Eindejaarstest - 20 vragen - Veilig in 't verkeer

Voor een veiliger deelname aan het verkeer ...

Veilig in ’t verkeerTest uw basiskennis met 20 vragen

Noteer uw antwoord, zodat u na de test uw antwoorden kunt verifiëren.

Gebruik de pijlen onderaan de dia om naar de volgende vraag te gaan.

Veel succes!

www.veiligintverkeer.be - www.facebook.com/veiligintverkeer

[email protected]

Editie:Eindejaar

Veilig in ’t verkeer

1. U gaat samen met uwvrienden feesten. Door lottrekking bent u BOBU rijdt met de auto van uw vrienden.

a. Als u met de auto van iemand anders rijdt bent u automatischverzekerd voor gebeurlijke ongevallen.

b. Alle inzittenden zijn allemaal gedekt door de verzekering van de eigenaar, ook de bestuurder. Dit is bij wet geregeld.

c. U kunt best op voorhand contact opnemen met uw verzekering.De dekking varieert van verzekering tot verzekering.


2. De banden van uw auto zijn belangrijk. Zeker in winterse omstandig-heden.

a. In België zijn winterbanden verplicht van zodra de temperatuur onder de 7 graden Celsius zakt.b. In België zijn winterbanden niet verplicht, wel aangeraden.c. In België zijn winterbanden toegelaten van 1 november tot 31

maart.


3. Een glas whisky, een glas bier of een glas wijn bevatten gemiddeld 10 gram alcohol. Onze nieren breken ongeveer 7 gram alcohol per uur af.

a. Niet juist.b. Juist.


4. Na een feestje heb ik enkele glazente veel op. Ik besluit de fiets van mijn vriend te lenen en naar huis tefietsen.

a. Fietsen is gezond en ik riskeer geen bekeuring.b. Fietsers en voetgangers kunnen geen alcoholcontrole krijgen.c. Fietsen is gezond, maar ik ben geïntoxiceerd en kan ook als fietser een alcoholcontrole krijgen.


5. Deze borden waarschuwen me voor …

a. slipgevaar bij ijs- of ijzelvorming.b. ijzelvorming in de S-bochten.b. bochtige wegen tijdens de feestdagen.


6. Kerstmisavond. Mijn auto start moeilijk. Na een paar pogingen slaat de motor aan. De ruiten zijn aangewasemd.

a. Terwijl mijn passagiers instappen laat ik de ruiten ontwasemen en rijd daarna onmiddellijk weg.b. Ik laat mijn ruiten ontwasemen en laat de motor nog een tiental

minuten draaien alvorens weg te rijden (tot het warm is in de auto).c. Ik rijd onmiddellijk weg, mijn ruit maak ik zo goed mogelijk vrij met een doek.


7. Het is nacht. Ik rijd met mijn auto langs het kanaal. Er is geen straatverlichting. Ik heb mijn grootlicht opstaan. 200 m voor mij vaart een binnenschip in mijn richting. a. Ik blijf met mijn grootlicht verder rijden . b. Ik zet mijn grootlicht uit.c. Ik zet mijn lichten uit en rijd met mijn standlichten tot het schip mij gepasseerd is.


8. Mede door de samenstelling van de rubber en een aangepast profiel zijn de onderstaande prestaties typerend voor een winterband:

a. Beter rijcomfort en geruisloos op de meeste ondergronden.b. Bij temperaturen vanaf 7° betere wegligging en een kortere remweg op een natte, besneeuwde of ijzige ondergrond.c. Bij temperaturen onder 7° meer grip en kortere remweg op een

natte, besneeuwde of ijzige ondergrond. Betere waterafvoer door meer lamellen.


9. Op een feestje heb ik iets te veel alcohol gedronken. Ik voel me beneveld, maar wil zelf met de auto naar huis rijden.

a. Als ik veel water of koffie drink gaat de alcohol sneller uit mijn lichaam.

b. Op internet worden producten aangeboden om sneller nuchter te worden.c. Niets van bovenstaande helpt. De nieren breken +/- 7gr alcohol af per uur. Ik moet wachten tot de alcohol uit mijn lichaam is.


10. Ik maak er een punt van om mijn voertuig regelmatig te onderhouden. Om veilig aan het verkeer deel te nemen is het belangrijk om mijn voertuig optimaal te houden.

a. Mijn auto periodiek in orde houden is voldoende.b. Mijn auto in orde houden is nodig, maar ik moet ook mezelf fysiek en mentaal en mijn kennis van de wegcode op peil houden.c. Eén maal per jaar, net voor ik naar de keuring moet laat ik mijn auto nakijken. Dat is ruim voldoende.


