EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een...

46
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016) LUCHTKWALITEITSPLAN NO 2 december 2016 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// VR 2017 1301 MED.0004/2BIS

Transcript of EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een...

Page 1: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

EINDRAPPORTERING

STAND VAN ZAKEN 2015(2016)

LUCHTKWALITEITSPLAN NO2

december 2016 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

VR 2017 1301 MED.0004/2BIS

Page 2: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

2

Inhoud Samenvatting ........................................................................................................................................... 3

Emissies ............................................................................................................................................... 3

Huidige luchtkwaliteit.......................................................................................................................... 3

Verwachte evolutie van de luchtkwaliteit ........................................................................................... 4

Evaluatie acties .................................................................................................................................... 4

Vooruitblik ........................................................................................................................................... 7

1. Inleiding ........................................................................................................................................... 9

2. Bronnen van NO2 en evolutie van 2000 tot 2013.......................................................................... 10

2.1. Evolutie emissies ................................................................................................................... 10

2.2. Aandeel van de sectoren ....................................................................................................... 11

2.3. Verkeer .................................................................................................................................. 12

3. Concentraties van NO2 nu en in de toekomst ............................................................................... 14

3.1. Actuele gemeten concentraties en evolutie ......................................................................... 14

3.2. Gemodelleerde concentraties ............................................................................................... 15

3.3. Prognoses naar de toekomst ................................................................................................. 18

4. Stand van zaken van de maatregelen uit het luchtkwaliteitsplan ................................................ 20

4.1. Industriële sectoren............................................................................................................... 20

4.2. Land- en tuinbouw ................................................................................................................ 21

4.3. Gebouwenverwarming .......................................................................................................... 21

4.4. Off-road ................................................................................................................................. 22

4.5. Verkeer .................................................................................................................................. 22

5. Vooruitblik ..................................................................................................................................... 30

Bijlage 1: gemeten concentratie in de meetpunten ......................................................................... 32

Bijlage 2: rapportering van de acties ................................................................................................. 35

Page 3: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

3

SAMENVATTING

Het luchtkwaliteitsplan voor het behalen van de normen van NO2 werd opgesteld in het kader van de

uitstelaanvraag aan de Europese Commissie wegens het niet behalen van de jaargrenswaarde van NO2

in 2010. Voorwaarde voor uitstel van de grenswaarde was het indienen en uitvoeren van een

luchtkwaliteitsplan, op basis waarvan de grenswaarde kon worden gehaald in 2015. Het

luchtkwaliteitsplan werd door de Vlaamse Regering goedgekeurd in eerste lezing in 2011 en definitief

in 2012. In overeenstemming met de beslissing werd er jaarlijks over de uitvoering van het plan

gerapporteerd. Meer informatie hierover staat in hoofdstuk 1. Deze nota omvat de eindevaluatie van

het plan.

Emissies Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de NOx-emissies en hun evolutie in Vlaanderen voor de

verschillende sectoren. Hieruit blijkt dat de transportsector (verkeer) de grootste bron is (64%) en dat

het aandeel groeit in de tijd (hoewel de absolute emissies dalen). Binnen de sector transport heeft

wegverkeer het grootste aandeel, meer in het bijzonder dieselvoertuigen. Daarnaast heeft ook

internationale zeevaart een opvallend aandeel binnen de sector transport. De andere sectoren zijn

industrie (16%), energie (5%), land- en tuinbouw (6%), huishoudens (4%), off-road (3%) en handel- en

diensten (1%). Allen kenden een dalend verloop sinds 2000. Ook na 2010, het jaar waarin de extra

maatregelen uit het luchtkwaliteitsplan van kracht werden, daalden de emissies verder. De daling

binnen de transportsector was de laatste jaren minder uitgesproken dan binnen de andere sectoren.

Huidige luchtkwaliteit De luchtkwaliteit is verbeterd in de periode 2010-2015. De jaargrenswaarde wordt echter nog niet

overal gehaald. Dit wordt besproken in hoofdstuk 3.

De hoogste concentraties doen zich voor langs drukke verkeersassen en op binnenstedelijke locaties

als gevolg van de hoge NOx-uitstoot van de dieselpersonenwagens en dieselvrachtwagens. Zowel via

modellering als via metingen worden in street canyon

s (smalle straten met bebouwing langs weerskanten) in 2015 concentraties aangetoond tot ver boven

de jaargrenswaarde. Daarnaast zijn er overschrijdingen ter hoogte van ring-, gewest- en snelwegen

onder meer in de buurt van de agglomeraties Antwerpen, Brussel en Gent. Langs deze verkeersassen

en binnenstedelijke locaties worden ook de meeste mensen blootgesteld.

In de havens van Antwerpen en Zeebrugge zijn er overschrijdingen ter hoogte van de dokken ten

gevolge van lokale (zee)scheepvaartemissies (meer in het bijzonder emissies van schepen die aan de

kade liggen). Er worden hierbij veel minder mensen blootgesteld dan als gevolg van de

wegverkeeremissies.

Industriële emissies dragen bij aan een verhoogde achtergrondconcentratie in de haven van

Antwerpen. In deze haven zijn er belangrijke NOx-bronnen aanwezig, met name uit de sectoren

elektriciteit, chemie en raffinaderijen. Deze bronnen dragen minder bij aan de concentraties vlak bij

de bron omdat de emissies via hoge schouwen verder verspreid worden over een grotere oppervlakte.

Page 4: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

4

Verwachte evolutie van de luchtkwaliteit Hoofdstuk 3.3 geeft ook een doorkijk naar de toekomst op basis van modellering van de NO2-

concentraties onder huidig goedgekeurd beleid (BAU). Onder het huidig beleid wordt de gunstige

evolutie van de luchtkwaliteit verdergezet, met een sterke daling in het aantal personen dat

blootgesteld wordt aan concentraties boven de Europese grenswaarde. Toch blijkt dat de concentratie

binnen het BAU scenario op bepaalde locaties de Europese NO2-jaargrenswaarde blijft overschrijden.

Langs de ring-, gewest- en snelwegen wordt de jaargrenswaarde op de meeste plaatsen gehaald in de

periode tussen 2020 en 2025. Nabij tunnelmonden blijven er overschrijdingen tot in 2030. Ook langs

verschillende kaaien blijven er overschrijdingen tot in 2030, al is door de ligging van de kaaien de

blootstelling zeer beperkt.

De belangrijkste knelpunten blijven zich voordoen in binnenstedelijk gebied, meer bepaald in street

canyons. In de tien doorgerekende street canyons in Gent en Antwerpen, bedragen de jaargemiddelde

concentraties tot 50 à 60 μg/m³ in 2020 en tot 40 à 50 μg/m³ in 2025. De concentratie nadert de

jaargrenswaarde van 40 μg/m³ in 2030. Er kan aangenomen worden dat de grenswaarde rond 2030

ook wordt gehaald in alle andere street canyons in Vlaanderen.

Voor 2050 wordt, in overeenstemming met de langetermijnvisie van de Vlaamse Regering en van de

Europese Commissie, als doelstelling het behalen van de gezondheidskundige advieswaarden voorop

gesteld. Bij vergelijking van de gemodelleerde concentraties voor het jaar 2030 met deze

gezondheidskundige advieswaarde blijkt dat in 2030 op veel locaties in Vlaanderen de concentraties

hoger liggen dan deze advieswaarden. De zones met hogere concentraties strekken zich uit over de

agglomeraties Gent en Antwerpen, binnen de meeste middelgrote steden, langs snelwegen, in de rand

rond Brussel en in de havengebieden en vermoedelijk ook in street canyons in kleinere steden. Ook na

2030 blijft inzetten op een verbetering van de luchtkwaliteit dus belangrijk om de

langetermijndoelstellingen te halen.

Evaluatie acties Hoofdstuk 4 en bijlage 2 geven een overzicht van de stand van zaken van de acties opgenomen in het

luchtkwaliteitsplan.

Wegverkeer

Wegens het belang van de sector op het vlak van emissies en luchtkwaliteit bevat het

luchtkwaliteitsplan veel acties naar verkeer en vervoer. Er zijn maatregelen opgenomen met een

invloed op de parksamenstelling (richting een groenere vloot), het aantal gereden kilometers en

sturing van het verkeer. Daarnaast zijn er maatregelen opgenomen die specifiek gericht zijn op

binnenstedelijk verkeer.

De maatregelen die inzetten op een vergroening van het park hebben hun effect niet gemist. Sinds

2012, de datum waarop de BIV voor het eerst werd vergroend, treedt een duidelijke verschuiving op

naar meer benzinewagens voor de nieuw ingeschreven voertuigen op naam van particulieren. Deze

trend blijft zich verder zetten. Het effect begint zich vanaf 2014 ook door te zetten in het aandeel

tweedehandsinschrijvingen, al blijft het aandeel dieselwagens hier hoger dan voor nieuwe

inschrijvingen. De hervorming in 2016 van de jaarlijkse verkeersbelastingen samen met de herziening

van de BIV zullen dit effect nog versterken. Specifiek voor de vloot van de Vlaamse overheid wordt de

voorbeeldrol vorm gegeven via het in 2016 goedgekeurde actieplan Mobiliteit. Er wordt ook effect

Page 5: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

5

verwacht van de federale beslissing van eind 2015 rond het verhogen van de accijnzen op diesel en

rond de invoering van een mobiliteitsbudget als alternatief voor een bedrijfswagen.

Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van voertuigen met een

zeer lage uitstoot te ondersteunen. Het actieplan ‘Clean Power for Transport’ vertrekt vanuit de

vaststelling dat elektriciteit momenteel de beste perspectieven biedt in de zoektocht naar een

koolstofarme en milieuvriendelijke mobiliteit tegen 2050, zeker in combinatie met hernieuwbare

energiebronnen. Aardgas kan er in tussentijd mee voor zorgen dat de vloot snel milieuvriendelijker

wordt en is ook makkelijker toepasbaar voor grotere voer- en vaartuigen (vrachtwagens, schepen en

andere). Het actieplan bevat een aantal concrete doelstellingen voor 2020. In 2016 trad de

kilometerheffing voor vrachtwagens in werking. De tarieven zijn gedifferentieerd in functie van o.a. de

Euronorm waardoor een effect op de snelheid van de vernieuwing van de vrachtwagenvloot kan

verwacht worden. Het voorziene proefproject rond de invoering van een kilometerheffing voor

personenwagens werd uitgevoerd.

Op het vlak van sturing van het verkeer werden in de periode van de uitvoering van het

luchtkwaliteitsplan maatregelen genomen (zoals dynamische verkeerssignalisatie, camera’s,

meetlussen, trajectcontrole) op belangrijke verkeersknooppunten en filegevoelige stukken. Deze

zorgen voor een verbeterde doorstroming en snelheidsverlaging, wat positief kan zijn voor de lokale

luchtkwaliteit. Sturing o.b.v. luchtkwaliteitsknelpunten werd nog niet expliciet uitgevoerd omdat

hiervoor eerst nog verder onderzoek nodig is.

In mei 2013 ging de werking van Flanders Logistics-consulenten van start die loopt tot januari 2017. In

juni 2013 werd de brochure ‘groene logistiek’ bekendgemaakt. Er werd kennis opgedaan rond

emissiecalculatoren en er werd gebruik gemaakt van een eerder opgeleverd simulatiemodel voor

transportbewegingen. Na bijna 700 verkennende gesprekken werden 300 concrete projecten afgerond

voor het vergroenen, optimaliseren en rationaliseren van logistieke activiteiten en beslissingen bij

bedrijven.

De acties rond vergroening van de vrachtwagensector leverden niet het gewenste resultaat. Een

doorbraak van alternatieve brandstoffen voor vrachtwagens is er nog niet gekomen. Door een

toenemende interesse van de vrachtwagenleveranciers, transportbedrijven en aanbieders van

brandstoffen zal het gebruik van LNG in de komende jaren toenemen.

Om de binnenstedelijke luchtkwaliteit te verbeteren voorzag het luchtkwaliteitsplan een proefproject

voor lage-emissiezones (LEZ). In de praktijk werd een stap verder gezet en werd het volledige wettelijk

kader uitgewerkt (verkeersbord, decreet en uitvoeringsbesluit) alsook gestart met de uitwerking van

de LEZ-databank. Antwerpen zal een lage-emissiezone instellen vanaf 2017 en Gent vanaf 2020.

Om steden te begeleiden bij de aanpak van lokale luchtverontreiniging werden verschillende

instrumenten uitgewerkt (www.mimolo.be). Lokale overheden worden ondersteund via

communicatie, tools, richtlijnen en instrumenten voor de integratie van milieu- en

gezondheidsaspecten in de lokale mobiliteitsplannen en -projecten en bij ruimtelijke ingrepen en er

werden technische criteria uitgewerkt voor de vergroening van de taxisector. Elke andere vorm van

stimulans viel echter weg door het wegvallen van de samenwerkingsovereenkomst en het ontbreken

van een alternatief.

Page 6: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

6

De Lijn heeft ingezet op een vergroening van haar vloot. Een nieuw bestek voor de aanbesteding van

vervoerdiensten werd in 2013 opgesteld en goedgekeurd. Het percentage ingezette voertuigen dat

voldoet aan de meest recente typekeuring is hierin een gunningscriterium. De Lijn zet haar hybride

bussen grotendeels in stadsexploitatie in. Ook de exploitanten worden gestimuleerd om bij de

aankoop van nieuwe bussen voor Euro VI te kiezen. Ook bij de aanbesteding van nieuwe contracten

worden ze aangezet om nieuwe bussen in te zetten.

Om de blootstelling te verminderen, werd in het groenboek over ruimtelijke planning in Vlaanderen

aandacht besteed aan het belang van een kwalitatieve, gezonde leefomgeving en de impact van

luchtvervuiling en geluidshinder op de omgevingskwaliteit. Deze aspecten werden in het witboek voor

het nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen geïntegreerd.

Scheepvaart

In uitvoering van het luchtkwaliteitsplan werd ingezet op vergroening van binnenvaart. Er werd o.a.

gewerkt aan de modernisering en uitbreiding van het Vlaams waterwegennetwerk binnen het Trans

Europees netwerk voor Transport, zodat de binnenvaart performanter kan functioneren. Daarnaast

werd het walstroomnetwerk geoptimaliseerd en uitgebreid. In april 2013 werd de walstroomwebsite

gelanceerd, www.binnenvaartservices.be/walstroom, waar binnenvaartondernemers een

overzichtskaart kunnen vinden van alle walstroominfrastructuur in Vlaanderen. Voor het operationeel

beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem voor walstroom (CEBES) in werking

gesteld. Daardoor zijn de verschillende lokale beheersystemen van de havens van Antwerpen en Gent

en de waterwegbeheerders gekoppeld.

Aangaande de stimuli voor de vergroening van de binnenvaart werden in 2015 op Vlaams niveau twee

steunmaatregelen uitgewerkt en gelanceerd: de hermotorisatie van kleine schepen (< CEMT klasse IV)

en het toepassen van nabehandelingstechnieken, zoals een roetfilter of katalysator, aan boord van

middelgrote en grote schepen (≥ CEMT klasse IV). De maatregelen zijn van kracht vanaf 1 oktober 2016,

met een looptijd van 1 jaar.

De haven van Antwerpen voerde in juli 2011 de Environmental Ship Index (ESI) in. De havens van

Zeebrugge (sinds 2012) en Gent (sinds 2013) volgden. Deze actie draagt bij aan de vernieuwing van de

zeevaart. Om de emissies van de zeevaart te reduceren biedt het inrichten van een NECA (NOx

Emission Control Area)-zone een groot potentieel. In oktober 2016 keurde de milieucommissie van het

International Maritime Organisation (IMO) de invoering van een NECA vanaf 2021 op de Noordzee

goed. In dezelfde commissie werd ook beslist dat schepen wereldwijd vanaf 2020 hun zwavelemissies

moeten terugdringen. Door het lage zwavelgehalte van LNG wordt het gebruik van deze brandstof

interessanter. LNG aangedreven schepen stoten eveneens minder NOx en fijn stof uit. Het gebruik van

LNG door de scheepvaart kende in de afgelopen jaren slechts een beperkte groei door de lage prijzen

van de andere scheepsbrandstoffen. De uitbouw van de bunkerinfrastructuur ging echter

onverminderd verder waardoor het bunkeren van LNG mogelijk is in de meeste Vlaamse havens.

Walstroom voor zeevaart biedt momenteel op korte termijn minder perspectief omwille van de lage

brandstofprijs en de hoge infrastructuurkosten. Acties rond LNG en walstroom worden opgenomen in

het nationaal actieplan in uitvoering van de ‘Clean Power for Transport’-richtlijn.

Andere sectoren

Page 7: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

7

De industriële sector, met een aandeel van 16% (21% inclusief sector energie) in de NOx-emissies,

heeft belangrijke maatregelen getroffen en reducties verwezenlijkt. De Europese BBT-Conclusies

worden maximaal opgenomen in Titel III van het VLAREM. In 2014 en 2015 werd een wijzigingsvoorstel

voor VLAREM III opgemaakt, waardoor de BBT-Conclusies van vijf nieuwe BREF's in 2016 in VLAREM III

opgenomen zullen worden. Aanvullend hieraan worden alle bedrijven die onder het toepassingsgebied

van voormelde BREF’s vallen, individueel getoetst. Ook in de land- en tuinbouw (met een aandeel van

6%) en meer in het bijzonder in de glastuinbouw zijn er belangrijke inspanningen gebeurd.

