een lessenpakket voor het lager onderwijs

32
Spoor ZeS Kipdorp 30 | 2000 Antwerpen [ Tel.] 03-231 07 95 [ Fax ] 03-232 51 62 [ Email ] [email protected] [ Site ] www.spoorzes.be In samenwerking met: LESPAKKET NAAR AANLEIDING VAN DE DAG VAN DE JEUGDBEWEGING JEUGDBEWEGING IN DE KLAS Duur 50 minuten (één lesuur) (zonder spelactiviteit) Doelgroep lager onderwijs (onderbouw/bovenbouw) Materiaal Handleiding Een laptop of klascomputer met boxen om het geluidsfragment af te spelen. De geluidsfragmenten gedownload van dagvandejeugdbeweging.be of spoorzesindeklas.be Bijlage 1: Talentenlijst (voor de leerkracht) Bijlage 2: Talentenlijst Kaartjes (afhankelijk van de klasgrootte voldoende keren gekopieerd) Bijlage 3: Activiteitenlijst (voor de leerkracht) Bijlage 4: Stellingen en Antwoorden (voor de leerkracht) Bijlage 5: Werkblad onderbouw (gekopieerd voor alle leerlingen van de onderbouw) Bijlage 6: Werkblad bovenbouw (gekopieerd voor alle leerlingen van de bovenbouw) Bijlage 7: Spelfiches (voor de leerkracht) Bijlage 8: Achtergrondfiche Jeugdbewegingen (voor de leerkracht) Mogelijke voortaak (naar aanleiding van Dag van de Jeugdbeweging): jeugdbewegingskleren aantrekken Eindtermen (lager onderwijs en buso) Dit lespakket sluit aan bij de leergebiedoverschrijdende eindtermen, nl. de sociale vaardigheden (1.1; 1.2; 1.7 en 3), en bij Wereldoriëntatie - Mens (3.1; 3.3; 3.7 en 4.8). Lesdoelen Algemeen: Het doel van dit lessenpakket is om álle kinderen te laten kennismaken met de vrijetijdsbesteding ‘jeugdbeweging’. De motivatie voor dit lessenpakket is dat de jeugdbeweging een methodiek is die elk kind heel wat extra ontwikkelingskansen kan geven. Door op school een kennismaking te organiseren in het kader van de Dag van de Jeugdbeweging ontdekken ook leerlingen die de jeugdbeweging niet van thuis uit kennen wat dat hen kan bieden. De leerlingen verwoorden hun talenten. De leerlingen ontdekken dat in de jeugdbeweging veel verschillende talenten aangesproken worden. De leerlingen ontdekken dat een groep vormen een belangrijk element van de jeugdbeweging is. De leerlingen leren de kenmerken en de meerwaarde van de jeugdbeweging kennen. De leerlingen maken kennis met de jeugdbewegingen in hun buurt. De leerlingen ontdekken dat jeugdbewegingen veel gemeen hebben. De leerlingen verwoorden de talenten van hun medeleerlingen. (bovenbouw) Voorbereiding Leg contact met de jeugdbewegingen in je buurt. Vraag hen of ze willen langskomen in de klas om zich voor te stellen. Overloop met hen de bedoeling van de les. Ken je de jeugdbewegingen niet helemaal? Neem dan de achtergrondfiche in bijlage 8 door. Op dagvandejeugdbeweging.be kun je doorklikken naar de verschillende organisaties en zo informatie verzamelen. Als er maar weinig kinderen lid zijn van zo’n organisatie kun je via die site ook op zoek naar beeldmateriaal over wat een jeugdbeweging is. Voeg op de achterkant van het werkblad contactgegevens toe van de lokale jeugdbewegingen voor je het afprint en kopieert. Zo vinden de kinderen én hun ouders de weg naar de leiding. Je vindt die gegevens bij de jeugddienst (of op de website) van je gemeente. Differentiatie Differentieer je les naar: De jeugdbewegingen in je buurt. De kinderen in je klas: kennen veel kinderen de jeugdbeweging of is dat voor hen een relatief onbekend fenomeen? Differentiatie is mogelijk door bijvoorbeeld die stellingen er uit te lichten die belangrijk zijn voor de context van je klas. Als er bv. geen enkele leerling in de jeugdbeweging zit, is het moeilijk om vanuit hun eigen ervaringen te vertrekken (zie deel 1). Je kunt dan aan de hand van enkele foto’s vragen wat het bij hen oproept.

Transcript of een lessenpakket voor het lager onderwijs

Page 1: een lessenpakket voor het lager onderwijs

Spoor ZeS Kipdorp 30 | 2000 Antwerpen [ Tel.] 03-231 07 95 [ Fax ] 03-232 51 62 [ Email ] [email protected] [ Site ] www.spoorzes.be

In samenwerking met:

LESPAKKET NAAR AANLEIDING VAN DE DAG VAN DE JEUGDBEWEGING

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS

Duur 50 minuten (één lesuur) (zonder spelactiviteit)

Doelgroep lager onderwijs (onderbouw/bovenbouw)

Materiaal ➔ Handleiding➔ Een laptop of klascomputer met boxen om het geluidsfragment af

te spelen.➔ De geluidsfragmenten gedownload van

dagvandejeugdbeweging.be of spoorzesindeklas.be➔ Bijlage 1: Talentenlijst (voor de leerkracht)➔ Bijlage 2: Talentenlijst Kaartjes (afhankelijk van de klasgrootte

voldoende keren gekopieerd)➔ Bijlage 3: Activiteitenlijst (voor de leerkracht)➔ Bijlage 4: Stellingen en Antwoorden (voor de leerkracht)➔ Bijlage 5: Werkblad onderbouw (gekopieerd voor alle leerlingen van

de onderbouw)➔ Bijlage 6: Werkblad bovenbouw (gekopieerd voor alle leerlingen van

de bovenbouw)➔ Bijlage 7: Spelfiches (voor de leerkracht)➔ Bijlage 8: Achtergrondfiche Jeugdbewegingen (voor de leerkracht)

Mogelijke voortaak (naar aanleiding van Dag van de Jeugdbeweging): jeugdbewegingskleren aantrekken

Eindtermen (lager onderwijs en buso) Dit lespakket sluit aan bij de leergebiedoverschrijdende eindtermen, nl. de sociale vaardigheden (1.1; 1.2; 1.7 en 3), en bij Wereldoriëntatie - Mens (3.1; 3.3; 3.7 en 4.8).

Lesdoelen Algemeen: Het doel van dit lessenpakket is om álle kinderen te laten kennismaken met de vrijetijdsbesteding ‘jeugdbeweging’. De motivatie voor dit lessenpakket is dat de jeugdbeweging een methodiek is die elk kind heel wat extra ontwikkelingskansen kan geven. Door op school een kennismaking te organiseren in het kader van de Dag van de Jeugdbeweging ontdekken ook leerlingen die de jeugdbeweging niet van thuis uit kennen wat dat hen kan bieden.➔ De leerlingen verwoorden hun talenten. De

leerlingen ontdekken dat in de jeugdbeweging veel verschillende talenten aangesproken worden.

