woonhuizen zijn gezien de hoge overheadkosten niet interessant. Maar wellicht dat daar in de toekomst verandering in komt. In Nederland is recent een ESCO opgericht specifiek gericht op woonhuizen, WAIFER genaamd. Deze ESCO biedt energetische renovaties aan, onder de voorwaarde dat een geheel woningblok of straat deelneemt aan de renovatie. Op deze manier worden (te hoge) overheadkosten voorkomen. De kosten voor de renovatie kunnen via de energierekening worden betaald. www.waifer.nl In Duitsland bestaan ESCO’s al gedurende langere tijd en hebben zij een groot marktaandeel. Er zijn ongeveer 500 ESCO’s met een totale omzet van 2 miljard. 10-15% van het marktpotentieel is reeds gerealiseerd. De meeste ESCO’s richten zich op lokale overheidsgebouwen en op appartementencomplexen. Noordrijn-Westfalen In aanmerking genomen de verouderde energiecentrales enerzijds en de economische, ecologische of politieke noodzaak anderzijds klinkt de roep om de toepassing van nieuwe energie-efficiënte technieken almaar luider in gemeenten en bedrijven. Vaak kunnen innovatieve besparingstechnologieën evenwel niet worden ingezet omdat investeringsmiddelen ontbreken.

Daarom heeft de Noordrijn-Westfaalse regering het EnergieAgentur.NRW uitgebouwd tot een neutraal aanspreekpunt voor alle vragen rond de projectafwikkelingsvorm Contracting. Bij Contracting gaat het om moderne energiediensten waarbij taken op het vlak van beschikbaarstelling van energie dan wel energieoptimalisering van gebouwen gedurende een contractueel vastgelegde termijn worden overgedragen aan een extern dienstenbedrijf. In Luxemburg is een standaardovereenkomst waarin de aspecten van het energieprestatiecontract worden geregeld, door het Berliner Energieagentur uitgewerkt op vraag van het ministerie van Economische Zaken en Buitenlandse Handel, teneinde het gebruik van dit instrument te stimuleren en te promoten en een pilotproject met de betrokken actoren te initiëren.

Page 46: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

46

2.4 Overige relevante beleidsdoelstellingen In deze paragraaf worden een aantal specifieke initiatieven en onderwerpen uitgelicht. Deze zijn in een specifieke paragraaf beschreven, omdat ze zeer relevant zijn in het kader van energie-efficiëntie, maar minder direct zijn onder te brengen in een van de bovenstaande paragrafen. De volgende onderwerpen komen in deze paragraaf aan bod:

• energiearmoede • energie-efficiëntie en werkgelegenheid • milieu en gezondheid

Energiearmoede Energiearmoede, oftewel het niet in staat zijn om de energierekening te betalen, is een belangrijke kwestie in Vlaanderen, die zowel in de Beleidsnota Energie 2009-2014 als in de Beleidsbrief Energie 2010-2011 genoemd wordt. In Vlaanderen bestaat een groeiend aantal gezinnen dat moeite heeft om de energierekening te betalen. Aangezien de energieprijzen in de toekomst naar alle verwachting zullen stijgen, bestaat er een grote kans dat dit aantal ook zal groeien. Sociaal zwakkere gezinnen leven vaak in relatief ongezonde (huur)woningen met een slechte energieprestatie, en beschikken niet over de kennis, het budget of de zeggenschap over de woning om energiebesparende ingrepen door te voeren. In dit kader zijn er diverse maatregelen getroffen:

• Het is verboden om gezinnen af te sluiten van elektriciteit of aardgas; • Het Energierenovatieprogramma 2020 moet ervoor zorgen dat elke Vlaming tegen 2020 een

energiezuinige woning heeft, die beschikt over minstens verbeterd dubbel glas, een geïsoleerd dak en een energiezuinige verwarming;

• Per 1 januari 2012 is er een nieuw premiestelsel ingegaan waarmee per jaar 3000 daken van slecht geïsoleerde huurwoningen bij de zwakste doelgroepen geïsoleerd moeten worden.

“Energiearmoede is in de 21ste eeuw onaanvaardbaar. Dit basisrecht moet zich onder andere vertalen in het recht om energiezuinig te kunnen wonen en leven. We willen bovendien dat ons energiegebruik de energievoorziening en ontwikkelingskansen van de toekomstige generaties niet in het gedrang brengt. Dus moeten we ons energiegebruik en onze energieproductie verduurzamen.” Beleidsnota Energie 2009-2014, ingediend door mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie

In Wallonië bestaat er een speciaal fonds gericht op het tegengaan van energiearmoede: het ‘fonds social “mazout” ou “gasoil” de chauffage’. Dit fonds ondersteunt huishoudens die problemen hebben met het betalen van hun energierekening. Het fonds is een samenwerking tussen lokale overheden, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn en de oliesector. Het fonds wordt gevuld door een solidariteitsheffing die geheven wordt op dieselbrandstof en propaangas.

Page 47: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

47

Het Brussels Gewest heeft speciale beschermingsmaatregelen ingevoerd in zijn wetgeving. De leveranciers zijn verplicht om een speciale ontbindingsprocedure na te leven ten aanzien van de consument als deze zijn facturen niet meer kan betalen. Deze procedure kan bv. Worden opgeschort in de winter en er is het statuut van beschermde afnemer die de klant een minimale energielevering garandeert. Verder is er een sociale energiebegeleiding voorzien, via energieopleidingen van sociale werkers. Noordrijn-Westfalen Steeds meer mensen in Noordrijn-Westfalen hebben het wegens de stijgende energieprijzen moeilijk om hun elektriciteits- en gasrekening te betalen. Alleen al in 2010 waren er meer dan drie miljoen aanmaningen om de elektriciteitsrekening te betalen en bij zowat 120.000 gezinnen werd de elektriciteit afgesloten. Vaak weten de betrokkenen niet dat hun energieschulden in de vorm van een lening kunnen worden overgenomen door de sociale dienst of het centrum voor werk en inkomen. Om de energiestroom tussen energiebedrijven, de voor het bestaansminimum verantwoordelijke instanties en mensen met energieschulden te verbeteren, startte het voormalige Noordrijn-Westfaalse ministerie van Economische Zaken, Energie, Bouwen, Wonen en Verkeer in mei 2011 met de gespreksgroep „Energiearmoede – omgaan met mensen met energieschulden“.

In oktober 2012 heeft Noordrijn-Westfalen samen met de consumentenorganisatie van NRW en regionalen energieleveranciers het project „NRW bestrijdt energiearmoede“ opgezet. In acht Noordrijn-Westfaalse steden krijgen mensen met energieschulden gratis advies van de consumentenorganisatie over energievragen, alsook juridische en budgettaire kwesties. Het project loopt tot eind 2015. De deelstaat stelt hiervoor financiële middelen voor een bedrag van 1,5 miljoen euro ter beschikking. De deelnemende gemeentebedrijven in de acht modelgemeenten participeren evenredig in de kosten van het betreffende adviesaanbod (win-winsituatie).

In vijf steden zal Caritas met haar „energiebesparingsadvies aan huis“ in het project participeren. Hiervoor worden langdurig werklozen opgeleid tot zgn. stroombesparingsbegeleiders, die bij een huisbezoek een individuele elektriciteitsbesparingscheck uitvoeren. De stroombesparingsbegeleiders komen zelf uit gezinnen met een laag inkomen en kunnen zich daarom beter inleven in de problemen van de betrokkenen. Bovendien worden de langdurig werklozen in het kader van deze activiteiten verder geschoold.

Energie-efficiëntie en werkgelegenheid Alle deelnemende overheden aan dit Benelux project, koppelen het stimuleren van energie-efficiënte aan het stimuleren van werkgelegenheid (op meer of minder expliciete wijze) In Wallonië maakt het “Alliance Emploi-Environment” onderdeel uit van het investeringsplan van minister Nollet. Dit beleidskader koppelt het verbeteren van energie-efficiëntie in Wallonië en het bijdragen aan een beter milieu met het aanwakkeren van de economische activiteit en het creëren van nieuwe banen in het gewest. Alliance Emploi-Environment valt onder het Waalse Marshall Plan dat de competitiviteit van het Waalse gewest wil versterken in sectoren waar al potentieel in zit.

Page 48: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

48

In Vlaanderen richt het Energierenovatieprogramma 2020, gericht op het stimuleren van de energie-efficiëntie van de gebouwde omgeving, zich ook sterk op de groei van de groene economie en de creatie van werkgelegenheid. Om het aantal erkende energiedeskundigen die niet over de minimale basiskennis beschikken om een correct energieprestatiecertificaat te kunnen opstellen te verhogen is er in 2011 een actieplan voor de kwaliteitsborging van de opleidingen voor energiedeskundigen gevormd. Eind 2011 is er in dit kader een centraal examen gekomen voor nieuwe energiedeskundigen type A & B. Milieu & gezondheid Vooral in Nordrhein-Westfalen is gezondheid ook een belangrijk thema, naast het stimuleren van een schoner milieu. Daarom heeft het Ministerie van Klimaatbescherming, Milieu, Landbouw en Natuur- en Consumentenbescherming in 2008 de eerder genoemde ‘Modernisierungsratgeber’ beschikbaar gesteld. In deze brochure kunnen mensen lezen hoe zij hun huis op een dusdanige manier kunnen moderniseren dat dit niet alleen goed is voor het milieu, maar ook voor hun eigen gezondheid. De ‘Ratgeber Häuser und Wohnungen Gesundheitsbewust modernisieren’, die deel uit maakt van het Aktieprogramma ‘Milieu en Gezondheid Nordrhein-Westfalen (APUG NRW), richt zich op huiseigenaren die hun huis energiezuiniger willen maken, maar geen of weinig kennis hebben over schadelijke bouwstoffen. Deze stoffen en hun toepassing worden daarom in detail beschreven, net als de manier waarop men met deze materialen om zou moeten gaan, en wanneer men een expert in moet schakelen. Meer informatie: www.apug.nrw.de Ook in Luxemburg wordt er specifiek aandacht besteed aan de noodzaak om een goed geïsoleerd huis voldoende te ventileren. Informatie hierover kan gevonden worden op www.myenergy.lu

2.5 Samenwerken in Benelux verband op het gebied van energie-efficiëntie Zoals aangegeven in de introductie van dit hoofdstuk, is dit een rapport waarin verschillende maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie in de verschillende Benelux landen (inclusief Noordrijn-Westfalen) worden toegelicht. Belangrijke drijfveren om dit in samenwerking aan te pakken is dat door internationale kennisdeling, de effectiviteit van bestaande beleidsmaatregelen kan worden vergroot of nieuwe instrumenten ontwikkeld kunnen worden. Daarnaast heeft de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad op 20 december 2011, een aanbeveling aangenomen betreffende fiscale maatregelen voor energiebesparing (zie bijlagen). Hierin verzoekt de Beneluxraad de Regeringen het volgende:

Page 49: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

49

“Om samen te komen teneinde de diverse in de Beneluxlanden genomen fiscale maatregelen voor energiebesparing in kaart te brengen en deze te onderwerpen aan een grondige evaluatie; Om op basis hiervan te ijveren voor een multilaterale aanpak van de klimaat-problematiek opdat de Beneluxlanden, alsook de deelstaten van België, op eenvormige wijze keuzes maken voor dezelfde maatregelen zodat ondernemingen en particulieren zich op éénvormige wijze op de Benelux-markt kunnen begeven zonder geconfronteerd te worden met steeds andere maatregelen naargelang land of regio”.

Dit rapport beoogt een eerste stap te zetten met het in kaart brengen van verschillende financiële dan wel fiscale maatregelen en daarmee samenhangende beleidsprogramma’s gericht op energiebesparing. 2.6 Conclusie Het beleid gericht op het stimuleren van energetische renovaties in de bestaande bouw, verschilt tussen Benelux en de NRW onderling. In de meeste landen bestaan er uitgebreide programma’s gericht op het vergroten van de actiebereidheid van huiseigenaren om hun huis beter te isoleren. Ondanks de financiële ondersteuning die geboden wordt, blijkt het toch nog lastig mensen te overtuigen investeringen te doen gericht op het vergroten van de energie-efficiëntie van hun woning. Mensen ervaren vaak niet de noodzaak en zien op tegen de renovatie (zowel fysieke verbouwing als administratieve kant). Voorlichtings- en bewustwordingscampagnes zijn van belang om het belang van energie-efficiënte woningen te benadrukken en de voordelen die het de bewoner oplevert (lagere energierekening, meer wooncomfort) Om de kosten van energie-efficiënte renovaties te verminderen is schaalgrootte van wezenlijk belang. Dit geldt met name voor de verlaging van de overheadkosten van renovaties, maar ook voor ontwikkeling van innovatieve financiële instrumenten Voor financiers is het belangrijk dat er een redelijke en stabiele afzetmarkt is, anders is ontwikkeling van deze instrumenten te duur. Hier dragen de volgende zaken aan bij:

• stabiel overheidsbeleid • actiebereidheid van mensen vergroten niet alleen door verleiden maar ook door

kaderstellende wetgeving • marktpartijen zijn van wezenlijk belang, hierbij gaat het niet alleen om bouw- en

installatiebedrijven die bewoners adviseren tav energetische renovaties, maar ook om makelaars die juist bij het aan- en verkoopmoment, bewoners kunnen wijzen op de voordelen van een energie-efficiënt huis

Kortom, het verbeteren van de energie-efficiënte van bestaande woningen kan alleen slagen als er door een gezamenlijke inspanning, een schaalvergroting wordt gerealiseerd. Gemeentes spelen hier zeker gezien hun directe contacten met burgers een belangrijke rol in. In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op de initiatieven die vanuit gemeenten ontwikkeld zijn.

Page 50: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

50

Barrières om energie-efficiëntie op grote schaal te realiseren in de bestaande woningbouw De vraag van particuliere huiseigenaren naar een energetische renovatie blijft zeer gering.

Tegelijkertijd is een substantiële stabiele vraagkant essentieel om een breed aanbod te creëren. Hierbij gaat het zowel om het aanbod van gunstig geprijsde renovatiewerkzaamheden als om financiële producten die ingezet kunnen worden om de renovatie te bekostigen.

Hoe kunnen economisch-sociaal zwakkere groepen in de samenleving het beste bereikt en betrokken worden (deze groepen ontberen de financiële draagkracht voor energetische renovaties, maar zijn door vaak slechte kwaliteit van huizen, wel relatief een zeer groot deel van hun maandelijkse inkomsten kwijt aan energie, hetgeen kan leiden tot energiearmoede)?

Hoe om te gaan met de kwestie van de split-incentive problematiek bij (sociale) huurwoningen. Dus dat de verhuurder de investeringen doet om een woning energiezuiniger te maken, maar daar geen lagere energierekening voor terugziet, omdat de huurder degene is die de lagere energierekening betaald?

Hoe kunnen financiële instrumenten worden ingezet om op grote schaal particuliere woningen te renoveren ?

Op wat voor wijze kan energie-efficiëntie onderdeel uitmaken van integrale aanpak? Momenteel zijn ESCO’s (nog) nauwelijks gericht op individuele huiseigenaren. De Europese

Commissie voorziet een grote rol voor ESCO’s in de toekomst, ook voor de particuliere bestaande woningmarkt. Hoe zouden nationale en regionale overheden dit kunnen faciliteren? En is dit een rol voor nationale en regionale overheden?

Page 51: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

51

Hoofdstuk 3. Stedelijk beleid

Steden vervullen een sleutelrol in het realiseren van Europese, nationale en regionale doelstellingen op het gebied van energie-efficiëntie. Niet alleen staat het merendeel van de woningen en gebouwen in stedelijk gebied, ook staan steden in direct contact met burgers (huiseigenaren en huurders) en het bedrijfsleven dat betrokken is bij energetische renovaties (bouw- en installatie bedrijven). Een aantal steden heeft deze rol naar zich toe getrokken en hebben initiatieven ontwikkeld om de transitie naar een energiezuinige woningbouw op (grotere) schaal te realiseren. Er zijn steden die als ware pioniers optreden. In praktisch alle steden maken maatregelen gericht op energie-efficiëntie onderdeel uit van grotere plannen gericht op klimaatverandering. Dit hoofdstuk brengt verschillende stedelijke beleidsinitiatieven voor het voetlicht. De volgende steden nemen deel aan dit Benelux project: Assen, Breda, Deventer, Den Haag, Enschede, Hardenberg (ism provincie Overijssel), Antwerpen, Genk, Gent, Leuven, Luik, Moeskroen, Oostende, Roeselare, Beckerich, Esch-sur-Alzette, Aachen, Bottrop en Gelsenkirchen.

Om een beter zicht te krijgen op de verschillende initiatieven zijn interviews gehouden met relevante beleidsmakers uit de verschillende steden. Op basis van deze interviews en desk research, is het onderstaande overzicht tot stand gekomen. Gezien het grote aantal steden, is het niet mogelijk om per stad alle initiatieven en projecten op te nemen. In de templates in de bijlage is meer informatie te vinden. Dit overzicht beschrijft interessante beleidsinitiatieven gericht op:

1) Het stimuleren van bewustwording en actiebereidheid gericht op energie-efficiënt gedrag 2) Financieel instrumentarium inzake energie-efficiëntie 3) Cross-sectorale samenwerking om schaalvergroting om het gebied van energie-efficiëntie te

realiseren

Sommige steden richten zich sterk op particuliere initiatieven (via burgerparticipatie), anderen op ondernemers (via consortia) en weer anderen op woningbouwcorporaties. Sommige steden verstrekken subsidies of laagrentende leningen aan burgers, terwijl andere steden juist inzetten op burgerparticipatie. Alle steden kennen een mix van instrumenten, dit hoofdstuk geeft een compilatie weer van stedelijke initiatieven. De keuze is gebaseerd op wat tijdens de gehouden interviews sterk naar voren kwam en wat mogelijk als inspiratie kan dienen voor andere steden en regio´s. In de bijlage is een overzicht opgenomen met de belangrijkste websites, via deze sites kan meer (achtergrond) informatie per stad gevonden worden.

Leeswijzer: Zoals aangegeven verschilt de aanpak per stad, tegelijkertijd worden de meeste stedelijke beleidsinitiatieven gekenmerkt door een integrale aanpak, en hebben ze vaak betrekking op meerdere thema’s.

Page 52: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

52

Om herhaling te voorkomen, is ervoor gekozen om bepaalde programma’s of initiatieven slechts één keer te beschrijven, waardoor ze slechts onder één van de drie paragrafen genoemd worden. Een voorbeeld is InnovationCity Ruhr I Modellstadt in Bottrop (Noordrijn-Westfalen. Dit initiatief wordt nu beschreven onder paragraaf 3.4 Cross-sectorale samenwerking, maar heeft uiteraard ook als doel om het bewustzijn van burgers te stimuleren (paragraaf 3.1). Verder, zijn in hoofdstuk 2 (Nationaal en regionaal beleid) verschillende programma’s genoemd die beschikbaar zijn voor huiseigenaren en huurders. Om overlap te voorkomen worden deze in dit hoofdstuk niet meer genoemd.

3.1 Stimuleren bewustwording en actiebereid gericht op energie-efficiënt gedrag

Om burgers en huiseigenaren ertoe te bewegen minder energie te gebruiken en hun huizen beter te isoleren, zetten steden verschillende instrumenten in. Zo zijn er verschillende steden die warmtescans van daken en gevels aanbieden, indien mensen aangeven daar behoefte aan te hebben. Er zijn ook steden die voor een persoonlijke benadering kiezen, waarbij mensen actief benaderd worden om hun huis te isoleren. Soms worden er energiepakketten uitgedeeld, met producten die een lagere energieconsumptie stimuleren zoals LED verlichting. En veel steden maken gebruik van energiecoaches, die mensen advies geven ten aanzien van energiezuiniger leven en mogelijke energetische renovaties. Bijna alle steden maken gebruik van een zogeheten energieloket, waar bewoners relevante informatie over het isoleren van hun huis en financiële ondersteuningsmogelijkheden kunnen vinden. In deze paragraaf komen verschillende initiatieven van steden aan bod. Steden hebben veelal een palet van maatregelen en initiatieven, het is helaas niet mogelijk om alles in dit overzicht op te nemen.

Den Haag kiest ervoor om mensen actief en persoonlijk te benaderen. Dat doet de stad op basis van de zogeheten ‘Energieteams’ (E-teams). Deze E-teams delen energieboxen uit aan mensen met een laag inkomen. In de box zitten 17 items die energie-efficiëntie bevorderen. Door deze items te gebruiken kunnen mensen op jaarbasis €200 besparen. De E-teams bestaan (deels) uit mensen die geen werk hebben. Via de organisatie Schroeder, worden juist mensen die moeilijk toegang hebben tot de arbeidsmarkt, (bijvoorbeeld) door het ontbreken van een opleiding, benaderd om deel te nemen aan de E-teams. Op deze manier koppelt Den Haag energie-efficiënte aan re-integratie. Naast de Energie-teams heeft Den Haag andere initiatieven ontplooid. Een van deze initiatieven is het programma “Duurzaam de wijk in”. In dit programma zetten een paar keer per jaar zetten bewoners die hun huis hebben geïsoleerd, hun deuren open voor bezoekers. Deze bewoners fungeren als ambassadeurs van het programma Duurzaam de wijk in. Met dit programma wil de gemeente laten zien wat er allemaal mogelijk is op het gebied van duurzaam wonen. De deelnemers gaan met hulp van de gemeente hun huis energiezuiniger maken. Een energie-adviseur bekijkt eerst welke maatregelen in aanmerking komen en wat ze opleveren. De bewoner laat het advies geheel of gedeeltelijk uitvoeren.

Den Haag

www.haagsklimaatweb.nl, www.duurzameburen.nl.

Page 53: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

53

Er nemen in totaal zo’n 38 zogeheten voorbeeldwoningen verspreid over Den Haag deel aan dit programma. Deze programma opzet is gebaseerd op het marketingconcept van “superpromoters”. Superpromoters doen aanbevelingen of worden door anderen gekopieerd. Het aanstekelijke enthousiasme van de superpromoter is de kracht waarmee anderen overtuigd worden het voorbeeld te volgen. Veel steden die meedoen met dit Benelux project kennen soortgelijke programma’s.

Als vervolg op het concept “voorbeeldwoningen”, werkt gemeente Den Haag nu ook aan “voorbeeld VvE’s”. De VvE-balie van de gemeente Den Haag biedt dit jaar een aantal verenigingen van eigenaren (VvE's) procesbegeleiding bij het verduurzamen van hun gebouw en organisatie. In ruil daarvoor zijn deze VvE's in te zetten als ambassadeur bij andere VvE's. Ook kunnen er bezichtigingen bij deze verduurzaamde complexen plaatsvinden. Het is de bedoeling dat in 2013 ook daadwerkelijk maatregelen worden uitgevoerd. Daarnaast is het de bedoeling dat het Meerjaren Onderhoudsplan verduurzaamd wordt. Om de “voorbeeld VvE's” zo breed mogelijk in te kunnen zetten wordt per VvE aan een andere maatregel gewerkt. Voorbeelden van maatregelen zijn dak- en vloerisolatie, zonnestroom, isolatieglas, EPA advies voor het hele gebouw en collectief opdrachtgeverschap van meerdere VvE's inzake duurzaamheids maatregelen.

De gemeente Den Haag stelt daarnaast subsidie beschikbaar voor bewoners om met instellingen en bedrijven samen in de wijk te werken aan duurzaamheid. Het doel van de subsidieregeling is om ideeën en acties aan te moedigen die helpen om op wijkniveau energie te besparen of de CO2 uitstoot te verlagen. Deze ideeën en acties worden samen door bewoners, bedrijven en instellingen uitgewerkt in een plan of project. Voor iedere Hagenaar is dit verschillend. In de ene wijk willen bewoners bijvoorbeeld een windmolen adopteren. In een andere wijk willen de bewoners samen lampen met bewegingssensoren aanbrengen in een flat. Het gaat erom dat bewoners samen met andere bewoners zelf een onderwerp en de uitwerking hiervan bepalen. Dit gebeurt in een plan of project en draagt bij aan energiebesparing en CO2–verlaging.

Genk SUN-project Een van de belangrijke campagnes binnen het kader van het energiebeleid in Genk, is het SUN project. SUN staat voor “Sustainable Urban neighbourhoods en wil zeven stadswijken van de Euregio Maas-Rijn verbinden in een dynamiek van duurzame ontwikkeling. Actie 4 in dit project focust op energie-efficiëntie in bestaande woningen. De SUN-partners zijn daarin op zoek gegaan naar alternatieve interventievormen die meer vanuit een groepsdynamiek vertrekken. Deze benadering kan een interessante manier zijn om niet alleen de eigenaren gerust te stellen en tot een gedragsverandering aan te zetten, maar ook om de kwaliteit van de uitvoering te verzekeren en interessante prijzen te realiseren. De vaststelling is immers dat ondanks de talrijke renovatiepremies en de steun die door de overheden wordt voorzien, de gebouwen in de stadswijken moeilijk en traag worden vernieuwd.

Page 54: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

54

Dit valt op verschillende manieren te verklaren: enerzijds blijft de energierenovatie van een gebouw een complex technisch proces dat veel eigenaren ontmoedigt, anderzijds is het een duur proces en weten de eigenaren niet altijd hoe ze financiering kunnen krijgen, ook al weten ze dat ze uiteindelijk energie zullen besparen Het SUN-project liep van 2009-2012 en heeft volgende conclusies opgeleverd: • Dankzij intensieve campagnes (Limburg isoleert, de Genkse warmtebeelden,…) het bewustzijn

rond het nut van dak- en zoldervloerisolatie vergroot is. Het is echter vooral de “middenklasse” die actief investeert in energiebesparende maatregelen;

• Wetgeving en premieregeling zijn niet altijd even duidelijk. Dat weerhoudt heel wat mensen om tot actie over te gaan: oudere mensen, mensen met andere zorgen (sociaal, financieel,…) of gewoon omdat de kosten voorlopig nog draaglijk zijn.

• De zgn “specifieke doelgroep” (ic beschermde afnemers) wordt via het OCMW aangebracht voor een gratis energiescan. Heel dikwijls gaat het echter om huurders, waardoor de investering in dak- of zoldervloerisolatie niet gebeurt, tenzij door de eigenaar. We stellen vast dat de huurder liever geen “problemen” wil veroorzaken en meestal, ook als er begeleiding wordt aangeboden, de huisbaas niet zal aanspreken.

• Er zijn heel wat inspanningen geleverd om mensen uit de moeilijker bereikbare groepen (ouderen, allochtonen, mensen met een beperkt budget) te bereiken. Specifiek in Winterslag en Waterschei zijn er in het najaar van 2011 ruim 200 huisbezoeken doorgegaan. Slechts een 25-tal mensen uit deze groep heeft zijn dak of zoldervloer geïsoleerd. In 90% van de gevallen gaat het dan nog om een investering die kadert in een grotere renovatie, die al eerder gepland was. We leren hier dus uit dat binnen deze doelgroep een 1 op 1 benadering noodzakelijk is.

Genk dakisolatieproject “Genk isoleert”

In vervolg op het SUN-project, maar nu volledig gefinancierd met eigen middelen werd in september 2012 de campagne “Genk isoleert” gelanceerd. Obv de ervaringen binnen het SUN-project wordt ism dezelfde partners een nieuwe persoonlijk begeleidingstraject aangeboden aan alle Genkenaren. Naast info en begeleiding kan men ook deelnemen aan een samenaankoop dakisolatie, een huisbezoek aanvragen of hulp krijgen bij het aanvragen van een premie. www.genk.be/genkisoleert Energiescans

Via het OCMW en gemeentelijke kanalen wordt een gratis energiescan aangeboden aan de zgn “specifieke doelgroep”: beschermde afnemers, personen voor wie een verzoek tot afsluiting van gas of elektriciteit bij de Lokale AdviesComissie (LAC) werd ingediend, personen met een aardgasbudgetmeter die in de winterperiode via het OCMW een minimale gaslevering krijgen, personen die behoren tot de doelgroep van het FRGE, personen die huren bij een sociale huisvestingsmaatschappij of sociaal verhuurkantoor,…

Page 55: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

55

Heel dikwijls gaat het hier om huurders, waardoor de investering in dak- of zolder/vloerisolatie niet gebeurt, tenzij door de eigenaar. In het algemeen willen huurders liever geen “problemen” veroorzaken en daarom zullen de meesten de huisbaas niet aanspreken, zelfs niet als er begeleiding wordt aangeboden.

Daarnaast bleek dat de steeds veranderende wetgeving en premieregeling heel wat mensen weerhoudt om tot actie over te gaan: bijvoorbeeld oudere mensen, of omdat de kosten voorlopig nog draaglijk zijn. Via de energiescans krijgen deze mensen een begeleiding op maat. www.energiescans.be

Thermoloket

Een ander belangrijk onderdeel van het beleid uit de stad Genk is het Thermoloket. Via dit loket zijn warmtebeelden op te vragen van Genkse daken. In maart 2009 is een warmtescan uitgevoerd van alle daken in Genk. Elke Genkenaar kan nu een uitsnede van het dak van zijn woning aanvragen, waaruit afgeleid kan worden of dat voldoende geïsoleerd is of niet. De thermografische opname maakt deel uit van het algemene energiebeleid van de stad.

De beelden zijn opgenomen in het Geografisch Informatiesysteem (GIS), waar elke woning met een muisklik is terug te vinden. De beelden zijn raadpleegbaar, maar alleen via een afspraak of een aanvraagformulier. Elke aanvrager krijgt een persoonlijke adviesfiche met de interpretatie van de beelden, een isolatieadvies en toelichting bij subsidies. Tot op heden (september 2012) zijn er zo’n 1700 adviezen opgesteld. Meer info via www.thermoloketgenk.be.

Hardenberg De gemeente Hardenberg is gestart met de pilot Pak Aan! en werkt samen met het bedrijfsleven aan een buurtgerichte benadering van woningeigenaren met een aanbod op maat. Eind 2008 heeft de gemeente Hardenberg het energieloket Bewust Duurzaam Thuis geïntroduceerd met als doel particuliere woningeigenaren te stimuleren om energiebesparende maatregelen in de eigen woning te nemen. Onderdeel van dit energieloket zijn maatwerk adviezen aan particulieren. Voorheen werd dit door marktpartijen gedaan, maar de gemeente merkte dat dit niet aansloot bij de wensen van de bewoners en huiseigenaren. De adviezen verstrekt door marktpartijen waren te gedetailleerd, technisch en gecompliceerd van aard. Momenteel biedt de gemeente zelf energie-adviezen aan. Dit zijn beknoptere adviezen, meer gericht op ´quick-wins´. Deze adviezen worden gefinancierd door de gemeente. Indien mensen een diepgaander advies willen hebben, kunnen ze alsnog marktpartijen inschakelen. De pilot Pak Aan! maakt onderdeel uit van de Overijsselse Aanpak 2.0. Via dit beleidsprogramma wil de provincie Overijssel de bestaande woningvoorraad verduurzamen.

Page 56: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

56

Uitgangspunt hierbij is het stimuleren van de vraag naar energiebesparende maatregelen en het tegelijkertijd activeren van de bedrijven die de gemeentelijke loketfunctie op termijn over kunnen nemen. Een ander belangrijk onderdeel van de nieuwe aanpak van Hardenberg is de aandacht voor bewustwording. De gemeente geeft aan geen generieke campagne meer te ontwikkelen, maar richt zich op een campagne waarbinnen verschillende doelgroepen en leefstijlen worden geïdentificeerd. Met behulp van een neuromarketeer, worden er vervolgens campagnes ontwikkeld die aansluiten en behoeftes van een bepaalde groep. De boodschap kent een positieve insteek en wijst mensen op de kansen. Complementair hieraan worden ook straatgerichte acties georganiseerd zoals, informatieavonden, mensen worden persoonlijk aangeschreven en de gemeente werkt met voorbeeld woningen.

Gemeente Hardenberg gaf aan tijdens het interview dat het belangrijk is om mensen te interesseren voor een energetische renovatie. Nu blijkt dat een groot aantal mensen niet deelneemt aan een bepaalde actie (bijvoorbeeld korting op isolerende maatregelen of laagrentende leningen) omdat een renovatie op dat moment in hun leven niet goed uitkomt. Daarom zou er een energieadviseur met mensen in gesprek moeten gaan en met hen gezamenlijk een energieplan op te stellen dat zich uitstrekt over meerdere jaren.

Op deze manier wordt voorkomen dat mensen afzien van een renovatie omdat de actie over is, maar zijn mensen wellicht eerder geneigd om op een later tijdstip (dat hen uitkomt) toch te renoveren. Op basis hiervan zouden acties meerdere malen herhaald kunnen worden (verspreid over enkele maanden of jaren).

Een ander belangrijk project in Breda is ‘Steek energie in je huis’, Mensen die hebben meegedaan met ‘Steek Energie in je Huis’ initiatief komen zelf ook vertellen over hun ervaringen tijdens informatieavonden. Er wordt weinig gewerkt met voorbeeldwoningen, vanwege de grote diversiteit aan huizen. Van oorsprong is ‘Steek energie in je huis’ een burgerinitiatief.

Breda De gemeente organiseert wijkgerichte acties waarbij bewoners worden geholpen met energie besparen en opwekken van duurzame energie. Met woningcorporaties worden afspraken gemaakt over de energetische kwaliteit van hun voorraad. Alle maatregelen die zich terugverdienen worden uitgevoerd. Dit leidt tot goede resultaten, jaarlijks wordt bij minimaal 200 woningen een gemiddelde energiebesparing van 25%-50% gehaald. Voor energie neutraliteit is het opwekken van duurzame energie een must.. De gemeente Breda heeft ook oog voor de ‘energie inhoud’ van de gebruikte materialen. Ook in Breda bestaat er aandacht voor de kracht van marketing als het gaat om mensen te overtuigen om bepaalde beslissingen of keuzes te maken. Via Motivaction modellen heeft de gemeente gekeken naar leefstijlen van mensen om na te gaan hoe mensen het beste benaderd kunnen worden en te bepalen wie waar gevoelig voor is.

http://www.breda.nl/wonen-wijken-vervoer/wonen/duurzaam-wonen

Page 57: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

57

Daarnaast komen consulenten van het Energieteam gratis langs om in kaart te brengen welke (kleinere) maatregelen mogelijk zijn, zowel op het gebied van gedrag als op het gebied van isolatie, zoals radiatorfolie en tochtstrippen. http://www.breda.nl/wonen-wijken-vervoer/wonen/duurzaam-wonen/energieteam-kpabel. De Gemeente Breda verleent geen subsidie.

De gemeente Breda heeft ook aandacht besteed aan het opleiden van eigen personeel. Twee beleidsmedewerkers hebben een gedragscursus gevolgd bij AgentschapNL gevolgd. De training was gericht op de vraag hoe de gemeente mensen kan wijzen op hun gedrag en op deze manier mensen te stimuleren hun energieverbruik aan te passen (doel is te komen tot een reductie van 10%). Om het gewenste gedrag te behouden moeten mensen langdurig ondersteund worden, anders vallen mensen terug in hun oude gedrag. Breda maakt onder andere daarom ook gebruik van energiecoaches. Deze coaches leiden ook weer andere mensen op. Er werd specifiek aandacht besteed aan het betrekken en opleiden van coaches uit kwetsbare groepen Een groep van 5 personen werd opgeleid tot coach. Het doel was dat ieder van hen tenminste 15 personen (in hun omgeving) konden informeren over gedragsverandering op het gebied van energieverbruik. Er zijn 5 informatieavonden in de winter georganiseerd over gedrag en energie. Het blijkt lastig om na te gaan of mensen daadwerkelijk hun gedrag (blijvend) hebben aangepast. Het project is een jaar later nogmaals herhaald, maar nu gericht op huurders.

De stad Moeskroen heeft gekozen voor een creatieve manier om het bewustzijn van mensen te vergroten ten aanzien van energie-efficiëntie. In het kader van het project ‘Convergence’ zijn er door de theatergroep La Sonnette straatvoorstellingen gegeven, die gericht waren op het creëren van bewustwording ten aanzien van energie-efficiëntie. Dit is een aansprekende manier om mensen anders over hun energieverbruik te laten nadenken. Juist ook in wijken waar brochures of andere schriftelijke of digitale communicatiemiddelen minder effectief zijn, kan het aanspreken van mensen via een straatvoorstellen, effect sorteren. De unit Energie binnen de OCMW van Moeskroen, richt zich op het ondersteunen van mensen die problemen hebben op het gebied van energie (bijvoorbeeld hun energierekening niet kunnen betalen, een zeer hoog energiegebruik hebben of een schuld hebben bij energiemaatschappijen) Het advies dat mensen krijgen is altijd persoonlijk van aard. In het geval van energieschulden, kunnen mensen gebruik maken van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). Men moet dan wel het verbruik van energie omlaag brengen. In het geval van zeer hoge energieconsumptie, komt er een energieconsulent aan huis om na te gaan hoe mensen energie kunnen besparen. Dit is niet alleen via renovaties, maar ook door mensen hun gedrag te laten aan te passen om zo het energieverbruik te verminderen.

