Eindrapportage Advisering support- organisatie IPO · 2019-11-26 · PwC Quality Assurance...
Transcript of Eindrapportage Advisering support- organisatie IPO · 2019-11-26 · PwC Quality Assurance...
EindrapportageAdvisering support-organisatie IPOOktober 2019
PwC
Quality Assurance Rapportage
2
Interprovinciaal OverlegT.a.v.. de heer A. Nederlof en de heer M. SchoemakerHerengracht 232511 EG Den Haag
17 oktober 2019
Kenmerk:
Geachte heren Nederlof en Schoemaker,
Hierbij bieden wij u onze Eindrapportage advisering support-organisatie IPO aan. Deze rapportage is aangepast op basis van de bespreking van de conceptrapportage met u op 10 oktober 2019. Deze rapportage komt voort uit onze offerte d.d. 4 april 2019 met kenmerk T26R3FT3PJTV-141432178-823 en uw opdrachtbevestiging d.d. 10 april 2019 met kenmerk DIR 10058/2019.
De aard van de werkzaamheden houdt in dat geen accountantscontrole en tevens geen beoordelingsopdracht is uitgevoerd, maar dat er een objectief expertoordeel door een onafhankelijke deskundige is gegeven. Eén en ander impliceert dat aan onze rapportage geen zekerheid kan worden ontleend.
HoogachtendPricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
drs. P.B.W. Teunissesenior director
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.Thomas R. Malthusstraat 5Postbus 9616, 1006 GC AmsterdamT: 088 792 65 87W: www.pwc.nl
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Thomas R. Malthusstraat 5, 1066 JR Amsterdam, Postbus 90357, 1006 BJ AmsterdamT: 088 792 00 20, F: 088 792 96 40, www.pwc.nl‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287),
PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere
vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze
vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de
Kamer van Koophandel te Amsterdam.
PwC
Inleiding 4
1. Beschrijving Quick Scan 5
2. Eisen en wensen toekomstbestendigheid van Support in IPO 2.0 per supportonderdeel 7
3. Schets van huidige situatie, aan de hand van documentatie en interviews afgezet tegen HPO 20
4. Bevindingen en conclusies ten aanzien van gap huidige en gewenste supportorganisatie 36
5. Sourcingsscenario’s 41
A. Multicriteria-analyse
B. Bevindingen per supportonderdeel
C. Conclusies analyse
D. Waar de schoen wringt in de praktijk
6. Advies voor alternatief, integreren met BIJ12 53
Bijlagen 57
Inhoudsopgave
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Pagina
3
PwC
Inleiding
Provincies spelen een belangrijke rol bij grote opgaven in de maatschappij. De vraagstukken hebben een plaats gekregen in het KOMPAS 2020, “Samen werken aan
een sterke regio”. Veel vraagstukken komen immers samen op regionaal niveau, waarbij zeer veel diverse partijen (zowel overheid als private partijen en NGO’s) zijn
betrokken.
De grenzen tussen bevoegdheden van overheden vervagen en de betrokken partijen spelen verschillende rollen in een maatschappelijk ecosysteem en hebben diverse
belangen. Oude, klassieke aanvliegroutes werken niet meer doordat maat en schaal en daarbij behorende verantwoordelijkheden en mandaten sterk variëren.
Maatschappelijke problemen worden alleen succesvol aangepakt door te werken in ketens en netwerken.
Ook andere ontwikkelingen hebben een sterke invloed. Denk aan het toenemende gebruik van digitale hulpmiddelen zoals sociale media, de beschikbaarheid van data
en mogelijkheden om hiermee analyses te maken. Deze ontwikkelingen plaatsen het openbaar bestuur en organisaties voor uitdagingen en geven ook veel nieuwe
mogelijkheden.
Voor provincies betekent dit alles dat zij op een andere manier gaan werken en verschillende rollen kunnen aannemen. In veel gevallen vervult de provincie een rol van
regisseur en verbinder. Het vraagt van provincies hoogwaardige kennis en competenties om in deze complexe context in een netwerk kwaliteit en toegevoegde waarde
te kunnen leveren.
De Interprovinciaal Overleg organisatie (IPO) is “van, voor en door” alle provincies en stelt zich tot doel om in deze veranderende context een organisatie te zijn die een
betekenisvolle en waarde toevoegende belangenbehartiger is voor alle provincies, zodat die in strategische allianties zo optimaal mogelijk kunnen functioneren.
Het IPO gaat dit doen door “het vergroten van haar impact in de Haagse en Brusselse context”, door “het verder aanscherpen van de focus op de strategische
vraagstukken (Kompas 2020 en meerjaren-agenda)” en door “het verbeteren van een integrale aanpak van de gemeenschappelijke, maatschappelijke opgaven”. Een
speler in de eredivisie van belangenbehartigers. Dit is vervat in de beweging “IPO 2.0”
Het IPO heeft om deze ambitie waar te kunnen maken behoefte aan een supportorganisatie, met bedrijfsvoerings- en ondersteunende functies in mens en middelen,
die daarin als een motor kan functioneren. U heeft die behoefte scherp aangegeven in uw offerte-aanvraag. In deze Quick Scan staat centraal wat nodig is om IPO 2.0
waar te kunnen maken vanuit de ondersteunende functies en welke sourcingsvorm er voor de verschillende middelenfuncties toekomstbestendig zijn op de aspecten
kosteneffectiviteit, kwaliteit en kwetsbaarheid.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
4
Beschrijving Quick Scan
PwC
Doelstelling
De doelstelling van deze Quick Scan is om een
advies op te leveren dat een antwoord geeft op de
volgende hoofdvragen en gebaseerd is qua
organisatieprincipes op IPO 2.0 en bijbehorend
O&F-rapport:
• Hoe ziet een toekomstbestendige support-
organisatie, die de beweging van IPO 2.0
optimaal ondersteunt, uitgedrukt in Mens en
Middelen er uit?
• Wat is de discrepantie van de huidige situatie op
de ondersteunende functies met wat verwacht
wordt om toekomstbestendig te zijn?
• Op welke wijze en in welke sourcingsvorm kan de
supportorganisatie op de aspecten
kosteneffectiviteit, kwaliteit en kwetsbaarheid het
beste zekerheid leveren aan de IPO 2.0
beweging?
Werkwijze
Conform uw wens is de opdracht in twee delen
geknipt.
Fase 1 is een Quick Scan over de benodigde Mens
en Middelen in de toekomst.
Er wordt in deze fase een beeld gevormd van de
eisen vanuit de toekomst en dit wordt gespiegeld
aan de huidige situatie. Belangrijk onderdeel in deze
fase is, naast interviews (intern en extern),
meelopen met medewerkers, analyse van data en
stukken, en de zogenaamde Sandboxsessie. Dit is
een interactieve sessie van management en
medewerkers van IPO samen met diverse experts
op de ondersteuningsvakgebieden om de eisen aan
de toekomstige producten en diensten gezamenlijk
inzichtelijk te maken .
In fase 2 zullen wij drie scenario’s schetsen per
functiegebied en daar met behulp van een multi-
criteria analyse komen tot een voorkeursvariant per
functiegebied.
Reikwijdte
De aangeboden informatie hebben wij slechts
marginaal getoetst. Dat wil zeggen dat wij geen
diepgaand onderzoek uitvoeren naar de herkomst of
betrouwbaarheid van de informatie, maar uitgaan
van de informatie zoals die door uw organisatie
wordt aangereikt. De verantwoordelijkheid voor het
nemen van beslissingen en het implementeren van
adviezen en/of maatregelen voortkomend uit ons
onderzoek ligt bij het IPO, haar management en
haar werknemers. Wij geven in deze opdracht geen
oordeel over het functioneren van individuele
medewerkers.
Het betreft de onderdelen: administratieve
werkzaamheden, DIV/DIS, Huisvesting, service
bureau, ICT. Wij hebben het in onze aanpak
opgedeeld in IT, Finance, HR, en Facility.
Bestuursbureau, projectondersteuning en
secretariaat vallen niet onder de scope van deze
Quick Scan. Dit is conform uw opdracht d.d.
10 april 2019 met kenmerk DIR 10058/2019.
De rapportage is uitsluitend geadresseerd aan het
IPO jegens wie wij een zorgplicht hebben in het
kader van deze opdracht. Zonder onze schriftelijke
toestemming kan deze niet aan anderen dan de
directe opdrachtgever worden verspreid.
Quick Scan: Doelen, Werkwijze en Reikwijdte
Eindrapportage supportorganisatie IPO
6
Eisen en wensen toekomstbestendigheid van Support in IPO 2.0 per supportonderdeel
PwC
Het IPO wil als koepelorganisatie van, voor en door de 12 provincies de
gezamenlijke belangen behartigen en een platform zijn voor het stimuleren
van innovatie en het uitwisselen van kennis. Het IPO moet transformeren
naar een levend netwerk dat opgavegestuurd en resultaatgericht werkt met
een vaste kern van medewerkers, aangevuld met gedetacheerde
medewerkers van provincies. Alles gericht op het leveren van toegevoegde
waarde aan de provincies met kernwaarden: vraaggericht, snel, adaptief en
slagkracht met de juiste inhoudelijke en procesmatige competenties.
Om deze ambitie te bereiken is in 2017 een reorganisatietraject gestart. Op 8
maart 2018 is het nieuwe organisatie- en sturingsmodel vastgesteld met als
doel om de organisatie om te bouwen naar een “first in class
netwerkorganisatie” die wendbaar en flexibel inspeelt op vraagstukken en het
eigenaarschap bij de 12 provincies versterkt.
Om te kunnen kijken welke supportfuncties nodig zijn in de toekomst hebben
wij uit deze beweging een aantal kernprocessen geïdentificeerd.
Het betreft: het besturen en managen van de vereniging, het behartigen van
belangen, het uitvoeren van programma’s en projecten, accountmanagement
en het hebben van een clubhuis. (zie afbeelding)
2.1.1 Kern van de beweging IPO 2.0
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Belangen-
behartiging
Account-
management
Programma’s
& Projecten
Clubhuis
Vereniging
8
PwC
Provincies zijn de eigenaar van het IPO. Het IPO moet werken op
een manier die deze rol van de gezamenlijke provincies faciliteert
en ondersteunt. De geleverde, toegevoegde waarde van het IPO is
de sleutel tot succes.
Het IPO zal vraaggericht moeten werken aan de door provincies
geformuleerde opgaven. Provincies moeten daarop in control zijn.
Het is van groot belang dat er een verbeterd Planning en Control
proces ontstaat met lange en korte termijn doelen en gekoppelde
middelen. Dit proces moet worden gevoed door goed
accountmanagement en intelligence van ontwikkelingen en
opgaven.
De lange termijnagenda mondt uit in een programma, inclusief
begroting en projecten en een heldere agenda voor de
belangenbehartiging.
Tevens moet duidelijk opdrachtgeverschap per programma/project
ontstaan in de driehoek; bestuurlijk opdrachtgever, ambtelijk
opdrachtnemer en ambtelijk opdrachtgever.
Deze manier van opereren moet de basis zijn voor het functioneren
van IPO 2.0. In de figuur hiernaast is dit (vereenvoudigd)
schematisch weergegeven,
2.1.2 IPO 2.0 Hoe moet het werken?
Eindrapportage supportorganisatie IPO
9
PwC
Deze manier van werken van IPO 2.0 zal optimaal moeten worden ondersteund door een supportorganisatie, die conform het O&F-plan uit twee onderdelen bestaat:
1. Bestuursbureau en 2. Bedrijfsvoering.
De focus van dit onderzoek ligt daarbij op de Bedrijfsvoeringssupport (Financiën,HR, IT en Facilitair). In de Sandboxsessie hebben we de 5 kernprocessen onder de loep genomen en bekeken wat er vanuit de supportoptiek nodig is om toekomstproof te zijn. Wij hebben daarbij gewerkt met de onderstaande procesplaten (kernprocessen en –producten), die globaal aangeven wat de toekomst zou kunnen zijn. Steeds is daarbij interactief in de Sandboxsessie gekeken wat er vanuit Support geleverd zou moeten worden voor de klant. Als voorbeeld hebben we er hier twee weergegeven, de andere drie staan in de bijlage.
2.1.3 IPO 2.0: Vertaalslag naar support
Eindrapportage supportorganisatie IPO
10
PwC
Afgeleid van IPO 2.0 zou een Bedrijfsvoeringsagenda opgesteld moeten worden
om zodoende een heldere visie te hebben waar een High Performing
Supportorganisatie van een First Class netwerk organisatie aan zou moeten
voldoen.
Dit onderzoek zal een aantal elementen daarvan opleveren. Ook in IPO 2.0 zijn
beginselen te onderkennen die richtinggevend voor de supportorganisatie zullen
zijn. (zie hiernaast weergegeven)
Daarnaast worden op basis van de eisen die uit de Sandboxsessie zijn afgeleid
per support onderdeel aangegeven wat nodig is.