➔ De leerlingen ontdekken dat een groep vormen een belangrijk element van de jeugdbeweging is.

➔ De leerlingen leren de kenmerken en de meerwaarde van de jeugdbeweging kennen.

➔ De leerlingen maken kennis met de jeugdbewegingen in hun buurt.

➔ De leerlingen ontdekken dat jeugdbewegingen veel gemeen hebben.

➔ De leerlingen verwoorden de talenten van hun medeleerlingen. (bovenbouw)

Voorbereiding➔ Leg contact met de jeugdbewegingen in je buurt. Vraag hen of ze

willen langskomen in de klas om zich voor te stellen. Overloop met hen de bedoeling van de les.

➔ Ken je de jeugdbewegingen niet helemaal? Neem dan de achtergrondfiche in bijlage 8 door. Op dagvandejeugdbeweging.be kun je doorklikken naar de verschillende organisaties en zo informatie verzamelen. Als er maar weinig kinderen lid zijn van zo’n organisatie kun je via die site ook op zoek naar beeldmateriaal over wat een jeugdbeweging is.

➔ Voeg op de achterkant van het werkblad contactgegevens toe van de lokale jeugdbewegingen voor je het afprint en kopieert. Zo vinden de kinderen én hun ouders de weg naar de leiding. Je vindt die gegevens bij de jeugddienst (of op de website) van je gemeente.

DifferentiatieDifferentieer je les naar:➔ De jeugdbewegingen in je buurt.➔ De kinderen in je klas: kennen veel kinderen de jeugdbeweging of

is dat voor hen een relatief onbekend fenomeen?

Differentiatie is mogelijk door bijvoorbeeld die stellingen er uit te lichten die belangrijk zijn voor de context van je klas. Als er bv. geen enkele leerling in de jeugdbeweging zit, is het moeilijk om vanuit hun eigen ervaringen te vertrekken (zie deel 1). Je kunt dan aan de hand van enkele foto’s vragen wat het bij hen oproept.

Page 2: een lessenpakket voor het lager onderwijs

1 Introduceer de Dag van de Jeugdbeweging in de klas. Zijn er leerlingen die hun bewegingskleren dragen? Kunnen ze kort vertellen waarom het een speciale dag is vandaag?Op de Dag van de Jeugdbeweging kun je laten zien dat je bij een jeugdbeweging bent door je bewegingskleren aan te trekken. Het is ook de dag waarop we de nieuwsgierigheid van andere kinderen willen prikkelen en hen laten proeven van hoe het er in een jeugdbeweging aan toe gaat.

5'

2

Bijlage 1: Talentenlijst

Bijlage 2: Talentenkaartjes

Bijlage 3: Activiteitenlijst

geluidsfragement 1 en 2

Vertel de leerlingen dat je een heel bijzonder telefoontje kreeg: een paar nieuwsgierige leiders en leidsters van de jeugdbeweging willen de kinderen uit de klas graag leren kennen.

Geluidsfragment 1 waarin leiding zich voorsteltDe leiding wil graag weten wat de kinderen goed kunnen.

ONDERBOUWDe leerkracht heeft een lijst met talenten (bijlage 1). Wie kan hoog springen? Wie knutselt graag? Wie heeft een goeie zangstem? De leerkracht geeft elke keer drie talenten waaruit de leerlingen kunnen kiezen door bijvoorbeeld bij ‘hoog springen’ hun voet, bij ‘graag zingen’ hun poep en bij ‘mooi tekenen’ hun hand in de lucht te steken. De juf schrijft alle talenten die in de klas aanwezig zijn op het bord.Vervolgens neemt de leerkracht de lijst met activiteiten uit de jeugdbeweging erbij en overloopt samen met de leerlingen welke talenten op het bord gebruikt kunnen worden voor welke specifieke activiteit. Als een talent gebruikt kan worden, kan de juf het omcirkelen.

BOVENBOUWOpdracht per twee: vooraan in de klas liggen er kaartjes met vaardigheden. De kinderen kiezen telkens een kaartje voor zichzelf en een voor de partner met wie ze samenwerken. Ze wisselen van partner. Zo hebben ze vier kaartjes in handen.Vervolgens geeft de leerkracht een voorbeeld van een activiteit in een jeugdbeweging (bijlage 3). Leerlingen die denken dat hun talent daarbij van pas kan komen, steken hun kaartje in de lucht.

Geluidsfragment 2 waarin de leiding de leerlingen proficiat wenst met zóveel talent. Er wordt uitgelegd dat in de jeugdbeweging elk talent evenveel waard is en dat ieder zo zijn of haar steentje kan bijdragen. Iedereen wordt uitgenodigd om te komen meespelen: iedereen is welkom om lid te worden. Vervolgens gaan we verder ontdekken wat dat nu precies is.

15'

3

Bijlage 4: stellingen en antwoorden

ONDERBOUWRen-je-rot (stellingenspel)Ga voor deze activiteit naar buiten of naar de turnzaal, of maak gebruik van de ruimte in de klas. De leerkracht leest een stelling voor. De leerlingen moeten laten zien of ze akkoord gaan of niet. Dat doen ze door naar een van de kanten van het spelterrein, de turnzaal of de klas te lopen. Wanneer de verplaatsing te groot of de ruimte te klein is, kun je de leerlingen laten kiezen tussen bijvoorbeeld op de stoel te gaan staan of op de grond te zitten voor respectievelijk akkoord en niet akkoord.De stellingen vind je samen met een basisantwoord in de bijlage. Ga zelf op zoek naar de stellingen die volgens jou het beste passen voor de context van jouw klas.

BOVENBOUWIn de jeugdbeweging doen we dus heel wat verschillende dingen. Maar kunnen de kinderen die er lid van zijn ook eens vertellen wat dat zo bijzonder maakt? En wat weten de kinderen die niet in een jeugdbeweging zitten over wat daar allemaal gebeurt?Maak op het bord een woordweb met alle elementen die de kinderen aanbrengen.

Vervolgens spelen we ren-je-rot (stellingenspel) met de klas. Ga voor die activiteit naar buiten, naar de turnzaal of maak gebruik van de ruimte in de klas. De leerkracht leest een stelling voor. De leerlingen moeten laten zien of ze akkoord gaan of niet. Dat doen ze door naar een van de kanten van het spelterrein, de turnzaal of de klas te lopen.De stellingen vind je samen met een basisantwoord in de bijlage. Laat leerlingen die in jeugdbeweging zitten zelf proberen het antwoord te geven. Alle stellingen overlopen zal onmogelijk zijn. Gebruik daarom dingen die naar boven kwamen in het woordweb om aan te voelen welke stellingen de leerlingen belangrijk zullen vinden.

