EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Zitting 1976-1977...nrs. 621 en 623 enerzijds en nrs. 622 en 624...

9
13 275 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Zitting 1976-1977 Nr. 52 NADER GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET houdende gemeentelijke herindeling van de West-Betuwe (20 januari 1977). W u J L i l . l A N A . BIJ DE GRATIE G o n s . KONINGIN DER NF.IIER- LANDF.N. PRINSES VAN ORANJE-NASSAL, ENZ., ENZ., ENZ. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hehben, dat het wenselijk is de gemeentelijke indeling van de West-Betuwe te herzien; Zo is het. dat Wij. de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal. hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1. I. In deze wet wordt onder ..datum van her- indeling" verstaan de eerste dag van de zesde kalendermaand na de datum van inwerkingtreding van deze wet. 2. Waar in deze wet wordt gesproken van overgaand gebied dan wel van een gemeente aan welke gebied wordt toegevoegd, wordt daaronder mede verstaan het gebied van een gemeenti dat deel gaat uitmaken van een nieuwe gemeente welke bij deze wet wordt gevormd, dan wel zulk een nieuwe gemeente. HOOFDSTUK II Gemeentelijke herindeling Artikel 2. 1. Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Beesd. Beusichem, Buren, Buurmalsen, Deil. Est en Opijnen. Geldermalsen. Haatten, Ophemert. Tiel, Varik. Waardenburg en Zoelen opgeheven. 2. Met ingang van de datum van herindeling worden de volgende nieuwe gemeenten gevormd: I. Huren, waarvan deel uitmaken: A. het gebied van de op te hellen gemeente Buren: B. het gebied van de op te heffen gemeente Beusichem, be- houdens het deel dat ingevolge het derde lid naar de gemeente Culemborg overgaat: C. een deel van de op te heffen gemeente Buurmalsen. zo- danig dat de grens tussen de nieuwe gemeenten Buren en Gel- dermalsen komt Ie lopen als volgt: beginnende op de bestaande grens tussen de gemeenten Buurmalsen en Buren bij het zuide- lijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Buurmalsen, sectie C, nr. 272. gaat dj grens in noordwestelijke richting tot hel zuidelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Buurmalsen. sectie C, nr. 225. vandaar via de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend ge- meente Buurmalsen. sectie C, nr. 225 en sectie D. nr. 1547. en gemeente Buurmalsen. sectie ('. nr. 293 en sectie D. nr. 1754, vervolgens vanaf het noordoostelijke hoekpunt van laalstgc- noemd perceel in westelijke richting langs de gezamenlijke 13 275 52 (3 vel)

Transcript of EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Zitting 1976-1977...nrs. 621 en 623 enerzijds en nrs. 622 en 624...

  • 13 275

    EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

    Z i t t i n g 1976-1977

    Nr. 52

    NADER GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET houdende gemeentelijke herindeling van de West-Betuwe (20 januari 1977).

    Wu JLil.lANA. BIJ DE GRATIE Gons. KONINGIN DER NF.IIER-LANDF.N. PRINSES VAN ORANJE-NASSAL, ENZ., ENZ., ENZ.

    Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

    Alzo Wij in overweging genomen hehben, dat het wenselijk is de gemeentelijke indeling van de West-Betuwe te herzien;

    Zo is het. dat Wij. de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal. hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

    HOOFDSTUK I

    Algemene bepalingen

    Artikel 1. I. In deze wet wordt onder ..datum van her-indeling" verstaan de eerste dag van de zesde kalendermaand na de datum van inwerkingtreding van deze wet.

    2. Waar in deze wet wordt gesproken van overgaand gebied dan wel van een gemeente aan welke gebied wordt toegevoegd, wordt daaronder mede verstaan het gebied van een gemeenti dat deel gaat uitmaken van een nieuwe gemeente welke bij deze wet wordt gevormd, dan wel zulk een nieuwe gemeente.

    HOOFDSTUK II

    Gemeentelijke herindeling

    Artikel 2. 1. Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Beesd. Beusichem, Buren, Buurmalsen, Deil. Est en Opijnen. Geldermalsen. Haatten, Ophemert. Tiel, Varik. Waardenburg en Zoelen opgeheven.

    2. Met ingang van de datum van herindeling worden de volgende nieuwe gemeenten gevormd:

    I. Huren, waarvan deel uitmaken:

    A. het gebied van de op te hellen gemeente Buren:

    B. het gebied van de op te heffen gemeente Beusichem, be-houdens het deel dat ingevolge het derde lid naar de gemeente Culemborg overgaat:

    C. een deel van de op te heffen gemeente Buurmalsen. zo-danig dat de grens tussen de nieuwe gemeenten Buren en Gel-dermalsen komt Ie lopen als volgt: beginnende op de bestaande grens tussen de gemeenten Buurmalsen en Buren bij het zuide-lijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Buurmalsen, sectie C, nr. 272. gaat d j grens in noordwestelijke richting tot hel zuidelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Buurmalsen. sectie C, nr. 225. vandaar via de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend ge-meente Buurmalsen. sectie C, nr. 225 en sectie D. nr. 1547. en gemeente Buurmalsen. sectie ('. nr. 293 en sectie D. nr. 1754, vervolgens vanaf het noordoostelijke hoekpunt van laalstgc-noemd perceel in westelijke richting langs de gezamenlijke

    13 275 52 (3 vel)

  • 2

    grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Buurmal-sen, sectie C, nrs. 291 en 294 met het perceel, sectie D, nr. 1754 tot het zuidoostelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal be-kend gemeente Buurmalsen, sectie D, nr. 1575. vandaar in algemeen noordwestelijke richting langs de zuidwestgrens van de Buiksteeg (kadastraal bekend gemeente Buurmalsen, sec-tie C, nr. 294) tot de noordhoek van het perceel, kadastraal bekend gemeente Buurmalsen, sectie D. nr. 892, vandaar langs de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend ge-meente Buurmalsen, sectie D. nrs. 892 en 1648 met het perceel, sectie C. nr. 314, vanaf het westelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Buurmalsen. sectie D, nr. 1648 in noordelijke richting via de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Buurmalsen, sectie C, nrs. 314 en 315. vandaar in algemeen noordwestelijke richting via de noord-oostgrens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Buur-malsen. sectie C, nrs. 315 en 312 en sectie B. nr. 272 tot het zuidelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeen-te Buurmalsen. sectie B. nr. 429. dan via de gezamenlijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Buurmalsen, sec-tie B. nr. 429 met de percelen van dezelfde sectie, nrs. 430 en 251 tot het zuidelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal be-kend gemeente Buurmalsen, sectie B. nr. 251 en vervolgens wederom via de noordoostgrens van het perceel, kadastraal be-kend gemeente Buurmalsen. sectie B. nr. 272 tot het zuidelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Buur-malsen. sectie B, nr. 406 en vandaar in algemeen noordweste-lijke richting via de zuidwestgrens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Buurmalsen, sectie B, nrs. 406, 310, 245, 304, 426, 304, 302. 299. 425. 299. 296, 424, 296, 293, 423, 29.3". 291, 288, 422, 288, 285, 421. 285. 282. 420, 282. 279. 419. 279. 418. 277. 417. 275. 416 en 273 tot aan de meest westelijke hoek van laatstgenoemd perceel en vervolgens in algemeen noordoostelijke richting langs de zuidoostgrens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Buurmalsen, sectie B. nr. 415 en vervolgens via de gezamenlijke grens van de percelen. ka-dastraal bekend gemeente Buurmalsen. sectie B, nrs. 402 en 405 tot de bestaande grens tussen de gemeenten Buurmalsen en Buren:

    D. een deel van de op te heffen gemeente Zoelen, zodanig dat de grens tussen de nieuwe gemeente Buren en de nieuwe gemeenten Geldennalsen en Tiel komt te lopen als volgt:

    a. grens met de nieuwe gemeente Cieldermalsen. Beginnende in het punt waar de gezamenlijke grens van de percelen. ka-daslraal bekend gemeente Wadenoijcn. sectie C, nrs. 791 en 792. de bestaande grens tussen de kadastrale gemeenten Wa-denoijen en Avezathen ontmoet, loopt de grens in algemeen noordelijke richting via de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Wadcnoijen. sectie C, nr. 791 en gemeente Avezathen. sectie F. nr. 461 (bestaande kadastrale gemeentegrens) tot de bestaande grens tussen de gemeenten Zoelen en Buren:

    /). grens met de nieuwe gemeente Tiel. Beginnende in het beginpunt als hiervoor onder u omschreven, loopt de grens in algemeen oostelijke richting, via het midden van de l.inge. langs de gezamenlijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Avezathen. sectie F, nr. 461 enerzijds en de percelen, kadastraal bekend gemeente Wadcnoijen. sectie C, nrs. 792 en 605 anderzijds, daarna langs de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Avezathen. sectie E, nr. 619 en gemeente Wadcnoijen. sectie C'. nr. 605, via de ge-zamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente \vezathen, sectie E, nrs. 619 en 620. vervolgens van het noor-delijke hoekpunt van hot perceel, kadastraal bekend gemeente Vvezathen, sectie E, nr. 620. in zuidoostelijke richting langs dit perceel tot het zuidelijke hoekpunt van het perceel, kadas traal hekend gemeente Avezathen. sectie E, nr. 621. dan in algemeen oostelijke richting via de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Avezathen. sectie E, nrs. 621 en 623 enerzijds en nrs. 622 en 624 anderzijds, via de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal hekend gemeen-te \vezathen, sectie C, nrs. 375. 371. 376. 351 en 378 enerzijds

    en nr. 377 anderzijds en de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Zoelen, sectie E, nrs. 451 en 452, nrs. 408 en 452 en nrs. 453 en 454, tot de bestaande grens tussen de gemeenten Zoelen en Tiel, gelegen in het midden van de Linge.

    II. Geldermalsen, waarvan deel uitmaken de gebieden van de op te heffen gemeenten Beesd, Buurmalsen, behoudens het deel dat ingevolge het bepaalde onder I, sub C, naar de nieuwe gemeente Buren overgaat, Deil en Geldermalsen, alsmede een deel van de op te heffen gemeente Zoelen, zodanig dat de grens tussen de nieuwe gemeente Geldermalsen en de nieuwe ge-meenten Buren en Tiel komt te lopen als volgt:

    a. grens met de nieuwe gemeente Buren. Deze grens loopt als onder I, D, sub a, is omschreven;

    />. grens met de nieuwe gemeente Tiel. Beginnende op de bestaande grens tussen de gemeenten Geldermalsen en Zoelen bij de zuidwesthoek van het perceel, kadastraal bekend ge-meente Wadcnoijen, sectie C, nr. 529, loopt de grens via de noordwestzijde van het perceel, kadastraal bekend gemeente Wadcnoijen, sectie C, nr. 528 (rijksweg nr. 15) tot aan de oosthoek van het perceel, kadastraal bekend gemeente Wa-denoijen, sectie C. nr. 542. Vervolgens gaat zij in noordelijke richting via de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Wadcnoijen, sectie C. nrs. 797 en 798 en nrs. 795 en 796, vervolgens in oostelijke richting langs de noord-zijde van de spoorlijn van Dordrecht naar Nijmegen tot de zuidwesthoek van het perceel, kadastraal bekend gemeente Wadcnoijen, sectie C. nr. 786, vervolgens in noordelijke rich-ting via de westgrens van de Molenvliet (kadastraal bekend ge-meente Wadcnoijen. sectie C, nr. 786). langs de noordwest-grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Wadcnoijen, sectie C, nrs. 794 en 709 en via de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Wadenoijen. sectie C, nrs. 791 en 792 tot de bestaande grens tussen de kadastrale gemeenten Wadenoijcn en Avezathen.

    111. Tiel, waarvan deel uitmaken het gebied van de op te heffen gemeente Tiel en

    1. een deel van de op te heffen gemeente Ophemert. zo-danig dat de grens tussen de nieuwe gemeenten Waalgemeente en Tiel komt te lopen als volgt: beginnende op de grens tussen de gemeenten Zoelen en Ophemert bij het noordelijke hock-punt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Ophemert, sectie G. nr. 1446. loopt de grens langs de zuidzijde van de Zijvelingsestraat (kadastraal bekend gemeente Ophemert, sec-tie G, nr. 1662) tot aan het perceel, kadastraal bekend ge-meente Ophemert. sectie G, nr. 1663. vandaar via de gezamen-lijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Op-hemert, sectie G. nrs. 1662 en 1663 in oostelijke richting en verder via de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Ophemert. sectie A. nr. 988 en sectie G, nr. 1569. in algemeen oostelijke richting tot het perceel. kadas-traal bekend gemeente Ophemert, sectie G. nr. 1261. VervoU gens loopt de grens langs de noord- en oostzijde van laatstge-noemd perceel tot aan het perceel, kadastraal bekend gemeente Ophemert, sectie G. nr. 1121, dan via de noordgrens van dit perceel en de noordgrenzen van respectievelijk de percelen, ka-dastraal bekend gemeente Ophemert, sectie G. nr. 142, sec-tie A, nr. 121 en sectie A, nr. 816 tot het perceel sectie A, nr. 783. dan via de noordoostelijke grens van de percelen. ka-dastraal bekend gemeente Ophemert. sectie A. nrs. 783, 784, 785 en 990 tot aan een ongenummerd perceel, daarna in noord-oostelijke richting tot het perceel, kadastraal bekend gemeente Ophemert, sectie A. nr. 855. vanaf dit punt in zuidoostelijke richting langs het ongenummerde perceel en dan langs de noordoostzijde van het perceel, kadastraal bekend gemeente Ophemert. sectie A. nr. 1008 en verder via de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Ophemert. sectie A. nrs. 1010 en 1011 en in het verlengde hiervan tot de bestaande grens tussen de gemeenten Ophemert en Dreumel. gelegen in het midden van de rivier de Waal:

    file:///vezathenfile:///vezathen

  • 3 2. een deel van de op te heffen gemeente Zoelen. zodanig

    dat de grens tussen de nieuwe gemeente Tiel en de nieuwe ge-meenten Buren en Geldermalsen komt te lopen als volgt:

    a. grens met de nieuwe gemeente Buren. Deze grens loopt als onder I, D, sub b, is omschreven;

    b. grens met de nieuwe gemeente Geldermalsen. Deze grens loopt als onder II, sub b, is omschreven.

    IV. Waalgemeente, waarvan deel uitmaken de gebieden van de op te heffen gemeenten Est en Opijnen, Haatten, Ophemert, behoudens het deel dier gemeente dat ingevolge het bepaalde sub III naar de nieuwe gemeente Tiel overgaat, Varik en Waar-denburg.