Algemene beginselen uit IPO 2.0 die gelden voor support:
• van zicht op losse onderdelen naar zicht op het totaal
• van sectorale bedrijfsvoeringsondersteuning naar integraal advies
• van reactief naar pro-actief
• van star en langzaam naar fexibel en snel
• van aanbodgericht naar vraaggericht
• van terugkijken naar voorspellen
• van sturing op geld naar sturing op waarde
• van rapporteren op droge feiten naar “storytelling”
• van support als “kostenpost” naar motor voor efficiency en effectiviteit
• van fragmentarisch inzicht in de relaties en klantvraag naar integrale sturing
op toegevoegde waarde
• van kwetsbaar naar robuust
• van “basis op orde” naar meebewegende excellente dienstverlening (de
basis past zich steeds aan)
2.2 Uitgangspunten en criteria vanuit IPO 2.0 voor support.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
11
PwC
In het voorgaande is beschreven wat de toekomstvisie (IPO 2.0) betekent voor de support-organisatie en zijn de resultaten van de sandbox-sessie weergegeven: Welke
producten en diensten moet de support-organisatie gaan leveren om een “first in class”-organisatie te zijn? Maar wat betekent dit concreet voor de eisen die gesteld
worden aan de supportorganisatie, in termen van mensen en middelen?
Op de volgende pagina’s is de vertaling gemaakt van de toekomstvisie op de supportorganisatie naar concrete competenties die nodig zijn binnen de
supportorganisatie. De analyse wordt gemaakt langs drie stappen, achtereenvolgens voor de gebieden IT, Finance, HRM en Facilitair:
1. Beschrijving van de uitgangspunten voor de supportonderdelen die volgen uit de toekomstvisie.
2. Bepaling van de benodigde competenties.
3. Vaststelling van de gap met de huidige situatie. Een nadere beschrijving van de huidige situatie volgt in hoofdstuk 3.
2.3 De toekomstvisie vertaald naar de supportorganisatie
Eindrapportage supportorganisatie IPO
12
PwC
Wat zijn de uitgangspunten voor de future of IT? Wat betekent dit voor de competenties voor
verschillende supportonderdelen?
Conclusie van de gap:
Medewerkers en bezoekers van onze locatie werken
op een betrouwbare IT-infrastructuur en
KantoorAutomatisering (KA)
• Goed contracten kunnen afsluiten en beheren, die
continuïteit in de ondersteuning borgen
• Kennis van de standaard KA-tools en ontwikkelingen in
de markt (cloud, samenwerkingstools, e.d.)
• Informatiemanagement-rol is noodzakelijk (en ontbreekt
op dit moment):
• Regiefunctie vervullen naar management en
gebruikers én naar externe leveranciers
• Samenhang bewaken (IT-structuur eenvoudig
houden) en informatiebeveiliging en privacy
coördineren
• Toegang kennis organiseren
• Informatiebehoeften in kaart brengen en inspireren
met nieuwe mogelijkheden
• Een schematisch model van deze regie-organisatie is op
de volgende pagina weergegeven. In de bijlagen volgt een
grotere weergave.
IPO-medewerkers en deelnemers programma’s en
projecten kunnen tijd- en plaatsonafhankelijk werken
• Organiseren ondersteuning gebruikers en service levels
binnen en buiten kantoortijden
• Kennis van de standaard KA-tools en ontwikkelingen in
de markt (cloud, samenwerkingstools, e.d.)
Informatievoorziening relatiemanagement
ondersteunt kernprocessen IPO
• Visie uitdragen en coördineren ontwikkeling CRM in
nauw overleg met management IPO
• Toegankelijk maken van data voor CRM-toepassing
Supportsystemen sluiten aan bij
informatiebehoeften:
• Financieel systeem: basis-projectadministratie
voor de programma’s en projecten (budget,
facturen, uitnutting en prognose)
• HRM-systeem: eenvoudig gebruik, overzichten in-
dienst, inhuur, contracten en ‘hygiëne-
overzichten’
• Ondersteunen bij vastleggen informatiebehoeften,
doorontwikkelen systemen (analyse kwaliteit,
noodzakelijke stappen en veranderingen doorvoeren) en
aansturen softwareleveranciers
Realiseren gebruiksvriendelijke tools voor kerntaken
IPO
• Op wendbare manier, samen met externe partijen, tools
ontwikkelen (bijvoorbeeld app op telefoon met KPI’s
t.a.v. de voortgang van lobby of begrotingsapp)
gebaseerd op standaard-technologieën
• Brugfunctie vervullen tussen gebruikers IT (business) en
IT-voorzieningen (behoeften in kaart brengen,
inspireren)
2.4.1 IT (1/3)
Eindrapportage supportorganisatie IPO
13
PwC
Wat zijn de uitgangspunten voor de future of IT? Wat betekent dit voor de competenties voor
verschillende supportonderdelen?
Conclusie van de gap:
Management en medewerkers uitdagen en en voorzien
van kennis van nieuwe technologische ontwikkelingen die
kunnen bijdragen een doelen IPO
• Toegang hebben tot actuele kennis van technologie en
digitalisering (netwerk, markt kennen)
• Organiseren bijeenkomsten (‘kennistafels’) om
management en medewerkers te inspireren
Borgen van de veiligheid van de informatie • Uitdragen belang informatieveiligheid en samen met
management initiatieven nemen om bewustwording te
creëren
• Uitgangspunten en kaders privacy ontwikkelen
• Realiseren technische beveiliging IT, in samenwerking
met facilitair
2.4.1 IT (2/3)
Eindrapportage supportorganisatie IPO
14
PwC
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Kernprocessen IPO
Vereniging
Belangenbehartiging
Support-processen
Vr
aa
gm
an
ag
em
en
tHardware
Software
SpecifiekFinance, HRM
Infra, WiFi, kantoorautom.
Apps
Trends,ontwikkelingen
IT-regieorganisatie Leveranciers
Nieuwe ofverbeterdetoepassingen
Le
ve
ra
nc
ier
ma
na
ge
me
nt
• Regiefunctie, service levels
• Samenhang IT
• Informatiebeveiliging en privacy
• Toegang kennis organiseren
• Informatiebehoeften, inspireren
Standaard-diensten
Programma’s enprojecten
Account-management
“Clubhuis”
2.4.1 Schematisch model IT-regieorganisatie (3/3)
15
PwC
Wat zijn de uitgangspunten voor de future of
Finance?
Wat betekent dit voor de competenties voor
verschillende supportonderdelen?
Conclusie van de gap:
Helder inzicht in programmabegroting,
beheerbegroting en budgethouders. Op basis van
verschillende doorsnedes kan afgeleid worden welke
mensen en middelen beschikbaar gesteld kunnen
worden (lange en korte termijn)
• Kennis van opgavegericht werken en programmasturing
• Analyses maken van begrotingen en dimensionering
(inzicht langs verschillende perspectieven)
• Er kan gewerkt worden met en gestuurd worden op een
‘benchmark’
• De rol verbreedt zich van puur financieel naar resultaat
(output en outcome)
• Een stevige concerncontroller met zodoende een
verbreding tot een zogeheten “Chief Performance
Operator” (CPO)
• Deze CPO neemt de organisatie mee in de
digitalisering van de financiële administratie, real-
time inzichten
P&C-cyclus waarbinnen real-time monitoring
plaatsvindt, uitmondend in een helder dashboard.
Op termijn kan dit, met behulp van Robot Process
Automation (RPA), op continue basis en
geautomatiseerd plaatsvinden
• Inzicht in sleutel-elementen prestaties en risico’s IPO
• Visie op belangrijke controls en beheersmaatregelen
• Basis data-analyse en BI-kennis (genoeg om
doorontwikkeling aan te kunnen sturen)
Sturing op KPI’s: voortgang programma’s en
projecten, klanttevredenheid, performance
management. Dus niet alleen financieel, maar ook
op maatschappelijke output en outcome
• Strategisch denkkader (van “bestaansrecht IPO” tot en
met KPI’’s)
• De vraag vanuit management articuleren.
De administratie is in hoge mate gestandaardiseerd,
zodat informatie betrouwbaarder wordt en processen
in hogere mate geautomatiseerd kunnen worden
• Kennis end-to-end basisprocessen administratie, gericht
op standaarden en master-data
• Opdrachtgeverschap gericht op basisinrichting
financieel systeem
Gedigitaliseerde basisprocessen, waardoor Finance
hier nauwelijks nog operationele activiteiten voor
uitvoert. Finance zorgt wel voor monitoring en
doorontwikkeling
• Sturen op juiste positionering van eigenaarschap van
processen (denk aan begroting, facturering, inkoop en
projectadministratie)
• Opdrachtgeverschap gericht op digitalisering
basisprocessen
2.4.2 Finance
Eindrapportage supportorganisatie IPO
16
PwC
2.4.3 HR
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Wat zijn de uitgangspunten voor de future of
HR?
Wat betekent dit voor de competenties voor
verschillende supportonderdelen?
Conclusie van de gap:
HR is de motor om aantrekkelijke werkgever te
worden en te blijven en is het gezicht van de
organisatie voor de medewerkers. Het stimuleert en
coördineert de ontwikkeling van juiste
opleidingsmogelijkheden, arbeidsomstandigheden
en mobiliteit
• Initiëring en bewaking van een continue ontwikkeling
van aantrekkelijk werkgeverschap
• Up-to-date houden van kennis van deze ontwikkelingen
in de markt (wat doen andere organisaties?)
Er is een stevig strategisch personeels- en ontwikkelbeleid
opgesteld. Dit vraagt een forse inzet.
Op dit moment zijn diverse (vooral externe) medewerkers
bezig om de basis van de HR-organisatie neer te zetten. In
de nieuwe supportorganisatie wordt veel meer gevraagd: het
aantrekken van medewerkers door een aantrekkelijke
werkgever te zijn, het ontwikkelen van de digitale
vaardigheden van medewerkers en het digitalisering van de
operationele HRM-processen (denk aan self service).
HR is leidend in de ontwikkeling van medewerkers
(niet alleen voor de arbeidsvoorwaarden). Dit gaat
samen met de realisatie van beoordelingscycli en
medewerker-tevredenheid
• Kennis HRM-instrumentaria
• Kwaliteitsontwikkeling van mensen centraal kunnen
stellen, zowel in het belang van de persoon, als de
organisatie
HR is een sparingspartner voor de business, en
weet wat er nodig is aan type werknemers in de
toekomst
• Men kan de verantwoordelijkheid bij de business
leggen, maar kan sterk en realistisch optreden op de
wensen
• Actieve rol in wensen ophalen uit de business
Voortrekker in digitalisering (self service) en
digitaliseringsvaardigheden en –omstandigheden,
zoals digitale werkplekken, aantrekken en faciliteren
van informatiemanagement specialisten.
• (digitaal) Bewustzijn van nieuwe ontwikkelingen, die aan
kunnen sluiten bij de wensen van de werknemers.
• Open staan voor en faciliteren van digitale innovaties
(sommige taken verdwijnen, anderen zullen erbij komen)
HR brengt vraag en aanbod bij elkaar binnen de
organisatie door te sturen op instroom door op te
halen welke behoefte er is, wat het aanbod is (vanuit
de provincies) en te inventariseren wat de
competenties van de leden zijn.
• Men is constant alert op benodigdheden uit de
organisatie en vertaalt dit in een gerichte zoektocht naar
de juiste mensen (voorloper in war on talent)
• Gebruik van HRM-insrumentaria om competenties te
inventariseren en analyseren
17
PwC
2.4.4 Facility (1/2)
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Wat zijn de uitgangspunten voor de future of
Facility?
Wat betekent dit voor de competenties voor
verschillende supportonderdelen?
Conclusie van de gap:
Er is een duidelijke huisvestingsvisie. Hierbij wordt
nagedacht wat er het beste aansluit bij de wensen
van de stakeholders (zoals medewerkers, IPO
directie, provinciebestuurders, etc.). Denk aan een
goedwerkende receptie, catering, vergaderzalen,
facilitair beheer.
• Up-to-date zijn met nieuwe ontwikkelingen rondom
facilitaire diensten, ook vanuit duurzaamheidsoogpunt.
• Meedenkende, facilitaire ondersteuners
• Actuele kennis van het gebouw en de toepassingen
• Lichte, digitale skills, zoals het omgaan met WiFi en
presentatiematerialen
Facility is het gezicht van de organisatie van buiten naar
binnen toe (bijna letterlijk), en belichaamt het verhaal van het
IPO 2.0 in de fysieke omgeving van zowel medewerkers als
andere stakeholders. Door de zaken hier goed op een rij te
hebben, wordt de juiste omgeving gefaciliteerd die bijdraagt
aan een toekomstgerichte, duurzame, flexibele, en prettige
organisatie om zowel te werken als langs te komen.
Momenteel wordt dit nog niet zo ervaren door zowel de
medewerkers als de externe stakeholders.
Facility als belangrijk speerpunt in de ‘War on Talent’
door een aantrekkelijke werkomgeving te creëren.
• Het creëren van een setting door facility medewerkers
die de visie rondom samenwerken uitdraagt. Denk aan
huiselijkheid, maar ook een stimulerende
werkomgeving.
