een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te...

12
Geologie van Vlaanderen een schets Dr. L. BROOTHAERS Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Natuutlijke Rijkdommen en Energie

Transcript of een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te...

Page 1: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf

Geologie van Vlaandereneen schets

Dr. L. BROOTHAERS

Ministerie van de Vlaamse GemeenschapAfdeling Natuutlijke Rijkdommen en Energie

Page 2: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf
Page 3: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf

1

A. Inleidende begrippen

Landschappen, kustlijnen, gebergtes, continenten, het zijnslechts momentopnames van het oppervlak van de aard-korst.Die korst zelf moet letterlijk begrepen worden als het dunneafgekoelde en gestolde laagje aan de buitenkant van eenhete aardbol.Al minstens vijf miljard jaren is ze daardoor aan krachtenonderworpen die haar uiterst trage maar finaal drastischevormveranderingen doen ondergaan.En ook in de toekomst zullen de landschappen en conti-nenten er helemaal anders uitzien.Die krachten oefenen hun werking op de aardkorst uit vantwee kanten : inwendig en uitwendig.Voor de binnenkant is de samenstelling van de aardbolbelangrijk. Deze bestaat uit een gesmolten kern omgevendoor een mantel (fig.1).

subductie. De andere schol schuift dan bovenop de an-dere, wordt door plooiingen opgekruld, samengeperst enopeengehoopt, en vormt locaal een bijzonder dik stuk aard-korst dat boven het zeeoppervlak uitsteekt. Dat noemenwij dan een continent, en om die reden wordt aardkorstvan dit type continentaal genoemd.Op deze manier is het eveneens mogelijk dat reusachtigestukken oceanische korst weer in de mantel verdwijnentotdat twee schollen continentale korst mekaar ontmoetenen tot één groter continent samenklonteren.De buitenkant van de aardkorst staat voortdurend bloot-gesteld aan weer en wind. Alle gesteenten aan het opper-vlak ondergaan de destructieve effecten van water en lucht.Chemische reacties, zoals oxidatie en hydratatie, doen hetgesteente a.h.w. verrotten. Water in kleine spleetjes kandoor bevriezen de rots laten uiteenbarsten, terwijl wateren wind stukjes steen tegen elkaar doen slaan en tot gruisvermalen.Het geheel van deze processen noemt men verwering : hetdegraderen van een gesteente tot kleine deeltjes zoals grind,zand, silt en kleideeltjes.

Wanneer water en wind deze deeltjes van hun oorspron-kelijke plaats wegsleuren en over een zekere afstand

verplaatsen spreekt men van erosie.Watermassa’s die tot rivieren samenvloeien zijndan in staat diepe geulen in het landschap uit te

schuren, terwijl winden het zand van een vlaktekunnen wegblazen.

Wanneer de kracht van water en wind weer afnemenkomt de transport-fase ten einde : bij de benedenloop vande rivier en bij de uitmonding in de zee, alsook bijafnemende snelheid van zeestromingen wordt de ladingdeeltjes weer gelost en opeengehoopt. Dat noemt mensedimentatie (fig.2)

Continentale korstOceanische korst

Fig.1 Verschuivingen van de continenten

KERN

MANTEL

klei

silt

zandland

grin

d

zees

troming

rivier

Fig.2 SedimentatieAfzetting van erosiemateriaal door een rivier

Grind : grover dan 2 mmZand : van 2 mm tot 0,062 mmSilt : van 0,062 mm tot 0,002 mmKlei : fijner dan 0,002 mm

kustlijn

Men kan zich de mantel voorstellen als een taaivloeibarehete massa, toch nog zo taai als bijvoorbeeld een blok af-gekoelde pek.Door de hitte, afkomstig uit de kern, ontstaan in de mantelzeer trage convectiestromingen.De aardkorst, die bovenop de mantel drijft doordat zij ietslichter van samenstelling is, wordt door deze stromingenmeegesleurd. Hierdoor wordt deze in grote stukken opge-broken die als schollen hun eigen weg opdrijven.Op sommige plaatsen wordt de korst opengescheurd enuiteengereten. Waar zulke scheur voorkomt welt de on-derliggende mantel naar boven. Deze koelt dan af, stolt,en doet alzo de twee zich van elkaar verwijderende schol-len weer aangroeien. De snelheid waarmee de platen al-dus bewegen, varieert meestal van 1 tot 10 cm/jaar.Omdat men dit soort verschijnselen meestal in het middenvan de oceanen aantreft, wordt de op deze wijze ontstanekorst oceanisch genoemd.Op andere plaatsen daarentegen worden stukken aardkorsttegen mekaar aan gestuwd. Uiteindelijk zal de korst al-daar wel doorknappen.Meestal is het dan zo dat een van de twee schollen onderde andere duikt en weer de mantel ingeduwd wordt : een

