EN TOEN VIELEN DE BOMMEN!”geschiedenis.norbertuscollege.nl/stadswandeling.pdf · 2014. 1. 10. ·...

17
EN TOEN VIELEN DE BOMMEN!” Een stadswandeling Op zoek naar sporen uit de Tweede Wereldoorlog in Roosendaal Norbertuscollege Sectie Geschiedenis Derde klas havo / vwo December 2011

Transcript of EN TOEN VIELEN DE BOMMEN!”geschiedenis.norbertuscollege.nl/stadswandeling.pdf · 2014. 1. 10. ·...

  • “EN TOEN VIELEN DE BOMMEN!”

    Een stadswandeling

    Op zoek naar sporen uit de Tweede Wereldoorlog in Roosendaal

    Norbertuscollege

    Sectie Geschiedenis

    Derde klas havo / vwo

    December 2011

  • Stadswandeling:

    “En toen vielen de bommen!” Roosendaal tijdens de Tweede Wereldoorlog

    Roosendaal is een stad die tijdens de Tweede Wereldoorlog relatief veel materiële en immateriële

    schade heeft opgelopen in vergelijking met andere Nederlandse steden van dezelfde omvang. Een

    oorzaak hiervoor is de aanwezigheid van het spoorwegknooppunt dat de Nederlandse spoorwegen

    verbindt met die van België en Frankrijk. Het spoorwegemplacement vormt op zich een belangrijk

    strategisch doelwit in tijd van oorlog, zo is gebleken. Tot tweemaal toe werd de stad tijdens de

    Tweede Wereldoorlog gebombardeerd:

    1. Het Duitse bombardement van 11 mei 1940 en

    2. Het Geallieerde bombardement van 31 mei 1944

    De meeste sporen uit de Tweede Wereldoorlog in het hedendaagse Roosendaal houden direct

    verband met één van deze twee bombardementen. Traumatische ervaringen die vele mensenlevens

    hebben gekost en pijnlijke herinneringen oproepen bij veel oudere Roosendalers . Deze groep wordt

    echter ieder jaar weer kleiner. Reden te meer dus om via de stadwandeling aandacht te besteden

    aan dit onderdeel van het verleden van Roosendaal en zo de herinnering levend te houden.

    Een ander belangrijk moment uit de oorlog, een vreugdevollere gebeurtenis, is de bevrijding van de

    stad die plaatvond op 30 oktober 1944. Uiteraard zijn er in de vorm van monumenten nog sporen

    van deze gebeurtenis terug te vinden en maken zij deel uit van de stadswandeling.

    1. Het Norbertuscollege

    We beginnen onze stadswandeling op het Norbertuscollege (Lyceumlaan 10). In en rond het

    schoolgebouw zelf treffen we al een aantal sporen aan die verwijzen naar de Tweede Wereldoorlog.

    Het eerste spoor waar we naar op zoek gaan, is een gevelsteen die is opgericht ter nagedachtenis

    van het overlijden van de zestienjarige Olaf Geerts, leerling van onze school en zoon van de docent

    klassieke talen Arthur Geerts. Op het

    monumentje kunnen we (vertaald uit het

    Latijn) het volgende lezen: Aan Olaf Geerts, een

    eminente medeleerling, zijn medeleerlingen,

    Ontrukt is aan hem, In een voor het vaderland

    vijandige tijd, Het leven op onrijpe leeftijd, Door

    de grimmigheid van de oorlog, Hij is een

    sieraad van ons gymnasium geweest, Eminente

    Olaf, Hem gedachtig zullen wij altijd vrienden

    zijn.

    Hij is samen met zijn achttienjarige zus Paula

    omgekomen op 11 mei 1940 bij het Duitse bombardement op Roosendaal, toen ze op weg waren

    naar de schuilloopgraaf op de hoek van de Ludwigstraat-Vincentiusstraat. Terwijl ze samen met hun

    moeder vluchtten, kwam één van de vele verdwaalde bommen bij hun woonhuis aan de

    Ludwigstraat 3 neer, waardoor ze geraakt werden door granaatscherven.

  • Olaf en Paula waren op slag dood, moeder raakte gewond. Later tijdens de stadswandeling komen

    we hier nog op terug.

