EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde...

11

Click here to load reader

Transcript of EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde...

Page 1: EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan. ...

EEN TOEVALLIGE ONTMOETING

Ze ontmoetten elkaar, toen en ze namen afscheid van elkaar, zonet.Tussen dat toen en zonet lag een eeuwigheid die achteraf niet te meten bleek.Het was bij de pont die hen over de rivier moest brengen. Zij was op de fiets en hijwas lopend, net aangekomen met de trein.Het was zoals gewoonlijk druk. Iedereen drukte zich door de massa en bevocht zicheen plaatsje uit de wind. De mensen op de fiets hadden een voordeel, omdat zij hunvervoermiddel in de strijd konden werpen en dat deden ze dan ook.Hij een plaatsje aan de railing vooraan gevonden, vlakbij de klapdeur naar deoverdekte loopgang toen haar fiets hem raakte.Het deed even een scherpe pijn en hij draaide zich verstoord om, terwijl hij zijn handop zijn dijbeen legde alsof hij de pijnscheut weg wilde duwen.Daar stond ze, een beetje onthand en het leek zelfs of ze verlegen was.Hij ontdooide en zei:“Ach, ’t stelt niets voor.”“Ik zag aan Uw gezicht dat het pijn deed.”“Dat zal de eerste schrikreactie zijn geweest. ’t Hindert echt niet.”“Gelukkig dan maar,” en ze keek over het water.De hele overtocht zeiden ze geen woord tegen elkaar, hij wilde met haar praten,maar hij wist uit ervaring dat dat op een pont niet normaal was en dus zweeg ookhij.

Page 2: EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan. ...

’s Avonds moest hij even weer aan haar denken toen hij een blauwe plek op zijndijbeen ontdekte en hij hoopte dat zij er over twee dagen weer zou zijn. Dan zou hijweer de pont nemen en zijn moeder in het ziekenhuis bezoeken, zoals hij dat om dedag deed.

toen: dag eenAl in de verte meende hij haar te herkennen en hij wurmde zich tussen dewachtende passagiers naar voren. Toen hij achter haar stond zei hij quasionverschillig:“Hé, bent U dat weer?”Ze keek om en haalde een wenkbrauw op:“Hoezo?”Hij schrok enigszins en stamelde een verontschuldiging, die ze onderbrak:“Ken ik U niet ergens van?”“Ja, twee dagen geleden hebben we elkaar ontmoet. Dat was ook hier.”“Is dat zo?”“Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan.”“Ach, dat is waar ook. Het heeft U dus toch pijn gedaan,” stelde ze vast.“Het valt wel mee, een blauwe plek, dat is het enige.”“U gaat me toch niet voor de rechter dagen?”“Nee, zo erg is het ook weer niet, maar ik zal daar nog ’s over nadenken.”Dat was het laatste wat ze toen, die hij dag één noemde, tegen elkaar zeiden.

toen: dag tweeDag twee was vier dagen later, omdat zij twee dagen eerder niet op de pont was.Dat had hij kunnen weten. Misschien was het gewoon toeval dat ze twee keer opdezelfde tijd met de pont over gegaan was.Nu herkende ze hem. Ze lachte hem vriendelijk toe toen ze stelde:“Achtervolgt U mij, of is het gewoon toeval?”“Laten we het daarop houden.”“Waarop? Ik vroeg U namelijk twee dingen en dus kan het zijn dat U mijachtervolgt.”“Is dat dan nodig?”“Dat zult U aan mijn man moeten vragen.”

Page 3: EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan. ...