Moeskroen

Page 58: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

58

Het energieloket van Assen voorziet inwoners van alle relevante informatie op het gebied van energetische renovaties

Assen

(www.energieloket.nl/assen). Via deze website kunnen inwoners van Assen ook hun adres intikken en zien hoeveel warmt ze via hun dak verliezen en wat de economische waarde van hun daken zijn voor zonnepanelen.

Om de actiebereidheid van mensen te vergroten om energetische renovaties uit te voeren maakt Antwerpen gebruik van het Ecohuis. Via het Ecohuis wil de stad Antwerpen mensen, scholen of bedrijven ondersteunen die zich ecologisch en duurzaam willen ontwikkelen, maar daarvoor niet altijd de kennis of de middelen in huis hebben. Het EcoHuis wil deze drempels wegwerken via advies en cofinanciering. Met zijn producten en diensten wil het EcoHuis mensen effectief ondersteunen en aanzetten om ecologisch te (ver)bouwen, wonen, leven en geld te sparen. Mensen met minder middelen krijgen extra begeleiding en financiële middelen.

Antwerpen

www.ecohuis.antwerpen.be Het EcoHuis voorziet daartoe in een energie- en milieuadvieswinkel waar mensen advies en begeleiding krijgen om energiepremies en leningen aan te vragen. Deze werkt in een netwerk met de woonkantoren verspreid over de ganse stad waar iedereen die in de stad wil bouwen, verbouwen of verhuizen terecht kan. De stad schafte haar eigen energiepremies af maar geeft aanvullende isolatiepremies (6 euro/m²) op die van de netbeheerders (4 eur/m²) zodat de inwoners nu een isolatiepremie aanvragen via één formulier voor de drie tussenkomsten. Elke Antwerpenaar kan begeleid worden tot en met de indiening van de premieaanvraag of de ondertekening van een energielening. Mensen met een laag inkomen betalen nul procent rente voor hun energiesparende investeringen in het kader van het Federaal Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost. Daarnaast maakt Antwerpen ook gebruik van thermografische foto’s. Gericht op de lanncering van vernieuwde isolatiepremies, werd een thermografische foto opgemaakt van de stad en werden 21 buurgemeenten uitgenodigd om samen te werken aan één grote foto, campagne, website en communicatiemiddelen (www.antwerpen.be/zoominopuwdak).

Via het programma Energie in Deventer beoogt Deventer, huiseigenaren (en bedrijven) te stimuleren tot het nemen van energie-efficiënte maatregelen en maatregelen gericht op de opwekking van duurzame energie. Er bestaan financiële ondersteuningsmaatregelen, zoals een duurzaamheidlening en duurzaamheidspremies voor isolatiemaatregelen. Gekoppeld aan het programma Energie in Deventer is Deventer, energielokaal. Dit betreft een platform, waarnaar de gemeente actief mensen die hun huis energetisch willen renoveren doorverwijst. Bedrijven (MKB Deventer), maar ook initiatieven zoals de Energiehelden, Deventer Energiecooperatie, Blok voor blok Deventer, Stichting Zon Deventer nemen deel aan dit Energielokaal. (

Deventer

www.energieindeventer.nl). Bij de uitwerking van dit programma wordt nauw samengewerkt met de provincie Overijssel. Via www.slimenergiethuis.nl faciliteert de provincie de gemeenten in Overijssel.

Page 59: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

59

Verder neemt Deventer ook deel aan het nationale programma ‘Blok voor Blok’via De(venter) Energieke Verbinding. Ketensamenwerking is het kernbegrip binnen de Deventer aanpak. Deze samenwerking is gericht op innovatie, efficiency en een optimaal resultaat. Gezamenlijk met marktpartijen wordt gestreefd naar een verduurzaming van ten minste 2.000 woningen. Om bewoners te verleiden tot verduurzaming van de woning, gaat het consortium gebruikmaken van een soort menukaart met energiebesparingsmaatregelen

• Belangrijkste alternatieven voor energiebesparingen in gebouwen,

Aken

Ook de stad Aken op het drielandenpunt Duitsland, Nederland en België draagt de bevordering van consumentenvoorlichting op het gebied van energetische sanering hoog in het vaandel. Daartoe werd de e.V. “altbau plus” opgericht, een centraal loket voor bouwlustigen om zich over bouwkundige en technische mogelijkheden zowel als financiële stimuleringsprogramma’s te informeren. Leden van het netwerk “altbau plus” zijn onder meer de Aachener Stiftung Kathy Beys, de StädteRegion Aachen, de stad Aken, de Energie- und Wasser-Versorgung GmbH, die Stadtwerke Aachen AG, de RWTH Aken, de Fachhochschule Aken, de Verbraucherzentrale Nordrhein-Westfalen, Haus&Grund Aachen, de Kreishandwerkschaft Aachen zowel als talrijke verenigingen.

Altbau plus houdt zich voornamelijk bezig met de eerste advisering van burgers over bouwkundige en verwarmingstechnische mogelijkheden voor de sanering van openbare en andere gebouwen, zowel als over economische en milieu-aspecten. Deze eerste advisering gaat vooral over volgende thema’s:

• Beslechten van barrières • Wettelijke randvoorwaarden, • Stimuleringsmaatregelen en de subsidiëringsmogelijkheden ervan, • Competente partners op het gebied van de diagnose van gebouwen en maatregelenplanning

zowel als • Uitvoering door vakdeskundigen (ambachtslieden, architecten enz.).

“altbau plus” is daarmee een onafhankelijk informatiekantoor voor energiebesparend saneren, dat ertoe bijdraagt de saneringsgraad bij private gebouwen te verhogen.

Naast de persoonlijke advisering van huis-, appartementeigenaars en huurders vinden regelmatig events plaats. Daarnaast worden ook vakbeurzen voor ambachtslieden, architecten en ingenieurs aangeboden. Daarenboven zijn in de lokalen van “altbau plus” – aangepast aan het thema – verwarmingsketels, zonnepanelen, isolatiemateriaal, vensters enz. tentoongesteld, aan de hand waarvan praktische vragen beantwoord kunnen worden. www.altbauplus.de

Page 60: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

60

Roeselare Op het gebied van het vergroten van het bewustzijn van burgers en huiseigenaren, werkt Roeselare met mensen die als voortrekker anderen inspireren en op sleeptouw nemen. Dit is gebaseerd op de ervaring met de klimaatwijken, waarbij de inzet van een aantal sleutelfiguren bepalend was. Roeselare heeft actief informatiemomenten georganiseerd om sleutelpersonen te identificeren en anderen te stimuleren energie te besparen. Een van de andere activiteiten was bijvoorbeeld de actie “Gluur eens bij je buur”. Dat waren georganiseerde fietstochten langs bedrijven of particulieren die uit zichzelf op een succesvolle manier met energiebesparing bezig waren of hun huis hadden geïsoleerd. Deze voortrekkers vervullen een voorbeeldfunctie. De stad Roeselare doet dit door mensen in contact te brengen met elkaar. Sinds die wijkwerking gestimuleerd wordt, is er daar veel in veranderd. Vroeger bestonden er nauwelijks wijkcomités, nu zijn er meerdere.

De stad Beckerich heeft grote ambities op het gebied van energie-efficiëntie. Deze plannen zijn ingebed in het Luxemburgse samenwerkingsverband gericht op klimaatverandering (

Beckerich

www.energieinfo.lu). Doelstelling van dit samenwerkingsverband is om te komen tot een reductie van 50% Co2 uitstoot ten opzichte van 1990. Beckerich heeft het initiatief “Reidener Energieatelier” opgezet specifiek gericht op het terugdringen van het energiegebruik van burgers. Dit initiatief fungeert als een lokaal energieagentschap, met als voornaamste doel burgers (en ondernemers) bewust te maken van de voordelen van energiebesparing. De aanpak is zeer succesvol gebleken want het energieverbruik is na drie jaar met 4% gedaald. Dit succes is ondermeer te danken aan de opzet van het programma. De bevolking is nauw betrokken bij de ontwikkelingsfase. Hen werd de vraag voorgelegd: “Waar willen we met de stad naar toe als het gaat om C02 uitstoot?”. Er werden drie scenario’s ontwikkeld:

• Niets doen • Geringe inzet • Inzet om de doelstellingen van het klimaatsamenwerkingsverband (reductie van 50% Co2

uitstoot) te realiseren. De burgers hebben de derde optie gekozen en zich gecommitteerd om mee te helpen deze doelstelling te realiseren. Dit heeft geleid tot inzet van mensen om hun energieconsumptie te verlagen en hun huis beter te isoleren. De stad voorziet ook in energieadviseurs die de mensen bij staan met het nemen van de juiste maatregelen. De stad deelt plakkaten uit aan inwoners die een wezenlijke reductie in hun energieverbruik hebben weten te realiseren. Dit plakkaat hangen mensen naast hun deur. Op deze manier gaat er een stimulerende werking van uit (peer pressure).

Page 61: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

61

Leuven Leuven kent een brede aanpak waarbinnen specifieke doelgroepen worden onderscheiden. Zo zijn er acties specifiek gericht op sociaaleconomisch kwetsbare bewoners, maar er zijn ook acties geweest gericht op verhuurders en op senioren. De instrumenten die Leuven inzet zijn sensibilisering en advies (bv. energiescans, huisbezoeken) en subsidies of goedkope leningen. Een concreet voorbeeld is de actie gericht op senioren woningen. In 2006 wilde de stad in seniorenflats rookmelders plaatsen. De milieudienst heeft gevraagd om tegelijk bewoners ook van een pakket energiebesparende maatregelen te voorzien: tochtstrips, radiatorfolie. Dit werd gecombineerd met een korte rondgang in het huis met tips over energieverlies en –efficiëntie (aanduiden enkel glas, niet-geïsoleerde zolder). Op deze manier zijn er in totaal zo’n 3.200 seniorenwoningen bezocht. Dat is een enorm aantal want in elk van die woningen zijn ook spaarlampen, tochtstrips en radiatorfolie geplaatst. Daarnaast heeft Leuven bij 1.500 kansarmen huishouden een energiescan uitgevoerd. Deze energiescan is later uitgebreid naar alle bewoners. Een ander concreet voorbeeld zijn acties gericht op studenten. Hier viel een zogeheten “guerrilla-team” een studentenwoning binnen en draaide daar spaarlampen in de lampen. Een ludiek opgezette actie, waarmee wel zeer veel studentenwoningen zijn bezocht. Een belangrijke inzet gericht op alle inwoners van de stad zijn de planadviezen die worden aangeboden door Leuven. Experts (gefinancierd door de stad) ondersteunen mensen concreet in hun verbouwingsplannen. Dit is echt een diepgaande dialoog, waarbij het gehele verbouwingsproces in detail wordt doorlopen. Mensen krijgen specifiek advies waar ze aandacht aan moeten besteden, wat ze moeten communiceren richting eventuele architecten en aannemers. Dit traject loopt momenteel vier jaar en blijkt zeer succesvol. Als laatste geeft Leuven aan dat ze minder positieve ervaringen hebben met groepsaankopen voor dakisolatie. Het bleek dat zowel de wensen van de bewoners (rockwool, harde platen etc) te divers was, evenals het type woningen (platte daken, hellende daken). Door deze verschillen bleken er geen schaalvoordelen gerealiseerd te kunnen worden. De samenaankoop van zonnepanelen was wel een succes. Gent Binnen de stad Gent wordt prioriteit gegeven aan vergroten van de energie-efficiëntie van bestaande woningen in sociaaleconomische zwakkere wijken. In deze wijken wonen mensen die het meest getroffen worden door energiearmoede. Om invulling te geven aan deze prioriteit, worden premies bijvoorbeeld gekoppeld aan begeleiding om efficiënte besteding te verzekeren. Een voorbeeld hiervan is de trajectbegeleiding van REGent (het Gents Energiebedrijf) voor de sociale doelgroep.

Page 62: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

62

Hierin worden mensen begeleid van het begin van het proces tot het einde (van scan, naar bouwadvies, naar premies en lening, naar uitvoering en controle oplevering). Er worden ook specifieke adviezen gegeven ten aanzien van vocht, ventilatie en binnenluchtkwaliteit. REGent begeleidt ook de interpretatie van de warmtefoto en de uitvoering van de dakisolatie bij deelname aan de groepsaankoop. Ook heeft REGent ‘energiesnoeiers’ te werk gesteld. De stad richt zich verder ook sterk op het activeren van stakeholders, Binnen het klimaatverbond worden transitiearena’s in het leven geroepen waar stakeholders rond bepaalde klimaatuitdagingen ‘acties van morgen’ bedenken die passen binnen de lange termijnvisie ‘Gent CO2N tegen 2050’. Deze betrokkenheid bij de planfase, zorgt ook voor een grotere betrokkenheid bij de uitvoering van de plannen. Verder worden mensen en/of organisaties met elkaar in contact gebracht die over een zogeheten “hefboom” beschikken, de nadruk ligt op gebieden, waar de stad minder instrumenten heeft. Gent faciliteert dit proces. Er worden verschillende instrumenten ingezet ter ondersteuning:

• CO2-Monitoring: om de effectiviteit van het beleid te monitoren (2-jaarlijks) • Hernieuwbare energiescan: deze studie geeft aan welk potentieel aan hernieuwbare energie

nog bovenop de bestaande installaties extra kan worden aangeboord. • Abatement cost curve: deze geeft antwoord op de vraag welke maatregelen Gent CO2N

kunnen maken • Energiekaarten: als je weet welke maatregelen Gent CO2N maken, waar ga je de eerst

toepassen: dit is een GIS-gerelateerd instrument • Klimaatkaarten: deze geven aan waar de zwakheden zitten in Gent bij temperatuurswijziging

(droogte, overstroming, hitte).

3.2 Financieel instrumentarium en multi-level governance benadering inzake energie-efficiëntie

Het merendeel van de geïnterviewde steden verleent op de een of ander manier financiële ondersteuning aan mensen die hun huis energetisch willen renoveren. Dit kan zijn via laagrentende leningen of subsidies. Echter, steden in België, Luxemburg enNoordrijn-Westfalen, hebben vaak financiële instrumenten ontwikkeld die aansluiten op of complementair zijn aan regionale en nationale ondersteuningsprogramma’s. Aangezien er geen financiële ondersteuning, bestaat in Nederland op nationaal niveau voor energie-efficiënte maatregelen, kunnen steden hier niet bij aanhaken. Dit is terug te zien in de financiële instrumenten die steden in Nederland inzetten. Subsidieverstrekking wordt slechts mondjesmaat aangeboden.

Page 63: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

63

Roeselare De aanpak van Roerselare is onderscheidend omdat er variabele subsidies bestaan, waarvan de hoogte afhangt van welke wijk de aanvraag wordt gedaan. Huiseigenaren uit achtergestelde buurten kunnen aanspraak maken op een hogere subsidiebedrag dan huiseigenaren uit andere wijken. De hogere premie geldt voor bepaalde categorieën, zoals dubbele beglazing. Uit metingen blijkt dat deze aanpak succesvol is. De meeste renovaties gericht op woningvernieuwing, zowel voor initiatieven van particulieren, investeerders, alsook voor sociale woningbouw, heeft plaats gevonden in de achterstandswijken waarvoor een hoger subsidiebedrag beschikbaar was. Op zich heeft het premiestelsel ook niet geleid tot hogere woningprijzen of sociale verdringing. Er is wel een enorme invloed van de verdichting op de prijs. Dit geldt net als in andere steden. De stadsvernieuwingsprojecten creëren wel een aanzuigingseffect naar private investeerders en dit kan wel een invloed hebben op de prijzen. Samen met de sociale bouwmaatschappij“De Mandel” en het sociaal verhuurkantoor heeft Roeselare energie-efficiëntie sterk gestimuleerd. Het sociaal verhuurkantoor zal bijvoorbeeld geen enkele woning verhuren, die niet volledig geïsoleerd is. Daarnaast is er in het kader van een sociaaleconomisch project, een “energiesnoeibedrijf” opgericht. Met inzet van de sociale tewerkstelling biedt het energiesnoeibedrijf aan om woningen te isoleren, of om zwaardere ingrepen in woningen uit te voeren. Genk Inwoners van Limburg met een bescheiden tot gemiddeld inkomen kunnen via Duwolim (een goedkope lening) een lening (maximaal € 10.000) afsluiten voor dak-, vloer- en kelderisolatie, voor hoogrendementsglas of een nieuwe verwarmingsinstallatie. Deze regeling valt binnen het FRGE. Daarnaast is er ook nog het stedelijk subsidiereglement “duurzaam wonen” van de stad Genk, waarbij duurzaam bouwen en wonen in de brede zin gestimuleerd wordt. www.duwolim.be en www.genk.be Oostende Oostende heeft specifieke doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de lagere inkomsten klassen en sociale woningen. Via het Autonome Gemeentebedrijf Energiebesparing Oostende (EOS) worden goedkope leningen verstrekt (2%) voor isolerende renovaties. 15,7 % van de leningen dienen verstrekt te worden aan de laagste inkomensgroepen, dit percentage dient minimaal gehaald te worden. Er bestaan ook energiecoaches die de mensen begeleiden. Daarnaast biedt EOS elk gezin in Oostende een gratis energiescan aan via een energiedeskundige. De energiescan is een snelle doorlichting van de woning. De scan richt zich vooral op het gedrag van de bewoner, maar ook op isolatie, verwarming, verlichting, elektrische apparaten. Bewoners ontvangen een rapport met een samenvatting van de huidige energiesituatie, de mogelijk te nemen maatregelen om energie te besparen en een eerste indicatie van het te besparen bedrag en mogelijke financiële ondersteuningsmaatregelen. Een energiescan is niet hetzelfde als een energieaudit of energieprestatiecertificaat, deze zijn uitgebreider. Een nieuw initiatief, dat de Energie- en Milieuprijs heeft gewonnen, is een initiatief waarbij EOS de

Page 64: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

64

huizen van mensen isoleert zonder hen vooraf om een investering te vragen. Deze wordt naderhand verrekend (via onbilling). www.power-link.be Deventer De stad Deventer is zich bewust dat opschaling en grote stappen pas genomen kunnen worden als buiten bestaande financiele kaders wordt getreden. In die zin is de Deventer fiscale proeftuin ingericht waarin met bedrijven, fiscalisten, financiele partijen nagedacht wordt over vernieuwende fiscale en financiële oplossingen. Veelal is dit mogelijk binnen bestaande regelgeving. Waar dat niet kan wordt samenwerking met rijksoverheid en provincie gezocht. Voorbeelden hiervan zijn:

• “bedrijf zoekt buur” principe waarbij bedrijven investeren in zonne-energie op daken van particulieren en toch volledig gebruik kan maken van fiscale mogelijkheden (energie-investeringsaftrek)

• het Isolatie Transitie Privé project (IT - Privé) . Gebaseerd op het concept PC- privé concept (jaren ‘90), waarbij werknemers vrije dagen konden inleveren voor een financiële tegemoetkoming voor een PC, stelt Deventer voor een zelfde systematiek op te zetten voor totale energieneutraliteit van de woning.

• Het ontwikkelen van energieservicecontracten (ESCO) voor bestaande woningen waarbij de burger alle kosten verbonden aan onderhoud, isolatie en energiemaatregelen in de maandlast opgenomen ziet waarbij die maandlast jaarlijks niet hoger wordt dan nu het geval is. Hierbij wordt met steun van het ministerie van BZK geexperimenteerd.

In al deze gevallen is sprake van een intensieve en constructieve samenwerking met het bedrijfsleven en woningbouwcorportaties. Leuven Via ‘Pendule’ (de lokale entiteit van het FRGE - Fonds ter Reductie van de globale Energiekost) worden goedkope leningen voor energiebesparende maatregelen (dakisolatie, condensatieketels) aangeboden. . Voor sociaaleconomisch kwetsbare groepen, is er een verdergaande ondersteuning. Pendule treedt voor hen ten eerste op als een soort ESCO. Pendule financiert de maatregelen. Leuven past bovendien de rente bij. Op die manier kunnen kwetsbare groepen renteloos lenen.

Page 65: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

65

Hardenberg Hardenberg werkt met name met de volgende twee financiële instrumenten: de Duurzaamheidslening en de Duurzaamheidspremie. Deze instrumenten worden ingezet binnen het programma Bewust Duurzaam Thuis. Ruim 750 woningeigenaren hebben inmiddels een energieadvies gekregen van Bewust Duurzaam Thuis. Ruim tweederde van deze woningeigenaren is daadwerkelijk overgegaan op het nemen van maatregelen en circa 40 % van deze woningeigenaren heeft gebruik gemaakt van de Duurzaamheidslening. In totaal is in de afgelopen vier jaar maximaal € 5 miljoen geïnvesteerd in het energiezuiniger maken van particulieren woningen. Hiermee wordt jaarlijks maximaal 750 ton CO2 bespaard. Het project Bewust Duurzaam Thuis heeft niet alleen een positieve effect op het verduurzamen van de woningvoorraad in de gemeente en op de lokale economie, maar de gemeente Hardenberg loopt ook landelijk voorop met haar aanpak. Met circa 250 verstrekte Duurzaamheidsleningen voor een bedrag van € 2,7 miljoen is Hardenberg koploper in Overijssel. Het college van burgemeester en wethouders vindt het belangrijk om het project Bewust Duurzaam Thuis voort te zetten en heeft daarom besloten het energieloket te continueren binnen de Overijsselse Aanpak 2.0. De provincie Overijssel ondersteunt dit met een subsidie van € 80.000 tot 2015. De gemeente Hardenberg zorgt voor cofinanciering van € 60.000. Belangrijk onderdeel van de Overijsselse Aanpak 2.0 is 100 % financiering van de Duurzaamheidslening door de provincie, deze lening vervangt de lening van Hardenberg. Woningeigenaren kunnen deze lening gewoon via Bewust Duurzaam Thuis blijven aanvragen. De Overijsselse Duurzaamheidslening dient voor het grootste deel besteed te worden aan energiebesparende maatregelen zoals isolatie, het installeren van een warmtepomp of het plaatsen van zonnepanelen. De lening bedraagt minimaal € 2.500 en maximaal € 7500 bij een looptijd van 10 jaar of minimaal € 7.500 en maximaal € 20.000 bij een looptijd van 15 jaar. De rente is 3 % lager dan de marktrente. Een ander instrument is de Duurzaamheidspremie. Hierbij ontvangen particuliere eigenaren geld terug voor gerealiseerde isolatiemaatregelen. Het gaat dan om dak-, vloer- of gevelisolatie of het plaatsen van isolatieglas. De premie is minimaal € 300 voor één gerealiseerde maatregel en kan oplopen tot € 900 bij twee gerealiseerde maatregelen en een gezamenlijke aanvraag in de eigen buurt met minimaal twee anderen. De buren die meedoen moeten ook twee isolatiemaatregelen hebben doorgevoerd. Alle deelnemers ontvangen dan € 900 premie. De premie moet vooraf gereserveerd worden. Daarna hebben deelnemers 26 weken de tijd om te klussen. Nadat al het isolatiewerk verricht is, wordt de premie uitgekeerd. Het innovatieve aspect in deze aanpak is dat eigenaren gestimuleerd worden om hun huis te renoveren samen met hun buren. Op deze manier wordt een vliegwiel effect gecreëerd. www.bewustduurzaamthuis.nl.

Page 66: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

66

Luik Luik heeft een integraal stedelijk programma opgesteld (Projet-de Ville 2007-2015). Een van de strategische pijlers binnen dit programma is klimaatverandering. Een aantal projecten en instrumenten vallen hieronder. Zo is er bijvoorbeeld het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) dat ingezet wordt binnen de stad Luik (2 miljoen euro per jaar). Het maatschappelijk doel van het FRGE wordt statutair omschreven als “de studie en de verwezenlijking van projecten door tussenbeide te komen in de financiering van structurele maatregelen om reducties van de globale energiekost in particuliere woningen te bevorderen voor de doelgroep van de meest behoeftigen en het verstrekken van goedkope leningen voor structurele maatregelen om reducties van de globale energiekost in woningen bezet door privé-personen en dienstig als hoofdverblijfplaats te bevorderen”. Het Fonds concretiseert dit doel door het verstrekken van goedkope leningen, bestemd voor structurele energiebesparende maatregelen, aan particulieren. Dit gebeurt via lokale entiteiten die zijn aangeduid door steden en gemeenten in overleg met het OCMW. De sociaal zwaksten vormen voor het Fonds een bijzondere doelgroep van particulieren. Daarnaast werkt Luik werkt zowel met een stadsbrede aanpak als ook met een wijkgerichte aanpak. Via het project SUN bijvoorbeeld, dat zich richt op bepaalde oude wijken die gekenmerkt worden door hun industriële erfgoed. www.liege.be. En Luik heeft een intensieve samenwerking opgezet met de Universiteit van Luik in het kader van het project SOLEN (Solutions for Low Energy Neighbourhoods). Binnen dit project worden naar oplossingen gezocht om huizen energie-efficiënter te maken. Gelsenkirchen De “multilevel governance”-aanpak neemt bij de stad Gelsenkirchen bij het thema energetische sanering een centrale plaats in: Zo worden voor de stad beleidsaanpakken op het niveau van de (a) hele stad, (b) gebied resp. wijk en (c) eigendom resp. onderneming parallel in verschillende coördinatie-instellingen resp. diensten van de stad Gelsenkirchen voorbereid. Deze aanpakken worden in de regel met elkaar (in werkgroepen) afgestemd en omgezet en de stad speelt daarbij de rol van draaischijf en platform.

In elk geval kunnen deze taken, gelet op de budgettaire situatie, niet alleen door de stad opgepakt worden, zodat ook de marktpartijen aan zet zijn. Om die reden werkt de stad Gelsenkirchen met een veelheid van stakeholders samen zoals bijv. energie-adviseurs, architecten, ambachtslieden en verschillende instellingen (Districtsvereniging van ambachtslieden, Kamer van ambachtslieden, Kamer van architecten). Daarbij speelt de stad een netwerkvormende, adviserende en bemiddelende rol.

Page 67: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

67

Tegelijkertijd werkt de stad evenwel ook met regionale autoriteiten op verschillende gebieden eng samen, zo bijv. in het kader van “Konzept-Ruhr”, “Wandel als Chance” (verandering als kans), “Städteregion Ruhr 2030”. Bij Konzept Ruhr gaat het om de regionaal afgestemde strategie voor stadsvernieuwing, bij Wandel als Chance om de ontwikkeling van oude mijnbouwsites. De stad Bottrop heeft voor beide werkgroepen de leiding, voor de Städteregion Ruhr heeft de stad Gelsenkirchen de leiding. In de regionale netwerken wordt een strategie uitgezet, die door de regionale autoriteiten wordt begeleid en dan gezamenlijk aan de deelstaat Noordrijn-Westfalen wordt voorgelegd. Daardoor worden kansen groter om de regionale standpunten te verwezenlijken.

Daarenboven werkt de stad Gelsenkirchen samen met de EnergieAgentur NRW. Deze werkt in opdracht van de deelstaatregering van Noordrijn-Westfalen als operationeel platform met ruime bevoegdheden op het gebied van energie: van onderzoek op het gebied van energie, technische ontwikkeling, demo’s en marktintroductie via energie-advies tot voortgezette beroepsopleiding.

Op het niveau van de Bond, deelstaat en regionaal niveau bestaan er op het gebied van klimaatbescherming en energie eveneens tal van netwerken en coördinatie-instellingen, waaraan Gelsenkirchen deelneemt. Gelsenkirchen neemt bijvoorbeeld met veel succes deel aan de European Energy Award en is lid in het Klimabündnis. Op het niveau van de Regionalverband Ruhr (RVR) wordt klimaatbescherming meer als thema opgepakt en samen in het kader van werkgroepen afgestemd.

3.3 Cross-sectorale samenwerking stimuleren om schaalvergroting op gebied van energie-efficiëntie te realiseren

In deze paragraaf wordt de samenwerking beschreven met bedrijven, maar ook met corporaties. De ambitie om samen te werken kan gebaseerd zijn op verschillende drijfveren. Zo streven sommige steden naar het stimuleren van een actieve rol van de bouw- en installatiesector in het energetisch renoveren van het bestaande woningbouwbestand. Andere steden beogen werkgelegenheid te creëren via nauwere samenwerking met lokale ondernemers. Er zijn ook gemeenten die zich sterk richten op samenwerking met corporaties of gemeenten die een lokaal energiebedrijf coördineren. Tijdens de interviews gaven meerdere (met name Nederlandse) gemeenten aan dat samenwerking met bedrijfsleven soms stroef verloopt. De bouw- en installatiesector is vrij traditioneel van aard en deze bedrijven zijn niet (altijd) in staat of gericht op het uitvoeren van energetische renovaties. Terwijl juist deze bedrijven een zeer geschikte “ingang” hebben bij bewoners om hen te wijzen op de mogelijkheden en voordelen van energie-efficiënte maatregelen. Aannemers of installatiemonteurs zouden idealiter ook advies moeten kunnen geven op het moment dat zij een CV installatie controleren of een offerte uitbrengen over een verbouwing. Verder werd aangegeven dat ondernemers niet altijd zeer bekend zijn met de (laatste) installatie technieken, waardoor een lock-in effect optreedt. In België, Luxemburg en Noordrijn-Westfalen, hebben verschillende steden trainings- en opleidingscentra opgericht, specifiek gericht op het lokale bedrijfsleven.

Page 68: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

68

Bottrop De stad Bottrop is verkozen tot modelstad binnen het project InnovationCity Ruhr. Een project dat zich richt op energie-efficiëntie en duurzame energie. Concreet dienen het energieverbruik en de CO2-uitstoot in een pilotgebied van de stad te worden gehalveerd en dient de kwaliteit van de leefomgeving te worden verbeterd. Juist voor een stad als Bottrop is de transitie van oude mijnstad naar, stad van de duurzame energie’ zeer belangrijk. Dit unieke programma is mede ontwikkeld door 70 gerenommeerde bedrijven die lid zijn van de „Initiativkreis Ruhr”. Deze bedrijven hebben een wedstrijd uitgeschreven en ondersteunen InnovationCity Ruhr ook in financiële zin. Daarnaast draagt Noordrijn-Westfalen substantieel bij aan het programma. De InnovationCity Management GmbH is in nauwe samenwerking met de stad belast met de coördinatie en uitvoering van het project InnovationCity Ruhr. Het programma wordt gekenmerkt door samenwerking tussen bedrijfsleven, wetenschap, politiek en burgers. Burgerparticipatie is een belangrijk aandachtspunt hierbij. Tot het jaar 2020 zal in een pilotgebied (ongeveer 70.000 inwoners, 2.463 ha groot en zo‘n 15.000 gebouwen, waarvan bijna 12.500 woningen) de transformatie worden gerealiseerd van bestaande wijken naar energie-efficiënte wijken. Er zijn specifieke wijken geselecteerd om deel te nemen. Via verschillende instrumenten kunnen huiseigenaren meer informatie krijgen over energie-efficiëntie en mogelijke saneringen. Zo zijn er burgerfeesten, meerdere modelhuizen, een infocontainer, een infobus en een voorlichtings- en adviescentrum. Er worden ook energie- en saneringscoaches ingezet, die mensen bijstaan en hun advies verlenen. Vanaf september 2011 tot begin 2013 zijn er inmiddels zo‘n 1.000 adviezen aan geïnteresseerde burgers verstrekt. Er bestaan verschillende financiële steunmaatregelen (zoals bijv. een vouchersysteem) en er bestaat ook een specifiek aanbod vanuit banken voor financiering van energetische renovaties. Bij het programma zijn ambachtslieden, energieadviseurs en architecten ter plaatse betrokken, waarnaar mensen worden doorverwezen die hun huis willen laten isoleren. Het netwerk van partners komt elke week bij elkaar. Alle bedrijven dienden kwaliteitsbewijzen en referenties aan te leveren. Belangrijke component van het project InnovationCity Ruhr I Modellstadt Bottrop is de overdraagbaarheid van beproefde oplossingen. Momenteel wordt samengewerkt in Europees verband via de Europese Energy Award (Gold). Maar verdere samenwerking in Europees verband is een belangrijke doelstelling. Zo wordt er ook gekeken op wat voor wijze aansluiting gevonden kan worden binnen het EU-programma Smart Cities en mogelijke andere Europese programma‘s. www.innovationcityruhr.de

Page 69: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

69

Brussels Gewest

Sinds 2007 lanceert het Gewest (met uitzondering van 2010) een projectoproep voor voorbeeldgebouwen. Het gaat erom elk project, klein- of grootschalig, privé- of publiek, te benutten om de te verspreiden en de stad anders, per gebouw herop te bouwen en zo aan te tonen dat, zelfs met beperkte financiële middelen, uitstekende energie- en milieuprestaties kunnen worden bereikt en dit zowel voor verbouwingen als voor nieuwbouw.

Deze maatregel heeft een bijzondere dynamiek op gang gebracht bij alle spelers in het Gewest: zowel particuliere bouwheren, als publieke instellingen, bouwpromotoren, architecten, studiebureau’s en bouwondernemingen.

Naar aanleiding van de projectoproepen 2007, 2008, 2009 en 2011 werden 156 projecten geselecteerd met een totale oppervlakte van 371.000 m². De projecten worden gerealiseerd tegen uiterlijk 2015 dankzij de financiële steun van het Brussels Gewest voor in totaal 24 miljoen euro.In 2007 kende het Brussels Gewest nog geen passieve gebouwen.