    Naast Olaf Geerts, kwamen bij het bombardement ook lerares Mej. H. Rijkholt (woonachtig aan de

    Ludwigstraat 1) en de echtgenote van docent scheikunde C. van Eck om. Het dochtertje van de

    natuurkundedocent H. van Laarhoven verloor een voetje.

    Het tweede spoor houdt nauw verband met de gebeurtenis waarbij Olaf omkwam. Een drietal

    bommen viel namelijk op het schoolterrein van het Norbertuscollege. Eén kwam terecht net achter

    de huidige garderobe, daar waar de kantine begint. Een scherf van één van de andere twee bommen

    sloeg een stukje uit de gevel van de conciërgewoning. De schade bleef verder beperkt.

    Het derde spoor bevindt zich op de zolder van de school. Tijdens de oorlog waren verschillende

    soldaten ingekwartierd in het schoolgebouw. In het begin van de oorlog waren dit uiteraard Duitsers,

    zij vorderden de linkervleugel van het gebouw. Zij hebben naar ik weet geen sporen achtergelaten.

    De Britten, die de stad Roosendaal op 30 oktober 1944 hadden bevrijd en vanaf dat moment het

    schoolgebouw als onderkomen gebruikten, echter wel. Op de zolder van de A-vleugel, te bereiken via

    de trap tegenover lokaal A101, is op één van de balken met wit schoolbordkrijt de tekst; The fighting

    49th Polar Bear geschreven. Het was dit regiment, de Polar Bears, dat in 1944 de stad heeft bevrijd.

    Het begin van de oorlog voor Roosendaal en het einde ervan hebben zo dus hun sporen op het

    Norbertuscollege achtergelaten.

    2. Het Bevrijdingsmonument

    We verlaten nu het schoolterrein en lopen rechtsaf de Lyceumlaan uit richting het kruispunt met de

    Parklaan. Nabij de kruising bevindt zich het officiële bevrijdingsmonument waar ieder jaar op 4 mei

    tijdens de dodenherdenking de Gemeente Roosendaal de slachtoffers uit o.a. de Tweede

    Wereldoorlog herdenkt.

    Het beeld stelt een vrouw voor die zichzelf bevrijd uit haar

    ketens. In het monument zijn de namen van de slachtoffers

    uitgebeiteld. Zoek de naam van Olaf Geerts maar eens op.

    Wellicht dat je is opgevallen dat de naam Van Loenhoud nogal

    vaak voorkomt. Dit hele gezin is tijdens de gevechten om de

    bevrijding van Roosendaal omgekomen. Het huis van de familie

    Van Loenhoud aan de Nispensestraat kreeg op 29 oktober 1944

    een voltreffer te verwerken van een Brits vliegtuig. Vader,

    moeder en de vijf kinderen kwamen daarbij allemaal om.

    Verder bevinden zich onder de namen veel slachtoffers die

    gevallen zijn om en nabij het terrein van Melkfabriek Het Anker

    aanwezig waren op het tijdstip van de luchtaanval. De fabriek

    veranderde in een ruïne, veel boeren die hun melk kwamen

    afleveren en arbeiders van de fabriek vonden een verschrikkelijke dood.

    Tenslotte is het waard om te vermelden dat er een speciale plaquette is gewijd aan de Joodse

    Roosendalers die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Op een aantal plaatsen in de

    stad zijn zogenaamde Stolpersteinen in het trottoir aangebracht op plekken waar o.a. Roosendaalse

  • Joden en verzetstrijders hebben gewoond of verbleven voordat ze gedeporteerd werden. Onze

    school heeft ook een bijdrage gedoneerd aan het project en heeft één van deze stenen geadopteerd.

    Het gaat in dit geval om de Stolpersteine voor Elly Bertha Monach aan de Kalsdonksestraat 89, voor

    de ingang van het voormalige ziekenhuis Charitas, tegenwoordig een verzorgingstehuis met de naam

    Wieckendael. Tijdens deze wandeling zullen we deze Stolpersteine helaas niet te zien krijgen, maar

    wel voert de wandeling ons langs een aantal andere van deze stenen.