Het ‘clubhuis’ biedt een aantrekkelijke omgeving
voor leden en dient als samenkomstplek. De
toevallige ontmoeting waarbij creatie volgt op
inspiratie wordt hierdoor gestimuleerd.
• Er hoort een goed werkend
vergadermanagementsysteem te zijn, waar inzichtelijk
wordt wie waar wanneer zit voor welke onderwerpen.
• Aantrekkelijke flexwerkomgeving is van hoge waarde
De ervaring op het kantoor in Den Haag (het
‘Clubhuis) is de motor en katalysator van het IPO 2.0
verhaal. De missie en visie straalt uit naar de
faciliteiten en het gedrag van de medewerkers.
• Facilitymedewerkers dienen goed op de hoogte te zijn
waar de organisatie naar toe wil, zodat zij dit kunnen
uitdragen. Ze moeten “het verhaal” kunnen vertellen
• Proactieve houding en hart voor het IPO
Meerdere vergaderlocaties door het land die kunnen
dienen als samenwerkplek voor de medewerkers die
van ver moeten komen. Dit zal geen vervanging
worden, maar faciliteert de medewerkers in meer
digitaal werken
• Strak management van verschillende vergaderlocaties
met een gecentraliseerd vergaderboekingssysteem
18
PwC
Wat zijn de uitgangspunten voor de future of Facility? Wat betekent dit voor de competenties voor
verschillende supportonderdelen?
Conclusie van de gap:
Helder zicht op het contractmanagement • Contract- en leveranciersmanagement (service level
management)
Een cateringsservice die aansluit bij wensen van de
verschillende stakeholders
• Kan flexibel worden ingezet, om zo ook externen op
verschillende tijden te kunnen voorzien van catering.
Strakke afspraken rondom communicatie moeten
worden gemaakt met deze leverancier.
2.4.4 Facility (2/2)
Eindrapportage supportorganisatie IPO
19
Schets van huidige situatie, aan de hand van documentatie en interviews afgezet tegen HPO
PwC
IST-situatie afgezet tegen het High Performance Organization (HPO) model
Om uiteindelijk in het hoofdstuk hierna een indruk te kunnen geven hoe het gat naar de gewenste SOLL-situatie geslecht kan worden, moet eerst duidelijker inzichtelijk worden hoe de huidige IST-situatie van het IPO in elkaar zit. We hebben op drie manieren input verkregen: analyse documentatie, interviews, en “meelopen” met medewerkers.
1. Analyse van aangeleverde documentatie: als start van ons onderzoek hebben we verschillende documenten opgevraagd bij het IPO, zodat we een indruk konden krijgen van onder andere de stand van zaken rondom personele bezetting, geformuleerde strategieën en visies, diensten en producten die het IPO levert, en contracten die het IPO heeft gesloten met andere partijen.
2. Uitvoeren van tien interviews: door middel van semi-gestructureerde interviews van ongeveer een uur wilden we direct van de medewerkers kunnen horen wat hun beelden en ervaringen zijn.
3. “Meelopen” met negen medewerkers: Door mee te lopen met een aantal medewerkers konden we een duidelijker beeld krijgen van de processen, ervaringen, en werkwijzen binnen de organisatie. Dit gaf ons de unieke kans om direct en concreet iets te ervaren wat we maar deels op zouden kunnen halen uit slechts de analyse van de documentatie en de interviews.
Om richting te geven aan hoe we deze drie manieren konden structureren, hebben we gekozen om dit in de voorbereiding en de analyse achteraf naast een model (referentiekader) te leggen; het HPO-model. Dit bewezen model, dat PwC vaker gebruikt om de kritische succesfactoren en knelpunten van een organisatie bloot te leggen, gaat in op een aantal elementen dat van belang is om een “sterk presterende” organisatie neer te zetten. Op slide 28-29 vindt u een verdere uitwerking van het model.
In de slides die hierna volgen gaan we dieper in op de cijfers zoals we deze hebben aangeleverd gekregen vanuit het IPO en geven we aan wat ons daarin opvalt. Daaropvolgend zetten we de resultaten hiervan, naast de kwalitatieve uitkomst van de interviews, af tegen het HPO-model, waarna we nog iets dieper in gaan op onze schets van de huidige situatie per supportonderdeel.
3.1 De IST-situatie, geschetst door kwalitatieve analyse van documentatie, interviews, en meeloopsessies
Eindrapportage supportorganisatie IPO
21
PwC
Totaal aantal Fte
vaste medewerkers
Formeel aantal uren
per week
Feitelijk aantal uren
per week
2,89 104 108
3.2 Cijfers geven een beeld van de huidige bezetting (1/2)
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Op basis van de bezettingslijst van 27 mei 2019 en de door het IPO
gedefinieerde medewerkers van de supportorganisatie is er gekeken naar
verschillende functies. De supportorganisatie van het IPO bestaat uit 11
medewerkers, waarbij het aantal medewerkers dat wordt ingehuurd de
bovenhand heeft.
Op basis van de contracten is te zien dat de 3 vaste medewerkers bijna 3 Fte
dekken, waarbij het verschil tussen de feitelijke, gerealiseerde uren vs. de
formele uren klein is.
De bezettingslijst van 27 mei 2019, zoals deze is aangeleverd, is niet volledig
(er missen gegevens), waarbij gegevens ook op verschillende manieren zijn
geregistreerd:
• Van de externe adviseur financiën is zowel geen start- als einddatum
geregistreerd, van de externe receptioniste geen einddatum.
• Bekostiging wordt op verschillende manieren ingevoerd en geregistreerd
(P-budget vs. Programmabudget vs. Flex). Inhoudelijk verschil tussen deze
drie is onduidelijk.
• Ingezette uren per week is bij 3 van de externe medewerkers niet
geregistreerd.
• Het is voor ons niet zichtbaar wie van waar op de ‘markt’ worden gehuurd,
en wie bijvoorbeeld vanuit welke provincie wordt gedetacheerd.
0
2
4
6
8
10
Vaste medewerkers Externe medewerkers
Vaste vs. externe medewerkers
Vast Inhuur Detachering
0
1
2
3
4
5
2017 2018 2019 onbekend
Startjaar externe medewerkers
22
PwC
Kijkend naar de verschillende supportonderdelen (IT, Finance, HR, en Facility), kunnen
we op basis van de cijfers hiernaast het volgende concluderen:
• IT: Er is 1 vaste medewerker, naast een ingehuurde, externe medewerker (contract
externe ICT-medewerker per 1 juni 2019 afgelopen).
• Finance: Er is 1 vaste medewerker. Een adviseur financiën, en een controller
worden ingehuurd.
• HR: Twee adviseurs en een administratief medewerker P&O worden ingehuurd. Een
strategisch adviseur P&O wordt parttime gedetacheerd ingezet. In de documentatie
is opgenomen dat er tevens een vaste medewerker PZ (schaal 11) in dienst is. Dit
betreft een vacature.
• Facility: Er is 1 vaste repro medeweker, naast een ingehuurde, externe
receptioniste.
Andere supportfuncties of opmerkingen:
• Er zijn 8 secretaresses (1 managementassistent), waarvan 6 in vaste dienst.
• Communicatiemedewerkers, twee coördinatoren IPO jaarcongres, een jurist, en
externen rondom het thema energie zijn niet meegenomen in deze analyse (niet
gedefinieerd door het IPO als object van onderzoek).
• We constateren dat veel processen nu door mensen in management, secretariaat,
of uit de business worden gedaan die goed door supportmedewerkers opgevangen
zouden kunnen worden. Hoeveel dat feitelijk is, is niet te onderbouwen, aangezien
er geen gegevens over worden bijgehouden.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
3.2 Cijfers geven een beeld van de huidige bezetting (2/2)
4 5 6 7 8 9 10 11 12
Medewerker repro
Financieel administrateur
Systeembeheerder
Loonschalen vaste medewerkers
Externe medewerkers per supportonderdeel
IT Finance HR Facility
ICT Adviseur
Financiën
Adviseur Receptioniste
Controller Adviseur
Strategisch
adviseur P&O
(gedetacheerd)
Medewerker
P&O
23
PwC
3.3 De huidige diensten en producten van de supportorganisatie van het IPO op basis van interviews en analyse documentatie (1/2)
Strategisch Tactisch Operationeel
IT Informatie- en
automatiseringsplan
Informatiebeleid
Informatiearchitectuur
Standaarden voor
bedrijfsprocessen
Informatie- en ICT
beveiligingsbeleid,
keuzes voor werkproces
ondersteunende
systemen
Goede aansluiting systemen
Digitalisering archivering
Systeembeheer
Kantoorautomatisering
Dagelijkse werkondersteuning
Realisatie complexe informatieanalyses en definitiestudies
Finance Kaderstelling P&C,
meerjarenraming
begroting.
Verantwoordelijkheid
ligt bij MT, advies
vanuit externe
adviseurs
Begroting,
managementrapportages
, risicomanagement,
inkoopbeleid.
Verantwoordelijkheid ligt
bij MT, advies vanuit
externe adviseurs
P&C producten (begroting, voorjaarsnota, najaarsnota, jaarrekening)
Financiële administratie
Schrijven managementletters
Opstellen spendanalyses en periodieke overzichten
Eindrapportage supportorganisatie IPO
24
PwC
3.3 De huidige diensten en producten van de supportorganisatie van het IPO op basis van interviews en analyse documentatie (2/2)
Strategisch Tactisch Operationeel
HR Beleid op strategische
personeelsplanning
en integriteitsbeleid.
Verantwoordelijkheid
ligt bij MT, advies
vanuit externe
adviseurs
Mobiliteitsmanagement
Werving en selectiebeleid
Functioneringsgesprekke
n en beloningscyclus
Loopbaanbegeleiding
Arbeidsvoorwaarden
Verantwoordelijkheid ligt
bij MT, advies vanuit
externe adviseurs
Ondersteunen bij vacatures en selectiegesprekken
Uitvoeren rechtspositieregelingen
Integriteitsbeleid (o.a. klachtenbehandeling en meldpunt klokkenluiders) & gedragscodes
E-HRM
Periodiek Arbeids-Geneeskundig Onderzoek
Ondersteunen management / Plaatsvervangend Directeur
Personeels- en salarisadministratie
Zorgdragen van de personeelszorg
Adviseren en ondersteunen van programmaleiders, opdrachtleiders, en directie op
personeelszaken
Facility Huisvestingsplan
Kantoorconcept
Visie facilitaire
ondersteuning
Eventmanagement Faciliteren van kantoorbenodigdheden
Catering
Gebouwenbeheer
Receptiefuncties (telefoonverkeer, receptieverzorging, licht administratief werk, huishoudelijke
werkzaamheden)
Postbusbeheer
Eindrapportage supportorganisatie IPO
25
PwC
Op basis van de documentatie (een Word-document genaamd CONTRACTEN HERENGRACHT
2017) concluderen we dat het IPO 42 contracten is aangegaan. Opvallend is dat het document
dateert uit 2017. Het is onbekend of de contracten die zijn afgelopen sindsdien (stilzwijgend) zijn
verlengd, gewijzigd, of gestopt, of dat er nieuwe contracten zijn gesloten met eventueel nieuwe
leveranciers.
In onze rapportage gaan we er van uit dat de contracten die zouden aflopen voor eind 2019,
maar waarbij wel vermeld werd dat ze (stilzwijgend) zijn verlengd, nog steeds lopen. De meeste
van de contracten hiervan gaan over huisvesting en ICT. Startdata van de contracten is niet
bekend. Onder diversen kan gedacht worden aan lunchservice, koffievoorziening, BHV-
opleidingen, Business Cards, of de vergaderfaciliteit bij de provincie Utrecht.
Uit de documentatie blijkt dat het merendeel van de contracten stilzwijgend verlengd wordt, of
voor onbepaalde tijd is. We missen professioneel contractmanagement en een helder overzicht
van de contracten, inclusief looptijden en verlengingsmomenten, evenals de vergelijking met
eventuele andere leveranciers. In drie gevallen van het document van het contractoverzicht wordt
aangegeven dat er geen goed zicht is op de stand van zaken omtrent het contract. In vijf gevallen
in de documentatie moet de informatie elders in de organisatie worden opgehaald.
Er wordt gerapporteerd vanuit een gedateerd document; het is niet bekend wie waar voor
verantwoordelijk is, bij sommige contracten is het niet bekend wat de looptijden zijn, en er is ons
niet bekend hoe er wordt gestuurd op de contracten. We konden geen bevindingen staven over
de kosten en effectiviteit van de contracten, aangezien deze niet in de documentatie zijn
opgenomen en er geen integraal overzicht ter beschikking is gesteld.
3.4 Overzicht van de contracten die het IPO is aangegaan
Eindrapportage supportorganisatie IPO
0
5
10
15
20
Huisvesting ICT Verzekeringen Diversen
Aantal contracten per categorie
0 5 10 15 20 25
Contracten eindigend voor juni 2019
Onbekend
Stilzwijgend verlengd
Onbepaalde tijd
Verder in de toekomst
Contracten t/m 2020
Contracten t/m 2019
Looptijden
26
PwC
3.5 Kosten support
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Hierna volgt een overzicht van de besteding van financiële middelen aan de
supportuncties. In overleg met opdrachtgevers hebben wij ons gebaseerd op de
begrotingscijfers voor 2020.