Al deze bouwheren die zich vrijwillig engageren voor een duurzame keuze, en de op het terrein gemeten resultaten, hebben ook geleid tot meer en meer engagement van de brusselse overheden, zodat er in 2014 meer dan 350.000 m² paassieve gebouwen zullen zijn in het Gewest. Tot slot heeft deze dynamiek zelfs geleid tot een herziening van de Energie Prestatie Wetgeving die vanaf 2015 voor nieuwbouw de passiefstandaard zal opleggen. Esch-sur-Alzette Via een klimaatpakket gericht op het terugdringen van 20% Co2 uitstoot in 2020, heeft Esch-zur-Alzette, een verbond gesloten met verschillende maatschappelijke partners. Gezamenlijk zijn de volgende prioriteiten benoemd:

• Een vereenvoudiging van de financiële steun voor functionele gebouwen, • Het versterken van eisen voor energieprestatie voor nieuwe woongebouwen; • Het aanpassen van de plannen voor financiële steun (zowel private en publieke

initiatiefnemers) en het versterken van de link met het belastingkrediet (bëllegen Akt); • Een evaluatie van de energie-en milieutechnologie en indien nodig, aanpassing van de

regelingen en de injectiesnelheden (energiebesparing en duurzame energie), • Meer aandacht voor de strijd tegen energiearmoede (eigenaren en huurders), • Verlenen van specifieke steun, versnelde fiscale afschrijvingen, de aanpassing van het

verhuurrecht van de proefprojecten inzake "Energieeinsparcontracting", • Promotie van "Energieeinsparcontracting"; • Verbetering van de energie-efficiëntie in bedrijven, initiatieven in milieutechnologie (hulp;

banden energiebeleid - industriebeleid leidende rol van de staat). Onderdeel van het Klimaatpakket is het zogeheten Klimaatpact, dit heeft tot doel een kader voor gemeenschappelijke wettelijke, technische en financiële steun aan gerichte interventie te vergemakkelijken in de strijd tegen de klimaatverandering. www.esch.lu

Page 70: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

70

De stad Esch neemt deel aan een soortgelijk initiatief als beschreven onder Moeskroen, namelijk de “Energy Learning Factory”. Dit is een zeer innovatief opleidings- en trainingscentrum waar professionals energie-efficiënte oplossingen kunnen testen. Het centrum is een pilot project, ondersteund door het ministerie van Economische Zaken, de Kamer van Koophandel en de werkgeversorganisatie. Binnen dit initiatief werkt de stad samen met ondermeer het lokale bedrijfsleven. Breda Stichting Bredase Energie Services (BRES) is een bewonersinitiatief in Breda dat beoogt de toepassing van energiebesparing en duurzame energie in en rond Breda te bevorderen. In 2011 heeft BRES een grootschalige full-service aanpak ontwikkeld om de energieprestatie van bestaande particuliere woningen te verbeteren, waarin een persoonlijke, leefstijlgerichte marketingaanpak wordt gecombineerd met volledige ontzorging in de financiering en met een professionele uitvoering. Op dit moment is BRES deze aanpak aan het realiseren; de ambitie is om in de komende twee jaar minimaal 2.000 Bredase woningen te renoveren met twee labelstappen of naar energielabel B. BRES werkt daarbij samen met het landelijke initiatief WAIFER dat is opgezet door TNO41

www.bresbreda.nl

en Stichting Building Brains. In grote lijnen zorgt BRES voor mede-ontwikkeling van het aanbod aan de bewoners, lokale marketing, communicatie naar bewoners, opbouwen lokaal netwerk, contractering van de bewoners. WAIFER draagt zorg voor financiering, aansturing van de uitvoering van de renovaties, monitoring van resultaten en mede-ontwikkeling van het aanbod aan de bewoners. . WAIFER is een landelijk werkende organisatie die tot doel heeft om de bestaande woningen in Nederland energiezuiniger, energie-opwekkender en comfortabeler te maken. WAIFER richt hiervoor gezamenlijk met wijkbewoners en belanghebbenden lokale stichtingen op, om deze lokale verduurzaming te bewerkstelligen. www.waifer.nl Luik Liège-Energie is de lokale energiestichting opgericht in samenwerking met de OCMW van Luik, Sociale huisvestingsmaatschappij en van l’Agence Immobilière Sociale. Via deze lokale energiestichting worden leningen verstrekt tegen gereduceerd tarief. Hoewel iedereen gebruik kan maken van deze leningen, gaat de aandacht vooral uit naar de meer kwetsbare groepen. Maar Liège-Energie geeft ook advies en ondersteunt mensen in het omlaag brengen van hun energiegebruik (en kosten)

41 Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek

Page 71: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

71

Enschede Gemeente Enschede pakt gebiedsgerichte energie-efficiënte transformatie aan via corporaties (sociale huisvestingsmaatschappij). Dit is gevat binnen het project Maatschappelijke Investerings Opgave (MIO) Duurzaam Wonen & Werken Enschede. Dit project richt zich op de samenwerking met de corporaties om zo een schaalvergroting te creëren, waardoor isolatie goedkoper kan worden uitgevoerd. Woningbouwcorporaties werken met bestaande contacten (onderhoudspartijen), waarbij kwaliteit geborgd is. Een gebiedsgerichte aanpak staat hierbij centraal. Dit zijn met name de economisch zwakkere wijken, waar de corporatie veel woningen in bezit heeft. Er worden op grote schaal sociale woningen (200 tot 500 per keer) gerenoveerd, waarbij particuliere huiseigenaren ook gebruik kunnen maken van deze renovaties en daarbij dus profiteren van de lagere kosten als gevolg van schaalvoordeel. De huren van de sociale huizen worden verhoogd, maar omdat de maandelijkse energielasten dalen, blijven de woonlasten gelijk. Daarnaast bestaan er verschillende instrumenten voor particuliere eigenaren, zoals een achtergestelde lening, een garantiefonds dat burgers de zekerheid biedt dat de berekende energielasten ook daadwerkelijk lager zijn. Dit project is mede opgericht omdat het zeer lastig bleek voor bedrijven om schaalvoordeel te creëren (en dus diensten goedkoper te kunnen aanbieden) als er gewerkt wordt met 40.000 individuele klanten. In Enschede richt het bedrijfsleven (bouw-en installatiebedrijven) zich niet heel sterk op energetische renovaties en het verstrekken van advies om woningen energiezuiniger te maken. Bedrijven zijn nog wel betrokken via een zogeheten Taskforce die bij de uitvoering van het project betrokken is. De gemeente Enschede gaf aan, daarnaast specifiek te kijken naar mogelijkheden voor het creëren van werkgelegenheid. Ervaring leerde dat dit echter lastig bleek, omdat het moeilijk was een ‘match’ te maken tussen de werklozen (met name woonachtig in de wijken waar de woningen werden gerenoveerd) en de gestelde eisen (bijvoorbeeld om op te treden als energie coach). Als laatste gaf Enschede aan dat het sturingsvraagstuk speciale aandacht vereist in de samenwerking met corporaties. Omdat de woningbouwcorporatie een leidende rol in de renovatie heeft, heeft dit een impact op de rol van het gemeentelijk bestuur (welke meer volgend wordt ingevuld). Tegelijkertijd moeten de bestuurders wel in de gemeenteraad verantwoording afleggen over de renovaties. Vraag hierbij is hoe deze nieuwe rol en samenwerking wordt ingebed en georganiseerd binnen de gemeentelijke organisatie. Gemeente Enschede besteedt ook aandacht aan het creëren van bewustwording bij particuliere eigenaren om hen ervan te overtuigen om hun woning te isoleren. Zo bestaat er de Energiewinkel en het Energiehuis, daarnaast wordt er een intensieve communicatiecampagne gestart gericht op zowel huurders als particuliere huiseigenaren

Page 72: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

72

Den Haag De ambitie van Den Haag is energie-efficiënte maatregelen per wijk of woningblok te realiseren. Door deze gebiedsgerichte benadering kan een schaalvergroting worden gerealiseerd, die leidt tot lagere (renovatie) kosten en een grotere impact op het behalen van energie-efficiënte doelstellingen. In het voorjaar van 2013, start een project in samenwerking met private bouwbedrijven (zoals BAM en van Wijnen). Gemeente Den Haag creëert het platform, maar laat het initiatief aan de bouwbedrijven en de bewoners. Er worden bijeenkomsten georganiseerd waar bedrijven bewoners kunnen voorlichten over onderhoud van hun woning en energetische renovaties. Aan deze bijeenkomsten nemen ook de super promoters of ambassadeurs van Duurzaam de wijk in, deel.

Breda Breda heeft tijdens het interview aangegeven dat bedrijven het energetische renoveren van woningen (grootschaliger) zouden moeten oppakken en ook zelf actiever communiceren richting huiseigenaren over de voordelen van isolatie. Breda probeert bedrijven expliciet te verbinden, bijvoorbeeld via de Energieraad (dit is een groep van ondernemers die met energie te maken hebben en belangeloos de raad en wethouder informeren en adviseren over energie besparingsvraagstukken. Deze Energieraad komt zo’n 4 tot 5 keer per jaar bijeen). De gemeente betrekt de Energieraad ook bij vraagstukken rondom de financiële kant (ontzorging) en marketing (leefstijlafhankelijke aanpak, gericht op type bewoner) van energie-efficiëntie. In het kader van het klimaatuitvoeringsprogramma 2013-2016 heeft Gemeente breda de samenwerking gezocht met de bedrijven in de stad. De bedrijven willen samenmet de gemeente de ambitis naar klimaatneutraal in 2044 waarmaken. http://www.breda.nl/wonen-wijken-vervoer/wijken/duurzaamheid-milieu/milieuthemas/klimaat-energie/uitvoeringsprogramma-klimaat-2013-2016

Assen In 2011 heeft Assen 75% van 400 Assenaren weten te verleiden tot het doen van investeringen, hierdoor is meer dan 1 miljoen euro aan investeringen uitgelokt. Voor 2012 is het doel gesteld om 1.000 mensen in Assen te activeren. Hoewel dit zeer positieve resultaten zijn, geeft de gemeente aan dat zij momenteel eigenlijk het werk doen dat door lokale ondernemers gedaan zou moeten worden. Daarom heeft Assen de aanpak gewijzigd: van aanbodgericht naar ketengericht. Deze aanpak richt zich minder op de consument, maar met name op het prikkelen van de lokale ondernemer, om meer actiebereidheid te tonen op het gebied van de renovatie van bestaande woningen. Samen met het bedrijfsleven werkt gemeente Assen aan een herkenbare, transparante markt, die niet versnipperd is, maar ‘ontzorgd’. De overheden zorgen voor communicatie en faciliteren de bedrijven. Deze aanpak valt binnen het “SLIM wonen met energie”, een programma dat is ontwikkeld binnen het samenwerkingsverband Noord-Nederland. In dit programma vormen regionale bedrijven samen consortia. Deze consortia helpen woningeigenaren bij het energiezuinig maken van hun woning. Ieder consortium biedt een totaalpakket met één contactpersoon. Deze kijkt met de woningeigenaar welke

Page 73: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

73

maatregelen passen bij de woonwensen, planning en het budget. 'SLIM wonen met energie' heeft al in talloze gemeenten met succes woningen, straten en wijken energiezuiniger gemaakt. www.slimwonenmetenergie.nl Deventer Deventer neemt ook deel aan het nationale programma ‘Blok voor Blok’. Via De(venter) Energieke Verbinding. Ketensamenwerking is het kernbegrip binnen de Deventer aanpak. Deze samenwerking is gericht op innovatie, efficiency en een optimaal resultaat. Gezamenlijk met marktpartijen wordt gestreefd naar een verduurzaming van ten minste 2.000 woningen. Om bewoners te verleiden tot verduurzaming van de woning, gaat het consortium gebruikmaken van een soort menukaart met energiebesparingsmaatregelen. De bijzonderheid van deze aanpak is de betrokkenheid van Sallcon werktalent, een organisatie voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, waardoor ook sociale energie en werkkracht in het project wordt betrokken. Doel hiervan is om expertise op te doen in samenwerking, bereiken van de markt en realisatie van maatregelen om verder door te ontwikkelen naar het hele woningbestand van de gemeente. Antwerpen Het eerder genoemde Ecohuis van Antwerpen richt zich niet uitsluitend op burgers en huiseigenaren. Via de EcoHuisdokter, kunnen bouw- en installatiebedrijven advies krijgen over duurzame en energetische renovaties. EcoHuisdokter is een groep experts, samengesteld uit architecten van de woonkantoren, VIBE vzw en PassiefHuisplatform vzw. Meer informatie kan gevonden worden op: www.ecohuis.antwerpen.be Werkhaven Antwerpen is een bedrijf dat volop actie onderneemt om vanuit de Stad en het OCMW Antwerpen omzet te realiseren die 1.000 extra jobs creëert binnen de sociale economie in Antwerpen. De stad werkt in dit kader nauw samen met partners die al actief zijn in de sociale economie, de hogere overheden en de bedrijfseenheden van Stad en OCMW. Werkhaven Antwerpen vzw biedt een helpende hand in allerhande werken. Een ploeg arbeiders voert de werken uit onder begeleiding van ervaren, vakbekwame instructeurs. De arbeiders worden opgeleid op de werkvloer, doen werkervaring op en verhogen zo hun kansen op een job bij de Stad, het OCMW of op de reguliere arbeidsmarkt. Gent De stad stimuleert niet enkel de vraag naar energie-ingrepen maar faciliteert ook het aanbod van duurzame architecten en aannemers. Om vakmensen te stimuleren duurzaam te renoveren en te bouwen, werden 4 brochures gemaakt met bouwdetails voor laagenergie- en passiefbouw. De technische details zijn beschikbaar op CDrom (en kunnen owrden opgeladen in een tekenprogramma). Daarnaast werden Ecobouwpools georganiseerd om ‘peer to peer’ vaklieden van elkaar te laten leren en best practices en kennis door te geven

Page 74: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

74

Leuven Leuven heeft ook een programma gericht op bouwers en verbouwers, met ondersteuning van bouwteamcursussen: Dialoog. Dialoog is een expertisecentrum rond duurzaam bouwen. Dit centrum wordt onder andere door de Provincie en de stad gesubsidieerd. Via Dialoog worden tweedaagse cursussen voor alle bouwers en verbouwers gegeven. Moeskroen De gemeente Moeskroen richt zich ondermeer sterk op de opleiding en training van vakmensen en mensen werkzaam in de bouw en isolatiesector. Voor dit doel is Elea opgericht. Elea is een stichting gericht op het creëren van meer bewustzijn ten aanzien van ecologisch verantwoord bouwen en energie efficiëntie. Om mensen echt in de praktijk met nieuwe technieken te laten werken is een houten ‘skelet’ van een huis gebouwd42

www.lanaturemamaison.be

. Er zijn vele details aangebracht om ook de complexe problemen waar men in bestaande bouw mee geconfronteerd wordt, te laten zien

42 Afmetingen zijn: 12 meter lang bij 8 meter diep en 6,5 meter hoog

Page 75: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

75

3.4 Samenwerking tussen steden en hogere overheden (Europees, nationaal en regionaal)

De meeste steden geven aan internationale samenwerking te zien in het kader van kennisuitwisseling, opdoen van ervaringen en in contact komen met potentiële partners voor Europese projecten. Daarnaast hebben een aantal steden ook aangegeven dat ze minder goed zicht hebben op wat er speelt in Brussel (bijvoorbeeld ten aanzien van ontwikkeling nieuwe Structuur Fonds Programma’s). Een intermediair zou zeer wenselijk zijn. Een aantal steden zijn om deze reden lid van internationale netwerken zoals Eurocities of Covenant of Mayors. De stad Enschede gaf bijvoorbeeld aan dat zij Eurocities gebruiken als brug tussen hun lokale beleidspraktijk en Brussel. In dat kader nemen ook een aantal steden deel aan het Covenant of Mayors. Via dit netwerk hebben steden gemakkelijker toegang tot EU middelen.

De volgende steden die deelnemen aan dit Benelux project hebben het Covenant of Mayors getekend: Antwerpen, Oostende, Moeskroen, Liege, Beckerich, Leuven, Genk, Bottrop, Aachen, Gent, Breda, Den Haag en Roeselare

De samenwerking met nationale en regionale overheden is divers. In elk land bestaan er programma’s op nationaal of regionaal niveau, waar steden gebruik van kunnen maken om de energie-efficiëntie van de bestaande bouw op grotere schaal te realiseren. Echter, het blijkt dat er soms weinig continuïteit in deze programma’s (en financiële regelingen) bestaat.

Een aantal steden gaven aan dat naast het stimuleren van energiebesparing in de gebouwde omgeving, de hogere overheden ook strakker bepaalde (Europese) regelgeving zou moeten naleven. Zo zijn een aantal steden van mening dat er een sterke stimulans zou uitgaan als huizen zonder energielabel niet meer verkocht zouden kunnen worden. Hetzelfde zou gelden voor toezicht op het halen van de door Europa verplichte renovatienorm van 3% van overheidsgebouwen. Dit zou betekenen dat handhaving een sterkere rol zou moeten spelen. Veelal ligt de verantwoordelijkheid voor de handhaving op regionaal of nationaal niveau.

Stabiel nationaal en regionaal overheidsbeleid is ook belangrijk voor het creëren van een stabiele vraag van consumenten en huiseigenaren, hetgeen weer leidt tot een (groter) stabiel aanbod van verschillende financiële instrumenten. Banken en andere financiers ontwikkelen alleen nieuwe financiële producten als er een structurele (langdurige) vraag naar is.

Dit stabiele nationale en regionale beleid zou echter tegelijkertijd voldoende flexibiliteit moeten bieden aan steden om ‘stadspecifieke’ maatregelen of initiatieven te kunnen ontplooien.

Page 76: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

76

3.5 Conclusie

Er bestaat een rijkdom aan stedelijke initiatieven, waarbinnen vaak verschillende doelstellingen zijn verknoopt. Er zijn zeker een aantal steden die aanzienlijke aantallen woningen energiezuinig hebben gemaakt. Tegelijkertijd blijkt het voor andere steden lastig om een schaalvergroting te creëren. Soms hangt dit samen met het ontbreken van nationale financiële ondersteuning, maar soms ook met gebrek aan capaciteit bij het lokale bedrijfsleven of een te kleine vraag vanuit huiseigenaren. Maar het staat onomwonden vast dat het vergroten van de energie-efficiëntie een onderwerp is dat in alle deelnemende steden hoog op de agenda staat en in de toekomst alleen nog maar aan belang zal winnen.

Dit hoofdstuk toont aan dat er verschillen en overeenkomsten bestaan in de aanpak van steden. Ondanks de verschillen zijn de raakvlakken overduidelijk. Juist omdat steden worstelen met dezelfde uitdagingen maar daar verschillende oplossingen voor ontwikkelen, kan kennisuitwisseling tot nieuwe inzichten leiden en een wezenlijke bijdrage leveren aan het realiseren van energie-efficiëntie op grote schaal.

Vragen die leven bij steden : Op wat voor wijze kunnen mensen – structureel en op grotere schaal - verleid worden tot

het doen van investeringen om hun huis energie-efficiënter te maken? Op wat voor wijze kan het lokale bedrijfsleven op structurele basis (als partner) worden

betrokken en wat voor capaciteiten zijn daarvoor wenselijk? Sommige beleidsmaatregelen worden traag of niet geïmplementeerd op nationaal of

regionaal niveau, bijvoorbeeld invoering van energielabel. Kunnen steden een rol hierin spelen?

Wat zijn succesfactoren in het creëren van een stabiel overheidsbeleid (lokaal en regionaal/nationaal)

Page 77: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

77

Hoofdstuk 4. Conclusies & Aanbevelingen

Er gebeurt veel op nationaal, regionaal en lokaal niveau op het gebied van het stimuleren van energie-efficiëntie. Tegelijkertijd blijven er grote uitdagingen bestaan, die het energiezuiniger maken van de bestaande woningbouw bemoeilijken. Hierbij is ook van belang dat de doelstelling om 20% energie te reduceren uitsluitend behaald kan worden als de gebouwde omgeving – inclusief de bestaande woningbouw – op grote schaal energiezuinig (of energieneutraal) wordt gemaakt. Om opschaling te realiseren, waarbij woningen op grote schaal – per straat of per wijk - worden geïsoleerd zijn verschillende zaken van cruciaal belang. Dit laatste hoofdstuk geeft (beknopt) de belangrijkste conclusies en aanbevelingen weer. Het is het doel om deze conclusies en aanbevelingen verder aan te scherpen tijdens de expertbijeenkomst (voorzien op 24 januari 2013). Gezamenlijk met alle deelnemende overheden kunnen knelpunten en mogelijke oplossingen nog beter worden geformuleerd. De vragen die aan het einde van de voorgaande hoofdstukken zijn geformuleerd, vormen een eerste aanzet voor de discussie die gehouden zal worden tijdens de expertbijeenkomst. Tijdens de interviews kwamen de volgende zaken aan bod die energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving stimuleren: • Heldere communicatie vanuit overheden (gebundeld) en toegespitst op verschillende groepen en

leefstijlen • Een aantrekkelijk pakket van financiële ondersteuningsmaatregelen, waarbij aandacht bestaat

voor de ‘ontzorging’ van bewoners zodat zij niet de administratieve lasten dragen van een renovatie. ESCO’s kunnen hier een mogelijke rol in spelen.

• Stabiel overheidsbeleid (nationaal, regionaal en lokaal) is van belang. Dit stabiele overheidsbeleid draagt bij aan het ontwikkelen van een breed divers aanbod van financiële instrumenten (door banken en financiële instellingen). Aandacht dient te bestaan voor regelgeving die belemmerend werkt (bijvoorbeeld m.b.t. de vastgestelde huren van sociale huurwoningen)

• Aandacht op het stimuleren van opleiding en training van het lokale bedrijfsleven. Dit kan door middel van trainingsfaciliteiten en netwerken.

Uit het onderzoek blijkt dat de beleidsaanpak van centrale en lokale overheden in de Benelux veel raakvlakken kent. Veel steden hebben initiatieven ontwikkeld om gelijkaardige knelpunten aan te pakken. Soms lijken de beleidsaanpakken op elkaar, maar soms zijn er ook verschillende initiatieven ontwikkeld om een probleem op te lossen. Hier zouden steden van elkaar kunnen leren. Door het delen van ervaringen, kunnen steden een beter zicht krijgen op wat wel werkt en wat niet. Het delen van ervaringen staat ook centraal tijdens de expertbijeenkomst. Gebaseerd op de uitkomsten van deze bijeenkomst en de door steden aangeleverde informatie zal dit rapport gefinaliseerd worden. De kernboodschappen en aanbevelingen die tijdens de expertbijeenkomst geformuleerd worden zullen het bestuurlijk overleg (2013) voeden.

Page 78: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

78

Dit laatste hoofdstuk volgt de opbouw van de eerdere hoofdstukken om de consistentie en samenhang te borgen en is daarom opgedeeld in de volgende paragrafen:

• Stimuleren bewustwording en actiebereidheid gericht op energie-efficiënt gedrag • Financieel instrumentarium en multi-level governance benadering inzake energie-efficiëntie • Cross-sectorale samenwerking stimuleren om schaalvergroting te realiseren op het gebied

van energie-efficiëntie In elk van deze paragrafen worden aandachtspunten of aanbevelingen genoemd. De box hieronder geeft als synthese de vier belangrijkste onderwerpen weer. Deze onderwerpen zullen leidend zijn in expertbijeenkomst. Centraal tijdens expert bijeenkomst staan de volgende onderwerpen: Opschaling van energie-efficiënte woningen naar wijkniveau (met speciale aandacht voor de

sociaaleconomisch zwakkere wijken) Stimuleren van lokaal bedrijfsleven om innovatiever te werken op het gebied van energie-

efficiëntie Optimale samenwerking tussen Europese, nationale, regionale en lokale overheden

(governance) gericht op het creëren van een stabiel (meerjarig) beleid, wegnemen van belemmerende wet- en regelgeving en stimuleren van ontwikkeling van financiële instrumenten die drempelverlagend werken t.a.v. energetische renovaties

Beter gebruik maken van Europese middelen om beleid gericht op energie efficiëntie te ondersteunen

4.1 Stimuleren bewustwording en actiebereidheid gericht op energie-efficiënt gedrag

Alle nationale, regionale en lokale overheden die deelnemen aan dit Benelux project richten zich op het vergroten van bewustzijn van mensen ten aanzien van hun energieverbruik en de voordelen van energie-efficiëntie. De middelen die daarvoor worden ingezet zijn verschillend van aard. De volgende instrumenten worden ingezet op de verschillende niveaus: • Europees niveau

Er zijn verscheidene richtlijnen ontwikkeld gericht op energie-efficiëntie. De richtlijn gericht op de energieprestatie certificaten of energielabels speelt een belangrijke rol in de bewustwording van burgers. Daarnaast bestaan er Europese programma’s (bijvoorbeeld het Intelligent Energy for Europe II), welke gebruikt kunnen worden om projecten te financieren om bewustwording ten aanzien van energie-efficiëntie te vergroten.

Page 79: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

79

• Nationaal en regionaal niveau Op nationaal en regionaal niveau hebben de verschillende overheden van Vlaanderen, Wallonië, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Nederland, Luxemburg en Noordrijn-Westfalen programma’s ontwikkeld gericht op het stimuleren van bewustwording en actiebereidheid. Veel van deze programma’s werken via subsidieverstrekking aan individuele huiseigenaren, maar er zijn ook programma’s die zich op grotere schaal richten zoals bijvoorbeeld het Nederlandse ‘Blok voor blok’ programma.

• Stedelijk niveau De instrumenten die steden inzetten zijn zeer divers. Dit varieert van warmtescans en energieloketten tot straattheater. De betrokkenheid van burgers wordt ook actief gestimuleerd. Dit is bijvoorbeeld het geval in Den Haag waar burgers als promoters’ of ‘ambassadeurs’ van energiebesparende maatregelen hun kennis delen. Maar ook in Beckerich waar burgers nauw betrokken zijn (geweest) bij de opstelling en uitvoering van het lokaal beleidsplan, gericht op terugdringen CO2 uitstoot.

Tijdens de expertbijeenkomst staat de vraag centraal of bestaande instrumenten effectief zijn en waar knelpunten of kansen liggen. Worden de verschillende instrumenten bijvoorbeeld geëvalueerd en wat zijn de leerervaringen?

Zo werd bijvoorbeeld tijdens een van de interviews aangegeven dat vragen die gesteld worden aan een energieloket soms ‘zoek’ raakten binnen de organisatie. Het was onduidelijk, wie de vraag zou beantwoorden en contact opnemen. Dit voorbeeld geeft aan dat een energieloket ook aan de ‘achterkant’ goed geregeld moet zijn.

In aanvulling op energieloketten (informatie halen) gaat er ook veel aandacht uit naar informatieve campagnes (informatie brengen). Opvallend is dat in campagnes steeds meer onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende groepen en leefstijlen en voorkeuren van mensen. Deze campagnes zijn gebaseerd op marketingtechnieken, waar mensen via hun emoties worden aangesproken, om op die manier het gedrag van mensen te beïnvloeden. De inzet van social media sluit hier ook op aan. Tegelijkertijd blijken sommige mensen ook lastig te bereiken via campagnes of internet.

Een aantal steden hebben een zeer creatieve aanpak ontwikkeld om mensen toch te bereiken, zoals bijvoorbeeld de stad Moeskroen. Deze stad heeft voorlichting gegeven over energie-efficiëntie via straattheater.

Er zijn meerdere steden die via energiescans en energiecoaches, huiseigenaren adviseren over de maatregelen die ze kunnen treffen. Echter het blijkt dat lang niet alle huiseigenaren deze maatregelen ook uitvoeren. Bijvoorbeeld omdat het op dat moment niet uitkomt of omdat de financiële middelen ontbreken. Aanvullend op het bovengenoemde advies, zou er een (meerjarige) planning kunnen worden aangeboden. Met behulp van deze planning kunnen mensen investeringen spreiden. Het biedt bovendien een aanknopingspunt voor steden om op een later tijdstip weer contact op te nemen met bewoners om de volgende stap in de energetische renovatie te bespreken. Dit zou onderdeel kunnen zijn van een ‘ontzorgingspakket’ waar bijvoorbeeld Assen mee werkt.

Page 80: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

80

Een paar specifieke aanbevelingen gericht op het vergroten van bewustwording en actiebereidheid van burgers:

• Informatievoorziening ten aanzien van energiebesparing, technische mogelijkheden en verschillende financieringsmogelijkheden zouden zoveel mogelijk gekoppeld moeten worden.

• Campagnes en programma’s zouden zich specifiek op bepaalde doelgroepen (bvb. nieuwe inwoners, verhuurders, syndici, kansarme doelgroepen, …) moeten richten

• Burgerparticipatie is een succesfactor. Dit omvat zowel initiatieven als ambassadeurs op het gebied van energie-efficiëntie als ook een ‘burenpremie’ als mensen op grotere schaal medebuurt bewoners weten te stimuleren tot het doen van energetische renovaties.

• Om aansluiting te vinden bij de ‘renovatiebehoeften’ van mensen zou een lange termijn planning aangeboden kunnen worden. Met behulp van deze planning kunnen mensen investeringen gericht op energetische renovatie spreiden. Dit biedt ook de mogelijkheid om meerdere contactmomenten met mensen te creëren.

4.2 Financieel instrumentarium en multi-level governance benadering inzake energie-efficiëntie

In België, Luxemburg en Noordrijn-Westfalen bestaan er grootschalige programma’s gericht op het verstrekken van subsidies aan private eigenaren die hun huis willen renoveren. In Nederland zijn er geen subsidieprogramma’s als zodanig, maar bestaan er programma’s die zich richten op het creëren van schaalvergroting (Blok voor blok) of het stimuleren van innovaties die schaalvergroting mogelijk maken (Energiesprong). Fiscale of hypothecaire instrumenten zijn minder ontwikkeld. Er bestaan voorbeelden waarbij energetische renovaties tegen gunstige rentes kunnen worden meegefinancierd met de (nieuw af te sluiten) hypotheek. En in Duitsland bestaat er de zogeheten Muskelhypothek, waarbij mensen extra hypotheek krijgen indien ze zelf hun huis energetisch renoveren. Er bestaan echter weinig tot geen fiscale instrumenten voor huiseigenaren die hun huis reeds lang in bezit hebben. In aanvulling op de genoemde subsidieprogramma’s worden er wel laagrentende leningen aangeboden door financiële instellingen, vaak in samenwerking met overheden. Een voorbeeld hiervan is de KfW bank, een Duitse staatsbank die via andere reguliere banken goedkope leningen verstrekt voor energetische renovaties. Steden hebben de mogelijkheid om bij de boven genoemde programma’s aan te sluiten of er gebruik van te maken. Een groot aantal steden heeft daarnaast zelf ook financiële instrumenten ontwikkeld om burgers te stimuleren hun huis energetisch te renoveren. Zo werkt gemeente Oostende met een pilot project, waarbij de kosten voor energie-efficiënte maatregelen worden verrekend via de energierekening (zogeheten on-billing system). Roeselare verstrekt variabele subsidies waarbij de hoogte afhangt van de wijk waar de aanvraag wordt gedaan. En meerdere steden bieden laagrentende of nulprocent leningen aan, zoals bijvoorbeeld Luik

Page 81: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

81

Ondanks deze verschillende financiële ondersteuningsmaatregelen, blijkt het vaak lastig om op grotere schaal – bijvoorbeeld straat of wijkniveau – woningen tegelijk te isoleren. Er zijn steden die zich richten op het initiëren van een buurtgerichte aanpak (zoals Hardenberg, waarbij de premie die mensen ontvangen hoger wordt als hun buren ook mee doen), of het recent opgestarte WAIFER, een ESCO die particuliere huizen per straat renoveert. Maar over het algemeen zijn het met name een select aantal gemotiveerde individuele huiseigenaren die huis (grondig) isoleren. Stabiel overheidsbeleid is een cruciale factor in het ontwikkelen van een uitgebreid en divers financieel aanbod van instrumenten dat bij verschillende doelgroepen past. Dit stabiel overheidsbeleid draagt tevens bij aan grotere (en meer constante) vraag naar energetische renovaties. Verder kunnen (nationale en regionale) overheden banken of financiële instellingen stimuleren om nieuwe financiële producten te ontwikkelen. Tegelijkertijd zouden banken en makelaars ook moeten wijzen op reeds bestaande financiële mogelijkheden. Juist bij de aankoop van een nieuw huis, zijn mensen bereid om te renoveren. Als laatste is ook de wet- en regelgeving van groot belang. Er gaat een sterk signaal uit van een verplicht energielabel (zeker indien dit ook zichtbaar gehandhaafd wordt). Verder spelen ook landspecifieke zaken een rol, zoals bijvoorbeeld in Nederland de koppeling tussen de hogere WOZ waarde van een energiezuinige woning en de daarmee samenhangende hogere heffing. Dit betekent dat bewoners die hun huis volledig isoleren eigenlijk “gestraft” worden, omdat ze een hogere heffing betalen (gebaseerd op de waardevermeerdering van hun huis). Het investeren in energiebesparende maatregelen wordt op deze manier belemmerd43 Een paar specifieke aanbevelingen gericht op financiële instrumenten en een multi-level governance benadering inzake energie-efficiëntie:

• Financiële instrumenten die opschaling naar straat en of wijk niveau van energetische

renovaties mogelijk maken zijn belangrijk • Consistent nationaal en regionaal overheidsbeleid is een belangrijke factor in het stimuleren

van een uitgebreid en divers aanbod van financiële (ondersteunings-) instrumenten • Heldere regelgeving en handhaving stimuleert de vraag naar energetische renovaties

43 De gemeenten Apeldoorn, Den Haag en Tilburg hebben dit in 2008 samen met SenterNovem laten onderzoeken door het Fiscaal Instituut in Tilburg (Gribnau en Happé, 2008).

Page 82: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

82

4.3 Cross-sectorale samenwerking stimuleren om schaalvergroting te realiseren Uit de interviews met steden kwam duidelijk naar voren dat samenwerking met het lokale bedrijfsleven van groot belang is. Lokale bouw- en installatie bedrijven spelen een cruciale rol in het vergroten van het aantal energetische renovaties. Deze bedrijven hebben vaak als eerste contact met mensen op het gebied van hun energieverbruik, bijvoorbeeld bij de jaarlijkse controle van de CV ketel of bij installatie van een nieuwe CV installatie. Meerdere steden hebben aangegeven dat samenwerking met bedrijfsleven stroef verloopt. Bouw- en installatie bedrijven richten zich nauwelijks op energetische renovaties of het installeren van bijvoorbeeld zonnepanelen. Installatie bedrijven zijn vaak conservatief van aard en beleidsmakers gaven aan dat een omslag in denken nodig is. Verder ontbreekt het lokale ondernemers vaak aan relevante kennis. Dit vergroot het risico op een “lock in effect”, waarbij mensen weliswaar hun woning isoleren maar op een manier die niet optimaal is. Omdat een renovatie slechts sporadisch wordt uitgevoerd, betekent dit dat mensen, door verouderde of slechte isolatie technieken, nog steeds meer energie verbruiken dan wanneer op een degelijke manier zou zijn geïsoleerd, gebruik makend van de laatste technieken.

Om het bedrijfsleven te activeren en op te leiden, voorzien verschillende steden in specifieke trainingsfaciliteiten. Zoals bijvoorbeeld de stad Moeskroen, die een stichting (Elea) heeft gericht op het opleiden van vakmensen. Via een houten voorbeeld woning (skelet) kunnen vakmensen experimenteren met de laatste technieken op het gebied van energetische renovaties. Een ander voorbeeld is de stad Bottrop, waar vakmensen verbonden zijn in een netwerk dat elke week bij elkaar komt om kennis uit te wisselen. Deze ondernemers werken volgens een bepaalde erecode. Juist een sterke betrokkenheid of bepaalde maatregelen vanuit de gemeente, stimuleert lokale bedrijven om te investeren in de opleiding van hun mensen. Op deze manier kan het lokale bedrijfsleven als ambassadeur van energiezuinige woningen optreden.

Een onderwerp dat samenhangt met het opleiden en trainen van vakmensen werkzaam voor lokale bouw- en installatie bedrijven is werkgelegenheid. Een aantal steden, waaronder bijvoorbeeld Antwerpen en Den Haag hebben speciale maatregelen ontwikkeld voor het creëren van lokale werkgelegenheid, waarbij met name de nadruk ligt op mensen die moeilijk toegang hebben tot de arbeidsmarkt.

Een ander voorbeeld van cross-sectorale samenwerking is de samenwerking met sociale huisvestingsmaatschappijen of woningbouw corporaties. Gemeente Enschede werkt binnen het project MIO (Maatschappelijke Investerings Opgave) nauw samen met een corporatie. Deze corporatie renoveert op grote schaal sociale woningen. Particuliere eigenaren in de wijk kunnen ook gebruik maken van de renovaties, omdat de renovaties op grote schaal gebeuren kunnen ze tegen lagere tarieven worden uitgevoerd. Daarnaast biedt Enschede aanvullende financiële ondersteuningsmaatregelen om de renovaties ook voor particuliere eigenaren met een lager inkomen mogelijk te maken.

Page 83: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

83

Een paar specifieke aanbevelingen gericht op cross-sectorale samenwerking om schaalvergroting te realiseren:

• Stimuleren en ondersteunen van capaciteitsontwikkeling bij lokaal bedrijfsleven (bouw- en installatiebedrijven)

• Samenwerken met woningbouw corporaties om op grotere schaal huur en particuliere woningen energetisch te renoveren

• Er zou (blijvend) aandacht moeten bestaan voor kansen om energie-efficiënte maatregelen te koppelen aan het creëren van lokale werkgelegenheid

Page 84: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

84

Bijlagen

1. Beleids- en praktijk templates België • Antwerpen, • Genk, • Gent, • Luik, • Moeskroen, • Oostende, • Provincie Limburg • Wallonië

Nederland • Breda, • Den Haag • Deventer, • Enschede • Hardenberg • Overijssel

Luxemburg • Esch-sur-Alzette

Noordrijn-Westfalen • Bottrop • NRW

Grensoverschrijdende samenwerking • Villers la Chèvre

2. Overzicht gehouden interviews

3. Interviewvragen

4. Belgische federale niveau

5. Literatuurlijst

Page 85: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

85

1. Beleids- en praktijk templates

België – Antwerpen

Titel EcoHuisdoctor advice service (‘EcoHuisdokter’)

Project start datum The project has started end 2007.

Project eind datum This service is still running.

Stad Antwerp (similar service is e.g. available in Ludwigsburg (D))

Introductie This service has grown from the idea that well informed homeowners would renovate their houses more sustainable. But trainings are too far from the practical questions one has on the right material use, insulation technique, etc. This is why Antwerp offers next to training on sustainable renovation also personalised technical advice.

Samenvatting The EcoHousedoctor (architect) gives free, independent technical advice to homeowners on their renovation ideas and plans. There are 6 offices (‘Woonkantoor’) throughout the city where people can consult an EcoHousedoctor.

Probleem OBJECTIVES: Motivate people to renovate ecological following the principles of trias ecologica. To enhance the quality of renovations in the city.

Benadering The advice takes about 40’ per client. If the architect notices that a conversation is not enough to estimate the situation, decides to make an additional house visit.