Een duidelijker hint had ze hem niet kunnen geven. Ze was dus getrouwd endaarmee stonden ze quitte, omdat hij al bijna twaalf jaar samenwoonde.In al die jaren was hij zijn vriendin trouw geweest en dat wilde hij zo houden.Hij was niet uit op een scharreltje. Hij hield van zijn vriendin en kon zich nietvoorstellen dat hij ooit nog eens op een andere vrouw verliefd zou kunnen worden.Hij had zich voorgenomen met zijn vriendin oud te worden.Hij voelde zich ook niet schuldig dat hij deze wildvreemde vrouw aangesproken haden dat hij blij was haar weer te treffen. Dat was een toevallige ontmoeting en het isaltijd leuk om mensen te ontmoeten en met ze te praten.“Ik zal dat niet doen, daar is geen reden toe want ik ben hier toevallig,” antwoorddehij haar.“Toevallig, dat kan ik me niet voorstellen. Iedereen hier op de pont heeft een redenom naar de overkant te gaan. Neem mij als voorbeeld. Ik werk in de stad en ga nunaar huis. Altijd op dezelfde tijd, als er niets tussen komt,” ze zweeg even en keekhem aan, “en U? Welke reden heeft U?”“Ik moet naar het ziekenhuis?”“Toch niets ernstigs, hoop ik?”“Nee, niets ernstig met mij. Het is mijn moeder, zij ligt in het Havenziekenhuis op deintensive care. Ik ga om de dag bij haar op bezoek.”Het ene leidde tot het andere en voordat ze het wisten waren ze aan de overkantaangekomen.Ze stapte op haar fiets en terwijl de wegreed, riep ze nog:“Wie weet zien we elkaar overmorgen weer.”“Wie weet.”Dat was het laatste wat ze toen, die hij dag twee noemde, tegen elkaar zeiden.

toen: dag drieHij kwam er aan hollen en haalde de pont nog net. Ze stond duidelijk naar hem uit tekijken en ze zwaaide naar hem.Toen hij eindelijk bij haar was, zei ze:“Dat was op het nippertje.”“Ja, ik was zelfs bang dat ik helemaal niet kon komen. Ik had een werkbesprekingdie langer duurde dan gepland was en ik zat werkelijk op hete kolen. Weet je,”

Page 4: EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan. ...

ongemerkt was hij haar gaan tutoyeren, “iedereen weet dat ik nu mijn moeder omde dag probeer te bezoeken, maar niet iedereen wil daar rekening meehouden.”“Wat doe je eigenlijk?” vroeg ze belangstellend.“Ik noem we zelf wel eens veredeld brandweerman, maar op mijn visitekaartje staatdat ik interim-manager ben. Als er een bedrijf is dat niet lekker loopt, dan kunnen zemij inhuren om de zaak alsnog te redden.”“Dat lijkt me geen leuke job, de rotzooi van anderen opruimen.”“Zo kun je het ook bekijken en jij, wat doe jij?”“Je zou kunnen zeggen dat ik ook een interim-manager ben,” zei ze spottend.“Hoezo?”“Ik run mijn huishouding en ik werk in een gesloten inrichting voor moeilijkopvoedbare kinderen.”“En wat is het zwaarst?”“Soms het huishouden, soms mijn andere job. Dat ligt aan de situatie.”Ze spraken door tot de pont aan de andere kant was. Ze stapte op:“Wie weet tot overmorgen,” en ze fietste weg.Dat was het laatste wat ze toen, die hij dag drie noemde, tegen elkaar zeiden.

toen: dag vier“Hoe is het met je moeder?” was haar eerste vraag.“Ze is al enkele dagen van de intensive care, maar ligt nog steeds in een coma. Dekans dat ze het haalt is minimaal en ik hoop dat ze niet wakker wordt. Dit is haarvierde hersenbloeding en de vorige drie waren al zwaar genoeg. Na de vorige was zeverlamd en had ze afasie en viel ze regelmatig door kleine tia’s weg.”“Tia’s?”“Dat zijn lichte aanvallen, vraag me alleen niet hoe ik transient ischaemic attacksmoet vertalen. Het wijst in elk geval op een slechte doorbloeding, waardoor er eenplaatselijk tekort aan bloed ontstaat.”“Dat klinkt niet goed.”“Het gaat ook niet goed met haar, want nu blijkt ze ook nog blind te zijn gewordenen waarschijnlijk is ze ook doof. Dat is geen leuk uitzicht, maar wat doe je er tegen?”“Heel weinig denk ik.”Het viel hem op dat ze medeleven toonde, maar hem niet op een overdreven wijzeprobeerde te troosten.

Page 5: EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan. ...