    3. Met ingang van de datum van herindeling wordt aan de gemeente Culemborg toegevoegd een deel van de op te heffen gemeente Beusichem, zodanig dat de grens tussen de gemeente Culemborg en de nieuwe gemeente Buren komt te lopen als volgt: beginnende op de gezamenlijke grens tussen de gemeen-ten Beusichem en Culemborg bij het zuidelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Beusichem. sectie D, nr. 710, loopt de grens langs de noord westzijde van de Delstecg (kadastraal bekend gemeente Beusichem, sectie D, nr. 631) tot aan het perceel, kadastraal bekend gemeente Beusichem, sec-tie D, nr. 495. dan in westelijke richting via de gezamenlijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Beusichem, sectie D, nrs. 750 en 495, daarna via de zuidoostelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Beusichem, sec-tie D, nr. 494 en verder langs de zuidoostzijde van de percelen, kadastraal bekend gemeente Beusichem, sectie D, nrs. 781, 779, 777, 775, 773, 771, 769, 767. 765, 763. 761 en 759 en sectie A, nrs. 462, 464, 466, 468. 470, 473, 474. 477, 478 en 480 tot de bestaande grens van de gemeente Beusichem, ge-legen in de rivier de Lek.

    HOOFDSTUK III

    Rechtskracht voorschriften en uitoefening bevoegdheden

    Artikel 3. 1. De op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, voor een overgaand gebied geldende gemeen-telijke voorschriften behouden gedurende twee jaren na die datum voor dat gebied hun rechtskracht, voor zover deze voor-schriften door het bevoegde gezag der gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd, niet eerder voor dat gebied vervallen worden verklaard.

    2. De op de dag. voorafgaande aan de datum van herinde-ling, in de gemeente Culemborg van kracht zijnde gemeentelijke voorschriften gelden gedurende twee jaren na die datum niet voor het aan die gemeente toegevoegde gebied, voor zover het bevoegde gezag dier gemeente deze voorschriften niet eerder voor dat gebied geldend verklaart.

    3. Het bevoegde gezag der nieuwe gemeenten is verplicht binnen twee jaren na de datum van herindeling te bepalen welke van de in het eerste lid bedoelde gemeentelijke voor-schriften voor het gehele gebied der nieuwe gemeente zullen gelden.

    4. Indien het bevoegde gezag van de gemeente Culemborg onderscheidenlijk van een nieuwe gemeente krachtens het tweede onderscheidenlijk derde lid een gemeentelijk voorschrift voor het gebied dier gemeente geldend heeft verklaard, brengt het gemeentebestuur dit op de ter plaatse gebruikelijke wijze ter openbare kennis.

    5. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid worden de op de dag. voorafgaande aan de datum van herindeling, vastgestelde structuurplannen en onherroepelijk goedgekeurde bestemmingsplannen alsmede de onherroepelijk goedgekeurde regelingen en voorschriften welke ingevolge artikel 10, eerste lid, van de Overgangswet ruimtelijke orde ning en volkshuisvesting worden geacht bestemmingsplannen te zijn in de zin van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, met betrekking tot overgaand gebied voor de toepassing van

    laatstgenoemde wet en de Woningwet geacht te zijn vast-gesteld door het bevoegde gezag van de gemeente waaraar, dat gebied wordt toegevoegd, en behouden zij hun rechts-kraciit zolang het bevoegde gezag niet anders bepaalt.

    6. Evenzo wordt een vóór de datum van herindeling ge-nomen raadsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening met betrekking tot overgaand gebied ge-acht te zijn genomen door de raad van de gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd. Het bepaalde in het vierde lid van genoemd wetsartikel blijft daarop onverkort van toepas-sing.

    Artikel 4. 1. De instructie voor de secretaris en, indien er een ontvanger is. die voor laatstbedoelde functionaris der op te heffen gemeenten Buren, Geldermalsen. Tiel en Haatten gelden voor de secretaris en, voor zover nodig, de ontvanger van onderscheidenlijk de nieuwe gemeenten Buren. Gelder-malsen, Tiel en Waalgemeente tot zij door andere zijn ver-vangen.

    2. De reglementen van orde voor de vergaderingen van de raden en van de colleges van burgemeester en wethouders der op te heffen gemeenten Buren. Geldermalsen. Tiel en Haatten gelden onderscheidenlijk voor de nieuwe gemeenten Buren, Geldermalsen. Tiel en Waalgemeente tot zij door andere zijn vervangen.

    Artikel 5. 1. Met ingang van de datum van herindeling en zolang de in het eerste lid van artikel 3 bedoelde voorschrif-ten blijven gelden, oefenen in een overgaand gebied de in de gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd, bevoegde or-ganen en ambtenaren de bevoegdheden uit welke bij die voor-schriften aan overeenkomstige organen en ambtenaren zijn toegekend.

    2. De bevoegdheid tot het heffen en invorderen van be-staande gemeentelijke belastingen in een overgaand gebied over een belastingjaar dat vóór de datum van herindeling is aangevangen, komt van die datum af toe aan de organen en de ambtenaren van de gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd.

    Artikel 6. 1. Gemeenschappelijke regelingen waaraan uit-sluitend wordt deelgenomen door de op te heffen gemeenten Beusichem en Buren, door twee of meer der op te heffen ge-meenten Bcesd, Buurmalsen, Deil en Geldermalsen of door twee of meer der op te heffen gemeenten Est en Opijnen. Haatten, Ophemert. Varik en Waardenburg, vervallen met in-gang van de datum van herindeling. Door onderscheidenlijk de nieuwe gemeenten Buren. Geldermalsen en Waalgemeente worden in verband hiermede de nodige voorzieningen ge-troffen.

    2. De overige gemeenschappelijke regelingen waaraan bij deze wet betrokken gemeenten deelnemen, blijven, mede voor overgaand gebied, ongewijzigd van kracht totdat toepassing is gegeven aan het vierde of vijfde lid van dit artikel.

    3. De gemeente op het grondgebied waarvan ingevolge het bepaalde in het vorige lid een gemeenschappelijke regeling van kracht wordt, wordt geacht mede aan deze regeling deel te nemen. Zij treedt met betrekking tot overgaand gebied voor de toepassing van deze gemeenschappelijke reeeling in de plaats van de gemeente waarvan het betrokken gebied op de dag. voorafgaande aan de datum van herindeling, deel uitmaakte.

    4. De besturen van de gemeenten die aan een gemecn-schappelijke regeling als in het tweede lid bedoeld deelnemen of geacht worden deel te nemen, treffen binnen zes maanden na de datum van herindeling met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen de ingevolge de gewijzigde gemeentelijke indeling nodige voorzieningen. Zij kunnen daar-bij afwijken van de bepalingen van de gemeenschappelijke re-geling met betrekking tot wijziging en opheffing van de rege-ling en het toe- en uittreden van deelnemers. De in de eerste volzin genoemde termijn kan door Gedeputeerde Staten van Gelderland of. zo de regeling uitsluitend tussen burgemeesters

  • 4

    is gesloten, door Onze Commissaris in die provincie met ten hoogste zes maanden worden verlengd.

    5. Indien de voorzieningen, bedoeld in het vorige lid, niet binnen het daarvoor gestelde tijdvak zijn getroffen, kan dit geschieden door Gedeputeerde Staten van Gelderland of, zo de regeling uitsluitend tussen burgemeesters is gesloten, door Onze Commissaris in die provincie.

    6. De leden van bij gemeenschappelijke regeling inge-stelde organen, aangewezen door de besturen van de in het tweede lid bedoelde gemeenten, blijven in deze organen zit-ting hebben totdat de na de datum van herindeling bevoegde gemeentebesturen, zo nodig met afwijking van hetgeen in de gemeenschappelijke regeling ten aanzien van de zittingsduur is bepaald, in de aanwijzing hebben voorzien.