The EcoHousedoctor uses a list of criteria which was developed by the Flemish network on sustainable building. He also uses life-sized cross sections (of insulated roofs, walls … ) and a material catalogue installed on the second floor of the EcoHouse Antwerp, in our ‘ecological building practice’. Since 2010 the service is also available on Thursday evening and once a month on Saturday. For this extra service we corporate with NGO partners (VIBE+Passiefhuisplatform). These two NGO’s are also responsible to transfer professional knowledge to the other 6 (city-employed) EcoHousedoctors.

Page 86: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

86

Resultaten In 4 years we’ve had about 1500 clients.

Lessons learned: We started end 2007 with 1 EcoHousedoctor, giving free advice half a day per week in the EcoHouse. Soon we decided to work with appointments and to extend our advice to at least 40 minutes. With the growing demand we extended the service to 6 locations throughout the city. Having a coordinator of the EcoHousedoctors to set up training, network meetings, admin, communication and organisation is very important. The advisors are the heart of this service. To give useful advice, practical experience is needed. The theory of sustainable renovation is not enough.

Middelen City of Antwerp, Flemish (‘Samenwerkingsovereenkomst’) and European (Interreg IVB, Livinggree.eu project) sources

Doelgroep Homeowners with interest in renovation

EU betrokkenheid This method is developed with the coo financing of EU (Interreg IVB, Livinggree.eu project)www.livinggreen.eu

Aanvullende punten A cooperation with relevant city services is very useful to reach the target group. For example you can agree with the service that gives permissions for builders and renovators to refer to your (free) service. Our partners are: offices in the city on housing quality, NGO’s on ecological and passive building (VIBE, Passiefhuisplatform). The target group of the EcoHousedoctor consist mainly of young families who work. Make sure the service is (at least now and then) available after the working hours or in the weekend.

Organisatie EcoHouse Antwerp

Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout

Contactpersoon Lies Van den Bruel

Telefoon +32 (0)3 217 08 11

E-mail [email protected]

Website www.antwerpen.be/ecohuis

Page 87: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

87

Titel Lectures about sustainable renovation

Project start datum The project has started end 2007.

Project eind datum This project is still running.

Stad Antwerp city

Introductie This service has grown from the idea that well informed homeowners would renovate their houses more sustainable. Trainings can be a good sensibilisation tool and introduction into sustainable renovation.

Samenvatting Since 2007 Antwerp has been setting up a training programme on sustainable renovation for particulars each year. Topics of the trainings are insulation, capturing rainwater, energy sufficient heating systems, green roof construction …

Probleem OBJECTIVES: Motivate people to renovate ecological following the principles of trias ecologica. To enhance the quality of renovations in the city.

Benadering The lectures are given by specialized organisations (like Dialoog vzw, VIBE, Passiefhuisplatform …). The lectures mostly take about two hours. Every now and then we als o program more in-dept trainings for particulars, up to 4 days long. The lectures are for free for inhabitants of Antwerp, but they have to subscribe themselves in advance.

Resultaten Lessons learned: We started to organise them on Thursday evenings once a month. To reach more people, since 2012 we also program trainings on Saturday. The trainings at the EcoHouse are combining theory with case studies and sometimes demonstrations or on-site visits. Organizing real workshops, where participants learn by doing, has not been obvious to organize (location, insurance..).

Middelen City of Antwerp, and European (Interreg IVB, Livinggree.eu project) sources

Doelgroep Homeowners with interest in renovation

EU betrokkenheid This method is being developed with the coo financing of EU (Interreg IVB, Livinggree.eu project)www.livinggreen.eu

Aanvullende punten If there is need for more in depth information participants of the trainings can make an appointment for a free technical advice (EcoHousedoctor) or for information on the available financial incentives. The target group of the lectures consist mainly of young families who work. Make sure you program it after the working hours or in the weekend.

Organisatie EcoHouse Antwerp Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout

Contactpersoon Lies Van den Bruel

Telefoon +32 (0)3 217 08 11

E-mail [email protected]

Website www.antwerpen.be/ecohuis

Page 88: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

88

Titel Interactive workshop on energy saving

Project start datum The project has started in 2009

Project eind datum The coo financing by the Flemish government stops end of 2013 but the city continues with the project

Stad Antwerp city

Introductie This workshop, targets everyone, who wants to pay less for its energy bill. There are several simple ways to save hundreds of euro’s per year on energy. Many people however, if they think about energy saving, fear big investment cost, loss of comfort or a lot of hassle. The ‘smart savings’ workshop proves the opposite. It helps to choose those saving measures that fit best to the lifestyle and ‘saving ambitions’ of each particular participant. Experiences and preconceptions, can at the same time, be discussed and shared in the group. This is how ‘start to save’ becomes easy.

Samenvatting The main focus of this session are energy saving measures that do not ask any investment. This is how the session becomes relevant to a wide target group, interested in a low energy bill but not willing/able to invest in roof insulation, A+++ labelled appliances, etc. The sessions are also a great way to promote other free services of the city, related to energy saving (like the energy scan or the personal energy bill advice), which, where relevant, will make the client advice more serious steps (investments).

Probleem We pay a lot for electricity, gas and fuel. Also our environment is paying a high price.

Benadering Groups, up to 15 people can participate. Any kind of groups can book de session: friends, neighbours, colleagues… However, the majority of the groups comes in via socio-cultural organisations, that work with low-income target groups and are constantly looking for useful and fun activities for their members.

During a Smart Savings (‘slim sparen’) session the group browses trough good and less good tips and tricks and learns how much saving different measures can deliver. We discuss tips the group already knows, tips they already do and good tips, they could still do. We do this in a nice two-hour session, cosy, with a drink and among friends.

Resultaten Between 2009 and July 2012 EcoHouse Antwerp has given such workshops to 76 groups (more than 1000 participants) throughout the city. The number of groups has been growing all the time and is booming in 2012.

In cooperation with EcoHouse, in 2012 ‘Open School’ (a school for low educated adults) has integrated energy saving in its curricula Dutch. This includes an excursion to the EcoHouse Antwerp for an adapted ‘slim sparen’ session and plenty of (saving related language-)exercises in the class (before and after the session). For the project this means reaching a very important, low-income target group.

Middelen City of Antwerp, Flemish government

Doelgroep Citizens who pay energy bills,

Page 89: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

89

A special version of the workshop is developed for low educated newcomers studying Dutch language (Open school)

EU betrokkenheid no

Aanvullende punten To offer these workshop, EcoHouse Antwerp has a pool of volunteers. Next to energy saving, Antwerp offers similar workshops on other topics too: ecological cleaning techniques and façade gardens.

Organisatie EcoHouse Antwerp Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout

Contactpersoon Nora Danko

Telefoon +32 (0)3 217 08 11

E-mail [email protected]

Website www.antwerpen.be/ecohuis (‘slim sparen’)

Titel Lectures about sustainable renovation for professionals

Project start datum The project has started in 2008.

Project eind datum This project is still running.

Stad Antwerp city

Introductie Next to inform, train and advice homeowners on sustainable renovation, the city of Antwerp wants to work with the other big player as well: professionals. Reaching professionals by the city however, proved to be a more difficult task than reaching home owners. Experimenting with different methods is still going on.

Samenvatting OBJECTIVES: Motivate craftsmen and architects to renovate, using sustainable concepts, materials and techniques. Enhance the quality of renovations in the city.

Probleem There is a growing need for professionals in the sustainable renovation sector. In the Antwerp region, there are already several professional organizations involved in training on sustainable building. Still, the city of Antwerp receives lots of questions from inhabitants who are willing to renovate in a sustainable way but are having difficulties in finding the right professionals to do job. ‘Traditional’ craftsmen or architects are not able (or willing) to do what the clients ask, the ‘sustainable’ professionals are overbooked.

Benadering In 2010 Antwerp consulted professional organizations involved in training on sustainable building, what role the city should best take, in the transformation process of the building sector. Since that we’ve been experimenting with different methods. We’ve organized:

• lectures given by specialized organisations (like VIBE, Passiefhuisplatform); • a big advice day (EcoHousedoktor XXL’) where professionals of different

Page 90: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

90

fields worked together to advice real renovation cases; • currently we experiment with a short breakfast session for architects with

inspirational speakers and networking with producers. Since 2011 the EcoHouse is following up the sustainable renovation related trainings of the numerous organisations active on the ‘market’ and offers an online overview of their activities. We also promote (the growing) lists of certified sustainable building professionals towards particulars. Further we support NGO’s to use us as a training location.

Resultaten We have reached thousands of professionals and trained several hundreds of architects. Hardly any craftsmen has participated. Lessons learned: We have experimented with different ways of communication, training- locations, length, times of the day, training approaches, prices ranges. As the offer on relevant trainings is big in the region, they have to make hard choices. The city seems not having (yet?) the reputation of a credible training provider in the eye of building professionals (especially craftsmen).

Middelen City of Antwerp, and European (Interreg IVB, Livinggree.eu project) sources

Doelgroep Architects and craftsmen, active in Antwerp

EU betrokkenheid This method is being developed with the coo financing of EU (Interreg IVB, Livinggree.eu project) www.livinggreen.eu

Organisatie EcoHouse Antwerp Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout

Contactpersoon Nora Danko

Telefoon +32 (0)3 217 08 11

E-mail [email protected]

Website www.antwerpen.be/ecohuis

Page 91: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

91

Titel Thermal (areal) map + campaign

Project start datum 2008

Project eind datum 2009

Stad Antwerp city + 20 other Flemish municipalities

Introductie The radiant energy of buildings is externally measurable - in this case by areal thermographic images. Such areal thermographic images are perfect to visualise heat, escaping through city roofs. The idea: Visualization

I see the insulation grade of my roof

+

Information

I can get technical advice and financial support

I can save money by way of thermal renovation

Engagement

I consider to insulate my non- (or miserably) insulated roof

Samenvatting By means of a heat survey, house owners get an indication of the thermal insulation grade of their roof. The data is available online: www.antwerpen.be/zoominopuwdak.

A city-wide campaign was set up to promote the thermo map. For people without internet we offered advice moments in all districts (“Campaign on the thermo map: Energy tour”

Probleem A poorly insulated roof can count for about 30% of the energy losses of a building. A thermographic areal map about roofs is therefore an interesting first step to create citizens interest. Objective: Provide citizens with a first assessment on the insulation quality of their roof. Motivate people for thermal renovation and enhance the quality of such investments.

Page 92: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

92

Benadering The “Thermographic areal map” was actually used as a trigger to lock citizens’ interest in thermal insulation and the related services of the city. For the heat survey we needed: thermographic techniques (special cameras, airplanes). The project then used existing GIS-data and matched it with this thermographic data. To communicate the results, an information campaign was set up for citizens. An online, easy to use, thermal map lets citizens plug in their addresses to learn how their building fares via www.antwerpen.be/zoominopuwdak. What is more, Antwerp set up an “energy tour” in al districts to inform the target group about the wide range of support and services that the municipality offers on thermal insulation. During this energy tour, we’ve helped people by zooming on their roof and gave a personal advice on how to insulate their roof when needed.

Resultaten > 100 000 website visitors, 1600 people visiting the energy tour -> More action and investments taken by homeowners: increased number of submissions for the ‘green-loan’ of the city and for the thermal renovation subsidies and grants Effects outside Antwerp: Interest of National Geo magazine, Other Belgian cities, several cities in France and Germany are following Antwerp’s lead. Experience: If several municipalities cooperate for such project, you can share costs. No privacy issue, as the data is not „valuable“ for externals. Photo about roofs is good to start with but is not everything. Tell people what to do.

Middelen City of Antwerp partner municipalities, Flemish government

Doelgroep House owners, architects, advisors

EU betrokkenheid

Aanvullende punten Future: new map 5 years later - to see how many roofs have been insulated

Organisatie EcoHouse Antwerp Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout

Contactpersoon Luc Redig

Telefoon +32 (0)3 217 08 11

E-mail [email protected]

Website www.antwerpen.be/ecohuis

Titel Energiescan bij prioritaire doelgroepen

Project start datum 2008

Project eind datum 2013

Stad Antwerpen (Vlaanderen)

Introductie Sinds 2008 worden er gratis energiescans uitgevoerd in Vlaanderen. De stad

Page 93: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

93

Antwerpen heeft altijd de voorkeur gegeven aan prioritaire doelgroepen en heeft hiervoor geïnvesteerd in langdurige overeenkomsten met belangrijke toeleiders.

Samenvatting De distributienetbeheerders realiseren hun REG acties onder andere via gratis energiescans. De scan is een huisbezoek waarbij naast interessante energietips een gratis energiepakket wordt geïnstalleerd tijdens het bezoek.

Probleem Sociale doelgroepen bereiken met gratis energiescans is geen evidentie. Naast de taalproblematiek (bij nieuwkomers, maar ook ongeletterdheid) ondervonden we veel weerstand om in de privé omgeving te mogen binnen komen. Anderzijds merkten we dat beter opgeleiden klanten wel makkelijker de weg vonden.

Benadering Bij de lessen maatschappelijke oriëntatie voor nieuwkomers wordt de energiescan gepromoot en werd een eigen aanvraag bon ontwikkeld. Ook in de lessen bij Open school is dit aanbod in de lessen verwerkt. De aanvraag bon werd herwerkt naar een port betaald door bestemmeling systeem. Met energiecel OCMW Antwerpen zijn ook verplichte energiescan opgenomen voor klanten met verwarmingstoelage stookolie, maar ook voor klanten waarbij het OCMW tenlaste neming energiefactuur opneemt.

Resultaten De stad biedt prioritaire groepen die moeilijker zelf kunnen investeren in hun energiehuishouden energiebonnen en een korf kleine energiebesparende maatregelen aan die meteen worden geïnstalleerd in de woning; er werden sinds 2008 al meer dan 10.000 scans uitgevoerd door het sociaal economiebedrijf Levanto. Er werden meer dan 60.000 spaarlampen en meer dan 5000 spaardouchekoppen geïnstalleerd, meer dan 5000 meter radiatorfolie, 1600 meter tochtstrips en 1400 meter tochtborstels geplaatst. De globale besparing was ca 1.000.000 kWh, 1.000.000 euro en 3600 ton CO2. De gemiddelde besparing per gezin bedraagt 900 kWh, 90 euro of 345 kg CO2. Door bovenstaande acties bereikt de stad Antwerpen nu meer dan 45% doelgroep aanvragen.

Middelen De distributienetbeheerders financieren de energiescans.

Doelgroep Prioritaire doelgroepen zijn: huurders sociale huisvesting, beschermde afnemers, lage inkomens (omnio).

EU betrokkenheid geen

Aanvullende punten

Organisatie EcoHuis Stad Antwerpen

Contactpersoon Geert Vielfont

Telefoon +32 (0)3 217 08 44

E-mail [email protected]

Website http://ecohuis.antwerpen.be/Ecohuis/Publicatiekanalen/Stad/Ecohuis/Startpagina-Ecohuis/Startpagina-Ecohuis-Hoofdnavigatie/Bewoners/Duurzaam-bouwen-en-wonen/Duurzaam-bouwen-en-wonen-Premies,-leningen-en-voordelen/Kleine-ingrepen/Energiescan.html

Page 94: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

94

Titel Wijk gericht energie acties

Project start datum 1/1/2012

Project eind datum 31/12/2013

Stad Antwerpen

Introductie Sinds enkele jaren faciliteert de stad Antwerpen verschillende Samenaankopen (isolatie, pv panelen,…). De samenaankopen zijn geëvolueerd naar isolatie acties voor alle bewoners van de stad Antwerpen. De bewonersgroep, bestaande uit vrijwilligers, was hierbij de trekker. Van de stad Antwerpen kregen zij opleidingen aangeboden, vergaderaccommodatie en promotie materiaal.

Samenvatting Met bewonersgroepen wordt in bepaalde wijken of straten met dezelfde typologie van daken een isolatie actie opgezet in overleg met de bestaande wijkoverleg werkingen van de stad Antwerpen.

De plaatselijke bewoners krijgen daarbij technische opleiding, begeleiding bij opmaak bestek, begeleiding bij onderhandeling met aannemers/leveranciers, begeleiding bij aanvragen steunmaatregelen.

De wijkacties resulteren in een grote gedragenheid van het project en een interessante economische korting van én aannemer én leverancier.

Probleem Bij de isolatie acties in het verleden kon er voor de deelnemers moeilijk een korting worden verkregen. Omdat de verscheidenheid aan daken zo groot was, resulteerde dit in een gepersonaliseerde offerte die kostenposten kon bevatten die niet voorzien waren.

Aannemers selecteren voor zo’n verscheidenheid en hoeveelheid aan daken bleek ook zeer moeilijk te zijn. De opvolging van de werken was een ander organisatorisch knelpunt.

Benadering Via de thermografische kaart van Antwerpen worden gebieden geselecteerd met een grote potentie aan dakisolatie. Vervolgens worden deze wijken bezocht en gescreend op (dezelfde) soort typologie. In overleg met de plaatselijke wijkoverleg werkingen van de stad Antwerpen bespreekt het EcoHuis de mogelijkheden van isolatie acties. Via bestaande wijkraden of via actieve wijkbewoners wordt gepolst of gedragenheid mogelijk is. Dit kan dan resulteren in een info avond in de wijk, gevolgd door een intekenavond in aanwezigheid van de geselecteerde aannemer. En later offertering en contractering.

Resultaten 6/2/2012: Opstart project 26/3/2012: isolatie opleiding voor trekkers wijk + opmaak bestek en offerte aanvragen 15/5/2012: Info avond in de wijk 12/6/2012 Intekenavond in de wijk 31/7/2012 : 52 aangevraagde offertes op totaal van 300 panden; 18 reeds goed gekeurde offertes

Page 95: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

95

Middelen

Doelgroep Wijkbewoners

EU betrokkenheid 75-100 worden (optioneel; enkel als EU-middelen of EU beleid gerelateerd is aan het beleid dat u beschrijft )

Aanvullende punten De wijkacties zijn op maat van de behoeften in te vullen. Isolatie acties zijn mogelijk maar ook wijk raamvernieuwing –of verwarmingsinstallatie vernieuwingen zijn mogelijk.

Organisatie EcoHuis Stad Antwerpen

Contactpersoon Geert Vielfont

Telefoon +32 (03) 217 08 44

E-mail [email protected]

Website Is er een relevante website van het project, of een andere site die u in dit verband wilt aanbevelen?

Page 96: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

96

België – Genk

Titel Sociale lening Duwolim

Project start datum September 2007

Project eind datum lopende

Stad Stad Genk

Samenvatting Duwolim is een goedkope sociale lening, bestemd voor mensen met een beperkt inkomen. Zij kunnen deze lening (aan maximum 2%) aangaan voor het financieren van energiebesparende investeringen: isolerende beglazing, dakisolatie, verwarming,…

Probleem Mensen die het financieel en sociaal moeilijk hebben zijn vaak degenen die in een huis wonen dat aan een energetische renovatie toe is. Een budget voor deze renovatie is er dikwijls niet, vandaar deze maatregel.

Benadering CVBA Duwolim begeleidt mensen die gebruik willen maken van deze regeling.CVBA Duwolim is een coöperatieve vennootschap, met als partners SJK de Woonconsulent, vzw Stebo, Steunpunt Dubolimburg,cvba Limcoop, Infrax en het Centrum Duurzaam Bouwen. Met de steun van de Limburgse OCMW- en stadsbesturen, Europa en de provincie Limburg.

Resultaten In Genk zijn er tot op heden 182 dossiers opgestart, 102 zijn er ook al afgehandeld.

Middelen Deze leningen worden op federaal niveau gefinancierd via het FRGE: het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost.

Doelgroep Genkenaars, mensen met een beperkt inkomen

EU betrokkenheid Ja

Aanvullende punten Verdere informatie via www.duwolim.be

Website www.duwolim.be

Titel Energiescans

Project start datum Najaar 2008

Project eind datum lopende

Stad Genk

Introductie Volgens een uitvoeringsbesluit van de Vlaamse regering dienen de netbeheerders (gratis) energiescans uit te voeren. Het aantal uit te voeren scans per gemeente is vastgelegd via het decreet. De scans mogen uitgevoerd worden bij elk gezin die er om vraagt, maar gezinnen in een financieel/social moeilijke situatie moeten

Page 97: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

97

voorrang krijgen. DD 2012 is het aantal verplicht uit te voeren energiescans gedaald en ze mogen alleen nog uitgevoerd bij sepcifieke doelgroepen.

Samenvatting De gratis energiescans worden uitgevoerd door zgn “energiescanners” die daarvoor een speciale opleiding hebben gehad. In Genk en omliggende gemeenten voert Stebo vzw deze energiescans uit. Een energiescan bestaat uit een huisbezoek (2 à 3u) waarbij adhv facturen, een rondgang en een gesprek wordt nagegaan welke de grote energieverslinders in de woning zijn. Hieruit volgt dan een advies op maat, ter verbetering van de situatie, aangevuld met de subsidiemogelijkheden. Elke aanvrager ontvangt een persoonlijk verslag van de energiescan.

Indien van toepassing worden ook nog energiebesparende materialen uitgedeeld: een spaardouchekop, reflecterende folie, spaarlampen.

Probleem Het grootste probleem was het zoeken naar kandidaten binnen de specifiek omschreven doelgroep.

Benadering Van bij de aanvang is een overleggroep opgestart met het OCMW van Genk, Stebo vzw en stad Genk. Deze werkgroep stelde een lijst op van “eerst” te benaderen kandidaten, om zo doelgericht en efficiënt te kunnen werken.

Resultaten Dankzij de goede samenwerking tussen de betrokken partijen werden er in Genk al snel meer energiescans uitgevoerd dan door de Vlaamse Overheid opgelegd. DD 12/09/2012 zijn er in Genk al 1937 energiescans uitgevoerd.

Middelen Er zijn geen specifieke financiële midden ingezet.

Doelgroep De Genkse burger in het algemeen, de personen binnen de omschreven doelgroep in het bijzonder.

EU betrokkenheid Niet van toepassing

Aanvullende punten Niet van toepassing

Organisatie Stad Genk, dienst Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling

Contactpersoon Stad Genk, dienst Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling

• Jan Jaeken, [email protected] – +32/89654612 • Isabelle Vanderheyden, [email protected] – +32/89654587

Telefoon Zie boven

E-mail Zie boven

Algemeen mailadres: [email protected]

Website Meer info via www.energiescans.be en http://escansinfrax.stebo.be/

Titel Stedelijke subsidies voor duurzame maatregelen

Project start datum Er zijn meerdere initiatieven in dat verband, een echte startdatum is er niet.

Project eind datum Zie punt 2

Page 98: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

98

Stad Genk

Introductie Om haar inwoners te stimuleren de energie-efficiëntie van hun woning te verbeteren voorziet de stad in financiële stimuli voor bouwers en verbouwers.

Samenvatting Binnen de sector leefmilieu zijn er al meerdere subsidieregelingen geweest. Ifv veranderende regelgeving of specifieke vaststellingen worden deze regelmatig geëvalueerd of aangepast.

Sedert 01/01/2012 is het stedelijk subdiereglement “duurzaam wonen” van kracht.

Probleem Niet van toepassing

Benadering Het stedelijk subsidiereglement “duurzaam wonen” focust op verschillende duurzame elementen: verbeteren van de energie-efficiëntie van de woning, waterinfiltratie, regenwaterrecuperatie en aanpasbaarheid. Voor elk van de in aanmerking komende werken kan men een bepaald aantal punten krijgen. Bij een minimum aantal punten kan men een uitbetaling van de premie vragen. Het bedrag van de punten stijgt exponentieel. Er zijn 4 specifieke investeringen voorzien waarbij de aanvrager hetzij zijn punten kan sparen, hetzij onmiddellijk een premie kan opstrijken.

Resultaten Gelet op het groot aantal dossiers dat elk jaar wordt afgehandeld, kunnen we stellen dat deze regelingen vrij goed gekend zijn bij de Genkenaren.

Middelen Jaarlijks wordt in de begroting een bedrag voorzien, uit eigen middelen, voor de uitbetaling van deze premies.

Doelgroep De Genkse inwoners

EU betrokkenheid Niet van toepassing

Aanvullende punten -

Organisatie Stad Genk, dienst Woonbeleid

Contactpersoon Stad Genk, dienst Woonbeleid Fabio Amorosi, [email protected] – +32/89654572 Stad Genk, dienst Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling - +32-89/65.45.81

Telefoon Zie boven

E-mail Zie boven

Algemeen mailadres: [email protected]

Website Meer info: http://www.genk.be/Leefomgeving/Leefmilieu/Energie/Subsidies/Subsidiereglement_duurzaam_wonen

Page 99: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

99

Titel SUN - Sustainable Urban neighbourhoods

Project start datum Januari 2009

Project eind datum Juni 2012

Stad Stad Genk, ism de steden Verviers, Luik, Eupen, Aken (D) en Heerlen (NL)

Introductie Het SUN-project had tot doel zeven stadswijken van de Euregio Maas-Rijn te verbinden in een dynamiek van duurzame ontwikkeling. Deze wijken zijn erfenissen uit het industriële tijdperk en kennen niet alleen belangrijke uitdagingen, maar ook talrijke troeven. Rond deze vijf pilootwijken en hun 65.000 bewoners verenigen zich zeven steden, vijf academische partners en talrijke actoren uit de verenigings- en economische wereld! SUN werd bewust opgezet als een transversale en meerschalige onderzoeksactie, op het grensgebied tussen steden, de universitaire wereld, de burgers en privébedrijven. Wat al deze actoren verenigt? Het gevoel dat de stadswijken een ongelooflijk potentieel vertegenwoordigen voor de ontwikkeling van onze steden. Er werd gewerkt rond 4 thema’s: groen in de wijk, versterking van de lokale economie, sociale cohesie en energie (verbetering van de energieprestaties van de woningen). Op dit laatste wordt in deze infofiche verder ingegaan.

Samenvatting In Genk was de doelstelling om binnen de duur van de projectperiode minstens 50 daken te isoleren. Dankzij de organisatie van een samenaankoop dakisolatie in de wijk Boxbergheide was dit doel al eind 2009 bereikt. In de periode die daar op volgde is een specifieke aanpak ontwikkeld mbt het bereiken van de zgn “moeilijke” doelgroepen: mensen die het financieel en/of sociaal moeilijk hebben, ouderen, anderstaligen,…

Probleem Gedurende het project werd duidelijk dat een aantal inwoners niet of moeilijk bereikbaar was, om uiteenlopende redenen: sociale/financiële situatie, huurders, anderstaligen, ouderen,… De betrokken diensten en partners hebben daarom verder ingezet op het bereiken van deze mensen. Zij zijn immers de meest kwetsbaren, ook als het gaat om energie. Ze wonen vaker in slecht geïsoleerde woningen, waardoor de energierekening nog hoger wordt.

Het heeft ons geleerd dat het heel wat extra inspanning vraagt, een aanpak op maat in feite, om deze groepen te bereiken.

Benadering Het project in zijn vele fasen is uitgevoerd met verschillende partners die elk hun eigen expertise konden inbrengen:

• ACW-Limburg: ondersteuning via huisbezoeken (uitvoeren van energiescans en isolatieadvies op maat), organisatie samenaankoop dak- en zoldervloerisolatie voor doe-het-zelvers;

• Dubolimburg (steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg): inhoudelijke ondersteuning en technisch advies;

• OCMW Genk: toeleiding deelnemers binnen specifieke doelgroep (cliënteel OCMW), inhoudelijke feed-back;

• Stebo vzw: ondersteuning via huisbezoeken (uitvoeren van energiescans en

Page 100: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

100

isolatieadvies op maat), begeleiding van de zoektocht naar een aannemer; • Stedelijke dienst Wijkontwikkeling: toeleiding deelnemers vanuit de wijken,

contacten in de wijken, inhoudelijke feed-back Resultaten De doelstelling “50 daken isoleren” was op korte termijn gerealiseerd. Zoals in

puntje 6 aangegeven is er dan verder gefocusd op het bereiken van specifieke doelgroepen. In deze 2e fase zijn er ongeveer 20 daken geïsoleerd geraakt. Enkele conclusies: • Dankzij intensieve campagnes (Limburg isoleert, de Genkse warmtebeelden,…)

is het bewustzijn rond het nut van dak- en zoldervloerisolatie vergroot is. Het is echter vooral de “middenklasse” die actief investeert in energiebesparende maatregelen;

• We stellen eveneens vast dat de steeds veranderende wetgeving en premieregeling heel wat mensen weerhoudt om tot actie over te gaan: oudere mensen, mensen met andere zorgen (sociaal, financieel,…) of gewoon omdat de kosten voorlopig nog draaglijk zijn;

• De zgn “specifieke doelgroep” (ic beschermde afnemers) wordt via het OCMW aangebracht voor een gratis energiescan. Heel dikwijls gaat het echter om huurders, waardoor de investering in dak- of zoldervloerisolatie niet gebeurt, tenzij door de eigenaar. We stellen vast dat de huurder liever geen “problemen” wil veroorzaken en meestal, ook als er begeleiding wordt aangeboden, de huisbaas niet zal aanspreken.

• Er zijn heel wat inspanningen geleverd om mensen uit de moeilijker bereikbare groepen (ouderen, allochtonen, mensen met een beperkt budget) te bereiken. Specifiek in Winterslag en Waterschei zijn er in het najaar van 2011 ruim 200 huisbezoeken doorgegaan. Slechts een 25-tal mensen uit deze groep heeft zijn dak of zoldervloer geïsoleerd. In 90% van de gevallen gaat het dan nog om een investering die kadert in een grotere renovatie, die al eerder gepland was.

Middelen Het SUN project werd gefinancierd met Interreg IV-A middelen van de Euregio Maas-Rijn.De deelnemende steden dienden daarnaast ook hun eigen inbreng te doen.

Doelgroep De inwoners van Genk. Bijkomend is er voor de stad Genk wel de verrijking van de ervaringsuitwisseling met de andere deelnemende steden.

EU betrokkenheid Zie punt 10

Aanvullende punten -

Organisatie Stad Genk,dienst Wijkontwikkeling en dienst Leefmilieu & Duurzame Ontwikkeling

Contactpersoon Stad Genk, dienst Wijkontwikkeling:

• Dirk Habils, [email protected] – +32/89654310 Stad Genk, dienst Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling - +32-89/65.45.81

Telefoon Zie boven

E-mail Zie boven Algemeen mailadres: [email protected]

Website Meer info via www.sun-euregio.eu/nl

Page 101: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

101

Titel Thermoloket – warmtebeelden Genkse daken

Project start datum In opdracht van het stadsbestuur werd op 20 maart 2009 een warmtescan uitgevoerd van alle daken in Genk. De daar uit volgende kaart met warmtebeelden werd afgeleverd in augustus 2009. Vanaf September 2009 startte dan het project “thermoloket”.

Project eind datum De warmtebeelden zijn een momentopname en zijn in zoverre actueel dat er na 20 maart 2009 geen veranderingen aan het dak gebeurd mogen zijn. Er is geen specifieke einddatum vooropgesteld maar er zijn wel enkele elementen die maken dat dit project mogelijk wordt afgebouwd: De veranderde regelgeving mbt isolatiepeil en de daaraan verbonden subsidieregeling; Het wordt voor mensen steeds moeilijker om zich te herinneren of ze op de avond van de opname thuis waren, of ze voor of na die datum dakisolatie geplaatst hebben,... In een aantal gevallen was de woning nog bewoond door iemand anders, enz… De warmtebeeldfoto zal in elk geval nog raadpleegbaar blijven via het GIS (geografisch informatiesysteem) en gebruikt worden als hulpmiddel bij energiecampagnes.

Stad Stad Genk

Introductie -

Samenvatting In opdracht van het stadsbestuur werd in maart 2009 door EUROSENSE een warmtescan uitgevoerd van alle daken van alle gebouwen in Genk. Die scan maakt het mogelijk te zien of een gebouw (woning, bedrijf ...) al of niet goed geïsoleerd is. De beelden zijn raadpleegbaar, maar alleen via een afspraak (telefonisch of mbv de afsprakenmodule op het internet) of mbv een aanvraagformulier. Elke aanvrager krijgt een persoonlijke adviesfiche met de interpretatie van de beelden, een isolatieadvies en toelichting bij subsidies. Tot op heden (september 2012) zijn er zo’n 1700 persoonlijke adviezen opgesteld.

Deze warmtebeeldfoto’s zijn een dankbaar hulpmiddel om het nut van dakisolatie toe te lichten en mensen bewust te maken van de impact op energieverbruik en portemonnee.

Probleem De groep van Genkse huishoudens genereert samen één van de grootste energieverbruiken in Genk. Om een daling van het energieverbruik van 20% te realiseren is het nodig dat het bestaande woningbestand wordt gerenoveerd. Eén van de ingrepen die in verhouding het minst inspanning, tijd en geld kost is het plaatsen van dak- of zoldervloerisolatie. Gelet op de vele subsidiemogelijkheden en de relatief grote energiewinst ziet de stad het als haar taak om mee de motor te zijn in een grote (energie)renovatiegolf.

Benadering Na de opmaak van de warmtebeelden werd via vele communicatiekanalen (TV, pers, stedelijke publicaties, een tentoonstelling), verenigingen, stadsdiensten,… het project bekend gemaakt. Vanaf september 2009 waren er wekelijks “zitdagen” waarbij een inwoner zijn warmtebeelden kon raadplegen. Tijdens zo’n bezoek wordt

Page 102: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

102

een advies op maat opgemaakt en krijgt men eventueel toelichting bij de subsidiemogelijkheden. Wie niet kan langskomen kan een advies aanvragen mbv een specifiek formulier. Vanaf januari 2010 kan men via een on-line afsprakenagenda een afspraak boeken.

Resultaten Tot op heden (September 2012) zijn er ongeveer 1700 persoonlijke adviezen afgeleverd. Dat wil zeggen dat bijna 10% van de Genkse huishoudens beroep gedaan heeft op het thermoloket. Hoe er met deze adviezen is omgegaan is moeilijker te zeggen. We stellen wel vast dat het aantal subsidieaanvragen bij Infrax zeer sterk gestegen is in deze periode. We kunnen dit echter niet volledig toeschrijven aan dit project, er zijn immers in de campagneperiode nog sensibilisatieacties geweest. Een andere vaststelling is dat we met deze campagne vooral de “mondige middenklasse” hebben bereikt. Kansengroepen, oudere senioren en anderstaligen zijn veel minder aanwezig in de lijsten.

Middelen De opmaak van de warmtebeelden kostte 90.000€ (incl. BTW) aan middelen uit de eigen begroting.

Doelgroep In eerste instantie de Genkse inwoners, specifiek zij die in een woning wonen of in een dakappartement. Verder zijn er ook heel wat scholen en bedrijven die hun warmtebeelden opgevraagd hebben. De Genkse sociale bouwmaatschappij Nieuw Dak gebruikt de beelden eveneens als illustratie bij hun renovatieprojecten.

EU betrokkenheid Niet van toepassing

Aanvullende punten Niet van toepassing

Organisatie Stad Genk, dienst Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling

Contactpersoon Stad Genk, dienst Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling - +32-89/65.45.81

Telefoon Zie boven

E-mail Zie boven

Algemeen mailadres: [email protected]

Website www.thermoloketgenk.be

Page 103: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

103

België – Provincie Limburg

Titel Deelname REG-campagnes provincie Limburg

Project start datum Geen specifieke startdatum, de provincie Limburg lanceert om de 2 à 3 jaar een nieuwe REG-campagne.

Project eind datum Zie punt 2

Stad Genk

Introductie De provincie Limburg lanceert regelmatig REG-campagnes en ontwikkelt daarbij een aanbod naar de Limburgse gemeenten.

Samenvatting Enkele voorbeelden van campagnes:

De campagne “Elke dag zondag” (2007-2008) met de focus op hernieuwbare (zonne)energie. Dmv een provinciale subsidie, engagementsverklaringen door installateurs en infoavonden in de gemeentes ontstond een grote bewustmaking mbt hernieuwbare energie. In 2010-2011 was er de campagne “Limburg isoleert”. Deze legde de nadruk op isolatie, ventilatie en hoogrendementsbeglazing. Ook hier konden gemeenten gebruik maken van een ondersteunend aanbod: infoavonden, infofolders, promotiemateriaal enz… Vanaf 2012 is er de campagne “Warm Limburg”. In deze campagne wordt ingezet op verwarming. Er is een inforeeks rond verwarming in nieuwbouw, bij renovatie en in bestaande woningen. Deze infoavonden gingen al door in Genk en worden in het najaar van 2012 opnieuw ingericht. In het kader van “Limburg klimaatneutraal”, organiseerde de stad Genk ism de Provincie Limburg in juni 2 infomomenten. De eerste was een infoavond rond energiewinsten zonder grote financiële investeringen. De tweede een reeks “quickscans”: hierbij konden Genkenaren de (verbouwings)plannen van hun woning gratis laten bekijken door een expert in duurzaam bouwen.