11. Tussen 20 u en 23 u heb ik gisteren10 glazen pils gedronken. Dezemorgen ben ik om 7u met de autonaar mijn werk gereden.

a. Intussen was alle alcohol uit mijn bloed.b. Ik had nog een restwaarde van +/-0,3 promille. Dus onder de

wettelijke grens van 0,5 promille.c. Pas 15 uur na het eerste glas mag ik terug met de auto rijden.

Het duurt namelijk 1,5 u om de alcohol van 1 glas af te breken.


12. Ik ben verkeerd gereden. Ik rijd in een onbekende straat. Voor mij zie ik het bord hierboven.

a. Ik mag hier niet rijden met de auto.b. Ik mag hier niet sneller dan 30 km/u rijden en fietsers niet inhalen.c. Ik mag hier niet sneller dan 20 km/u rijden, fietsers en voetgangers hebben voorrang.


13. Het fietspad stopt. De fietser rijdt verder op de rijbaan.

a. De fietser heeft voorrang.b. Ik heb voorrang omdat de fietser een manoeuvre uitvoert. c. Ik heb voorrang op de fietser die moet zijn snelheid regelen zodat hij veilig zijn weg kan verder zetten.


14. Op 1 januari om 15 u wil ik op de rijbaan parkeren aan de kant waar het bord staat. a. Dat is toegestaan.b. Dat is niet toegestaan.c. Dat is toegestaan als ik mijn parkeerschijf leg.


15. Tijdens een controle vraagt de agent naar mijn papieren. Ik geef de map met de kopieën. De originelen bewaar ik thuis uit veiligheidsoverwegingen.

a. Dit is correct.b. Fout, ik moet de originelen in de auto hebben.c. Het maakt de wetgever niet uit of ik de originelen of kopieën in de auto bewaar.


16. Tijdens een drugscontrole blijkt de speekseltest positief te zijn.

a. Ik krijg een rijverbod van 6 u.b. Ik krijg een rijverbod van 3 u. c. Ik krijg een rijverbod van 12 u.


17. Ik heb het kinderstoeltje van mijn zoontje van 1 jaar oud op de voorste passagierszetel tegen de rijrichting in vastgemaakt.

a. Dat is veiliger omdat bij een mogelijk ongeval de schok over het gans systeem verdeeld wordt.b. Dat is veiliger als de voorste airbag uitgeschakeld is. c. Dat is verboden.


18. We besluiten met gans de familie (een tiental auto’s) samen naar een feestzaal te rijden. Eenmaal buiten de bebouwde kom moeten we een onderlinge afstand tussen de auto’s aanhouden van minstens …

a. 25 m.b. 50 m. c. 75 m.


19. Ik neem een taxi. Het valt me op dat de taxichauffeur zijn veiligheidsgordel niet draagt. Ik maak er de chauffeur attent op …

a. De taxibestuurder moet zijn veiligheidsgordel dragen.b. Een taxibestuurder is vrijgesteld van het dragen van de veiligheidsgordel. c. Een taxibestuurder die een klant vervoert is vrijgesteld van

draagplicht.


20. Na een bezoekje aan een restaurant krijg ik motorpech. Ik sta op de “N73”. Terwijl ik sta te wachten op de depannagedienst heb ik een veiligheidsvestje aangetrokken.

a. Als bestuurder moet ik ingeval van ongeval of defect het veiligheidsvestje dragen.b. Het is enkel verplicht voor de bestuurder ingeval van defect

voertuig of een ongeval op een autosnelweg of autoweg. c. Niet enkel de bestuurder maar alle passagiers moeten een

veiligheidsjasje dragen bij een ongeval of defect voertuig.

Veilig in ’t verkeerResultaat Eindejaarstest

www.veiligintverkeer.be - www.facebook.com/veiligintverkeer [email protected]

(Kandidaat bestuurders rijbewijs B moeten 41/50 halen = 82%)

U behaalde een score van 8 / 10 of hoger: Proficiat u bent op de hoogte.

U behaalde 7 / 10 of lager: Het is aangeraden uw kennis bij te schaven …

1 : C2 : B3 : B4 : C5 : A

6 : A7 : B8 : C9 : C

10 : B

11 : B 12 : B13 : A14 : A15 : B

16 : C17 : B18 : B19 : C20 : B

Eindejaarstest - 20 vragen - Veilig in 't verkeer

Self Improvement

Transcript of Eindejaarstest - 20 vragen - Veilig in 't verkeer