    3. Het station

    We verlaten de Parklaan door via de Lyceumlaan verder te lopen

    richting Spoorstraat (langs het bedrijf Taxi De Groen). We slaan

    linksaf en volgen de Spoorstraat tot het Stationsplein aan onze

    rechterhand verschijnt. We steken voorzichtig de Spoorstraat over en

    lopen richting de hoofdingang van het station. Net voor de trappen

    van de ingang blijven we staan bij het monument aan onze

    rechterhand. Het monument De Vrede is een gemetselde bakstenen

    zuil bekroond met een sculptuur van geglazuurd, gebakken

    aardewerk. Op de zuil is een bronzen plaquette aangebracht. De

    tekst op de plaquette luit 'TER GEDACHTENIS AAN HEN DIE VIELEN

    1940 – 1945’ met daaronder de burgerslachtoffers die zijn gevallen

    tijdens de Tweede Wereldoorlog. De meeste onder hen zijn

    omgekomen bij het geallieerde bombardement op het station op 31 mei 1944. Ook hier valt weer

    een Van Loenhoud te betreuren! Ook het stationsgebouw zelf kwam er in 1944 niet ongeschonden

    vanaf. Het kreeg een aantal voltreffers te verwerken. Hier is niet veel meer van terug te zien, maar

    met behulp van de foto op de volgende bladzijde kan er toch een beeld worden gevormd van de

    schade die werd aangericht.

    4. Twee Stolpersteinen

    We lopen nu over de stoep verder met aan onze rechterhand de gevel van het stationsgebouw. Aan

    de overkant bevindt zich de fontein, we steken voorzichtig over en wandelen hier naartoe.

    Vervolgens steken we de Stationsstraat over en lopen rechtdoor de Dr. Lemmensstraat in. In de Dr.

    Lemmensstraat lopen we aan de linkerkant over het trottoir heen. We komen ter hoogte van

    huisnummer ?? de eerste Stolperstein tegen, gewijd aan Pieter Penneweert (1896 - 1944).

    Pieter werd geboren op 12 mei 1896 te Utrecht. Hij woonde en werkte als hoofd werktuigkundige NS

    te Roosendaal. Samen met Herman van Aalderen, chef seinwezen te Zwolle, wilde hij de

    telefoonlijnen van het seinwezen gaan gebruiken als geheim telefoonnetwerk voor het verzet. Pieter

    werd in juli 1944 gearresteerd en in september 1944 overgebracht naar concentratiekamp

    Neuengamme, waar hij op 11 december 1944 overleed. Herman van Aalderen werd ook opgepakt en

    overgebracht naar concentratiekamp Sachsenhausen, overgeplaatst in april 1945 naar Bergen Belsen

    waar hij eind mei, na de bevrijding van het kamp, overleed aan vlektyfus.

    We slaan de eerste weg rechtsaf de Burg. Schoonheijtstraat in. Voor de Burg. Schoonheijtsstraat 37

    ligt een Stolperstein ter nagedachtenis aan Mina Cozijn (1896-1942). Op vrijdag 28 augustus 1942

    werden de Roosendaalse Joden Mina Cozijn, Rosette van Nierop en haar dochters Blondina en

    Simone opgehaald door de politie van Roosendaal en overgebracht naar Kamp Westerbork. Op

    dinsdag 1 september 1942 zijn zij gedeporteerd naar vernietigingskamp Auschwitz (Polen) en daar

  • direct bij aankomst op 3 september vermoord in de gaskamers. Deze kille feiten vertellen ons niet

    alleen iets over de dood van Mina Cozijn, maar maken ons ook duidelijk hoe efficiënt de Duitse

    vernietigingsmachine draaide, maar ook dat hier gewoon aan mee werd gewerkt door Roosendaalse

    politieagenten. Te bizar voor woorden. Even een moment om bij stil te staan!

    5. Beeldje voor Olaf?

    We lopen de Burg. Schoonheijtstraat uit en keren zo terug op de Stationstraat. We houden links aan

    en lopen over de stoep verder tot de kruising met de Vincentiusstraat en de Ludwigstraat die hier

    samen op de Stationstraat uitkomen. Houd in gedachten dat veel oudere panden die we passeren

    vrijwel allemaal schade hebben opgelopen tijdens minimaal één van de bombardementen. Bij de

    kruising zien we een klein driehoekig plantsoen. Er staat gedeeltelijk nog een hekwerkje omheen. Het

    was op dit veldje waar zich in de oorlog een schuilloopgraaf bevond waar mensen uit de omgeving

    dekking konden zoeken bij luchtaanvallen. We weten dat het Olaf Geerts en zijn zus Paula helaas niet

    gelukt was zich tijdig in veiligheid te brengen. Op de plaats waar zij wellicht sneuvelden, staat nu een

    klein bronzen beeldje. Stelt de jongen met schooltas Olaf voor?