Probleem Niet van toepassing

Benadering Stad Genk maakt gebruik van de naambekendheid en het inhoudelijk aanbod van de provincie Limburg. In de mate van het mogelijke worden er op lokaal niveau nog extra acties georganiseerd. Door ze te kaderen of te linken met de provinciale campagnes is de herkenbaarheid voor de burger een stuk groter.

Resultaten Het is moeilijk na te gaan hoeveel mensen de campagnes kennen of hoeveel mensen nav deze campagnes actie ondernomen hebben. Het is wel een feit dat dergelijke campagnes toch onmisbaar zijn in het geheel van maatregelen en acties ikv het lokaal energiebeleid.

Middelen De financiële middelen die ingezet worden zijn afhankelijk van de actie zelf en worden voorzien in de jaarlijkse begroting. Het provinciale aanbod is gratis voor de gemeenten.

Doelgroep De Genkse inwoners

EU betrokkenheid Niet van toepassing

Page 104: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

104

Aanvullende punten -

Organisatie Stad Genk, dienst Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling

Contactpersoon Stad Genk, dienst Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling - +32-89/65.45.81

Telefoon Zie boven

E-mail Zie bovenAlgemeen mailadres: [email protected]

Website Meer info via:

www.elkedagzondag.be

www.limburgisoleert.be

www.warmlimburg.be

www.limburgklimaatneutraal.be

Page 105: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

105

België – Gent

Titel Energy agency REGent

Project start datum End 2007

Project eind datum No limit

Stad Ghent

Introductie At the end of 2007 Ghent created REGent, a local energy agency, involving local stakeholders working with vulnerable target groups and/or focusing on employment and environment.

The targets for REGent are:

• The reduction of energy and water consumption in Ghent, with special attention for socially deprived households

• Initially aiming at households, but also at target groups such as associations, schools and kinder gardens.

REGent has employed through a social project ‘energy cutters’, long-term unemployed people with little work experience, to make the bridge between energy and employment.

Samenvatting REGent vzw, the Ghent energy agency, is founded by the City of Ghent together with local organizations, to stimulate cooperation and effectiveness around energy and water reduction. REGent uses several tools to obtain these targets: one-stop-shop, sensitization, energy scans, building advice, subsidies, guidance, cheap loans, infra-red camera, campaigns, communication and projects .

Probleem REGent focuses prior on the socially weak. This target group is very difficult to reach but needs prior attention due to increasing fuel poverty.

Many households aren’t capable of translating general sustainable advices towards their own private project. Tailor made guidance is essential.

Benadering The Climate alliance tries to build cooperation with intermediaries to reach the households better. Vzw REGent is founded by the City of Ghent in cooperation with following organizations: OCMW Gent (social care), Gents MilieuFront vzw (environmental association), Samenlevingsopbouw (social association focussing on the poor) and Gent Stad in Werking (Partnership to stimulate Employment). In this way the City can better focus on the households in difficulty keeping empoyment and environment in mind. REGent is also there for all Ghent inhabitants but less intensively.

1. One-stop-shop: REGent is a central place for building and retrofit advice. It can be reached by website, telephone, mail and in person.

2. Sensitization and communication: REGent organizes several sensitization action through the REGent website, lectures, participation in fairs, information evenings, folders, …

3. Energy scans: REGent offers free energy scans accompanied with the

Page 106: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

106

installation of energy saving material 4. Building advice: every household or organization can get 3 hours free building

advice. REGent cooperates with a local organization for this (the MilieuAdviesWinkel)

5. Subsidies: REGent offers supplementary subsidies for the socially weak for the replacement of the roof, roof insulation and windows. Together with the OCMW a subsidy is created for small energy measures done by odd job service of OCMW (KarwijDienst)

6. Cheap loans for 2%, and for 0% for deprived households, are offered for energy efficiency measures

7. Free guidance is made more intensively for vulnerable households. REGent helps them with their project from the beginning till the end inclusively looking for subsidies, searching contractors, control of the quality of the work): 400 households in 2010

8. REGent used an infra-red camera to get more grip on insulation problems invisible for the eye.

9. Campaigns and projects: • REGent helps people read the thermo photo and offers them advice (see

separate info sheet 4) • REGent cooperated for Lederberg Leeft, city retrofit project (see separate

info sheet 5) • REGent offers advice for a social building company regarding energy

efficiency • REGent lists sustainable building contractors on her website • Local Group purchasing: windows …

Resultaten 1. One-stop-shop: REGent offers yearly 1.200 free advices. 2. Sensitization and communication: 10.000 flyers are yearly distributed directly

to different target groups. 30 lectures/year 3. Energy scans: 6.200 since the beginning 4. Building advice: 400/year 5. Subsidies: 250 small energy measures by KarwijDienst in 2011, 08/2012: 209

subsidies payed in 2012 + 142 subsidies on hold 6. Cheap loans: 220/year of which 18% for the social target group 7. Free guidance: 400 households of which 130 for socially deprived households 8. Infra-red camera: 75 9. Campaigns and projects : group purchasing windows: 149 participants

Middelen REGent vzw gets a yearly donation of 250.000€ for actions, 250.000€ for staff, OCMW finances the energy cutters, FRGE (Federal Authority) finances the cheap loans.

Doelgroep Households, especially the socially deprived Schools and kinder gardens

EU betrokkenheid The building advices, free guidance of socially deprived families and the link between demand and offer (contractors) is supported by EFRO

Aanvullende punten Heeft u andere punten die u zou willen toelichten die nog niet aan de orde zijn gekomen?

Organisatie OCMW: www.ocmwgent.be

Page 107: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

107

Gent Stad in Werking: www.gsiw.be Gents Milieufront: www.gentsmilieufront.be

Contactpersoon Hilde Van Hecke

Telefoon +32 (0)9 218 75 90

E-mail [email protected]

Website http://www.vzwregent.be/

Titel Ghent Climate Alliance Project start datum 2009 Project eind datum No limit Stad Ghent Introductie Increasing energy prices destabilize the social coherence of a city, increase the fuel

poverty, and have a negative impact on the local businesses and employment. To arm its citizens and companies Ghent strives for a higher independence of fossil fuels and climate neutrality in 2050. In 2007, when the City decided to make a climate action plan, Ghent was emitting 12,2 billion ton CO2 or one third of Flanders. Climate neutrality is then very ambitious and a local authority doesn’t have all levers and means to tackle this issue. All sectors are involved. In each city there is a great wealth: its inhabitants and users. They have more creativity, time, levers, resources, … than a local authority has. That ambition and the need for cooperation initiated the Climate Alliance. A partnership between the City and all sectors with a same goal: more independence of fossil fuel and reduction of CO2. The role that the city plays is defined by the partners: coordinator, director or facilitator.

Samenvatting The Ghent Climate Alliance aims at cooperation between all sectors in the city to reach the climate neutrality objective by 2050. The city wants its political leaders, citizens and organisations to undergo a transitional process and rethink the functioning of the (urban) society in order to become a climate neutral city, that is less dependent on fossil fuels and that can offer an increased quality of life and work. Cooperation is a crucial element: citizens, captains of industry, knowledge and creative institutions,… are not only asked to think about the city’s climate neutral future, they are asked to actively engage. The Climate Alliance is there to stimulate co-creation and co-ownership. In 2009 the city set up the Climate Alliance and started two parallel processes: “thinking” and “doing”. The first refers to the research that is being done and that will serve as input for a solid climate policy with strategic instruments; the latter is the participatory project as a way of transition management. ‘Doing’ also means communication, sensitizations and subsidies. Those two processes now run separately but will come together in the end.

Probleem Increasing energy prices destabilize the city. Fuel poverty is significantly increasing.

Page 108: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

108

The minds are shifting very slowly and in times of threatening recession the long term perspective is missing.

It is difficult to gain collaboration on a high scale for sustainable issues. The city centre and 19th century belt contains a high percentage of valuable houses demanding a special approach to keep their authenticity while striving for CO2N Due to the crisis the city has to spend her revenues more efficiently (more with less) A city doesn’t have all levers in hand, so cooperation between sectors, lower and higher authorities is essential, but very complex when roles aren’t clear

Benadering The Climate Alliance and started two parallel tracks: “thinking” and “doing”. ‘Thinking’ means building instruments that shape policy and objectify issues and measures: CO2-baseline measurement (2007) and CO2 monitoring every 2 years mapping all incoming and outgoing energy-flows in Ghent the renewable energy-scan shows the potential of renewable energy (solar energy, wind energy, soil energy, biomass, hydropower) abatement cost curve (ACC) giving an indication of the cost-benefit of all climate neutrality measures, linking short term measures to mid and long term measures for coherent policy, prioritizing the measures according the 4P’s (people, planet, profit, participation/policy): see separate info sheet 7 Energy maps layer out in GIS where in these measures should be implemented and which location need prior attention: see separate info sheet 8. ‘Doing’ means creating support for climate and initiating actions with stakeholders through transition management, although the transition paths aren’t clear yet (as long input of the instruments is missing): The transition arenas are a platform for Ghent frontrunners from all fields who can help to create the Ghent climate neutral vision, how to reach it and what should be the ‘actions of tomorrow’. These actions are the basis for climate working groups that aim to make the ‘actions of tomorrow’, fitting in a long term perspective, concrete. Business cases are initiated to trigger stakeholders. All climate working groups come together in the climate forum, a public event where all knowledge and experiences are exchanged. The Climate Alliance is supported by comprehensive communication, actions and subsidies (see separate info sheet 3). The local authority is a facilitator, a coordinator, and not the owner of the Climate Alliance.

Resultaten For ‘thinking’ and instruments see the info sheets 7, 8, 9 and 10. For ‘Doing’: Communication: Website: The Climate Alliance website is online since 5 January 2011; it is a platform for knowledge exchange, to bundle what is happening on climate in the city initiated by citizens/businesses and has a tool for citizens to calculate their own climate impact; citizens and businesses can sign a charter and become a partner of the Climate Alliance. Social media: e.g. there is a Climate Alliance facebook page: www.facebook.com/gentsklimaatverbond with relevant links and messages.

Page 109: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

109

Transition magazine: Every member of the transition arena has its own magazine where his or her ideas are put forward. This is a personalized instrument to help to find people for the climate working groups. Climate stage: The city organized two climate stages where people could spread their ideas and suggestions. Different communication tools were used like ‘vouwkiezer’, City Magazine, movie on people taking action for Climate, … Transition arenas and climate working groups: The first arena started in 2011 and assembled 6 times. It triggered two other arenas:

one on mobility (started mid 2012) and one within the University of Ghent for a more sustainable and long term university policy on research, education, own buildings and the student life (38.000 students and 7.100 staff)

and several climate working groups: ‘Green Track’: 23 cultural organizations go through a similar pathway of analyzing there footprint, making energy action plans, learning from each other and stimulating their visitors (>100.000) towards sustainable transportation. ‘Ghent sustainable supplied’ about local farming ‘Consumer pushed demand’: organizing a carrot mob ‘Valorisation sewage water and organic waste’ about gaining energy and nutrients from waste from households ‘Energy efficiency in SMEs’ focussing on structural anchoring energy in SME policy. …

The city acknowledges the role of youngsters in this whole process – they are the city’s future- and has therefore created the programme ‘Transition in the classroom’ for both primary and secondary education. The ‘Children’s climate council’ gives children a platform; they can tell how they see the future and what they want to do to save the climate. These ideas are then presented during the Children’s Climate Council in the City Hall, in presence of the city leaders.

‘Your city in 2050’ is a four year interactive project for students in secondary education. By 2014 the city wants to have ‘serious urban game’ to make them aware of the climate changes and its consequences.There is a facebook page for children to share their ideas and projects: https://www.facebook.com/FutureIngGent2050

In the new city development project St-Amandsberg a new kind of transition project will be launched within the district: see separate info sheet 10 Sensitization campaigns: The thermo photo shows all the heat loss through the roofs of houses and buildings and can be found on the website www.klimaatverbond.be . See extra info sheet 4. Group purchases for roof insulation. See extra info sheet 4. Stimulating long term thinking and support for climate actions by a movie ‘Emma from Ghent, anno 2050’: http://www.gentsklimaatverbond.be/stad-gent/film-

Page 110: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

110

emma-uit-gent-anno-2050-voorgesteld Promoting the group purchase of green electricity from a higher authority While encouraging the demand for more sustainable living, also stimulating the offer of sustainable building (see separate info sheet 2)

Guidance: The energy agency REGent vzw: see separate info sheet 2 and 5.

Subsidies: see separate info sheet 3. Showing the example on City property and own buildings.

Middelen The total budget of the Climate Alliance is 450.000€. The budget for subsidies, incentives, investments and for staff are not included. Ghent transforms participation and activating stakeholders through business cases towards regular tasks for its employees. Innovative approached such as the first transition arena and energy maps are supported by the EU: MUSIC (mitigation in urban areas: solutions for innovative cities – interreg VIb NEW) Building advice, guidance of the socially weak and working on the offer side of sustainable building is financed by EFRO (‘Duurzame Vraag? Dito aanbod! see separate info sheet 2)

Doelgroep All Ghent sectors EU betrokkenheid See nr. 10.: MUSIC and EFRO Aanvullende punten This info sheet is filled in from the point of view: energy efficiency in existing

buildings. The Climate Alliances contains more. Some actions have an indirect effect on existing houses but aren’t mentioned here.

Organisatie Service of Environment – City of Ghent Contactpersoon Cathy De Bruyne Telefoon +32 (0)9 268 23 40 E-mail [email protected]

Website www.gentsklimaatverbond.be http://www.gentsklimaatverbond.be/stad-gent/film-emma-uit-gent-anno-2050-voorgesteld https://www.facebook.com/FutureIngGent2050 http://www.vzwregent.be/

Titel Financial support

Project start datum Depends on kind of subsidy

Project eind datum Depends on kind of subsidy

Stad Ghent

Introductie To stimulate households towards more qualitative and sustainable living Ghent has several subsidies. Next to subsidies for structural measures Ghent stimulates citizen

Page 111: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

111

initiatives regarding climate.

Samenvatting The guiding principles are stimulating action and structural investments. Ghent puts focus on energy efficiency (EE) first and then on renewable energy sources (RES) according the trias energetica. RES are already strongly stimulated financially on Flemish level. All sensitisation and subsidies follows this approach.

Ghent also works on lowering the pre-financing of subsidized measures.

Ghent clusters all possible subsidies for living, building and retrofit (inclusive from other authorities or organization) in one magazine ‘Woonpremies Gent’, to lower the threshold towards financial support. The subsidies go from guidance to structural measures. REGent (see separate info sheet 2) needs to guide people for using the subsidies in the right way and to fill in all administration correctly. Citizen initiatives to launch actions regarding climate are also supported.

Probleem • Ghent citizens need stimulation in order to encourage them to act in time regarding energy. Financial stimulations seem most effective to speed up action.

• People don’t see subsidies in the more global context. Guidance is needed to prioritize action according the need and not according the offered subsidies.

• Pre-financing of subsidized measures is often a problem Benadering Overview of the subsidies for structural measures:

Ghent offers citizens, associations and schools:

• 3 hours building advice (50€/u) • general subsidies for roof insulation (2€/m²), airtight lodging (8€/m²) • subsidies for efficient heating systems, electricity and moisture (500€) • REGent offers citizens extra subsidy for social target groups:

o small energy works (max.400€, for insulation 500€)) o windows (max.600€) o renovation of roofs (max.1.000€)

Guidance:

Because people are often confused by the subsidies from different authorities, the subsidy guide ‘Woonpremies Gent’ was made. If needed REGent guides citizens to understand better for which subsidies they can apply or not.

REGent also guides people in making the right choices. Some are too much guided by the possible subsidies then by the prior need in their home.

Ghent stimulates one subsidy extra by organizing group purchases such as for roof insulation. REGent also offers guidance and quality control for these group purchases.

Pre-financing

Ghent works on lowering the pre-financing of subsidized measures. In the city

Page 112: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

112

retrofit project ‘Ledeberg Leeft’ (see info sheet 5) the subsidies can be applied in several phases. The retrofit subsidies become partially available per phase and not when the complete retrofit is done.

Bottom up initiatives

Citizen initiatives to launch actions regarding climate are supported. The City offers max.1.500€/project.

Ghent also helps organizations to find subsidies for their project and is willing to support applications for subsidies of organizations in Ghent (help in writing, partnership or letter of intent).

Resultaten Subsidies: • free building and renovation advise per household:350/year • subsidies for roof insulation and airtight lodging (>1.040/y) • subsidies for efficient heating systems, electricity and moisture: in 2011 SVP

2011 the city received 465 application from owner occupant and 37 from owner landlord

• for Lederberg (see info sheet 5) • extra subsidy from REGent vzw for social targetgroups: 30/y • subsidies for sustainable projects regarding climate: 15/y

Middelen Most of these measures were financed by the City of Ghent. Free building advice and parts of the Ledeberg Leeft project are supported by EFRO and National authority.

Doelgroep All inhabitants of Ghent with special actions for the deprived households

EU betrokkenheid EFRO support for some parts of Ledeberg Leeft

Aanvullende punten

Organisatie City of Ghent

Contactpersoon Karla Schimmel

Telefoon +32 (0)9 268 23 25

E-mail [email protected]

Website http://www.gent.be/docs/Departement%20bevolking%20en%20Welzijn/Dienst%20Huisvesting/Premieboekje.pdf www.ledebergleeft.be www.vzwregent.be

Page 113: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

113

Titel Thermo photo

Project start datum 2010

Project eind datum 2011

Stad Ghent

Introductie In 2007 Ghent was looking for a tool to stimulate people to insulate their roofs. Several cities had already taken a thermo photo (infrared) of their city but in the beginning this technique was rather expensive. After a couple of years the technique evolved and became less expensive and therefor feasible for our city.

Samenvatting Making a thermo photo is one thing, making it stimulate people towards action is another. It is important to accompany the photo with good communication, assistance for interpretation, subsidies and practical guidance. Citizens, organisations or any owner of a building can consult this photo on the website to check the status of their roofs. They can ask the City for advice on how to tackle this loss. The City has organised free workshops and information evenings on sustainable roof insulation and gives citizens the opportunity of buying roof insulation in group. The city also offers subsidies to give insulation an extra push

Probleem Ghent had many poor insulated roofs. Ghent had to create a catch-up.

Benadering The thermo photo is a part of all actions within the Climate Alliance and so a budget was reserved for this. During 2 days a small airplane flew over Ghent to make the thermal infrared photo. This event was announced broadly in the city and inhabitants were asked to measure the temperature outside their dwelling and under the roof on those days. 650 citizens participated and mailed the results of the measurements. These were used as benchmarks for the photo. Newsletters from the Climate Alliance informed the people how the photo was progressing.

Once launched the Service of Environment and REGent guides the citizens to make a good interpretation of the photo, to guide them towards subsidies and group purchases for roof insolation.

One surrounding village joined (Destelbergen).

Resultaten One week after launch 30.000 visitors had consulted the website. After 2 months 45.000 unique visitors had consulted the website. Currently 50 citizens per day consult the site.

The guidance is absolutely essential. The photo is easily misunderstood. The group purchases for roof insolation were valuable. For the first try out 450 households participated the process and 100 household insulated via this system. The others preferred only to be better informed through the several information evenings. A second group purchase has been organized but is not finished yet. 600 citizens were present over 6 information evenings.

Middelen The group purchase is supported by EFRO. The photo is budgeted on regular means

Page 114: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

114

of the City.

Doelgroep Everybody with a building in Ghent

EU betrokkenheid The group purchase for roof insulation is supported by EFRO.

Aanvullende punten

Organisatie Service of Environment of Ghent

Contactpersoon Indra Van Sande

Telefoon +32 (0)9 268 23 34

E-mail [email protected]

Website http://warmtefoto.gent.be/

Titel Ledeberg Leeft Project start datum 2008 Project eind datum unknown Stad Ghent Introductie In the spatial structure plan for Ghent, a number of urban renewal projects, are

included like ' Ledeberg alive’. Ledeberg is a neighborhood in Ghent, very densely populated with a high concentration of vulnerable and disadvantaged inhabitants. Ledeberg is part of the so-called 19th century belt: small municipalities around Ghent where formerly many industry was located. From the 1970s, the city was faced with a urban flight to the outside edge where new housing estates arose. These movements have led to an impoverished belt around the centre, like Ledeberg. The urban renewal project Ledeberg alive add new value to the old, densely-concentrated neighborhood Ledeberg.

Samenvatting This city renovation project is based on an urban pillar, a socio-cultural pillar and a socio-economic pillar. These 3 are constantly interwoven. The city want to improve the quality of life on six domains: more and more beautiful green higher living quality safer and smoother traffic new accesses more and more active service more space for social contact

Probleem People from many origins Fuel poverty Low living quality Poor energy performance of the dwellings Many elderly people Very dense

Benadering The Ghent approach makes a combination of: Keeping at all time the 4 P’s in mind (people, planet, profit, policy) Linking residential care with energy efficient living

Page 115: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

115

Focus on structural measures Cooperation between all levels involved, especially between different services, REGent (Ghent Energy Agency), OCMW (Social Care) en Samenlevingsopbouw (Social organization). Support of a coherent set of tools: guidance, communication, sensitization, subsidies, … Stimulating participation This approach resulted in a good working project with effective results. The master plan contains several projects: To increase the quality of living the city development organization AG SOB bought difficult located houses on corners of streets and builds there qualitative low energy houses New social flats for older people are build Improvement of living quality by creating a central information point ‘Woonzorg Ledeberg’, by guiding the households by (energy) and housing experts and supporting them with subsidies Involvement of a third party constructor ‘Domus Mundi’ (financed by the City) for financially weak households, they support deprived households by the practical things and the administration of the renovation. New main road and renovation of district centre, new entrance of the district Test project ‘Woonzorgzone’ OCMW to offer services to elderly in order to let them live qualitative as long as possible in their own house Subsidies

Payments per realized cluster of measures (not after all work is done): faster payments stimulated further measures. Upgrade subsidies for owner occupant Upgrade subsidies for owner landlord

Guidance by vzw REGent (city energy agency)

Resultaten 8 corner houses are in development 20 flats for older people are under construction 750 houses are screened on quality of life and energy 1.400 applications for subsidies of which 250 for roofs, 250 for windows, 170 for heating, and 100 for all kinds of insulation. Woonzorgzone has started up

Middelen EFRO, Flemish government and the City of Ghent

Doelgroep All inhabitants of Ledeberg Especially weak households (owner occupant and owner landlord), older people and foreigners

EU betrokkenheid For the public building ‘Welzijnsknoop’ Ghent receives EFRO support. Aanvullende punten No Organisatie Vzw Domus Mundi

Vzw REGent OCMW Samenlevingsopbouw

Contactpersoon Anne Baudewijn

Page 116: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

116

Telefoon +32 (0)9 266 76 84 E-mail [email protected] Website www.ledebergleeft.be

Bijlagen Rules of urban improvement subsidy Rules of subsidy Ledeberg Leeft Living in small houses: http://www.gent.be/eCache/THE/4/140.cmVjPTE3Mjc4OA.html

Titel MUSIC (mitigation in urban areas: solutions for innovative cities) Project start datum 10/2010 Project eind datum 6/2014 Stad Ghent, Aberdeen, Montreuil, Ludwigsburg, Rotterdam Introductie By 2050, the City of Ghent aims to be climate-neutral. To reach this ambitious goal it

follows a two-track policy: pro-active transition management and instruments to support policy decisions. Four other cities – Aberdeen, Montreuil, Ludwigsburg, Rotterdam – teamed up with Ghent in the MUSIC project. Supported by research institutes (DRIFT and Henry Tudor Institute), the MUSIC cities aim to halve CO2 emissions by 2030. In MUSIC, all cities go through a transition process, making CO2 reduction an integral part of urban planning. The MUSIC cities use the DRIFT transition management method which involves stakeholders (businesses, government, research institutes, citizens) and results in a local sustainability vision and action plan.

Samenvatting MUSIC is about transition management, energy mapping and being an example as local authority. The MUSIC target is ambitious (-50% in 2025) and a local authority hasn’t got a levers to make this ambition concrete. Ghent has therefore chosen for a participatory process: combining top down and bottom up, supporting decisions with surveys and energy maps, combining the objective conclusions from surveys with the more subjective desires of the stakeholders, finding together new ‘actions of tomorrow’ that fit in a long term perspective of independence of fossil fuel, and making these actions concrete. Next to the bottom up approach MUSIC develops energy mapping in GIS to support city policy. This more objective approach has to be combined with the more subjective transition management result to obtain a supported energy action plan.

Probleem Increasing energy prices destabilize the city. Fuel poverty is significantly increasing. The minds are shifting very slowly and in times of threatening recession the long term perspective is missing.

It is difficult to gain collaboration on a high scale for sustainable issues. The city centre and 19th century belt contains a high percentage of valuable houses demanding a special approach to keep their authenticity while striving for CO2N Due to the crisis the city has to spend her revenues more efficiently (more with less) A city doesn’t have all levers in hand, so cooperation between sectors, low and high authorities is essential, but very complex when roles aren’t clear

Benadering Transition management: Ghent started transition arenas with a balanced mixture of participants. These arenas start small and grow slowly through the networks of all participants. The arenas analyse the past and present, create a vision for the future and define

Page 117: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

117

several possible transition paths. Tipping points, milestones, actions and indicators are defined and used as bases for Climate Workgroups. Several Climate Workgroups are working on tipping points or “actions for tomorrow” defined by the arenas. These Workgroups bring together all necessary stakeholders for chosen business cases. The Climate Forum is a public event bringing all Climate Workgroups together in order to learn from each other, but also to inspire and activate visiting stakeholders. Many joined the climate working groups to work out “actions of tomorrow” into concrete business cases. For energy maps: Ghent developed (as mentioned in info sheet 1) several instruments. All instruments (CO2 monitoring, renewable energy scan and abatement cost curve) are integrated in energy maps. For more information see info sheet 7 and 8.

Resultaten For transition management: The arena formulated 4 pillars of the Ghent in 2050 and transition paths towards it with several actions of tomorrow. The 4 pillars are: “Creating added value locally within an international framework”, “Ghent, good to live in”, “Intelligent cycles”, “Ghent citizens feel at home in the city”. The paper was presented to all political parties of Ghent before the election. Three of them used this document to inspire there political program. Several climate working groups (CWG) started:

CWG ‘Green Track’: 23 cultural organizations go through a similar pathway of analyzing there footprint, making energy action plans, learning from each other and stimulating their visitors (>100.000) towards sustainable transportation. CWG ‘Ghent sustainable supplied’ about local farming CWG ‘Consumer pushed demand’: organizing a carrot mob CWG ‘Valorisation sewage water and organic waste’ is about gaining energy and nutrients from waste from households. This started with existing dwellings. This group focused on the feasibility of energy from waste water and organic waste. But the business case for existing districts was not feasible yet. So implementation of this system will stimulated into the city development projects like the Gas Site and Old Docks to obtain support for the system. CWG ‘Energy efficiency in SMEs’ focussing on structural anchoring energy in SME policy.

The first arena triggered also two other arenas: one on mobility and and one within the University of Ghent for a more sustainable and long term university policy on research, education, own buildings and the student life (38.000 students and 7.100 staff) Ghent is trying to create one about sustainable living. Negotiations are still running. For energy maps: See info sheet 8

Middelen This project is for 50% funded by the EU. The co-financing is done by the City of Ghent. The feasibility survey for the abatement cost curve and the renewable energy scan

Page 118: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

118

were included in MUSIC. Doelgroep All kind of stakeholders (businesses, care, offices, households)

Everybody who can initiate transition Knowledge centres like UGent for energy maps Ghent City Council

EU betrokkenheid MUSIC is supported by Interreg IVb NWE for initiating transition management, GIS energy maps and demonstration projects.

Aanvullende punten The MUSIC approach is very innovative and is initiating the policy making of the future where a local authority will have a far more facilitating role.

Organisatie DRIFT (Dutch Research Institute for Transition) Henry Tudor Institute Luxemburg Lead partner MUSIC: City of Rotterdam

Contactpersoon For Ghent MUSIC contact Point: Mieke Van Loo and Indra Van Sande Telefoon Mieke Van Loo: 00 32 9 266 84 08

Indra Van Sande: 00 32 9 268 23 34 E-mail [email protected]

[email protected] Website www.themusicproject.eu Bijlagen A presentation of the Ghent approach in Dutch

A publication of the abatement cost curve (one of the pilars of the energy maps) will be available as from December 2012 Transition magazines: http://www.gentsklimaatverbond.be/stad-gent/wat-zeggen-de-gentse-klimaathelden-over-2050

Titel Abatement cost curve Project start datum 2010 Project eind datum 2012 Stad Ghent Introductie Ghent wants to have a clear view on all measure bringing the city towards climate

neutrality. The European Union strives for a reduction of CO2 with 80% in 2050. Is this feasible for Ghent? Who has a which role in which action? What scenarios are there? And so on.

Samenvatting In 2010 Ghent started to investigated if enough data is available to make an abatement cost curve (ACC). The survey made clear that quite some data was missing but that an abatement cost curve light (ACCL) was possible. In 2012 Ghent started to make an ACCL and pathways towards more qualitative data were formulated. Gent has chosen the timeline 2050 because the long term perspective is essential. Every action of tomorrow has to fit in it. Ghent also want to be able to anticipate better on big investments or innovation. Ghent will detail the measure more till 2030 (3 legislations) and will build the pathway from 2030 till 2050 on expert opinion. An abatement cost curve lines up all measures according €/reduced tons CO2. But Ghent doesn’t only look at this financially. All 4 P’s (peoples planet, profit and policy)

Page 119: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

119

have to be involved to translate this abatement cost curve towards a supported energy action plan.

Probleem Lack of knowledge which possible measures can lead towards climate neutrality All action have to fit in a long term perspective aligning short, mid and long term measures without internal conflict Where will innovation be essential? Which are the investments that occur every 15 years or more in order to be ready with alternatives if needed …

Benadering The abatement cost curve will be made by VITO (consultancy). Based on the CO2 emissions 2009 and the specific Ghent data (e.g. typology and age of houses, potential of renewable energy scan, aso.) all measures are listed to bring Ghent towards CO2N. Every measure is in detail describe in an info sheet (impact on CO2 and energy efficiency, cost, cost effectiveness, optimal implementation period, effect on other environmental criteria, social impact,…). Then a multi criteria analysis will be made. Stakeholders will be involved to reflect on the proposed approach, measures and guiding principles for scenarios (this is foreseen in September and November 2012). VITO will detail the next three legislation based on the ACCL. From 2030 till 2050 the measures will be prioritize by expert opinion. The ACCL forms the bases of the Ghent energy action plan 2013-2050. Ghent is preparing the communication of the ACCL to link this instrument with transition management. The communication will focus on activating stakeholders to join the Climate Alliance.

Resultaten The project is still running. Stakeholders are nevertheless already interested to participate.

Middelen The feasibility survey for the ACC was 50% financed by the EU: see information sheet 6 (MUSIC). The co-financing and the ACCL is financed by the City of Ghent.

Doelgroep Stakeholders Policy makers

EU betrokkenheid Yes, see information sheet 6 (MUSIC) Aanvullende punten Organisatie Service of Environment of Ghent Contactpersoon Indra Van Sande Telefoon +32 (0)9 268 23 34 E-mail [email protected]

Website Bijlagen As from December 2012 the ACCL will be public and the communication will be

available on the website: www.gentsklimaatverbond.be

Titel Energy maps Project start datum 2011 Project eind datum 2013 for MUSIC – unlimited for the City of Ghent

Page 120: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

120

Stad Ghent Introductie When you know all measures you need to take to make the city climate neutral, and

one of the measures is to tackle 2.500 dwelling a year, the first question that pops up is: where? Energy maps help to prioritize geographical of the measures from the abatement cost curve, to cease opportunity and urgency.

Samenvatting With the energy maps Ghent wants to develop an instrument that helps the City to prioritize measures geographically in the city and to link measures to opportunities or urgent needs.

Probleem See introduction

Benadering In GIS, data layers combine energy demand, energy efficiency potential and the potential of renewable energy to get a better view on what can be solved on plot level and what can’t. The energy demand that can’t be supplied on plot level needs to be filled in on street, district or higher level. This indicates clearly the role of the actors. The targets for the building owner are sharp. The City of Ghent knows then what the city has to stimulate among her inhabitants and users, but also where will district heating be essential or other measures because owners are too limited on their own plot. Within the EU project MUSIC Henry Tudor Institute is working together with the cities to link GIS data with energy modeling systems (ETEM) and with geographical opportunities and priorities.

Resultaten The method is still in development and interim results will be shown at the Midterm Event of MUISC on November the 19th 2012 in Ghent.

Middelen MUSIC is supported by Interreg IVb NWE for GIS energy maps. Doelgroep Policy

Stakeholders EU betrokkenheid MUSIC is supported by Interreg IVb NWE for GIS energy maps. Aanvullende punten Organisatie Service of Environment of Ghent

Henry Tudor Institute Luxemburg Contactpersoon Ghent: Indra Van Sande Indra

HTI: Ulrich Leopold Telefoon Ghent: 00 32 9 268 23 34

HTI: 00 35 2 425 991 4618 E-mail [email protected]

[email protected])

Website www.themusicproject.eu

Page 121: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

121

Titel Climate maps and the analysis of the effect of urban heat islands for Ghent Project start datum 13/07/2012 Project eind datum Survey 13/3/2013 – no limit Stad Ghent Introductie The City of Ghent is aware that increasing temperature due to climate change can

have a negative effect on the city by the formation of heat islands. Heat waves are now already bad for babies and elderly people. To avoid increasing health problems within these categories and increasing energy consumption due to air conditioning, Ghent wants to map out the current and potential future heat island problem in Ghent.

Samenvatting Ghent started a survey to map out the current heat islands and to predict the evolution in the future if air temperature increases.

Probleem The structure (dens, narrow streets) and materials (asphalt and concrete, much less green) of the urban environment keep the heat firmly, making it especially in the evenings warmer in the city than in the surrounding countryside. Also in the city, there occur differences between, for example, city parks and the historic center. Research shows that this temperature difference between the city and the countryside still increases during heat waves. That this effect will become increasingly important over the coming decades according the latest climate predictions. We expect increase in frequency, duration and intensity of extreme events such as heat waves.

Benadering VITO conducts a measuring campaign during the summer 2012. These measurements will be complemented with model calculations and will infrared satellite images. They will map out the findings and the severity of the effect in and around Ghent. That way the city will be able to form a detailed picture of the vulnerability for heat stress in the different neighborhoods of Ghent. The project will also seek the future evolution of the heat-island effect in relation to climate change. An important contribution in the project of the Ghent University will consist of examining ways to remediate existing problem locations and avoid new heat islands.

Resultaten The final results of the project are expected early 2013, but the first results are already there. On the occasion of the mini-heat wave at the end of August 2012 mobile measurements were done in and around Ghent on the 18th, the second warmest night ever since the beginning of the temperature measurement. The figures below show the result of the mobile measurements between 22 hours and 23 o'clock at night. It is clear to see that the city of Ghent 3 degrees warmer and that open space along the water (e.g. on the Watersportbaan) has a cooling effect.

Page 122: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

122

Middelen The survey is budgeted by Ghent. The staff I partially supported by the EU in the

MUSIC project (see info sheet 6). Doelgroep All inhabitants and users of the city, especially the infants and elderly. EU betrokkenheid The staff I partially supported by the EU in the MUSIC project (see info sheet 6). Aanvullende punten Organisatie Service of Environment of Ghent Contactpersoon Maaike Breugelmans Telefoon +32 9 268 23 29 E-mail [email protected]

Website Mid 2013 the results of the survey will be made public on the website of the Climate Alliance.

Extra info Final report available mid 2013

Page 123: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

123

Titel STEP-UP - Strategies Towards Energy Performance and Urban Planning Project start datum 10/2012 Project eind datum 2014 Stad Ghent, Glasgow, Gothenburg, Riga Introductie Although many cities across Europe have committed themselves to the Covenant of

Mayors and have submitted Strategic Energy Action Plans (SEAPs) - translating these actions into results has been more challenging. To be effective SEAPs need to bring together actions on energy efficiency / energy use reduction, renewables and carbon emissions – as well as addressing economic viability, engaging citizens, businesses and politicians, and initiating pilots. Currently there is no standard way of developing SEAPs and few good “approaches” for ambitious cities to follow. Some of the challenges faced by cities in the development and execution of their SEAPs include: dealing with uncertainty and the evolving nature of cities, stakeholder buy-in and engagement, financing and investment, risk management, and prioritization of energy actions based on cost and energy and climate impact in the cities. Also: how do you keep the link with integrate sustainability while working on energy? This is what STEP-UP wants to tackle. Partners: University of Strathclyde, Glasgow, Scottish Power, Gothenburg, ÄlvstrandenUtveckling AB, SP Sweden, Riga, Riga Technical University, Swedbank, Ghent, Vito and Eandis.