Gebouwenverwarming heeft slechts een aandeel van 4% in de NOx-emissies. Maatregelen voor deze

sector hebben een eerder beperkte impact op NO2-concentraties. De aandacht gaat eerder uit naar de

polluent fijn stof waarvoor houtkachels en meer in het bijzonder oude, slecht geplaatste of slecht

gebruikte toestellen een belangrijk aandeel hebben in de totale fijnstofemissies. Inzake de

maatregelen naar huishoudelijke houtverbranding worden op Vlaams niveau via diverse sociale media

de belangrijkste stooktips onder de aandacht gebracht. Daarnaast werd een verkennende analyse

gemaakt van potentiële maatregelen. In 2016 en 2017 zal de haalbaarheid van deze maatregelen

verder onderzocht worden, met als doel de effectieve maatregelen te integreren in een nieuw Vlaamse

NEC- en luchtkwaliteitsplan (zie verder), die tot doel hebben om de uitstoot van onder meer fijn stof

verder terug te dringen.

Voor off-road (aandeel 3%) zijn er in het luchtkwaliteitsplan geen specifieke acties opgenomen. Daling

van de emissie zal zich verder zetten onder invloed van Europees beleid aangevuld met lokaal beleid

in de havens.

Vooruitblik De maatregelen van de afgelopen jaren hebben hun effect niet gemist: de luchtkwaliteit gaat erop

vooruit en de potentiële negatieve gezondheidsimpact vermindert daardoor. Om ervoor te zorgen dat

de NO2-grenswaarde overal wordt gehaald en er ook voor de andere polluenten een blijvende

verbetering optreedt, worden de lopende of op te starten acties uit het plan verder gezet en worden

nieuwe maatregelen uitgewerkt.

Verdere uitvoering lopende en op te starten acties

Zoals uit de evaluatie van de acties blijkt, zijn verschillende acties uitgevoerd. Een aantal acties zijn

lopende en zullen verder uitgevoerd worden. Een beperkt aantal acties zijn nog op te starten. Vooral

de acties naar verkeer zijn in dit kader van belang.

Om het aantal kilometers over de weg te beheersen zijn de acties ‘kilometerheffing voor

personenwagens’ en de actie ‘voldoende aandacht voor luchtkwaliteit en beheersing wegkilometers

binnen het nieuw nog goed te keuren mobiliteitsplan’ belangrijk. De komende jaren wordt verder

voorbereidend onderzoek uitgevoerd rond de kilometerheffing voor personenwagens en de

definitieve uitwerking van het Mobiliteitsplan Vlaanderen krijgt verder vorm. Ook de actie ‘dynamisch

verkeersmanagement en snelheidsregimes in knelpuntzones voor luchtkwaliteit’ (zoals ring van

Antwerpen en Brussel, E17 en E40 ter hoogte van Gent) en trajectcontrole bieden potentieel om lokaal

de luchtkwaliteit verder te verbeteren. Dynamisch verkeersmanagement wordt toegepast op de

belangrijke knooppunten en filegevoelige stukken, maar werd niet specifiek ingezet op

knelpuntlocaties voor luchtkwaliteit. Verder onderzoek is hiervoor nodig.

Page 8: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

8

Om de jaargrenswaarde in de street canyons op korte termijn te halen, moet de LEZ-maatregel

geflankeerd worden door aanvullend lokaal (mobiliteits)beleid. Hierdoor is het van belang om bij

steden en gemeenten het draagvlak te vergroten om extra lokale acties te nemen naar luchtkwaliteit

(bv. via subsidieregeling - planlastendecreet).

Op langere termijn moet verder gewerkt worden aan alternatieve brandstoffen, via het actieplan

‘Clean Power for Transport’. De bevinding dat zeevaart een grote lokale impact heeft op de

luchtkwaliteit in de haven van Antwerpen en Zeebrugge zal verder worden geëvalueerd.

Nieuw luchtbeleidsplan

Aan de hand van de kennis uit de acties van dit luchtkwaliteitsplan enerzijds en nieuwe inzichten

anderzijds wordt een nieuw globaal luchtbeleidsplan voor Vlaanderen uitgewerkt tegen 2018 met

doorkijk naar 2030 en 2050. Dit actieplan zal zowel een emissiereductieprogramma bevatten - in

uitvoering van de nieuwe NEC-richtlijn - als een luchtkwaliteitsplan. Dit plan zal niet enkel NOx en NO2

omvatten, maar alle relevante polluenten zoals ook fijn stof.

Met dit luchtbeleidsplan zullen we bijdragen aan de langetermijnvisie van de Vlaamse Regering: “In

2050 is de vervuiling van de binnen- en buitenlucht onder controle en heeft deze geen negatieve

invloed meer op de luchtkwaliteit; de kritische lasten voor zuur- en stikstofdepositie worden niet meer

overschreden. De luchtvervuiling door antropogene bronnen, zoals industrie, landbouw en vervoer, is

drastisch teruggebracht. De leefomgeving in Vlaanderen is groen, rustig en gezond. Ze heeft geen

negatieve invloed op de gezondheid van haar bewoners en bevordert hun welzijn.”.

Deze langetermijnvisie sluit aan bij de Europese doelstellingen om te evolueren naar een situatie

waarbij de impact van luchtverontreiniging op de gezondheid verder verminderd wordt. Tegen 2030

wil de Europese commissie de gezondheidsimpact van luchtverontreiniging halveren en de

oppervlakte van het ecosysteem waarvan de eutrofiëringsgrenzen zijn overschreden met een derde

verminderen t.o.v. 2005. Tegen 2050 streeft ze ernaar de richtniveaus voor menselijke gezondheid van

de Wereldgezondheidsorganisatie te bereiken en de grenzen aan de draagkracht van ecosystemen niet

meer te overschrijden.

De focus van dit nieuw Vlaams luchtbeleidsplan zal onder meer liggen op plaatsen waar mensen en

ecosystemen zijn blootgesteld aan hoge niveaus van verontreinigende stoffen.

Saneringsplan agglomeratie Antwerpen

De NO2 norm werd in 2015 overschreden in de agglomeratie Antwerpen (meetpunt Borgerhout straatkant). Dit betekent dat deze zone sinds 2015 (uitgestelde datum) in overschrijding is. Daarom moet voor deze zone in overschrijding op korte termijn een saneringsplan worden opgesteld en uiterlijk eind 2017 aan de Europese Commissie worden bezorgd.

Dit saneringsplan zal een omgevingsanalyse voor deze zone bevatten, gebaseerd op de rapportering aan de Europese Commissie eind september 2016 (naar aanleiding van het besluit tot uitstel van de NO2-norm tot en met 2015) en een actieplan met maatregelen.

Page 9: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

9

1. INLEIDING De richtlijn 2008/50/EG betreffende luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa bevat

luchtkwaliteitsnormen voor verschillende luchtverontreinigende polluenten waaronder

stikstofdioxide (NO2). De normen voor NO2 traden in werking op 1 januari 2010. In de meeste lidstaten

van de Europese Unie waren en zijn er moeilijkheden om de jaargemiddelde grenswaarde voor NO2 te

halen. Ook in Vlaanderen wordt deze nog niet gehaald. De richtlijn voorzag de mogelijkheid om voor

de grenswaarden van NO2 uitstel van inwerkingtreding met maximaal vijf jaar te bekomen. Hiertoe

moest uiterlijk 30 september 2011 een uitstelaanvraag bij de Europese Commissie worden ingediend.

De voorwaarden om uitstel te verkrijgen, zijn opgenomen in artikel 22 van de richtlijn en hielden onder

meer in dat een luchtkwaliteitsplan werd opgesteld dat aantoonde hoe overeenstemming met de

grenswaarden vóór het nieuwe uiterste tijdstip (2015) kon worden bereikt. De Vlaamse Regering heeft

op 30 maart 2012 het luchtkwaliteitsplan definitief goedgekeurd. Hierbij werden de Vlaamse ministers,

elk voor wat hun bevoegdheden aanbelangt, gelast om de opgesomde maatregelen uit te voeren.

In de onderstaande tabel worden de grenswaarden voor NO2 uit de richtlijn 2008/50/EG weergegeven.

Voor de zones met de hoogste concentraties “agglomeratie Antwerpen” en “haven van Antwerpen”

werd er uitstel gevraagd en verkregen tot 1 januari 2015 voor de jaargrenswaarde van 40 µg/m³.

Tabel 1: grenswaarden van NO2

Polluent Norm Middelingstijd Datum inwerkingtreding

NO2 200 µg/m³ Uurgemiddelde (max. 18 x per jaar overschreden)

01/01/2010

40 µg/m³ Jaargemiddelde 01/01/2010-2015*

*Voor deze norm werd uitstel verkregen tot 01/01/2015 in de zones “agglomeratie Antwerpen” en “Haven van Antwerpen”. Beslissing van

de Europese Commissie dd. 6/07/2012 (C(2012) 4525 final)

De Europese Commissie verleende het uitstel op 6 juli 2012. Overeenkomstig het besluit tot uitstel

werd uiterlijk 30 september 2016 aan de Europese Commissie gerapporteerd over het al dan niet

behalen van de normen in 2015 en de resterende oppervlakte, kilometer weg en bevolking in

overschrijding.

Om een efficiënte opvolging van het luchtkwaliteitsplan door de Vlaamse Regering mogelijk te maken

en op vraag van diverse adviesraden naar monitoring, werd beslist tot een overzichtelijke jaarlijkse

rapportering over de stand van zaken van de diverse acties. De rapportering wordt openbaar gemaakt

via de website https://www.lne.be/luchtverontreining-vlaamse-plannen.

Een eerste stand van zaken werd aan de Vlaamse Regering medegedeeld op 17 mei 2013, een tweede

en derde rapportering gingen door op 4 april 2014, respectievelijk 22 mei 2015. Gezien het plan tot

doel had om de grenswaarde van NO2 te halen in 2015, is de huidige rapportering een eindevaluatie

van het plan, waarbij er wordt ingegaan op de resterende overschrijdingen, de finale stand van zaken

van de acties en het verdere traject.

Page 10: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

10

2. BRONNEN VAN NO2 EN EVOLUTIE VAN 2000 TOT 2013

2.1. Evolutie emissies De evolutie van de NOx(NO2)-emissie door de verschillende sectoren in Vlaanderen gedurende de

periode 2000-2014 is voorgesteld in Tabel 2 en Figuur 1. Uit de data blijkt dat de transportsector

(verkeer) voor alle jaren de belangrijkste bijdrage levert tot de NOx(NO2)-emissie (64% in 2014).

Daarnaast heeft ook industrie een belangrijk aandeel in de emissies (16% in 2014) met chemie en ijzer

en staalindustrie als belangrijkste bronnen.

Tabel 2: Evolutie van de emissies van de verschillende sectoren in Vlaanderen. Bron: Lozingen in de lucht, 2000-2014, VMM

Uit de tabel blijkt dat de totale NOx(NO2)-emissie in 2014 met 36% gedaald is ten opzichte van 2000.

Dit komt voornamelijk door een absolute emissievermindering in de sector verkeer en meer in het

bijzonder wegverkeer (toenemend aantal benzinewagens met katalysator en de vervanging van

oudere voertuigen door wagens van een meer recentere euro-klasse) en de sector energie of

elektriciteitscentrales (met een belangrijke absolute én relatieve emissiedaling), onder meer door de

toepassing van bijkomende technische maatregelen bij een aantal elektriciteitscentrales

(overschakeling van steenkool naar aardgas, verbeterde verbrandingstechnologieën en

rookgasreiniging).

Daarnaast zien we in de figuur een uitgesproken daling bij de raffinaderijen en de sector off-road en

een daling bij de sector industrie. Verder is er een lichte daling met schommelingen voor huishoudens

en de sector land- en tuinbouw en een schommelend verloop bij WKK industrie en handel en diensten

(die in aandeel klein zijn). Bij de sector land- en tuinbouw zijn de NO-emissies afkomstig van

mestgebruik mee opgenomen (mestopslag en toediening van kunstmest en dierlijke mest). Deze

emissies vormen iets meer dan de helft van de NOx(NO2)-emissie door land- en tuinbouw, en zijn dus

iets groter dan de emissies door brandstofgebruik in de landbouw.

Page 11: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

11

Figuur 1: Evolutie van de NOx(NO2)-emisssies door de verschillende sectoren in Vlaanderen, bron: Lozingen in de lucht, 2000-2014, VMM

Bekijken we de periode sinds de inwerkingtreding van de maatregelen uit het luchtkwaliteitsplan

(2010-2014), dan zien we globaal een verdergezette daling bij alle sectoren. Tussen 2010 en 2014 is er

een daling van de totale emissies van 11 %. De maatregelen die de daling hebben veroorzaakt, worden

kort beschreven in hoofdstuk 5.

2.2. Aandeel van de sectoren Het relatief aandeel van de verschillende sectoren in 2000 en 2014 is weergegeven in Figuur 2. Zoals

blijkt uit deze figuur heeft verkeer sinds 2000 het grootste aandeel in de emissies en stijgt het aandeel

opvallend tussen 2000 en 2014. De grootste relatieve daling is er voor de elektriciteitscentrales. De

andere sectoren bleven min of meer gelijk in relatief aandeel.

Figuur 2: procentuele aandeel van de verschillende sectoren in 2000 en 2014, bron: Lozingen in de lucht, 2000-2014, VMM

Page 12: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

12

2.3. Verkeer Binnen de sector “verkeer” maken we een onderscheid tussen wegverkeer, scheepvaart, spoor,

vliegverkeer. De NOx-verkeersemissies komen voornamelijk voor rekening van wegverkeer (68 %) en

vervolgens van scheepvaart (25 %), zie tabel Tabel 3.

Binnen scheepvaart neemt de internationale zeevaart het grootste aandeel in (72%), de rest komt van

binnenlandse zeevaart en binnenvaart (ongeveer even groot aandeel). De directe NOx-emissies van

spoorverkeer (voornamelijk elektrisch) en vliegverkeer zijn verwaarloosbaar.

Tabel 3: cijfermatige verdeling van NOx over de verschillende transportmodi (VMM, 2014)

Voor wegverkeer zijn de dieselvoertuigen van belang, zoals blijkt uit de onderstaande figuur. 97 % van

de NOx-emissies van wegverkeer komt van dieselvoertuigen. Niet alleen zijn er in Vlaanderen veel

meer dieselwagens dan benzinewagens (61% versus 39%), hun NOx-emissie per voertuig is bovendien

veel hoger. Deze NOx-emissie van dieselwagens diende sterk te dalen ten gevolge van het introduceren

van strengere euronormen met sterke vermindering van NOx uitstoot, maar daalden in realiteit slechts

beperkt. Bij dieselvrachtwagens is er wel een daling merkbaar.

Page 13: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

13

Figuur 3: NOx-emissie per brandstoftype binnen de sector wegverkeer (2014)

Dieselpersonenwagens hebben een iets groter aandeel in de dieselemissies, dan zwaar vrachtverkeer

(zie Figuur 4). Het restaandeel is afkomstig van bestelwagens en bussen.

Figuur 4: verdeling van de NOx-emissies binnen de verschillend voertuigtypes op diesel (2014)

Page 14: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

14

3. CONCENTRATIES VAN NO2 NU EN IN DE TOEKOMST

3.1. Actuele gemeten concentraties en evolutie

In de tabel in bijlage 1 zijn de gemeten NO2-concentraties in de verschillende meetpunten sinds 1998

weergegeven (bron: www.ircel.be, www.vmm.be).

Hieruit blijkt dat er in 2014 nog drie meetpunten met gemeten overschrijdingen waren, in 2015 nog

één (Borgerhout straatkant). Het betreft een verkeersgericht meetpunt dat aan de straatkant

gesitueerd is. Het overgrote deel van de meetpunten zijn niet verkeersgericht maar gesitueerd in

functie van industriële bronnen of op achtergrondlocaties.

Het meetpunt Borgerhout dat eveneens hoge concentraties meet, ligt verder van de weg en is

verkeersgericht maar geen straatstation. Het meetpunt te Gent in de Gustaaf Callierlaan, ligt in een

brede straat in verkeersdruk gebied. De andere meetpunten te Antwerpen met hoge concentraties

zijn gesitueerd in en rond de haven.

De concentraties in street canyons worden echter door de vaste meetplaatsen onderschat. Street

canyons zijn straten die aan beide zijden geflankeerd worden door hoge gebouwen. De ventilatie in

zo’n straat is slechter waardoor de luchtvervuiling die het verkeer er veroorzaakt minder snel verdund

wordt met hogere concentraties tot gevolg. De VMM heeft dit onder andere vastgesteld op basis van

meetcampagnes met passieve samplers in 2010 en een campagne die in 2011 en 2012 liep. Tijdens

beide meetcampagnes werd gedurende een jaar in verschillende steden op een aantal typische

locaties (stedelijke achtergrond, langs invalsweg/gewestweg, in een street canyon) NO2 bemonsterd.

Omdat er gedurende een jaar bemonsterd werd, kunnen niet alleen de typelocaties onderling

vergeleken worden, maar kan er ook getoetst worden aan de jaargrenswaarde of -advieswaarde. In de

onderstaande figuur is het resultaat van de recentste studie weergegeven. De meetcampagne liep

gedurende een jaar in de steden Antwerpen (AT), Gent (GN), Brugge (BB) en Oostende (OS).