    6. De Polar Bear

    We slaan de Ludwigstraat in. In de straat woonde op nummer 3 de familie Geerts, op nummer 1 mej.

    Hildegonde Rijkholt, lerares van het Norbertuscollege. We lopen verder tot aan het einde van de

    straat. Hier slaan we rechtsaf de Vughtstraat in. De Vughtstraat komt weer terug uit op de

    Stationsstraat. Hier slaan we linksaf. Aan de overkant zie je een spoorwegovergang. We steken over

    en maken gebruik van het tunneltje onder de spoorwegen door om de Kade te bereiken. We houden

    uit het tunneltje gekomen rechts aan. We lopen rechtdoor naar het Kadeplein en houden de kerk

  • aan onze linkerhand. Op het plein zie je een monument staan. Een zwarte zuil van basalt gekroond

    door een ijsbeer staande op een wereldbol. De ijsbeer was het symbool van de Britse 49th West

    Riding and Midland Infantry Division, oftewel de Polar Bears, de bevrijders van Roosendaal. Deze

    divisie werd geformeerd in 1907 en nam deel aan de Eerste Wereldoorlog. Zij vestigde zich in 1940 in

    IJsland waar de manschappen hun opleiding kregen. De eerste frontervaring tijdens de Tweede

    Wereldoorlog deden sommige regimenten op in Noorwegen rond de stad Narvik in 1940. Na de

    landing in Normandië in 1944 kwam de Polar Bear Division onder het bevel van het Canadese leger

    en rukte langs de kuststrook op als de linkerflank van Montgommery’s leger richting België.

    Tijdens de bevrijding van Roosendaal werd door de Polar Bears samengewerkt met het 9th Royal

    Tank Regiment. Op 30 oktober 1944 kwamen zij met hun tanks Roosendaal binnenrijden na een

    driedaagse tankslag tussen Wouw en de stad uitgevochten te hebben. Voordat de Britten goed en

    wel de stad binnen konden rijden moesten ze eerst nog een noodbrug over de Watermolenbeek

    aanleggen, omdat de Duitsers het bruggetje hadden laten springen. Zo konden de Britten gelijk

    demonstreren hoe stoer ze waren. Ze werden daarna voorgoed in de armen gesloten van de

    Roosendalers. De stad was bevrijd!

    Je zal misschien denken dat iedereen op die dag uitzinnig van vreugde was. Natuurlijk overheerste

    die sfeer bij de meeste mensen, maar we moeten niet vergeten dat het geweld dat met de bevrijding

    gepaard ging het leven kostte van 32 Roosendalers. Er werden 198 huizen verwoest en 567 raakten

    min of meer beschadigd. Heel veel gezinnen stonden dus letterlijk met lege handen op straat en in de

    kou. Het was per slot van rekening oktober en het moest nog winter worden. Het drong bij de

    meeste mensen natuurlijk wel door dat ze niet mochten klagen: ze hadden per slot van rekening de

    oorlog overleefd!

    Ieder jaar vindt hier op 30 oktober nog een herdenking plaats waar oud-strijders aan deelnamen. Je

    kunt je wel voorstellen dat deze groep helaas al sterk uitgedund is. Tijdens de 60-jarige bevrijding van

    Roosendaal in 2004 is er nog een groepje leerlingen en docenten van het Norbertuscollege geweest

    dat deel heeft genomen aan de ceremonie. Er hangt een fotocollage van in lokaal A101 op onze

    school. Het was heel speciaal, vonden de leerlingen en docenten, om met de bevrijders oog in oog

    gestaan te hebben.

  • 7. De Bunker

    We laten de Kade achter ons en lopen in dezelfde richting, maar nu

    aan de overkant van de straat terug richting de spoorwegovergang.