20'

4

Bijlage 5: werkblad voor de onderbouw

Bijlage 6: werkblad voor bovenbouw

ONDERBOUWDeel het werkblad uit voor de onderbouw. Hierop vinden de leerlingen de belangrijkste principes van de les. Laat hen de juiste woorden met de juiste plaatsjes verbinden. Op de achterkant is er plaats om de gegevens van de leiding van de groepen in je buurt te kopiëren.

BOVENBOUWDeel het werkblad voor de bovenbouw uit. Laat de leerlingen het woordweb aanvullen met de informatie die ze net gekregen hebben uit de stellingen (het woordweb van deel 3 is ondertussen van het bord geveegd). Laat ze bij elke arm minstens één iets opschrijven dat ze vandaag geleerd hebben. Op de achterkant is er plaats om de gegevens van de leiding van de groepen in je buurt te kopiëren.

Afsluiter (zowel onder- als bovenbouw)Stel de verschillende jeugdbewegingen in jouw buurt kort voor aan de hand van de werkblaadjes. Nog fijner is het natuurlijk als de leiding dat zelf kan doen. Vertel de klas dat ze de opdracht krijgen om hun ouders thuis iets te vertellen over de jeugdbeweging. Wat zullen ze hen vertellen?

10'

Bijlage 7: SpelfichesAls het kan, dan is het natuurlijk heel fijn als de leiding zich zelf komt voorstellen en de spelactiviteit op de speelplaats mee begeleidt. Als er geen lokale groep kan langskomen, kun je ook zelf als leerkracht aan de slag met de bijgevoegde spelfiches.

ONDERBOUW en BOVENBOUWKlasoverschrijdend (mogelijk, maar niet noodzakelijk):Wat er heel bijzonder is aan jeugdbewegingen is dat je er naar hartenlust kunt spelen. De plaatselijke leiding heeft ons uitgenodigd om een aantal spelletjes uit te proberen op de speelplaats. We vragen de leerlingen van de oudste klassen die al lid zijn om zich te verdelen over de verschillende postjes zodat zij alvast kunnen voordoen hoe het spelletje in elkaar zit.

20' tot 50' afhankelijk van de tijd

Deze les werd uitgewerkt door Ellen Van Tendeloo en Emilie Deblock van Spoor ZeS i.s.m. de cel Continuïteit en Stad van Chirojeugd Vlaanderen en de stuurgroep Dag van de Jeugdbeweging , waar de negen Vlaamse jeugdbewegingen deel van uitmaken.Eindredactie: Emilie Deblock en Daan AertsTaalcorrectie: Bart BooneLay-out: Jan Van Bostraeten

Vind meer leuke lessen voor het lager onderwijs op

SPOORZESINDEKLAS.BE

JEUGDBEWEGING

bewegingskledij

leidinggroep vormen

elke week samenkomen

spelen en activiteiten doen

vrienden maken

Page 3: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 1

JEUGDBEWEGING IN DE KLASBIJLAGE 1

JEUGDBEWEGING IN DE KLASTalentenlijst➔ Hoog springen➔ Graag zingen➔ Hard lopen➔ Mooi tekenen➔ Recht knippen➔ Fantasie gebruiken➔ Schilderen➔ Zich inleven in een personage➔ Zich verkleden➔ Zorgen voor➔ Iedereen laten meedoen➔ Uitbeelden➔ Overleggen➔ Roepen➔ Fluisteren➔ Toneelspelen➔ Samenwerken➔ Spreken voor een groep➔ Nauwkeurig werken➔ Anderen aan het lachen maken➔ Oplossingen bedenken voor problemen➔ Initiatief nemen➔ Anderen aanmoedigen➔ Weten wat ik graag doe of goed kan➔ Afspraken maken➔ Het goede voorbeeld geven➔ Tonen wat ik voel➔ Anderen helpen➔ Durven zeggen wat ik wil➔ Zorgen dat iedereen zich goed voelt➔ Graag samen spelen➔ Respect hebben voor anderen➔ Graag nieuwe mensen leren kennen➔ Enthousiast zijn➔ Eerlijk zijn➔ Oplossingen bedenken die voor iedereen goed zijn➔ Beloftes en afspraken nakomen➔ Graag nieuwe dingen ontdekken➔ Helpen➔ Durven➔ Uitleggen➔ Raadsels oplossen➔ Doorzetten – niet opgeven➔ Opruimen➔ Luisteren➔ Motiveren➔ Controleren➔ Sjorren➔ Knopen maken➔ De natuur bestuderen➔ Heel stil blijven zitten➔ Tot tien tellen met je ogen dicht➔ Je helemaal klein maken➔ Koprollen➔ Op je vingers fluiten➔ Een deuntje fluiten➔ Een stevige wandeling maken➔ Zwemmen➔ Delen

Page 4: een lessenpakket voor het lager onderwijs
Page 5: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 1

JEUGDBEWEGING IN DE KLASBIJLAGE 2

JEUGDBEWEGING IN DE KLASTalentenkaartjes

Hoog springen

Hard lopen

Recht knippen

Schilderen

Graag zingen

Mooi tekenen

Fantasie gebruiken

Zich inleven in een personage

Page 6: een lessenpakket voor het lager onderwijs
Page 7: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 2

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS

Iedereen laten meedoen

Zich verkleden

Overleggen

Fluisteren

Samenwerken

Uitbeelden

Zorgen voor

Roepen

Toneelspelen

Spreken voor een groep

Page 8: een lessenpakket voor het lager onderwijs
Page 9: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 2

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS

Oplossingen bedenken voor problemen

Nauwkeurig werken

Weten wat ik graag doe of goed kan

Het goede voorbeeld geven

Anderen helpen

Initiatief nemen Anderen aanmoedigen

Anderen aan het lachen maken

Afspraken maken

Tonen wat ik voel

Durven zeggen wat ik wil

Page 10: een lessenpakket voor het lager onderwijs
Page 11: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 2

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS

Respect hebben voor anderen

Zorgen dat iedereen zich goed voelt

Enthousiast zijn

Oplossingen bedenken die voor iedereen goed zijn

Graag nieuwe dingen ontdekken

Graag nieuwe mensen leren kennen

Graag samen spelen

Eerlijk zijn

Beloftes en afspraken nakomen

Helpen

Page 12: een lessenpakket voor het lager onderwijs
Page 13: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 2

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS

Raadsels oplossen

Durven

Opruimen

Motiveren

Sjorren

Doorzetten - niet opgeven

Uitleggen

Luisteren

Controleren

Knopen maken

Page 14: een lessenpakket voor het lager onderwijs
Page 15: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 2

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS

Tot tien tellenmet je ogen dicht

De natuur bestuderen

Koprollen

Een deuntje fluiten

Zwemmen

Je helemaal klein maken

Heel stil blijven zitten

Op je vingers fluiten

Een stevige wandeling maken

Delen

Page 16: een lessenpakket voor het lager onderwijs
Page 17: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 3

JEUGDBEWEGING IN DE KLASLijst met activiteiten uit de jeugdbewegingen➔ Spelen met je vrienden➔ Samenwerken om de uitdaging van de leiding tot een goed

einde te brengen➔ In het bos spelen➔ Knutselen met verf, klei, enz.➔ Een tent opzetten➔ Op tocht gaan en samen met de leiding je weg vinden➔ De natuur in trekken en haar verkennen➔ Een feest organiseren➔ Deelnemen aan een kringgesprek➔ Een grappige show of een leuk toneeltje in elkaar steken➔ Een goede daad doen➔ Een constructie sjorren➔ Kamperen/op kamp gaan➔ Een kampvuur maken➔ Verhalen verzinnen en vertellen➔ Je eigen eten klaarmaken➔ ....