De inventarisatie van deze middelen is zeer globaal omdat wij ons hebben
moeten baseren op de begrotingscijfers die alleen op hoofdlijnen beschikbaar
zijn. Omdat de personeelskosten daarin niet zijn verbijzonderd naar organisatie-
onderdelen, hebben wij een benadering gebruikt waarin we ons gebaseerd
hebben op:
• de aangeleverde lijst met medewerkers (intern en extern), en daarin
gespecificeerd welke medewerkers op support zitten
• Een inschatting van de gemiddelde personeelskosten per fte, gebaseerd op
deze lijst en de totale personeelskosten.
Wij stellen voor om bij de uitvoering van deel 2 van de opdracht in overleg met
opdrachtgevers te bekijken op welke wijze er een beter inzicht verkregen kan
worden in de supportkosten. Door het globale karakter van het kosteninzicht is
het op dit moment niet mogelijk een vergelijking te maken met andere
organisaties.
FINANCE Accountantscontrole/begeleiding ¹€ 70.000
Documentatie € 27.621
Personeelskosten € 232.209
Totaal Finance € 329.830
IT Automatisering € 148.335
Telecom € 82.863
Personeelskosten € 160.760
Totaal IT € 391.958
HRM Personeelskosten € 205.416
Totaal HRM € 205.416
FACILITAIR Huisvestingskosten € 478.406
Vergaderkosten € 115.292
Personeelskosten € 116.104
Totaal Facilitair € 709.802
Overzicht supportkosten gebaseerd op begroting IPO 2020
¹ In overleg met opdrachtgever gewijzigd op basis van praktijkervaring IPO
27
PwC
3.6 HPO-model om IST te kunnen analyseren
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Belangrijk onderdeel van de Quick Scan is dat er naast de interviews (intern
en extern) ook meegelopen is met medewerkers. Daarnaast zijn de
aangeleverde data en stukken geanalyseerd om de huidige situatie in kaart
te brengen binnen het IPO.
Wij hebben gekozen voor het HPO-model, omdat dit voor het IPO een
handvat biedt om de doorontwikkeling van haar netwerkorganisatie richting
te geven. Het met de ‘HPO-bril’ op naar de organisatie kijken levert input op
voor de volgende kwaliteitsslag.
Een High Performance Organisation (HPO) is een efficiënte en doeltreffende
organisatie met focus op continue verbetering.
Een organisatie ontwikkelt zich naar een High Performance Organisation
door op alle zes de elementen (zie figuur hiernaast) verbeterslagen te
maken. Een HPO zijn is geen status quo, het is richtinggevend voor een
continue ontwikkeling. De verschillende (harde en zachte) elementen vormen
met elkaar een samenhangend systeem.
Op de volgende pagina lichten we de elementen van het model toe.
Bron: André de Waal; High Performance Organisation
28
PwC
Een heldere visie is de basis voor een Heldere strategie
om waarde te creëren voor belanghebbenden.
Om een duidelijke en consistente visie te creëren, is het
noodzakelijk om duidelijkheid over de identiteit en inzicht
in het 'hoe en waarom' van uw organisatie te krijgen en
vast te stellen.
Een heldere strategie geeft focus en bepaalt hoe keuzes
worden gemaakt, structureert heldere opdrachten en
bepaalt hoe uw organisatie is opgezet en waarom.
Het legt de basis voor de organisatiecultuur.
Toelichting op HPO
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Een High Performance Cultuur wordt weerspiegeld in
het dagelijks gedrag van mondige en gemotiveerde
mensen.
Het is zichtbaar in teams die de visie tot leven brengen.
Vier kenmerken van effectief samenwerken in teams:
• Gemeenschappelijk doel;
• Heldere organisatie;
• Constructief gedrag;
• Veranderbestendigheid.
Robuuste systemen,
structuren en processen
ondersteunen de mensen om
hun rol te vervullen.
Leiders tonen Gepassioneerd
leiderschap door:
Voorbeeld te geven
• Juiste toon;
• ‘Walk the talk’;
• Waarden en principes zijn
zichtbaar in besluiten.
Mensen bezitten de Technische competenties die nodig zijn
om hun werk volgens de verwachtingen te kunnen doen.
In de organisatie is een collectief bewustzijn van de Bedoeling van het werk en de waarden en
principes die daar bij horen.
Een cultuur die gebaseerd is op vertrouwen, robuuste dialoog en delen.
7.
Een HPO is een efficiënte en
doeltreffende organisatie met
focus op continue verbetering.
29
PwC
3.7 Huidige supportorganisatie gespiegeld aan HPO (1/2)
Heldere strategie
• Alle betrokken support medewerkers die we gesproken hebben, zijn bekend met de bedoeling van IPO 2.0.
• Er is een beleidsdocument over de bedoeling van IPO 2,0 en een uitwerking in een ondernemingsovereenkomst, een uitvoeringsagenda, plaatsingsprocedure, functieboek, een definitief sociaal plan en een Organisatie- en Formatieplan. Hetgeen mist is een integrale bedrijfsvoeringsagenda. Die was er ook in het verleden niet.
• Mensen van support geven aan dat doorontwikkeling noodzakelijk is, willen geen grote structuur-ingrepen, maar zijn wel kritisch op hoe het nu functioneert en staan daardoor open voor verbetering.
• Medewerkers hebben behoefte aan een praktische doorvertaling van de strategie. Huidige beleidsdocumenten bieden te weinig praktische handvatten voor medewerkers van support om voldoende inzicht te verkrijgen in de nieuwe organisatie IPO 2.0.
• Netwerkorganisatie wordt conceptueel erkend, maar is in uitwerking “stroperig”, met veel lijnsturing, geen heldere prioriteiten, en geen effectieve opschaling bij conflicten. Hierdoor bestaat volgens medewerkers de kans dat nieuwe kokers ontstaan.
Robuuste systemen
• Binnen de supportafdelingen wordt veel gewerkt vanuit een eigen discipline. Hierbij is weinig sprake van een integrale samenwerking. De processen en bijbehorende werkzaamheden van de supportprocessen zijn veelal enkel bekend (in het ‘hoofd’ en niet op papier) bij de medewerkers van de eigen afdelingen. Wat er in het handboek is vastgelegd is sterk verouderd en onbekend bij medewerkers.
• Systemen zoals Sharepoint worden op diverse wijzen toegepast en gehanteerd binnen de organisatie. Op deze manier kan integraal samenwerken worden bemoeilijkt.
• Digitalisering is nog minimaal doorgevoerd in de organisatie. Zo is een scanner binnen de organisatie aanwezig die het digitaal facturen mogelijk kan maken, echter wordt hier nog geen gebruik van gemaakt. Daarnaast zijn er binnen de organisatie diverse, handmatige lijsten aanwezig (bijvoorbeeld de bezettingslijst, of overzicht van de contracten).
• Er is zeer beperkte ondersteuning middels systemen op het gebied van voortgangsbewaking van de doelen. Er is geen gedigitaliseerd managementinformatie systeem binnen de organisatie. Informatie wordt handmatig verzameld en opgehaald bij diverse medewerkers.
Gepassioneerd leiderschap
• De aansturing van de supportafdelingen is onderverdeeld over een aantal MT-leden. Er is de afgelopen jaren beperkte, actieve sturing geweest van de supportafdelingen. Dat wordt nu wel opgepakt.
• Medewerkers hebben tijdens de interviews aangegeven dat wel behoefte is aan een actieve sturing op de supportorganisatie. Waarbij aandacht is voor de ontwikkeling van de afdelingen.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
30
PwC
3.7 Huidige supportorganisatie gespiegeld aan HPO (2/2)
High Performance cultuur
• De medewerkers, die wij gesproken hebben, werken graag voor de IPO-organisatie en voelen zich verantwoordelijk om eigen
werkzaamheden goed te uit te voeren.
• Medewerkers van support ervaren momenteel een “eilandjescultuur” binnen de IPO-organisatie als geheel en ook binnen support, terwijl de interne en externe klanten behoefte
hebben aan een integrale ondersteuning.
• Medewerkers van support geven na dat ze vooral bezig zijn met de waan van de dag en ad-hoc handelen binnen de organisatie. Hierbij wordt vooral aangegeven dat de directie
en het lijnmanagement niet altijd de verwachtingen naar de medewerkers helder uitspreken.
• Medewerkers geven aan dat er geen sprake is van een actieve aanspreekcultuur binnen de organisatie.
Technische capaciteiten
• Medewerkers hebben zich afgelopen jaren minimaal ontwikkeld op kennis en vaardigheden die nodig is voor moderne support. Er is geen opleidingsplan voor de support
medewerkers en er is ook weinig aandacht in de functioneringsgesprekken. Dit geldt zowel op de inhoudelijke expertise als op competentie en op aspecten als “houding en
gedrag”
• Medewerkers van support concentreren zich op uitvoering en hebben weinig verbinding met kaders/beleid en visie. Hier komt bij dat er geen heldere bedrijfsvoeringsvisie/agenda
is waaraan mensen zich kunnen spiegelen.
• Een moderne functionerings- en beoordelingssystematiek is niet ingevoerd binnen de organisatie.
• Het ‘goede gesprek’ heeft minimaal plaatsgevonden tot ongenoegen van diverse medewerkers.
Bedoeling, waarden principes
• Er is geen consistente lijn van missie, dienstverleningsconcept en waarden en principes voor de supportorganisatie
• Het dialoog over de verwachtingen van de supportonderdelen en medewerkers wordt minimaal gevoerd binnen de organisatie.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
31
PwC
3.8.1 Aandachtspunten voor IT
De “intelligence” wordt een steeds belangrijker aspect in de dienstverlening aan de provincies. De ondersteunende IT is echter nog van
onvoldoende niveau om dit mogelijk te maken:
• Uit de analyse van de documentatie en de interviews blijkt dat er een beperkte visie is op ICT, data en digitalisering. Het ontbreekt aan eenduidige
processen, wat voor een betrouwbare en veilige ICT van levensbelang is.
• Een groot deel van de IPO-medewerkers en deelnemers programma’s en projecten kunnen door de introductie van SharePoint tijd- en
plaatsonafhankelijk werken.
• De medewerkers gebruiken SharePoint op verschillende manier in de praktijk. Hierdoor worden de voordelen van het systeem (o.a. delen en actief
samenwerken) onvoldoende ervaren. Juist dit soort robuuste systemen, structuren en processen ondersteunen de mensen om hun rol te vervullen.
• Medewerkers beschikken over weinig kennis van de systemen en “the way of working” (inrichting, juist gebruik van het systeem en het proces). Dit
leidt tot ongestructureerd werken en belemmert de samenwerking.
• De kwaliteit van de helpdesk wordt als wisselend ervaren en is er ook geen goede vastlegging van incidenten. Dit laatste is van groot belang om de
doorontwikkeling van systemen te waarborgen, en om trends te zien waar medewerkers op vast lopen. Daarnaast draagt het bij medewerkers bij aan
het gevoel gehoord en gewaardeerd te voelen door de organisatie als ze serieus worden genomen bij hun vragen. Er wordt aangegeven in de
interviews dat er behoefte is aan medewerkers die paraat staan voor het beantwoorden van hun vragen.
• Er is slechts 1 vaste medewerker op het gebied van IT. Het contract van de externe medewerker liep per 1 juni af. Hierdoor ontbreekt het aan een
sparringpartner én counterpart voor de huidige, IT medewerker. Bovendien maakt dit dat de IT werkzaamheden afhankelijk van een persoon, wat het
een kwetsbare positie maakt als deze persoon niet aanwezig is.
• BYOD: hier is nauwelijks beleid voor ontwikkeld, zodat de gebruikers in de praktijk tegen veel knelpunten oplopen en deze zelf moeten oplossen. Dit
weerhoudt de organisatie van flexibel en digitaal werken.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
32
PwC
3.8.2 Aandachtspunten voor Finance
Financiële afdeling is erg kwetsbaar en onvoldoende faciliterend aan de interne en externe klanten:
• Er zijn stappen gezet op het gebied van planning & control (P&C-cyclus, integratie hiervan met BIJ12). Zo is uit de managementletter 2018 gebleken
dat maandelijks financiële overzichten worden opgesteld voor de budgethouders en is er een budgethouders regeling opgesteld. In 2019 wordt de
verdere integratie van de financiële afdeling met BIJ12 vormgegeven. IPO beschikt over diverse procesbeschrijvingen (flowcharts) van BIJ12.
• Er is per 1 juli 2019 geen controller (contract externe medewerker verloopt), waardoor het ontbreekt aan een sparringpartner én counterpart voor de
huidige, financieel medewerker. Bovendien is financieel medewerker de enige in zijn functie, afgezien van de externe controller en finance adviseur.