Samenvatting STEP-UP wants to lift the local SEAP on a higher level and create more support for implementation by focussing on co-creation with local stakeholders and politicians. STEP-UP zooms in on priority business cases in the SEAP to select pilots. Each partner city will prepare the practical outrole and market uptake of 1 or 2 pilots. Ghent has already selected 1 of its pilots: the district renovation project St-Amandsberg. This concrete project will deliver bottom up input to make the SEAP more tailor made and realistic. Ghent will make the link between the energy and integrated sustainability. The STEP-UP approach will be fed and tested on its opportunities for reproduction by buddy cities.

Probleem There is no standard way of developing SEAPs It is unclear how to bring the SEAP to concrete results There are challenges like dealing with uncertainty and the evolving nature of cities How to create support and stimulate stakeholder buy-in and engagement How can an SEAP lead toward concrete financing and investment, risk management, and prioritization of energy actions based on cost and energy and climate impact in the cities. The need to draw in major private investment, at a time of recession, to deliver ambitious large scale low carbon energy projects How do you keep the link with integrate sustainability while working on energy? Rising energy prices – leading to increased fuel poverty and increased business costs

Benadering STEP-UP addresses these challenges by: Creating an energy planning approach for developing and enhancing strategic energy plans Demonstrating this approach works to deliver faster and greater positive

Page 124: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

124

environmental and economic impacts Disseminating and replicating this approach through a learning network to other ambitious cities across Europe Showcasing best practice innovative cross-sector energy solutions and projects Developing a “framework” for integrated project development and bringing several high level innovation pilots projects to the edge of application. Addressing economics, financing and stakeholder engagement to facilitate rapid deployment and replication Ghent will improve its SEAP for the whole city and feed this SEAP with the bottom up input from the city redevelopment project St-Amandsberg. Taking into account obstacle experienced on the field, the SEAP will be more realistic and have more support. Ghent will deliver a measuring tool for integrated sustainability for existing districts linking all 4 P’s.

Resultaten This project starts in October 2012.

Middelen STEP-UP is supported by FP7 Smart Cities 2012. Doelgroep All Ghent stakeholders especially investors in innovation.

Inhabitants of St-Amandsberg especially the socially weak. University of Ghent: they will link task for students with STEP-UP.

EU betrokkenheid STEP-UP is supported by FP7 Smart Cities 2012. Aanvullende punten Organisatie Service of Environment of Ghent

Leadpartner: University of Strathclyde Glasgow Flemish partners: VITO, Eandis

Contactpersoon Indra Van Sande (Ghent) Leadpartner: Richard Bellingham Flemish partners: Hilde Verachtert (Vito) and Kirsten Loncke (Eandis)

Telefoon Indra Van Sande: 00 32 9 268 23 34 Leadpartner: 07980 747 624

E-mail [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

Website http://www.stepupsmartcities.eu/

Page 125: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

125

België – Luik

Intitulé « Liège-Energie » NPO (NonProfit Organization)

Date de lancement du projet

July 2011

Date de fin de projet Indefinite

Ville Liège - Belgium

Introduction «Liège-Energie » NPO was created to become the Local Energy Agency of the City of Liège. As one of the priority actions of the city development project, its goal is to improve energy efficiency in the housing sector by all means, according to Covenant of Mayors objectives at 2020 skyline.

Résumé In 2006, the Belgian federal government created the “Federal Fund for global Energy Costs Reduction”. This fund aimed to develop some structural approach at municipal level to reduce preventively the energy dependence of households, with a special focus on energy poverty.

The City of Liège decided to set up a new operational local structure under the status of an NPO. Founding members are the municipality of Liège, the Public Office for Social Action, the Social Housing Agency and the two Public Housing Companies.

One of the arrows is the two millions euros yearly endowment from the federal fund to feed a 0% credit program for energy saving investments in housing. Some others are different budgets allocated for information, awareness and advising activities.

Problème The main issue relates to the increasing of energy costs and its social impacts. In the City of Liège, which is more than millennial, the mean housing energy efficiency is very low, especially for older and precarious neighbourhoods. As often in main cities, Liège tends to concentrate a large part of jobs but also a large part of unemployed people and of social aid demanders. Unhappily, these families usually live in the lowest quality housings, with the highest energy bills. Furthermore, they are generally not owners and owners are not generally hurry to invest in energy efficiency of rental houses or apartments. Even for middle-class families, energy costs have trend to become heavier and heavier in the monthly budget and it’s not so easy for them to gather the money to invest in works for energy efficiency.

For our two public housing companies, buildings are coming out from a situation of deep underinvestment and their investment program for refurbishment is not sufficient to achieve a lot of technical upgrade towards energy saving.

Résultats Les « enseignements tirés » sont d'un grand intérêt ici It’s a too new experience! But it seems to work in a good way.

Moyens o Offer to everybody a credit opportunity of maximum 10.000 € at 0% bank rate and refundable within 5 years;

Page 126: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

126

o For precarious categories, setting up of a “social energy approach” including a financial, technical and behavioural audit, the investment priorities determination and, for the hardest, an ESCO management of the whole technical project and a social support for families during the time of the credit.

Groupe cible The whole population of the city, but we can classify it in three categories : o middle-class workers; o unemployed and social help beneficiaries; o public housing renters.

Implication de l'Union européenne

Points à ajouter

Organisation « Liège-Energy » NPO, City Hall, Market Place, 2 B-4000 LIEGE

Contact Mr Claude EMONTS, President Mr Gün GEDIK, Manager

Téléphone +32 (4) 221.56.40

E-mail [email protected]

Site Internet http://www.liege.be/environnement/liege-energie-asbl

Page 127: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

127

België – Moeskroen

Intitulé Cahier des Performances Environnementales

Date de lancement du projet

Ecriture dès 2005. Publication des fiches en juin 2007

Date de fin de projet En constante évolution

Ville MOUSCRON

Introduction La ville de Mouscron, en collaboration avec la Région Wallonne a intitié, dans le cadre du Phasing Out/Objectif 1, un projet de lotissement durable. Ce lotissement nommé « Elea, la nature, ma maison » est conçu dans le respect de l’environnement et des principes du développement durable. L’objectif est de démontrer la faisabilité d’un tel projet en Wallonie tant pour la conception que pour la réalisation. Le cahier des performances est le reflet des exigences et performances choisies par le maître d’ouvrage pour ce lotissement durable exemplaire. Il est de ce fait avant tout adapté à la construction résidentielle individuelle ou groupée, mais peut également servir de référence pour la conception de bâtiment du petit tertiaire. Afin de susciter l’intérêt et de permettre la reproductibilité d’un tel projet, cet outil d’accompagnement à l’attention des concepteurs architectes ou bureaux d’études, entreprises, maîtres d’ouvrage, gestionnaires et usagers fait l’inventaire des objectifs et moyens pour atteindre le « standard Elea » soit Basse consommation.

Résumé Ce cahier des performances, réalisé par le bureau d’étude écoRce en collaboration avec le bureau « FHW architectes », est un essai de définition pragmatique d’évaluation globale d’un projet sur base des concepts de développement durable avec une prédominance pour les aspects liés à l’environnement. Le contenu de ce manuel est élaboré dans le respect des règlementations, analyses et sonnées en vigueur en Région wallonne, en Belgique ou en Europe (version de juin 2007). Les méthodes proposées sont non exhaustives, non normatives et de sources multiples. De plus, elles sont appelées à évoluer, suivant les progrès constants dans le domaine de la construction durable. Les ouvrages et logiciels de calculs proposés ne constituent pas non plus une liste exhaustive de tout ce qui existe. Seules leurs pertinences pour approcher les aspects développés dans ce cahier et la connaissance de leur existence justifient leur citation. Inspirées plus particulièrement du « Total Quality » (Total Quality Plannung und Bewertun, Österreichisches ökologie Institut und Kanzlei Dr. Bruck), les performances préconisées dans ce cahier pourront garder leur pertinence à plus long terme.

En effet, la méthodologie « Total Quality », issue de l’observation de multiples démarches européennes, semble être admise par la plupart des spécialistes internationaux et pourrait, à terme, devenir une méthode d’analyse préconisée par l’Union Européenne.

Page 128: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

128

Problème Il s’agissait des critères de construction durable… extensibles à la rénovation. La question était de pouvoir se référer à un document pour suivre l’évolution de la genèse à sa réalisation d’un projet de construction en fonction des critères du développement durable. Le sujet de l’énergie en était une pierre angulaire.

Approche Via l’édition d’un guide Voir : http://www.lanaturemamaison.be/fr/asbl-elea.php5?rub=r3

Résultats Ce guide est une bonne base de travail mais il n’est pas suffisamment pratique… développer, par exemple, une application de type smartphone serait un plus…

Moyens

Groupe cible Essentiellement les professionnels de la construction et les personnes souhaitant « éco-construire »

Implication de l'Union européenne

Ce projet a été financé par l’Union via le programme Phasing Out Objectif 1 et sa diffusion a été financée par INTERREG III B

Points à ajouter Aimeriez-vous exposer d'autres points qui n'ont pas encore été soulevés ?

Organisation Le Pole Elea ou le Service Environnement de la Ville de Mouscron

Contact Magali VIANE - +32 (0)56/84.51.77 & [email protected] David LEROY - +32 (0)56/860.154 & [email protected]

E-mail [email protected] , [email protected]

Site Internet http://www.lanaturemamaison.be/fr/asbl-elea.php5?rub=r3

Page 129: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

129

België – Oostende

Titel New financing product: guarantee on savings

Project start datum 2011

Project eind datum 2012

Stad Ostend via EOS (see www.frge.be for a list of all cities involved)

Samenvatting Energy friendly investment will be made by EOS and will only be paid back with cash gains on the energy bill.

Benadering Project for only 5 lower income families. It will be further elaborated once the model has been tested. EOS guarantees via a contract that the payback time of an investment in roof insulation will be 5 years. If the real payback time is longer, EOS pays the difference to the families. Subsidies for roof insulation are paid back in Belgium after 3-16 months. Furthermore the cash gains earned via the investment in roof insulation are often only visible after 1 year (when receiving the yearly energy bill) EOS makes sure that the cash impact on their budget for every month is zero or positive during these 5 years. After this test period (with 5 families) EOS will slightly change the guarantee in such a way that the impact on the budget of EOS will be break even as well (cost of personnel not taken into account, but subsidies for green investments are via this model not necessary any more and can be replaced by subsidies to pay the cost of personnel)

Resultaten 4 lower income families have been selected. The guarantee has been approved by our board.

Middelen City of Ostend Koning Boudewijnstichting National Lottery

Doelgroep Only the families with a lower income.

EU betrokkenheid none

Organisatie EOS

Contactpersoon Bart van camp

Telefoon +32 (0)5 933 91 37

E-mail [email protected]

Website www.oostende.be/eos

Page 130: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

130

Titel Energy Scans: tailor made tips and advice

Project start datum 2007

Project eind datum Not defined

Stad All cities in Flanders provide energy scans. Difference with other cities: more in depth advice via us + we provide more advices (per citizen)

Samenvatting An energy expert of EOS visits a private household. He walks through the house and asks questions re energy use. Every household receives a free "energy package" with small energy reducing goods eg aerated shower heads, switchboxes, timers, radiator foil, isolation for tubes etc.(average value of the pack: EUR 20) The majority of the advices don't cost at all. We mainly try to change the habits eg we explain how to correctly use the thermostat, how to ventilate the house etc. All cities in Flanders provide energy scans. The format of the report is standardized. We provide an extra, more in depth, report on top of the standardized report. The extra info varies from household to household (because it’s tailor made). Examples of extra info/advice/effort we provide: We change the thermostat if necessary We change the temperature of the boilers if necessary We give more precise info re glazing and insulation (type of material, thickness, gains in euro if the would renovate,…)

Probleem The Flemish government decided not to finance it any more. Only lower income families can still ask for an energy scan. The return (in EUR en CO2) on investment (or expenditure) is a lot higher than other ways of reducing energy. The Flemish government should finance this again (and even more than in the past) + change the standardized report ie they should expect more from the energy expert.

Benadering See point 6.

Resultaten We executed more than 3000 energy scans since 2007. The energy savings are enormous (using thermostats correctly, installing radiator valves, changing the temperature of boilers,…) Yearly energy saving: 8.4 GwH or 600.000 EUR

Middelen In the past: 50% via Flemish Government and 50% via City of Ostend In the future: +/- 10% via Flemish Government and 90% via City of Ostend The number of energy scans per year will decrease because of the Fact that the Flemish Government decided not to finance is any more.

Doelgroep All private households in Ostend.

EU betrokkenheid none

Page 131: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

131

Aanvullende punten Very high return on investement. Number 1 of the “Trias Energetica”

Organisatie EOS

Contactpersoon Bart van camp

Telefoon +32 (0)5 933 91 37

E-mail [email protected]

Website www.oostende.be/eos

Titel Organize energy fairs (per neighbourhood and for the province of West-Flanders)

Project start datum Per neighbourhood: 2007 For the Province: 2010

Project eind datum Not defined

Stad Ostende (via EOS)

Introductie

Samenvatting We try to take all barriers re energy investments away via these fairs:

We organize the fair in all neighourhoods (short distance)

Local entrepreneurs who are active in the green economy are invited (inhabitants can immediately make an appointment with an entrepreneur)

Experts explain the pro’s (and con’s) of green investments.

EOS and other neutral parties give advice re green investments.

Probleem Fair for the whole Province: less visitors (+/- 2500 instead of 3500) for the energy fair organised in (January) 2012 caused by the cut of tax advantages for green investments.

Resultaten Fair per neighbourhood:we organised already a fair in every neighbourhood. We received many positive responses. Fair for the whole Province: 2500-3500 visitors per year

Middelen Via EOS (city of Ostend) Via Cedubo (province of Limburg) Via the entrepreneurs (the pay for a stand on the fair)

Doelgroep All inhabitants

EU betrokkenheid none

Organisatie EOS and Cedubo (province of Limburg)

Contactpersoon Bart van camp

Telefoon +32 (0)5 933 91 37

Page 132: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

132

E-mail [email protected]

Website www.oostende.be/eos

Titel Loans at 0% or 2% intrest

Project start datum 2007

Project eind datum Not defined

Stad Ostend via EOS (see www.frge.be for a list of all cities involved)

Introductie

Samenvatting EOS provides loans at 0% (for low income families) or 2 %

To finance energy friendly investments. The loan must be paid back in 60 monthly installments. Each family can borrow max 10.000 EUR.

Probleem Landlords are not interested in the loan (they don’t pay the energy bill)

Benadering We are a subsidiary of the FRGE bank (www.frge.be)

We can borrow +/- MEUR 4 per year from them at the same conditions as we lend the money to the households.

All necessary documents needed to apply for a loan can be downloaded via the website.

We analyze the request based on the offer of the contractor.

The amount mentioned on the invoice will be paid out.

Resultaten We subscribe 350-400 loans per year. We have already lend more than MEUR 12.5 The more expensive an investment is the more we lend money for it: Heating system 30% Solar 30% Glazing 25% Insulation 15%

Middelen FRGE City of Ostend

Doelgroep All inhabitants of Ostend with a special attention for the lower income group. We must grant at least 15,7% of all loans to the lowest income category.

EU betrokkenheid none

Aanvullende punten It would be better if we could lend over 10 years as well. Advantage: the payback time of most of the investments matches the duration of loan

Page 133: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

133

Organisatie EOS

Contactpersoon Bart van camp

Telefoon +32 (0)5 933 91 37

E-mail [email protected]

Website www.oostende.be/eos

Titel Special support via Energy Coach for lower income families

Project start datum 2007

Project eind datum Not defined

Stad Ostend via EOS (see www.frge.be for a list of all cities involved)

Introductie

Samenvatting The energy coach gives advice to the lower income families in all the steps to be taken in order to renovate a house.

Benadering The energy coach is a bachelor in the social sector and tries to communicate everything re energy cost reduction in the language of the lower income families. The energy coach tries to persuade the family to renovate the building. The energy coach selects the contractors and asks for offer (if necessary) The coach compares the work done with the offer and gives a go ahead to pay the bill. All administration necessary in order to receive subsidies will be done by the energy coach. We receive an extra fee from the FRGE for each loan granted to a lower income family, assisted by the energy coach.

Resultaten +/-20% of all loans are granted to lower income families The number of advice we give to the lower income families is increasing.

Middelen FRGE City of Ostend

Doelgroep Only the families with a lower income. Around 16% of all inhabitants.

EU betrokkenheid none

Organisatie EOS

Contactpersoon Bart van camp

Telefoon +32 (0)5 933 91 37

E-mail [email protected]

Website www.oostende.be/eos

Page 134: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

134

België – Wallonië

Intitulé Intitulé sous lequel la politique est connue

Région Région Wallonne

Axes essentiels de la politique

En ce qui concerne la rénovation :

• Certification énergétique des bâtiments; • Subsides aux investissements économiseurs d'énergie dans le secteur

public (UREBA) ;

• Incitants financiers aux investissements URE des Bâtiments existants : primes, Ecopack ;

• Conseils aux particuliers (guichets de l’énergie) et professionnels (cycle de formations) ;

Instruments de politique utilisés

Incitants législatif et financiers, campagnes de communication

Coopération avec les autorités des villes

• Concours Bâtiments Exemplaires en Wallonie destinés aux habitations unifamiliales et appartements cette année et ouvert au tertiaire (bureau, école,…) l’an prochain

http://energie.wallonie.be/fr/participez-au-concours-batiments-exemplaires-wallonie.html?IDD=72930&IDC=6302

• Dans le cadre du plan eComptes, un projet pilote de suivi et contrôle des dépenses énergétiques des bâtiments a été développé dans la commune d’Estaimpuis avec le soutien de la Wallonie http://ecomptes.wallonie.be/

• Campagne POLLEC (pour POLitique Locale Energie Climat) coordonnée par l’APERe. POLLEC vise à inciter des communes wallonnes à signer la Convention des Maires (au sein de laquelle les villes et communes wallonnes étaient jusqu’ici assez peu représentées, en 2010, seules Liège et Sivry-Rance y avaient souscrit), en les soutenant financièrement dans la mise en place d’un inventaire CO2 et d’un plan d’action en matière d’Energie et de Climat.

• Adhésion de certaines communes à la charte « Commune Energ-éthique » par laquelle les communes s’engagent à promouvoir activement les comportements URE au niveau communal, via l’appui d’un Conseiller Energétique mis à disposition des communes par le Gouvernement Wallon

• Championnat des Communes en Energies Renouvelables http://www.championnat-er.be/gagnants-winnaars

• La Communauté germanophone a lancé un projet pilote selon un schéma de partenariat public-privé de construction et de rénovation de plusieurs écoles. La surface totale des constructions est de 64.000 m² dont 46.200 m² de bâtiments neufs et le solde de surfaces rénovées. Le Maître de l'Ouvrage accorde une attention toute particulière aux performances énergétiques de l'ensemble des objets à construire ou rénover. Ainsi, les nouvelles classes atteignent le niveau "passif", les ateliers et salles de sport le niveau "basse énergie" et les bâtiments rénovés sont énergétiquement optimisés. Dans le cadre du contrat de maintenance d'une durée de 25 ans, le groupement doit d'ailleurs garantir financièrement les consommations énergétiques des écoles.

Page 135: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

135

Les travaux de construction/rénovation ont débutés en juillet 2011 et la livraison du dernier bâtiment doit s'opérer pour fin 2013

Implication de l'Union européenne

• Transposition de la directive 2006/32/CE relative à l'efficacité énergétique dans les utilisations finales et aux services énergétiques.

• Suivi de projets interreg : -ex. projet SUN : Le projet SUN (Sustainable Urban Neighbourhoods), soutenu par les fonds européens Interreg, poursuit l’objectif d’aider concrètement cinq quartiers de villes de l’Euregio Meuse-Rhin à retrouver une dynamique de développement durable. http://saint-leonard.be/projet-sun - Projet ZECOS : ZECOS est un projet visant le développement et l’introduction d’un système communal de certification Zéro émission de CO2e comme outil d’aide aux communautés et régions durables. http://zecos.be/

Organisation DGO4-DIRECTION GÉNÉRALE OPÉRATIONNELLE DE L’AMÉNAGEMENT DU TERRITOIRE, DU LOGEMENT, DU PATRIMOINE ET DE L’ÉNERGIE Département de l'Énergie et du Bâtiment durable- Direction de la Promotion de l'Énergie durable

Site Internet http://energie.wallonie.be/

Documents de base En annexe 2ème plan d’action en matière d’efficacité énergétique

Page 136: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

136

Nederland – Breda

Titel Stappenplan energie neutraal bouwen

Project start datum juni 2012

Project eind datum Mei 2013

Stad Breda

Introductie September 2012 eerste kenismaking, uitwerking februari 2013

Samenvatting Gemeente Breda heeft de ambitie om klimaatneutraal te zijn in 2044. Op het moment dat de overheid nu woningeigenaren adviseren om maatregelen te treffen om de bestaande woningen energie zuinig te zijn. Hoe zorgt de overheid dat deze woningen op ten duur nog energieneutraal kunnen worden. En dat de woning eigenaar de juiste investeringen doet. Veel woningeigenaren hebben niet het budget om in 1 keer de woning waarin zij wonen volledig aan te pakken. Maar wel in stappen. Om een bewuste keuze te maken is een stappenplan opgesteld.

Probleem -Juiste energie investeringen uitvoeren. -Bewoner bewust maken van zijn/haar mogelijkheden. -Rekening houdend met wens en budget van de bewoner.

Benadering Op 5 informatieavonden verspreid over Breda “Naar een energieneutrale woning” is het stappenplan behandeld. De toehrders vonden het interessant. Het stappenplan wordt nu uitgewerkt naar een folder (en mogelijk ook naar een web-pagina)

Resultaten Reactie is positief

Middelen Mondelinge communicatie Stappenplan is te raadplegen via de website van gemeente Breda Folder is in de maak

Doelgroep Alle inwoners van Breda (omdat er ook een gedragscomponent in zit)

Aanvullende punten Opgesteld in samenwerking met Tempas Bouwmanagement

Organisatie Gemeente Breda

Contactpersoon Saskia Schripsema

Telefoon +31 (0)76 5294521

E-mail [email protected]

Website http://www.breda.nl/system/files/artikelen/stappenplan_naar_een_energieneutrale_woning_website-versie_0.pdf

Page 137: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

137

Nederland – Den Haag

Titel Programma Onderhoud en kwaliteitsverbetering van de particuliere woningvoorraad 2010-2014

Project start datum 1 januari 2010

Project eind datum 31 december 2014. De VvE Balie functioneert t/m 2015.

Stad Gemeente Den Haag

Introductie Het programma particuliere voorraad (RIS178632) bevat een uitwerking van de ambities en voornemens, die het college heeft ten aanzien van de particuliere woningvoorraad. In het programma particuliere voorraad is extra aandacht voor verduurzaming, gevolgen van de recessie, ondersteuning van Verenigingen van Eigenaren (VvE’s en het borgen van het basisonderhoud. Verder sluit het programma particuliere voorraad aan op het programma Duurzaam Den Haag (RIS165334) en het Uitvoeringsprogramma ‘Bestaande woningen, duurzame woningen’ (RIS176840). Net als in dat uitvoeringsprogramma staat de eigen verantwoordelijkheid van de woningeigenaar voorop. De gemeente ziet haar rol vooral in het aanjagen, verbinden, faciliteren en stimuleren van eigenaren. Dit past bij de veranderende rol van de overheid en de gewenste actieve participatie van burgers.

Samenvatting Het programma particuliere voorraad bestaat uit vier pijlers.

1. Het versterken van de Haagse VvE´s zodat ze zelf het structureel onderhoud gaan organiseren;

2. Het begeleiden en uitvoeren van projectmatige onderhouds- en renovatieprojecten;

3. Naast het inzetten van kleinschalige subsidies ook de wettelijke handhavingstaken uitvoeren;

4. Het maken van afspraken over onderhoud en investeringen met particuliere verhuurders en corporaties.

Binnen deze pijlers wordt een groot aantal projecten en/of

Activiteiten uitgevoerd (zie hierna bij “Benadering”).

Probleem De gemeente streeft naar leefbare, veilige, aantrekkelijke en duurzame wijken. Het aantal particuliere woningen groeit gestaag en vormt de grootste voorraad in Den Haag (in 2010 totaal 65%). Zoals aangegeven is de kwaliteit van die woningen economisch van belang voor de aantrekkelijkheid van de stad. Naast die economische uitdaging is het ook

Page 138: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

138

maatschappelijke

noodzakelijk om de particuliere woningvoorraad kwalitatief op peil te krijgen en vervolgens te houden. Daarmee wordt verloedering van wijken voorkomen. Een belangrijke eerste stap is dat huiseigenaren en VvE’s zich realiseren dat ze voor het onderhoud van hun woning financiële middelen moeten reserveren. Dat reserveren wordt lastiger omdat naar verwachting komende jaren de woonlasten zullen stijgen. Enerzijds door het mogelijk beperken van de hypotheekrenteaftrek en anderzijds door stijgende olie en gas prijzen. Het treffen van energiebesparende maatregelen is dus van belang om de woonlasten in de hand te houden. Bovendien zorgen die niet alleen voor CO2 reductie, maar ook voor extra wooncomfort, een betere marktpositie en een toekomst bestendige voorraad.

Benadering Onder andere: Inzet VvE-balie (5 VvE adviseurs). De VvE balie richt zich op het activeren van slapende VvE’s en bemiddeling en mediation bij conflicten binnen VvE’s om woningonderhoud te borgen; 2. het stimuleren, adviseren en begeleiden van VvE’s in het realiseren van energie besparende maatregelen en toepassen van duurzame energie; Oprichten VvE fonds: leningen voor onderhoud en verduurzamen VvE’s; Groene Meerjarenonderhoudsplannen (Groenmop): cursussen voor MKB, ambtenaren en bouwbedrijven over de standaard voor energiebesparing van particuliere woningen om eenheid en kwaliteit van meerjarenonderhoudsplannen te bereiken. Ook willen we een standaard Groenmop introduceren, die we als pilot gaan oefenen op een VvE; Machtigingsmodel VvE’s: nieuwe wettelijke bevoegdheid voor gemeenten om VvE vergaderingen af te dwingen en te VvE’s te verplichten tot sparen voor woningonderhoud; Duurzaam de wijk in (duurzame voorbeeldwoningen). Het realiseren van energiebesparing in ca 40 grond gebonden woningen. Bewoners kunnen zich aanmelden voor 1 maatregel (na advies van een energiecoach) per woning om na realisatie te fungeren als voorbeeldwoning in de buurt; maximaal ca 5 voorbeeldwoningen. Deze maatregel wordt betaald door de Gemeente onder voorwaarde dat de bewoners gedurende een periode van 2 jaar hun huis meerdere keren per jaar open stellen voor bezichtiging van de maatregel en uitwisseling van ervaring. Vanuit het project Duurzaam de wijk in worden tevens energieboxen uitgedeeld met energiebesparende maatregelen die tot een besparing van circa € 200 per jaar kunnen leiden; Intensiveren samenwerking Meld- en Steunpunt Woonoverlast;

Kluswoningen en duurzame kluscomplexen;

Onderhoudsproject Meesterwerk Schildersbuurt: onderhoud en verduurzamen 115 particuliere woningen;

Pluk de Vruchten: campagne Hou van je huis in de Bomen-Bloemen en de Vruchtenbuurt en onderhouds en verduurzamingsprojecten in samenwerking met bouwbedrijven en MKB;

Page 139: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

139

Verduurzamen portiekwoningen (duurzame verlichting);

Blok voor Blok: ontwikkelen van projectaanpakken voor onderhoud en verduurzamen van woningen op grote schaal;

Project verduurzamen van de wijk Mariahoeve (o.a met duurzame voorbeeldwoningen);

Prestatieafspraken met de corporaties (o.a. vwb verduurzamen woningbezit);

Project Databasemarketing (vergelijken van bestanden om vraag naar en aanbod van energiebesparende maatregelen beter op elkaar af te stemmen;

Samenwerking met bewoners(verenigingen), marktpartijen, brancheverenigingen, bouwbedrijven, banken, MKB en andere overheidsinstanties;

Deelname Urbiscoop (Benelux project energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving).

Resultaten Onder andere: De VvE-balie heeft in de periode 01-01-2010 t/m 31-12-2012 circa 1450 VvE’s geactiveerd (dat gaat om 9000 woningen). Daarnaast hebben in 2010 t/m 2012 435 VvE’s gebruikt gemaakt van bemiddeling en mediation door de VvE-balie. Er zijn in 2012 16 VvE informatieavonden gehouden. In 2012 zijn 5 kluswoningen verkocht. Er zijn in 2012 circa 40 duurzame voorbeeldwoningen gerealiseerd (+ 8 in Mariahoeve in de maak). Er zijn tav project Meesterwerk 115 meerjarenonderhoudsplannen gemaakt, als eerste stap in het opknaptraject. In de Vruchtenbuurt heeft de onderhoudscampagne "Hou van je huis plaatsgevonden". Er is bijgedragen aan de VvE Beurs Haaglanden, de Woonbeurs, een congres Particuliere Woningverbetering, een Onderhoudsbeurs in de Vruchtenbuurt en de Energiebeurs.

Het Meld- en Steunpunt Woonoverlast is aangesloten op het programma om een intensievere samenwerking bij de aanpak van woonfraude tav particuliere woningen te bereiken.

Middelen Het college van gemeente Den Haag heeft € 5 miljoen ter beschikking gesteld voor het programma en € 4,9 miljoen ISVIII van het Rijk. Daarnaast worden € 5 ton resterend ISVII van het Rijk ingezet voor het project Verduurzamen Mariahoeve.

Doelgroep Bewoners(verenigingen), marktpartijen, brancheverenigingen voor particuliere verhuurders en makelaars, bouwbedrijven, banken, MKB en overheidsinstanties.

EU betrokkenheid Urbiscoop

Aanvullende punten De VvE problematiek en investeren in en het borgen van woningonderhoud

Page 140: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

140

zijn belangrijke factoren voor waardebehoud en de toekomstbestendigheid van woningen. Een actieve VvE en een meerjarenonderhoudsplan zijn belangrijke randvoorwaarden om tot energiebesparende maatregelen aan een woning over te kunnen gaan. Na 2014 komen er geen nieuwe ISV middelen uit het Rijk.

Organisatie Gemeente Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling, Afdeling Wonen

Contactpersoon Maaike van Langelaan (Programmamanager Particuliere Woningvoorraad)

Telefoon +31 (0)70-3534299

E-mail [email protected]

Website www.denhaag.nl

Page 141: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

141

Nederland – Deventer

1. Titel Blok voor blok Deventer

2. Project start datum 28 november 2011

3. Project eind datum 31 december 2014

4. Stad Deventer

5. Introductie Zorg voor opschaling en versnelling van de opgave voor verduurzaming van bestaande woningen door grotere volumes te realiseren. Consortium bestaande uit:

- WDW (Van Wijnen, Van Dorp en Wolters) - HTL (Heegeman, Taalen en Lowik) - BAM - Woonbedrijf Ieder1 - Rentree Wonen - Sallcon (Deventer Werktalent)

- Gemeente Deventer

6. Samenvatting Verder neemt Deventer ook deel aan het nationale programma ‘Blok voor Blok’via De(venter) Energieke Verbinding. Ketensamenwerking is het kernbegrip binnen de Deventer aanpak. Deze samenwerking is gericht op innovatie, efficiency en een optimaal resultaat. Gezamenlijk met marktpartijen wordt gestreefd naar een verduurzaming van ten minste 2.000 woningen. Om bewoners te verleiden tot verduurzaming van de woning, gaat het consortium gebruikmaken van een menukaart met energiebesparingsmaatregelen. Kern is dat mensen door eigen buurtbewoners benaderd worden om gezamenlijk in de buurt/wijk tot maatregelen te komen. De marketingstrategie is gericht op het verleiden langs de lijn van de sociale drijfveren van mensen. Door gebundeld opdrachten uit te voeren kan prijsvoordeel worden gerealiseerd.

7. Probleem Verduurzaming vindt in een te laag tempo plaats. Bovendien is de aanpak sterk top down en aanbodgericht.

8. Benadering - Formulering vraaggericht aanbod door productie partners - Beschikbaar hebben van financiele arrangementen - Heldere marketingstrategie gericht op de consument - Van onderop benaderen van bewoners via energieteams uit de eigen wijk

(bewoners bezoeken bewoners). - Via wijkbijeenkomsten contacten met bedrijven; offerteprocedures. - Realisatie

9. Resultaten In 2012 voorbereiding en partijen (productiepartners) op een lijn te brengen. Eerste halfjaar 2013 organiseren drie buurtbijeenkomsten, instellen wijkteams en faciliteren van dit proces. Ondertussen worden de arrangementen opgesteld. In het tweede halfjaar de daadwerkelijke realisatie van de eerste projecten.

10. Middelen Bijdrage Nederlandse Overheid van € 500.000 voor proceskosten.

Page 142: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

142

11. Doelgroep Bewoners (huurders, woningeigenaren).

12. EU betrokkenheid Uitwisseling ervaringen mbt marktbenadering. Delen van ervaring van aanpak bouwkundig/installatietechnisch. Investeringsfondsen mbt financieringsmogelijkheden.

13. Aanvullende punten Neen

14. Organisatie Stichting Blok voor Blok

15. Contactpersoon Marnix van Os (projectleider)

16. Telefoon 06-20739466

17. E-mail [email protected]

18. Website www.energieindeventer.nl

Titel Deventer ESCO voor koop en huurwoningen

Project start datum 2013

Project eind datum Continue

Stad Deventer

Introductie Basis voor het idee is: betaal alle duurzaamheidsmaatregelen (zowel besparing, isolatie als opwek van energie) uit de bestaande energierekening. Anders gezegd: de energierekening als meerjarige aflossing voor de genomen maatregelen. Dit voor zowel de huurder als de woningeigenaar. Er wordt nadrukkelijk ook naar de huurmarkt gekeken omdat dit een oplossing. Als het doel “beheersing van woonlasten” is, dan is het vraagstuk vrij simpel. Zorg dat over een periode van 20/30 jaar alle maatregelen betaald worden uit de maandelijkse energielast. Feitelijk is dat nu ook het geval als gekeken wordt naar bijvoorbeeld de kosten van de energie infrastructuur en de huisaansluiting. Desondanks zijn de meeste maatregelen gericht op het doen van investeringen door particulieren die vervolgens (goedkoop) geld kunnen lenen. Opschaling hiervan leidt direct tot het vraagstuk van de financierbaarheid. Macro is er genoeg geld beschikbaar en toch lukt het maar niet dit in combinatie van de extra omzet voor de bouwsector tot werkende oplossingen te brengen. Cruciaal is dat overheden stoppen met subsidieverstrekking voor rendabele oplossingen. Subsidie is vaak een ineffectieve manier van de inzet van overheidsgeld. Het geld wordt 1 op 1 weggezet en er is bij een latere rendabele situatie geen mogelijkheid om subsidies terug te ontvangen. Beter en meer effectief is stimulering van financiering en nog beter is zekerheidsstelling op private financiering. Mits onderbouwd met een goede risico-analyse is hier het spin-off effect het grootst.

Samenvatting Het ideaalbeeld:

De bewoner stuurt een mutatiebriefje in voor de wijziging van bestaande energiemaatschappij naar de Deventer Energie Cooperatie en betaalt hetzelfde (of lagere!!) maandbedrag. Vervolgens worden de gewenste maatregelen aan en op de

Page 143: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

143

woning aangebracht zonder dat dit voor de bewoner tot financiele verplichtingen leidt.

Probleem Veelal wordt gebrek aan bewustwording benoemd als belangrijkste stagnerende factor waarom bewoners geen maatregelen tot energiebesparing in hun woning nemen. In de praktijk blijkt dat er veelal fiscale en financiele belemmeringen de boventoon voeren. Het is lastig die weg te nemen. Vandaar dat hierop extra inzet is geboden. Soms is het een kwestie van invulling geven aan bestaande regels. Maar ook verzoek en lobby tot aanpassing van regels kan nodig zijn

Benadering De gemeente Deventer zorgt vanuit de facilitaire rol dat de belemmeringen in beeld worden gebracht. Veelal door het opstellen van een gericht advies dat vervolgens beschikbaar gesteld wordt aan de partners. Hierdoor kan met bescheiden middelen een maximaal effect worden bereikt (in plaats dat partijen afzonderlijk dure adviezen laten opstellen). Vervolgens in overleg met partners de strategie bepalen en die ook uitvoeren. Dit kan leiden tot concrete uitvoering dan wel tot lobbytrajecten.