Page 18: een lessenpakket voor het lager onderwijs
Page 19: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 4

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS

Stellingen en antwoorden MIJN JEUGDBEWEGING IS DE BESTE, DE ANDERE

ZIJN SAAI. ➔ Alle jeugdbewegingen zijn natuurlijk even tof. Maar tegelijkertijd zijn er ook wel wat verschillen tussen de

verschillende jeugdbewegingen. Omdat er zoveel verschillen zijn, is het dus mogelijk dat jij iets saai vindt maar dat iemand anders dat net tof vindt. Daarom is het goed dat je op zoek gaat naar de jeugdbeweging die het beste bij jou past.

IN EEN JEUGDBEWEGING KRIJG JE LES. ➔ Een jeugdbeweging is geen school. Je krijgt er dus ook geen les.

Je komt ernaartoe om te spelen, te knutselen en nieuwe dingen te ontdekken. Kortom, om je samen met je vrienden eens goed te amuseren en al doende dingen bij te leren. Door al dat spelen en ontdekken leer je dus wel van alles bij, maar je komt natuurlijk in de eerste plaats om samen te spelen. In de jeugdbeweging kun je je talenten ontwikkelen; je krijgt er de kans om te groeien met vallen en opstaan.

DE LEIDING WORDT BETAALD OM ACTIVITEITEN TE ORGANISEREN.

➔ De leiders en leidsters zijn jongens en meisjes die ook in de jeugdbeweging zaten, maar ondertussen oud genoeg zijn om aan andere kinderen leiding te geven. Zij worden niet betaald maar doen dit omdat ze de jeugdbeweging nog altijd heel leuk vinden.

JONGENS EN MEISJES SPELEN ALTIJD SAMEN. ➔ In veel groepen spelen jongens en meisjes samen. Maar er zijn

ook groepen die enkel voor jongens of enkel voor meisjes zijn. Zo kun je altijd kiezen of je in een gemengde groep of in een aparte jongens- of meisjesgroep wilt spelen.

Zelfs in groepen waar jongens en meisjes samen spelen, slapen ze op kamp meestal nog apart.

IN EEN JEUGDBEWEGING WORDEN SOMMIGE KINDEREN UITGESLOTEN.

➔ In de jeugdbeweging leren we juist om samen te spelen met alle kinderen. We leren verdraagzaam zijn en respect te hebben voor elkaars cultuur en elkaars eigenheid. Ook al zijn er soms verschillen, toch spelen we allemaal samen. Rijk, arm, moslim, katholiek: we spelen allemaal samen en maken heel snel nieuwe vrienden. Ook al hebben we niet allemaal dezelfde achtergrond. Als er toch problemen zijn, is er altijd de leiding om samen met de betrokken kinderen naar een oplossing te zoeken.

IN DE JEUGDBEWEGING MOET JE EEN UNIFORM DRAGEN.

➔ In de meeste jeugdbewegingen zijn er jeugdbewegingskleren, maar die zijn zeker niet overal verplicht. Zeker in de jongste afdelingen is het meestal nog niet nodig om zowel een hemd als een broek te dragen en volstaat dikwijls een T-shirt. Sommige groepen werken zelfs zonder vaste jeugdbewegingskleren.

Waarom dragen we een uniform? Het antwoord is eigenlijk best eenvoudig: als we allemaal hetzelfde aantrekken, zijn we ook echt een groep. We vormen een ploeg, zoals ook voetballers allemaal dezelfde outfit aandoen. Bovendien mogen je jeugdbewegingskleren lekker vuil worden.

OM LEIDING TE WORDEN, MOET JE EEN DIPLOMA HALEN.

➔ Om leiding te worden, moet je geen diploma behalen, al heeft veel leiding wel een cursus gevolgd die hen helpt om betere leiding te worden. De meesten hebben veel ervaring opgedaan bij hun voorgangers en tijdens de jaren dat ze zelf in de jeugdbeweging zaten. Bovendien worden ze dikwijls begeleid door een volwassene.

IN DE JEUGDBEWEGING KUN JE VEEL PLEZIER MAKEN.

➔ In de jeugdbeweging kun je inderdaad veel plezier maken met kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd als jij. Samen met de leiding beleef je elke week opnieuw een supertoffe namiddag.

TIJDENS DE ZOMERMAANDEN GAAN ALLE JEUGDBEWEGINGEN OP KAMP.

➔ De meeste jeugdbewegingen gaan tijdens de zomervakantie 6 tot 10 dagen op kamp, naargelang hoe oud je bent. We gaan dan met heel de groep op vakantie en vullen onze dagen met spelen, lekker eten, enz. Sommige groepen slapen zelfs in tenten. Meegaan op kamp is niet verplicht, maar het is wel heel leuk dus zeker het proberen waard.

IN EEN JEUGDBEWEGING SPELEN ALLE KINDEREN SAMEN, ER ZIJN GEEN APARTE GROEPJES.

➔ In de jeugdbeweging worden de kinderen onderverdeeld volgens hun leeftijd. Je zit altijd samen met kinderen die ongeveer dezelfde leeftijd hebben als jij.

In de leeftijdsgroep speelt iedereen samen. Dat wil zeggen dat iedereen meedoet aan hetzelfde spel, ook al kan de ene misschien beter lopen dan de ander en misschien is er wel iemand die niet goed hoort of ziet. In je ploeg kan iedereen toch deelnemen aan een spel. We zorgen ook voor verschillende spelen en activiteiten zodat iedereen iets vindt wat hij/zij graag doet of waar hij/zij goed in is. Soms mag je kiezen wat je speelt, maar ook dan spelen we zoveel mogelijk samen. Op die manier hoef je niet bang te zijn dat je alleen zal zijn.

IN DE JEUGDBEWEGING SPREKEN WE NEDERLANDS.

➔ Bij alle jeugdbewegingen wordt er Nederlands gesproken. Dat wil zeggen dat je moet proberen om zoveel mogelijk Nederlands te praten. Als je dat nog niet zo goed kunt, is dat natuurlijk niet zo erg en zullen de leiders en leidsters je wel helpen. Bovendien is de jeugdbeweging een toffe plaats om goed Nederlands te leren.

IN EEN JEUGDBEWEGING MAG JE JE AF EN TOE GOED VUIL MAKEN.