Dit maakt dat de finance werkzaamheden afhankelijk zijn van een persoon, wat het een kwetsbare positie maakt als deze persoon niet aanwezig is.
• Er is besloten om de kassiersfunctie van het IPO te handhaven. Deze functie draagt bij aan de positionering van het IPO in het krachtenveld van de
provincies.
• Er wordt nog niet digitaal gewerkt. Er is bijvoorbeeld wel een scanner, maar die wordt niet gebruikt. Er worden veel lijstjes opgesteld in Excel, en
documenten worden bijgehouden in Word. Deze lijsten worden opgeslagen op de eigen mappen in Sharepoint, waar niet alle medewerkers bij
kunnen. De bezettingslijst zoals eerder gepresenteerd wordt onvolledig ingevuld, het contractmanagement is gedateerd (2017) en uit de interviews en
de documentatie blijkt dat managementinformatie handmatig opgehaald moet worden.
• Uit interviews en analyse van de documentatie blijkt dat budgethouders geen financiële inzage hebben, wat uiteraard een belangrijke voorwaarde is
om hun verantwoordelijkheid goed te kunnen nemen. De organisatie beschikt over een budgethoudersregeling.
• Het nieuwe managementinformatiesysteem wordt bezien als een budgethouderinformatiesysteem en niet als een tool voor het management om
daadwerkelijk te sturen. Er is geen sprake van een real-time monitoring binnen de organisatie.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
33
PwC
3.8.3 Aandachtspunten voor HR
Huidige HR-support is wordt vormgegeven door de hoge mate van inzet door externen, en nog beperkt doorgevoerd in de werkwijze van de
organisatie:
• Het huidige team wordt volledig bezet door tijdelijke, externe medewerkers. Met vier externen (drie adviseurs en een medewerker P&O) die de
medewerker PZ & Arbeidsvoorwaarden ondersteunt is het supportonderdeel HR goed bezet, maar we zijn kritisch op de risico’s die deze constructie
met zich mee brengt. Om daadwerkelijk te kunnen bouwen op een HR-organisatie op het gebied van technische competenties en een gedragen besef
van de bedoeling en waardes, is het aantrekken van vaste medewerkers van groot belang. Op deze medewerkers kan meerdere jaren gebouwd
worden wat essentieel is voor de ontwikkeling van mensen in de organisatie.
• Er wordt momenteel door de tijdelijke medewerkers actief gewerkt aan het bouwen aan de basis van de organisatie. Het contractbeheer van de
medewerkers behoeft nog aandacht. Daarnaast zijn er nauwelijks procesbeschrijvingen in de huidige organisatie voor HR support, hetgeen niet
bijdraagt aan voorspelbaarheid en professionaliteit van de uitvoering.
• Wat betreft de ontwikkeling van medewerkers vinden er incidenteel zogeheten ‘goede gesprekken’ plaats. Uit de interviews komt naar voren dat er
weldegelijk behoefte is aan het systematisch voeren van persoonlijke gesprekken in het kader van individuele, professionele ontwikkeling. Zo blijft de
ontwikkeling van technische competenties beperkt door eigen ervaring en ‘incidenteel leren’. Door medewerkers te faciliteren in hun ontwikkeling
draagt het IPO zich ook uit als goede werkgever in de ‘war on talent’.
• HR-support wordt binnen de organisatie niet ervaren als de trekker voor de ontwikkelingstrajecten, echter als de support waar medewerkers terecht
kunnen voor vragen inzake de arbeidsvoorwaarden.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
34
PwC
3.8.4 Aandachtspunten voor Facility
Het facility proces sluit niet aan bij de beleving die geïnterviewden verwachten voor hun gasten:
• Er is geen inzicht in de wensen en eisen vanuit zowel interne als externe medewerkers. Er wordt geen klanttevredenheidsonderzoek gedaan om
bijvoorbeeld initiatieven te testen, of om op te halen hoe gebruikers het graag zouden willen zien.
• De receptie is niet altijd volledig bemenst, terwijl gastvrijheid een belangrijke eis is. Bezoekers van het pand worden niet altijd servicegericht worden
geholpen (begeleiden naar de zalen). Medewerkers hebben behoefte aan een betere organisatie van het proces ‘reserveren van de ruimtes’. En
behoefte aan facilitaire ondersteuning van de zalen (voldoende materiaal, werkende schermen).
• De catering is zeer versnipperd georganiseerd, blijkt uit de documentatie en de interviews. Er is geen uniforme werkwijze waardoor er geen garantie is
op goede kwaliteit tegen redelijke kosten. Uit de documentatie van het contractmanagement blijkt dat het contract met lunchservice Luna rond 2016 is
verlopen, maar dat er geen opvolging is gekomen op het kiezen van een nieuwe cateraar. Uit de interviews blijkt dat het een “ieder-voor-zich” gehalte
heeft gekregen.
• Het pand wordt door medewerkers niet als het clubhuis ofwel ontmoetingsplek voor de provincies. De locatie is wel goed te bereiken met het openbaar
vervoer. Echter bevorderd de huidige indeling van het pand niet de ontmoetingen tussen de medewerkers. Daarnaast is het niet inzichtelijk voor
medewerkers in welke mate de zalen bezet zijn. Ook zijn er geen afgezonderde belruimtes waar medewerkers vertrouwelijke gesprekken kunnen
voeren.
• De huidige locatie is een historisch gebouw waarbij aandacht noodzakelijk is voor gebouwbeheer en onderhoud. Voor de professionele uitstraling is
het noodzakelijk dat de facilitaire werkzaamheden voor het gebouw met een planmatige aanpak worden uitgevoerd. Momenteel worden de
werkzaamheden niet structureel op een planmatige werkwijze uitgevoerd.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
35
Bevindingen en conclusies ten aanzien van gap huidige en gewenste supportorganisatie
PwC
Onze analyse van de gewenste en huidige support-organisatie voor IPO 2.0 en de vertaling daarvan in O&F heeft geleid tot de volgende conclusies die hierna nader
worden toegelicht:
• Grote gap tussen gewenste en huidige supportorganisatie qua kwetsbaarheid, kwaliteit en kosteneffectiviteit
• Digitalisering, standaardisatie, sourcingsvormen en verdere versterking van de regie functie vormen belangrijke pijlers nieuwe supportorganisatie
• Opzet regie-organisatie om gat te dichten
Grote gap tussen gewenste en huidige supportorganisatie qua kwaliteit, kwetsbaarheid en kosteneffectiviteit
Uit de confrontatie van de gewenste met de huidige situatie, komt duidelijk naar voren dat er een grote gap te overbruggen is. Op alle onderdelen van de
supportorganisatie zijn er grote verschillen op de volgende gebieden:
• Kwaliteit: in de eerste plaats zijn er veel nieuwe competenties op IT, Finance, HR en Facilities nodig om de ondersteuning te bieden, die nodig is om op het gewenste
niveau (IPO 2.0) te opereren. Daarnaast blijkt dat ook in de ondersteuning op dit moment al veel verbeterslagen gemaakt moeten worden om een basisniveau te
bereiken. Op dit moment is er te weinig integrale benadering van de support. Er zal een kwaliteitsimpuls moeten komen op de beweging van “ad-hoc sectoraal
support “advies naar “integrale bedrijfsvoeringsadviezen” uitmondend in een integrale bedrijfsvoeringsagenda en versterking van de competenties.
• Kwetsbaarheid: de supportorganisatie is op dit moment zeer kwetsbaar. Enerzijds doordat de organisatie afhankelijk is van individuen voor de uitvoering van
processen. Als deze personen uitvallen, is er nauwelijks vervanging mogelijk. Anderzijds doordat de supportorganisatie niet goed uitgerust is om effectief externe
(actuele en gespecialiseerde) kennis binnen te halen.
• Kosten-effectiviteit: Onafhankelijk van de precieze omvang van het huidige kostenniveau durven wij te stellen dat door de regiefunctie en sturing op support te
versterken, de kosteneffectiviteit zal toenemen in de toekomst. Nu treden er veel additionele kosten op door gebrekkig contractenbeheer en inkoopkracht, een
versnipperd applicatielandschap en beheer en beperkt integrale sturing. Ook worden er door het management, de programma- en projectleiders, management
assistenten en projectondersteuning veel “verborgen uren” gemaakt om gebrek aan support op te vangen. Door te investeren in digitalisering, self service, de
professionalisering van de regie-functies en kwaliteit van support kan de “value for money” verbeteren. Dat wil niet zeggen dat het kostenniveau lager wordt in de
toekomst, maar dat een verschuiving plaatsvindt. Bijvoorbeeld: versterking van de digitalisering vraagt investeringen (in mens en middelen) die in het primaire proces
en in de operationele support kosten kunnen besparen. De businesscase kan per geval worden gemaakt.
4.1 Bevindingen en conclusies (1/4)
Eindrapportage supportorganisatie IPO
37
PwC
De IT-functie dient zich te ontwikkelen naar een regiefunctie (zowel richting gebruikers als externe leveranciers), de samenhang van de IT-structuur te bewaken en de
informatiebeveiliging en privacy te coördineren. Daarnaast zal IT in de nieuwe organisatie de toegang tot externe kennis moeten organiseren en de IPO-medewerkers
inspireren tot het vinden van innovatieve (digitale) oplossingen.
Op het terrein van Finance zal de organisatie zich moeten ontwikkelen van een solitaire administratief gerichte rol naar aan een zogeheten “Chief Performance
Operator/ Concerncontroller” die de organisatie meeneemt in het sturen op output en outcome van de IPO-inzet. Daarnaast zal vanuit deze rol de digitalisering van de
financiële administratie opgepakt worden, zodat er steeds minder ondersteunende inzet nodig is voor uitvoerende processen.
Op HR-terrein werken op dit moment diverse (vooral externe) medewerkers aan de basis van de HR-organisatie. In de nieuwe supportorganisatie wordt veel meer
gevraagd: het aantrekken van medewerkers door een aantrekkelijke werkgever te zijn, het ontwikkelen van de digitale vaardigheden van medewerkers en het
digitalisering van de operationele HRM-processen (denk aan self service).
Tot slot is de gap op het terrein van facilities groot. Van een versnipperde (catering) en niet servicegerichte (begeleiding bezoekers, reservering zalen) werkwijze zal het
moeten transformeren naar het gezicht van de organisatie: de belichaming van IPO 2.0 in de fysieke omgeving van zowel medewerkers als andere stakeholders. In de
huidige situatie is daar zeker nog geen sprake van.
4.1 Bevindingen en conclusies (2/4)
Eindrapportage supportorganisatie IPO
38
PwC
Digitalisering, standaardisatie, sourcing en versterking van de regiefunctie vormen belangrijke pijlers nieuwe supportorganisatie
Het is de uitdaging om een toekomstgerichte support-organisatie te realiseren die tegemoet komt aan de gestelde eisen (hoofdstuk 2), maar die ook een realistische
opzet heeft, gegeven het feit dat IPO een relatief kleine organisatie is. Uit de visies van experts die tijdens de sandbox-sessie zijn gepresenteerd en daarna toegepast
op de kernprocessen van het IPO blijkt dat:
• Het standaardiseren van basisprocessen, het automatiseren daarvan en het realiseren van self service bijdraagt aan de kosteneffectiviteit en daarmee aan het
creëren van capaciteit voor de nieuw benodigde competenties (weergegeven in hoofdstuk 2). De inzet en aandacht verplaatst zich van operationele naar
tactisch/strategische processen. Denk bij self service aan de basis-HRM-processen (medewerkers actualiseren zelf hun basisgegevens, zien hun dossier in,
registreren hun vakantiedagen, etc.), IT-processen (aanvragen hard- en software, registreren incidenten, automatisch installeren software/apps) en facilitaire zaken
(reserveren vergaderruimte, lunch, parkeerplaatsen, etc.). Op het terrein van de financiële administratie draagt vooral de automatisering/robotisering bij aan de
kosteneffectiviteit. Denk aan toepassingen als het inlezen en geleiden van facturen, het uitvoeren van geautomatiseerde controls in de beheersing en het bewaken
van contracten.
• Het versterken van de regieorganisatie is noodzakelijk om de supportorganisatie van het IPO minder kwetsbaar te maken en om de kwaliteit naar het niveau te
krijgen dat hoort bij de ambities van IPO 2.0. De kwetsbaarheid wordt minder doordat er een betere toegang tot externe kennis georganiseerd is, de sturing op kosten
effectiever is én doordat andere functies ontlast worden van supporttaken. Het betreft de programma- en projectondersteuning en de management- en
bestuursondersteuning.
4.1 Bevindingen en conclusies (3/4)
Eindrapportage supportorganisatie IPO
39
PwC
Opzet regie-organisatie om gat te dichten
De analyse leidt tot een organisatie-opzet voor support waarin de volgende versterking plaatsvindt:
• Op het terrein van financiën vervult een financieel manager de in rol van “Chief Performance Officer (CPO)/Concerncontroller” (inschatting: schaal 12/13). De CPO
krijgt ondersteuning van een assistent.