Hij merkte dat juist dat hem troost gaf en hij nam haar bijna ongemerkt op.Ze had blauwe ogen, maar als hij er in het nu over nadenkt kunnen ze ook groen zijngeweest, of heel licht bruin. Haar haar was blond, maar zelfs dat kon hij zich in hetnu niet meer goed voor de geest halen.Wel herinnerde hij zich dat ze zich steeds sportief kleedde, meestal in spijkergoeddat om haar lichaam gegoten zat.Ze liepen van de loopplank af en bleven zeker een kwartier op straat met elkaarpraten. Hij herinnerde zich in het nu dat ze het over hun diepste gevoelens hadden,alsof ze elkaar al jaren kenden.Opeens schoot hem te binnen dat hij zich met haar op een verwarrende manierverbonden voelde: ze waren soulmates, maar hij haatte dat woord omdat het zo leegwas.Toch klopte de uitdrukking nu.Slechts twee keer eerder had hij een vrouw ontmoet bij wie hij zo vertrouwd voelde– de eerste keer was het een vriendin die hij al jaren uit het oog verloren was en detweede keer was het zijn huidige vriendin geweest, met wie hij al bijna twaalf jaarsamenwoonde.Hij stelde zich voor:“Gek, we praten wel met elkaar maar ik weet niet hoe je heet. Ik ben PeterKlempner.”“Ik ben Riënny Verdalen.”Hij lachte:“Wat een grappige naam. Riënny. Ik heb die naam nog nooit gehoord. Waar komtdat vandaan en wat betekent het?”, vroeg hij belangstellend.Ze glimlachte:“Het was het koosnaampje van mijn vader. Eigenlijk heet ik Ariane, maar mijn vadernoemde mij altijd Riënny en dat is zo gebleven. Ik vind het een mooie naam en ikben er mijn hele leven aan gewend.”“Het is een leuke naam. Weet je ik vind namen belangrijk. Je moet een kind niet zomaar een naam geven, er moet een gevoel van uit stralen.”“En dat gebeurt met de naam Peter?”“Nee, niet met mijn naam, maar ik stam nog van een oude generatie die kinderen zonodig moest vernoemen. De vader van mijn moeder heette Petrus, maar dat vond

Page 6: EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan. ...

mijn vader te veel van het goede en ach – ook Peter betekent de rots waarop je kuntbouwen.“Ben je getrouwd?”“Ik ben gescheiden.”“Sorry.”“Waarom sorry, ik ben niet de enige op deze wereld.”“Dat klopt. Hoe heb je trouwens jullie kinderen genoemd, ook weer Peter of Petramisschien?”“Nee, totaal anders,” en hij noemde hun namen.“Zie je ze vaak?”“Nee, maar dat komt omdat ze zo oud zijn dat ze hun eigen stek hebben gevormd.”“Hoe oud zijn ze dan?”“Ouder dan dertig.”“Hoe oud ben jij dan?”“Ik ben alweer eenenzestig, en…”Ze viel hem in de rede:“Zo oud?,” vroeg ze verbaasd, “Ik dacht dat je net vijftig zou zijn.”“En jij?”“Je vraagt aan een vrouw toch nooit hoe oud ze is?“Goed, dan vraag ik dat niet. Dan vraag ik hoe oud je wordt”Ze lachte voluit:“Volgende week word ik vijftig. Oud hè?”“Vijftig. Weet je, toen ik tien jaar zou worden had mijn moeder me verteld dat je daneen kruisje achter op je rug zou krijgen. Elke tien jaar een kruisje. Ik heb me deochtend van mijn verjaardag boven op een stoel in allerlei moeilijke bochtengewrongen om dat kruisje te zien, maar dat lukte niet. Sinds die tijd geloof ik nietsmeer.”“Niets meer?”“Niets meer, want ik ontdekte ook nog dat Sinterklaas niet bestond.”“Ach ja, Sinterklaas,” zei ze meewarig, “wat ben ik voor die man bang geweest!”“Ik niet. Ik weet nog goed dat ik als die heiligman met zijn stoomboot aan kwamjuist extra vervelend werd, want ik wilde zo graag naar Spanje meegenomenworden.”“Heb je soms pedofiele neigingen?”

Page 7: EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan. ...

“Nee hoor.”Ze glimlachte:“Dat dacht al,” ze zweeg even en zei toen, “Sorry, maar ik moet er vandoor. Eenouderavond van een dochter.”Ze reed weg en dat was het laatste wat ze toen, die hij dag vier noemde, tegenelkaar zeiden.