Page 15: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

15

Figuur 5: Gemeten NO2-jaargemiddelde (juni 2011-juli 2012) per locatietype (achtergrond, invalsweg en

street canyon) voor de steden Antwerpen (AT), Gent (GN), Brugge (BB) en Oostende (OS), VMM (2013).

Ook in haar jaarrapporten vermeldt de VMM dat de concentraties in street canyons hoger liggen dan

wat gemeten wordt op de vaste meetplaatsen. De conclusies van het CurieuzeNeuzenproject te

Antwerpen van de vzw Ringgenootschap komen in grote lijnen overeen met de bevindingen van de

Vlaamse Milieumaatschappij. Een meetcampagne gedurende een half jaar voor het meten van

stikstofdioxide met passieve samplers loopt momenteel in Gent. Ook hier zijn een aantal meetplaatsen

gelegen in street canyons.

3.2. Gemodelleerde concentraties

Om een globaal beeld te krijgen van de oppervlakte en kilometer weg in overschrijding en de

blootgestelde bevolking aan overschrijdingen, wordt er modellering toegepast. Figuur 6 toont een

ruimtelijke weergave van het NO2-jaargemiddelde in 2015. Deze modelkaart is berekend met het

model RIO+IFDM. Het RIO-model interpoleert de meetwaarden van NO2 in combinatie met informatie

over landgebruik en Belgische emissietotalen, tot achtergrondkaarten met roostercellen van 4x4 km².

Daarboven komt een doorrekening op hoge resolutie met het IFDM-model voor de emissies van de

lijnbronnen van de sector wegverkeer, van de gekende puntbronnen van de sectoren industrie en

energie en van scheepvaart. Hierop wordt een dubbeltelcorrectie toegepast.

Een vergelijkbare onderschatting van het street canyon-effect, zoals bij de metingen aangehaald,

stellen we vast in de modelkaarten. Met de toegepaste modellen is het niet mogelijk om de impact

van street canyons op de concentraties te bepalen, hiervoor werden specifieke street canyon-

berekeningen uitgevoerd (zie verder). De modelberekeningen werden uitgevoerd door Vito binnen de

IMMI3- studie “Analyse van de concentratie van NO2 en fijn stof in 2015 en toekomstige jaren” die in

augustus 2016 werd afgerond.

Page 16: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

16

Figuur 6: Jaargemiddelde NO2-concentratie in μg/m³ in 2015, zonder street canyon-modellering voor Vlaanderen (bovenaan), Gent (links onderaan) en Antwerpen (rechts onderaan). Bron, studie IMMI3, 2016

In de bovenstaande figuur zonder street canyon-modellering is de bijdrage van de wegverkeeremissies

aan de concentraties reeds duidelijk zichtbaar. Dit komt enerzijds door de hoge emissies van

voertuigen (zie Tabel 2), met in het bijzonder de dieselvoertuigen (Figuur 4), en anderzijds door de lage

hoogte waarop deze emissies worden uitgestoten. De figuur toont voor het jaar 2015 overschrijdingen

in de agglomeratie en de haven van Antwerpen en hierbuiten ter hoogte van ring-, gewest- en

snelwegen (diverse delen van de E40, E17, E19, A12, E313/E34 en de ring van Brussel) en in de haven

van Zeebrugge. Een aantal van de knelpunten werd ook in 2011 reeds beschreven in de nota aan de

Vlaamse Regering die een toelichting gaf bij de uitstelaanvraag (VR 2011 3009 DOC.0993/1BIS). In de

doorgevoerde modellering zijn er jaargemiddelde hoogste concentraties terug te vinden tussen de 50

en 63 µg/m³ en zelfs hoger aan tunnelmonden (de norm is 40 µg/m³). In de haven van Antwerpen (en

Zeebrugge) zijn er overschrijdingen ter hoogte van de dokken te zien, die voornamelijk het gevolg zijn

van lokale (zee)scheepvaartemissies en meer in het bijzonder ligemissies. Dergelijke

(zee)scheepvaartemissies resulteren in verhoogde lokale NO2-concentraties omdat ze laag (tot

middelhoog) bij de grond plaats vinden, met een beperktere warmte-inhoud (en stijgvermogen van de

rookgaspluim) en een relatief hoge NO2/NOx-verhouding, met een resulterend hoge directe invloed

Page 17: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

17

op de lokale NO2-concentratie. Als kanttekening moeten we vermelden dat bronhoogte en warmte-

inhoud van deze (zee)scheepvaartemissies redelijk onzeker zijn, waardoor er grotere onzekerheden

zitten op de gemodelleerde concentraties in de omgeving van grote scheepvaartbronnen.

De aanwezige industrie, waarvan er belangrijke NOx-bronnen zijn van onder meer de (petro)chemie

en elektriciteitsproductie in de haven van Antwerpen, heeft ondanks de hoge NOx-emissies een

minder grote lokale impact op de NO2-concentraties dan de scheepvaartemissies. Dit komt door de

hoge schouwen met veel warmte-inhoud (en stijgvermogen van de pluim) en de lage NO2/NOx-

verhouding. Op de wegen in overschrijding in de haven zorgt het lokale verkeer dan weer voor de extra

bijdrage die leidt tot een lokale overschrijding.

Aangezien door modelbeperkingen de impact van street canyons niet op Vlaams niveau kan berekend

worden (en dus niet zichtbaar zijn in Figuur 6), werd in de IMMI3-studie de luchtkwaliteit in tien street

canyons (of straten met aaneengesloten bebouwing) doorgerekend met het straatmodel OSPM - vijf

te Gent en vijf te Antwerpen - en gebeurde er een evaluatie voor de street canyons in heel Vlaanderen

op basis van literatuuronderzoek. Het resultaat van de doorgerekende street canyons is weergegeven

in Figuur 7. De concentraties in de doorgerekende straten zijn weergegeven door punten. Figuur 7

toont in 2015 ruime overschrijdingen in ongeveer elk van de tien doorgerekende binnenstedelijke

street canyons.

Figuur 7: Jaargemiddelde NO2-concentratiekaart (2015, in μg/m³) voor 5 straten met street canyon-modellering in het Gentse (links) en Antwerpse (rechts) stadscentrum. De volle lijn in de kleurenschaal geeft de EU-grenswaarde aan (40 μg/m³), de stippellijn de HRAPIE (gezondheidskundige) -advieswaarde (20 μg/m³). Bron, studie IMMI3, 2016

Er zijn op basis van literatuuronderzoek sterke aanwijzingen dat in veel andere Vlaamse gemeenten in

2015 de jaargrenswaarde overschreden wordt. De IMMI3-studie vermeldt hieromtrent dat algemeen

kan worden gesteld dat op locaties met een achtergrondconcentratie tussen 26 en 30 μg/m³,

vermoedelijk overschrijdingen voorkomen in drukke street canyons. Niet enkel in de grootsteden,

maar ook in kleine(re) steden en zelfs in gemeentes of dorpskernen worden overschrijdingen verwacht

langs drukke, ingesloten wegen (street canyons). Onderstaande figuur geeft weer in welke steden en

gemeenten er in 2015 overschrijdingen verwacht worden in drukke street canyons.

Page 18: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

18

Figuur 8: Steden en gemeenten waar overschrijdingen in drukke street canyons verwacht worden

in 2015

3.3. Prognoses naar de toekomst

In de IMMI3-studie gebeurde er een doorkijk naar 2030. De luchtkwaliteit vertoont onder het huidig beleid een gunstige evolutie, met een sterke daling in het aantal personen dat blootgesteld wordt aan concentraties boven de Europese grenswaarde. Toch blijkt dat de concentratie binnen het BAU scenario op bepaalde locaties hoger is dan de Europese NO2-jaargrenswaarde.

Op de meest verkeersgevoelige locaties (ring-, gewest- en snelwegen) worden er nog overschrijdingen vastgesteld na 2020. De jaargrenswaarde wordt op de meeste plaatsen gehaald in de periode tussen 2020 en 2025. Ter hoogte van bepaalde snel- en gewestwegen lopen de concentraties op tot 45 μg/m³ in 2020 en tot 40 μg/m³ in 2025. De hoogste concentraties situeren zich voornamelijk langs de Antwerpse en Brusselse ring. Nabij tunnelmonden blijven er overschrijdingen tot in 2030. Ook langs verschillende kaaien blijven er overschrijdingen tot in 2030, al blijft door de ligging van de kaaien de blootstelling beperkt.

De belangrijkste knelpunten blijven zich voordoen in binnenstedelijk gebied, meer bepaald in street

canyons. In de tien doorgerekende street canyons in Gent en Antwerpen, bedragen de jaargemiddelde

concentraties tot 50 à 60 μg/m³ in 2020 en tot 40 à 50 μg/m³ in 2025. De concentratie nadert in deze

street canyons de jaargrenswaarde van 40 μg/m³ in 2030. Er kan aangenomen worden dat ook in

andere street canyons in Vlaanderen waar momenteel de NO2- jaargrenswaarde wordt overschreden,

de grenswaarde rond 2030 wordt gehaald.

In functie van een evaluatie van het Europese langetermijnkader (2050), werd in de studie ook een

toetsing uitgevoerd aan gezondheidsgerelateerde advieswaarden. Hieruit blijkt dat op veel locaties in

Vlaanderen in 2030 de concentraties hoger liggen dan de WHO/HRAPIE (Health Risks of Air Pollution

in Europe)-advieswaarden. De zones met hogere concentraties strekken zich, tot na 2030, uit over:

- de volledige agglomeraties Gent en Antwerpen,

- de meeste middelgrote steden,

- langs snelwegen,

- in de rand rond Brussel

- in de havengebieden

Page 19: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

19

- in street canyons, ook in kleinere steden

Page 20: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

20

4. STAND VAN ZAKEN VAN DE MAATREGELEN UIT HET

LUCHTKWALITEITSPLAN

In bijlage 2 wordt de eindrapportering voor elke actie weergegeven. Deze stand van zaken werd

jaarlijks opgesteld en is raadpleegbaar via: https://www.lne.be/luchtverontreining-vlaamse-plannen.

Uit het overzicht van de stand van uitvoering van de acties in bijlage 2 blijkt dat van de 72 acties, er

momenteel:

- 44 acties uitgevoerd zijn

- 21 acties in uitvoering zijn

- 1 actie opgestart wordt

- 6 acties stopgezet zijn

Een samenvatting van de maatregelen uit bijlage 2 wordt in dit hoofdstuk weergegeven. Er wordt een

onderscheid gemaakt tussen de sectoren industrie, land- en tuinbouw, gebouwenverwarming, off-

road en transport (of verkeer).

4.1. Industriële sectoren

De industriële sectoren bestaan uit de sectoren industrie (inclusief WKK industrie) en energie

(elektriciteitscentrales, raffinaderijen).

Voor deze industriële bronnen (inclusief energie) met een totaal aandeel van 21% (16% + 5%) in de

NOx-emissies, blijkt uit een globale evaluatie van de maatregelen genomen sinds 2000, dat deze

sectoren reeds belangrijke inspanningen hebben geleverd, onder meer via

milieubeleidsovereenkomsten met de sectoren elektriciteit (2004-2009 en 2010-2014), chemie en de

glassector (tot 2013), de aanpassing van de emissiegrenswaarden voor kleine, middelgrote en grote

stookinstallaties (2008), de bubble emissienormen (sinds 2010) voor raffinaderijen en de omzetting

van de afvalverbrandingsrichtlijn. Deze hebben hun doorwerking tot op heden.

De maatregelen sinds 2010, zoals opgenomen in het luchtkwaliteitsplan, werden uitgevoerd. Zo

werden er in 2013 nieuwe voorwaarden opgelegd voor nieuw te vergunnen zeer grote stookinstallaties

(vanaf 300 MWth) (actie 64). Daarnaast waren er aangescherpte grenswaarden (2013) voor nieuwe

kleine en middelgrote stookinstallaties en motoren (> 1 MWth) binnen de sector industrie (actie 63).

Verder zullen er emissiedalingen zijn naar aanleiding van bijkomend voorziene maatregelen in kader

van de hervergunning van een belangrijke staalproducent. Ook de implementatie van de Europese

BREF’s, zoals ‘ijzer en staal’ en ‘raffinaderijen’, zullen tot verdere reducties leiden op middellange

termijn.

Door de genomen maatregelen (voornamelijk doorwerking van vroegere maatregelen) daalden de

emissies in de periode 2010-2014 van 39 tot 30 kiloton (-23%).

Concluderend kunnen we stellen dat de industriële sector belangrijke maatregelen en reducties heeft

verwezenlijkt. Verder reductiepotentieel en verdere maatregelen worden geëvalueerd in het kader

van het nieuwe luchtbeleidsplan.

Page 21: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

21

4.2. Land- en tuinbouw

De sector heeft een aandeel in de totale emissies van 6%. Ongeveer de helft van de emissies is

afkomstig van NO-emissie mestgebruik (kunstmest en vooral dierlijke mest dat het grootste aandeel

heeft) en ongeveer de helft van brandstofverbruik. De glastuinbouw is de grootste energieverbruiker

binnen deze sector. De NOx-uitstoot kende een dalend verloop tot 2008 en schommelt sindsdien.

Tussen 2000 en 2013 gebeurde er een grote verschuiving in de gebruikte brandstoffen van de

glastuinbouw: het aandeel zware stookolie daalde drastisch ten voordele van aardgas dat steeg naar

90%. Ook hernieuwbare brandstoffen deden hun intrede in de glastuinbouw, al is het aandeel nog

beperkt.

Sinds inwerkingtreding van het luchtkwaliteitsplan was er onder invloed van actie 66 ‘versnelde

vernieuwing van het machinepark en retrofitting middels premies en investeringssteun‘ en actie 67

‘het verder ambitieus doorvoeren van het actieplan voor een energiezuinige landbouw, en het verder

overschakelen naar aardgas en andere duurzamere energiebronnen als brandstof’ in de

glastuinbouwsector een verdere brandstofswitch richting gas en hernieuwbare brandstoffen en een

verhoogde inzet van WKK’s. Ook was er steun voor mestinjectie, rookgasreiniging, en energiebesparing

(2014 was het laatste jaar voor de steun) en zijn er projecten goedgekeurd rond energieconsulenten,

pilootinstallatie warmtenet en pocketvergisting. Er werd ook gestart met een IWT-project duurzame

kas met energybalancing en een tweede project wordt voorbereid.

De emissies van de tuinbouwsector stegen als gevolg van het feit dat de brandstofswitch gepaard gaat

met een stijging van de inzet van WKK gasmotoren en energieproductie via stimulering door middel

van WKK-certificaten binnen energiebeleid. De sector is daardoor deels stroomproducent geworden

waardoor een deel van het brandstofverbruik en de bijhorende emissies in feite toegekend zou kunnen

worden aan de elektriciteitssector (die nog steeds een dalend verloop zou kennen). Een deel van deze

rookgassen worden via katalysatoren ontdaan van NOx om deze rookgassen aan te kunnen wenden

voor CO2-bemesting.

Globaal kan gesteld worden dat de NOx-emissies van de sector een dalend verloop kenden door de

genomen maatregelen.

4.3. Gebouwenverwarming

Minder belangrijk op het vlak van NOx-emissies is gebouwenverwarming (huishoudens + tertiaire

sector), met een aandeel van 4%. De grootste bijdrage komt van de huishoudens. De emissies zijn sinds

2000 licht dalend met schommelingen als gevolg van klimaatomstandigheden (koude versus warme

winters) (-36%). Een gelijkaardige evolutie zien we sinds 2010 (-25%). Enerzijds is er een daling van de

emissies door een overschakeling naar aardgas en later ook een stijgende energie-efficiëntie van de

woningen ten gevolge van energiebesparende maatregelen en het toegenomen gebruik van

hernieuwbare energiebronnen. Dit wordt echter ten dele gecompenseerd door een toename van de

bevolking, een groeiend aantal huishoudens evenals ruimere woningen en de voorkeur voor open

bebouwing. Woningen zijn ook vaak nog ontoereikend geïsoleerd.

Zoals opgenomen in het luchtkwaliteitsplan werd er verder ingezet op energiebesparingsbeleid (pad

uitgetekend in 2013, actie 68 en 69). Sinds 2014 zal er ook versnelde vervanging zijn van oude ketels

Page 22: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

22

op gas en stookolie, geïnduceerd door de aanscherping van emissienormen en rendementen, en beter

onderhoud van ketels (maatregelen in uitvoering van het VKP 2013-2020). Ook de federale KB’s rond

emissienormen (vloeibare, gasvormige en vaste brandstoffen) en rendementseisen (vaste

brandstoffen) voor kachels en ketels uit 2009 en 2010, en de kwaliteitseisen voor houtpellets (2011)

zullen een reductiebijdrage leveren bij vernieuwing van het park. In 2014 werd ook een verbod op de

verbranding van biomassa in natuurgebieden en tuinen goedgekeurd (actie 72). Piekconcentraties

zouden kunnen getemperd worden (voornamelijk voor fijn stof maar beperkt ook voor NOx) via een

verbod op houtstook tijdens smogcondities. Deze actie (actie 71) werd echter niet goedgekeurd op

Vlaams niveau omwille van overwegingen rond handhaving. Wel was er sensibilisering via de actie

Stook Slim, die verder gezet wordt (actie 70). Bijkomend is er sinds oktober 2016 een “stookadvies”

van kracht, waarbij er geadviseerd zal worden om niet met hout te stoken op momenten dat dat er

twee opeenvolgende dagen een fijn stofconcentratie 50 µg/m³ of meer wordt voorspeld. Dit zal naar

verwachting meerdere keren per jaar worden afgekondigd.