    7. Tegen een besluit van Gedeputeerde Staten of van Onze Commissaris, genomen krachtens het vijfde lid, kunnen de be-trokken gemeentebesturen binnen dertig dagen, te rekenen van de dag van verzending van het besluit, bij Ons voorziening vragen.

    8. Indien bij de gemeenschappelijke regeling mede niet in de provincie Gelderland gelegen gemeenten betrokken zijn. treden Wij voor de toepassing van dit artikel in de plaats van Gedeputeerde Staten van Gelderland onderscheidenlijk van Onze Commissaris in die provincie.

    HOOFDSTUK IV

    Overgang rechten, lasten, verplichtingen en bezittingen

    Artikel 7. I, Onverminderd het bepaalde in het volgende lid en in artikel 10 gaan op de datum van herindeling alle rechten, lasten, verplichtingen en bezittingen van de op te hef-fen gemeenten Beusichem, Buren en Zoelen over op de nieuwe gemeente Buren, van de op te heffen gemeenten Becsd, Buur-malsen, Deil en Geldermalsen over op de nieuwe gemeente Geldermalsen en van de op te hellen gemeenten Hst en Opijnen. Haatten. Ophemert. Varik en Waardenburg over op de nieuwe gemeente Waalgemeente, zonder dat daarvoor een nadere akte wordt gevorderd.

    2. Op de datum van herindeling gaan alle rechten, lasten, verplichtingen en bezittingen van de op te heffen gemeente Beusichem. betrekking hebbende op of gelegen in van die gc-meente naar de gemeente Culemborg overgaand gebied, over op laatstgenoemde gemeente, zonder dat daarvoor een nadere akte wordt gevorderd.

    3. Op de datum van herindeling gaan alle rechten, lasten, verplichtingen en bezittingen van de op te heffen gemeenten Buurmalsen. Ophemert en Zoelen. betrekking hebbende op of gelegen in van die gemeenten naar een andere gemeente over-gaand gebied, over op die andere gemeente, zonder dat daar-voor nadere akte wordt gevorderd.

    4. Wettelijke procedures dan wel rechtsgedingen waarbij gemeenten van welke gebied overgaat, betrokken zijn, worden met ingang van de datum van herindeling voortgezet door of tegen de gemeente op welke de rechten, lasten, verplichtingen en bezittingen waarop zij betrekking hebben, krachtens het in de vorige leden bepaalde overgaan. Ten aanzien van de rechtsgedingen is het bepaalde in de artikelen 254-262 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeen-komstige toepassing.

    5. Ten aanzien van de in de eerste drie leden begrepen onroerende zaken zal verandering van de tenaamstelling in de kadastrale legger plaatshebben. Gedeputeerde Staten van Gel-derland doen de daartoe nodige opgave aan de desbetreffende hypotheekbewaarder.

    Artikel 8. I. Met betrekking tot de voorziening van drink-water en gas blijft overgaand gebied deel uitmaken van het voorzieningsgebied van de bedrijven die daarin voorzagen of gerechtigd waren te voorzien op de dag. voorafgaande aan de

    datum van herindeling, indien en voor zover ter zake door de betrokken partijen geen nadere regeling wordt getroffen.

    2. Een regeling als in het eerste lid bedoeld behoeft de goed-keuring van Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en, voor zover het de voorziening van drinkwater betreft, van Volksge-zondheid en Milieuhygiëne dan wel, voor zover het de voor-ziening van gas betreft, van Economische Zaken. Alvorens te beslissen horen Onze Ministers het betrokken college van ge-deputeerde staten alsmede de besturen van de bij de wijziging van de gemeentelijke indeling betrokken gemeenten, voor zo-ver deze partij zijn bij die regeling.

    3. Indien één der betrokken partijen een nadere regeling wenst en partijen hieromtrent niet binnen één jaar nadat die wens schriftelijk ter kennis van de wederpartij is gebracht, tot overeenstemming komen, kan elk der partijen Ons verzoeken een nadere regeling vast te stellen. Wij beslissen op voordracht van Onze in het vorige lid bedoelde Ministers, de Raad van State, Afdeling voor de geschillen van bestuur, gehoord.

    Artikel 9. 1. Ten behoeve van de voortzetting van het comptabel beheer kunnen Gedeputeerde Staten van Gelder-land, de besturen van de betrokken gemeenten gehoord, aan-wijzingen geven, welke door die besturen in acht genomen moeten worden.

    2. Indien een gemeentebestuur zich met de gegeven aan-wijzingen niet kan verenigen, kan dit bestuur binnen dertig dagen, te rekenen van de dag van verzending van deze aanwijzingen, bij Ons voorziening vragen.

    3. Voor het tijdvak waarin voor een nieuwe gemeente nog geen begroting is vastgesteld, zijn burgemeester en wethouders bevoegd tot het doen van uitgaven, voor zover daartegen bij Gedeputeerde Staten van Gelderland geen bezwaar bestaat

    Artikel 10. De uitkeringen welke door onderscheidenlijk aan het rijk, de provincie of gemeenten over de voor de datum van herindeling aangevangen boekingstijdvakken, dienstjaren of uitkeringsjaren aan onderscheidenlijk door de op te heffen gemeenten verschuldigd zijn. worden gedaan aan ondcrschei-denlijk door de nieuwe gemeente Buren voor de op te heffen gemeenten Beusichem, Buren en Zoelen, de nieuwe gemeente Geldermalsen voor de op te heffen gemeenten Bcesd, Buur-malscn, Deil en Geldermalsen, de nieuwe gemeente Tiel voor de op te heffen gemeente Tiel en de nieuwe gemeente Waalge-meente voor de op te heffen gemeenten Est en Opijnen, Haaf-ten, Ophemert, Varik en Waardenburg.

    Artikel 11. 1. Indien in verband met het bepaalde in de artikelen 5. 7 en 10 een verrekening tussen gemeenten dient ilaats te hebben, bepalen Gedeputeerde Staten van Gelder-land, de besturen dier gemeenten gehoord, het bedrag en, zo nodig, de wijze van betaling daarvan.

    2. Op een verzoek om verrekening als bedoeld in het vorige lid beslissen Gedeputeerde Staten niet afwijzend dan na de besturen van de in dat lid bedoelde gemeenten te hebben gehoord.

    3. Tegen een besluit van Gedeputeerde Staten als bedoeld in de vorige leden kan het bestuur van elke daarbij betrokken gemeente binnen dertig dagen, te rekenen van de dag van verzending van het besluit, bij Ons voorziening vragen.

    HOOFDSTUK V

    Verkiezing vertegenwoordigende lichamen

    Artikel 12. I. Burgemeester en wethouders der op te hef-fen gemeente Beusichem zenden aan burgemeester en wethou-ders van de op te heffen gemeente Buren, burgemeester en wethouders der op te heffen gemeenten Becsd en Deil zenden aan burgemeester en wethouders van de op te heffen gemeente Geldermalsen en burgemeester en wethouders der op te hef-fen gemeenten Est en Opijnen. Varik en Waardenburg /enden

    l

  • 5 aan burgemeester en wethouders van de op te heffen gemeente Haatten een afschrift van of een uittreksel uit het kiezersregis-ter hunner gemeente betreffende de in dat register op de in het derde lid bedoelde datum voorkomende personen die op die datum in het naar onderscheidenlijk de nieuwe gemeenten Buren, Geldermalsen en Waalgemeente overgaande gebied werkelijke woonplaats hebben.