➔ Als we met de jeugdbeweging op pad gaan, dan mogen we wel eens in plassen springen of in de modder rollen, en moeten we ons niets aantrekken van onze vuile kleren. Daarom is het ook altijd belangrijk dat je kleren aandoet die vuil mogen worden. Maar, zoals altijd: als je je niet graag vuil maakt, moet je natuurlijk niet. We doen ook niet elke week activiteiten waar je echt vuil van wordt.

Page 20: een lessenpakket voor het lager onderwijs
Page 21: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 4

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS IN EEN JEUGDBEWEGING LEER JE SAMENWERKEN. ➔ Omdat je samen spelletjes speelt, raadsels oplost of op tocht

gaat, leer je elkaar heel goed kennen. Je leert ook hoe je een opdracht samen tot een goed einde kunt brengen. Je leert samenwerken. Dat is super natuurlijk, want dat is iets wat je op andere plaatsen goed kunt gebruiken, bijvoorbeeld in de klas of in de sportclub.

OP BIVAK ETEN WE NIET GEZOND. ➔ Als we met de jeugdbeweging op kamp gaan, proberen we altijd

gezond te eten. Dat wil zeggen dat er een kookploeg meegaat die zich alleen maar moet bezighouden met lekker en vooral gezond eten maken. Er wordt op veel kampen vers gekookt, en fruit en groenten ontbreken zeker niet op het menu.

Ben je vegetariër of eet je halal of koosjer? Dat zijn allemaal dingen waar de kookploeg rekening mee kan houden, zodat iedereen op kamp gezond mee kan eten.

IN EEN JEUGDBEWEGING MAAK JE VEEL VRIENDEN.

➔ Omdat je elk weekend allemaal samen speelt in de jeugdbeweging leer je iedereen in je groep heel goed kennen. Na een tijdje ken je elkaar zo goed dat je echte vrienden en vriendinnen wordt van elkaar. Die vriendschappen blijven dikwijls ook lang duren omdat iedereen heel lang naar de jeugdbeweging kan blijven gaan.

TIJDENS DE LAATSTE AVOND VAN HET KAMP WORDT ER VAAK EEN KAMPVUUR GEMAAKT.

➔ Bij de meest jeugdbewegingen is het zo dat de laatste avond van het kamp een beetje een feestelijke avond is. En bij die allerlaatste avond op kamp hoort dus ook een kampvuur. Samen zitten we dan rond het vuur, zingen we liedjes en eten we soms ook nog allerlei lekkernijen.

Bij sommige jeugdbewegingen is het kampvuur ook al vroeger.

JE BENT VERPLICHT OM ELKE WEEK NAAR DE JEUGDBEWEGING TE GAAN.

➔ Naar de jeugdbeweging gaan is een bewuste keuze. Maar als je eens een keertje niet kunt, en je kunt de leiding verwittigen, dan is dat niet zo erg. Natuurlijk is het wel heel leuk om elke week te komen.

IN EEN JEUGDBEWEGING SPELEN WE ALTIJD BUITEN.

➔ De meeste jeugdbewegingen spelen dikwijls spelletjes buiten, in de open lucht. Omdat dat gezond is, en omdat we in de week al genoeg binnen zitten. Als het echt slecht weer is, spelen we natuurlijk in het lokaal of zoeken we beschutting.

IN EEN JEUGDBEWEGING MAKEN WE SOMS EEN UITSTAP.

➔ In de jeugdbeweging doen we ook wel eens iets anders dan spelletjes spelen. Zo maken veel groepen ook uitstappen naar het park, de zee, de zoo, de speeltuin, enz. Elke groep houdt bij de uitstapjes een beetje rekening met wat de kinderen in de groep graag doen. De uitstapjes duren dikwijls ook langer dan een gewone spelnamiddag.

JE MAG ENKEL NAAR DE JEUGDBEWEGING GAAN IN HET DORP WAAR JE WOONT.

➔ Je moet niet naar de jeugdbeweging gaan in het dorp waar je woont. Je mag ook een of meerdere gemeenten verder naar de jeugdbeweging. Wat voor jou het beste is.

Het is natuurlijk wel gemakkelijker als jouw jeugdbeweging ergens in de buurt ligt: zo ken je misschien al andere kinderen uit de buurt.

EEN JEUGDBEWEGING KOST VEEL GELD. ➔ Een jeugdbeweging kost helemaal niet zoveel geld. De

meeste zijn zelfs goedkoop. Je kunt je een heel jaar rot amuseren voor nog geen € 30. Bij sommige groepen is het zelfs nog minder. Ook de weekends en kampen worden altijd zo goedkoop mogelijk gehouden. De bewegingskleren en het kampeermateriaal kun je vaak tweedehands verkrijgen via de groep of er is een tegemoetkoming mogelijk. Een jeugdbeweging is misschien wel de goedkoopste hobby.

IN DE JEUGDBEWEGING SPELEN ZE ALLEEN MAAR WILDE SPELLETJES EN VOETBAL, DAT IS NIETS VOOR MEISJES.

➔ In de jeugdbeweging spelen we allemaal verschillende spelletjes. Soms zijn dat actieve spelletjes maar dikwijls doen we ook iets rustigs en knutselen en schilderen we. De jeugdbeweging zorgt er altijd voor dat iedereen een beetje kan doen wat hij of zij graag doet. Dat is net het toffe eraan: dat alle talenten aan bod kunnen komen.

JE MAG NOOIT KIEZEN WAT JE SPEELT, DE LEIDING BESLIST ALLES VAN TEVOREN.

➔ De leiding bereidt altijd alle spelletjes goed voor en verwacht natuurlijk dat de kinderen meedoen. Maar in de meeste jeugdbewegingen mogen de kinderen ook een beetje mee beslissen wat er op het programma staat. Hoe ouder je wordt, hoe meer de leiding zo je mening zal vragen. Op die manier kan ieders talent of voorkeur zeker aan bod komen.

Page 22: een lessenpakket voor het lager onderwijs
Page 23: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 5

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS

Werkblad voor de onderbouwVerbindoefening: verbind de juiste plaatjes met de juiste uitspraken

WE DOEN SAMEN DINGEN.

WE SPELEN EN WE DOEN ACTIVITEITEN.

WE DRAGEN ALLEMAAL DEZELFDE KLEREN.

WE DOEN ELKE WEEK IETS SAMEN.

DE LEIDING STAAT VOOR ONS KLAAR.

VRIENDEN MAKEN.

Page 24: een lessenpakket voor het lager onderwijs

Beste ouder(s)

Deze week was het Dag van de Jeugdbeweging. We zagen op school dat een jeugdbeweging écht tof kan zijn, dat je er veel talenten kunt ontwikkelen en vrienden maken uit de buurt. De leiding nodigde ons uit om eens een kijkje te komen nemen. In onze buurt zijn deze jeugdbewegingen actief: [Schrijf hier de contactadressen]

Vele groetjes

.................................................................................... (jouw naam)

Page 25: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 6

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS

Werkblad voor de bovenbouwBij elk armpje schrijven de leerlingen iets op wat ze vandaag nieuw geleerd hebben. Of wat ze al tof vonden aan de jeugdbeweging.