Verdere maatregelen zullen voor deze sector een eerder beperkte impact hebben op NO2. Beleid rond houtkachels heeft vooral een invloed op de fijnstofemissies.

4.4. Off-road

De off-road sector heeft een aandeel van 3% in 2014. Het betreft machines van de sectoren bosbouw,

huishoudens, groenvoorziening, bouw, industrie, defensie, havens, luchthavens en multimodale

overslagterminals. De opeenvolgende Europese richtlijnen hebben het belangrijkste aandeel van de

daling veroorzaakt.

In het luchtkwaliteitsplan waren er geen specifieke acties naar off-road opgenomen. Het Actieplan

Antwerpen bevat wel een bijkomende actie van het havenbestuur.

4.5. Verkeer

De sector verkeer is op het vlak van NOx-emissies de belangrijkste sector en heeft, zoals opgenomen

in Figuur 2, een stijgend aandeel sinds het begin van de registratie: van rond de 53% naar 64% in de

periode 2000-2014. Binnen de periode (2000-2014) daalden de emissies met ongeveer 23%,

voornamelijk door de introductie van de katalysator bij benzinewagens, en vervanging van oudere

wagens, ook vrachtwagens, door nieuwe. In de periode 2000-2010 daalden de transportemissies met

20%; in de periode 2010-2014 met slechts 3%.

Voor wegverkeer zien we een stagnatie tot minieme stijging tussen 2010 en 2014 (de emissie gaat van

60,8 naar 61,0 kiloton NOx). De verkeersgegevens werden vanaf 2013 op een andere manier

verzameld, wat zorgde voor een trendbreuk in de tijdsreeks van mobiliteitscijfers en de daaraan

gekoppelde emissiecijfers.

4.5.1. Wegverkeer

In het luchtkwaliteitsplan zijn er maatregelen opgenomen met een invloed op de parksamenstelling,

het aantal gereden kilometers, sturing van het verkeer en binnenstedelijk verkeer. Deze worden

hieronder besproken.

Parksamenstelling: verschuiving diesel → benzine en alternatieve brandstoffen

Page 23: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

23

De hervorming van de BIV (actie 5) en de afschaffing van de federale CO2-premie hebben ervoor

gezorgd dat vanaf 2012 meer nieuwe benzinewagens dan dieselwagens werden aangekocht door

particulieren. In 2015 was het aandeel aangekochte benzinewagens door particulieren 62% wat een

trendbreuk is ten opzichte van de voorgaande jaren (38-33% in de periode 2008-2011). De hervorming

in 2016 van de jaarlijkse verkeersbelasting samen met de herziening van de BIV zal dit effect nog

versterken.

Sinds 2014 is er ook een trendbreuk waarneembaar bij de tweedehandsinschrijvingen.

aandeel in totaal

nieuwe inschrijvingen tweedehandsinschrijvingen

diesel benzine diesel benzine

2010 63,96% 36,04% 60,93% 39,07%

2011 61,65% 38,34% 59,66% 40,34%

2012 49,58% 50,33% 65,32% 34,67%

2013 44,63% 55,28% 67,05% 32,94%

2014 40,96% 58,65% 66,56% 33,41%

2015 37,38% 62,34% 65,52% 34,43%

Ook bij personenwagens ingeschreven op naam van rechtspersonen zien we een voorzichtige daling

van het aandeel dieselvoertuigen. Het aandeel dieselvoertuigen bij rechtspersonen is hierbij

beduidend lager dan voor bedrijven met leasingactiviteiten. Deze laatste categorie valt buiten het

toepassingsgebied van de hervormde BIV. De aankoop van bedrijfswagens wordt sterk gestuurd door

het federaal beleid, dat vooral op basis van CO2 stuurt.

aandeel in totaal

Rechtspersonen leasingactiviteiten

diesel Benzine diesel benzine

2010 85,34% 14,60% 91,28% 8,69%

2011 85,21% 14,63% 94,42% 5,51%

2012 78,62% 20,78% 92,56% 7,26%

2013 75,06% 24,12% 90,01% 9,83%

2014 72,21% 25,55% 89,54% 10,15%

2015 69,56% 27,03% 88,35% 10,78%

Het geheel aan acties rond alternatieve brandstoffen bij particulieren (actie 21 en 22) kreeg meer vorm

met het actieplan ‘Clean Power for Transport’ (CPT-actieplan) dat eind 2015 werd goedgekeurd om

hun doorbraak te ondersteunen (uitvoering van de Europese richtlijn betreffende de uitrol van

infrastructuur voor alternatieve brandstoffen van 22 oktober 2014). Het actieplan streeft onder meer

naar een aandeel van 7,5% voor batterij elektrische voertuigen en 5% aardgasvoertuigen in 2020.

Daarnaast wordt er gewerkt aan een basisinfrastructuur van 5.000 elektrische laadpunten tegen 2020.

De volgende maatregelen zijn in werking sinds begin 2016:

• een aankooppremie van maximaal 5.000 euro voor zero-emissiewagens (elektrische),

• geen belasting op inverkeerstelling meer voor deze wagens (elektrisch; aardgas tot 2020),

• geen jaarlijkse verkeersbelasting meer voor deze wagens (elektrisch; aardgas tot 2020),

• start om basisinfrastructuur van 5.000 elektrische laadpunten uit te bouwen tegen 2020,

• eigenaars van elektrische wagens kunnen een laadpaal aanvragen onder bepaalde voorwaarden,

• start om een databank op te bouwen waarin alle laadpunten worden opgenomen.

Page 24: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

24

Het effect van de maatregelen uit het CPT-actieplan zal de komende jaren pas merkbaar worden. In

uitvoering van het luchtkwaliteitsplan (actie 19) werd in 2012 wel reeds de vergunning voor

aardgasstations vergemakkelijkt.

Uit acties 15 en 20 blijkt dat alternatieve brandstoffen voor vrachtwagens nog niet rendabel zijn. Er is

actie nodig bij verschillende spelers om het gebruik van alternatieve brandstoffen concurrentieel te

maken met conventionele brandstoffen. Er is mogelijk wel potentieel op langere termijn, dit wordt

meegenomen in de verdere invulling van het CPT-actieplan. Via actie 13 is er wel, onder invloed van

de ecologiepremie, meer in milieuvriendelijke voertuigen geïnvesteerd (tankinfrastructuur voor CNG

en LNG en voertuigen die deze brandstof gebruiken).

Ten aanzien van het eigen wagenpark binnen de Vlaamse overheid werd vooruitgang geboekt (acties

16 en 18, beiden reeds uitgevoerd in 2013). De Vlaamse overheid streefde als geheel naar minstens

5% elektrische of plug-in hybride voertuigen bij nieuwe aankopen per jaar en heeft hiertoe een

raamcontract. Daarnaast is de ecoscore van het voertuig een aankoopvoorwaarde. In uitvoering van

het actieplan mobiliteit (2016) dat invulling geeft aan de klimaatengagementen die de Vlaams overheid

zichzelf stelt, zullen verdere acties genomen worden om het voertuigenpark van de Vlaamse overheid

te vergroenen.

De nota ‘Voorstellen tot heroriëntering van de federale maatregelen die de verdieselijking van het

wagenpark stimuleren’ werd door de Interministeriële Conferentie Leefmilieu voorgelegd aan de

federale overheid (actie 23, 24). Mede hierdoor werd in het Federaal Regeerakkoord beslist om de

‘accijnzen op diesel te verhogen met toepassing van het cliquet-systeem, zonder effect op de

terugbetaling van de professionele diesel’. Deze maatregel moet tot een verdere verschuiving leiden

richting het benzinewagenpark. Daarnaast is er overlegd met de federale overheid rond de invoering

van een mobiliteitsbudget (actie 28). Dit werd in 2014 opgenomen in het Federaal Regeerakkoord en

in de beleidsnota van federaal minister van mobiliteit, en in september 2014 werd er een wetsvoorstel

ingediend in de federale kamer. Ondertussen zijn 5 proefprojecten (studie Mobiel21) afgerond en is er

nog onderzoek lopend.

De invoering van de Real Driving Emission (RDE)-cyclus zal een belangrijke bijdrage leveren aan de dalingen in de concentraties in de toekomst. Hierbij veronderstellen we dat de invoering van de nieuwe RDE-testen ook effectief zal leiden tot een verlaging van de NOx-emissies in de praktijk.

Maatregelen met impact op het gereden aantal kilometers of files

Naast de parksamenstelling (diesel versus andere brandstoffen) speelt ook het aantal afgelegde

kilometers een rol in de NOx-uitstoot. Zoals blijkt in de onderstaande figuur is het aantal gereden

kilometers een quasi continue stijgende lijn, met een stijging met meer dan 11,9% t.o.v. 2000 en 3,8%

t.o.v. 2010. Personenwagens rijden het meeste aantal kilometers (77,5%).

Page 25: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

25

I : andere gegevensbron (Vlaams Verkeerscentrum in plaats van FOD)

Figuur 9: Evolutie van het aantal afgelegde voertuigkilometers (vkm/jaar) door de verschillende voertuigcategorieën in het wegverkeer in Vlaanderen

In april 2016 trad de kilometerheffing voor vrachtwagens in werking (actie 6), gedifferentieerd in

functie van de Euronormen, waardoor een versnelde vernieuwing van de vloot wordt verwacht. De

actie werd om juridisch-technische redenen verschoven van 2013 naar 2016 waardoor het effect pas

na 2015 zichtbaar zal worden.

Daarnaast is ook de invoering van een kilometerheffing voor personenwagens een veelbelovende

piste. Hiertoe werd een proefproject opgestart en afgerond (actie 26) om na te gaan wat de effecten

zouden kunnen zijn op het gedrag van de automobilisten van de invoering van een kilometerheffing

voor lichte voertuigen in de GEN-zone (Gewestelijk ExpresNet). De resultaten werden in 2014

opgeleverd. Het regeerakkoord voorziet ook de komende jaren verder voorbereidend onderzoek.

Het ontwerp Mobiliteitsplan werd principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 25 oktober

2013 (actie 27). De verbetering van de luchtkwaliteit maakt deel uit van de doelstellingen. De

definitieve goedkeuring wordt in 2017 voorzien.

Sturing van het verkeer

Om de luchtkwaliteit langs gewest-, ring- en snelwegen te verbeteren, werden maatregelen genomen om het verkeer te sturen. Deze zorgen voor een verbeterde doorstroming en snelheidshandhaving, wat positief kan zijn voor de luchtkwaliteit. Het gaat over (actie 1) dynamische verkeerssignalisatie en instrumenten om het verkeer te monitoren (camera’s en meetlussen). Het aantal geïnstalleerde DVM-systemen (dynamisch verkeersmanagement) op de Vlaamse hoofdwegen nam snel toe, met een groei van bijna 50% tussen 2011 en 2014. DVM wordt toegepast op de belangrijke knooppunten en filegevoelige stukken, maar werd niet specifiek ingezet op knelpuntlocaties voor luchtkwaliteit. Voor actie 2 ‘uitbouw van trajectcontrole’ zijn in de periode 2012-2015 de eerste trajectcontroles geïnstalleerd en is onderzoek naar mobiele trajectcontrole opgestart. De opdracht voor ANPR-camera's werd in de markt geplaatst en de overstap naar trajectcontroles op het onderliggend wegennet wordt voorbereid.

0

10000000000

20000000000

30000000000

40000000000

50000000000

60000000000

70000000000

2000 2005 2010 2011 2012 2013 2014

vkm

Passenger Cars Light Commercial Vehicles Heavy Duty Trucks Buses Mopeds Motorcycles

Page 26: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

26

Voor de uitwerking van het vrachtroutenetwerk (actie 3) zijn alle regiostudies afgewerkt. Voor actie 4 was het de bedoeling om luchtverontreiniging in overweging te nemen in knelpuntzones waar snelheidsregimes opgelegd kunnen worden. Deze maatregelen werden nog niet uitgevoerd, verder onderzoek is nodig.

Ondersteuning bedrijven

In uitvoering van actie 12 en 25 ging in mei 2013 de werking van Flanders Logistics-consulenten van

start, die loopt tot januari 2017. Het team werd in de loop van het project uitgebreid tot 5 consulenten,

en in 2016 terug afgebouwd tot 1 consulent. Het doel was sensibiliseren, begeleiden en ondersteunen

van bedrijven bij het vergroenen, optimaliseren en rationaliseren van hun logistieke activiteiten en

beslissingen. Dit situeert zich op het vlak van o.a. groene logistiek, optimaliseren van

transportbewegingen in de tijd, bundelen van goederenstromen, samenlading, verhogen van de

beladingsgraad,… Hulptools zijn de brochure ‘groene logistiek’ (van juni 2013), emissiecalculatoren en

een simulatiemodel voor transportbewegingen. De consulenten hebben meer dan 300 concrete

projecten afgerond met een besparingspotentieel van bijna 14 miljoen euro en een potentiële reductie

van 7.518 ton CO₂. Deze projecten zullen ook een positieve impact hebben op het reduceren van de

NOx-emissies.

De steun voor Mobimix, het platform voor duurzame bedrijfsmobiliteit zou verder gezet worden na

2014 voor drie jaar maar viel weg in 2015 (actie 59). Het platform blijft verder bestaan zonder deze

financiering.

Binnenstedelijk verkeer

Om de binnenstedelijke luchtkwaliteit te verbeteren, voorzag het luchtkwaliteitsplan een proefproject

voor lage-emissiezones. In de praktijk werd een stap verder gezet en werd het volledige wettelijk kader

uitgewerkt (verkeersbord, decreet en uitvoeringsbesluit) alsook gestart met de uitwerking van de LEZ-

databank. Antwerpen zal een lage-emissiezone instellen vanaf 2017 en Gent vanaf 2020.

Om steden te begeleiden bij de aanpak van lokale luchtverontreiniging werden verschillende

instrumenten uitgewerkt: acties 33-ontwikkeling methodiek, 34-integratiespoor kenbaar maken en

51-opleidingsprogramma. De website www.mimolo.be bevat de resultaten. Lokale overheden worden

zo ondersteund via communicatie, tools, richtlijnen en instrumenten voor de integratie van milieu- en

gezondheidsaspecten in de lokale mobiliteitsplannen en -projecten en bij ruimtelijke ingrepen en er

werden technische criteria uitgewerkt voor de vergroening van de taxisector. Een belangrijk kanaal om

lokale besturen te stimuleren om maatregelen te nemen, meer bepaald de subsidieregeling voor het

nemen van acties om de lokale luchtkwaliteit op knelpuntlocaties te verbeteren, is echter in 2013

stopgezet omwille van besparingen (actie 31). Om een maximale impact te hebben en de knelpunten

binnen steden zo snel mogelijk op te lossen, worden lokale overheden er best toe aangezet

maatregelen te nemen die inzetten op een daling van de verkeersintensiteit en toename van het

aandeel milieuvriendelijke voertuigen.

De Lijn heeft ingezet op een vergroening van haar vloot. Een nieuw bestek voor de aanbesteding van

vervoerdiensten werd in 2013 opgesteld en goedgekeurd. Het percentage ingezette voertuigen dat

voldoet aan de meest recente typekeuring is hierin een gunningscriterium. De Lijn zet zelf haar hybride

bussen grotendeels in stadsexploitatie in. De Lijn heeft in 2015 een nieuwe bestelling van 138 hybride

Page 27: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

27

bussen gedaan, die in 6 stedelijke centra worden ingezet. Het bussenpark van De Lijn telt daardoor

zowat 10% hybride bussen van Euro V of Euro VI. De recente hybride bussen besparen ongeveer 25%

brandstof (en dus uitstoot) t.o.v. een nieuwe dieselbus. Ook de exploitanten worden gestimuleerd om

bij de aankoop van nieuwe bussen voor Euro VI te kiezen. Ook bij de aanbesteding van nieuwe

contracten worden ze aangezet om nieuwe bussen in te zetten.

Er werden rond de vergroening van de taxisector (actie 38) technische criteria over emissies van taxi’s

uitgewerkt die steden kunnen toepassen in hun besluiten rond taxidiensten. Het decretaal kader werd

evenwel niet aangepast waardoor deze actie vrijblijvend blijft.

Er werd geen studie uitgevoerd naar de socio-economische effecten en de kritische succesfactoren van

autoluwe kernen (actie 35), maar er werd ingezet op een analysekader voor transities naar duurzame

mobiliteit in steden.

Op basis van de resultaten van PIEK-2 (binnen actie 12 en actie 36) werden de geluidsnormen voor

leveringen aan grote supermarkten aangepast waardoor vroege en late leveringen mogelijk zijn wat

minder vrachtwagens geeft tijdens de dag en de spitsuren. Het regionaal beleidskader voor stedelijke

logistiek is momenteel in uitwerking.

In de periode 2012-2015 zijn belangrijke stappen gezet op het vlak van 'slimme verkeerslichten'. Zo

werden de verkeerscomputer Antwerpen en Gent vernieuwd wat een bijdrage levert aan een betere

doorstroming en bijgevolg luchtkwaliteit (uitrol loopt nog). Ook werd de visievorming verbeterd voor

het 'groene golfteam' en toegepast op de Vlaamse context voor andere steden en gemeenten (actie

37).