    2. Burgemeester en wethouders der op te heffen gemeente Zoelen zenden aan burgemeester en wethouders van onder-scheidenlijk de op te heffen gemeenten Buren, Geldermalsen, en Tiel, burgemeester en wethouders der op te heffen gemeente Buurmalscn zenden aan burgemeester en wethouders van on-derscheidenlijk de op te heffen gemeenten Buren en Gelder-malsen en burgemeester en wethouders der op te heffen ge-meente Ophemelt zenden aan burgemeester en wethouders van onderscheidenlijk de op te heffen gemeenten Haatten en Tiel een afschrift van of een uittreksel uit het kiezersregister hunner gemeente betreffende de in dat register op de in het derde lid bedoelde datum voorkomende personen die op die datum in het naar onderscheidenlijk de nieuwe gemeenten Buren. Gel-dermalsen en Tiel, onderscheidenlijk de nieuwe gemeenten Buren en Geldermalsen en onderscheidenlijk de nieuwe ge-meenten Waalgemeente en Tiel overgaande gebied werkelijke woonplaats hebben.

    3. De toezending, in de vorige leden bedoeld, geschiedt op een door Gedeputeerde Staten van Gelderland te bepalen datum.

    4. Indien van de in het vorige lid bedoelde datum af tot de dag van kandidaatstelling als bedoeld in het eerste lid van het volgende artikel veranderingen optreden in een kiezersregister ten aanzien van personen die werkelijke woonplaats hebben of verkrijgen in de gemeente of het deel der gemeente waarop een afschrift of een uittreksel als in het eerste en tweede lid bedoeld betrekking heeft, worden deze veranderinge;: onverwijld ter kennis gebracht van burgemeester en wethou-ders aan wie dat afschrift of dat uittreksel is gezonden, waarna dit college deze veranderingen in het afschrift of uittreksel aanbrengt.

    Artikel 13. 1. De kandidaatstelling en de eventuele stem-ming voor de verkiezing van de leden van de raden der nieuwe gemeenten Buren. Geldermalsen, Tiel en Waalgemeente ge-schieden op de dagen, door Gedeputeerde Staten van Gelder-land te bepalen, met dien verstande dat de stemming vóór de datum van herindeling plaatsvindt.

    2. Voor de in het eerste lid bedoelde verkiezing kunnen Gedeputeerde Staten van Gelderland besluiten tot afwijking van de in artikel G 3 der Kieswet bedoelde termijnen inzake registratie van namen en aanduidingen van politieke groe-peringen.

    3. De krachtens dit artikel te kiezen raden der nieuwe gemeenten Buren. Geldermalsen, Tiel en Waalgemeente zullen bestaan uit het door Gedeputeerde Staten van Gelderland met overeenkomstige toepassing van artikel 5 der gemeentewet te bepalen aantal leden.

    4. Het kiezersregister voor de verkiezing van de leden van de raad van de nieuwe gemeente Buren wordt geacht te zijn samengesteld uit het kiezersregister van de op te heffen ge-meente Buren en uit de aan burgemeester en wethouders dier gemeente ingevolge het eerste en tweede lid van het vorige artikel toegezonden afschriften van of uittreksels uit de kiezers-registers der op te heffen gemeenten Beusichem, Buurmalscn en Zoelen. zoals deze afschriften of uittreksels luiden na toe-passing van het vierde lid van dat artikel.

    5. Het kiezersregister voor de verkiezing van de leden van de raad van de nieuwe gemeente Geldermalsen wordt geacht te zijn samengesteld uit het kiezersregister van de op te heffen gemeente Geldermalsen en uit de aan burgemeester en wet-houders dier gemeente ingevolge het eerste en tweede lid van het vorige artikel toegezonden afschriften van of uittreksels

    uit de kiezersregisters der op te heffen gemeenten Beesd, Buurmalscn, Deil en Zoelen, zoals deze afschriften of uittrek-sels luiden na toepassing van het vierde lid van dat artikel.

    b. Het kiezersregister voor de verkiezing van de leden van de raad van de nieuwe gemeente Tiel wordt geacht te zijn samengesteld uit het kiezersregister van de op te heffen ge-meente Tiel en uit de aan burgemeester en wethouders dier gemeente ingevolge het eerste en tweede lid van het vorige artikel toegezonden afschriften van of uittreksels uit de kiezers-registers der op te heffen gemeenten Ophemert en Zoelen, zo-als deze afschriften of uittreksels luiden na toepassing van het vierde lid van dat artikel.

    7. Het kiezersregister voor de verkiezing van de leden van de raad van de nieuwe gemeente Waalgemeente wordt geacht te zijn samengesteld uit het kiezersregister van de op te heffen gemeente Haatten en uit de aan burgemeester en wethouders dier gemeente ingevolge het eerste lid van het vorige artikel toegezonden afschriften van of uittreksels uit de kiezersregisters der op te heffen gemeenten t'st en Opijnen, Ophemert. Varik en Waardenburg, zoals deze afschriften of uittreksels luiden na toepassing van het vierde lid van dat artikel.

    8. Het indelen in stemdistricten van het gebied van de nieuwe gemeenten Buren, Geldermalsen, Tiel en Waalgemeente, het benoemen van de leden en de plaatsvervangende leden van de hoofdstembureaus en het benoemen van de leden en de plaatsvervangende leden van de stembureaus voor de in het eerste lid van dit artikel bedoelde verkiezing geschieden vóór een door Gedeputeerde Staten van Gelderland te bepalen datum door burgemeester en wethouders van onderscheidenlijk de op te heffen gemeenten Buren, Geldermalsen, Tiel en Haatten.

    9. Het bepaalde in de artikelen E 1. derde lid, en H 14 van de Kieswet blijft bij de in het eerste lid bedoelde verkiezing buiten toepassing.

    10. Voor zover overeenkomstig het derde lid de raden der nieuwe gemeenten Buren, Geldermalsen. Tiel en Waalgemeente uit 19 of meer leden zullen bestaan, mogen voor de in het eerste lid bedoelde verkiezing op een lijst de namen van ten hoogste veertig kandidaten worden geplaatst.

    11. Voor zover met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde verkiezing ingevolge enig wettelijk voorschrift mede-werking moet worden verleend door de raad, door burge-meester en wethouders of door de burgemeester, geschiedt dit door de raad. burgemeester en wethouders of de burgemeester van onderscheidenlijk de op te heffen gemeenten Buren, Gel-dermalsen, Tiel en Haatten.

    12. Het onderzoek van de geloofsbrieven van de leden van de raden van de nieuwe gemeenten Buren, Geldermalsen. Tiel en Waalgemeente geschiedt vóór een door Gedeputeerde Staten van Gelderland te bepalen datum door de raad van onderscheidenlijk de op te heffen gemeenten Buren. Gelder-malsen, Tiel en Haatten.

    13. Voor de toepassing van artikel 21 der gemeentewet ten aanzien van het lidmaatschap van de raad van een nieuwe gemeente worden onder ingezetenen verstaan zij die hun werkelijke woonplaats hebben in het gebied dat met ingang van de datum van herindeling het grondgebied van die ge meente vormt.

    14. De eerste vergadering van de raden der nieuwe ge-meenten Buren. Geldermalsen. Tiel en Waalgemeente wordt gehouden op de eerste werkdag, volgende op de datum van herindeling. In deze vergadering worden de wethouders be-noemd.

    15. De leden van de krachtens dit artikel gekozen raden van de nieuwe gemeenten Buren. Geldermalsen, Tiel en Waal-gemeente en de door die raden gekozen wethouders hebben zitting tot de eerste dinsdag in september 1982.