• Op IT-gebied wordt de supportorganisatie aangevuld met een informatiemanager (inschatting: schaal 12/13) die de regie voert over de IT (zowel richting leveranciers
als de eigen organisatie), de samenhang (integratie) bewaakt en de informatiebeveiliging en privacybescherming coördineert. Deze informatiemanager krijgt
ondersteuning van een IT-coördinator.
• Op HRM is verzwaring nodig zodat de medewerker (inschattig: schaal 11/12) invulling kan geven aan de strategische vraagstukken (aantrekkelijke werkgever,
ontwikkelen van de digitale vaardigheden van medewerkers en het digitalisering van de operationele HRM-processen) en specialistische kennis op de markt kan
inkopen.
Hoewel op het terrein van Facility een grote gap te overbruggen is, zien we dit vooral als een tijdelijke inzet. Een transitie-manager kan hier sturing aan geven, inclusief
het vraagstuk van huisvesting. Op termijn zal het vooral een regiefunctie zijn, waarin contractmanagement een grote rol speelt. Dit kan ondergebracht worden bij de
CPO of bij een van de teammanagers.
4.1 Bevindingen en conclusies (4/4)
Eindrapportage supportorganisatie IPO
40
Sourcingscenario’s
PwC
5.1 Multicriteria-analyse
Dit deel van de rapportage bouwt voort op de resultaten uit de hiervoor beschreven bevindingen en conclusies en heeft ten doel helder te krijgen welke sourcingsvorm
er voor de verschillende middelenfuncties het meest toekomstbestendig zijn op de aspecten kosteneffectiviteit, kwaliteit en kwetsbaarheid (de drie K’s) en wat
belangrijke voorwaarden zijn om die sourcingsvarianten werkend te krijgen.
In afstemming en samenwerking met de opdrachtgever van het IPO is besloten om te kijken hoe deze verschillende sourcingsvarianten er in de soll-situatie uit
zouden kunnen zien per supportonderdeel. De opdrachtgever heeft hierin een aantal voorkeursrichtingen aangegeven. Zo zou de opdrachtgever graag willen
verkennen in hoeverre HR bij de provincie Zuid-Holland belegd kan worden, Finance bij BIJ12, en Facility¹ en IT bij een marktpartij.
Op de sourcingsvarianten hebben wij vervolgens een multicriteria-analyse toegepast, waarbij de varianten op basis van de begrippen Kwaliteit, Kosteneffectiviteit en
Kwetsbaarheid ten opzichte van elkaar zijn gewogen.
Wij hebben dit in tabellen getracht visueel te maken, zodat in één oogopslag inzichtelijk wordt hoe de scenario’s op deze criteria scoren.
Om de multicriteria-analyse uit te voeren zoals deze is beschreven en afgestemd met het IPO, hebben meerdere gesprekken plaatsgevonden, met als doel informatie
op te halen om de analyse te kunnen maken. Na afstemming met de opdrachtgever zijn gesprekken gevoerd met de volgende partijen:
• Provincie Zuid-Holland, gericht op het sourcingsvraagstuk HR;
• BIJ12, gericht op het sourcingsvraagstuk HR en Finance;
• Facilicom, gericht op het sourcingsvraagstuk Facilitair.
¹ Facility is een verzamelnaam voor een diversiteit aan supportactiviteiten. De volgende activiteiten vallen binnen de reikwijdte zoals die van toepassing is op het IPO: Het faciliteren van
kantoorbenodigdheden, Catering, Gebouwenbeheer, Receptiefuncties (telefoonverkeer, receptieverzorging, licht administratief werk, huishoudelijke werkzaamheden) en Postbusbeheer.
Kenmerkend aan het facility management is dat deze reikwijdte vergroot en verkleind kan worden met diverse andere activiteiten afhankelijk van de organisatiebehoeften. In de
hiernavolgende multicriteria-analyse zal ook blijken dat dit een rol speelt in de vergelijking van sourcingscenario’s.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
42
PwC
Zoals beschreven is per supportonderdeel een multicriteria-analyse gemaakt. Met een schaal van + tot - worden de verschillende varianten op de aspecten kwaliteit,
kosteneffectiviteit en kwetsbaarheid ten opzichte van elkaar gewogen en in tekst wordt uitgelegd hoe tot een bepaalde score wordt gekomen.
De volgende sourcingsvarianten zijn het vertrekpunt :
• Uitbesteding aan provincie Zuid-Holland. De aanleidingen om de mogelijkheden te onderzoeken voor deze partij zijn dat het IPO momenteel de CAO van de
provincie volgt en dat de provincie ook al diensten levert in de huidige situatie op HR gebied.
• Uitbesteding bij BIJ12. BIJ12 is een onderdeel van IPO. Momenteel is er een samenwerking op een aantal aspecten middels een samenwerkingsagenda, en is dit
de aanleiding geweest om de mogelijkheden te onderzoeken voor deze partij.
• Zelf organiseren. Hierbij kijken we naar de sourcingsmogelijkheden in de eigen organisatie, en welk effect dit heeft op de drie K’s.
• Uitbesteden aan een marktpartij. Hierbij is onderzocht op welke wijze een marktpartij kan bijdragen bij de diverse supportonderdelen.
Hieronder ziet u een schematisch overzicht hoe de multicriteria-analyse op de volgende pagina’s is opgebouwd. Zoals u ziet ontstaat er een kwadrant met de
verschillende partijen en de effecten op de drie K’s. Daarbij wordt een score toegekend en nader onderbouwd. Als laatste worden enkele randvoorwaarden geschetst
voor het kiezen van een bepaalde variant.
5.1 Multicriteria-analyse
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Kwaliteit Kosteneffectiviteit Kwetsbaarheid Randvoorwaarde
Zelf organiseren
BIJ12 / Provincie ZH
Marktpartij
43
PwC
5.2.1 Multicriteria analyse IT Kwaliteit Kosteneffectiviteit Kwetsbaarheid Randvoorwaarde
Zelf organiseren
• Zeer weinig kritieke massa om voldoende kennis op te
bouwen op de verschillende IT-disciplines. De wisselende
kwaliteit van de helpdesk in de huidige situatie is daar een
symptoom van. Het is nauwelijks mogelijk om een “skilled
helpdesk” die direct problemen kan oplossen te realiseren.
• Het ontbreekt aan eenduidige processen, wat voor een
betrouwbare en veilige ICT van levensbelang is.
• Weinig kennis van de systemen en “the way of working”
(inrichting, juist gebruik van het systeem en het proces). Dit
leidt tot ongestructureerd werken en belemmert de
samenwerking.
• BYOD: hier is nauwelijks beleid voor ontwikkeld, zodat de
gebruikers in de praktijk tegen veel knelpunten oplopen en
deze zelf moeten oplossen. Dit weerhoudt de organisatie
van flexibel en digitaal werken.
• Het is mogelijk met IT in eigen beheer in
principe mogelijk om een laag kostenniveau te
bereiken. Dit gaat echter ten kosten van de
kwaliteit
• De kostenstructuur is niet flexibel vanwege de
investeringen in hard- en software
• De kwetsbaarheid is groot (in fase 1
bleek dat er op dat moment slechts 1
vaste medewerker was waarvan het
contract afliep op 1 juni 2019)
• Zeker gezien de toenemende
afhankelijkheid van IT is dat een groot
risico.
• Uitbreiden van de bezetting is
noodzakelijk om ook bij
ziekte/uitval over
ondersteuning te beschikken
• In hoge mate de verschuiving
realiseren naar de cloud (denk
aan SaaS-toepassingen),
zodat de organisatie minder
afhankelijk wordt van eigen
mensen die het beheer van
applicaties doen
Uitbesteden aan
marktpartij
• De IT-processen zijn in hoge mate gestandaardiseerd en
ook gecertificeerd, zodat er kwaliteitswaarborgen zijn
• De volwassenheid is hoog: gespecialiseerde medewerkers,
hoge mate van cyberveiligheid
• Mee kunnen met innovatie door kennis en verbinding met de
markt.
• Traditioneel zijn de kosten van uitbesteding
vaak hoger dan zelf uitvoeren, in verband met
BTW en marges van de leverancier.
• Door een hoog kwaliteitsniveau (hoge
beschikbaarheid, betrouwbaarheid) zijn de
baten in potentie ook hoog (hogere efficiency
in andere processen)
• De contractkosten kunnen gedrukt worden
door gebruik te maken van cloud-toepassingen
(de ‘q’ in de pxq wordt dan kleiner)
• Minder afhankelijk van personen: er is
een flexibele schil in de organisatie
waardoor uitval direct georganiseerd
kan worden.
• Toegang tot diverse specialismen en
kennis van nieuwe innovatieve
ontwikkelingen
• Het IPO moet een regie-
organisatie opzetten om de
leverancier goed aan te
sturen: opzetten van service
levels, periodieke rapportages
van de leverancier bespreken,
inkoopmanagement
professionaliseren.
0
0
Eindrapportage supportorganisatie IPO
44
PwC
5.2.1 Multicriteria analyse IT
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Kwaliteit Kosteneffectiviteit Kwetsbaarheid Randvoorwaarde
Uitbesteden aan
BIJ12
• BIJ12 heeft rekening gehouden in haar
digitaliseringsontwikkeling met verbreding naar het hele IPO
• Te verwachten is dat BIJ12 niet beschikt over dezelfde mate
van deskundigheid als een gespecialiseerd IT-bedrijf
• BIJ12 geeft aan te beschikken over IT-processen die zijn
beschreven en herhaalbaar zijn.
• Op het terrein van veiligheid en privacy is er al een FG-
functie aanwezig en expertise inzake AVG
• Door de grotere schaalgrootte is te verwachten
dat de kosten lager zullen zijn dan bij een
geheel eigen IT-organisatie (efficiency inzet
van mensen, voordeel van gezamenlijke
inkoop).
• Door meer schaalgrootte is de IT minder
kwetsbaar dan bij een eigen IT-
organisatie
• Er is meer mogelijkheid om
specialistische kennis binnen te halen
dan in een eigen IT-organisatie.
• Het IPO moet een regie-
organisatie opzetten om BIJ12
goed aan te sturen: opzetten
van service levels, periodieke
rapportages van BIJ12
bespreken,
inkoopmanagement
professionaliseren.
0
45
PwC
Focus ook op randvoorwaarden, en waar de knip komt te liggen
5.2.2 Multicriteria analyse Finance
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Kwaliteit Kosteneffectiviteit Kwetsbaarheid Randvoorwaarde
Zelf uitvoeren
• Te weinig kritieke massa om
onvoldoende bekend te zijn met de
ontwikkelingen in de markt.
• Onvoldoende competenties en
capaciteit om huidige handmatige
handelingen te innoveren naar digitale
processen
• Budgethouders hebben geen financiële
inzage in eigen budgetten.
• Er is geen sprake van real-time
monitoring binnen de organisatie
• Te verwachten is dat de kosten
gemiddeld iets hoger liggen omdat de
schaalgrootte kleiner is dan wanneer
de uitvoering ligt bij PZH of BIJ12.
• Uit de analyse blijkt dat de
kwetsbaarheid hoog is: zo is er per
1 juli 2019 geen controller (contract
externe medewerker verloopt),
waardoor het ontbreekt aan een
sparringpartner én counterpart voor de
huidige, financieel medewerker.
Bovendien is de financieel medewerker
de enige in zijn functie, afgezien van de
externe controller en de finance
adviseur.
• Uitbreiden van de bezetting is noodzakelijk om ook bij
ziekte/uitval over ondersteuning te beschikken
• Digitalisering van het proces is noodzakelijk zodat er
minder beroep gedaan hoeft te worden op de finance
medewerkers.
Uitbesteden
aan provincie
Zuid-Holland
• De PZH heeft afgelopen jaren
geïnvesteerd in de digitalisering van
processen en deze beschreven
• Procesbeschrijvingen zijn aanwezig
binnen de organisatie.
• Voordeel van schaalgrootte
(voorwaarde is dat er een
harmonisatie van processen en IT-
systemen gerealiseerd wordt).
• Nadelig werkt het feit dat er extra
dienstverlenings-inspanningen
bijkomen
• Meer schaalgrootte waardoor er een
grotere bezetting georganiseerd kan
worden en de organisatie minder
kwetsbaar is bij uitval
• De PZH moet zich in dit scenario ontwikkelen tot een
dienstverlener:
• Het opzetten en bewaken van service levels met
het IPO en het rapporteren hierover
• Het voeren van periodiek overleg met het IPO op
strategisch/tactisch en operationeel niveau
• Het invoeren van nieuwe processen en AO/IC
m.b.t. de dienstverlening aan het IPO
• Het realiseren van een separate IPO-omgeving in
de IT-applicatie om een gescheiden administratie
mogelijk te maken.
• Voorwaarde is dat de eigen IT-applicatie gebruikt
kan worden; anders worden de
efficiencyvoordelen teniet gedaan.
• Omgekeerd moet het IPO een regie-organisatie opzetten
om PZH goed aan te sturen: opzetten van service levels,
periodieke rapportages van PZH bespreken,
inkoopmanagement professionaliseren.