Om de blootstelling te verminderen, worden ruimtelijke ingrepen doorgevoerd en wordt er verder

gewerkt met en aan handvaten om rekening te houden met luchtkwaliteit bij ruimtelijke ingrepen

(acties 29-plaatsen geluidsschermen, 30–ruimtelijk vertaalbare voorschriften in stedenbouwkundige

vergunningen, 52-integratie wegontwerp, 57-integratie luchtkwaliteit in groenboek ruimte Vlaanderen

en 58-integratie luchtkwaliteit in andere tools, richtlijnen en instrumenten). Een handleiding duurzame

ruimtelijke planning (actie 54) en een leidraad integratie lokale luchtverontreiniging door verkeer in

ruimtelijke instrumenten (actie 56) werden reeds in 2012 opgesteld. De integratie van luchtkwaliteit

in de verkeersleefbaarheidsindex van het MOBER richtlijnenboek (actie 50) werd echter niet

uitgevoerd en de opleiding van stedenbouwkundige ambtenaren ging nog niet door (actie 55). In het

groenboek over ruimtelijke planning in Vlaanderen werd aandacht besteed aan het belang van een

kwalitatieve, gezonde leefomgeving en de impact van luchtvervuiling en geluidshinder op de

omgevingskwaliteit. Ook in het witboek voor het nieuwe Beleidsplan Ruimte Vlaanderen werden deze

aspecten geïntegreerd (actie 57). Zo wordt ‘ruimtelijk ontwikkelen met aandacht voor de beperking

van gezondheidsrisico’s en de verhoging van de leefkwaliteit’ één van de ruimtelijke principes die

bepalend zijn voor het eigen ruimtelijk handelen van de Vlaamse overheid en het vertrekpunt voor het

(Vlaams) ruimtelijk beleid om haar partners tegemoet te treden en vernieuwing te promoten. Verder

wordt de ambitie ‘de omgeving beperkt zo veel mogelijk de schadelijkheid voor de gezondheid, er is

minimale milieuhinder in verhouding tot de omgevingsfuncties’ één van de 8 kernkwaliteiten voor

ruimtelijke ontwikkeling. Het beleidskader zal de set kernkwaliteiten operationeel maken en een

methodiek omvatten om de ruimtelijke kwaliteit in projectontwerpen te bevorderen. Daartoe zal

expertise worden uitgebouwd waar lokale overheden en andere actoren een beroep op kunnen doen

onder de vorm van actieve begeleiding of brochures, handreikingen, voorbeeldboeken voor het

Page 28: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

28

realiseren van een gezonde leefomgeving (bv. ontwerpmaatregelen ‘Gezonde omgevingen plannen’,

…).

Communicatie om verschillende doelgroepen te informeren en te sensibiliseren rond

milieuvriendelijke mobiliteit en luchtkwaliteit ging door gedurende de periode van het plan en gebeurt

voornamelijk door VIGeZ (actie 60).

4.5.2. Scheepvaart

In het luchtkwaliteitsplan zijn er diverse maatregelen voor scheepvaart voorzien. Belangrijk voor de

lokale luchtkwaliteit zijn de acties rond walstroom (41-binnenvaart en 45-zeevaart). In uitvoering van

het luchtkwaliteitsplan werd in april 2013 de walstroomwebsite gelanceerd,

www.binnenvaartservices.be/walstroom, waar binnenvaartondernemers een overzichtskaart kunnen

vinden van alle walstroominfrastructuur in Vlaanderen. Voor het operationeel beheer van de

walstroom voor binnenvaart in Vlaanderen werd in november 2015 een centraal beheersysteem voor

walstroom (CEBES) in werking gesteld. Daardoor zijn de verschillende lokale beheersystemen van de

havens van Antwerpen en Gent, van NV De Scheepvaart (op de wachthaven in Wijnegem) en van

Waterwegen en Zeekanaal NV (op de wachthaven van Evergem) aan dit webplatform gekoppeld. Voor

de binnenvaart zijn er op 8 verschillende plaatsen in Vlaanderen walstroompunten voorzien, waarbij

er per plaats meestal meerdere aansluitingen zijn.

Daarenboven werden een aantal bijkomende walstroomvoorzieningen op de Vlaamse waterwegen

gebouwd, bv. op de linkeroever van het Albertkanaal te Wijnegem. Eind 2015 werden in de

wachthaven van Evergem 6 walstroomkasten met in totaal 30 aansluitpunten opgeleverd. Eind 2016

werden, tevens in Evergem, aan de opwaartse kaaimuur 3 walstroomkasten gerealiseerd met in totaal

12 aansluitpunten. Daarnaast worden walstroomvoorzieningen meegenomen voor de renovatie van

de sluis te Harelbeke op de Leie.

Het Vlaams waterwegennetwerk binnen het Trans Europees netwerk voor Transport werd

gemoderniseerd en uitgebreid, zodat de binnenvaart performanter kan functioneren.

Opdat de binnenvaartsector zijn milieuvoordeel in de toekomst zou blijven behouden, is een

vergroening van de vloot aangewezen. Een studie rond de vergroening van de binnenvaart werd door

de waterwegbeheerders uitgevoerd en afgerond. Op basis hiervan werden twee steunmaatregelen

uitgewerkt en gelanceerd in 2016: hermotorisatie van kleine schepen en het toepassen van

nabehandelingstechnieken, zoals een roetfilter of katalysator, aan boord van middelgrote en grote

schepen (actie 40). Een veelbelovende brandstof is LNG. In 2014 werd het ADN-verdrag geratificeerd

waardoor nu ook schepen varend onder Belgische vlag uitzonderingen kunnen aanvragen om LNG als

cargo te vervoeren (actie 42). Vlaamse stimuli voor privé-initiatieven (actie 43) zijn er actueel nog niet,

maar er zijn wel mogelijkheden op Europees niveau waarbij de Vlaamse administratie faciliterend

optreedt. Er worden sinds 2013 ook privé-initiatieven ontwikkeld. Het regelgevend kader (actie 46) in

de Vlaamse zeehavens werd grotendeels aangepast, de ontwikkelingen op internationaal niveau rond

een regelgevend kader worden opgevolgd en de uitrol voor LNG voor binnenvaart en zeevaart zal

verder worden uitgewerkt in kader van het actieplan "Clean Power for Transport".

Om de emissies van de zeevaart te reduceren, biedt het installeren van een NOx Emission Control Area

(NECA)-zone een groot potentieel (actie 47). In oktober 2016 keurde de milieucommissie van het

Page 29: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

29

International Maritime Organisation (IMO) de invoering van een NECA vanaf 2021 op de Noordzee

goed. In deze dezelfde commissie werd ook beslist dat schepen wereldwijd vanaf 2020 hun

zwavelemissies moeten terugdringen. Door het lage zwavelgehalte van LNG wordt het gebruik van

deze brandstof interessanter. LNG aangedreven schepen stoten eveneens minder NOx en fijn stof uit.

Het gebruik van LNG voor scheepvaart kende in de afgelopen jaren slechts een beperkte groei door de

lage brandstofprijzen. De uitbouw van de bunkerinfrastructuur ging echter onverminderd verder

waardoor het bunkeren van LNG mogelijk is in de meeste Vlaamse havens. Walstroom voor zeevaart

biedt actueel op korte termijn minder perspectief omwille van de lage brandstofprijs en de hoge

infrastructuurkosten.

Environmental Shipping Index (ESI) werd naast de haven van Antwerpen waar ze reeds in werking was,

ook geïntroduceerd in de havens van Zeebrugge (2012) en Gent (2013). Deze actie kan ervoor zorgen

dat de vloot voor zeevaart wordt vernieuwd (actie 44). De haven van Oostende acht de maatregel niet

haalbaar.

Page 30: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

30

5. VOORUITBLIK

De maatregelen van de afgelopen jaren hebben hun effect niet gemist: de luchtkwaliteit gaat erop

vooruit en de potentiële negatieve gezondheidsimpact vermindert daardoor. Om ervoor te zorgen dat

de NO2-grenswaarde overal wordt gehaald en er ook voor de andere polluenten een blijvende

verbetering optreedt, worden de lopende of op te starten acties uit het plan verder gezet en worden

nieuwe maatregelen uitgewerkt.

Verdere uitvoering lopende en op te starten acties

Zoals uit de evaluatie van de acties blijkt, zijn verschillende acties uitgevoerd. Een aantal acties zijn

lopende en zullen verder uitgevoerd of opgestart worden. Meer bepaald gaat het over de volgende

acties:

- verdere uitbouw dynamisch verkeersmanagement en trajectcontrole met aandacht voor

luchtkwaliteit (acties 1, 2 en 4);

- vergroening bussenpark De Lijn (actie 9);

- vergroening (stedelijke) logistiek (acties 12, 25, 36);

- uitvoering en verdere invulling CPT-actieplan voor vrachtwagens, binnenvaart en zeevaart

(acties 13, 15, 43, 45, 46);

- integratie luchtkwaliteit binnen het Vlaams en federaal mobiliteitsbeleid (acties 27, 28);

- ruimtelijke inrichting en integratie binnen het ruimtelijk beleid (acties 29, 30, 55, 57, 58);

- ondersteuning lokale overheden (37, 50).

Naast de hierboven opgesomde lijst bieden inzichten in de uitgevoerde acties en een aantal acties die

(nog) niet werden uitgevoerd of stopgezet, potentieel om te luchtkwaliteit verder te verbeteren. De

komende jaren wordt bv. verder voorbereidend onderzoek uitgevoerd rond de kilometerheffing voor

personenwagens. Om de jaargrenswaarde in de street canyons op korte termijn te halen, moet de LEZ-

maatregel geflankeerd worden door aanvullend lokaal (mobiliteits)beleid. Hierdoor is het van belang

om bij steden het draagvlak te vergroten om extra lokale acties, niet enkel beperkt tot de grote steden,

te nemen naar luchtkwaliteit (bv. via subsidieregeling – planlastendecreet). De bevinding dat zeevaart

een grote lokale impact heeft op de luchtkwaliteit in de haven van Antwerpen en Zeebrugge zal verder

bekeken worden. Ook rond binnenstedelijke luchtkwaliteit bieden de uitgevoerde en (voorlopig)

stopgezette acties inzichten. Zo biedt een verdere integratie binnen het ruimtelijk en lokaal

mobiliteitsbeleid nog potentieel.

Nieuw luchtbeleidsplan

Op basis van de evaluatie van de lopende, stopgezette en nieuwe potentiële maatregelen wordt een

nieuw globaal luchtbeleidsplan voor Vlaanderen uitgewerkt tegen 2018 met doorkijk naar 2030 en

2050. Dit actieplan zal zowel een emissiereductieprogramma bevatten -in uitvoering van de NEC-

richtlijn- als een luchtkwaliteitsplan. Dit plan zal niet enkel NOx en NO2 omvatten, maar alle relevante

polluenten waaronder fijn stof.

Met dit luchtbeleidsplan dragen we bij aan de langetermijnvisie van de Vlaamse Regering: “In 2050 is

de vervuiling van de binnen- en buitenlucht onder controle en heeft deze geen negatieve invloed meer

op de luchtkwaliteit; de kritische lasten voor zuur- en stikstofdepositie worden niet meer

overschreden. De luchtvervuiling door antropogene bronnen, zoals industrie, landbouw en vervoer, is

Page 31: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

31

drastisch teruggebracht. De leefomgeving in Vlaanderen is groen, rustig en gezond. Ze heeft geen

negatieve invloed op de gezondheid van haar bewoners en bevordert hun welzijn.”.

Deze langetermijnvisie sluit aan bij de Europese doelstellingen om te evolueren naar een situatie

waarbij de impact van luchtverontreiniging op de gezondheid verder verminderd wordt. Concreet

streeft de Europese Commissie er naar tegen 2050 de richtniveaus voor menselijke gezondheid van de

Wereldgezondheidsorganisatie te bereiken en de grenzen aan de draagkracht van ecosystemen niet

meer te overschrijden en tegen 2030 de gezondheidsimpact van luchtverontreiniging te halveren en

het gebied van ecosysteem waar de eutrofiëringsgrenzen zijn overschreden met een derde te

verminderen t.o.v. 2005.

We kiezen voor een geïntegreerde aanpak waarbij we niet enkel het emissiereductiebeleid en het luchtkwaliteitsbeleid integreren, maar ook afstemmen met het klimaatbeleid en de Programmatorische Aanpak Stikstof. De focus van dit luchtbeleidsplan ligt op plaatsen waar mensen en ecosystemen zijn blootgesteld aan hoge niveaus van verontreinigende stoffen.

Saneringsplan voor de agglomeratie Antwerpen

De NO2-norm werd in 2015 overschreden in de agglomeratie Antwerpen (meetpunt Borgerhout straatkant). Dit betekent dat deze zone sinds 2015 in overschrijding is. Gezien de jaargrenswaarde voor NO2 niet werd gehaald in 2015, kan de Europese Commissie starten met een inbreukprocedure. Artikel 13 van de richtlijn 2008/50/EG bepaalt hieromtrent het volgende: "Wat stikstofdioxide en benzeen betreft, mogen de in bijlage XI genoemde grenswaarden vanaf de daar genoemde data niet worden overschreden.".

Voor de zone in overschrijding wordt een saneringsplan opgesteld en aan de Europese Commissie

bezorgd. Artikel 23 bepaalt rond het opstellen van plannen het volgende: “In geval van overschrijding

van grenswaarden waarvoor het uiterste tijdstip voor naleving reeds is verstreken, worden in de

luchtkwaliteitsplannen passende maatregelen genoemd, zodat de periode van overschrijding zo kort

mogelijk kan worden gehouden. De luchtkwaliteitsplannen kunnen bovendien maatregelen omvatten

die gericht zijn op de bescherming van kwetsbare bevolkingsgroepen zoals kinderen. De

luchtkwaliteitsplannen omvatten ten minste de in bijlage XV, deel A, genoemde gegevens en kunnen

maatregelen omvatten overeenkomstig artikel 24 (kortetermijn actieplannen). Die plannen worden

onverwijld, maar uiterlijk twee jaar na het einde van het jaar waarin de eerste overschrijding is

geconstateerd aan de Commissie meegedeeld.”. Het saneringsplan zal uiterlijk 31 december 2017 aan

de Europese Commissie worden bezorgd (2 jaar na 31 december 2015).

Het saneringsplan zal een omgevingsanalyse voor de agglomeratie Antwerpen bevatten, gebaseerd op de rapportering aan de Europese Commissie eind september 2016 (naar aanleiding van het besluit tot uitstel van de NO2-norm tot en met 2015) en een actieplan met maatregelen.

Dit saneringsplan voor de agglomeratie Antwerpen zal, conform de Europese regels, na de zomer van 2017 in openbaar onderzoek gaan. Het heeft tot doel om zo snel mogelijk de resterende knelpunten inzake NO2 op te lossen.