  • 6 HOOFDSTUK VI

    Rechtspositie van de ambtenaren en het overige personeel

    Artikel 14. Met ingang van de datum van herindeling zijn de secretarissen en, voor zoveel aanwezig, de ontvangers van de in het eerste lid van artikel 2 genoemde op te heffen gemeenten eervol uit hun ambt ontslagen.

    Artikel 15. Met ingang van de datum van herindeling gaan de onderwijzers, werkzaam aan de openbare lagere scholen, alsmede de leidsters, verbonden aan de openbare kleuterscholen, welke gevestigd zijn in het gebied van de op te heffen gemeenten, over in dienst van de gemeente waartoe het gebied waarin de school gelegen is. gaat behoren, op dezelfde voet en ook overigens in dezelfde rechtstoestand als waarop zij op de dag. voorafgaande aan die datum, werkzaam waren. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op de rectoren, directeuren, leraren en overig personeel, bedoeld in artikel 38 van de Wet op het voortgezet onderwijs, verbon-den aan de gemeentelijke, ingevolge genoemde wet bekostigde scholen welke gevestigd zijn in het gebied van de op te heffen gemeenten.

    Artikel 16. 1. Met ingang van de datum van herindeling gaan de overige in dienst van de op te heffen gemeenten werk-zame ambtenaren in dezelfde rang, op dezelfde voet en ook overigens in dezelfde rechtstoestand voorlopig over in dienst van:

    a. de nieuwe gemeente Buren, voor zover de ambtenaren van de op te heffen gemeenten Beusichem, Buren en Zoelen betreft;

    h. de nieuwe gemeente Geldermalsen, voor zover de amb-tenaren van de op te heffen gemeenten Beesd, Buurmalsen. Deil en Geldermalsen betreft;

    c. de nieuwe gemeente Tiel, voor zover de ambtenaren van de op te heffen gemeente Tiel betreft;

    il. de nieuwe gemeente Waalgemeente, voor zover de ambte-naren van de op te heffen gemeenten Est en Opijnen. Haatten. Ophemelt. Varik en Waardenburg betreft.

    De eden of beloften, in verband met hun ambt door dez? ambtenaren afgelegd, worden geacht mede op die voorlopige dienstvervulling betrekking te hebben. Voor de toepassing van dit artikel worden onder ambtenaren mede begrepen per-sonen in dienst van de op te heffen gemeenten op arbeids-overeenkomst naar burgerlijk recht werkzaam.

    2. Binnen zes maanden na de datum van herindeling neemt het bevoegde gezag in de nieuwe gemeenten Buren. Gelder-malsen, Viel en Waalgemeente ten aanzien van elk van de in het vorige lid onder a, />, c en cl bedoelde ambtenaren één van de volgende beslissingen:

    A. dat en in welke rang en op welke voet hij in dienst van de nieuwe gemeente blijft;

    B. dat hij eervol wordt ontslagen.

    De termijn van zes maanden kan door Gedeputeerde Staten van Gelderland met ten hoogste zes maanden worden verlengd.

    3. Een beslissing als bedoeld onder B van het vorige lid wordt slechts genomen indien niet beschikbaar is een functie of samenstel van functies die of dat in verband met de per-soonlijkhcid en omstandigheden van de betrokkene passend kan worden geacht en hem ten minste een bezoldiging op-levert als. ongeacht kindertoelage onderscheidenlijk kinder-bijslag. laatstelijk verbonden was aan zijn functie of samenstel van functies in de gemeente of gemeenten in welker dienst hij op de dag. voorafgaande aan de datum van herindeling, werkzaam was. Bij de ontslagverlening wordt een op/eggingster-mijn van drie maanden in acht genomen.

    4. Voor het bepalen van de bezoldiging van de ambtenaar die door toepassing van het tweede lid in dienst van de nieuwe gemeente blijft, wordt te zijnen aanzien ten minste de salaris-positie in aanmerking genomen welke voor de berekening van zijn bezoldiging zou hebben gegolden in de gemeente of ge-meenten in welker dienst hij op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, werkzaam was.

    Artikel 17. Het bevoegde gezag van de nieuwe gemeenten regelt binnen zes maanden na de datum van herindeling voor zoveel nodig de rechtstoestand met inbegrip van de bezok diging van de in dienst van die gemeente werkzame personen. Tot aan de vaststelling van deze regeling blijft voor de in artikel 15 bedoelde onderwijzers en leidsters, voor het in dat artikel bedoelde personeel, verbonden aan de gemeentelijke, ingevolge de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde scho-len. en voor de in artikel 16. tweede lid. sub A. bedoelde ambtenaren gelden de regeling van de rechtstoestand welke voor hen laatstelijk gold in de gemeente in welker dienst zij op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, werkzaam waren.

    Artikel 18. Uiterlijk dertig dagen vóór de datum van her-indeling benoemen Gedeputeerde Staten van Gelderland met ingang van die datum een tijdelijke secretaris en, voor zover nodig, een tijdelijke functionaris, belast met de taak van een ontvanger, van de nieuwe gemeenten Buren. Geldermalsen. Tiel en Waalgemeente. Deze benoemingen gelden tot de dag waar-op overeenkomstig de gemeentewet in de vervulling van deze functies is voorzien.

    Artikel 19. I. De ambtenaren in vaste en in tijdelijke dienst, mits dit laatste dienstverband ten minste vijf jaren heeft geduurd en de aanstelling niet is geschied in een betrekking van kennelijk tijdelijke aard. die ten gevolge van deze wet worden of zijn ontslagen, hebben ten laste van Hoofdstuk VII der rijksbegroting recht op wachtgeld volgens de regelen, vastgesteld bij de algemene maatregel van bestuur van 23 no-vember 1972. Stb. 671.

    2. Voor hem die benoemd is in een tijdelijke functie als bedoeld in artikel 18. gaat het recht oo wachtgeld in op de dag nadat zijn benoeming in die functie is vervallen.

    Artikel 20. De ambtenaren in tijdelijke dienst, wier dienst-verband minder dan vijf jaren heeft geduurd dan wel van kennelijk tijdelijke aard was. alsmede de personen, in dienst op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, die ten gevolge van deze wet worden of zijn ontslagen onderscheidenlijk wier dienstverband ingevolge deze wet wordt beëindigd, hebben ten laste van Hoofdstuk VII der rijksbegroting recht op uit-k-^ring volgens de rege'en. vastgesteld bij de algemene maat-regel van bestuur van 23 november 1972. Sih. 672.

    Artikel 21. Indien een bij deze wet betrokken gemeente aangesloten is bij een intercommunale regeling ..Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren", wordt met betrekking tot de deelnemers in het instituut die recht hebben op wacht-gcld of een uitkering krachtens artikel 19 of artikel 20 van deze wet. voor de duur van dit recht het aandeel van deze gemeente in de bijdrage welke aan het instituut verschuldigd is. ten laste gebracht van Hoofdstuk VII der rijksbegroting.

    Artikel 22. Aan de ambtenaren die door toepassing van artikel 16 naar een nieuwe gemeente overgaan en daardoor genoopt zijn te verhuizen, wordt door die gemeente een tege-moetkoming verleend op de voet van het Verplaatsingskosten-besluit 1962.

    Artikel 23. 1. Voor de burgemeester, de secretaris en de ontvanger van op te heffen gemeenten die benoemd worden tot onderscheidenlijk burgemeester, secretaris of ontvanger van een nieuwe gemeente, wordt bepaald:

    a. hun overeenkomstig de desbetreffende bezoldigings-

  • 7 regeling vast te stellen bezoldiging voor de betrekking waarin zij in de nieuwe gemeente worden benoemd;

    b. de bezoldiging welke zij krachtens de op de dag, vooraf-gaande aan de datum van herindeling, voor hen geldende be-zoldigingsregeling in de betrekking onderscheidenlijk betrek-kingen van burgemeester, secretaris en ontvanger genoten, een en ander met dien verstande dat het bepaalde in het tweede lid van artikel 4 van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 van over-eenkomstige toepassing is.