Page 4: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf

2

Dit is echter een gradueel proces : bij afnemende snelheidvallen eerst de grootste en zwaarste deeltjes op de bodem,daarna de iets kleinere en lichtere tot uiteindelijk de aller-fijnste deeltjes afgezet worden. Zo een vers pakket afge-zette deeltjes noemt men een sediment.Het spreekt ook vanzelf dat de fijnste deeltjes veel verderkunnen vervoerd worden dan de grotere. Traag stromendwater kan alleen maar zeer fijne kleideeltjes transporte-ren.Omgekeerd kan uit de korrelgrootte van een sediment ookde stroomsnelheid van het water of de wind ten tijde vande afzetting ingeschat worden.Erosie en sedimentatie beïnvloeden echter ook het zeepeilzelf. Continenten worden afgebroken en de uiteindelijkerustplaats van het afbraakmateriaal is de zee. Het puin vultde oceanen op. Daardoor stijgt het zeepeil en wordt hetland geleidelijk overspoeld: een transgressie. Continentendoorlopen dus een cyclus: ze worden gevormd, opgehoogd,afgebroken en afgevlakt, en verdwijnen weer onder water.Tot alles weer herbegint.De ouderdom van de aarde, met haar voortdurend veran-derend oppervlak, wordt op zowat 4,5 miljard jaar geschat.De beschreven processen veroorzaakten de opeenvolgingvan een hele reeks gebeurtenissen. Soms overstroomdende zeeën grote stukken continent, transgressies genaamd,soms trokken de zeeën zich terug, zelfs uit gebieden dienu wel door zeeën bedekt zijn, regressies.Op andere momenten botsten continenten tegen elkaar enwerden er gebergten gevormd of werd het oppervlak metvulkanische gesteenten bedekt. Dit alles met een grootaantal varianten in verloop en opeenvolging.Door het bestuderen van de gesteenten en hun opeenvol-ging kunnen geologen een geschiedenis van de aarde schrij-ven. Deze wordt dan in een aantal tijdvakken onderver-deeld. Uit het voorkomen en de verbreiding van bepaaldegesteenten, zoals sedimenten, proberen zij de plaatselijkeaardgeschiedenis te begrijpen en te reconstrueren. Het komter dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. Een landkaart die het land-schap uit vroegere tijden afbeeldt noemt men eenpaleogeografische kaart.Om te weten tijdens welk tijdvak een sediment gevormdwerd, dient de ouderdom ervan bepaald te worden. Meestalis de geoloog niet geïnteresseerd in absolute jaartallen maarwil hij slechts weten welk tijdvak aan de afzetting van eenbepaald sediment voorafging en welk tijdvak er op volgde.Dergelijke ouderdomsbepaling noemt men relatief, integenstelling tot absoluut.Een jongere laag sedimenten ligt steeds bovenop een an-dere laag.Er wordt dus een studie gemaakt van de opeenvolging vande verschillende lagen, te beginnen met de onderste,tegelijkertijd ook de oudste.De discipline die zich hiermee bezighoudt noemt men destratigrafie, van het Latijn stratum = laag.De ouderdom van een laag wordt aan de hand van fossie-len bepaald. Fossielen zijn de restanten van dieren en plan-ten die tijdens de afzetting van een laag mee tussen dezandkorrels of kleideeltjes begraven werden.

Uit de evolutieleer van Darwin volgt dat het voorkomenvan dieren en planten in de geologische tijd een strikt pa-troon volgt. Sommige soorten hebben slechts relatief kortetijd bestaan. Zo zijn er voor elk tijdvak wel plant- en dier-soorten te vinden die zeer karakteristiek voor dat tijdvakzijn. Hierdoor kan men een preciese evolutieve opeenvol-ging in de tijd opstellenEen grondige studie van de biologische inhoud van eenlaag geeft dan een relatieve ouderdomsbepaling binnendeze opeenvolging.Een chronologische rangschikking van de sedimentlagennoemt men logischerwijze een chrono-stratigrafie.Dit wordt dan in de praktijk voorgesteld als een chrono-stratigrafisch tabel of kolom. Deze wordt georganiseerdmet afdelingen en onderafdelingen waarvan de namen doorgeologen heel courant gebruikt worden (fig.3).Hierna zullen we de geologische geschiedenis van Vlaan-deren snel overlopen. Slechts de meest relevante gebeur-tenissen worden bondig aangehaald .De nummers vooraan de alinea’s verwijzen naar de geolo-gische tijdvakken in de chrono-stratigrafische kolom.