Page 32: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

32

Bijlage 1: gemeten concentratie in de meetpunten Sta code gemeente 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

42R802 Borgerhout (straatkant) 48 50 49 47 45

42R805 Antwerpen (Belgiëlei) NA

42R894 Antwerpen 49 47 46 48 46 48 43 44 42 39 41 38 39 39 41 40 43 40

42R801 Borgerhout 52 50 48 48 48 50 47 47 46 45 45 45 44 46 45 43 41 38

44R702 Gent (Gustaaf Callierlaan) 39 39 38

42R822 Antwerpen 42 43 42 44 44 47 44 44 44 44 41 40 40 41 39 39 39 37

42R891 Antwerpen 42 44 41 45 43 46 43 43 43 40 43 39 40 40 38 37 37 36

42R893 Antwerpen 58 49 50 48 44 46 46 41 43 42 41 40 38 39 40 36 36 36

42M802 Antwerpen (Luchtbal) 46 44 44 45 43 44 43 42 40 38 36

42R897 Antwerpen 40 38 37 42 40 41 37 40 37 38 39 36 35 36 35 37 35 34

42R821 Beveren Waas 29 32 30 32 31 35 31 31 30 30 29 29 30 28 25 27 25 NA

42R892 Kallo (sluis Kallo) 33 35 30 35 34 38 33 35 35 36 40 38 39 37 33 38 35 34

42R803 Antwerpen (Park Spoor Noord) NA

42R817 Antwerpen (Groenenborgerlaan) NA

40R833 Stabroek 31 30 30

42R815 Zwijndrecht 36 NA 37 34 34 36 35 33 33 32 29

44R701 Gent (Baudelopark) 37 40 38 38 36 41 37 36 36 34 34 34 35 33 32 32 30 28

40SA04 Hoevenen NA 27

42R020 Vilvoorde 39 38 36 37 37 40 36 37 37 35 35 35 34 32 31 30 30 28

42R831 Berendrecht 33 34 34 34 34 32 32 31 32 30

42R841 Mechelen (Technologielaan) NA 33 33 NA 34 33 32 35 32 33 33 30 27

42R811 Schoten 36 36 35 34 35 33 33 34 31 31 29 28 26

Page 33: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

33

42R830 Doel (Scheldemolenstraat) 27 28 28 30 29 33 30 30 30 27 27 28 28 27 26 27 27 25

42R010 Sint-Stevens-Woluwe 37 35 34 35 34 37 34 34 32 33 31 31 31 30 29 29 27 25

40SZ01 Steenokkerzeel NA 37 39 35 32 36 31 32 32 35 33 31 31 30 32 28 25 26

40AL01 Antwerpen-Linkeroever NA 27 26

44R750 Zelzate 27 34 33 32 32 35 32 32 32 31 31 30 31 30 29 29 27 27

40HB23 Hoboken 32 34 34 34 32 32 33 30 29 28 27 27

44R731 Evergem 28 31 29 29 29 32 30 29 30 28 28 28 30 28 27 27 26 25

44N052 Zwevegem 26 27 27 25 25 26 26 30 28 26 23

40SZ02 Steenokkerzeel NA 34 33 34 30 35 33 31 31 32 29 29 28 30 28 28 24 24

44M705 Roeselare (Haven) 26 27 26 26 28 28 27 25 26 25 23

44R740 Sint-Kruiswinkel 30 32 31 32 30 33 31 30 30 30 28 28 29 27 26 26 23 23

42N045 Hasselt 30 30 29 30 27 29 27 26 25 23 23

44R721 Wondelgem 24 32 29 32 31 35 32 31 32 30 29 29 31 29 26 27 25 23

42R834 Boom NA 26 23 22

42R820 Kapellen NA 23 22 22

42R823 Beveren-Waas 40GK09 Genk (Sluis Langerlo) 26 27 28 25 25 24 21 20

44M702 Ertvelde 19 23 23 25 26 28 26 26 26 25 25 25 27 24 24 24 22 21

44R710 Destelbergen 25 25 28 NA 27 28 26 24 24 22 22

40LD02 Geel 29 26 26 27 25 24 23 25 24 24 23 21 20

40LD01 Laakdal NA 31 29 32 30 29 29 30 27 26 28 27 22 24 21 21

42N035 Aarschot 22 NA 24 22 22 22 21 22 22 19 19

42N016 Dessel 28 25 24 26 25 27 25 24 24 23 22 22 23 21 21 20 18 17

42N046 Gellik 23 23 23 21 22 23 21 22 21 18 17

42N054 Walshoutem 22 NA 22 20 20 22 20 21 20 18 17

42N027 Bree NA 21 22 20 20 18 16 15

42N040 Sint-Pieters-Leeuw NA 18 18 NA 18 19 22 20 18 19 17 15

44N012 Moerkerke 22 22 20 22 22 24 20 19 20 18 18 19 19 18 16 16 15 13

44N051 Idegem 13 16 16 13 13

Page 34: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

34

44N029 Houtem (Veurne) 18 16 16 18 18 20 17 16 17 17 16 16 16 15 13 14 12 10

44N050 Sint-Denijs 27 22 22 25 24 26 NA 40WZ01 Lommel 26 25 24 25 25

40ML01 Mechelen (Hombeeksestwg) 36 38 39 39 36 36 36 36 34 33 34 31 29

42R832 Ruisbroek 37 36 33 36 34 40 36 37 37 36 34 34 34 32 NA 40OB01 Oostrozebeke NA 35 33 36 32 33 29 30 31 31 30 27 28 28 25 24 40HR01 Herne 14 20 20 21 20 NA 42N015 Schilde 33 30 29 29 28 31 30 30 30 30 NA

Page 35: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

35

Bijlage 2: rapportering van de acties In deze tabel worden de maatregelen beschreven volgens volgend sjabloon:

Nr. Titel

Stand van zaken 2012

Stand van zaken 2013

Stand van zaken 2014

Stand van zaken 2015

Document/beslissing/verwijzing

Beschrijving finale stand van zaken

1. Dynamisch verkeersmanagement (snelheidsaanduiding, routekeuze) inzetten om in knelpuntzones (op ringwegen rond Antwerpen en Brussel en op de E17 en E40 ter hoogte van Gent) de verkeersveiligheid en -doorstroming te organiseren. Dit heeft ook een positieve impact op de luchtkwaliteit

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2015-2016/g518-1.pdf

De uitvoering van het DVM-plan gebeurt jaarlijks. De beleidsbrief 2015-2016 definieert het objectief tegen 2020. De uitrol is op schema. In het DVM-plan is sprake van verschillende vormen van netwerkmanagement, nl. wegvakmanagement, basiswegvakmanagement en wegvakmanagement. Het basis wegvakmanagement legt de klemtoon in de ruit Gent-Antwerpen-Lummen-Brussel en de congestiegevoelige snelwegen ernaartoe.

2. Verdere uitbouw van trajectcontrole langs de snelwegen

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 vertraagd

2015 in uitvoering

beleidsbrief MOW 2015-2016 (p. 39) (Vlaams Parlement , stuk 518 (2015-2016).

In de periode 2012-2015 zijn belangrijke stappen gezet. De eerste trajectcontroles werden geïnstalleerd in Vlaanderen, onderzoek naar mobiele trajectcontrole is opgestart. De opdrachtencentrale voor ANPR-camera's werd in de markt geplaatst (waarbij ook de bestuurslaag 'gemeenten' betrokken werd) en de overstap naar trajectcontroles op het lagere wegennet wordt voorbereid.

3. Uitbouw vrachtroutenetwerk

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

Regiostudies

De uitwerking van het vrachtroutenetwerk werd in 2012 voor alle 28 regio’s opgestart. Alle regiostudies zijn afgewerkt.

4. In knelpuntzones waar snelheidsregimes opgelegd kunnen worden zullen criteria m.b.t. luchtkwaliteit in overweging genomen worden

2012 op te starten

2013 op te starten

2014 op te starten

2015 in uitvoering

BVR van 30/10/2015 tot wijziging van KB van 1/12/75

De concrete actie uit het NO2-plan is nog op te starten. Desalniettemin worden bij bepaalde projecten via de MER-regelgeving het aspect luchtkwaliteit wel degelijk meegenomen. Door de veralgemeende invoering van 70 km/u wordt een snelheidsverlaging gecreëerd.

5. Implementatie van de hervormde BIV

2012 uitgevoerd

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Principiële goedkeuring: VR 2011 1507 DOC.0807 Bekrachtiging: VR 2012 1702 DOC.0010

Sinds 1 maart 2012 wordt de BIV berekend aan de hand van de milieukenmerken en de leeftijd van de wagen.

6. Voldoende sturend uitwerken van de tarieven voor kilometerheffing voor vrachtwagens en de verkeersbelastingen voor personenwagens

2012 Vertraagd

2013 In uitvoering

2014 In uitvoering

2015 uitgevoerd

kmheffing: 18/05/2015 doc. VR 2015 1805 DOC.0464/2, VKB: 10/12/2015 doc. VP 544 (2015-2016) – Nr. 22

De actie werd vertraagd uitgevoerd (afgerond 2016 i.p.v. 2013).

7. Bij de toekenning van exploitatiecontracten door De Lijn zal maximaal rekening gehouden worden met de milieuvriendelijkheid van het bussenpark

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Beheersovereenkomst van De Lijn 2011-2015

Page 36: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

36

Een nieuw contract voor de aanbesteding van vervoerdiensten werd in 2013 opgesteld en goedgekeurd. Het percentage ingezette voertuigen dat voldoet aan de meest recente typekeuring is hierin een gunningscriterium. Daarnaast is het zo dat (ook in het vorige contract al) elke nieuwe bus die tijdens de looptijd van het contract door de contractant wordt aangekocht, moet voldoen aan het typebestek van De Lijn dat regelmatig wordt geüpdatet.

8. De Lijn zal bij haar exploitatie de meest milieuvriendelijke bussen in hoofdzaak inzetten voor stadsvervoer. Zij zal de nodige maatregelen nemen om deze verplichting ook aan haar exploitanten op te leggen

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Beheersovereenkomst van De Lijn 2011-2015

De Lijn zet haar hybride bussen grotendeels in stadsexploitatie in. Daarnaast wordt bij aankopen van dieselbussen een onderscheid gemaakt tussen stads- en streekbussen, bijvoorbeeld voor de programmatie van versnellingsbakken (en dus: zuinig rijden) en de lay-out van de binnenruimte. Ook in de typekeuring voor bussen van exploitanten wordt dit onderscheid stad-streek gemaakt. De Lijn heeft in 2015 een nieuwe bestelling van 138 hybride bussen gedaan, die in 6 stedelijke centra worden ingezet. Het buspark van De Lijn telt daardoor zowat 10% hybride bussen van Euro V of Euro VI. Deze besparen ongeveer 25% brandstof (en dus uitstoot) t.o.v. een nieuwe dieselbus. Net als de vorige jaren zijn exploitanten verplicht om bij de aankoop van nieuwe bussen voor Euro VI te kiezen. Ook bij de aanbesteding van nieuwe contracten worden ze aangezet om nieuwe bussen in te zetten (zie actie 7).

9. De Lijn zal bij haar aankoopbeleid de mogelijkheden nagaan om bussen met alternatieve aandrijving of brandstof aan te kopen

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

Beheersovereenkomst van De Lijn 2011-2015

De Lijn kiest systematisch voor dieselhybride bussen van de allernieuwste generatie om in binnensteden in te zetten. Deze technologie is een eerste stap ter voorbereiding v/d veralgemeende introductie van elektrische bussen in het wagenpark van De Lijn.

10. Nagaan of en welke maatregelen in stelplaatsen van De Lijn kunnen genomen worden om stationair draaien te verminderen

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

Beheersovereenkomst van De Lijn 2011-2015

De opvolging van stationair draaien op stelplaatsen en andere locaties is in elke regio ingebed in het dagdagelijkse beheer van de chauffeurs en voertuigen.

11. Ecodriving uitbouwen bij De Lijn

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

Beheersovereenkomst van De Lijn 2011-2015

- elke buschauffeur heeft geleerd hoe zij/hij moet ecorijden; - de meeste van de bussen (zowat 2000 op 2200) zijn uitgerust met een rijstijlmeter die in real-time feedback geeft aan chauffeurs over hun rijstijl; - alle chauffeurs en alle stelplaatsen krijgen informatie over hun rijstijl (objectief gemeten d.m.v. een ecoscore). De resultaten van deze ecoscores worden maandelijks tot op directieniveau in KPI's gerapporteerd.

12. De VIA-acties groene logistiek uitwerken en implementeren

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

In mei 2013 ging de werking van FL-consulenten van start. Het team werd in de loop van het project uitgebreid tot 5 consulenten en loopt nog tot januari 2017. In 2016 werd het team afgebouwd tot 1 consulent. In juni 2013 werd de brochure ‘groene logistiek’ bekendgemaakt. Er werd kennis opgedaan rond emissiecalculatoren en er werd gebruik gemaakt van een eerder opgeleverd simulatiemodel voor transportbewegingen. Het PIEK-2 project en een voorstudie over dataverzameling stedelijke logistiek werden opgeleverd. Op basis van resultaten van PIEK-2 paste de Vlaamse Regering de geluidsnormen voor leveringen aan grote supermarkten aan. De wijzigingen werden doorgevoerd in 2016. Een projectvoorstel en basis van plan van aanpak voor beleidskader stedelijke logistiek werden uitgewerkt.

13. Ecologiepremie voor aankoop van CNG en LNG vrachtwagens, de ombouw naar een aardgasmotor en/of de aanschaf van een aardgastankinstallatie

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

Page 37: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

37

Over de gehele periode werden er premies betaald.

14. Verder onderzoek naar het aanmoedigen van de aankoop en installatie van milieuvriendelijke technologieën via een technologie-neutrale steunmaatregel

2012 op te starten

2013 vertraagd

2014 vertraagd

2015 Stopgezet

Deze actie werd niet uitgevoerd. Aangezien een technologiegebaseerde steunmaatregel voor de binnenvaart vertraging opliep (actie 40), werd geen onderzoek naar een meer complexe technologieneutrale steunmaatregel uitgevoerd.

15. Nagaan of de ecologiepremie voor aardgasvoertuigen voldoende stimulans biedt, dan wel welke (andere) stimuli de sector nodig heeft

2012 op te starten

2013 op te starten

2014 op te starten

in uitvoering

VR 2015 1809 DOC.0959/1BIS

Stimuli voor CNG en LNG bij vrachtwagens zullen worden meegenomen bij de verdere invulling van het Clean Power for Transport-actieplan.

16. De vereiste minimale ecoscores in de rondzendbrief voor aankoop van voertuigen worden aangescherpt

2012 in uitvoering

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

VR 2013 0706 DOC.0567/1 Omzendbrief DVO/BZ/P&O/2013 betreffende verwerving en vervreemding, gebruik en beheer van dienstvoertuigen

Op 7 juni 2013 werd een nieuwe omzendbrief goedgekeurd die het aankoopbeleid van voertuigen binnen de Vlaamse overheid regelt. De ecoscores per voertuigklasse werden aangepast, het is voor entiteiten verplicht om, vanaf de vierde aankoop per jaar, voor 1 op 4 voertuigen een ecoscore van 72 of meer te behalen en de Vlaamse overheid als geheel streeft naar minstens 5% elektrische of plug-in hybride voertuigen bij nieuwe aankopen per jaar. De omzendbrief maakt het ook mogelijk om de normen voor de klassieke verbrandingsmotoren jaarlijks aan te scherpen, rekening houdend met het aanbod op de markt.

17. Nieuw actieplan milieuzorg voertuigenpark opstellen

2012 In uitvoering

2013 vertraagd

2014 vertraagd

2015 uitgevoerd

VR 2016 1507 DOC.0887/1BIS

Van 2009-2014 zaten enkele mobiliteitsdoelstellingen voor de VO vervat in VIA (gemiddelde ecoscore Vlaamse overheidsvloot in 2015 = 63 en daling brandstofverbruik met 10%). In 2016 werd een nieuw actieplan mobiliteit goedgekeurd dat invulling geeft aan de klimaatengagementen die de Vlaams overheid zichzelf stelt. In dit kader zullen verdere acties genomen worden om het voertuigenpark van de Vlaamse overheid te vergroenen.

18. Acties ter bevordering van de aankoop en gebruik van elektrische voertuigen uitvoeren binnen VO

2012 in uitvoering

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

De aanbevelingen uit de studie werden verwerkt voor de entiteiten van de VO. De omzendbrief werd uitgebreid met een doelstelling rond EV. Er komt een nieuw raamcontract voor de aankoop van EV's.

19. De vergunning voor de installatie van aardgastankstations aantrekkelijker en meer haalbaar maken

2012 uitgevoerd

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

VR 23/12/2011

Aan VLAREM II is een nieuwe afdeling 5.16.8 toegevoegd, die sectorale voorwaarden bevat voor aardgastankstations. Dankzij deze sectorale voorwaarden weten exploitanten vooraf aan welke milieuwetgeving ze moeten voldoen, bv. veiligheidsstudie niet vereist, de verplichte veiligheidsvoorzieningen zijn op voorhand gekend. Dat maakt een vlottere vergunningsprocedure mogelijk.

20. De mogelijkheden nagaan om een demonstratieproject rond LNG voor vrachtwagens uit te voeren

2012 op te starten

2013 op te starten

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

Clean Power for Transport-actieplan (VR 2015 1809 DOC.0959/1BIS)

Het project "Powering Logistics 2020" van het VIL had tot doel zinvolle business cases en geschikte randvoorwaarden voor alternatieve brandstoffen in de logistiek (o.m. CNG) te identificeren, incl. een aftoetsing aan de praktijk. Er werden meer dan 150 stakeholders bereikt bij de disseminatie van de eerste resultaten. Uit de studie kwam naar voor dat actie nodig is bij verschillende spelers om het gebruik van

alternatieve brandstoffen concurrentieel te maken met conventionele brandstoffen. Stimuli voor CNG en LNG

bij vrachtwagens zullen worden meegenomen bij de verdere invulling van het CPT-actieplan.

Page 38: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

38

21. Opmaak van een masterplan Elektrisch rijden door interdepartementale werkgroep elektrisch rijden, het masterplan goedkeuren en uitvoeren

2012 op te starten

2013 in uitvoering

2014 vertraagd

2015 uitgevoerd

VR 2015 1809 DOC.0959/1BIS

Het actieplan “Clean Power for Transport” (CPT-actieplan) werd eind 2015 goedgekeurd om de doorbraak te ondersteunen (uitvoering van de Europese richtlijn betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen van 22 oktober 2014). Het actieplan streeft onder meer naar een aandeel van 7,5% voor batterij elektrische voertuigen en 5% aardgasvoertuigen in 2020. Daarnaast wordt er gewerkt aan een basisinfrastructuur van 5000 elektrische laadpunten tegen 2020.

22. Communicatiecampagne Elektrisch rijden

2012 op te starten

2013 op te starten

2014 op te starten

2015 uitgevoerd

www.milieuvriendelijkevoertuigen.be

In kader van de lancering van het “Clean Power for Transport”-actieplan (eind 2015) werd www.milieuvriendelijkevoertuigen.be gelanceerd.

23. Aanpassen nota aan de federale overheid (ICL-nota)

2012 in uitvoering

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

ICL 31/03/2011

ICL-nota "Voorstellen tot heroriëntering van de federale maatregelen die de verdieselijking van het wagenpark stimuleren" is definitief en besproken

24. Overmaken van de aanbevelingen (ICL nota) aan de federale overheid

2012 op te starten

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

De aanbevelingen vanuit de ad-hoc werkgroep NEC werden voorgelegd aan de bevoegde federale ministers.