    2. Indien en zolang de in het vorige lid onder a bedoelde bezoldiging lager is dan die, bedoeld onder b, genieten de in dat lid bedoelde personen een persoonlijke toelage, gelijk aan het verschil.

    3. Zolang de in het tweede lid bedoelde toelage wordt ge-noten, wordt voor de berekening van de vakantieuitkering, de ambtstoelage, de kindertoelage en het bedrag van de inhou-ding voor het bewonen van een ambtswoning de bezoldiging in de zin van de desbetreffende regeling verhoogd met het bedrag van die toelage.

    4. De door de nieuwe gemeente uit te betalen toelage, bedoeld in het tweede lid, en de uit de berekening, bedoeld in het derde lid, voortvloeiende verhoging van de daarin ge-noemde uitkering en toelagen alsmede het bedrag van de premies en bijdragen die op grond van een wettelijke regeling over die toelagen moeten worden berekend - zulks na aftrek van hetgeen ter zake op de betrokkene ingevolge die regeling is verhaald - komen ten laste van Hoofdstuk VII der rijks-begroting.

    Artikel 24. Indien het inwonertal van een gemeente zowel op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, als op de daaraan voorafgaande eerste dag van het kalenderjaar de grens van een hogere klasse heeft bereikt en dit inwonertal ten gevolge van deze wet beneden die grens daalt, wordt de bezoldiging van de burgemeester, de secretaris en de ontvanger die op de datum van herindeling in functie zijn, met ingang van 1 januari, voorafgaande aan die datum, berekend volgens die hogere klasse.

    Artikel 25. I. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van overeenkomstige toepassing op het personeel, betrokken bij een gemeenschappelijke regeling die ingevolge het bepaalde in artikel 6, eerste lid, vervalt, met dien verstande dat dit per soneel voorlopig overgaat in dienst van de in de tweede volzin van dat lid bedoelde gemeenten.

    2. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn eveneens van over-eenkomstige toepassing op het personeel, betrokken bij een gemeenschappelijke regeling die ten gevolge van het bepaalde in artikel 6. vierde lid, wordt opgeheven, voor zover aan die regeling uitsluitend bij de herindeling betrokken gemeenten deelnemen, met dien verstande dat:

    a. bedoeld personeel voorlopig overgaat in dienst van de bij de goedkeuring van de opheffing aan te wijzen gemeente;

    b. de termijn van zes maanden als bedoeld in artikel 16, tweede lid. aanvangt op de dag nadat de opheffing van de regeling is goedgekeurd.

    HOOFDSTUK VII

    Voorzieningen in verband met de toepassing van enkele administratieve wetten

    Artikel 26. 1. Indien de vergoedingen, bedoeld in arti-kel 101 en 101/>/.v der Lager-onderwijswet 1920 onderschei-denlijk artikel 73 der Kleuteronderwijswet, toekomende aan het bestuur van een bijzondere lagere school onderscheidenlijk bijzondere kleuterschool, gelegen in overgaand gebied, over aan dat waarin de datum van herindeling valt, voorafgaande kalenderjaren nog niet is vastgesteld krachtens artikel 103, tweede lid. der Lager-onderwijswet 1920 onderscheidenlijk

    artikel 75, derde lid, der Kleuteronderwijswet, geschiedt deze vaststelling naar de grondslagen welke voor die school in het betrokken jaar golden, door de raad en voor rekening van de gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd.

    2. Indien de vaststelling, bedoeld in artikel 55/ÉT, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920, voor de openbare lagere scholen en die, bedoeld in artikel 47, eerste lid, der Kleuter-onderwijswet, voor de openbare kleuterscholen, gelegen in overgaand gebied, op de datum van herindeling voor enig op die datum verstreken jaar nog niet heeft plaatsgehad, geschiedt de vaststelling naar de grondslagen welke voor die scholen in het desbetreffende jaar golden, door de raad van de gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd.

    3. Bij de toepassing van artikel 101, vierde lid, der Lager-onderwijswet 1920 en artikel 73, derde lid, der Kleuter-onderwijswet, betrekking hebbende op enig vijfjarig tijdvak, eindigende vóór de datum van herindeling, is het bepaalde in het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

    4. De nieuwe gemeente Geldermalsen onderscheidenlijk de nieuwe gemeente Waalgemeente past de artikelen 556(5, eerste lid, en 55ter, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920 voor het jaar van herindeling toe als had geen herindeling plaatsgevon-den. met dien verstande dat, indien de datum van herindeling valt op of na I maart, de bedragen gelden die de opgeheven gemeenten ingevolge artikel 55bis, eerste lid, hebben vastge-steld, en dat. indien artikel 55/>/v, eerste lid, geen toepassing heeft gevonden, voor dat jaar de bedragen gelden die in het voorafgaande jaar hebben gegolden. Bij de toepassing van artikel 101. vierde lid, der Lager-onderwijswet 1920 voor het op de datum van herindeling lopende vijfjarige tijdvak wordt de extra-vergoeding voor de in overgaand gebied gelegen bijzondere lagere scholen bepaald op de som van enerzijds het per leerling omgerekende overschrijdingsbedrag, berekend over de kalenderjaren na het jaar van herindeling, en ander-zijds het gemiddelde van de per leerling omgerekende over-schrijdingsbedragen, berekend als had geen herindeling plaats-gevonden, over de overige jaren van het vijfjarige tijdvak.

    5. Voor de lagere scholen in de nieuwe gemeente Buren onderscheidenlijk de nieuwe gemeente Tiel geldt voor het jaar van herindeling het bedrag per leerling dat voor dat jaar inge-volge artikel 55bis, eerste lid. der Lager-onderwijswet 1920 is vastgesteld door de opgeheven gemeente Buren onderscheiden-lijk de opgeheven gemeente Tiel. Indien op de datum van herindeling artikel 5Sbis, eerste lid. geen toepassing heeft ge-vonden, gelden voor het jaar van herindeling de bedragen die in het voorafgaande jaar in die gemeenten hebben gegolden.

    6. Bij de toepassing van artikel 73. derde lid. der Kleuter-onderwijswet voor het op de datum van herindeling lopende vijfjarige tijdvak wordt in de nieuwe gemeente Geldermalsen onderscheidenlijk de nieuwe gemeente Waalgemeente de extra-vergoeding voor de in overgaand gebied gelegen bijzondere kleuterscholen bepaald op de som van enerzijds het gemiddelde van de per lokaal en per kleuter omgerekende overschrijdings-bedragen. berekend als had geen herindeling plaatsgevonden, over de kalenderjaren vóór het jaar van herindeling en ander-zijds het per lokaal en per kleuter omgerekende overschrijdings-bedrag, berekend over de overige jaren van het vijfjarige tijd-vak.

    7. Voor de toepassing van artikel 73. derde lid. der Kleuter-onderwijswet wordt de bijzondere kleuterschool, gelegen in van de op te heffen gemeente Ophemert overgaand gebied, geacht met ingang van het jaar van herindeling te zijn gesticht in de gemeente, waarnaar dat gebied is overgegaan.