Toen: dag vijfBij thuiskomst vertelde hij zijn vriendin dat hij op de pont een vrouw had ontmoet diein een inrichting voor moeilijk opvoedbare kinderen werkte.Ondertussen schonk hij een glas wijn voor haar in.Nonchalant, omdat hij onzeker over zijn gevoelens was: hij voelde zich ontrouw endat wilde hij niet.Er was toch niets gebeurd?Hij had alleen maar een vrouw ontmoet die – verder durfde hij niet te denken.Het angstzweet brak bij hem uit. Hij wilde niet ontrouw zijn en dus nam hij zich voordat hij de volgende keer een pont eerder zou nemen. Beter nog was het twee ponteneerder te nemen.Een dus ging hij vroeger weg en hij nam twee ponten eerder.Gelukkig – ze stond niet op de pont te wachten.Hij voelde zich opgelucht, de betovering was verbroken. Hij had de enig juiste stapgedaan en dat was hem veel waard geweest.De pont stootte met de zacht-harde klap tegen de andere oever.Hij bleef staan, terwijl anderen zich langs hem heen wrongen en hem regelmatiguitvloekten.Hij liet iedereen voor gaan. Als de allerlaatste wilde hij de pont afgaan, maar toenstroomde de pont weer vol en ging de klep omhoog.Hij moest wel terug.Er was voor hem geen terugweg, dat wist hij. Waarom was hij blijven staan?Waarom had hij de anderen voor laten gaan.Hij schaamde zich. Straks zou ze daar staan en dan zou ze hem zien. Wat zou ze welniet van hem denken?Ze stond er niet.

Page 8: EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan. ...

Voor de eerste keer reed ze niet van hem weg en was er geen laatste woord dat zetoen, die hij dag vijf noemde, tegen elkaar zeiden.

Toen: dag zesOp dag zes stond ze er wel. Ze keek hem blij verrast aan:“Leuk dat je er bent. De vorige keer kon ik niet. De dochter van mijn man was zieken die moest ik eerst naar de dokter brengen. Toen ben ik eerder van mijn werkvertrokken.”“Heb je straks tijd voor een kop koffie?” vroeg hij opeens.Ze aarzelde:“Ach, waarom ook niet.”Ze dronken koffie en ze spraken met elkaar.Over allerlei zaken en af en toe raakten ze elkaar steels aan.Hij voelde zich bij haar vertrouwd en hij wilde haar vaker ontmoeten. Hij hoopte methaar bevriend te raken. Geen sexuele verlangens, hoewel hij zich ook lichamelijk tothaar aangetrokken voelde.Hij vertelde haar dat zijn moeder binnen enkele dagen naar een ander verpleeghuiszou gaan, maar dat hij hoopte dat ze elkaar dan niet uit het oog zouden verliezen.“Ik hoop het ook.”

“Ben je er overmorgen weer?” vroeg ze, terwijl ze op haar fiets sprong.“Ja, graag.”“Ja, graag – leuk.”Ze reed weg en dat was het laatste wat ze toen, die hij dag zes noemde, tegenelkaar zeiden.

Toen: dag zevenOp de pont zei ze tegen hem:“Heb je straks even tijd? Ik wil met je praten.”Ze liepen langs de havenkade. Haar fiets zette ze tegen een hek op slot.Ze vertelde hem dat ze al twintig jaar getrouwd was en al die tijd haar man trouwwas geweest:“Knap hè? Iedereen in mijn buurt scheidt en wij niet.”“Maar je man is wel gescheiden.”

Page 9: EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan. ...

Ze zweeg even en knikte toen:“Ja, we hebben samen geen kinderen…“En dat vind je niet prettig,”voegde hij aan.“Natuurlijk is dat niet prettig,” opeens schudde ze driftig met haar hoofd, “Neen, ’tligt toch wat anders. Hij wilde geen kinderen meer en ik vond dat toen prima.Eigenlijk vind ik het nog steeds prima. Nu heb ik wel de lusten ervan, maar niet delasten.”“Ja, maar je weet toch dat in veel sprookjes stiefmoeders voorkomen en die zijn danniet echt makkelijk. Over stiefvaders wordt nooit gesproken.”“Nu je ’t zegt. Gek is dat eigenlijk.”“Weet je wat stiefmoeder in het Japans is?”“Nee.”“Mammahaha.”“Mammahaha?” lachte ze schaterend, “Dat moet ik onthouden. Als zijn kinderenweer eens vervelend doen, zal ik ze dat voorhouden.”De kade waarover ze liepen was na enkele honderden meters met een groot stalenhek afgesloten. Er stond een bank vlakbij en zonder elkaar aan te kijken liepen ze erbeiden op af en gingen zitten.Hij keek over het water. In de verte zag hij het station liggen, bussen reden af enaan. Fietsers wrongen zich door het verkeer. Je kon beter over het water gaan, daarwas nog genoeg ruimte over, ondanks de grote zeeschepen en de kleine sleepboten,de ponten, de pleziervaartuigen en pieremachogels.Zeemeeuwen vlogen krijsend heen en weer en een brutale mus keek hen met eenscheef kopje aan.“Leuk hè?” zei ze.Hij knikte:“Je, vroeger kwam ik hier vaak. Weet je ik heb hier in de buurt gewoond. Dat wasleuk, want je hoorde de haven geluiden als je wakker werd.”“Wanneer was dat?”“Vroeger, het lijkt zo kort geleden, maar is al weer decennia achter me. Ik studeerdenog en woonde op kamers.”Ze wees naar een hoog flatgebouw:“Ik heb hier ook gestudeerd en ik heb heel wat leuke wilde feesten gehad in datgebouw.”