• N.B.: Deze sourcingsmogelijkheid is niet in lijn met de
ambities van de Provincie Zuid-Holland. Uit het gesprek
bleek dat er niet de ambitie is om diensten te verlenen aan
andere organisaties.
0
46
PwC
Focus ook op randvoorwaarden, en waar de knip komt te liggen
5.2.2 Multicriteria analyse Finance
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Kwaliteit Kosteneffectiviteit Kwetsbaarheid Randvoorwaarde
Uitbesteden
aan BIJ12
• BIJ12 geeft aan dat de finance-
processen goed beschreven zijn en
beheerst worden.
• BIJ12 kent het IPO goed, wat de
onderlinge communicatie eenvoudiger
maakt .
• Voordeel van schaalgrootte
(voorwaarde is dat er een
harmonisatie van processen en IT-
systemen gerealiseerd wordt).
• Nadelig werkt het feit dat er extra
dienstverlenings-inspanningen
bijkomen
• Meer schaalgrootte waardoor er een
grotere bezetting georganiseerd kan
worden en de organisatie minder
kwetsbaar is bij uitval
• BIJ12 moet zich in dit scenario ontwikkelen tot een
dienstverlener:
• Het opzetten en bewaken van service levels met
het IPO en het rapporteren hierover
• Het voeren van periodiek overleg met het IPO op
strategisch/tactisch en operationeel niveau
• Het invoeren van nieuwe processen en AO/IC
m.b.t. de dienstverlening aan het IPO
• Het realiseren van een separate IPO-omgeving in
de IT-applicatie om een gescheiden administratie
mogelijk te maken.
• Voorwaarde is dat de eigen IT-applicatie gebruikt
kan worden; anders worden de
efficiencyvoordelen teniet gedaan.
• Omgekeerd moet het IPO een regie-organisatie opzetten
om BIJ12 goed aan te sturen: opzetten van service levels,
periodieke rapportages van BIJ12 bespreken,
inkoopmanagement professionaliseren.
0
47
PwC
Focus ook op randvoorwaarden, en waar de knip komt te liggen
5.2.3 Multicriteria analyse HR
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Kwaliteit Kosteneffectiviteit Kwetsbaarheid Randvoorwaarde
Zelf
uitvoeren
• Huidige medewerkers zijn onvoldoende
bekend met de ontwikkelingen in de
markt.
• Gering sprake van
procesbeschrijvingen aanwezig.
• Contractbeheer heeft onvoldoende
aandacht.
• Onvoldoende aandacht voor
ontwikkeling van de medewerkers.
• HR-support wordt binnen de
organisatie niet ervaren als de trekker
voor de ontwikkelingstrajecten.
• Hier kunnen we niet over
oordelen op basis van de
opgehaalde informatie.
• De huidige bezetting bestaat volledig
uit tijdelijke, externe medewerkers.
Met vier externen (drie adviseurs en
een medewerker P&O) die de
medewerker PZ &
Arbeidsvoorwaarden ondersteunt is
het supportonderdeel HR goed
bezet, maar we zijn kritisch op de
risico’s die deze constructie met zich
mee brengt.
• Uitbreiden van de bezetting met een aantal HR-adviseurs met
aandacht voor de ontwikkeling van de medewerkers en organisatie
op strategisch, tactisch en operationeel niveau.
• Heldere mandaadregeling
• Aandacht voor ontwikkeling van de medewerkers (invoeren o.a. het
goede gesprek)
• Aandacht voor gedragsverandering in de organisatie
• Een regiefunctie (HR-adviseurs intern) die het aanspreekpunt is
voor de marktpartij
Uitbesteden
aan
provincie
Zuid-Holland • HR-proces is bijna volledig
gedigitaliseerd.
• De processen zijn beschreven en
geïmplementeerd in de organisatie.
• De organisatie kent het IPO goed,
onder meer doordat het al de
salarisverwerking uitvoert
• Veel aandacht in de organisatie voor
vakmanschap middels de Academy en
kennisbank
• Voordeel van schaalgrootte
(voorwaarde is dat er een
harmonisatie van processen en
IT-systemen gerealiseerd wordt).
• Nadelig werkt het feit dat er extra
dienstverlenings-inspanningen
bijkomen
• Doordat er meer schaalgrootte is,
dan uitval van medewerkers beter
opgevangen worden.
• Schaalgrootte, dus meer investeren
in kennis
• De PZH moet zich in dit scenario ontwikkelen tot een
dienstverlener:
• Het opzetten en bewaken van service levels met het IPO en
het rapporteren hierover
• Het voeren van periodiek overleg met het IPO op
strategisch/tactisch en operationeel niveau
• Het invoeren van nieuwe processen en AO/IC m.b.t. de
dienstverlening aan het IPO
• Het realiseren van een separate IPO-omgeving in de IT-
applicatie om een gescheiden administratie mogelijk te
maken.
• Voorwaarde is dat de eigen IT-applicatie gebruikt kan
worden; anders worden de efficiencyvoordelen teniet
gedaan.
• Omgekeerd moet het IPO een regie-organisatie opzetten om PZH
goed aan te sturen: opzetten van service levels, periodieke
rapportages van PZH bespreken, inkoopmanagement
professionaliseren.
• N.B.: Deze sourcingsmogelijkheid is niet in lijn met de ambities van
de Provincie Zuid-Holland. Uit het gesprek bleek dat er niet de
ambitie is om diensten te verlenen aan andere organisaties.
• Het is noodzakelijk een HR-adviseur te behouden voor de nabijheid
van de medewerkers.
0
48
PwC
Focus ook op randvoorwaarden, en waar de knip komt te liggen
5.2.3 Multicriteria analyse HR
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Kwaliteit Kosteneffectiviteit Kwetsbaarheid Randvoorwaarde
Uitbesteden
aan BIJ12
• De processen zijn beschreven en
geïmplementeerd in de organisatie.
• De organisatie kent “IPO Den Haag”
goed.
• Voordeel van schaalgrootte
(voorwaarde is dat er een
harmonisatie van processen en IT-
systemen gerealiseerd wordt).
• Nadelig werkt het feit dat er extra
dienstverlenings-inspanningen
bijkomen
• Doordat er meer schaalgrootte is, dan
uitval van medewerkers beter
opgevangen worden. .
• Schaalgrootte, dus meer investeren in
kennis
• BIJ12 moet zich in dit scenario ontwikkelen tot een
dienstverlener:
• Het opzetten en bewaken van service levels met het
IPO en het rapporteren hierover
• Het voeren van periodiek overleg met het IPO op
strategisch/tactisch en operationeel niveau
• Het invoeren van nieuwe processen en AO/IC m.b.t.
de dienstverlening aan het IPO
• Het realiseren van een separate IPO-omgeving in de
IT-applicatie om een gescheiden administratie
mogelijk te maken.
• Voorwaarde is dat de eigen IT-applicatie gebruikt kan
worden; anders worden de efficiencyvoordelen
teniet gedaan.
• Omgekeerd moet het IPO een regie-organisatie opzetten om
BIJ12 goed aan te sturen: opzetten van service levels,
periodieke rapportages van BIJ12 bespreken,
inkoopmanagement professionaliseren.
• Het is noodzakelijk een HR-adviseur te behouden voor de
nabijheid van de medewerkers.
49
PwC
5.2.4 Multicriteria analyse Facility
Eindrapportage supportorganisatie IPO
Kwaliteit Kosteneffecitiviteit Kwetsbaarheid Randvoorwaarde
Zelf uitvoeren
• Facilitair management bestaat uit een diversiteit
van disciplines. Om een voldoende
kwaliteitsniveau te kunnen realiseren is
volwassenheid nodig op al deze gebieden. Met
de omvang van het IPO is dit niet op al deze
gebieden te realiseren.
• In de praktijk blijkt dat inderdaad uit symptomen
zoals de helpdesk die niet altijd bemenst is,
versnipperde catering, werkwijzen die
nauwelijks zijn vastgesteld en het ontbreken
van tevredenheidsonderzoeken.
• Het is in dit scenario moeilijk om nieuwe
diensten met een korte time tot market te
introduceren.
• De kosteneffectiviteit is in dit scenario
laag, omdat uit de analyses blijkt dat op
de verschillende facility-disciplines een
hoog kwaliteitsniveau vereist is. De
faciliteiten zijn namelijk nauw gerelateerd
aan strategische aspecten als
gastvrijheid en een thuisbasis. Om voor
alle disciplines zelf een hoog
kwaliteitsniveau te realiseren zijn veel
medewerkers nodig met een potentieel
lage productiviteit omdat de kritieke
massa te laag is,
• De kwetsbaarheid is zeer hoog door de
kleine omvang en het groot aantal
verschillende disciplines. Dit blijkt ook uit de
analyse van de huidige situatie waarin het
IPO deze diensten zelf realiseert.
• Stevige coördinatie vanuit het
management team van IPO om een
minimaal kwaliteitsniveau te
realiseren.
Uitbesteden aan
marktpartij
• Professionele organisaties met zeer veel
ervaring
• Eenvoudig uit te breiden met meer
diensten/modules
• Eenvoudig om te variëren in kwaliteitsniveau
• Potentieel risico is dat marktpartijen minder
binding hebben met het IPO.
• Veel aandacht in de organisatie voor kwaliteit
van dienstverlening middels audit en evaluaties
• Hoge flexibiliteit van kosten (op- en
afschalen, en meer/minder diensten).
• Deze markt ontwikkelt zich steeds meer
aan “as a service” zodat mee betaald
wordt op basis van echt gebruik in plaats
van bijvoorbeeld fte’s.
• Het IPO is nog beperkt afhankelijk van
specifieke personen omdat deze partijen
bij uitval eenvoudiger vervanging kunnen
organiseren.
• Er is een mogelijkheid om op te schalen en
af te schalen indien externe ontwikkelingen
hiervoor om vragen.
• Organiseren van service level
management, met goede
afstemming over ontwikkelingen en
evaluatiemomenten
• Heldere afspraken over de taken,
rollen en verantwoordelijkheden
• Een regiefunctie die het
aanspreekpunt is voor de
marktpartij
• Belangrijk dat markpartij ervaring
heeft met publieke sector
0
50
PwC
5.3 Conclusies analyseHieronder volgen de conclusies die getrokken kunnen worden op basis van de multicriteria-analyse. In de praktijk spelen ook andere factoren een rol bij deze keuze wat
het beste scenario is, zoals de vraag of de andere partijen ook nut en noodzaak zien en de wil hebben om deze diensten te verlenen. Omdat dat ook hier een rol blijkt te
spelen gaan we hier in het volgende hoofdstuk nader in. Onderstaande conclusies zijn gebaseerd op de voor- en nadelen en randvoorwaarden die afkomstig zijn uit de
multicriteria-analyse.
• Voor alle supportonderdelen geldt dat het zelf blijven uitvoeren geen valide optie is. Dit blijkt zowel uit de analyse van de huidige situatie in het eerste deel van
dit rapport als uit de vergelijking met de andere sourcingscenario’s.
• IT: het uitbesteden van de IT aan BIJ12 of een marktpartij blijkt het meest positief uit de analyse te komen. De uitbesteding aan marktpartijen heeft vooral positieve
gevolgen voor de kwaliteit en kwetsbaarheid van de IT-dienstverlening. De kosteneffectiviteit in dit scenario is afhankelijk van de mate waarin het het IPO lukt om de
IT naar de cloud te brengen zodat de kosten van outsourcing door een lagere kwantiteit dalen. Voorwaarde is dat dit goed opgenomen wordt in het contract met de
outsourcingspartij. Uitbesteding aan BIJ12 heeft vooral positieve effecten op de kosteneffectiviteit en de kwetsbaarheid. Hoewel te verwachten is dat de kwaliteit
beter zal zijn dan in de huidige situatie, zal deze minder zijn dan de kwaliteit die gespecialiseerde marktpartijen kunnen leveren. Voor beide varianten is het essentieel
dat eerste een professionele regie-organisatie wordt geïmplementeerd.
• Finance: het uitbesteden aan BIJ12 heeft positieve effecten op kwaliteit en kwetsbaarheid, wat vooral veroorzaakt wordt door meer schaalgrootte (minder uitval,
meer expertise) en het feit dat BIJ12 verder gevorderd is in de standaardisatie van processen en kwaliteitscontrole. In principe zou ook uitbesteding aan de PZH
vergelijkbare positieve effecten kunnen hebben. Dit is echter niet de voorkeursvariant zoals die door het MT van het IPO aan de voorkant is geformuleerd. Bovendien
bleek uit het gesprek met de PZH over HR (zie hierna) dat de PZH niet de ambitie heeft dergelijke diensten te verlenen aan derden.
• HR: het uitbesteden aan PZH, dat aan de voorkant een voorkeur had bij het MT van het IPO, heeft positieve effecten op de drie criteria. Ook hier geldt echter dat de
PZH heeft aangegeven niet de ambitie te hebben deze diensten te verlenen aan derden. Uitkomst is ook dat uitbesteding van HR aan BIJ12 ook, vergelijkbare,
positieve effecten heeft. Bij beide scenario’s geldt dat het noodzakelijk is om te realiseren dat de nabijheid van een HR-adviseur wordt georganiseerd en dat er
regievoering komt vanuit het MT.