Page 5: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf

3

65.0

58.0

61.0

49.0

37.0

54.8

41.2

33.6

28.4

23.8

1.77

5.4

Fig.3 Chronostratigafie (in miljoenen jaren)

Laat

Laat

Laat

Vroeg

Vroeg

Vroeg

Midden

KRIJT

JURA

TRIAS

PERM

CAMBRIUM

ORDOVICIUM

SILUUR

DEVOON

CARBOON

PALE

OZ

OIC

UM

ME

SO

ZO

ICU

MC

EN

OZ

OIC

UM

500

400

350

300

250

200

150

100

450

65

50

40

30

20

10

0

60

Laat OLIGOCEEN

Vroeg OLIGOCEEN

Laat EOCEEN

Midden EOCEEN

Midden PALEOCEEN

Vroeg PALEOCEEN

Laat PALEOCEEN

Midden MIOCEEN

Vroeg MIOCEEN

Laat MIOCEEN

Laatste EOCEEN

Vroeg EOCEEN

NEOGEENT

ER

TIA

IR

PALEOGEEN

PLIOCEEN

QUARTAIR

Oud

erdo

m10

6 ja

arOuderdom106 jaar

1.

Tekstnummer

12.

11.

13 tot 16.

2.

3.

4.

6.

7.

8.

9.

10.

5.

Page 6: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf

4

B. Geologische geschiedenis vanVlaanderen

Continenten in bewegingOm de oudste geologische geschiedenis van Vlaanderente begrijpen moet men het geheel op een wereldschaalbekijken, in een periode waarin dit continent nog maargedeeltelijk in vorming was. Belangrijk is in te zien dat decontinenten van toen niet dezelfde waren als de huidige.Het huidige Europa is een amalgaam van stukken van vroe-gere continenten die bij botsingen aan mekaar zijn blijvenhangen.De verschuivingen van de continenten zijn in dit stadiumhet meest in het oog springende mechanisme (fig. 4).Zowat 500 miljoen jaar geleden, bij het begin van hetOrdovicium werden een aantal continenten naar mekaartoe gedreven :Baltica, dat grofweg met Noord-Europa overeenkomt.Laurentia, dat terreinen bevatte die men nu als oostelijkCanada zou herkennen (St. Laurens-rivier).Deze twee continenten stevenden in een oostwest richtingop een botsing af.Heel ver zuidwaarts bestond er een reusachtig continent,Gondwana genaamd, dat o.a. het huidige Zuid-Amerikaen Afrika alsook een deel van Zuid-Europa (Frankrijk,Iberisch schiereiland) omvatte.Hiervan was even voordien een stuk afgebroken, Avaloniagenoemd, dat snel in noordelijke richting dreef.

Op dit mini-continent bevinden zich de landmassa’s diewe nu Zuid-Ierland, Engeland en Benelux noemen.

In de loop van het Siluur-tijdvak botsten Avalonia, Balticaen Laurentia tegen mekaar aan.Avalonia werd echter op grote afstand door Gondwanagevolgd.Daarbij gleed de oceanische korst tussen Gondwana enAvalonia onder deze laatste door. Met als gevolg dat dezuidelijke helft van Avalonia sterk samengedrukt en ge-plooid werd (fig. 5).Dit gaf dan het ontstaan aan een gebergte dat zich vanonze provincie Brabant tot het Engelse East-Anglia uit-strekte : het “Massief van Brabant”. Het gebeuren zelfnoemen de geologen de “Caledonische plooiing”.Wanneer een oceanische korst onder een continent doorweer naar het binnenste van de aarde glijdt, komt dezeweer in de hete mantel terecht en gaat zij weer aan hetsmelten. De aldus nieuw gevormde vloeibare massa wordtonder de hoge druk door barsten in het continent naar deoppervlakte gestuwd. De aldus tijdens de Caledonischeplooiing gevormde vulkanische gesteenten kan men zienbij Quenast en Lessines in Wallonië: onze vertrouwde kas-seien. Ook in de ondergrond van Oost- en West-Vlaande-ren komen dergelijke vulkanische gesteenten voor.

Gedurende het Vroeg-Devoon tijdperk blijft dit Massiefvan Brabant als gebergte bestaan. Het stak blijkbaar bo-ven de zee uit want al die tijd werden er geen nieuwe sedi-menten afgezet. Integendeel, het gebergte stond nu hevig

1.

Tornquist zee

Rheïsche oceaan

Rheïsche oceaan

Fig.4 De Caledonische plooiingsfaseContinentverschuivingen tijdens het Ordovicium en het Siluur

LAURENTIA

BALTICA

AVALONIA

GONDWANA

LAURENTIA

BALTICA

AVALONIA

GONDWANA

500 miljoen jaar geledenORDOVICIUM

400 miljoen jaar geledenSILUUR

lape

tus

ocea

an

2.

3.

Page 7: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf

5

??

?

?

NoordBALTICA

AVALONIAZuidGONDWANA

Fig.5 Het massief van BrabantOntstaan van het Massief van Brabant tijdens de Caledonische plooiingsfase

AVALONIA

Zuid Noord

500 miljoen jaar geleden: ORDOVICIUM

400 miljoen jaar geleden: SILUUR

Continentale korstOceanische korst

BALTICAGONDWANAMASSIEF VAN BRABANT

Mantel

Mantel

6.

aan erosie blootgesteld. Er werd alleen maar materiaal af-gevoerd.Door het opvullen van de oceaan steeg het zeepeil lang-zaam.