25. Versneld uitvoeren van de VIA-acties met het oog op een beheersing van het aantal autokilometers over de weg en versneld uitvoeren van de acties binnen Flanders Logistics met het oog op een beheersing van het aantal vrachtkilometers over de weg

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

Na drie jaar en bijna 700 verkennende gesprekken hebben de Flanders Logistics-consulenten meer dan 300 concrete projecten afgerond waarbij ze een besparingspotentieel van bijna dan 14 miljoen euro en een mogelijke reductie van 7.518 ton CO₂ hebben gedefinieerd. Het project loopt af in januari 2017. De vermelde VIA-acties worden verder ontwikkeld in het kader van het Mobiliteitsplan.

26. Een proefproject voor kilometerheffing voor personenwagens uitvoeren en een gedifferentieerd tarief voor personenwagens uitwerken (indien proefproject succesvol)

2012 vertraagd

2013 in uitvoering

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Midden 2013 werd het proefproject voor personenwagens opgestart. De resultaten werden in 2014 opgeleverd. Het regeerakkoord voorziet ook de komende jaren verder voorbereidend onderzoek.

27. Voldoende aandacht besteden aan maatregelen met een positief effect op de luchtkwaliteit bij de uitwerking van het Mobiliteitsplan Vlaanderen en deelplannen zoals het Masterplan Antwerpen alsook de effecten van het mobiliteitsbeleid monitoren zodat tijdige bijsturing mogelijk is

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

Het ontwerp mobiliteitsplan Vlaanderen bevat een aantal doelen met betrekking tot de luchtkwaliteit. Deze doelen zullen deel uitmaken van de monitoring van het Mobiliteitsplan Vlaanderen.

28. Overleg met de federale overheid m.b.t. de invoering van een mobiliteitsbudget ter vervanging van de bedrijfswagen en tankkaart

2012 op te starten

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

5 proefprojecten (studie Mobiel21) zijn afgerond. Verder is er nog onderzoek gebeurd door het steunpunt Goederenvervoer en Personenmobiliteit (UA). Uit alles blijkt dat er nog een reeks beslissingsvelden zijn die best wat helderder geformuleerd worden alvorens de discussie van een regelgeving worden aangevat.

29. Blootstelling verminderen door ruimtelijke ingrepen en in het bijzonder door ingrepen aan de bestaande infrastructuur

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

www.lne.be/geluidsactieplannen

Page 39: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

39

In uitvoering van de geluidsactieplannen werd een prioriteitenlijst opgemaakt waaraan stelselmatig gewerkt wordt. Naast deze prioriteitenlijst kunnen geluidsschermen geplaatst worden t.g.v. bv een MER-procedure bij een wegenisproject of op vraag van gemeenten (module 5 of samenwerkingsovereenkomst).

30. Ruimtelijk vertaalbare maatregelen worden ingeschreven in de stedenbouwkundige voorschriften van het betrokken plan

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

Handleiding dd 2012 (https://www.lne.be/sites/default/files/atoms/files/impact_verkeer.pdf )

Het inschrijven van ruimtelijk vertaalbare maatregelen in de stedenbouwkundige voorschriften van het betrokken plan vormt een continu aandachtspunt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de handleiding die in 2012 werd opgesteld.

31. In uitvoering van het planlastendecreet wordt het halen van de Europese luchtkwaliteitsnormen opgenomen als één van de Vlaamse beleidsprioriteiten voor knelpuntgemeenten

2012 in uitvoering

2013 stopgezet

2014 stopgezet

2015 stopgezet

Stopgezet. Er werd in kader van de uitvoering van het planlastendecreet (nieuwe bestuurs- en beheerscyclus voor lokale overheden - BBC) geen beleidsprioriteit geformuleerd rond lokale leefkwaliteit. De minister formuleerde wel zelf 6 beleidsprioriteiten voor lokale overheden, o.a. één rond de aanpak van luchtverontreiniging en geluidshinder door verkeer, met de bedoeling om deze beleidsprioriteiten te koppelen aan een nieuwe resultaatsgerichte subsidieregeling. Deze nieuwe subsidieregeling werd echter niet goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

32. Gemeenten ondersteunen bij de invulling van de beleidsdoelstelling door de Luchttoets en een code van goede praktijk ter beschikking te stellen

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 uitgevoerd

2015 Uitgevoerd voor zover mogelijk

www.mimolo.be

De website www.mimolo.be staat online. De ontwikkeling van de Luchttoets wordt stopgezet omdat de opdrachtnemer liet weten dat een integratie van de applicatie in de LNE-omgeving niet mogelijk bleek.

33. Ontwikkeling van een methodiek voor de integratie van milieuaspecten in het gemeentelijke mobiliteitsbeleid

2012 in uitvoering

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

https://www.lne.be/milieu-en-mobiliteit-wat-kan-je-als-gemeente-doen

In november/december 2013 werd de handleiding 'Milieuaspecten integreren in het lokale mobiliteitsbeleid', die voortvloeide uit de in 2013 uitgevoerde studie, voorgesteld aan de gemeenten. Tijdens een infosessie in iedere provincie werd deze handleiding toegelicht aan de gemeentelijke ambtenaren.

34. De integratiemethodiek kenbaar maken en op gepaste wijze een koppeling voorzien met de opmaak van gemeentelijke mobiliteitsplannen

2012 op te starten

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

www.lne.be/milieuaspecten-mobiliteitsplan

Via de website www.lne.be/milieuaspecten-mobiliteitsplan is de integratiemethodiek beschikbaar voor gemeenten. In elke provincie werd een infosessie gehouden waarin de methodiek werd toegelicht. Het departement LNE brengt gemeenten op de hoogte van de integratiemethodiek telkens een relevant dossier geagendeerd staat op de GBC (gemeentelijke begeleidingscommissie).

35. Onderzoek naar de socio-economische effecten en de kritische succesfactoren van autoluwe centra

2012 op te starten

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 stopgezet

De studie met daarin het analysekader werd opgeleverd en ter beschikking gesteld. Het analysekader bekijkt stedelijke mobiliteit vanuit een breder perspectief, waarin autoluwe centra aan bod komen. Er wordt in de studie niet ingegaan op de socio-economische effecten en de kritische succesfactoren van autoluwe centra. Er zijn geen verdere studies gepland rond dit thema.

36. Nagaan of in overleg met de verschillende overheidsdiensten een raamkader kan worden uitgewerkt voor stedelijke distributie

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

Page 40: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

40

Het PIEK-2 project stille leveringen in de dagrand en dialoog stedelijke distributie werd opgeleverd. Geluidskader voor leveringen aan grote supermarkten werd goedgekeurd op niveau van de Vlaamse Regering. De betreffende VLAREM-rubrieken werden aangepast in 2016. De basis voor het beleidskader stedelijke logistiek werd gelegd en het kader wordt momenteel uitgewerkt.

37. Ondersteuning van lokale wegbeheerders door de ervaringen van het Groene Golfteam van AWV om verkeerslichten langs belangrijke verbindingsassen te optimaliseren. Vastleggen van jaarlijkse doelstellingen

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

beleidsbrief MOW 2015-2016 (p. 30) (Vlaams Parlement , stuk 518 (2015-2016)).

in de periode 2012-2015 zijn belangrijke stappen gezet op vlak van 'slimme lichten'. Zo werden de verkeerscomputer Antwerpen en Gent slim 'vernieuwd', wat een belangrijke bijdrage levert aan de doorstroming en bijgevolg luchtkwaliteit (uitrol loopt nog). Ook werd de visievorming verbeterd (aan de hand van onderzoek en vernieuwde duidelijke richtlijnen in functie van 'slimme verkeerslichten'). De informatie van het 'groene golfteam' werd hierdoor bijgespijkerd (en toegepast op de Vlaamse context). Informatiedeling met steden en gemeenten wordt steeds nagestreefd.

38. Nagaan hoe steden voorwaarden kunnen opnemen over de emissies en/of technologie van het voertuig in het gemeenteraadsbesluit betreffende de exploitatie van taxidiensten

2012 op te starten

2013 vertraagd

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

Technische criteria

De technische criteria over emissies van taxi's werden, uitgewerkt. Steden kunnen deze toepassen in hun besluiten rond taxidiensten.

39. Via een stedelijk proefproject onderzoeken hoe binnen Vlaanderen een uniform kader kan worden uitgewerkt voor de invoering van LEZ’s

2012 op te starten

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

Decreet 27/11/2015, BVR 26/02/2016. VR20152711DEC.0066, VR20160226

Het wettelijke kader dat de invoering van LEZ's door de gemeenten moet faciliteren is opgemaakt. Enkel het ontwerpbesluit moest nog definitief worden goedgekeurd maar dit gebeurde in maart 2016.

40. Voorzien van steunmogelijkheden voor emissiereducerende technologieën voor de binnenvaart

2012 op te starten

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

http://www.wenz.be/nl/beroepsvaart/steunmaatregelen/hermotorisatie/ http://www.wenz.be/nl/beroepsvaart/steunmaatregelen/nabehandelingstechnieken /

De 360 graden studie met betrekking tot de vergroening van de binnenvaart werd door de waterwegbeheerders uitgevoerd en afgerond. Op basis van de besluiten van deze studie werden twee steunmaatregelen uitgewerkt en in de markt gezet (hermotorisatie van kleine schepen (< CEMT klasse IV) en het toepassen van nabehandelingstechnieken, zoals een roetfilter of katalysator, aan boord van middelgrote en grote schepen (≥ CEMT klasse IV). De eerste subsidieronde loopt tot oktober 2017.

41. Aanstellen van een walstroomcoördinator, oplijsten van knelpunten en oplossingen voor walstroom, coördineren van walstroominventaris in Vlaanderen, onderzoek naar het vermeerderen van het aantal walstroomposten en uitwerken van een steunmaatregel voor de schippers (binnenvaart)

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

www.binnenvaartservices.be/walstroom

Walstroom wordt reeds op een aantal locaties aangeboden. In april 2013 werd de walstroomwebsite gelanceerd, www.binnenvaartservices.be/walstroom, waar binnenvaartondernemers een overzichtskaart kunnen vinden van alle walstroominfrastructuur in Vlaanderen. Met het oog op uniformiteit werd, in het kader van een Europees project, dat het departement MOW (afdeling Haven- en waterbeleid) samen coördineert met het Gemeentelijke Haven van Antwerpen, nv De Scheepvaart, Havenbedrijf Gent nv van publiek recht en Waterwegen en Zeekanaal NV, een centraal beheersysteem voor walstroom in Vlaanderen (CEBES) ontwikkeld. Het CEBES is sinds november 2015 operationeel. Gebruikers/schippers kunnen via één centrale website www.binnenvaartservices.be/walstroom terecht op het CEBES. Via de ontwikkeling van een uniform overkoepelend centraal beheerssysteem (CEBES), zijn de verschillende lokale beheersystemen (LOBES) van de haven van Antwerpen (op Kaai 75), nv De Scheepvaart (op de wachthaven in Wijnegem) en Waterwegen en Zeekanaal nv (eind 2015 werden in de wachthaven van Evergem 6 nieuwe walstroomkasten gerealiseerd met in totaal 30 aansluitpunten) aan dit webplatform gekoppeld geworden zonder dat de eindgebruiker - de binnenschipper - een verschil merkt, ongeacht waar in Vlaanderen hij walstroom wil afnemen. Het CEBES is eenvoudig uit te breiden zodat nieuwe locaties kunnen worden toegevoegd.

Page 41: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

41

Er zullen de volgende jaren nog nieuwe walstroomvoorzieningen ontwikkeld worden. De Vlaamse overheid heeft in 2016 een bijkomende walstroomvoorziening gerealiseerd op de linkeroever van het Albertkanaal te Wijnegem. Eind 2016 werden in Evergem, opwaarts de sluis, 3 walstroomkasten gerealiseerd met in totaal 12 aansluitpunten. Daarnaast worde walstroomvoorzieningen meegenomen voor de renovatie van de sluis in Harelbeke op de Leie. Een uniform tarief voor walstroom wordt gehanteerd en bedraagt 0,27 euro/kWh. Deze kostprijs omvat de aankoopprijs van de elektriciteit en een bijdrage in de investerings- en onderhoudskost van de walstroomvoorzieningen. Om de exploitatie en het beheer van walstroom in Vlaanderen te optimaliseren en het walstroomnetwerk uit te breiden, werd zoals afgestemd in het Vlaamse Binnenvaartservices Platform, in opdracht van nv De Scheepvaart, Waterwegen en Zeekanaal NV, Departement MOW, Havenbedrijf Gent en Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen een onderzoek uitgevoerd. De studie is afgerond eind januari 2016. De resultaten van deze studie worden op het Vlaamse Binnenvaartservices Platform bediscussieerd om tegen eind 2016 een optimale configuratie van het walstroomnetwerk in Vlaanderen uit te werken. Binnenvaartservices Platform, in opdracht van nv De Scheepvaart, Waterwegen en Zeekanaal NV, Departement MOW, Havenbedrijf Gent en Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen een onderzoek uitgevoerd. De studie is afgerond eind januari 2016. De resultaten van deze studie worden op het Vlaamse Binnenvaartservices Platform bediscussieerd om tegen eind 2016 een optimale configuratie van het walstroomnetwerk in Vlaanderen uit te werken.

42. Op het Intergewestelijk Overleg Waterwegen (IOW) bij de andere overheden aandringen op snelle ratificatie van het ADN-verdrag en aan de federale vertegenwoordiger op het internationale forum voor het ADN-verdrag vragen om uitzonderingen voor LNG-schepen voor te stellen

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Ratificatiedossier

België heeft op 17 juli 2014 het ADN-verdrag geratificeerd en is op 24 oktober 2014 officieel toegetreden tot het ADN-verdrag. Hierdoor kunnen nu ook schepen varend onder Belgische vlag uitzonderingen aanvragen om LNG als cargo te vervoeren, in afwachting van structurele regels hierover.

43. Uitwerken van stimuli om een logistiek kader voor LNG-brandstof door privé-initiatief uit te bouwen (scheepvaart)

2012 op te starten

2013 op te starten

2014 op te starten

2015 op te starten

Voorlopig worden er geen Vlaamse financiële stimuli voorzien, maar er zijn wel mogelijkheden onder het Europese CEF programma. MOW faciliteert de indiening van projectvoorstellen bij Europa door privé-partners. Het logistiek kader wordt uitgewerkt. De eerste privé-initiatieven omtrent het aanbieden van LNG-brandstof worden al sinds 2013 ontwikkeld in de Vlaamse zeehavens en langsheen het TEN-T wegennetwerk.

44. Stimuleren van de zeehavens van Gent, Oostende en Zeebrugge om de ESI-index toe te passen voor het differentiëren van havengelden

2012 op te starten

2013 vertraagd

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

In Zeebrugge wordt de ESI-index toegepast voor het differentiëren van havengelden sinds 2012. En in Gent sinds 1 januari 2013. In Oostende wordt de ESI-index nog niet aangewend.

45. Overleg met de havenbesturen van Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge over uitbouw walstroominfrastructuur voor zeeschepen

2012 op te starten

2013 vertraagd

2014 vertraagd

2015 in uitvoering

www.binnenvaartservices.be/walstroom

Het Walstroomplatform (sinds 2014 Platform Binnenvaartservices genoemd) werd beschouwd als een goed forum om ook over walstroom voor zeevaart te overleggen aangezien alle betrokkenen (in het bijzonder de zeehavens) op dit platform aanwezig zijn.

46. Werken aan een reglementair en logistiek kader voor LNG voor binnenvaart en zeevaart (2.3.1.3)

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

Richtlijn "Clean Power for Transport" (2014/94/EU), art. 6.

Het regelgevend kader in de Vlaamse zeehavens werd grotendeels aangepast. De ontwikkelingen op internationaal niveau (IMO, CCR, UNECE) worden opgevolgd. Horizon eind 2015 (binnenvaart) en begin 2017 (zeevaart) voor een internationaal regelgevend kader voor LNG als scheepsbrandstof. In uitvoering van de

Page 42: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

42

Europese "Clean Power for Transport" richtlijn dienen de lidstaten tegen uiterlijk november 2016 een nationaal actieplan op te maken waarin ook de uitrol van LNG voor binnenvaart en zeevaart vervat zit.

47. Actief de indiening van de Noordzee als NECA ondersteunen en aandringen op een Belgisch standpunt in internationale ontwikkelingen m.b.t. emissiereductie in zeescheepvaart

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

In oktober 2016 keurde de milieucommissie van het IMO (International Maritime Organisation) de invoering van een NECA vanaf 2021 op de Noordzee goed.

48. Kaartmateriaal luchtkwaliteit ter beschikking stellen van derden

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

https://www.vmm.be/data; www.ircel.be

Door IRCEL, VMM en LNE wordt kaartmateriaal ter beschikking gesteld aan derden en worden de luchtkwaliteitskaarten geactualiseerd.

49. Herziening MER richtlijnenboek Lucht

2012 uitgevoerd

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Richtlijnenboek Lucht, geactualiseerde versie, projectnr 222058

Uitgevoerd in 2012

50. Voorstellen onderzoeken om luchtkwaliteit te integreren in de verkeersleefbaarheidsindex van het MOBER richtlijnenboek en op basis hiervan het richtlijnenboek aanpassen en toepassen

2012 op te starten

2013 vertraagd

2014 vertraagd

2015 stopgezet

Luchtkwaliteit is niet opgenomen in de verkeersleefbaarheidsindex van het MOBER-richtlijnenboek.

