Eindtoets Het Weer

De opdracht

• Je krijgt 10 vragen. Probeer ze alle 10 goed te beantwoorden. Klik op het volgens jou juiste antwoord.

• Als je een vraag goed beantwoord, verschijnt er een zonnetje.

• Als je een vraag fout beantwoord, verschijnt er een regenwolk.

• Klik op het zonnetje of regenwolkje om verder te gaan. Start

Helaas!

• Je hebt niet kunnen zorgen voor goed weer.

Begin opnieuw

Gefeliciteerd!

• Je hebt voor mooi weer gezorgd!

Begin opnieuw

Vraag 1:Welke hoort er niet bij?

A. Orkaan

C. Tornado

B. Tyfoon

D. Cycloon

Vraag 1:Welke hoort er niet bij?

A. Orkaan

C. Tornado

B. Tyfoon

D. Cycloon

Vraag 1:Welke hoort er niet bij?

A. Orkaan

C. Tornado

B. Tyfoon

D. Cycloon

Vraag 2: Wat voor drukgebieden heeft India gedurende de winter en

zomer(moesson)?

A. Winter hoog, zomer laag

C. Allebei Hoog

B. Winter laag, zomer hoog

D. Allebei laag

Vraag 2: Wat voor drukgebieden heeft India gedurende de winter en

zomer(moesson)?

A. Winter hoog, zomer laag

C. Allebei Hoog

B. Winter laag, zomer hoog

D. Allebei laag

Vraag 2: Wat voor drukgebieden heeft India gedurende de winter en

zomer(moesson)?

A. Winter hoog, zomer laag

C. Allebei Hoog

B. Winter laag, zomer hoog

D. Allebei laag

Vraag 3: Windkracht 9 is een….

A. Storm

C. Zeer zware storm

B. Zware storm

D. Orkaan

Vraag 3: Windkracht 9 is een….

A. Storm

C. Zeer zware storm

B. Zware storm

D. Orkaan

Vraag 3: Windkracht 9 is een….

A. Storm

C. Zeer zware storm

B. Zware storm

D. Orkaan

Vraag 4: Wat is onjuist?Orkanen komen vooral

voor….

A. Bij grote oceanen en continenten

C. Tussen 5 en 40 graden N.B.

B. In Z-O Amerika en Z-O Azië

D. Rond de evenaar

Vraag 4: Wat is onjuist?Orkanen komen vooral

voor….

A. Bij grote oceanen en continenten

C. Tussen 5 en 40 graden N.B.

B. In Z-O Amerika en Z-O Azië

D. Rond de evenaar

Vraag 4: Wat is onjuist?Orkanen komen vooral

voor….

A. Bij grote oceanen en continenten

C. Tussen 5 en 40 graden N.B.

B. In Z-O Amerika en Z-O Azië

D. Rond de evenaar

Vraag 5: “……… zijn halfjaarlijks wisselende winden die ontstaan in gebieden waar grote landmassa’s

aan grote wateroppervlakten grenzen.“

A. Tornado’s

C. Orkanen

B. Moessons

D. Cyclonen

Vraag 5: “……… zijn halfjaarlijks wisselende winden die ontstaan in gebieden waar grote landmassa’s

aan grote wateroppervlakten grenzen.“

A. Tornado’s

C. Orkanen

B. Moessons

D. Cyclonen

Vraag 5: “……… zijn halfjaarlijks wisselende winden die ontstaan in gebieden waar grote landmassa’s

aan grote wateroppervlakten grenzen.“

A. Tornado’s

C. Orkanen

B. Moessons

D. Cyclonen

Vraag 6: Met welk weersverschijnsel heeft

Nederland soms te maken?

A. Orkanen

C. Tornado’s

B. Hozen

D. Moessons

Vraag 6: Met welk weersverschijnsel heeft

Nederland soms te maken?

A. Orkanen

C. Tornado’s

B. Hozen

D. Moessons

Vraag 6: Met welk weersverschijnsel heeft

Nederland soms te maken?

A. Orkanen

C. Tornado’s

B. Hozen

D. Moessons

Vraag 7: De winden op aarde buigen af door de draaiing van de aarde. Dit noemen we het….

A. Coriolis-effect

C.Domino-effect

B. Sneeuwbaleffect

D. Kaartenhuiseffect

Vraag 7: De winden op aarde buigen af door de draaiing van de aarde. Dit noemen we het….

A. Coriolis-effect

C.Domino-effect

B. Sneeuwbaleffect

D. Kaartenhuiseffect

Vraag 7: De winden op aarde buigen af door de draaiing van de aarde. Dit noemen we het….

A. Coriolis-effect

C.Domino-effect

B. Sneeuwbaleffect

D. Kaartenhuiseffect

Vraag 8: Luchtdruk meten we met een….

A. Thermometer

C. Beaufortmeter

B. Barometer

D. Seismograaf

Vraag 8: Luchtdruk meten we met een….

A. Thermometer

C. Beaufortmeter

B. Barometer

D. Seismograaf

Vraag 8: Luchtdruk meten we met een….

A. Thermometer

C. Beaufortmeter

B. Barometer

D. Seismograaf

Vraag 9: Welk woord ontbreekt in deze

cyclus?: verdamping - ……… - neerslag

A. Filtratie

C. Stollen

B. Evaporatie

D. Condensatie

Vraag 9: Welk woord ontbreekt in deze

cyclus?: verdamping - ……… - neerslag

A. Filtratie

C. Stollen

B. Evaporatie

D. Condensatie

Vraag 9: Welk woord ontbreekt in deze

cyclus?: verdamping - ……… - neerslag

A. Filtratie

C. Stollen

B. Evaporatie

D. Condensatie

Vraag 10: Ook Nederland heeft last

van het Coriolis-effect. Welke winden ontstaan hierdoor in Nederland?

A. Noordenwinden

C. Westenwinden

B. Zuidenwinden

D. Oostenwinden

Vraag 10: Ook Nederland heeft last

van het Coriolis-effect. Welke winden ontstaan hierdoor in Nederland?

A. Noordenwinden

C. Westenwinden

B. Zuidenwinden

D. Oostenwinden

Vraag 10: Ook Nederland heeft last

van het Coriolis-effect. Welke winden ontstaan hierdoor in Nederland?

A. Noordenwinden

C. Westenwinden

B. Zuidenwinden

D. Oostenwinden