Vanaf het Midden-Devoon kwamen de flanken van hetgebergte opnieuw onder zeewater te liggen.In deze omliggende bekkens werd nu het erosiemateriaalvan het gebergte als sedimenten neergezet.De bekkens werden alzo opgevuld met sedimenten vanhet Midden-Devoon, Laat-Devoon, Vroeg-Carboon enLaat-Carboon.De verspreiding van deze sedimenten is in fig. 6 afgebeeld.

Tijdens het Laat-Carboon gebeurt er wel iets bijzonders.In fig. 4 zagen we hoe het Gondwana-continent langzaamnaar Avalonia toegleed. In de loop van het Carboon-tijd-perk botsten de twee tegen mekaar aan.Hierdoor werden de Ardennen samen met andere gebie-den ten zuiden en ten oosten van België sterk opgeplooid.Deze tweede gebergtevorming noemt men de Hercynischeplooiing. (fig. 7).De nieuwe gebergtes produceerden op de duur opnieuwgrote hoeveelheden puin welke in de bekkens rondom hetMassief van Brabant afgezet werden. Door deze opvullingwerd de zee gestaag teruggedreven. De verlanding hieldechter min of meer gelijke tred met de langzame verzakkingvan de bekkens. Door het samendrukkingsregime tussende gebergtes werden deze plooitroggen immers langzaamverder uitgediept.Op deze wijze ontstonden er reusachtige moerasgebiedenmet een overvloedige evenaarsplantengroei.

Bemerk op de paleogeografische kaart in hoeverre hetMassief van Brabant ondertussen reeds onder de sedimen-ten begraven was.De afgestorven plantenresten werden onder het kalme wateren zand/klei opeengehoopt, van de lucht afgesloten zodatze niet verrotten en vergingen. Dit zouden dan veel later,door samenpersing en ontgassing, de steenkoollagen wor-den. Voor de vorming van een steenkoollaag van 1 meterdikte was een laag plantenresten van wel 25 meter nodig.Door herhaaldelijke moeras-vorming en onderdompelingwerd op deze wijze een meer dan 2000 meter dik pakketvan sedimenten en steenkoollagen afgezet.Fig. 6 verklaart dus eveneens de geografische versprei-ding van de steenkoolbekkens van de Kempen, Luik, Cen-trum, Borinage en Noord-Frankrijk.

Een 280 miljoen jaar geleden, bij het aanbreken van hetPerm-tijdperk waren dan zowat alle grote continenten te-gen mekaar aan gebotst en vormden ze een groot super-continent, Pangea genoemd. Als gevolg van al de resulte-rende gebergtevormingen kwamen grote delen van West-Europa boven de zeespiegel te liggen.Zelfs in Noord-Nederland en Noord-Duitsland droogdede voorloper van de moderne Noordzee verscheidenemalen uit. Getuigen de dikke zoutafzettingen aldaar. Bel-gië bleef al die tijd boven het zeeniveau uitsteken. In Bel-gië komen daarom nauwelijks gesteenten van deze ouder-dom voor. (fig. 8).Deze toestand hield tot aan het Jura-tijdperk aan. Het con-tinent was dan alweer danig afgevlakt en de zee opgevulddat het zeepeil weer ging stijgen.

4.

5.

Page 8: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf

6

Verdrinken en herrijzen

Tijdens het Laat-Krijt was de situatie alweer helemaalomgedraaid.Het super-continent Pangea was opnieuw in stukken op-gebroken. Men kon nu zelfs al van een Atlantische Oceaanspreken want de Amerika’s waren van Europa en Afrikaweggedreven, zoals ze dat op dit ogenblik nog steeds doen.Meest opvallend voor Europa was evenwel dat grote de-len ervan onder het zeeniveau gedompeld werden. Hetzeepeil stond toen 100 tot 300 m hoger dan nu het gevalis.Figuur 9 toont overduidelijk aan hoe weinig “land” er toenin West-Europa nog te vinden was.

Huidig oppervlak

Boven-CarboonOnder-CarboonMidden- en Boven-DevoonCambrium-Ordovicium-Siluur

MASSIEFVAN

BRABANT

MASSIEFVAN

BRABANT

ZW

NO

ZW NO

Fig.6 De Paleozoïsche gesteentenVoorkomen van de Paleozoïsche gesteenten rond het Massief van Brabant. In Vlaanderen werden deze gesteenten in het Bekken van de Kempen afgezet. Ze bereiken er een maximale dikte van 4000 m.