JEUGDBEWEGINGvoorbeeld:

JEUGDBEWEGING

bewegingskledij

leiding groep vormen

elke week samenkomen

spelen en activiteiten doen

vrienden maken

Page 26: een lessenpakket voor het lager onderwijs

Beste ouder(s)

Deze week was het Dag van de Jeugdbeweging. We zagen op school dat een jeugdbeweging écht tof kan zijn, dat je er veel talenten kunt ontwikkelen en vrienden maken uit de buurt. De leiding nodigde ons uit om eens een kijkje te komen nemen. In onze buurt zijn deze jeugdbewegingen actief: [Schrijf hier de contactadressen]

Vele groetjes

.................................................................................... (jouw naam)

Dit wil ik je erover vertellen:

Page 27: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 7

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS

Spelfiches SPELLETJES VOOR BUITEN

Kat-en-muis➔ Leeftijd: 6-12➔ Aantal deelnemers: minstens 10➔ Materiaal: Geen➔ Spelverloop: Twee spelers staan in het midden: een kat en een muis. De andere spelers vormen een kring en staan met hun benen gespreid. Zij zijn de muizenholletjes.De kat moet proberen de muis te vangen. De muis is veilig in de muizenholletjes, want daar kan de kat niet binnen.Als de muis een muizenholletje binnenrent, wordt de kat muis en wordt het muizenholletje kat.Kan de kat de muis vangen, dan wisselen ze van rol.

Die speluitleg kan in het begin voor verwarring zorgen. Het is het duidelijkst als je alles eens voordoet.

Tante Rosa➔ Leeftijd: 6-14➔ Aantal deelnemers: 6-24➔ Materiaal: Geen➔ Spelverloop: Alle spelers staan in een rij naast elkaar, aan het uiteinde van het terrein. Eén speler staat in het midden: ‘Tante Rosa’. Zij staat met haar rug naar de spelers en kiest een getal van 1 tot 25. De andere spelers naderen tot op vijf meter van Tante Rosa en vragen: “Tante Rosa, hoeveel kuikentjes heb je?”“Zoveel als ik er kan vangen!” antwoordt ze. Dan tellen de spelers samen hardop, tot ze het cijfer bereiken dat Tante Rosa gekozen heeft. Op dat moment draait ze zich snel om en probeert ze zoveel mogelijk kuikentjes te vangen. De kuikentjes proberen de startlijn te bereiken, waar ze veilig zijn. De gevangen kuikentjes helpen Tante Rosa om de andere kuikens te vangen.

Maak me vrij➔ Leeftijd: 6-14➔ Aantal deelnemers: 10-24➔ Materiaal: Geen➔ Spelverloop: De tikker staat in een hoek van het terrein, de anderen verspreiden zich. Een van de vrije spelers is een ‘bevrijder’. Die rol wordt vooraf toegekend, zonder dat de tikker ziet aan wie.De tikker probeert zoveel mogelijk spelers te tikken. Wie getikt is, blijft ter plaatse zitten. Na een tikje van de bevrijder mogen ze weer meespelen.Hoe lang duurt het voor de tikker de ‘bevrijder’ te pakken heeft?

Remmen➔ leeftijd: 10-14➔ Aantal deelnemers: 8-24➔ Materiaal: Een bal➔ Spelverloop: De spelers lopen verspreid over het terrein.Eén speler heeft een bal. Plots gooit die de bal omhoog en roept de naam van een andere speler. Als je naam geroepen wordt, moet je proberen zo vlug mogelijk de bal te pakken. De andere spelers lopen zo ver mogelijk weg.Als je de bal in je handen hebt, roep je: “Stop!”Iedereen blijft stokstijf staan. Je mag nog drie stappen zetten, dan moet je proberen om iemand te raken met de bal.

Als het lukt, mag je op jouw beurt opgooien en een naam roepen. Anders mag degene opgooien die je probeerde te raken.

SPELLETJES VOOR BINNEN

Tante Mathilde➔ Leeftijd: 6-10➔ Aantal: 4-12➔ Materiaal: Geen➔ Spelverloop: De spelers zitten in een kring. De eerste begint, en zegt: “Tante Mathilde woont aan de zee met haar hond, waf, waf.” De tweede speler herhaalt de zin, maar voegt er een nieuw dier aan toe, met het corresponderende geluid. Zo gaat het verder, waarbij elke speler telkens weer al het voorgaande moet herhalen – in de juiste volgorde! – om er daarna nog een dier met geluid aan toe te voegen. Wie zich vergist, valt uit.

➔ Variant: Tante Mathilde kan ook op reis gaan. Dan noemen de spelers allerlei voorwerpen op die ze in haar koffer stopt. Het wordt moeilijker als elk nieuw woord moet beginnen met de laatste letter van het vorige.

Er zijn nog ... wachtenden voor jou!➔ Leeftijd: 6-10,10-14➔ Aantal: 8-18➔ Materiaal: Geen➔ Spelverloop: De spelers vormen een rij achter elkaar. Pas als ze in de rij staan, wordt het doel van het spel verteld. Elke speler moet proberen op de eerste plaats van de rij te geraken.De tweede speler in de rij kiest een duidelijk zichtbaar kenmerk, bv. ‘schoenen met veters’, en roept dat luid. Spelers met dat kenmerk mogen voor hun voorganger gaan staan. Staan er twee of meer mensen met dat kenmerk achter elkaar, dan schuiven ze samen op en vliegt die voorganger dus twee of meer plaatsen naar achteren.De speler die zo op de tweede plaats in de rij komt, mag nu een kenmerk roepen, bv. ‘blauwe ogen’.Na de afgesproken tijd (bv. vijf minuten) bekijk je wie vooraan staat, maar ook wie vooruit of achteruit ging.

➔ Variant:De laatste speler mag een kenmerk roepen.

De bom➔ Leeftijd: 6-8➔ Aantal: 3-30 spelers➔ Materiaal: Geen➔ Spelverloop: Dit is echt een spel voor de kleinsten. Alle spelers doen hun schoenen uit en gooien die op een hoop. Eén persoon gaat weg, de anderen kiezen een ‘bom’ (=schoen). Wanneer de afgezonderde speler terugkomt, doet al de rest: “Tiktak, tiktak, tiktak.” Ondertussen probeert de speler zoveel mogelijk schoenen vast te nemen zonder de bom te pakken. Als hij of zij de bom vastneemt, roept iedereen luid “BOEM”. Diegene die het meeste schoenen kon nemen, wint.