Resultaten - Opstellen ruling “bedrijf zoekt buur” - Opstellen fiscale advisering realisatie zonnepark (wachten is nu op de regeling

van de rijksoverheid mbt saldering) - Opstellen fiscale advisering ESCO. Wordt nu geïmplementeerd in de oplossing. - Uitwerking tijd voor geld regeling. Deze aanpak heeft tot weerstand van de

rijksoverheid geleid. Zal in aangepaste vorm verder worden gebracht. - Opstellen brief om Verenigingen van Eigenaren in staat te stellen zonnepanelen

op daken van appartementen gebouwen te leggen. - Financiele en fiscale advisering van de inmiddels opgerichte energiecoöperatie. - Haalbaarheidsstudie zon op bedrijfsdaken.

Middelen Bijdrage gemeente Deventer in de materiële kosten van advisering.

Doelgroep Bedrijven, Bewoners (huurders, woningeigenaren), Deventer Energie coöperatie.

EU betrokkenheid Afstemming en uitwisseling van fiscale maatregelen. Mogelijk betere afstemming fiscale maatregelen. Delen van slimme financiele oplossingen; partijen bij elkaar brengen. Inzet europese investeringscapaciteit.

Aanvullende punten Neen

Organisatie Gemeente Deventer

Contactpersoon Ron Sint Nicolaas

Telefoon 0570-693135

E-mail [email protected]

Website www.energieindeventer.nl

Page 144: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

144

Titel Deventer ESCO voor koop en huurwoningen

Project start datum 2013

Project eind datum Continue

Stad Deventer

Introductie Basis voor het idee is: betaal alle duurzaamheidsmaatregelen (zowel besparing, isolatie als opwek van energie) uit de bestaande energierekening. Anders gezegd: de energierekening als meerjarige aflossing voor de genomen maatregelen. Dit voor zowel de huurder als de woningeigenaar. Er wordt nadrukkelijk ook naar de huurmarkt gekeken omdat dit een oplossing. Als het doel “beheersing van woonlasten” is, dan is het vraagstuk vrij simpel. Zorg dat over een periode van 20/30 jaar alle maatregelen betaald worden uit de maandelijkse energielast. Feitelijk is dat nu ook het geval als gekeken wordt naar bijvoorbeeld de kosten van de energie infrastructuur en de huisaansluiting. Desondanks zijn de meeste maatregelen gericht op het doen van investeringen door particulieren die vervolgens (goedkoop) geld kunnen lenen. Opschaling hiervan leidt direct tot het vraagstuk van de financierbaarheid. Macro is er genoeg geld beschikbaar en toch lukt het maar niet dit in combinatie van de extra omzet voor de bouwsector tot werkende oplossingen te brengen. Cruciaal is dat overheden stoppen met subsidieverstrekking voor rendabele oplossingen. Subsidie is vaak een ineffectieve manier van de inzet van overheidsgeld. Het geld wordt 1 op 1 weggezet en er is bij een latere rendabele situatie geen mogelijkheid om subsidies terug te ontvangen. Beter en meer effectief is stimulering van financiering en nog beter is zekerheidsstelling op private financiering. Mits onderbouwd met een goede risico-analyse is hier het spin-off effect het grootst.

Samenvatting Het ideaalbeeld:

De bewoner stuurt een mutatiebriefje in voor de wijziging van bestaande energiemaatschappij naar de Deventer Energie Cooperatie en betaalt hetzelfde (of lagere!!) maandbedrag. Vervolgens worden de gewenste maatregelen aan en op de woning aangebracht zonder dat dit voor de bewoner tot financiele verplichtingen leidt.

Probleem Een aantal voorbeelden van op te lossen belemmeringen zoals die nu gelden:

• Beperking van de mogelijkheid om gekoppeld aan de hypotheek geld te lenen voor duurzaamheidsmaatregelen.

• Voor private projecten is een hoeveelheid eigen geld nodig, dat er meestal niet is.

• Beperking voor huurders om voorzieningen te financieren door de geldende regels die woningbouwcorporaties hanteren voor hun huurders.

• De belemmering dat de energieleverancier niet de financiering van andere maatregelen mag verzorgen (splitsingswetgeving).

• Beperking van de mogelijkheid van gemeenten om financiering op zich te nemen door de wet HOF.

Benadering Dit alles heeft geleid tot het volgende

Page 145: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

145

model:

De achtergronden mogen bekend worden verondersteld. Daarom wordt op deze plaats e.e.a. niet in detail toegelicht.

Zoals vermeld vormt de kern de maandelijkse energierekening die 30 jaar lang op basis van het “niet meer dan nu – principe” worden ingezet.

De samenstelling van die inzet tussen besparing/energieopwek aan de ene kant en de hoeveelheid aanvullende (uiteraard) groene energie aan de andere kant kan varieren. Per saldo is het totaal nooit meer dan de huidige energie. Op basis van de marketingstrategie bepaalt de bewoner welke maatregelen genomen worden. Dat kan varieren van beperkte maatregelen; keuze voor zonnepanelen ipv isolatie ofwel omvangrijke maatregelen. Vanuit de klanbenadering dient de ESCO dit alles te faciliteren.

Resultaten Aanbieding van een financieel arrangement voor zowel woningeigenaren als huurders met de zekerheid dat het uit de energierekening betaald wordt. Zekere omzet voor bedrijven.

Middelen Energierekening als maandelijkse dekking.

Doelgroep Bedrijven, Bewoners (huurders, woningeigenaren), Deventer Energie coöperatie, woningbouwcorporaties, financiers.

EU betrokkenheid Afstemming en uitwisseling van financiele maatregelen. Inzet europese investeringscapaciteit.

Aanvullende punten Neen

Organisatie Gemeente Deventer

Contactpersoon Ron Sint Nicolaas

Page 146: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

146

Telefoon 0570-693135

E-mail [email protected]

Website

Titel Stimulering en verduurzaming woningbouw

Project start datum 2012

Project eind datum 2048

Stad Deventer

Introductie De aanleiding van het plan is dat de woningmarkt volledig op slot zit. Dit heeft tot gevolg dat er nauwelijks verhuisd wordt, er geen nieuwbouw en geen verkoop plaats vindt. Er zitten op dit moment teveel schotten tussen de verschillende bedrijven betrokken bij de woningmarkt en er wordt geen gezamenlijke oplossing gezocht. De vastgoedsector is teveel intern gericht en iedereen wacht op elkaar of kijkt naar Den Haag. Wat moet anders: De woningsector heeft behoefte aan een financieel product die ontstaat door een brede samenwerking tussen de betrokken partijen. Niets doen is op dit moment is geen oplossing. De kern is de beschikbaarheid van het woonbudget van de consument met daarbij de kansen voor betaalbare duurzame energie en de toepassing voor innovatieve bouwprocessen. Vanuit dit budget kan worden berekend hoe de gehele keten van aankoop van grondposities naar oplevering en exploitatie gefinancierd moet worden en tegen welke kosten.

Samenvatting - Realiseer een energie neutrale woning voor € 160.000 V.O.N. (incl. residueel bepaalde grondwaarde), welke in series worden gebouwd zodanig de komende 5 jaar er ongeveer 500 woningen per jaar worden gebouwd.

- De woningen worden direct verkocht dan wel in erfpacht (op de hele woning) uitgegeven. Zowel aan particulieren als aan woningbouwcorporaties.

- De financiering aan de consument en aan de woningcorporatie geschiedt op basis van een canon op basis van 30 jarige annuïteit met vaste rente. Na afloop van het contract zal het eigendom overgaan. De woningbouwcorporatie kan de woning vervolgens op de gebruikelijke wijze verhuren (onder de huurtoeslaggrens) en beheren.

- Door een vast bedrag per maand te vragen, weet de gebruiker exact wat de lasten zijn. Er zit wel een jaarlijkse indexatie op dit bedrag hetgeen gebruikelijk is in de markt.

- Daarnaast worden bestaande woningen gekocht (ca. 2.000), energieneutraal gemaakt en eveneens in erfpacht (op de hele woning) uitgegeven.

- De gezamenlijke grondeigenaren hebben voor 8.000 woningen grond in Deventer. Zij ontvangen gedurende 33 jaar een vergoeding van 3% op de boekwaarde van de grond, mits die ingebracht wordt in een grondbank.

- Van overheden (gemeente/provincie Overijssel) zullen garanties worden

Page 147: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

147

gevraagd op de continuïteit van de canonopbrengst. - Financiering gedurende 30 jaar. Exploitatie maximaal 35 jaar (waarbij de risico’s

van overheden, bouwers en grondeigenaren worden afgedekt). Probleem De bouw- en vastgoedmarkt ligt stil. Er wordt niet gebouwd en verhuisd.

Corporaties kunnen niet meer investeren. Bewoners hebben financiele problemen met huur en hypotheeklasten. Huurders zitten in de verkeerde woning. De werkgelegenheid staat onder druk.

Benadering De basis voor de financiering is een gegarandeerd eindproduct welke is ontstaan door een samenwerking tussen gemeente Deventer, woningcorporaties, grondeigenaren en ontwikkelaars, bouwers en banken.

De totale financiering bedraagt EUR 600 miljoen met een jaarlijkse rentevergoeding van 3%. De financiering zal in 5 jaar volledig zijn opgenomen.

Het fonds ontvangt een canon met een looptijd van 30-35 jaar, welke jaarlijks wordt geïndexeerd.

De betaling van deze canon wordt gegarandeerd door overheden dan wel door Publieke en/of Europese fondsen en daarmee is ook de renteverplichting van 3% gezekerd alsmede de jaarlijkse indexatie. Het recht van erfpacht is een sterk recht terwijl de woningmarkt een goede stabiele beleggingscategorie. De woningen zijn door toepassing van de fondsstructuur en de betrokken partijen goed te verhuren en te verkopen door de gezamenlijke expertise en kennis alsmede door de introductie van de energienota-loze woning.

De gezamenlijke bouwbedrijven uit Deventer en de regio garanderen de bouwkosten.

De hoogte van de financieringslast wordt bepaald door de sterkte van de contractant. Doordat de canonverplichting is gegarandeerd door de Gemeente, is er sprake zijn van een AAA gerateerde partij.

Door de gegarandeerde geldstroom kan de gehele aanlooptijd (bouw- en ontwikkelfase) en de exploitatiefase van het fonds worden gefinancierd.

Hierbij kunnen ook woningbouw-corporaties zonder benodigde WSW borging financiering van nieuwbouw realiseren.

Resultaten - 2.500 nieuwe energieneutrale woningen - 2.000 bestaande woningen verduurzaamd - Woningmarkt komt op gang - Huurdersmarkt wordt gefaciliteerd - Werkgelegenheid wordt gestimuleerd.

Middelen Canoninkomsten gedurende 35 jaar..

Doelgroep Bewoners (huurders, woningeigenaren) en woningbouw corporaties.

EU betrokkenheid Financiering via EIB en mogelijk andere investeringsfondsen.

Page 148: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

148

Uitwisseling ideeen. Samenbrengen ervaringen van bouwbedrijven mbt bouw van energieneutrale woningen.

Aanvullende punten Neen

Organisatie Gemeente Deventer

Contactpersoon Ron Sint Nicolaas

Telefoon 0570-693135

E-mail [email protected]

Website

Titel Energie in Deventer

Project start datum 20 februari 2013

Project eind datum Permanent

Stad Deventer

Introductie

Samenvatting In Deventer zijn er veel initiatieven van burgers en bedrijven om te komen tot betaalbare woningisolatie en voor nieuwe manieren om zelf stroom op te wekken. Via een fysieke lokatie, een website en een samenwerkingsorganisatie wordt een platform geboden aan alle organisaties, bedrijven en initiatiefnemers die burgers en bedrijven helpen maatregelen in woningen en bedrijven daadwerkelijk te realiseren. Ontwikkelingen gaan razendsnel. Er zijn nog veel belemmeringen die we niet simpelweg kunnen oplossen, maar waar wel aan wordt gewerkt.

Op die manier krijgen bewoners en ondernemers de mogelijkheid informatie in te winnen, materialen te bekijken en direct zaken te doen.

Probleem Versnippering van informatie; ontbreken relatie tussen informatie en lokale partijen. Onbekendheid met lokale aanbieders. Hoe betrouwbaar is de verstrekte informatie van bedrijven.

Benadering Via een fysieke lokatie (vm school aan de Nieuwe Markt) een website (www.energieindeventer.nl) en een samenwerkingsconcept “charter energie in deventer”. De site biedt ook nieuws en agenda informatie.

Naast deze informatiefunctie beoogt “Energie in Deventer” ook een kwaliteitswaarborg te zijn die mensen die hun huis energetisch willen renoveren zekerheden verschaft. Lokale bedrijven (MKB Deventer), maar ook initiatieven zoals de Energiehelden, Deventer Energiecooperatie, Blok voor blok Deventer, Stichting Zon Deventer. Vakman Werkt nemen daar aan deel.

Resultaten Mensen kiezen niet voor dezelfde informatie bron. Dus meerdere bronnen

Page 149: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

149

aanbieden. Aanbod voor burgers en MKB bedrijven lijkt erg op elkaar (dus bundelen). Belangstelling gaat niet vanzelf. Dus in het begin sterk onder de aandacht brengen.

Middelen Bijdrage gemeente €200.000 voor periode 2013-2015 in een aflopend ritme (90-70-40K) ter stimulering van het verkrijgen van eigen inkomsten van bedrijven. Van dit bedrag wordt € 80.000 door de provincie Overijssel betaald.

Doelgroep Bewoners (huurders, woningeigenaren) en bedrijven (met name MKB bedrijven)

EU betrokkenheid Kennisuitwisseling. Regelingen op elkaar afstemmen.

Aanvullende punten Neen

Organisatie Deventer Energie Cooperatie Nieuwe Markt 23 7411 PB Deventer

Contactpersoon Ines Broeks (Deventer Energie Cooperatie) Ron Sint Nicolaas (gemeente Deventer)

Telefoon Telefoon: (0570) 74 60 50 of (0570) 693135 (gemeente Deventer)

E-mail E-mail: [email protected]

[email protected]

Website www.energieindeventer.nl

Page 150: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

150

Nederland – Enschede

Naam project: Maatschappelijke Investerings Opgave (MIO) Duurzaam Wonen & Werken Enschede (DWWE)

Gemeente:Enschede

Emailadres contactpersoon gemeente: [email protected]

Telefoonnummer contactpersoon gemeente: 053-4915701

Flagship: Efficiënt gebruik van hulpbronnen

Kansenkaart: De spaarzame stad

Beschrijving project op hoofdlijnen:

In de MIO DWWE is het primaire doel om substantieel bij te dragen aan de verlaging van de CO2-uitstoot. In een periode van 15 jaar worden alle woningen waarvoor een rendabele investering mogelijk is (privaat en corporatiebezit) verduurzaamd. Dit wordt aangepakt d.m.v.: het beperken van de energie-uitstroom, duurzaam energie opwekken en het leefklimaat verbeteren.

Het project kent twee sporen. Het eerste spoor omvat het gebiedsgewijs in grotere contingenten (200-500 woningen per keer) aanpakken van corporatiewoningen, waarbij particuliere woningbezitters kunnen meedoen om te profiteren van de schaalvoordelen. Het tweede spoor is gericht op losse particulieren die op een voor hun geschikt moment willen investeren in verduurzaming van hun woning.

Zowel eigenaren als huurders beslissen op basis van vrijwilligheid over verduurzaming van de woning. Financiering door particulier met eigen geld of een duurzaamheidslening. Financiering door huurder in de vorm van een huurverhoging. Voor beide geldt dat wordt gestreefd naar financieringslasten die lager of gelijk zijn aan de verlaging van de woonlasten.

Projectdoelstellingen m.b.t. output/outcome (prognose en/of gerealiseerd): - Reductie van CO2-uitstoot

- Verbetering van de inkomenspositie van burgers door lager energieverbruik.

- Verbetering van vermogenspositie van burgers door hogere woningwaarde

- Behoud/vergroting van werkgelegenheid in de bouwsector

- Creeëren van banen en scholingstrajecten voor uitkeringsgerechtigden

- Versterken van concurrentiekracht bouwsector door proeftuinfunctie voor innovatie

- Verbetering van wooncomfort van burgers

Page 151: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

151

Betrokken partijen:

Woningbouwcorporaties De Woonplaats & Domijn, Saxion/Stichting Pioneering en bouwbedrijven.

Innovatieve aspecten: Vernieuwende aspecten binnen de Maatschappelijke Investeringsopgave Duurzaam Wonen & Werken in Enschede zijn:

• Verknopen van meerdere doelen

• Particulieren profiteren van de massa van de corporatie

• Klantbenadering in de bouw

• Vorm van integratie tussen verschillende bouwpartijen

• De samenwerking tussen overheid, corporaties & marktpartijen (De Woonplaats als opdrachtgever)

Met als aanbod:

• Duurzame woonwinkel

• Kenniscentrum: kennis over innovaties producten die kunnen worden ingezet om nog beter aan klantwensen te voldoen

• Intensieve communicatiecampagne om bij zowel huurders als kopers probleembewustzijn en investeringsbereidheid te vergroten.

• Achtergestelde lening (revolving fund) als middel om bereidheid van banken om leningen te verstrekken te vergroten

• Garantiefonds voor burgers als zekerstelling dat de berekende lagere energielasten ook daadwerkelijk worden bereikt

• Scholingstrajecten t.b.v. uitkeringsgerechtigden en werknemers in de bouw (ESF)

• Risicodragend krediet voor de toepassing van innovaties door de bouwsector

Steekwoorden/tags:

Verduurzaming woningvoorraad, duurzame energie, inzet werkzoekenden

Page 152: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

152

Titel Proeftuin Maatschappelijke Investerings Opgave (MIO) Duurzaam Wonen & Werken Enschede

• Opdrachtgever • Opdrachtnemer • Projectteam

Stuurgroep MIO, met als voorzitter Marion Wolters, directeur De Woonplaats. Intern: Jeroen Hatenboer, Phira Otten Taskforce, Erwin Bos van de Woonplaats als voorzitter. Intern: Erik Rouwette Intern: Erik Rouwette

Vraagstelling 1) Hoe kunnen we het woningbestand van Enschede verduurzamen? Dit wordt aangepakt d.m.v.: • Het beperken van de energie-uitstroom • Duurzaam energie opwekken • Leefklimaat verbeteren 2) Hoe kunnen we social return realiseren ? 3) Hoe kan de opdracht worden benut als proeftuin voor procesinnovatie en technische innovatie

Partners: • Eindgebruikers Bewoners (huur en koop) • Marktpartijen Bouwbedrijven, banken (beoogd) • Kennisinstellingen Saxion/ Pioneering, • Maatschappelijke

partners De Woonplaats, Domijn, Werkplein

Aanbod

• Pakket met maatregelen ter verduurzaming van de woning • Twee pilotwijken, daarna verdere uitrol • Energiewinkel (shop in a shop concept) en Energiehuis (Saxion) • Kenniscentrum: kennis over producten (en innovaties) die kunnen

worden ingezet om nog beter aan klantwensen te voldoen • Intensieve communicatiecampagne om bij zowel huurders als kopers

probleembewustzijn en investeringsbereidheid te vergroten. • Achtergestelde lening (revolving fund) als middel om bereidheid van

banken om leningen te verstrekken te vergroten • Garantiefonds voor burgers als zekerstelling dat de berekende lagere

energielasten ook daadwerkelijk worden bereikt • Scholingstrajecten t.b.v. uitkeringsgerechtigden en werknemers in de

bouw (ESF) • Risicodragend krediet voor de toepassing van innovaties door de

bouwsector Hoofddoel Reductie van CO2-uitstoot Subdoelen - Verbetering van de inkomenspositie van burgers door lager

energieverbruik. - Verbetering van vermogenspositie van burgers door hogere

woningwaarde - Behoud/vergroting van werkgelegenheid in de bouwsector - Creeëren scholingstrajecten, stageplaatsen en banen voor

uitkeringsgerechtigden - Versterken van concurrentiekracht bouwsector door

proeftuinfunctie voor innovatie (proces en technisch)

Page 153: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

153

- Verbetering wooncomfort van burgers Aanpak

Er wordt gestart met twee pilotwijken, te weten: 1. Stroinkslanden (Hanenberglanden) 2. Nog niet bekend Verwachte output: Potentieel 40.000 verduurzaamde woningen (dit zijn de kansrijke woningen van in totaal 67.000 woningen in Enschede), CO2 reductie met 52 kiloton, scholingstrajecten, stageplaatsen en banen voor uitkeringsgerechtigden, behoud van banen in de bouwsector, structurele verlaging van woonlasten, realisatie van innovatieprojecten in de bouw, waardebehoud/stijging van woningen.

Knelpunten/ Instrumentarium

Knelpunten: - Banken hebben geen financiële producten om het proces te

ondersteunen Instrumentarium:

- Intensieve communicatiecampagne om bij zowel huurders als kopers probleembewustzijn en investeringsbeleid te vergroten

- Achtergestelde lening (revolving fund) als middel om bereidheid van banken om leningen te verstrekken te vergroten

- Garantiefonds voor burgers als zekerstelling dat de berekende lagere energielasten ook daadwerkelijk worden bereikt

- Scholingstrajecten t.b.v. uitkeringsgerechtigden en werknemers in de bouw (ESF)

- Risicodragend krediet voor de toepassing van innovaties door de bouwsector

Fase: • Vraagverheldering • Proeftuin • Inkoop

Proeftuin en Inkoop

Doorlooptijd, planning, mijlpalen

• 2e helft van 2012 starten met 2 pilotwijken, daarna verdere uitrol • 1 oktober: start communicatiecampagne

Page 154: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

154

Nederland- Hardenberg

Titel PAKaan! – Gemeente Hardenberg Project start datum Najaar 2011 Project eind datum Najaar 2014 Stad Gemeente Hardenberg – dorpskernen Dedemsvaart en Balkbrug Introductie In de afgelopen jaren (2008 tot heden) is door de gemeente Hardenberg in het

project Bewust Duurzaam Thuis (zie ander projectblad) veel ervaring opgedaan met de benadering van woningeigenaren (zowel individueel als straatgericht). Hierbij is duidelijk geworden dat de gangbare voorlichtingscampagnes en marketingaanpak slechts een beperkt deel van de woningeigenaren weet te bewegen tot maatregelen. In de Bewust Duurzaam Thuis aanpak spelen technische beoordeling van de woning en verbeteropties een belangrijke rol. Alleen wanneer er al sprake is van een intrinsieke motivatie leidt deze op kennis gerichte aanpak tot het gewenste resultaat. Hoewel het opvolgingspercentage van deze aanpak zeer hoog is (65% van de woningeigenaren met een maatwerkadvies neemt daadwerkelijk maatregelen; inmiddels circa 900 maatwerkadviezen/startadviezen en € 5 á 6 mln. aan investeringen), is deze dermate arbeidsintensief en kostbaar dat grootschalige uitrol op de huidige wijze niet realistisch is.

Samenvatting Omdat de energiebesparingsaanpakken van het eerste uur (met o.a. maatwerkadviezen en persoonlijke begeleiding) arbeidsintensief en kostbaar zijn is grootschalige uitrol op deze wijze niet realistisch. Om grotere groepen woningeigenaren te bereiken is een fundamenteel andere aanpak noodzakelijk. Concreet gaat het in PAKaan! daarbij o.a. om het benutten van sociale structuren en doelgroepbenadering op basis van doelgroepsegmentatie, waarbij er naast de leeftijd van woningen ook rekening wordt gehouden met o.a. onzichtbare barrières en drijfveren van mensen, leefstijlen, levensfase etc. Tegelijk wordt het bedrijfsleven begeleid en geactiveerd om te komen tot een aantrekkelijk aanbod met laagdrempelig advies, ontzorging, beperking overlast bij uitvoering etc. Inmiddels is samenwerking gerealiseerd met wijkverenigingen, energieadviseurs, bedrijfsleven en wordt op diverse manieren actief gewerkt aan het informeren en activeren van woningeigenaren en concrete vraagbundeling.

Probleem Om grotere groepen woningeigenaren te bereiken is een fundamenteel andere aanpak noodzakelijk. Een aanpak waarin naast het bestaande instrumentarium vooral aandacht is voor de onzichtbare barrières en drijfveren die de keuzes van mensen in hoge mate beïnvloeden. Vanuit de wetenschap dat wij 95% van onze beslissingen onbewust nemen en buitengewoon gevoelig zijn voor invloeden vanuit de groep(en) waartoe wij onszelf rekenen, wordt gewerkt aan een doelgroepensegmentatie en -benadering. Daarbij

Page 155: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

155

gaat het om het bieden van een handelingsperspectief waarbij niet alleen wordt gekeken naar de fysieke kenmerken van de woning, maar waarbij ondermeer ook de sociale structuur, gezinssamenstelling, levensfase, leefstijlen en waardepatronen van de verschillende bewonersgroepen worden meegenomen.

Benadering Er is een benaderingswijze en instrumentarium ontwikkeld waarmee aansluiting wordt gezocht bij de persoonlijke drijfveren van woningeigenaren, een gevoel van urgentie wordt gecreëerd en waarmee gevoelde belemmeringen in hoge mate worden weggenomen. In het aanbod wordt gezorgd voor laagdrempelig advies, ontzorging, beperking overlast bij uitvoering, instrumentarium passend bij inkomenssituatie etc. Bij het vormgeven van de aanpak is nadrukkelijk de samenwerking gezocht met het bedrijfsleven en andere relevante partijen. Uit evaluatie en verkennende gesprekken met het bij Bewust Duurzaam Thuis betrokken bedrijfsleven, samen met ‘Meer Met Minder’ en Syntens, komt naar voren dat marktpartijen bereid zijn -zelfstandig of in samenwerking met andere bedrijven- tot de ontwikkeling van een aanbod te komen. De bouw- en installatiebedrijven zijn in het algemeen sterk gericht op een traditionele aanpak van grootschalige bouw- en renovatieprojecten van projectontwikkelaars en corporaties en zijn onvoldoende ingespeeld op de markt van kleinschalige (energie)renovatie bij particuliere woningeigenaren. Deze ‘onbekende’ markt vraagt om zowel product-markt-innovaties als procesinnovatie. Marktpartijen zien nu een belangrijke rol voor de gemeente en Syntens. Het gaat om een multidisciplinair open innovatieproces waarin de gemeente de cruciale regierol neemt en het proces faciliteert en waarbij Syntens de marktpartijen stimuleert en ondersteunt bij ontwikkeling van zowel product-markt-innovaties als procesinnovatie.

Resultaten Via Plaatselijk Belang Dedemsvaart en Plaatselijk Belang Balkbrug is in beide kernen contact gelegd met één van de wijkverenigingen (100 respectievelijk 450 leden) waarmee momenteel succesvol wordt samengewerkt in het informeren en activeren van de leden t.a.v. energiebesparing (tot aan vraagbundeling toe). Daarnaast zijn de plaatselijke energieadviseurs en diverse bedrijven in verschillende gebieden actief met advisering en een gericht aanbod van energiebesparingsmaatregelen. Ook worden vanuit de markt gericht informatieavonden gehouden (zonne-energie). Verder wordt in de kern Balkbrug ervaring opgedaan met het huis-aan-huis benaderen van woningeigenaren om hen inzage te bieden in hun Woningdossier (energiebesparingsdossier met label- & maatregelindicatie) en ze te informeren over hun actuele energielabelklasse en voor hen interessante energiebesparings-maatregelen, waarbij eveneens wordt gewezen op een speciaal voor hen belegde informatieavond en mogelijkheden tot vraagbundeling.

Middelen Gebruikte middelen zijn o.a.: Doelgroep-segmentatie (o.a. leeftijd woningen en leeftijd/levensfase woningeigenaren) Warmtebeelden, inclusief communicatie hierover via kerstkaart met

Page 156: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

156

inventarisatie/enquête Ontwikkeling aanbodzijde (actieve begeleiding bedrijfsleven) Sociale structuren (wijk- en buurtverenigingen) Huis-aan-huis-benadering Informatiebijeenkomsten Woningdossier

Doelgroep Woningeigenaren Wijk-, buurt- en sportverenigingen Bedrijfsleven

EU betrokkenheid Vooralsnog geen directe EU-betrokkenheid. Wel een nauwe relatie met programma’s Provincie Overijssel (Overijsselse Aanpak 2.0/ Slim Energie Thuis) en Rijk (Blok-voor-Blok-programma). EU-betrokkenheid zou zeer interessant kunnen zijn vanwege leereffecten en opschalingspotentieel.

Aanvullende punten • Samenwerking tussen lokale, regionale en landelijke partijen. • Brede vertegenwoordiging van relevante disciplines in speelveld. • Succesvolle benadering particuliere woningeigenaren als basis. • Benadering sterk gebaseerd op zichtbare- en onzichtbare drijfveren van woningeigenaren. • Afnemende rol overheid, toenemende rol bedrijfsleven. • Verminderen noodzaak premies en subsidies • Focus op betaalbaarheid van opschaling. • Integrale benadering: naast energiebesparing en duurzaamheid tevens gericht op Woonlastenbeheersing, Innovatie en Nieuwe Werkgelegenheid voor de bouwsector

Organisatie Gemeente Hardenberg/ PAKaan!-consortium dat naast de gemeente bestaat uit: Syntens Innovatiecentrum Meer Met Minder Enexis/ Fudura 5plus1 Marketing & Communicatie In nauwe afstemming en samenwerking met Provincie Overijssel.

Contactpersoon Gertjan Brand, projectleider Telefoon +31 (0)6 183 44 272 E-mail [email protected]

Website http://www.hardenberg.nl/pakaan/

Titel Bewust Duurzaam Thuis – gemeente Hardenberg Project start datum November 2008 Project eind datum Niet bekend Stad Gehele gemeente Hardenberg Introductie Ongeveer de helft van de CO2-uitstoot in Hardenberg wordt veroorzaakt door

huishoudens. Energiebesparing bij woningeigenaren is daarom een belangrijk speerpunt van het klimaatbeleid van de gemeente. Met Bewust Duurzaam Thuis

Page 157: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

157

richt de gemeente Hardenberg zich specifiek op het energiezuiniger en duurzamer maken van de bestaande woningvoorraad. En dat niet alleen om de CO2-uitstoot te beperken. In de afgelopen tien jaar is de gemiddelde energierekening meer dan verdubbeld. De tarieven voor gas en elektriciteit zullen in de komende jaren naar verwachting nog verder stijgen. Dit heeft vooral gevolgen voor woningen met een laag energielabel, die immers meer energie verbruiken. Door energiebesparende maatregelen te nemen kunnen huishoudens een verdere stijging van de energiekosten tegengaan. Omdat er voor de uitvoering van besparende maatregelen gebruik wordt gemaakt van lokale aannemers en installateurs bevordert Bewust Duurzaam Thuis bovendien de lokale werkgelegenheid. Daarnaast leidt het nemen van energiebesparende maatregelen vaak ook direct tot een verbeterde woonkwaliteit, waardoor gezondheidsklachten als gevolg van tocht en vochtige lucht voorkomen kunnen worden. Met Bewust Duurzaam Thuis slaat de gemeente Hardenberg dus meerdere vliegen in één klap, waarvan de inwoners de vruchten plukken.

Samenvatting Uit onderzoek is gebleken dat in de gemeente Hardenberg een groot deel van de energiewinst te halen is bij de particuliere woningeigenaren. De gemeente Hardenberg is op basis van dit onderzoek in november 2008 het project Bewust Duurzaam Thuis gestart. Het project is met ruim 800 maatwerk- en startadviezen, € 3 mln. aan duurzaamheidsleningen en een totaal aan investering van € 5 á 6 mln. inmiddels een groot succes en dient als voorbeeld voor andere gemeenten.

Probleem Na introductie van marktwerking bij de energiebedrijven was er voor woningeigenaren lokaal geen organisatie meer waar ze terecht konden voor onafhankelijke informatie over energiebesparing. Dit terwijl het belang van het thema voor de woningeigenaren toenam. Omdat ongeveer de helft van de CO2-uitstoot in Hardenberg wordt veroorzaakt door huishoudens en energiebesparing bij woningeigenaren een belangrijk speerpunt van het klimaatbeleid van de gemeente was geworden. Heeft de gemeente Hardenberg als één van de eerste in Nederland besloten een onafhankelijk energieloket in te richten en woningeigenaren actief te gaan benaderen.

Benadering Als eerste is een digitaal informatiepunt (website) ingericht en een telefonisch en fysiek ‘loket’ vormgegeven. Het loket is met uitgebreide persaandacht op een woonbeurs geïntroduceerd en er zijn ondersteunende communicatiemiddelen (brochures, flyers etc.) ontwikkeld. Geïnteresseerde woningeigenaren konden een maatwerkadvies voor hun woning laten opstellen en er is een duurzaamheidlening vormgegeven, waarbij woningeigenaren tegen 1% rente tot maximaal € 20.000,-- konden lenen voor het treffen van energiebesparingsmaatregelen. Vanaf het begin is het bedrijfsleven betrokken bij de aanpak, zodat er concreet handelingsperspectief was voor de woningeigenaren.

Resultaten Inmiddels zijn ruim 800 maatwerk- en startadviezen gegeven, is voor € 3 mln. aan duurzaamheidsleningen verstrekt en is in Hardenberg in totaal als gevolg van dit project voor € 5 á 6 mln. geïnvesteerd in energiebesparende maatregelen. Het project is een voorbeeld geworden voor veel gemeenten in de wijde regio (met

Page 158: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

158

inmiddels landelijke bekendheid) en heeft als belangrijke inspiratiebron gediend voor de Overijsselse Aanpak 1.0 en 2.0 (Slim Energie Thuis).

Middelen Gebruikte middelen zijn o.a.: Energieloket (digitaal, fysiek en telefonisch) Communicatiemiddelen (brieven, brochures, flyers, persberichten etc.) Maatwerkadviezen Duurzaamheidlening Adviespremie (bij aanvang) Informatiebijeenkomsten Experiment met huis-aan-huis-benadering

Doelgroep Woningeigenaren (primair) Bedrijfsleven (secundair)

EU betrokkenheid Vooralsnog geen directe EU-betrokkenheid. Wel een nauwe relatie met programma’s Provincie Overijssel (Overijsselse Aanpak 1.0 en 2.0 = Slim Energie Thuis) en Rijk (Blok-voor-Blok-programma ‘PAKaan!’). EU-betrokkenheid zou zeer interessant kunnen zijn vanwege leereffecten en opschalingspotentieel.

Aanvullende punten • Project is opgenomen in duurzaamheidsconvenant tussen gemeente Hardenberg en Provincie Overijssel • Aanpak maakt onderdeel uit van duurzaamheids-drieluik van de gemeente, namelijk: Zelf goede voorbeeld geven (meest duurzame gemeentehuis van NL, idem t.a.v. gemeentewerf, duurzame voertuigen) Verantwoordelijkheid nemen naar burgers en bedrijven (Bewust Duurzaam Thuis, energiescans bedrijven etc.) Faciliteren van maatschappelijk speelveld (‘inspireren’, activeren, ondersteunen, verbinden, samenwerken etc.) Deze integrale (en geloofwaardige) aanpak versterkt het project Bewust Duurzaam Thuis en brengt thema duurzaamheid steeds opnieuw ‘in de huiskamers’. • Benadering vanuit thema’s energiebesparing en CO2-reductie mede vormgegeven op basis van perspectief van: Beheersen energielasten huishoudens Bevordering lokale werkgelegenheid Verbetering woonkwaliteit en -comfort

Organisatie Gemeente Hardenberg Contactpersoon Gertjan Brand, projectleider Telefoon +31 (0)6 183 44 272 E-mail [email protected]

Website http://www.hardenberg.nl/bewustduurzaamthuis/

Page 159: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

159

Nederland- Overijssel

Titel Overijsselse aanpak 2.0

Project start datum 2012

Project eind datum Eind 2014

Stad Provincie Overijssel

Introductie In de periode 2009 tot en met 2011 heeft de Provincie Overijssel een energiebesparingsaanpak ontwikkeld dat gebaseerd is op het idee om zo dicht mogelijk met de particuliere woningeigenaar in gesprek te komen. In deze periode heeft de Provincie gemeente gestimuleerd een gemeentelijk energieloket op te zetten. Daarnaast kon een gemeente kiezen uit twee subsidiemogelijkheden, namelijk een duurzaamheidlening of een duurzaamheidsubsidie voor haar burgers.