• Facility: het uitbesteden aan een marktpartij komt hier duidelijk uit als meest positieve scenario. De verscheidenheid aan diensten en taken is nauwelijks door de
eigen organisatie op te brengen tegen een minimaal kwaliteitsniveau. Marktpartijen leveren goede kwaliteit en zijn steeds meer in staat eenvoudig op- en af te
schalen in kwaliteitsniveau en meer of minder diensten te leveren. De kwetsbaarheid is uiteraard minder doordat marktpartijen eenvoudiger uitval van medewerkers
kunnen opvangen. Aandachtspunt bij de contractvorming is wel dat voor specifieke taken, zoals de bemensing van de receptie, affiniteit met de publieke sector en
opbouw van kennis van het IPO wordt onderkend.Eindrapportage supportorganisatie IPO
51
PwC
5.4 Waar de schoen wringt in de praktijk
Alhoewel de uitbesteding aan andere partijen de kwaliteit, kosteneffectiviteit en kwetsbaarheid positief kunnen beïnvloeden, blijft natuurlijk belangrijk dat de regiefunctie
opgebouwd moet worden bij “IPO Den Haag” om deze potentiële voordelen ook te kunnen verzilveren. Ook moeten de gevraagde dienstverlenende organisaties “er
brood in zien”.
Na de gesprekken met de verschillende stakeholders is gebleken dat niet alle geschetste scenario’s voor IT, Finance en HR haalbaar zijn.
Op het terrein van Facilities en IT leidt het uitbesteden van een deel van takenpakket tot positieve effecten op de 3 K’s ten opzichte het zelf uitvoeren.
Het knelpunt zit er in dat zowel de provincie Zuid-Holland als BIJ12 geen dienstverlenende organisatie willen/kunnen zijn voor IPO Den Haag. Er is sprake van een
bereidheid tot samenwerking, maar een rolverdeling waarbij het IPO regie heeft als opdrachtgever op de diensten, wordt niet omarmd.
Uit de gesprekken is gebleken dat de organisaties volgens eigen zeggen niet juist georganiseerd en geëquipeerd zijn om als supportorganisatie van het IPO te
fungeren. Zeker voor de provincie is gebleken dat de organisatie niet de ambitie heeft om deze rol te vervullen voor andere organisatie dan haar eigen organisatie
bovenop het huidige takenpakket dat voor IPO wordt gedaan. Voor BIJ12 geldt dat deze organisatie veel meer ziet in doorontwikkeling van een integralere support voor
beide organisatie (niet alleen Finance, maar ook HR en IT/Facilities al dan niet als regie-organisatie).
Alles overziend zien wij bij BIJ12 wel een krachtige mogelijkheid, waar we in hoofdstuk 7 dieper op in zullen gaan.
BIJ12 heeft namelijk niet de ambitie een dienstverlenende organisatie voor alleen Finance te zijn van het IPO Den Haag, maar we zien kansen om een verbinding te
slaan met de eigen bedrijfsvoering van BIJ12. Hierbij is wel noodzaak dat aandacht blijft voor regiefunctie en heldere afspraken over taken, rollen en
verantwoordelijkheden. Daarnaast is het essentieel dat er gewerkt zal worden in een cloud-omgeving. Ook is het essentieel dat bij deze sturingsmogelijkheid aandacht
is voor de culturele aspecten. Beide organisatie hebben benoemd dat er een verschil is in cultuur. Om de mogelijkheden van BIJ12 nader te onderzoeken voor IPO is
het essentieel dat aanvullende gesprekken worden gevoerd met deze organisatie.
Dit heeft effect op alle andere keuzes, ook voor Facility, waar uitbesteding aan een marktpartij volgens ons de beste optie is.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
52
Alternatief scenario: Integratie van support voor IPO Den Haag en BIJ12
PwC
6. Integratie van support voor IPO Den Haag en BIJ12
In Fase 1 van dit onderzoek is geconcludeerd dat in de bedrijfsvoerings- en supportfuncties worden geconfronteerd met grote uitdagingen:
• van zicht op losse onderdelen naar zicht op het totaal
• van sectorale bedrijfsvoeringsondersteuning naar integraal advies
• van reactief naar pro-actief
• van star en langzaam naar flexibel en snel
• van aanbodgericht naar vraaggericht
• van terugkijken naar voorspellen
• van sturing op geld naar sturing op waarde
• van rapporteren op droge feiten naar “storytelling”
• van support als “kostenpost” naar motor voor efficiency en effectiviteit
• van fragmentarisch inzicht in de relaties en klantvraag naar integrale sturing op toegevoegde waarde
• van kwetsbaar naar robuust
• van “basis op orde” naar meebewegende excellente dienstverlening (de basis past zich steeds aan)
Dat geldt voor IPO Den Haag, maar ook voor BIJ 12. Alhoewel we dat niet feitelijk hebben onderzocht zullen daar de bedrijfsvoerings- en supportfuncties deze
beweging ook moeten maken. Beide onderdelen zijn ook onderdeel van het IPO en het heeft dus sowieso meerwaarde om op die beweging gezamenlijk te maken.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
54
PwC
6.1 Integratie van support voor IPO Den Haag en BIJ12 (vervolg)
De voordelen zitten er in dat niet alleen op de operationele zaken voordelen verzilverd kunnen worden, maar ook op de strategische en tactische onderdelen zoals
beschreven in paragraaf 5.2.2. We zijn daarbij van mening dat daarvoor meer nodig is dan een samenwerking, zoals nu ook reeds geschiedt.
Om de voordelen op kosteneffectiviteit, kwetsbaarheid en kwaliteit te kunnen realiseren is een vergaande integratie op zowel beleid en organisatorisch vlak noodzakelijk
voor support en bedrijfsvoering. Er zal een gezamenlijke regie-organisatie voor IT en facilitair moeten komen. Dit betekent ook dat de “knip” ergens anders komt te
liggen, aangezien zaken samen opgepakt worden, en de aansturing inclusief beleid hierop wordt aangepast. Wij spreken hier over “regie” omdat wij adviseren om net
als nu een deel van de ondersteuningstaken door de markt te laten uitvoeren.
Voor HR en Finance zou volgens ons volledige integratie op zowel strategisch, tactisch, en operationeel vlak plaats moeten vinden. IT en Facilitair gebied zou gebaat
zijn als strategische en tactische werkzaamheden worden behouden (de regie blijft hierdoor bij IPO/BIJ12), maar operationele werkzaamheden (technisch beheer van
applicaties, servicedesk, etc.) zouden hierbij heel goed uitbesteed kunnen worden.
Kijkend naar de drie K’s, betekent dit niet dat dit alternatief met BIJ12 alles oplost. We zijn echter wel overtuigd dat hierdoor beide organisaties beter geëquipeerd zullen
zijn om de veranderingen aan te kunnen en kwetsbaarheden af te dekken. Met een gezamenlijke ambitie en besluitvorming kunnen de organisaties volgens ons zowel
kwalitatief beter werk af leveren, kosten besparen waarbij de effectiviteit niet in het gedrang komt, en kunnen kwetsbaarheden als gevolg van individueel opereren
significant worden verkleind.
We adviseren dat ons rapport van fase 1 en 2 als een startpunt kan dienen om deze verkenning met elkaar op gang te helpen. Het is makkelijker gezegd dan gedaan
om de supportorganisaties van twee gevestigde organisatie-onderdelen samen te voegen. Naast het uitvoeren van bijvoorbeeld een due dilligence en een
businesscase, hebben de organisaties ook te maken met verschillende culturen. Hier zal aandacht voor moeten zijn om deze verandering te realiseren. Er zal
gezamenlijk geloof en een transitiepad moeten komen.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
55
PwC
6.2 Integratie van support voor IPO Den Haag en BIJ12 (vervolg)
Samengevat adviseren wij de volgende stappen te zetten naar een benodigde support-organisatie (soll-situatie):
• De soll-situatie is een integrale supportorganisatie voor IPO Den Haag en BIJ12.
• Deze integrale organisatie is niet een samenwerkingsvorm of virtuele organisatie; het is een apart onderdeel in de structuur van het IPO dat verantwoording aflegt
aan IPO (Den Haag) en BIJ12.
• Allereerst zal op korte termijn het gesprek gevoerd moeten worden met BIJ12: Delen zij, mede op basis van voorliggende rapport, deze visie?
• Als dat het geval is, zullen de gemeenschappelijke principes/uitgangspunten voor deze organisatie opgesteld en vastgesteld moeten worden. Het betreft
onderwerpen zoals de hiërarchische en functionele positionering en de bijbehorende verantwoording/rapportage, de harmonisatie van processen en ICT-applicaties,
en de financiële allocatie en doorbelasting.
• Tegelijkertijd zal voor beide partijen een vorm van due dilligence moeten plaatsvinden zodat voor alle partijen transparant is wat het vertrekpunt is ten aanzien van
Financiën, HR en IT. Onze ervaring leert dat het ook veel toegevoegde waarde heeft om in dit proces de sterke punten van beide partijen in kaart te brengen zodat
de nieuwe organisatie die zoveel mogelijk als vertrekpunt kan nemen. Voorliggend rapport kan wel als uitgangspunt worden gehanteerd.
• Ook adviseren wij om een business case op te stellen voor de nieuwe supportorganisatie. Deze kan in dezelfde periode opgesteld worden.
• De ervaring leert dat het transitieproces tot de start van de nieuwe organisatie ongeveer een jaar duurt. De transitie tot de werkelijke realisatie van een integrale
bedrijfsvoering neemt naar inschatting 2 á 3 jaar beslag.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
56
PwC
1. Overzicht ontvangen documentatie
2. Overzicht gesprekspartners interviews en meeloopsessie
3. Deelnemers Sandbox
4. Service blueprints
5. Overzicht interviews ten behoeve van multicriteria-analyse
Bijlagen
Eindrapportage supportorganisatie IPO
57
PwC
Documentatie
Managementletter 2018
Visie document Bedrijfsvoering IPO bureau 2015
Bezettingslijst vast- en externe medewerkers
Contracten Herengracht 2017
IPO overeenkomst bijlage A Uitvoeringsagenda
IPO overeenkomst MT-OR inclusief bijlagen
MT informatiememo toelichting spendananalyse IPO
MT Gids proportionaliteit
Presentatie overleg contactfunctionarissen
Vergaderschema IPO 2019
1. Overzicht ontvangen documentatie
Documentatie
Oplegger MT
Handboek Administratieve Organisatie (AO) planning en control
IPO Spendanalyse
Werkdocument Samenwerking IPO BIJ12 “allen voor één”
Scan secretariaat IPO 2016
Plan van Aanpak Doorontwikkeling IPO
Overzicht van verzendingen IPO-gremia 2018
Basis en primaire begroting IPO-BIJ12
Beheerbegroting 2019 – 2022
Jaarrekening 2018
Eindrapportage supportorganisatie IPO
58
PwC
2. Overzicht gesprekspartners interviews en meeloopsessie
Interviews Meeloop-sessies
Derk de Moor
Janneke Braam
Malina Couvret
Mark Hoevenaars
Maja van der Voet
Bärbel Diekstra
Henry Meijdam Karin van de Laan
Jolinda van der Endt Leo Blok
Ad Nederlof Ron Moelchand
Hester Menninga Irma Koepon
Michel Schoemaker Inge Smit
Jan van de Voet Willy Geerlings
Marceline Norman Jacqueline Kooman
Johan Luiks
Eindrapportage supportorganisatie IPO
59
PwC
IPO-deelnemers Experts
Ad Nederlof Joris van Gelder (PwC)
Henry Meijdam Jorien Beckers (PwC)
Hester Menninga Ivo van Rij (PwC)
Janneke Braam Paul van de Heijden (Facilicom)
Mark Hoevenaars Florentijn Proost (PwC)
Michel Schoemaker Sander Geurts (PwC)
Maja van der Voet Peter Teunisse (PwC)
Sander Primavera (PwC)
Roderik Kopp (PwC)
3. Deelnemers Sandbox
Eindrapportage supportorganisatie IPO
60
PwC
4. Service blueprints (de andere twee zijn in hoofddocument opgenomen)
Eindrapportage supportorganisatie IPO
61
PwC
5. Overzicht interviews ten behoeve van multicriteria-analyse
• Provincie Zuid-Holland (26 augustus 2019) met Aphrodite Bouchlas (directeur Personeel en Organisatie) en Aline Boonstra (manager HR) over het
sourcingsvraagstuk HR.
• BIJ12 (2 september 2019) met Jolinda van der Endt (directeur) en Wilco Kras (teamleider Bedrijfsvoering) over het sourcingsvraagstuk Finance.
• Externe marktpartij / Facilicom: Middels een gesprek op 2 september met Paul van der Heijden (Commercieel directeur) en ondersteunende
collega’s over het sourcingsvraagstuk Facilitair.
Eindrapportage supportorganisatie IPO
62