Page 28: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 7

JEUGDBEWEGING IN DE KLASAchter de rug van de juf➔ Leeftijd: 6-10➔ Aantal spelers: 6-16➔ Materiaal: Een steentje➔ Spelverloop: De spelers staan naast elkaar in een rij. Zij stellen een klas voor. Ze houden hun handen netjes op hun rug. Voor de rij staat de juf, met de rug naar haar leerlingen.De leerlingen geven achter hun rug een steen door. Plots draait de juf zich om en de kinderen blijven doodstil staan. De juf probeert te raden wie de steen heeft.Raadt ze goed, dan gebeurt er niets. Het spel gaat gewoon verder als ze haar rug weer naar de leerlingen heeft gedraaid.Raadt de juf fout, dan mag de leerling met de steen en stapje achteruit doen. Die leerling zit dan een klas hoger. Wie zo als eerste in de zesde klas geraakt, is de winnaar.Het doorgeven wordt moeilijker naarmate de spelers verder van elkaar staan.

Page 29: een lessenpakket voor het lager onderwijs

BIJLAGE 8

JEUGDBEWEGING IN DE KLAS

De Vlaamse jeugdbewegingen: wie zijn ze, wat doen ze?CHIROJEUGD VLAANDERENwww.chiro.beKipdorp 30, 2000 Antwerpen, 03-231 07 95

945 groepen, 96 000 kinderen en jongeren, in Vlaanderen en Brussel, dat is Chiro. Speels, actief en intuïtief doen wij ervaringen op, krijgen we een kijk op onszelf en de wereld en genieten we van het samenzijn. Speel met ons mee!

Onze Chirodroom beleven we elke spelnamiddag in ontelbare kleine details, maar ook daarbuiten. We zijn geen eiland, maar voelen ons betrokken bij de maatschappij. We nemen deel aan het buurtleven, laten onze stem horen en komen op voor een rechtvaardige samenleving die eerlijke kansen en een hoopvolle toekomst biedt.De Chiro droomt van een wereld waarin graag zien, innerlijkheid en rechtvaardigheid centraal staan. Ieder van ons verdient het om graag gezien te worden. Pas dan kun je je talenten en mogelijkheden ontplooien. De Chiro gaat in tegen oppervlakkig leven en overdreven consumeren. Door af en toe stil te staan, maken we ons sterk en weerbaar.

Met al onze groepen samen bouwen we aan één jeugdbeweging. Een jeugdbeweging die trouw is aan de leefwereld van kinderen en jongeren enerzijds en aan haar inspiratie anderzijds.

SCOUTS EN GIDSEN VLAANDERENwww.scoutsengidsenvlaanderen.beLange Kievitstraat 74, 2018 Antwerpen, 03-231 16 20

Wij zijn scouts en gidsen, meisjes en jongens, elk met een eigen verhaal. Iedereen kan erbij. We gaan samen op verkenning en durven tuimelen in het leven.De natuur is onze troef. We geloven in onszelf, in elkaar en in iets meer. We spelen een spel dat niet luchtledig is, in vrije tijd die niet vrijblijvend is. Met

groot plezier en kleine daden komen we op voor onze omgeving en voor een kleurrijk Vlaanderen. Zo dromen we luidop van gelukkige mensen in een rechtvaardige wereld.

Scouts & Gidsen Vlaanderen heeft 600 groepen verspreid over Vlaanderen en Brussel. In 2012 telde de koepel 71 000 leden (incl. leiding).

FOS OPEN SCOUTINGwww.fosopenscouting.beKortrijksesteenweg 639, 9000 Gent, 09/245 45 86

FOS Open Scouting is de pluralistische scouts- en gidsenbeweging van Vlaanderen. Onze plaatselijke groepen organiseren wekelijks voor meer dan 7500 leden leuke activiteiten, weekends, kampen en bivakken. Ons spel van scouting staat open voor iedereen en vertrekt niet vanuit een bepaalde geloofsovertuiging,

maar vanuit een pluralistische open kijk.

Open Scouting is natuurlijk in de eerste plaats elk weekend ravotten en je de longen uit het lijf spelen. Maar we proberen nét dat ietsje meer te zijn. We hopen onze leden met een open en rechtvaardige kijk de wereld in te sturen. Door activiteiten voor jongens en meisjes te organiseren, willen we hen bovendien gemeenschappelijk laten opgroeien met aandacht en respect voor elkaar. Op die manier willen we elkaar samen leren ontdekken en waarderen.

WEL JONG NIET HETEROwww.weljongniethetero.beKammerstraat 22, 9000 Gent, 09-335 41 87

Wel Jong Niet Hetero is een jeugdbeweging die jongeren verenigt rond holebiseksualiteit en gender. Wij komen op voor hun rechten, aanvaarding en geluk. De beweging is

in handen van de jongeren zélf en staat voor respect, veiligheid en openheid. Concreet organiseert Wel Jong Niet Hetero, samen met haar zeventien lokale groepen, informatieve, vormende en ontspannende activiteiten, kampen, weekends, fuiven, forummeetings, enz.

De organisatie telt ook drie leeftijdsspecifieke werkingen: Min19 (voor jongeren tot 19 jaar), Oprit18 (voor jongeren tussen 18 en 24 jaar) en Plan B (voor jongeren tussen 23 en 30 jaar). Wel Jong Niet Hetero is internationaal erg actief rond het holebithema en werkt ook nationaal aan sensibiliseringsacties. Voor transgenderjongeren is er de deelwerking T-jong. Tot slot is Wel Jong Niet Hetero ook een informatieknooppunt voor jongeren en jeugdbewegingen met vragen over holebiseksualiteit en gender.

Page 30: een lessenpakket voor het lager onderwijs

DE VLAAMSE JEUGDBEWEGINGEN

JEUGDBOND VOOR NATUUR EN MILIEUwww.jnm.beKortrijksepoortstraat 192, 9000 Gent, 09-223 47 81

JNM is een jeugdbeweging voor álle jongeren die geïnteresseerd zijn in natuur en milieu. JNM staat open voor alle jongeren tussen 7 en 26 jaar met interesse voor natuur en milieu. Er zijn drie leeftijdsgroepen: de piepers (7-12 jaar), de ini’s (13-15 jaar) en de gewone leden (16-26 jaar).

Samen trekken we de natuur in om ons te verdiepen in de diversiteit van ons planten- en dierenrijk. We trekken naar de mooiste natuurgebieden waar zeldzame waarnemingen ons hart sneller doen slaan, maar ook een stevige wandeling in een weidse omgeving doet ons bloed sneller stromen.

De natuur krijgt het vaak hard te verduren. Waar we kunnen, ondernemen we de nodige acties om ruimte te geven aan natuur. We hanteren regelmatig zelf een schop of zaag om een handje te helpen. Samen buiten zijn en aan natuurbeheer doen geeft een machtig gevoel.Wij sluiten onze ogen niet voor milieuproblemen. Elke JNM-activiteit is een poging om op een duurzame en milieuvriendelijke manier door het leven te gaan. Daarnaast proberen we anderen zich hiervan bewust te maken, door actie, gebaseerd op goede achtergrondinformatie.