    We lopen langs een kerk, in de volksmond de Paterskerk. Op het

    pleintje voor de kerk staat ook nog een klein monumentje. Het beeld

    stelt St. Michaël voor die de draak verslaat. Tijdens de oorlog

    beloofde de rector een beeld te zullen schenken als kerk en klooster

    de oorlog goed doorstonden. Aartsengel Michaël symboliseert de

    strijd tegen het kwaad (het Nazisme). Aan de voorzijde van het

    natuurstenen bovenstuk staat St. Michaël verdedig ons in de strijd' en

    aan de achterzijde 'in dank voor uw bescherming 1940-1945.

    Gewoonlijk wordt deze engel afgebeeld met het zwaard in ene en

    een weegschaal in de andere hand. Dit laatste symbool is niet zo

    gebruikelijk. Het is ontleend aan de uitvaartliturgie waar gezongen

    wordt: 'moge de aanvoerder (vaandeldrager) Michaël hen

    binnenleiden in het eeuwige licht'. Dit is een verwijzing naar de taak die de volksvroomheid aan

    Michaël toekent: het wegen van de gestorvenen om te kijken of ze waardig zijn voor het eeuwige

    licht.

    We wandelen verder het spoor over en steken de Stationstraat over wanneer de voetgangerslicht op

    groen springt. We lopen nu de Markt op met aan de rechterkant het VVV-kantoor met daarnaast het

    oudste gebouw van Roosendaal De Cleyne Cat (17de eeuw). We lopen alsmaar rechtdoor en merken

    dat de Markt steeds breder wordt. We blijven stilstaan voor het oude postkantoor, thans Chinees

    restaurant De Postkoets (Markt 31). Het gebouw rechts van het restaurant huisvest het

    Gemeentearchief van Roosendaal. Tussen deze twee gebouwen in bevindt zich een steegje. We

    lopen stilletjes dit steegje in op zoek naar… de bunker!

    Wat doet die bunker nu (nog) hier? Deze Duitse bunker uit 1943 bevindt zich naast de

    telefooncentrale van de voormalige PTT (Post Telegraaf Telefoon), de huidige KPN. De bunker was

    bedoeld als een kabelschakelpunt voor de telefoonlijnen van de Duitsers. Zij wilden namelijk naast

    het reeds bestaande net een ‘noodnet’ aanleggen, zodat de Duitsers bij een eventueel

    bombardement op de telefooncentrale van de PTT, konden blijven telefoneren. Het ‘noodnet’ is

    echter nooit voltooid. Apart dat de bunker er nog steeds staat. Een stille getuige van de Tweede

    Wereldoorlog in hartje stad! De bunker is niet geruimd omdat dit alleen mogelijk zou zijn door

    gebruik te maken van explosieven. Het gevaar dat de explosie schade zou veroorzaken aan de

    omliggende gebouwen waaronder de telefooncentrale is te groot, waardoor de bunker er nog steeds

    staat en wellicht nooit geruimd zal worden.

    8. Monument voor het verzet Onbekend, Onbemind, Oranje

    Dat was de bunker. We lopen weer terug naar de Markt en steken schuin over richting de

    onderdoorgang naast de Bibliotheek. We bevinden ons nu in het Emile van Loonpark. Op de gevel

    van het gebouw aan de rechterkant is een kunstwerk op de gevel terug te vinden dat een man, een

    kindje en een vrouw (een gezin) lijkt voor te stellen. Het is een vrij jong monument dat onthuld is op

    4 mei 2010 in het bijzijn van een aantal oud-verzetstrijders. Initiatiefnemer was John Braat, die er

    niet alleen voor heeft gezorgd dat er Stolpersteinen in Roosendaal gelegd zijn, maar ook onderzoek

    heeft gedaan naar de rol die het verzet gespeeld heeft in Roosendaal. Deze rol was veel groter dan

  • aanvankelijk altijd werd gedacht. Wil je

    hier meer over weten dan kan ik je het

    boek wat hij over het onderwerp

    geschreven heeft : Ere wie ere toekomt,

    Onbekend Onbemind Oranje aanraden.

    Het monumentje waar we nu voor staan,

    laat drie cirkels zien (de hoofden van de

    figuren), drie o’s, die staan voor de drie

    woorden Onbekend, Onbemind, Oranje,

    de ondertitel van het boek.