51. Uitwerken opleidingsprogramma voor mobiliteitsbegeleiders en projectingenieurs

2012 op te starten

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

https://www.lne.be/handleiding-integratie-van-milieuaspecten-in-het-gemeentelijk-mobiliteitsplan

Een handboek werd opgesteld voor de integratie van milieu in de gemeentelijke mobiliteitsplannen. In alle provincies werd een toelichtingsvergadering hierover georganiseerd.

52. Bij herziening van richtlijnen rond wegontwerp zal rekening gehouden worden met aspecten luchtverontreiniging

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

Finaal rapport studie "Het opstellen van aanbevelingen en richtlijnen rond milieuvriendelijke weginrichting": https://www.lne.be/sites/default/files/atoms/files/LNE_milieuvriendelijke%20weginrichting_Finaal_Met%20Bijlagen.pdf

De studieopdracht "Het opstellen van aanbevelingen en richtlijnen rond milieuvriendelijke weginrichting" werd afgerond op 15 juli 2013. Deze studie werd uitgevoerd in opdracht van het dep. LNE, waarbij vertegenwoordigers van het agentschap Wegen en Verkeer en het departement MOW zetelden in de stuurgroep. Het agentschap werkt heden aan de integratie van de verschillende vademecums betreffende wegontwerp in één handboek. Hierbij zullen de aanbevelingen uit voormelde studie in rekening worden gebracht. De integratie-oefening zal worden afgerond in het jaar 2016.

53. Samenwerking tussen de beleidsdomeinen LNE en MOW inzake dossiers scheepvaart en emissies versterken en integreren

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

Op geregelde tijdstippen werd overlegd tussen de beleidsdomeinen LNE en MOW over scheepvaart en emissies van binnenvaart en zeevaart. Voor de acties uit dit luchtkwaliteitsplan werden inzichten van LNE en MOW aan elkaar getoetst en werden standpunten afgestemd. LNE nam deel aan de vergaderingen van het Vlaamse Binnenvaartservices Platform en werkte mee om oplossingen te zoeken. In het kader van het klimaatfonds werden inzichten van LNE en MOW aan elkaar getoetst om de investeringssubsidie voor walstroom te operationaliseren en verder te implementeren. LNE neemt ook actief deel aan de vergaderingen van Flanders Inland Shipping Network in het kader van Flanders Logistics en levert in overleg met MOW inhoudelijke input.

Page 43: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

43

54. Verspreiden handleiding “Duurzame ruimtelijke planning: maatregelen om de impact van verkeer op de luchtkwaliteit te verminderen”

2012 uitgevoerd

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Gepubliceerd op de website http://www.lne.be/publicaties

Er werden brieven naar de gemeenten, MER deskundigen Lucht en ruimtelijke planners verspreid op 2 mei 2011. De publicatie is beschikbaar op de website.

55. Organisatie van een opleiding van de stedenbouwkundige ambtenaren op Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau

2012 op te starten

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

In de periode 2012-2015 vond één overleg plaats m.b.t. de organisatie van een opleiding, echter zonder concreet resultaat. De resultaten van het onderzoek "Analyse van omgevingslawaai en luchtverontreiniging in functie van het ruimtelijk beleid" (zie ook actie 58) zijn sinds eind 2015 beschikbaar en zullen verwerkt worden in een opleiding. In het witboek van de Vlaamse Regering (zie actie 57) is opgenomen dat expertise rond de kernkwaliteiten zal worden uitgebouwd waar lokale overheden en andere actoren een beroep op kunnen doen onder de vorm van actieve begeleiding of brochures, handreikingen, voorbeeldboeken voor het realiseren van een gezonde leefomgeving (bv. ontwerpmaatregelen ‘Gezonde omgevingen plannen’, …).

56. De studie “Mogelijkheden integratie lokale luchtverontreiniging door verkeer in ruimtelijke instrumenten: Praktische leidraad” gebruiken ter voorbereiding van het Beleidsplan Ruimte

2012 uitgevoerd

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

De concept-NVR van 24 april 2015 schetst een actualisatie van de projectaanpak en timing van het BRV: Witboek BRV (begin 2016), ontwerp-BRV (eind 2016) en definitief vastgesteld BRV (medio 2017). Het departement RV heeft midden november 2015 een werktekst Witboek BRV bezorgd aan het partnerschap. De werktekst neemt “gezondheidsneutraal ontwikkelen” op als een ruimtelijk ontwikkelingsprincipe dat doorwerking moet vinden in de motivering van ruimtelijke keuzes.

57. Integratie luchtkwaliteit in groenboek en Beleidsplan Ruimte Vlaanderen

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

De concept-NVR van 24 april 2015 schetst een actualisatie van de projectaanpak en timing van het BRV: Witboek BRV (begin 2016), ontwerp-BRV (eind 2016) en definitief vastgesteld BRV (medio 2017). Het departement RV heeft midden november 2015 een werktekst Witboek BRV bezorgd aan het partnerschap. De werktekst neemt “gezondheidsneutraal ontwikkelen” op als een ruimtelijk ontwikkelingsprincipe dat doorwerking moet vinden in de motivering van ruimtelijke keuzes. Het witboek werd op 30 november 2016 door de Vlaamse Regering goedgekeurd. “Ruimtelijk ontwikkelen met aandacht voor de beperking van gezondheidsrisico’s en de verhoging van de leefkwaliteit” wordt één van de ruimtelijke principes die bepalend zijn voor het eigen ruimtelijk handelen van de Vlaamse overheid en het vertrekpunt voor het (Vlaams) ruimtelijk beleid om haar partners tegemoet te treden en vernieuwing te promoten. Verder wordt de ambitie “de omgeving beperkt zo veel mogelijk de schadelijkheid voor de gezondheid, er is minimale milieuhinder in verhouding tot de omgevingsfuncties” één van de 8 kernkwaliteiten voor ruimtelijke ontwikkeling. Het beleidskader zal de set kernkwaliteiten operationeel maken en een methodiek omvatten om de ruimtelijke kwaliteit in projectontwerpen te bevorderen (zie actie 55).

58. Integratie van luchtkwaliteit in bestaande tools, richtlijnen en instrumenten nagaan en toepassen

2012 op te starten

2013 op te starten

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/onderzoek/studies/lucht_lawaai_2015DI.pdf

Er werd een studie uitgevoerd waarin op zoek werd gegaan naar vernieuwende planningsconcepten om rekening te houden met omgevingslawaai en luchtverontreiniging binnen het ruimtelijke beleid. Ook de mogelijkheden en tekortkomingen in het bestaande instrumentarium werden hierbij onderzocht. Het dRWO denkt momenteel na over een mogelijk natraject.

59. Bestendigen van steun aan mobimix.be

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 stopgezet

De projectsteun werd verder toegekend in 2012 tem 2014. Het project zelf loopt sinds 2015 verder zonder (financiële) steun van dMOW.

60. Communicatiecampagne rond relatie mobiliteit, leefmilieu en gezondheid

Page 44: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

44

2012 op te starten

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 uitgevoerd

http://www.joaquin.eu/ http://www.vigez.be/home

In het kader van Joaquinproject werden verschillende communicatie-initiatieven naar verschillende doelgroepen (algemene bevolking, scholen, etc) opgezet om de bevolking te informeren over o.a. de relatie mobiliteit-luchtkwaliteit-gezondheid. Ook waren er door ViGEZ en de Medisch Milieukundigen van de LOGO’s infosessies ikv onder meer Gezond Onderweg. In 2015 werd via www.milieuvriendelijkevoertuigen.be gecommuniceerd over het actieplan Clean Power for Transport.

61. Onderzoek naar emissiereducerende maatregelen bij chemische bedrijven, i.h.k.v. de MBO met Essenscia v.z.w.

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Verslag MBO

De MBO met de chemiesector loopt van 2009 tot en met 2013. In dit kader heeft de sector onderzoek uitgevoerd naar emissie-reducerende maatregelen, waarover zij in het verslag van de MBO rapporteren. De finale rapportering gebeurde in 2014. De sector heeft de vooropgestelde doelstelling inzake emissies gehaald. Optimalisatie situeert/situeerde zich vooral op de procesemissies van NOx. De inzet van low NOx branders vindt vooral een toepassing in branderaanpassingen (low NOx, air/fuel staging en rookgasrecirculatie)

62. Onderzoek naar verdergaande maatregelen bij andere belangrijke NOx-emittoren (raffinaderijen, afvalverbranding, elektriciteit, ijzer en staal)

2012 uitgevoerd

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

De emissies van de belangrijkste emittoren werden geanalyseerd. De elektriciteitssector en raffinaderijen reduceerden hun emissies sterk de afgelopen jaren. Zo daalden tussen 2005 en 2011 de NOx-emissies van de elektriciteitssector van 22,5 kton naar 5,8 kton en die van de raffinaderijen van 7,1 kton naar 3,7 kton. De implementatie van de IED-richtlijn of de RIE (richtlijn industriële emissies ), waarbij werd rekening gehouden met de BREF grote stookinstallaties en de mbo elektriciteitscentrales, zal leiden tot een verdere emissiedaling in beide sectoren. Ook bij de productie van ijzer en staal worden bijkomende reducties verwacht (vnl. van NOx en PM) bij de omzetting van de BREF (Europese BBT) voor deze sector en in kader van de hervergunningsprocedure van het grootste bedrijf in deze sector in 2015-2016. Ook bij de afvalverbranding werden de emissies sterk gereduceerd: van 2,0 kton NOx in 2005 naar 1,3 kton NOx in 2011, o.m. door de implementatie van de afvalverbrandingsrichtlijn. Het resterende potentieel in deze sector is beperkt gezien op alle installaties al een deNOx-installatie staat. In kader van de lopende herziening van de NEC-richtlijn is de evaluatie van bijkomende maatregelen opgestart.

63. Aanscherping VLAREM-emissiegrenswaarden voor nieuwe, kleine en middelgrote stookinstallaties, stationaire motoren en gasturbines gestookt op fossiele en hernieuwbare brandstoffen

2012 in uitvoering

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Definitief goedgekeurde regelgevende tekst en toelichting aan de VR, d.d. 07/06/2013

Middels de definitieve goedkeuring van de VLAREM-trein 2013 is de aanscherping van de emissiegrenswaarden voor nieuwe stookinstallaties en motoren van kracht geworden.

64. Omzetting richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies

2012 in uitvoering

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Definitief goedgekeurde regelgevende tekst en toelichting aan de VR, d.d. 07/06/2013

Middels de definitieve goedkeuring van de VLAREM-trein 2013 is de omzetting van de richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies definitief van kracht geworden.

65. Verdere uitvoering ‘Actieplan fijn stof en NO2 voor stad en haven Antwerpen’

2012 in uitvoering

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Vervolg actieplan van februari 2014

In de loop van 2013 is door de begeleidende stuurgroep een evaluatie uitgevoerd van het oorspronkelijke actieplan uit 2008. Via deze evaluatie is de graad van uitvoering en de effectiviteit (mate waarin effectief emissies zijn gereduceerd en de lokale luchtkwaliteit is verbeterd) van de oorspronkelijke acties beoordeeld. De evaluatie was globaal positief, maar desalniettemin is door het blijvend in overschrijding zijn van de luchtkwaliteitsnormen een vervolg noodzakelijk. Daarom is de stuurgroep, na afronding van deze evaluatie (in het najaar 2013), van start gegaan met het opstellen van een nieuw actieplan voor de periode 2014-2018. Dit vervolg actieplan werd in februari 2014 goedgekeurd.

66. Versnelde vernieuwing van machinepark en retrofitting van bestaande machines middels de ecologiepremie en investeringssteun vanuit het VLIF

2012 2013 2014 2015

Page 45: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

45

in uitvoering in uitvoering in uitvoering uitgevoerd

2014 was het laatste jaar waarbij VLIF investeringsaanvragen goedkeurde op basis van de PDPO II regelgeving. In relatie tot NO(2) waren vooral de volgende investeringstypes relevant: mestinjectie, rookgasreiniging, verwarming op gas, investeringstypes met focus op energiebesparing vooral in de glastuinbouw. 2014 was het laatste jaar dat subsidie verleend werd voor een WKK-motor.

67. Het verder ambitieus doorvoeren van het actieplan voor een energiezuinige landbouw, en het verder overschakelen naar aardgas en andere duurzamere energiebronnen als brandstof

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 in uitvoering

2015 in uitvoering

(1) ‘Het opgesteld vermogen WKK in de glastuinbouw bedraagt 415 MWe waardoor het aandeel aardgas binnen de energiemix opklimt tot 92 % , inclusief het gedeelte voor de elektriciteitsproductie afgezet op het net’. (2) Nieuwe EPB –regelgeving vanaf 1/1/2015 voor de land- en tuinbouwsector waarbij in nieuwe kassen (energie intensieve glastuinbouw) minimaal 1 beweegbaar energiescherm dient geïnstalleerd te worden. (3) Opstart in 2016 van een 2e project Innovatief Aanbesteden in de glastuinbouw met de OPTI-kas.

68. Verdere ambitieuze uitvoering van energiebesparingsbeleid

2012 in uitvoering

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

B VR van 29/11/2013 tot wijziging van het B VR van 2/03/2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning en van het Energiebesluit van 19/11/2010, wat betreft de openbare dienstverplichtingen van de distributienetbeheerders of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit aangaande de sociale energiemaatregelen en ter stimulering van het rationeel energiegebruik

Het besluit v/d VR van 29/11/ 2013 heeft “combi-premie” ingesteld als openbare dienstverplichting v/d elektriciteitsnetbeheerders: een verhoogde premie voor gelijktijdige uitvoering van muurisolatie en glas+raam vervanging. Hierbij worden de technische (energiebesparings)eisen hoger gesteld dan de afzonderlijke premies, die blijven bestaan. De voorwaarden beogen een verhoogde effectiviteit. De regeling gaat in voor werken na 1 januari 2014 gefactureerd. Een 2de wijziging, is verstrenging v/d voorwaarden voor energetische prestaties van nieuwbouwwoningen (en vastgelegd verstrengingspad tot 2021) om een E-peil premie te bekomen, met als eindobjectief nul- of positieve energiewoningen vanaf 2021. Een 3de maatregel betreft versoepeling voor het bekomen v/e premie wanneer een energiestudie in een bedrijf (e.a.) aantoont dat aanzienlijke energiebesparing wordt verwezenlijkt t.o.v. de bestaande situatie en de investering ook wordt uitgevoerd. De premie is evenredig met de gerealiseerde energiebesparing (niet met de hoogte van de kosten of type energietechnologie. Er moet niet langer een gebruik worden gemaakt van erkende energiedeskundigen, wat voor veel bedrijven een barrière was.

69. Verstrenging van de energieprestatiewetgeving

2012 in uitvoering

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

Besluit Vlaamse regering 29/11/2013

De Vlaamse regering legde via een wijzigingsbesluit op 29/11/2013 het verstrengingspad voor het E-peil van woongebouwen, kantoren en scholen tot 2021 vast. Het niveau van 2021 komt overeen met 'BEN' (bijna-energieneutraal). Een volgende verstrengingsstap is voorzien in 2016. Voor publieke kantoren is er een sneller verstrengingspad, deze moeten in 2019 al het BEN-niveau bereiken.

70. Sensibilisatiecampagne rond verstandig stoken: reductie van PM10- en NOx-emissies

2012 uitgevoerd

2013 uitgevoerd

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

April/mei 2012 voor campagne buiten stoken en oktober/november 2012 voor campagne binnen stoken. Latere jaren via sociale media.

Sensibilisatiecampagnes in 2012 met: materiaal voor gemeenten (affiches, flyers en voorbeeldartikel), radiospot op Radio 2 regionaal, advertentie in Metro en De Zondag, www.stookslim.be. Voor beide campagnes werd een evaluatie uitgevoerd bij algemene bevolking en gemeenten. Latere jaren: sensibilisering via sociale media.

71. Opname in VLAREM van stookverbod voor vaste brandstoffen tijdens officiële smogepisodes, m.u.v. huizen waar dit de enigste verwarmingsbron is

2012 2013 2014 2015

Page 46: EINDRAPPORTERING STAND VAN ZAKEN 2015(2016 ...€¦ · Eind 2015 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed om de doorbraak van ... beheer werd in november 2015 een centraal beheersysteem

46

in uitvoering vertraagd vertraagd stopgezet

Het stookverbod tijdens smog-episodes is nog niet opgenomen in VLAREM wegens te weinig draagvlak. Steden en gemeenten kunnen wel via de lokale politiereglementering een stookverbod voor vaste brandstoffen tijdens smogepisodes instellen. Als nieuwe actie zal er stookadvies gegeven worden indien er twee opeenvolgende dagen een overschrijding is van een dagconcentratie van 50 µg/m³: advies om niet op hout te stoken, behalve als het de enige vorm van verwarmen is.

72. Opname in VLAREM van verbod op verbranding van biomassa-afval in tuinen en in natuurgebieden

2012 in uitvoering

2013 in uitvoering

2014 uitgevoerd

2015 uitgevoerd

BVR, d.d. 16/05/2014, publicatie in BS op 24/09/2014

In VLAREM Titel II is een nieuw hoofdstuk 6.11 'Verbranding in open lucht' waarin de verbranding in open lucht, in tuinen en natuurgebieden verboden is, behalve voor enkele specifieke uitzonderingssituaties waarbij verbranding in open lucht toch gerechtvaardigd is.