Vroeger erosie opperVroeger erosie oppervlakvlakVroeger erosie oppervlak

MOERASGEBIEDEN

Fig.7 Paleogeografie tijdens het Laat-Carboon

MASSIEF MASSIEF VAN AN BRABANTBRABANT

HERCYNISCHE GEBERGTEN

MASSIEF VAN BRABANT

Als er weinig land boven water uitsteekt kan er ook wei-nig geërodeerd worden en wordt er dus ook weinig erosie-materiaal in zee afgezet.In dergelijk helder zeewater, en onder tropische temperatu-ren, gedijen aardig wat microscopisch kleine diertjes meteen kalkskelet.Na het afsterven van de diertjes blijft slechts het kalkske-let over.Deze vallen dan op de zeebodem. Op deze wijze werdenin onze streken tientallen meters dikke krijtlagen afgezet.Vandaar de naam van het tijdperk.Dit krijt komt overal in de Vlaamse ondergrond en erbuitenvoor, van Dover en Calais tot Nederlands Limburg waarhet opnieuw aan de oppervlakte ontsloten is.Zelfs de afgeslepen restanten van het Massief van Brabantwerden er door bedekt.Het Cenozoïcum dat hierop volgt, zowat 65 miljoen jaargeleden, vormt de overgangsperiode van de situatie in hetKrijt naar het continent Europa zoals wij dat nu kennen.De totstandkoming ervan geschiedt echter niet in rechtelijn. Ze gaat gepaard met een groot aantal schommelingen,herhaaldelijk trekt de zee zich terug en herovert ze daarnaweer het land : drie stappen achterwaarts en twee vooruit.Het is echter evenzeer een kwestie van locale verzakkin-gen of oprijzingen van de aardkorst: het resultaat van hetopnieuw aandrukken van Afrika tegen Europa waardoorde Alpen en de Pyreneeën omhooggestuwd worden.We beschrijven hierna zeer kort de vanuit de aspectennuttige delfstoffen en landschapsvorming meest relevantemomenten.

7.

NOORDZEE

MASSIEF

MASSIEF VAN BRABANT

AN BRABANT RIJNSMASSIEF

ARMORICAANSMASSIEF

Fig.8 Paleogeografie tijdens het Perm

MASSIEF VAN BRABANT

Tijdens het Vroeg-Eoceen zijn er al belangrijke stukkenvan West-Europa boven de zeespiegel komen te liggenzodat er zich een binnenzee heeft gevormd, de aanzet naarde huidige Noordzee (fig. 10).Een brede golf reikte in zuidelijke richting op zeker ogen-blik tot de streek van Parijs. Heel het westelijk deel vanBelgië maakte toen deel uit van een relatief kalme zee.De omringende landmassa’s werden tijdens het Trias enJura al dermate door erosie afgevlakt dat nog maar zeerweinig grof materiaal naar zee werd afgevoerd.De bodem ervan werd daarom hoofdzakelijk bedekt metklei en zandige klei. De kleilagen konden een dikte vanwel 100 meter bereiken. Het is de bekende klei van Ieper,die in het Kortrijkse een belangrijke baksteenindustrie heeftdoen ontstaan.

8.

Page 9: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf

7

Deze kleilagen komen nu in bijna heel de zuidelijke helftvan de provincies Oost- en West-Vlaanderen aan de op-pervlakte voor.Ten oosten van Brussel zijn de kleilagen echter veel dun-ner en bevatten ze veel meer zand omwille van de nabij-heid van de toenmalige kustlijn aldaar.Aan het einde van deze periode wordt de verderezeespiegeldaling in onze contreien vertaald door de komstvan een andere soort sedimenten : geen kleien meer, maarveel zand.

De geulen werden daarna met grove zanden opgevuld.Dat er wel degelijk rivieren in de buurt waren wordt aange-toond door het feit dat men in de zanden ook plantenrestenzoals stukken hout en vruchten van tropische boomsoor-ten heeft aangetroffen.Plaatselijk bevat dit zand ook veel kalk. Dat is dan afkom-stig van de Krijtlagen die toen her en der aan de oppervlaktevan het continent voorkwamen en geërodeerd werden.Die kalk deed het zand soms aaneenkitten tot zandsteen,die in vorige eeuwen als bouwsteen gebruikt werd.Het hele geulensysteem komt nu in Brabant tussen Brus-sel en Tienen, aan het oppervlak voor.Geologen noemen deze sedimenten de “Zanden van Brus-sel”.Ze worden vaak als metselzand gewonnen.

Na het Midden-Eoceen begon de zee weer opnieuw aaneen transgressiefase : langzaam maar zeker werd het con-tinent weer overspoeld. Dat blijkt ook uit de sedimenten :er werd geen grof zand meer afgezet, wel zeer fijnkorreligezanden, af en toe wat klei.