    9. Bloemenmarkt

    We wandelen verder door het park en houden voortdurend rechts aan. We lopen het park uit een

    parkeerplaats op. We vervolgen onze weg rechtdoor richting een groot rond appartementencomplex

    dat we aan onze rechterhand houden. We lopen nu en steegje in: de Panneboeter. Het steegje lijkt

    dood te lopen, maar we kunnen als voetgangers toch echt doorlopen, want er bevindt zich aan het

    einde een onderdoorgang. Hier langs gelopen, komen we uit op de Bloemenmarkt tegenover Hotel

    Tongerlo. Kijk nog eens terug naar de onderdoorgang. Er is niets meer van terug te zien, maar ooit is

    op deze plaats tijdens het bombardement van 31 mei 1944 een bom gevallen die de gebouwen die

    er stonden zwaar toetakelde. Er ontstond een passage naar het erachter gelegen terrein. Toen er in

    de jaren vijftig op deze plaats nieuwbouw verscheen, besloot men de doorgang te handhaven.

    Zonder dat je het door hebt dus eigenlijk ook een spoor van de Tweede Wereldoorlog! Hieronder zie

    je een foto van de verwoesting die het bombardement had aangericht.

  • 10. Het vuur dat woedt, getemd door moed

    We laten de Bloemenmarkt achter ons en lopen de Molenstraat in. We lopen aan de rechterkant van

    de straat langs museum Het Tongerlohuys dat zich aan onze rechterhand bevindt. De Molenstraat

    heeft ook zwaar te lijden gehad onder het bombardement, maar hier gaat het om het Duitse

    bombardement van 11 mei 1940. Vele huizen werden tijdens het bombardement beschadigd of

    compleet verwoest. We lopen richting het kruispunt met de Burg. Prinsensingel. De Binnensingel

    zoals deze straat werd genoemd is in 1942 ontstaan. Er werd besloten om een aantal huizen in de

    Molenstraat niet meer terug op te bouwen, zodat er plaats ontstond voor een nieuwe weg dwars

    door het centrum van de stad. Het pand Molenstraat 68 herbergt een gevelsteen die ons aan deze

    periode herinnert. We zien een steigerend paard dat vuur spuwt en door de ruiter getemd wordt. De

    tekst vertelt ons: Het vuur dat woedt getemd door moed. Hieronder kun je een foto zien van het

    gapende gat in de Molenstraat dat ruimte maakte voor de Burg. Prinsensingel, die genoemd is naar

    de oud-burgemeester van de stad, Claudius Prinsen (1896-1952), door veel Roosendalers gezien als

    een held door zijn moedige houding tegenover de Duitse bezetter.

    11. Burg. Prinsensingel

    We slaan linksaf de Burg. Prinsensingel in. We lopen aan de linkerkant van de straat over het trottoir

    langs de apotheek en steken even later de Kloosterstraat over. We lopen rechtdoor totdat er aan

    onze linkerhand een stenen muur begint. Dit is de muur van de tuin van klooster Mariadal. Bovenop

    de hoek van de muur staat een monument. We zien twee bouwvakkers die aan het metselen zijn. Zij

    bouwen als het ware Roosendaal terug op na de verwoestingen uit de Tweede Wereldoorlog, die

    worden uitgebeeld door de twee bommen onderaan op het monument. Het is een beeld uit 1950.

    We lopen verder tot aan het kruispunt met de Vincentiusstraat. Hier slaan we linsaf de

    Vincentiusstraat in.

  • 12. Pater Alphonsus (Gerardus Averdieck)

    We wandelen nu langs het klooster in de Vincentiusstraat. Rechts van de hoofdingang in de gevel

    bevindt zich een gevelsteen. Het is een monumentje ter nagedachtenis aan de verzetstrijder pater

    Alphonsus, geboren als Gerardus Averdieck op 6 februari 1899 te Alphen. Pater Averdieck kwam op