Page 10: EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan. ...

“Woonde je daar?”“Nee, maar wel mede-studenten. Je hebt er een prachtig uitzicht, vooral bijzonsopgang.”“Het zijn toch hele dure flats?”“Nu wel, maar toen had je er nog studentenkamers.”“En we hebben elkaar toen nooit ontmoet,” zei hij met een zekere weemoed in zijnstem.“Nee, jammer genoeg niet,” beaamde ze en ze keek hem even aan.Hij moest even aan een film van lang geleden denken. Een Brief Encounter tusseneen man en een vrouw, een ontmoeting die bij een ontmoeting bleef en zich niet konontbloeien.Hij grinnikte even in zichzelf.“Wat is er?”“Het is grappig nu hier met jou te zitten. Ken je de film Brief Encounter?”“Ja, ik word er altijd emotioneel van,” zei ze.“Ik moest daar aan denken.”“Tja.”Hij wist niets te zeggen. Het woord tja was te veelzeggend. Elk ander woord zou teveel zijn. Hij genoot van hun samenzijn, en hij wist dat het de laatste keer zou zijn.Dat waren tegenstrijdige gevoelens, want hij wist dat hij haar kwijt zou raken.“Mij doet het aan een andere film denken,” zei ze plotseling.“Welke dan?”“Die science fiction film. Close Encounters of the third kind.”“Hoe dat zo?” vroeg hij verbaasd.“Er wordt wel eens beweerd dat mannen van Mars komen en vrouwen van Venus,maar ik heb nu het gevoel dat we allebei van dezelfde planeet komen. Het is alleenjammer dat we elkaar niet eerder ontmoet hebben.”Haar stem klonk verdrietig en haar gezicht stond ernstig, terwijl ze de verte instaarde.Hij wilde haar aanraken, maar hij deed het niet en hij voelde hoe zij ook tegen haarwil in afstand tot hem hield.“Weet je, ik geloof dat een man en een vrouw niet zo maar vrienden kunnen zijn.”“Volgens mij kan dat wel.”

Page 11: EEN TOEVALLIGE ONTMOETING - paulcarga.nl toevallige ontmoeting juli... · “Ja dat is zo, U ramde met Uw fiets tegen me aan. ...

“Dat betwijfel ik. Er kan altijd wat van komen en dat wil ik niet. Ik denk dat ik er nietver van af ben als ik zeg dat jij dat ook niet wilt.”Dat klopte, hij voelde opeens een sterke band met zijn vriendin. Hij gaf haar geenantwoord, op een instemmende knik na.Na enkele minuten stond ze op en zei zonder hem aan te kijken:“Ik moet weer verder. Ik moet nog koken. Je weet wel, de huishoudelijke plichtenvan een geëmancipeerde vrouw,” en ze lachte zachtjes.Ze liepen terug.Zonder iets te zeggen ontsloten ze hun fietsen.“Dat was het dan,” zei hij bedremmeld.Ze knikte ernstig toen ze zei:“Je bent lief, maar liever niet. Dat begrijp je toch?”“Je hebt gelijk. We hebben ons eigen leven te leiden.”“Tja.”Ze staken gelijktijdig een hand uit om afscheid te nemen. Ze drukten elkaars handenkele secondes lang en opeens gaf ze hem drie kussen. Geen vluchtige zoenen,maar echte – hij voelde haar lippen op zijn wangen.Ze reed weg en dat was de laatste keer dat ze elkaar spraken.