JNM organiseert tal van projecten en nationale bijeenkomsten over specifieke onderwerpen. Het kampenseizoen is het hoogtepunt van ons activiteitenaanbod. In de zomervakantie zijn er een 40-tal kampen waar je volop kunt genieten van alles waar JNM voor staat: natuurstudie, natuurbeheer en milieubescherming.JNM heeft een vijftigtal lokale afdelingen in Vlaanderen. Mensen met wie je samen bij jou in de buurt op verkenning kunt gaan, of bij wie je zielsgenoten vindt om een spetterende milieuactie mee ineen te steken.

JEUGD RODE KRUISwww.jeugdrodekruis.be | www.kids.rodekruis.beMotstraat 40, 2800 Mechelen, 015-44 35 70

Het Rode Kruis dichter bij kinderen en jongeren brengen en kinderen en jongeren dichter bij het Rode Kruis. Dat is waar we bij Jeugd Rode Kruis voor gaan. Altijd met de nodige dosis plezier, natuurlijk! Vijf actieterreinen vormen de rode draad door onze werking.

Eerste hulp. Van een schaafwonde verzorgen tot hartmassage. Iedereen kan eerste hulp leren bij Jeugd Rode Kruis. Jeugdmonitoren worden speciaal opgeleid om kinderen en jongeren de basis van eerste hulp aan te leren.Sociale werking. Jeugd Rode Kruis zet zich in voor mensen die het minder gemakkelijk hebben in het leven. Zo bezorgen we bijvoorbeeld kinderen uit opvangcentra voor asielzoekers een superfijne speelweek.Internationale werking. Jeugd Rode Kruis kijkt over de grenzen heen. Droom je als vrijwilliger van een internationaal avontuur? Via Jeugd Rode Kruis kun je misschien sneller dan verwacht je koffers pakken om ergens in de wereld vrijwilligerswerk te gaan doen.Hulpverlening. Een rampoefening voor en door kinderen, zelf een eerstehulppost bouwen. Jeugd Rode Kruis leert je de hulpdiensten kennen. Vanaf 16 jaar kun je er zelf vrijwilliger worden!Bloed. Bloed geven mag pas vanaf 18 jaar. Jeugd Rode Kruis probeert jongeren te overtuigen om bloed te geven. Voor wie nog geen donor kan zijn, zijn er bloedstollende spelen.

KLJwww.klj.beWaversebaan 99, 3050 Oud Heverlee, 016-47 99 99

KLJ niet zomaar een jeugdbeweging! KLJ, de Katholieke Landelijke Jeugd, is er voor alle kinderen en jongeren van 6 tot 35 jaar op het platteland. Daar willen we ons steentje bijdragen aan de opbouw van een leefbare maatschappij, vanuit christelijke waarden.

We brengen dus jonge mensen samen. Zo bieden we hen de mogelijkheid om deel uit te maken van de maatschappij, in de eerste plaats het dorp, en er samen aan mee te bouwen. Zinvol samenzijn en onszelf ontplooien, daar gaan we voor.

KLJ speelt zich voornamelijk af in de vrije tijd. Voor een groot deel zijn het toffe, ontspannende activiteiten. In de eerste plaats zijn we namelijk kinderen en jongeren met pit! Al moet het wel duidelijk zijn dat de activiteiten een middel zijn om onszelf te ontwikkelen en niet het doel op zich. Kortom, we geven kinderen en jongeren de kans om met dingen bezig te zijn die voor hen belangrijk zijn. Samen zoeken we naar antwoorden op hun vragen, discussiëren we over wat goed en slecht is. Zo leren we samen ontdekken waar er grenzen liggen en welke waarden nog echt belangrijk zijn.

KSJ-KSA-VKSJwww.ksj.beVooruitgangstraat 225, 1030 Brussel, 02-201 15 10

290 groepen en 34 000 leden vormen samen KSJ-KSA-VKSJ, een van de grootste jeugdbewegingen in Vlaanderen!

Speels, avontuurlijk, vormend en leeftijdsgericht bezig zijn in groep is het

basisrecept van onze werking. Dankzij het engagement van duizenden jongeren die verantwoordelijkheid opnemen, bieden we kinderen en jongeren op plaatselijk niveau de kans om al spelend hun grenzen te verleggen. Daarbij primeert het groepsgevoel en is creativiteit nooit ver weg. Zo kunnen kinderen en jongeren zich verder ontplooien en groeien naar een eigen engagement binnen de jeugdbeweging en de bredere samenleving, met respect voor de K in onze naam.

Als koepel laat KSJ-KSA-VKSJ zijn leden en leiding niet zomaar aan hun lot over. We voorzien voor de leiding de nodige vormingsmomenten, waar uitwisseling en ervaring opdoen centraal staan. Door groepsoverschrijdende initiatieven willen we het bewegingsgevoel verder aanwakkeren en zorgen dat KSJ-KSA-VKSJ voor hoe langer hoe meer kinderen een thuis mag worden.

IJDwww.ijd.beNederpolder 24, 9000 Gent, 09-235 78 54

IJD gelooft dat het christendom een reële bijdrage levert tot het persoonlijke en collectieve geluk van mensen. Daarom wil IJD katholieke jongerenpastoraal in Vlaanderen ondersteunen en doen groeien.

Deze jongerenpastoraal biedt jonge mensen een christelijk antwoord op hun zinvragen aan. Dat gebeurt

in wederzijdse dialoog. Groepen zijn de bevoorrechte context voor jongerenpastoraal. De Bijbel is daarvoor de belangrijkste inspiratiebron.

Page 31: een lessenpakket voor het lager onderwijs

DE VLAAMSE JEUGDBEWEGINGEN

IJD wil dankzij de wisselwerking tussen het concrete leven en het christelijke geloof de persoonlijke zoektocht en groei van jongeren bevorderen. We hopen dat die jongeren uiteindelijk vanuit een eigen weerbare christelijke identiteit en met respect voor de eigenheid van anderen kunnen bijdragen aan de opbouw van een pluralistische samenleving.

IJD is een dynamische jeugdwerkorganisatie, erkend door de Vlaamse Gemeenschap en gekaderd binnen de Vlaamse katholieke Kerk.

DAG VAN DE JEUGDBEWEGINGIn 2001 werd voor het eerst de Dag van de Jeugdbeweging georganiseerd. Destijds besloten een vijftal jeugdbewegingen om samen te werken en een ontbijtactie te organiseren in de Vlaamse provinciale hoofdsteden en in Brussel. Ondertussen is de dag uitgegroeid tot een goed gekende feestdag met een honderdtal acties die her en der georganiseerd worden door jeugdbewegingen, jeugdraden, leerlingenraden, leerkrachten, enz.Het ontbijt is een gezamenlijke start van de dag om vervolgens elk in jeugdbewegingskleren naar school of het werk te gaan. Het doel is om samen naar buiten te komen en anderen te tonen en te laten proeven van wat de jeugdbeweging is.

De Dag van de Jeugdbeweging vindt elk jaar plaats op de vrijdag één week voor het begin van de herfstvakantie.

Page 32: een lessenpakket voor het lager onderwijs