    11 juli 1942 aan in Roosendaal en verbleef in het klooster. Vanaf die tijd was hij dag en nacht in touw

    voor het verzet in Roosendaal. Hij smokkelde samen met andere verzetstrijders Joden, Franse

    soldaten, neergeschoten geallieerde piloten, Engelendvaarders en andere vluchtelingen, de grens

    over en schonk hulp aan onderduikers. Helaas werden zijn acties door verraad (hier kun je over lezen

    in het boek van John Braat over het verzet), bekend bij de Duitsers. Op 19 juli 1944 werd hij

    gearresteerd door twee leden van de Sicherheitsdienst (SD), de Duitse inlichtingendienst. Averdieck

    werd naar Den Bosch gebracht en vanuit daar overgeplaatst naar de beruchte strafgevangenis in

    Scheveningen ook wel Oranje Hotel genoemd. Begin augustus werd hij na strenge verhoren en

    martelingen overgebracht naar Kamp Vught. Hier werd hij op 11 augustus gefusilleerd! Averdieck

    wordt niet alleen herdacht door de gevelsteen, maar wanneer we verder lopen komen we bij de

    andere ingang van het klooster ook een Stolpersteine tegen ter nagedachtenis aan de verzetsheld die

    stierf voor andermans vrijheid!

    13. Johannes Heijnen

    Na dit indrukwekkende verhaal, lopen we terug naar onze school, maar niet voordat we eerst nog

    een Stolpersteine bekeken hebben. De laatste voor vandaag. Om deze te vinden, moeten we verder

    wandelen door de Vincentiusstraat. We slaan de eerste weg rechtsaf de Dr. Lemmensstraat in. We

    lopen over de stoep langs de rechterkant van de straat. Voor huisnummer ?? zien we de

    Stolpersteine liggen voor Johannes (Jan) Heijnen. Jan Heijnen was op 25 oktober 1918 geboren te

    Roosendaal. Hij was leider van een verzetsgroep, Voor God en de Koning en bracht samen met de

    andere leden van zijn groep een illegaal blad uit. De groep hield zich veel bezig met spionage- en

    inlichtingenwerk. Helaas werden zijn ondergrondse praktijken hem ook fataal. Hij werd op 2 juli 1944

    opgepakt. Via het Oranjehotel belandde hij in Kamp Vught en werd begin september 1944 bij de

    ontruiming van het kamp overgebracht naar het concentratiekamp Sachsenhausen. In oktober werd

    hij op transport gesteld naar Neuengamme, hier komt hij waarschijnlijk op 14 januari 1945 om het

    leven!

    Laten we de laatste meters op weg naar school, we slaan rechtsaf de Burg. Schoonheijtsstraat in,

    lopen door, steken de Brugstraat over en zijn weer in de Lyceumlaan, gebruiken om nog even stil te

    staan bij alle personen die we tegen zijn gekomen en voor wie de Tweede Wereldoorlog noodlottig

    werd. Denk nog eens terug aan de Familie van Loenhoud, Mina Cozijn, Pieter Penneweert, Pater

    Averdieck, Johannes Heijen en natuurlijk niet tet vergeten Olaf en Paula Geerts. Olaf een jongen van

    16 jaar oud, een leerling van onze school… Het komt ineens wel erg dichtbij die Tweede

    Wereldoorlog!

    Bedankt voor jullie aandacht.

    Meneer Kuijpers

    16-12-2011

  • Roosendaal: Paula Geerts, geboren 11 februari 1922 te Roosendaal, studente te Nijmegen,

    overleden 11 mei 1940 bij een Duitse luchtaanval op Roosendaal, samen met haar jongere

    broer Olaf. Als scholiere hield zij een dagboek bij dat later werd uitgegeven onder de titel

    Mijn dagboek. In Hoofddorp is een scoutingvereniging naar haar vernoemd.

  • Roosendaal (1930): Misdienaars en acolieten, in de tuin van de Paterskerk: zittend 1e rij

    v.l.n.r.: Olaf Geerts, Tiest Vos, Piet Holtzer, Adrie Vermeulen. Knielend: Jan Dierckxsens,

    Jan Vermeulen, Ad Mol, Fons Rademakers. Staand v.l.n.r.: Broeder Felix, Hubert Stoop,

    Gelsing, Joop v.d. Made, Joop van Haren, Harrie Verhaak, M. Lazeroms, Toon Bruglemans,

    H. Welling, pater J. van de Velde