Tijdens het Vroeg-Oligoceen was het dan weer zover. Zelfseen deel van de Ardennen was ondergedompeld. (fig. 12).De aanvoer van erosiemateriaal naar Vlaanderen, werd opeen laag pitje teruggedraaid : slechts kleideeltjes kondendoor het zeewater nog meegedragen worden.Het grootste deel van Vlaanderen werd dan met een klei-laag bedekt. Deze kon tot 40 m dik zijn.Het is de bekende klei van Boom, die in de Rupelstreek enhet Waasland als een lange strook aan het oppervlak voor-

Fig.9 Paleogeografie tijdens het Laat-Krijt

NOORDZEENOORDZEEBEKKEN BEKKEN

BEKKENVAN PARIJS

RIJNSMASSIEF

AR

MO

RIC

AA

NS

MA

SS

IEF

NOORDZEEBEKKEN

NOORDZEE

Fig10. Paleogeografie tijdens het Vroeg-Eoceen

BOHEEMS-RIJNSMASSIEF

ARMORICAANSMASSIEF

Bij het aanbreken van het Midden-Eoceen tijdvak ontstonder net ten zuiden van ons land, van de Ardennen overNoord-Frankrijk tot Engeland, een landrug, niet alleen alsgevolg van zeespiegeldaling maar ook door een localeopheffing van het continent.De opheffing van deze rug was zo belangrijk dat zelfs deveel vroeger afgezette krijtlagen plaatselijk flink wat bo-ven de zeespiegel kwamen uitsteken zoals dat nu nog steedshet geval is bij Calais en Dover (fig. 11).De Noordzee moet op dat ogenblik ook een open zee ge-worden zijn want er kwamen vrij sterke zeestromingen invoor. Daardoor konden langsheen de toenmalige Vlaamsekust grote massa’s middelmatig en soms grof zand aange-voerd worden.Ter hoogte van Waals Brabant was er bovendien een zee-inham waarin een of meerdere rivieren uitmondden, zo-wat te vergelijken met het huidige Zeeuwse Delta-gebied.De sterke getijdestromingen schuurden er brede zuid-zuidwest -noordnoordoost verlopende geulen uit.

9.

BOHEEMSMASSIEF

Fig. 11 Paleogeografie tijdens het Midden-Eoceen

NOORDZEE NOORDZEE

RIJNSMASSIEF

ARMORICAANSMASSIEF

LANDR

LANDRUGUG

LANDRUG

NOORDZEE

Fig.12 Paleogeografie tijdens het Vroeg-Oligoceen

BOHEEMSMASSIEF

RIJNSMASSIEF

ARMORICAANSMASSIEF

NOORDZEE

EIFEL

10.

Page 10: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf

8

komt en aldaar een tweede centrum van baksteenindustrieheeft doen ontstaan.De kleilaag komt eveneens in Zuid-Limburg aan het op-pervlak, maar daar is zij veel dunner en zandiger ten ge-volge van de nabijheid van het boven water uitstekendeEifelgebergte, net ten oosten van België.De locale opheffing van het continent die tijdens het Mid-den- Eoceen een landrug had doen ontstaan zette zich nogsteeds verder zodat in periodes van lage zeespiegelstandenzelfs het zuidelijkste deel van de provincies Oost- en West-Vlaanderen weer boven water kwam.Als resultaat daarvan werd de kustlijn steeds verder naarhet noorden opgeschoven.Zo brak er na de afzetting van de klei van Boom een pe-riode van regressie aan waarbij vrijwel geheel Vlaanderendroog kwam te liggen. Er werden dus lange tijd geennieuwe sedimenten meer afgezet. Integendeel, er trad zelfserosie op.Slechts in het noorden van het land, ten noorden van delijn Durme-Rupel-Dijle-Demer werden van tijd tot tijd nogzanden afgezet.Het wordt nu duidelijk dat hoe meer men zich in Vlaande-ren noordwaarts begeeft, men steeds jongere lagen aan-treft.

De erosie tijdens het Midden-Mioceen was zelfs in staateen bijzonder diepe en brede geul uit te schuren in de kleivan Boom, die op dat moment op vele plaatsen aan hetoppervlak lag. Deze geul verliep in noordoost-zuidwestrichting en is nu te vervolgen van Leuven over Aarschoten Diest naar Tessenderlo. Hij was wel zeker vijftien kilo-meters breed. Nabij Leuven kan men zelfs zien dat de geuldwars doorheen de Boomse klei tot op de onderliggendezandlagen ingesneden werd: de klei is aldaar helemaalverdwenen.

Tijdens het Laat-Mioceen komt er een einde aan deze pe-riode en stijgt de zeespiegel opnieuw, heel Vlaanderen raaktvoor een laatste maal weer door de zee overspoeld.

zanden die buiten de geul werden afgezet waren heel watfijner.Deze zanden in kwestie noemen de geologen nu de “zan-den van Diest”.Het bijzondere aan dit zand is dat het relatief veel ijzerbevat. De verwering waaraan het later werd blootgestelddeed dit ijzer oxideren en de “roest” die aldus ontstonddeed het zand tot ijzerzandsteen aaneenkitten.Deze ijzerzandstenen boden veel meer weerstand aan delatere erosie zodat ze nu nog steeds in het landschap alskenmerkend langwerpige heuvels te zien zijn. Dit is deverklaring voor het heuvelig karakter van het Hageland,de Vlaamse Ardennen en de westelijke verlenging van dezeheuvelrij zoals de Kemmelberg, en Kasselberg en Kats-berg e.a. in Frans Vlaanderen. Hun vorm en verspreidingtoont aan dat het wel degelijk om zandbanken gaat, te ver-gelijken met de Vlaamse banken die nu onze kustwaterenvoor de zeevaart onveilig maken.Aan het einde van deze fase trok de zee zich helemaalterug naar het noorden. De opheffing van het Massief vanBrabant die tijdens het Eoceen begonnen was ging im-mers nog steeds verder. Hierdoor werd Vlaanderen a.h.w.naar het noorden toe omgekanteld. Nederland daarente-gen ging de dieperik in, zodat de Noordzee aldaar nog eenbrede golf overhield.Een geschematiseerde noordoost-zuidwest dwarsdoor-snede doorheen Vlaanderen (fig. 14) toont de wijze waaropTertiaire en daaropvolgende sedimenten als gevolg vandeze bewegingen op elkaar gestapeld werden.