    8. De nieuwe gemeente Geldermalsen stelt voor het jaar van herindeling, indien de datum van herindeling ligt vóór 1 maart, het getal wekelijkse lesuren vast, bedoeld in artikel lOWi/v, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920. Is de datum van herindeling een latere datum, dan blijven de reeds vast-gestelde getallen van kracht en vindt de vaststelling van de aan de besturen der bijzondere scholen uit te keren vergoeding

  • 8

    voor beloning van vakonderwijzers plaats als had geen her-indeling plaatsgevonden.

    Artikel 27. De kinderen die op de dag. voorafgaande aan de datum van herindeling, ingeschreven waren als leerling van een openbare lagere onderscheidenlijk kleuterschool in een bij de herindeling betrokken gemeente, worden van genoemde datum af tot die school toegelaten op dezelfde voorwaarden als voordien golden.

    Artikel 28. 1. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid en in artikel 29 gaan op de datum van herindeling de ar-chieven der op te heffen gemeenten Beusichem, Buren en Zoelen over naar de nieuwe gemeente Buren, die der op te heffen gemeenten Beesd, Buurmalsen. Deil en Geldermalsen naar de nieuwe gemeente Geldermalsen, die der op te heffen gemeente Tiel naar de nieuwe geme2nte Tiel en die der op te heffen gemeenten Est en Opijnen, Haaften, Ophemert, Varik en Waardenburg naar de nieuwe gemeente Waalgemeente.

    2. Alle kadastrale en andere stukken, uitsluitend betrekking hebbende op overgaand gebied, gaan met ingang van de datum van herindeling over naar de gemeente aan welke dat gebied wordt toegevoegd.

    3. De besturen der gemeenten aan welke gebied wordt toe-gevoegd, hebben van de datum van herindeling af het recht te allen tijde kosteloos inzage te nemen van elkanders archie-ven en op kosten hunner gemeente afschriften van of uit-treksels uit de zich in die archieven bevindende stukken te vorderen, voor zover deze mede betrekking hebben op het overgaande gebied.

    Artikel 29. 1. Het deel van het tot het bevolkingsregister van een gemeente behorende persoons- en woningregister hetwelk betrekking heeft op de personen en woningen die op de datum van herindeling in een andere gemeente gevestigd onderscheidenlijk gelegen zijn, wordt door burgemeester en wethouders van eerstbedoelde gemeente op die datum gezon-den aan burgemeester en wethouders van die andere gemeente.

    2. Het in het vorige lid bedoelde deel van het woning-register wordt binnen drie weken door burgemeester en wet-houders van laatstbedoelde gemeente, nadat daarvan afschrift is gehouden, teruggezonden aan burgemeester en wethouders van eerstbedoelde gemeente, waar het gescheiden van het woningregister wordt bewaard.

    Artikel 30. 1. Met betrekking tot zaken, de dienstplicht, met inbegrip van de mobilisatieuitkeringen, betreffende, vin-den de voorschriften, door of namens Onze Minister van Defensie gegeven ter zake van verhuizing, overeenkomstige toepassing ten aanzien van de overgang van personen van een gemeente naar een andere gemeente krachtens deze wet.

    2. Met betrekking tot zaken, de noodwachtplicht betref-fende. vinden de voorschriften, door Onze Minister van Binnenlandse Zaken gegeven ter zake van verhuizing, over eenkomstige toepassing ten aanzien van de overgang van personen van een gemeente naar een andere gemeente krach-tens deze wet.

    Artikel 31. I, Burgemeester en wethouders der nieuwe gemeenten zijn verplicht binnen twee jaren na de datum van herindeling overeenkomstig de bepalingen van de Wegenwet een ontwerp voor een nieuwe legger der wegen op te maken en dit ter vaststelling aan Gedeputeerde Staten van Gelder land te zenden. Zolang deze nieuwe legger niet is vastgesteld, blijven de bestaande wegenleggers van kracht.

    2. Hetgeen in de nieuwe legger is vermeld treedt na de onherroepelijke vaststelling in de plaats van hetgeen omtrent

    de daarin opgenomen wegen is vermeld in de oorspronkelijke leggers en wijzigingsleggers.

    3. Voor zover het naar de gemeente Culemborg overgaande gebied van de op te heffen gemeente Beusichem betreft, voeren Gedeputeerde Staten van Gelderland de daarvoor in aanmer-king komende wegen van de wegenlegger van die op te heffen

    * gemeente af en brengen zij die over naar de wegenlegger van de gemeente Culemborg, een en ander met toepassing, voor zoveel nodig, van de artikelen 38-41 van de Wegenwet.

    e Artikel 32. De in artikel 2, eerste lid, van de Brandweerwet

    n genoemde termijn van drie jaar vangt voor de nieuwe ge-« meenten aan op de datum van herindeling.

    Artikel 33. Kosten van bijstand als bedoeld in de arti-kelen 16, 17 en 18 van de Algemene Bijstandswet ten behoeve

    i. van personen die op of vóór de datum van herindeling woon-achtig zijn of geweest zijn in overgaand gebied, komen met ingang van die datum ten laste van de gemeente waaraan

    g dat gebied wordt toegevoegd. i i Artikel 34. Met ingang van de datum van herindeling

    wordt in tabel B, bedoeld in artikel E 1 der Kieswet, onder het hoofd Gelderland het gestelde onder IX vervangen door:

    l( IX Tiel. De gemeenten Gendt, Bemmel, Huissen, Eist, Valburg,

    Heteren. Dodewaard, Kesteren, Echteld, Lienden, Maurik, c Tiel, Geldermalsen, Waalgemeente, Herwijnen, Vuren, Buren, :t Culemborg.

    r Artikel 35. In artikel 4 van de wet van 10 augustus 1951, T Stb. 347, noudende nieuwe vaststelling van het rechtsgebied D en de zetels der rechtbanken en kantongerechten, wordt met j ingang van de datum van herindeling het gestelde onder ., ,,kantongerecht Tiel" vervangen door: Appeltern, Brakel, . Buren, Dodewaard, Dreumel, Echteld, Geldermalsen, Heere-

    waarden. Kerkwijk, Kesteren, Lienden. Maurik, Rossum, Tiel, Waalgemcentc. Wamel, Zaltbommel.

    j "

    rt Artikel 36. Deze wet is niet van invloed op de bevoegd-s heid van de rechter en op die van procureurs van partijen met

    jl betrekking tot zaken, op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, voor enig gerecht aanhangig.

    t Artikel 37. Met ingang van de datum van herindeling zal i- ti. de notaris, benoemd ter standplaats de gemeente Waar-n denburg. geacht worden te zijn benoemd ter standplaats Waar-te denburg (gemeente Waalgcmcente); 11 b. de notaris, benoemd ter standplaats Rumpt (gemeente

    Deil). geacht worden te zijn benoemd ter standplaats Rumpt f- (gemeente Geldermalsen). in r ' Artikel 38. Binnen twee jaar na de datum van herindeling in berichten de raden van de nieuwe gemeenten Buren, Gelder-v malsen. Tiel en Waalgemeente aan Gedeputeerde Staten van

    Gelderland gemotiveerd of en, zo ja, op welke wijze uitvoering is gegeven aan de artikelen 61-64/ der gemeentewet.

    ;t HOOFDSTUK VIII n

    j Overgangs- en slotbepalingen Artikel 39. Geschillen omtrent de toepassing van deze wet

    Ie waarvan de beslissing niet aan anderen is opgedragen, worden il door Ons beslist.

    l

  • 9 Artikel 40. Deze wet treedt in werking met ingang van de

    dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij is geplaatst.

    Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

    Gegeven

    De Minister van Binnenlandse Zaken,