In 2011 hebben we de Overijsselse aanpak doorontwikkeld naar de Overijsselse aanpak 2.0. Vanaf juli 2012 is deze aanpak operationeel. Het doel is om 10.000 woningen twee labelstappen energiezuinig te maken. Het streven is om een transitie bij bouw- en installatiebedrijven opgang te brengen die de afstand tussen vraag en aanbod verkleind.

Samenvatting De kern van de Overijsselse aanpak 2.0 bestaat uit het volgende:

Gemeentelijk Energieloket 2.0

Gemeenten in Overijssel richten een gemeentelijk energieloket in dat 1e aanspreekpunt is bij subsidies en dat een actieve wijkaanpak opzet samen met ondernemers.

Premieregeling

Particuliere woningeigenaren wordt gestimuleerd energiebesparende maatregelen te nemen middels een premiesystematiek.

Duurzaamheidlening

Particuliere woningeigenaren wordt gefaciliteerd middels een duurzaamheidlening, wanneer ze zelf niet de middelen hebben om te investeren in energiebesparing of energieopwekking.

Kennis & Coördinatiepunt

Het Kennis & Coördinatiepunt wordt ingericht door Syntens. Zij richten zich op het begeleiden van ondernemers naar de energiebesparingmarkt.

Op dit moment hebben vijf gemeenten een actieve wijkaanpak, zijn tien gemeenten bezig met de start daarvan en werken negen gemeenten aan een concept. Verder

Page 160: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

160

hebben zich meer dan 100 bedrijven gemeld voor begeleiding vanuit het Kennis & Coördinatiepunt en is de vraag naar energiebesparende maatregelen hoog.

Probleem De Provincie Overijssel streeft naar een situatie waarin de markt voor het energiezuinig maken van woningen volwassen is. Dat wil zeggen zonder overheidstimulering.

We zien dat bedrijven nog niet de taal van de woningeigenaren spreken en dat zij moeite hebben een concreet of passend product of dienst aan te bieden.

Tevens zien we dat woningeigenaren nog geen complexe vragen stellen aan bedrijven over het energiezuiniger maken van hun woning.

We constateren dat vraag en aanbod nog niet op elkaar aansluiten. Wanneer vraag en aanbod beter op elkaar aansluiten is minder overheidsinspanning nodig en kunnen sneller meer woningen energiezuiniger gemaakt worden.

Benadering De kern van de benadering draait rondom het concept actieve wijkaanpak. Hier worden particuliere woningeigenaren benaderd en wordt aan bedrijven een kans geboden om producten en diensten aan te bieden. Een actieve wijkaanpak biedt een concreet platform voor bedrijven om samen te werken en ervaring op te doen.

Daarnaast wordt via het Kennis & Coördinatiepunt de mogelijkheid aan ondernemers geboden tot 1 op 1 begeleiding of deelname aan kennisplatforms. Ook voor gemeenten worden mogelijkheden tot kennisuitwisseling geboden.

Particuliere woningeigenaren worden gestimuleerd (premie) en gefaciliteerd (lening). Belangrijk is dat de lening breed kan worden ingezet voor energiebesparende en energieopwekkende maatregelen. Tevens kan 30% van de leenruimte worden benut voor particuliere woningverbetering.

Resultaten Na een half jaar operationeel is 1/5 van de doelstelling bereikt. We zien de laatste maanden een flinke versnelling als het gaat om woningen die energiezuinig gemaakt worden. We denken dan ook voor het einde van 2014 de doelstelling te halen. Aan de aanbodzijde neemt de belangstelling en interesse van bouw- en installatiebedrijven toe. Op dit moment hebben zich meer dan 100 bedrijven gemeld. Tot slot doen 24 van de 25 gemeenten in Overijssel mee aan de Overijsselse aanpak 2.0.

Middelen Gebruikte middelen zijn o.a.: Kennis en ervaring uit de Overijsselse aanpak 1.0 (2009-2011) Samenwerking met branche organisaties en samenwerking tussen de drie overheidslagen (Gemeente-Provincie-Rijk) Procesgeld voor gemeentelijke energieloketten 2.0, voor afhandeling subsidies en voor de markttransitie Gratis woningdossier voor subsidieaanvragers

Page 161: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

161

Subsidieregeling voor premies en duurzaamheidleningen

Doelgroep Woningeigenaren Vereniging van Eigenaren Wijk-, buurt- en sportverenigingen Bedrijfsleven

EU betrokkenheid Vooralsnog geen directe EU-betrokkenheid. EU-betrokkenheid zou interessant kunnen zijn vanwege leereffecten en opschalingspotentieel.

Aanvullende punten Relaties met: Afnemende rol overheid, toenemende rol bedrijfsleven Anders groeien (krimpagenda) Lang zul je wonen Impuls voor de bouwsector Lastenverlichting bij burgers

Organisatie Provincie Overijssel, Overijsselse gemeenten, Rijk (Ministerie BZK), Bouwend Nederland, Uneto-VNI, Syntens, Meer met Minder, Stichting Stimulering Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn), verschillende intermediaire organisaties in Overijssel

Contactpersoon Johan Dolstra, projectleider

Telefoon +31 (0)38 499 7521

E-mail [email protected]

Website www.overijssel.nl/nieuweenergie, slimenergiethuis.nl, vele gemeentelijke websites

Page 162: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

162

Luxemburg – Esch-sur-Alzette

Intitulé Energy Learning factory

Date de lancement du projet

Le projet n’a pas encore commencé. Quelques détails de financement de la part de certains partenaires restent encore à clarifier avant que la Ville puisse signer le contrat.

Date de fin de projet Le projet ne sera pas limité dans le temps

Ville Il sera réalisé à Esch-sur-Alzette

Résumé Création d’un centre de formation sur les sujets de l’efficacité énergétique sur le territoire de la Ville d’Esch-sur-Alzette. Les objectifs seront :

• d’aider les entreprises et l’enseignement à améliorer durablement leurs performances, la satisfaction de leurs clients et le développement des étudiants et du personnel des entreprises ;

• de créer un centre de formation innovant, une école-usine qui aide les entreprises, écoles et l’université à former les futurs acteurs à la maîtrise et à la pratique des principes de l’efficience énergétique et de l’excellence opérationnelle dans un environnement industriel.

Problème Quelques détails de financement de la part de certains partenaires restent encore à clarifier avant que la Ville puisse signer le contrat..

Résultats Les « enseignements tirés » sont d'un grand intérêt ici /

Groupe cible Entreprises, écoles et l’université.

Implication de l'Union européenne

À voir

Organisation Ville d’Esch-sur-Alzette

Contact M. POOS Xavier

Téléphone 00352 54 73 83 - 574

E-mail [email protected]

Site Internet Non pas encore

Page 163: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

163

Noordrijn-Westfalen – Bottrop

Titel InnovationCity Ruhr, Modellstadt Bottrop Projektstart (Datum) November 2010

Projektende (Datum) 2020

Stadt Stadt Bottrop: Pilotgebiet im südlichen Stadtgebiet von Bottrop (70.000 Einwohner)

Einleitung Reduktion von 50 % CO2 bei gleichzeitiger Steigerung der Lebensqualität im Stadtgebiet

Zusammenfassung s. Anlage

Problem Sanierung und Energieeffizienz im Bestand in den Handlungsfeldern Wohnen, Arbeiten, Verkehr, Energie, Stadtentwicklung und Aktivierung

Ansatz Ausführliches Beratungsangebot und Sanierungscoaching, Umsetzung von Leuchtturmprojekten und Projekten auf Quartiersebene, Entwicklung dezentraler Energiesysteme „Energiewende von unten“

Ergebnisse Das Projekt läuft noch bis 2020

Mittel Das Projekt wird jährlich mit 500.000 Euro vom Land NRW und mit 500.000 Euro vom Initiativkreis Ruhr unterstützt. Außerdem werden für Projekte öffentliche Förderungen beantragt. Finanzierung bis 2017 gesichert.

Zielgruppe Bewohnerinnen und Bewohner Bottrops, Arbeitnehmer und Arbeitgeber, regionale, nationale und internationale Netzwerke und Städte, Wissenschaft und Forschung, Politik

EU-Bezug Convenant of Mayors, Smart Cities, Urbiscoop, EFRE

Organisation Stadt Bottrop und InnovationCity Management GmbH (Gesellschaft des Initiativkreises Ruhr)

Page 164: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

164

Kontaktperson InnovationCity Management GmbH Stefanie Hugot

Telefon 0049/2041 70-5031

E-Mail [email protected]

Website www.innovationcityruhr.de

Page 165: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

165

Noordrijn-Westfalen – NRW

Titel HÄUSER UND WOHNUNGEN GESUNDHEITSBEWUSST MODERNISIEREN

Gebiet Bürgerratgeber

Einleitung Nordrhein-Westfalen ist dem bei der WHO-Konferenz in London 1999 formulierten Vorschlag der Stärkung der lokalen und regionalen Umsetzung von Aktions-programmen mit einem eigenen Aktionsprogramm Umwelt und Gesundheit (APUG NRW) nachgekommen. Es ergänzt das nationale Aktionsprogramm und baut auf den in Nordrhein-Westfalen vorhandenen Strukturen auf. Das APUG NRW bündelt Aufgaben und Initiativen im umweltbezogenen Gesundheitsschutz, fördert die interdisziplinäre und ressortübergreifende Zusammenarbeit und gibt Impulse für praxisbezogene Maßnahmen im Bereich Umwelt und Gesundheit. Ein Schwerpunkt liegt im Bereich „Gesundes Wohnen“

Beschreibung Startsituation

Viele ältere Wohnungen entsprechen insbesondere in energetischer Hinsicht nicht mehr den heutigen Anforderungen. In manchen Gebäuden finden sich auch schadstoffhaltige Materialien. Bei einer energetischen Sanierung ist es sinnvoll beide Probleme gleichzeitig anzugehen. Der Bürgerratgeber GESUNDHEITSBEWUSST MODERNISIEREN will beim Aufspüren von Schadstoffen und deren Beseitigung Hilfestellung leisten.

Schwerpunkte der Politik

Energieeinsparung und Gesundheitsschutz

Eingesetzte politische Mittel

Information

Zusammenarbeit mit städtischen Behörden

Verteilung an alle Kommunen in NRW und an weitere interessierte Multiplikatoren

EU-Bezug Europäische Charta „Umwelt und Gesundheit“

Ergebnisse große Nachfrage; mehrfacher Nachdruck erfolgt (4. Auflage)

Page 166: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

166

Lessons Learned Bedarf an unabhängiger Information ist sehr groß, insbesondere, wenn Bürgerinnen und Bürger sich direkt betroffen fühlen wie bei den Themen „Gesundheit“ und „Kosteneinsparungen“

Organisation Ministerium für Bauen, Weohnen, Stadtentwicklung und Verkehr des Landes Nordrhein-Westfalen

Kontaktperson: Name, E- Mailadresse und Telefonnummer

MBWSV Referat IX B 5 (Ansprechpartnerin: Dr. Brigitta Verhoek-Köhler, email: [email protected])

Webseite www.apug.nrw.de

Hintergrunddokumente http://www.apug.nrw.de/pdf/modernisierungsratgeber.pdf

Titel Verbesserung der Energieeffizienz im Wohnungsbestand und in bestehenden Pflegeeinrichtungen

Gebiet Soziale Wohnraumförderung Nordrhein-Westfalen: Förderung investiver Maßnahmen im Bestand

Einleitung Zur nachhaltigen Verbesserung der Energieeffizienz und verstärkten CO2-Einsparung und zur Senkung der Nebenkosten im Wohnungsbestand und in bestehenden Pflegeeinrichtungen werden bauliche Maßnahmen in Mietwohnungen, Eigenheimen, Eigentumswohnungen gefördert. Die Förderung geht einher mit Sozialbindungen (Mietobergrenzen, Einhaltung von Einkommensgrenzen)

Beschreibung Startsituation

Wohnungsbestand in NRW: Rd. 8,5 Mio Wohnungen (WE), davon rd. 6 Mio. WE gebaut vor 1977 (1. Wärmeschutzverordnung) und energetisch optimierungsbedürftig

Schwerpunkte der Politik

Energieeffizientes Bauen und Sanieren im Rahmen der sozialen Wohnraumförderung des Landes

Eingesetzte politische Mittel

Landeswohnungsbauvermögen

Page 167: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

167

Zusammenarbeit mit städtischen Behörden

Bewilligungsbehörden für die soziale Wohnraumförderung und ggf. Planungsämter der Kommunen

EU-Bezug Keiner, da Landesprogramm

Ergebnisse Laufendes Programm

Lessons Learned

Organisation Ministerium für Bauen, Wohnen, Stadtentwicklung und Verkehr des Landes Nordrhein-Westfalen als oberste Landesbehörde und Fachaufsicht für die Bewilligungsbehörden

Kontaktperson: Name, E- Mailadresse und Telefonnummer

MBWSV Referat VIII.7 (Ansprechpartnerin: Rita Tölle, email: [email protected])

Webseite http://www.mbv.nrw.de/Service/Downloads/Wohnen/F__rderung/5-RLBestInvest2012.pdf

Hintergrunddokumente Z.B. Grafiken und Tabellen, Bildmaterial, usw. (dieses Material können sie auch gesondert mit diesem Template mit senden)

Page 168: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

168

Transnationale samenwerking – Villers la Chèvre

Intitulé Pôle de coopération transfrontalière (Belgique, Luxembourg, France) Levier d’une offre locale d’éco construction & d’éco rénovation

Date de lancement du projet

1er janvier 2011

Date de fin de projet 31 décembre 2016

Villes Tintigny 6730 BE Biekerech 8523 LU Villers la Chèvre 54870 FR

Introduction Répondre aux enjeux locaux du logement, de l’environnement, de l’emploi et de la formation, valoriser le patrimoine local et réduire la précarité énergétique.

Résumé Mutualiser les compétences et les savoir-faire locaux, afin de structurer une offre transfrontalière d’éco construction & d’éco rénovation, impliquée dès le stade du financement à la réalisation finale, pour être capable de répondre à un marché à potentiel fort en termes de développement économique et d’insertion professionnelle.

Cette action permettra en outre de fixer localement la valeur ajoutée créée avec une répartition partenariale entre les différents acteurs.

Problème Cet espace frontalier implique trois pays rencontrant les mêmes enjeux :

• offre immobilière inadaptée aux besoins actuels, • péri urbanisation consommatrice d’espaces, • 100 000 logements énergivores à rénover, • nécessité d’une cohésion dans les compétences à mettre en œuvre, la

gestion et la coordination des chantiers pour garantir une efficacité énergétique réelle.

Approche Recenser les savoir-faire locaux développés (instituts de recherche, centres de formation, groupement d’entreprises spécialisé, chantiers en cours, modes de financement utilisés, collectivités publiques impliquées, entreprises d’insertion et de travail adapté…), puis les faire adhérer à un principe de mutualisation des compétences pour proposer une offre globale.

Résultats Etablissement d’une approche commune sur les moyens à mettre en œuvre pour atteindre l’objectif visé, à savoir atteindre une meilleure efficacité énergétique.

Moyens 4 ateliers spécialisés :

• Conception et maintenance, • Sécurité juridique et Financement, • Matériaux, y compris la valorisation des déchets,

• Gestion des compétences

Page 169: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

169

qui se réunissent périodiquement avec un cahier des charges précis et se fixent des objectifs de résultat pour la séance suivante.

Groupe cible Une demande mobilisée et satisfaite : collectivités locales, bailleurs sociaux, copropriétés importantes et nouvelles constructions individuelles. Des nouveaux outils financiers rassurés par l’approche patrimoniale locale. Une offre formée et efficiente, qui densifiera le tissu économique local. Nouveaux débouchés pour assurer une insertion professionnelle pérenne. Réaliser des économies d’énergie.

Implication de l'Union européenne

« Paquet Energie-Climat » : règle des 3 × fois 20% d’ici 2020 • Réduire de 20% les émissions de gaz à effet de serre par rapport 1990,

• porter la part des énergies renouvelables à 20% de la consommation, • réaliser 20% d'économies d'énergie. Soutien au développement de l’emploi dans un contexte transfrontalier Développement des coopérations dans le domaine social

Points à ajouter

Organisation Une organisation transfrontalière chargée d’animer le projet est en cours de constitution

Contact Sophie Lewandowski, chargé de développement territoire de Longwy, Conseil général de Meurthe et Moselle - Maison du département de Longwy Bernard Lahure, maire, Mairie de Villers la Chèvre, Patrick Henry, chargé de mission offre territoriale, CAPEMM (Comité d’Aménagement de Promotion et d’Expansion de M&M),

Téléphone Tel : +33 382 39 59 57 Tel : +33 685 23 18 73 Tel : +33 673 22 53 39

E-mail [email protected]

[email protected]

[email protected]

Page 170: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

170

2. Overzicht gehouden interviews België Antwerpen De heer Wouter Cyx, Consulent Energie en Milieu Antwerpen

Stad Antwerpen en Mevrouw Iris Gommers, Coördinator duurzame stad Filip Lenders | hoofd Energie en Milieu Antwerpen Nora Danko | coördinator ecostadsprojecten

Genk Mevrouw Isabelle Vanderheyden Afdeling Leefmilieu

Gent Mevr. Indra Van Sande Ingenieur Milieudienst - Departement Milieu, Groen en Gezondheid Hilde Van Hecke: coördinator-expert, leidinggevende REGent vzw Anne Baudewijn: adviseur Dienst Wonen Iris Van den Abbeel: coördinator-expert Dienst Stedelijke Vernieuwing en Gebiedsgerichte Werking

Leuven De heer Geert Vanhorebeek Luik Mme F. Coumanne (Conseillère en énergie) et M. Marc Schlitz (Expert en

Environnement Cellule Stratégique de la Ville de Liège)

Moeskroen Christophe Denève. Conseiller en Environnement – Chef de Service Cellule Environnement de la Ville de Mouscron

Oostende De heer Bart Van Camp, Directeur EOS Roeselare Bart De Witte, hoofd externe relaties en stedenbeleid, en Bert Vanhuyse,

duurzaamheidsambtenaar te Roeselare Nederland Assen De heer Alfred Middelkamp

Beleidsadviseur Duurzaamheid Breda Dhr. Paul Paree, senior adviseur milieu

Ruimtelijke Ontwikkeling Milieu en Dhr. Saskia Schripsema adviseur Mobiliteit en Milieu Stadskantoor

Den Haag Maaike van Langelaan Programmamanager, Particuliere Woningvoorraad,Afdeling Wonen

Deventer drs.ing. M.P. (Mark) Schipper Operational Manager Duurzaamheid en Ron Sint Nicolaas, Regisseur duurzaamheid gemeente Deventer

Enschede Dhr. (B.A.G.) Benny Scholte Lubberink Senior beleidsadviseur, - E. Rouwette, projectleider MIO DWWE Gemeente Enschede, B. Scholte Lubberink, senior beleidsadviseur duurzaamheid (programma Stedelijke Ontwikkeling), R. van der Werff, manager duurzaamheid

Hardenberg Gertjan Brand, projectleider Duurzaam Hardenberg

Page 171: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

171

Luxemburg Beckerich M. C. Gira, Bourgmestre Esch-sur-Alzette

MM. Jean Huss, 1er Echevin de la ville d’Esch-sur-Alzette et Jean Wagner Expert au Département Environnement de la Ville de Esch-sur-Alzette

Noordrijn-Westfalen Aachen Michael Stephan (Geschäftsführung, Altbau Plus)

Gelsenkirchen Armin Hardes (Klimaschutz- und

Solarbeauftragter, Stadt Gelsenkirchen) Michaela Klee (Landes- und Regionalplanung, Flächennutzungsplanung, gesamtstädtische Planungen und Konzepte, Stadt Gelsenkirchen)

Bottrop Stefanie Hugot (Projektleiterin kommunal & regional, InnovationCity Management GmbH Susanne Hoy (Zentrum für Information und Beratung (ZIB), InnovationCity Ruhr) Daniela Kroll (InnovationCity Ruhr)

Land Nordrhein-Westfalen Dr. Brigitta Verhoek-Köhler (Klimaschutz, Umwelt und Gesundheit in der Stadtentwicklung, Ministerium für Bauen, Wohnen, Stadtentwicklung und Verkehr des Landes Nordrhein-Westfalen)

Page 172: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

172

3. Interview vragen

1. Wat zijn uw ambities als het gaat om het vergroten van energie-efficiëntie van bestaande woningen? Richt u zich met name op particulier woningbezit of ook op sociale huisvesting?

2. Welke (beleids-)instrumenten gebruikt u om de energie-efficiëntie te vergroten? Op welke groepen zijn deze instrumenten met name gericht? (bijv. bewoners, ondernemers). Wat beoogt u te bereiken met de inzet van instrumenten? Bijvoorbeeld stimuleren energiebewust gedrag, of stimuleren actiebereidheid tot het doen van structurele aanpassingen ? Hoe evalueert u deze initiatieven (leerpunten)? Hoe zijn deze instrumenten geëvolueerd?

3. Richt het beleid in uw stad zich op het vergroten van de energie-efficiëntie van meerdere straten en/of wijken of is het beleid met name gericht op individuele huiseigenaren/bewoners? Kunt u dit met voorbeelden toelichten?

4. Maakt energie-efficiëntie in uw stad onderdeel uit van een bredere beleidsaanpak (waarbij ook aandacht wordt besteed aan het verbeteren van de sociaaleconomische positie van een wijk)? Op welke wijze heeft u sociaaleconomische beleidsdoelstellingen gekoppeld aan energie-efficiëntie?

5. Is energie-efficiëntie in uw beleid gekoppeld aan gezondheid? En op wat voor wijze wordt hier invulling aangegeven.

Stimuleren van bewustwording en actiebereidheid

6. Wordt er binnen uw stad specifiek aandacht besteed aan bewustwordingsprocessen ten aanzien van energie-efficiëntie? Zo, ja hoe is dit vormgegeven en wat zijn specifieke aandachtspunten?

7. Welke technologische en of ICT instrumenten gebruikt u om energie-efficiëntie te stimuleren in uw stad? Wat zijn volgens u de voordelen van de inzet van deze instrumenten (bewustwording, interactieve informatie voorziening)? In welke mate werkt de stad samen met de technologische sector? Wat is de rol van kenniscentra (universiteiten)?

8. Bestaat er een lokaal energie kennisnetwerk in uw stad of een kenniscentrum gericht op energie-efficiëntie? Zo, ja wat beoogt u te bereiken via dit kenniscentrum/netwerk?(bijv www.energyville.be)

9. Is er volgens u een rol weggelegd voor handhaving? Zo, ja hoe is deze ingericht? Met welke partijen werkt u samen als het gaat om handhaving?

Page 173: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

173

Financiële modellen en instrumentarium ten behoeve van energie-efficiëntie

10. Wordt er binnen uw stad specifiek aandacht besteed aan het stimuleren van actiebereidheid ten aanzien van energie-efficiëntie? Zo, ja hoe is dit vormgegeven en wat zijn specifieke aandachtspunten?

11. Vindt u dat de lokale overheid de praktische uitvoering van energie efficiënte maatregelen van individuele burgers moet verzorgen of vergemakkelijken? (in Nederland is dit bekend onder de term ‘ontzorgen’) Is dit een verantwoordelijkheid van de lokale overheid/stad of zou dit vervuld moeten worden door marktpartijen? Bent u van mening dat het verzorgen van de praktische uitvoering een substantiële bijdrage levert aan energie-efficiëntie? Hoe zou deze uitvoering (ontzorging) moeten worden ingericht? Op wat voor andere manieren kan voor bewoners/burgers de drempel worden verlaagd, als het gaat om het doen van energie besparende maatregelen?

12. Maakt u gebruik van innovatie financieringsmodellen (zoals sale and lease back constructie) of financiële samenwerkingsconstructies (zoals public private partnerships) in uw stad, kunt dit – in detail - verder toelichten? Wat zijn de voor- en nadelen van deze financieringsmodellen?

13. Werkt u samen met centrale/gewestelijke overheden in het vormgeven/implementeren van deze innovatie financieringsmodellen? Zou u deze samenwerking kunnen beschrijven?

14. Bestaan er specifieke burgerinitiatieven in uw stad? Hoe faciliteert of stimuleert u deze initiatieven? Wat is het effect van deze initiatieven? Hoe draagt u bij aan een blijvende gedragsverandering ?

Faciliteren van lokale samenwerking

15. Besteedt uw stad specifiek aandacht aan het bij elkaar brengen van relevante actoren (marktpartijen) en hoe draagt u er zorg voor dat partners elkaar kunnen vinden ?

16. Met welke partijen werkt u samen als het gaat om energie-efficiëntie in uw stad (bijv. bouwsector, installateurs etc)? Wat is uw rol als stad in deze samenwerking met de private sector?

(Inter)nationale samenwerking; in Benelux verband, Europees verband met centrale overheden

17. Op wat voor wijze werkt u samen met de centrale /gewestelijke overheden? Zou u het doel van deze samenwerking kunnen beschrijven? Op wat voor wijze kan een multi-level governance benadering een structurele bijdrage leveren aan energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving? Biedt dit mogelijkheden voor schaalvergroting? Wat zijn kansen en knelpunten in deze?

18. Is uw stad lid van (inter)nationale initiatieven op het gebied van energie-efficiëntie (bijv. Covenant of Mayors). Wat is de reden dat u lid bent van zo’n netwerk? Wat levert deze samenwerking u op?

Page 174: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

174

19. Welke meerwaarde heeft samenwerking/kennisuitwisseling met andere steden binnen de Benelux voor u?

20. Beïnvloedt Europa uw lokale beleidsaanpak? Ziet u op dit gebied ook kansen (beleidsmatig en/of financieel)?

21. Wat zijn succes elementen van uw (lokale) aanpak die u graag zou willen uitdragen? Tegen welke (onverwachte) knelpunten bent u aangelopen? Zou uw aanpak gedupliceerd kunnen worden in andere wijken/steden? Wat zijn voornaamste uitdagingen voor de toekomst?

22. Welke ondersteuning is er nodig in het kader van Europese oproepen?

Page 175: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

175

4. Belgische federale niveau

Belastingvermindering voor energiebesparende werkzaamheden

i. Energetische renovatiewerkzaamheden

Tot eind 2011 gold een interessante fiscale aftrek (40% en spreiding over meerdere jaren) voor diverse energiebesparende renovatiewerkzaamheden alsook voor investeringen in hernieuwbare energie. Dankzij deze regeling kon met name de zonnepaneelsector een hoge vlucht nemen. Dit voordeel werd vervolgens enkel nog toegekend voor dakisolatiewerkzaamheden en werd beperkt tot 30% van de investering. Op dit ogenblik is niet bekend of dit belastingvoordeel al dan niet behouden blijft.

ii. Belastingvermindering voor lage-energiewoningen

De belastingvermindering bedraagt voor het inkomstenjaar 2011 (aanslagjaar 2012) 420 euro per woning. De belastingvermindering wordt toegekend gedurende 10 opeenvolgende belastbare tijdvakken vanaf het belastbaar tijdvak waarin is vastgesteld dat de woning een lage-energiewoning is. Die vaststelling blijkt uit een certificaat dat wordt uitgereikt door een door de koning erkende instelling of door het bevoegde gewestelijke bestuur of een soortgelijke instelling of bevoegd bestuur dat is gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

iii. Belastingvermindering voor passiefwoningen

De belastingvermindering bedraagt voor het inkomstenjaar 2011 (aanslagjaar 2012) 850 euro per woning.

De belastingvermindering wordt toegekend gedurende 10 opeenvolgende belastbare tijdvakken vanaf het belastbaar tijdvak waarin is vastgesteld dat de woning een passiefwoning is. Die vaststelling blijkt uit een certificaat dat wordt uitgereikt door een door de koning erkende instelling of door het bevoegde gewestelijke bestuur of een soortgelijke instelling of bevoegd bestuur dat is gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

Indien tijdens een van deze 10 belastbare tijdvakken uit een nieuw certificaat blijkt dat de woning voldoet aan strengere normen dan die waaraan werd voldaan volgens een vorig certificaat, wordt voor de resterende belastbare tijdvakken de belastingvermindering toegekend waarop de strengere normen recht geven.

iv. Belastingvermindering voor nulenergiewoningen

De belastingvermindering bedraagt voor het inkomstenjaar 2011 (aanslagjaar 2012) 1.700 euro per woning.

De belastingvermindering wordt toegekend gedurende 10 opeenvolgende belastbare tijdvakken vanaf het belastbaar tijdvak waarin is vastgesteld dat de woning een nulenergiewoning is. Die vaststelling

Page 176: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

176

blijkt uit een certificaat dat wordt uitgereikt door een door de koning erkende instelling of door het bevoegde gewestelijke bestuur of een soortgelijke instelling of bevoegd bestuur dat is gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

Gas- en Elektriciteitsfonds

Het Energiefonds of Gas- en Elektriciteitsfonds werd ingesteld bij wet van 4 september 2002 tot toewijzing van een opdracht aan de OCMW’s voor de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden op het gebied van energielevering. Dit instrument is bedoeld om gezinnen die schulden hebben bij hun energieleverancier, preventief en curatief te begeleiden. Het fonds wordt beheerd door de POD Maatschappelijke Integratie die jaarlijks de subsidies voor ieder OCMW berekent op basis van het aantal kwetsbare gezinnen in de gemeente. Met een rondzendbrief van april 2010 werd het mogelijke werkterrein van het fonds in de sfeer van preventie fors verbreed.

Fonds ter reductie van de globale energiekost

In toepassing van de Programmawet van 27 december 2005 werd op 10 maart 2006 het Fonds ter reductie van de globale energiekost (FRGE) opgericht. Het fonds is een publiekrechtelijke naamloze vennootschap en een dochtermaatschappij van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij.

De maatschappelijke doelstelling van het FRGE wordt in de statuten beschreven als volgt: “de studie en de verwezenlijking van projecten door tussenbeide te komen in de financiering van structurele maatregelen om reducties van de globale energiekost in particuliere woningen te bevorderen voor de doelgroep van de meest behoeftigen en het verstrekken van goedkope leningen voor structurele maatregelen om reducties van de globale energiekost in woningen bezet door privé-personen en dienstig als hoofdverblijfplaats te bevorderen”.

Het fonds geeft concrete invulling aan deze doelstelling door aan particulieren goedkope leningen te verstrekken voor structurele energiebesparende maatregelen. Dit verloopt via lokale organisaties die door de steden en gemeenten in samenspraak met het OCMW worden aangesteld. De maatschappelijk meest kwetsbare personen zijn voor het fonds een bijzondere doelgroep van particulieren.

Het Vlaams Gewest heeft hier het meest op ingezet; nagenoeg alle gemeenten hebben toegang tot dit instrument, doorgaans via bovengemeentelijke structuren.

Uit het Brussels Gewest doen slechts twee gemeenten mee.

In Wallonië is de participatiegraad vrij laag met uitzondering van de provincie Luxemburg, die voor al haar gemeenten een beroep kan doen op het FRGE.

Page 177: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

177

Het principe is om op het lokale niveau een erkende structuur als kredietverstrekker in te richten die belast is met het behandelen van de dossiers van de kandidaten voor een energetische renovatie van hun woning. De leningen zijn begrensd op 10.000 euro per wooneenheid en worden maandelijks afgelost over een periode van vijf jaar. De rente bedraagt 2%, maar via regionale akkoorden kan deze rente zakken tot 0%.

Niettegenstaande dat de lening voor iedereen toegankelijk is, zonder inkomensgrens, heeft iedere lokale entiteit een specifieke doelstelling te vervullen t.a.v. het kwetsbare doelpubliek dat maatschappelijke begeleiding inzake energie verdient.

Page 178: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

178

5. Literatuurlijst

Agentschap NL (2011). Blok voor Blok aanpak

Agentschap NL (2011). Financieringsmogelijkheden voor energiebesparing door eigenaar-bewoners.

Agentschap NL (2011). Projectplan in het kader van de ‘Tijdelijke regeling blok voor blok’ Op de bres voor Breda.

Agentschap NL (2012). Handboek gemeenten. Energie prestatie gebouwen.

Agentschap NL (2012). Financiering ‘zeer energiezuinig tot energieneutraal bouwen’.

Agentschap NL (2012). Infoblad bewonersgedrag en bewonersvoorlichting bij zeer energiezuinige woningen.

APUG NRW. Häuser und Wohnunge. Gesundheitsbewust modernisieren.

Autonoom Gemeentebedrijf EOS - Oostende. Energy Scan.

BuildDesk (2009). De optimale energiebesparingscampagne voor particulier eigenaar/bewoners.

BuildDesk (2012). Een woninggebonden gemeentelijke energie-investering. Verkenning van de mogelijkheden in bestaande woningbouw.

BZK, Aedes, Nederlandse Woonbond & Vastgoed Belang (2012). Convenant Energiebesparing Huursector.

BZK, Bouwend Nederland, Energie-Nederland & UNETO-VNI (2012). Meer met Minder. Convenant energiebesparing bestaande woningen en gebouwen.

BZK (2012). Koepelconvenant Energiebesparing Gebouwde Omgeving.

BZK. Plan van Aanpak. Energiebesparing Gebouwde Omgeving.

Energiesprong. Notitie financiering verbouwing naar energie neutrale woning particulieren.

Energiesprong. Notitie Hypotheek differentiatie naar energieprestatie.

European Commission (2010). Financing Energy Efficiency: Forging the Link between Financing and Project Implementation. European Commission (2011). Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on energy efficiency and repealing Directives 2004/8/EC and 2006/32/EC Europese Commissie (2011). Energie-efficiëntieplan 2011

Page 179: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

179

Europese Commissie (2012). Gedelegeerde verordening (EU) Nr. 244/2012 van de Commissie van 16 januari 2012 European Commission DG Energy (2012). Consultation Paper ‘Financial Support for Energy Efficiency in Buildings’

Europees Parlement & Raad van de Europese Unie (2010). Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen (herschikking).

Gemeente Breda (2010). IKS Aanvraag De Duurzame Stad.

Gemeente Deventer (2011). Deventer Energieke Verbinding. Tijdelijke regeling blok voor blok.

Gemeente Deventer (2011). Uitvoeringsagenda Duurzaamheid. Op weg naar een duurzaam evenwicht.

Gemeente Hardenberg. Tussenevaluatie. Bewust Duurzaam Thuis.

Gemeente Roeselare. (2012). Opmaak van een CO2 nulmeting voor het grondgebied van Roeselare.

InnovationCity Bottrop. Antrag der Stadt Bottrop zur Innovation City. 2. Antragsphase.

InnovationCity Bottrop. Anhang zum Antrag der Stad Bottrop zur Innovation City. 2. Antragsphase.

International Energy Agency (2011). 25 Energy Efficiency Policy Recommendations.

Lente Akkoord (2012). Lente-akkoord Energiezuinige Nieuwbouw

Meer met Minder (2010). Kansrijke aanpakken in gebouwgebonden energiebesparing. De particuliere eigenaar.

Nibud (2012). Maximale hypotheek en energielabels. Nicis Institute (2010). Achtergrondnotitie: NAC Duurzame steden. Energiebesparing

Nieboer, N., Gruis, V., Hal van, A. & Tsenkova, S. (2011). Energy efficiency in housing management – conclusions from an international study. Enhr Conference 2011.

PrimeHouse (2012). Conférence de presse Nouveau régime d’aides financières pour les économies d’énergie et l’utilisation des énergies renouvelables dans le domaine du logement.

Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad (2011). Aanbeveling betreffende de fiscale maatregelen voor energiebesparing. Secrétariat Général Benelux (2011). Réseaux de coopérations entre les villes Liste des réseaux de coopérations existants en matière d’amélioration de l’efficacité énergétique dans les villes.

SERV (2011). Actieplan Energie-Efficiëntie 2008-2016

SPW (2011). Deuxième Plan d’Action en Matière d’Efficacité Energetique de la Région wallonne dans le cadre de la directive européenne 2006/32

Page 180: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het

180

Universiteit Antwerpen, Instituut voor Milieu & Duurzame Ontwikkeling (2012). ESCO’s in Vlaanderen, de kip met de gouden eieren of een barrière voor doorgedreven energetische renovaties? VEA (2011). Vlaams Energieagentschap Ondernemingsplan 2012

VEA (2011). Actieplan van het Energierenovatieprogramma 2020 voor het Vlaamse woningbestand

VEA (2012). Actieplan Bijna-Energieneutrale Gebouwen.

Vlaams Parlement (2009). Beleidsnota Energie 2009-2014

Vlaams Parlement (2010). Beleidsbrief energie 2010-2011.

Page 181: Energie-efficiëntie in de gebouwde omgeving binnen …...sector, slimme meters en energie audits. Op 11 september 2012 stemde het Europees Parlement (EP) in Straatsburg in met het