Naar het huidig landschapHierna begon dan wat men het Quartair noemt en dat vol-gens internationale overeenkomst 1,6 miljoen jaar gele-den begon. Dit meest recente tijdvak wordt gekenmerktdoor het optreden van een aantal koude periodes, “ijstij-den” genoemd. Dit is niet de eerste maal dat zoiets in degeschiedenis van de aarde voorkomt, maar omdat ze zorecent gebeurd zijn vinden we er veel meer sporen vanterug. Eigenlijk zitten we er nog volop in. Geologisch ge-sproken bevinden we ons nu tussen twee ijstijden in.Aan het begin van het Quartair lag nog slechts het noorde-

lijk deel van de provincie Antwerpen in de greep van dezee. Het water was er echter ondiep en het gebied moetmet de huidige omgeving van de Wadden-eilanden inNederland vergelijkbaar geweest zijn.Er werd alleen maar zeer fijn materiaal afgezet zoals

fijne zanden, maar plaatselijk ook een kleilaag. Dedikte van deze laatste overtrof nooit de 8 meter. Tochwas dit voldoende om in de AntwerpseNoorderkempen nog een derde centrum van baksteen-

industrie te doen opbloeien.Tot nu toe hadden we in dit overzicht steeds met afzettingvan sedimenten in zee te maken. Nu Vlaanderen geheelboven de zeespiegel was komen te liggen, kwam daar ui-teraard verandering in.

Zo een 600.000 jaar geleden viel er dan in Limburg eenheel ander type afzetting waar te nemen : sedimentatie doorrivieren op het land zelf.In België waren immers de Ardennen in de loop van detweede helft van het Tertiair tot een laaggebergte uit de

11.

12.

0 10 20 30 40 50 km

B

G

A

HD

T

L

M

A

D

K O

Fig. 13 Diestiaan heuvels

Getuigenheuvels van de Zanden van DiestMeest zuidelijke kustlijn ten tijde van het Laat-Mioceen

Waarschijnlijk bestond er op dit ogenblik reeds een verbin-ding tussen de Noordzee en de Atlantische Oceaan, eenvoorloper van het huidige Nauw van Calais. Langsheende toenmalige kusten kwamen immers zeer sterkegetijdestromingen voor. Dit valt af te leiden uit het vrijgrove karakter van de omvangrijke zanden waarmee dezonet vermelde geul geheel werd opgevuld. Ook in deomgeving van Ronse en ten zuiden van Poperinge wordennog sporen van dit zand waargenomen. Figuur 13 toonthoe de kustlijn toen ongeveer moet gelegen hebben. De

13

14

Page 11: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf

9

zee opgerezen. Maar ook wat verderop werden de Alpentot hun huidige hoogtes opgestuwd. Iets meer dichterbijwaren de Vogezen en het Zwarte Woud gebergtes met tij-dens de koudere perioden permanent besneeuwde toppengeworden.In die tijd ontsprong de Maas in de Vogezen. Thans is datniet meer het geval omdat de bovenloop van de Maas opeen gegeven ogenblik een andere bedding is gaan volgenen via de Moezel is gaan afwateren.Maar toen Ardennen en Vogezen nog wat hoger waren dannu kreeg de Maas ontzaglijke hoeveelheden afbraak-materiaal van deze gebergten te vervoeren. De Rijn deeddat ook. (fig 15).Soms brachten zij zelfs rotsblokken van bijna een kubiekemeter groot mee. Deze werden als blinde passagiers, in-gevroren in ijsschotsen, uit de Vogezen meegevoerd. Bijhet smelten van dat drijfijs komen die dan vrij en vallenop de bodem.Maas en Rijn mondden toen niet afzonderlijk in zee uitmaar vloeiden ergens in de noordelijke helft van BelgischLimburg samen. Aan het eind van hun tocht door de ge-bergten gingen zij dan trager stromen waardoor zij, vanafMaastricht noordwaarts, in een brede waaier dikke pak-ketten grof zand en grind gingen afzetten. De totale diktebedroeg soms wel 20 m.Dit grind zou later beter weerstand bieden aan de erosiezodat we dit nu als het “Kempisch plateau” in het reliëfzien uitsteken.Al dit grof materiaal is zeer waardevol voor de betonnijver-heid.

Tijdens de ijstijden nam het volume van de ijskappen aande polen en elders zeer sterk toe. Zo lag ook heel Scandi-navië onder het ijs bedolven. Tijdens de voorlaatste ijs-tijd, een goede 200.000 jaar geleden, reikte het ijs zelfstot in de buurt van Amsterdam.Al dat water, opgeslagen als ijs, werd echter aan de oceaanonttrokken. Hierdoor daalde de zeespiegel drastisch enstond op het koudste moment tot 130 m lager dan nu. HetKanaal en het grootste deel van de Noordzee kwamendaarom droog te liggen.Dat betekent meteen ook dat de erosie weer in werkingtrad.

Het moderne rivierstelsel van Vlaanderen, dat toenin grote lijnen reeds bestond, schuurde zijn eigenvalleien diep in. (fig. 16).Alle rivieren waterden in westelijke richting af.De Beneden-Schelde, vanaf Rupelmonde, bestondtoen nog niet.Aldus ontstond een groot langwerpig dal met eenoost-west hoofdas, 10 tot 20 km breed, en eensterke verbreding tot 40 km ten noordwesten vanGent. Het geheel wordt de “Vlaamse Vallei” ge-noemd.Aan het einde van deze ijstijd, 100.000 jaar gele-den, smolten de ijskappen en steeg het peil van dezee tot meer normale hoogtes. De zee drong toeneen heel eind deze Vlaamse vallei binnen, tot aande mondingen van Dender en Zenne en tot bijnain Mechelen.Waarop dan vervolgens de vallei ten dele met zand

en enkele dunne kleilaagjes werd opgevuld, met een maxi-male dikte van 30 m.

Nadat de zee zich weer uit de Vlaamse vallei had terugge-trokken hervatte de erosie weer haar eeuwige werk om hetreliëf te nivelleren. Rivierdalen werden weer opgevuld metmateriaal uit de tussenliggende gebieden. Op sommigeplaatsen werd dit materiaal in de vorm van puinkegels inde vallei neergestort.

De zwaarbeladen rivieren verstopten hun eigen beddin-gen, totdat zowat 10.000 jaar geleden het water via deBeneden-Schelde een nieuwe uitweg naar zee vond.Ook de wind speelde in Vlaanderen een geologische rol.Omwille van de sterk uitgebreide ijskappen heerste inNoord-Europa een permanent gebied van hoge druk. Dedaaruit resulterende sterke noordwest-winden hadden vrijspel op het tijdens de ijstijden droogliggende kale Noord-zeegebied. Zij konden daardoor grote massa’s fijn zandwegblazen en Vlaanderen onder soms 2 meter dikke laagdekzand bedekken. Nog fijnere deeltjes konden nog ver-der weggeblazen worden. Deze vinden we nu in de zuide-lijke delen van Vlaanderen als leem terug.Tot aan het begin van onze tijdrekening had de zee nogvrij spel in de huidige Polderstreek. Het moet er als eenwadden-gebied hebben uitgezien, dat langzaam met zanden klei werd opgevuld. Tot uiteindelijk de mens de zeedoor middel van dijken de deur wees.

quartairmioceen en plioceenoligoceeneoceenpaleoceen

Kor

trijk

Oud

enaa

rde

Bru

ssel

Ant

wer

pen

Turn

hout

ZW NO

krijtboven-carboononder-carboonmidden- en boven-devoonmassief van Brabant(cambrium - ordovicium - siluur)

Fig. 14 Geologie van VlaanderenSchematische NO - ZW dwarsdoorsnede

Aal

st

BrusselHasselt

ReimsNancy

Mainz

Strassbourg

Eifel

Westerwald

Ardennen

NederlandDuitsland

België

Frankrijk

LuxLuxem-em-bburgurg

Noordzee

Maas

Rijn

Fig. 15 Maas en Rijn600.000 jaar geleden

Vogezen Zwarte woud

Luxem-burg

15.

16.

Page 12: een schets - Ik doorgrond Vlaanderen · verplaatsen spreekt men van erosie. ... er dan op aan te achterhalen waar zich de vroegere kust-lijn bevond en hoe ze verliep. ... Dit gaf

10

10.000 jaar geleden

100.000 jaar geleden

200.000 jaar geleden

Het binnendringen van de zee, met afzetting van klei en zand

in de grote vallei.

Insnijding van de rivierdalen.

Het oude rivierstelsel watert naar het westen af.

De zee trekt zich terug uit de gedeeltelijk opgevulde vallei.

Dalen worden verder opgevuld : zie puinkegels.

Het rivierstelsel watert via de jonge Schelde af

Fig. 16

LeuvenVilvoorde

LierKleine Nete

Demer

Kempischplateau

ScheldeKemmelbergIjze

r

leie

Zenn

eDende

r

Vlaamse

Ardennen

Dijl

e

Hageland

Grote

Nete